Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Bij kennismaken eerste bijeenkomst
1. Ja/nee-‐spel (30 min)
Doel: -‐ Nadere kennismaking (achtergrond) -‐ Aftasten en bespreekbaar maken van de thema’s van MSJ -‐ in kaart brengen van eerste reacties van deelnemers op de thematiek van MSJ Materiaal: tape, groen vel papier met JA, rood vel papier met NEE Tijd: 15 minuten Werkwijze: Maak een lijn op de vloer met tape en leg links van de lijn een groen vel met JA en rechts een rood vel met NEE. Vertel de kinderen dat je ze een aantal stellingen geeft waarop ze ja of nee kunnen antwoorden. Vraag ze in het juiste vak te gaan staan. Stellingen -‐ Ik ben een meisje -‐ Ik ben een jongen -‐ Ik heb lang haar -‐ Ik ben sterk -‐ Ik ben meestal wel lief -‐ Ik ben druk -‐ Ik houd van: Bloemen; natuur ; schaatsen ; voetbal -‐ Ik heb een zusje / broertje -‐ Ik heb donkere ogen -‐ Ik schrijf met mijn linker (recjhter) hand -‐ Ik ben langer dan 6 maanden in Nederland -‐ Ik voel mij gezond (Niet ziek) -‐ Ik slaap altijd goed / veel wakker -‐ Ik heb vrienden / vriendinnen op het centrum -‐ Ik vraag hulp als ik probleem heb -‐ Ik durf geen hulp te vragen -‐ Ik kan (al) goed nederlands praten -‐ Ik kan goed in mijn moederlandtaal spreken -‐ Ik luister meestal naar mijn moeder / vader -‐ Ik weet wat ik later wil worden -‐ Ik weet wat ik doe als ik de loterij win -‐ Ik wil later studeren. -‐ Ik heb veel ruzie met andere kinderen -‐ Bespreekpunten: Vraag na elke stelling enkele kinderen kort te reageren op hun keuze. Waarom zijn zij het met de stelling (on)eens? Hoe zit dat bij de andere kinderen? Vul zelf eventueel aan met stellingen of laat de kinderen dat zelf doen als daar animo voor is, let op dat deze positief geformuleerd zijn. Max 15 stellingen ivm de tijd Opmerkingen: Deze oefening is bedoeld om reacties uit te lokken over verschillende onderwerpen die in MSJ aan bod komen. Hoe denken de kinderen daarover? Wat willen ze daar al over kwijt?
Bij RET Oefenen met RET (in de groep) Hoogtevrees of spinnenangst zijn goede voorbeelden om kinderen uit te leggen hoe RET (de 5 G’s) werkt. Dat er ook andere situaties zijn waar het kan helpen: “TOT 10 te tellen”. Als je je gestrestst voelt of veel problemen hebt of ongeduldig bent kan het zijn dat je meteen reageert op je eerste emotionele reactie. Soms gebeurt er echter wat anders dan waar je in eerste instantie bang voor bent. Wij gaan wat voorbeelden bedenken met elkaar. Aanwijzing voor trainers: Thema’s die hier zinnig zijn om te behandelen zijn de problemen die gesignaleerd worden door school; coa etc. Agressie onder elkaar; pesten; Hoogtevrees: Wie heeft dat ook? Wat voel je? Wat denk je allemaal? Gebeurtenis
Je staat boven aan een hangbrug over een ravijn
Nadat je met jezelf in discussie bent gegaan: Kloppen mijn believes? Waar of niet waar of te controleren???
Jij gelooft: denkt -‐ -‐ -‐
Nu denk je: -‐ -‐
Wat doe je (gedrag)
Discussie met jezelf Spinnenangst Er zit een grote spin boven je bed
Jij gelooft: denkt -‐ -‐ -‐
Wat doe je (gedrag)
Steeds vechten met andere kinderen. Je loopt op het centrum en iemand zegt tegen jouw: “Wat doe jij hier?”
Discussie met zelf:
Jij gelooft: denkt -‐ Hij heeft de pik op mij, hij probeert mij te
Hij vraagt eigenlijk alleen: wat kom je doen? Misschien denkt hij dat ik m’n broertje zoekt
pesten -‐ Ik ben al zo moe (slecht geslapen) kan ik nu niet van hem hebben -‐ Zie je wel ze hebben allemaal de pest aan mij -‐ ze weten niet half hoe zwaar ik ’t heb -‐ Ik moet niet over mij heen laten lopen -‐
en wil hij helpen. (zag net je broertje lopen) Ik kan beter eerst uitzoeken wat hij bedoelde. Dan kan ik pas echt reageren.
Gevoel: Boos;kwaad; te grote stress Moet bijna huilen van boosheid
Misschien hoef ik helemaal niet boos te worden omdat hij heel wat anders bedoelde met zijn vraag.
Gedrag: Voel mij erg boos worden en ga vechten.
Pesten Zo’n grote jongen zegt elke keer dat je…….
Jij gelooft: denkt -‐ -‐ -‐
Wat doe je (gedrag)
Tandarts Je gaat in de stoel zitten bij de tandarts en je hoort de tandarts een paar keer erg zuchten.
Jij gelooft: denkt -‐ -‐ -‐
Wat doe je (gedrag)
Identiteit: (de oefening : “teken een held uit jouw omgeving of een tekening van jezelf als held,” is naar hoofdstuk 7 verplaatst.)
Bij “de normale reactie op abnormale situatie: heb ik allerlei problemen benoemd die steeds “erger” worden. Vraag kinderen of (en wanneer dan) dit normaal is. Leg verder uit (educatie) hoe het (kan)zit(ten)
Wat is normaal, wanneer
Deze situaties klachten op kaartjes zetten en de mening van kinderen vragen. Wanneer is “dit 9lees voor), normaal” (en waarom denken jullie dat. Uitgebreide psycho educatie en voorlichting.
Leg uit dat het kan gaan over: Emotioneel Lichamelijk Sociaal Hoofdpijn (Als je je kop gestoten hebt)
Hoofdpijn (Als je problemen stress hebt)
Alleen maar in bed liggen vanwege migraine.
Buikpijn / Rugpijn (doctoren kunnen niets vinden)
Af en toe een biertje drinken (Te) veel drinken Alle dagen drinken ongeduldig Te snel boos Agressief schrikachtig bang angstig slordig ongeconcentreerd Niet kunnen
concentreren Slecht slapen
Snel huilen Veel verdriet hebben Alleen maar huilen Dipje: als je een onvoldoende op school hebt gehaald maar je had wel geleerd.
Als je geen eigen huis hebt en zo (Down)
Depressief omdat je geen huis hebt
Piekeren over vroeger Nadenken over vroeger Nachtmerries over vroeger
Een dagje niet kunnen opbrengen iets leuks met de kinderen te doen
De zorg over de kleintjes aan je oudste dochter overlaten.
Ongeduldig en Altijd maar boos op de kinderen.
Geen zin hebben in niets Lusteloosheid Dipje Somber depressief Bang dat kinderen wat zal overkomen. Kinderen mogen niet alleen fietsen
Kinderen mogen niets zelfstandig
Kinderen voortdurend in het zicht houden. Mogen niet buiten spelen
Terug getrokken Niemand willen zien Jezelf opsluiten in je kamer
Niet met de kinderen naar ouderavond gaan
Niet naar anderen toegaan
Niet voor jezelf kunnen zorgen
Af en toe alleen willen zijn Te veel alleen weinig met vrienden zijn
Geïsoleerd eenzaam
Niet meer weten hoe het verder moet
Hulpeloos voelen Radeloos in paniek over toekomst
Weinig vrienden hebben Nooit vrienden hebben, of veel ruzie met vrienden maken
Af en toe te veel eten Vooral veel eten als je spanning hebt
Te veel eten te weinig bewegen omdat je down bent.
Af en toe te weinig eten geen honger
Dagelijks te weinig eten geen zin in eten (geen honger: lusteloos)
Een keertje moeten nablijven Bijna elke dag moeten nablijven op school
Slecht cijfer op school halen , wel Slecht cijfer halen omdat Niet op schoolwerk
goed geleerd je niet goed geleerd hebt (hebt alleen maar televisie gekeken)
kunnen concentreren
Weinig geduld hebben met anderen
Heel snel Geïrriteerd zijn Agressief naar anderen
Geen hulp durven te vragen
Wantrouwend naar alle instanties en school
Ook buren niet vertrouwen (hoe zie je dat wel goed is?)
Springen in waar nodig
Zorgen voor ouders en brusjes als dat moet.
Ouders hebben te veel problemen om goed voor kinderen te kunnen zorgen.
Belangrijkste signalen bij kinderen na trauma of overmatige stress: Hoe zie je dat ‘t eerst Wat kan je doen? Slechte concentratie rusteloosheid leerproblemen Angst Lichamelijke pijnen Agressie Depressie Regressie slaapproblemen onderdeel: troostspel Wat kan je er aan doen? Doel: Zie Troostspel. Materiaal: “Probleem kaartjes” zoals hieronder voorbeelden. Knip ze uit en verzamel ze in een zak waaruit kinderen er een mogen trekken. Kijk na het maken van het stress-‐net (2de bijeenkomst) of je er nog een paar actuele bij kunt maken. Wel enigszins anonimiseren.
-‐
Werkwijze: Zie beschrijving hieronder.
Uit: “spelen om problemen op te lossen” Bernd Badegruber.
Voorbeelden troostspel Ik probeer al paar dagen met een ander kind iets af te spreken om samen te spelen, maar het lukt niet. Zij/hij loopt na school snel naar huis. Misschien wil zij/hij niet met mij spelen?
Ik probeer al paar keer met mijn ouders iets te regelen voor het samenspelen met een vriend/ vriendin, maar mijn ouders zeggen iedere keer “oh ja, dat komt nog, nu even niet”.
Ik eet al dagen niet goed op school. Ik vind mijn brood niet lekker, ik ben bang daarover iets aan mijn ouders te zeggen, anders worden ze boos.
Er is een kind die mij steeds haar nieuwe spullen laat zien, ik wil ook graag zulke leuke spullen….ik kan er niet meer tegen…
ik wil graag op voetballen maar heb geen voetbalschoenen. Daarom mag ik niet meedoen.
Ik wil graag met andere meisjes spelen. Maar ik moet altijd op mijn broertje passen.
Ik heb een keer per ongeluk een vulpen meegenomen. Nu roept iedereen dat ik een dief ben
Mijn vader drinkt soms te veel. Andere kinderen vertellen steeds dat ze mijn vader weer dronken hebben gezien. Ik schaam mij zo.
Ik zit pas twee maanden in deze klas omdat wij net verhuisd zijn. Ik heb nog steeds geen vrienden. Ik voel mij zo alleen.
Als iemand in de klas iets uit haalt, krijg ik altijd de schuld. De juf denkt dat ook altijd. Ik weet niet meer wat ik kan doen.
Aan tafel probeer ik gezellig te doen, ik haal grapjes uit met mijn broertje/zusje om mijn ouders op te vrolijken, maar ze reageren weer boos….pfff.
Ze noemen mij steeds “dikzak” omdat ik 10 kg te dik ben. Ik zou het liefst niet meer naar school willen of weg lopen.
Ik haat…..zij/hij zegt steeds tegen mij “wij gaan lekker uit het AZC naar een huis en jullie lekker niet”.
Soms krijg ik het erg warm als iemand naar mijn vluchtverhaal vraagt, dat lijkt alsof die gene mij overhoort. Ik heb ze toch alles verteld/mijn ouders hebben het toch al verteld.
Print de bijlage uit en maak er een kaarten van
Wensboom. Het kan leuk zijn een echte wensboom te maken die in de ruimte staat/hangt. Hier kunnen kinderen een briefje met een wens / hoop in ophangen. Je kan deze ook op een later moment bespreken om te kijken of je invloed kunt uitoefenen op het uitkomen van de wens (Droom)
Nog mooier zou zijn als er een echte boom geplant kan worden. De wens en hoop-‐boom op een centrale plek op het centrum die ook een bredere functie kan krijgen. Sponsoring zou gezocht moeten worden)
7de bijeenkomst
Leren jezelf te helpen. Mijn krachten (HeroBoek) 7de bijeenkomst toegevoegd: hoe gaan wij alle thema’s doorlopen kijken wat men geleerd heeft: -‐ herhaling van al het geleerde, evalueren van wat je eraan gehad hebt (door het
heroboek door te lopen met elkaar en te bespreken.
Daarna ook de helden tekeningen als een soort triomf / kers op de taart jezef als Held tekenen en beschrijven. Het doel van de bijenkomst Mijn kansen (hoe staat het met je doel, wat is je gelukt, wat heb je verder nog nodig, waar wordt je sterk en blij van) -‐ herhaling van al het geleerde, evalueren van wat je eraan gehad hebt (door het
heroboek door te lopen met elkaar -‐ doelen toekomst concreet maken (dit moet nog verder uitgewerkt worden naar
aanleiding van de Training van trainers en pilot!
Plaats in het geheel van bijeenkomsten. (Volgend op of tenminste voor….) Aan de hand van het eigen heroboek wat kinderen gemaakt hebben, lopen wij alle thema’s nog eens langs en vragen wij kinderen of ze dat nog een keer herkend hebben, of meegemaakt en wat hebben jullie toen gedaan? Overzicht van alle thema’s die behandeld zijn en kijken wat jij er eigenlijk aan hebt gehad of in de toekomst nog hebt. Weet je nu wat je er aan hebt? Weet je nu wat je kan doen
Teken jezelf als een held of beschrijf/teken Iemand die een held voor jou is
5: Oefenen (10 min) Oefenen
“Mijn Held” of “De Held in mij” Alternatieve werkvorm (in Pilots beide uitproberen Evaluatie achteraf)
Opdracht: Teken en beschrijf de held(en) in jouw leven: Bespreek in de groep wat een held in jouw leven kan betekenen / helpen voor jouw.
-‐ Oefening “Wie zijn jouw helden?” De jongeren gaan na wie hun helden zijn. Daarbij bepalen of zij eigenschapen die deze helden ook bezitten ook eigenschappen zijn die zij hebben of willen.
-‐ (voorbeeld in powerpoint)
De Held in mij!!!!
Alternatief: De groep over jouw als held!!!!!!! Wel bewaken dat het positief blijft!!
7: Evaluatie (10 min) 8: Energizer afsluiter (5 min)
Rituele verbranding/symbolisch afscheid nemen Een manier om afscheid te nemen van belemmerende gedachten, emoties is middels de rituele verbranding oftwel het symbolisch afscheid nemen van die overtuigingen of emoties die je op dit moment in je leven niet helpen. Het gaat er niet om te vergeten, maar om er met meer afstand naar te mogen kijken en jezelf voor te kunnen houden dat je er anders naar kunt kijken. De oefening gaat als volgt : Schrijf jezelf een brief waarin je die ervaringen/situaties in het verleden voor jezelf beschrijft en waar je tegelijkertijd afscheid neemt van de manier waarop je toendertijd mee om bent gegaan. Wellicht neem je een aantal beperkendeovertuigingen mee in je brief en beschrijf je de emoties die je in dit verband nie t meer wilt voelen. Wat je beschrijft in de brief staat je vrij. Het gaat er om dat het die zaken zijn die voor jou belangrijk zijn en die jij wilt veranderen (of minder zorgen over wenst te maken).Als je klaar bent met de brief zoek je een plek op waar je hem kunt verbranden en met deze verbranding neem je letterlijk afscheid. Sommige mensen nemen er een goed glas wijn bij om het te vieren. Kijk tijdens het schrijven en tijdens het verbranden wat er met jezelf gebeurd, wat wordt je jezelf gewaar? Hoe voel je je? Wat denk je erbij?
‘Six Part Story Making’ Structure If your looking for a simple story structure to use to develop fabulous stories, try this six part story making structure. It was developed from traditional Russian Folk Tales.
1. A main character. 2. A task or problem to be coped with. 3. Things that help the character cope. 4. Things that cause the character more difficulty. 5. How the character copes with the task or problem. 6. What happens after the problem is dealt with.
It’s a nice concise structure which can be used with any themes and relate to life stories or make believe stories. Here it’s been changed to Journeys.
1. Create a character. 2. Give your character a location they need to get to. 3. What things could help your character to reach it’s destination? 4. What obstacles or challenges could hinder your character on it’s journey? 5. How does your character complete the journey? 6. What is your characters reward for successfully reaching their destination?
.
Give it a go and see what magic you can create!
Photo from the ‘Young, Gifted and Talented Summer School’ Storytelling Project.