Upload
others
View
40
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
3.1. Landgoed Mentink bij Winterswijk (Concept 2018)
Landgoed Mentink of ’t Mentink is een bijzonder landgoed, omdat het eigenlijk geen landgoed is.
Op een Nederlands landgoed verwacht je een landhuis, maar dat is hier niet te vinden. En er heeft
ook nooit een landhuis gestaan. Het landgoed heeft ook niets van doen met de omgrachte
Scholtenboerderij Groters, direct ten oosten ervan. De betiteling met landgoed is ook maar van
recente datum, namelijk sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Waarom het nu landgoed heet
komt omdat rond 1930 alle boerderijen op ’t Mentink zijn vernieuwd door de toenmalige eigenaar,
de Winterswijkse textielfabrikant G.J. Willink (‘Tricot-Jan’).
Een eerste blik
Landgoed ’t Mentink ligt juist ten westen van Winterswijk op loopafstand van station Winterswijk-
west. Toen het de naam landgoed kreeg was het .. ha groot. Op het ogenblik telt het 136 ha en is het
eigendom van Natuurmonumenten (sinds 1975). Ten behoeve van wandelaars en natuurliefhebbers
lopen er diverse wandelroutes doorheen. In het landgoed liggen vijf boerderijen, namelijk Mentink,
Mentinkhuisje, Mentinkbos, Mentinkberg en Nieuw-Lichtenberg. Natuurmonumenten heeft sinds
1975 diverse stukken natuur bijgekocht vooral in de richting van het Korenburgerveen (p.m.
Boerderij Groters op kaartje omcirkelen)
Boerderij- en veldnamen op/bij landgoed Mentink (Ondergrond via Google Earth).
Rood: Boerderij behoor(t)de tot het landgoed; Grijs: Boerderij behoort niet (meer) tot het landgoed.
Van de vijf boerderijen liggen er vier keurig op een rijtje langs de Mentinkweg. Dit rijtje met de
directe omgeving wordt de ‘Mentinkhof’ genoemd. Vanuit de hof konden de boeren vroeger
gemakkelijk de bouwgrond bereiken, die ten noorden daarvan ligt: de ‘Mentink-es’. Daar werd rogge
en aardappelen verbouwd en vroeger ook vlas (om linnen te kunnen maken) en waarschijnlijk
boekweit. De koeien en andere dieren konden in zuidelijke richting geleid worden naar het
‘Mentinkveld’, vroeger drassig heidelandschap en tegenwoordig groen grasland met omheiningen.
De oudste boerderij op de Mentinkhof is boerderij Mentink. Op het ogenblik is daar Gastgalerij
Ankomm’n gevestigd: een lunchrestaurant met natuurlijke produkten en fotograaf Hans Hendriks
presenteert er zijn foto’s van het Achterhoekse landschap (kijk voor openingstijden op de site van
Ankomm’n). Op deze boerderij heeft honderden jaren een familie Mentink gewoond. De boer was
meestal een Jan Mentink, en als het geen Jan was, dan was het wel een Gerrit-Jan of Albert-Jan.
Nadat de familie in het midden van de 19e eeuw naar Amerika was geëmigreerd nam een familie
Oonk het agrarische stokje over tot 2008 (ook ruim 150 jaar). Op enkele van de andere boerderijen
woonde wel eens kortere of langere tijd een Mentink of een Oonk, maar hier vinden we ook veel
namen van andere pachters: Schreurs, Wiggers, Huninck, Sikkink etc.
De ‘nieuwe’ boerderij Mentink uit 1936, tot 2008 de boerderij van de familie Oonk, nu Gastgalerij Ankomm’n
Mentinkweg, nr. 5)
Gastgalerie Ankomm’n met biologische produkten
Het vlak naast Mentink gelegen Mentinkhuisje is op het ogenblik het enige volledige boerenbedrijf
op het landgoed, gedreven door de familie Boeijink. Mentinkbos en Nieuw Lichtenberg zijn
woonboerderijen, Mentinkberg is een vestiging van Stichting Harreveld?, dat zich bezighoudt met
moeilijk opvoedbare jongeren.
Bij een eerste bezoek is het niet steeds eenvoudig om bij een boerderij die je tegenkomt te
beoordelen of je bij een onderdeel van het landgoed bent aangekomen. Op sommige boerderijen
staat een naam, andere hebben geen naamaanduiding of de aanduiding kan soms verwarrend zijn.
Zo behoort Mentinknijhuis aan de noordzijde van de Mentink-es niet tot het landgoed.
Kaartje van landgoed Mentink zoals dat nu in bezit is van Natuurmonumenten. (Pm aangeven grenzen van het
oude landgoed)
Een levendig boerenverleden in een schraal landschap
Landgoed Mentink heeft een levendig verleden. Periodes van voorspoed en crisis, inclusief een
spectaculair faillissement; lokale verbondenheid en een massale emigratie naar Amerika in het
midden van de 19e eeuw; verschillende vormen van exploitatie: van vrije boer tot landbezit met
pachters; en nu de ontwikkeling tot een waardevol en duurzaam recreatie- en natuurgebied (zie
volgende paragraaf). Een leidende factor door de geschiedenis heen, is het feit dat op ’t Mentink de
opbrengsten van de boeren niet vanzelf kwamen. Vandaar dat we eerst kort aandacht besteden aan
de vorming van de bodem en de ontginning. Dan gaat het in grote stappen door de geschiedenis van
de laatste 500 jaar, want iets na 1500 is de naam Mentink voor het eerst gevonden. Een handicap
maar tevens ook uitdaging is dat de geschiedenis van ‘Landgoed Mentink’ vrij schaars is
gedocumenteerd, zodat het soms gissen naar de feitelijke ontwikkeling.
Tekening van de oude boerderij Mentink, buiten gebruik als boerderij in 1936, afgebroken in 1985.
Drassig en schraal
De precieze oudste vermelding van een boerderij Mentink is van 1529 (lijst Roerdink) en van een
boer Mentin(c)k in 1533. Dat betekent niet dat de boerderij niet nog wat ouder kan zijn. Kijken we
naar de oorspronkelijk drassige en schrale bodem dan is er aanleiding de datum van ontginning
echter niet veel vroeger te leggen dan rond 1500.
Het landschap van Oost Nederland en ook dat rond Winterswijk is in grote lijnen gevormd in de
periode van de ijstijden. In de Grote IJstijd kwam het landijs tot in Nederland en grote gletsjers
stuwden toen de heuvels van de Veluwe en de Sallandse Heuvelrug op. Ook de Achterhoek was in die
tijd met landijs bedekt, maar iets grotere stuwwallen zijn alleen ontstaan bij Lochem (Lochemse berg)
en in Montferland. In Winterswijk e.o. schaafde het landijs slechts de oppervlakte af tot een min of
meer vlak plateau. De beweging van het ijs zorgde wel voor de vorming van een laag keileem. Dat
keileem is relatief ondoorlatend en zo dat leidt op veel plaatsen tot drassigheid in dit gebied.
Bedekking door landijs in de Achterhoek tijdens de Grote IJstijd. Juist ten westen van Winterswijk liep
in die IJstijd een smeltwatergeul. Als gevolg van de ligging van de Mentink-es dicht bij deze vroegere
geul heeft de es nu een goede drainage(?)
In de periode van de laatste ijstijd kwam het ijs niet tot Nederland, maar was het land een
poolwoestijn met weinig begroeiing. Als het waaide kreeg de wind vat op losliggend zand en
ontstond het licht golvende dekzandlandschap van Oost Nederland. Op laagliggende delen vormde
zich vaak veen of ontstonden drassige broekbossen en onder invloed van begrazing: heidevelden. Op
en langs de zandruggen vestigden zich boeren, die zo droge voeten hielden en via intensieve
bemesting (plaggenbemesting!) de schrale zandgronden vruchtbaar probeerden te maken. Zo
ontstonden de bekende essen of enken, die in de loop van de tijd tot wel een meter hoger zijn
geworden, met de bekende zwarte grond.
Het gebied van Mentink lag in een smalle strook tussen het ook nu nog bestaande Korenburgerveen
en het Tuunterveld. Op de plaats van de Mentink-es zal waarschijnlijk een lichte dekzandrug hebben
gelegen die aanleiding heeft gegeven hier de bouwgrond aan te leggen. Door de jarenlange
(plaggen)bemesting zal de es ook geleidelijk iets hoger geworden zijn. Positief voor de Mentink-es is
dat de keileemlaag vroeger is weggespoeld door de nabijheid van een smeltwatergeul (zie kaartje
boven), zodat de zandlaag hier dikker is dan in de omgeving. Dat is de reden dat de drainage relatief
goed is?
p.m. foto Mentink-es?
Als we de Mentink-es vergelijken met essen meer naar het westen in de Achterhoek, dan valt de
hoogte van de Mentink-es tegen, wat weer een aanwijzing kan zijn voor een niet al te vroege
ontginning. Het gebied was in deze omgeving zeker niet de eerste voorkeursplek om een boerderij te
beginnen. Het relatief recente karakter van de ontginning blijkt ook uit iets heel anders: namelijk het
rechte wegenpatroon. Oude ontginningen hebben een kronkelig wegenpatroon, terwijl de
Dollemansweg en Mentinkweg recht/ rechthoekig zijn. We houden de periode van ontginning dus op
rond 1500. Voor die tijd zal er in de bossen en het veld van ’t later Mentink hoogstens wat vee (en
wild!) hebben rondgescharreld. En misschien woonde er een voorvader van een Mentink in een
hutje.
Grote boer op ‘slecht lant’?
De eerste vermelding van een boerderij Mentink was dus van 1529 en de eerste vermelding van een
boer Johan Mentink vier jaar later. Vroege documentatie is er vooral van zaken die voor de rechter
zijn gekomen. Johan Mentink had het aan de stok met buurmannen op Koninck, een boerderij in de
buurt van het huidige Groters (zie gedeeltelijk weggevallen vermelding ‘den Könnink’ op
veldnamenkaart op volgende pag.), want zij vonden dat Mentink niet op zijn grond schadden
(plaggen) mocht steken.
Eikenbomen voor de oude boerderij Mentink (nog bestaand, zie foto onder)
Vanaf het begin was boerderij Mentink en het land dat erbij hoorde waarschijnlijk een zelfstandig
goed. Dat blijkt in ieder geval als in 1581 een Mentinck met een mooie voornaam: Toebe Mentink,
zijn boerderij verkoopt aan zijn broer Berndt (Berend). De boerderij wordt omscheven als ‘ein
friedurchslechtich erf und guett’ (Te Voortwis, deel2, pag. 196). Het kan dus als ‘vrij goed’ aan een
ander geslacht doorgegeven worden. In het document staat ook iets over de kwaliteit van de bodem.
Daar viel zoals we net al zagen wel iets op af te dingen. In 1652 wordt het land van Mentinck als volgt
omschreven:
‘Dorp Buijrschap, Mentinck hem eijgen, 12.0.0 huis en(de) hof ½ sch. Op 8 dlr.; 83-6-8 10 mlr gesais,
ten deel heel slecht lant. 3 Voeder hoeij gewas, staet tegen d’uitganck, eijken boomen.
‘Tien molder gesais’ wil zeggen 5,6 ha bouwland, dat waarschijnlijk op de plek van de Mentink-es lag.
Ten dele was dit dus heel slecht land. Misschien werd hierbij in ieder geval ook gedoeld op een stuk
heidegrond. Op het kaartje met veldnamen hieronder staat in de hoek van de Mentink-es een stuk
dat later ’t Schaddenvaene werd genoemd: dat was waarschijnlijk vroeger heide, waar schadden
(plaggen) werden gestoken. Er is in de tekst ook sprake van eiken bomen. Voor de boerderij stonden
inderdaad enkele eiken en die zijn nu nog aanwezig in tegenstelling tot de oude boerderij (zie foto’s
…..).
Veldnamen rond de Mentinkhof, zoals die in de 20e eeuw zijn geïnventariseerd.
Maar het was blijkbaar wel een boerderij met behoorlijk veel land. Bij de Verponding van 1688
bestond Mentinck uit 16-18-0 (pm hoeveel ha?). En daarbij of juist daarom trouwde deze boer
Mentinck misschien met een goede partij. Hendrick Mentink huwde in 1621 namelijk Enneken
Coessinck. De achternaam van Enneken klinkt zeer voornaam, eigenlijk was het Kossinck, wat veel
gewoner klinkt, maar in het Winterswijkse is Kossinck zeker een gerenommeerde naam: het goed
Kossinck werd later dan ook een Scholtengoed?. ‘Mevrouw?’ Enneken Coessinck had zelf ook
bezittingen ingebracht bij het huwelijk met Hendrick. Dit bezit wilde zij indien mogelijk ook wel
behouden:
In het archief van het Hof van Gelre, P. Nijhoff p. 178 staat het volgende vermeld: 21 november 1656. Henrik
Mentinck X Anna Coesinck. Civ. Sent. XIII, p. 156. De abdis van Vreden eist dat zij het hofgoed Coesinck zullen
verlaten. Deze eis word t niet ingewilligd. Wel krijgen zij o.a. een boete.
De vader van Enneken was Johan Kossinck en haar moeder heette Fenne Huninck, een achternaam
die we later ook tegenkomen bij boerderij Mentinkberg. Beide ouders waren rond 1570 geboren, aan
het begin van de 80-jarige oorlog dus. De grootouders waren duidelijk van vóór de 80-jarige oorlog
(geboren rond 1540). Ongeveer de generatie van Toebe Mentinck!
Is nu bewezen dat Hendrick Mentinck een grote boer was? Te Voortwis gelooft er wel in. In de
volgende alinea’s zullen we zien dat grote boeren ook diep in de problemen kunnen komen.
Crisis op de boerderij en faillissement
Hendrick Mentink is lang de boer gebleven. Pas toen hij 76 jaar was deed hij de boerderij over aan
zijn zoon Jan of Berent-Jan Mentink Deze Jan was in 1659 getrouwd met Jenneken Gielink, maar nam
pas in 1665 de boerderij over van zijn vader. Zijn vader was toen al 76 jaar en Jan was 35 jaar. (p.m.
cranc kint) (p.m. afstaan Goet eigendom van Enneken)
4 april 1665: Hendrick Mentinck X Enneken Coessinck verkopen aan haer soon Jan Mentinck X Jenneken Gelinck
het erve en goet Mentinck metten Bergh inden kerspel Wenterswijck darpbuirschap geleghen.
Bron: Das Aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort
De problemen beginnen waarschijnlijk als in … moeder Enneken overlijdt. De boerderij en alles
daarop en eraan gaan niet in totaliteit naar de opvolger Jan, maar ook de andere kinderen maken
aanspraak op hun kindsdeel. Als vader Hendrick daaraan niet wil meewerken stappen kinderen en
aangetrouwden naar de rechter en ze krijgen hun kindsdeel toegewezen.
Vader Hendrik moest nog een keer buigen voor de rechter. Hij zag het desastreuze van het verdelen van de
erfenis in voor zijn zoon Jan en ging aan het houthakken op zijn oude bezit, mogelijk om zijn zoon nog enig
contant geld toe te kunnen schuiven. Ook deze keer pikten zijn eigen (aangetrouwde) kinderen dit niet en
spanden weer een proces tegen vader aan. Hun (schoon) vader ‘detorieerde’ het goed door ‘boomen te
houwen en te verkopen: hierdoor tastte hij de waarde van hun kindsdeel aan’.
Een kleine 20 jaar later in 1684 zijn er ernstige financiële problemen op de boerderij, misschien niet
alleen veroorzaakt door de erfeniskwestie, maar mogelijk ook mede veroorzaakt door de
oorlogssituatie (bezetting door Münster, vaak gepaard gaand met plunderingen en verplichte
bijdragen). Mogelijk hadden ook de lage prijzen voor landbouwproducten invloed, maar de
erfeniskwestie zal mogelijk de grootst negatieve doorslag hebben gegeven.
Vader kon de problemen niet oplossen en in de papieren staat dat het ‘Goet Mentinck met de Mentinger
Berge’ in 1686 ging naar David van Sonsvelt en diens vrouw. Deze David van Sonsvelt was een jonge
man van stand?, die hun schulden regelde. Behalve de gedekte lening voor de boerderij stond Jan
Mentink in 1686 meer dan 2500 gulden in het krijt bij twaalf schuldenaren. En deze schulden waren
niet gedekt! Uiteindelijk valt in 1690 het doek definitief en gaat Mentink failliet.
Schulden van Jan Mentink in 1684
Schuldeisers Guldens
Luicke Sessinck 150
Coene Huisinck 150
Hendrik Meijnen 300
Gerrit Lebbinck 895
David Jode 36
Jan Schutte 20
Willem Kocks 226 en 17 stuivers
Jan Laarberg (sessionaris van Gerrit Coenen) 25
Hermen Wijmers 100
Roelof Lebbinck 100
Jan Gijsbers 325
Willem Strobandt 219
Totaal 2546 gulden en 17 stuivers
Jan Mentink was overigens niet de enige die in die tijd in de schulden raakte. Juist toen waren er in
die streek diverse boeren die het niet meer konden redden. Behalve onrust door de oorlogssituatie
na het Rampjaar was er ook een langdurige agrarisch crisis van ongeveer 1650 tot 1750 (P.m. datum
faillissement).
Drie nieuwe pachtboerderijen
Toch is dit niet het einde van de Mentinks op ’t Mentink. De kwestie wordt zodanig geregeld dat de
zoon van Jan, ook weer een Jan (* 1660), weer kan beginnen op de boerderij in 1691. Ik neem aan
dat er toen sprake was van andere verhoudingen, waarschijnlijk een pachtsituatie. (p.m. Mogelijk
bracht de vrouw geld mee) Deze Jan was in 1688 getrouwd met Jenneken Aernink en hertrouwde in
1691 met Trijnken te Grotenhuis. Volgens de gegevens van dokter Das was Trijnken toen pas 14 jaar
oud. In die tijd mochten meisjes overigens op 15-jarige leeftijd trouwen. Jongens dienden 18 jaar te
zijn.
Hoe het verder ging met David van Sonsvelt en met de eigendomssituatie van ’t Mentink is niet
bekend. Waarschijnlijk bleef er een landheer bestaan, want in de periode na 1691 werden er drie
nieuwe boerderijen gebouwd: Mentinkhuisje, Mentinkberg en Lichtenberg. Al snel verschijnen er
immers namen van bewoners op deze boerderijen.
Links op de foto de oude boerderij Mentinkhuisje, één van de drie boerderijen die rond 1700 werden gebouwd.
Op de foto de huidige situatie. De oude boerderij Mentinkhuisje heeft nu de funktie van schoppe (dialect voor
schuur) bij de nieuwe boerderij uit de 20e eeuw.
De boerderij hoeft qua gehanteerde bouwstijl niet extreem oud te zijn. Op de zandgronden en vooral
in de oostelijke grensstreken was vakwerk als bouwstijl in de 17e eeuw nog heel gangbaar. Pas in de
18e eeuw werd het minder (Voskuil (ja, dé Voskuil), 1979).
Op Mentinkhuisje komt overigens een familie Boddewijs of Wisge te wonen (van …) die zich later
Mentink laten noemen. Dit is dus geen (directe) familie van de Mentinks op Mentink. Op
Mentinkberg komt een familie … te wonen, die eveneens naar de boerderij genoemd gaan worden:
Mentinkberg of Bergeman? Op Lichtenberg komt familie… te wonen. P.m. tijdstip van aanvang
bewoning
Dominee en drost geïnteresseerd in het goed!
Niet zo lang na de bouw van de nieuwe boerderijen gebeurde er iets opvallends. In 1723 veranderde
de helft van het goed Mentink, namelijk de boerderijen Mentinkhuisje en Mentinkberg met de
bijbehorende gronden van eigenaar. En de nieuwe eigenaar was een dominee, namelijk Ds. …
Schoemaker. De dominee staat niet als bewoner bekend, zodat hij de aangekochte boerderijen
waarschijnlijk verpacht zal hebben. De motieven voor de aankoop zijn niet gedocumenteerd;
Mogelijk was de exploitatie een belegging, mogelijk speelde er vanuit de kerk ook een sociaal doel
mee. Dat armlastige mensen in de gelegenheid werden gesteld een boerderij te pachten of op een
boerderij te werken (veel wisseling pachters?)
Gevelsteen op de schoppe van Mentinkhuisje
Een gevelsteen op de achtergevel van de boerderij (de kant van de Mentinkhof) markeert de
aankoop van Mentinkhuisje door de dominee: De initialen, het jaartal 1723 en een kruis.
Op boerderij Mentink houden de Jannen de boerderij in handen: opnieuw neemt een Jan Mentink
(* ong. 1694) de boerderij als pachter. Zijn opvolger is zijn zoon Gerrit-Jan Mentink (*1731) en dan
komt er weer een Jan Mentink (*1764), die allebei vader en zoon meemaken dat het goed weer in
één hand komt, die van de drost dus……
Mentinkbos op de Mentinkhof (links is het oorspronkelijke huis uit 1827 ; het rechtse huis is later bijgebouwd)
(Mentinkweg nr. 11)
Rond 1800 werd het gebied van Mentink namelijk in zijn geheel aangekocht door Willem Paschen.
Het gebied werd zo na 110 jaar weer een eenheid. Mijnheer Paschen was een invloedrijk notabel in
de streek. Hij was de laatste drost van de Heerlijkheid Bredevoort, was afkomstig uit Winterswijk, dat
hem kende als een bemiddeld koopman en herbergier. Hij was verwant aan de notabele families
Willink en Waliën. De Willinks waren/ werden belangrijke industriëlen in Winterswijk en de familie
Waliën kwam van het gelijknamige landgoed ten noorden van het dorp. Ook onder het beheer van
Paschen ontstond er weer een nieuwe boerderij en wel in 1827, toen Mentinkbosch als derde
boerderijen het rijtje op de Mentinkhof werd gebouwd. Pm. Pachters?
De Mentinkhof emigreert integraal naar Amerika
Het lijkt een stabiele situatie: het eigendom geregeld en voor boeren de mogelijkheid een boerderij
te pachten. Eigenaar Paschen stond ook niet bekend als een zeer rigide landheer. Daar tegenover
staat dat tegen het midden van de 19e eeuw in de regio Winterswijk een golf van verlangen naar een
Nieuwe Wereld kwam opzetten. Deze golf ontstond vanaf 1830? in het Duitse Westfalen en maakte
sommige mensen rond Winterswijk al wat enthousiast. Toen in de jaren ’40 de ene misoogst de
andere opvolgde besloten veel Winterswijkse boeren de overtocht te maken. Voor de pachters lokte
bovendien het bestaan als een vrije boer. De meeste pachtboeren zullen niet heel dik in de slappe
was gezeten hebben, maar ze waren bereid in Amerika van de grond af aan te beginnen. Bovendien
vertrokken ze groepsgewijs. De bewoners de Mentinkhof waren bijzonder, omdat men integraal
inscheepte in 1847. In totaal scheepten 29 mensen in: grootouders, ouders, kinderen, knechten en
meiden) Dat ze met zijn allen emigreerden zal ook mede veroorzaakt zijn door het feit dan de
families onderling wel op een of andere manier familie van elkaar waren (vergelijk de namen in het
onderstaande overzicht).
Bij het besluit de oceaan over te steken speelden vaak ook nog godsdienstige redenen mee. Voor het
volk van de Mentinkhof lijkt dit van minder belang te zijn geweest. Het waren namelijk ‘gewone’
Hervormden, geen Afgescheidenen die een grotere push hadden om te emigreren.
Emigratie vanuit Mentinkhof (Dorpbuurt Winterswijk naar Amerika in 1847/1850
Boerderij Naam familie Fam. Pers. Totaal
Mentink Familie Mentink-Schreurs 4 1 knecht,
1 meid
6
(Oud-)Lichtenberg Familie Mentink-Rauwerdink 4 4
Mentinkhuisje Familie Esselinkpas-Bennink 5 1 knecht 6
Mentinkbosch Familie Wiggers-Lensink 4 1 wever 5
Mentinkberg Familie Wiggers-Schreurs 4 1 knecht 5
Mentinkschoppepm? Familie Annevelink 3 3
Totaal 24 5 29
Het volk van de Mentinkhof was aldus een deel van de grote stroom die in het jaar 1847 de gok
waagde. Kinderen gingen met de ouders mee, maar ouders gingen ook met de kinderen mee.
Knechten en meiden zochten in Amerika meestal hun eigen geluk P.m. Phoenix?
Straatnaambord op het platteland bij Oostburg Wisconsin; aan deze weg stond de boerderij van Bernard W.
Mentink uit Winterswijk, familie van de Mentinks van de Mentinkhof.
Er is weinig bekend over de wederwaardigheden van de emigranten van de Mentinkshof.
Veelzeggend is wat ‘bekend’ is van zoon Hendrik-Jan van de familie Mentink-Schreurs van boerderij
Mentink:
‘Mogelijk is hij de metselaar die in 1880 in Milwaukee woont. Hij is getrouwd met een ‘Wosskje’.
Zijn vader: Albert-Jan Mentink was overigens al kort na aankomst in Amerika overleden (op ongeveer
63 jarige leeftijd).
Van sommige familieleden van bewoners van de Mentinkhof, die ook naar Amerika vertrokken, is wel
iets meer overgeleverd. Een Jan Mentink was op de Mentinkhof geboren en een broer van Derk-Jan
Mentink van boerderij de Ligtenberg. Voor hij vertrok naar Amerika woonde hij in Huppel waar hij was
ingetrouwd op boerderij Maathuis. Zijn beroep was boerenknecht. Hij vertrok evenals zijn broer met
zijn gezin naar Amerika.
Via een omweg ging het naar Wisconsin, waar veel Achterhoekse gezinnen naar toe trokken, naar
plaatsen als Oostburg en Cedar Grove bij Sheboygan. Daar ontstond een echte Nederlandse en
daarbinnen Achterhoekse gemeenschap. Aan de namen te zien trouwde men namelijk meestal nog
enkele generaties later met ‘eigen volk’. Ook sprak men vaak pas na enkele generaties goed Engels.
Een nakomeling uit Californië: Chris Mentink, vertelt per mail als eerste dat zoon Hendrik-Jan Mentink
meevocht in de Burgeroorlog. Blijkbaar is dit voor Amerikanen een belangrijk gegeven. Hendrick-Jan
kreeg dan ook een fatsoenlijke ‘memorial stone’.
Hendrick bleef niet in Wisconsin maar deed mee met ‘de trek naar het westen’. Hijzelf trok al naar
Nebraska en een zoon van hem trok verder naar het westen via Nebraska naar Californië. In het dorp
Winters niet ver van San Francisco kun je daarom nu nog een steak-Mentink bestellen in het restaurant
The Buckhorn op de kruising van de twee hoofdwegen. Aan de andere kant zijn er nog steeds veel
oorspronkelijk Achterhoekse familienamen aanwezig in Sheboygan County. Alleen is in de loop van de
tijd gebleken dat men ‘Oostburg’ moeilijk uit kan spreken. Dat heet ook wel ‘Ootsberg’ op zijn
Amerikaans en men schrijft het dan ook wel eens zo.
Links de ‘memorial stone’ van Hendrick-Jan Mentink die in de Burgeroorlog vocht. Rechts een andere familie uit
Winterswijk die is geëmigreerd: familie Mentink/ Simmelink, namen die op de Mentinkhof ook voorkwamen
Nieuwe pachters in de Mentinkhof; blijft een grote familie-buurtclusster
In één jaar tijd kwamen dus alle vijf boerderijen op de Mentinkhof leeg. Maar het kostte blijkbaar
weinig moeite nieuwe pachters te vinden, want binnen korte tijd waren de boerderijen weer bezet.
De boerenbedrijven op Mentink konden profiteren van de gunstige tijden voor de landbouw in de
periode 1850-1880. Door de emigratie waren er minder monden te voeden en de prijzen voor
agrarische producten waren gunstig. Dat veranderde rond 1880: de emigratie ging toen tegen de
herkomstlanden werken: De wereldmarkt werd namelijk overspoeld door goedkoop Amerikaans
graan en dat had een tijd lang grote negatieve effecten!
De nieuwe bewoners waren samen weer één grote familie/buurt cluster. Na een verblijf van ruim
300 jaar kwam de naam Mentink overigens niet meer terug; de meest voorkomende naam werd nu:
OONK, in vroeger tijden ook wel geschreven als OENK. Er kwamen namelijk twee grote families Oonk
wonen op de boerderijen Mentink en Mentinkhuisje, allebei na enige tijd met tien kinderen en
grootouders waren er eerst ook nog bij. De twee Oonks waren voor zover bekend geen familie? De
familie Oonk-Mentink kwam van relatief ver, namelijk wel bijna 25km van Ruurlo! Oorspronkelijk
kwam deze familie uit Borculo. Oonk-Mentinkhuisje kwam van Corle, boerderij Vlierkamp. Op
boerderij Mentinkbosch kwam de familie Schreurs, ook van Corle (boerderij Veenhuis). Ook zij
hadden iets te maken met boerderij Vlierkamp in Corle. De vrouw van de eerste boer Schreurs:
Engelina Veenhuis, kwam ook van deze boerderij! Eén grote cluster dus!
Boerderij Mentinkhuisje in de periode dat de familie Oonk, afkomstig uit Corle hier woonde. Links een deel van
de zogenoemde Mentinkhof met vruchtbomen
Boerderij Ligtenberg had wat meer wisselende pachters: Families Nijenhuis (een zoon trouwde met
een meisje Oonk van Corle-Vlierhuis overigens), Wieberdink (kwamen van Meddo, gingen naar
Amerika) en Slotboom (kwamen van Ratum). Op Mentinkberg zat de familie Sikkink (van Henxel,
boerderij te Voortwis), die later ook introuwde bij Schreurs? op Mentinkbosch.
Bouw vernieuwde boerderijen
Binnen de familie Paschen was het eigendom van ’t Mentink in de loop van de 19e eeuw overgegaan
naar Judith Stieltjes-Paschen, die op gevorderde leeftijd tot verkoop wilde overgaan. Zoals al vermeld
in de inleding nam textielfabrikant W.J. Willink (‘Tricot-Jan’) ’t Mentink in 1916 in zijn geheel over. Hij
betaalde daarvoor f 110.000.- .
Hij vatte het plan op alle vijf boerderijen te vernieuwen. Het was een tijd dat men nog toekomst zag
in boerenbedrijven van in onze huidige ogen beperkte omvang. De agrarische crisis vanaf 1880 gaf
een impuls aan de Nederlandse landbouw om weer mee te kunnen concurreren op de
wereldmarkten. Rond de eeuwwisseling 1900 is veel gedaan aan landbouwvoorlichting, coöperaties?
etc; Door intensivering van de produktie is de opbrengst van de landbouwbedrijven gestegen.
Nieuw Lichtenberg
De eerste boerderij die Tricot-Jan aanpakte was (Oud-) Ligtenberg. De laatste bewoners van de oude
boerderij vertrokken in 1923 naar Lichtenvoorde. De boerderij werd vervangen door Nieuw-
Ligtenberg aan de overkant van de Mentink-es (de zijde van de Mentinkhof dus). In 1927 kwam de
boerderij gereed en er kwamen grote letters op de gevel: NIEUW-LIGTENBERG. Als boer verscheen
op Nieuw-Ligtenberg eveneens een nieuwe naam: de familie Toebes, die echter weer duidelijk
geparenteerd is aan de familie Oonk(-Mentink). Vader Jan-Willem Toebes was geboren in de
buurtschap Kotten (Geessinkbulten). Hij was weduwnaar van Johanna Wilhelmina Oonk! en was
opnieuw getrouwd met Hanna Toebes uit Brinkheurne (De Kleine Horst). Zijn zoon Gerrit-Jan Toebes
trouwde een jaar na het betrekken van de nieuwe boerderij met …. Aleida Harmina Oonk!
Boerderij Nieuw-Lichtenberg uit 1927, dat de oude boerderij Lichtenberg verving die aan de overzijde van de
Mentink-es stond
Het verhaal gaat dat Tricot-Jan het plan had opgevat alle vijf vernieuwde boerderijen te verpachten
aan één familie. Op de eerste boerderij had hij op deze wijze natuurlijk al direct twéé families
binnengehaald. Een nieuwe pachter die familie is van een oude pachter. Wat precies de bedoeling
van het plan was is niet bekend, maar het is in ieder geval niet gerealiseerd. Of je moet de blik wat
breder richten en inzien dat alle families op de Mentinkhof van ver of nabij aan elkaar geliëerd zijn.
Mentinkhuisje en Mentinkbos
Twee jaar later, in 1929, kwamen twee nieuwe boerderijgebouwen tegelijk gereed, namelijk
Mentinkhuisje en Mentinkbos. Net vóór het uitbreken van de grote beurscrisis in hetzelfde jaar.
De in 1929 vernieuwde boerderij Mentinkhuisje op de Mentinkhof (Mentinkweg no. 9). Recentelijk? zijn ook
nieuwe stallen bijgebouwd. Het is nu nog de enige grote boerderij op het Landgoed.
De eerste pachter na de nieuwbouw van Mentinkhuisje was Hendrik-Willem Lensink die twee jaar
tevoren was getrouwd met een dochter van de oude pachter, namelijk Johanna Gesiena Oonk. Via de
vrouwelijke lijn dus continuïteit van Oonk/Mentinkhuisje. De ouders, al snel ook grootouders bleven
ook hier wonen tot ze midden jaren ’30 overleden. P.m. later Boeijink (ook ingetrouwd?). Nog steeds
boerenbedrijf.
Naast Mentinkhuisje ligt op de Mentinkhof de woonboerderij Mentinkbos. Ook op deze boerderij
staat de naam in grote letters: MENTINKBOS. De naam is van de Mentinkweg niet zichtbaar, maar
bevestigd maar aan de gevel die uitkijkt op de Mentinkhof dus. Mentinkbos is zoals vermeld bij de
verkoop aan Natuurmonumenten met 1 hectare buiten het landgoed gekomen.
De nieuwe boerderij Mentinkbos. Naam met grote letters op de gevels aan de kant van de Mentinkhof
De familie Sikkink houdt ermee op; gaan naar Weurden ten gunste van een familie Schreurs van
Corle 4: gezin met vier kinderen en de grootouders (p.m. relaties met Corle 4.
Mentinkberg
Mentinkberg Vernieuwd in 1930. Ook hier de grote letters: MENTINKBERG. Op de oude boerderij
woonde een oudere boer Sikkink, weduwnaar van Johanna Willemina Smalbraak. Jan-Willem Boeijink
komt van Dorpbuurt en trouwt met dochter Johanna Sikkink. Is dit de Boeijink die later naar
Mentinkhuisje gaat en wiens zoon? de laatste grote boer van ’t Mentink wordt? (speculatie)
Boerderij Mentink
Mentink, nu met het adres Mentinkweg 5, was een vakwerkboerderij zoals de Schoppe bij
Mentinkhuisje. In 1936 werd de boerderij buiten gebruik gesteld en bleef ook hier bestaan als
‘schoppe’. De familie Oonk/ Mentink bleef hier boeren.
De nieuwe boerderij Mentink uit 1936, met links de oude boerderij die de funktie van schoppe (schuur) kreeg
Na de oorlog: Alles verandert!
De vijf nieuwe boerderijen op ’t Mentink uit de jaren ’30 hebben enkele decennia gefunctioneerd als
voor die tijd up-to-date gemengde bedrijven. Groot genoeg, elk omstreeks 10 ha, om crisis en
oorlogstijd en een stukje wederopbouw-tijd goed door te komen. In deze tijd kwam ook de
mechanisatie op gang. Op Mentink kocht men met drie andere boeren een zelfbinder en overige
apparatuur kon via een coöperatie in de buurtschap: de ‘Werktuigenvereniging Leurzijde’ gehuurd
worden. Maar nog grotere veranderingen kwamen er snel aan.
Grootschaligheid en ruilverkaveling.
In de jaren zestig kondigde Mansholt een grote sprong naar een grootschalige landbouw aan om
concurrerend te blijven op de internationale markt. Het heeft vrij lang geduurd voordat de schaal van
Mansholt op de zandgronden als normaal werd gezien, maar de allerkleinste boerderijen zagen het
einde van hun bedrijf al snel aan de horizon verschijnen. De overheid probeerde mee te werken aan
mogelijkheden van een gemechaniseerde en efficiënte landbouw. In de jaren zeventig kreeg het
ruilverkavelingsprogramma Winterswijk-West zijn contouren. In dat verband kreeg ook een
verbeterde waterafvoer aandacht. P.m. voorbeelden op ‘t Mentink
Intensivering van de bedrijven.
De boeren zelf tastten inmiddels mogelijkheden af om door intensivering de produktie te verhogen.
De meeste boeren hadden in die tijd goede landbouwkundige scholing genoten en er was een
intensieve landbouwvoorlichting, die hen ondersteunde om goede toekomstgerichte beslissingen te
nemen. In die tijd zien we overal in Nederland grote schuren bij de boerderijen komen voor
intensieve veehouderij: koeien, varkens, kippen of iets anders. Andere boeren stopten
weloverwogen met hun bedrijf. Op Mentink en Nieuw-Lichtenberg koos men naast melkveehouderij
voor zeugenhouderij, terwijl men op Mentinkhuisje meer uitsluitend de kant van de melkveehouderij
op ging.
Mentinkhuisje (P.M. foto met schuur)
Verbetering pachtverhoudingen.
Een belangrijk knelpunt voor pachtboeren kreeg in deze tijd een positieve wending: Pachtboeren
konden altijd maar heel moeilijk geld lenen bij de bank, omdat ze geen tegenwaarde in de vorm van
een boerderij in eigendom konden bieden. In de jaren zestig veranderde echter de regelgeving: er
ontstonden waarborgfondsen, die de boeren indekten tegen mogelijke verliezen, zodat ze geld
konden lenen voor investeringen. En een pachtboer kon ook niet meer zomaar van zijn land gestuurd
worden. Normaal was er rond Winterswijk altijd in februari, als de pacht betaald moest worden, een
carrousel van boeren, aan wie de pacht was opgezegd, en die een nieuwe verpachter zochten. Vanaf
de jaren ’60 was er een soort huurbescherming, zodat meer boeren plannen voor de toekomst
konden maken. Rond de tijd dat ’t Mentink overging naar Natuurmonumenten (in 1975) hebben de
boeren ook geprobeerd de boerderij te kopen, maar daar werd door de landeigenaar, dhr. Martin,
niet op ingegaan, en zo zijn het pachtboerderijen gebleven. Alleen voor boerderij Mentinkbos met 1
ha grond is zoals gezegd een uitzondering gemaakt.
Landschapsbescherming.
De nieuwe landeigenaar Natuurmonumenten bracht haar eigen accenten mee: meer aandacht voor
de natuurwaarden van het gebied, maar had ook oog voor de belangen van de boeren en gaf de
families gelegenheid tot hun 65e het bedrijf voort te zetten. Bij boerderij Mentink wilden ze in de
jaren ’80 de oude boerderij Mentink, dan in gebruik als schoppe (schuur) afbreken. Aan de andere
kant ondersteunden ze de boer bij het bouwen van een nieuwe varkensstal en een melktanklokaal.
In 2008 stopte het boerenbedrijf op boerderij Mentink.
De oude boerderij Mentink, in 1986 afgebroken; Boerderij Mentink met nieuwe zeugenstal in 1986?
Mentinkhuisje is nu nog het enige volledige boerenbedrijf op ’t Mentink. Een deel van de
vrijgekomen gronden van de gestopte bedrijven wordt verpacht aan een biologische boer uit de
ongeving.
Vanaf de jaren zeventig kwamen ook ideeën naar voren om het karakter van het landschap rond
Winterswijk in haar geheel te waarderen en behouden. Eerst werd het een Nationaal
Landschapspark, later een Waardevol Cultuurlandschap en vanaf 2005 is de regio rond Winterswijk
een van de 19 Nationale Landschappen. ’t Mentink valt ook in dit gebied (zie kaartje).
Nationaal landschap rond Winterswijk Ouderwetse actie met een zelfbinder in eigentijdse vorm:
Oogst van biologische rogge.
Andere functies: Recreatie en zorg.
De grote veranderingen in de laatste halve eeuw in het gebied springen pas goed naar voren als we
de functies van de boerderij-gebouwen in het gebied van nu vergelijken met die van 50 jaar geleden.
Vijf voor die tijd middelgrote gemengde boerenbedrijven zijn veranderd in:
1 groot veeteeltbedrijf: Boeijnk op Mentinkhuisje
1 Gastgalerij: Ankomm’n met een kunstgalerie, een ecologisch restaurant, ruimte voor cursussen op vlak kunst
en welzijn/welness
1 woonboerderij met parkachtige tuin: Mentinkbos
1 woonboerderij annex B&B: Nieuw Lichtenberg
1 zorgboerderij?: Mentinkberg
Sociale veranderingen.
Sociaal gezien is er ook veel veranderd. De grote familie/ buurtcluster van vroeger bestaat niet
(nauwelijks) meer. Mensen wonen vaak niet meer op de plek waar ze toevallig zijn geboren, maar
mensen kiezen een plek waar het leuk is om te wonen of hun bezigheden uit te oefenen. Dat kan
leiden tot een nieuw soort contacten, maar dat zijn gekozen contacten, in tegenstelling tot de
contacten van vroeger die vanzelfsprekend waren door familie- en buurtverbanden.
Tenslotte
Kijken we nog even in grote lijnen terug dan zien we dat er in de loop van ruim 500 jaar veel is
gebeurd. Lang is geprobeerd van een gebied met grote en gevarieerde natuurlijke kwaliteiten vooral
een produktief landbouwgebied te maken. In het begin door vrije boeren Mentink en later door
landheren, die nog meer boerderijen bouwden en deze verpachten. Het boerenbedrijf op ’t Mentink
kende zeker goede tijden, maar vaak was er toch een terugslag in tijden van agrarische crisis. Dat
kwam door de toch enigszins beperkte bodemkwaliteit en ook door een versnippering van de
bedrijven.
Mede door verervingsproblemen was er een spectaculair faillissement van de laatste vrije boer
Mentink en in de pachtperiode was er (in de 19e eeuw) een massale emigratie van al het
Mentinkvolk naar Amerika. Landbouw alleen is zeker in deze tijd niet meer de uiteindelijke ideale
bestemming van het gebied. Dat is natuurlijk ook mede de reden dat Natuurmonumenten in 1975
het beheer heeft overgenomen. De kwaliteiten van het gebied liggen zeker ook in de natuurwaarden
en, door de ligging vlakbij Winterswijk, steeds meer ook in de recreatieve kwaliteiten. Van de
landbouw in het gebied wordt geprobeerd de ecologische kanten nog meer tot ontwikkeling te
brengen.
Einde
Bijlagen:
a) Tabel: Eigenaren of pachters boerderij Mentink met huwelijksjaar in laatste ruim 500 jaar
Periode ‘voorlopers’ Mentink (+ 100 jaar)
16e eeuw:
Mogelijk
voorouders
van
Hendrick M
Johan Mentinck (Genoemd in 1533)
Toebe Mentinck
Berndt/Berent
Mentinck
(Eig. tot 1581)
(Broer van Toebe, eig.
vanaf 1581)
Periode familie Mentink op ‘t Mentink (235 jaar)
1621 Hendrick Mentink x Enneken Coessinck
1659 Jan of Berent-Jan
Mentink
x Jenneken Gielink
1688
1691
Jan Mentink
(‘kranck kint’)
x
x
1 Jenneken Aernink
2 Trijnken te
Grotenhuis (14 jr)
1723
1730
Jan Mentink x
x
1 Maria Ter Borg
2 Jenneken Geelink
1763 Gerrit-Jan Mentink x Hinders Mennink
1786 Jan Mentink x Hinners Mulder
1820 Jan-Albert Mentink x Anna-Mina Schreurs
Periode familie Oonk op Mentink (+ 160 jaar)
v. Borculo
1835
Vader Harmanus
Oonk
Gerrit-Jan Oonk
x
Wed Berendjen ter
Haar
Janna Haitink
1872 Harmanus Oonk x Aleida Leemkuil
1902 Jan Willem Oonk x Willemina B. Esselink
1936 Derk Jan W. ten
Dolle
x Willemina Oonk
1939 Harmanus Oonk x D. Damkot
1970 Wim Oonk x Johanna Wamelink.
Periode Gastgalerij Ankomm’n (200?-heden)
200? Ankomm’n
b. Bronnen
• Bestanden
Buurtschapinfo: Bestand bewoners boerderijen in Winterswijk: www.buurtschapinfo.nl Op deze schitterende
site staan alle bewoners van de boerderijen rond Winterswijk in de laatste honderden jaren. Dhr. Kuenen die
deze site heeft opgesteld heeft daarbij o.a. dankbaar gebruik gemaakt van de gegevens van Dokter Das:
Register Liberale Gifte: gegevens die Dokter Das in de 20e eeuw heeft gepresenteerd over de situatie in 1748 De
Liberale Gifte was een soort belasting die vrijwillig (liberaal) was voor de lagere vermogens.
Genealogische gegevens Winterswijk e.o.
(https://www.netherlandsgenealogy.com/showtree.php?tree=bredevoort )
Lijst Roerdink: Hierop eerste vermelding van ‘Mentink’ uit 1528. Mentinck wordt op de lijst uit 1528 overigens
met een c geschreven.
Site over emigratie vanuit de regio Winterswijk: www.tesellefamily.com
Jan Mentink: www.mentinkspots.nl ; 24 locations with the name Mentink in Holland and the States
• Informele info:
HIP (Historisch Informatiepunt Winterswijk). Mensen van het H.I.P. hielpen bij de interpretatie van gegevens,
met name dhr. Piet-Hein Brouwer en dhr. Dick Ruhe.
Informatie gesprekken met een van de laatste boeren op het landgoed
* Boeken:
G.H. Ligterink; De Landverhuizers, Emigratie naar Noord-Amerika uit het Gelders-Westfaalse grensgebied
tussen de jaren 1830-1850.
Arjan Ligtenbarg: Scholtengoederen rondom Aalten, Dinxperlo, Winterswijk; 2016
Hans Hendriks en Arjan Ligtenbarg m.m.v. Henk de Jong en Henk te Kulve: Landgoed Mentink, Winterswijk-
West-Dorpbuurt; 2018 concept
G.J. van Roekel; De Gelderse Achterhoek in de negentiende eeuw; 1972
Bernard Slicher van Bath; De agrarische geschiedenis van West-Europa 500-1850; 1960
J.B. Te Voortwis: ‘Winterswijk onder het vergrootglas’, micro-geschiedenis van dorp en platteland in de jaren
1500-1750; deel 1, het dorp; deel 2, het Platteland.
J.J. Voskuil: ‘Van Vlechtwerk tot baksteen. Geschiedenis van de wanden van het boerenhuis in Nederland’.
Stichting Historisch Boerderij-onderzoek in Nederland, Arnhem. Uitgeverij Terra Zutphen, 1979.
A.Th. Bloemendal en P.Meerdink: ‘Boerderij- en veldnamen in Winterswijk’; Stichting Staringinstituut; 1992
B. Stegeman; Het oude kerspel Winterswijk; 1927