Upload
liseli
View
68
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
2.9 Congruerende bepalingen. theorie:. St. 7 B1 en 7B2 leren. theorie:. St. 7B1: adjectief als congruerende bepaling: 1. Bijgesteld adjectief 2. PN (gezegde) 3. BVG. theorie:. 1. Bijgesteld adjectief vb. OiJ ajqlhtai; megavlaiV timai:V timw:ntai . De atleten worden met - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
St. 7 B1 en 7B2 leren
St. 7B1: adjectief als congruerende bepaling:
1. Bijgesteld adjectief
2. PN (gezegde)
3. BVG
1. Bijgesteld adjectief
vb. OiJ ajqlhtai; megavlaiV timai:V timw:ntai.
De atleten worden met
grote eerbewijzen
gehuldigd.
2. PN
vb. OuJtoV oJ ajgw;n kavllistoV ejstin.
Die wedstrijd is zeer mooi.
Let op: PN heeft 2 dominanten:onderwerp koppelwerkw.
3. Bepaling van gesteldheid BVG
vb. Touvton to;n trovpon oJ ajqlhthV to; sw:ma ijscuro;n poiei:.
Op deze manier maakt de atleet zijn lichaam sterk.
Let op: PN heeft 2 dominanten
3. Bepaling van gesteldheid BVG
vb. Touvton to;n trovpon oJ ajqlhthV to; sw:ma ijscuro;n poiei:.
= hoe de handeling
verloopt, zegt iets over
de 2 dominanten
St. 172: substantief als congruerende bepaling:
1. Bijgesteld substantief = bijstelling
2. PN
3. BVG
1. Bijgesteld substantief
vb. Miltiavdh/, tw:/ tw:n jAqhnaivwn strathgw:/ , eJpomeqa.
Wij volgen Miltiades, de aanvoerder van de Atheners.
2. PN
vb. OiJ Kevltoi ajgaqoi; iJppei:V eijsin.
De Kelten zijn goede ruiters.
3. Bepaling van gesteldheid BVG
vb. FivloV tro;V se; hj:lqon.
Ik ben als vriend naar u toegekomen.
andere: aanstellen tot, ... maken
schrijf in schrift:
2.9 Oefeningen bij de congruerende bepalingen
leren: St. 7B1, 7B2
lezen: 7.4-7.7 (p. 110-111)
doen hé !
a p. 39
1. *Een zekere man, Aristomenes genaamd, wordt opgesloten in een grot.
*bijg. subst.
*bij ajnhr tiV
2. *Op de derde dag ziet hij een dier dichtbij.
*bijg. adj.
*bij hJmera/ajlwphx
3. *Omdat hij vermoedt dat er een ingang is voor het dier, volgt hij het.
*bijg. adj.
*bij eijsodon
4. *Tenslotte ziet hij een gat; dat lijkt hem geschikt om er doorheen te gaan.
*PN
*bij ojph en fainetai
5. *Met zijn handen maakt hij het gat groter en vlucht weg.
*BVG.
*bij ojphn en poiei
oef. b: extra (mag je altijd afgeven)
oef. g
g p. 39
1. *Een leeuw werd ziek wegens zijn hoge leeftijd.
*tiV bijg. adj. bij lewn.
*ajsqenhV PN bij lewn, ejgeneto.
2. *Alle dieren kwamen dus op bezoek.
*panta bijg. adj. zw/a
panda
3. *Want ze beschouwden hem als de koning van de dieren.
basilea : BVG bij aujton en ejnomizen
4. *Ook een vos, de slimste van alle dieren, kwam op bezoek; maar hij bleef buiten de grot.
*to sofwtaton bijg. subst. bij ajlwphx
5. *Zo is hij als enige aan het gevaar ontsnapt.
* monoV BVG.
*bij ejxefugen en verzwegen ond.