View
214
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
1
Resultaten poliklinische revalidatiezorg 2010
1 september 2011
Stichting Centra voor Integrale Revalidatie en Arbeidsactivering Nederland
( Ciran )
_______________________________________________________________________
Vooraf
De Stichting Ciran biedt medisch specialistische revalidatiezorg aan patiënten met
ernstige, meervoudige beperkingen in fysieke en mentale belastbaarheid.
In deze rapportage wordt verslag gedaan van de behaalde revalidatieresultaten bij
patiënten die in 2010 voor behandeling zijn doorverwezen naar Ciran door huisarts,
bedrijfsarts of specialist.
Doorverwezen cliënten die tot de revalidatie worden toegelaten hebben fysieke en
mentale klachten met een continu of progressief beloop en een historie van tenminste
drie maanden. Eerdere behandeling in eerste of tweede lijn heeft geen verbetering
gegeven.
De revalidatiezorg omvat op de patiënt afgestemde interventies gericht op verbetering
van grondmotorisch fysiek functioneren, op vermindering van psychische stoornissen en
op versterking van het reagerend en anticiperend vermogen. Zorgverleners van Ciran
stellen individuele behandeldoelen van de te verlenen revalidatiezorg op in overleg met
hun patiënten. Iedere patiënt heeft zijn eigen doelen, gemeenschappelijk in het pallet
zijn:
1. verbeterd grondmotorisch fysiek functioneren gecombineerd met een verlaagd
niveau van psychische stoornissen resulterend, in een positieve interactie tussen
lichaam en geest (gezondheidsherstel en klachtontkoppeling)
2. verminderen/opheffen van de ervaren gezondheidsbelemmeringen
3. verhogen van de zelfmanagement kwaliteiten en het voorkomen van onnodige
zorgconsumptie
4. maatschappelijke participatie, privé- en arbeidgerelateerd
5. tevredenheid over de bejegening en behandeling
In dit zorgverslag wordt gerapporteerd over de mate waarin deze revalidatiedoelen zijn
bereikt. Het verslag is als volgt ingedeeld:
In § 1 wordt ingegaan op de gezondheidsvisie van Ciran. Deze visie stuurt de
revalidatiestrategie, de samenstelling en uitvoering van het interventiepallet en de
gebruikte uitkomstmaten voor verleende revalidatiezorg
In § 2 staat informatie over klachthistorie en diagnostiek
In § 3 staat demografische informatie
2
In § 4 en § 5 wordt ingegaan op de mate waarin het fysieke functioneren is
verbeterd en psychische stoornisniveaus zijn verlaagd
In § 6 wordt gerapporteerd over de versterking van het reagerend en anticiperend
vermogen
In § 7 wordt de mate van doelrealisatie op uitkomstmaten voor klachtbeleving en
participatie toegelicht
In § 8 en § 9 wordt gerapporteerd over respectievelijk de patiënttevredenheid en
de toegankelijkheid
De samenvattende conclusie staat in § 10
3
§ 1. Visie
Ciran beschouwt gezondheid als de individuele kunst van het steeds opnieuw bereiken
van het persoonlijke, lichamelijke, geestelijke en maatschappelijke evenwicht door het
kunnen reageren en anticiperen op gebeurtenissen en wisselwerkingen in de eigen
omgeving.
In de visie van Ciran heeft de gezonde mens het vermogen tot aanpassen en
onderhouden van fysiologisch, mentaal en sociaal evenwicht onder veranderende
omstandigheden. De niet-gezonde mens moet ondersteund worden bij het hernieuwd
bereiken van evenwicht en positieve interactie binnen en tussen voornoemde domeinen.
Naar Ciran doorverwezen patiënten tonen een multifactoriële problematiek bepaald door
fysieke en mentale stressoren en hun negatieve interactie. Ciran ondersteunt deze
patiëntengroep bij het hervinden van hun weg naar gezondheid.
De doelen bij de revalidatie zijn:
1. verbeterd grondmotorisch fysiek functioneren gecombineerd met een verlaagd
niveau van psychische stoornissen resulterend in een positieve interactie tussen
lichaam en geest (gezondheidsherstel en klachtontkoppeling)
2. een versterkt reagerend en anticiperend vermogen
3. weggenomen of afgenomen klachtbeleving
4. herstelde of verhoogde maatschappelijke participatie
De revalidatiezorg is integraal opgezet omdat de problematiek van de patiënten en
zorgdoelen interdisciplinaire samenwerking vereist van geneeskundige,
gedragswetenschappelijke en revalidatietechnische professionals onder
eindverantwoordelijkheid van de revalidatiegeneeskundige.
4
§ 2. Klachthistorie en diagnostiek
Van de patiënten die zich in 2010 hebben aangemeld is 82% met de revalidatie
begonnen en heeft deze volledig doorlopen. 18% heeft zich aangemeld, maar is niet
begonnen of heeft de revalidatie in 2010 nog niet voltooid. In tabel 1 staat de verdeling.
Tabel 1: Aangemelde patiënten in 2010
In % totaal
Behandeling begonnen en doorlopen 82,6%
Behandeling na aanmelding niet voltooid 18,4%
Reden van niet voltooien:
Geen match zorgvraag en zorgaanbod 4,9%
Monofactorieel gediagnosticeerd 2,8%
Behandeling niet inpasbaar in agenda patiënt 1,3%
Andere zorgroute 1,1%
Niet gemotiveerd 1,0%
Hernieuwde participatie 0,8%
Ontevreden over behandeling 0,7%
Behandeldoelen behaald 0,4%
Niet bekend 5,3%
Tijdstip van niet voltooien:
Voor de intake 0,8%
Na de intake 14,3%
Na 8 weken 3,1%
Na 16 weken 0,2%
De meeste patiënten die voegtijdih het traject beëindigen, doen dit na de diagnostische
fase. De belangrijkste redenen zijn geen match tussen de gevraagde en de geboden
zorg, een monofactorieel diagnostisch profiel en het niet inpasbaar zijn van de
intensieve Ciran behandeling in de agenda van de patiënt.
73% van de patiënten hadden bij aanmelding erger geworden klachten met een langer
dan één jaar durend verleden. 17% hadden gelijk gebleven klachten met een langer dan
één jaar durend verleden. Zie tabel 2.
5
Tabel 2: beloop en klachtverleden
Erger geworden klachtverleden > 1 jaar 44%
Erger geworden klachtverleden > 3 maanden < 1 jaar 29%
Gelijk gebleven klachtverleden > 1 jaar 17%
Minder geworden klachtverleden > 3 maanden < 1 jaar 10%
Totaal 100%
De bedrijfsarts was in 63% van de gevallen de verwijzer, huisarts en specialist bij 37%
van de patiënten.
De gemiddelde patiënt heeft 2,27 revalidatiediagnosen (ICD-9-REV), waarvan primair
1 in de categorie bewegings-apparaat en pijn, en secundair 1,27 in de categorie
psychische diagnosen. Bij patiënten van Ciran is altijd sprake van een multifactoriële
problematiek. Patiënten met enkelvoudige diagnostiek worden niet in behandeling
genomen.
Tabel 3: Gemiddeld aantal ICD-9-REV diagnosen per patiënt
Gemiddeld
Diagnosecategorie per patiënt
Bewegingsapparaat en pijn 1
Psychisch 1,27
Totaal diagnosen 2,27
Onderverdeling psychisch:
Angst 0,11
Aanpassing en persoonlijkheid 0,87
Depressie 0,27
Somatoform 0,02
Totaal psychisch 1,27
Naast de multifactoriële medische problematiek zijn er problemen in het sociale domein,
gemiddeld 1,44 per patiënt.
6
Tabel 4: Interactie met sociaal domein
Problemen in sociaal domein Gemiddeld
per patiënt
Familieproblemen 0,48
Sociale problemen 0,21
Werkgebonden problemen 0,75
Totaal sociaal domein 1,44
7
§ 3. Demografie
50% van de patiënten die zich in 2010 hebben aangemeld is tussen de 35 - 50 jaar.
26% is ouder dan 50 jaar en 24% is jonger dan 35 jaar. 56% is vrouw.
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
35 jr. of jonger 35 - 50 jaar ouder dan 50 jaar
15%
21%16%
10%
25%
13%
man
vrouw
Ruim 50% van de patiënten heeft een middelbare of hogere beroepsopleiding. Bijna 5%
een wetenschappelijke opleiding. 20% heeft een vorm van uitgebreid lager onderwijs
genoten.
29,5
20,7
11,5
9,2
4,7
3,1
2,7
2,1
1,2
15,3
0 5 10 15 20 25 30 35
MBO
HBO
LBO/VBO/VSO
MAVO/MULO/ULO
WO
Overige
HAVO/MMS
LO
VWO/HBS
Geen opgave
8
De meeste patiënten met een baan werken in de verzorging en sociale dienstverlening.
23,017,2
15,1
8,0
7,4
5,1
4,5
3,8
1,2
,6
,6
,4
13,1
0 5 10 15 20 25
Verzorging, sociale dienstverlening
Economie, commercieel, administratie, secretarieel, …
Techniek
Horeca, toerisme, recreatie, transport en logistiek
Gezondheidszorg
Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica
Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid
Onderwijs
Agrarisch en milieu
Loonderving- of pensioenuitkering
Humaniora, communicatie en kunst
Ondernemer
Geen beroep
De topografische verdeling van de patiënten vertoont geen verdere bijzonderheden.
9
§ 4. Verbeteringen in fysiek functioneren
De revalidatiezorg van Ciran is ondermeer gericht op verbetering van vier onderdelen
van het (grondmotorisch) fysiek functioneren:
functionele coördinatie
mobiliteit van spieren en gewrichten
spierkracht
uithoudingsvermogen
Elke patiënt doorloopt gedurende 16 weken een op individuele mogelijkheden afgestemd
programma aan oefeningen. Op het vijfde grondmotorisch onderdeel, snelheid, wordt
niet geïntervenieerd. Bij de uitvoering van het programma wordt veel aandacht besteed
aan opheffing en vermindering van blokkades als gevolg van kinesiofobie.
De ontwikkeling in fysiek functioneren wordt gemeten met wetenschappelijk gevalideerde
tests. De verdeling van de verbetering in de interventieperiode staat in onderstaande
tabel. De helft tot tweederde van de verbetering wordt in de eerste acht weken bereikt.
Tabel 5: Cumulatief beloop verbeteringen in de interventieperiode
Onderdeel fysiek functioneren Verbetering Verbetering
bij 8 weken bij 16 weken
Functionele coördinatie 63% 100%
Mobiliteit van spieren en gewrichten 64% 100%
Spierkracht 53% 100%
Uithoudingsvermogen 67% 100%
Angstvrij bewegen 69% 100%
De bereikte verbetering zelf staat in onderstaande tabel en de grafiek op de volgende
bladzijde. Het zijn de testscores op de baseline, na 8 en na 16 weken, waarbij de scores
vóór behandeling op 100 zijn gezet. Op alle onderdelen is sprake van verbetering die zich
na 8 weken verder doorzet.
Tabel 6: Behaalde verbeteringen in interventieperiode
Onderdeel fysiek functioneren Vóór Bij 8 weken Na 16 weken
Functionele coördinatie 100 117 127
Mobiliteit spieren en gewrichten 100 114 122
Spierkracht 100 110 119
Uithoudingsvermogen 100 106 109
10
Angstvrij bewegen 100 111 116
127
122
119
109
100
116
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
105
110
115
120
125
130
135
140
145
150
Start Bij 8 weken Na 16 weken
Functionele coördinatie
Mobiliteit van spieren en
gewrichten
Spierkracht
Uithoudingsvermogen
Angstvrij bewegen
Verbeteringen in fysiek functioneren en angstvrij bewegen
Meetmomenten
Deze testscores op fysiek functioneren zijn onder de nul-hypothese van geen verbetering
zeer onwaarschijnlijk (p-waardes < 0,0000). Zie tabel 7.
Tabel 7: Verschiltoetsen in testscores vóór en na behandeling
Gemiddelde 95% B-I
verbetering Ondergrens Bovengrens T p-waarde
Functionele coördinatie 27% 25% 29% 28,76 0,0000
Mobiliteit van spieren en gewrichten
22% 21% 23% 37,70 0,0000
Spierkracht 19% 18% 20% 37,41 0,0000
Uithoudingsvermogen 9% 8% 10% 14,44 0,0000
Angstvrij bewegen 16% 15% 17% 28,33 0,0000
127
122 119
109
100
116
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
105
110
115
120
125
130
135
140
145
150
Baseline Bij 8 weken Na 16 weken
Functionele coördinatie
Mobiliteit van spieren en gewrichten Spierkracht
Uithoudingsvermogen
Verbeteringen in fysiek functioneren en angstvrij bewegen
11
Tenslotte de cijfers op individueel niveau. Onderstaande staafdiagrammen tonen
testuitslagen van onze patiënten vóór en na revalidatie. De waardes op de horizontale
assen lopen van 0 -15. Dat is de index van de testscores op de vier onderdelen van
grondmotorisch fysiek functioneren. Hoe hoger de index, des te meer grondmotorische
fysiek stoornissen. De waarden op de verticale assen lopen van 0 - 25. Dat is het
procentueel aandeel patiënten. Iedere staaf toont dus het procentueel aantal patiënten
met de bijbehorende index-waarde.
Het plaatje met de blauwe staven toont de indexwaarden vóór revalidatie. Het plaatje
met de groene staven toont de indexwaarden van de testuitslagen van diezelfde
patiënten na revalidering. Het blauwe plaatje laat zien dat de meeste patiënten vóór de
revalidatie 'in de hoge (=slechte) cijfers vallen', gemiddeld 9. Het groene plaatje maakt
duidelijk dat de meeste patiënten na revalidering in de lage cijfers vallen', gemiddeld 4.
De drempelwaarde tussen disfunctioneel ( > 4 en functioneel (< 5) bedraagt 4, de
verticale lijn.
De verandering in de testscores wijzen uit dat de revalidatiebehandeling van Ciran tot
significante verbetering in fysiek functioneren leidt.
12
§ 5. Verlaging van psychische stoornisniveaus
Naar Ciran doorverwezen patiënten tonen een multifactoriële problematiek, in stand
gehouden door fysieke en mentale stressoren en hun negatieve interactie. Onderdeel van
de revalidatiezorg van Ciran zijn interventies die gericht zijn op verlaging van de
psychische stoornisniveaus.
Psychische stoornisniveaus vóór en na behandeling worden gemeten met
wetenschappelijk gevalideerde tests (SCL-90-R). Onderstaande grafiek geeft de
testscores op de baseline, na 8 en na 16 weken, waarbij de scores vóór behandeling op
de vier afzonderlijke dimensies op 100 zijn gezet. Bij 16 weken staat de index voor het
totaal op 71, een verbetering van 29%.
De verdeling van de verbetering in de interventieperiode staat in onderstaande tabel. De
helft tot bijna tweederde van de verbetering wordt in de eerste acht weken bereikt.
100,00
75,00
64,00
71,00
50,00
55,00
60,00
65,00
70,00
75,00
80,00
85,00
90,00
95,00
100,00
105,00
110,00
115,00
120,00
125,00
130,00
135,00
140,00
145,00
150,00
Baseline Bij 8 weken Na 16 weken
Angst
Aanpassing en persoonlijkheid
Depressie
Somatiek
Psychisch totaal
SCL - 90 schalen
13
Tabel 8: Cumulatief beloop behaalde verbeteringen in interventieperiode
Testonderdeel Verbetering Verbetering
bij 8 weken bij 16 weken
Angst 60% 100%
Aanpassing en persoonlijkheid 56% 100%
Depressie 61% 100%
Somatiek 65% 100%
Totaal psychisch 59% 100%
De verbeterde testscores zijn onder de nul-hypothese van geen verbetering uitermate
onwaarschijnlijk; de kans is kleiner dan 1/1.000. Zie tabel 9.
Tabel 9: Verschiltoetsen in testscores vóór en na behandeling
Gemiddelde 95% B-I
afname Ondergrens Bovengrens T p-waarde
Angststoornis 29% 27% 31% 28,771 ,000
Depressie 34% 32% 36% 35,810 ,000
Aanpassing en persoonlijkheid 24% 22% 26% 24,228 ,000
Somatiek 28% 27% 29% 36,644 ,000
Psychisch totaal 28% 27% 29% 37,116 ,000
Onderstaande staafdiagrammen tonen testuitslagen van onze patiënten vóór en na
revalidatie. De waardes op de horizontale assen lopen van 0 -400. Dat is de index van de
testscores op psychische stoornissen. Hoe hoger de index, des te meer stoornissen. De
waarden op de verticale assen lopen van 0 - 25. Dat is het procentueel aandeel
patiënten. Iedere staaf toont dus het procentueel aantal patiënten met de bijbehorende
index-waarde voor psychische stoornissen.
Het plaatje met de blauwe staven toont de indexwaarden vóór revalidatie. Het plaatje
met de groene staven toont de indexwaarden van de testuitslagen van diezelfde
14
patiënten na revalidering. Het blauwe plaatje laat zien dat de meeste patiënten vóór de
revalidatie 'in de hoge (=slechte) cijfers vallen', gemiddeld 9. Het groene plaatje maakt
duidelijk dat de meeste patiënten na revalidering in de lage cijfers vallen'. De
drempelwaarde tussen disfunctioneel en disfunctioneel ligt op 129 voor vrouwen, 115
voor mannen.
Vóór revalidatie
Conclusie is dat de revalidatiebehandeling van Ciran tot significante verlagingen van
psychische stoornisniveaus bij vrouwen en bij mannen leidt.
Na revalidatie
Vóór revalidatie
15
§ 6. Reagerend en anticiperend vermogen
In de visie van Ciran heeft de gezonde mens het vermogen tot aanpassen en
onderhouden van fysiologisch, mentaal en sociaal evenwicht onder veranderende
omstandigheden. De niet-gezonde mens moet ondersteund worden bij het hernieuwd
bereiken van evenwicht en positieve interactie binnen en tussen het fysiek, psychische en
sociale domein. Interventies gericht op versterking van het reagerend en anticiperend
vermogen van de patiënt zijn het draaipunt in de revalidatiestrategie van Ciran. Een
gerevalideerde patiënt verstaat de kunst van het steeds opnieuw bereiken van het
persoonlijke, lichamelijke, geestelijke en maatschappelijke evenwicht omdat zij of hij kan
reageren en anticiperen op gebeurtenissen en wisselwerkingen in de eigen omgeving.
Ciran meet de veranderingen vóór en na revalidering met wetenschappelijk gevalideerde
tests (UCL). Onderstaande grafiek geeft de testscores op de baseline, na 8 en na 16
weken, waarbij de scores vóór behandeling op de zeven afzonderlijke dimensies op 100
zijn gezet.
70,00
75,00
80,00
85,00
90,00
95,00
100,00
105,00
110,00
115,00
120,00
125,00
130,00
Baseline Bij 8 weken Na 16 weken
Actief - Aanpakken
Actief - Sociale steun
Actief - Geruststelling
Passief - Emoties en boosheid
Passief - Af leiding zoeken
Passief - Reactief reageren
Passief - Afwachten
Scores op de dimensies die een meer actieve stijl (groen) meten nemen toe, omgekeerd
nemen scores die een reactief-passieve stijl (oranje) meten, af. De scores staan staan in
onderstaande op de volgende bladzijde.
16
Tabel 10: Behaalde veranderingen in interventieperiode
Reagerend en anticiperend vermogen Vóór Bij 8 weken Na 16 weken
Actief - Aanpakken 100 100 107
Actief - Sociale steun 100 101 108
Actief - Geruststelling 100 99 103
Passief - Emoties en boosheid 100 94 92
Passief - Afleiding zoeken 100 100 100
Passief - Reactief reageren 100 90 80
Passief - Afwachten 100 98 96
De verdeling van de verbetering in de interventieperiode staat in onderstaande tabel.
Reactieve kanten nemen sneller af dan dat actieve kanten toenemen.
Tabel 11: Cumulatief beloop veranderingen in interventieperiode
Reagerend en anticiperend Verandering Verandering
Stijl bij 8 weken bij 16 weken
Actief - Aanpakken 4% 100%
Actief - Sociale steun 14% 100%
Actief - Geruststelling -20% 100%
Passief - Emoties en boosheid 70% 100%
Passief - Afleiding zoeken -64% 100%
Passief - Reactief reageren 49% 100%
Passief - Afwachten 53% 100%
De veranderde testscores zijn onder de nul-hypothese van geen verandering
onwaarschijnlijk; de kans is kleiner dan 1/1.000. Zie tabel 12. Alleen de dimensie
afleiding zoeken is niet veranderd.
17
Tabel 12: Verschiltoetsen in testscores vóór en na behandeling
Reagerend en anticiperend Gemiddelde 95% B-I
vermogen verandering Ondergrens Bovengrens T-waarde p-waarde
Actief - Aanpakken 7% 6% 8% -13,752 ,000
Actief - Sociale steun 8% 7% 9% -11,262 ,000
Actief - Geruststelling 3% 1% 5% -4,444 ,000
Passief - Emoties en boosheid 8% 7% 9% 10,747 ,000
Passief - Afleiding zoeken 0% -3% 3% -1,166 ,244
Passief - Reactief reageren 20% 19% 21% 28,390 ,000
Passief - Afwachten 4% 3% 5% 6,689 ,000
18
§ 7 . Klachtbeleving en participatie
Verbeterd fysiek functioneren, een verlaagd psychisch stoornisniveaus en versterkt
reagerend en anticiperend vermogen leiden tot lagere klachtbeleving en versterkte
participatie. Vóór aanvang van hun revalidatie meldde 71% van de patiënten erger
geworden klachten. Na revalidering was dit percentage gedaald naar 2%. Bij 79% van de
patiënten is sprake van een duidelijke afname na revalidering. Zie onderstaande grafiek.
71%
2%
19%
19%
11%
79%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
1. Toename vóór
1. Toename na
2. Gelijk gebleven vóór
2. Gelijkgebleven na
3. Afname vóór
3. Afname na
Een overeenkomstige verbetering is zichtbaar bij maatschappelijk participatie. Vóór
aanvang van hun revalidatie meldde 58% van de patiënten niet te participeren. Na
revalidering was dit percentage gedaald naar 8%. Bij 75% van de patiënten is sprake
van volledige participatie na revalidering. Zie onderstaande grafiek.
58%
8%
39%
18%
3%
75%
0% 20% 40% 60% 80%
1. Geen participatie vóór
1. Geen participatie na
2. Gedeeltelijke participatie vóór
2. Gedeeltelijke participatie na
3. Volledige participatie vóór
3. Volledige participatie na
19
§ 8. Toegankelijkheid
De mate van toegankelijkheid wordt gemeten met de duur in dagen tussen datum
aanmelding en datum intake. De doorlooptijd lag op gemiddeld op 21 kalenderdagen.
Deze doorlooptijd heeft twee componenten:
1. de tijd tussen de aanmelding en het invullen van de vragenlijst, voor Ciran het
‘groene licht’ om te kunnen beginnen met de diagnostische intake. Deze heeft
gemiddeld 12 dagen bedragen. Deze component is niet te beïnvloeden door Ciran.
2. de tijd tussen de ontvangst van de vragenlijst en de diagnostische intake. Deze
heeft gemiddeld 9 dagen bedragen.
§ 9. Patiënttevredenheid
85% van patiënten is zeer tevreden (36%) tot tevreden (49%). 15% is matig tevreden
(11%) of ontevreden (4%).
§ 10. Samenvattend
Samenvattende conclusie is dat die patiënten die een revalideringsrelatie zijn aangegaan
met Ciran na hun behandeling:
1. Significant beter funtioneren in fysiek opzicht en verder een significant verlaagd
psychisch stoornisniveau hebben
2. een versterkt reagerend en anticiperend vermogen bezitten
3. Een veel positievere klachtbeleving hebben
4. In overwegende mate hun participatiedoelen hebben behaald.
Recommended