62
Kim Karels 80087 L44 09-10-2011 Actie onderzoek 1 ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de opleiding basisschoolleerkracht, iPabo, Alkmaar’ Naam: Kim Karels Leerlingennummer: 80087 Klas: L44 Trainer: Mark Koeten Expert: Bas van der Weide Inleveren bij: Mark Koeten Stageschool: De Jozefschool Stageklas: Groep 6/7 Datum: 09-10-2011

‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

1

‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de opleiding

basisschoolleerkracht, iPabo, Alkmaar’

Naam: Kim Karels Leerlingennummer: 80087 Klas: L44 Trainer: Mark Koeten Expert: Bas van der Weide Inleveren bij: Mark Koeten Stageschool: De Jozefschool Stageklas: Groep 6/7 Datum: 09-10-2011

Page 2: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2

Stap 1: Ambitie 4

De student beschrijft de ambitie van de school. 4

De student beschrijft haar eigen ambitie. 5

De student stelt voor het onderzoek leidende ambitie vast, waarbij de persoonlijke ambitie en de ambitie van de school zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd. 6

Stap 2: (Voorlopige) onderzoeksvraag 7

De student beschrijft de voorlopige onderzoeksvraag en het voorlopige onderzoeksdoel in relatie tot de ambitie van de school. Voor de schriftelijke bevestiging van mijn werkplek over de relevantie van mijn onderzoek. Zie bijlage 1. 7

De student beschrijft in hoeverre de onderzoeksvraag relevant is in de actuele ontwikkeling van het betreffende vakgebied. 8

De student toont aan dat de voorlopige onderzoeksvraag voldoet aan de criteria voor onderzoeksvragen. 9

De student beschrijft hoe de deelvragen zullen bijdragen aan het aanscherpen van de voorlopige onderzoeksvraag. 10

Stap 3: Keuze onderzoeksinstrumenten 11

De student beargumenteert de gekozen literatuur in het vooronderzoek. 11

De student beargumenteert welke onderzoeksinstrumenten, naast de literatuur, nodig zijn om de antwoorden op de deelvragen te verkrijgen. 13

De student beargumenteert waarom de keuze van de onderzoeksinstrumenten het vooronderzoek haalbaar maakt. 15

Stap 4 Informatie verzamelen 16

De student geeft in het theoretische gedeelte van de informatieverzameling weer welke relevante informatie verkregen is vanuit literatuurstudie. 16

De student geeft een beschrijving van het praktische gedeelte van de informatieverzameling. 28

Stap 5: Betekenis verlenen 29

De student beargumenteert de keuzes die hij gemaakt heeft met betrekking tot de wijzen van analyseren. 29

De student kan betekenis verlenen aan de verzamelde kwalitatieve en/of kwantitatieve data. 31

Stap 6: Consequenties vastleggen 32

De student geeft vanuit de analyse(s) uit stap 5 antwoord op de deelvragen 32

De student maakt een koppeling tussen analyses uit stap 5 en de bestudeerde literatuur uit het vooronderzoek. 36

De student geeft bij de formulering van de definitieve onderzoeksvraag een argumentatie voor de aanscherping of onderbouwing van de (voorlopige) onderzoeksvraag. 37

Page 3: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

3

De student beargumenteert bij iedere actie wat hij door de uitvoering ervan te weten wil komen voor de definitieve onderzoeksvraag. 38

Korte samenvatting: 39

Stap 7: 40

De student beschrijft de gang van zaken en de resultaten van de uitgevoerde acties. 40

De student beargumenteert de keuze die hij heeft gemaakt om geplande acties niet uit te voeren en/of extra acties toe te voegen. 41

De student geeft aan bij de actie literatuur welke relevante informatie verkregen is. 41

Stap 8: 43

De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43

De student maakt een koppeling tussen de de acties uit stap 7 en de bestudeerde literatuur uit het vooronderzoek en stap 7. 44

De student beschrijft in hoeverre zijn onderzoek een bijdrage heeft geleverd aan het doel van het onderzoek en aan de ambitie van de werkplek. 45

De student betrekt in zijn conclusie opvattingen van de collega’s op de werkplek. 45

De student doet aanbevelingen voor de situatie op de werkplek met betrekking tot het (verder) realiseren van de gezamenlijke ambitie. 46

Samenvatting van de presenatie op de werkplek. 46

Literatuur weergave: 49

Bijlage 1: 50

Bijlage 2: 51

Bijlage 3: 53

Bijlage 4: 54

Bijlage 5: 55

Bijlage 5: 55

Bijlage 6: 56

Bijlage 8: 59

Bijlage 9: 60

Bijlage 10: 61

Bijlage 11: 62

Page 4: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

4

Stap 1: Ambitie

De student beschrijft de ambitie van de school.

De school wil meer aandacht gaan besteden aan leerlingen met een IQ hoger dan 130. De aanleiding hiervoor is een leerling in groep zeven. Deze leerling viel op als zorgleerling, omdat hij weinig werk maakt en in het werk dat hij maakt zitten veel fouten. Deze leerling werd uiteindelijk op hoogbegaafdheid getest. Tegen alle verwachtingen in bleek deze leerling inderdaad een IQ van 169 te hebben. Doordat de leerling altijd onder gemiddeld niveau presteerde, heeft hij op school geen uitdaging gekregen, maar juist extra uitleg. De school denkt nu dat hij ongemotiveerd is, omdat hij altijd te gemakkelijk werk heeft gehad. Door deze leerling ziet de school dat vroegtijdige signalering van hoogbegaafdheid belangrijk is om het beste uit de leerlingen te halen. De school vindt dat zij weinig aan hoogbegaafdheid doet. Op dit moment zijn er twee leerlingen op school waarvan bekend is dat zij hoogbegaafd zijn. Deze twee leerlingen krijgen iedere vrijdag van de directeur les in onderzoeken. Zo gaan ze dan bijvoorbeeld in gesprek over de werking van een stopcontact. Wat de leerlingen niet weten, mogen zij zelf onderzoeken. Ook is leerkracht K begonnen met een onderzoek naar hoogbegaafdheid, maar heeft dit onderzoek door omstandigheden niet kunnen afronden. Wel gaan de andere leerkrachten, door dit onderzoek, bezig met verrijkingsmateriaal in de klas. Verder krijgen niet alleen hoogbegaafde leerlingen, maar ook andere leerlingen die uitdaging nodig hebben, na de herfstvakantie iedere week een uurtje Spaans. Toch merkt de school dat zij nog weinig weten over hoogbegaafdheid. Zo weten zij niet goed wat ze deze leerlingen kunnen aanbieden. Maar ook het (vroegtijdig) signaleren van hoogbegaafdheid in de klas vinden ze een lastig aspect. De school zou graag willen dat ik een van deze punten ga onderzoeken. Deze informatie komt uit het gesprek dat ik gevoerd heb met de directeur van mijn stageschool. Hij is mijn bron voor deze informatie. Daarbij heb ik de coördinaat hoogbegaafdheid van mijn stageschool gesproken. Wat zij over dit onderwerp vindt, heb ik hieronder beschreven.

Ik contact gezocht met de lerares die gaat over hoogbegaafdheid binnen de school. Zij heeft mij veel informatie gegeven over hoogbegaafdheid. Deze informatie heeft zij van haar cursus hoogbegaafdheid die zij gevolgd heeft. Wat zij mij verteld heeft komt eigenlijk op hetzelfde neer als wat ik besproken heb met de directeur. Het kwam er op neer dat je hoogbegaafde leerlingen geen extra werk moet geven uit de aankomende jaren. Maar dat je naar iets extra’s moet zoeken zoals Spaans. Het is belangrijk dat je dit in overleg met de leerlingen doet.

Page 5: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

5

De student beschrijft haar eigen ambitie. Tijdens mijn vorige stageperiode heb ik stage gelopen op het speciaal onderwijs. Hier was ik bezig met passend onderwijs. Dit trekt mij erg aan, omdat ik altijd het beste uit de leerlingen wil halen. Door leerlingen werk op maat te geven, blijf je de leerlingen motiveren om te leren. Tijdens het zoeken naar een lio-stage heb ik daarom bewust gezocht naar een stageplek waar ik met passend onderwijs aan de gang mocht. Op mijn huidige stage kreeg ik toen te horen dat zij aan het werk wilde met hoogbegaafdheid. Dit sprak mij erg aan. Omdat ik tijdens de vorige periode mij vooral gericht heb op ‘zwakke’ leerlingen, vond ik het nu een uitdaging om met hoogbegaafdheid aan het werk te gaan. Daarbij komt het steeds meer voor dat ook deze leerlingen extra begeleiding nodig hebben. Maar op veel scholen is er nog weinig bekend over hoogbegaafdheid, waardoor er te weinig aan wordt gedaan. Dit blijkt uit het artikel “Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs” van Dr. L.S.J.M. Henkens.1 Hierin wordt beschreven dat extra zorg in bijna alle gevallen naar zwakke leerlingen gaat. Hierdoor is er te weinig aandacht voor hoogbegaafde leerlingen en lopen zij de kans om achter te blijven op hun ontwikkeling. Volgens dit artikel moet er daarom meer aandacht naar hoogbegaafde leerlingen gaan.

Mijn doel is dat alle leerlingen zich gewaardeerd en veilig voelen in de klas. Ik denk dat ze zich op deze manier beter kunnen concentreren op het leren en zichzelf ontwikkelen. Er is bekend2 dat veel hoogbegaafde leerlingen zich niet begrepen voelen. Hierdoor uit de hoogbegaafdheid zich niet altijd. De leerlingen worden er zelfs onderzeker van en presteren hierdoor slecht. Door dit in een vroegtijdig stadium te constateren, kun je deze leerlingen beter helpen waardoor ze zich beter begrepen voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat betekend dat ik in mijn klas wil zorgen dat alle leerlingen uitdagend lesmateriaal op eigen niveau aangeboden krijgen. Ik wil proberen om precies te weten wat het niveau van de leerlingen is. Daarbij wil ik materiaal ontwikkelen die bij dat niveau aansluit. Dat hoogbegaafde leerlingen moeite hebben om een plekje te vinden in de klas staat beschreven in het artikel “Een slim kind in de knel” van Marcella Klamer en Greet Caminada2. De jongen uit dit artikel voelt zich niet thuis tussen zijn leeftijdgenoten. Zij begrijpen hem niet en hij kan zich niet verweren. Hieruit blijkt dat mijn beschreven ambitie juist is. Hoogbegaafdheid is niet altijd op te merken uit de scores van de leerlingen. Als leerlingen zich niet veilig en begrepen voelen in de klas, kan het voorkomen dat ze slecht presteren. Hoe slim ze ook zijn. Om deze reden vind ik het belangrijk dat hier onderzoek naar gedaan wordt. Zodat ik, maar ook de rest van mijn stageschool, deze leerlingen in het vervolg beter kan begeleiden. In het artikel: “Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs” van Dr. L.S.J.M. Henkens1 wordt beschreven dat 30 procent van de kinderen met een IQ rond de 130 onderpresteren aan het gemiddelde niveau. Bij een IQ rond de 150 is dit zelfs 60 procent. Dit betekent dat veel hoogbegaafde leerlingen te weinig werk op maat krijgen en zich daardoor slecht ontwikkelen.

1 Henkens, Dr. L.S.J.M. (2010), Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs”,

Inspectie van het Onderwijs. 2 Klamer en Caminada (2010), Een slim kind in de knel, Het jonge kind.

Page 6: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

6

De student stelt voor het onderzoek leidende ambitie vast, waarbij de persoonlijke ambitie en de ambitie van de school zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd.

Tijdens mijn gesprek met de directeur van mijn stageschool hebben we zowel de ambitie van de school als die van mij besproken. De directeur was begonnen met het vertellen van de ambitie van de school. Uiteindelijk kwam dit erop uit dat ik meerdere kanten uit mocht met mijn onderzoek. Zo wil de school graag weten: - Wat de school precies doet aan hoogbegaafdheid en hoe dit beter kan. - Hoe motiveer je hoogbegaafde leerlingen te leren? - Hoe signaleer je hoogbegaafdheid? (Het stadium voor de IQ test.) Daarna heb ik mijn ambitie verteld. Hierin maakte ik vooral duidelijk dat ik hoogbegaafde leerlingen graag wil helpen. Dat kan zijn bij het signaleren van hoogbegaafdheid. Maar ook door de leerlingen werk op maat te geven, zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Dit besproken te hebben zijn we gaan kijken hoe we een onderzoek konden opzetten, waarin alle twee de ambities aanbod zouden komen. Het was gelijk duidelijk dat we redelijk op één lijn zaten. De bedoeling was dat er een onderzoek kwam, waarmee niet alleen de twee hoogbegaafde leerlingen geholpen zouden zijn. Maar ook de hoogbegaafde leerlingen in de toekomst. Dit betekent ook dat de leerkrachten hierbij betrokken worden en met de hoogbegaafde leerlingen aan de slag gaan. Ook vonden we allebei dat het belangrijk is dat hoogbegaafdheid vroeg gesignaleerd wordt. We hebben toen samen gebrainstormd over hoe we dit konden onderzoeken. Verschillende ideeën hebben we toen besproken, maar ons struikelblok bleef. Namelijk dat het veel onderzoeken was, maar dat er weinig uitgevoerd kon worden. Het onderzoek werd te groot als we er een uitvoering in probeerden te brengen. Daarom spraken we af dat ik dit op school zou na vragen. Op school heb ik dit onderzoek voorgelegd aan mijn expert Bas van der Weide. Hij dacht dat dit onderzoek niet haalbaar was, omdat dit onderzoek al bestond. Bas stuurde me door naar Frans Agelink. Frans gaf aan dat het onderzoek inderdaad niet uitvoerbaar was. Tijdens mijn gesprek met de directeur van mijn stageschool hadden wij ook een ander onderzoek bedacht. Dit omdat wij op dat moment al verwachten dat het onderzoek niet haalbaar zou zijn. We zijn daarom verder gaan brainstormen en kwamen daarbij op een van de problemen die de school heeft me de verrijking aan deze leerlingen. De school vindt het moeilijk om de juiste verrijkingsmateriaal te vinden. Ze zijn namelijk bang dat hierbij het werk van de aankomende jaren wordt gebruikt. De leerlingen zouden zich dan niet alleen nu vervelen, maar dit zou zich blijven volhouden en alleen maar erger worden. Dit is ook de reden dat de school op dit moment Spaans geeft aan een aantal leerlingen. Ik vond dit interessant om te onderzoeken. Het lijkt mij een probleem wat actueel is en wat je in de toekomst vaker tegen kunt komen. Het lijkt mij en de school daarom een goed idee om dit te onderzoeken.

Page 7: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

7

Stap 2: (Voorlopige) onderzoeksvraag

De student beschrijft de voorlopige onderzoeksvraag en het voorlopige onderzoeksdoel in relatie tot de ambitie van de school. Voor de schriftelijke bevestiging van mijn werkplek over de relevantie van mijn onderzoek. Zie bijlage 1.

Mijn voorlopige onderzoeksvraag is: Welk materiaal kun je gebruiken als verrijking voor leerlingen met hoogbegaafdheid, zonder daarbij het werk van de vervolg klassen af te nemen? Mijn voorlopige onderzoeksdoel is: Ik wil onderzoeken wat geschikt materiaal is voor hoogbegaafde leerlingen en hoe ik de leerlingen dit effectief kan aanbieden. Dit past bij de ambitie van mijn stageschool, omdat zij hebben aangegeven dat zij niet goed weten wat zij met deze leerlingen moeten doen. Ze willen namelijk niet het werk voor de aankomende jaren uit handen nemen door de leerstof uit die jaren als verrijking te geven. Daarnaast is het op school nog niet bekend of het materiaal als verrijking of verbreding gegeven moet worden. Dus geef je de leerlingen extra werk naast hun schoolwerk of laat je hen alleen nog extra werk maken? De school is er nog niet uit wat hen het best lijkt. Om deze redenen passen mijn onderzoeksvraag en onderzoeksdoel goed bij de ambitie van de school. Zoals ik eerder in mijn ambitie heb beschreven, vind ik dat leerlingen leerstof aangeboden horen te krijgen wat past bij hen niveau. Door de leerlingen werk uit een hogere groep te laten maken, neem je alleen de leerstof uit dat jaar weg. Los van het feit dat dit weinig uitdaging zal bieden voor de leerlingen, lopen zij ieder jaar tegen hetzelfde probleem aan. Namelijk een tekort aan uitdagend leerstof. Ik wil daarom onderzoeken welk materiaal ik kan inzetten als motiverend en effectieve verrijking.

Page 8: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

8

De student beschrijft in hoeverre de onderzoeksvraag relevant is in de actuele ontwikkeling van het betreffende vakgebied.

In het artikel: “Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs” van Dr. L.S.J.M. Henkens.3 Staat beschreven dat er op basisscholen weinig aandacht is voor hoogbegaafdheid. Dit komt volgens hem doordat er weinig bekend is over hoogbegaafdheid. Het is moeilijk te constateren bij de leerlingen. En daarbij weten veel leerkrachten niet hoe ze met deze leerlingen om moeten gaan en wat voor verrijking ze nodig hebben. Hierdoor wordt er weinig gedaan aan hoogbegaafdheid. Doordat ik onderzoek welke opties er zijn om deze leerlingen te helpen in hun ontwikkeling. Hoop ik dat de leerkrachten op mijn stageschool (en in de toekomst voor mezelf) een houvast krijgen waarmee ze deze leerlingen kunnen begeleiden. Volgens het artikel: “Wat kunnen we onze hoogbegaafde leerlingen bieden?” van Pierre Wolters4 is het belangrijk dat begaafde leerlingen ook socialen contacten behouden. Hij is daarom een voorstander van het onderwijs in Amerika. Hier krijgen de leerlingen in een heterogene klas les van een leerkracht die alle leerlingen leerstof op maat moet geven. Daarnaast zijn er specialisten op het gebied van hoogbegaafdheid waarvan de hoogbegaafde leerlingen honderd vijftig minuten per week les krijgen. Tijdens deze tijd werken de leerlingen aan ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden, wordt er uitdagende leerstof aangeboden die aansluit bij de interesse van de kinderen en leren de leerlingen zelfstandig werken. In dit artikel wordt uitgebreid beschreven wat de Amerikaanse scholen doen aan hoogbegaafdheid. Dit heeft te maken met mijn onderzoeksvraag, omdat ik graag verschillende materialen effectief wil gebruiken. Door te onderzoeken hoe dit op andere scholen (bijvoorbeeld scholen in Amerika) wordt aangeboden, kan ik ideeën opdoen voor mijn eigen onderzoek.

3 Henkens, Dr. L.S.J.M. (2010), Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs”,

Inspectie van het Onderwijs. 4 Wolters, Pierre (2008), Wat kunnen we onze hoogbegaafde leerlingen bieden?, slimdigitaal.nl.

Page 9: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

9

De student toont aan dat de voorlopige onderzoeksvraag voldoet aan de criteria voor onderzoeksvragen.

Om aan te tonen dat mijn voorlopige onderzoeksvraag aan de criteria van onderzoeksvragen voldoet. Heb ik de criteria opgeschreven met daarbij mijn motivatie waarom deze criteria in mijn onderzoeksvraag verwerkt is.5 Mijn onderzoeksvraag: Welk materiaal kun je gebruiken als verrijking voor leerlingen met hoogbegaafdheid, zonder daarbij het werk van de vervolg klassen af te nemen? Criteria 1: Een vraagzin. De zin is in de vorm van een vraag geformuleerd, waardoor hij te beantwoorden is. Criteria 2: Een openvraag. De zin begint met ‘welk’ waardoor het een openvraag is. Daarbij kan je de zin niet met ja of nee beantwoorden. Criteria 3: Een scherpe en eenduidige formulering waarbij de kernbegrippen gedefinieerd zijn. In mijn onderzoeksvraag zijn geen woorden gebruikt waarvan niet zeker is wat daarvan de betekenis is. Criteria 4: Een enkelvoudige vraagstelling. Mijn onderzoeksvraag bestaat uit één vraag. Criteria 5: Niet vragen naar de bekende weg. Mijn vraag kan niet beantwoord worden zonder daar onderzoek naar verricht te hebben. Criteria 6: Geen foute veronderstelling. In mijn onderzoeksvraag zijn nog geen veronderstellingen of verwachtingen waargenomen. Criteria 7: Geen antwoord in de vraag. In mijn onderzoeksvraag is nog geen antwoord opgenomen. Deze moet eerst nog onderzocht worden. Criteria 8: Een acceptabele vraag: Mijn onderzoeksvraag is acceptabel, omdat hij goed uit te voeren is op school. Criteria 9: Een aansprekende onderzoeksvraag die relevant is voor de beroepspraktijk. De school wil graag meer informatie over het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen. Daarom spreekt mijn onderzoeksvraag hen aan. Voor mij is het een uitdaging om materiaal te vinden, waarmee de leerlingen echt geholpen worden. Criteria 10: De antwoorden op de deelvragen leiden tot het antwoord op de hoofdvraag. Ik heb mijn deelvragen zo gesteld dat de antwoorden hierop kunnen leiden naar een antwoord op mijn hoofdvraag. Voor de deelvragen zie volgend paragraaf.

5 Van der Donk en van Lanen, Cyrilla en Bas (2011) ,Praktijkonderzoek in de school, Bussum,

Coutinho, hoofdstuk 4, paragraaf 5, bladzijde 129 en 130.

Page 10: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

10

De student beschrijft hoe de deelvragen zullen bijdragen aan het aanscherpen van de voorlopige onderzoeksvraag.

Deelvragen:

- Wat is hoogbegaafdheid? - Hoe zijn hoogbegaafde leerlingen sociaal- emotioneel? - Kun je hoogbegaafde leerlingen voornamelijk laten werken aan eventuele zwakke punten? - Blinken hoogbegaafde leerlingen uit op ieder vak? - Wat moeten de leerlingen beheersen aan het einde van iedere groep? - Welk materiaal is er al bekend voor hoogbegaafde leerlingen? - In hoeverre is het belangrijk dat een hoogbegaafde leerlingen dezelfde lessen en werk krijgt

als zijn klasgenoten? - Wat doen basisscholen aan hoogbegaafdheid? - Wat doet een Leonardo school aan hoogbegaafdheid? - Wat doet mijn stageschool na al aan hoogbegaafdheid? - Welke leerkrachten en leerlingen zijn daarbij betrokken?

Door deze vragen te beantwoorden verwacht ik mijn onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Aller eerst is het belangrijk dat ik weet wat hoogbegaafdheid is. Hierdoor kan ik me onder andere beter verplaatsten in de leerlingen. Ik weet dan beter wat de leerlingen nodig hebben, wat handig is tijdens mijn onderzoek. Hierbij wil ik opzoeken wat het is, maar ook de kenmerken ervan. Bijvoorbeeld: Zijn alle kenmerken van hoogbegaafdheid hetzelfde? Hoe zijn hoogbegaafde leerlingen sociaal- emotioneel? Zijn hoogbegaafde leerlingen over goed in of blinken ze uit in een aantal vakken? Hebben hoogbegaafde leerlingen last van faalangst? Enzovoort. Door deze vragen te beantwoorden hoop ik een beter beeld van hoogbegaafdheid te krijgen en op die manier beter te weten hoe ik hier op in kan springen. Verder moet ik weten wat de leerlingen moeten beheersen aan het eind van iedere groep. Hierdoor kan ik onderzoeken welk materiaal ik kan gebruiken voor hoogbegaafde leerlingen. Het is namelijk niet de bedoeling dat ik het werk uit hogere klassen aan de leerlingen geef. Daarbij is het handig om te zoeken wat voor materiaal er al bekend is voor hoogbegaafde leerlingen. Ik kan dit materiaal vergelijken met mijn eigen gedachten over het werk. Als laatst is het ook belangrijk dat ik op de hoogte ben van de ontwikkelingen van hoogbegaafdheid op mijn stage. Hierdoor weet ik wat de mogelijkheden zijn en kan ik aansluiten op de huidige situatie. Door dit te onderzoeken hoop ik een goed beeld te krijgen van het kennen en kunnen van hoogbegaafde leerlingen. Op deze manier kan ik daarna materiaal verzamelen om aan de hoogbegaafde leerlingen aan te bieden. Graag had ik door middel van praktijksituaties willen onderzoeken hoe er in het buitenland (met name Amerika) met hoogbegaafdheid om wordt gegaan. Hoe ziet hun onderwijs eruit en wat doen zij met hoogbegaafde leerlingen? Dit is niet haalbaar, omdat ik geen praktijksituaties kan bezoeken. Ik kan niet naar Amerika reizen om daar scholen te gaan bezoeken. Ook eventuele andere landen zijn niet haalbaar. Daarom beperk ik mijn onderzoek, naar materialen voor hoogbegaafdheid, tot Nederland.

Page 11: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

11

Stap 3: Keuze onderzoeksinstrumenten

De student beargumenteert de gekozen literatuur in het vooronderzoek.

1. Wat is hoogbegaafdheid?

Om achter deze informatie te komen lees ik het artikel: Ik gebruik dit artikel, omdat hierin duidelijk beschreven staat wat hoogbegaafdheid precies is. Hoogbegaafdheid heeft namelijk veel verschillende kenmerken die in dit artikel duidelijk beschreven staan. De andere site is een hulpmiddel om hoogbegaafdheid te herkennen. HET ONDERWIJSAANBOD AAN HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS http://www.psychologiemagazine.nl/web/Artikelpagina/Profielen-van-hoogbegaafde-leerlingen.htm

2. Hoe zijn hoogbegaafde leerlingen sociaal- emotioneel? 3. Kun je hoogbegaafde leerlingen voornamelijk laten werken aan eventuele zwakke punten?

Ik heb gekozen voor de volgende twee bronnen, omdat hierin wordt beschreven hoe deze leerlingen zich voelen en hoe je met de leerlingen om moet gaan. Dit is precies wat ik voor mijn deelvragen wilde weten. Ook heb ik een Engels artikel gevonden, waarin wordt afgevraagd of hoogbegaafde leerlingen wel echt zo slim zijn. Hierin staat ook dat hoogbegaafd zijn helemaal niet zo gemakkelijk is. Doordat je je verveelt op school let je ook niet meer op de belangrijke dingen die je dan mist. http://www.hjk-online.nl/assets/documentenservice_zen/hjk/archief/2010/04_december_2010/jrg38_nr4_december_2010_M.Klamer_G.Caminada_Een_slim_kind_in_de_knel_pag_18_20.pdf http://www.springerlink.com/content/rg51j48886570r60/ http://www.eduratio.be/advocacy.html

4. Blinken hoogbegaafde leerlingen uit op ieder vak? In dit artikel staat beschreven hoe hoogbegaafde leerlingen leren op school. Ik denk hierin te vinden hoe hoogbegaafde leerlingen leren en of ze dus overal in uitblinken. http://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=qY0uRXnJiYEC&oi=fnd&pg=PA67&dq=leerstof+bij+hoogbegaafdheid&ots=gga5ODsJHn&sig=qmaa3PghV2WZb6SRyZm5KLrF7iY#v=onepage&q=leerstof%20bij%20hoogbegaafdheid&f=false

5. Wat moeten de leerlingen beheersen aan het einde van iedere groep? Op deze website staat een overzicht met voor alle klassen leerlijnen voor ieder vak. Hierin kan ik dus vinden van de leerlingen moeten beheersen aan het einde van het jaar. http://tule.slo.nl/

6. Welk materiaal is er al bekend voor hoogbegaafde leerlingen?

In dit artikel wordt de lesstof voor hoogbegaafde leerlingen beschreven. Ik hoop dat ik hier wat voorbeelden tegenkom van extra werk voor hoogbegaafde leerlingen. http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2010-0209-200207/UUindex.html http://www.schoolsupport.nl/artikel.php?900 Schoolsupport, Sterrenwerk, techniek, Abimo uitgeverij.

7. In hoeverre is het belangrijk dat hoogbegaafde leerlingen dezelfde lessen en werk krijgt als hun klasgenoten?

Page 12: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

12

In het artikel wordt beschreven welke lesstof er past bij hoogbegaafde leerlingen en hoe je dit aan kan bieden. http://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=qY0uRXnJiYEC&oi=fnd&pg=PA67&dq=leerstof+bij+hoogbegaafdheid&ots=gga5ODsJHn&sig=qmaa3PghV2WZb6SRyZm5KLrF7iY#v=onepage&q=leerstof%20bij%20hoogbegaafdheid&f=false

8. Wat doen basisscholen aan hoogbegaafdheid? Ik wil graag onderzoeken welke manieren er gebruikt worden om hoogbegaafde leerlingen te begeleiden. Hier hoop ik achter te komen door het lezen van dit artikel. Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen 2008-2009 http://www.schoolsupport.nl/artikel.php?900 Schoolsupport, Sterrenwerk, techniek, Abimo uitgeverij.

9. Wat doet een Leonardo school aan hoogbegaafdheid? De Leonardo stichting zijn scholen die een aantal klassen hebben speciaal voor hoogbegaafde leerlingen. Vandaar dat ik op deze site wil kijken voor meer informatie over wat de scholen voor extra’s doen. http://www.leonardostichting.nl/overons.aspx

10. Wat doet mijn stageschool na al aan hoogbegaafdheid? 11. Welke leerkrachten en leerlingen zijn daarbij betrokken?

http://www.schoolsupport.nl/artikel.php?900 Schoolsupport, Sterrenwerk, techniek, Abimo uitgeverij. Hier beschrijf ik hoe mijn keuze voor de gekozen literatuur in samenwerking met mijn expert tot stand is gekomen. Na het zoeken van literatuur heb ik dit besproken met mijn expert Bas van der Weide. Hij was het eens met mijn gekozen literatuur, maar gaf als tip om meer literatuur te zoeken over de manier waarop scholen omgaan met hoogbegaafdheid. Hiervoor heb ik toen een nieuwe deelvraag ontwikkeld de hierbij horende artikelen heeft Bas aangeraden. Deze zijn te vinden onder de deelvraag: ‘Wat doen basisscholen aan hoogbegaafdheid’. Verder was Bas van der Weide tevreden over mijn literatuur. Voor een overzichtelijk schema van de door mij gebruikte bronnen; Zie bijlage 2.

Page 13: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

13

De student beargumenteert welke onderzoeksinstrumenten, naast de literatuur, nodig zijn om de antwoorden op de deelvragen te verkrijgen.

Als onderzoeksinstrumenten wil ik verschillende hulpmiddelen gebruiken. Zo wil ik naast de literatuurstudie veel interviewen en deskundige raadplegen. Eén van de leerkrachten op mijn stage heeft al eerder een onderzoek naar hoogbegaafdheid gestart. Met haar wil ik in gesprek gaan (interview) over wat zij zoal tegen is gekomen in de school. Ook ben ik benieuwd wat haar doel was en wat zij al gedaan heeft. Bij de andere leerkrachten wil ik een interview afnemen, waarin duidelijk wordt hoe zij hoogbegaafdheid ervaren. Wat zij er nu aan doen en eventueel aan willen doen. Daarbij wil ik ook in gesprek gaan met de intern begeleidster. Van haar wil ik weten wat zij doet met hoogbegaafde leerlingen. Door deze drie onderzoeksinstrumenten toe te passen, hoop ik een beeld te krijgen van hoogbegaafdheid op mijn stageschool. Van te voren schrijf ik een aantal vragen op papier die nodig zijn voor mijn onderzoek. Deze vraag ik in een mondeling interview, zodat ik kan doorvragen voor verheldering of verdieping van de vraag. De interviews neem ik op, op een spraakrecorder, zodat ik deze later kan terug luisteren. Ook wil ik naar contact opnemen met R.K. basisschool de Schelp. Zij hebben een beleid voor leerlingen die hoogbegaafd zijn. Ik ben benieuwd hoe deze eruit ziet en hoe zij dit uitvoeren. Daarbij wil ik gaan kijken of het haalbaar is om in contact te komen met een Leonardo school. Het lijkt mij leerzaam om te zien wat zij doen met de leerlingen. Door deze onderzoeksinstrumenten te combineren met mijn literatuuronderzoek hoop ik veel te weten te komen over hoogbegaafdheid en het begeleiden van leerlingen met hoogbegaafdheid in de praktijk. Dit instrument hanteer ik door te bellen voor een afspraak met beide scholen. Voordat ik naar de scholen ga, stel ik voor mezelf duidelijke doelen die ik te weten wil komen tijdens mijn bezoek aan de scholen. Om hoogbegaafdheid in de praktijk nog uitgebreider te bekijken, zou ik graag in gesprek gaan met hoogbegaafde- kinderen en volwassenen. De kinderen zou ik daarbij ook graag willen observeren in de klas. Bij de volwassenen ben ik vooral nieuwsgierig hoe hun hoogbegaafdheid ervaren hebben. Ook wil ik van hen weten hoe ze zijn begeleidt op school en hoe ze deze begeleiding graag willen zien. Ik hoop door een bezoek te brengen aan de Leonardo school, kinderen en volwassen tegen te komen die hoogbegaafd zijn. Met hen wil dan een interview afnemen. Verder wil ik naar het OBD in Alkmaar en hier een kijkje nemen in de materialen die zij hebben voor hoogbegaafde leerlingen. Met hen wil ik ook in gesprek gaan over het nut van de verschillende materialen. Door dit te combineren met mijn literatuuronderzoek en mijn bezoekjes aan andere scholen. Hoop ik een duidelijk beeld te krijgen over de materialen die gebruikt worden voor hoogbegaafde leerlingen. Ik wil telefonisch een afspraak maken met het OBD. Daar zou ik dan graag langs willen gaan om in gesprek te gaan met de contactpersoon voor hoogbegaafdheid. Van te voren bedenk ik vragen die ik hem wil stellen om verder te komen in mijn onderzoek. Ook hoop ik een kijkje te mogen nemen in de materialen die het OBD heeft voor hoogbegaafde leerlingen. Ik wil mijn camera meenemen om foto’s te maken van de materialen die mij aanspreken. Hieronder beschrijf ik de voor en nadelen van de door mij gekozen onderzoeksinstrumenten. Literatuurstudie:

Voordelen literatuuronderzoek: Nadelen literatuuronderzoek: - Kennis verwerven - Het kost veel tijd - Concrete informatie - In veel boeken kan dezelfde informatie staan

Bevragen/ interviewen van: ‘Deskundige’ leerkracht, collega leerkrachten, internbegeleidster, R.K. basisschool de Schelp, de Leonardo school en het OBD:

Page 14: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

14

Voordelen interview: Nadelen interview: - Je hebt persoonlijk contact. - Je moet alles snel verwerken. - Je kunt het interview opnemen. - Het vastleggen kost veel tijd. - Je kunt vragen hoe ze tot hun mening komen. Participerende observatie bij de leerling die hoogbegaafd getest zijn: Voordelen participerende observatie: Nadelen participerende observatie: - Je krijgt goed inzicht in de praktijk- - Je kunt te veel betrokken raken en situatie. hierdoor minder objectief resultaten - De geobserveerde personen hebben verzamelen. niet door dat ze geobserveerd worden. - Je bent met twee dingen tegelijk bezig.

Voor een overzichtelijk schema over het gebruik van mijn onderzoeksinstrumenten; Zie bijlage 3.

Page 15: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

15

De student beargumenteert waarom de keuze van de onderzoeksinstrumenten het vooronderzoek haalbaar maakt.

Ik heb gekozen om de leerkrachten en de intern begeleidster op mijn stage te interviewen. Ik hoop hierbij een beeld te krijgen van hoogbegaafdheid op mijn stageschool. Doordat ik minimaal twee dagen in de week stageloop is het voor mij haalbaar om met deze mensen in gesprek te gaan. Het is wel handig om van te voren even een afspraak te maken. Op deze manier lijkt het mij in de praktijksituatie ook haalbaar. Het kost wel wat tijd van de leerkrachten, maar ik hoop dat ze dit willen maken voor het onderzoek. De haalbaarheid van mijn volgende onderzoeksinstrumenten is nog niet zeker. Hiervoor moet ik contact opnemen met een Leonard school en R.K. basisschool de Schelp. Als zij tijd voor mij willen vrijmaken lijkt mij dit onderzoeksmiddel zowel voor mij als voor de praktijksituatie haalbaar. Tijdens het zoeken naar bronnen voor mijn literatuurstudie zag ik dat er veel verschillende artikelen zijn geschreven over hoogbegaafdheid. Hierin heb ik al veel informatie zien staan die ik nodig denk te hebben. Dus ook dit onderzoeksinstrument lijkt me voor mij en de praktijksituatie haalbaar. Als laatste ben ik voor mijn onderzoeksinstrument afhankelijk van de mensen die mij willen helpen. Ik hoop dat ik in contact kan komen met hoogbegaafde volwassenen. Ik hoop deze mensen te vinden via internet, eventuele kennissen. Als dit niet lukt, wil ik hiernaar vragen op het Leonard college. Met de hoogbegaafde kinderen wil ik graag in contact komen via het Leonard college. Daarbij wil ik ook in gesprek gaan met de hoogbegaafde leerlingen op mijn stage. Als het kan zou ik beide groepen leerlingen willen oberveren. Ik hoop ook dat dit haalbaar is. Dit kan ik nu nog niet met zekerheid zeggen, maar ga hier mijn best voor doen.

Page 16: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

16

Stap 4 Informatie verzamelen

De student geeft in het theoretische gedeelte van de informatieverzameling weer welke relevante informatie verkregen is vanuit literatuurstudie.

Ik heb van iedere theoretische informatieverzameling een samenvatting gemaakt. Hieronder volgen de samenvattingen die ik relevant vindt voor mijn onderzoek. Onder iedere samenvatting beschrijf ik waarom de literatuur relevant is voor mijn onderzoek. Hoe vrijblijvend is verrijkingsonderwijs. Door Sylvia Drent. Dit artikel gaat over verrijkingsonderwijs op de basisscholen. Sylvia Drent beschrijft hier dat er op basisscholen te weinig gedaan wordt aan verrijkingsonderwijs. Dit komt volgens haar omdat de leerkrachten er niet aan toe komen in hun programma. Er zijn scholen die de begaafde leerlingen wel laten verrijken. Zij maken hier tijd voor door te compacten. De leerkracht of methode bepaald wat de leerling moet doen. De rest van de leerstof wordt overgeslagen. In plaats daarvan gaan deze leerlingen verrijken. Hieraan werken de leerlingen in de tijd die zij over hebben waardoor het, volgens Sylvia, kan worden opgenomen als ‘gewone’ leerstof. Met verrijken willen we voornamelijk de leerlingen uitdagen. Het uitdagen gebeurt vaak op het gebied van regulieren vakgebieden, zoals taal en rekenen. Volgens Sylvia zijn hoogbegaafde leerlingen meer geïnteresseerd in een aanbod dat op school nauwelijks aanbod komt. Zoals vreemde talen, computer- of schaak cursussen. Wanneer je leerlingen laat verrijken is het belangrijk dat je eisen stelt aan het werk. Bijvoorbeeld: Het op tijd klaar hebben, goede kwaliteit en de verzorging van het werk. Het verrijken moet volgens Sylvia wel begeleidt worden. Anders leren de leerlingen er te weinig van. Dit kan gedaan worden door de eigen leerkracht. Maar wanneer er meer dan twee leerlingen de verrijking krijgen aangeboden, kan de stof buiten de klas worden aangeboden. Het is goed voor de leerlingen om het werk zelf na te kijken. Dit is alleen niet altijd mogelijk. Bij veel leerstof voor hoogbegaafden zijn er meerdere oplossingsstrategieën mogelijk. In dat geval wordt het werk nagekeken door de leerkracht. Wel moet het werk beoordeeld worden. Op die manier weet de leerlingen dat het werk serieus genomen wordt.

Dit artikel is relevant voor mijn onderzoek, omdat dit hele artikel over verrijken gaat. Verrijken is noodzakelijk voor het werken met hoogbegaafde leerlingen. De leerlingen moeten uitgedaagd worden om te denken en te leren. Door stof aan te bieden met een hoger niveau worden de leerlingen uitgedaagd tot nadenken. Dit is het doel van verrijken. Tijdens mijn onderzoek wil ik gaan compacten en verrijken. Hiervoor moet ik weten wat dit inhoud en hoe ik dit uitvoer in de praktijk. Daarom is dit artikel relevant voor mijn onderzoek.

Leerlijn voor hoogbegaafde leerlingen. Door Eleonoor van Gerven.

Dit artikel gaat over verschillende aspecten van hoogbegaafdheid. Er staat in het kort wat het is en dat je met deze leerlingen gaat compacten en verrijken. Ik heb meerdere artikelen gelezen waarin dit goed en duidelijk beschreven wordt. In dit artikel is het kort opgeschreven en daarom minder duidelijk. Daarom vind ik dit artikel niet relevant voor mijn onderzoek en kies ik voor de andere artikelen.

Onderpresteerders. Door Eleonoor van Gerven. Van hoogbegaafde leerlingen wordt verwacht dat zij hoge cijfers halen en laten blijken dat zij hoogbegaafd zijn. Dit artikel gaat over de hoogbegaafde leerlingen die niet goed uit de verf komen. Volgens Eleonoor komt die regelmatig voor en heeft dit verschillende oorzaken. Er zijn twee groepen onderpresteerders. Relatieve onderpresteerders zijn leerlingen die

Page 17: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

17

minder presteren als dat van hen mag worden verwacht. Absolute onderpresteerders zijn leerlingen die onder het groepsniveau presteren terwijl van hen verwacht wordt een hogere intelligentie te hebben dan de groep. De oorzaak is voor beide onderpresteerders hetzelfde. Veelal komt dit namelijk door een leerstofaanbod waarvan het niveau te gemakkelijk is. De leerlingen worden niet uitgedaagd en hoeven niet na te denken. De leerlingen leren op deze manier niet na te denken over een vraag waarvan zij het antwoord niet weten. De leerling zal daarom niet leren om probleemoplossend te werken. Ook komt het voor bij hoogbegaafde leerlingen dat zij op een andere manier redeneren dan dat wij gewend zijn. Ze snappen daarom de uitleg niet door de manier waarop het aangeboden wordt. Voor hen is het belangrijk er op een andere manier naar te kijken. Ook is het belangrijk dat de band met leerkracht en ouders goed is. De leerling moet zich vertrouwd en begrepen voelen om te presteren.

Dit artikel is relevant voor mijn onderzoek, omdat het gaat over onderpresteerders met hoogbegaafdheid. Omdat er ook op mijn stage hoogbegaafde leerlingen zijn, waarvan bekend is dat zij onderpresteren. Lijkt het mij belangrijk om dit te weten. Verder is dit belangrijk om te weten tijdens het zoeken naar te gebruiken materialen. Ik kan dan rekening houden met de onderpresteerders.

Slim diagnosticeren. Door Eleonoor van Gerven.

Dit artikel is niet relevant, omdat er in vermeld staat hoe je de hoogbegaafde leerlingen diagnosticeert. Dit is voor mijn onderzoek niet van toepassing. De leerlingen zijn al gediagnosticeerd en dit heeft dus niets te maken met mijn onderzoek naar hoogbegaafdheid.

Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent. Door SON- opleidingen. Ongeveer 2 tot 3 procent van de Nederlandse bevolking is hoogbegaafdheid. Leereigenschappen bij hoogbegaafdheid: - Snel van begrip. - Hoog leertempo. - Goed geheugen. - Brede algemene interesse. - Brede algemene kennis. - Probleem oplossend vermogen. - Toepassen van verworven kennis. - Analytisch vermogen. Of deze leereigenschappen te zien zijn hangt af van de volgende factoren: - Motivatie. - Creativiteit. -Overige persoonskenmerken. Zoals: - Hoge mate van autonomie. - Zelfvertrouwen. - Een goed zelfbeeld. - Het vermogen tot reflectie op eigen handelen. - Sociale competentie. Voorkomende problemen: Problemen veroorzaakt door persoonlijkheidskenmerken. - Motorische- en cognitieve ontwikkeling lopen niet gelijk. - Omgang met andere kinderen. - Overdreven zelfkritiek.

Page 18: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

18

- Onderpresteren. - Hoogbegaafde kinderen met handicap. Problemen veroorzaakt door de omgeving: - Cultuur en normen van de school. - Handicaps. - Verwachting van anderen. - Gezinsverhouding. Leerproblemen: - Leerstijl - Automatiseringsprobleem - Gebrekkige leerstrategieën Problemen als gevolg van een opstapeling van belemmerende factoren: - Depressiviteit. - Gedragsproblemen. - Onderpresteren en voortijdige schoolverlaters. Het herkennen van hoogbegaafde kinderen: - Als baby alert en zeer actief. - Zeer vroeg op juist laat praten. - Al vroeg aandacht voor letters en lezen, rekenen en symbolen. - Eerder herkennen van kleuren. - Tijdsbesef gekoppeld aan talige begrippen. - Kan al jong logisch denken, oorzaak- gevolg relaties. - Levensbeschouwelijke vragen. - Humor. - Sterke concentratie. - Kan alleen spelen en leren. - Gevoelig en emphatisch - Ruime woordenschat. - Sterk geheugen. - Specifieke interesse op bepaald terrein. - In staat tot het bedenken van creatieve oplossingen. - Rijke fantasie en groot voorstellingsvermogen. Krijgen de mogelijkheden van deze kinderen onvoldoende ruimte, dan verliezen zij hun leergierigheid en zullen zich snel gaan aanpassen, waardoor zij minder prestaties laten zien. Dit kan al op jonge leeftijd het geval zijn. Bij kleuters noem je het geen hoogbegaafdheid, maar ontwikkelingsvoorsprong. Bij kleuters zijn intelligentietesten minder betrouwbaar. IQ- onderzoek alleen betrouwbaar op dat moment. Kenmerken voor kleuters zijn: - Taalvaardig - Rekenvaardig - Ruimtelijk inzicht - Spel - Ontwikkelingsmateriaal - Sociaal- emotioneel - Motorisch - Taakgerichtheid en concentratie

Page 19: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

19

- Humor Signalen onbehagen: - Minder betrokkenheid in de kring. - Minder samenspel - Meer naar leerkracht toetrekken - Leidersrol - Ontevredenheid - Thuis veel aandacht vragen - Boze buien -Faalangst - Huilen - Buikpijn - Hoofdpijn - Bedplassen. Profiel van hoogbegaafde leerlingen: a. Succesvolle leerling: Worden snel als hoogbegaafd herkend. Hoge scoren. Proberen te voldoen aan verwachtingen. Geen zelfstandig leren. Hebben bevestiging nodig. Verveling slaat toe. Presteren met zo min mogelijk inspanning. Gevaar: Over perfectionistisch. Geen goed beeld van eigen kunnen. b. De uitdagende leerlingen: Creatief. Worden niet als hoogbegaafd herkend. Uitdagend gedrag. Stellen regels ter discussie. Lijken obstinaat, tactloos en sarcastisch. Frustraties en problemen met zelfbeeld door geen herkenning van hoogbegaafdheid. Zijn sociaal en populair, maar verstoren de les. Leerlingen hebben meer uitdaging en begeleiding nodig op cognitief en sociaal vak. c. De onderduikende leerlingen: Veel bij meisjes. Leerlingen verbergen begaafdheid om geaccepteerd te worden. Zijn onzeker. Hebben al vroeg intellectuele interesses verloren. Het aanbieden van speciale activiteiten kan motiveren. Dit niet verplichten. d. De drop- out. Zijn al geïdentificeerd als hoogbegaafdheid. Voelen zich niet thuis op school. Depressief en terug getrokken gedrag. Zelfbeeld is laag. Gedrag is negatief. Niet traditionele leerervaringen aanbieden kan motiveren. e. `Begaafd en bijzonder. Begaafd maar ook leer- of gedragsproblemen. Zij worden vaak niet als begaafd herkend door handicap. Belangrijk dat er aandacht is voor sterke punten als de zwakke punten. f. De zelfstandige leerlingen: Succesvol. Goed zelfbeeld. Durven risico’s te nemen. Bewust van mogelijkheden en creëren nieuwe mogelijkheden. Kunnen doelen ontwikkelen en opkomen voor eigen ideeën. De leerling is zelfstandig en zelfsturend. Fases van signaleren Fase 1: Signaleren uit diverse bronnen: - Ouders. (Gesprek) - Leerkracht (observatie, signaleringsinstrumenten) - Didactische gegevens.

Page 20: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

20

- Overige bronnen. (Voorschoolse periode , peuterspeelzaal, kdv.) Fase 2: Inzet signaleringsinstrumenten. - Intake/ vragenlijst - Signaleringsvragenlijst leerkracht. - Signaleringsvragenlijst ouders. - Toetsresultaten. - Oudergesprek. Fase 2 Conclusies trekken naar aanleiding van gegevens uit fase 1 - Leerling is zeer waarschijnlijk niet hoogbegaafdheid. - Leerling is waarschijnlijk hoogbegaafd. - Onvoldoende of tegenstrijdige gegevens omtrent hoogbegaafdheid. Diagnostisch onderzoek is gewenst. Leerstofaanbod kleuters Bepalen: - Welke activiteiten zijn nog passend? - Welke materialen hebben we? - Welke leerlijn hoort daarbij? - Maak grote leerstappen? - Beperk opdrachten met zelfde doel en vergelijkbaar inhoud. Eigen materialen: - Uitdagende opdracht, instructie en evaluatie. -Moeilijkste opgaven basis leerlijn. - Aanvullende opdrachten. - Overstijgt hoogst moeilijkheidsgraad. - Productdoelen en procesdoelen. Werken in hoeken: - Aanvullende open opdrachten. - Diverse mogelijkheden. - Uitwerking. - Procesgericht. -Terugkoppeling naar de groep. Weektaak: - Verzwaarde opdrachten. - Opdrachten vervangen basistaak. - Passend binnen zelfstandig werken. - Normale begeleiding. - Evaluatie. Groep 3 t/m 8 Wanneer hoogbegaafdheid is geconstateerd, is het van belang dat het onderwijsaanbod wordt aangepast. D.m.v. - Compacten. - Verrijken. - Vervroegde doorstroming. Compacten:

Page 21: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

21

Het afstemmen van leerstof op de behoefte van de leerlingen. Waarom zijn compacten noodzakelijk: - Leerling heeft minder behoefte aan instructie. - Leerling heeft bijna geen behoefte aan herhaling. - Leerling kan toe met veel minder leerstof. - Leerlingen kunnen grotere leerstappen nemen. - Leerling heeft hoger werktempo. Wanneer kan compacten toegepast worden? - Tijdens de instructiefase - Tijdens de verwerkingsfase - Tijdens de bespreekfase. Werken met leerlijn: - De leerkracht kan selectie maken uit de oefenstof, waarbij met name de herhalingsstof sterk verminderd wordt. - De leerkracht stelt een minimumpakket samen aan de hand van richtlijnen voor compacten, waarin alleen de essentiële elementen uit de leerstof zijn opgenomen. Hoe kun je compacten inpassen in het programma? - Effectief klassenmanagement - Nieuwe elementen introduceren - Opdrachten gericht op inzicht - Groepsgerichte activiteiten - Methodetoetsen. Voor compacten van methoden is recentelijk veel materiaal ontwikkeld deze zijn de vinden op www.slo.nl Verrijking: Het kenmerk van verrijking is dat het om leerstof aan gaat, waar de kinderen echt iets van leren. Verijken is niet: - Maken van meer dezelfde sommen. - Meer dezelfde lesjes. - Keuze werk. - Het helpen van klasgenoten. - Nakijken of andere klusjes. Waarom is verrijking: - Bij alleen compacten gaat een leerling te snel door de leerstof heen. - Een hoogbegaafd kind moet leren ‘leren’. - Hoogbegaafde kinderen moeten krijgen zo een bredere kennis en vaardigheden. Eisen waaraan verrijking moet voldoen: - Moeilijker opdrachten, met zinvolle aanvulling en zelfstandig verwerkbaar. - Uitdagend en motiverend, met ‘open’ vragen. - Bevat opdrachten met een probleemgericht karakter. - Maakt meerdere oplossingsstrategieën mogelijk. - Doet beroep op creativiteit. - Overstijgt het didactisch niveau van de leerling. - Instructie moet in materiaal zijn opgenomen en alle informatie moet aanwezig zijn om opdrachten

Page 22: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

22

te kunnen maken. Richtlijnen voor het aanbieden van verrijkingsstof: - De leerkrachten is begeleider geen instructiegever. - Activiteit moet aansluiten bij interesse kind. - Voldoende variatie in opdracht en werkvormen. - De verrijkingsstof moet op vast moment aangeboden worden. - Verrijking niet als extra werk, maar in plaats van reguliere werkstof. - Beoordeling en rapportage. - Samenwerking met ontwikkelingsgelijken. Vormen verrijking: - Verbredingsstof= Leerstof die aanvulling op kerndoelen geeft. Bijv. vreemde talen of computervaardigheden. - Verdiepingsstof= Hierdoor doet de leerlingen over de regulieren lesstof meer specifieke meer kennis en vaardigheden opdoet. Verdieping: Binnen regulieren methode - Uitdagende verwerkingsopdrachten bij onderwerpen uit de methode. Buiten de methode: - De stof sluit aan bij de leerstof onderdelen. Rol leerkracht: - Leerkracht kan selecteren welke leerlingen verrijkingsstof nodig hebben. - Leerkracht kan weektaak samenstellen waarin verrijkingsmateriaal verplicht is. - Leerstof aanbieden op niveau van de leerling. - Handelingsplan opzetten voor verrijkingsstof. - Kan eisen stellen aan ‘hoeveelheid’, ‘zelfstandigheid’, ‘inzet’, en ‘netheid’. - Inhoudelijk op de hoogte zijn van verrijkingsstof. - Plant tijd in voor instructie. - Geeft feedback op product en proces. - Werk wordt (ook op rapport) beoordeeld. Vervroegde doorstroming: Bij versnelling wordt het lesstof op een hoger tempo aangeboden. Deze kinderen zijn daarom eerder toe aan een hoger niveau als hun klasgenoten en kunnen dan versnellen. Dit kan op verschillende manieren. - Compacten zonder aanvulling van verrijking. - Tempodifferentiatie; Leerlingen mogen doorwerken op eigen tempo, er wordt niets geschrapt. Als versnelling op meerdere gebieden plaatsvindt, mag deze vervroegd doorstromen naar een hogere groep. Manieren van vervroegde doorstroming: - Een groep overslaan. - Twee leerstofjaren in één schooljaar. Criteria vervroegde doorstroming: (Uit artikel Eleonoor van Gerven ‘Vervroegde doorstroming Wat is wijsheid?’, Slim!Digitaal.) Basiscriteria: - Is de leerling hoogbegaafd? - Is er al eerder sprake geweest van vervroegde doorstroming?

Page 23: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

23

- Is er een vermoeden van of een reeds vastgestelde leer- en of persoonlijkheidsstoornis. Didactische criteria? - Is er sprake van een didactische voorsprong? - Is deze voorsprong zichtbaar op de vakgebieden: Spelling, rekenen, begrijpend lezen? - Hoe groot is de omvang van de voorsprong? - Is er sprake van een spontaan ontwikkelde voorsprong of is deze in de hand gewerkt door de manier waarop in het verleden de leerstof is aangeboden? - Welke maatregelen zijn er eerder genomen om de leerling uit de dagen? Pedagogische criteria: - Hoe is de sociaal- emotioneel functioneren van de leerling? - Beschikt de leerling over handige werk/ leerstrategie? - Is er sprake van faalangst? - Manifesteert de leerling zich als onderpresteerder? Strategische criteria: - Hoe is het verbinden van de leerling in de huidige groep? - Heeft het doorplaatsen wel meerwaarde? - Hoe is het pedagogisch klimaat in de ontvangende groep? - Op welke manier kan straks de begeleiding van de leerling te hand genomen worden? - Wat is de visie van de ouders? - Wat is de visie van de leerling? Onderpresteren: Onderpresteren is langdurig minderen presteren op grond van iemands capaciteiten verwacht mogen worden. Absolute onderpresteerders: - Presteren beneden eigen gemiddelde en beneden het groepsgemiddelde. - Gedragsproblemen. - Gebrek aan werk- en leerstrategieën. - Negatief zelfbeeld. Relatieve onderpresteerders: - Presteren beneden eigen gemiddelde en rond het groepgemiddelde. - Onopvallende schoolprestaties. - Sterk aanpassingsgedrag door de het linie. Vaak populair in de groep. Oorzaken van onderpresteren. Bij onderpresteren spelen meerder factoren een rol. Zoals: - Interactief proces tussen leerling, leerkracht en ouders. - De houding van de leerling. - De attitude en relatie tussen leerling, leerkracht en ouders. Gevolg onderpresteren: - Geen goede taakaanpak. - Werkhoudingproblemen. - Onvoldoende leerstrategieën. - Psychische en fysieke klachten als faalangst en een negatief zelfbeeld. - Gedragsproblemen

Page 24: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

24

Begeleiding faalangst: -Uitdaging en niveau bepaling. - Verwachtingen duidelijk maken. - Bepalen welke verwachting de leerling aan zichzelf stelt. - Aandacht voor leerstrategieën. - Evaluatie van het gemaakte werk. - Inzichtelijk maken wat eigen rol is van succes en falen. - Beloning bij reële prestaties. Dyslexie kan samen gaan met hoogbegaafdheid. Dyslexie is dan extra moeilijk te herkennen, omdat de leerlingen niet bij de zwakke leerlingen horen. Dyslexie bij hoogbegaafde wordt vaak aps opgemerkt in het voortgezet onderwijs. ADHD en hoogbegaafdheid lijkt op het eerste gezicht op elkaar. Bij nader inzien zie je verschillen in de achtergrond. Een voorbeeld is het denkgedrag van de leerlingen. Denkt het kind chaotisch (ADHD) of slaat het in het denken een stap over (hoogbegaafdheid). Overeenkomsten: - Hak op de tak in hun betoog. - Aandachtsproblemen. - Motorische onrust. - Onderpresteren. - Moeite hebben met zich aan de regels houden. Tips voor leerkracht van een hoogbegaafd kind met leerproblemen: - Leer de leerling dwarsverbinding tussen de kennisgebieden zo creëer je een overzichtelijk beeld voor de leerling. - Geef de leerlingen een plek waar ze rustig fluisteren de taken kunnen verbaliseren. - Hou de hoeveelheid schriftelijk werk beperkt tot wat nodig is. - Neem toetsen mondeling af om zo aanwezige kennis van de leerling te testen. - Werk volgens een vast structuur waarin ook ontspanningsmomenten zitten. - Kom door goede afspraken tegemoet aan de aanwezige bewegingsbehoefte.

Aan informatie heb ik veel gehad voor mijn onderzoek, waardoor ik het relevant vind. Ik heb deze informatie gekregen van een collega op mijn stageschool die een cursus hoogbegaafdheid heeft gedaan. Door deze informatie te lezen heb ik een idee gekregen over wat hoogbegaafdheid is en hoe je het begeleidt. Ook ben ik hierdoor te weten gekomen wat compacten en verrijken is en hoe je dit toepast in de klas. Door deze informatie vind ik de tekst uiterst relevant voor mijn onderzoek.

Een slim kind in de knel. Door Marcella Klamee en Greet Caminada. In dit artikel staat beschreven hoe Daan en zijn omgeving omgaan met zijn hoogbegaafdheid. Er wordt beschreven dat Daan het heel moeilijk heeft op school en niet begrepen wordt door zijn klasgenoten. Daardoor gaan zij hem pesten. Daan kan zichzelf niet verweren omdat de andere leerlingen niet begrijpen wat hij zegt. Door het schrijven van dit artikel willen de schrijfsters duidelijk maken dat hoogbegaafdheid niet zo leuk en gemakkelijk is als iedereen denkt.

Dit was het eerste artikel dat ik las voor mijn onderzoek. Het was voor mij een echt eyeopener, omdat ik begreep dat het moeilijk moet zijn als je niet begrepen wordt. Ik vind dit een relevant artikel voor mijn onderzoek, omdat dit een belangrijk aspect is van hoogbegaafdheid en hier in mijn onderzoek rekening meegehouden moet worden. Zo bedacht ik na het lezen van dit artikel dat het misschien waardevol zou zijn als ik materiaal zou ontwikkelen of zoeken voor de sociale- emotionele ontwikkeling.

Page 25: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

25

Beleidsplan hoogbegaafdheid. Door Jan Kuiper.

In dit artikel wordt beschreven hoe je een beleidsplan schrijft over hoogbegaafdheid. Ik heb het gelezen wat zinvol was, maar niet relevant voor mijn onderzoek. Dit artikel vond ik niet relevant, omdat het niet aan mij is om een beleidsplan te schrijven.

Het Leonardo concept. Door Elvita Maseda Lamalas. In dit artikel staat beschreven wat ik eerder gelezen heb in de informatie van SON- opleidingen(2008). Namelijk de eigenschappen van hoogbegaafde leerlingen en waar de omgeving aan moet voldoen om een goede leeromgeving voor de leerling te zijn. Zo staan er bijvoorbeeld een aantal eigenschappen van de leerlingen. De belangrijkste zijn: - Autonomie, ruimte om zelf te kiezen, zelf te ontdekken, zelf te ervaren en de dingen op een eigen manier te doen. - Intellectuele stimulans, uitdaging op het eigen niveau. Ook staat er in dit artikel beschreven wat een Leonardo school is. Deze scholen worden gezien als de school voor hoogbegaafde leerlingen. Leonardo scholen zijn bestaande scholen die het Leonardo concept volgen. Dat betekend dat op deze scholen regulieren leerlingen zitten, maar ook een aantal hoogbegaafde leerlingen. De regulieren leerlingen krijgen les zoals dat gaat op iedere basisschool. De hoogbegaafde leerlingen doen hier veel aan, maar krijgen een groot gedeelte van de tijd een eigen leerprogramma die ze volgen met de andere hoogbegaafde leerlingen.

Ik vond dit een relevant artikel, omdat ik in dit artikel bevestiging heb gekregen over eerder opgedane informatie (SON- opleidingen (2008). Ook heb ik in dit artikel gelezen wat de Leonardo scholen doen aan hoogbegaafdheid. Omdat deze scholen bekend staan als scholen voor hoogbegaafde leerlingen. Lijkt mij dit waardevol.

Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs. Door Dr. Henkens We spreken van hoogbegaafdheid als het IQ boven de 130 is. Op de Nederlandse basisscholen zijn er rond de 40.000 hoogbegaafde leerlingen. Dat betekend dat er op een basisschool gemiddeld vijf hoogbegaafde leerlingen zitten. Dr. Henkens vindt werk op maat belangrijk. Volgens hem wordt dat veel gedaan bij zwakke leerlingen en worden de sterke leerlingen overgeslagen. Hij vind dat ook zij de begeleiding moeten krijgen die zij nodig hebben. Deze begeleiding moet volgens hem bestaan uit werk op maat waarbij de leerkracht hen kan helpen.

Dit artikel is geschreven door de inspectie van onderwijs. Het lijkt mij zinvol om te weten hoe de inspectie van onderwijs tegenover hoogbegaafdheid staat. Daarnaast komt het artikel uit 2010 dus het artikel is redelijk recent. Ook de informatie die in dit artikel beschreven wordt, vind ik relevant. Er staat in het kort wat hoogbegaafdheid is en hoe de onderwijs inspectie wil dat er mee omgegaan wordt op basisscholen. Een groot deel van het artikel gaat over de bekostiging van Leonardo scholen. Dit is voor mij niet relevant dus deze samenvatting beschrijf ik hier niet.

Hoogbegaafdheid in het basisonderwijs. Door Ann Meersman

Dit boek vond ik niet relevant, omdat ik de gegeven informatie al een aantal keer in andere artikelen had gelezen. De informatie in de andere artikelen vond ik duidelijker en daarom beter. Verder stond hier niets nieuws in. Daarom gebruik ik dit boek niet als relevante informatie voor mijn onderzoek.

Een talent voor valkuilen. Door Sieuwke Ronner en Noks Nauta.

In dit artikel staat nog een keer in het kort wat hoogbegaafdheid is en waarom het soms lastig kan zijn. Dit heb ik al een aantal keer gelezen en opgeschreven. Daarom dat ik dit artikel niet als relevante literatuur beschouw.

Page 26: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

26

Topklassers. Door ThiemeMeulenhoff. Dit is een methode voor hoogbegaafde leerlingen. Deze methode beschikt over verschillende werkboekjes. Er zijn werkboekjes voor de groepen 5/6 en 7/8. Voor beide groepen worden er verschillende vakken aangeboden. Bijvoorbeeld taal of rekenen, maar ook vakken als techniek of sterrenkunde. In deze werkboekjes staan lesopdrachten die de leerlingen zo goed als zelfstandig kunnen maken. De werkboeken bestaan uit blokken met aan het eind van ieder blok een toets.

Ik vind deze methode relevant voor mijn onderzoek, omdat ik opzoek ben naar leesmiddelen voor hoogbegaafde leerlingen. Dit is er één van. Door deze goed door te nemen, weet ik wat er van de hoogbegaafde leerlingen verwacht wordt. Ook kan ik de methode onderzoeken en beslissen of ik het eventueel een goede methode zou vinden.

Wat kunnen we onze hoogbegaafde leerlingen bieden? Door Pieter Wolters.

In dit artikel staat beschreven hoe je om moet gaan met hoogbegaafde leerlingen. Ik vond het waardevol om te lezen, maar gebruik hem niet als relevante literatuur. In verschillende van mijn beschreven informatie staat namelijk hetzelfde beschreven.

http://www.scribd.com/doc/8778/Why-Intelligent-People-Tend-To-Be-Unhappy

Op deze site staat een artikel over hoogbegaafdheid. Hierin staat in het Engels beschreven wat de nadelen van hoogbegaafdheid zijn. Er wordt ook een voorbeeld beschreven over een man die ongelukkig werd door zijn hoogbegaafdheid. Toch vind ik deze literatuur niet relevant, dit omdat ik al veel voorbeelden had over de nadelen van hoogbegaafdheid.

http://www.leonardostichting.nl/overons.aspx

Op deze site staat de filosofie van het Leonardo onderwijs beschreven. Dit is interessant om te lezen, maar heeft niets te maken met mijn onderzoek. Daarom vind ik deze site niet relevant.

http://www.psychologiemagazine.nl/

Op deze website wordt beschreven hoe het voor hoogbegaafde zelf is om hoogbegaafd te zijn. Dit gaat over de mensen die het er moeilijk mee hebben. Ik vond het interessant om te lezen en kan me daardoor gemakkelijker inleven in hoogbegaafde mensen of kinderen. Toch vind ik het artikel niet relevant. Omdat ik al een soort gelijk artikel heb en één artikel relevant genoeg is voor mijn onderzoek.

http://www.schoolsupport.nl/artikel.php?900 Op deze site is informatie te vinden over de methode sterrenwacht. Het is de bedoeling dat de hoogbegaafde leerlingen deze werkboekjes als verrijking gaan maken. Hiervoor is wel wat aandacht van de leerkracht nodig. Maar daarna kunnen de leerlingen zelfstandig gaan ontdekken. Er zijn twee werkboekjes per verschillend vakgebied. Het ene boekje is voor de groepen vier tot en met zes. Het andere boekje van groep zes tot en met acht. De leerlingen zijn twintig tot dertig uur met één werkboekje bezig. Ook zijn er bouwdozen waarmee de leerlingen kunnen experimenteren. Deze horen bij de werkboekjes waarin de opdrachten ook beschreven staan. De werkboekjes zijn voornamelijk bedoeld voor het uitdagen van de leerlingen. Wanneer de opdrachten te moeilijk zijn, kan er gebruik gemaakt worden van hulpmiddelen. De werkboekjes zijn zo gemaakt dat aansluit op de criteria van SLO.

Ik vind deze site relevant, omdat mijn stage al bezig is met deze methode. Daarnaast lijkt het mij een leuke en goede methode om te gebruiken met en voor hoogbegaafde leerlingen.

Page 27: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

27

www.tule.slo.nl Op deze site staat over ieder vak wat de leerlingen per groep moeten kunnen. Dit is niet samen te vatten, maar hierin kun je goed opzoeken wat de leerlingen moeten beheersen.

Ik vind dit relevant voor mijn artikel, omdat ik moet weten wat de leerlingen van iedere groep beheersen moeten. Hierop kan ik inspelen bij het zoeken naar lesstof voor hoogbegaafde leerlingen.

Page 28: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

28

De student geeft een beschrijving van het praktische gedeelte van de informatieverzameling.

Tijdens dit gedeelte van mijn onderzoek heb ik geprobeerd om in contact te komen met verschillende mensen, scholen en instanties. Dit ging lastiger dan dat ik had verwacht. Hieronder beschrijf ik wat ik gedaan heb en wat daar uitgekomen is. Ik ben begonnen met de informatieverzameling bij de directeur van mijn stageschool. Aan hem heb ik een aantal vragen gesteld over hoogbegaafdheid op mijn stageschool. Hij vertelde toen dat hij zelf met drie hoogbegaafde leerlingen aan het werk is. Hierover hebben wij toen een gesprek gehad. De uitwerking van dit gesprek kunt u vinden in bijlage 4. De directeur vertelde dat Kathalein (lerares groep 6) een cursus hoogbegaafdheid heeft gedaan. Bij haar kon ik informatie vragen over wat zij geleerd heeft en wat zij op school al heeft uitgevoerd. Ik ben naar haar toegegaan met een aantal vragen die ik gelijk kon stellen. De vragen heb ik opgenomen en na afloop heb ik dit uitgewerkt. Deze uitwerking kunt u vinden in bijlage 5. Doordat Kathalein vertelde dat zij het compacten en verrijken aan haar collega’s had gepresenteerd, wilde ik onderzoeken of dit nu nog gedaan wordt. Daarom heb ik een vragenlijst gemaakt en deze uitgedeeld in alle klassen op mijn stageschool. In bijlage 6 vindt u een overzicht van de gegeven antwoorden op mijn stageschool. In bijlage 7 vindt u de ingevulde vragenlijsten die ik terug gekregen heb van de leerkrachten. Ook voor de internbegeleiders heb ik een vragenlijst gemaakt. Maar toen ik aan hen vroeg of zij deze wilden invullen, zeiden zij dat zij alleen hoogbegaafdheid signaleren. Wanneer de leerlingen hoogbegaafd zijn getest, gaat Peter ( de directeur) één keer per week met hen aan het werk. Zowel mijn vragenlijst als het gesprek met de internbegeleider staan in bijlage 8. Ook vertelde Kathalein mij dat basisschool De Schelp een beleid had voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Op haar advies heb ik daarom naar De Schelp gebeld voor een afspraak. Aan de telefoon werd mij toen de informatie gegeven, omdat het volgens haar niet bijzonder genoeg was om naar de school toe te komen. De uitwerking van het telefonisch contact vindt u in bijlage 9. Naast De Schelp wilde ik ook een kijkje nemen op een Leonardo school. Ik wilde graag even langs gaan om even te kijken en wat vragen te stellen. Ook wilde ik daar hoogbegaafde leerlingen observeren en hen een aantal vragen stellen. Na een aantal telefoontjes bleek dat dit niet mogelijk was. Ik heb daarom mijn vragen opgezocht op internet. Deze staan bij mijn literatuur. Om meer te weten komen over het lesmateriaal voor hoogbegaafde leerlingen had mijn expert Bas van der Weide mij getipt over het OBD. Volgens Bas hadden zij een bibliotheek met materiaal voor onder andere hoogbegaafde leerlingen. Op Bas zijn aanraden heb ik toen naar het OBD gebeld om een afspraak te maken. Ook hier mocht ik niet langs komen, maar wilde ze me telefonisch wel helpen. In bijlage 10 staat de uitwerking van dit gesprek. Bij het OBD was me aangeraden om naar het OIC te gaan. Zij hebben een bibliotheek met verschillende materialen volgens Sonja Bordsteden. Ik heb op de website voor het OIC gekeken en zag dat deze in Leiden staat. Ik vond dit erg ver weg en twijfelde daarom of ik hier heen moest gaan. Ik ben toen op de site http://www.slo.nl/ gaan kijken. Hierop zijn verschillende methodes te zien die bestemd zijn voor hoogbegaafde leerlingen. Op die manier kwam ik toch niet bij de informatie die ik wilde hebben.

Page 29: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

29

Stap 5: Betekenis verlenen

De student beargumenteert de keuzes die hij gemaakt heeft met betrekking tot de wijzen van analyseren.

Het gesprek met de directeur van mijn stageschool heb ik gevoerd zonder geluidsopnamen. Dit omdat ik op dat moment nog niet wist dat deze manier gebruikt mocht worden. Achteraf was dit een handige manier geweest. Tijdens dit gesprek heb ik de antwoorden kort opgeschreven. Gelijk na het gesprek heb ik deze uitgebreid uitgewerkt. Ik heb hiervoor gekozen, omdat ik me dan tijdens het gesprek op de informatie kon concentreren. Door gelijk na het gesprek de vragen uit te werken, wist ik nog goed wat er gezegd was. Na het uitwerken van dit gesprek ben ik terug gegaan naar de directeur, zodat hij kon controleren of de beschreven antwoorden juist waren. Doormiddel van een handtekening gaat hij hiermee akkoord. Het gesprek met Kathalein was iets later. Waardoor ik toen wel de tip had gekregen om het gesprek op te nemen. Omdat deze manier mij handig leek heb ik dat toen ook gedaan. Tijdens het uitwerken van het gesprek heb ik gekozen voor letterlijke transcriptie. Dit omdat ik dan exact beschrijf wat er verteld is. Op deze manier geef ik geen eigen invulling aan tekst en kan daardoor ook mijn mening niet in de tekst verwerken. Na de uitwerking van het gesprek ben ik terug gegaan om de uitwerking te laten nalezen. Doormiddel van een handtekening gaat zij hiermee akkoord. Voor het analyseren van de vragenlijsten aan de leerkrachten op mijn stage heb ik gekozen voor de methode: ‘Horizontaal vergelijken’. Dit omdat je op deze manier snel in beeld krijgt welke open antwoorden de verschillende leerkrachten hebben gegeven. De antwoorden kun je op deze manier ook gemakkelijk per leerkracht met elkaar vergelijken. 6 Ik heb de antwoorden verwerkt doormiddel van horizontaal vergelijken, maar de beantwoorden vragenlijsten evengoed als bijlage bij mijn verslag geleverd. Op deze manier kan ik eventuele onduidelijkheden opzoeken. Daarnaast heb ik ervoor gekozen om zelfstandig de uitkomsten te analyseren. Ik ben niet betrokken bij de manier van lesgeven van de leerkrachten. Hierdoor kan ik objectief analyseren. Als ik samen met een collega op mijn stage zou analyseren zou dit minder objectief kunnen zijn. Ook wilde ik niet met mensen buiten de school analyseren. Dit omdat leerlingen bij hun naam worden genoemd in de vragenlijsten. Dit kan hun privacy schenden. Het gesprek met één van de internbegeleiders heb ik opgenomen en later uitgewerkt. Ook bij dit gesprek heb ik gekozen voor letterlijke transcriptie, omdat ik dan alles exact moet beschrijven en ik niet de kans heb om een eventuele eigen mening erin te verwerken. Ook dit gesprek heb ik alleen geanalyseerd. Dit voornamelijk omdat er weinig informatie in besproken wordt, waardoor het niet nodig is om dit samen met iemand te analyseren. Het telefonisch contact met basisschool De Schelp heb ik weer opgenomen en de analyse letterlijk beschreven. Op deze manier heb ik alles exact kunnen beschrijven. Dit vind ik vaak moeilijk bij telefonisch contact vandaar deze keuze. Ook in dit gesprek werd er weinig belangrijke informatie verteld, waardoor ik ervoor gekozen heb om zelf te analyseren.

6 Van der Donk en van Lanen, Cyrilla en Bas (2011) ,Praktijkonderzoek in de school, Bussum,

Coutinho, hoofdstuk 8, paragraaf 5, bladzijde 256 en 257.

Page 30: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

30

Mijn gesprek met het OBD heb ik opgenomen en geanalyseerd met behulp van mijn moeder. Het gesprek verliep namelijk wat ongestructureerd, waardoor de informatie verkeerd kon overkomen. Door dit samen te analyseren wordt er door twee mensen bekeken of alles klopt. Doordat het gesprek ongestructureerd was, heb ik ervoor gekozen om letterlijke transcriptie toe te passen. Op deze manier kan ik antwoorden niet verkeerd interpreteren.

Page 31: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

31

De student kan betekenis verlenen aan de verzamelde kwalitatieve en/of kwantitatieve data.

Het gesprek dat ik gehad heb met de directeur van mijn stageschool vond ik belangrijk voor mijn onderzoek. Door dit gesprek weet ik in grote lijnen wat er gedaan wordt aan hoogbegaafdheid op school, maar ook hoe Peter dit doet. Ook weet ik welke materialen er door de school gebruikt worden. Dit is bruikbaar voor mijn onderzoek. Doordat ik van Kathalein veel bruikbare theoretische informatie gehad heb, is ook dit belangrijk voor mijn onderzoek. Ook het gesprek dat ik met haar gevoerd heb, is bruikbaar. Zij heeft mij verteld wat zij heeft gedaan aan hoogbegaafdheid op school. Maar ook hoe er op school wordt omgegaan met hoogbegaafdheid. Hierdoor weet ik wat er op school al gedaan wordt aan hoogbegaafdheid, waardoor het bruikbaar is voor mijn onderzoek. Gedurende het onderzoek vroeg ik mij af wat de leerkrachten precies deden aan hoogbegaafdheid. Ik vond dat dit belangrijk was om te weten. Hier moet ik tenslotte mee verder gaan. Door de vragenlijsten te analyseren kreeg ik een duidelijk beeld over wat de leerkrachten doen aan hoogbegaafdheid. Ook beschreef een groot aantal leerkrachten wat zij graag willen zien veranderen als het gaat om het begeleiden van hoogbegaafdheid. Dit is nodig voor mijn onderzoek, omdat ik dan weet wat de leerkrachten al doen en wat zij graag willen aan het eind van mijn onderzoek. Tijdens het uitdelen van mijn vragenlijsten aan de leerkracht, kreeg ik onverwacht belangrijke informatie voor mijn onderzoek van de leerkracht van groep acht. Hij gaf mij drie sites waar ik materiaal voor hoogbegaafde leerlingen kon vinden. Namelijk:

- www.wikilinks.nl - www.acadin.nl - www. ……Yurls.nl Hier kunnen mensen een eigen site met links maken. Bijvoorbeeld

voor school of zelfs hoogbegaafdheid. Deze sites wil ik gebruiken bij het zoeken naar materiaal voor hoogbegaafde leerlingen. Hierdoor zijn ze bruikbaar voor mijn onderzoek. Ik weet nu ook dat de internbegeleiders op school geen hoogbegaafde leerlingen begeleiden. De vragenlijsten die ik voor hen gemaakt had, waren daarom niet nodig. Wel is het goed om te weten dat zij de leerlingen niet begeleiden. Ik had veel verwacht van basisschool De Schelp. Ik had gedacht dat zij mij konden laten zien wat zij met de hoogbegaafde leerlingen deden. Door het telefonisch contact dat ik met hen heb gehad, weet ik nu dat zij niets anders doen dan mijn stageschool. Aan dit gesprek heb ik daarom weinig als het gaat om mijn onderzoek. Ook de Leonardo school kon mij niet helpen bij mijn onderzoek. Ik heb hier dus niets aan voor mijn onderzoek. Ook van deze school had ik verwacht dat zij mij goed op weg konden helpen met mijn onderzoek. Dit is jammer omdat ik hierdoor niet in de praktijk heb kunnen kijken. Aan het gesprek met het OBD heb ik ook minder als van te voren verwacht. Zij konden mij geen informatie geven over lesmiddelen voor hoogbegaafdheid. Wel hebben zij mij doorgestuurd naar het OIC. Hier ben ik niet heen geweest, omdat dit te ver reizen was. De site: http://www.slo.nl/ was wel belangrijk voor mijn onderzoek. Hierop heb ik namelijk verschillende methoden gezien voor hoogbegaafde leerlingen. Deze methode kan ik gebruiken voor mijn onderzoek naar materialen voor hoogbegaafde leerlingen. Een bruikbare site dus.

Page 32: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

32

Stap 6: Consequenties vastleggen De student geeft vanuit de analyse(s) uit stap 5 antwoord op de deelvragen.

Wat is hoogbegaafdheid? Op de Nederlandse basisschool zijn er 40 000 leerlingen hoogbegaafd. Je bent hoogbegaafd als je een IQ hebt boven de 130. 7 Hoogbegaafde leerlingen bezitten een aantal leereigenschappen die andere niet hebben. Deze leerlingen hebben bijvoorbeeld een breed algemene kennis, zijn snel van begrip en hebben een hoog leertempo. Hierdoor leren de leerlingen gemakkelijker en zijn zij in staat hun kennis goed toe te passen. Dit klinkt gemakkelijk, maar hoogbegaafd zijn is niet altijd zo gemakkelijk. Zo zijn er veel voorbeelden van hoogbegaafde leerlingen die gepest worden, omdat zij niet begrepen worden door klasgenoten. 8 Hoogbegaafdheid is moeilijk te herkennen. Dit komt doordat niet alle hoogbegaafde leerlingen goed scoren. Om goed te presteren heb je uitdaging nodig, moet je je veilig voelen en heb je zelfvertrouwen nodig. Dit geldt voor alle leerlingen, maar ook zeker voor hoogbegaafde leerlingen. Uitdaging is hierbij erg belangrijk. Wanneer een leerling alles gemakkelijk kan maken, hoeft het nooit na te denken of probleem oplossend te handelen. Wanneer er dan wel een vraag wordt gesteld waar ook zij over na moeten denken. Kunnen zij deze niet beantwoorden, omdat zij niet gewend zijn om eerstrategieën toe te passen. Wanneer hoogbegaafde leerlingen niet goed begeleidt worden, komen zij in de problemen. Zo gaan de leerlingen onderpresteren en raken hun betrokkenheid kwijt. Ook kunnen de leerlingen faalangst, hoofd- en buikpijn, of woede aanvallen krijgen of gaan ze bedplassen. Doordat hoogbegaafdheid moeilijk te herkennen is, zijn er zes verschillende profielen voor hoogbegaafde leerlingen. a. Succesvolle leerling: - Worden snel als hoogbegaafd herkend. Hoge scoren. Proberen te voldoen aan verwachtingen. Geen zelfstandig leren. Hebben bevestiging nodig. Verveling slaat toe. Presteren met zo min mogelijk inspanning. Gevaar: Over perfectionistisch. Geen goed beeld van eigen kunnen. b. De uitdagende leerlingen: Creatief. Worden niet als hoogbegaafd herkend. Uitdagend gedrag. Stellen regels ter discussie. Lijken obstinaat, tactloos en sarcastisch. Frustraties en problemen met zelfbeeld door geen herkenning van hoogbegaafdheid. Zijn sociaal en populair, maar verstoren de les. Leerlingen hebben meer uitdaging en begeleiding nodig op cognitief en sociaal vak. c. De onderduikende leerlingen: Veel bij meisjes. Leerlingen verbergen begaafdheid om geaccepteerd te worden. Zijn onzeker. Hebben al vroeg intellectuele interesses verloren. Het aanbieden van speciale activiteiten kan motiveren. Dit niet verplichten. d. De drop- out. Zijn al geïdentificeerd als hoogbegaafdheid. Voelen zich niet thuis op school. Depressief en terug getrokken gedrag. Zelfbeeld is laag. Gedrag is negatief. Niet traditionele leerervaringen aanbieden kan motiveren. e. Begaafd en bijzonder. Begaafd maar ook leer- of gedragsproblemen. Zij worden vaak niet als begaafd herkend door

7 Henkens, Dr. L.S.J.M. (2010), Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs”,

Inspectie van het Onderwijs. 8 Klamer en Caminada (2010), Een slim kind in de knel, Het jonge kind.

Page 33: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

33

handicap. Belangrijk dat er aandacht is voor sterke punten als de zwakke punten. f. De zelfstandige leerlingen: Succesvol. Goed zelfbeeld. Durven risico’s te nemen. Bewust van mogelijkheden en creëren nieuwe mogelijkheden. Kunnen doelen ontwikkelen en opkomen voor eigen ideeën. De leerling is zelfstandig en zelfsturend.9 - Hoe zijn hoogbegaafde leerlingen sociaal- emotioneel? Hoe hoogbegaafde leerlingen sociaal- emotioneel zijn verschilt per leerling. Toen ik hiernaar opzoek ging in de literatuur, las ik dat de leerlingen veel gepest worden. De leerlingen zijn vaak niet weerbaar en worden daarbij niet begrepen door klasgenoten en andersom. 10 Tijdens mijn observaties bij hoogbegaafde leerlingen merkte ik dat dit niet altijd zo is. Hierbij waren leerlingen die goed in de groep lagen en sociaal- emotioneel sterk waren. Deze leerlingen deden zich vaak niet zo slim voor als dat ze zijn. Andere leerlingen lagen minder goed in de groep, maar probeerde door storend gedrag dit wel voor elkaar te krijgen. Eén andere leerling was erg op zichzelf. Hij stoorden zich niet aan zijn klasgenoten en zij ook niet aan hem. Mijn conclusie is daarom dat dit per type leerling anders is. Wel is het een onderdeel waar veel hoogbegaafde leerlingen moeite mee hebben.

- Kun je hoogbegaafde leerlingen voornamelijk laten werken aan eventuele zwakke punten? Ook hoogbegaafde leerlingen hebben zwakke plekken. Volgens mijn gelezen literatuur moet

je hier hetzelfde mee omgaan als dat je hoort te doen bij andere leerlingen. Je kunt de leerlingen uitdagen hun zwakke punten verder te ontwikkelen. Hierbij is het wel belangrijk dat je de leerlingen niet hun zelfvertrouwen ontneemt. Daarom moet je dit afwisselen met leerstof die zij wel beheersen. Ook bij hoogbegaafde leerlingen zijn succes ervaringen belangrijk. Dit motiveert hen om door te gaan. 11

- Blinken hoogbegaafde leerlingen uit op ieder vak? Volgende de literatuur hebben hoogbegaafde leerlingen een brede algemene kennis. Ze zijn

goed in het snel opnemen van informatie en kunnen dit goed verwerken. Dit houdt in dat de leerlingen op ieder vak goed scoren. Wel is er één vak of onderdeel waar de leerlingen op uitblinken. De leerlingen hebben vaak een grote interesse voor dit vak.12 Er zijn ook hoogbegaafde leerlingen met dyslexie. Deze leerlingen scoren daardoor slechter op vakken als (begrijpend)lezen, taal en spelling. Hierdoor wordt hoogbegaafdheid bij deze leerlingen vaak niet ontdekt.13

- Welk materiaal is er al bekend voor hoogbegaafde leerlingen? Er zijn al verschillende materialen bekend voor hoogbegaafde leerlingen. Zo heb ik

ondertussen al wat websites gevonden met eenmalig lesmateriaal voor hoogbegaafde leerlingen. Dit zijn vaak werkbladen die je uit kunt printen. Daarnaast heb ik via http://www.slo.nl/ een aantal methodes gevonden waarin hoogbegaafde leerlingen kunnen werken. Ik ben deze methoden gaan bekijken en vergelijken. Er kwamen twee methoden uit die ik zelf wel interessant vond. Dit waren de methoden Topklassers (aanwezig op mijn stage) en Sterrenwerk. Bij de methode sterrenwerk heb ik een proefpakket besteld om te bekijken hoe dit precies werkt.14

9 SON opleidingen (2008-2009), Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen.

10 Klamer en Caminada (2010), Een slim kind in de knel, Het jonge kind.

11 SON opleidingen (2008-2009), Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen.

12 Meersman, Ann, 2005, Hoogbegaafdheid in het basisonderwijs.

13 Gerven, van Eleonoor (2008), Onderpresteerders, slimdigitaal.nl.

14 Schoolsupport, Sterrenwerk, techniek, Abimo uitgeverij.

Page 34: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

34

Ook staan er materialen op http://www.slo.nl/ die als uitdaging dienen voor hoogbegaafde leerlingen. Dit zijn bijvoorbeeld spelletjes die hen uitdagen oplossingsgericht te werken.15

- In hoeverre is het belangrijk dat een hoogbegaafde leerlingen dezelfde lessen en werk krijgt als zijn klasgenoten? Volgende de literatuur hebben ook hoogbegaafde leerlingen de behoefte om bij een groep te

horen. Daarom is het belangrijk om ze niet van de groep af te zonderen.16 Met hoogbegaafde leerlingen moet je compacten en verrijken. Dit houdt in dat de leerlingen meedoen met de klassikale les, maar dat zij minder opdrachten maken. De leerkracht kiest de belangrijke opdrachten uit voor de leerling. Als de leerling klaar is, gaat hij lesstof maken wat uitdaging biedt voor hem. Deze lesstof komt uit het vak waaraan op dat moment aan gewerkt wordt.17

- Wat doen basisscholen aan hoogbegaafdheid?

Voor deze deelvraag heb ik contact opgenomen met basisschool De Schelp. Deze basisschool heeft een beleid voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Telefonisch heeft de coördinaat hiervan mij op de hoogte gebracht hoe zij hiermee te werk gaan. Uit dit gesprek bleek dat deze school precies hetzelfde doen als mijn stageschool. Namelijk: - De leerkrachten zorgen voor compacting en verrijking in de lessen. - Er worden lessen Spaans gegeven aan de leerlingen met ontwikkelingsvoorsprong. In een artikel van de onderwijsinspectie staat geschreven dat er te weinig gedaan wordt voor de leerlingen met hoogbegaafdheid. De onderwijsinspectie wil dat er meer compacting en verrijking plaats gaat vinden op de basisscholen. Hierop gaan ze aankomende jaren meer controleren.18

- Wat doet een Leonardo school aan hoogbegaafdheid? Met de Leonardo school kon ik helaas niet in contact komen. Deze leervraag kan ik daarom

niet beantwoorden. Zelf vind ik dit erg jammer, omdat ik erg nieuwsgierig was naar wat zij doen aan hoogbegaafdheid. Ook denk ik dat dit erg zinvol was voor mijn onderzoek.

- Wat doet mijn stageschool na al aan hoogbegaafdheid? Uit mijn gesprek met de directeur van mijn stageschool bleek dat er al het een en ander

wordt gedaan aan hoogbegaafdheid. Er zijn sinds kort drie leerlingen op mijn stageschool die hoogbegaafd getest zijn of waarvan dat verwacht wordt. Voor deze leerlingen én een aantal goed presterende leerlingen worden er lessen Spaans georganiseerd. Ook krijgen de drie hoogbegaafde leerlingen één keer in de week les van Peter. Hij activeert voornamelijk de onderzoekende- en probleemoplossende houding van de leerlingen. De leerkrachten zijn bekend met compacten en verrijken, zij passen dit bij een aantal lesmethoden toe. Dit bleek uit de vragenlijsten die zij voor mij ingevuld hadden.

- Welke leerkrachten en leerlingen zijn daarbij betrokken? Uit het gesprek met zowel Kathalein als Peter kwam het volgende naar voren. Er zijn drie

leerlingen waarvan verwacht wordt dat zij hoogbegaafd zijn. Deze leerlingen zijn al getest of worden nog getest. Eén van deze leerlingen is een onderpresteerder dit komt door een ontbreken van motivatie en een actieve houding. De andere twee leerlingen zijn wel gemotiveerd en leergierig. De directeur (Peter) is actief betrokken bij hoogbegaafdheid op mijn stageschool. Hij gaat één keer per week met de drie leerlingen aan het werk. En activeert daarbij de onderzoekende- en probleemoplossende houding van de leerlingen. Kathalein heeft eerder een cursus hoogbegaafdheid

15

http://www.schoolsupport.nl/artikel.php?900 16

Gerven, van Eleonoor (2008), Leerlijnen voor hoogbegaafde kinderen, slimdigitaal.nl 17

SON opleidingen (2008-2009), Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen. 18

Henkens, Dr. L.S.J.M, 2010, Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs

Page 35: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

35

gevolgd. Zij weet er daarom het nodige vanaf en heeft al een aantal dingen geïntroduceerd op mijn stageschool. Bijvoorbeeld het compacten en verrijken. Andere leerkrachten geven aan dat zij graag meer willen weten of meer materiaal willen hebben voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong.

Page 36: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

36

De student maakt een koppeling tussen analyses uit stap 5 en de bestudeerde literatuur uit het vooronderzoek.

Mijn theoretisch onderzoek stond redelijk los van mijn analyses. Ik heb voorafgaand aan mijn onderzoek namelijk goed nagedacht over de manier waarop ik aan mijn informatie wilde komen. Er zijn twee deelvragen die ik zowel vanuit de literatuur als vanuit de praktijk wilde beantwoorden. Deze koppelingen zal ik hier toelichten. Wat doen basisscholen aan hoogbegaafdheid? Voor deze deelvraag heb ik contact opgenomen met basisschool De Schelp. Omdat basisschool De Schelp maar één school is, kan ik vanuit deze school geen conclusie trekken wat scholen aan hoogbegaafdheid doen. Daarbij heb ik dan geen vergelijkingsmateriaal. Door het artikel van de onderwijsinspectie te lezen weet ik wat zij verwachten van basisscholen als het gaat om hoogbegaafdheid. Hieraan moeten alle basisscholen zich houden. Het is daarom een goed artikel om te weten te komen wat basisscholen aan hoogbegaafdheid doen en vooral wat zij moeten doen. Door ook basisschool De Schelp in mijn onderzoek te betrekken weet ik ook hoe dit in de praktijk volbracht wordt. Hoe zijn hoogbegaafde leerlingen sociaal- emotioneel? Ik heb verschillende artikelen gelezen over hoogbegaafde leerlingen die ongelukkig zijn door hun hoogbegaafdheid. Het was gemakkelijk om deze te vinden. Artikelen die schreven over hoogbegaafde leerlingen die gelukkig zijn, waren niet te vinden.

Ik had daarom het idee dat ik door het lezen van deze artikelen geen objectief beeld had over de sociaal- en emotionele ontwikkelingen van hoogbegaafde leerlingen. Ik heb er daarom voor gekozen om hoogbegaafde leerlingen te observeren. Tijdens mijn observaties heb ik voornamelijk gekeken naar het sociale- en emotionele niveau van de leerlingen. De observaties vonden daarom plaats tijdens vrije situaties als buitenspelen en vrijwerken.

De resultaten uit mijn observaties waren per leerling verschillend. De ene leerling bleek namelijk sociaal erg sterk en lag daardoor goed in de groep. Eén andere leerling sloot zichzelf af van de groep en was erg op zichzelf. Zowel deze leerling als de groep scheen zich daar niet aan te storen. De laatste leerling vertoonde veelvuldig storend gedrag om bij de groep te horen. Hij werd daardoor minder geaccepteerd. De literatuur komt weinig overeen met mijn observaties. Het is daarom goed dat ik beide manieren van informatie verwerven heb toegepast. Door mijn observaties aan de literatuur te koppelen kom ik tot de volgende conclusie. Hoogbegaafde leerlingen lopen het risico om buiten de groep te vallen. Dit kan zijn doordat zij sociaal- emotioneel minder sterk kunnen zijn, doordat zij niet begrepen worden door en andere interesses hebben dan hun klasgenoten.

Dit betekent niet dat dit voor iedere hoogbegaafde leerling geldt.

Page 37: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

37

De student geeft bij de formulering van de definitieve onderzoeksvraag een argumentatie voor de aanscherping of onderbouwing van de (voorlopige) onderzoeksvraag.

Mijn definitieve onderzoeksvraag is: Hoe kan ik effectief materiaal voor hoogbegaafde leerlingen eenvoudig aanbieden aan bovenbouwleerkrachten van mijn stageschool. Mijn definitieve onderzoeksdoel is: Ik wil onderzoeken wat geschikt materiaal is om aan te bieden aan bovenbouw leerkrachten op mijn stageschool. Dit materiaal wil ik zo aanbieden dat de leerkrachten deze eenvoudig kunnen gebruiken voor leerlingen die uitdaging nodig hebben. Ook in verschillende bronnen uit de literatuur staat beschreven dat leerkrachten eerder verrijkingsmateriaal aanbieden wanneer zij hier gemakkelijk aan kunnen komen. Veel leerkrachten lopen tegen het probleem aan dat zij te kort tijd hebben. De tijd die ze nu hebben, gebruiken zij dan eerder voor de ‘zwakke’ leerlingen. Wanneer het uitdagende lesmateriaal gemakkelijk te verkrijgen is, zullen zij dit aan de leerlingen gaan aanbieden.19,20,21 Uit mijn vragenlijst aan de leerkrachten bleek dat zij behoefte hebben aan kant en klaar materiaal. Zij geven aan dat als zij hier gemakkelijk aan kunnen komen, zij dit aanbieden aan de leerlingen die deze uitdaging nodig hebben. Ook zij geven aan tijd te kort te komen en dan te kiezen voor de zwakkere leerlingen. Mijn eigen ervaring in de klas sluit aan bij de literatuur en de opmerking van de leerkrachten. Wanneer de ‘sterke’ leerlingen klaar zijn met hun werk, geef ik ze vaak een zelfstandig werkje. Ik kan me dan concentreren op de andere leerlingen en hoef weinig aandacht meer aan hen te besteden. Ik vind dit zelf vervelend, omdat deze leerlingen zich daardoor vaak vervelen. Door iets te ontwikkelen waarin deze kant- en klaar materialen staan, hoop ik de stap naar verrijking gemakkelijker te maken. Zodat ook deze leerlingen zich optimaal ontwikkelen.

19

Henkens, Dr. L.S.J.M. (2010), Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs”, Inspectie van het Onderwijs. 20

SON opleidingen (2008-2009), Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen. 21

Wolters, Pierre (2008), Wat kunnen we onze hoogbegaafde leerlingen bieden?, slimdigitaal.nl.

Page 38: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

38

De student beargumenteert bij iedere actie wat hij door de uitvoering ervan te weten wil komen voor de definitieve onderzoeksvraag.

Ik wil aan Peter vragen of ik één van de lessen die hij geeft aan de hoogbegaafde leerlingen mag meekijken. Als ik van Peter mee mag kijken, wil ik observeren wat Peter precies met de leerlingen doet en op welke manier hij de leerlingen uitdaagt verder te denken. Ook wil ik de reacties van de leerlingen observeren om zo te peilen wat hen uitlokt tot denken. Dit doe ik doormiddel van open observaties. Degene die ik hierbij betrek zijn Peter en de hoogbegaafde leerlingen, omdat ik met hen wil meekijken. Ook betrek ik hierbij mijn stagebegeleider, omdat ik op dat moment niet in de klas aanwezig ben. Dit wil ik vanaf januari vier keer gaan doen. Dit doe ik omdat ik materialen wil gaan zoeken die aansluiten op het niveau en de belevingswereld van deze leerlingen. Dit omdat de materialen voornamelijk voor deze leerlingen bestemd zijn. Daarnaast hebben deze leerlingen een verschillend profiel als het om hoogbegaafdheid gaat. Hierdoor is het uiteindelijk voor een grote groep hoogbegaafde te gebruiken.

Ik wil opzoek gaan naar een handige en gemakkelijke manier waarop ik de materialen kan aanbieden. Ik wil onderzoeken wat een gemakkelijke manier is om de materialen aan te bieden. Ik denk hierbij aan een map, kast of internetsite. Aan de leerkrachten wil ik vragen waar hun voorkeur ligt. Het onderzoek bij de leerkrachten wil ik in januari doen. Vlak daarna wil ik de manier kiezen, zodat ik de gevonden materialen (uit mijn volgende actie) gelijk kan ordenen. Om te voorkomen dat mijn gevonden materialen en lesstof kwijt of ongeordend raken en het niet meer gebruikt wordt. Wil ik de materialen een vaste en geordende plaats geven. Op deze manier zijn ze gemakkelijk te gebruiken, waardoor ze eerder gepakt worden. Ook worden de materialen op deze manier bewaard en kunnen ze een lange tijd gebruikt worden. Ik wil opzoek gaan naar geschikt materiaal die ik aan kan bieden aan de leerkrachten van mijn stageschool. Ik ga op internet, in boeken en hoogbegaafde lesmethoden op zoek naar lesmateriaal die ik kan verzamelen. Ik wil per vakgebied een groot aantal lesmaterialen bij elkaar te zoeken voor de verschillende bovenbouw klassen. Wanneer ik dit gevonden heb, wil ik dit met Peter bekijken of het bruikbaar is. Ook wil ik dit uitproberen met een aantal hoogbegaafde leerlingen. Dit wil ik in de maand februari bij elkaar zoeken. Deze lesstof en materialen wil ik bij elkaar zoeken, zodat de leerkrachten het gaan gebruiken voor de leerlingen die boven het gemiddelde niveau presteren. Doordat het gemakkelijk te pakken is, hoop ik dat het veel gebruikt wordt.

Page 39: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

39

Korte samenvatting: Door het maken van dit actie onderzoek heb ik veel geleerd. Zo heb ik geleerd dat hoogbegaafd zijn echt niet gemakkelijk is. Veel hoogbegaafde mensen voelen zich niet begrepen. Hierdoor zijn zij sociaal vaak zwak. Daarbij zijn zij niet gewend om iets te leren doordat zij al veel weten. Wanneer er dan wel iets is wat zij moeilijk vinden stagneren zij. Zij hebben nooit geleerd daarmee om te gaan en kunnen daardoor niet oplossingsgericht handelen. Je hebt verschillende typen hoogbegaafd. De ene leerling uit dit en is gemotiveerd en zoekt uitdaging voor zichzelf. Aan een andere leerling merk je niets van zijn hoogbegaafdheid, omdat deze leerling stagneert bij het oplossingsgericht denken. Deze leerling vertoont dan meer kenmerken van een achterstandsleerling als een leerling die hoogbegaafd is. Op school kun je hiermee omgaan door deze leerlingen werk op maat te geven. De literatuur raadt aan om dit te doen doormiddel van compacten en verrijken. Compacten houdt in dat je de regulier lesmateriaal verminderd. Jij, of de methode, kiest wat de leerling wel maakt en wat het mag overslaan. De tijd die de leerling dan overhoudt gaat het extra werk maken. Dit is lesstof die moeilijker is dan het regulieren werk waardoor dit uitdagend is voor de leerlingen. Dit is belangrijk om de motivatie van de leerlingen te behouden. Mijn school vond zelf dat het weinig deed voor de hoogbegaafde leerlingen. Zij gaven lessen Spaans voor de sterke leerlingen en hebben per klas een aantal leerspelletjes. Verder gaan de ondertussen drie hoogbegaafde leerlingen op school ongeveer één keer in de week met de directeur een uurtje ontdekkingsgericht werken. De directeur komt dan vaak met een opdracht die de leerlingen moeten uitzoeken. Ook hebben ze zelf een vakgebied mogen uitkiezen. Hiervan is een lesboekje hoogbegaafdheid bestelt. Zo heeft de ene leerling een lesboekje scheikunde en de ander een lesboekje voor het aanleren van Chinees. Een andere leerling heeft net de diagnose hoogbegaafd gekregen. Voor haar is nog geen lesboekje besteld. Deze leerling zit sinds januari in mijn klas. Zij heeft de helft van groep vijf overgeslagen en doet nu mee met groep zes. Wat ik verder gedaan heb is hieronder is stap 7 en 8 te lezen. Voor het resultaat kunt u naar http://begaafd.yurls.net

Page 40: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

40

Stap 7:

De student beschrijft de gang van zaken en de resultaten van de uitgevoerde acties.

Ik wil aan Peter vragen of ik één van de lessen die hij geeft aan de hoogbegaafde leerlingen mag meekijken. Ik ben hiermee begonnen door aan Peter te vragen of ik een keer mocht komen kijken tijdens deze lessen. Dit vond hij geen probleem daarom spraken wij een datum af. Voor de uitwerking van mijn open observatie klik hier voor Bijlage 11. Tijdens deze observatie was te merken dat een van de leerlingen gemotiveerd was en daardoor ook ijverig. De andere leerling had er minder zin in. Hij moest dan ook gemotiveerd worden om aan het werk te gaan. Opvallend vond ik dat juist leerling S, die ongemotiveerd is, de informatie snel kon beoordelen op bruikbaarheid. Ook wist hij snel waar de informatie over ging. Zo schrijf ik in de uitwerking van de observatie dat leerling S sites opent en ze bijna gelijk daarna weer sluit. Op dat moment dacht ik dat leerling S geen zin had en daardoor niet de moeite nam om de informatie te zoeken. Maar toen Peter in de nabespreking vroeg wat de leerlingen gevonden hadden, wist leerling S goed te verwoorden wat hij gevonden had. Ook wist hij informatie te vertellen wat niet bruikbaar was voor het onderwerp, maar wat hij zelf interessant vond. Hieruit bleek dat hij weldegelijk goed aan het zoeken was en dat hij snel belangrijke en bruikbare informatie uit een tekst kan halen.

Ik wil opzoek gaan naar een handige en gemakkelijke manier waarop ik de materialen kan aanbieden. Tijdens een vergadering heb ik de aanwezige leerkrachten gevraagd wat zij een gemakkelijke manier vonden voor het ordenen van de materialen. De leerkrachten gaven een aantal punten aan die zij belangrijk vonden. Namelijk: - De materialen moeten overzichtelijk en ordelijk weergegeven worden. - De materialen hoeven niet per groep te zijn ingedeeld. Het niveau kan veel uit elkaar lopen waardoor dit niet haalbaar is. - Het is handig als de materialen per vak of onderwerp zijn ingedeeld. - De leerlingen moeten zelfstandig met de materialen aan het werk kunnen. - De materialen moet gemakkelijk te gebruiken en te pakken zijn. Bij de vraag: Hebben de leerkrachten behoefte aan een kast, map of internetsite kwamen er de volgende antwoorden uit: Van de acht aanwezige leerkrachten vond één leerkracht een map het gemakkelijkst. De anderen zeven leerkracht zagen het idee van een gebruiksvriendelijke website wel zitten. Een kieskast kwam niet in aanmerking, omdat het gaat om werkbladen in plaats van materialen. Een kieskast is hiervoor niet bruikbaar. Al eerder heb ik een gesprek met Tom gehad. Hij raadde mij aan om eens een kijkje te nemen op www.yurls.nl. Hij had hier zelf al een internetpagina en dacht dat dit voor mij ook wel wat zou zijn. Op zijn aanraden heb ik de website toen eens bekeken. Naar mijn idee is dit een gebruiksvriendelijke site waarop gemakkelijk nieuwe materialen kunnen worden gezet. Daarbij kun je de materialen overzichtelijk naar eigen inzicht weergeven. Ik heb daarna ook nog een aantal andere sites bezocht. Uiteindelijk heb ik gekozen om mijn materialen weer te geven in een Yurls website. Ik wil opzoek gaan naar geschikt materiaal die ik aan kan bieden aan de leerkrachten van mijn stageschool. Ik ben in Google opzoek gegaan naar bruikbare sites voor uitdagend lesmateriaal. Ik heb vele sites gevonden. Een voorbeeld hiervan is de website van de Acadin22. Dit is een organisatie voor

22

http://www.acadin.nl/leeractiviteiten/aanbod

Page 41: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

41

ouders en leerkrachten van kinderen die hoogbegaafd zijn. Op deze website was veel uitdagend lesmateriaal te vinden voor deze leerlingen. Uiteraard heb ik ook vele andere sites bezocht. De gebruikte sites zijn te vinden in mijn literatuur weergave. Als laatste heb ik ook bruikbare methoden en materiaal gezien. Dit zag er leuk en uitdagend uit. Omdat dit niet bij mijn opdracht hoorde, maar dit de school wel kan helpen. Heb ik ook deze site23 op mijn Yurls pagina gezet.

De student beargumenteert de keuze die hij heeft gemaakt om geplande acties niet uit te voeren en/of extra acties toe te voegen.

Tijdens mijn onderzoek was ik erg enthousiast geraakt over de materialen die er verkrijgbaar zijn voor hoogbegaafde leerlingen. Er zijn veel methoden en spelletjes ontwikkeld die bruikbaar zijn voor deze leerlingen. Het leek mij leuk om deze materialen aan te schaffen. Dit is echter niet mogelijk, omdat hier geen geld voor is. Daarom heb ik dit idee laten vallen en me gericht op de lesmaterialen doormiddel van werkbladen. Daarbij was het doel van mijn onderzoek dat leerkrachten ze gemakkelijk kunnen gebruiken, zodat ze dit ook werkelijk doen. De leerkrachten hebben aangegeven graag over materialen te kunnen beschikken die de leerlingen zelfstandig kunnen gebruiken. De spelletjes die ik op het oog had, zijn bedoelt om in groepjes of tweetallen te doen. Dit was daardoor niet het materiaal dat ik nodig had bij mijn onderzoek. Mocht de school toch nog geïnteresseerd zijn in deze materialen. Staat hiernaar een link op mijn gemaakte Yurls pagina. Toen ik mijn geplande acties had uitgevoerd bedacht ik me dat ik helemaal geen uitvoering gepland had. Ik had nu mijn website gemaakt, maar had niet gepland om deze ook uit te voeren. Ik heb deze actie daarom alsnog uitgevoerd in mijn eigen klas. In mijn klas heb ik namelijk een meisje zitten bij wie, sinds januari, hoogbegaafdheid is gesignaleerd. Daarnaast heb ik nog een aantal leerlingen die uitblinken met een aantal vakken. Zij hebben bij die vakken uitdaging nodig. Op deze leerlingen heb ik mijn website toen uitgeprobeerd. Door met deze leerlingen te compacten hadden zij daarna tijd om te verrijken door middel van mijn website. Ik heb dit gedaan door de leerlingen een briefje te geven met daarop de naam van de website. De eerst keer heb ik ze vrijgelaten op de site. Zij mochten zelf even rond kijken en kiezen wat zij graag wilde doen. De keren daarna heb ik ze de opdracht gegeven om iets te kiezen uit het vakgebied waar we op dat moment mee bezig waren. De leerlingen konden zelfstandig aan het werk en waren enthousiast over de website en het lesmateriaal. Deze actie had ik ook nodig voor het behalen van mijn doel. Het is voor mij namelijk belangrijk om te weten of de website werkt en de leerlingen deze zelfstandig kunnen gebruiken. Daarnaast vond ik het belangrijk dat de leerlingen enthousiast waren over de website zodat zij het ook leuk en uitdagend gaan vinden en hiermee aan het werk te gaan. Nu ik weet dat dit het geval is, kan ik de website aanbieden aan de school en weet ik of ik mijn doel behaald heb.

De student geeft aan bij de actie literatuur welke relevante informatie verkregen is.

Als extra actie heb ik ook nog wat literatuur gelezen. Dit om meer te weten te komen over het materiaal wat gebruikt wordt voor hoogbegaafde leerlingen. Tijdens het zoeken naar materiaal ben ik veel materiaal tegen gekomen. Doordat ik zelf niet hoogbegaafd ben weet ik niet of dit voor deze leerlingen interessant en goed materiaal is. Ik heb daarom in de literatuur gezocht naar punten waarop ik moest letten tijdens mijn zoektocht naar uitdagend lesmateriaal voor hoogbegaafde leerlingen. Er was hierover weinig te vinden. Uiteindelijk heb ik een klein stukje informatie hierover

23

http://www.schoolsupport.nl/Basisonderwijs/Hoogbegaafdheid/

Page 42: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

42

op een website gevonden. Hierin stond kort en puntsgewijs waarop ik letten moest. Zie hieronder een korte samenvatting over deze informatie.

Volgens Saskia Bergsma zijn er twaalf punten die nageleefd moet worden voor een goed taalonderwijs. Hier volgen de twaalf punten: - Hoge moeilijkheidsgraad - Interessante en uitdagende onderwerpen - Open opdrachten - Echte problemen - Abstracte begrippen en generalisaties - Nieuwe leerstof - Onderzoekende houding - Samenhang en verbanden - Zelfstandigheid - Samenwerken - Variatie informatiebronnen - Metacognitieve vaardigheden.24 Volgens de website, die deze informatie weergaf, is dit niet alleen belangrijk bij taal en vreemde talen. Maar ook bij andere vakgebieden. Zij raden het daarom aan om dit bij al het lesmateriaal te gebruiken.

Deze informatie past goed bij mijn onderzoek, omdat ik voor mijn onderzoek geschikt lesmateriaal moest zoeken. Door het gevonden lesmateriaal op deze twaalf punten te controleren weet ik of het lesmateriaal geschikt is om te gebruiken in mijn onderzoek.

24

http://www.hoogbegaafdvlaanderen.be/06_HB_op_school/materiaal/kenmerkenmateriaal.html

Page 43: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

43

Stap 8:

De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag.

Mijn definitieve onderzoeksvraag is: Hoe kan ik effectief materiaal voor hoogbegaafde leerlingen eenvoudig aanbieden aan bovenbouwleerkrachten van mijn stageschool. Om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden heb ik verschillende acties uitgevoerd. Zo ben ik bijvoorbeeld begonnen met het observeren van een van de lessen aan hoogbegaafde leerlingen van Peter. Dit heeft bijgedragen aan mijn antwoord, omdat ik op deze manier in de praktijk zag: - Op welke manier de leerlingen leren. - Hoe de motivatie van de leerlingen is. - Wat hen interesseert. - Ik kan het materiaal wat ik ga gebruiken laten aansluiten op de lessen van Peter. Na deze observatie kon ik gericht naar effectief materialen gaan zoeken die deze leerlingen kon motiveren en uitdagen. Dit had ik nodig voor mijn onderzoeksvraag, omdat ik daar aan geef opzoek te zijn naar effectief materiaal. Ik wilde van de leerkrachten weten welke manier van het ordenen van de materialen hen aansprak. Zij kozen voor het aanmaken van een gebruiksvriendelijke internetpagina. Na onderzoek naar een goede pagina en dankzij de tip die ik kreeg van Tom (een van leerkrachten). Kon ik een internetpagina gaan aanmaken. Dit heb ik gedaan op de naam van de school. Door mijn e-mail adres van deze school te gebruiken, kunnen de leerkrachten ook na mijn vertrek hiermee aan het werk. Dit heeft bijgedragen aan het beantwoorden van mijn onderzoeksvraag. Door te onderzoek waar de leerlingen graag mee werken, zorg ik ervoor dat ik materialen op een eenvoudige manier kan aanbieden. Ook zullen zij de materialen eerder gebruiken waarneer zij het eens zijn met de manier van aanbieden hiervan. Voordat ik opzoek ging naar effectieve materialen moest ik weten wanneer de materialen ook werkelijk geschikt zijn. Ik heb daarom een nieuwe actie gepland. Namelijk het opzoeken van deze informatie in de literatuur. Daar vond ik twaalf punten waaraan de materialen moesten voldoen. Deze twaalf punten heb ik gebruikt bij keuren van de materialen. Hierdoor zijn mijn materialen effectief geworden. Door te onderzoeken hoe ik zorg voor effectieve materialen, beantwoord ik mijn onderzoeksvraag. Ik onderzoek namelijk wat effectieve materialen zijn voor de hoogbegaafde leerlingen. Mijn materialen heb ik gezocht op websites die aangaven te beschikken over gratis lesmateriaal voor hoogbegaafde leerlingen. Deze materialen heb ik allemaal gecontroleerd aan de hand van de hierboven beschreven punten. De materialen heb ik als link vermeld op de pagina. Op deze manier ben je in één klik gelijk bij het aangegeven materiaal. Daarbij heb ik bij iedere link kort beschreven wat de link inhoudt. Dit heb ik geprobeerd om uitdagend te formuleren. Zodat het duidelijk, maar ook uitdagend, is waar het materiaal over gaat. Dit heeft bijgedragen aan mijn onderzoeksvraag, omdat deze materialen nodig zijn voor het aanbieden van effectieve materialen aan de leerkrachten. Als laatst heb ik de leerlingen uit mijn eigen klas kennis laten maken met de pagina. Zij mochten van mij de eerste keer even rondneuzen op de pagina. De keren die daarop volgende heb ik ze de opdracht gegeven om een materiaal te kiezen uit het vak waarop wij op dat moment mee bezig

Page 44: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

44

waren. Ik heb dit aangeboden aan één hoogbegaafde leerling en zeven sterke leerlingen uit groep zes en zeven. Zij waren enthousiast en wilde graag met de materialen aan het werk. Voordat ik de pagina aan de leerkrachten kon aanbieden moest ik weten of mijn onderzoeksdoel was behaald en de site zou werken bij de leerlingen. Ik heb hem daarom uitgeprobeerd in mijn eigen klas. Doordat de leerlingen enthousiast waren, weet ik dat de leerlingen hiermee graag aan de slag gaan. Ik kan deze site daarom met een gerust hart aanbieden aan de leerkrachten, omdat ik weet dat het effectieve materialen zijn die de leerlingen graag gebruiken. Mijn antwoord op mijn definitieve onderzoeksvraag is: Hoe kan ik effectief materiaal voor hoogbegaafde leerlingen eenvoudig aanbieden aan bovenbouwleerkrachten van mijn stageschool. Ik heb gekozen om de materialen aan te bieden via een Yurls pagina. Op deze pagina vind ik namelijk dat ik de materiaal overzichtelijk en daardoor eenvoudig kan aanbieden aan de leerkrachten. Door middel van een link zijn de materialen gemakkelijk te openen en uit te voeren. Bij iedere link staat een korte beschrijving over wat de link inhoud. Deze beschrijving heb ik geprobeerd om uitdagend te laten klinken. Op deze manier hoop ik de nieuwsgierigheid van de leerlingen te prikkelen zodat zij er graag ermee aan het werk te gaan. De pagina heb ik verdeeld in een leerkrachten en leerlingen pagina. Op de leerkrachten pagina staan voornamelijk projecten die de leerkrachten hun leerlingen kunnen aanbieden. Op de leerlingen pagina staan lesjes die de leerlingen zelfstandig kunnen uitvoeren. De leerkrachten kunnen de site gemakkelijk zelf bijhouden. Het is vrij eenvoudig om een link toe te voegen aan de pagina. Hierdoor kunnen zij de pagina zelf bijhouden en aanvullen als zij dat nodig vinden. Tijdens mijn presentatie wil ik de leerkrachten leren om te gaan met deze pagina. Ik leer ze linken te openen en linken erop te zetten en te ordenen. Daarbij leer ik ze extra handigheidjes die bruikbaar kunnen zijn. Op deze manier moet het lukken om de leerkrachten te leren om te gaan met pagina, zodat de hoogbegaafde leerlingen genoeg materiaal krijgen aangeboden om zich verder te ontwikkelen. Doordat ik, door meerderen van de hierboven beschreven acties, heb gezorgd dat het materiaal ook nog effectief is, heb ik mijn onderzoeksvraag daarom behaald. Deze pagina is ook te gebruiken bij de verschillende manier van omgang met hoogbegaafde leerlingen. Je kunt de leerlingen namelijk zelfstandig laten werken door ze achter de computer te zetten op de leerlingenpagina. Maar wanneer je dit niet wilt. Kun je zelf lesmateriaal opzoeken die je de leerlingen wilt aanbieden. Deze kun je ook uitprinten en door de leerlingen op papier laten maken.

Ook het compacten en verrijken, wat veelal in de literatuur wordt vermeld als belangrijk bij hoogbegaafde leerlingen, kan hierbij gebruikt worden. Door de reguliere lesstof te compacten kunnen de leerlingen doormiddel van deze pagina verder gaan met het verrijken. Verder kun je perioden instellen waarin linken wel of niet zichtbaar zijn. Op deze manier biedt je alleen de materialen aan die je zelf wilt. De pagina kan dus door iedereen gebruikt worden. Ook al zal niet iedereen hetzelfde met hoogbegaafdheid of deze site omgaan.

De student maakt een koppeling tussen de de acties uit stap 7 en de bestudeerde literatuur uit het vooronderzoek en stap 7.

In de literatuur wordt aangeraden om te compacten en verrijken met hoogbegaafde leerlingen. Dit houdt in dat van de reguliere stof minder gemaakt wordt. In deze tijd houden de leerlingen zich dan bezig met het verrijken. Het verrijken bestaat uit het maken van moeilijker en daarom uitdagend materiaal. Dit heb ik niet gebruikt in mijn acties uit stap zeven. Dit omdat mijn onderzoek zich alleen bezig houdt met verrijking. Het compacten gebeurd al op mijn stageschool waardoor ik hier verder

Page 45: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

45

geen aandacht heb besteed in mijn acties. Wel zal ik in mijn presentatie nog een keer vertellen wat compacten en verrijken inhoud. Zodat de leerkrachten weten dat wat de mogelijkheden zijn om dit te combineren met het compacten en verrijken. Zelf heb ik ervaren dat dit goed werkt. L, een hoogbegaafde leerling uit mijn klas, gaf aan zich te vervelen met taal. Ik kijk nu iedere les samen met haar wat belangrijk is. Dit maakt zij waarna zij zelfstandig op de computer gaat verrijken met de door mij gemaakte site. In de klas gebruik ik dit ook voor de sterke leerlingen. Zo is leerling R altijd snel klaar met rekenen en maakt hij alles gemakkelijk. Het compacten gebeurt al via de methode. Daarom heb ik met hem afgesproken dat hij na zijn rekenwerk zelfstandig op de site rekenoefeningen mag gaan doen. De ene keer krijgt hij een opdracht mee met het onderdeel dat ik wil dat hij oefent. De andere keer mag hij zelf een rekenles uitkiezen. Beide leerlingen geven aan dat zij dit prettig vinden werken.

De student beschrijft in hoeverre zijn onderzoek een bijdrage heeft geleverd aan het doel van het onderzoek en aan de ambitie van de werkplek.

Het doel van mijn onderzoek was om te zorgen dat de leerkrachten op mijn stage materialen aangeboden kregen die zij kunnen gebruiken bij de hoogbegaafde leerlingen in hun klas. Het eerste deel van mijn onderzoek was voornamelijk voor mij bestemd. Ik heb onderzocht wat hoogbegaafdheid was en hoe deze leerlingen leren. Hierdoor heb ik kennis gemaakt met het belang van compacten en verrijken. Ook weet ik nu dat het belangrijk is dat ook deze leerlingen uitdagend materiaal op niveau krijgen aangeboden. Het tweede deel van mijn onderzoek was voornamelijk op mijn school gericht. Ik ben bezig geweest met het zoeken naar materialen die zij kunnen gebruiken voor hun hoogbegaafde leerlingen. Door deze materialen voor hen te zoeken kunnen zij hoogbegaafde leerlingen uitdagen met nieuw en moeilijker materiaal. Op deze manier heeft mijn onderzoek een bijdrage geleverd aan mijn ambitie en die van mijn school. De ambitie van mijn school was: Meer aandacht besteden aan de hoogbegaafde leerlingen. Zij hadden al gezorgd voor extra materialen en tijd voor deze leerlingen. Maar wilden in de klas meer voor de leerlingen betekenen. Doordat uit mijn onderzoek een internetpagina is gekomen met lesmateriaal die zij in de klas kunnen gebruiken, wordt er aan hun ambitie voldaan. Mijn ambitie was om alle leerlingen op school het niveau aan te bieden dat zij nodig hebben. Dit zal bijdrage aan het plezier waarmee de leerlingen naar school gaan en dat vind ik belangrijk. Doordat de leerlingen op mijn school nu onderwijs op maat krijgen, wordt er voldaan aan mijn ambitie. Dat het onderzoek ook bijgedragen heeft aan het onderzoeksdoel blijkt uit het behalen van het doel. Mijn onderzoeksdoel was:

Ik wil onderzoeken wat geschikt materiaal is om aan te bieden aan bovenbouw leerkrachten op mijn stageschool. Dit materiaal wil ik zo aanbieden dat de leerkrachten deze eenvoudig kunnen gebruiken voor leerlingen die uitdaging nodig hebben.

Tijdens mijn onderzoek heb ik uitgezocht hoe ik effectief materiaal kon herkennen. Hierdoor heb ik ervoor gezorgd dat het gebruikte materiaal effectief is. Door het zoeken naar een eenvoudig te hanteren site heb ik ook hieraan voldaan. De site heb ik ordelijk en daardoor overzichtelijk ingedeeld waardoor ook dit deel van mijn onderzoeksdoel is behaald. Hieruit blijkt dat mijn onderzoek heeft bijgedragen aan mijn onderzoeksdoel.

De student betrekt in zijn conclusie opvattingen van de collega’s op de werkplek.

De collega’s op mijn school waren vanaf het begin al enthousiast over mijn onderzoek. Zij gaven toen aan dat zij graag meer wilden betekenen voor de hoogbegaafde leerlingen. Zij gaven aan de leerlingen graag extra materiaal aan te bieden, maar dat zij niet wisten welk materiaal en dat zij hiervoor geen tijd hadden.

Page 46: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

46

Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik dat er een aantal sites met veel lesmateriaal voor hoogbegaafde leerlingen zijn. Ik denk daarom dat als de leerkrachten tijd hadden willen maken zij wel voor extra materiaal hadden kunnen zorgen. Mijn conclusie is dat de internetpagina goed werkt, omdat de leerlingen erg enthousiast over zijn. In de literatuur heb ik gelezen dat hoogbegaafde leerlingen veel gemotiveerd en uitgedaagd moeten worden. Dit gebeurd doormiddel van deze internetpagina. De leerlingen krijgen uitdagend materiaal aangeboden wat zij leuk vinden om te maken. Op deze manier zullen de leerlingen meer plezier krijgen in school en zich beter ontwikkelen. Dit maakt mijn onderzoek voor mij waardevol. Dat de leerkrachten hier hetzelfde overdenken was te merken aan de reacties na mijn presentatie. De leerkrachten waren erg enthousiast en benieuwd naar de werking van de site. Hierdoor heb ik het idee dat zij de internetpagina gaan inzetten in de klas en deze ook zullen bijhouden. Wel kwam ik erachter dat de leerkrachten nog weinig met compacten en verrijken hadden gewerkt (behalve als de methode dit aanbood). Ik had dit wel verwacht omdat Kathalein mij eerder in mijn onderzoek verteld had dat zij dit op de school geïntroduceerd had. Over het compacten en verrijken kreeg ik daardoor nog wel wat vragen na afloop van mijn presentatie. Maar deze heb ik gelukkig duidelijk kunnen beantwoorden, waardoor na afloop alles duidelijk was en iedereen enthousiast bleef.

De student doet aanbevelingen voor de situatie op de werkplek met betrekking tot het (verder) realiseren van de gezamenlijke ambitie.

De aanbevelingen die ik de school gegeven heb zijn: - Als het goed is zijn jullie allemaal bezig met het compacten en verrijken. Deze internet pagina is goed te gebruiken als verrijkingsmateriaal. - Wissel deze site af en toe af met de leerspelletjes die al op school aanwezig zijn. Zo houd je variatie en daardoor ook motivatie in de lesstof. - Zelf heb ik een briefje met de precies in te typen site bij de computer hangen. De leerlingen kunnen hierdoor zelfstandig met de internetpagina aan de slag. Ik vond dit lekker werken, omdat veel leerlingen naar me toe kwamen om de naam van de website te vragen. - Ik heb de leerlingen eerst even zelf laten rondkijken op de site. Op deze manier maakte de leerlingen kennis met de site en wisten ze snel hoe hij werkte en waar ze iets konden vinden. - Laat ook sterke leerlingen met de site werken op de vakgebieden waar zij in uitblinken

Samenvatting van de presenatie op de werkplek.

Vooraf aan mijn presentatie had ik mijn eindpresentatie voor gym. Deze liep uit waardoor ik voor het mooie iets te laat op mijn stage was. Ik had namelijk nog maar vijf minuten om mijn presentatie klaar te zetten. Desondanks begon ik rustig aan mijn presentatie. Ik begon te vertellen wat mij tot mijn actieonderzoek en daarbij mijn onderzoeksvraag had gebracht. Dit deed ik door te vertellen wat de ambitie van de school is en hoe mijn onderzoek daarop aansluit. Vervolgens ben ik een korte samenvatting van de literatuur gaan vertellen. Aan de reacties merkte ik dat veel leerkrachten niet wisten wat compacten en verrijken inhield. Dit had ik wel verwacht. Daarom ben ik iets langer stil blijven staan bij de uitleg hiervan. Ook heb ik verteld hoe hoogbegaafde mensen hun hoogbegaafdheid beleven. Dit is vaak niet zo positief. Daarom benadrukte ik dat uitdaging voor deze leerlingen extra belangrijk is. Dit was een mooi ezelsbruggetje naar de uitvoering van mijn onderzoek. Ik vertelde dat ik voor die uitdaging heb gezorgd door middel van het aanmaken van een website. Ik heb de leerkrachten de website laten zien. Daarbij hebben we gekeken naar de manier waarop de website

Page 47: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

47

werkt en hoe de leerkrachten de website in het vervolg zelf kunnen bijhouden. Daarna heb ik nog een aantal tips en aanbevelingen gegeven. Dit heb ik gedaan door te vertellen wat ik zelf in de klas doe en wat mijn ervaringen hierbij zijn. (Voor de aanbevelingen zie het vorige punt hierboven). De leerkrachten hadden na afloop nog wat kritische vragen die ik allemaal kon beantwoorden. Uit de vragen bleek dat de leerkrachten enthousiast waren. Na afloop van de presentatie kwamen een aantal leerkrachten naar mij toe om aan te geven dat zij mijn onderzoek goed vonden en het in de klas ook willen uitproberen. Zelf hoop ik dat de leerkrachten de site actief als verrijking gaan aanbieden en dat de leerlingen op deze manier meer uitdaging krijgen. Voor het beoordelingsformulier die mijn begeleider hierover heeft ingevuld. Zie bijlage 12.

Page 48: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

48

Page 49: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

49

Literatuur weergave:

Artikel: - Drent, Sylvia (2008), Hoe vrijblijvend is verrijkingsonderwijs?, slimdigitaal.nl. - Gerven, van Eleonoor (2008), Leerlijnen voor hoogbegaafde kinderen, slimdigitaal.nl. - Gerven, van Eleonoor (2008), Onderpresteerders, slimdigitaal.nl. - Gerven, van Eleonoor (2008), Slim diagnosticeren, slimdigitaal.nl. - Henkens, Dr. L.S.J.M. (2010), Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs”, Inspectie van het Onderwijs. - Houten, E.J (2005), Hoogbegaafde leerlingen onder orthopedagogische aandacht, Eldering, Interventies in de orthopedagogiek, bladzijde 66 t/m 79 - Klamer en Caminada (2010), Een slim kind in de knel, Het jonge kind. - Kuiper, Jan (2006), Beleidspan hoogbegaafdheid, slimdigitaal.nl. - Lamalas, Masesa(2007), Het Leonardo concept, Universiteit Utrecht. - Ronner, Sieuwke (2011), Een talent vol valkuilen, Psychopraktijk, nummer 2. - SON opleidingen (2008-2009), Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen. - Wolters, Pierre (2008), Wat kunnen we onze hoogbegaafde leerlingen bieden?, slimdigitaal.nl. Boeken:

- Van der Donk en van Lanen, Cyrilla en Bas (2011) ,Praktijkonderzoek in de school, Bussum, Coutinho.

- Meersman, Ann (2005), Hoogbegaafdheid in het basisonderwijs, ef & ef, bladzijde 67 t/m 123.

- Schoolsupport, Sterrenwerk, techniek, Abimo uitgeverij. Webpagina’s:

- http://www.eduratio.be/advocacy.html - http://www.leonardostichting.nl/overons.aspx - http://www.psychologiemagazine.nl/ - http://www.schoolsupport.nl/artikel.php?900

http://www.slo.nl/ - tule.slo.nl - http://www.hoogbegaafdvlaanderen.be/06_HB_op_school/materiaal/kenmerkenmateriaal.

html - http://www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com/ - http://www.mijneigenproject.nl/1---kiezen--plannen.html - http://www.blijfwijs.nl/webshop/Hoogbegaafdheid - http://www.schoolsupport.nl/Basisonderwijs/Hoogbegaafdheid/QUIZ+IT!+Junior - http://www.schoolsupport.nl/Basisonderwijs/Hoogbegaafdheid/QUIZ+IT! - http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/talent/hoogbegaafdheid/voorbeeldmat/ - http://hoogbegaafd.yurls.net/nl/page - http://www.acadin.nl/leeractiviteiten/aanbod - http://www.jufjo.nl/pagina2.html

Page 50: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

50

Bijlage 1:

Page 51: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

51

Bijlage 2:

Literatuur die ik ga bestuderen: Totaal aantal bladzijdes en tijd:

Draagt bij aan het beantwoorden van de volgende deelvragen:

Drent, Sylvia, 2008, Hoe vrijblijvend is verrijkingsonderwijs.

4 bladzijde, 30 minuten

7, 8 en 10

Gerven, van Eleonoor, 2008, leerlijn voor hoogbegaafde kinderen

3 bladzijde, 30 minuten

5

Gerven, van Eleonoor, 2008, onderpresteerders

7 bladzijde, 1 uur 2, 3 ,4 en 7.

Gerven, van Eleonoor, 2008, Slim diagnosticeren

9 bladzijde, 1 uur en 30 minuten

3, 8 en 10

Hoogbegaafdheid, onze zorg voor talent, SON opleidingen 2008-2009

86 bladzijde, 14 uur 1, 2, 3, 7 en 8

Klamee en Caminada, Mercella en Greet, 2010, Een slim kind in de knel.

2 bladzijde, 30 minuten

1, 2 en 3

Kuiper, Jan, 2006, Beleidsplan hoogbegaafdheid.

6 bladzijde, 1 uur 8

Lamalas, maseda, 2007, Het Leonardo concept.

18 bladzijde, 3 uur. 1,5,6 en 9

Henkens, Dr. L.S.J.M, 2010, Het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs

14 bladzijde, 2 uur 1 en 8

Meersman, Ann, 2005, Hoogbegaafdheid in het basisonderwijs.

56 bladzijde, 9 uur 1, 4, 7 en 8

Ronner en Nauta, Sieuwke en Noks, 2010, Een talent vol valkuilen.

1 bladzijde 1,2 en 3

Schoolsupport, Sterrenwerk, techniek, Abimo uitgeverij.

24 bladzijde, 4 uur 6, 8 en 10

Wolters, Pieter, 2008, Wat kunnen we onze hoogbegaafde leerlingen bieden?

5 bladzijde, 1 uur 8

http://www.eduratio.be/advocacy.html 2 webpagina’s, 30 minuten

1 en 3

http://www.leonardostichting.nl/overons.aspx 6 webpagina’s, 1 uur 9

http://www.psychologiemagazine.nl/ web/Artikelpagina/Profielen-van-hoogbegaafde-leerlingen.htm

2 webpagina’s, 30 minuten

1, 2 en 8

http://www.schoolsupport.nl

12 webpagina’s, 2 uur

6, 8 en 10

Tule.slo.nl 6 webpagina’s, 1 uur 5

Page 52: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

52

Totaal aantal bladzijdes: 244 Totaal aantal uren: 43 uur

Page 53: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

53

Bijlage 3: Praktische deel

Onderzoeksinstrumenten die ik inzet op mijn stageschool:

Bij wie ga ik de onderzoeksinstrumenten inzetten?

Draagt bij aan het beantwoorden van de volgende deelvragen:

Interview/bevragen ‘Deskundige’ leerkracht. 10 en 11

Interview/bevragen Collega leerkrachten 10 en 11

Interview/bevragen Internbegeleidster 10 en 11

Interview/bevragen R.K. basisschool de Schelp 8

Interview/bevragen De Leonardo school 9

Interview/bevragen Het OBD 5, 6, 7 en 8

Observeren van de kinderen De hoogbegaafd geteste leerlingen. 10 en 11

Page 54: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

54

Bijlage 4: Interview Peter als begeleider hoogbegaafdheid: 1: Begeleidt u leerlingen die hoogbegaafd zijn? Of leerlingen met een ontwikkeling voorsprong? Ja ik begeleidt twee leerlingen uit groep 7 en 8. De ene leerling is gemotiveerd en wil graag van alles doen. De ander moet je echt aan het werk zetten en blijven motiveren. 2: Hoeveel uur per week gebeurt dit? Ik doe dit één keer in de week ongeveer een uurtje. 3: Wat doet u met hoogbegaafde leerlingen? Voor de ene leerlingen heb ik één boekje aangeschaft. Dit boekje is van de methode Sterrenwerk. Een methode speciaal voor hoogbegaafde leerlingen. Ik heb de leerling gevraagd wat hij wilde leren. Het leek hem leuk om iets met techniek en scheikunde te doen. Ook aan de andere leerling heb ik gevraagd wat hij leuk vond om te leren. Hij wist het nog niet precies, maar kwam even later aan met een boekje om chinees te leren. Dit boekje heb ik voor hem gekocht en hier zijn we nu mee aan het werk. Wat ik ook wel eens doe, is de leerlingen vragen stellen waardoor zij gemotiveerd worden om na te denken. Bijvoorbeeld: Hoe zal een stopcontact werken? Hierop blijf ik dan doorvragen. Als zij een antwoord niet weten, zoeken we het op internet. Op deze manier wil ik een vragende en probleemoplossende houding creëren. 4: Hoe komt u aan uw materiaal voor deze begeleiding? We hebben één boekje uit de methode sterrenwacht. Ik ben opzoek gegaan naar een methode voor hoogbegaafdheid. Deze boekjes zagen er uitdagend in interessant uit. Het boekje om Chinees te leren, kwam de leerling zelf mee. Deze heeft hij gevonden via een boekensite en ik heb het boekje voor hem bestelt. De vragen naar de werking van objecten om ons heen, bedenk ik zelf. Ik blijf door vragen, waardoor de leerlingen informatie gaan opzoeken. Hierdoor leren zij een onderzoekende houding aan te nemen. Daarbij leren zij ook de informatie die zij opzoeken. Extra aanvulling: De leerlingen die boven het groepsgemiddelde scoren krijgen binnenkort ook weer lessen Spaans. Dit geeft een ouder die Spaans spreekt.

Page 55: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

55

Bijlage 5:

Page 56: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

56

Bijlage 6:

Vraag 1:

Zijn er kinderen waarvan u weet dat zij hoogbegaafd zijn?

Vraag 2: Zijn er kinderen in de klas waarvan u vermoed dat zij hoogbegaafd zijn?

Vraag 3: Wat doet u (per vak) met de leerlingen die boven het groepsniveau scoren?

Vraag 4: Doet u aan compacting of verrijking?

Vraag 5: Gebruikt u extra lesmateriaal voor de leerlingen die boven groepsniveau presteren? Ja? Hoe komt u aan dit materiaal?

Vraag 6: Heeft u nog aanvullende opmerkingen? Dan kunt u die hier plaatsen.

Antwoord Leerkracht A Groep 5.

Ja. L. Nee Spelling: Maken werkstuk. Rekenen: methode biedt voldoende uitdaging. Taal: Meteen de opdracht maken. Uitleg is meestal niet nodig.

Extra uitdaging door donderdag middag een project op te zetten met ‘lotgenoten’.

Nee we gebruiken het materiaal welk aanwezig is op school. Wel computerprogramma’s.

Waarom wordt er zo weinig gekozen om de ll. Halverwege het schooljaar over te plaatsen naar de volgende groep.

Antwoord Leerkracht B Groep 1/2

Nee Nee Extra uitdaging in de kring met moeilijkere vragen. Tijdens spelen en werken doen ze moeilijkere spelletjes.

Verrijking via moeilijkere opdrachten.

Uit onze groepskast kies ik moeilijkere werkjes (piccolo, weektaak, rekenspelletjes, letterkwartet enz.). Soms leen ik wat van groep drie.

-

Antwoord Leerkracht D Groep 7/8

Ja. S. Nee. Wel 1 jongen die heel intelligent is.

Goed gelezen en rekenen met groep acht. Topo maakt hij van 2 vakken. Iets extra’s wil hij niet.

Nee. Wel een beetje verrijking door op een hoger niveau te werken.

Nee. Ik zou wel een map willen waarui ik kant- en- klare materialen zou kunnen pakken.

Antwoord Leerkracht H Groep 6/7

Nee. onbekend

Nee Extra werk in de weektaak. Dit kan

Compacting en verrijking in

Nee. -

Page 57: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

57

rekenen, stellen, taal of begrijpend lezen betreffen. De rekenmethode (Alles telt) biedt extra uitdaging.

rekenmethode. Verrijking in taal en spelling.

Antwoord Leerkracht K Groep 6

Nee. Een vermoeden van hoogbegaafdheid.

Extra werk, gericht op het vak dat geoefend wordt. Tegemoet komen aan eigen interesses. Bijv. werken met naslagwerken, documentatiecentrum. PowerPoint presentaties verzorgen.

Compacting: Taal en rekenmethode geven daartoe de gelegenheid.

Computer en werkboekjes van verschillende uitgeverijen voor hele goede leerlingen.

We zouden hier op school nog meer werk van kunnen maken. Meer lijn in aan kunnen brengen, zodat het een en ander door loopt in verschillende groepen. Er kan beslist nog meer werk van gemaakt worden op onze school. Extra bezig zijn met natuurkundige verschijn selen of taalcursussen

Antwoord Leerkracht L en N Groep 3

Nee. Nee. Lezen: Zonkinderen, Bolleboosleesboekjes. Rekenen: Extra stof methode. Extra verwerkingsmaterialen bijv. moeilijkere puzzels. Werkbladen van internet.

Geen compacting. Verrijking: Zie boven (methode).

Internet/ Methode.

Groep 3 moeten de structuur ‘leren’ schrijven vaak sowieso/ rekenen bepaalde stappen gedaan hebben.

Antwoord Leerkracht R Groep 4.

Nee. Maar wel zijn er een paar heel slim.

Ja Rekenen: Zij maken opdr. ‘verder’ als zij klaar zijn. Zij mogen na een korte

Nee. Dat is mij afgeraden om dat aan begin groep vier te doen.

Ja. Zelfstandig werkspellen kunnen op moeilijk niveau

Spelling. Spelen met spellen. Tweede helft van het jaar: Computer

Page 58: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

58

uitleg aan het werk. Zij maken wel alles. Taal: Als zij klaar zijn: steropdrachten. Verder nog Mini informatie. Zelfst. werk spellen op hun niveau.

i.v.m. basis. Misschien eind groep vier.

worden gespeeld. Verder gebruiken wij voor rekenen spiegels enz.

inzetten. Project/ werkstuk maken.

Antwoord Leerkracht T Groep 8.

Niet officieel Ja Rekenen: plusschrift. Voor de rest niet echt.

Ja, rekenen alleen plusopdrachten ook minder werk.

Topklassers (besteld). Computer: Webpaden, werkstukken,

Veel succes met het onderzoek. We kunnen het volgens mij goed gebruiken.

Antwoord Leerkracht W Groep ½

Nee Nee De opdrachten moeilijker maken. Opdrachten zoeken op het goede niveau. Veel zelfstandig laten werken. Met meer uitdaging. Voldoen aan de vraag van het kind.

Verrijking > lezen. 2

e

leerlijn groep 3 aanbieden.

We gebruiken het materiaal wat we hebben maar maken opdrachten moeilijker.

Ik vind het moeilijk om bij kleuters te constateren dat ze hoogbegaafd zijn. Sommige kinderen zijn verder in hun ontwikkeling dan leeftijdsgenootjes. Is dat hoogbegaafd of slim?

Page 59: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

59

Bijlage 8:

Interview internbegeleiders en Joop: 1: Begeleidt u leerlingen die hoogbegaafd zijn? Of leerlingen met een ontwikkeling voorsprong? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 2: Hoeveel uur per week gebeurt dit? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3: Wat doet u met hoogbegaafde leerlingen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4: Hoe komt u aan uw materiaal voor deze begeleiding? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Extra aanvulling: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Gesprek Sandra (internbegeleider onderbouw) Hallo Sandra. Mag ik u iets vragen? Hoi Kim. Ja natuurlijk mag dat. Wat wil je weten? Ik doe een onderzoek naar hoogbegaafdheid en vroeg me af of jullie ook betrokken zijn bij deze leerlingen. Oh leuk. Wat onderzoek je precies? Ik ehh, heb met Peter overlegd dat ik opzoek ga naar materialen waar deze leerlingen mee kunnen werken. Oké. Ja ehhh. Ik weet niet of wij je dan kunnen helpen. Wij signaleren eigenlijk alleen. En ehh, daarna worden ze door Peter begeleidt. Dus ehh, Wat wij doen heeft eigenlijk niets met jou onderzoek te maken. Oké. En dat signaleren hoe gaat dat in zijn werk? De leerkracht denkt dat de leerling hoogbegaafd is en jullie testen dat? Ja inderdaad. Als je meer wilt weten heeft Corrie een boekje hierover. Daar kun je alles in lezen. Oké dan zal ik die aan haar vragen. En ehh voor Jannie en Joop geldt hetzelfde toch? Ja, Jannie signaleert ook alleen. En Joop ehh. Werkt alleen met de ehh zwakkere leerlingen. Oké bedankt. Maar vragen heb ik niet. Succes.

Page 60: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

60

Bijlage 9: Interview de Schelp Ik heb gehoord dat u een beleid heeft opgesteld voor hoogbegaafdheid. Zou ik die mogen inzien? Ja ehh, niet alleen voor hoogbegaafde maar meer voor kinderen met een ontwikkeling voorsprong. ehh, in het beleid staat niets bijzonders. Ik kan je wel vertellen wat er in staat. Als dat zou kunnen graag. Ehh, ja, ehh, Nou wij werken in de klas met hoogbegaafdheid door te compacten en te verrijken. Verder doen we niet zo heel veel extra. Oké. Door middel van welke materialen verrijkt u? Ehh, In onze rekenmethode wordt beschreven welke stof wij kunnen weglaten. En ehh, zitten er extra opdrachten bij die de plus kinderen dan maken. Met taal zijn we bezig met een ehh nieuwe methode om aan te schaffen. Daarbij houden we rekening met de verrijking. Oké doen jullie verder nog meer aan hoogbegaafdheid? Verder geven we alleen nog Spaanse les. Dit doen we met alle leerlingen met een ontwikkeling voorsprong. Oké bedankt. Voorlopig weet ik even genoeg. Mocht ik nog meer vragen hebben, mag ik dan een nieuwe afspraak maken? Ja natuurlijk mag dat. Oké hartelijk bedankt.

Page 61: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

61

Bijlage 10: Interview OBD Met het OBD heb ik een telefonisch contact gehad. Zelf wilde ik graag een afspraak maken om langs te gaan. Maar dit was niet mogelijk. Vandaar dat we gekozen hebben voor telefonisch contact. Hallo u spreekt met Kim Karels. Ik ben op zoek naar Sonja Borgsteden. Hallo. Ik zal even voor u kijken. … Ik zal u door verbinden. Bedankt. Hallo met Sonja. Hallo met Kim Karels. Ik doe een onderzoek naar hoogbegaafdheid op de basisschool. Mag ik u daar een paar vragen over stellen? Ja dat mag. Oké Eerste vraag: Ik ben opzoek naar verschillende les materialen voor hoogbegaafde leerlingen. Klopt het dat ik die bij jullie kan inkijken? Wat is de bedoeling van je onderzoek? Ga je hem zelf uitvoeren? Het is de bedoeling dat ik het uitvoer en het daarna presenteer aan de leerkrachten op mijn stageschool. Zodat zij het eventueel verder kunnen uitvoeren. Ohw, nou het is belangrijk dat alle leerkrachten eerst hoogbegaafdheid kunnen herkennen. Als je het niet kan herkennen en er niet mee om kan gaan. Kun je de materialen ook niet hanteren. Ik snap wat u bedoelt, maar ik weet dat een van de leerkrachten op school al eerder een onderzoek hiernaar heeft gedaan. En dit ging inderdaad over wat hoogbegaafdheid is en het compacten en verrijken. Dat is inderdaad wel nodig. Er zijn veel materialen voor hoogbegaafdheid. Ik kan zo niet vertellen wat jij moet gebruiken. Nee dat snap ik. Maar hebben jullie een bibliotheek of zoiets waarin deze methoden staan en dat ik dat kan opzoeken? Ja dan moet je naar het OIC, Onderwijs informatie centrum. Daar staat een bibliotheek met materialen. En eeh anders heb je nog de leermiddelengids hoogbegaafdheid op het slo. Weet je dat te vinden? Ja daar kom ik vaker. Oké dan moet ik nu weer verder met het werk. Of had je nog vragen? Nee hoor is goed. Maar als ik nog een vraag heb, kan ik dan bellen? Ja hoor is wel goed. Oké bedankt.

Page 62: ‘Een actieonderzoek wat uitgevoerd is in het kader van de ... · De student geeft vanuit de uitgevoerde acties antwoord op de onderzoeksvraag. 43 De student maakt een koppeling

Kim Karels 80087 L44

09-10-2011 Actie onderzoek

62

Bijlage 11:

Leerling S komt binnen en gaat met zijn spullen aan de tafel zitten. Hij praat wat met Peter. Dan komt leerling R binnen. Hij loopt naar de computer en start deze op. ‘Wat gaan we doen meester?’ Vraag hij. Peter legt uit dat ze eerst iets moeten onderzoeken voor hem. Hij geeft ze een papiertje waarop een opdracht staat. Namelijk: “Zoek bewegende beelden van het diepste punt van de aarde waar een mens is geweest”. Leerling R start gelijk het internet op en typt steekwoorden uit de vraag in op Google. Leerling S blijft nog zitten en leest de vraag door. Dan kijkt hij vragend naar Peter. Die vraagt hem hoe hij dat zou kunnen opzoeken. ‘Op de computer’ antwoordt deze. Waarop Peter reageert: ‘Nou zoek het maar op dan’. Leerling S loopt naar de computer toe. Op dat moment zegt leerling R dat de computer zo traag is en dat hij dat irritant vindt, omdat hij het antwoord eerder wil weten dan leerling S. Leerling S reageert daarop door snel naar de computer toe te lopen en de zoekwoorden in te typen in Google. Beide leerlingen zijn nu druk aan het zoeken op Google. Ze proberen veel verschillende zoekwoorden uit om het antwoord te vinden. Leerling S klikt een aantal sites aan, waarna hij er één blik opwerpt en deze gelijk weer sluit. Leerling R klikt ook een aantal sites aan maar zoekt daarbij ook nog verder op die geopende sites. Na tien minuten hebben beide leerlingen het antwoord gevonden. Peter vraagt de leerlingen op welke manier zij de informatie gevonden hebben. Leerling R laat de beelden zien die hij gevonden heeft. Ook zoekt hij daarbij andere beelden op om zijn bevestiging te onderbouwen. Leerling S verteld over alle informatie die hij gevonden heeft en hoe hij uiteindelijk bij de bewegende beelden terecht kwam. Na deze opdracht gaan de leerlingen verder met hun eigen werk. Dit bestaat voor S uit een werkboekje Chinees. En voor R uit een werkboekje scheikunde. Peter loopt langs de leerlingen. Hij kijkt wat zij aan het doen zijn en vraagt hen wat zij afgelopen week uitgevoerd hebben. Leerling R heeft verschillende lessen gedaan. Leerling S laat horen wat hij vorige week geleerd heeft. Peter vraagt aan hem wat hij afgelopen week dan heeft gedaan. S antwoord dat niets aan zijn Chinees heeft gedaan. Peter vraagt hem dit aankomende week wel te doen. Daarna mogen de leerlingen terug naar de klas.