Upload
others
View
7
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
159Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 9 EENVOUDIGE VRAGEN I.V.M. SNELHEID OPLOSSEN
a Bereken de afstand, de tijd of de snelheid in km/uur.
1 Een springbok haalt een gemiddelde snelheid van 80 km/uur.Hoelang doet zo’n bok over 20 kilometer?
:
2 Papa wandelde 20 minuten over een afstand van 2 kilometer.Wat is zijn gemiddelde snelheid per uur?
×
afstand 80 km 20 km afstand 2 km km
tijd 1 uur
(= min.)
min.tijd
20 min. 1 uur
(= min.)
: ×
3 Finn maakt een vliegreis van 3 uur. Het vliegtuig haalt gemiddeld 1 000 km/uur. Welke afstand legt Finn af?
×
afstand km km
tijd uur uur
×
4 Een helikopter haalt een gemiddelde snelheid van 300 km/uur. Hoe ver vliegt de helikopter in een halfuur?
5 Wielrenner Arthur daalt tegen 120 km/uur de berg af. Hoelang fietst hij over een afdaling van 6 kilometer?
afstand afstand
tijd tijd
4 3
6
60
15
60
4 3
3
1 000 3 000
1 3
3
: 2 : 20
: 2 : 20
300 km 150 km 120 km 6 km
1 uur
(= 60 min.)
30 min. 1 uur
(= 60 min.)
3 min.
Hij fietst 3 minuten over een afdaling van
6 kilometer.
De helikopter vliegt 150 kilometer in een halfuur.
Finn legt 3 000 kilometer af.
Zijn gemiddelde snelheid is 6 kilometer per uur.Zo'n bok doet 15 minuten (= een kwartier) over
20 kilometer.
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 1 van 11
151Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 1 ROMEINSE CIJFERS LEZEN EN NOTEREN
a Vul de waarde van elk symbool aan.
I=
V=
X=
b Even opfrissen.
• Cijfersymbolen van gelijke waarde of symbolen die van groot naar klein staan, moet je optellen, van links naar rechts.
• Er staan nooit meer dan 3 dezelfde symbolen na elkaar.
• Staat er een symbool met een kleinere waarde voor een symbool met een grotere waarde?Dan moet je de kleinste waarde aftrekken van de grootste.
c Welke getallen lees je hier?
• Hebben alle symbolen dezelfde waarde of staan ze van groot naar klein? Kleur het vakje groen en tel op.• Staan de symbolen van klein naar groot? Kleur het vakje rood en trek af.
III= + + =
IV=
VII= + + =
II=
IX= − =
XI=
XII= + + =
VIII=
d Noteer deze getallen met Romeinse cijfers.
Bedek eerst opgave a-c als je durft!
10 =
6 =
9 =
5 =
8 =
11 =
4 =
7 =
3 =
12 =
1 5 10
1 1 1 3
5 1 1 7
10 1 9
10 1 1 12
X
VI
IX
V
VIII
XI
IV
VII
III
XII
5 + 1 + 1 + 1 = 8
10 + 1 = 11
1 + 1 = 2
5 − 1 = 4
gr
gr
ro gr
gr
ro
gr gr
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 2 van 11
152 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 2 EEN STAAFDIAGRAM OF EEN LIJNGRAFIEK AANVULLEN EN AFLEZEN
a Een staafdiagram aanvullen en aflezen
Vul de kruistabel aan en teken de ontbrekende staafjes in het diagram.Los dan ook de vragen op. Aantal leerlingen per klas
jongens meisjes
4A 8
4B 7
4C 9
10
8
6
4
2
• In klas zitten de meeste jongens. Het zijn er .
• 4A telt in totaal leerlingen.
• In 4C zitten jongens meer minder dan meisjes.
b Een lijngrafiek aanvullen en aflezen
Vul de tabel aan en teken de ontbrekende stippen in de lijngrafiek.Verbind de stippen en los de vragen op.
25 °C
20 °C
15 °C
10 °C
5 °C
M D W D V Z Z
Temperatuur deze week
ma
di 14 °C
wo
do 9 °C
vr
za 18 °C
zo
• Op dag was het gevoelig frisser: slechts °C.
• Op maandag was het precies 10 graden kouder dan op dag.
• Op dag was het precies 17 °C.
4A 4B 4C
Legenda
jongens
meisjes7
9
6
4B 9
15
3
11 °C
17 °C
15 °C
21 °C
donder 9
zon
woens
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 3 van 11
153Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 3 HET GEMIDDELDE BEREKENEN
Het gemiddelde van een reeks getallen berekenen?
• Tel eerst alle getallen samen.• Deel dan de som door het aantal getallen.
Het gemiddelde ligt altijd tussen het kleinste en het grootste getal.
a Wat is de gemiddelde temperatuur deze schoolweek?
Middagtemperatuur
maandag 17 °C
dinsdag 15 °C
woensdag 11 °C
donderdag 13 °C
vrijdag 9 °C
b Dit lukt ook! Lees de gegevens af en bereken het gemiddelde.
12
10
8
6
4
2
0
Aantal kinderen in de vooropvang
ma di wo do vr
Punten wiskundetoetsen Zoë Van Gorp (op 20)
20
15
10
5
0blok 1 blok 2 blok 3 blok 4
Bewerking:
•
•
Antwoord:
Er bleven deze week per dag gemiddeld
kinderen in de vooropvang.
Bewerking:
•
•
Antwoord:
Zoë haalde op deze toetsen gemiddeld
op 20.
Tel de getallen handig bijeen!
Bewerking:
•
•
Antwoord:
De gemiddelde temperatuur deze schoolweek bedraagt °C.13
8 15
65 : 5 = 13
17 + 15 + 11 + 13 + 9 = 65
60 : 4 = 15
15 + 11 + 18 + 16 = 60
40 : 5 = 8
8 + 5 + 7 + 9 + 11 = 40
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 4 van 11
154 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 4 HOOFDREKENEN: KOMMAGETALLEN OPTELLEN EN AFTREKKEN
a Even opwarmen. Los op!
0,5 + 0,7 =
5,5 + 0,7 =
5,5 + 2,7 =
1,3 − 0,9 =
6,3 − 0,9 =
6,3 − 5,9 =
0,8 + 0,8 =
2,8 + 0,8 =
2,8 + 4,8 =
b Dit lukt ook. Los op. (Soms lukt het handig.)
Maak de kommagetallen gelijk van rang door ze na de komma aan te vullen met nullen!
6,7 + 1,6 =
2,5 + 3,25 =
4,42 + 1,6 =
8,61 + 0,9 =
5,2 − 1,8 =
10 − 0,42 =
6,3 − 1,05 =
4,51 − 0,03 =
c Schakel of wissel van plaats waar dat handig is.
Kleur de termen waarmee je een rond getal kunt vormen groen.
0,75 − 0,08 − 0,55 =
4,1 + 3,54 + 2,9 =
6,41 − 2,41 − 1,05 =
3,4 + 0,75 + 4,25 =
1,2
6,2
8,2
0,4
5,4
0,4
1,6
3,6
7,6
8,3
5,75
6,02
9,51
3,4
9,58
5,25
4,48
3,4 + (0,75 + 4,25) = 3,4 + 5 = 8,4
4 − 1,05 = 2,95
4,1 + 2,9 + 3,54 = 7 + 3,54 = 10,54
0,75 − 0,55 − 0,08 = 0,20 − 0,08 = 0,12
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 5 van 11
155Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 5 HOOFDREKENEN: NATUURLIJKE GETALLEN ≤ 100 000 OPTELLEN EN AFTREKKEN
a Even opwarmen. Los op!
18 + 3 =
18 000 + 3 000 =
18 400 + 3 000 =
18 400 + 3 500 =
70 − 3 =
70 000 − 3 000 =
70 800 − 3 000 =
70 800 − 3 200 =
b Dit lukt ook. Los op. (Soms lukt het handig.)
27 900 + 6 000 =
41 299 + 345 =
58 360 + 2 200 =
49 000 − 2 300 =
18 005 − 55 =
76 400 − 1 900 =
c Schakel of wissel van plaats waar dat handig is.
Kleur de termen waarmee je een rond getal kunt vormen groen.
3 100 + 2 500 + 1 900 =
56 000 − 16 000 − 5 000 =
1 200 + 4 950 + 2 050 =
84 000 − 17 000 − 4 000 =
21
21 000
21 400
21 900
67
67 000
67 800
67 600
33 900
41 644
60 560
46 700
17 950
74 500
84 000 − 4 000 − 17 000 = 80 000 − 17 000 = 63 000
1 200 + (4 950 + 2 050) = 1 200 + 7 000 = 8 200
40 000 − 5 000 = 35 000
3 100 + 1 900 + 2 500 = 5 000 + 2 500 = 7 500
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 6 van 11
156 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 6 HOOFDREKENEN: NATUURLIJKE GETALLEN ≤ 100 000 VERMENIGVULDIGEN EN DELEN
a Even opwarmen. Los op! Denk aan de tafels.
30 000 × 4 =
60 × 700 =
5 000 × 20 =
80 × 300 =
400 × 200 =
32 000 : 4 =
18 000 : 9 000 =
2 400 : 60 =
30 000 : 500 =
15 000 : 30 =
b Dit lukt ook. Los op. (Soms lukt het handig.)
3 × 2 510 =
6 × 2 999 =
160 × 25 =
81 000 : 3 =
3 493 : 7 =
4 200 : 50 =
c Schakel of wissel van plaats waar dat handig is.
Kleur de factoren waarmee je een rond getal kunt vormen groen.
2 × 150 × 60 =
7 × 2 500 × 4 =
45 × 8 × 20 =
Controleer het quotiënt met de omgekeerde bewerking:
32 000 : 4 = 8 000want 4 × 8 000 = 32 000.
120 000
42 000
100 000
24 000
80 000
8 000
2
40
60
500
7 530
17 994
4 000
27 000
499
84
45 × 20 × 8 = 900 × 8 = 7 200
7 × (2 500 × 4) = 7 × 10 000 = 70 000
300 × 60 = 18 000
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 7 van 11
157Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 7 EENVOUDIGE VRAAGSTUKKEN OPLOSSEN
• Lees het rekenverhaal aandachtig.• Onderstreep de gegevens die je nodig hebt.• Noteer de bewerking en reken uit. Schrijf ook de tussenstapjes op, als je dat handig vindt.• Noteer het juiste antwoord.
a De kleuters gaan op boerderijklassen.28 kinderen betalen elk 25 euro.
Hoeveel euro is dat samen?
Bewerking:
Antwoord:
b Clement heeft 75 euro gespaard.Daarmee koopt hij deze boormachine.
Hoeveel euro houdt hij over?
Bewerking:
Antwoord:
c 29 005 fans kochten een ticket voor het optreden van Alt-K.Op de dag van het optreden komen 75 fans niet opdagen.
Hoeveel fans zitten er in de zaal?
Bewerking:
Antwoord:
d In de winkelkar van Marie ligt een ananas voor 2,15 euro, een familiepak wafels voor 3,18 euro en een fles prikwater voor 0,85 euro.
Hoeveel euro moet Marie betalen?
Bewerking:
Antwoord:
€ 69,15
Marie moet 6,18 euro betalen.
2,15 + 3,18 + 0,85 = 2,15 + 0,85 + 3,18 = 3 + 3,18 = 6,18
Er zitten 28 930 fans in de zaal.
29 005 − 75 = 29 000 − 5 − 70 = 29 000 − 70 = 28 930
Hij houdt 5,85 euro over.
75 − 69,15 = 5,85
Dat is samen 700 euro.
28 × 25 = (28 × 100) : 4 = 2 800 : 4 = 700
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 8 van 11
158 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 8 DE BESTE MANIER VAN REKENEN KIEZEN
Welke werkwijze kies je?
• Zijn de getallen klein of gemakkelijk? Of zie je vlug hoe het handig lukt? →Kies dan voor hoofdrekenen. Daarbij mag je gerust tussenstappen noteren!
• Heb je een opgave met moeilijke of grote getallen? Zie je niet meteen hoe het handig lukt? →Kies dan voor cijferen. Maak vooraf een schatting en controleer je uitkomst.
• Supermoeilijke opgave? →Kies dan voor de ZRM.
Reken uit. Kies en kruis aan hoe je dat doet.
Je mag elke oplossingswijze maar twee keer gebruiken.
hoofdrekenen cijferen ZRM
26 455 + 18 706 =
91 000 − 750 =
112 × 25 =
25 281 : 159 =
90 008 − 21 346 =
204 × 485 = 98 940
68 662
159
2 800
90 250
45 161
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 9 van 11
160 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 10 GEWICHT: TON, KILOGRAM, GRAM
a Even opfrissen.
ton kg g
kilogram gram
b Hoeveel weegt het? Vul de passende maateenheid in.
Kies uit: ton, kilogram (kg) of gram (g).
≈ 1,5 ≈ 60 ≈ 0,4
f
≈ 0,09 ≈ 150
c Zet om. Je mag de tabel gebruiken als je dat handig vindt.
ton 100 kg 10 kg kg 100 g 10 g g
3,5 ton = kg
2 060 kg = 2,06
1 040 g = kg
1 500 g = 1,5
75 kg = ton
Denk aan de referentiematen!
kg g ton
ton
3
2
1
1
0
5
0
0
5
0
0
6
4
0
7
0
0
0
0
5
g
3 500
ton
1,04
kg
0,075
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 10 van 11
161Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 11 11 LICHT EN SCHADUW
a Bestudeer de schaduw. Kleur dan de lamp die brandt geel.
b Wanneer werden deze foto’s gemaakt? Kleur het juiste vakje.
Even opfrissen!De zon komt op in het oosten.
’s Middags staat ze in het zuiden.De zon gaat onder in het westen.
’s morgens ’s middags ’s avonds ’s morgens ’s middags ’s avonds
N
Z
W O
N
Z
W O
Correctiesleutel
© Uitgeverij VAN IN 11 van 11