EindverslagAmbulancezorg onder de loep

Door:

Paula Schrijver, Melle Klaver, Samuel Stoop en Pim Hanssen

Klas: V5C, V5A, V5C, V5B

Inleverdatum: 29-1-2016

InhoudInleiding...........................................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Hoofdstuk 1: Doel van de opdracht.................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

§1.1: De aanleiding voor de opdracht..........................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

§1.2: Deelvragen................................................................................................................................4

Hoofdstuk 2: Stappenplan aan de hand van de 5 W’s............................................................................7

§2.1 Oriëntatie op soorten bestaande ambulances...........................................................................7

§2.2 Oriëntatie op de ambulancedienst.............................................................................................7

§2.3 Onderzoek naar benodigde verzorging door een ambulance.....................................................8

§2.4 Uitrusting ambulancedienst.......................................................................................................8

§2.5 Aanbeveling................................................................................................................................9

§2.6 Adviesrapport.............................................................................................................................9

Hoofdstuk 3: Resultaten en Conclusies................................................................................................10

§3.1 Oriëntatie op soorten bestaande ambulances.........................................................................10

§3.2 Oriëntatie op de ambulancedienst...........................................................................................13

§3.3 Onderzoek naar benodigde verzorging door een ambulance...................................................16

§3.4 Uitrusting ambulancedienst.....................................................................................................18

Hoofdstuk 4: Aanbevelingen................................................................................................................21

§4.1 Probleem..................................................................................................................................21

§4.2 Oplossing..................................................................................................................................21

§4.3 Bevestiging...............................................................................................................................22

§4.4 Materialen................................................................................................................................23

§4.5 Kosten.......................................................................................................................................24

§4.6 Aanbeveling..............................................................................................................................26

§4.7 Evaluatie...................................................................................................................................26

Hoofdstuk 5: Bijlagen...........................................................................................................................27

Inleiding

InleidingDe ambulancezorg is een belangrijke tak in de medische veiligheid. Als acuut gereageerd moet worden is de ambulancezorg van groot belang. Het is dan ook erg belangrijk dat het ambulancepersoneel met hun ambulances in staat zijn

1

een zo goed mogelijke verzorging te kunnen leveren. Onze opdracht is het analyseren van de ambulancedienst en kijken waar dat mogelijke verbeterpunten zijn en hierover een advies op te stellen. Zo kunnen wij de ambulancedienst helpen om hun zorg te verbeteren. De opdrachtgever is Toine Janssen die het RAV Limburg-Noord vertegenwoordigt. RAV staat voor regionale ambulance voorziening. Het RAV voorziet de regio Noord- en Midden-Limburg van ambulances in geval van nood. Dit is een langgerekt gebied wat zich uitstrekt van Mook en Middelaar tot aan Echt. In dit gebied zijn 9 standplaatsen van waaruit ambulances vertrekken. Belang van deze opdracht ligt in het verbeteren van de zorg die gegeven wordt door de ambulance.

Hoofdstuk 1: Doel van de opdracht

§1.1: De aanleiding voor de opdrachtOnze opdrachtgever was de Ambulancezorg Limburg-Noord, Ook wel het RAV Limburg-Noord genoemd. RAV staat voor regionale ambulance voorziening. Het

2

RAV voorziet de regio Noord- en Midden-Limburg van ambulances in geval van nood. Dit is een langgerekt gebied wat zich uitstrekt van Mook en Middelaar tot aan Echt. In dit gebied zijn 9 standplaatsen van waaruit ambulances vertrekken en per jaar voert de ambulancezorg Limburg-Noord ruim 22.000 ambulanceritten uit. De ambulancezorg heeft als doel om kwalitatieve, passende hulp te verlenen die passend is voor de patiënt.

Het belang van deze opdracht lag in het verbeteren van de gezondheid en de efficiëntie van de zorg die een ambulance levert. Er was al veel gedacht over het verbeteren van de huidige ambulance, maar omdat de technologie steeds verbeterd, was er ook meer ruimte voor verbetering in het gebruik van de ambulance. En hoe beter dat de ambulance functioneert, des te beter de gezondheid van de patiënt kan worden gewaarborgd. Het is van belang dat ambulances in de best mogelijke staat zijn, zodat de beste zorg kan worden geleverd aan patiënten. Als dat niet zou gebeuren, zouden patiënten slechtere zorg krijgen dan mogelijk is en dat is uiteraard zonde. Het verbeteren van de ambulancezorg heeft dus positieve gevolgen voor zowel het ambulancepersoneel als de patiënten en hun familie.

Programma van eisen

We moeten ons ook rekening houden met de eisen en de ‘limieten’ die er zijn met ons doel om de ambulance zorg te verbeteren. Wat we gaan bedenken/ontwerpen moet bijvoorbeeld gebruiksvriendelijk zijn en niet voor andere/meer problemen gaan zorgen. Verder moet ons idee ook geen hindernis zijn of veel plek innemen want er is net genoeg ruimte nu om een patiënt goed te kunnen behandelen. Het moet ook geen last veroorzaken voor zowel de patiënt en ambulancemedewerker(s). Het moet ook reëel en makkelijk toepasbaar kunnen zijn.

§1.2: DeelvragenOriëntatie op soorten bestaande ambulances

De resultaten die wij hebben bereikt na het uitvoeren van deze opdracht bestaan uit: het maken van een schema waarin alle soorten bestaande ambulances worden benoemd en een precieze omschrijving waarvoor elke aparte ambulance gebruikt wordt. Ook worden verdere details gegeven over welke ambulances het meest worden gebruikt.

3

Deelvragen:

1. Wat voor ambulances zijn er?

2. Hoe zijn ambulances veranderd sinds ze voor het eerst zijn gebruikt?

3. Welk soort ambulances worden het meeste gebruikt?

4: Wat maakt het verschil tussen verschillende ambulances?

5: Hoe staat uitruksnelheid in verhouding met het soort ambulance?

Oriëntatie op de ambulancedienst

In deze deelopdracht hebben wij behandeld hoe de ambulancedienst is opgesteld naast de wagens alleen. Hieronder viel dus ook het contact tussen de ketenpartners van de ambulancedienst. Daarnaast hebben wij hier ook duidelijk in gezet welk proces van start gaat wanneer het hulpnummer wordt gebeld en hoe de ambulancedienst daarop reageert.

Deelvragen:

1: Wat zijn ketenpartners en welke heeft de ambulancedienst?

2: Hoe staat elk soort ketenpartner in verband met de ambulancedienst?

3: Wat doet een meldkamer precies?

4: Welke ongelukken worden door de meldkamer verholpen met een ambulance?

5: Wat is het werkgebied van onze ambulancedienst(geografisch)?

Onderzoek naar benodigde verzorging door een ambulance

Bij deze deelopdracht hebben wij bekeken welke verzorging ambulancepersoneel moet kunnen leveren wanneer zij met hun ambulance richting het ongeluk uitrukken. Daarnaast bekeken we ook een aantal andere aspecten, zoals het stabiel houden van een patiënt tijdens vervoer en het helpen van een patiënt bij hun thuis.

Deelvragen:

4

1: Welke vaardigheden moet het ambulancepersoneel bezitten?

2: Welke situaties moet een ambulanceverpleegkundige kunnen verbeteren?

3: Wat voor soort verpleging kunnen zij terplekke uitvoeren of tijdens het vervoer naar het ziekenhuis?

4: Hoe kunnen ze de situatie van een patiënt stabiel houden wanneer hij gevaar dreigt te lopen?

5: Welke hulp biedt een ambulance nog meer naast het vervoeren van patiënten naar het ziekenhuis?

Uitrusting ambulancedienst

In deze deelopdracht hebben we bekeken wat voor instrumenten en medicatie er in een ambulance behoren te zitten. Ook keken we hier welke uitrusting een ambulance niet meeneemt of alleen in speciale gevallen meeneemt.

Deelvragen:

1. Welke medicatie heeft een ambulance bij zich?

2. Welke instrumenten heeft een ambulance bij zich?

3. Welke EHBO-uitrusting(verband, desinfecterende middelen) moet een ambulance meenemen?

4. Hoe ziet een ambulance er van binnen uit?(ruimtelijke oriëntatie)

5. Welke uitrusting is situatie afhankelijk?

Aanbeveling

In deze deelopdracht hebben wij de resultaten van de vorige deelopdrachten samengevat en daaruit verbeterpunten gehaald en daarvoor uiteraard oplossingen geboden.

Adviesrapport

5

We hebben dit project afgesloten door al onze verzamelde informatie te voegen in een adviesrapport waarin gelezen kan worden wat in de weken van het project is uitgevoerd. Dit adviesrapport bevat daarnaast ook de uiteindelijke conclusie van ons project. Hier staat dus in hoe de ambulancedienst verbeterd kan worden volgens ons.

Hoofdstuk 2: Stappenplan aan de hand van de 5 W’s

Hoofdstuk 2: Stappenplan aan de hand van de 5 W’s

§2.1 Oriëntatie op soorten bestaande ambulancesWat: We hebben onderzoek gedaan naar hoe ambulances zijn veranderd en wat voor soort ambulances er zijn.

6

Waarom: Dit hebben we gedaan omdat we dan een beter beeld krijgen over wat we dan precies konden verbeteren. Dit op het gebied van de inrichting van het voertuig.

Waarmee: Naast de informatie die wij hebben gekregen van onze opdrachtgever hebben we het internet als hulpbron gebruikt.

Wie: Uitvoerder: Samuel Stoop

Controleur: Melle Klaver

Wanneer: 29-10-2015 t/m 12-11-2015 Dit zijn 7 lesuren

§2.2 Oriëntatie op de ambulancedienstWat: we hebben onderzoek gedaan naar hoe de ambulancedienst functioneert op het gebied van communicatie. Hieronder vallen onder andere de meldkamers en de ketenpartners.

Waarom: Dit doen we omdat we dan een beter beeld krijgen over wat we dan precies kunnen verbeteren. Dit bij de informatie die we van de opdrachtgever hebben gekregen kunnen we het internet als hulpbron gebruiken.

Wie: Uitvoerder: Pim Hanssen

Controleur: Melle Klaver

Wanneer: 29-10-2015 t/m 12-11-2015 Dit zijn 7 lesuren

§2.3 Onderzoek naar benodigde verzorging door een ambulanceWat: In deze deelopdracht hebben we onderzocht wat de ambulance als verzorging uitvoert bij een oproep.

Waarom: Dit hebben we gedaan omdat we dan een beter beeld krijgen over wat we dan precies konden verbeteren. Dit op het gebied van de verzorging die de ambulance met zijn hulpverleners kan verlenen.

7

Waarmee: Naast de informatie die wij hebben gekregen van de opdracht gever hebben we ook gebruik gemaakt van het internet.

Wie: Uitvoerder: Paula Schrijver

Controleur: Melle Klaver

Wanneer: 29-10-2015 t/m 12-11-2015 Dit zijn 7 lesuren

§2.4 Uitrusting ambulancedienstWat: Wij hebben in deze deelopdracht de medicatie en instrumenten die een ambulance mee behoort te nemen geanalyseerd.

Waarom: Deze deelopdracht hebben we gedaan omdat we dan een beter beeld kregen over wat we dan precies konden verbeteren. Dit op het gebied van de uitrusting die zich in een ambulance bevindt.

Waarmee: Naast de informatie die wij hebben gekregen van de opdracht gever hebben we ook gebruik gemaakt van het internet.

Wie: Uitvoerder: Samuel Stoop

Controleur: Melle Klaver

Wanneer: 2-11-2015 t/m 16-11-2015 Dit zijn 7 lesuren

§2.5 AanbevelingWat: We hebben de problemen die wij probeerde op te lossen, te omschrijven en de oplossing die wij vermoeden dat juist is te beschrijven.

Waarom: Dit is het uiteindelijke resultaat van ons project en dit is dus waar het project om gaat.

Waarmee: Met alle informatie die we hebben verkregen uit de andere opdrachten en de informatie die we hebben gekregen van de opdrachtgever.

Wie: Uitvoerders: Pim Hanssen en Samuel Stoop

8

Controleurs: Paula Schrijver en Melle Klaver

Wanneer: 16-11-2015 t/m 30-11-2015 Dit zijn 7 lesuren

§2.6 AdviesrapportWat: We hebben een afsluitend rapport gemaakt waarin alles wordt samengevat en het verloop van het project wordt omschreven. Daarnaast staat hierin ook beschrijving over hoe onze aanbeveling gebruikt kan worden

Waarom: Dit is het samenvattend verslag van het project en het heeft als doel dat dit achteraf gelezen kan worden om te zien hoe wij dit project hebben uitgevoerd.

Waarmee: We hebben de informatie gebruikt die we uit vorige deelopdrachten hebben vergaard.

Wie: Uitvoerders: Melle Klaver en Paula Schrijver

Controleurs: Pim Hanssen en Samuel Stoop

Wanneer: 16-11-2015 t/m einde project.

9

Hoofdstuk 3: resultaten en conclusies§3.1 Oriëntatie op soorten bestaande ambulances

Een ambulance, ook bekend als ziekenwagen of ziekenauto, is een voertuig om medische hulpverleners te verplaatsen naar een plek waar behoefte is aan medische hulp en om patiënten te verplaatsen naar een ziekenhuis.

Het idee van een ambulance is al van lang geleden. Loopkarren en paard-en-wagen werden gebruikt om gewonden van het slagveld te verplaatsen naar het achterland. In de wagen waren er verschillende voorzieningen om de gewonden voor die tijd zo goed mogelijk te verzorgen.

Tegenwoordig is in een ambulance de meest moderne medische apparatuur en medicatie aanwezig, zodat de patiënt professionele eerste hulp kan krijgen in elke situatie.Om zo efficiënt mogelijk te kunnen handelen in zijn er veel verschillende ambulance gekomen.

● Ambulance: Geschikt voor alle ambulancehulpverlening en -vervoer met plaats voor minimaal 1 persoon liggend op een brancard

● MICU: De Mobile Intensive Care Unit is een grote ambulance, waarin achterin een speciaal ontwikkelde brancard met intensive care apparatuur kan worden geplaatst. Deze wordt gebruikt voor het vervoer van een intensive care patiënt, inclusief één of meerdere specialisten en verpleegkundigen.

● PICU vervoer: Pediatrie Intensive Care (-Unit) vervoer, vervoer van kinderen voornamelijk tussen intensive care afdelingen van verschillende ziekenhuizen.

● NICU vervoer: Neonatologie Intensive Care (-Unit) vervoer; vervoer van baby’s (neonaten) in couveuse.

● Babylance: Vervoer van baby's welke niet in couveuse hoeven worden vervoerd, maar wel met spoed naar bijvoorbeeld een ander (gespecialiseerd) ziekenhuis.

● Adipeuze vervoer: Speciaal voertuig en brancard voor vervoer van "zwaarlijvige" personen, voor mensen boven de 140 kg.

10

● Rapid Responder: Deze voertuigen zijn sneller ter plaatse en hebben de uitrusting die de ambulanceverpleegkundige normaliter mee naar binnen neemt (spoedkoffer, AED en zuurstof). Voorbeelden zijn de motorambulance, mono-lance en ambulancefiets (vooral ingezet bij evenementen). Rapid Responders worden bemand door één ambulanceverpleegkundige, die een aanvullende rijtraining heeft gehad.

● MMT: Bij ernstige ongevallen wordt vaak een Mobiel Medisch Team gealarmeerd. Een MMT bestaat uit een medisch specialist, een gespecialiseerde verpleegkundige en een chauffeur of piloot. Dit team verleent specialistische zorg (aanvullend op de ambulancezorg) om de patiënt te stabiliseren op de plaats van het ongeval, zodat deze vervoerd kan worden. In Nederland zijn er in totaal 4 MMT's, gestationeerd in Amsterdam, Rotterdam, Groningen en Nijmegen. Ieder MMT beschikt over een auto en over een helikopter, de traumahelikopter.

● GNKc: Bij grote ongevallen en rampen kan het voorkomen dat de reguliere medische hulpverlening niet toereikend is. Er kan dan besloten worden de ambulancezorg uit te breiden door Geneeskundige Combinaties in te zetten. Deze bestaan uit professionele en vrijwillige hulpverleners die met een grote hoeveelheid materiaal ter plaatse kunnen komen om slachtoffers medisch te behandelen. Een Geneeskundige Combinatie wordt gevormd door een MMT, een AMBU-team en/of een SIGMA-team.

● GGB: Per 2016 zal de GNKc vervangen worden door de GGB, de grootschalig geneeskundige bijstand.

11

Figuur 1 Voertuignummering

Conclusie:

De conclusie die wij uit deze deelopdracht kunnen halen is moeilijk kort samen te vatten en bestaat eerder uit meerdere feiten over verschillende soorten ambulances. Het aantal hulpverleners per voertuig en waar de serienummers voor staan zijn daar voorbeelden van.

12

Ambulance Omschrijving Type

nummer

Aantal hulpverleners

Ambulance Alle hulpverlening, minimaal 1 persoon op brancard.

1 2/3

MICU Grote ambulance speciaal voor intensive care van 1 persoon.

3 2/3

PICU Vervoer van kinderen, voornamelijk tussen ziekenhuizen.

3 2/3

NICU Vervoer van baby’s. Maakt gebruik van couveuse.

3 2/3

Babylance Vervoer van baby’s. Maakt geen gebruik van couveuse.

3 2/3

Adipeuze vervoer voor zwaarlijvige mensen. 3 2/3

Rapid Responder Voertuig wat zo snel mogelijk ter plaatse is en alle uitrusting mee neemt.

9 3

MMT voertuig wat een ambulance ondersteunt met gespecialiseerde hulp in ernstige situaties.

9 3

GNKc Groep professionele en vrijwillige hulpverleners die in grote aantallen ter plaatse kunnen komen bij grote ongevallen

8 Grote aantallen

GGB Vervanging van GNKc. Aanvullende hulpverlening uit grensstreken

8 Grote aantallen

§3.2 Oriëntatie op de ambulancedienstHieronder staat een lijst van alle stappen die worden ondernomen wanneer er een ambulance wordt opgeroepen:

1. Er wordt gebeld naar de meldkamer (112).2. De precieze situatie en de gegevens over plaats van het ongeval, de

verwondingen, de hoeveelheid slachtoffers en de ernst van het ongeval (A1, A2, B1, B2*) worden doorgegeven vanuit de meldkamer aan het ziekenhuis of aan de vestiging van de ambulancezorg. (Dit ligt eraan waar de ambulances en het ambulancepersoneel zijn gevestigd in een bepaalde regio).

3. De ambulance rukt uit richting het ongeval.4. Eenmaal aangekomen kijkt het ambulancepersoneel of de patiënt ter

plaatse kan worden behandeld of dat het slachtoffer voor controle naar een ziekenhuis wordt vervoerd. Bij een A1* situatie wordt het slachtoffer altijd zo spoedig mogelijk ingeladen in de ambulance om hem te vervoeren naar de intensive care afdeling van het ziekenhuis. Eventueel kan het slachtoffer ook in de ambulance nog worden behandeld.

5. Wanneer de ambulance het slachtoffer naar het ziekenhuis heeft vervoerd word deze hier meestal direct naar de intensive care afdeling verplaatst. Hier kan een arts het werk van het ambulancepersoneel overnemen en kan de ambulance weer opnieuw uitrukken wanneer nodig.

● A1-urgentie: een spoedurgentie waarbij de ambulance binnen 15 minuten ter plaatse moet zijn. Er is dan sprake van een mogelijk levensbedreigende situatie. Bij deze urgentie wordt gereden met optische en akoestische signalen. Voorbeelden van spoedurgentie zijn onder meer een hartinfarct, ongevallen, reanimatie.

● A2-urgentie: een spoedurgentie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van optische en akoestische signalen. Deze urgentie wordt bijvoorbeeld uitgegeven wanneer er een huisarts aanwezig is die heeft geconstateerd dat de patiënt direct naar het ziekenhuis vervoerd moet worden, maar er is geen sprake van een direct levensbedreigende situatie.

● B-urgentie: besteld vervoer. Met deze urgentie wordt gereden bij het vervoer van patiënten van bijvoorbeeld een ziekenhuis naar een verpleeghuis waarbij de patiënt niet met bijvoorbeeld een taxi verplaatst kan worden. De B-urgentie is in sommige regio's weer verdeeld in B1 en B2 ritten. De B1 ritten worden uitgevoerd door reguliere A-wagens. De B2 ritten door zogenaamde 'zorgambulances' of 'hulpambulances'.

13

Hieronder is een kaart te zien met het werkgebied van de RAV, hoe donkerder groen de gebieden op de kaart zijn, hoe meer inwoners er zijn. In totaal wonen er in dit gebied 515.241 mensen.  

14

Hieronder ziet u een plaatje waarin wordt aangegeven wat er precies gebeurd wanneer iemand het alarmnummer belt en hoe de meldkamercentralist reageert op de oproep en welke beslissingen deze persoon dan moet maken.

15

Figuur 2 Noord en Midden-Limburg

§3.3 Onderzoek naar benodigde verzorging door een ambulance

Tussen de plek waar de patiënt is opgehaald en het ziekenhuis is nog een weg waar er al verzorging van de patiënt plaatst vindt in de ambulance, als het gaat om een spoedgeval maar ook als het gaat om de patiënt van punt A naar punt B te brengen. Bijvoorbeeld als de operatie van een patiënt moet worden geopereerd in een ander ziekenhuis wat niet per se een spoedgeval is. Er komt twee soorten hulp voor mentale hulp en medische hulp. Hier gaan we het hebben over de medische steun.

Als de ambulance aanwezig is stellen ze zo snel mogelijk vast welke medische zorg nodig is. De verpleger geeft de doorslag van wat er precies moet gebeuren en wat er nodig is hiervoor. Dit gebeurt meestal door de verpleger zonder tussenkomst van de huisarts. Eerst controleert hij/zij het bewustzijn, de ademhaling en de hartfunctie. Waar nodig behandelt hij ter plekken en beslist of vervoer naar het ziekenhuis noodzakelijk is of niet. Als dit nodig is probeert hij/zij de conditie van de patiënt te verbeteren door medicijnen te geven en zo de conditie te verbeteren. Is medische verzorging niet direct nodig, dan adviseert de verpleegkundige wat de patiënt het beste kan doen.De verpleegkundige die aanwezig is kan allemaal verschillende handelingen uitvoeren om de situatie te verbeteren van een patiënt. Dit ligt geheel aan de situatie waar in de patiënt zich bevindt. De situatie van de patiënt stabiel houden kan op meerdere manieren, hier zijn veel mogelijkheden in en dit ligt ook weer aan de situatie waarin de patiënt zich bevindt.

Als er sprake is van een zeer ernstige situatie, roept de ambulance hulp in van een Mobiel Medisch Team ook wel het MST genoemd. Dit team bestaat uit een anesthesist en een verpleger. Op de plek waar de patiënt is kan het SMT ingrijpende medische handelingen verrichten. Dit kan bijvoorbeeld een spoedoperatie onder narcose zijn.

16

Conclusie:

De conclusie die wij hieruit kunnen halen is dat het oproepen van een ambulance erg snel en efficiënt gaat en dat alle informatie zo snel mogelijk aan het ambulancepersoneel word doorgegeven. Ook terwijl de ambulance al onderweg is naar het slachtoffer.

Figuur 3 112 Protocol

Figuur 4 Interieur ambulance

Conclusie: De ambulance zelf maar ook het ambulancepersoneel moet over vele kwaliteiten beschikken. Er moet voldoende materiaal aanwezig zijn in de ambulance om een patiënt zo goed mogelijk te helpen. En de ambulance verpleger moet ook goed kunnen inspelen op de situatie want die is elke keer anders en kan soms heel stressvol zijn.

17

Conclusie:

De conclusie die wij hieruit kunnen halen is dat het oproepen van een ambulance erg snel en efficiënt gaat en dat alle informatie zo snel mogelijk aan het ambulancepersoneel word doorgegeven. Ook terwijl de ambulance al onderweg is naar het slachtoffer.

§3.4 Uitrusting ambulancedienstIn een ambulance zit altijd de standaard uitrusting. Dit is een wettelijk bepaalde uitrusting die beschreven is in een NEN-norm (een norm opgesteld door het Nederlands Normalisatie-instituut). Deze norm geldt voor alle reguliere ambulances. Los van de standaard uitrusting kunnen ambulances extra materialen bij hebben of ophalen afhankelijk van het werkgebied en de aanleiding van de oproep

Brancard

In iedere ambulance kan een slachtoffer liggend vervoerd worden op een brancard. Deze brancard staat op een onderstel met wielen, dit onderstel is inklapbaar. Het is ook mogelijk om een kant van de brancard te laten zakken. Hierdoor kan een slachtoffer makkelijker op de brancard worden gezet en is het mogelijk een kortere draai te maken in kleine gangen of ruimtes. De brancard is zo ontworpen dat als hij op zijn hoogste stand staat, dat de brancard zo de ambulance in kan worden gereden. Het onderstel klapt dan vanzelf in.

Wervelplank

Bij een ongeluk met (mogelijk) rug of nekletsel zal het slachtoffer worden geïmmobiliseerd. Dit wordt gedaan met een wervelplank. Dat is een harde brancard waarop het slachtoffer volledig wordt vastgezet. Het slachtoffer wordt zo stabiel vastgezet dat het slachtoffer bijna onbeweeglijk blijft zelfs als de plank verticaal wordt gezet. Het hoofd van het slachtoffer wordt vastgezet met headblocks en een nekkraag, deze houden het hoofd en de nek stabiel. In de ambulance liggen opblaasbare spalken. Deze zijn bedoeld om bijvoorbeeld een gebroken been onbeweeglijk te maken zodat er niet meer letsel kan optreden.

18

Hartmonitor/defibrillator

In de ambulance is ook een defibrillator/hartmonitor aanwezig. Op de monitor kan de verpleegkundige het hartritme, de bloeddruk, de lichaamstemperatuur en het zuurstofgehalte in het bloed aflezen. Met de defibrillator kan een schok toegediend worden om het hart weer op gang te krijgen. Het zuurstofgehalte in het bloed kan worden gemeten met een saturatie meter. Dat is een meter die meestal in de vorm van een knijper op de vinger of de oorlel wordt aangebracht. Door middel van infrarood licht wordt het percentage zuurstof in de hemoglobine berekend. Als het zuurstofgehalte in het bloed te laag is, wordt aan een patiënt extra zuurstof toegediend. Hiervoor zitten er in de ambulance zuurstoftanks en mondkapjes of neus clips. Ook zit er een zuigpomp (Aspiratietoestel) in waarmee de mond en keel schoongemaakt of leeggezogen kan worden zodat er geen blokkades zijn bij het beademen.

Couveuse

Als de ambulance naar een pasgeboren baby gaat, dan kan het voorkomen dat de baby in een couveuse zal moeten worden vervoerd. Daarvoor is er een speciale couveuse die op de brancard kan worden gezet en zo achterin de ambulance kan. Deze is niet standaard in een ambulance aanwezig en moet dus bij een melding op apart meegenomen of opgehaald worden.

Veel meer materiaal

Verder zit er nog veel ander kleiner materiaal in de ambulance. Dit zit in kastjes maar ook in de koffers die de verpleegkundige of de chauffeur mee kan nemen. Er is een koffer (of tas, of rugtas) voor volwassenen maar er is ook een speciale kinderkoffer. In deze kinderkoffer zit ongeveer het zelfde medische materiaal en medicaties als in de koffer voor volwassenen, maar dan in het formaat of de dosering geschikt voor kinderen.

Bescherming ambulancepersoneel

Ter bescherming van het ambulancepersoneel zijn er in de ambulance helmen aanwezig. Het ambulanceteam draagt duidelijk herkenbare pakken met reflecterende strepen. De ambulance zelf is voorzien van veel reflecterende stickers en van zwaailichten en een sirene. Om 's avonds en ‘s nachts goed te kunnen werken hebben de ambulances grote lichten.

19

Conclusie:

We hebben hier geen conclusie bij aangezien er alleen maar feiten worden aangegeven in deze deelopdracht over wat er precies aanwezig is in een ambulance. De belangrijkste informatie die naar voren kwam in deze deelopdracht, waren de verschillende soorten uitrusting die te vinden zijn in een ambulance

20

Hoofdstuk 4: aanbevelingen

ProbleemWij zijn met een idee gekomen waarvan wij denken dat het een goede verbetering van de ambulance is. Onze oplossing is voor een fijnere rit van of naar het ziekenhuis toe zodat de patiënt zich fijner en zich meer op zijn/haar gemak voelt. Het is dus een verbetering voor de patiëntvriendelijkheid van de ambulance.

Wanneer de ambulance rijdt bewegen er namelijk verscheidene dingen in de ambulance die overal tegenaan botsen en veel geluidsoverlast veroorzaken. De grootste dader is de schepbrancard die in een grote ruimte ligt en dus veel beweegruimte heeft. Wij wilden deze beweegruimte verkleinen zonder dat dit een drastische verandering in het voertuig aanbrengt of de gebruiksvriendelijkheid vermindert. Daarnaast moest relatief goedkoop zijn en makkelijk te monteren.

OplossingOns idee is een rolsysteem met drukveren geworden. Deze zijn bedoelt om de schepbrancard in te klemmen in de opbergruimte. Dit zorgt er dus voor dat de voorwaartse beweging wordt afgeremd door de rolweerstand veroorzaakt door de veren. De opwaartse beweging kan worden gestopt als de rollers genoeg weerstand bieden en de zijwaartse beweging wordt opgevangen door de veren. Hieronder zie je hoe ze in de opbergruimte zouden liggen

Figuur 5 Ligging in opbergruimte

Dit idee zou dus volgens ons het probleem van de geluidsoverlast veroorzaakt door de schepbrancard oplossen. Zo is de patiënt dus meer op zijn gemak en kan het ambulancepersoneel niet afgeleid worden door onverwachte harde

21

geluiden. Dit idee is heel makkelijk te monteren, relatief goedkoop en verminderd de gebruikssnelheid niet.

De gebruikssnelheid van de ambulance vermindert dus niet door ons idee. Wanneer de ambulance bij de patiënt aanwezig is, dan bieden de rollers niet genoeg weerstand om het uitladen van de schepbrancard te storen. Dit komt omdat de spierkracht die het ambulancepersoneel kan uitoefenen velen malen groter is dan de weerstand die de rollers bieden. Ook het inladen hoeft hierdoor niet minder snel te gaan als ervoor gezorgd word dat de schepbrancard weer juist terug word geplaatst. Dit zou eventueel kunnen met naar-het-midden-geleidende zijkanten. Hiermee bedoelen wij dat er in de zijkant van het model een schuine wand kan worden gebouwd zodat de brancard naar het midden wordt geleid. Dit hoeft echter alleen wanneer blijkt dat het inladen van ons huidige idee voor complicaties zorgt.

BevestigingDaarnaast hebben we ook goed nagedacht over de bevestiging van ons idee aan de schepbrancardruimte. Wij zagen namelijk dat er in de ruimte van de schepbrancard een aantal ovaalvormige gaten zaten. Wij dachten dat we deze goed konden gebruiken voor de bevestiging van de rollers. Ons idee hiervoor was om 2 schroeven te plaatsen in de achterste plaat van de roller. Deze schroeven zouden we dan uit laten komen in de ovaalvormige gaten en op de achterkant van de schroef zou je een moer kunnen draaien en de roller zo dus vastschroeven. Hierlangs kunt u zien hoe wij dat willen doen.

MateriaalkeuzeToen we ons idee volledig ontworpen hadden, zijn we na gaan denken over de materialen die we zouden kunnen gebruiken. Als eerste zijn we gaan denken over het materiaal wat we over de roller wilden spannen. Het belangrijkste van

22

Figuur 6 Individueel ontwerp

Figuur 7 Bevestiging idee

dit materiaal was de duurzaamheid, aangezien het veel wrijving te verduren zou krijgen en daarnaast moest het zo veel mogelijk wrijving bieden. Eerst hebben we onderzocht waar de wrijving vanaf hangt. Per materiaal hangt dit af van de wrijvingscoëfficiënt. Rubber is in dit geval de beste keuze aangezien het een materiaal is, wat zowel een extreem hoge wrijvingscoëfficiënt als een hoge duurzaamheid en een relatief lage productieprijs. De wrijvingscoëfficiënt hangt daarnaast ook af van het materiaal waar het langs af glijd en in het geval van kunststof en rubber is de wrijvingscoëfficiënt 1,35. Om een idee te krijgen van wat deze waarde in houd is de wrijvingscoëfficiënt van staal langs staal 0,6. Daarnaast hangt de wrijvingskracht ook af van het wrijvingsoppervlak en de ruwheid van het materiaal. Het wrijvingsoppervlak hebben wij proberen te maximaliseren en de ruwheid van het materiaal willen wij niet aanpassen in verband met de duurzaamheid van het product.Daarna zijn we gaan denken over de veer die we wilden gebruiken. We wilden een veer gebruiken die erg veel weerstand zou bieden omdat de ruimte die de veer in mocht nemen zeer beperkt was. Daarom zijn we dus onderzoek gaan doen naar factoren die de veerkracht beïnvloeden. Deze factoren zijn: De elasticiteitsmodulus, het aantal wendingen, de breedte van de veer, de lengte van de veer en de dikte van de veerdraad.

Als eerste zijn we de elasticiteitsmodulus gaan onderzoeken van verschillende materialen. We zijn erachter gekomen dat het materiaal wolfraam het beste is om te gebruiken voor onze veer. Dit materiaal heeft een hoge duurzaamheid en stevigheid en heeft daarnaast een dubbel zo hoge elasticiteitsmodulus als normaal verenstaal. We hebben gebeld naar een verenproducent, maar zij hebben ons verteld dat het gebruik van wolfraam 7x zo duur is als het gebruik van normaal verenstaal. We hebben toen besloten dat we verenstaal zouden gaan gebruiken en de veerkracht op een andere manier willen vergroten. Het verenstaal wat wij wilden gebruiken heeft een elasticiteitsmodulus van 210. Om een idee te krijgen van wat deze waarde in houd, is de elasticiteitsmodulus van rubber 0,5.

Daarnaast zijn wij het aantal wendingen gaan onderzoeken en we zijn tot de conclusie gekomen dat dit de makkelijkst aanpasbare factor is en wanneer ons

23

Figuur 8 Veersysteem

product aan veerkracht te kort komt kunnen we het aantal wendingen dus verminderen.

Ten slotte zijn we de breedte, lengte en dikte van de veer gaan onderzoeken. De lengte en breedte van de veer zijn in ons ontwerp al bepaald en die konden we dus niet aanpassen. Alleen de dikte van het materiaal kunnen we modificeren. We hebben besloten dat een goede dikte voor de draad 1 mm zou moeten zijn. Dit is relatief vrij dik en bied daarom dus erg veel weerstand.

De rest van het model heeft geen onderdelen die specifieke eisen hebben. Wij hebben daarom besloten om de rest te maken van roestvaststaal. Dit is een erg stevig materiaal met een hoge duurzaamheid. Ondanks dat het relatief duur is hoeft dat geen probleem te vormen vanwege de kleine hoeveelheid aan echt materiaal wat we hoeven te gebruiken. De meeste kosten gaan zitten in de productiekosten.

Kosten De kosten van de roller hebben we gebaseerd op een onderzoek op het internet. We zijn langs verscheidene sites gekomen die rollers verkopen die op de onze lijkt en deze hebben we met elkaar vergeleken. We hebben alleen rekening gehouden met materiaal en productiekosten. We kwamen tot de conclusie dat wanneer je het product zou willen inkopen in grote aantallen, de kosten van de roller rond de €4,00 zouden liggen. Dit alleen als je slechts een laag rubber aanbrengt. Wanneer je een volledige rubberen roller zou moeten maken stijgen de kosten naar €10,00.

Daarna zijn we gaan zoeken naar de kosten voor de veer. Wij kwamen in ons onderzoek uit bij een site van een professionele verenproducent. Na contact op te zoeken met die producent en ons model veer voor te leggen zijn we tot de conclusie gekomen dat wolfraam te duur was, aangezien je €35,00 zou moeten betalen. Dit was omdat ze wolfraam alleen voor speciale producten gebruikten. Toen hebben we gevraagd naar de kosten van hetzelfde model, maar dan van verenstaal. Deze veren zouden per stuk €1,50 kosten.

Ten slotte hebben we onderzoek gedaan naar het maken van de rest van ons model. Dit hebben wij gedaan door naar een metaalbewerkingsbedrijf te gaan en het model door een professioneel oog te laten bekijken en dus de

24

Figuur 9 Rubberen roller

productiekosten te laten schatten. Dit hebben wij gedaan bij het metaalbewerkingsbedrijf in Kelpen-Oler waar Samuel werkt. Daaruit kwam naar voren dat de kosten van het RVS omhulsel ongeveer €7,00.

AanbevelingTen slotte zouden wij nog een aantal aanbevelingen aan de opdrachtgever mee willen geven als hij potentie ziet in ons idee. Ten eerste zou het idee in de praktijk gemaakt en getest moeten worden, aangezien wij niet over de financiële en technische middelen beschikken om dit te doen. Wanneer het model goed uit de test komt zouden wij de opdrachtgever aanraden een uitgebreidere taxatie te doen, omdat wij de bedragen ruimer hebben genomen om onvoorziene kosten erbij te berekenen. Wij zijn echter van mening dat de kosten van het produceren van dit product minder kunnen zijn.

EvaluatieDit kopje is bedoeld voor ons als groep om te kijken hoe wij het er als groep vanaf hebben gebracht en welke punten wij zouden kunnen verbeteren. Het grote verbeterpunt wat wij de volgende keer meenemen bij het uitvoeren van het volgende project is: Het zoeken van een opdrachtgever. We wisten al vrij gauw wat voor een opdracht we wilden doen en waren dan ook al vrij snel klaar met het schrijven van onze opdracht. We hadden echter pas vrij laat een echte opdrachtgever en de opdrachtgever is degene die ons de opdracht geeft en het is dus noodzaak om zo snel mogelijk contact te leggen met een opdrachtgever. Dit is ons grote verbeterpunt voor het volgende project.

25

Bijlagen

In onze bijlagen vind u onze technische tekeningen en ons sketch-up model.

26

Figuur 10 Technische tekening in de opbergruimte Figuur 11 Bovenaanzicht uitgerekt

Figuur 12 Bovenaanzicht ingeduwd

27

Figuur 13 Rechterzijaanzicht ingeduwdFiguur 14 Rechterzijaanzicht uitgerekt

Figuur 15 Vooraanzicht Figuur 16 Bevestigingsmethode

28

Figuur 17 Zijaanzicht Sketch-up model Figuur 18 Schuinaanzicht Sketch-up model

Figuur 19 Veersysteem Sketch-up model

29

Figuur 20 Bevestiging Sketch-up model Figuur 21 Geïnstalleerde roller Sketch-up model

Figuur 22 Volledige schepbrancardruimte Sketch-up model