View
1
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkb-boekje herdr omslag 2008:Verkb-boekje 17-06-2008 10:07 Pagina IV
Verkeersborden en Verkeersregels in NederlandVerkeersborden en Verkeersregels in Nederland Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Co lo fon Uit ga ve
Dit is een uitgave van het ministerie van Verkeer enWaterstaat en de regionale en provinciale organen verkeersveiligheid.Voor informatie over deze publicatie en hetbestellen van meer exemplaren belt u metpubliekscommunicatie van het ministerie vanVerkeer en Waterstaat, telefoon 0800-8051, of metde verkeersveiligheidsorganen in uw provincie:
Drenthe Verkeers- en (0592) 36 54 70vervoersberaad
Flevoland Vervoerberaad (0320) 26 55 66Fryslân ROF (058) 292 59 25Gelderland ROVG (026) 359 98 40Groningen Verkeer en (050) 316 46 74
VervoerberaadLimburg ROV Limburg (043) 389 77 66Noord-Brabant provincie (073) 680 86 07
Noord-BrabantNoord-Holland provincie (023) 514 31 43
Noord-HollandOverijssel ROVO (038) 499 81 41Utrecht ROV Utrecht (030) 258 33 80Zeeland ROV Zeeland (0118) 63 12 17Zuid-Holland ROV (079) 33 00 600
Zuid-Holland
InitiatiefMinisterie van Verkeer en Waterstaat,Postbus 20901, 2500 EX Den Haag en hetRegionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid inOverijssel, Postbus 48, 8000 AA Zwolle
Vormgeving en productieInpladi BV, Cuijk
© CopyrightMinisterie van Verkeer en Waterstaatwww.verkeerenwaterstaat.nljuni 2008
58
Verkb-boekje herdr omslag 2008:Verkb-boekje 17-06-2008 10:07 Pagina II
3Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland4
Inhoudsopgave
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Wegenverkeerwet 1994 (WVW 1994)1 Verkeersgedrag 71.1 Gedragsregels 7
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)2 Verkeersregels 102.1 Plaats op de weg 102.2 Inhalen 112.3 Files 122.4 Oprijden van kruispunten 122.5 Verlenen van voorrang 122.5a Gedrag bij overwegen 122.6 Doorsnijden militaire kolonnes 122.7 Afslaan 132.8 Maximumsnelheid 132.9 Stilstaan 162.10 Parkeren 162.11 Het plaatsen van fietsen en bromfietsen 182.12 Signalen 182.13 Gebruik van lichten tijdens het rijden 202.14 Gebruik van lichten tijdens het stilstaan 222.15 Bijzondere lichten 232.16 Autosnelwegen en autowegen 242.17 Erven 252.18 Rotondes 252.19 Voetgangers 262.20 Voorrangsvoertuigen 262.21 Loslopend vee 262.22 In- en uitstappende passagiers 262.23 Slepen 262.24 Bijzondere manoeuvres 272.25 Onnodig geluid 272.26 Gevarendriehoek 27
2.26a Zitplaatsen 282.27 Autogordels en kinderbeveiligingssystemen 282.28 Helmen 322.29 Zitplaats kinderen op fietsen en brom -
fietsen 332.30 Gebruik van mobiele telecommunicatie -
apparatuur 332.31 Vervoer van personen in of op
aanhangwagens en in laadruimten 33
3 Verkeerstekens 353.1 Algemene bepalingen 353.2 Verkeersborden 363.3 Verkeerslichten 373.4 Verkeerstekens op het wegdek 39
4 Aanwijzingen 414.1 Verplichtingen weggebruikers 414.2 Rangorde aanwijzingen, verkeerstekens en
verkeersregels 42
5 Bijzondere bepalingen ten behoeve vangehandicapten 43
5.1 Uitzonderingen voor gehandicapten 435.2 Buiten Nederland afgegeven
gehandicaptenparkeerkaarten 43
5a Tijdelijke verlaging maximumsnelheid ingeval van verstoring olie-aanvoer 44
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Bijlagen
1 Verkeersborden met omschrijving 452 Aanwijzingen 543 Begripsbepalingen 55
5Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland6
7Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Wegenverkeerswet 1994
1 Verkeersgedrag
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 1 Artikel 5Gedragsregels Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen
dat gevaar op de weg wordt (kan worden)veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt(kan worden) gehinderd. Artikel 6Het is een ieder die aan het verkeer deelneemtverboden zich zodanig te gedragen dat een aan zijnschuld te wijten verkeersongeval plaatsvindtwaardoor een ander wordt gedood of waardooreen ander zwaar lichamelijk letsel wordttoegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat daaruittijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefeningvan de normale bezigheden ontstaat.Artikel 71 Het is degene die op de één of andere manier bijeen verkeersongeval is betrokken, verboden deplaats van het ongeval te verlaten. 2 Deze plaats mag slechts worden verlaten wanneer:a. behoorlijk de gelegenheid is gegeven deidentiteit van de betrokkene vast te stellen;b. behoorlijk de gelegenheid is gegeven deidentiteit van het motorrijtuig vast te stellen;c. niemand, die bij dat ongeval letsel is toegebracht,in hulpeloze toestand wordt achtergelaten. Artikel 81 Het is een ieder verboden een voertuig tebesturen of als bestuurder te doen besturen, terwijlhij verkeert onder zodanige invloed van een stof,waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dathet gebruik daarvan – al dan niet in combinatiemet het gebruik van een andere stof – derijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet totbehoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
2 Het is een ieder verboden een voertuig tebesturen of als bestuurder te doen besturen nazodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat:a. het alcoholgehalte van zijn adem bij eenonderzoek hoger blijkt te zijn dan tweehonderd -twintig microgram alcohol per liter uitgeademdelucht, dan wel b. het alcoholgehalte van zijn bloed bij eenonderzoek hoger blijkt te zijn dan een halvemilligram alcohol per milliliter bloed.3 In afwijking van het tweede lid is het debestuurder van een motorrijtuig voor het besturenwaarvan een rijbewijs is vereist, indien sedert dedatum waarop aan hem voor de eerste maal eenrijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaren zijnverstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs opof na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden,verboden dat motor rijtuig te besturen of alsbestuurder te doen besturen na zodanig gebruikvan alcoholhoudende drank, dat:a. het alcoholgehalte van zijn adem bij eenonderzoek hoger blijkt te zijn dan 88 microgramalcohol per liter uitgeademde lucht, dan welb. het alcoholgehalte van zijn bloed bij eenonderzoek hoger blijkt te zijn dan 0,2 milligram permilli liter bloed.4 In afwijking van het tweede lid is het debestuurder van een bromfiets die nog niet deleeftijd van 24 jaren heeft bereikt, verboden eenbromfiets te besturen na zodanig gebruik vanalcoholhoudende drank, dat:a. het alcoholgehalte van zijn adem bij eenonderzoek hoger blijkt te zijn dan 88 microgramalcohol per liter uitgeademde lucht, dan welb. het alcoholgehalte van zijn bloed bij eenonderzoek hoger blijkt te zijn dan 0,2 milligram permilli liter bloed.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland8
5 Het is verboden een motorrijtuig als bestuurderte doen besturen door een persoon waarvan menweet of redelijkerwijs moet weten dat dezeverkeert in een toestand als in het eerste, tweede,derde of vierde lid is omschreven.6 Voor de toepassing van het derde lid wordt ondereen rijbewijs mede verstaan een rijbewijs,afgegeven door het daartoe bevoegde gezagbuiten Nederland.
9Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
2 Verkeersregels
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 1 Artikel 3 (artikel 1, 2, 2a en 2b in bijlage 3)Plaats op de weg 1 Bestuurders zijn verplicht zoveel mogelijk rechts
te houden.2 Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaarrijden. Dit geldt niet voor snorfietsers. Artikel 41 Voetgangers gebruiken het trottoir of hetvoetpad.2 Zij gebruiken het fietspad of het fiets/bromfiets -pad indien trottoir en voetpad ontbreken.3 Zij gebruiken de berm of de uiterste zijde van derijbaan, indien ook een fietspad of een fiets/brom -fiets pad ontbreekt.4 In afwijking van het eerste en tweede lidgebruiken personen die zich verplaatsen metbehulp van voorwerpen, niet zijnde voertuigen, hetfietspad, het fiets/bromfietspad, het trottoir of hetvoetpad. Zij gebruiken de rijbaan indien eenfietspad, een fiets/bromfietspad, een trottoir of eenvoetpad ontbreekt.Artikel 51 Fietsers gebruiken het verplichte fietspad of hetfiets/bromfietspad.2 Zij gebruiken de rijbaan indien een verplichtfietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt.3 Zij mogen het onverplichte fietspad gebruiken.Snorfietsers mogen het onverplichte fietspadslechts gebruiken met uitgeschakelde motor.4 Bestuurders van fietsen op meer dan twee wielenen fietsen met aanhangwagen, die met inbegripvan de lading breder zijn dan 0,75 meter, mogen derijbaan gebruiken.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland10
Artikel 61 Bromfietsers gebruiken het fiets/bromfietspad.2 Zij gebruiken de rijbaan indien eenfiets/bromfietspad ontbreekt.3 Bestuurders van bromfietsen op meer dan tweewielen en bromfietsen met aanhangwagen, die metinbegrip van de lading breder zijn dan 0,75 meter,mogen de rijbaan gebruiken.Artikel 7Bestuurders van een gehandicaptenvoertuiggebruiken het trottoir, het voetpad, het fietspad,het fiets/bromfietspad of de rijbaan.Artikel 81 Ruiters gebruiken het ruiterpad.2 Zij gebruiken de berm of de rijbaan indien een ruiterpad ontbreekt.Artikel 9Voetgangers mogen de rijbaan gebruiken indien zijeen kolonne, een optocht of een uitvaartstoetvormen.Artikel 101 Andere bestuurders dan die genoemd in deartikelen 5 tot en met 8 gebruiken de rijbaan. Deze bestuurders en voetgangers die eenaanhangwagen voortbewegen die kennelijkbestemd is om door een motorvoertuig te wordenvoortbewogen mogen voor het parkeren van hunvoertuig tevens andere weggedeelten gebruiken,behalve het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad.2 Andere bestuurders dan fietsers en bestuurdersvan een gehandicaptenvoertuig mogen fietsstrokenmet doorgetrokken strepen niet gebruiken.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 2 Artikel 11Inhalen 1 Inhalen geschiedt links.
2 Bestuurders die links voorgesorteerd hebben ente kennen hebben gegeven dat zij naar links willenafslaan, worden rechts ingehaald.
11Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland12
3 Fietsers dienen elkaar links in te halen; zij mogen andere bestuurders rechts inhalen.4 Bestuurders die zich rechts van een blokmar -kering bevinden mogen bestuurders die zich linksvan deze markering bevinden rechts inhalen.5 Bestuurders mogen trams rechts inhalen.Artikel 12Het is verboden een voertuig vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats in te halen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 3 Artikel 13Files 1 Bij fileverkeer behoeft, indien de rijbaan is
verdeeld in rijstroken in dezelfde richting, niet demeest rechts gelegen rijstrook te worden gevolgd.2 Files mogen aan de rechterzijde worden ingehaald.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 4 Artikel 14Oprijden van kruispunten Bestuurders mogen een kruispunt niet blokkeren.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 5 Artikel 15Verlenen van voorrang 1 Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang
aan voor hen van rechts komende bestuurders.2 Op deze regel gelden de volgendeuitzonderingen: a. bestuurders op een onverharde weg verlenenvoorrang aan bestuurders op een verharde weg;b. bestuurders verlenen voorrang aan bestuurdersvan een tram.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 5a Artikel 15aGedrag bij overwegen 1 Weggebruikers mogen een overweg opgaan,
indien zij direct kunnen doorgaan en de overweggeheel kunnen vrijmaken.2 Bij overwegen laten weggebruikers een railvoertuigvoorgaan en laten daarbij de overweg geheel vrij.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 6 Artikel 16Doorsnijden militaire kolonnes Weggebruikers mogen militaire kolonnes niet
doorsnijden.
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 7 Artikel 17Afslaan 1 Bestuurders die willen afslaan, mogen voor -
sorteren door: a. indien zij naar rechts willen afslaan tijdig zoveelmogelijk aan de rechterzijde te gaan rijden;b. indien zij naar links willen afslaan tijdig zoveelmogelijk tegen de wegas te rijden of bij rijbanenbestemd voor bestuurders in één richting daaropzoveel mogelijk links te houden.2 Bestuurders moeten alvorens af te slaan eenteken met hun richtingaanwijzer of met hun armgeven.Artikel 181 Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dathen op dezelfde weg tegemoet komt of dat opdezelfde weg zich naast dan wel links of rechtsdicht achter hen bevindt, voor laten gaan.2 Bestuurders die naar links afslaan, moetentegemoetkomende bestuurders die op hetzelfdekruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan.3 Het eerste en het tweede lid gelden niet voorbestuurders van een tram.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 8 Artikel 19Maximumsnelheid De bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hijde weg kan overzien en waarover deze vrij is.Artikel 20Binnen de bebouwde kom gelden de volgendemaximumsnelheden: a. voor motorvoertuigen 50 km per uur;b. voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen,uitgerust met een motor:1. op het fietspad of het fiets/bromfietspad 30 kmper uur;2. op de rijbaan 45 km per uur;c. voor gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met eenmotor, op het trottoir of het voetpad 6 km per uur.
13Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Artikel 21Buiten de bebouwde kom gelden de volgendemaximumsnelheden: a. voor motorvoertuigen op autosnelwegen 120 kmper uur, op autowegen 100 km per uur en opandere wegen 80 km per uur;b. voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen,uitgerust met een motor:1. op het fietspad of het fiets/bromfietspad 40 kmper uur;2. op de rijbaan 45 km per uur;c. voor gehandicaptenvoertuigen, uitgerust meteen motor, op het trottoir of het voetpad 6 km per uur.Artikel 221 Voor zover niet ingevolge andere artikelen eenlagere maximumsnelheid geldt, gelden voor devolgende voertuigen de volgende bijzonderemaximumsnelheden:a. voor kampeerwagens als bedoeld in artikel 1.1.van de Regeling voertuigen en waarvan detoegestane maximum massa meer bedraagt dan3500 kg, vrachtauto’s en autobussen, niet zijndeT100-bussen 80 km per uur;b. voor motorvoertuigen met aanhangwagen, 80 km per uur;c. voor landbouw- of bosbouwtrekkers enmotorvoertuigen met beperkte snelheid, alsbedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen25 km per uur;d. voor brommobielen 45 km per uur;e. voor snorfietsen 25 km per uur.2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, geldtvoor andere motorvoertuigen dan bedoeld in heteerste lid, onderdelen a en c, die een aanhangwagenmet een toegestane maximum massa van niet meerdan 3500 kg voortbewegen op autowegen enautosnelwegen een maximumsnelheid van 90 km per uur.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland14
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
TabelMaximum snelheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Personenauto’s en motoren 120* 100* 80 50
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vrachtauto’s en autobussen 80 80 80 50
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kampeerwagens afgeleid van een vrachtauto 80 80 80 50en zwaarder dan 3500 kg
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . T100 bussen 100 100 80 50
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Personenauto’s en bestelauto’s 90 90 80 50met aanhangwagen niet zwaarder dan 3500 kg
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motorvoertuigen met aanhangwagen 80 80 80 50zwaarder dan 3500 kg
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Brommobielen - - 45 45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Snorfietsen, landbouwvoertuigen - - 25 25en motorrijtuigen met beperkte snelheid
* In geval van een ernstige verstoring van de olie-aanvoer kan worden bepaald dat op auto -snelwegen en op autowegen een maximumsnelheid geldt van 90 km per uur.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .TabelMaximum snelheden bromfiets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rijbaan 45 45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fiets/bromfietspad 30 40
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .TabelMaximum snelheden gehandicaptenvoertuigen met motor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rijbaan 45 45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fiets/bromfietspad 30 40
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Trottoir of voetpad 6 6
15Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Artikel 22aVoor zover niet ingevolge andere artikelen een lageremaximumsnelheid geldt, geldt voor T100-bussen eenmaximumsnelheid van 100 kilometer per uur.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 9 Artikel 23Stilstaan 1 De bestuurder mag zijn voertuig niet laten stilstaan:
a. op een kruispunt of een overweg;b. op een fietsstrook of op de rijbaan langs eenfietsstrook;c. op een oversteekplaats of binnen een afstand vanvijf meter daarvan;d. in een tunnel;e. bij een bord bushalte ter hoogte van de gebloktemarkering dan wel, ingeval die markering niet is aan -gebracht, op een afstand van minder dan 12 metervan het bord. Dit geldt niet voor het onmiddellijklaten in- en uitstappen van passagiers;f. op de rijbaan langs een busstrook eng. langs een gele doorgetrokken streep.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 10 Artikel 24Parkeren 1 De bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren:
a. bij een kruispunt op een afstand van minder danvijf meter daarvan;b. voor een inrit of een uitrit;c. buiten de bebouwde kom op de rijbaan van eenvoorrangsweg;d. op een parkeergelegenheid:
1 voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het bord of op het onderbord aangegevencategorie of groep voertuigen;2 op een andere wijze dan op het bord of op het onderbord is aangegeven;3 op dagen of uren waarop dit blijkens hetonderbord is verboden.
e. langs een gele onderbroken streep;f. op een gelegenheid bestemd voor hetonmiddellijk laden en lossen van goederen;
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland16
g. op een parkeerplaats voor vergunninghouders,aangeduid door verkeersbord E9, indien voor zijnvoertuig geen vergunning tot parkeren op dieplaats is verleend.2 Indien onder de borden E4 tot en met E8, E12 enE13, op een onderbord dagen of uren zijn vermeld,gelden de uit het bord of onderbord voortvloeiendege- of verboden slechts gedurende de aangegevendagen of uren.3 De bestuurder mag zijn voertuig niet dubbelparkeren.4 Indien een parkeergelegenheid, aangeduid met een van de verkeersborden E4 tot en met E13,is voorzien van parkeervakken, mag slechts in dievakken worden geparkeerd. Artikel 251 Het is verboden in een parkeerschijf-zone teparkeren, behalve op parkeerplaatsen die alszodanig zijn aangeduid of aangegeven of plaatsendie zijn voorzien van een blauwe streep.2 Op plaatsen die zijn voorzien van een blauwestreep is het parkeren van een motorvoertuig op meerdan twee wielen slechts toegestaan indien hetmotorvoertuig overeenkomstig het bij ministeriëleregeling bepaalde is voorzien van een achter devoorruit geplaatste, duidelijk zichtbare parkeerschijf.3 Op de parkeerschijf staat het tijdstip aangegevenwaarop met parkeren is begonnen. Dit tijdstipwordt uitsluitend handmatig ingesteld.Een parkeerschijf, voorzien van een mechanismedat het tijdstip van aankomst automatisch instelt ofverschuift, wordt niet gebruikt.4 Bij het instellen mag het tijdstip van aankomstnaar boven worden afgerond op het eerstvolgendehele of halve uur. De toegestane parkeerduur magniet zijn verstreken.5 Indien op een onderbord dagen of uren zijnvermeld, gelden het tweede tot en met het vierdelid slechts gedurende die dagen of uren.
17Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Artikel 261 Op een gehandicaptenparkeerplaats mag slechtsworden geparkeerd: a. een gehandicaptenvoertuig;b. een motorvoertuig op meer dan twee wielenwaarin een geldige gehandicaptenparkeerkaartduidelijk zichtbaar is aangebracht ofc. indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereser -veerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig.2 Indien op een onderbord een maximaleparkeerduur is vermeld, is artikel 25, tweede lid,van overeenkomstige toepassing, met dienverstande dat de parkeerplaats niet hoeft te zijnvoorzien van een blauwe streep.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 11 Artikel 27Het plaatsen van fietsen Fietsen en bromfietsen worden geplaatst op heten bromfietsen trottoir, op het voetpad of in de berm dan wel op
andere door het bevoegde gezag aangewezenplaatsen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 12 Artikel 28 Signalen Bestuurders mogen slechts geluidssignalen en knip -
persignalen geven ter afwending van dreigend ge vaar.Artikel 291 Bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bijpolitie en brandweer, motorvoertuigen in gebruikbij diensten voor spoedeisende medische hulp -verlening, en motorvoertuigen van andere doorOnze Minister aangewezen hulp verlenings dienstenvoeren blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en eentweetonige hoorn om kenbaar te maken dat zij eendringende taak vervullen.2 De in het eerste lid genoemde bestuurders mogenaanvullend op de in dat lid bedoelde verlichtingoverdag knipperende koplampen voeren.3 Bij ministeriële regeling kunnen voorschriftenworden vastgesteld betreffende het blauwe zwaai-,flits- of knipperlicht en de knipperende koplampen.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland18
Artikel 30Bestuurders van motorvoertuigen die voor naderaan te geven werkzaamheden worden gebruikt,voeren onder nader aan te geven omstandighedengeel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht. De inartikel 29, eerste lid, genoemde bestuurders voerenin die gevallen geel of groen zwaai-, flits- ofknipperlicht in plaats van blauw zwaai-, flits- ofknipperlicht. De bestuurder van het motorvoertuigdie als eerste of enige de plek bereikt om de daaraan hem opgedragen taak uit te voeren, mag inplaats van dat licht, blauw zwaai-, flits- ofknipperlicht voeren.Artikel 30a1 Bestuurders van de in artikel 29, eerste lid,bedoelde motorvoertuigen mogen onder nader aante geven omstandigheden extra richtingaanwijzersvoeren.2 Bij ministeriële regeling kunnen voorschriftenworden vastgesteld betreffende de in het eerste lidbedoelde richtingaanwijzers en de omstandighedenwaarin deze worden gebruikt.Artikel 30bDe artikelen 29 tot en met 30a zijn niet vantoepassing op Belgische en Duitse motorvoertuigenin gebruik bij politie en brandweer, in gebruik bijdiensten voor eerstelijns spoedeisende hulp -verlening alsmede motorvoertuigen van Belgischeen Duitse hulpverleningsdiensten, aangewezen bijof krachtens artikel 29, eerste lid, mits dezevoertuigen elk de signalen voeren overeenkomstigde voor hen in hun eigen land geldende wettelijkeregels.Artikel 31Signalen mogen niet worden gegeven in anderegevallen of op andere wijze dan de bij of krachtensde in deze paragraaf opgenomen artikelenvastgestelde regels is toegestaan.
19Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 13 Artikel 32Gebruik van lichten 1 Bestuurders van een motorvoertuig, eentijdens het rijden bromfiets, een snorfiets, een gehandicaptenvoertuig
dat is uitgerust met een verbrandingsmotor, of eengehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met eenelektromotor en voorzien van een geslotencarrosserie, voeren bij dag, indien het zicht ernstigwordt belemmerd, en bij nacht dimlicht. Bestuurdersvan een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust meteen elektromotor en niet is voorzien van eengesloten carrosserie voeren alsdan de in artikel5.18.43, eerste lid van de Regeling Voertuigenbedoelde lichten.2 Het voeren van groot licht in plaats van dimlichtis toegestaan behoudens in de volgende gevallen: a. bij dag;b. bij het tegenkomen van een andereweggebruiker enc. bij het op korte afstand volgen van een andervoertuig.3 Achterlicht en de verlichting van de achterken -tekenplaat moeten steeds gelijktijdig met grootlicht, dimlicht, stadslicht of mistlicht branden.Artikel 33Gekoppelde aanhangwagens moeten bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bijnacht achterlicht, verlichting van de achter -kenteken plaat en stadslicht voeren.Artikel 341 Bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstigbelemmert, mogen bestuurders van een motor -voertuig en van een gehandicaptenvoertuigmistlicht aan de voorzijde voeren. In dat gevalhoeven die bestuurders geen dimlicht te voeren.2 Bij mist of sneeuwval, die het zicht beperkt toteen afstand van minder dan 50 meter magmistachterlicht worden gevoerd.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland20
Artikel 351 Fietsers voeren tijdens het rijden bij nacht of bijdag indien het zicht ernstig wordt belemmerd,verlichting overeenkomstig het tweede tot en methet vierde lid.2 Een fiets op twee wielen en een fiets op driewielen met één voorwiel moeten zijn voorzien vaneen wit of geel licht dat aan de voorzijde wordtgevoerd, tenzij de bestuurder een wit of geel lichtvoert op zijn borst.3 Op een fiets op meer dan twee wielen met tweevoorwielen moeten aan de voorzijde twee witte oftwee gele symmetrisch links en rechts van hetmidden bevestigde lichten worden gevoerd.4 Een fiets moet zijn voorzien van een roodachterlicht dat aan de achterzijde wordt gevoerd,tenzij de bestuurder of een achter de bestuurdergezeten passagier een rood licht voert op zijn rug.5 Er mogen niet meer lichten worden gevoerd opeen fiets, door de bestuurder daarvan of door eenachter de bestuurder gezeten passagier dan de inhet tweede tot en met vierde lid genoemde lichten.Artikel 35a1 De in artikel 35 bedoelde verlichting mag andereweggebruikers niet verblinden.2 De in artikel 35 bedoelde verlichting mag nietknipperen.3 De in artikel 35 bedoelde verlichting moet:a. aan de voorzijde voortdurend zichtbaar zijn voortegemoetkomende weggebruikers;b. aan de achterzijde voortdurend zichtbaar zijnvoor van achteren naderende weggebruikers.Artikel 35b1 Bestuurders van een wagen voeren bij dag,indien het zicht ernstig wordt belemmerd, of bijnacht dimlicht en achterlicht.2 Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, datniet is uitgerust met een motor, voeren bij dag,indien het zicht ernstig wordt belemmerd, of bij
21Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
nacht voor- en achterlicht indien zij gebruik makenvan de rijbaan, het fietspad of het fiets-/bromfiets -pad.Artikel 36Ruiters en geleiders van rij- of trekdieren en veemoeten bij dag, indien het zicht ernstig wordtbelemmerd, en bij nacht een lantaarn meevoerendie naar voren wit of geel licht en naar achterenrood licht moet stralen.Artikel 37Door voetgangers gevormde kolonnes en optochtenmoeten buiten de bebouwde kom bij dag, indien hetzicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht aan delinker voorzijde een naar alle zijden wit of geel lichtuitstralende lantaarn en aan de linker achterzijdeeen naar alle zijden rood licht uitstralende lantaarnmeevoeren.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 14 Artikel 38Gebruik van lichten Bestuurders van een motorvoertuig op meer dantijdens het stilstaan twee wielen, die buiten de bebouwde kom stilstaan
op de rijbaan en op langs autosnelwegen en auto -wegen gelegen parkeerstroken, parkeer havens,vluchtstroken en vluchthavens moeten bij dag,indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bijnacht stadslicht en achterlicht voeren.Artikel 39Stilstaande aanhangwagens moeten buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs auto -snelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken,parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens bijdag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht achterlicht en stadslicht voeren.Artikel 40Stilstaande wagens moeten buiten de bebouwde komop de rijbaan bij dag, indien het zicht ernstig wordtbelemmerd, en bij nacht voor- en achterlicht voeren.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland22
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 15 Artikel 41Bijzondere lichten 1 Bestuurders van een motorvoertuig mogen bij
dag dagrijlicht voeren. Het dagrijlicht wordt niettegelijk met enig ander licht aan de voorzijde vanhet voertuig gevoerd.2 Bestuurders van een motorvoertuig mogentegelijk met dimlicht of mistlicht aan de voorzijdebermlicht, richtlicht of markeringslichten voeren.Artikel 41a1 Verlichte transparanten die informatie biedenover de bestemming of het gebruik van hetvoertuig mogen worden gevoerd door: a. personenauto’s, bedrijfsauto’s en motorfietsen:
1 in gebruik bij de politie; 2 in gebruik bij de brandweer; 3 in gebruik bij pechhulpdiensten; 4 in gebruik bij Rijkswaterstaat; 5 die worden gebruikt door artsen; 6 die worden gebruikt voor het geven van rijonderricht of het afleggen van een rijproef; 7 die worden gebruikt door ambulancediensten waaraan krachtens de Wet ambulancevervoer een vergunning is verleend voor het verrichten van ambulancevervoer;8 van hulpverleningsdiensten die zich in opdracht van óf een centrale post als bedoeld in artikel 1 van de Wet ambulancevervoer óf een centrale post voor het ambulancevervoer als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van deWet geneeskundige hulpverlening bij ongevallenen rampen, bezighouden met het verlenen van eerstelijns spoedeisende hulpverlening;
b. autobussen van openbaar vervoerdiensten; c. bedrijfsauto’s van transportbegeleiders; d. personen- en bedrijfsauto’s ingericht alsdierenambulance; e. taxi’s.
23Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland24
2 Personenauto’s, bedrijfsauto’s en motorfietsendie worden gebruikt voor het geven vanrijonderricht of het afleggen van een rijproef mogenslechts zijn voorzien van een verlicht transparantdat de ingevolge het Reglement rijbewijzenvoorgeschreven letter “L” weergeeft.3 Onverminderd het eerste lid mogen: a. verlichte transparanten die worden gevoerd door de voertuigen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,onder 1 tot en met 4 en onderdeel c, aanwijzingenweergeven voor het overige wegverkeer,b. taxi’s zijn voorzien van verlichte transparantendie de volgende informatie weergeven:
1 tarieven; 2 naam van het taxibedrijf; en 3 telefoonnummer van het taxibedrijf.
4 Taxi’s die zijn voorzien van verlichte transparantendie tarieven weergeven, mogen deze verlichtingslechts voeren wanneer zij zich op een taxistand -plaats bevinden.5 Verlichte transparanten worden niet gevoerd doorandere voertuigen dan genoemd in het eerste lid enworden niet gevoerd op een andere wijze danbepaald in het eerste tot en met vierde lid.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 16 Artikel 42Autosnelwegen 1 Het gebruik van de autosnelweg is slechts en autowegen toegestaan voor bestuurders van een motor -
voertuig waarmee met een snelheid van ten minste60 km per uur mag en kan worden gereden.2 Het gebruik van de autoweg is slechts toegestaanvoor bestuurders van een motorvoertuig waarmeemet een snelheid van ten minste 50 km per uur magen kan worden gereden.Artikel 431 Het is de bestuurders verboden op een auto -snelweg of autoweg hun voertuig te keren ofachteruit te rijden.
2 Het is de bestuurders voorts verboden op derijbaan van een autosnelweg of autoweg hunvoertuig te laten stilstaan.3 Behoudens in noodgevallen is het de weg -gebruikers verboden op een autosnelweg ofautoweg gebruik te maken van de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm.4 Op een autosnelweg is het bestuurders van een motorvoertuig met aanhangwagen (als diecombinatie langer is dan 7 meter) en van eenvrachtauto verboden op een rijbaan met drie ofmeer rijstroken enig andere dan de twee meestrechts gelegen rijstroken te gebruiken. Het verbodgeldt niet voor het geval zij moeten voorsorteren.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 17 Artikel 44Erven Voetgangers mogen wegen gelegen binnen een erf
over de volle breedte gebruiken.Artikel 45Bestuurders mogen binnen een erf niet snellerrijden dan stapvoets.Artikel 461 Het is bestuurders van een motorvoertuig ver bodenbinnen een erf te parkeren anders dan op par keer -plaatsen die voorzien zijn van een P-tegel of een P-bord.2 Indien het erf tevens is aangeduid als parkeer -schijf-zone, mag ook worden geparkeerd opplaatsen die van een blauwe streep zijn voorzien,mits gebruik wordt gemaakt van de parkeerschijf.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 18 Artikel 47Rotondes Het is bestuurders van een motorvoertuig en
bromfietsers die de rijbaan volgen toegestaan vlakvoor of op rotondes anders dan aan de rechterzijdevan de rijbaan te rijden.Artikel 48Het is bestuurders toegestaan vlak voor of oprotondes rechts in te halen.
25Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland26
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 19 Artikel 49Voetgangers 1 Bestuurders moeten blinden, voorzien van
een witte stok met één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijkvoortbewegen, voor laten gaan.2 Bestuurders moeten voetgangers en bestuurdersvan een gehandicaptenvoertuig, die op eenvoetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijkop het punt staan zulks te doen, voor laten gaan.3 Het tweede lid geldt niet voor bestuurders van eenmotorvoertuig dat behoort tot een militaire kolonne.4 Het tweede lid geldt evenmin, indien voor devoetgangers en de bestuurders van een gehandi -captenvoertuig een rood voetgangerslicht of eengeel knipperend voetgangerslicht van toepassing is.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 20 Artikel 50 Voorrangsvoertuigen Weggebruikers moeten bestuurders van een
voorrangsvoertuig voor laten gaan.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 21 Artikel 51Loslopend vee Het is verboden rij- of trekdieren of vee zonder
toezicht op de weg los te laten lopen. Dit verbodgeldt niet ten aanzien van wegen die door hetbevoegde gezag zijn aangewezen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 22 Artikel 52In- en uitstappende passagiers Bestuurders die een stilstaande tram of autobus
willen voorbijrijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen, moeten aan hen daartoegelegenheid geven.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 23 Artikel 53Slepen Het is bestuurders van een motorvoertuig
verboden een ander motorvoertuig te slepen,indien de afstand van de achterzijde van hettrekkende voertuig tot de voorzijde van hetgesleepte voertuig meer dan vijf meter bedraagt.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Paragraaf 24 Artikel 54Bijzondere manoeuvres Bestuurders die een bijzondere manoeuvre
uit voeren, zoals wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inritoprijden, keren, van de invoegstrook de door gaan -de rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen,moeten het overige verkeer voor laten gaan.Artikel 55Bestuurders van een motorvoertuig en bromfietsersmoeten een teken met hun richtingaanwijzer geven(bromfietsers mogen in plaats daarvan een tekenmet hun arm geven), indien zij willen wegrijden,andere bestuurders van een motorvoertuig willeninhalen, de doorgaande rijbaan willen oprijden enverlaten en indien zij van rijstrook willen wisselenalsmede bij alle andere belangrijke zijdelingseverplaatsingen.Artikel 56Binnen de bebouwde kom moeten bestuurders aanbestuurders van een autobus de gelegenheid gevenvan een bushalte weg te rijden, wanneer debestuurder van die autobus door het geven van eenteken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen omweg te rijden kenbaar maakt. Dit geldt niet voorbestuurders van een motorvoertuig dat behoort toteen militaire kolonne.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 25 Artikel 57Onnodig geluid Bestuurders van een motorvoertuig, bromfietsers
en snorfietsers mogen met hun voertuig geenonnodig geluid veroorzaken.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 26 Artikel 58Gevarendriehoek 1 Stilstaande motorvoertuigen op meer dan
twee wielen en aanhangwagens moeten wordenaangeduid door een gevarendriehoek, indien het voertuig een obstakel vormt dat doornaderende bestuurders niet tijdig als zodanig kanworden opgemerkt. Dit geldt niet wanneer
27Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland28
knipperend waarschuwingslicht wordt gevoerd.2 De gevarendriehoek moet goed zichtbaar op deweg worden geplaatst op een afstand van ongeveer30 meter van het voertuig en in de richting van hetverkeer waarvoor het voertuig gevaar oplevert.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 26a Artikel 58aZitplaatsen 1 Tijdens deelname aan het verkeer worden
passagiers alleen vervoerd indien zij zijn gezeten opzitplaatsen.2 Het eerste lid is niet van toepassing:a. op autobussen waarin het vervoer van staandepassagiers is toegestaan, bij incidenteel gebruik vanhet gangpad of toilet in autobussen zonderstaanplaatsen en bij het vervoer van personen alsbedoeld in artikel 61 b, tweede lid, onderdelen a, ben d;b. op het vervoer van kinderen, jonger dan 3 jaren,in autobussen;c. op het vervoer van passagiers jonger dan 18 jarenen met een lengte van minder dan 1,35 meter diegebruik maken van een voor deze passagiersgeschikte zitgelegenheid die deel uitmaakt van deconstructie van het voertuig, hierin deugdelijk isbevestigd en is voorzien van autogordels;d. op het vervoer van passagiers die gebruik makenvan een rolstoel als bedoeld in artikel 59, vierde lid;e. op het vervoer van personen op de bagage dra -ger door fietsers met uitzondering van snorfietsers.3 Het is bestuurders verboden passagiers tevervoeren op een andere wijze dan in dit artikel isvoorgeschreven.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 27 Artikel 59Autogordels en 1 Bestuurders van een personenauto, een kinderbeveiligingssystemen bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met
gesloten carrosserie of een brommobiel en hunpassagiers maken gebruik van de voor henbeschikbare autogordel. Passagiers die jonger zijn
dan 18 jaren en met een lengte van minder dan1,35 meter, maken gebruik van een voor hengeschikt kinderbeveiligingssysteem dat is voorzienvan een goedkeuringsmerk als bedoeld in artikel22, vierde lid, van de wet. Wanneer de zitplaatsendie bestemd zijn voor passagiers voorzien zijn vanautogordels, worden op deze zitplaatsen niet meerpassagiers vervoerd dan er autogordels aanwezigzijn. 2 Met een personenauto, een bedrijfsauto, eendriewielig motorvoertuig met gesloten carrosserieof een brommobiel die niet zijn uitgerust met eenautogordel of kinderbeveiligingssyteem als bedoeldin het eerste lid, worden geen passagiers vervoerddie jonger zijn dan 3 jaren en worden passagiers inde leeftijd van 3 tot 18 jaren met een lengte vanminder dan 1,35 meter op een andere zitplaats daneen van de voorste zitplaatsen vervoerd.3 Passagiers die jonger zijn dan 18 jaren, wordenniet in een naar achteren gericht kinderzitje op eenpassagierszitplaats met een voorairbag vervoerd,tenzij deze airbag is uitgeschakeld of automatischop toereikende wijze wordt uitgeschakeld.4 Het eerste lid geldt niet voor passagiers diegebruik maken van een rolstoel. Deze passagiersworden vervoerd in een rolstoel die in het voertuigwordt vastgezet op een wijze die de stabiliteit vande rolstoel en de veiligheid van de rolstoelgebruikerwaarborgt. Deze passagiers maken gebruik van deveiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuigof van het systeem waarmee de rolstoel aan devloer van het voertuig is bevestigd, tenzij gebruikgemaakt wordt van een door Onze Ministeraangewezen constructie. 5 Het eerste lid, tweede volzin, en het tweede lidzijn niet van toepassing tijdens vervoer in taxi’s. In taxi’s waarin geen kinderbeveiligingssysteemaanwezig is, worden passagiers die jonger zijn dan18 jaren en met een lengte van minder dan 1.35
29Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland30
meter op een andere zitplaats dan een van devoorste zitplaatsen vervoerd. 6 Het eerste lid voor zover dat op bestuurdersbetrekking heeft en het vierde lid gelden niet tijdenshet vervoer van passagiers tegen vergoeding in dezin van de Wet personenvervoer 2000 en tijdensvraagafhankelijk openbaar vervoer in taxi’s, andersdan in de gevallen waarin een overeenkomst isgesloten als bedoeld in artikel 84, derde lid, van diewet, of anders dan tijdens taxivervoer in een taxidie is ingericht voor rolstoelvervoer overeenkomstigde eisen gesteld ingevolge artikel 80, derde lid , vanhet Besluit personenvervoer 2000.7 De autogordel, de veiligheidsgordel of het kinder -beveiligingssysteem wordt gebruikt op een wijze diede beschermende werking ervan niet negatiefbeïnvloedt of kan beïnvloeden. Personen van 18 jarenen ouder en personen onder de 18 jaren die in debetrokken omstandigheden geen gebruik hoevenmaken van een kinderbeveiligings systeem, mogenzonodig een voorziening gebruiken door middelwaarvan het diagonale deel van de autogordel overde schouder wordt geleid. Onze Minister kan aan eendergelijke voorziening nadere eisen stellen.8 Het is bestuurders van de in het eerste lidgenoemde voertuigen verboden passagiers jongerdan 12 jaren en passagiers die gebruik maken vaneen rolstoel te vervoeren op een andere wijze dan indit artikel is voorgeschreven.Artikel 59a1 In afwijking van artikel 59, eerste en achtste lid,gebruiken bestuurders van een autobus en hunpassagiers van 3 jaren of ouder de autogordel of hetkinderbeveiligingssysteem waarmee de autobus isuitgerust, wanneer zij zich op hun zitplaats bevindenen het voertuig deelneemt aan het verkeer. 2 Passagiers van een autobus die in beweging is,wordt meegedeeld dat het verplicht is gebruik temaken van het in het eerste lid genoemde
beveiligingssysteem wanneer zij zich op hunzitplaats bevinden en het voertuig deelneemt aanhet verkeer. Deze mededeling gebeurt op één ofmeer van de volgende manieren:a. door de bestuurder, de conducteur, de reisleiderof een als groepsleider aangewezen persoon;b. door audiovisuele middelen;c. door opschriften of het pictogram hiernaast : Het pictogram wordt bij gebruikmaking daarvanduidelijk op iedere zitplaats aangebracht.3 In afwijking van artikel 59a, eerste lid, behoevenpassagiers van autobussen waarin het vervoer vanstaande passagiers is toegestaan geen beveiligings -systeem te gebruiken en behoeven passagiers vanautobussen die volgens een dienstregeling stads- ofstreekvervoer uitvoeren binnen de bebouwde komgeen beveiligings systeem te gebruiken.4 Het is bestuurders van een autobus verbodenpassagiers jonger dan 12 jaren te vervoeren op eenandere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven.Artikel 59b1 In afwijking van artikel 59, eerste en achtste lid,mag anders dan op de voorste zitplaatsen inpersonenauto’s en bestelauto’s, wanneer het nainstallatie van twee kinderbeveiligingssystemen nietmogelijk is nog een derde kinderbeveiligings -systeem te installeren en deze beveiligingssystemenin gebruik zijn, een derde passagier die 3 jaren ofouder is en met een lengte van minder dan1,35 meter, worden vervoerd wanneer deze eenautogordel gebruikt. Artikel 59, zevende lid, is vantoepassing.2 In afwijking van artikel 59, eerste lid, tweedevolzin, en achtste lid, mogen in incidentele gevallenen over korte afstand in personenauto’s en bestel -auto’s op andere dan de voorste zitplaatsenpassagiers die 3 jaar of ouder zijn en met een lengtevan minder dan 1,35 meter worden vervoerdwanneer deze passagiers een autogordel gebruiken.
31Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Dit geldt niet met betrekking tot passagiers waarvaneen ouder de auto bestuurt dan wel daarvaneigenaar of houder is.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 28 Artikel 60Helmen 1 De bestuurder en de passagiers van bromfietsen,
brommobielen zonder gesloten carrosserie,motorfietsen en driewielige motorvoertuigenmoeten een goed passende helm dragen, die doormiddel van een sluiting op deugdelijke wijze op het hoofd is bevestigd en die is voorzien van eengoedkeuringsmerk als bedoeld in de Regelingtoelating helmen.2 Het eerste lid geldt niet voor:a. de bestuurder en de passagiers van een snorfiets;b. de bestuurder en de achter hem zittendepassagier van een brombakfiets;c. de bestuurder of de passagier van een door deDienst Wegverkeer aangewezen type bromfiets,niet zijnde een brommobiel, of motorfiets van wiede zitplaats beschermd wordt door een veiligheids -cel en voorzien is van autogordels. Bij de aanwijzingkan onderscheid gemaakt worden tussen debestuurder en de passagiers ten aanzien van degelding van het eerste lid. Bij ministeriële regelingworden regels gesteld betreffende de eisenwaaraan een type bromfiets of motorfiets moetvoldoen om te kunnen worden aangewezen. Dezeregels zien in elk geval op de eisen die gesteldworden aan de veiligheidscel en de autogordels;d. de bestuurder of de passagiers van eenbrommobiel zonder gesloten carrosserie of eendriewielig motorvoertuig, van wie de zitplaats indeze brommobiel of dat motorvoertuig is voorzienvan bevestigingspunten voor autogordelsovereenkomstig het bepaalde in richtlijn 97/24/EG,zoals deze gold op de datum waarop het voertuig in gebruik is genomen, en van autogordels dievoldoen aan het bepaalde in artikel 5.2.47, vijfde en zesde lid, van de Regeling voertuigen.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland32
3 Het is bestuurders verboden passagiers benedende twaalf jaren te vervoeren op een andere wijzedan in dit artikel is voorgeschreven.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 29 Artikel 61Zitplaats kinderen op Fietsers en bromfietsers mogen slechts kinderen fietsen en bromfietsen beneden acht jaren vervoeren indien zij zijn gezeten
op een doelmatige en veilige zitplaats metvoldoende steun voor rug, handen en voeten.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 30 Artikel 61aGebruik van mobiele Het is degene die een motorvoertuig, bromfiets,telecommunicatieapparatuur snorfiets of gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust
met een motor bestuurt, verboden tijdens het rijdeneen mobiele telefoon vast te houden.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 31 Artikel 61bVervoer van personen in of 1 Het is verboden personen te vervoeren in de op aanhangwagens en open of gesloten laadruimte van een motorvoertuigin laadruimten of bromfiets en in of op een aanhangwagen achter
een motorvoertuig of bromfiets.2 Het eerste lid is niet van toepassing: a. op het vervoer van personen in de laadruimtevan een ambulance of dierenambulance en op hetvervoer van rolstoelinzittenden op de daarvooringerichte plaatsen in de laadruimte van eenvoertuig dat blijkens een aantekening op hetkentekenbewijs speciaal is uitgerust voorrolstoelvervoer; b. op het vervoer van personen in de laadruimtevan motorvoertuigen ten dienste van politie enbrandweer en van andere door Onze Ministeraangewezen hulpverleningsdiensten;c. op het vervoer van een persoon op de bestuur -derszitplaats in een motorvoertuig of op een brom -fiets op meer dan twee wielen die door een andermotorvoertuig of een andere bromfiets op meerdan twee wielen wordt voortgetrokken en op hetvervoer van passagiers van het getrokken voertuig
33Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
als hier bedoeld, voor wie geen zitplaats in hettrekkende voertuig als hier bedoeld beschikbaar is;d. in het geval het vervoer van personen geschiedtin het kader van een evenement of optochtwaarvoor een vergunning op grond van eengemeentelijke verordening is afgegeven.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland34
3 Verkeerstekens
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 1 Artikel 62Algemene bepalingen Weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de
verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden.Artikel 63Verkeerstekens gaan boven verkeersregels, voorzover deze regels onverenigbaar zijn met deze tekens.Artikel 63aTijdelijke verkeerstekens op het wegdek gaan boventer plekke aangebrachte andere verkeerstekens op hetwegdek, voor zover deze verkeerstekensonverenigbaar zijn.Artikel 63b1 Wanneer verkeerstekens die een maximumsnelheid aanduiden een hogere snelheid aangevendan:a. de in de artikelen 20, onderdeel b, 21, onderdeel b,en 22 vastgestelde maximumsnelheden, ofb. de ingevolge een ministeriële regeling krachtensartikel 86a geldende maximumsnelheid, ofc. de in artikel 45 aangegeven snelheidgeldt de laagste aangegeven snelheid.2 Indien zowel door verkeerstekens op borden alsdoor elektronische signaleringsborden eenmaximumsnelheid wordt aangegeven geldt delaagste aangegeven maximumsnelheid.Artikel 64Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens die devoorrang regelen.Artikel 64aVerkeersborden mogen op een elektronischsignaleringsbord worden weergegeven.
35Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 2 Artikel 65Verkeersborden 1 Ingeval een weg is verdeeld in rijstroken, kan de
toepassing van een verkeersbord worden beperkttot één of meer rijstroken.2 De verkeersborden E1, E2 en E3 gelden slechtsvoor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst.3 Het parkeren van een voertuig en het plaatsenvan een fiets en van een bromfiets is echtertoegestaan op de daartoe bestemde weggedeelten.Artikel 661 Indien boven een verkeersbord het woord ‘zone’is aangebracht en een aanduiding van het gebiedvan de zone is toegevoegd (bijvoorbeeld doormiddel van een plattegrond), geldt het verkeers -bord in het aldus aangeduide gebied.2 Indien boven een verkeersbord het woord ‘zone’ isaangebracht zonder aanduiding van het gebied van dezone, geldt het verkeersbord in een gebied dat wordtbegrensd door het verkeersbord en het ver keersbordwaarmee het einde van de zone wordt aangeduid.3 Dit geldt ook als bord E10 is geplaatst.Artikel 671 Onder verkeersborden aangebrachteonderborden kunnen inhouden: a. een nadere uitleg van het verkeersbord;b. ingeval op een onderbord uitsluitend symbolenvoorkomen: het verkeersbord geldt slechts voor dealdus aangeduide weggebruikers of het aldusaangeduide verkeersgedrag;c. ingeval op een onderbord het woord ‘uitgezon derd’in combinatie met symbolen voorkomt: het verkeers -bord geldt niet voor de aldus aangeduide weg -gebruikers of het aldus aangeduide verkeersgedrag.2 Indien het beoogde verkeersgedrag wordtaangegeven door middel van teksten of tekens aldan niet in combinatie met symbolen, blijkt hetbeoogde verkeersgedrag uit het onderbord.3 Symbolen op onderborden hebben dezelfdebetekenis als die welke in bijlage 1 zijn opgenomen.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland36
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 3 Artikel 68Verkeerslichten 1 Bij driekleurige verkeerslichten betekent:
a. groen licht: doorgaan;b. geel licht: stop; voor bestuurders die het teken zodicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs nietmeer mogelijk is: doorgaan;c. rood licht: stop.2 Indien in een driekleurig verkeerslicht of in eendaaraan toegevoegd éénkleurig verkeerslicht eenverlichte pijl zichtbaar is, geldt het licht uitsluitendvoor de door de pijl aangegeven richting.3 Indien een verlichte afbeelding van een fietszichtbaar is, geldt het licht voor fietsers, brom fietsers op een fiets/bromfietspad enbestuurders van een gehandicaptenvoertuig.4 Bestuurders van een motorvoertuig dat behoorttot een militaire kolonne die het verkeerslicht bijgroen licht is begonnen te passeren, mogen blijvendoorgaan ook nadat een andere kleur lichtzichtbaar is geworden.5 Indien onder of bij een driekleurig verkeerslicht eenbord is geplaatst met de tekst ‘Rechtsaf voor (brom) -fietsers vrij’ gelden het gele en het rode licht niet voorrechts afslaande fietsers, bromfietsers en bestuurdersvan een gehandicaptenvoertuig. Indien onder of bijeen driekleurig verkeerslicht een bord is geplaatst metde tekst ‘Rechtsaf voor fietsers vrij’ gelden het gele enhet rode licht niet voor rechts afslaande fietsers enbestuurders van een gehandicaptenvoertuig.6 Zij dienen alsdan het overige verkeer ter plaatsevoor te laten gaan.7 Ingeval een weg is verdeeld in rijstroken metverkeer in dezelfde richting, kan de toepassing vaneen verkeerslicht worden beperkt tot één van dezerijstroken. In dat geval heeft het verkeerslicht slechtsbetrekking op het verkeer op de aangeduide rijstrook.
37Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Artikel 691 Bij tweekleurige verkeerslichten betekent: a. geel licht: stop; voor bestuurders die het licht zodicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs nietmeer mogelijk is: doorgaan;b. rood licht: stop.Artikel 701 Bij tram/buslichten betekent: a. wit licht of wit knipperlicht: doorgaan;b. geel licht: stop; voor bestuurders die het licht zodicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs nietmeer mogelijk is: doorgaan;c. rood licht: stop.2 Het witte licht en het witte knipperlicht geldenslechts voor de aangegeven richtingen.3 De tram/buslichten gelden voor bestuurders vaneen tram en van een lijnbus, die de richting volgenwaarop het licht betrekking heeft.4 De tram/buslichten gelden tevens voorbestuurders van voertuigen, niet zijnde een lijnbus,die een busbaan of een busstrook gebruikenwaarop het licht betrekking heeft.Artikel 71Bij overweglichten betekent: a. wit knipperlicht: er nadert geen trein;b. rood knipperlicht: stop.Artikel 72Bij bruglichten betekent rood licht of roodknipperlicht: stop.Artikel 73Bij rijstrooklichten betekent: a. groene pijl of maximumsnelheid, aangeduid doorbord A3: de rijstrook mag worden gebruikt;b. rood kruis: de rijstrook mag niet worden gebruikt.De vluchtstrook mag alleen in noodgevallen wordengebruikt;c. witte pijl: voorwaarschuwing rood kruis;d. het woord ‘BUS’: de rijstrook mag slechtsgebruikt worden door bestuurders van een lijnbus
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland38
en bestuurders van een autobus;e. het woord ‘LIJNBUS’: de rijstrook mag slechtsworden gebruikt door bestuurders van een lijnbus.Artikel 741 Bij voetgangerslichten betekent: a. groen licht: voetgangers mogen oversteken;b. groen knipperend licht: voetgangers mogenoversteken; het rode licht verschijnt spoedig;c. rood licht: voetgangers mogen niet meerbeginnen over te steken; reeds overstekendevoetgangers moeten zo snel mogelijk doorlopen.2 Indien het rode licht is vervangen door een geelknipperlicht als bedoeld in artikel 75, mogenvoetgangers oversteken, mits zij het overigeverkeer ter plaatse voor laten gaan.Artikel 75Geel knipperlicht betekent: gevaarlijk punt;voorzichtigheid geboden.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 4 Artikel 76Verkeerstekens op het wegdek 1 Een doorgetrokken streep die zich niet langs de
rand van de rijbaanverharding bevindt, heeft devolgende betekenis: a. indien de streep zich bevindt tussen rijstroken danwel op paden, met verkeer in beide richtingen:bestuurders mogen de streep niet naar linksoverschrijden en zich niet links van de streepbevinden, tenzij aan de rechterzijde van dedoorgetrokken streep een onderbroken streep isaangebracht;b. indien de streep zich bevindt tussen rijstrokendan wel op paden, voor verkeer in één richting:bestuurders mogen de streep niet overschrijden,tenzij tussen de bestuurder en de doorgetrokkenstreep een onderbroken streep is aangebracht.2 Indien de streep zich bevindt tussen de naast despitsstrook gelegen rijstroken en spitsstroken:bestuurders mogen de doorgetrokken streepoverschrijden.
39Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Artikel 771 Bestuurders mogen verdrijvingsvlakken enpuntstukken niet gebruiken;2 Het eerste lid is niet van toepassing wanneer be stuur ders een spitsstrook volgen die een splitsingof samenvoeging van wegen, rijstroken of rijbanenpasseert.Artikel 781 Bestuurders die de rijbaan volgen zijn verplicht op een kruispunt de richting te volgen die de voor -sorteer strook waarop zij zich bevinden aangeeft.Een in een voorsorteerstrook gelegen fietsstrookmaakt deel uit van deze voorsorteerstrook.2 Bestuurders die de doorgaande rijbaan verlatenen daartoe een uitrijstrook volgen, zijn ter hoogtevan de daarin aangebrachte pijlen verplicht om derichting te volgen die de uitrijstrook waarop zij zichbevinden, aangeeft.Artikel 79Bestuurders moeten voor een voor hen bestemdestopstreep stoppen, indien stoppen op grond vandit besluit is verplicht.Artikel 80Haaietanden hebben de volgende betekenis: debestuurders moeten voorrang verlenen aanbestuurders op de kruisende weg.Artikel 81Busbanen en busstroken waarop het woord ‘BUS’ isaangebracht mogen slechts worden gebruikt doorbestuurders van een lijnbus, een autobus of eentram. Busbanen en busstroken waarop het woord‘LIJNBUS’ is aangebracht mogen slechts wordengebruikt door bestuurders van een lijnbus of eentram.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland40
4 Aanwijzingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 1 Artikel 82Verplichtingen weggebruikers 1 Weggebruikers zijn verplicht de aanwijzingen op
te volgen die mondeling of door middel vangebaren worden gegeven door:a. de daartoe bevoegde en als zodanig kenbareambtenaren,b. de militairen van de Koninklijke Marechausseevoor zover niet behorend tot de in onderdeel a.bedoelde ambtenaren,c. de daartoe bevoegde en als zodanig kenbareverkeersregelaars end. de personen die optreden tijdens de praktijk -lessen of het praktijkexamen in het kader van eenopleiding tot verkeersregelaar of een cursus voorverkeersregelaars, voor de duur van deze praktijk -lessen of dit praktijkexamen en voor zover gebruikwordt gemaakt van de bij ministeriële regeling voorverkeersregelaars voorgeschreven kleding.2 Bij het geven van aanwijzingen door middel vangebaren worden, voor zover mogelijk, de in bijlageII vastgestelde aanwijzingen gegeven.3 Bestuurders zijn tevens verplicht de in bijlage II,onderdeel 8, vastgestelde aanwijzing om testoppen op te volgen die wordt gegeven doordaartoe bevoegde en als zodanig kenbareverkeersbrigadiers.4 Weggebruikers zijn voorts verplicht te stoppenindien hen door een begeleider van een railvoertuigeen stopteken volgens model F 10 van bijlage 1,een rode vlag of een rode lamp wordt getoond.Artikel 82aWeggebruikers zijn voorts verplicht deaanwijzingen op te volgen die worden gegevendoor middel van de verlichte transparanten op
41Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen ingebruik bij de in artikel 41a, eerste lid, onderdeel a,onder 1 en 4, genoemde diensten en opbedrijfsauto's van transportbegeleiders.Artikel 83Weggebruikers zijn voorts verplicht te stoppenindien hun een stopteken wordt getoond datbestaat uit een rode lamp dan wel uit een aan eenvoertuig van de politie of van weginspecteurs indienst van Rijkswaterstaat aangebracht verlichttransparant, waarin de woorden ‘stop’ of ‘stoppolitie’ in rode letters tegen donkere achtergrondworden verlicht.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 2 Artikel 84Rangorde aanwijzingen, Aanwijzingen gaan boven verkeerstekens enverkeerstekens verkeersregels.en verkeersregels
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland42
5 Bijzondere bepalingen ten behoeve vangehandicapten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 1 Artikel 85Uitzonderingen 1 Op bestuurders van een motorvoertuig op meervoor gehandicapten dan twee wielen waarin een geldige en behoorlijk
leesbare gehandicaptenparkeerkaart is aan -gebracht, is het bepaalde ten aanzien van hetparkeren in een parkeerschijfzone (art. 25) niet vantoepassing. Indien niet langer wordt geparkeerddan drie uren zijn ook het parkeerverbod bij eengele onderbroken streep en bij bord E1, alsmede de parkeervoor schrif ten in een erf (art. 46) niet vantoepassing. In deze laatste ge vallen dienen zij in het voertuig duidelijk zichtbaar een parkeerschijf tevoeren waarop het tijdstip waarop met parkeren isbegonnen wordt aangegeven.2 Op bestuurders van gehandicaptenvoertuigen ishet bepaalde ten aanzien van het parkeren in eenparkeerschijfzone (art. 25) niet van toepassing.Indien niet langer wordt geparkeerd dan drie urenzijn ook het parkeerverbod bij een gele onder -broken streep en bij bord E1 niet van toepassing, in dit geval dienen zij in het voertuig duidelijkzichtbaar een parkeerschijf te voeren waarop hettijdstip waarop met parkeren is begonnen wordtaangegeven.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Paragraaf 2 Artikel 86Buiten Nederland afgegeven Met een gehandicaptenparkeerkaart worden gehandicaptenparkeerkaarten gelijkgesteld de door het daartoe bevoegde gezag
buiten Nederland afgegeven parkeerkaarten voorgehandicapten, voor zover deze bij de Regelinggehandicapten parkeerkaart zijn aangewezen.
43Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
5a Tijdelijke verlaging maximumsnelheid ingeval van verstoring olie-aanvoer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Artikel 86aIn geval van een ernstige verstoring van de olie-aanvoer kan worden bepaald dat op auto snelwegenen op autowegen voor andere motor voertuigen danvrachtauto’s, autobussen of motorvoertuigen metaanhangwagen een maximumsnelheid geldt van 90 km per uur.Artikel 86bHet is bestuurders van andere motorvoertuigen danvrachtauto’s, autobussen of motorvoertuigen metaanhangwagen verboden de ingevolge artikel 86abepaalde maximumsnelheid te overschrijden.
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland44
45Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Bij la ge 1 Ver keers bor den met om schrij ving
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
A1Maxi mum snel heid
A2Einde maxi mum snel heid
A3Maxi mum snel heid op eenelek tro nisch sig na le rings bord
A4Ad vies snel heid
A5Einde ad vies snel heid
B1Voor rangs weg
B2Einde voor rangs weg
B3Voor rangs kruis punt
B4Voor rangs kruis puntZij weg links
B5Voor rangs kruis puntZij weg rechts
B6Ver leen voor rangaan be stuur ders opde krui sen de weg
B7Stop: Ver leen voor rangaan be stuur ders op dekrui sen de weg
C1Ge slo ten in beide rich -tin gen voor voer tui gen,rui ters en ge lei ders vanrij- of trek die ren of vee
C2Een rich ting weg, in dezerich ting ge slo ten voor voer -tui gen, rui ters en ge lei dersvan rij- of trek die ren of vee
C3Een rich tings weg
C4Een rich tings weg
Snel
heid
Ges
lote
nver
klar
ing
Voo
rran
g
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland46
C5In rij den toe ge staan
C6Ge slo ten voormo tor voer tui genop meer dantwee wie len
C7Ge slo ten voorvrachtauto’s
C8Ge slo ten voor mo -tor voer tui gen dieniet snel ler kun nenof mogen rij den dan25 km/h
C17Ge slo ten voor voer tui -gen en sa men stel lenvan voer tui gen die, metin be grip van de la ding,lan ger zijn dan op hetbord is aan ge ge ven
C18Ge slo ten voor voer tui gendie, met in be grip van dela ding, bre der zijn dan ophet bord is aan ge ge ven
C19Ge slo ten voor voer tui -gen die, met in be gripvan de la ding, hogerzijn dan op het bord isaan ge ge ven
C20Ge slo ten voor voer tui -gen waar van de as lasthoger is dan op hetbord is aan ge ge ven
C13Gesloten voor brom-fietsen, snorfietsen engehandicaptenvoer -tuigen met in werkingzijnde motor
C14Gesloten voor fiet-sen en voor gehan-dicaptenvoertuigenzonder motor
C15Gesloten voor fiet-sen, bromfietsen engehandicaptenvoer-tuigen
C16Ge slo ten voorvoet gan gers
C9Gesloten voor ruiters,vee, wagens, motor-voertuigen die niet snel ler kunnen ofmogen rijden dan 25 km/h en brom -mobielen alsmede fiet-sen, bromfietsen en ge-handicaptenvoertuigen
C10Ge slo ten voor mo tor -voer tui gen met aan -hang wa gen
C11Ge slo ten voormo tor fiet sen
C12Ge slo ten vooralle mo tor voer -tui gen
47Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
C21Ge slo ten voor voer tuigen en sa men stel len van voer -tui gen, waar van de to taal -mas sa hoger is dan op hetbord is aan ge ge ven
C22Ge slo ten voor voer -tui gen met be paal dege vaar lijke stof fen
D1Ro ton de: ver plich terij rich ting
D2Gebod voor alle be stuur dershet bord voor bij te gaan aande zijde die de pijl aan geeft
D3Bord mag aan beide zij denwor den voor bij ge gaan
D4Gebod tot het vol gen vande rij rich ting die op het bordis aan ge ge ven
D5Gebod tot het vol gen vande rij rich ting die op hetbord is aan ge ge ven
D6Gebod tot het vol gen vanéén van de de rij rich tin gen dieop het bord zijn aan ge ge ven
D7Gebod tot het vol gen van één van de de rij rich tin gen die op het bord zijn aan -gegeven
E1Par keer ver bod
E2Ver bod stil te staan
E3Ver bod fiet sen en brom fiet sen te plaat sen
E4Par keer ge le gen heid
E5Taxistand-
plaats
Park
eren
en
stils
taan
C23-01Spitsstrook open
C23-02Spitsstrook vrijmaken
C23-03Einde spitsstrook
Rijr
icht
ing
E8Parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuig -categorie of groep voertuigendie op het bord is aangegeven
E9Par keer ge le gen heidal leen be stemdvoor ver gun ning -hou ders
E6Gehandicapten -
parkeerplaats
E7Gelegenheid voor hetonmiddellijk laden enlossen van goederen
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland48
carpool
E12Parkeergelegenheid tenbehoeve van overstap-pers op het openbaarvervoer
E13Par keer ge le gen heidten be hoe ve van car poo lers
F1Ver bod voor mo tor -voer tui gen om el -kaar on der ling in tehalen
F2Einde ver bod voormo tor voer tui gen omel kaar on der ling in tehalen
E10Par keer schijf zo ne
E11Einde par keer schijf zo ne
F3Ver bod voor vracht -auto’s om mo tor voer -tui gen in te halen
F4Einde ver bod voorvrachtauto’s om mo tor -voer tui gen in te halen
F5Ver bod voor be stuur dersdoor te gaan bij na de ringvan ver keer uit te gen ge -stel de rich ting
F6Be stuur ders uit te gen ge -stel de rich ting moe ten ver -keer dat van deze rich tingna dert voor laten gaan
F7Keer ver bod
F8Einde van alle door ver -keers bor den aan ge ge venver bo den
F9Einde van alle op een elektronisch signalerings-bord aangegeven verboden en adviezen
F10Stop. In het bord kan wor den aan ge ge ven doorwie of waar om het bordwordt toe ge past
Ove
rige
geb
oden
en
verb
oden
G1Au to snel weg
G2Einde au to snel weg
Ver
keer
sreg
els
49Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
G3Au to weg
G4Einde au to weg
G5Erf
G6Einde erf
G7Voet pad
G8Einde voet pad
G9Rui ter pad
G10Einde rui ter pad
G11Ver plicht fiets pad
G12Einde ver plicht fiets pad
G13On ver plicht fiets pad
G14Einde on ver plicht
fiets pad
H1Be bouw de kom
H2Einde be bouw de kom
G12aFiets/brom fiet spad
G12bEinde fiets/brom fiet spad
Beb
ouw
de k
om
J1Slecht weg dek
J2Bocht naar rechts
J3Bocht naar links
Waa
rsch
uwin
g
J5S-bocht(en), eerstnaar links
J6Stei le hel ling
J7Ge vaar lijke da ling
J8Ge vaar lijk kruis punt
J4S-bocht(en), eerstnaar rechts
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland50
J9Ro ton de
J10Over weg met over -weg bo men
J11Over weg zon derover weg bo men
J12Over weg met en kel spoor
J13Over weg met tweeof meer spo ren
J14Tram(krui sing)
J15Be weeg ba re brug
J16Werk in uit voe ring
J17Rij baan ver smal ling
J18Rij baan ver smal ling rechts
J19Rij baan ver smal ling links
J20Slip ge vaar
J21Kin de ren
J22Voet gan gers over steek plaats
J23Voet gan gers
J24Fiet sers en brom fiet sers
J25Los lig gen de ste nen
J26Kade of ri vie roe ver
J27Groot wild
J28Vee
51Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
J29Te gen lig gers
J30Laag vlie gen de vlieg tui gen
J31Zij wind
J32Ver keers lich ten
J33File
J34On ge val
J35Slecht zicht doorsneeuw, regen ofmist
J36IJzel of sneeuw
J37Ge vaar (de aard van het ge -vaar is aan ge ge venop het on der bord)
K1Lage be slis sings weg wij zerlangs au to snel weg voor dedoor gaan de rich ting, metin ter lo ka le doe len en rou te -num mer au to snel weg
K2Voor weg wij zer langsau to snel weg voor deaf gaan de rich ting, metaf stand aan dui ding, in -ter lo ka le doe len (bo -ven ste doel=af rit naam)ver wij zing naar vlieg -veld/ lucht ha ven enrou te num mer niet-au -to snel weg
K3Be slis sings weg wij zerlangs au to snel weg voorde af gaan de rich ting,naar een ver zor gings -plaats, met de naam vande par keer plaats en sym -bo len die de aard van devoor zie nin gen aan ge ven
Bew
egw
ijzer
ing
K4Hoge be slis sings weg wij zer langs au to snel weg met rij strook -pa neel voor de door gaan de rich ting en af tak kings pa neelvoor de af gaan de rich ting, met in ter lo ka le doe len, rou te -num mers au to snel we gen en Eu ro pe se hoofd rou tes
K6Be slis sings weg wij zerlangs niet-au to snel wegmet in ter lo ka le doe lenen rou te num mer niet-au to snel weg
K5Voor weg wij zer langsniet-au to snel weg, metin ter lo ka le doe len,rou te num mers, vi a duct -sym bool en aan dui dingin dus trie ter rein
J38Verkeersdrempel
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland52
K7Weg wij zer voor fiet -sers en brom fiet sers(hand wij zer), met lo kaal doel, in ter lo -kaal doel, ste de lijkfiets rou te num mer(boven), en met in -ter l o ka le doe len enin ter lo kaal fiets rou te -num mer (onder)
K8Weg wij zer voor fiet -sers en brom fiet sers(sta pel bord), met in ter lo ka le doe lenen een via een al ter -na tie ve route te be -rei ken doel (cur sief)
K9Om lei ding. Maat re gelop voor weg wij zerlangs niet-au to snel weg
K10Voor weg wij zer bin nen de be bouw de kommet in ter lo kaal doel, lo kaal doel, een dag -re cre a tie ter rein, ob jec ten en stads rou te -num mers
K11Voor sor te ren op niet-au to snel weg. Bord met in ter lo ka ledoe len, rou te num mers en ver wij zing naar au to snel weg
K12Wijk weg wij zer bin nen debe bouw de kom, metwijk na men (in ver keers -ge bie den)
K13Wijk weg wij zer bin nen debe bouw de kom, met wijk -num mers (in ver keers ge -bie den)
L1Hoog te on der -
door gang
L2Voet gan gers over -
steek plaats
L3Bus hal te/tram hal te
L4Voor sor te ren
L5Einde rij strook
L6Split sing
L7Aan tal door gaan de
rijst ro ken
Info
rmat
ie
K14Route voor het ver voer vanbe paal de ge vaar lijke stof fen
53Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
L9Voor aan dui ding
dood lo pen de weg
L10Voor aan dui ding ver keers -maat re gel voor de aan ge -ge ven rich ting
L11Ver keers bord geldt al leenvoor de aan ge ge ven rij -strook/rijst ro ken
L12Ver keers bord geldt al leen voor de aan -ge ge ven rij strook
L13Model bord verkeers -
tunnel
L14Vluchthaven
L15Vluchthaven voorzienvan een nood telefoon enbrand blus apparaat
L16Nood telefoon
L17Brand blus apparaat
L8Dood lo pen de weg
L18Nood telefoon enbrand blus apparaat
L19Dichtsbijzijnde uitgang oftwee dichtsbijzijnde uitgan-gen in de op het bord aan -gegeven richting en afstand
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland54
Al ge meen stop te ken Stop te ken voor het ver keer dat de ver -keers re ge laar van ach te ren na dert
Stop te ken door ver keers bri ga diermet toe pas sing van bord F 10
Stop te ken voor het ver keer in de vrije rich -tin gen. Op let ten voor het ver keer in destop ge zet te rich tin gen. Kruis punt vrij ma ken
Teken tot snel heid ver min de ren
Stop te ken voor het ver keer dat dever keers re ge laar van rechts na dert
Stop te ken voor het ver keer, dat dever keers re ge laar van voren na dert
Stop te ken zowel voor het ver keer datde ver keers re ge laar van voren, alsvoor het ver keer dat hem van ach te -ren na dert
Bij la ge 2 Aan wij zin gen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage 3 Begripsbepalingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Artikel 1In dit besluit en de daarop berustende bepalingenwordt verstaan onder:
Aanhangwagens Aanhangwagens: voertuigen die door een voertuigworden voortbewogen of kennelijk bestemd zijn omaldus te worden voortbewogen, alsmede opleggers;
Ambulance Ambulance: motorvoertuig, ingericht en bestemdom te worden gebruikt voor ambulancevervoer alsbedoeld in de Wet ambulancevervoer;
Autobus Autobus: motorvoertuig, ingericht voor het vervoervan meer dan acht personen, de bestuurderdaaronder niet begrepen;
Autosnelweg Autosnelweg: weg, aangeduid door bord G1; langs autosnelwegen gelegen parkeerplaatsen,tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autosnelweg uit;
Autoweg Autoweg: weg, aangeduid door bord G3; langs autowegen gelegen parkeerplaatsen,tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autoweg uit;
Bedrijfsauto Bedrijfsauto: als bedoeld in artikel 1.1, achteronderdeel h, van de Regeling voertuigen;
Bestelauto Bestelauto: motorvoertuig, bestemd voor hetvervoer van goederen, waarvan de toegestanemaximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg;
Bestemmingsverkeer Bestemmingsverkeer: bestuurders wier reisdoel één of meer bepaalde percelen betreft die zijngelegen aan of in de directe nabijheid van een wegmet een door verkeerstekens aangegevengeslotenverklaring voor bepaalde categorieënbestuurders en die slechts via deze weg zijn tebereiken alsmede bestuurders van lijnbussen;
55Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland56
Bestuurder van een Bestuurder van een motorvoertuig: motorvoertuig 1 hij die het motorvoertuig bestuurt of
2 voor zover het betreft een motorvoertuig voorhet besturen waarvan een rijbewijs B, C, D of E is vereist en dat is voorzien van een dubbelebediening, hij die rijonderricht geeft of toezichthoudt in het kader van een vanwege de overheidingesteld onderzoek naar de rijvaardigheid, nietzijnde een onderzoek als bedoeld in artikel 131,eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Bestuurders Bestuurders: alle weggebruikers behalvevoetgangers;
Bevoegd gezag Bevoegd gezag: gezag als bedoeld in artikel 18,eerste lid van de wet; Wegenverkeerswet 1994;
Brombakfiets Brombakfiets: bromfiets op drie symmetrischgeplaatste wielen, met twee voorwielen met eendiameter van meer dan 0,60 m, uitsluitend ingerichtvoor het vervoer van de bestuurder en vangoederen en eventueel van een achter debestuurder gezeten passagier;
Bromfiets Bromfiets: a. motorrijtuig op twee wielen, met een door deconstructie bepaalde maximumsnelheid van nietmeer dan 45 km/h, uitgerust met een verbran -dingsmotor met een cilinderinhoud van niet meerdan 50 cm3 of een elektromotor met een nominaalcontinu maximumvermogen van niet meer dan4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig;b. motorrijtuig op drie wielen, met een door deconstructie bepaalde maximumsnelheid van nietmeer dan 45 km/h, niet zijnde een gehandicapten -voertuig, uitgerust met:1. een motor met elektrische ontsteking met eencilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3, 2. een motor met inwendige verbranding en eennetto maximumvermogen van niet meer dan 4 kWvoor andere dan onder 1 genoemde motoren, of3. een elektromotor met een nominaal continumaximumvermogen van niet meer dan 4 kW;
57Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
dan wel c. motorrijtuig op vier wielen, niet zijnde eengehan di captenvoertuig, met een door deconstructie bepaalde maximumsnelheid van nietmeer dan 45 km/h en een ledige massa van minderdan 350 kg., de massa van de batterijen in elek -trische voertuigen niet inbegrepen, uitgerust met:1. een motor met elektrische ontsteking met eencilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3, 2. een motor met inwendige verbranding en eennetto maximumvermogen van niet meer dan 4 kWvoor andere dan onder 1 genoemde motoren, of3. een elektromotor met een nominaal continumaximumvermogen van niet meer dan 4 kW. In ieder geval wordt als bromfiets aangemerkt eenvoertuig dat blijkens het afgegeven kentekenbewijsals bromfiets is aangeduid; Wegenverkeerswet 1994;
Brommobiel Brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen,die is voorzien van een carrosserie;
Busbaan Busbaan: rijbaan waarop het woord ‘BUS’ of‘LIJNBUS’ is aangebracht;
Busstrook Busstrook: door doorgetrokken of onderbrokenstrepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarophet woord ‘BUS’ of ‘LIJNBUS’ is aangebracht;
Dag Dag: de periode tussen zonsopgang en zonsonder -gang;
Diensten voor spoedeisende Diensten voor spoedeisende medische medische hulpverlening hulpverlening: de ambulancediensten waaraan
krachtens de Wet ambulancevervoer vergunning isverleend voor het verrichten van ambulance -vervoer, alsmede daartoe uitgeruste voertuigen vanandere hulpverleningsdiensten die zich in opdrachtvan een centrale post als bedoeld in artikel 1 van deWet ambulancevervoer bezighouden met het ver -lenen van eerstelijns spoedeisende hulpverlening;
Dierenambulance Dierenambulance: motorvoertuig, ingericht enbestemd om te worden gebruikt voor het vervoervan zieke en gewonde dieren;
Doorgaande rijbaan Doorgaande rijbaan: rijbaan zonder de invoeg- en
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland58
uitrijstroken;Driewielig motorvoertuig Driewielig motorvoertuig: driewielig motorvoertuig
als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q van deRegeling Voertuigen;
Fietsen met trapondersteuning Fietsen met trapondersteuning: fietsen die zijnvoorzien van een elektrische hulpmotor met eennominaal continu vermogen van maximaal0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijkverminderd en tenslotte wordt onderbrokenwanneer het voertuig een snelheid van 25 km/hbereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudtmet trappen; Wegenverkeerswet 1994;
Fietsstrook Fietsstrook: door doorgetrokken of onderbrokenstrepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waaropafbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;
Gehandicaptenvoertuig Gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingerichtvoor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor,dan wel is uitgerust met een motor waarvan de doorde constructie bepaalde maximumsnelheid niet meerdan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;
Geslotenverklaring Geslotenverklaring: verbod de betrokken weg in terijden of in te gaan alsmede de betrokken weg tegebruiken;
Haaietanden Haaietanden: voorrangsdriehoeken op het wegdek;Invoegstrook Invoegstrook: door een blokmarkering van de
doorgaande rijbaan afgescheiden weggedeelte datis bestemd voor bestuurders die de doorgaanderijbaan oprijden;
Kruispunt Kruispunt: kruising of splitsing van wegen;Lijnbus Lijnbus: motorvoertuig, gebezigd voor het
verrichten van openbaar vervoer in de zin van deWet Personenvervoer 2000;
Militaire kolonne Militaire kolonne: een aantal zich achter elkaarbevindende militaire dan wel bij een onderdeel van de rampenbestrijdingsorganisatie in gebruikzijnde motorvoertuigen, onder één commandant,die de vastgestelde herkenningstekens voeren;
59Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Motorfiets Motorfiets: motorvoertuig op twee wielen al danniet met zijspan- of aanhangwagen;
Motorvoertuigen Motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigenbehalve bromfietsen, fietsen met traponder steuningen gehandicaptenvoertuigen, bestemd om andersdan langs rails te worden voortbewogen;
Nacht Nacht: de periode tussen zonsondergang enzonsopgang;
Overweg Overweg: kruising van een weg en een railweg diewordt aangeduid door middel van bord J12 of J13;
Parkeerhaven of parkeerstrook Parkeerhaven of parkeerstrook: langs de rijbaangelegen verharding die is bestemd voor stilstaandeof geparkeerde voertuigen;
Parkeren Parkeren: het laten stilstaan van een voertuiganders dan gedurende de tijd die nodig is voor engebruikt wordt tot het onmiddellijk in- ofuitstappen van passagiers of voor het onmiddellijkladen en lossen van goederen;
Personenauto Personenauto: Personenauto als bedoeld in artikel1.1, onderdeel at, van de Regeling Voertuigen;
Puntstuk Puntstuk: een meerhoekig vlak op het wegdek,opgenomen bij splitsingen of samenvoegingen vanwegen;
Rijbaan Rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemdweggedeelte met uitzondering van de fietspadenen de fiets/bromfietspaden;
Rijstrook Rijstrook: door doorgetrokken of onderbrokenstrepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan vanzodanige breedte dat bestuurders van motor -voertuigen op meer dan twee wielen daarvangebruik kunnen maken;
Snorfiets Snorfiets: bromfiets die blijkens de gegevens in hetkentekenregister of voor het voertuig afgegevenkentekenbewijs is geconstrueerd voor eenmaximumsnelheid die niet meer bedraagt dan25 km/h;
Spitsstrook: Spitsstrook: de vluchtstrook die als rijstrook isaangewezen blijkens bord C23-01;
T100-bus: T100-bus: autobus, ten aanzien waarvan uit eenaantekening op het kentekenbewijs of uit hetkentekenregister blijkt dat hij zodanig is ingerichtdat hij in aanmerking komt voor een maximum -snelheid van 100 kilometer per uur. Met een T100-bus als bedoeld in dit besluit wordtgelijkgesteld een autobus die is geregistreerd in eenandere lidstaat van de Europese Unie dan wel eenstaat, niet zijnde een lidstraat van de Europese Uniedie partij is bij een daartoe strekkend of mededaartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, enten aanzien waarvan uit het kentekenbewijs of uiteen verklaring afgegeven door een onafhankelijkekeuringsinstelling, afgegeven op basis vanonderzoekingen die een beschermingsniveaubieden dat ten minste gelijkwaardig is aan hetniveau dat met de nationale onderzoekingen wordtnagestreefd, blijkt dat de autobus geschikt is vooreen maximumsnelheid van 100 kilometer per uur;
Uitrijstrook Uitrijstrook: door een blokmarkering van de door gaande rijbaan afgescheiden weggedeelte datis bestemd voor bestuurders die de doorgaanderijbaan verlaten;
Veiligheidscel Veiligheidscel: onderdeel van de constructie vaneen bromfiets, een motorfiets of een driewieligmotorvoertuig dat de bestuurder of passagiersbeschermt tegen hoofdletsel;
Verdrijvingsvlak Verdrijvingsvlak: gedeelte van de rijbaan waaropschuine strepen zijn aangebracht;
Verkeer Verkeer: alle weggebruikers;Verkeersregelaar Verkeersregelaar: persoon als bedoeld in artikel 1,
onderdeel f, van het Besluit administratievebepalingen inzake het wegverkeer;
Verlicht transparant Verlicht transparant: als bedoeld in artikel 1.1,onderdeel bb1, van het Regeling voertuigen;
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland60
Vluchthaven of vluchtstrook Vluchthaven of vluchtstrook: door een door -getrokken streep van de rijbaan van deautosnelweg of autoweg afgescheidenweggedeelte, dat is bestemd voor gebruik innoodgevallen, behoudens voor de duur vanopenstelling als spitsstrook;
Voertuigen Voertuigen: fietsen, bromfietsen, gehandicapten -voertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens;
Voorrang verlenen Voorrang verlenen: het de betrokken bestuurders instaat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen;
Voorrangsvoertuig Voorrangsvoertuig: motorvoertuig dat de optischeen geluidssignalen voert als bedoeld in artikel 29;
Vrachtauto Vrachtauto: motorvoertuig, niet ingericht voor hetvervoer van personen, waarvan de toegestanemaximum massa meer bedraagt dan 3500 kg;
Weggebruikers Weggebruikers: voetgangers, fietsers, bromfietsers,bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, vaneen motorvoertuig of van een tram, ruiters,geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurdersvan een bespannen of onbespannen wagen;
Wet Wet: Wegenverkeerswet 1994.Zitplaats Zitplaats: een constructie die daarvoor speciaal
geconstrueerd is en die plaats biedt aan eenvolwassen persoon. Het kan zowel een afzonder-lijke zitplaats zijn als een gedeelte van een bank datplaats biedt aan één persoon. Een geïmproviseerdezitplaats of een zitplaats voor gebruik bij stilstand,valt niet onder de categorie ‘zitplaats’.
61Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Artikel 21 De regels voor voetgangers zijn mede vantoepassing op bestuurders van een gehandi capten -voertuig, indien zij van een voetpad of trottoirgebruik maken of van het ene naar het anderevoetpad of trottoir oversteken.2 De regels voor voetgangers zijn verder van toe passing op personen die te voet een motorfiets,bromfiets of fiets aan de hand meevoeren, alsmede op personen die zich verplaatsen metbehulp van voorwerpen, niet zijnde voertuigen (bijv. rol schaatsen, skates e.d.).3 De regels voor wagens zijn mede van toepassingop door voetgangers gevormde kolonnes, optochtenen uitvaartstoeten voor zover deze de rijbaan volgen.
Artikel 2aDe regels voor motorvoertuigen en bestuurders vanmotorvoertuigen zijn, in plaats van de regels voorbromfietsen en bromfietsers, mede van toepassing op brommobielen en bestuurders van brommobielen,tenzij anders is bepaald.
Artikel 2bDe regels voor fietsen en fietsers zijn, in plaats vande regels voor bromfietsen en bromfietsers, medevan toepassing op snorfietsen en snorfietsers, tenzijanders is bepaald.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Noot Deze uitgave is een verkorte populaire versie voor instructief
gebruik. Door de verkorting en de tekstaanpassingen kan aan dit
document geen juridische status worden ontleend. Voor
gevolgen van interpretatie van de regels aanvaardt de auteur
geen aansprakelijkheid.
Het volledige Reglement Verkeersregels en Verkeertekens 1990
(RVV 1990) kunt u inzien via www.wetten.nl
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland62
Verkeersborden en Verkeersregels in NederlandVerkeersborden en Verkeersregels in Nederland
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Co lo fon Uit ga ve
Dit is een uitgave van het ministerie van Verkeer enWaterstaat en de regionale en provinciale organen verkeersveiligheid.Voor informatie over deze publicatie en hetbestellen van meer exemplaren belt u metpubliekscommunicatie van het ministerie vanVerkeer en Waterstaat, telefoon 0800-8051, of metde verkeersveiligheidsorganen in uw provincie:
Drenthe Verkeers- en (0592) 36 54 70vervoersberaad
Flevoland Vervoerberaad (0320) 26 55 66Fryslân ROF (058) 292 59 25Gelderland ROVG (026) 359 98 40Groningen Verkeer en (050) 316 46 74
VervoerberaadLimburg ROV Limburg (043) 389 77 66Noord-Brabant provincie (073) 680 86 07
Noord-BrabantNoord-Holland provincie (023) 514 31 43
Noord-HollandOverijssel ROVO (038) 499 81 41Utrecht ROV Utrecht (030) 258 33 80Zeeland ROV Zeeland (0118) 63 12 17Zuid-Holland ROV (079) 33 00 600
Zuid-Holland
InitiatiefMinisterie van Verkeer en Waterstaat,Postbus 20901, 2500 EX Den Haag en hetRegionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid inOverijssel, Postbus 48, 8000 AA Zwolle
Vormgeving en productieInpladi BV, Cuijk
© CopyrightMinisterie van Verkeer en Waterstaatwww.verkeerenwaterstaat.nlmei 2009
63
Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland
Verkb-boekje herdr omslag 2008:Verkb-boekje 17-06-2008 10:07 Pagina IV
Recommended