13
,,' ~. , \ i Jo .: ~ .' ~ ; .• 't " ';:'6""""" , '3':i' '.~,;,~ . , . , J " ~ ~ .; " . , .;rf, ~-.~_ " "I 'tt .,., ,":\;, ",<- t .<, :\ ( . I \ " , : , 'I r i l, " ,,' , !. , . ' . -, I .). ( ., ,~ - , i.. r 1 De Allerh~iligste in &e'~a~~uip, ,f., h: .v . , , Eenheid en veelheid " \ , ','- 'I •. '! ;':; !'< " " t. I' ?" I'· ) \', .e,'

‘“Sanctissimus in labro”. De badkamer van kardinaal Bibbiena in het Vaticaan en van paus Clemens VII in de Engelenburcht te Rome’, Akt 36 (1987), 2 – 13

  • Upload
    rug

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

,,'

~.,

\i Jo .: ~

.' .» ~ ; •

.• 't

" ';:'6""""",'3':i' '.~,;,~. , .,

J "~ ~ .; " .

,. ; rf, ~ -. ~_"

" I 'tt .,.,

,":\;,

",<- t

.<, :\( . I

\ ", :, 'I r il,

" ,,' , !.,

.' .

-,

I.).

( .,

,~- ,i..r

1

De Allerh~iligste in &e'~a~~uip,,f.,

h:. v

. , ,Eenheid en veelheid " \,

','- 'I

•. '!;':; !'<

" " • t . I'?" I'· )\', .e,'

2

Jan de Jong is sinds juni 1987aangesteld als universitair docent aanhet Instituut voor Kunstgeschiedenisvan de Rijksuniversiteit Groningen.Zijn specialisatie is de schilderkunst

uit de Italiaanse renaissance.

J.L. deJong

'Sanctissimus in Labro'De badkamer van kardinaal Bibbiena in het Vaticaan envan paus Clemens VII in de Engelenburcht te Rome

Dagelijks dringen zich duizenden bezoekers door het Vaticaanspaleis en de nabij gelegen Engelenburcht, om er demuurschilderingen te bewonderen van Michelangelo, Rafael entalloze andere kunstenaars. Waarschijnlijk gaan de meesten vanhen terug naar huis in de veronderstelling dat deze kunstenaarszich alleen bezig hielden met decoratieprojecten van enormeomvang, zoals de beschildering van de Sixtijnse kapel en de'stanze' van Julius II in het Vaticaan of het appartement vanPaulus III in de Engelenburcht. Die veronderstelling is echterniet juist. Een kunstenaar als Rafael voerde ookfrescoschilderingen uit in vertrekken waarvan vast stond dat er,behalve de eigenaar, vrijwel niemand zou komen, zodat hij bijvoorbaat bijna zeker wist dat hij voor de vergetelheid werkte. Inhet Vaticaan en de Engelenburcht zijn enkele van dergelijkevertrekken behouden gebleven: ontoegankelijk voor demensenmassa's die de Sixtijnse kapel en de 'stanze' bezoeken (ergaan hoogstens vijftien personen in deze ruimten), maar opschriftelijke aanvraag wel te betreden door kunsthistorici. In ditartikel wil ik twee van die vertrekken bestuderen, namelijk debadkamer ('stufetta') van kardinaal Bibbiena in het Vaticaan envan paus Clemens VII in de Engelenburcht.

In de vijftiende en zestiende eeuw vormde een badkamergeen vast onderdeel van een Italiaans paleis. Toch is omstreeks1520 in Rome een aantal paleizen van een badkamer voorzien.Opmerkelijkerwijs zijn dat in vrijwel alle gevallen paleizen diezijn ontworpen door architecten uit de kring van Rafael(Frommel 1973). Weliswaar zijn de twee badkamers waar wij nude aandacht op willen richten allebei ingevoegd in reedsbestaande gebouwen, maar in beide gevallen waren kunstenaarsuit de kring van Rafael betrokken bij zowel het ontwerp als dedecoratie ervan. Die decoratie is uitgevoerd in fresco, stucco enverguldsel en is opvallend rijk als men bedenkt dat een badkamereen slechts af en toe gebruikte ruimte was, waar door de vochtige

1. Voor vijftiende enzestiende eeuwse badkamers inRome, zie: N.E. Edwards, The

Renaissance Sttfet/a in Rome: tlre arcle0/RapIraeland tlreReereadon o/tlre

Antique, diss., University ofMinnesota, 1982, en]. Sinisalo, 'Le

stufe romane', in: Quando gli dei sispogliano. II bagno di Clemente VII a

Castel SantA ngelo e le altre sttfe romane delprimo

Cinquecento (cat. tent., Rome,Engelenburcht, 1984), Rome, 1984,

pp 11-20.

2. De meest uitgebreide biografievan kardinaal Bibbiena is: G.L.

Moncallero, II cardinale BernardoDooizi da Bibbienaumanista e

diplomatico (1470-1520), Florence,1953.

3. De muurconstructies uit 1517worden genoemd in een brief van

Pietro Bembo aan kardinaal Bibbienavan 19juli van dat jaar (Opere del

cardinale Pietro Bembo, Venetië, 1729,III, ii, P 14; geciteerd door V.

Golzio, Ra.ffoello nei document/; nelletestimonianze dei contemporanei e nellalet/eratura del suo secolo, Vaticaanstad,1936,57). Van de decoratie van de

'loggia' in 1519 wordt gewaggemaakt in een brief van 4 mei vandat jaar, van Marcantonio Miehiel

aan Antonio da Marsilio (Golzio, p98).

HADKAMERS 3

omstandigheden de schilderingen geen al te lange toekomst leekbeschoren. In beide badkamers verkeren de decoraties in een staatdie te wensen overlaat, maar door recente restauraties zijn zijbeter zichtbaar geworden en, hopelijk, voor verder verval behoed.Beschadigd als zij zijn, bieden zijn toch nog een goede indruk vande wijze waarop badkamers in Rome oorspronkelijk warengedecoreerd. 1

De oudste van de twee badkamers is de 'stufetta' vankardinaal Bibbiena in het Vaticaan. Bernardo Dovizi da Bibbiena(1470-1520) werd in 1513 kardinaal gecreëerd door de korttevoren gekozen paus Leo X (1513-15 21), met wie hij sinds langgoed bevriend was. De kardinaal behoorde tot de kleurrijkstefiguren van de Italiaanse Renaissance. Hij voerde een uitgebreidecorrespondentie met beroemde tijdgenoten, stond op goede voetmet bekende kunstenaars en was de schrijver van de komedieCalandria. Hij werd alom gewaardeerd om zijnvriendschappelijkheid en geestigheid, en vanwege die laatsteeigenschap treedt juist hij op als de belangrijkste spreker in dediscussie over humor, die Baldassare Castiglione in zijn Cortegianouit 1528 heeft beschreven. Als kardinaal ontwikkelde Bibbienazich aanvankelijk tot de belangrijkste adviseur van de paus enwerd hij zelfs 'alter papa' - de tweede paus - genoemd. Rond1515 begon zijn invloed echter te tanen: enerzijds doordat hij teveel blijk gaf van pro- Franse gezindheid, anderzijds doordat depaus zich in toenemende mate verliet op de adviezen van zijnbastaardneef, Giulio kardinaal de' Medici (de toekomstige pausClemens VII).2

In tegenstelling tot de meeste kardinalen, bewoondeBibbiena geen eigen paleis in Rome, maar nam hij zijn intrek ineen gedeelte van het Vaticaan. Een belangrijke reden hiervoorwas wellicht het feit dat hij als adviseur van de paus in diensdirecte nabijheid moest verkeren. Kort na zijn kardinaalscreatiemoeten er werkzaamheden aan een appartement voor hem zijnbegonnen. Blijkens een vermelding uit 1514 bewoonde dekardinaal zolang een 'camera' in het Vaticaan(Moncallero 1953).Het nieuwe appartement verrees boven dat van de paus, op deetage die Rafael toevoegde aan de twee etages van de 'loggia's dieBramante al had gebouwd. Het behelsde enkele vertrekken, een'loggia' en een badkamer. In 1516 werden de bouwen decoratiegrotendeels voltooid, al werden nog in 1517 enkelemuurconstructies veranderd en liet de decoratie van de 'loggia' opzich wachten tot 1519.3 Inmiddels was de paus zelf gecharmeerdgeraakt van het appartement van zijn adviseur. Via Pietro Bembo,de bekende humanist die de correspondentie van de pausverzorgde, stelde Leo X op 13juli 1516 aan Bibiena voor, dat hij- Leo - het nieuwe appartement over zou nemen en dat Bibbienain ruil daarvoor het appartement zou krij gen van Jacopo kardinaalSerra, wiens dood naderende was. Leo vond het nieuweappartement namelijk 'uiterst geschikt ter vervrolijking enverblijding van de geest, vanwege de bewonderenswaardige

4

4. Dit blijkt uit een brief van dekardinaal aan Giulio Sadoleto, van 4

juni (geciteerd door G.L.Moncallere, Epistolario di Bernardo

Dovizi do Bibbiena, Florence, 1955,11,P 106).

5. Het feit dat in de decoratie van de'loggia' uit 1519 wel de 'impresa'

van Leo X voorkomt, terwijl die inde decoratie van de badkamer (1516)

ontbreekt, kan erop wijzen dat depaus het appartement inderdaad inhanden had gekregen. Bovendien

werd de decoratie van de 'loggia' inhet appartement tegelijkertijd

uitgevoerd met die van de 'loggia's'van de paus, door Rafael.

6. De meest recente literatuuromtrent de 'stufetta' (met uitvoerige

gegevens en vermelding vanvoorgaande literatuur) is: D. Redigde Campos, 'La stufetta del cardinal

Bibbiena in Vaticano e il suorestauro', Römisches jahrbuch Jur

Kunstgeschichte Xx, 1983, pp221-240; H. Malme, 'La stufetta delcardinal Bibbiena e l'iconografia deisuoi affreschi principali', in: Quando

gli dei si spogliano (zie n. 2), pp34-50;J.L. de Jong, 'De Oudheid in

Fresco'. De interpretatie van kli1Ssiekeonderwerpen in de Italiaanse

wandschrlderkuns~ inzonderheid teRome, circa 1370-1555, diss., Leiden,

1987, pp 355-363.7. Alle uitgebeelde onderwerpen,

plus de literaire bronnen waarop zijzijn gebaseerd, zijn opgesomd door

De Jong (zie n. 6 ), pp 361- 362.

J.L. DE JONG

'loggia' en het uitzicht .. .'( Opere del ... Bembo, XIII, x, p nu Maarkardinaal Serra wist langer dan voorzien de dood buiten dedeuren van zijn appartement te houden (hij stierf pas op 15 maart1517) en de paus beloofde Bibbiena daarom: ' ... wij zullen onsmoeite getroosten, dat zodra er een aantrekkelijk gedeelte van onspaleis leeg komt, dat het uwe wordt.'( Opere del..Bembo, XIII, x, p111). In 1517 was Bibbiena nog steeds in het bezit van zijnnieuwe appartement,' al zal hij er door zijn langdurige verblijf inFrankrijk in de volgende jaren (1518-1520) niet dikwijlsaanwezig kunnen zijn. Het is echter onduidelijk of hetappartement in 1520, toen de kardinaal stierf, nog steeds in zijnbezit was of dat de paus er inmiddels toch beslag op had weten teleggen.'

- De 'stufetta' van kardinaal Bibbiena is een klein, vierkantvertrek met een kruisgewelf (2,5 x 2,5 m), dat menoorspronkelijk vanuit de slaapkamer betrad.' Een vaste kuipontbreekt: waarschijnlijk maakte men gebruik van enverplaatsbare kuip of diende de ruimte als 'caldarium'(Redig deCampos 1983, p 225). In het midden van de oostwand heeft zichde deur naar de genoemde slaapkamer bevonden, terwijl hetcentrum van de tegenover liggende wand door een venster inbeslag wordt genomen. In het midden van de beide anderewanden bevinden zich nissen. Onder het venster is een marmerenplaat aangebracht en onder de twee nissen reliëfs niet eensaryrkop, geflankeerd door dolfijnen en hoornen des overvloeds -'dovizie' - in verwijzing naar de naar de naam van de kardinaal,Dovizi. De geschilderde decoratie beslaat de wanden van ondertot boven, in drie zones. De onderste zone bevat voorstellingenvan liefdes godjes in fantastische wagens, voortgetrokken doorfabeldieren; de middelste zone toont gebeurtenissen uit demythologie, en de bovenste zone, gevormd door de lunetten, isgedecoreerd met grottesken. Het kruisgewelf is onderverdeeld in25 rechthoekige voorstellingen van verschillende aard.'

De beschildering van de 'stufetta' vond plaats in hetvoorjaar van 1516. Omdat de kardinaal in Florence verbleef,hield Pietro Bembo toezicht op de gang van zaken. Op 19 aprilvroeg hij namens Rafael de kardinaal per brief om 'de andereonderwerpen die moeten worden geschilderd', omdat de reedsopgegeven onderwerpen binnen een week klaar zouden zijn. Op6 mei berichtte Bembo aan de kardinaal dat het appartement ende 'loggia' ingericht waren, maar dat men nog werkte aan de'stufetta'. Op 20juni kon hij uiteindelijk tevreden melden, 'datde loggia, de 'stufetta', de vertrekken en de bekledingen van leervan uwe eminentie in gereedheid zijn, en dat alles in afwachtingvan uis.'( Opere del..Bembo 1729, lIl, ii pp 13; Golzio 1936, pp44-48).

Uit de brief van 19 april blijkt dat de leiding van dedecoratiewerkzaamheden in handen lag van Rafael, al is hetonduidelijk in welke mate hij persoonlijk bij-de uitvoeringbetrokken was. Tegenwoordig wordt een groot deel van de

BADKAMERS 5

ontwerpen en de uitvoering toegeschreven aan medewerkers alsGiulio Romano en Francesco Penni, terwijl Giovanni da Udineals de schilder van de grottesken in de lunetten wordt beschouwd(Redig de Campos 1983, p 239: Malme 1984, pp 35-36).

De onderste en bovenste zone van de wanden zijnbeschilderd met tamelijk gangbare voorstellingen en het gewelf isgedecoreerd met scènes die in te slechte staat verkeren om zelfsnog maar geïdentificeerd te kunnen worden. De mythologischevoorstellingen op de wanden bieden echter mogelijkheden voorenig verder onderzoek. Elke wand was beschilderd met tweegebeurtenissen uit de klassieke mythologie, maar van hetoorspronkelijke aantal van acht voorstellingen zijn er maar zesbehouden gebleven. Op de oostwand waar zich de ingang bevond(die in later tijd is verlegd naar de noordwand) waren uitgebeeld:Minerva, Vulcanus en degeboorte van Erichthonius (noordhoek) enDe geboorte van Venus (zuidhoek). Erichthonius werd geboren toenVulcanus probeerde zijn lusten te bevredigen met de kuiseMinerva, maar zij wist resoluut de god van het vuur af te weren.Vulcanus' zaad viel op de aarde en daaruit werd Erichthonius

afb. 1 Rafael, De geboorte vanVenus, in de 'stuff eta' vankardinaal Bibbiena in het

Vaticaan, (zuidhoek).

6 J.L. DE JONG

geboren.De schildering toont hoe Minerva Vulcanus van zich

wegduwt, terwijl uit de aarde reeds het hoofd van Erichthoniusverrijst. De godin Venus, uitgebeeld in een andere schildering,werd geboren uit het zaad en het bloed van de afgesnedengeslachtsdelen van Uranus, vermengd met het schuim der zee.De schildering toont de godin staande in een schelp, haar harenuitwringend, op dezelfde wijze als de beroemde Griekse schilder

8. Dit schilderij bevond zich Apelles haar ooit had uitgebeeld." De zuidwand toont Venus enoorspronkelijk op het eiland Cos, Amor op de vlucht (oosthoek) en Venus verwond door eenpijl van

maar is later overgebracht naar Amor (westhoek). In het eerste geval is een passage geïllustreerdRome, waar het in de loop der tijd uit de Fastî van Ovidius (11,pp 458-472). Venus was met Amor

verloren moet zijn gegaan. Het voor het monster Typhon gevlucht naar de Euphraat en zich daarwordt vermeld in de Historia veilig wanend strekte zij zich uit op het gras van de oever. De

NtJ/UftJ/isvan Plinius uit het derde wind blies echter door het struikgewas en hevig verschrikt doorkwart van de eerste eeuw na Christus het geritsel van de bladeren sprong Venus, gevolgd door Amor,

(XXXV, xxxvi, p 91) en is door op de rug van een vis en sloeg opnieuw op de vlucht. In hetonder meer Ovidius verscheidene tweede geval is ook een passage uit het werk van Ovidius

malen beschreven (o.a. Epistulae ex geïllustreerd, dit maal uit de Metamophoses (X, pp 525-526): inPonto IV, i, pp 29-30).

afb. 2 Rafael Venus en Amor opde vlucht, in de 'stuff eta' van

kardinaal Bibbiena in hetVaticaan, (oosthoek).

BADKAMERS 7

zijn onvoorzichtigheid heeft Amor tijdens een omhelzing zijnmoeder Venus met een pijl verwond. Prompt wordt zij - deonsterfelijke godin der liefde! - verliefd op een sterveling, deknappe Adonis. De westwand toont in de zuidhoek hoe de naakteVenus haar haar uitkamt en onderwijl wordt bespied door eensatyr, en in de noordhoek de kale muur, waarvan de schilderingverloren is gegaan. De noordwand, tenslotte, toont in dewesthoek Venus en Adonis minnekozend onder een boom en in deoosthoek een deur, die daar later is aangebracht ten koste van deoorspronkelijke beschildering. Een van de twee verloren gegane

9. Deze scène kwam namelijk voor schilderingen stelde Venus zich een doorn uit de voet trekkendvoor.9in de 'loggia' van de zogenaamde De oorlogsgod Mars was namelijk jaloers geworden op Adonis,

villa Mattei-Mille op de Palatijn in de geliefde van Venus, en zond een everzwijn om hem te doden.Rome, waar vijf van de scènes uit de Tevergeefs schoot Venus Adonis te hulp: zij trof hem reeds

'stufetta' van Bibbiena waren gestorven aan. In haar haast trapte zij ongemerkt op een doorn engecopiëerd, waarschijnlijk door het bloed uit haar voet drupte op de witte rozen, die sindsdien een

Giulio Romano omstreeks 1520. Van rode kleur hebben aangenomen. Op welke wand deze scène wasde muur afgehaald bevinden deze uitgebeeld - de westelijke of de noordelijke - is niet bekend.

copieën zich nu in de Hermitage te Evenmin is bekend wat de andere ontbrekende scène voorstelde.Leningrad (De Jong (zie n. 6 ), pp

444-448). Bovendien is van deDoorn-scène, evenals van de andere

voorstellingen in de 'stufetta', eengravure gemaakt door Marcantonio

Raimondi (B. XIV, P 321).

afb. 3 Rafael Venus door eensatyr bespied, in de 'stuff eta' van

kardinaal Bibbiena in hetVaticaan, (westwand).

8 J.L. DE JONG

Omtrent de samenhang en oorspronkelijke betekenis vandeze mythologische scènes zijn verscheidene suggesties gedaan.Doorgaans neemt men aan dat zij werden gekozen in samenhangmet een marmeren beeldje van Venus, dat waarschijnlijk in eenvan de nissen geplaatst had moeten worden. Tijdens dedecoratiewerkzaamheden kon Rafael er echter geen geschikteplaats voor vinden en Pietro Bembo aarzelde geen moment omop 25 april 1516 de kardinaal per brief om dit beeldje alsgeschenk voor zichzelf te vragen. In zijn eigen verzameling zouVenus namelijk een mooi trio vormen met twee beelden die hij albezat: een van Jupiter, haar vader, en een van Mercurius, haarbroer. (Opera del..Bembo 1729, 11I, ii, P 12; Golzio 1936, p 44)Maar blijkbaar was de kardinaal niet al te toeschietelijk in hetafstaan van zijn beeld, want op 19 mei verzocht Bembo desecretaris van de kardinaal, Camillo Paleotto, om in dezen een

10. Operedel ... Bembo, lIl, ii, P 13 goed woordje voor hem te doen." De vraag of dat succes heeft(de daar genoemde datum 1515 moet gehad is open, evenals de vraag welk beeld voor de andere nis

zijn: 1516). bestemd was. Hoe dat ook zij, Venus speelt de hoofdrol in allescènes, op een na: de Minerva en Vulcanus-scène. Hiervanuitgaande neemt men veelal aan dat de scenes gekozen zijn rondhet veel geïllustreerde thema 'Amor vincit omnia' - de liefde

11. H. Dollmayr, Lo stanzino da overwint alles- 1 1 met mogelijkheden voor de weergave vanbagno del dardinal Bibbiena, Archivio vrouwelijk naakt en voor enige erotiek, (Feh1197 6, pp 139-147)storico deI/'arIe lIl, 1890, pp 272-280, die per persoon meer of minder afkeurenswaardig wordt

inz. 278; K. Oberhuber, Raphaels gevonden." Recentelijk is echter geopperd dat de scènes zijnZeichnungen, Abt. IX, Berlijn, 1972, gebaseerd op een 'opmerkelijk complex en erudiet' iconografisch143, n. 12; Redig de Campos, p 235. programma, dat is opgebouwd rond de drie typen van Venus uit

de Neoplatonische filosofie (Mal me 1984, p 50). Hoe moeten wij12. Moncallero bijvoorbeeld, p 237, ons nu de kardinaal in zijn badkamer voorstellen? Zichnoemt de schilderingen 'een zwarte vermakend met (wellicht prikkelende) afbeeldingen van naakte

bladzijde in het leven van Bibbiena'. figuren, gekozen rond een vrij algemeen thema, of zichovergevend aan neoplatonische speculaties, aangespoord door deverschillende typen van Venus die hij rondom zich zag?

Naar blijkt uit een tractaat over schilderkunst uit 1587, deVeriprecetti del/apit/ura van G.B. Armenini, rekende men een'stufetta' tot de kleine, onbelangrijke vertrekken, waarvan dedecoratie niet die ernst en verhevenheid hoefde te tonen als dievan de grote, representatieve ruimten (Hfd. 11I,xiii, pp200-201). Er was een zekere luchtigheid en vrolijkheidtoegestaan in zowel de keuze van onderwerpen (amoureuzevoorvallen uit de mythologie) als de uitwerking daarvan (eenentourage van grottesken en decoratieve elementen). Dit stemtprecies overeen met de wijze waarop Bibbiena's 'stufetta' isgedecoreerd en dat duidt erop, dat de decoratie veeleerluchtig-vermakelijk dan neoplatonisch-filosofisch was bedoeld.De scène met Venus bespied door een satyr illustreert ditduidelijk. De satyr raakt zichtbaar opgewonden bij het beglurenvan de schone, naakte Venus, die niets in de gaten heeft. Dit magtamelijk flauwe humor lijken maar in de zestiende eeuw vondmen zoiets ontzettend leuk. Giorgio Vasari, bijvoorbeeld, maakte

BADKAMERS 9

in 1532 een schilderij van precies hetzelfde onderwerp, dat hij13. In een brief van beginjuni 1532 rekende tot het genre 'vrolijk en om te lachen'." Paus Clemens

aan Ottaviano de' Medici VII en Ippolito kardinaal de' Medici, in wiens opdracht het(gepubliceerd door K. Frey, Der schilderij was gemaakt, beleefden groot genoegen aan de

literarisclreNachlass Giorgio Vasaris, glurende satyr, die - in Vasari's eigen woorden - 'bij hetMünchen, 1923-1040, I, P 7). aanschouwen van de schoonheid van Venus en haar Gratien een

overspannen blik trekt en in vuur en vlam raakt van wellust'(Frey 1923, I, P 2). Vergelijking met de andere scènes in de'stufetta' leert dat de humor niet alleen schuilt in de opgewondensatyr, maar ook in het feit dat Venus een tamelijk onnozele rolspeelt: de schoonste aller godinnen wordt naakt begluurd, zonderook maar iets in de gaten te hebben (vgl. Barolsky 1978, pp 9 en86). In de andere scènes wordt Venus op vergelijkbare wijzebelachelijk gemaakt: angstig slaat zij op de vlucht voor de winddie door het struikgewas ritselt, door de onvoorzichtigheid vanhaar zoontje Amor ontbrandt zij in liefde voor een sterveling enals zij deze wil beschermen tegen de wraakactie van de jaloersegod Mars, verwondt zij zich aan een doom. Venus' lachwekkenderol blijkt ook uit beide scènes op de oostwand: juist zij, de godinder liefde, wordt niet geboren uit een liefdeshandeling, maar uitde castratie van de wrede Uranus! En de kuise Minerva is in staatde avances van Vulcanus te weerstaan, waardoor ookErichthonius niet uit een liefdes handeling geboren wordt. In dezelaatste scène speelt bovendien weer hetzelfde motief een rol als inde scène met de glurende satyr: een man die door vrouwelijkschoon in staat van hoge opwinding geraakt. Helaas is de scene tezwaar beschadigd om zijn gezichtsuitdrukking goed te kunnenzien.

De mythologische voorstellingen in de 'stufetta' van dekardinaal lijken dus vooral gekozen om hun komische karakter enillustreren niet zo zeer het gangbare thema van de 'Almacht derLiefde', als wel van het 'Onvermogen der Liefde'. Afgezien vandit gemeenschappelijk thema is de onderlinge samenhang van devoorstellingen tamelijk los. De scènes met de geboorte van Venusen van Erichthonius, beide geschilderd op dezelfde wand, tonenqua onderwerp een voor de hand liggend verband. Maar desamenhang tussen bijvoorbeeld Venus' vlucht en Venus doorAmor's pijl verwond is minder duidelijk. Hoewel men opverschillende wijzen heeft geprobeerd de onderlinge samenhangvan de voorstellingen te ontdekken, is het nog maar de vraag ofer meer beoogd was dan alleen een illustratie van hetonvermogen der liefde door middel van een aantal uiteenlopendescènes. In een vergelijkbaar geval wenste bijvoorbeeld Giuliokardinaal de' Medici alleen maar herkenbare voorstellingen. In1520 gaf hij de volgende instructies aan bisschop Mario Maffei,die namens hem toezicht hield op de uitvoering van de decoratiesin de Villa Madama te Rome: 'Wat betreft de historische ofmythologische onderwerpen, afwisselende verhalen bevallen mijgoed, en het kan mij niet schelen of zij over verseheide scènesverspreid en op elkaar volgend zijn. Bovenal wens ik dat het

10

14. De brief dateert van 17juni en isgepubliceerd door R. Lefevre, 'Unprelato del '500, Mario Maffei, e la

construzione di villa Madama',L'Urbe tus. XXXII, 3,1969, pp

1-11, inz. p 6.

15. De meest recente literatuur (metuitvoerige gegevens en vermelding

van voorgaande literatuur) is: B.Contardi, '11 bagno di Clemente VII

in Castel Sant'Angeio', in: Quando glideisispogliano (zie n. 2), pp 51-71 en

De Jong (zie n. 6), 389-391.

16. Itinerarium carum uruium etoppidorum, per 'luae in italia iterfier:

Anno MDXXXVI, gepubliceerd in:Frankfortiscltes Arcltiv ftr altere

deutsclte Litteratur und Gesclticltte III,1815, pp 15-74, inz. p 51.

J.L. DE JONG

bekende voorstellingen zijn, zodat het niet nodig is dat deschilder eraan toevoegt wat die ene schilder deed toen hij schreef:'Dit is een paard'. De verhalen uit Ovidius die U mij voorsteltzijn naar mijn smaak, maar zie erop toe er de mooie onderwerpenuit te kiezen, hetgeen ik aan U overlaat. Obscure onderwerpen,zoals gezegd, wil ik niet, maar wel gevarieerde en goed gekozenonderwerpen'. 14

Een aantal jaren later liet deze kardinaal de' Medici -inmiddels gekozen tot paus Clemens VII - ook een badkamerdecoreren. Wij zullen nu proberen na te gaan of daar in deschilderingen dezelfde luchtigheid en vrolijkheid te ontdekkenvalt als in de 'stufetta' van Bibbiena.

De 'stufetta' in de Engelenburcht is een vertrek van ongeveer3.50 x 1.50 m, met een vaste kuip aan de korte noordwand."Men betreedt de ruimte via de zuidwand, waarheen een trap leidtvanuit de vertrekken van Clemens VII die grenzen aan de Cortiledel Pozzo. Voorheen nam men aan dat Giulio Romano zowel dearchitect als de schilder van de 'stufetta' was, (Hartt 1958 I, P 62)maar dit is onmogelijk. Op het gewelf is namelijk in stucco hetwapen aangebracht van de kasteelheer, Guido de' Medici, die pasin 1525 in dienst trad, terwijl Giulio Romano al in 1524 Romehad verlaten. Wellicht, zo is kort geleden gesuggereerd, hadGiulio Romano voordien al ontwerpen geleverd (Contardi 1984,p 66), maar aan de decoratie kan hij zeker geen deel hebbengehad. Op stilistische gronden valt die veeleer toe te schrijven aanGiovanni da Udine (Contardi 1984, p 66), die evenals GiulioRomano was opgeleid in het atelier van Rafael. Een passage uit deVitevan Giorgio Vasari uit 1568 lijkt dit te bevestigen, al is er dedatering enkele jaren te vroeg: 'Na voltooiing van dit werkelijkbuitengewone werk (de 'Loggia di Psiche' in de Villa Farnesina teRome, ongeveer 1518), beschilderde Giovanni in deEngelenburcht een prachtige badkamer ...' (Uitg. Milanesi1878-1885, VI, P 558). De precieze datering van de decoratievalt niet vast te stellen, maar zij moet in ieder geval zijn voltooidin uiterlijk 1534, het sterfjaar van Clemens VII. Nadien werd de'stufetta' in gebruik genomen door paus Paulus lIl, die haar in1546 bereikbaar maakte vanuit zijn eigen appartement, dat eenetage hoger ligt. In 1536, kort na de dood van Clemens VII, luktehet ene Joannes Fichard uit Frankfurt om zich toegang teverschaffen tot de zwaar bewaakte Engelenburcht. Nauwkeurignoteerde hij in het Latijn wat hij daar te zien kreeg en niet zondergevoel voor humor beschreef hij de 'stufetta' als volgt:'Vervolgens komt men in een badkamertje, dat ... nauw is, maartamelijk elegant door zeeschelpen en schilderingen metverguldsel. Aldaar gezeten in een ovale badkuip wast deallerheiligste zich met warm water, dat door een naakt meisje inbrons wordt toegediend. Ook zijn er verscheidene naakte meisjesgeschilderd. En ik twijfel er niet aan, of hij wordt door hen metde grootste devotie omringd'."

17. Een volledige beschrijving van dedecoratie is te vinden in De Jong (zie

n. 6), p 391.

18. De zogenaamde Hetoimasia; zieTh. v. Bogyay, in: Lexikon der

christlichen Ikonographie, Rome enz.,1968-1976, s.v. Thron

(Hetoimasia).

afb. 4 Giovanni da Udine, Mars,Vulcanus en Venus, in de

'stuffeta ' van paus Clemens VIIin de Bngelenburcht,

(westwand).

BADKAMERS 11

De 'stufetta' heeft een spiegelgewelf dat is gedecoreerd metvoorstellingen in stucco en geschilderde grottesken. In de beidelange wanden zijn twee nissen aangebracht, waarin wellichtbeelden hebben gestaan. Hierboven zijn in fresco verhalendevoorstellingen geschilderd, omringd door een lijst in stucco.Naast de nissen en op het gedeelte van de zuidwand dat niet doorde deur in beslag genomen wordt, zijn lege tronen uitgebeeld,waarop de kledingstukken en attributen van de belangrijksteklassieke goden liggen."

Net als in de 'stufetta' van Bibbiena vallen er in dedecoratie allerlei elementen te ontdekken, die humoristisch zijnbedoeld. De lege tronen bijvoorbeeld, gaan terug op de traditie inde vroeg Christelijke en Byzantijnse kunst om een lege troon uitte beelden, waarop Christus bij zijn wederkomst zalplaatsnemen. 18 Maar in de 'stufetta' liggen er de kleren enattributen op van de klassieke goden,die blijkbaar naakt zijn weggelopen ... en nu in bad zitten. Devier verhalende voorstellingen boven de nissen illustreren nietletterlijk gebeurtenissen uit de klassieke mythologie, maarvormen daarop een humoristische variant. De Mars, Venus enVulcanus-scène op de westwand bijvoorbeeld, is gebaseerd ophet (op zichzelf al komische) verhaal, dat Venus overspel pleegdemet de oorlogsgod Mars. Haar kreupele echtgenoot Vulcanus,god der smeden, vervaardigde vervolgens een stalen net, waarin

u

12 J.L. DE JONG

afb. 5 Giovanne da Udine, Dianaen Amor, in de 'stuff eta' van Paus

Clemens VII in deEngelenburcht, (oostwand).

hij de beide minnaars ving toen zij minnekozend in elkandersarmen lagen. Aldus betrapt werden zij door Vulcanus aan deandere Olympische goden getoond. In de 'stufetta' is eenmoment uitgebeeld, dat strict genomen niet voorkomt in dezemythe, maar wel volledig aansluit bij de komische geest ervan. Inhet midden zit Venus zich naakt voor haar spiegel op te maken,terwijl aan weerskanten van haar kamer, onzichtbaar voor elkaar,de beide heren gespannen - maar gespannen om verschillenderedenen! - staan te wachten tot zij klaar is. In de andere scène opde westwand zien wij het almachtige liefdesgodje Amor in eenzwak moment. Zijn gevreesde boog en pijlen hangen aan eenboom en weerloos tegenstribbelend wordt hij door zijn moedervastgepakt voor een wasbeurt. In een scène op de oostwand is tezien hoe Amor zich laat knuffelen door een kuise, mannenschuwende jachtgodin Diana en hoe hij onderwijl haarongemerkt van haar pijlen berooft. De laatste scène, waarvan niethelemaal duidelijk is wat er is voorgesteld, toont onder meer hetliefdesgodje gezeten op een zwaan, zoals dat volgens de klassiekeschrijver Philostratus ook was uitgebeeld in een villa bij Napels.(Images, I, ix)

Evenals in de 'stufetta' van Bibbiena zijn de verhalendescènes in de badkamer van Clemens VII speels en amoureus vanaard, zonder dat zij een nauwe thematische samenhang vertonen.

19. Resp. De re aed!ficatoria IX, ii eniv (uit. G. Orlandini en P.

Portoghesi, Milaan 1966, pp 789,805-809) en De veripreceui ... III, viii

e.v., p 173 e.v.,

literatuurBarolsky, P., Inflnite Sest. Wit and

Humor in Ita/ian Renaissance Art,Columbia/Londen, 1978.

Bembo, P., Operedel cardinale PietroBembo, Venetië, 1729.

Contardi, B., -n bagno di ClementeVII in Castel Sant'Angelo', in:Quando gli dei si spogliano Rome

1984.Fehl, P. P., 'Titian and the

Olympian Gods: the camerino forPhilips Il', in: Tiziano e Venezia.

Convegno intemazionale de studl;Venezia 1976.

Frey, K., Der literarische NachlassGiorgio Vasans, München, 1923.

Frommel, C., Der römische Palastba«der Hockrenaissance, Tübingen, 1973.

Hartt, F., GiulioRomano, NewHaven, 1958.

Jong,J.L., 'De Oudheid in Fresco',De interpretatie van klassiekeonderwerpen in de Italiaanse

wandschrlderkuns" inzonderheid teRome, circa 1370-1555, diss., Leiden,

1987.Malme, H., 'La stufetta del cardinal

Bibbiena e l'iconografia dei suoiaffreschi principali', in: Quando gli dei

sispoçliano, (cat. tent. Rome,Engelenburcht, 1984), Rome 1984.

Moncallero, G.L., 11cardinaleBernarde Donei da Bibbiena umanista e

diplomatfeo (1470-1520), Florence1953.

Redig de Campos, D., 'La stufettadel cardinal Bibbiena in Vaticano e il

suo restauro', Römisches Jahrbuch ftrKunstgeschfehte XX, 1983.

Vasari, G., Le Vite de' piu eceelentipitton. sculrari e architettort; uitg. G.

Milanesi, Florence, 1878-1885.

BADKAMERS 13

Veeleer vormen zij variaties op een thema van tamelijk algemeneaard. Dat wil overigens niet zeggen dat er in de decoraties van debeide badkamers geen eenheid is nagestreefd. In bijna al deverhalende voorstellingen speelt water of het thema van baden,wassen en zich opmaken een rol. Waar dat niet duidelijk hetgeval is, zoals in enkele scènes in Bibbiena's 'stufetta', zijn in deachtergronden meren en waterpartijen weergegeven. Het thema'Water' is voortgezet in de rest van de decoraties. In de 'stufetta'van Bibbiena zijn bijvoorbeeld in de grottesken riviergodenopgenomen en in de badkamer van Clemens VII bestaan de lijstenrond de nissen en het gewelf uit zeeschelpen. Op deze wijze heeftmen de decoratie willen laten aansluiten bij de functie van devertrekken als badkamer. Aldus bracht men de gangbareopvatting in praktijk, dat de functie van een gebouw of vertrek deaard van de decoraties bepaalt. Deze opvatting was omstreeks1450 al verwoord door Leon Battista Alberti en werd in 1587nogmaals uitvoerig uiteengezet in het reeds genoemde tractaatvan Armenini." Hun beider opvatting, die algemeen werdgedeeld, komt erop neer dat officiële gebouwen en vertrekkeneen decoratie moesten hebben van ernstige en verheven aard,zoals bijvoorbeeld voorstellingen uit de Romeinse geschiedenis.Minder officiële bouwwerken en ruimten voor privé gebruikmochten op een luchtiger wijze worden gedecoreerd, metamoureuze voorstellingen uit de mythologie, die - in dewoorden van Armenini - 'geen spoor van melancholie' bevatten(lIl, xiii, p 198). Zij moesten echter - nog steeds volgensArmenini - met overleg en afwisseling worden aangepast aan despecifieke functie van het vertrek, zodat er bijvoorbeeld boveneen schoorsteen schilderingen zouden komen waarin vuur een rolspeelt en in een badkamer 'onderwerpen met water' (Ill, xiii, p201).

De wijze waarop de beide 'stufetta'-beschilderingenovereenstemmen met wat Armenini een luchtige vorm vandecoratie noemt, 'zonder een spoor van melancholie', duidt eropdat zij niet bedoeld waren als aanzet totneoplatonisch-filosofische speculaties, maar als vermakelijke enverstrooiende afbeeldingen. De humoristische elementen die wijerin hebben ontdekt - en die naar mijn mening ook werkelijkhumoristisch bedoeld waren - bevestigen deze indruk. Deartistieke waarde van het werk van Rafael en zijn medewerkerswordt hoog aangeslagen, maar dit belemmerde geenszins dat hetook humoristisch kon zijn. Alleen was niet iedere plaats geschiktom er die humor tot uiting te brengen. De duizenden bezoekersdie zich door de officiële, representatieve ruimten van hetVaticaan en de Engelenburcht dringen, krijgen in de decoratiesalleen de statigheid en verhevenheid te zien die in dezevertrekken dienden te heersen. Maar in de privé vertrekkenmocht gelachen worden. In de badkamer legden kardinaal enpaus met hun kleren ook hun ernst en waardigheid af.