Noordwolde zingt uit .... opwekking

Preview:

Citation preview

Welkom

Noordwolde zingt uit ….opwekking

organist Johannes de Vries

VDD Opw 354Glorie aan God

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser

Welkom

Noordwolde zingt uit ….opwekking

organist Johannes de Vries

Opw 366Kroon Hem met gouden kroon

Kroon hem met gouden kroon (EL 140)

t. anoniem; m. G.J. Elvey

Kroon hem met gouden kroon (EL 140)

t. anoniem; m. G.J. Elvey

Kroon hem met gouden kroon (EL 140)

t. anoniem; m. G.J. Elvey

Kroon hem met gouden kroon (EL 140)

t. anoniem; m. G.J. Elvey

Kroon hem met gouden kroon (EL 140)

t. anoniem; m. G.J. Elvey

Kroon hem met gouden kroon (EL 140)

t. anoniem; m. G.J. Elvey

Opw 439Machtig is de naam van de Heer

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Machtig is de naam van de Heer (Opw 439) t. & m. C. Utterbach; v. M. Schaart

Gebed

Opw 420Geen andere naam

Geen andere naam (Opw 420)

t. & m. R. Gay; v. H. Westenberg

Geen andere naam (Opw 420)

t. & m. R. Gay; v. H. Westenberg

Geen andere naam (Opw 420)

t. & m. R. Gay; v. H. Westenberg

Geen andere naam (Opw 420)

t. & m. R. Gay; v. H. Westenberg

Geen andere naam (Opw 420)

t. & m. R. Gay; v. H. Westenberg

Opw 430Heer ik prijs Uw grote naam

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

allen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

mannen:

vrouwen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

mannen:

vrouwen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

allen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

allen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

mannen:

vrouwen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

mannen:

vrouwen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

allen:

Heer ik prijs uw grote Naam (EL 342) t. & m. R. Founds; v. P. van Essen

Inleiding op opw 4461 Johannes 1 : 5 t/m 10

Licht en duisternis5 Dit is wat wij Hem hebben horen

verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. 6 Als we zeggen dat we met

Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we

niet volgens de waarheid.

7 Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. 8 Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. 9 Belijden we onze zonden,

dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen

van alle kwaad.

10 Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een

leugenaar en is Zijn woord niet in ons. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals

Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van

Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde.

Wilt u van zonde en schuld zijn verlost?Daar's kracht in het bloed!Daar's kracht in het bloed!

Weet, dat uw redding zoveel heeft gekost.Daar's kracht in het bloed van het Lam.

refreinDaar is kracht, kracht,

wonderbare krachtin het bloed van het Lam.

Daar is kracht, kracht,wonderbare kracht

in het dierbaar bloed van het Lam.

Satan gaat rondals een briesende leeuw.

Daar's kracht in het bloed!Daar's kracht in het bloed!

Wilt u verlost zijnen witter dan sneeuw?

Daar's krachtin het bloed van het Lam.

refreinDaar is kracht, kracht,

wonderbare krachtin het bloed van het Lam.

Daar is kracht, kracht,wonderbare kracht

in het dierbaar bloed van het Lam.

Komt dan tot Jezus,Hij stierf ook voor U.

Daar's kracht in het bloed!Daar's kracht in het bloed!

Hoort naar zijn woorden gelooft in Hem nu.

Daar's krachtin het bloed van het Lam.

refreinDaar is kracht, kracht,

wonderbare krachtin het bloed van het Lam.

Daar is kracht, kracht,wonderbare kracht

in het dierbaar bloed van het Lam.

Inleiding op opw 449, ‘k Ben zo blijopw 461, Mijn Jezus, mijn Redder

opw 462, Aan uw voeten Heer

Romeinen 8 : 1 t/m 6Leven door de Geest

81 Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld. 2 De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde

en de dood. 3 Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat heeft God tot

stand gebracht.

Vanwege de zonde heeft Hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan

gestuurd; zo heeft Hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, 4 opdat in ons wordt

volbracht wat de wet van ons eist. Ons leven wordt immers niet langer beheerst

door onze eigen natuur, maar door de Geest.

5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar

wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. 6 Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar

wat de Geest wil brengt leven en vrede.

opw 449, ‘k Ben zo blij

‘k Ben zo blij (Opw 449) t. & m. anoniem; v. P. van den Burg

‘k Ben zo blij (Opw 449) t. & m. anoniem; v. P. van den Burg

‘k Ben zo blij (Opw 449) t. & m. anoniem; v. P. van den Burg

‘k Ben zo blij (Opw 449) t. & m. anoniem; v. P. van den Burg

‘k Ben zo blij (Opw 449) t. & m. anoniem; v. P. van den Burg

opw 461Mijn Jezus, mijn Redder

allen:

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

allen:

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

allen:

Mijn Jezus, mijn Redder (EL 372) t. & m. D.J. Zschech; v. M. Schaart

opw 462 Aan uw voeten Heer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

Aan uw voeten, Heer (Opw 462) t. & m. M. Zimmer

opw 488 is gebaseerd op Kolossenzen 3 : 5 t/m 15

Het nieuwe leven5 Laat dus wat aards in u is afsterven:

ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, 6 want om deze dingen treft

Gods toorn degenen die Hem ongehoorzaam zijn. 7 Vroeger hebt u ook

die weg gevolgd en zo geleefd,

8 maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en drift, vloeken en

schelden. 9 Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd

hebt 10 en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd

wordt naar het beeld van zijn Schepper en zo tot inzicht komt. 11 Dan is er geen sprake meer van Grieken of Joden,

besnedenen of onbesnedenen,

barbaren, Skythen, slaven of vrijen, maar dan is Christus alles in allen.

12 Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet

u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid,

zachtmoedigheid en geduld. 13 Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een

ander iets te verwijten heeft;

zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14 En bovenal, kleed u in

de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15 Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van

één lichaam. Wees ook dankbaar.

Heer, ik kom tot U (EL 226) t. & m. G. Bullock; v. M. Schaart

Heer, ik kom tot U (EL 226) t. & m. G. Bullock; v. M. Schaart

Heer, ik kom tot U (EL 226) t. & m. G. Bullock; v. M. Schaart

Heer, ik kom tot U (EL 226) t. & m. G. Bullock; v. M. Schaart

Heer, ik kom tot U (EL 226) t. & m. G. Bullock; v. M. Schaart

Nogmaals:

Heer, ik kom tot U (EL 226) t. & m. G. Bullock; v. M. Schaart

opw 525Jubel het uit!!

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

Jubel het uit (Opw 525) t. I, Watts; m. G.F. Händel; v. M. Schaart

De Rivier, opw 642, is gebaseerd op Ezechiel 47 1 t/m 12

en Openb 22 : 1, 2

De rivier uit de tempel471 Toen bracht de man mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik water

onder de drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten, want de voorkant van de tempel lag op het oosten. Het water liep van onder de rechter buitenmuur van de tempel, ten

zuiden van het altaar, naar beneden. 2 Hij nam mij door de noord poort mee naar buiten en we liepen buitenom naar de

oostelijke buitenpoort.

Daar zag ik het water aan de rechterkant eruit sijpelen. 3 Met een

meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten, en hij mat 1000 el.

Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot mijn

enkels. 4 Hij mat nog eens 1000 el en liet me weer door het water waden:

het water kwam tot mijn knieën.

Hij mat nog eens 1000 el en liet me er weer door waden: het water kwam tot mijn heupen. 5 Hij mat nog eens 1000

el en toen was het water een rivier waar ik niet doorheen kon waden. Het

water was zo hoog dat je er alleen in zwemmen kon, het was een

ondoorwaadbare rivier. 6 De man zei tegen mij:

‘Zie je dat, mensenkind?’ en hij liet mij terugkomen op de oever van de

rivier. 7 Toen ik weer terug was, zag ik op de oevers van de rivier aan weerskanten heel veel bomen.

8 Hij zei tegen mij: ‘Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan

naar beneden de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee.

Wanneer het de zee in stroomt wordt het water daar zoet. 9 Het zal er

wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water

in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. 10 Van Engedi tot

En-Eglaïm zullen er vissers staan,

en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen net zo veel soorten vis zijn als in de Grote

Zee. 11 Alleen de moerassen en de poelen worden niet zoet, die blijven vol staan met zout water. 12 Aan de oevers van de rivier zullen allerlei

vruchtbomen opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de

vruchten niet zullen opraken;

elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het

heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.’

Openbaring 221 Hij liet me een rivier zien met water dat

leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van

God en van het lam. 2 In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die

twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom

brachten de volken genezing.

De Rivier, opw 642,

Al mijn zonden (Opw 642) t. & m. B. Doerksen; M. Hansen; B. Thiessen

Al mijn zonden (Opw 642) t. & m. B. Doerksen; M. Hansen; B. Thiessen

Al mijn zonden (Opw 642) t. & m. B. Doerksen; M. Hansen; B. Thiessen

Al mijn zonden (Opw 642) t. & m. B. Doerksen; M. Hansen; B. Thiessen

Al mijn zonden (Opw 642) t. & m. B. Doerksen; M. Hansen; B. Thiessen

Al mijn zonden (Opw 642) t. & m. B. Doerksen; M. Hansen; B. Thiessen

Danken en bidden

Collecte1ste stichting Mensenkinderen

2de eigen gemeente

Opw 687, Heer, wijs mij Uw weg,is gebaseerd op Psalm 32 : 7 en 8

Psalm 119: 105, 106 en Efez. 2 : 10 t/m 13

Psalm 32 7 Bij u ben ik veilig, u behoedt mij in de nood en omringt mij

met gejuich van bevrijding.  8 ‘Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan.

Ik geef raad, op jou rust mijn oog. Psalm 199 105 Uw woord is een

lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.

106 Ik zweer mij te houden aan uw rechtvaardige voorschriften

en ik zal mijn eed gestand doen.

Efeze 210 Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij

nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God

heeft voorbereid.11 Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk

door uw afkomst heidenen bent en onbesnedenen genoemd wordt door hen die door mensenhanden besneden zijn –

12 bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken

was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in

een wereld zonder hoop en zonder God. 13 Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen,

door zijn bloed.

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Heer, wijs mij uw weg (Opw 687) t. H. Maat; m. L. & E. Smelt

Staande zingen wij elkaar de vrede van God toe met

opw 602

Vrede van God (Opw 602) t. & m. J. Bronsveld

Vrede van God (Opw 602) t. & m. J. Bronsveld

Vrede van God (Opw 602) t. & m. J. Bronsveld

Een gezegende week