Upload
others
View
10
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
SchrijvenA1•richtingwerk•1
1De lange klinkers en
klinkerreductie
Schrijven A1 - richting werk
de man is kaal het been het stuur de bootde ka-le man de be-nen de stu-ren de bo-ten
de zee de gieter de liter de drie ik ski
2•Delangeklinkersenklinkerreductie
Inhoudsopgave
1 Despellingvandekorteenlangeklinkers ........................................................................... 3 2 Delangeklinkersenklinkerreductie ................................................................................... 3 3 Geenklinkerreductie ......................................................................................................... 3 4 Markeeropdracht ............................................................................................................ 4 5 Waarofnietwaarbij‘Postbodetemager’........................................................................... 4 6 Begripsvragenbij‘Postbodetemager’ ................................................................................ 4 7 Werkwoordenmetlangeklinkers ...................................................................................... 5 8 Markeeropdracht ............................................................................................................. 6 9 Schrijfopdracht ................................................................................................................ 610 De-woordenenhet-woordenmetlangeklinkers ................................................................... 611 Schrijfopdracht ............................................................................................................... 712 Woordenschat ................................................................................................................. 713 Begripsopdracht ............................................................................................................... 814 Zinnenmaken .................................................................................................................. 815 Praktijkopdracht ............................................................................................................... 9Antwoordenbijopdracht12 ...................................................................................................... 9Aantekeningen ....................................................................................................................... 10
SchrijvenA1•richtingwerk•3
1 De spelling van de korte en lange klinkers➤ We kennen 2 soorten klinkers: de lange en de korte klinkers.➤ De korte klinkers schrijven we altijd met 1 letter.➤ De lange klinkers schrijven we met 2 letters en soms met 1 letter, zie opdracht 5.
de kam de zon de pen de lip de bus
de maan de boot het been de fiets het stuur
2 De lange klinkers en klinkerreductie ➤ De ‘a’, ‘e’, ‘o’, ‘i’, ‘u’ zijn korte klinkers.➤ De ‘aa’, ‘ee’, ‘oo’, ‘ie’, ‘uu’ zijn lange klinkers.➤ De lange klinker schrijf je met 2 letters. ➤ Aan het eind van een woord of lettergreep schrijf je de lange klinker met 1 letter.➤ Er gaat 1 letter van het woord af. Dit heet klinkerreductie.➤ De ‘ee’ schrijf je aan het eind van een woord met 2 letters.➤ De ‘ie’ schrijf je soms met ‘ie’ e osmet ‘i’.
de man is kaal het been het stuur de bootde ka-le man de be-nen de stu-ren de bo-ten
de zee de gieter de liter de drie ik ski
3 Geen klinkerreductie➤ In de volgende woorden schrijven we de lange kinker met twee letters.
gooi-en leeuw-en
4•Delangeklinkersenklinkerreductie
De wieken draaien in de wind.
4 Markeeropdracht Markeer in het krantenbericht de woorden met klinkerreductie.
Postbode te mager- PARIJS/PéRIGUEUX - Een jonge Française is tijdens haar proeftijd ontslagen als postbode.Ze is te mager. De postbode begon eind april haar werk. De directie van deposterijen meent nu dat haar gewicht van 42 kilogram niet in overeenstemming is met haar taken. Het medisch rapport geeft volgens de directie twijfels of ze zware post kan dragen. Collega’s zijn een actie begonnen om de slanke bezorgster te behouden.
Bron: bewerkt bericht uit De Telegraaf
5 Waar of niet waar bij ‘Postbode te mager’U leest de vraag en zet een kruisje onder ‘waar’ of ‘niet waar’. Waar Niet waar 1 Devrouwiseenpostbode. ❑ ❑
2 Devrouwisontslagen. ❑ ❑
3 Zebegonhaarwerkinmei. ❑ ❑
4 Dedirectievindtdevrouwtemager. ❑ ❑
5 Devrouwmaaktruziemetcollega’s. ❑ ❑
6 Begripsvragen bij ‘Postbode te mager’Zet een kruisje bij het goede antwoord.
1 Watiseenproeftijd? ❑ ADeeerstetweemaandenvaneennieuwebaan. ❑ B Heteerstejaarvaneennieuwebaan.
2 WatiseenFrançaise? ❑ A EenFransemevrouw. ❑ B EenFransemeneer.
3 Hoeoudisdepostbode? ❑ ADatstaaterniet. ❑ B Zeis42jaar.
SchrijvenA1•richtingwerk•5
4 Watiseraandehand? ❑ ADedirectieheeftdevrouwontslagen. ❑ B Decollega’shebbendevrouwgeslagen.
5 Watdoendecollega’s? ❑ AZedoenniets. ❑ B Zezijnbezigmeteenactie.
7 Werkwoorden met lange klinkers ➤ Werkwoorden gebruik je om te zeggen wat er gebeurt of wat men doet.
ik draag wij dragen
ik eet wij eten
ik loop wij lopen
ik bestuur wij besturen
zij skiet wij skiën
6•Delangeklinkersenklinkerreductie
8 MarkeeropdrachtMarkeer de werkwoorenmet lange klinkers in de zinnen.Voorbeeld
1 Ik controleer het paspoort. Wij controleren de kaart.
Enkelvoud Meervoud 1 Deoperatordraaitploegendienst. 6 Dewiekendraaienindewind. 2 Demandraagtdepakjes. 7 Dejongensdragendebank. 3 Devrouweetlekker. 8 Demenseneteninhetrestaurant. 4 Ikloopperdag10kilometer. 9 Wijlopenelkeweekmetdetrimclub. 5 Zijskietvandehelling. 10 Deskiërsskiënvandepiste.
9 SchrijfopdrachtSchrijf de werkwoorden met lange klinker in het meervoud.Voorbeeld
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
ikbetaal wijbetalen ikgooi wijgooien
ikbeweeg wijbewegen ikschuur wijschuren
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
1 ikbestuur wij 6 ikloop wij
2 ikdraag wij 7 ikmaak wij
3 ikdraai wij 8 ikmeet wij
4 ikeet wij 9 ikski/zijskiet wij
5 ikhuur wij 10 ikweeg wij
10 De-woorden en het-woorden met lange klinkersMarkeer de-woorden en het-woorden met lange klinkers in de zinnen.Voorbeeld
Iksteldevraag. Iksteldevragen.
Ikziehetraam. Ikziederamen.
1 De operator meet de maat. De operator meet de maten.2 Het meisje eet een vlaai. Het meisje eet twee vlaaien. 3 De atleet loopt per dag een uur. De atleet loopt per week veel uren. 4 De monteur controleert het stuur. De monteur controleert de sturen.5 De dokter meet het oor. De dokter meet de oren.
SchrijvenA1•richtingwerk•7
11 Schrijfopdracht Schrijf de de-woorden en het-woorden met lange klinkers in het meervoud.Voorbeeld
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
debaan debanen hetoog deogen
dekeel dekelen hetvuur devuren
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
1 hetbeen de 6 hetuur de
2 delaan de 7 destraat de
3 deminuut de 8 hetstuur de
4 denaam de 9 detraan de
5 hetoor de 10 devlaai de
12 WoordenschatZet het nummer van de juiste uitleg achter het woord. Weet je het niet, kijk dan achterinde module. Daar staan de antwoorden.
Voorbeeldwoord nr. uitleg bij het woorddevlaai 3 1 openingindemuurmetglaservoorwaardoorjekuntkijkenhetraam 1 2a bouwwerkmetwiekendiedraaien 2b apparaatomietsfijntemalen
demolen 2 3 platenrondgebakvanbrooddeegmetvruchtenofrijstepap
woord nr. uitleg bij het woord
draaien 1 eensoortemmermeteenlangetuitomplantenwaterte
geven
gooien 2 eengroepjemensendatsamenoefeningendoetomfitte
blijven
depostbode 3 kijkenofietsofiemandinordeis;nakijken
mager 4 deschuinekantvaneenheuvelofberg
degieter 5 delengte,debreedte,dehoogtediejemeetvanietsofiemand
skiën 6a rondjesmaken;6b werken
detrimclub 7 slank,hettegenovergesteldevandik
dehelling 8 eenpersoondiedepostbijjethuisbrengt
demaat 9 doordesneeuwglijdenoplangedunnelatten
controleren 10 ietswegwerpen;ikwerpdebalweg
8•Delangeklinkersenklinkerreductie
13 BegripsopdrachtLuister naar de uitleg en zet een kruisje bij het woord dat erbij hoort.
1 ❑ dehelling ❑ desnelweg
2 ❑ dragen ❑ gooien
3 ❑ detrimclub ❑ dewedstrijd
4 ❑ lopen ❑ skiën
5 ❑ bewegen ❑ controleren
6 ❑ mager ❑ klein
7 ❑ draaien ❑ slapen
8 ❑ dedokter ❑ depostbode
9 ❑ demaat ❑ dekaart
10 ❑ demolen ❑ degieter
14 Zinnen makenMaak zinnen met de woorden. Gebruik alle woorden maar één keer. Let op enkelvoud en meervoud. Begin met de blauwe woorden.
de bloeddruk meet het boek de monteurs dragen de mande vlaai controleren de wedstrijd de operators controleert de postbodede huur weegt de pakjes de dokter lopen de meisjesde oliedruk eet het rijbewijs de atleten betalen de bewoners42 kilogram draagt oordoppen de agent lezen de vrouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
SchrijvenA1•richtingwerk•9
15 PraktijkopdrachtSchrijf 10 woorden van het werk met klinkerreductie. Kijk naar de voorbeelden.Voorbeeld
het apparaat • de computer • controleren • noteren • de liter • schoonmaken
woorden van het werk met klinkerreductie
1 6
2 7
3 8
4 9
5 10
Antwoorden bij opdracht12draaien ↔ 6a, 6b; gooien 10; de postbode ↔8 mager ↔7; de gieter ↔1 skiën ↔ 9; de trimclub ↔ 2;
de helling ↔ 4; de maat ↔ 5; controleren ↔ 3
Aantekeningen
10•Delangeklinkersenklinkerreductie
Aantekeningen
SchrijvenA1•richtingwerk•11
12•Delangeklinkersenklinkerreductie
ColofonAuteur : drs.ElisabethA.Buth-deKorverUitgave: SamaSama OudeStationsweg2 4611BZBERGENOPZOOMTelefoon: 0164-266624E-mail: [email protected]: samasama.com
© 2000-2017 Sama SamaNietsuitdezeuitgavemagwordenverveelvoudigden/ofopenbaargemaaktopwelkewijzedanook,zondervoorafgaandeschriftelijketoestemmingvandeauteur.