View
2
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
RR\1093195NL.doc PE557.179v04-00
NL In verscheidenheid verenigd NL
Europees Parlement 2014-2019
Zittingsdocument
A8-0145/2016
22.4.2016
***I VERSLAG
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de visumcode van de Unie (Visumcode) (herschikking)
(COM(2014)0164 – C8-0001/2014 – 2014/0094(COD))
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Juan Fernando López Aguilar
(Herschikking – artikel 104 van het Reglement)
PE557.179v04-00 2/127 RR\1093195NL.doc
NL
PR_COD_1recastingam
Verklaring van de gebruikte tekens
* Raadplegingsprocedure
*** Goedkeuringsprocedure
***I Gewone wetgevingsprocedure (eerste lezing)
***II Gewone wetgevingsprocedure (tweede lezing)
***III Gewone wetgevingsprocedure (derde lezing)
(De aangeduide procedure is gebaseerd op de in de ontwerptekst
voorgestelde rechtsgrond.)
Amendementen op een ontwerphandeling
Amendementen van het Parlement in twee kolommen
Geschrapte tekstdelen worden in de linkerkolom in vet cursief aangegeven.
Vervangen tekstdelen worden in beide kolommen in vet cursief aangegeven.
Nieuwe tekst wordt in de rechterkolom in vet cursief aangegeven.
In de eerste en tweede regel van de koptekst boven elk amendement wordt
verwezen naar het tekstdeel in kwestie van de ontwerphandeling.
Indien een amendement betrekking heeft op een bestaande handeling, waarop
in de ontwerphandeling wijzigingen worden voorgesteld, bevat de koptekst
bovendien een derde en vierde regel, die verwijzen naar de bestaande
handeling respectievelijk naar de bepaling in kwestie.
Amendementen van het Parlement in de vorm van een geconsolideerde
tekst
Nieuwe tekstdelen worden in vet cursief aangegeven. Geschrapte tekstdelen
worden aangegeven met het symbool ▌of worden doorgestreept. Waar
tekstdelen vervangen worden, wordt de nieuwe tekst in vet cursief
aangegeven, terwijl de vervangen tekst wordt geschrapt of doorgestreept.
Bij wijze van uitzondering worden zuiver technische wijzigingen die de
diensten aanbrengen met het oog op de opstelling van de definitieve tekst,
niet gemarkeerd.
RR\1093195NL.doc 3/127 PE557.179v04-00
NL
INHOUD
Blz.
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT ................ 5
TOELICHTING ..................................................................................................................... 100
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN ..................................... 104
BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN
VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE ......................... 106
ADVIES VAN DE COMMISSIE VERVOER EN TOERISME ........................................... 108
PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE ......................... 126
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
................................................................................................................................................ 127
PE557.179v04-00 4/127 RR\1093195NL.doc
NL
RR\1093195NL.doc 5/127 PE557.179v04-00
NL
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de visumcode van de Unie(Visumcode) (herschikking)
(COM(2014)0164 – C8-0001/2014 – 2014/0094(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure – herschikking)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad
(COM(2014)164),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder a) van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij
het Parlement is ingediend (C8-0001/2014),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van
10 september 20141,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer
gebruik van de herschikking van besluiten2,
– gezien de brief van 30 september 2014 van de Commissie juridische zaken aan de
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken overeenkomstig artikel
104, lid 3, van zijn Reglement,
– gezien de brieven d.d. 31 augustus 2015 van de Voorzitter aan de Commissie en de
Raad, overeenkomstig artikel 104, lid 3, waarin deze aangeeft dat de Commissie
burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken overeenkomstig punt 8 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van
de herschikking van besluiten amendementen op de gecodificeerde delen van het
herschikkingsvoorstel kan indienen,
– gezien de artikelen 104 en 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse
zaken en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0145/2016),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. stelt voor om naar de handeling te verwijzen als de verordening-López Aguilar-NN
betreffende de visumcode;
3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende
1 PB C 458 van 19.12.2014, blz. 36. 2 PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.
PE557.179v04-00 6/127 RR\1093195NL.doc
NL
wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad
en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendment 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(1) Verordening (EG) nr. 810/2009 van
het Europees Parlement en de Raad11 is
herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd.
Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn,
dient ter wille van de duidelijkheid tot
herschikking van die verordening te
worden overgegaan.
Schrappen
___________________
11Verordening (EG) nr. 810/2009 van het
Europees Parlement en de Raad van 13
juli 2009 tot vaststelling van een
gemeenschappelijke visumcode
(Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009,
blz. 1).
Motivering
De Visumcode is door Verordening (EG) nr. 977/211, Verordening (EG) nr. 154/2012 en
Verordening (EG) nr. 610/2013 van de Commissie slechts in zeer geringe mate gewijzigd. De
coördinatoren van LIBE zijn tijdens hun vergadering op 7 juli overeengekomen dat deze
commissie ook amendementen op de gecodificeerde delen moet kunnen indienen,
overeenkomstig punt 8 van het Internationaal Akkoord van 28 november 2001 over een
systematischer gebruik van de herschikking van besluiten. De Commissie en de Raad zijn
hiervan in kennis gesteld.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
RR\1093195NL.doc 7/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(2) Het Uniebeleid op het gebied van visa
voor verblijven van ten hoogste 90 dagen
per periode van 180 dagen is een
wezenlijk onderdeel van de totstandkoming
van een gemeenschappelijke ruime zonder
binnengrenzen. Aan de
gemeenschappelijke voorschriften inzake
de voorwaarden en procedures voor de
afgifte van visa dienen de beginselen van
solidariteit en wederzijds vertrouwen
tussen de lidstaten ten grondslag te liggen.
(2) Het gemeenschappelijke visumbeleid is
een wezenlijk onderdeel van de
totstandkoming van een
gemeenschappelijke ruimte zonder
binnengrenzen. Aan de
gemeenschappelijke voorschriften inzake
de voorwaarden en procedures voor de
afgifte van visa dienen de beginselen van
solidariteit en wederzijds vertrouwen
tussen de lidstaten ten grondslag te liggen.
Motivering
Dergelijke gedetailleerde informatie die deel uitmaakt van het dispositief hoort niet thuis in
de overwegingen. In de overwegingen dienen vooral de grondgedachten achter de
belangrijkste bepalingen van de handeling te worden vermeld.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(3) Verordening (EG) nr. 810/2009 is
onder meer gericht op verdere
ontwikkeling van het gemeenschappelijk
visumbeleid door verdere harmonisatie
van wetgeving en praktijken, als
onderdeel van een gelaagd systeem dat
erop is gericht legaal reizen te bevorderen
en onregelmatige immigratie te bestrijden.
(3) De visumcode van de Unie
(Visumcode; Verordening (EG) nr.
810/2009 van het Europees Parlement en
de Raad1bis) vormt een wezenlijk
onderdeel van het gemeenschappelijk
visumbeleid. De Visumcode heeft ten doel
een hoge mate van veiligheid te
waarborgen, onregelmatige immigratie te
bestrijden en legaal reizen te bevorderen.
De Visumcode moet bijdragen tot meer
groei en in overeenstemming zijn met
ander EU-beleid op het gebied van
externe betrekkingen, handel, onderwijs,
cultuur en toerisme.
_________________
1bisVerordening (EG) nr. 810/2009 van het
Europees Parlement en de Raad van 13
juli 2009 tot vaststelling van een
gemeenschappelijke visumcode (PB L 243
PE557.179v04-00 8/127 RR\1093195NL.doc
NL
van 15.9.2009, blz. 1).
Motivering
Alle doelstellingen van de visumcode, die momenteel in verschillende overwegingen staan,
moeten in deze overweging worden opgenomen.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(3 bis) Bij Verordening (EG) nr. 810/2009
is het rechtskader verduidelijkt en
vereenvoudigd en zijn de visumprocedures
sterk gemoderniseerd en
gestandaardiseerd. In het kader van de
verdere ontwikkeling van het acquis in de
richting van een echt gemeenschappelijk
visumbeleid dienen de procedures en
voorwaarden voor de afgifte van visa
evenwel verder te worden geharmoniseerd
en dient de uniforme toepassing ervan te
worden versterkt.
Motivering
Deze overweging dient een algemene verklaring te bevatten over de wijzigingen van deze
herziening.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(5) Bij Verordening (EG) nr. 810/2009 is
het rechtskader verduidelijkt en
vereenvoudigd en zijn de visumprocedures
sterk gemoderniseerd en
gestandaardiseerd. Specifieke bepalingen
die bedoeld waren om de procedures in
afzonderlijke gevallen op basis van
subjectieve criteria te vergemakkelijken,
Schrappen
RR\1093195NL.doc 9/127 PE557.179v04-00
NL
worden echter onvoldoende toegepast.
Motivering
De inhoud van deze overweging is verplaatst naar de nieuwe overweging 3 bis.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(6) Een intelligent visumbeleid moet
ervoor zorgen dat de veiligheid aan de
buitengrenzen gehandhaafd blijft, maar
tegelijkertijd ook dat het Schengengebied
goed blijft functioneren en legaal reizen
wordt vergemakkelijkt. Het
gemeenschappelijk visumbeleid moet
bijdragen tot meer groei en in
overeenstemming zijn met ander EU-
beleid, zoals op het gebied van externe
betrekkingen, handel, onderwijs, cultuur
en toerisme.
Schrappen
Motivering
De inhoud van deze overweging is verplaatst naar overweging 3.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(6 bis) De afgifte van een visum aan
personen die om bescherming verzoeken
is een manier om ervoor te zorgen dat
deze personen op een veilige manier
toegang hebben tot het grondgebied van
de lidstaten. Bij de beoordeling van de
consulaire territoriale bevoegdheid, de
ontvankelijkheid van een visumaanvraag
PE557.179v04-00 10/127 RR\1093195NL.doc
NL
of de mogelijkheid om een visum af te
geven met een territoriaal beperkte
geldigheid, moeten consulaten dan ook
bijzondere aandacht schenken aan
personen die om internationale
bescherming verzoeken. De lidstaten
dienen ten aanzien van deze personen
gebruik te maken van de mogelijkheden
een uitzondering te maken om
humanitaire redenen of op grond van de
in deze verordeningen neergelegde
internationale verplichtingen.
Motivering
De huidige migratiecrisis en de onaanvaardbare hoeveelheid sterfgevallen op zee zijn een
ingewikkeld probleem, dat slechts kan worden opgelost met behulp van een holistische
aanpak die bestaat uit diverse maatregelen. De herziening van de Visumcode biedt de
gelegenheid om bij consulaten sterker aan te dringen op aandacht voor de bescherming van
personen, waarmee een oplossing een kleine stap dichterbij komt. De voorgestelde tekst
verwijst naar het gegeven dat staten volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens bij de uitoefening van hun bevoegdheden zelfs buiten hun eigen
territorium bepaalde verplichtingen hebben. Zie Hirsi e.a./Italië.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(6 ter) De lidstaten dienen bij de
toepassing van deze verordening hun
respectieve verplichtingen uit hoofde van
het internationale recht te eerbiedigen,
met name de verplichtingen uit hoofde
van het Verdrag van Genève betreffende
de status van vluchtelingen, het Europees
Verdrag tot bescherming van de rechten
van de mens en de fundamentele
vrijheden, het Internationaal Verdrag
inzake burgerrechten en politieke rechten,
het Verdrag van de Verenigde Naties
tegen foltering en andere wrede,
onmenselijke of onterende behandeling of
bestraffing, het Verdrag van de Verenigde
Naties inzake de rechten van het kind en
RR\1093195NL.doc 11/127 PE557.179v04-00
NL
andere relevante internationale
instrumenten.
Motivering
De Visumcode verwijst een aantal keren naar "internationale verplichtingen" van de
lidstaten, zonder dat in de tekst wordt aangegeven wat onder deze verplichtingen moet
worden verstaan. De voorgestelde overweging herinnert aan de door de lidstaten aangegane
verplichtingen. Op grond van de ter zake geldende rechtspraak en de uitlegging daarvan, kan
uit diverse bepalingen van de in de voorgestelde overweging opgesomde handelingen
inderdaad worden afgeleid dat de lidstaten bij de behandeling van visumaanvragen de
rechten van visumaanvragers moeten eerbiedigen.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(10) Er dient te worden verondersteld dat
aanvragers die in het VIS zijn
geregistreerd en gedurende de 12 maanden
die aan de aanvraag voorafgaan twee visa
rechtmatig hebben gebruikt, voldoen aan
de toegangsvoorwaarden, wat betreft het
risico van onregelmatige migratie en het
vereiste om over voldoende middelen van
bestaan te beschikken. Deze
veronderstelling dient echter te kunnen
worden ontkracht indien de bevoegde
autoriteiten aantonen dat in afzonderlijke
gevallen aan één of meer van deze
voorwaarden niet wordt voldaan.
(10) Aanvragers van wie de gegevens in
het VIS geregistreerd zijn en die
gedurende de 30 maanden voorafgaand
aan de aanvraag drie visa of een
meervoudig visum hebben verkregen en
daarvan op rechtmatige wijze gebruik hebben gemaakt, worden verondersteld te
voldoen aan de toegangsvoorwaarden
betreffende het risico van onregelmatige
migratie en het vereiste om over voldoende
middelen van bestaan te beschikken. Deze
veronderstelling dient echter te kunnen
worden ontkracht indien de bevoegde
autoriteiten aantonen dat in afzonderlijke
gevallen aan één of meer van deze
voorwaarden niet wordt voldaan.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(12) Voor de doorreis via internationale
zones op luchthavens dienen voorschriften
(12) Voor de doorreis via internationale
zones op luchthavens dienen voorschriften
PE557.179v04-00 12/127 RR\1093195NL.doc
NL
te worden opgesteld om onregelmatige
immigratie te bestrijden. Daartoe dient een
gemeenschappelijke lijst van derde
landen te worden opgesteld, waarvan de
onderdanen in het bezit dienen te zijn van
een luchthaventransitvisum. Wanneer een
lidstaat wordt geconfronteerd met een
plotselinge en aanzienlijke toestroom
van onregelmatige immigranten moet die
lidstaat bovendien voor onderdanen
van een gegeven derde land tijdelijk een
luchthaventransitvisumplicht kunnen
invoeren . De daartoe noodzakelijke
voorwaarden en procedures dienen te
worden vastgesteld om te waarborgen dat
deze maatregel gedurende beperkte tijd
wordt toegepast en in overeenstemming
met het evenredigheidsbeginsel niet verder
gaat dan wat noodzakelijk is om het doel
ervan te bereiken. De
luchthaventransitvisumplicht mag alleen
worden toegepast om de specifieke situatie
te verhelpen naar aanleiding waarvan de
maatregel werd ingevoerd.
te worden opgesteld om onregelmatige
immigratie te bestrijden. Daartoe dient een
gemeenschappelijke lijst van derde
landen te worden opgesteld, waarvan de
onderdanen in het bezit dienen te zijn van
een luchthaventransitvisum. Wanneer een
lidstaat wordt geconfronteerd met een
plotselinge en aanzienlijke toestroom
van onregelmatige migranten moet die
lidstaat bovendien voor onderdanen
van een gegeven derde land tijdelijk een
luchthaventransitvisumplicht kunnen
invoeren. De daartoe noodzakelijke
voorwaarden en procedures dienen te
worden vastgesteld om te waarborgen dat
deze maatregel gedurende beperkte tijd
wordt toegepast en in overeenstemming
met het evenredigheidsbeginsel niet verder
gaat dan wat noodzakelijk is om het doel
ervan te bereiken. De
luchthaventransitvisumplicht mag alleen
worden toegepast om de specifieke situatie
te verhelpen naar aanleiding waarvan de
maatregel werd ingevoerd.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(15) Visumaanvragers moeten een
aanvraag kunnen indienen in hun
woonland, ook als de volgens de algemene
regels bevoegde lidstaat in dat land niet
aanwezig of vertegenwoordigd is.
(15) Visumaanvragers moeten een
aanvraag kunnen indienen in hun
woonland, ook als de volgens de algemene
regels bevoegde lidstaat in dat land niet
aanwezig of vertegenwoordigd is. Om de
doeltreffendheid van het
gemeenschappelijk visumbeleid te
verbeteren moet het huidige systeem van
vertegenwoordiging na vijf jaar worden
herzien, met het oog op het op grotere
schaal delen van infrastructuur door
middel van de oprichting van
Schengenvisumcentra.
RR\1093195NL.doc 13/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(17) Met het oog op de registratie van
biometrische kenmerken in het
Visuminformatiesysteem (VIS), zoals
vastgesteld bij Verordening (EG) nr.
767/2008 van het Europees Parlement en
de Raad13, dient de persoonlijke
verschijning van de aanvrager — in elk
geval voor de eerste aanvraag — een van
de basisvoorwaarden te zijn voor de
aanvraag van een visum.
(17) Met het oog op de registratie van
biometrische kenmerken in het
Visuminformatiesysteem (VIS), zoals
vastgesteld bij Verordening (EG) nr.
767/2008 van het Europees Parlement en
de Raad13, dient de persoonlijke
verschijning van de aanvrager — in elk
geval voor de eerste aanvraag — een van
de basisvoorwaarden te zijn voor de afgifte
van een visum.
__________________ __________________
13Verordening (EG) nr. 767/2008 van het
Europees Parlement en de Raad van 9 juli
2008 betreffende het
Visuminformatiesysteem (VIS) en de
uitwisseling tussen de lidstaten van
gegevens op het gebied van visa voor kort
verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van
13.8.2008, blz. 60).
13Verordening (EG) nr. 767/2008 van het
Europees Parlement en de Raad van 9 juli
2008 betreffende het
Visuminformatiesysteem (VIS) en de
uitwisseling tussen de lidstaten van
gegevens op het gebied van visa voor kort
verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van
13.8.2008, blz. 60).
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(23) Van aanvragers van een visum voor
kort verblijf mag niet worden geëist dat zij
in het bezit zijn van een medische
reisverzekering, aangezien dat voor de
visumaanvragers een onevenredige
belasting vormt en er geen bewijs is dat
houders van een visum voor kort verblijf
een groter risico vormen voor de
volksgezondheidsuitgaven van de lidstaten
dan onderdanen van derde landen die
visumvrijstelling genieten.
(23) Van aanvragers van een visum voor
kort verblijf mag niet worden geëist dat zij
in het bezit zijn van een medische
reisverzekering, omdat de kans bestaat dat
zij het geld voor een dergelijke
verzekering voor niets hebben uitgegeven
als het visum wordt geweigerd of een
visum wordt verleend voor een kortere
periode dan waarom was verzocht. Om het
risico voor de volksgezondheidsuitgaven
van de lidstaten te verminderen, moeten
visumaanvragers op de dag waarop een
PE557.179v04-00 14/127 RR\1093195NL.doc
NL
dergelijk visum wordt verstrekt een
geldige reisverzekering overleggen met
een geldigheidsduur van ten minste de
toegestane periode van verblijf van het
aangevraagde visum, of bij meervoudige
inreisvisa de periode van het eerste
verblijf.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(26) Meervoudige inreisvisa met een lange
geldigheidsduur dienen aan de hand van
objectief vastgestelde criteria te worden
afgegeven. De geldigheidsduur van een
meervoudig inreisvisum mag de
geldigheidsduur van het reisdocument
waarin het is aangebracht overschrijden.
(26) Meervoudige inreisvisa met een lange
geldigheidsduur dienen aan de hand van
objectief vastgestelde criteria te worden
afgegeven.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 26 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(26 bis) De mogelijkheid moet worden
gecreëerd om rechtstreeks bij een
consulaat of ambassade van een lidstaat
een Europees humanitair visum aan te
vragen. De bepalingen daartoe moeten
echter niet eerder dan twee jaar na de
inwerkingtreding van deze verordening
van toepassing worden, zodat de
Commissie voldoende tijd heeft om de
benodigde specifieke voorwaarden en
procedures voor de afgifte van dergelijke
visa vast te stellen. Bij de voorbereiding
van de specifieke voorwaarden en
procedures voor de afgifte van dergelijke
visa, moet de Commissie een
effectbeoordeling uitvoeren. Indien de
Commissie een afzonderlijk
RR\1093195NL.doc 15/127 PE557.179v04-00
NL
rechtsinstrument voorstelt tot instelling
van een Europees humanitair visum, moet
zij voordat de bepalingen inzake een
Europees humanitair visum van
toepassing worden een voorstel indienen
tot wijziging van onderhavige
verordening.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 27 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(27 bis) De lidstaten en consulaten
moeten eraan werken online-aanvragen
voor visa mogelijk te maken, met name
voor in het VIS geregistreerde aanvragers
en in het VIS geregistreerde regelmatige
reizigers, wier gegevens, waaronder
biometrische kenmerken, reeds in het VIS
zijn opgeslagen.
Motivering
Het is van belang dat er gewerkt wordt aan modernisering van de procedures voor het
aanvragen van een visum. Consulaten kunnen, gelet op het feit dat de invoering van het VIS
bijna is voltooid, hun efficiency verhogen als ook andere onderdelen van de visumprocedure
op elektronische wijze kunnen worden afgehandeld. Het is niet de bedoeling de lidstaten en
consulaten hiertoe te verplichten, maar lidstaten en consulaten die dat wel willen, worden
aangemoedigd hieraan te werken.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 28
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(28) Het standaardformulier voor
kennisgeving van de weigering,
nietigverklaring of intrekking van een
visum moet voorzien in een specifieke
weigeringsgrond voor
(28) Het standaardformulier voor
kennisgeving van de weigering,
nietigverklaring of intrekking van een
visum moet voorzien in een specifieke
weigeringsgrond voor
PE557.179v04-00 16/127 RR\1093195NL.doc
NL
luchthaventransitvisa en waarborgen dat de
betrokkene naar behoren wordt ingelicht
over de beroepsprocedures.
luchthaventransitvisa en waarborgen dat de
betrokkene naar behoren wordt ingelicht
over de beroepsprocedures. Om een
doeltreffende beroepsprocedure te
waarborgen, moeten de lidstaten ervoor
zorgen dat hun nationale
beroepsprocedures voor visumzaken
gemakkelijk toegankelijk, snel en effectief
zijn. Als in beroep een beslissing wordt
vernietigd, moet de aanvrager een
vergoeding kunnen vorderen voor ten
gevolge van de foutieve beslissing geleden
schade.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 30
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(30) De afgifte van visa aan de
buitengrenzen dient in beginsel slechts bij
wijze van uitzondering te blijven gebeuren.
Om de lidstaten in staat te stellen korte
toeristische reizen te stimuleren, dient hun
echter te worden toegestaan visa aan de
buitengrenzen af te geven op basis van een
tijdelijke regeling, na kennisgeving en
publicatie van de organisatorische
procedures van die regeling. Dergelijke
regelingen dienen van tijdelijke aard te
zijn en de geldigheid van het afgegeven
visum dient beperkt te zijn tot het
grondgebied van de lidstaat van afgifte.
(30) De afgifte van visa aan de
buitengrenzen dient slechts bij wijze van
uitzondering te blijven gebeuren. Om de
lidstaten in staat te stellen korte toeristische
reizen te stimuleren, dient hun echter te
worden toegestaan visa aan de
buitengrenzen af te geven op basis van een
tijdelijke pilotregeling, na kennisgeving en
publicatie van de organisatorische
procedures van die regeling. Vanwege hun
uitzonderlijke aard en om potentiële
risico's te verminderen, moeten dergelijke
pilotregelingen kortdurend zijn en beperkt
blijven tot vooraf duidelijk omschreven
categorieën personen en dient de
geldigheid van het afgegeven visum
beperkt te zijn tot het grondgebied van de
lidstaat van afgifte en tot een maximaal
verblijf van 15 kalenderdagen.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
RR\1093195NL.doc 17/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(31) In de regelingen voor de ontvangst
van aanvragers dient voldoende rekening te
worden gehouden met de menselijke
waardigheid. De behandeling van
visumaanvragen dient professioneel en met
respect te gebeuren en mag niet verder
gaan dan wat nodig is om de nagestreefde
doelen te bereiken .
(31) In de regelingen voor de ontvangst
van aanvragers dient voldoende rekening te
worden gehouden met de menselijke
waardigheid. De behandeling van
visumaanvragen dient zonder
discriminatie, professioneel en met respect
te gebeuren en mag niet verder gaan dan
wat nodig is om de nagestreefde doelen te
bereiken.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 36
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(36) Er moeten regelingen worden
getroffen voor situaties waarin een lidstaat
voor het in ontvangst nemen van aanvragen
besluit met een externe dienstverlener
samen te werken. Bij de vaststelling van
dergelijke regelingen moeten de algemene
beginselen voor de afgifte van visa worden
nageleefd, met inachtneming van de
gegevensbeschermingsvoorschriften van
Richtlijn 95/46/EG.
(36) In bijzondere omstandigheden of om
redenen die verband houden met de
plaatselijke situatie moet het mogelijk zijn
om samen te werken met externe
dienstverleners. Er moeten derhalve
regelingen worden getroffen voor situaties
waarin een lidstaat voor het in ontvangst
nemen van aanvragen besluit met een
externe dienstverlener samen te werken.
Bij de vaststelling van dergelijke
regelingen moeten de algemene beginselen
voor de afgifte van visa worden nageleefd,
met inachtneming van de
gegevensbeschermingsvoorschriften van
Richtlijn 95/46/EG. In gevallen waarin
een lidstaat heeft besloten met een externe
dienstverlener samen te werken, moeten
aanvragers de mogelijkheid blijven
behouden om een aanvraag in te dienen
bij de diplomatieke of consulaire
vertegenwoordiging, behalve in gevallen
waarin veiligheidsoverwegingen aan deze
mogelijkheid in de weg staan.
PE557.179v04-00 18/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 39
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(39) Het algemene publiek moet alle
relevante informatie worden verstrekt over
het aanvragen van visa; de zichtbaarheid
van het gemeenschappelijk visumbeleid
moet worden verbeterd en er moet een
uniform beeld van dat beleid worden
geschapen. Daartoe moet er een
gemeenschappelijke
Schengenvisuminternetsite worden
opgericht en moet er een
gemeenschappelijk model voor de
informatieverstrekking aan het publiek
door de lidstaten worden opgesteld .
(39) Het algemene publiek moet alle
relevante informatie worden verstrekt over
het aanvragen en het gebruik van een
visum; de zichtbaarheid van het
gemeenschappelijk visumbeleid moet
worden verbeterd en er moet een uniform
beeld van dat beleid worden geschapen.
Daartoe moet er een gemeenschappelijke
Schengenvisuminternetsite worden
opgericht en moet er een
gemeenschappelijk model voor de
informatieverstrekking aan het publiek
door de lidstaten worden opgesteld.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 39 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(39 bis) Om het aanvragen van een visum
te vergemakkelijken en om ervoor te
zorgen dat het Schengengebied meer
bezoekers aantrekt, is het van cruciaal
belang dat de Commissie een uniforme
website ontwikkelt waarop aanvragers
online een visumaanvraag kunnen
indienen.
Motivering
Landen als de VS, Canada en India hebben reeds een onlinesysteem voor het indienen van
visumaanvragen ingevoerd om het indienen van een aanvraag gemakkelijker te maken en
meer bezoekers aan te trekken. Het is van belang dat de Commissie begint met het
ontwikkelen van een uniforme EU-website waar visa elektronisch kunnen worden
aangevraagd. Dat vermindert de bureaucratische rompslomp en ontlast de consulaten en
bevoegde autoriteiten.
RR\1093195NL.doc 19/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 41
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(41) Als er op een bepaalde locatie geen
geharmoniseerde lijst van bewijsstukken
bestaat, staat het de lidstaten vrij zelf te
bepalen welke bewijsstukken
visumaanvragers precies moeten
overleggen om te bewijzen dat zij aan de
bij deze verordening vastgestelde
toegangsvoorwaarden voldoen. Als zo’n
geharmoniseerde lijst van bewijsstukken
wel bestaat, moet de lidstaten worden
toegestaan om, met het oog op het bieden
van faciliteiten aan visumaanvragers,
bepaalde vrijstellingen van die lijst vast te
stellen wanneer op hun grondgebied grote
internationale evenementen worden
georganiseerd. Het dient daarbij te gaan om
grootschalige evenementen die van
bijzonder belang zijn door hun toeristische
en/of culturele impact, zoals internationale
of wereldtentoonstellingen en
sportkampioenschappen.
(41) Er dient op elke locatie een
geharmoniseerde lijst van bewijsstukken te
worden opgesteld, aangezien dergelijke
geharmoniseerde lijsten het
gemeenschappelijke karakter van het
visumbeleid van de Unie, zoals
omschreven in deze verordening,
onderstrepen. Als zo’n geharmoniseerde
lijst van bewijsstukken bestaat, moet de
lidstaten worden toegestaan om, met het
oog op het bieden van faciliteiten aan
visumaanvragers, bepaalde vrijstellingen
van die lijst vast te stellen wanneer op hun
grondgebied grote internationale
evenementen worden georganiseerd. Het
dient daarbij te gaan om grootschalige
evenementen die van bijzonder belang zijn
door hun toeristische en/of culturele
impact, zoals internationale of
wereldtentoonstellingen en
sportkampioenschappen. Als zo'n lijst niet
bestaat, staat het de lidstaten vrij zelf te
bepalen welke bewijsstukken
visumaanvragers precies moeten
overleggen om te bewijzen dat zij aan de
bij deze verordening vastgestelde
toegangsvoorwaarden voldoen.
Motivering
In deze overweging dient te worden verwezen naar de hoofdregel die door de Commissie
wordt voorgesteld, namelijk dat er op elke locatie een geharmoniseerde lijst bestaat (zie
artikel 46, lid 1). De zinnen zijn herschikt om het geheel logischer te maken.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 43
PE557.179v04-00 20/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(43) Met het oog op de aanpassing aan
veranderende omstandigheden van de
gemeenschappelijke lijst van derde landen
waarvan de onderdanen in het bezit moeten
zijn van een luchthaventransitvisum
wanneer zij zich in de internationale
transitzone van luchthavens op het
grondgebied van de lidstaten bevinden en
de lijst van verblijfstitels die de houder
machtigen tot doorreis via de luchthavens
van lidstaten zonder dat een
luchthaventransitvisum vereist is, dient de
Commissie de bevoegdheid te krijgen om
overeenkomstig artikel 290 van het
Verdrag gedelegeerde handelingen vast te
stellen. Het is van bijzonder belang dat de
Commissie bij haar voorbereidende
werkzaamheden tot passende raadpleging
overgaat, onder meer op
deskundigenniveau.
(43) Met het oog op de aanpassing aan
veranderende omstandigheden van de
gemeenschappelijke lijst van derde landen
waarvan de onderdanen in het bezit moeten
zijn van een luchthaventransitvisum
wanneer zij zich in de internationale
transitzone van luchthavens op het
grondgebied van de lidstaten bevinden, de
lijst van verblijfstitels die de houder
machtigen tot doorreis via de luchthavens
van lidstaten zonder dat een
luchthaventransitvisum vereist is, de
bepalingen inzake het invullen en
aanbrengen van de visumsticker, alsmede
de voorschriften voor de afgifte van visa
aan transiterende visumplichtige
zeevarenden aan de buitengrenzen, en
met het oog op de vaststelling van de
specifieke voorwaarden en procedures
voor de afgifte van een Europees
humanitair visum en van operationele
instructies betreffende de praktische
toepassing van deze verordening, ter
aanvulling daarvan, dient de Commissie
de bevoegdheid te krijgen om
overeenkomstig artikel 290 van het
Verdrag gedelegeerde handelingen vast te
stellen. Het is van bijzonder belang dat de
Commissie bij haar voorbereidende
werkzaamheden tot passende raadpleging
overgaat, onder meer op
deskundigenniveau. Bij het voorbereiden
en opstellen van gedelegeerde
handelingen dient de Commissie ervoor te
zorgen, dat de desbetreffende documenten
tijdig en op passende wijze gelijktijdig
worden toegezonden aan het Europees
Parlement en de Raad.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 44
RR\1093195NL.doc 21/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(44) Teneinde uniforme voorwaarden voor
de tenuitvoerlegging van deze verordening
te waarborgen, wat betreft de vaststelling
van operationele instructies voor de
werkwijzen en procedures die de lidstaten
moeten volgen bij het verwerken van
visumaanvragen, de lijst van
bewijsstukken die in elk rechtsgebied van
toepassing is, de gegevens die verplicht op
de visumsticker moeten worden vermeld,
de voorschriften voor het aanbrengen van
de visumsticker en de voorschriften voor
visumafgifte aan de grens aan
zeevarenden, dienen aan de Commissie
uitvoeringsbevoegdheden te worden
verleend. Deze bevoegdheden moeten
worden uitgeoefend overeenkomstig
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het
Europees Parlement en de Raad. Voor de
vaststelling van dergelijke
uitvoeringshandelingen moet de
onderzoeksprocedure worden toegepast.
(44) Teneinde uniforme voorwaarden voor
de tenuitvoerlegging van deze verordening
te waarborgen, wat betreft de lijst van
bewijsstukken die in elk rechtsgebied van
toepassing is en wat betreft het bewijs van
garantstelling en/of particuliere
logiesverstrekking, dienen aan de
Commissie uitvoeringsbevoegdheden te
worden verleend Deze bevoegdheden
moeten worden uitgeoefend
overeenkomstig Verordening (EU) nr.
182/2011 van het Europees Parlement en
de Raad. Voor de vaststelling van
dergelijke uitvoeringshandelingen moet de
onderzoeksprocedure worden toegepast.
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 48
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(48) Deze verordening eerbiedigt de
grondrechten en neemt de beginselen in
acht die met name werden erkend in het
Handvest van de Grondrechten van de
Europese Unie. Deze verordening heeft in
het bijzonder ten doel de volledige
eerbiediging van het privéleven en van het
familie- en gezinsleven, als bedoeld in
artikel 7 van het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie, de
bescherming van persoonsgegevens, als
bedoeld in artikel 8 van het Handvest, en
de rechten van het kind, als bedoeld in
(48) Deze verordening eerbiedigt de
grondrechten en neemt de rechten en
beginselen in acht die met name in het
Handvest van de grondrechten van de
Europese Unie, dat van toepassing is
wanneer de lidstaten en hun autoriteiten
het recht van de Unie ten uitvoer brengen,
zijn vastgelegd. Deze verordening heeft in
het bijzonder ten doel de volledige
eerbiediging te waarborgen van het recht
op bescherming van persoonsgegevens,
als bedoeld in artikel 16 VWEU, het recht
op privéleven, familie- en gezinsleven, als
bedoeld in artikel 7 van het Handvest van
PE557.179v04-00 22/127 RR\1093195NL.doc
NL
artikel 24 van het Handvest, te verzekeren. de grondrechten van de Europese Unie, het
recht op bescherming van
persoonsgegevens, als bedoeld in artikel 8
van het Handvest, het recht op asiel, als
bedoeld in artikel 18 van het Handvest,
het beginsel van non-discriminatie, als
bedoeld in artikel 21 van het Handvest en
de rechten van het kind, als bedoeld in
artikel 24 van het Handvest.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Deze verordening, met inbegrip van de
bepaling inzake voorgenomen verblijf van
ten hoogste 90 dagen, is van toepassing
onverminderd de mogelijkheid om een
verzoek om internationale bescherming
op het grondgebied van een lidstaat in te
dienen en onverminderd de rechten van
vluchtelingen en personen die om
internationale bescherming verzoeken,
met name wat betreft non-refoulement.
Motivering
Deze aanvulling is bedoeld om te verduidelijken dat de bepaling inzake een voorgenomen
verblijf van korte duur niet gebruikt mag worden om een persoon die om bescherming
verzoekt een visum te weigeren. De voorgestelde bepaling inzake non-refoulement is gelijk
aan de bepaling van de Schengengrenscode, omdat beide codes betrekking hebben op de
voorwaarden voor toegang tot het Schengengebied voor onderdanen van derde landen.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 6
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6. “rondreisvisum”: een visum zoals
gedefinieerd in artikel 3, lid 2, van
[Verordening (EU) nr. …/…];
6. “rondreisvisum”: een door een lidstaat
afgegeven vergunning voor een
voorgenomen verblijf op het grondgebied
RR\1093195NL.doc 23/127 PE557.179v04-00
NL
van twee of meer lidstaten voor de duur
van 12 maanden binnen een periode van
15 maanden, mits de aanvrager niet
langer dan 90 dagen binnen een periode
van 180 dagen op het grondgebied van
dezelfde lidstaat verblijft.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 8
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
8. “in het VIS geregistreerde aanvrager”:
een aanvrager wiens gegevens in het
Visuminformatiesysteem zijn
geregistreerd;
8. “in het VIS geregistreerde
visumaanvrager”: een aanvrager wiens
gegevens in het Visuminformatiesysteem
zijn geregistreerd;
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 9
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
9. “in het VIS geregistreerde regelmatige
reiziger”: een visumaanvrager die in het
Visuminformatiesysteem is geregistreerd
en aan wie gedurende de twaalf maanden
die aan de aanvraag voorafgaan, twee visa
zijn afgegeven;
9. “in het VIS geregistreerde regelmatige
reiziger”: een visumaanvrager wiens
gegevens in het Visuminformatiesysteem
zijn geregistreerd en aan wie gedurende de
30 maanden die aan de aanvraag
voorafgaan, drie visa of een meervoudig
visum is afgegeven en die daarvan op
rechtmatige wijze gebruik heeft gemaakt;
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – punt 12
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
12. “geldig reisdocument”: een
reisdocument dat niet vals, nagemaakt of
12. “geldig reisdocument”: een
reisdocument dat niet vals, nagemaakt of
PE557.179v04-00 24/127 RR\1093195NL.doc
NL
vervalst is en waarvan de door de autoriteit
van afgifte vastgestelde veiligheidsduur
niet is verstreken;
vervalst is, dat niet gestolen is of op
onrechtmatige wijze is verkregen en
waarvan de door de autoriteit van afgifte
vastgestelde geldigheidsduur niet is
verstreken;
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Wanneer een lidstaat wordt
geconfronteerd met een plotselinge en
aanzienlijke toestroom van onregelmatige
immigranten kan die lidstaat verlangen dat
onderdanen van andere dan de in lid 1
bedoelde derde landen in het bezit zijn van
een luchthaventransitvisum wanneer zij
door de internationale transitzones van
luchthavens op zijn grondgebied reizen. De
looptijd van dergelijke maatregelen mag
niet meer dan 12 maanden bedragen. Het
toepassingsgebied en de looptijd van de
luchthaventransitvisumplicht mogen niet
verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is
om de plotselinge en aanzienlijke
toestroom van onregelmatige immigranten
te beheersen.
3. Wanneer een lidstaat wordt
geconfronteerd met een plotselinge en
aanzienlijke toestroom van onregelmatige
migranten kan die lidstaat verlangen dat
onderdanen van andere dan de in lid 1
bedoelde derde landen in het bezit zijn van
een luchthaventransitvisum wanneer zij
door de internationale transitzones van
luchthavens op zijn grondgebied reizen. De
looptijd van dergelijke maatregelen mag
niet meer dan 12 maanden bedragen. Het
toepassingsgebied en de looptijd van de
luchthaventransitvisumplicht mogen niet
verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is
om de plotselinge en aanzienlijke
toestroom van onregelmatige migranten te
beheersen.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 4 – letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) de reden voor de voorgenomen
luchthaventransitvisumplicht, in welk
verband de aanwezigheid van een
plotselinge en aanzienlijke toestroom van
onregelmatige immigranten wordt
gestaafd;
a) de reden voor de voorgenomen
luchthaventransitvisumplicht, met een
gedetailleerde beschrijving van de
plotselinge en aanzienlijke toestroom van
onregelmatige migranten;
RR\1093195NL.doc 25/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. Naar aanleiding van de in lid 4 bedoelde
kennisgeving van de betrokken lidstaat kan
de Commissie advies uitbrengen.
5. Naar aanleiding van de in lid 4 bedoelde
kennisgeving van de betrokken lidstaat
beoordeelt de Commissie de informatie en
beoordeelt zij of volledig aan de
voorwaarden voor invoering van een
luchthaventransitvisumplicht is voldaan,
rekening houdend met de doelstelling van
de luchthaventransitvisumplicht om
bepaalde onderdanen van derde landen
toe te staan via internationale transitzones
van luchthavens te reizen. Zij kan een advies uitbrengen.
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6. De lidstaat mag de toepassing van de
luchthaventransitvisumplicht éénmaal
verlengen, indien het opheffen van de
plicht tot een aanzienlijke toestroom van
onregelmatige migranten zou leiden. Op
een dergelijke verlenging is lid 3 van
toepassing.
6. De lidstaat mag de toepassing van de
luchthaventransitvisumplicht tweemaal
verlengen, indien het opheffen van de
plicht tot een aanzienlijke toestroom van
onregelmatige migranten zou leiden. Op
een dergelijke verlenging zijn de leden 3, 4
en 5 van toepassing.
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 6 bis (nieuw)
PE557.179v04-00 26/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6 bis. Indien de aanzienlijke toestroom
van onregelmatige migranten ook na de
verlenging als bedoeld in lid 6 aanhoudt,
verzoekt de betrokken lidstaat de
Commissie om bijlage III te wijzigen.
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7. De Commissie licht het Europees
Parlement en de Raad jaarlijks in over de
tenuitvoerlegging van dit artikel.
Schrappen
Motivering
Voorgesteld wordt dat de Commissie ieder jaar een verslag opstelt. Dit verslag dient
betrekking te hebben op alle aspecten waarover zij op grond van deze verordening verslag
dient uit te brengen en op alle onderwerpen waarover zij het Parlement en de Raad op grond
van de verordening dient te informeren. Zie het amendement op artikel 54 (4 bis nieuw).
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 8 – letter f bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
f bis) personen die internationale
bescherming behoeven;
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
RR\1093195NL.doc 27/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Indien het consulaat van de op grond van
lid 1 bevoegde lidstaat of het consulaat
van de lidstaat als bedoeld in de eerste
alinea van dit lid zich bevindt op een
afstand van meer dan 500 km van de
woonplaats van de aanvrager of een
retour met het openbaar vervoer vanuit de
woonplaats van de aanvrager niet
mogelijk is zonder overnachting en het
consulaat van een andere lidstaat zich
dichterbij bevindt, kan de aanvrager zijn
aanvraag bij het consulaat van die lidstaat
indienen.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2 bis. Indien de op grond van lid 1 of lid 2
bevoegde lidstaat overeenkomstig artikel
39 met een andere lidstaat een
vertegenwoordigingsregeling is
overeengekomen voor het onderzoeken
van aanvragen voor en de afgifte van visa,
dient de aanvrager zijn aanvraag in te
dienen bij het consulaat van de
vertegenwoordigende lidstaat.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2 bis. Indien niet aan de in lid 1 en lid 2
genoemde voorwaarden is voldaan, besluit
een consulaat een aanvraag te
behandelen en een beslissing ter zake te
nemen als het van oordeel is dat
PE557.179v04-00 28/127 RR\1093195NL.doc
NL
humanitaire gronden, het nationale
belang of internationale verplichtingen,
met name uit hoofde van het Verdrag van
Genève betreffende de status van
vluchtelingen van 1951 (Verdrag van
Genève van 1951) of andere relevante
internationale instrumenten, daartoe
nopen.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Onderdanen van derde landen van wie
het reisdocument tijdens hun verblijf op het
grondgebied van een lidstaat is verloren of
gestolen, mogen dat grondgebied verlaten
op basis van een geldig reisdocument dat
als grensoverschrijdingsdocument dient en
dat is afgegeven door een consulaat van het
land waarvan zij de nationaliteit bezitten,
zonder dat daarop een visum of een andere
machtiging is aangebracht.
2. Onderdanen van derde landen van wie
het reisdocument tijdens hun verblijf op het
grondgebied van een lidstaat is verloren of
gestolen, mogen dat grondgebied verlaten
op basis van een geldig reisdocument dat
als grensoverschrijdingsdocument dient en
dat is afgegeven door een consulaat van het
land waarvan zij de nationaliteit bezitten,
zonder dat daarop een visum of een andere
machtiging is aangebracht, en na
overlegging van de aangifte van diefstal
of verlies.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Indien een onderdaan van een derde land
als bedoeld in lid 2 voornemens is zijn reis
in het Schengengebied voort te zetten,
geven de autoriteiten in de lidstaat waar hij
aangifte doet van het verlies of de diefstal
van zijn reisdocument, op basis van de in
het VIS geregistreerde gegevens, een
visum af met een geldigheidsduur en een
toegestane verblijfsduur die gelijk zijn aan
die van het oorspronkelijke visum.
3. Indien een onderdaan van een derde land
als bedoeld in lid 2 voornemens is zijn reis
in het Schengengebied voort te zetten,
geven de autoriteiten in de lidstaat waar hij
aangifte doet van het verlies of de diefstal
van zijn reisdocument, op basis van de in
het VIS geregistreerde gegevens en na
overlegging van de aangifte van diefstal
of verlies, een visum af met een
geldigheidsduur en een toegestane
verblijfsduur die gelijk zijn aan die van het
RR\1093195NL.doc 29/127 PE557.179v04-00
NL
oorspronkelijke visum.
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Aanvragen kunnen vanaf zes maanden
tot ten laatste vijftien dagen voor het begin
van het voorgenomen bezoek worden
ingediend.
1. Aanvragen kunnen vanaf negen
maanden tot ten laatste vijftien dagen voor
het begin van het voorgenomen
bezoek worden ingediend.
In gemotiveerde spoedeisende gevallen,
bijvoorbeeld op professionele gronden, op
humanitaire gronden, vanwege het
nationale belang of gelet op
internationale verplichtingen, kunnen
consulaten van deze termijn afwijken.
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 3 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Het consulaat staat naaste verwanten
van burgers van de Unie toe een aanvraag
in te dienen zonder voorafgaande afspraak
of met een onmiddellijke afspraak, indien
zij:
3. Het consulaat biedt naaste verwanten
van burgers van de Unie rechtstreekse
toegang en staat hun toe een aanvraag in
te dienen zonder voorafgaande afspraak of
met een afspraak op zo kort mogelijke
termijn, indien zij:
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. Het consulaat staat familieleden van 4. Het consulaat biedt familieleden van
PE557.179v04-00 30/127 RR\1093195NL.doc
NL
burgers van de Unie, zoals bedoeld in
artikel 3 van Richtlijn 2004/38/EG, toe een
aanvraag in te dienen zonder voorafgaande
afspraak of met een onmiddellijke
afspraak.
burgers van de Unie, zoals bedoeld in
artikel 3 van richtlijn 2004/38/EG,
rechtstreekse toegang en staat hun toe een
aanvraag in te dienen zonder voorafgaande
afspraak of met een afspraak op zo kort
mogelijke termijn.
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. In gemotiveerde spoedeisende
gevallen staat het consulaat aanvragers toe
hun aanvraag zonder afspraak in te dienen
of geeft het hun een onmiddellijke
afspraak .
5. In gemotiveerde spoedeisende
gevallen staat het consulaat aanvragers toe
hun aanvraag zonder afspraak in te dienen
of geeft het hun een afspraak op zo kort
mogelijke termijn.
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6. Aanvragen kunnen , onverminderd het
bepaalde in artikel 12, worden ingediend:
6. Aanvragen kunnen, onverminderd het
bepaalde in artikel 12, worden ingediend
door de aanvrager. Consulaten kunnen
ook aanvragen accepteren die zijn ingediend:
a) door de aanvrager.
b) door een erkende
commerciële bemiddelaar als bedoeld in
artikel 43; of
b) door een erkende
commerciële bemiddelaar als bedoeld in
artikel 43; of
c) door een vereniging of instelling op
beroeps-, cultuur-, sport- of
onderwijsgebied.
c) door een vereniging of instelling op
beroeps-, cultuur-, sport- of
onderwijsgebied.
RR\1093195NL.doc 31/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6a. Onverminderd artikel 12 kunnen
consulaten aanvragers de mogelijkheid
bieden online een aanvraag in te dienen
en, indien op grond van artikel 13, lid 6,
originelen vereist zijn, de reisdocumenten
en bewijsstukken per post toe te zenden.
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7. Van een aanvrager mag niet worden
verlangd dat hij op meer dan één locatie
persoonlijk verschijnt om zijn aanvraag in
te dienen.
7. Van een aanvrager mag niet worden
verlangd dat hij op meer dan één locatie
persoonlijk verschijnt om zijn
visumaanvraag in te dienen.
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7 bis. Onverminderd artikel 18, leden 3 en
10, wordt van aanvragers verlangd dat zij
voor het nemen van vingerafdrukken,
overeenkomstig artikel 12, leden 2 en 3,
persoonlijk verschijnen;
PE557.179v04-00 32/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – punt 7 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7 ter. Onverminderd artikel 18, leden 3 en
10, hoeven in het VIS geregistreerde
aanvragers voor het indienen van een
aanvraag niet persoonlijk te verschijnen
wanneer hun biometrische kenmerken
minder dan 59 maanden tevoren in het
VIS zijn opgenomen overeenkomstig
artikel 12.
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 7 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7 quater. Indien een lidstaat met een
externe dienstverlener samenwerkt,
handhaaft deze lidstaat de mogelijkheid
voor aanvragers om hun aanvraag
rechtstreeks in te dienen bij zijn eigen
consulaten, behalve in gevallen waarin
veiligheidsoverwegingen aan deze
mogelijkheid in de weg staan.
Motivering
De verplichting om aanvragers de mogelijkheid te bieden zich tot het consulaat te wenden
maakt op dit moment deel uit van de code, maar de Commissie stelt voor deze mogelijkheid te
schrappen. Consulaten moeten echter, al is het maar ingeval van problemen bij de
dienstverlener of voor familieleden van EU-burgers, in staat zijn om aanvragers te ontvangen
(zie het amendement op artikel 8, lid 3). De rapporteur stelt echter voor lidstaten niet te
verplichten deze mogelijkheid te bieden als de veiligheidssituatie in een derde land hieraan in
de weg staat.
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
RR\1093195NL.doc 33/127 PE557.179v04-00
NL
Artikel 9 - titel
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Algemene voorschriften voor het indienen
van een aanvraag
Verplichte elementen voor het indienen
van een aanvraag
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. De aanvrager dient persoonlijk te
verschijnen voor het verzamelen van zijn
vingerafdrukken, overeenkomstig artikel
12, leden 2 en 3 .
Schrappen
Motivering
Deze bepaling wordt verplaatst van artikel 9 naar artikel 8, aangezien zij daar beter past.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. In het VIS geregistreerde aanvragers
hoeven voor het indienen van een
aanvraag niet persoonlijk te verschijnen
wanneer hun vingerafdrukken minder
dan 59 maanden tevoren in het VIS zijn
opgenomen.
Schrappen
Motivering
Deze bepaling wordt verplaatst van artikel 9 naar artikel 8, aangezien zij daar beter past.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1
PE557.179v04-00 34/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Iedere aanvrager dient een handmatig of
elektronisch ingevuld en ondertekend aanvraagformulier als omschreven in
bijlage I in. Personen die in het
reisdocument van de aanvrager staan
bijgeschreven, vullen afzonderlijke
aanvraagformulieren in. Minderjarigen
leggen een aanvraagformulier over dat is
ondertekend door een persoon die tijdelijk
of permanent het ouderlijke gezag of de
wettelijke voogdij uitoefent.
1. Iedere aanvrager dient een
aanvraagformulier als omschreven in
bijlage I in, handmatig of elektronisch
ingevuld en handmatig of, indien voor de
aanvrager en het consulaat mogelijk,
elektronisch ondertekend. Personen die in
het reisdocument van de aanvrager staan
bijgeschreven, vullen afzonderlijke
aanvraagformulieren in. Minderjarigen
leggen een aanvraagformulier over dat is
ondertekend door een persoon die tijdelijk
of permanent het ouderlijke gezag of de
wettelijke voogdij uitoefent.
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De inhoud van de elektronische versie
van het aanvraagformulier, indien van
toepassing, voldoet aan het bepaalde in
bijlage I.
2. Het aanvraagformulier moet in een
elektronische versie beschikbaar zijn en de inhoud van de elektronische versie van
het aanvraagformulier voldoet aan het
bepaalde in bijlage I.
Motivering
Het moet in deze tijd normaal zijn dat er een elektronisch formulier beschikbaar is voor
degenen die daarvan gebruik willen maken.
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. Indien het aanvraagformulier niet
beschikbaar is in de officiële taal of talen
van het gastland, wordt een vertaling
Schrappen
RR\1093195NL.doc 35/127 PE557.179v04-00
NL
ervan in die taal of talen ter beschikking
van de aanvrager gesteld.
Motivering
Dit lid moet geschrapt worden omdat het niet strookt met lid 4, letter b), waarin staat dat het
formulier beschikbaar moet zijn in de officiële taal of talen van het gastland.
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Nadat de biometrische kenmerken zijn
verzameld, wordt aan de aanvrager een
ontvangstbewijs afgegeven.
Motivering
Een ontvangstbewijs is van belang in het geval een persoon zijn volgende aanvraag via een
externe dienstverlener indient. Externe dienstverleners hebben geen toegang tot het VIS en
kunnen dus niet controleren of de biometrische kenmerken eerder zijn verzameld.
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 4 – alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
De technische voorschriften voor de foto
moeten in overeenstemming zijn met de
internationale normen die zijn vastgelegd
in ICAO-DOC 9303, deel 1, zesde editie.
De technische voorschriften voor de foto
moeten in overeenstemming zijn met de
internationale normen die zijn vastgelegd
in ICAO-DOC 9303, zevende editie.
Motivering
De verwijzing dient te worden bijgewerkt, aangezien er nu een zevende editie is. Voorts wordt
de verwijzing naar "deel 1" geschrapt, aangezien dit de inleiding van het document is, die
geen technische voorschriften voor de foto bevat. Zie:
http://www.icao.int/Security/mrtd/Pages/Document9303.aspx
PE557.179v04-00 36/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Lid 1, onder b), c) en d), is niet van
toepassing op aanvragers die in het VIS
geregistreerde regelmatige reizigers zijn en
twee eerder verkregen visa rechtmatig
hebben gebruikt.
2. Onverminderd artikel 18, leden 3 en 10,
is lid 1, onder b), c) en d), is niet van
toepassing op aanvragers die in het VIS
geregistreerde regelmatige reizigers zijn
als bedoeld in artikel 2, punt 9, en die
eerder verkregen visa rechtmatig hebben
gebruikt, en aan wie het laatste visum niet
langer dan 12 maanden voor de aanvraag
is afgegeven.
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6. Het consulaat begint met de verwerking
van de visumaanvraag op basis van
kopieën of afschriften van de
bewijsstukken. Aanvragers die nog niet in
het VIS zijn geregistreerd, leggen het
origineel over. Het consulaat mag in het
VIS geregistreerde aanvragers of in het
VIS geregistreerde regelmatige reizigers bij hun visumaanvraag uitsluitend om
overlegging van de originelen verzoeken,
indien er twijfel bestaat aan de echtheid
van een specifiek document.
6. Het consulaat begint met de verwerking
van de visumaanvraag op basis van
kopieën, afschriften of scans van de
bewijsstukken. Aanvragers van wie de
gegevens nog niet in het VIS zijn
geregistreerd, of aanvragers die in het VIS
zijn geregistreerd maar nooit een visum
hebben verkregen, leggen het origineel
over. Het consulaat mag in het VIS
geregistreerde aanvragers die minstens één
visum hebben verkregen, bij hun
visumaanvraag uitsluitend om overlegging
van de originelen verzoeken, indien er
twijfel bestaat aan de echtheid van een
specifiek document.
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 7
RR\1093195NL.doc 37/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7. De lidstaten kunnen van de aanvragers
verlangen dat zij een bewijs van
garantstelling en/of particuliere
logiesverstrekking overleggen door het
invullen van een formulier dat is opgesteld
door de lidstaat. Dit formulier bevat met
name de volgende informatie:
7. Indien aanvragers financiële steun
ontvangen of voornemens zijn bij een
gastheer/gastvrouw te verblijven, kunnen
de consulaten van deze aanvragers
verlangen dat zij een bewijs van
garantstelling en/of particuliere
logiesverstrekking overleggen door het
invullen van een formulier. Dit formulier
bevat de volgende informatie:
a) of het bedoeld is als bewijs van
garantstelling en/of particuliere
logiesverstrekking;
a) of het bedoeld is als bewijs van
garantstelling en/of particuliere
logiesverstrekking;
b) of de w garantsteller/uitnodiger een
particulier, een onderneming of een
organisatie is;
b) of de w garantsteller/uitnodiger een
particulier, een onderneming of een
organisatie is;
c) de identiteit en contactgegevens van
de garantsteller/uitnodiger ;
c) de identiteit en contactgegevens van
de garantsteller/uitnodiger ;
d) de aanvrager of aanvragers; d) de aanvrager of aanvragers;
e) het verblijfadres; e) het verblijfadres;
f) de duur en het doel van het verblijf; f) de duur en het doel van het verblijf;
g) eventuele verwantschap met
de garantsteller/uitnodiger ;
g) eventuele verwantschap met
de garantsteller/uitnodiger ;
h) de op grond van artikel 37, lid 1,
Verordening (EG) nr. 767/2008 vereiste
informatie.
h) de op grond van artikel 37, lid 1,
Verordening (EG) nr. 767/2008 vereiste
informatie.
Naast de officiële taal of talen van de
lidstaat wordt het formulier in ten minste
één andere officiële taal van de
instellingen van de Unie opgesteld. Een
model van het formulier wordt aan de
Commissie toegestuurd.
De Commissie stelt dat formulier door
middel van uitvoeringshandelingen vast.
Deze uitvoeringshandelingen worden
vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2,
bedoelde onderzoeksprocedure.
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Artikel 13 bis
PE557.179v04-00 38/127 RR\1093195NL.doc
NL
Medische reisverzekering
1. Personen aan wie een eenvormig visum
voor één of twee binnenkomsten wordt
afgegeven, tonen bij het afhalen van hun
paspoort met het afgegeven visum aan dat
zij in het bezit zijn van een toereikende en
geldige medische reisverzekering ter
dekking van eventuele uitgaven voor
repatriëring om medische redenen,
dringende medische zorg,
spoedbehandeling in een ziekenhuis of
wegens overlijden tijdens hun verblijf op
het grondgebied van de lidstaten.
Het niet tonen van een geldige medische
reisverzekering leidt tot intrekking van het
visum overeenkomstig artikel 31.
2. Personen aan wie een eenvormig visum
voor meer dan twee binnenkomsten
(„meerdere binnenkomsten”) wordt
afgegeven, tonen bij het afhalen van hun
paspoort met het afgegeven visum aan dat
zij in het bezit zijn van een toereikende en
geldige medische reisverzekering voor de
duur van hun eerste voorgenomen bezoek.
Het niet tonen van een geldige medische
reisverzekering leidt tot intrekking van het
visum overeenkomstig artikel 31.
Daarnaast ondertekenen deze personen de
in het aanvraagformulier opgenomen
verklaring waarmee zij bevestigen dat het
hun bekend is dat zij bij een volgend
verblijf een medische reisverzekering
dienen te hebben afgesloten.
3. De verzekering dient geldig te zijn op
het gehele grondgebied van de lidstaten
en de gehele duur van het voorgenomen
verblijf of de doorreis van de betrokkene
te bestrijken. De minimumdekking
bedraagt 30000 EUR.
Ten aanzien van een visum met
territoriaal beperkte geldigheid voor het
grondgebied van meer dan één lidstaat is
de dekking ten minste in de betrokken
lidstaten geldig.
4. Personen aan wie een eenvormig visum
RR\1093195NL.doc 39/127 PE557.179v04-00
NL
wordt afgegeven sluiten in beginsel een
verzekering af in hun land van verblijf.
Indien dit niet mogelijk is, sluiten zij een
verzekering af in een ander land.
Indien iemand anders een verzekering
afsluit op naam van de persoon aan wie
een visum wordt afgegeven, zijn de
voorwaarden van lid 3 van toepassing.
5. Om vast te stellen of een verzekering
toereikend is, gaan de consulaten na of
aanspraken jegens de
verzekeringsmaatschappij in een lidstaat
kunnen worden verhaald.
6. Aan de verzekeringsplicht kan geacht
worden te zijn voldaan indien wordt
vastgesteld dat gelet op het beroep van
deze persoon een toereikende verzekering
kan worden verondersteld. De ontheffing
voor het leveren van een bewijs van
medische reisverzekering kan betrekking
hebben op bijzondere beroepsgroepen,
zoals zeevarenden, die in verband met hun
beroepsbezigheden reeds zijn gedekt door
een medische reisverzekering.
7. Houders van diplomatieke paspoorten
zijn vrijgesteld van de verplichting in het
bezit te zijn van een medische
reisverzekering.
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1 bis. De volgende aanvragers voldoen
een bedrag van 40 EUR aan visumleges:
a) visumaanvragers van wie de gegevens
in het VIS geregistreerd zijn en van wie
overeenkomstig artikel 12 de biometrische
kenmerken zijn verzameld;
b) onderdanen van derde landen waarmee
de Europese Unie een
overnameovereenkomst heeft gesloten.
PE557.179v04-00 40/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Aanvragers die tot een van de volgende
categorieën behoren , betalen geen
visumleges:
3. Aanvragers die tot een van de volgende
categorieën behoren, betalen geen
visumleges:
a) minderjarigen die de leeftijd van
achttien jaar nog niet hebben bereikt ;
a) minderjarigen die de leeftijd van
achttien jaar nog niet hebben bereikt;
b) scholieren, studenten, postacademische
studenten en begeleidende docenten, als
het doel van hun verblijf studie of
beroepsopleiding is;
b) scholieren, studenten, postacademische
studenten en begeleidende docenten, als
het doel van hun verblijf studie of
beroepsopleiding is;
c) onderzoekers uit derde landen , zoals
gedefinieerd in Richtlijn 2005/71/EG van
de Raad29, die reizen voor het verrichten
van wetenschappelijk onderzoek , of
deelnemen aan een wetenschappelijk
seminar of een wetenschappelijke
conferentie ;
c) onderzoekers uit derde landen , zoals
gedefinieerd in Richtlijn 2005/71/EG van
de Raad29, die reizen voor het verrichten
van wetenschappelijk onderzoek, of
deelnemen aan een wetenschappelijk
seminar of een wetenschappelijke
conferentie;
d) houders van diplomatieke paspoorten
en dienstpaspoorten;
e) deelnemers aan door non-
profitorganisaties georganiseerde
studiebijeenkomsten, conferenties,
sportieve, culturele of educatieve
evenementen die vijfentwintig jaar of
jonger zijn.
e) deelnemers aan door non-
profitorganisaties georganiseerde
studiebijeenkomsten, conferenties,
sportieve, culturele of educatieve
evenementen die dertig jaar of jonger zijn.
f) naaste verwanten van burgers van de
Unie als bedoeld in artikel 8, lid 3;
f) naaste verwanten van burgers van de
Unie als bedoeld in artikel 8, lid 3;
g) familieleden van burgers van de Unie als
bedoeld in artikel 3 van Richtlijn
2004/38/EG, overeenkomstig het bepaalde
in artikel 5, lid 2, van die richtlijn.
g) familieleden van burgers van de Unie als
bedoeld in artikel 3 van Richtlijn
2004/38/EG, overeenkomstig het bepaalde
in artikel 5, lid 2, van die richtlijn;
g bis) begunstigden van een visum met
territoriaal beperkte geldigheid dat is
afgegeven op humanitaire gronden,
vanwege het nationale belang of gelet op
internationale verplichtingen, alsmede
begunstigden van een Europees
hervestigings- of
RR\1093195NL.doc 41/127 PE557.179v04-00
NL
herplaatsingsprogramma, overeenkomstig
artikel 22.
_________________ _________________
29Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12
oktober 2005 betreffende een specifieke
procedure voor de toelating van
onderdanen van derde landen met het oog
op wetenschappelijk onderzoek (PB L 289
van 3.11.2005, blz. 15).
29Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12
oktober 2005 betreffende een specifieke
procedure voor de toelating van
onderdanen van derde landen met het oog
op wetenschappelijk onderzoek (PB L 289
van 3.11.2005, blz. 15).
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3 bis. Houders van diplomatieke
paspoorten en dienstpaspoorten kunnen
van betaling van visumleges worden
vrijgesteld.
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. In individuele gevallen kunnen de
lidstaten het te betalen bedrag aan
visumleges kwijtschelden of verlagen
wanneer daarmee culturele of sportieve
belangen alsmede belangen op het gebied
van buitenlands beleid,
ontwikkelingsbeleid en andere vitale
openbare belangen of humanitaire
redenen gediend zijn.
4. In individuele gevallen kunnen de
lidstaten het te betalen bedrag aan
visumleges kwijtschelden of verlagen
wanneer daarmee culturele of sportieve
belangen alsmede belangen op het gebied
van buitenlands beleid,
ontwikkelingsbeleid en andere vitale
openbare belangen gediend zijn, dan wel
op humanitaire gronden of in het kader
van internationale verplichtingen.
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 – lid 3
PE557.179v04-00 42/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. De dienstverleningskosten mogen niet
meer bedragen dan de helft van de
visumleges als genoemd in artikel 14, lid 1,
ongeacht de mogelijke verlagingen of
vrijstellingen van de visumleges als
bedoeld in artikel 14, leden 3 en 4 .
3. De dienstverleningskosten mogen niet
meer bedragen dan de helft van de
visumleges als genoemd in artikel 14, lid 1,
ongeacht de mogelijke verlagingen of
vrijstellingen van de visumleges als
bedoeld in artikel 14, leden 3 en 4 . De
dienstverleningskosten omvatten alle
kosten in verband met het indienen van de
visumaanvraag, met inbegrip van de
kosten van het toezenden van de aanvraag
en het reisdocument door de externe
dienstverlener aan het consulaat en het
terugbezorgen van het reisdocument aan
de externe dienstverlener.
Motivering
Er zijn berichten dat aanvragers extra kosten moesten voldoen, in strijd met de bepalingen
van de Visumcode. De voorgestelde aanvulling is bedoeld om te verduidelijken dat er geen
verplichte aanvullende vergoedingen in rekening mogen worden gebracht.
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 – lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3 bis. Aanvragers ontvangen voor de
betaalde dienstverleningskosten een
kwitantie.
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 3 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Indien het bevoegde consulaat vaststelt
dat niet aan de voorwaarden van lid 1 is
voldaan, is de aanvraag niet ontvankelijk,
3. Indien het bevoegde consulaat vaststelt
dat niet aan de voorwaarden van lid 1 is
voldaan, stelt het de aanvrager hiervan in
RR\1093195NL.doc 43/127 PE557.179v04-00
NL
met als gevolg dat het consulaat
onverwijld: kennis, waarbij het de tekortkomingen
vermeldt en de aanvrager de gelegenheid
biedt om ze te verhelpen. Als de
tekortkomingen niet worden verholpen, is
de aanvraag niet ontvankelijk, met als
gevolg dat het consulaat onverwijld:
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. In afwijking hiervan kan een aanvraag
die niet aan de eisen van lid 1 voldoet, op
humanitaire gronden of vanwege het
nationale belang ontvankelijk worden
geacht.
4. In afwijking hiervan wordt een aanvraag
die niet aan de eisen van lid 1 voldoet,
ontvankelijk geacht als de betrokken
lidstaat dat op humanitaire gronden,
vanwege het nationale belang of gelet op
internationale verplichtingen
noodzakelijk acht.
Motivering
Er wordt "internationale verplichtingen" toegevoegd en de formulering wordt enigszins
gewijzigd om ervoor te zorgen dat de bepalingen inzake ontvankelijkheid beter aansluiten bij
de bepalingen inzake visa met territoriaal beperkte geldigheid.
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Bij het onderzoeken van aanvragen voor
een eenvormig visum wordt nagegaan of
de aanvrager aan de toegangsvoorwaarden
als omschreven in artikel 5, lid 1, onder a),
c), d), en e), van Verordening (EG) nr.
562/2006 voldoet en wordt bijzondere
aandacht geschonken aan de toetsing van
de vraag of de aanvrager een risico
van onregelmatige immigratie of een risico
voor de veiligheid van de lidstaten
1. Bij het onderzoeken van aanvragen voor
een eenvormig visum wordt nagegaan of
de aanvrager aan de toegangsvoorwaarden
als omschreven in artikel 5, lid 1, onder a),
c), d), en e), van Verordening (EG) nr.
562/2006 voldoet en wordt bijzondere
aandacht geschonken aan de toetsing van
de vraag of de aanvrager een risico
van onregelmatige immigratie of een risico
voor de veiligheid van de lidstaten
PE557.179v04-00 44/127 RR\1093195NL.doc
NL
vertegenwoordigt, en of de aanvrager het
voornemen heeft het grondgebied van de
lidstaten te verlaten vóór de
geldigheidsduur van het aangevraagde
visum verstrijkt.
vertegenwoordigt.
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Wanneer een aanvraag voor een
eenvormig visum wordt onderzocht die is
ingediend door een in het VIS
geregistreerde regelmatige reiziger die
rechtmatig gebruik heeft gemaakt van twee
eerder verkregen visa, wordt verondersteld
dat de aanvrager voldoet aan de
toegangsvoorwaarden die betrekking
hebben op het risico van onregelmatige
migratie, het risico voor de veiligheid van
de lidstaten en de beschikking over
voldoende middelen van bestaan.
2. Wanneer een aanvraag voor een
eenvormig visum wordt onderzocht die is
ingediend door een in het VIS
geregistreerde regelmatige reiziger als
bedoeld in artikel 2, punt 9, die rechtmatig
gebruik heeft gemaakt van eerder
verkregen visa en aan wie het laatste
visum niet langer dan 12 maanden voor
de aanvraag is afgegeven, wordt
verondersteld dat de aanvrager voldoet aan
de toegangsvoorwaarden die betrekking
hebben op het risico van onregelmatige
migratie, het risico voor de veiligheid van
de lidstaten en de beschikking over
voldoende middelen van bestaan.
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. De in lid 2 bedoelde veronderstelling is
niet van kracht als het consulaat over de
vervulling van de bedoelde
toegangsvoorwaarden redelijke twijfel
heeft op basis van gegevens in het VIS,
zoals besluiten tot intrekking van eerder
afgegeven visa, of in het paspoort, zoals
inreis- en uitreisstempels. In dergelijke
gevallen kan het consulaat om een
3. De in lid 2 bedoelde veronderstelling is
niet van kracht als het consulaat over de
vervulling van de bedoelde
toegangsvoorwaarden redelijke twijfel
heeft op basis van gegevens in het VIS,
zoals besluiten tot intrekking van eerder
afgegeven visa, of in het paspoort, zoals
inreis- en uitreisstempels, of gegevens in
het SIS II. In dergelijke gevallen kan het
RR\1093195NL.doc 45/127 PE557.179v04-00
NL
onderhoud en/of aanvullende documenten
verzoeken.
consulaat om een onderhoud en/of
aanvullende documenten als bedoeld in
bijlage II verzoeken.
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3 bis. Aanvragen van naaste verwanten
van burgers van de Unie als bedoeld in
artikel 8, lid 3, en aanvragen van
familieleden van burgers van de Unie als
bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn
2004/38/EG worden beoordeeld met
inachtneming van het recht op
eerbiediging van het privéleven en het
familie- en gezinsleven, zoals neergelegd
in het Handvest van de grondrechten van
de Europese Unie.
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. Onverminderd lid 2 gaat het consulaat ,
wanneer het controleert of de aanvrager
voldoet aan de toegangsvoorwaarden, na:
5. Onverminderd lid 2 gaat het consulaat,
wanneer het controleert of de aanvrager
voldoet aan de toegangsvoorwaarden, na:
a) of het overgelegde reisdocument niet
vals, nagemaakt of vervalst is;
a) of het document dat de aanvrager
overlegt een geldig reisdocument is;
b) of de aanvrager het doel van en de
voorwaarden voor het voorgenomen
verblijf heeft aangetoond, alsook of de
aanvrager over de middelen van bestaan
beschikt om in zijn levensonderhoud te
voorzien, zowel voor de duur van het
voorgenomen verblijf als voor zijn
terugreis naar het land van herkomst of
voor doorreis naar een derde land waar hij
b) of de aanvrager het doel van en de
voorwaarden voor het voorgenomen
verblijf heeft aangetoond, alsook of de
aanvrager over de middelen van bestaan
beschikt om in zijn levensonderhoud te
voorzien, zowel voor de duur van het
voorgenomen verblijf als voor zijn
terugreis naar het land van herkomst of
voor doorreis naar een derde land waar hij
PE557.179v04-00 46/127 RR\1093195NL.doc
NL
met zekerheid zal worden toegelaten, of in
de mogelijkheid verkeert deze middelen
legaal te verkrijgen;
met zekerheid zal worden toegelaten, of in
de mogelijkheid verkeert deze middelen
legaal te verkrijgen;
c) of de aanvrager gesignaleerd staat in het
Schengeninformatiesysteem (SIS) met het
oog op weigering van toegang;
c) of de aanvrager gesignaleerd staat in het
Schengeninformatiesysteem II (SIS II) met
het oog op weigering van toegang, als
bedoeld in Verordening (EG) nr.
1987/2006 van het Europees Parlement en
de Raad1bis;
d) of de aanvrager al dan niet wordt
beschouwd als een bedreiging van de
openbare orde, de binnenlandse veiligheid,
de volksgezondheid als omschreven in
artikel 2, lid 19, van Verordening (EG) nr.
562/2006 , of de internationale
betrekkingen van één van de lidstaten, en
met name of hij om dezelfde redenen met
het oog op weigering van toegang
gesignaleerd staat in de nationale
databanken van de lidstaten.
d) of de aanvrager al dan niet wordt
beschouwd als een bedreiging van de
openbare orde, de binnenlandse veiligheid,
de volksgezondheid als omschreven in
artikel 2, lid 19, van Verordening (EG) nr.
562/2006 , of de internationale
betrekkingen van één van de lidstaten, en
met name of hij om dezelfde redenen met
het oog op weigering van toegang
gesignaleerd staat in de nationale
databanken van de lidstaten.
_________________
1bisVerordening (EG) nr. 1987/2006 van
het Europees Parlement en de Raad van
20 december 2006 betreffende de
instelling, de werking en het gebruik van
het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van
28.12.2006, blz. 4).
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 8 – letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) of het overgelegde reisdocument niet
vals, nagemaakt of vervalst is;
a) of het document dat de aanvrager
overlegt een geldig reisdocument is;
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 10
RR\1093195NL.doc 47/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
10. Bij het onderzoeken van een aanvraag
kunnen de consulaten in gerechtvaardigde
gevallen om een onderhoud en/of
aanvullende documenten verzoeken.
10. Bij het onderzoeken van een aanvraag
kunnen de consulaten in gerechtvaardigde
gevallen verzoeken om een onderhoud
en/of aanvullende documenten als bedoeld
in bijlage II.
Motivering
Verwijzing ter verduidelijking.
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 11 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
11 bis. Bij de beoordeling van een
aanvraag voor een Europees humanitair
visum overeenkomstig artikel 22, lid 5 bis,
zijn uitsluitend de bepalingen van de
leden 4, 9, 10 en 11 van dit artikel van
toepassing.
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Een lidstaat kan van de centrale
autoriteiten van andere lidstaten verlangen
dat deze zijn centrale autoriteiten
raadplegen bij het onderzoeken van
aanvragen van onderdanen van bepaalde
derde landen of specifieke categorieën
onderdanen van die landen. Deze
raadpleging geldt niet voor aanvragen voor
luchthaventransitvisa.
1. Een lidstaat kan van de centrale
autoriteiten van andere lidstaten verlangen
dat deze zijn centrale autoriteiten
raadplegen bij het onderzoeken van
aanvragen van onderdanen van bepaalde
derde landen of specifieke categorieën
onderdanen van die landen. Deze
raadpleging mag niet gelden voor
aanvragen voor luchthaventransitvisa of
visa met territoriaal beperkte geldigheid.
PE557.179v04-00 48/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De geraadpleegde centrale autoriteiten
geven uitsluitsel binnen vijf
kalenderdagen na raadpleging. Indien
binnen deze termijn geen antwoord wordt
ontvangen, betekent dit dat de
geraadpleegde centrale autoriteiten geen
bezwaar hebben tegen de afgifte van het
visum.
2. De geraadpleegde centrale autoriteiten
geven uitsluitsel binnen vijf werkdagen na
raadpleging. Indien binnen deze termijn
geen antwoord wordt ontvangen, betekent
dit dat de geraadpleegde centrale
autoriteiten geen bezwaar hebben tegen de
afgifte van het visum.
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. De Commissie stelt de lidstaten op de
hoogte van deze kennisgevingen.
4. De Commissie publiceert deze
kennisgevingen.
Motivering
Volgens artikel 45, lid 1, onder f), verstrekken de lidstaten het publiek alle relevante
informatie met betrekking tot "de derde landen over de onderdanen of specifieke categorieën
onderdanen waarvan voorafgaande raadpleging of kennisgeving dient plaats te vinden". De
informatie welke lidstaat het verzoek heeft ingediend om geraadpleegd of geïnformeerd te
worden wordt echter alleen aan de lidstaten verstrekt. Er is echter geen reden waarom deze
informatie alleen aan de lidstaten moet worden verstrekt, aangezien raadpleging immers kan
leiden tot weigering van een visum.
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Op aanvragen die overeenkomstig
artikel 17 ontvankelijk zijn, wordt beslist
1. Op aanvragen die overeenkomstig
artikel 17 ontvankelijk zijn, wordt beslist
RR\1093195NL.doc 49/127 PE557.179v04-00
NL
binnen tien kalenderdagen na de datum van
indiening.
binnen tien kalenderdagen na de datum van
indiening.
In gemotiveerde spoedeisende gevallen
wordt onverwijld beslist, onder meer als
professionele gronden, humanitaire
gronden, het nationale belang of
internationale verplichtingen daartoe
nopen.
Op aanvragen van in het VIS
geregistreerde regelmatige reizigers, die
rechtmatig gebruik hebben gemaakt van
eerder verkregen visa, overeenkomstig
artikel 2, punt 9, en aan wie het laatste
visum niet langer dan 12 maanden voor
de aanvraag is afgegeven, wordt beslist
binnen vijf kalenderdagen na de datum
van indiening.
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Deze termijn kan in individuele gevallen
worden verlengd tot ten hoogste twintig
kalenderdagen, met name wanneer nader
onderzoek van de aanvraag noodzakelijk
is.
2. De in lid 1 bedoelde termijnen kunnen
in individuele gevallen worden verlengd tot
ten hoogste twintig kalenderdagen, met
name wanneer nader onderzoek van de
aanvraag noodzakelijk is.
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. De termijnen in lid 3 zijn de
maximumtermijnen die gelden voor
familieleden van burgers van de Unie als
bedoeld in artikel 3 van Richtlijn
2004/38/EG, overeenkomstig het bepaalde
in artikel 5, lid 2, van die richtlijn.
Schrappen
PE557.179v04-00 50/127 RR\1093195NL.doc
NL
Motivering
Dit lid moet worden geschrapt, omdat het inhoudelijk niets toevoegt aan lid 3 van hetzelfde
artikel.
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid -1 (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
-1. Indien een consulaat van oordeel is
dat een aanvrager aan de
toegangsvoorwaarden voldoet en er geen
sprake is van gronden voor weigering als
bedoeld in artikel 29, wordt
overeenkomstig dit artikel een visum
afgegeven.
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 2 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Een visum kan worden afgegeven voor
één of meer binnenkomsten. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum is niet langer dan vijf jaar. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum kan de geldigheidsduur van het
paspoort waarin het is aangebracht,
overschrijden.
2. Een visum kan worden afgegeven voor
één of meer binnenkomsten. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum is niet langer dan vijf jaar.
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 3
RR\1093195NL.doc 51/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Aan in het VIS geregistreerde
regelmatige reizigers die rechtmatig
gebruik hebben gemaakt van twee eerder
verkregen visa, wordt een meervoudig
visum met een geldigheidsduur van ten
minste drie jaar afgegeven.
3. Mits zij aan de toegangsvoorwaarden
als bedoeld in artikel 18 voldoen en
onverminderd artikel 29 wordt aan in het
VIS geregistreerde regelmatige reizigers
die rechtmatig gebruik hebben gemaakt
van eerder verkregen visa, overeenkomstig
artikel 2, punt 9, en aan wie het laatste
visum is afgegeven in de periode van 12
maanden voor de aanvraag, een
meervoudig visum met een
geldigheidsduur van drie jaar afgegeven.
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. Aan aanvragers als bedoeld in lid 3 die
rechtmatig gebruik hebben gemaakt van
het meervoudige visum met een
geldigheidsduur van drie jaar, wordt een
meervoudig visum met een
geldigheidsduur van vijf jaar afgegeven,
mits de aanvraag niet later dan één jaar na
de verstrijkingsdatum van het meervoudige
visum met een geldigheidsduur van drie
jaar wordt ingediend.
4. Mits zij aan de toegangsvoorwaarden
als bedoeld in artikel 18 voldoen en
onverminderd artikel 29 wordt aan
aanvragers die eerder een meervoudig visum met een geldigheidsduur van drie
jaar of langer hebben verkregen en die
rechtmatig gebruik hebben gemaakt van
dat visum, een meervoudig visum met een
geldigheidsduur van vijf jaar afgegeven,
mits de aanvraag niet later dan één jaar na
de verstrijkingsdatum van het laatst
verkregen meervoudige visum wordt
ingediend.
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. Een meervoudig visum met een
geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar
5. Een meervoudig visum met een
geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar
PE557.179v04-00 52/127 RR\1093195NL.doc
NL
mag worden afgegeven aan een aanvrager
die de noodzaak aantoont of zijn
voornemen motiveert om veelvuldig en/of
regelmatig te reizen, mits de aanvrager zijn
integriteit en betrouwbaarheid aantoont,
waaronder met name het juiste gebruik van
eerder afgegeven eenvormige visa, of visa
met territoriaal beperkte geldigheid, zijn
economische situatie in het land van
herkomst en zijn werkelijke voornemen om
het grondgebied van de lidstaten te verlaten
vóór het verstrijken van de geldigheidsduur
van het aangevraagde visum.
wordt tevens afgegeven aan een familielid
van een burger van de Unie als bedoeld in
artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2004/38/EG,
alsmede aan een aanvrager die de
noodzaak aantoont of zijn voornemen
motiveert om veelvuldig en/of regelmatig
te reizen, onder meer op professionele
gronden, mits de aanvrager zijn integriteit
en betrouwbaarheid aantoont, waaronder
met name het juiste gebruik van eerder
afgegeven eenvormige visa, of visa met
territoriaal beperkte geldigheid, nationale
visa voor verblijf van lange duur of een
verblijfsvergunning afgegeven door een
lidstaat, zijn economische situatie in het
land van herkomst en zijn werkelijke
voornemen om het grondgebied van de
lidstaten te verlaten vóór het verstrijken
van de geldigheidsduur van het
aangevraagde visum.
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 1 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Een visum met territoriaal beperkte
geldigheid wordt bij wijze van
uitzondering in de volgende gevallen
afgegeven:
1. Een visum met territoriaal beperkte
geldigheid wordt in de volgende gevallen
afgegeven:
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 1 – letter a – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) wanneer de betrokken lidstaat het op
humanitaire gronden, vanwege het
nationale belang of gelet op internationale
verplichtingen noodzakelijk acht
a) wanneer de betrokken lidstaat het op
humanitaire gronden, vanwege het
nationale belang of gelet op internationale
verplichtingen noodzakelijk acht, met
name om de internationale bescherming
RR\1093195NL.doc 53/127 PE557.179v04-00
NL
van de betrokken persoon te waarborgen
overeenkomstig het Verdrag van Genève
betreffende de status van vluchtelingen
van 1951 of andere relevante Europese of
internationale instrumenten,
Motivering
Met deze aanvulling wordt beoogd te verduidelijken dat "internationale verplichtingen" ook
kunnen bestaan uit het verlenen van bescherming aan een onderdaan van een derde land.
Het kan zo zijn dat een persoon die om bescherming verzoekt niet aan alle criteria voor de
afgifte van een Schengenvisum voldoet, maar wel in aanmerking komt voor een visum met een
territoriaal beperkte geldigheid. Dit is volledig consistent met de aard van visa met een
territoriaal beperkte geldigheid, waarvoor uitdrukkelijk geldt dat deze afgegeven worden als
niet aan alle criteria is voldaan.
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5 bis. Personen die om internationale
bescherming verzoeken, kunnen
rechtstreeks bij een consulaat of
ambassade van de lidstaten een Europees
humanitair visum aanvragen. Een
dergelijk humanitair visum, dat na een
beoordeling wordt afgegeven, geeft de
houder ervan het recht om het
grondgebied van de lidstaat die het visum
heeft afgegeven binnen te reizen met als
enig doel om in die lidstaat een verzoek
om internationale bescherming in te
dienen, als bedoeld in artikel 2, onder a)
van Richtlijn 2011/95/EU.
De relevante bepalingen van titel III van
deze verordening zijn van toepassing,
uitgezonderd de artikelen 11, 13 bis, 15 en
27.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid
verleend om overeenkomstig artikel 48
gedelegeerde handelingen vast te stellen
betreffende de specifieke voorwaarden en
procedures voor de afgifte van deze visa,
PE557.179v04-00 54/127 RR\1093195NL.doc
NL
tot aanvulling of wijziging van de
artikelen 9, 10, 13 en 20 van deze
verordening voor zover dat noodzakelijk is
om rekening te houden met de bijzondere
omstandigheden van personen die om
internationale bescherming verzoeken en
van consulaten en ambassades van de
lidstaten.
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Artikel 22 bis
Afwijking van de normale
geldigheidsduur van een visum
Bij de afgifte van een humanitair visum of
een visum voor internationale
bescherming, kennen de lidstaten een
afwijking van de standaard
geldigheidsduur van "90 dagen binnen
een periode van 180 dagen" toe voor de
duur van 12 maanden, die kan worden
verlengd, op basis van een beoordeling
van de situatie in het land van herkomst
of verblijf van de onderdaan van een
derde land, waarbij bijzondere aandacht
wordt besteed aan de omstandigheden van
personen die om internationale
bescherming verzoeken.
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Bij het invullen van de visumsticker
wordt het machineleesbare gedeelte
ingevuld dat wordt omschreven in ICAO-
1. Bij het invullen van de visumsticker
worden de verplichte vermeldingen als
omschreven in bijlage V bis ingevuld en
RR\1093195NL.doc 55/127 PE557.179v04-00
NL
document 9303, deel 2. wordt tevens het machineleesbare gedeelte
ingevuld dat wordt omschreven in ICAO-
document 9303, deel 2.
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De voorschriften voor het invullen van
de visumsticker worden door de
Commissie door middel van
uitvoeringshandelingen vastgesteld. Deze
uitvoeringshandelingen worden
vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2,
bedoelde onderzoeksprocedure.
Schrappen
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Lidstaten kunnen nationale
vermeldingen aanbrengen in het voor
opmerkingen bestemde gedeelte van de
visumsticker; dit mogen niet dezelfde
vermeldingen zijn als de verplichte
3. Lidstaten kunnen nationale
vermeldingen aanbrengen in het voor
opmerkingen bestemde gedeelte van de
visumsticker; dit mogen niet dezelfde
vermeldingen zijn als de verplichte
PE557.179v04-00 56/127 RR\1093195NL.doc
NL
gegevens die overeenkomstig de in lid 2
bedoelde procedure zijn voorgeschreven,
noch mag een specifiek doel van de reis
worden aangegeven .
gegevens als bedoeld in bijlage V bis, noch
mag een specifiek doel van de reis worden
aangegeven.
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. De geprinte visumsticker met de
gegevens als bedoeld in artikel 24 wordt in
het reisdocument aangebracht .
1. De geprinte visumsticker met de
gegevens als bedoeld in artikel 24 en
bijlage V bis wordt in het reisdocument
aangebracht overeenkomstig de
voorschriften van bijlage V ter.
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De voorschriften voor het aanbrengen
van de visumsticker worden door de
Commissie door middel van
uitvoeringshandelingen vastgesteld. Deze
uitvoeringshandelingen worden
vastgesteld overeenkomstig de in artikel
Schrappen
RR\1093195NL.doc 57/127 PE557.179v04-00
NL
51, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. De Commissie stelt de lidstaten op de
hoogte van deze kennisgevingen.
3. De Commissie publiceert deze
kennisgevingen.
Motivering
Volgens artikel 45, lid 1, onder f), verstrekken de lidstaten het publiek alle relevante
informatie met betrekking tot "de derde landen over de onderdanen of specifieke categorieën
onderdanen waarvan voorafgaande raadpleging of kennisgeving dient plaats te vinden". De
informatie welke lidstaat het verzoek heeft ingediend om geraadpleegd of geïnformeerd te
worden wordt echter alleen aan de lidstaten verstrekt. Er is echter geen reden waarom deze
informatie alleen aan de lidstaten moet worden verstrekt.
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Onverminderd artikel 22, lid 1, wordt
een visum geweigerd:
1. Onverminderd artikel 22 wordt een
visum geweigerd:
a) indien de aanvrager: a) indien de aanvrager:
i) een vals, nagemaakt of vervalst
reisdocument heeft overgelegd;
i) geen geldig reisdocument heeft
overgelegd;
ii) het doel en de omstandigheden van het
voorgenomen verblijf niet heeft
aangetoond;
ii) het doel en de omstandigheden van het
voorgenomen verblijf niet heeft
aangetoond;
iii) niet heeft aangetoond over voldoende
middelen van bestaan te beschikken, zowel
iii) niet heeft aangetoond over voldoende
middelen van bestaan te beschikken, zowel
PE557.179v04-00 58/127 RR\1093195NL.doc
NL
voor de duur van het voorgenomen verblijf
als voor zijn terugreis naar het land van
herkomst of verblijf, of voor doorreis naar
een derde land waar hij met zekerheid zal
worden toegelaten, of in de mogelijkheid te
verkeren deze middelen legaal te
verkrijgen;
voor de duur van het voorgenomen verblijf
als voor zijn terugreis naar het land van
herkomst of verblijf, of voor doorreis naar
een derde land waar hij met zekerheid zal
worden toegelaten, of in de mogelijkheid te
verkeren deze middelen legaal te
verkrijgen;
iv) in de lopende periode van 180 dagen
reeds 90 dagen op het grondgebied van de
lidstaten heeft verbleven op grond van een
eenvormig visum of een visum met
territoriaal beperkte geldigheid;
iv) in de lopende periode van 180 dagen
reeds 90 dagen op het grondgebied van de
lidstaten heeft verbleven op grond van een
eenvormig visum of een visum met
territoriaal beperkte geldigheid;
v) met het oog op weigering van toegang in
het SIS gesignaleerd staat;
v) met het oog op weigering van toegang in
het SIS gesignaleerd staat;
vi) wordt beschouwd als een bedreiging
van de openbare orde, de binnenlandse
veiligheid, de volksgezondheid als
omschreven in artikel 2, lid 19,
van Verordening (EG) nr. 562/2006, of de
internationale betrekkingen van één van de
lidstaten, en met name of hij om dezelfde
redenen met het oog op weigering van
toegang gesignaleerd staat in de nationale
databanken van de lidstaten;
vi) wordt beschouwd als een bedreiging
van de openbare orde, de binnenlandse
veiligheid, de volksgezondheid als
omschreven in artikel 2, lid 19,
van Verordening (EG) nr. 562/2006, of de
internationale betrekkingen van één van de
lidstaten, en met name of hij om dezelfde
redenen met het oog op weigering van
toegang gesignaleerd staat in de nationale
databanken van de lidstaten;
of of
b) indien er redelijke twijfel bestaat over de
echtheid van de door de aanvrager
overgelegde bewijsstukken of over de
geloofwaardigheid van de inhoud ervan, de
betrouwbaarheid van de verklaringen van
de aanvrager of zijn voornemen om het
grondgebied van de lidstaten te verlaten
vóór het verstrijken van de geldigheid van
het aangevraagde visum.
b) indien er redelijke twijfel bestaat over de
echtheid van de door de aanvrager
overgelegde bewijsstukken of over de
geloofwaardigheid van de inhoud ervan, de
betrouwbaarheid van de verklaringen van
de aanvrager of zijn voornemen om het
grondgebied van de lidstaten te verlaten
vóór het verstrijken van de geldigheid van
het aangevraagde visum.
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De afwijzende beslissing en de redenen
voor de afwijzing van de aanvraag worden
kenbaar gemaakt door middel van het
2. De afwijzende beslissing en de redenen
voor de afwijzing van de aanvraag worden
in een taal die de aanvrager begrijpt of
redelijkerwijs geacht wordt te begrijpen
RR\1093195NL.doc 59/127 PE557.179v04-00
NL
standaardformulier van bijlage V. kenbaar gemaakt door middel van het
standaardformulier van bijlage V.
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2 bis. Afwijzingen van aanvragen van
naaste verwanten van burgers van de
Unie als bedoeld in artikel 8, lid 3, en
aanvragen van familieleden van burgers
van de Unie als bedoeld in artikel 3, lid 1,
van Richtlijn 2004/38/EG worden
kenbaar gemaakt door middel van het
standaardformulier van bijlage V en
worden daarnaast op gedetailleerde wijze
schriftelijk gemotiveerd.
Afwijzingen van aanvragen van
familieleden van burgers van de Unie als
bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn
2004/38/EG zijn onderworpen aan de
bepalingen van die richtlijn.
Een familielid kan uitsluitend een visum
worden geweigerd om de volgende
redenen:
a) de nationale autoriteiten tonen aan dat
de visumaanvrager een werkelijke, actuele
en voldoende ernstige bedreiging vormt
voor de openbare orde, de openbare
veiligheid of de volksgezondheid; of
b) de nationale autoriteiten tonen aan dat
er sprake is van misbruik of fraude.
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Aanvragers aan wie een visum is
geweigerd, kunnen in beroep gaan. Het
3. Aanvragers aan wie een visum is
geweigerd, kunnen in beroep gaan en
PE557.179v04-00 60/127 RR\1093195NL.doc
NL
beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die
de definitieve beslissing over de aanvraag
heeft genomen. De nationale wetgeving
van die lidstaat is op het beroep van
toepassing. De lidstaten verstrekken de
aanvragers uitvoerige informatie over de
procedure in geval van een beroep, zoals
gespecificeerd in bijlage V.
hebben het recht om een rechtsmiddel in
te stellen. Het beroep wordt ingesteld tegen
de lidstaat die de definitieve beslissing
over de aanvraag heeft genomen. De
nationale wetgeving van die lidstaat is op
het beroep van toepassing. Als in beroep
een beslissing wordt vernietigd, heeft de
aanvrager de mogelijkheid om een
schadevergoeding te vorderen
overeenkomstig het nationale recht en
worden de gegevens in het VIS
onmiddellijk gecorrigeerd. De lidstaten
verstrekken de aanvragers in een taal die
zij begrijpen of redelijkerwijs geacht
worden te begrijpen uitvoerige informatie
over de procedure in geval van een beroep,
zoals gespecificeerd in bijlage V.
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. De geldigheidsduur van en/of de duur
van het verblijf met een afgegeven visum
wordt verlengd indien de bevoegde
autoriteit van een lidstaat oordeelt dat de
visumhouder heeft aangetoond dat hij
wegens overmacht of om humanitaire
redenen niet in staat is om het
grondgebied van de lidstaat vóór het
verstrijken van de geldigheidsduur of het
einde van de toegestane verblijfsduur te
verlaten. Deze verlenging is gratis.
1. De geldigheidsduur van en/of de duur
van het verblijf met een afgegeven visum
wordt verlengd indien de bevoegde
autoriteit van een lidstaat oordeelt dat:
a) de visumhouder heeft aangetoond dat
hij wegens overmacht niet in staat is om
het grondgebied van de lidstaat vóór het
verstrijken van de geldigheidsduur of het
einde van de toegestane verblijfsduur te
verlaten;
b) de visumhouder heeft aangetoond dat
hij om humanitaire redenen niet in staat
is om het grondgebied van de lidstaat vóór
het verstrijken van de geldigheidsduur of
het einde van de toegestane verblijfsduur
RR\1093195NL.doc 61/127 PE557.179v04-00
NL
te verlaten;
c) door de lidstaat aangegane
internationale verplichtingen nopen tot
een dergelijke verlenging.
Deze verlenging is gratis.
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 31 – lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7. Een visumhouder van wie het visum
nietig is verklaard of is ingetrokken, heeft
een recht van beroep tenzij het visum
overeenkomstig lid 3 op zijn verzoek is
ingetrokken . Het beroep wordt ingesteld
tegen de lidstaat die de beslissing over de
nietigverklaring of intrekking heeft
genomen. De nationale wetgeving van die
lidstaat is op het beroep van toepassing. De
lidstaten verstrekken de aanvragers
informatie over de procedure in geval van
een beroep, zoals gespecificeerd in bijlage
V.
7. Een visumhouder van wie het visum
nietig is verklaard of is ingetrokken, heeft
een recht van beroep, waaronder het recht
om een rechtsmiddel in te stellen, tenzij
het visum overeenkomstig lid 3 op zijn
verzoek is ingetrokken. Het beroep wordt
ingesteld tegen de lidstaat die de beslissing
over de nietigverklaring of intrekking heeft
genomen. De nationale wetgeving van die
lidstaat is op het beroep van toepassing.
Als in beroep een beslissing wordt
vernietigd, heeft de aanvrager de
mogelijkheid om een schadevergoeding te
vorderen overeenkomstig het nationale
recht en worden de gegevens in het VIS
onmiddellijk gecorrigeerd. De lidstaten
verstrekken de aanvragers in een taal die
zij begrijpen of redelijkerwijs geacht
worden te begrijpen informatie over de
procedure in geval van een beroep, zoals
gespecificeerd in bijlage V.
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a bis) om humanitaire redenen;
PE557.179v04-00 62/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 – lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1 bis. Als een familielid van een burger
van de Unie, als bedoeld in artikel 3, lid 1,
van Richtlijn 2004/38/EG, aankomt bij de
grens zonder in het bezit te zijn van het
benodigde visum, moet de lidstaat de
betrokken persoon, alvorens deze terug te
sturen, binnen de grenzen van het
redelijke in de gelegenheid stellen de
benodigde documenten te verkrijgen of
zich deze binnen een redelijke termijn te
doen toekomen om te staven of op andere
wijze te bewijzen dat het recht op vrij
verkeer op hem van toepassing is. Als hij
hierin slaagt en er geen bewijs is dat hij
een bedreiging vormt voor de openbare
orde, openbare veiligheid of
volksgezondheid, wordt aan hem
onverwijld aan de grens een visum
verstrekt, waarbij rekening wordt
gehouden met de bepalingen van Richtlijn
2004/38/EG.
Motivering
Het amendement is overgenomen uit het bestaande handboek met operationele aanwijzingen,
op grond waarvan familieleden ook nu al deze rechten genieten. Om meer duidelijkheid te
creëren moeten deze bepalingen ook in de Visumcode worden opgenomen.
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 – lid 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1 ter. Indien een visum overeenkomstig dit
artikel of artikel 33 aan een buitengrens
wordt aangevraagd, kan de eis dat de
aanvrager in het bezit is van een medische
RR\1093195NL.doc 63/127 PE557.179v04-00
NL
reisverzekering komen te vervallen indien
deze reisverzekering niet verkrijgbaar is
aan de grensdoorlaatpost, of vanwege
humanitaire redenen.
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 - titel
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Krachtens een tijdelijke regeling aan de
buitengrenzen aangevraagde visa
Krachtens een tijdelijke pilotregeling aan
de buitengrenzen aangevraagde visa
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Om korte toeristische reizen te
stimuleren, kan een lidstaat beslissen om
krachtens een tijdelijke regeling visa af te
geven aan de buitengrenzen aan personen
die aan de voorwaarden van artikel 32, lid
1, onder a) en c), voldoen.
1. Om korte toeristische reizen te
stimuleren, kan een lidstaat bij wijze van
uitzondering beslissen om krachtens een
tijdelijke regeling visa af te geven aan de
buitengrenzen aan personen die aan de
voorwaarden van artikel 32, lid 1, onder a)
en c), voldoen, mits betrouwbare
maatregelen van kracht zijn om de
naleving van de voorwaarden voor de
afgifte van het visum te waarborgen,
waaronder de toetsing van het voornemen
van de aanvrager om terug te keren.
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 5 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. Een lidstaat stelt het Europees 5. Een lidstaat stelt het Europees
PE557.179v04-00 64/127 RR\1093195NL.doc
NL
Parlement, de Raad en de Commissie in
kennis van een voorgenomen regeling
uiterlijk drie maanden voor deze van
kracht wordt. In de kennisgeving worden
de categorieën begunstigden, de
geografische reikwijdte en de
organisatorische procedures van de
regeling beschreven, alsmede de
voorgenomen maatregelen om na te gaan
of aan de voorwaarden voor de afgifte van
het visum is voldaan.
Parlement, de Raad en de Commissie in
kennis van een voorgenomen regeling
uiterlijk vier maanden voor deze van kracht
wordt. De kennisgeving bevat de
categorieën begunstigden, de geografische
reikwijdte en de organisatorische
procedures van de regeling, alsmede de
voorgenomen maatregelen om na te gaan
of aan de voorwaarden voor de afgifte van
het visum is voldaan.
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5 bis. De Commissie beoordeelt de in de
kennisgeving verstrekte informatie en
beoordeelt of aan de voorwaarden voor de
tijdelijke pilotregeling is voldaan. Zij kan
een advies uitbrengen.
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6 bis. Drie jaar na de datum waarop dit
artikel van toepassing wordt, stelt de
Commissie een evaluatieverslag op over
de toepassing van dit artikel. Indien nodig
dient de Commissie op basis van deze
evaluatie passende voorstellen tot
wijziging van deze verordening in.
RR\1093195NL.doc 65/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 1 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Aan een zeevarende die over een visum
dient te beschikken voor overschrijding
van de buitengrenzen van de lidstaten, kan
aan de grens een visum worden afgegeven
indien hij:
1. Aan een zeevarende die over een visum
dient te beschikken voor overschrijding
van de buitengrenzen van de lidstaten,
wordt aan de grens een visum afgegeven
indien hij:
Motivering
De bepalingen inzake de afgifte van visa aan zeevarenden aan de grens moeten
geharmoniseerd worden. Er is geklaagd over het feit dat de lidstaten een verschillende uitleg
aan deze bepalingen geven. Zie ook verzoekschrift 1530/2014.
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Alvorens aan de grens een visum af te
geven aan een zeevarende zorgen de
bevoegde nationale autoriteiten ervoor dat
de noodzakelijke informatie over de
betrokken zeevarende is uitgewisseld .
2. Alvorens aan de grens een visum af te
geven aan een transiterende zeevarende
zorgen de bevoegde nationale autoriteiten
ervoor dat zij voldoen aan de
voorschriften van bijlage V quater, deel 1,
en dat de noodzakelijke informatie over de
betrokken zeevarende is uitgewisseld door
middel van een naar behoren ingevuld
formulier voor transiterende zeevarenden,
als opgenomen in bijlage V quater, deel 2.
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
PE557.179v04-00 66/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. De Commissie stelt door middel van
uitvoeringshandelingen werkinstructies
vast voor de visumafgifte aan de grens
aan zeevarenden. Deze
uitvoeringshandelingen worden
vastgesteld overeenkomstig de in artikel
51, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Schrappen
Motivering
De Commissie stelt voor een aantal bijlagen van de huidige code te schrappen en deze in een
later stadium vast te stellen bij wijze van uitvoeringshandelingen. De rapporteur wenst de
bijlagen te handhaven, in plaats van de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een
later stadium bij uitvoeringshandelingen de inhoud vast te stellen.
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 35 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Met betrekking tot de opslag en de
behandeling van visumstickers worden
passende veiligheidsmaatregelen getroffen
om fraude of verlies te voorkomen. Elk
consulaat houdt een inventaris bij van zijn
voorraad visumstickers en registreert hoe
elke visumsticker is gebruikt.
2. Met betrekking tot de opslag en de
behandeling van visumstickers worden
passende veiligheidsmaatregelen getroffen
om fraude of verlies te voorkomen. Elk
consulaat houdt een inventaris bij van zijn
voorraad visumstickers en registreert hoe
elke visumsticker is gebruikt. Met het oog
daarop worden digitale systemen
ontwikkeld om de transparantie inzake het
beheer van visumstickers te waarborgen.
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 35 – lid 3 – alinea 1
RR\1093195NL.doc 67/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. De consulaten van de lidstaten
archiveren de aanvragen. Elk individueel
dossier bestaat uit het aanvraagformulier,
afschriften van relevante bewijsstukken,
aantekeningen van verrichte controles en
het referentienummer van het afgegeven
visum, zodat medewerkers in voorkomend
geval de voorgeschiedenis van een
beslissing over een aanvraag kunnen
reconstrueren.
3. De consulaten van de lidstaten
archiveren de aanvragen digitaal. Elk
individueel dossier bestaat uit het
aanvraagformulier, afschriften van
relevante bewijsstukken, aantekeningen
van verrichte controles en het
referentienummer van het afgegeven
visum, zodat medewerkers in voorkomend
geval de voorgeschiedenis van een
beslissing over een aanvraag kunnen
reconstrueren.
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. De lidstaten zetten geschikte
medewerkers in toereikende aantallen in
voor de uitvoering van de taken in verband
met de behandeling van aanvragen, en wel
zodanig dat een dienstverlening aan het
publiek wordt gegarandeerd van een
aanvaardbare en geharmoniseerde
kwaliteit.
1. De lidstaten zetten geschikte
medewerkers in toereikende aantallen in
voor de uitvoering van de taken in verband
met de behandeling van aanvragen, en wel
zodanig dat een dienstverlening aan het
publiek wordt gegarandeerd van een
aanvaardbare en geharmoniseerde
kwaliteit. Het personeel wordt opgeleid
voor het elektronisch en digitaal beheren
van de dossiers.
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat
consulaten beschikken over een
klachtenprocedure voor visumaanvragers.
Het consulaat, en in voorkomend geval de
externe dienstverlener, stelt informatie
over deze procedure beschikbaar op zijn
PE557.179v04-00 68/127 RR\1093195NL.doc
NL
website. Er wordt een klachtenregister
bijgehouden.
Motivering
Het bieden van een klachtmogelijkheid is een goede administratieve praktijk en is tevens in
overeenstemming met het recht op behoorlijk bestuur, als bedoeld in artikel 41 van het
Handvest. De Visumcode voorziet tot dusver nog niet in een klachtenprocedure. De
Schengengrenscode voorziet met betrekking tot grensdoorlaatposten wel in een
klachtenprocedure (bijlage II).
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 37 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Bij de verrichting van hun taken
eerbiedigen consulaire medewerkers de
menselijke waardigheid volledig. Elke
maatregel staat in verhouding tot de
daarmee nagestreefde doeleinden.
2. Bij de verrichting van hun taken
eerbiedigen consulaire medewerkers de
rechten die zijn opgenomen in het
Handvest van de grondrechten volledig.
Elke maatregel staat in verhouding tot de
daarmee nagestreefde doeleinden.
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 37 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Bij de uitvoering van hun
werkzaamheden onthouden consulaire
medewerkers zich van discriminatie op
grond van geslacht, ras of etnische
afkomst, godsdienst of overtuiging,
handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid.
3. Bij de uitvoering van hun
werkzaamheden onthouden consulaire
medewerkers zich van discriminatie op
grond van nationaliteit, geslacht,
gezinssituatie, ras of etnische afkomst,
godsdienst of overtuiging, handicap,
leeftijd of seksuele gerichtheid.
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 2 – letter b
RR\1093195NL.doc 69/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
b) werken samen met een of meer andere
lidstaten in het kader van een
vertegenwoordigingsregeling of een
andere vorm van consulaire samenwerking
.
b) werken samen met een of meer andere
lidstaten in het kader van de plaatselijke
Schengensamenwerking of door middel
van andere passende contacten, zoals
beperkte vertegenwoordiging,
vertegenwoordiging, co-locatie,
gemeenschappelijke aanvraagcentra of
een andere vorm van consulaire
samenwerking, zoals
Schengenvisumcentra.
Motivering
De Commissie stelt voor de verschillende vormen van samenwerking uit de tekst te schrappen.
Schrapping hiervan lijkt echter het verkeerde signaal af te geven. De verschillende
mogelijkheden die er zijn om samen te werken moeten in de tekst blijven staan en daarnaast
moet er verwezen worden naar samenwerking in de vorm van Schengenvisumcentra (zie
artikel 39 ter nieuw).
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Een lidstaat mag ook met een externe
dienstverlener samenwerken,
overeenkomstig artikel 41.
3. In bijzondere omstandigheden of om
redenen in verband met de plaatselijke
situatie, bijvoorbeeld wanneer:
a) het grote aantal aanvragers het niet
toelaat om het in ontvangst nemen van
aanvragen en van gegevens tijdig en in
behoorlijke omstandigheden te
organiseren;
b) het niet mogelijk is op een andere wijze
te zorgen voor een goede territoriale
dekking van het betrokken derde land, of
c) de veiligheidssituatie in het betrokken
land bijzonder problematisch is;
en gebleken is dat samenwerking met
andere lidstaten voor de betrokken lidstaat
niet passend is, kan een lidstaat, als er
PE557.179v04-00 70/127 RR\1093195NL.doc
NL
geen andere mogelijkheden zijn, ook met
een externe dienstverlener samenwerken,
overeenkomstig artikel 41.
Motivering
In het kader van deze herziening van de Visumcode stelt de Commissie voor lidstaten de
mogelijkheid te bieden samen te werken met een externe dienstverlener, zonder dat zij hieraan
voorwaarden verbindt of in dit kader beperkingen oplegt. Dit is in strijd met de huidige
Visumcode, omdat daaraan de gedachtegang ten grondslag ligt dat een lidstaat pas in laatste
instantie een externe dienstverlener mag inschakelen, namelijk als is geconstateerd dat er
geen andere mogelijkheden bestaan. De rapporteur is van mening dat niet te snel tot
uitbesteding mag worden besloten en stelt daarom deze wijziging voor. De tekst is aangepast
aan de vigerende regelgeving, zodat de realiteit van consulaten beter wordt weerspiegeld.
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1 bis. Indien het consulaat of de
ambassade van de vertegenwoordigende
lidstaat voornemens is een visum te
weigeren, zendt het de aanvraag door aan
de bevoegde autoriteiten van de
vertegenwoordigde lidstaat, die er
vervolgens een definitieve beslissing over
nemen binnen de termijn als omschreven
in artikel 20, leden 1, 2, of 3.
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 3 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. De vertegenwoordigende lidstaat en de
vertegenwoordigde lidstaat sluiten een
bilaterale regeling . Die regeling:
3. De vertegenwoordigende lidstaat en de
vertegenwoordigde lidstaat sluiten een
bilaterale regeling waarvan de tekst
openbaar wordt gemaakt. Die regeling:
RR\1093195NL.doc 71/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Artikel 39 bis
Samenwerking tussen lidstaten
1. Wanneer voor het delen van een co-
locatie wordt gekozen, handelen de
personeelsleden van de consulaten van
een of meer lidstaten de procedure in
verband met aan hen gerichte aanvragen,
met inbegrip van het verzamelen van de
biometrische kenmerken, af in het
consulaat van een andere lidstaat en
maken zij gebruik van de apparatuur van
die lidstaat. De betrokken lidstaten stellen
in overleg de duur en de voorwaarden
voor beëindiging van de co-locatie vast,
alsmede het aandeel van de visumleges
dat wordt ontvangen door de lidstaat
waarvan het consulaat wordt gebruikt.
2. Wanneer gemeenschappelijke
aanvraagcentra worden opgezet, worden
de personeelsleden van de consulaten van
twee of meer lidstaten met het oog op de
inontvangstneming van de aanvragen,
met inbegrip van de biometrische
kenmerken, samen in een gebouw
ondergebracht. De aanvragers worden
doorverwezen naar de lidstaat die bevoegd
is hun aanvraag te behandelen en
daarover een beslissing te nemen. De
lidstaten stellen in onderling overleg vast
hoe lang deze samenwerking zal duren,
welke voorwaarden gelden voor de
beëindiging ervan en hoe de kosten over
de deelnemende lidstaten worden
verdeeld. Eén lidstaat is verantwoordelijk
voor overeenkomsten met betrekking tot
facilitaire aangelegenheden en
diplomatieke betrekkingen met het
gastland.
3. In het geval dat de samenwerking met
PE557.179v04-00 72/127 RR\1093195NL.doc
NL
andere lidstaten wordt beëindigd, zorgen
de lidstaten ervoor dat de continuïteit van
de volledige dienstverlening is
gewaarborgd.
Motivering
De Commissie stelt voor deze bepalingen uit de bestaande Visumcode te schrapen.
Schrapping ervan lijkt echter het verkeerde signaal af te geven. De verschillende vormen van
samenwerking moeten in de tekst blijven staan en daarnaast moet er verwezen worden naar
de mogelijkheid Schengenvisumcentra op te zetten (zie hieronder).
Amendement 131
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Artikel 39 ter
Schengenvisumcentra
1. De lidstaten streven ernaar
Schengenvisumcentra op te richten, met
als doel de middelen te delen, de
consulaire vertegenwoordiging te
verbeteren, de dienstverlening aan
visumaanvragers te verbeteren, de
zichtbaarheid van de Unie te vergroten en
de uniforme toepassing van deze
verordening te verbeteren.
2. Het opzetten van Schengenvisumcentra
omvat in ieder geval het samenvoegen van
personeel of het gezamenlijk gebruik van
gebouwen. Andere details met betrekking
tot de werking van Schengenvisumcentra
kunnen worden aangepast aan de
plaatselijke omstandigheden.
3. De term "Schengenvisumcentrum" is
voorbehouden aan consulaire posten en
mag niet gebruikt worden door externe
dienstverleners.
Motivering
De Commissie spreekt alleen in overweging 33 over het concept Schengenvisumcentrum.
RR\1093195NL.doc 73/127 PE557.179v04-00
NL
Deze materie moet echter ook geregeld worden in een artikel. Er moeten in de toekomst
Schengenvisumcentra worden opgericht, omdat dergelijke centra enerzijds kostenefficiënter
zijn en anderzijds het visitekaartje zullen zijn van het gemeenschappelijke visumbeleid van de
EU en het Schengengebied, waarbinnen personen vrij kunnen reizen.
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 – lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2 bis. De lidstaten wisselen in het kader
van de plaatselijke
Schengensamenwerking informatie uit
over hun samenwerking met externe
dienstverleners.
Motivering
De Commissie stelt voor het huidige artikel 43, lid 3, te schrappen. Dit artikel bepaalt dat de
lidstaten in het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking informatie uitwisselen over
de selectie van externe dienstverleners en de vaststelling van de voorwaarden van hun
respectieve rechtsinstrumenten. De Commissie voert als reden hiervoor aan dat "een
dergelijke vorm van harmonisatie in realiteit onhaalbaar is, aangezien de lidstaten doorgaans
algemene contracten afsluiten met externe dienstverleners". Dit zou het geval kunnen zijn,
maar het is toch zinvol dat consulaten in een bepaald rechtsgebied informatie uitwisselen
over hun samenwerking met externe dienstverleners.
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 – lid 12
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
12. De lidstaten verstrekken de Commissie
een afschrift van het in lid 2 bedoelde
rechtsinstrument. De lidstaten brengen
jaarlijks uiterlijk op 1 januari verslag uit
aan de Commissie over hun samenwerking
met en toezicht (als bedoeld in bijlage VI,
punt C) op de externe dienstverleners die
zij overal ter wereld hebben ingeschakeld.
12. De lidstaten verstrekken de Commissie
een afschrift van het in lid 2 bedoelde
rechtsinstrument. De lidstaten brengen
jaarlijks uiterlijk op 1 januari verslag uit
aan de Commissie over hun samenwerking
met en toezicht op de externe
dienstverleners die zij overal ter wereld
hebben ingeschakeld. Dit verslag bevat
gedetailleerde informatie over de wijze
PE557.179v04-00 74/127 RR\1093195NL.doc
NL
waarop de lidstaten toezicht houden op de
activiteiten van de externe dienstverleners
en over de wijze waarop de externe
dienstverleners de naleving waarborgen
van de voorschriften die zijn opgenomen
in het met de lidstaat gesloten
rechtsinstrument als bedoeld in lid 2.
Voort bevat het verslag informatie over de
verslagen als bedoeld in bijlage VI, punt
C, onder e), en eventuele andere
inbreuken op het rechtsinstrument door
de externe dienstverlener.
Motivering
Het is momenteel zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, om informatie te verkrijgen over hoe de
samenwerking tussen de lidstaten en externe dienstverleners feitelijk functioneert. Ook de
Commissie heeft geconstateerd dat zij niet over de middelen beschikt om de aard en de
frequentie van het toezicht door de lidstaten op externe dienstverleners te verifiëren om
eventuele problemen in kaart te brengen. (SWD(2014)101, blz.34). De verslaglegging door de
lidstaten aan de Commissie, die ten taak heeft te waarborgen dat deze verordening juist wordt
toegepast, moet daarom uitgebreider en omvattender worden.
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Op erkende commerciële bemiddelaars
wordt regelmatig toezicht uitgeoefend door
middel van steekproefsgewijze controles,
die onder meer bestaan uit persoonlijke of
telefonische gesprekken met aanvragers,
controles van reizen en accommodaties en,
waar dit nodig wordt geacht, controle van
de documenten betreffende een
groepsgewijze terugreis.
3. Op erkende commerciële bemiddelaars
wordt regelmatig toezicht uitgeoefend door
middel van steekproefsgewijze controles,
die onder meer bestaan uit persoonlijke of
telefonische gesprekken met aanvragers,
controles van reizen en accommodaties,
verificatie van de toereikendheid en de
dekking voor individuele reizigers van de
reisziektekostenverzekering en, waar dit
nodig wordt geacht, controle van de
documenten betreffende een groepsgewijze
terugreis.
RR\1093195NL.doc 75/127 PE557.179v04-00
NL
Amendement 135
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. De centrale autoriteiten en consulaten
van de lidstaten verstrekken het publiek
alle relevante informatie met betrekking tot
het aanvragen van een visum en in het
bijzonder:
1. De centrale autoriteiten en consulaten
van de lidstaten verstrekken het publiek
alle relevante informatie met betrekking tot
het aanvragen van en het gebruik van een
visum en in het bijzonder:
Motivering
Toevoeging van "en het gebruik van" is noodzakelijk om rekening te houden met het
hieronder voorgestelde amendement met betrekking tot lid 1, letter h bis.
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) de criteria, voorwaarden en procedures
voor het aanvragen van een visum;
a) de criteria, voorwaarden en procedures
voor het aanvragen van een visum,
waaronder de vereiste ondersteunende
documenten en de normen die gelden
voor de foto, als bedoeld in artikel 9, lid 3,
onder c).
Motivering
De informatie die aan aanvragers wordt verstrekt moet nog gedetailleerder zijn, zodat dezen
hun aanvraag vooraf beter kunnen voorbereiden.
Amendement 137
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a bis) het bedrag van de visumleges,
toepasselijke vrijstellingen en
PE557.179v04-00 76/127 RR\1093195NL.doc
NL
verlagingen;
Amendement 138
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – letter a ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a ter) de landen waarvan de onderdanen
in het bezit moeten zijn van een
luchthaventransitvisum, als bedoeld in
artikel 3, leden 1 en 3;
Amendement 139
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – letter a quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a quater) het gebruik van een visum, het
verstrijken van de geldigheid, de
beëindiging en de intrekking van een
visum;
Amendement 140
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
d) erkende commerciële bemiddelaars; d) gegevens over de samenwerking met
externe dienstverleners en erkende
commerciële bemiddelaars;
Amendement 141
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1 – letter h bis (nieuw)
RR\1093195NL.doc 77/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
h bis) het feit dat onderdanen van derde
landen in het algemeen gedurende
maximaal 90 dagen per tijdvak van 180
dagen op het grondgebied van de lidstaten
mogen verblijven.
Motivering
Het lijkt erop dat veel onderdanen van derde landen niet op de hoogte zijn van deze bepaling.
Het is daarom wenselijk, ook om problemen aan de grens en onbedoelde overschrijding van
deze verblijfsduur te voorkomen, deze bepaling actiever onder de aandacht te brengen.
Amendement 142
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. De Commissie creëert op internet een
website over Schengenvisa, waarop alle
relevante informatie over visumaanvragen
wordt samengebracht.
4. De Commissie creëert op internet een
website over Schengenvisa, waarop alle
relevante informatie over visumaanvragen
wordt samengebracht. Deze website is
beschikbaar in alle officiële talen van de
Unie en in de hoofdtalen van de vijf derde
landen met de meeste aanvragen voor
Schengenvisa en is toegankelijk in alle
formats die nodig zijn om de
toegankelijkheid voor personen met een
handicap te waarborgen. Daarnaast staan
op de website de contactgegevens van en
de weblinks naar de consulaten van de
lidstaten die bevoegd zijn voor de
behandeling van een visumaanvraag.
Motivering
Het is van belang een website op te zetten die fungeert als centraal loket voor alle informatie
over het aanvragen van een visum. Gezien de complexiteit van de Visumcode is het van
belang visumaanvragers eenvoudige informatie te verstrekken, zodat zij weten wanneer, hoe
en waar zij een visum moeten aanvragen.
PE557.179v04-00 78/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 143
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 3 – letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
c bis) informatie over
verzekeringsmaatschappijen die een
adequate medische reisverzekering
aanbieden, inclusief verificatie van de
dekking en het eigen risico.
Amendement 144
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
7. Binnen elk ambtsgebied wordt uiterlijk
op 31 december van elk jaar een
jaarverslag opgesteld. Op basis van deze
verslagen stelt de Commissie over de
stand van de plaatselijke
Schengensamenwerking een jaarverslag
op dat aan het Europees Parlement en
aan de Raad wordt toegezonden.
7. Binnen elk ambtsgebied wordt uiterlijk
op 31 december van elk jaar een
jaarverslag opgesteld, dat door de
Commissie wordt gepubliceerd op haar
website.
Motivering
Tot nu toe ontvangen het Parlement en de Raad per ambtsgebied een afzonderlijk jaarverslag
over de plaatselijke Schengensamenwerking. Deze afzonderlijke verslagen moeten voor
referentiedoeleinden beschikbaar blijven. Met betrekking tot het jaarverslag wordt
voorgesteld dat de Commissie voortaan jaarlijks één verslag opstelt, waarin zij alle aspecten
behandelt waarover zij op grond van deze verordening verslag dient uit te brengen. Eén
verslag waarin de diverse onderwerpen aan de orde worden gesteld lijkt beter dan
afzonderlijke specifieke verslagen. Zie het amendement inzake artikel 54, lid 4 bis (nieuw).
Amendement 145
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 bis (nieuw)
RR\1093195NL.doc 79/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Artikel 47 bis
Wijziging van de bijlagen
De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 48 gedelegeerde handelingen vast
te stellen om de bijlagen bij deze
verordening te wijzigen.
Indien dit wegens nieuwe risico’s om
dwingende redenen van urgentie vereist
is, is de in artikel 49 neergelegde
procedure van toepassing op
overeenkomstig dit lid vastgestelde
gedelegeerde handelingen.
Motivering
De rapporteur wenst de bijlage als onderdeel van de Visumcode te handhaven, in plaats van
de Commissie de bevoegdheid toe te kennen om in een later stadium bij
uitvoeringshandelingen de inhoud van de bijlagen vast te stellen. Om te zorgen voor de
flexibiliteit die nodig is om de bijlagen indien nodig aan te passen, stelt de rapporteur voor
dat wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening vastgesteld mogen worden bij
gedelegeerde handeling, zoals ook het geval is in de Schengengrenscode.
Amendement 146
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De bevoegdheid tot vaststelling van de
in artikel 3, leden 2 en 9, bedoelde
gedelegeerde handelingen wordt aan de
Commissie verleend voor onbepaalde tijd.
2. De bevoegdheid tot vaststelling van de
in artikel 3, leden 2 en 9, artikel 22, lid 5
bis, artikel 47 bis en artikel 50 bedoelde
gedelegeerde handelingen wordt aan de
Commissie verleend voor onbepaalde tijd.
Amendement 147
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 – lid 3
PE557.179v04-00 80/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Het Europees Parlement of de Raad kan
de in artikel 3, leden 2 en 9, bedoelde
bevoegdheidsdelegatie te allen tijde
intrekken. Het besluit tot intrekking
beëindigt de delegatie van de in dat besluit
genoemde bevoegdheid. Het wordt van
kracht op de dag na de bekendmaking
ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie of op een daarin genoemde
latere datum. Het laat de geldigheid van
reeds van kracht zijnde gedelegeerde
handelingen onverlet.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan
de in artikel 3, leden 2 en 9, artikel 22, lid
5 bis, artikel 47 bis en artikel 50 bedoelde
bevoegdheidsdelegatie te allen tijde
intrekken. Het besluit tot intrekking
beëindigt de delegatie van de in dat besluit
genoemde bevoegdheid. Het wordt van
kracht op de dag na de bekendmaking
ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie of op een daarin genoemde
latere datum. Het laat de geldigheid van
reeds van kracht zijnde gedelegeerde
handelingen onverlet.
Amendement 148
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
5. Een overeenkomstig artikel 3, leden 2 en
9, vastgestelde gedelegeerde handeling
treedt slechts in werking indien noch het
Europees Parlement, noch de Raad
daartegen binnen een termijn van twee
maanden na de kennisgeving van de
handeling aan het Europees Parlement en
de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien
zowel het Europees Parlement als de Raad
voor het verstrijken van die termijn de
Commissie hebben medegedeeld dat zij
geen bezwaar zullen maken. Die termijn
wordt op initiatief van het Europees
Parlement of de Raad met twee maanden
verlengd.
5. Een overeenkomstig artikel 3, leden 2 en
9, artikel 22, lid 5 bis, artikel 47 bis of
artikel 50 vastgestelde gedelegeerde
handeling treedt slechts in werking indien
noch het Europees Parlement, noch de
Raad daartegen binnen een termijn van
twee maanden na de kennisgeving van de
handeling aan het Europees Parlement en
de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien
zowel het Europees Parlement als de Raad
voor het verstrijken van die termijn de
Commissie hebben medegedeeld dat zij
geen bezwaar zullen maken. Die termijn
wordt op initiatief van het Europees
Parlement of de Raad met twee maanden
verlengd.
Amendement 149
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 – lid 1
RR\1093195NL.doc 81/127 PE557.179v04-00
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Een overeenkomstig dit artikel
vastgestelde gedelegeerde handeling treedt
onverwijld in werking en is van toepassing
zolang geen bezwaar wordt gemaakt
overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving
van de gedelegeerde handeling aan het
Europees Parlement en de Raad wordt
vermeld om welke redenen gebruik wordt
gemaakt van de spoedprocedure.
1. Een overeenkomstig dit artikel
vastgestelde gedelegeerde handeling treedt
onverwijld in werking en is van toepassing
zolang geen bezwaar wordt gemaakt
overeenkomstig lid 2. De kennisgeving van
een gedelegeerde handeling aan het
Europees Parlement en de Raad wordt
onverwijld doorgezonden en bevat de
precieze redenen voor het gebruik van de
spoedprocedure.
Amendement 150
Voorstel voor een verordening
Artikel 50
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
De Commissie stelt door middel van
uitvoeringshandelingen aanwijzingen vast
betreffende de praktische toepassing van
de bepalingen van deze verordening. Deze
uitvoeringshandelingen worden
vastgesteld overeenkomstig de in artikel
51, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 48 gedelegeerde handelingen vast
te stellen met betrekking tot de vaststelling
van aanwijzingen betreffende de
praktische toepassing van de bepalingen
van deze verordening.
Motivering
De huidige aanwijzingen (C(2010) 1620) bevatten weliswaar de disclaimer dat zij naast de
verplichtingen die gelden uit hoofde van de Visumcode geen nieuwe wettelijke verplichtingen
in het leven roepen, maar zijn qua taalgebruik gelijk aan een bindende handeling (en worden
in de praktijk ook zo toegepast), voeren verplichtingen in naast de bestaande uit de
Visumcode en bevatten uitzonderingsbepalingen. Voorbeelden hiervan zijn de bepaling over
"originele" documenten (6.1.1.), het verplicht overleggen van een medische verklaring
(5.3.2.), de afgifte van een ontvangstbewijs bij het betalen van leges (4.4.5.1) of de
verplichting om bepaalde documenten te overleggen met betrekking tot de persoon die
onderdak verleent (6.2.1 A (3)). De aanwijzingen moeten derhalve worden vastgesteld bij
gedelegeerde handeling.
PE557.179v04-00 82/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 151
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Drie jaar na de in artikel 55, lid 2,
vastgestelde datum verricht de Commissie
een evaluatie van de toepassing van deze
verordening . Daarbij worden de bereikte
resultaten getoetst aan de doelstellingen en
wordt nagegaan hoe de verordening is
toegepast, een en ander onverminderd de in
lid 3 bedoelde verslagen.
1. Twee jaar na de in artikel 55, lid 2,
vastgestelde datum verricht de Commissie
een evaluatie van de toepassing van deze
verordening. Daarbij worden de bereikte
resultaten getoetst aan de doelstellingen en
wordt nagegaan hoe de verordening is
toegepast, een en ander onverminderd de in
lid 3 bedoelde verslagen. Bij deze evaluatie
wordt beoordeeld of het nodig is houders
van een visum voor kort verblijf verplicht
te stellen over een medische
reisverzekering te beschikken. Met het
oog hierop verstrekken de lidstaten de
Commissie gegevens over de
gezondheidsgerelateerde kosten die van de
verzekering van visumhouders kunnen
worden teruggevorderd en over
gezondheidsgerelateerde kosten die door
houders van een visum voor kort verblijf
zijn gemaakt, maar nog niet door de
verzekering zijn vergoed.
Amendement 152
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4 bis. De Commissie dient jaarlijks bij het
Europees Parlement en de Raad een
verslag in over de tenuitvoerlegging van
deze verordening. Dit verslag bevat met
name informatie over de
tenuitvoerlegging van de bepalingen
inzake luchthaventransitvisa en de
tijdelijke regelingen voor de afgifte van
visa aan de buitengrenzen, alsmede over
de stand van zaken met betrekking tot de
RR\1093195NL.doc 83/127 PE557.179v04-00
NL
samenwerking met externe
dienstverleners en de plaatselijke
Schengensamenwerking.
Motivering
Voorgesteld wordt dat de Commissie ieder jaar een verslag opstelt. Dit verslag dient
betrekking te hebben op alle aspecten waarover zij op grond van deze verordening verslag
dient uit te brengen en op alle onderwerpen waarover zij het Parlement en de Raad op grond
van de verordening dient te informeren.
Amendement 153
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Artikel 51 is van toepassing vanaf [drie
maanden na de inwerkingtreding] .
3. De artikelen 48, 49, 50 en 51 zijn van
toepassing vanaf [drie maanden na de
inwerkingtreding].
Motivering
Om ervoor te zorgen dat de nieuwe aanwijzingen betreffende de praktische toepassing van de
Visumcode beschikbaar zijn als de hele nieuwe Visumcode toepasselijk wordt, moeten de
artikelen 48 t/m 50 ook eerder van toepassing zijn.
Amendement 154
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3 bis. Artikel 22, lid 5 bis, is van
toepassing vanaf [twee jaar na de
inwerkingtreding].
PE557.179v04-00 84/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 155
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – tabel 1 – rij 30
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Ik neem er kennis van dat de leges niet
worden terugbetaald indien het visum
wordt geweigerd.
Ik neem er kennis van dat de leges niet
worden terugbetaald indien het visum
wordt geweigerd.
Van toepassing in geval van een
meervoudig inreisvisum: Het is mij
bekend dat ik bij mijn eerste bezoek en
alle volgende bezoeken aan het
grondgebied van de lidstaten moet
beschikken over een toereikende
reisziektekostenverzekering.
Amendement 156
Voorstel voor een verordening
Bijlage II –deel A – punt 3 – letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) documenten met betrekking tot
huisvesting;
a) documenten met betrekking tot
huisvesting, of het bewijs van voldoende
middelen om in logies te voorzien;
Motivering
Bevestigde boekingen zijn niet altijd betrouwbaar, aangezien de boeking gedaan kan zijn via
een online-boekingssysteem dat kosteloze annulering toestaat. De formulering van de tekst in
de bijlage wordt aangepast aan die van artikel 13, lid 1, onder b) inzake bewijsstukken.
Amendement 157
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – punt 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. het doel en de omstandigheden van het
voorgenomen verblijf zijn onvoldoende
2. het doel en de omstandigheden van het
voorgenomen verblijf zijn onvoldoende
RR\1093195NL.doc 85/127 PE557.179v04-00
NL
aangetoond aangetoond
Het (de) volgende document(en) kon(den)
niet worden overgelegd:
Motivering
De tekst wordt aangepast aan de tekst van Verordening 562/2006 (de Schengengrenscode),
bijlage V, deel B.
Amendement 158
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – punt 6
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6. u wordt door één of meer lidstaten
beschouwd als een bedreiging van de
openbare orde, de binnenlandse veiligheid,
de volksgezondheid als omschreven in
artikel 2, lid 19, van Verordening (EG) nr.
562/2006 (Schengengrenscode), of de
internationale betrekkingen van één of
meer van de lidstaten
6. u wordt door één of meer lidstaten
beschouwd als een bedreiging van de
openbare orde, de binnenlandse veiligheid,
de volksgezondheid als omschreven in
artikel 2, lid 19, van Verordening (EG) nr.
562/2006 (Schengengrenscode), of de
internationale betrekkingen van één of
meer van de lidstaten
Deze lidstaten zijn: ..................... (naam
van de lidstaat)
Motivering
De visumaanvrager moet worden meegedeeld welke lidstaat hem beschouwt als een
bedreiging.
Amendement 159
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – Aanvullende opmerkingen
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Aanvullende opmerkingen: Nadere toelichting van de redenen voor
het besluit (punten 1 t/m 11 hierboven) en
aanvullende opmerkingen:
U kunt beroep instellen tegen het besluit
tot weigering/nietigverklaring/intrekking
U kunt beroep instellen tegen dit besluit.
PE557.179v04-00 86/127 RR\1093195NL.doc
NL
van een visum.
Motivering
Met betrekking tot "aanvullende opmerkingen": er dient te worden verduidelijkt dat
consulaten dit veld ook mogen gebruiken om de aan het besluit ten grondslag liggende
redenen toe te lichten.
De tweede wijziging is bedoeld om de gebruikersvriendelijkheid van het formulier te
vergroten. Dat is extra belangrijk omdat het gaat om het formulier dat verstrekt wordt aan
personen die geen visum krijgen. Het formulier moet daarom gemakkelijk te begrijpen zijn.
Amendement 160
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – aanvullende opmerkingen – alinea 7
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Handtekening van de betrokkene7 Handtekening van de betrokkene
________________
7Indien vereist op grond van nationale
wetgeving.
Motivering
Een besluit tot weigering, nietigverklaring of intrekking van een visum moet, gelet op het
belang daarvan, altijd worden ondertekend, en niet slechts in gevallen waarin het nationale
recht dat voorschrijft.
Amendement 161
Voorstel voor een verordening
Bijlage V bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
BIJLAGE V bis
RR\1093195NL.doc 87/127 PE557.179v04-00
NL
INVULLEN VAN DE VISUMSTICKER
1. Zone voor verplichte gegevens
1.1 Rubriek „GELDIG VOOR”:
Deze rubriek vermeldt het grondgebied waarop de houder van het visum zich mag
ophouden.
Slechts de volgende vermeldingen kunnen in de rubriek worden aangebracht:
a) Schengenstaten;
b) Schengenstaat of Schengenstaten tot het grondgebied waarvan de geldigheid van het
visum is beperkt (in dit geval worden de volgende landencodes gebruikt):
BE BELGIË
CZ TSJECHIË
DK DENEMARKEN
DE DUITSLAND
EE ESTLAND
GR GRIEKENLAND
ES SPANJE
FR FRANKRIJK
IT ITALIË
LV LETLAND
LT LITOUWEN
LU LUXEMBURG
HU HONGARIJE
MT MALTA
NL NEDERLAND
AT OOSTENRIJK
PL POLEN
PT PORTUGAL
SI SLOVENIË
SK SLOWAKIJE
FI FINLAND
SE ZWEDEN
IS IJSLAND
NO NOORWEGEN
CH ZWITSERLAND
PE557.179v04-00 88/127 RR\1093195NL.doc
NL
1.2. Wanneer de sticker wordt gebruikt om een eenvormig visum af te geven, wordt in de
rubriek „GELDIG VOOR” het woord „Schengenstaten” ingevuld in de taal van de lidstaat
van afgifte.
1.3. Wanneer de sticker wordt gebruikt om een visum af te geven met territoriaal beperkte
geldigheid overeenkomstig artikel 25, lid 1, van deze verordening wordt/worden in deze
rubriek de naam/namen van de lidstaat/lidstaten ingevuld tot het grondgebied waarvan het
verblijf van de houder van het visum is beperkt, in de taal van de lidstaat van afgifte.
1.4. Wanneer de sticker wordt gebruikt voor de afgifte van een visum met territoriaal
beperkte geldigheid krachtens artikel 25, lid 3, van deze verordening kunnen de volgende
opties voor de in te vullen codes worden gebruikt:
a) in de rubriek worden de codes van de betrokken lidstaten aangebracht;
b) in de rubriek wordt de vermelding „Schengenstaten” aangebracht, gevolgd door een
tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten waarvoor het visum niet
geldig is;
c) indien het veld „GELDIG VOOR” niet volstaat voor de vermelding van alle codes van de
lidstaten die het betrokken reisdocument (niet) erkennen, wordt een kleiner lettertype
gebruikt.
2. Rubriek „VAN … TOT …”:
Deze rubriek vermeldt de periode gedurende welke de houder van het visum tot verblijf
gerechtigd is.
Na „VAN” wordt de datum aangegeven van de eerste dag waarop de houder van het visum
het grondgebied mag binnenkomen waarvoor het visum geldig is; de vermelding van deze
datum bestaat uit:
- twee cijfers ter aanduiding van de dag; indien één cijfer daarvoor volstaat, wordt het
voorafgegaan door een nul;
- een horizontaal streepje;
- twee cijfers ter aanduiding van de maand; indien één cijfer daarvoor volstaat, wordt het
voorafgegaan door een nul;
- een horizontaal streepje;
- twee cijfers ter aanduiding van het jaar, te weten de laatste twee cijfers van het jaar.
Bijvoorbeeld: 05-12-07 = 5 december 2007.
Na „TOT” wordt de datum van de laatste dag van het toegestane verblijf van de houder van
het visum ingevuld. Deze datum wordt op dezelfde wijze vermeld als die waarmee de eerste
dag van het verblijf wordt aangegeven. De visumhouder moet het grondgebied waarvoor
het visum geldig is op deze dag vóór middernacht verlaten.
3. Rubriek „AANTAL BINNENKOMSTEN”:
Deze rubriek vermeldt het aantal malen dat de houder van het visum het grondgebied
waarvoor het geldig is, mag binnenkomen en verwijst dus naar het aantal verblijfsperioden
die over de gehele geldigheidsduur mogen worden verspreid. Zie rubriek 4.
Het aantal binnenkomsten kan één, twee of meer bedragen. Dit aantal wordt op de
rechterzijde van het voorbedrukte deel ingevuld, en wel respectievelijk met „01”, „02”, of,
RR\1093195NL.doc 89/127 PE557.179v04-00
NL
indien de visumhouder tot meer dan twee binnenkomsten gerechtigd is, met de afkorting
„MULT”.
Wanneer een meervoudig luchthaventransitvisum wordt afgegeven overeenkomstig
artikel 26, lid 3, wordt de geldigheid daarvan als volgt berekend: eerste datum van
vertrek + 6 maanden.
Wanneer het aantal uitreizen van de visumhouder gelijk is aan het aantal toegestane
binnenkomsten, verliest het visum zijn geldigheid, ook al is het aantal verblijfsdagen
waarop het visum recht geeft, nog niet uitgeput.
4. Rubriek „DUUR VAN HET VERBLIJF … DAGEN”:
Deze rubriek vermeldt het aantal dagen gedurende welke de visumhouder tot verblijf
gerechtigd is op het grondgebied waarvoor het visum geldig is, hetzij gedurende een
ononderbroken periode, hetzij, afhankelijk van het toegestane aantal dagen, gedurende
verscheidene verblijfsperioden, tussen de onder rubriek 2 genoemde data, voor zover het
aantal in rubriek 3 vermelde binnenkomsten niet wordt overschreden.
In de vrije ruimte tussen de woorden „DUUR VAN HET VERBLIJF” en het woord
„DAGEN” wordt met twee cijfers, waarvan het eerste een nul is indien het aantal dagen uit
één cijfer bestaat, het aantal verblijfsdagen ingevuld waarop het visum recht geeft.
In deze rubriek mag dit ten hoogste 90 dagen zijn.
Wanneer een visum meer dan zes maanden geldig is, is de duur van ieder verblijf 90 dagen
binnen elke periode van 180 dagen.
5. Rubriek „AFGEGEVEN TE … OP …”:
Deze rubriek vermeldt de naam van de plaats waar de instantie van afgifte zich bevindt. De
datum van afgifte wordt na „OP” ingevuld.
De datum van afgifte wordt op dezelfde wijze vermeld als de in rubriek 2 bedoelde data.
6. Rubriek „PASPOORTNUMMER”:
Deze rubriek vermeldt het nummer van het reisdocument waarin de visumsticker wordt
aangebracht.
Indien de persoon aan wie het visum wordt afgegeven, is bijgeschreven in het paspoort van
de echtgeno(o)t(e), ouders of voogd, wordt het nummer van het reisdocument van die
persoon vermeld.
Wanneer het reisdocument van de aanvrager niet wordt erkend door de lidstaat van afgifte,
wordt het uniforme model voor het afzonderlijke blad voor het aanbrengen van visa
gebruikt voor het aanbrengen van het visum.
Wanneer het visum op het afzonderlijke blad wordt aangebracht, wordt in deze rubriek niet
het paspoortnummer vermeld maar hetzelfde zescijferige typografische nummer dat ook op
het formulier is aangebracht.
7. Rubriek „TYPE VISUM”:
Teneinde identificatie door de controleautoriteit te vergemakkelijken, wordt in de rubriek
„TYPE VISUM” door middel van de letters A, C en D het type visum vermeld waarop de
visumsticker betrekking heeft, waarbij die letters staan voor:
A : luchthaventransitvisum (omschreven in artikel 2, lid 5, van
PE557.179v04-00 90/127 RR\1093195NL.doc
NL
deze verordening)
C : visum (omschreven in artikel 2, lid 2, van deze verordening)
D : visum voor verblijf van lange duur
8. Rubriek „NAAM EN VOORNAAM”:
Het eerste woord van de rubriek „naam”, en vervolgens het eerste woord van de rubriek
„voornaam”, zoals in het reisdocument van de visumhouder vermeld, worden hier in die
volgorde ingevuld. De autoriteit van afgifte controleert of de naam en voornaam die in het
reisdocument staan en die zowel in deze rubriek als in de machineleesbare zone moeten
worden ingevuld, identiek zijn aan die in de visumaanvraag. Indien het aantal tekens van
de naam en de voornaam groter is dan het aantal beschikbare vakken, worden de
resterende tekens vervangen door een punt (.).
9. a) Verplichte, in de rubriek „OPMERKINGEN” op te nemen vermeldingen
– Indien het visum overeenkomstig artikel 8 is afgegeven namens een andere lidstaat, wordt
onderstaande vermelding toegevoegd: „R/[Code van vertegenwoordigde lidstaat.]”.
– Indien het visum is afgegeven voor doorreis, wordt onderstaande vermelding toegevoegd:
„DOORREIS”.
– Wanneer alle in artikel 5, lid 1, van de VIS-verordening bedoelde gegevens in het
visuminformatiesysteem zijn geregistreerd, wordt onderstaande vermelding toegevoegd:
„VIS”.
– Indien slechts de in artikel 5, lid 1, onder a) en b) bedoelde gegevens in het
visuminformatiesysteem zijn geregistreerd, maar de in artikel 5, lid 1, onder c) bedoelde
gegevens niet in het visuminformatiesysteem zijn geregistreerd omdat het verzamelen van
vingerafdrukken in de betrokken regio niet verplicht was: „VIS 0” .
b) Nationale gegevens in de zone „OPMERKINGEN”
In deze zone worden in de taal van de lidstaat van afgifte ook de opmerkingen ingevuld die
verband houden met nationale bepalingen. Dit mogen echter niet dezelfde opmerkingen
zijn als de verplichte opmerkingen die zijn bedoeld in punt 1 van deze bijlage.
c) Ruimte voor de foto
De foto, in kleur, van de houder van het visum wordt aangebracht in de ruimte die
daarvoor is gereserveerd.
Met betrekking tot de op de visumsticker aan te brengen foto gelden de volgende
voorschriften.
Het hoofd, van kin tot kruin, beslaat tussen 70 en 80 % van de verticale afmeting van de
foto.
De minimumresolutie is:
– 300 pixels per inch (ppi), niet-gecomprimeerd, voor een gescande foto;
– 720 dots per inch (dpi) voor een foto in kleurendruk.
10. Machineleesbare zone
RR\1093195NL.doc 91/127 PE557.179v04-00
NL
Genoemde zone behelst twee regels met elk 36 karakters (OCR B–10 karakters/inch).
Eerste regel: 36 karakters (verplicht)
Posities Aantal
karakters
Inhoud
rubriek
Specificaties
1-2 2 Soort
document
Eerste karakter: V
Tweede karakter: code van het type visum (A, C of
D)
3-5 3 Staat van
afgifte
Alfabetische 3-karaktercode van de ICAO: BEL,
CHE, CZE, DNK, D<<, EST, GRC, ESP, FRA,
ITA, LVA, LTU, LUX, HUN, MLT, NLD, AUT,
POL, PRT, SVN, SVK, FIN, SWE, ISL, NOR
6-36 31 Naam en
voornaam
De naam wordt van de voornamen gescheiden
door 2 opvultekens (<<); onderdelen van namen
dienen door één opvulteken (<) van elkaar te
worden gescheiden; niet-gebruikte posities dienen
van één opvulteken (<) te worden voorzien.
Tweede regel: 36 karakters (verplicht)
Posities Aantal
karakters
Inhoud rubriek Specificaties
1 9 Visumnummer Dit nummer staat rechtsbovenaan op de
sticker gedrukt
10 1 Controlekarakter Dit karakter wordt verkregen na een
complexe berekening van de voorgaande
zone volgens een door de ICAO gedefinieerd
algoritme.
11 3 Nationaliteit
aanvrager
Alfabetische 3-karaktercode van de ICAO
14 6 Geboortedatum Structuur: JJMMDD, waarbij:
JJ = jaar (verplicht)
MM = maand of << indien niet bekend
DD = dag of << indien niet bekend
20 1 Controlekarakter Dit karakter wordt verkregen na een
complexe berekening van de voorgaande
zone volgens een door de ICAO gedefinieerd
algoritme.
21 1 Geslacht F= vrouw,
M = man,
< = niet aangegeven
PE557.179v04-00 92/127 RR\1093195NL.doc
NL
22 6 Einddatum
geldigheid visum
De volgorde is JJMMDD, zonder opvulteken
28 1 Controlekarakter Dit karakter wordt verkregen na een
complexe berekening van de voorgaande
zone volgens een door de ICAO gedefinieerd
algoritme.
29 1 Territoriale
geldigheid
a) voor VTBG, de letter T invoeren.
b) voor eenvormige visa het opvulteken <
invoeren.
30 1 Aantal
binnenkomsten
1, 2, of M
31 2 Duur van het
verblijf
a) Visa voor verblijf van korte duur: aantal
dagen aangeven in de visueel leesbare zone.
b) Visa voor verblijf van langere duur: <<
33 4 Ingangsdatum
geldigheid
MMDD zonder opvulteken.
Amendement 162
Voorstel voor een verordening
Bijlage V ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
BIJLAGE V ter
AANBRENGEN VAN DE VISUMSTICKER
1. De visumsticker wordt aangebracht op de eerste bladzijde van het reisdocument waarop
geen vermeldingen of stempels staan (buiten het stempel waaruit blijkt dat een aanvraag
ontvankelijk is).
2. De sticker wordt evenwijdig aan de rand van de pagina van het reisdocument
aangebracht. De machineleesbare zone van de sticker wordt op de hoek van de bladzijde
uitgelijnd.
3. Het stempel van de instantie van afgifte wordt zodanig in de zone „OPMERKINGEN”
aangebracht dat het voorbij de rand van de sticker doorloopt op de bladzijde van het
reisdocument.
4. Wanneer moet worden afgezien van invulling van de machineleesbare zone, mag het
RR\1093195NL.doc 93/127 PE557.179v04-00
NL
stempel in deze zone worden aangebracht om deze aldus onbruikbaar te maken. De
afmetingen en de inhoud van het stempel worden vastgesteld in nationale voorschriften van
de lidstaat.
5. Ter voorkoming van hergebruik van een visumsticker die is aangebracht op het
afzonderlijke blad voor het aanbrengen van een visum, wordt aan de rechterkant, half op
de sticker en half op het afzonderlijke blad, het stempel van de instantie van afgifte
aangebracht, zodanig dat het lezen van de rubrieken en opmerkingen niet wordt bemoeilijkt
en de machineleesbare zone niet wordt bedrukt.
6. De verlenging van het visum overeenkomstig artikel 33 gebeurt in de vorm van een
sticker. Het stempel van de instantie van afgifte wordt op de visumsticker aangebracht.
Amendement 163
Voorstel voor een verordening
Bijlage V quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
BIJLAGE V quater
DEEL 1
Voorschriften voor visumafgifte aan de grens aan transiterende visumplichtige
zeevarenden
Deze voorschriften betreffen de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten
van de lidstaten met betrekking tot visumplichtige transiterende zeevarenden. Voor zover op
basis van de uitgewisselde informatie wordt overgegaan tot afgifte van een visum aan de
grens, berust de verantwoordelijkheid hiervoor bij de lidstaat van afgifte.
In het kader van deze regels wordt verstaan onder:
„Haven van een lidstaat”: een haven die een buitengrens van een lidstaat vormt;
„Luchthaven van een lidstaat”: een luchthaven die een buitengrens van een lidstaat vormt.
I. Aanmonsteren op een schip dat in een haven van een lidstaat ligt of verwacht wordt
(binnenkomst op grondgebied van de lidstaten)
– De rederij of de scheepsagent brengt de bevoegde autoriteiten in de haven van de lidstaat
waar het schip ligt of verwacht wordt, op de hoogte van de binnenkomst van visumplichtige
zeevarenden via een luchthaven, land- of zeegrens van een lidstaat. De rederij of de
scheepsagent ondertekent ten behoeve van deze zeevarenden een garantverklaring waarin
staat dat alle kosten voor het verblijf en zo nodig hun repatriëring door de reder worden
gedragen;
PE557.179v04-00 94/127 RR\1093195NL.doc
NL
– genoemde autoriteiten verifiëren zo spoedig mogelijk de juistheid van de door de rederij
of de scheepsagent meegedeelde gegevens en gaan na of aan de overige inreisvoorwaarden
voor het grondgebied van de lidstaten is voldaan. Ook wordt de reisroute op het
grondgebied van de lidstaten geverifieerd, bijvoorbeeld aan de hand van (vlieg)tickets;
– wanneer zeevarenden via de luchthaven van een lidstaat binnen moeten komen, brengen
de bevoegde autoriteiten in de haven van de lidstaat door middel van een naar behoren
ingevuld formulier voor transiterende visumplichtige zeevarenden (als weergegeven in deel
2 van deze bijlage) de bevoegde autoriteiten op de luchthaven van binnenkomst van de
lidstaat per fax, e-mail of andere middelen op de hoogte van de resultaten van de verificatie
en geven zij daarbij aan of op basis hiervan in principe tot afgifte van een visum aan de
grens kan worden overgegaan. Wanneer zeevarenden via een land- of zeegrens binnen
moeten komen, worden de bevoegde autoriteiten aan de grenspost waarlangs de betrokken
zeevarende het grondgebied van de lidstaten binnenkomt, volgens dezelfde procedure op de
hoogte gebracht;
– indien de verificatie van de beschikbare gegevens tot een positief resultaat leidt dat in
overeenstemming is met de verklaring of documenten van de zeevarende, kunnen de
bevoegde autoriteiten op de luchthaven van binnenkomst of uitreis van de lidstaat aan de
grens overgaan tot afgifte van een visum waarbij het toegestane verblijf overeenkomt met
wat nodig is voor het doel van de doorreis. Voorts wordt in dergelijke gevallen het
reisdocument van de zeevarende afgestempeld met een stempel van binnenkomst of uitreis
van de lidstaat en aan de betrokken zeevarende overhandigd.
II. Afmonsteren van een schip dat een haven van een lidstaat is binnengevaren (uitreis van
het grondgebied van de lidstaten)
– De rederij of de scheepsagent brengt de bevoegde autoriteiten van de bedoelde haven van
een lidstaat op de hoogte van de binnenkomst van visumplichtige zeevarenden die
afmonsteren en via een luchthaven-, land- of zeegrens van een lidstaat het grondgebied van
de lidstaten zullen verlaten. De rederij of de scheepsagent ondertekent ten behoeve van deze
zeevarenden een garantverklaring waarin staat dat alle kosten voor het verblijf en zo nodig
hun repatriëring door de reder worden gedragen;
– genoemde autoriteiten verifiëren zo spoedig mogelijk de juistheid van de door de rederij
of de scheepsagent meegedeelde gegevens en gaan na of aan de overige inreisvoorwaarden
voor het grondgebied van de lidstaten is voldaan. Ook wordt de reisroute op het
grondgebied van de lidstaten geverifieerd, bijvoorbeeld aan de hand van (vlieg)tickets;
– indien de verificatie van de beschikbare gegevens tot een positief resultaat leidt, kunnen
de bevoegde autoriteiten overgaan tot afgifte van een visum waarbij het toegestane verblijf
overeenkomt met wat nodig is voor het doel van de doorreis.
III. Overmonsteren van een schip dat een haven van een lidstaat is binnengevaren naar een
ander schip
– De rederij of de scheepsagent brengt de bevoegde autoriteiten in de bedoelde haven van
een lidstaat op de hoogte van de binnenkomst van visumplichtige zeevarenden die
afmonsteren en via een andere haven van een lidstaat het grondgebied van de lidstaten
zullen verlaten. De rederij of de scheepsagent ondertekent ten behoeve van deze
zeevarenden een garantverklaring waarin staat dat alle kosten voor het verblijf en zo nodig
hun repatriëring door de reder worden gedragen;
– genoemde autoriteiten verifiëren zo spoedig mogelijk de juistheid van de door de rederij
RR\1093195NL.doc 95/127 PE557.179v04-00
NL
of de scheepsagent meegedeelde gegevens en gaan na of aan de overige inreisvoorwaarden
voor het grondgebied van de lidstaten is voldaan. Ten behoeve van de verificatie wordt
contact opgenomen met de bevoegde autoriteiten in de haven van een lidstaat van waaruit
de zeevarenden het grondgebied van de lidstaten per schip zullen verlaten. Hierbij wordt
gecontroleerd of het schip waarop aangemonsterd wordt daar ligt of verwacht wordt. Ook
wordt de reisroute op het grondgebied van de lidstaten geverifieerd;
– indien de verificatie van de beschikbare gegevens tot een positief resultaat leidt, kunnen
de bevoegde autoriteiten overgaan tot afgifte van een visum waarbij het toegestane verblijf
overeenkomt met wat nodig is voor het doel van de doorreis.
DEEL 2
PE557.179v04-00 96/127 RR\1093195NL.doc
NL
RR\1093195NL.doc 97/127 PE557.179v04-00
NL
PUNTSGEWIJZE BESCHRIJVING VAN HET FORMULIER
Punten 1-4: de identiteit van de zeevarende
(1) A. Achterna(a)m(en)
B. Voorna(a)m(en)
C. Nationaliteit
D. Rang/graad
(2) A. Geboorteplaats
B. Geboortedatum
(3) A. Paspoortnummer
B. Datum van afgifte
C. Geldigheidsduur
(4) A. Nummer zeemansboekje
B. Datum van afgifte
C. Geldigheidsduur
Wat de punten 3 en 4 betreft: naargelang van de nationaliteit van de zeevarende en de
lidstaat van binnenkomst, kan een reisdocument of een zeemansboekje voor
identificatiedoeleinden worden gebruikt.
Punten 5-8: de scheepsagent en het betrokken schip
(5) Naam van de scheepsagent (persoon of maatschappij die de reder ter plaatse
vertegenwoordigt in alle aangelegenheden die te maken hebben met diens
verantwoordelijkheid voor de uitrusting van het schip) onder 5A en telefoonnummer
(en andere contactgegevens zoals fax, e-mailadres) onder 5B.
(6) A. Naam van het vaartuig
B. IMO-nummer (7 cijfers, ook bekend als het „Lloyds-nummer”)
C. Vlag (waaronder het koopvaardijschip vaart)
(7) A. Datum van aankomst van het schip
B. Herkomst (haven) van het schip
Punt A betreft de datum van aankomst van het schip in de haven waar de zeevarende
zal aanmonsteren.
(8) A. Datum van vertrek van het schip
B. Bestemming van het schip (volgende haven)
Wat de punten 7A en 8A betreft: informatie over de periode waarin de zeevarende mag
reizen om aan te monsteren.
Opgemerkt dient te worden dat de gevolgde route in sterke mate beïnvloed kan worden door
PE557.179v04-00 98/127 RR\1093195NL.doc
NL
onverwachte verstoringen en externe factoren, waaronder storm, averij enz.
Punten 9-12: doel en bestemming van de reis van de zeevarende.
(9) De „eindbestemming” is het eindpunt van de reis van de zeevarende. Dit kan de haven
zijn waar hij aanmonstert of het land waarheen hij reist wanneer hij afmonstert.
(10) Reden van de aanvraag
a) Bij aanmonstering is de eindbestemming de haven waar de zeevarende aanmonstert.
b) Bij overmonstering naar een ander schip binnen het grondgebied van de lidstaten is dit
eveneens de haven waar de zeevarende op zijn schip aanmonstert. Een overmonstering
naar een ander schip dat buiten het grondgebied van de lidstaten ligt, is te beschouwen als
een afmonstering.
c) Afmonstering kan om diverse redenen plaatsvinden: beëindiging contract,
arbeidsongeval, dringende familieredenen, enz.
(11) Vervoermiddel
Opgave van de wijze waarop de transiterende visumplichtige zeevarende zich op het
grondgebied van de lidstaten naar zijn eindbestemming zal begeven. In het formulier zijn
drie mogelijkheden opgenomen:
a) auto (of autobus);
b) trein;
c) vliegtuig.
(12) Datum van aankomst (op het grondgebied van de lidstaten)
Dit is vooral van toepassing op zeevarenden die in de eerste luchthaven/doorlaatpost van
een lidstaat (dit hoeft uiteraard niet altijd een luchthaven te zijn) aan de buitengrens het
grondgebied van de lidstaten willen binnenkomen.
Datum van doorreis
Dit is de datum waarop de zeevarende afmonstert in een haven op het grondgebied van de
lidstaten en naar een andere haven gaat die eveneens op het gebied van de lidstaten is
gelegen.
Datum van vertrek
Dit is de datum waarop de zeevarende afmonstert in een haven op het grondgebied van de
lidstaten om op een ander schip aan te monsteren dat niet in een haven op het grondgebied
van de lidstaten ligt, of de datum waarop de zeevarende afmonstert in een haven op het
grondgebied van de lidstaten om zich naar zijn woonplaats (buiten het grondgebied van de
lidstaten) te begeven.
Daar drie vervoersmiddelen zijn opgenomen, moet daarover ook de beschikbare informatie
worden verstrekt:
a) auto, autobus: kenteken;
b) trein: naam, nummer enz.;
c) vluchtgegevens: datum, tijdstip en vluchtnummer.
(13) Door de scheepsagent of de reder ondertekende tenlasteneming voor verblijfs- en
RR\1093195NL.doc 99/127 PE557.179v04-00
NL
eventuele repatriëringskosten van de zeevarende.
Amendement 164
Voorstel voor een verordening
Bijlage VIII – punt 2 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Binnen de in artikel 44 vastgestelde
termijn worden met gebruikmaking van
door de Commissie geleverde
gemeenschappelijke modellen de volgende
gegevens verstrekt aan de Commissie, in
voorkomend geval uitgesplitst naar
nationaliteit van de aanvrager, zoals
aangegeven in de modellen:
2. Binnen de in artikel 44 vastgestelde
termijn worden met gebruikmaking van
door de Commissie geleverde
gemeenschappelijke modellen de volgende
gegevens verstrekt aan de Commissie,
uitgesplitst naar nationaliteit van de
aanvrager, zoals aangegeven in de
modellen:
Motivering
Er moet duidelijk uit de wetgeving blijken welke statistieken verzameld dienen te worden.
Hierover mag de Commissie bij het opstellen van een model waarvoor geen
besluitvormingsprocedure is voorzien niet zelf beslissen. De wetgevingstekst mag derhalve
geen discretionaire bevoegdheid overlaten.
Amendement 165
Voorstel voor een verordening
Bijlage VIII – punt 2 – alinea 14
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Aantal afgegeven VTBG-visa, opgesplitst
naar de reden waarom zij werden
afgegeven (cf. artikel 22, leden 1 en 3, en
artikel 33, lid 3),
Aantal afgegeven VTBG-visa, opgesplitst
naar de reden waarom zij werden
afgegeven (cf. artikel 22, lid 1, in welk
geval de gegevens verder worden
opgesplitst naar de drie redenen:
humanitaire gronden, nationaal belang en
internationale verplichtingen, artikel 22,
lid 3, en artikel 33, lid 3).
Motivering
Om meer inzicht te verkrijgen in de afgifte van visa met territoriaal beperkte geldigheid is het
belangrijk om te kunnen beschikken over statistieken die zijn uitgesplitst naar de drie
PE557.179v04-00 100/127 RR\1093195NL.doc
NL
afzonderlijke redenen.
TOELICHTING
Inleiding
Dit verslag is het resultaat van intensieve werkzaamheden door de Commissie LIBE. Op basis
van het ontwerpverslag, de ingediende amendementen en het advies van de Commissie
TRAN hebben de politieke fracties voorafgaand aan de stemming in de Commissie een aantal
compromissen bereikt.
Hieronder geeft de rapporteur een uiteenzetting van de aan de belangrijkste goedgekeurde
amendementen ten grondslag liggende redenen.
Algemene opmerkingen over het voorstel
De rapporteur verwelkomt het voorstel en de achterliggende gedachte daarvan. Hij is het er
mee eens dat handhaving van de zeer hoge normen ter waarborging van de openbare
veiligheid en ter voorkoming van illegale migratie noodzakelijk is, maar dat daarnaast een
breder perspectief moet worden gehanteerd en moet worden erkend dat de EU als geheel de
plicht heeft het langs legitieme weg betreden van haar grondgebied te vergemakkelijken. De
rapporteur spreekt daarom zijn volledige steun uit voor de voorgestelde procedurele
maatregelen. Hierbij gaat het onder meer om de afschaffing van de regel dat alle aanvragers
hun aanvraag in persoon moeten indienen, om verduidelijking van de vereisten inzake
bewijsstukken, kortere termijnen of de invoering van de mogelijkheid om een onderhoud te
hebben met de aanvragers met behulp van moderne communicatiemiddelen.
Wat betreft de kritiek dat de voorgestelde versoepelingen tot problemen kunnen leiden op
veiligheidsgebied wil de rapporteur zeer duidelijk stellen dat deze versoepelingen naar zijn
mening tot doel hebben tegemoet te komen aan de veel geuite kritiek dat de huidige
procedures te omslachtig zijn. De versoepelingen laten de materiële criteria en voorwaarden
voor de beoordeling van visumaanvragen volledig onverlet. Het gaat hier om de manier
waarop een visum kan worden aangevraagd, en niet om de criteria waaraan moet worden
voldaan om een visum te kunnen krijgen.
Specifieke aspecten
De rapporteur is het in hoge mate eens met de aanpak van de Commissie, maar toch zijn er
een aantal kwesties waarover amendementen worden ingediend.
Om de procedure verder te moderniseren stelt de rapporteur voor om permanent een
elektronische versie van het aanvraagformulier beschikbaar te stellen, zodat het formulier
altijd op elektronische wijze ingevuld kan worden, in plaats van uitsluitend schriftelijk (art.
10, lid 2). Daarnaast moeten consulaten de mogelijkheid hebben online aanvragen te
accepteren (artikel 8, lid 6 bis). Deze twee voorgestelde wijzigingen zijn niet ingrijpend, maar
moeten gezien worden als maatregelen om de langetermijndoelstelling van een modernere
visumaanvraagprocedure dichterbij te brengen.
RR\1093195NL.doc 101/127 PE557.179v04-00
NL
Wat betreft de procedure is de rapporteur van mening dat bepaalde voorstellen versterkt
moeten worden. Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn tot negen maanden voor de
voorgenomen reis, in plaats van slechts zes maanden, een aanvraag in te dienen. De
rapporteur is van mening dat een dergelijke termijn beter overeenstemt met de moderne
praktijken op het gebied van reizen, aangezien internationale vliegtickets vaak aanzienlijk
goedkoper zijn wanneer ze lang van tevoren worden gekocht (art. 8, lid 1).
Met de Commissie is de rapporteur van mening dat het vaker afgeven van meervoudige
inreisvisa met een langere geldigheidsduur aan betrouwbare reizigers een voordeel biedt voor
zowel die reizigers als voor consulaten. Ook moet het toegenomen gebruik van het
Visuminformatiesysteem (VIS), na de wereldwijde invoering ervan, voordelen opleveren. De
rapporteur staat daarom volledig achter de bepalingen inzake het afgeven van meervoudige
inreisvisa aan regelmatige reizigers die in het VIS zijn geregistreerd.
Wat betreft "visa op humanitaire gronden" is de rapporteur het ermee eens dat de Visumcode
niet de allesbeslissende oplossing kan zijn voor de problemen waar personen die om
internationale bescherming verzoeken mee te maken krijgen. Hij is echter zonder meer van
mening dat veilige en legale manieren om het grondgebied van de EU te betreden voor
personen die vluchten voor onderdrukking noodzakelijk zijn en dat het afgeven van een
Schengenvisum een van die manieren is. De rapporteur heeft in het ontwerpverslag gekozen
voor een voorzichtige en juridisch deugdelijke benadering, uitgaand van het versterken en
verder uitwerken van bestaande bepalingen in de tekst. De achterliggende gedachte bij de
amendementen op de overwegingen 6 bis, 6 ter, en de artikelen 1, 6, 19 en 22 is dat personeel
van consulaten meer ruimte moet krijgen om rekening te kunnen houden met de behoefte aan
bescherming en met de internationale verplichtingen waar lidstaten aan gebonden zijn. Voorts
werd er een compromis bereikt, inhoudende dat personen die om internationale bescherming
vragen, rechtstreeks bij een consulaat of ambassade van de lidstaten een Europees humanitair
visum kunnen aanvragen.
Een onderwerp waarover een groot aantal afzonderlijke klachten is ingediend betreft de
weigering van visa voor onderdanen van derde landen die familie zijn van EU-burgers en die
een visum wensen om ze te kunnen bezoeken. De huidige situatie is juridisch gecompliceerd
(vanwege de specifieke bepalingen van Richtlijn 2004/38 betreffende vrij verkeer op grond
waarvan familieleden die daaronder vallen recht hebben op een visum) en tamelijk
ondoorzichtig (omdat specifieke bepalingen op dit gebied tot nu toe alleen in het handboek
zijn opgenomen en niet in de Visumcode zelf). Het grote aantal klachten over de onjuiste
toepassing van deze bepalingen door consulaten komt dan ook niet als een verrassing. De
rapporteur wijst erop dat de Commissie dit probleem in haar voorstel probeert aan te pakken,
alsmede de kwestie van "naaste verwanten" en situaties die niet onder de richtlijn vallen. De
rapporteur staat volledig achter deze voorstellen, maar is van mening dat op bepaalde punten
nog nadere bepalingen nodig zijn. Het gaat daarbij onder meer om bepalingen die toegang tot
het consulaat voor familieleden moeten waarborgen, omdat niet van ze verlangd kan worden
dat ze leges moeten betalen, en bepalingen over meervoudige inreisvisa, de afgifte van visa
aan de grens en weigeringen. Afwijzingen van visumaanvragen van familieleden moeten
uitgebreider worden gemotiveerd, zodat de betrokken persoon de afwijzing beter kan
begrijpen.
In dezelfde zin stelt de rapporteur een aantal verduidelijkingen voor van de beroepsprocedure
en een nieuwe bepaling op grond waarvan alle consulaten een klachtenprocedure moeten
PE557.179v04-00 102/127 RR\1093195NL.doc
NL
hebben. Het bieden van een klachtmogelijkheid is een goede administratieve praktijk en is
ook belangrijk voor het imago van de lidstaten en de EU. De meeste consulaten beschikken
waarschijnlijk al over een dergelijke mogelijkheid, maar de rapporteur wenst dit ook op te
nemen in de Visumcode. Bovendien kan een goed opgezet klachtensysteem leiden tot een
kleiner aantal formeel ingestelde beroepen, die een bijkomende werklast voor consulaten
vormen en vaak alleen worden ingesteld omdat een aspect van de procedure niet goed is
begrepen.
Daarom moet ook de verstrekking van informatie aan visumaanvragers en het publiek worden
verbeterd. De rapporteur stelt voor om de lijst van onderwerpen waar het publiek en de
aanvragers over geïnformeerd moeten worden uit te breiden. De commissie heeft er tevens
voor gestemd dat de website voor Schengenvisa, een langgekoesterde wens van het
Parlement, ten minste beschikbaar is in alle officiële talen van de Unie en in de hoofdtalen
van de vijf derde landen met de meeste aanvragen voor Schengenvisa (artikel 45).
Wat betreft de consulaire organisatie zijn met name vragen gerezen over de samenwerking
met externe dienstverleners. De rapporteur begrijpt dat de overheden van de lidstaten te
maken hebben met budgettaire beperkingen en ziet ook de voordelen van samenwerking met
externe dienstverleners. Tegelijkertijd zijn de taken die de externe dienstverleners in dit
verband uitvoeren overheidstaken en daarom mag alleen worden besloten tot samenwerking
met een externe dienstverlener nadat is vastgesteld dat er geen andere mogelijkheden zijn.
Uitbesteden moet niet de eerste keuze zijn. De rapporteur stelt daarom voor om artikel 38,
waarin wordt bepaald onder welke omstandigheden een externe dienstverlener ingeschakeld
kan worden, te herformuleren. Tegelijkertijd moet het toezicht op externe dienstverleners
worden versterkt en moet de Commissie beter worden geïnformeerd over de samenwerking
met externe dienstverleners, om de tenuitvoerlegging van wettelijke bepalingen ter plaatse
juist te kunnen beoordelen, wat momenteel moeilijk, zo niet onmogelijk is (artikel 41, lid 12).
Het langetermijndoel dat Schengenvisa worden behandeld door een enkele instantie in een
derde land die door alle lidstaten en de EU van middelen wordt voorzien, moet niet uit het
oog worden verloren. De huidige situatie is vaak absurd, omdat op alle niveaus veel energie
wordt verspild aan het reguleren en in praktijk brengen van het idee van de
"verantwoordelijke lidstaat". Om genoemd langetermijndoel te bereiken, moeten alle nodige
stappen worden genomen. De rapporteur steunt daarom de voorstellen inzake de zogeheten
verplichte vertegenwoordiging, maar stelt daarnaast voor nog een op afstand gebaseerd
criterium toe te voegen om de last voor de aanvrager verder te verlichten. Bovendien moeten
de huidige facultatieve samenwerkingsvormen tussen lidstaten (delen van een co-locatie en
gemeenschappelijke aanvraagcentra) gehandhaafd blijven, omdat het afschaffen ervan een
verkeerd signaal zou geven. Daarnaast stelt de rapporteur een nieuw artikel voor over
"Schengenvisumcentra", een idee dat de Commissie in een overweging naar voren brengt,
maar niet verder invult.
Met betrekking tot institutionele aangelegenheden wil de rapporteur wijzen op het voorstel
van de Commissie om een aantal van de huidige bijlagen bij de Code te schrappen en in een
later stadium door middel van uitvoeringshandelingen bepalingen vast te stellen die
momenteel door deze bijlagen worden gedekt. Dit is naar de mening van de rapporteur
onaanvaardbaar, omdat hiermee de rol van de wetgever wordt ingeperkt.
Een ander punt van aandacht is het handboek of de "praktische aanwijzingen" voor personeel
RR\1093195NL.doc 103/127 PE557.179v04-00
NL
van consulaten, die naar de mening van de Commissie, en zoals nu het geval is, vastgesteld
moeten worden door middel van uitvoeringshandelingen. Zogeheten "praktische handboeken"
zijn een standaard onderdeel geworden van een groot aantal wetgevingsinstrumenten op het
gebied van grenzen en visa (Grenscode, Eurosur), maar worden vastgesteld in de vorm van
verschillende juridische instrumenten (aanbevelingen, besluiten, beschikkingen). Het gevaar
daarbij is dat wordt geprobeerd de "wet te herschrijven", nieuwe elementen toe te voegen en
het belang van de onderliggende wetgeving te verminderen, doordat de handboeken het enige
document zijn waar personeel ter plaatse over beschikt. Gezien het huidige handboek, waarin
nieuwe elementen aan de Visumcode worden toegevoegd en uitzonderingen op de Visumcode
worden geformuleerd, en aangezien personeel van consulaten daadwerkelijk zou moeten
beschikken over gemeenschappelijke en geharmoniseerde "praktische aanwijzingen", zou de
rechtszekerheid in operationeel opzicht het best kunnen worden gewaarborgd door deze
aanwijzingen vast te stellen als gedelegeerde handelingen, ter aanvulling op de Visumcode.
PE557.179v04-00 104/127 RR\1093195NL.doc
NL
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
D(2014)45068
Claude Moraes
Voorzitter, Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
ASP 13G205
Brussel
Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de visumcode van de Unie (Visumcode)
(COM(2014)0164 final – C8-0001/2014 – 2014/0094(COD))
Geachte voorzitter,
De Commissie juridische zaken heeft bovengenoemd voorstel bestudeerd, overeenkomstig
artikel 104 inzake herschikking, zoals opgenomen in het Reglement van het Europees
Parlement.
Lid 3 van dit artikel luidt als volgt:
"Als de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het ontwerp geen
andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven, stelt zij de
ter zake bevoegde commissie hiervan in kennis.
In dat geval en onverminderd de in de artikelen 156 en 157 vastgelegde voorwaarden zijn
amendementen in de ter zake bevoegde commissie alleen ontvankelijk als zij betrekking
hebben op onderdelen van het ontwerp die wijzigingen bevatten.
Wanneer de ter zake bevoegde commissie evenwel voornemens is, overeenkomstig punt 8 van
het Interinstitutioneel Akkoord, ook amendementen op de gecodificeerde delen van het
ontwerp van wetgevingshandeling in te dienen, stelt zij de Raad en de Commissie daarvan
onverwijld in kennis. Alvorens tot stemming wordt overgegaan maakt laatstgenoemde
overeenkomstig artikel 54 haar standpunt inzake de amendementen kenbaar en geeft zij aan
of zij voornemens is het herschikkingsontwerp in te trekken."
Op grond van het advies van de adviesgroep, die het voorstel tot herschikking heeft
onderzocht, is de Commissie juridische zaken van oordeel dat het betreffende voorstel geen
andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel of in het
advies van de adviesgroep worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de
ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die inhoudelijke wijzigingen kan
worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande teksten
behelst, zonder inhoudelijke wijziging.
RR\1093195NL.doc 105/127 PE557.179v04-00
NL
Daarom heeft de Commissie juridische zaken tijdens haar vergadering van 24 september 2014
met 19 stemmen voor en 1 stem tegen1 besloten aan te bevelen dat de ten principale bevoegde
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken het voorstel overeenkomstig
artikel 104 behandelt.
Hoogachtend,
Pavel Svoboda
Bijlage: Advies van de adviesgroep
1 Daniel Buda, Sergio Gaetano Cofferati, Therese Comodini Cachia, Luis de Grandes Pascual, Mady Delvaux,
Andrzej Duda, Rosa Estaràs Ferragut, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Mary Honeyball, Sajjad Karim,
Dietmar Köster, Gilles Lebreton, António Marinho e Pinto, Jiří Maštálka, Emil Radev, Julia Reda, Evelyn
Regner, Pavel Svoboda, Viktor Uspaskich, Axel Voss, en Tadeusz Zwiefka.
PE557.179v04-00 106/127 RR\1093195NL.doc
NL
BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE
ADVIESGROEP VAN DE
JURIDISCHE DIENSTEN
Brussel, 5 augustus 2014
ADVIES
AAN HET EUROPEES PARLEMENT
DE RAAD
DE COMMISSIE
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de
visumcode van de Unie (Visumcode)
COM(2014)164 final of 1.4.2014 – 2014/0094(COD)
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer
gebruik van de herschikking van besluiten, en met name punt 9 daarvan, is de uit de juridische
diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bestaande adviesgroep op 30
april 2014 bijeengekomen om o.a. bovengenoemd voorstel van de Commissie te behandelen.
Tijdens die bijeenkomst1 heeft de adviesgroep, na bestudering van het voorstel voor een
verordening van het Europees Parlement en de Raad voor een herschikking van Verordening
(EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling
van een gemeenschappelijke visumcode, in onderlinge overeenstemming het volgende
vastgesteld.
1) Voor de toelichting geldt dat deze, om volledig in overeenstemming te zijn met de
voorschriften van het Interinstitutioneel Akkoord, precies moet aangeven welke bepalingen
van de vorige tekst ongewijzigd blijven, overeenkomstig het bepaalde in punt 6, onder a) iii),
van dat akkoord.
2) Omwille van de consistentie tussen overweging 12 en de tekst van artikel 3, lid 3, had de
aan overweging 12 toegevoegde zinsnede "Wanneer een lidstaat wordt geconfronteerd met
een plotselinge en aanzienlijke" met aanpassingstekens gemarkeerd moeten worden, in plaats
van de grijze achtergrond, die gewoonlijk voor inhoudelijke wijzigingen wordt gebruikt.
3) De huidige formulering van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009 had in het
herschikkingsvoorstel opgenomen moeten zijn en had aangegeven moeten worden met de
markering voor een inhoudelijke schrapping, te weten dubbele doorhaling in combinatie met
1 De adviesgroep beschikte over de Engelse, Franse en Duitse taalversie van het voorstel en heeft haar
beoordeling uitgevoerd op basis van de Engelse versie, aangezien de tekst in kwestie oorspronkelijk in deze taal
gesteld was.
RR\1093195NL.doc 107/127 PE557.179v04-00
NL
een grijze achtergrond.
4) In het voorstel voor een herschikking hadden de volgende tekstelementen gemarkeerd
moeten worden met de grijze achtergrond die gewoonlijk voor inhoudelijke wijzigingen
wordt gebruikt:
- in artikel 8, lid 6, de gehele tekst van punt c);
- in artikel 12, lid 2, de schrapping van de woorden "dient de aanvrager persoonlijk te
verschijnen. Op dat ogenblik";
- in artikel 14, lid 3, onder e), de vervanging van de woorden "vertegenwoordigers van non-
profitorganisaties" door "deelnemers";
- in artikel 34, lid 1, de schrapping van de woorden "met het oog op doorreis";
- in artikel 34, lid 2, de schrapping van het woord "transiterende".
De adviesgroep heeft na deze bestudering van het voorstel eensgezind geconstateerd dat het
betreffende voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in
het voorstel of in dit advies worden vermeld. Met betrekking tot de codificatie van de
ongewijzigde bepalingen van de eerdere handeling met die inhoudelijke wijzigingen heeft de
adviesgroep geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande
handeling behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen.
F. DREXLER H. LEGAL L. ROMERO REQUENA
Juridisch adviseur Juridisch adviseur Directeur-generaal
PE557.179v04-00 108/127 RR\1093195NL.doc
NL
15.10.2015
ADVIES VAN DE COMMISSIE VERVOER EN TOERISME
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende
de visumcode van de Unie (Visumcode)
(COM(2014)0164 – C8-0001/2014 – 2014/0094(COD))
Rapporteur voor advies: István Ujhelyi
BEKNOPTE MOTIVERING
1. Inleiding
Doel van het Commissievoorstel is de huidige procedures voor de afgifte van visa voor kort
verblijf voor het Schengengebied te versnellen en te vereenvoudigen, hetgeen tot
kostenbesparingen en minder bureaucratie en tegelijkertijd tot een juiste balans tussen
economische en veiligheidsbelangen zal leiden.
Door een versoepeling van de toegang tot het Schengengebied zal het voor legale reizigers
gemakkelijker worden om vrienden en verwanten te bezoeken en zaken te doen. Een en ander
zal ook leiden tot meer economische activiteit en werkgelegenheid in het toerisme en
aanverwante sectoren. Zo zal Europa de meest populaire toeristische bestemming in de wereld
blijven.
De belangrijkste elementen van het voorstel betreffende de Visumcode zijn:
kortere termijn voor de afhandeling van een visumaanvraag en het nemen van een beslissing;
het creëren van de mogelijkheid om visumaanvragen bij consulaten van andere EU-landen in
te dienen, wanneer de voor de behandeling van de visumaanvraag bevoegde lidstaat op een
bepaalde plaats niet aanwezig of vertegenwoordigd is; versoepelingen voor regelmatige
reizigers, inclusief de verplichte afgifte van meervoudige visa met een geldigheidsduur van
drie jaar; vereenvoudiging van de aanvraagformulieren en het creëren van de mogelijkheid
deze elektronisch in te vullen; het creëren van de mogelijkheid van speciale regelingen voor
de afgifte van visa aan de grens met een geldigheidsduur van maximaal vijftien dagen;
versoepeling van de afgifte van visa aan bezoekers die belangrijke evenementen komen
bijwonen.
RR\1093195NL.doc 109/127 PE557.179v04-00
NL
2. De vervoers- en toerismedimensie van het voorstel
"Soepelere visumregelingen zullen leiden tot meer groei en werkgelegenheid"
In het licht van het feit dat het primaire doel van het Schengenvisumsysteem het voorkomen
van illegale immigratie en van veiligheidsrisico's is, zij erop gewezen dat een grotere
gebruiksvriendelijkheid van de procedures voor het aanvragen van visa een positieve
uitwerking op de economie, en met name op het vervoer en het toerisme, zal hebben.
Uitgaande van de cijfers van de Europese Commissie en van diverse belanghebbenden zal de
economische impact van de versoepeling van de visumregeling voor het Schengengebied zeer
groot zijn (cf. Studie over de economische impact van de versoepeling van de visumregeling
voor verblijf van korte duur op de toeristische industrie en de economieën van de lidstaten die
deel uitmaken van het Schengengebied, EC, DG Ondernemerschap & Industrie, augustus
2013 - Visumversoepeling: Het toerisme: een stimulans voor economische groei en
ontwikkeling, Wereldorganisatie voor toerisme (UNWTO) januari 2013 – Bijdrage van het
cruisetoerisme aan de economieën van Europa 2014, The Cruise Lines International
Association (CLIA) – Bijdrage WTTC aan de herziening van de visumcode’, World Travel
and Tourism Council, juni 2015).
Door versoepeling van de visumregeling zou het aantal reizen naar het Schengengebied met
30 tot 60 % kunnen stijgen, met name uitgaande van de volgende zes landen: China, India,
Rusland, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika en Oekraïne.
Dit zou betekenen dat er over vijf jaar een totaalbedrag van €130 miljard rechtstreeks zal
worden besteed (aan accommodatie, eten en drinken, vervoer, amusement, winkelen, enz.) en
er circa 1,3 miljoen mensen in het toerisme en in aanverwante sectoren werkzaam zullen zijn.
3. Het standpunt van de rapporteur voor advies
Uw rapporteur voor advies staat achter de doelstelling van vereenvoudiging en versoepeling
van de regeling voor het aanvragen van een visum. Een en ander zal ertoe leiden dat
visumaanvragers minder worden afgeschrikt door de administratieve en financiële rompslomp
om het Schengengebied binnen te komen; voorts zal de visumversoepeling uiteindelijk een
positieve uitwerking op het toerisme en het vervoer in Europa alsook op de economie hebben.
Het is van belang tot meer wederzijds begrip te komen tussen het Schengengebied en derde
landen: meer bewustmaking onder de burgers, meer voorlichtingscampagnes, meer
rechtstreekse vluchten, enz. Ook kunnen wij leren van andere regelingen ter versoepeling van
het visumbeleid (VS, Canada en Australië).
Uw rapporteur voor advies wenst enkele amendementen in te dienen om bepaalde aspecten
van het Commissievoorstel nog gebruiksvriendelijker voor visumaanvragers te maken. Hierbij
gaat het met name om de volgende beginselen:
Meer flexibiliteit met betrekking tot de bevoegdheid van de lidstaten bij
asielaanvragen en betere consulaire samenwerking;
Verdere versoepeling voor in het Visuminformatiesysteem (VIS) geregistreerde
aanvragers;
PE557.179v04-00 110/127 RR\1093195NL.doc
NL
Afgifte van een meervoudig visum voor een langere periode (vijf tot tien jaar);
Faciliteit voor zeevaarders om aan de buitengrenzen van de Unie een visum aan te
vragen.
In concreto stelt uw rapporteur voor advies voor de versoepelingsprocedures open te stellen
voor in het VIS geregistreerde aanvragers die al een visum hebben gekregen en dit rechtmatig
hebben gebruikt in de aan de aanvraag voorafgaande achttien maanden, of een meervoudig
visum, een nationaal visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning hebben.
Voor wat betreft consulaire samenwerking is uw rapporteur voor advies van mening dat
aanvragers er niet toe mogen worden gedwongen om een reis van meer dan 1 000 km te
ondernemen en onderweg te moeten overnachten om het consulaat van de lidstaat te bereiken
die voor de behandeling van de visumaanvraag bevoegd is, als er een alternatieve oplossing
bij het consulaat van een andere lidstaat mogelijk is.
Uw rapporteur voor advies wenst voorts dat de internetwebsite voor Schengenvisa
toegankelijker wordt en in meer talen beschikbaar is.
Tot slot doet uw rapporteur voor advies een suggestie voor aanvulling van de vereisten
betreffende de documenten die door de aanvrager moeten worden ingediend ter staving van
accommodatie.
RR\1093195NL.doc 111/127 PE557.179v04-00
NL
AMENDEMENTEN
De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de ten principale bevoegde Commissie
burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in
aanmerking te nemen:
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(10) Er dient te worden verondersteld dat
aanvragers die in het VIS zijn geregistreerd
en gedurende de 12 maanden die aan de
aanvraag voorafgaan twee visa rechtmatig
hebben gebruikt, voldoen aan de
toegangsvoorwaarden, wat betreft het
risico van onregelmatige migratie en het
vereiste om over voldoende middelen van
bestaan te beschikken. Deze
veronderstelling dient echter te kunnen
worden ontkracht indien de bevoegde
autoriteiten aantonen dat in afzonderlijke
gevallen aan één of meer van deze
voorwaarden niet wordt voldaan.
(10) Er dient te worden verondersteld dat
aanvragers die in het VIS zijn geregistreerd
en gedurende de 18 maanden die aan de
aanvraag voorafgaan een visum rechtmatig
hebben gebruikt, voldoen aan de
toegangsvoorwaarden, wat betreft het
risico van onregelmatige migratie en het
vereiste om over voldoende middelen van
bestaan te beschikken. Deze
veronderstelling dient echter te kunnen
worden ontkracht indien de bevoegde
autoriteiten aantonen dat in afzonderlijke
gevallen aan één of meer van deze
voorwaarden niet wordt voldaan.
Motivering
De voorgestelde criteria zijn te restrictief voor reizigers aan wie reeds een meervoudig visum,
een nationaal visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is afgegeven.
Met name voor bemanningsleden van cruiseschepen is het gezien de seizoengebondenheid en
de looptijd van het contract moeilijk in een periode van 12 maanden twee visa te krijgen. Een
rechtmatig gebruik van een visum zou voldoende moeten zijn. Een en ander zal het
veiligheidsrisico niet vergroten, aangezien alleen aanvragers met een aantoonbare staat van
rechtmatige bezoeken aanspraak kunnen maken op een meervoudig visum.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
PE557.179v04-00 112/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(12) Voor de doorreis via internationale
zones op luchthavens dienen voorschriften
te worden opgesteld om onregelmatige
immigratie te bestrijden. Daartoe dient een
gemeenschappelijke lijst van derde
landen te worden opgesteld, waarvan de
onderdanen in het bezit dienen te zijn van
een luchthaventransitvisum. Wanneer een
lidstaat wordt geconfronteerd met een
plotselinge en aanzienlijke toestroom
van onregelmatige immigranten moet die
lidstaat bovendien voor onderdanen
van een gegeven derde land tijdelijk een
luchthaventransitvisumplicht kunnen
invoeren. De daartoe noodzakelijke
voorwaarden en procedures dienen te
worden vastgesteld om te waarborgen dat
deze maatregel gedurende beperkte tijd
wordt toegepast en in overeenstemming
met het evenredigheidsbeginsel niet verder
gaat dan wat noodzakelijk is om het doel
ervan te bereiken. De
luchthaventransitvisumplicht mag alleen
worden toegepast om de specifieke situatie
te verhelpen naar aanleiding waarvan de
maatregel werd ingevoerd.
(12) Voor de doorreis via internationale
zones op luchthavens dienen voorschriften
te worden opgesteld om onregelmatige
immigratie te bestrijden. Daartoe dient een
gemeenschappelijke lijst van derde
landen te worden opgesteld, waarvan de
onderdanen in het bezit dienen te zijn van
een luchthaventransitvisum. Wanneer een
lidstaat wordt geconfronteerd met een
plotselinge en aanzienlijke toestroom
van onregelmatige immigranten moet die
lidstaat bovendien voor onderdanen
van een gegeven derde land tijdelijk een
luchthaventransitvisumplicht kunnen
invoeren. De daartoe noodzakelijke
voorwaarden en procedures dienen te
worden vastgesteld om te waarborgen dat
deze maatregel gedurende beperkte tijd
wordt toegepast en in overeenstemming
met het evenredigheidsbeginsel niet verder
gaat dan wat noodzakelijk is om het doel
ervan te bereiken. De
luchthaventransitvisumplicht mag alleen
worden toegepast om de specifieke situatie
te verhelpen naar aanleiding waarvan de
maatregel werd ingevoerd, na raadpleging
van de Commissie en met inachtneming
van het standpunt van de andere lidstaten.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 30
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(30) De afgifte van visa aan de
buitengrenzen dient in beginsel slechts bij
wijze van uitzondering te blijven gebeuren.
Om de lidstaten in staat te stellen korte
toeristische reizen te stimuleren, dient hun
echter te worden toegestaan visa aan de
buitengrenzen af te geven op basis van een
tijdelijke regeling, na kennisgeving en
publicatie van de organisatorische
procedures van die regeling. Dergelijke
(30) De afgifte van visa aan de
buitengrenzen dient in beginsel slechts bij
wijze van uitzondering te blijven gebeuren.
Om de lidstaten in staat te stellen korte
toeristische reizen te stimuleren, dient hun
echter te worden toegestaan visa aan de
buitengrenzen af te geven op basis van een
tijdelijke regeling, na kennisgeving en
publicatie van de organisatorische
procedures van die regeling. Dergelijke
RR\1093195NL.doc 113/127 PE557.179v04-00
NL
regelingen dienen van tijdelijke aard te zijn
en de geldigheid van het afgegeven visum
dient beperkt te zijn tot het grondgebied
van de lidstaat van afgifte.
regelingen dienen van tijdelijke aard te zijn
en de geldigheid van het afgegeven visum
dient beperkt te zijn tot het grondgebied
van de lidstaat van afgifte. Teneinde het
gebruik van dergelijke regelingen te
vergemakkelijken, kunnen de lidstaten
een gratis online voorinschrijvingssysteem
opzetten voor de aanvragers van een
visum aan de buitengrenzen.
Motivering
Om wachtrijen en vertragingen aan de buitengrenzen te voorkomen, kunnen de bevoegde
autoriteiten in kennis worden gesteld van de verwachte visumaanvragers door middel van een
online voorinschrijvingssysteem, wat het onderzoeken en afgeven van visa aan de
buitengrenzen zal vergemakkelijken.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 39 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
(39 bis) Het is van het grootste belang dat
de Commissie een uniforme website
ontwikkelt waarop aanvragers online
visumaanvragen kunnen indienen, om het
voor aanvragers gemakkelijker te maken
en meer bezoekers aan te trekken naar het
Schengengebied.
Motivering
Landen als de VS, Canada en India hebben reeds een online systeem voor het indienen van
visumaanvragen ingevoerd om het voor aanvragers gemakkelijker te maken en meer
bezoekers aan te trekken. Het is van belang dat de Commissie begint te werken aan een
uniforme EU-website waar visa elektronisch kunnen worden aangevraagd. Dit zal een groot
deel van de bureaucratische rompslomp en de belasting van de consulaten en bevoegde
autoriteiten wegnemen.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – punt 9
PE557.179v04-00 114/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
9. "in het VIS geregistreerde regelmatige
reiziger": een visumaanvrager die in het
Visuminformatiesysteem is geregistreerd
en aan wie gedurende de twaalf maanden
die aan de aanvraag voorafgaan, twee visa
zijn afgegeven;
9. >"in het VIS geregistreerde regelmatige
reiziger":
a) een visumaanvrager die in het
Visuminformatiesysteem is geregistreerd
en aan wie gedurende de achttien maanden
die aan de aanvraag voorafgaan, een visum
is afgegeven; of
b) een visumaanvrager aan wie al eerder
een meervoudig visum, een nationaal
visum (type D) of een nationale
verblijfsvergunning met een
geldigheidsduur van ten minste zes
maanden door een lidstaat is afgegeven,
op voorwaarde dat de aanvraag uiterlijk
twaalf maanden na het verlopen van dat
meervoudig visum, dat nationaal visum
(type D) of die nationale
verblijfsvergunning wordt ingediend.
Motivering
De voorgestelde criteria zijn te restrictief voor reizigers aan wie reeds een meervoudig visum,
een nationaal visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is afgegeven.
Met name voor bemanningsleden van cruiseschepen is het gezien de seizoengebondenheid en
de looptijd van het contract moeilijk in een periode van twaalf maanden twee visa te krijgen.
Een rechtmatig gebruik van een visum zou voldoende moeten zijn. Een en ander zal het
veiligheidsrisico niet vergroten, aangezien alleen aanvragers met een aantoonbare staat van
rechtmatige bezoeken aanspraak kunnen maken op een meervoudig visum.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 - lid 2 - inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Indien de op grond van lid 1, onder a) of
b), bevoegde lidstaat niet aanwezig of
vertegenwoordigd is in het derde land waar
de aanvrager overeenkomstig artikel 6 zijn
Indien de op grond van lid 1, onder a) of
b), bevoegde lidstaat niet aanwezig of
vertegenwoordigd is in het derde land waar
de aanvrager overeenkomstig artikel 6 zijn
RR\1093195NL.doc 115/127 PE557.179v04-00
NL
aanvraag indient, mag de aanvrager zijn
aanvraag indienen:
aanvraag indient, of indien het
dichtstbijzijnde consulaat van die lidstaat
of het dichtstbijzijnde
Schengenvisumcentrum op een afstand
van meer dan 500 km van de woonplaats
van de aanvrager is gelegen of de heen-
en terugreis met het openbaar vervoer
vanuit de woonplaats van de aanvragen
een overnachting noodzakelijk maakt, mag de aanvrager zijn aanvraag indienen:
Motivering
De voorgestelde wijziging is bedoeld voor de aanpak van het ongemak waarmee sommige
visumaanvragers in zeer grote landen (bijv. China, India, Rusland) worden geconfronteerd.
Zij moeten vaak meer dan 1 000 km reizen of ergens overnachten om een aanvraag bij het
consulaat van de bevoegde lidstaat in te dienen. Het zou op zijn plaats zijn de mogelijkheid
om een visumaanvraag in te dienen bij het consulaat van een andere lidstaat uit te breiden,
teneinde dergelijke ongemakken tegen te gaan.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 - lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. Aanvragen kunnen vanaf zes maanden
tot ten laatste vijftien dagen voor het begin
van het voorgenomen bezoek worden
ingediend.
1. Aanvragen kunnen vanaf 12 maanden tot
ten laatste vijftien dagen voor het begin
van het voorgenomen bezoek worden
ingediend.
Motivering
Zes maanden is niet voldoende bij vroege boekingen. Cruises kunnen bijvoorbeeld achttien
maanden van tevoren worden geboekt. Dit amendement is bedoeld om bij potentiële reizigers
de onzekerheid weg te nemen over de vraag of zij een cruise of een ander vakantiepakket
zullen boeken. Een en ander zal ook ten goede komen aan bemanningsleden die reeds aan
boord werkzaam zijn alvorens in dienst te treden bij een cruiseschip in Europa en die
problemen hebben bij het aanvragen van een visum binnen de periode van zes maanden, zoals
voorgesteld door de Commissie.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 bis - lid 6 bis (nieuw)
PE557.179v04-00 116/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
6 bis. Onverminderd het bepaalde in
artikel 12 staan de consulaten toe dat
reisdocumenten, aanvraagformulieren en
andere onderliggende stukken
elektronisch worden ingediend.
Motivering
Onverminderd de in de Visumcode neergelegde verplichtingen met betrekking tot de
verplichting naar het consulaat te gaan om vingerafdrukken en biometrische gegevens te
verstrekken is het, om de verwerking van aanvragen voor toeristenvisa te vergemakkelijken,
van belang dat aanvraagformulieren, reisdocumenten, foto's en andere onderliggende stukken
elektronisch kunnen worden verwerkt. Dat maakt het ook gemakkelijker om ze te bewaren en
voor toekomstige visumaanvragen te gebruiken.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 - lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. De inhoud van de elektronische versie
van het aanvraagformulier, indien van
toepassing, voldoet aan het bepaalde in
bijlage I.
2. Het aanvraagformulier is in
elektronische vorm beschikbaar en de
inhoud ervan voldoet aan het bepaalde in
bijlage I.
Motivering
Het moet duidelijk zijn dat het formulier elektronisch kan worden ingevuld. Dat
vergemakkelijkt de aanvraagprocedure voor de aanvrager en de consulaten. Ook wordt
daarmee het beheer en de archivering van de bestanden gemakkelijker gemaakt en wordt
bureaucratische rompslomp vermeden voor toeristen en personen die de Europese Unie
regelmatig bezoeken.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 - lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Lid 1, onder b), c) en d), is niet van
toepassing op aanvragers die in het VIS
geregistreerde regelmatige reizigers zijn en
2. Lid 1, onder b), c) en d), is niet van
toepassing op aanvragers die in het VIS
geregistreerde regelmatige reizigers zijn en
RR\1093195NL.doc 117/127 PE557.179v04-00
NL
twee eerder verkregen visa rechtmatig
hebben gebruikt.
één eerder verkregen visum rechtmatig
hebben gebruikt.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3 – letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
e) deelnemers aan door non-
profitorganisaties georganiseerde
studiebijeenkomsten, conferenties,
sportieve, culturele of educatieve
evenementen die vijfentwintig jaar of
jonger zijn;
e) deelnemers aan door non-
profitorganisaties georganiseerde
studiebijeenkomsten, conferenties,
sportieve, culturele of educatieve
evenementen die dertig jaar of jonger zijn;
Motivering
De leeftijdsgrens voor vrijstelling van de betaling van visumleges moet worden opgetrokken,
want veel jongeren van die leeftijd volgen nog steeds een opleiding of nemen deel aan
opleidingsactiviteiten of seminars. Dit amendement maakt het voor jongeren die de EU willen
bezoeken en van ons toeristisch aanbod willen profiteren gemakkelijker om een visum te
krijgen zonder dat de prijs van het visum een belemmering vormt.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 - lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Indien het consulaat niet bevoegd is,
geeft het onverwijld het aanvraagformulier
en de door de aanvrager verstrekte
documenten terug, betaalt de visumleges
terug en deelt mee welk consulaat wel
bevoegd is.
2. Indien het consulaat niet bevoegd is,
geeft het binnen een termijn van acht
kalenderdagen het aanvraagformulier en
de door de aanvrager verstrekte
documenten terug, betaalt de visumleges
terug en deelt mee welk consulaat wel
bevoegd is.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 - lid 3 - inleidende formule
PE557.179v04-00 118/127 RR\1093195NL.doc
NL
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Indien het bevoegde consulaat vaststelt dat
niet aan de voorwaarden van lid 1 is
voldaan, is de aanvraag niet ontvankelijk,
met als gevolg dat het consulaat
onverwijld:
Indien het bevoegde consulaat vaststelt dat
niet aan de voorwaarden van lid 1 is
voldaan, is de aanvraag niet ontvankelijk,
met als gevolg dat het consulaat binnen
een termijn van acht kalenderdagen:
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 - lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Wanneer een aanvraag voor een
eenvormig visum wordt onderzocht die is
ingediend door een in het VIS
geregistreerde regelmatige reiziger die
rechtmatig gebruik heeft gemaakt van twee
eerder verkregen visa, wordt verondersteld
dat de aanvrager voldoet aan de
toegangsvoorwaarden die betrekking
hebben op het risico van onregelmatige
migratie, het risico voor de veiligheid van
de lidstaten en de beschikking over
voldoende middelen van bestaan.
2. Wanneer een aanvraag voor een
eenvormig visum wordt onderzocht die is
ingediend door een in het VIS
geregistreerde regelmatige reiziger die
rechtmatig gebruik heeft gemaakt van het
eerder verkregen visum, wordt
verondersteld dat de aanvrager voldoet aan
de toegangsvoorwaarden die betrekking
hebben op het risico van onregelmatige
migratie, het risico voor de veiligheid van
de lidstaten en de beschikking over
voldoende middelen van bestaan.
Motivering
Om een in het VIS geregistreerde regelmatige reiziger te worden en van meervoudige visa
gebruik te kunnen maken, moeten visumaanvragers volgens het voorstel van de Commissie in
de afgelopen twaalf maanden twee visa hebben verkregen. Deze bepaling moet worden
aangepast overeenkomstig het amendement op de definitie van de "in het VIS geregistreerde
regelmatige reiziger".
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 - lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Deze termijn kan in individuele gevallen
worden verlengd tot ten hoogste twintig
kalenderdagen, met name wanneer nader
2. Deze termijn kan in individuele gevallen
worden verlengd tot ten hoogste twintig
kalenderdagen, met name wanneer nader
RR\1093195NL.doc 119/127 PE557.179v04-00
NL
onderzoek van de aanvraag noodzakelijk
is.
onderzoek van de aanvraag noodzakelijk
is, of ten gevolge van de werklast bij het
bevoegde consulaat.
Motivering
Consulaten die geconfronteerd worden met een hoge werklast moeten meer tijd krijgen.
Verwerkingstijd en beslissing hangen ook af van het seizoen en van de geografische ligging.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Op aanvragen van naaste verwanten van
burgers van de Unie als bedoeld in artikel
8, lid 3, en aanvragen van familieleden van
burgers van de Unie als bedoeld in artikel
3, lid 1, van Richtlijn 2004/38/EG wordt
beslist binnen vijf kalenderdagen na de
datum van indiening. Deze termijn kan in
individuele gevallen worden verlengd tot
ten hoogste tien kalenderdagen, met name
wanneer nader onderzoek van de aanvraag
noodzakelijk is.
3. Op aanvragen van naaste verwanten van
burgers van de Unie als bedoeld in artikel
8, lid 3, en aanvragen van familieleden van
burgers van de Unie als bedoeld in artikel
3, lid 1, van Richtlijn 2004/38/EG wordt
beslist binnen vijf kalenderdagen na de
datum van indiening. Deze termijn kan in
individuele gevallen worden verlengd tot
ten hoogste tien kalenderdagen, met name
wanneer nader onderzoek van de aanvraag
noodzakelijk is, of ten gevolge van de
werklast bij het bevoegde consulaat.
Motivering
Consulaten die geconfronteerd worden met een hoge werklast moeten meer tijd krijgen.
Verwerkingstijd en beslissing hangen ook af van het seizoen en van de geografische ligging.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 2 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Een visum kan worden afgegeven voor één
of meer binnenkomsten. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum is niet langer dan vijf jaar. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum kan de geldigheidsduur van het
Een visum kan worden afgegeven voor één
of meer binnenkomsten. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum is niet langer dan tien jaar. De
geldigheidsduur van een meervoudig
visum kan de geldigheidsduur van het
PE557.179v04-00 120/127 RR\1093195NL.doc
NL
paspoort waarin het is aangebracht,
overschrijden.
paspoort waarin het is aangebracht,
overschrijden.
Motivering
Er zijn talrijke voorbeelden van meervoudige visa voor verblijf van langere duur (tot tien
jaar). De VS en Canada bieden Chinese burgers bijvoorbeeld deze mogelijkheid. Mede door
de afgifte van meervoudige visa met een geldigheidsduur van tien jaar aan legale reizigers zal
Europa de meest populaire toeristische bestemming in de wereld blijven.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
3. Aan in het VIS geregistreerde
regelmatige reizigers die rechtmatig
gebruik hebben gemaakt van twee eerder
verkregen visa, wordt een meervoudig
visum met een geldigheidsduur van ten
minste drie jaar afgegeven.
3. Aan in het VIS geregistreerde
regelmatige reizigers die rechtmatig
gebruik hebben gemaakt van hun eerder
verkregen visum, wordt een meervoudig
visum met een geldigheidsduur van ten
minste vijf jaar afgegeven.
Motivering
Door de minimumgeldigheidsduur van het meervoudig visum te verhogen zal ook het aantal
bezoeken van onderdanen van derde landen aan Europa toenemen, hetgeen bevorderlijk zal
zijn voor de economie.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. Aan aanvragers als bedoeld in lid 3 die
rechtmatig gebruik hebben gemaakt van
het meervoudige visum met een
geldigheidsduur van drie jaar, wordt een
meervoudig visum met een
geldigheidsduur van vijf jaar afgegeven,
mits de aanvraag niet later dan één jaar na
de verstrijkingsdatum van het meervoudige
visum met een geldigheidsduur van drie
jaar wordt ingediend.
4. Aan aanvragers die rechtmatig gebruik
hebben gemaakt van het meervoudige
visum als bedoeld in lid 3 wordt een nieuw
meervoudig visum met een
geldigheidsduur van ten minste vijf jaar
afgegeven, mits de aanvraag niet later dan
één jaar na de verstrijkingsdatum van het
meervoudige visum als bedoeld in lid 3
wordt ingediend.
RR\1093195NL.doc 121/127 PE557.179v04-00
NL
Motivering
Door de minimumgeldigheidsduur van het meervoudig visum te verhogen zal ook het aantal
bezoeken van onderdanen van derde landen aan Europa toenemen, hetgeen bevorderlijk zal
zijn voor de economie.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2 bis. De lidstaat kan van de aanvragers
verlangen dat zij de bevoegde autoriteiten
van tevoren in kennis stellen van hun
aanvraag voor de afgifte van een visum
aan de buitengrenzen via een gratis
online voorinschrijvingssysteem.
Motivering
Om wachtrijen en vertragingen aan de buitengrenzen te voorkomen, kunnen de bevoegde
autoriteiten in kennis worden gesteld van de verwachte visumaanvragers via een online
voorinschrijvingssysteem, wat het onderzoeken en afgeven van visa aan de buitengrenzen zal
vergemakkelijken.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 – lid 5 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Een lidstaat stelt het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie in kennis van
een voorgenomen regeling uiterlijk drie
maanden voor deze van kracht wordt. In de
kennisgeving worden de categorieën
begunstigden, de geografische reikwijdte
en de organisatorische procedures van de
regeling beschreven, alsmede de
voorgenomen maatregelen om na te gaan
of aan de voorwaarden voor de afgifte van
het visum is voldaan.
Een lidstaat stelt het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie in kennis van
een voorgenomen regeling uiterlijk drie
maanden voor deze van kracht wordt. In de
kennisgeving worden de categorieën
begunstigden, de geografische reikwijdte
en de organisatorische procedures van de
regeling beschreven, alsmede de
voorgenomen maatregelen om na te gaan
of aan de voorwaarden voor de afgifte van
het visum is voldaan en, indien van
toepassing, de details van het online
voorinschrijvingssysteem.
PE557.179v04-00 122/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 1 – inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
Aan een zeevarende die over een visum
dient te beschikken voor overschrijding
van de buitengrenzen van de lidstaten, kan
aan de grens een visum worden afgegeven
indien hij:
Aan een zeevarende die over een visum
dient te beschikken voor overschrijding
van de buitengrenzen van de lidstaten,
wordt aan de grens een visum afgegeven
indien hij:
Motivering
Uit de ervaring blijkt dat er grote verschillen tussen de lidstaten bestaan wanneer het erom
gaat of van zeevarenden wordt verlangd dat zij een doorreisvisum hebben. Aan deze willekeur
moet een einde worden gemaakt door de criteria te harmoniseren, zodat meer rechtszekerheid
wordt gewaarborgd.
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 1 – letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) voldoet aan de voorwaarden van artikel
32, lid 1, en
Schrappen
Motivering
Gezien de aard van het werk, de looptijd van de contracten en het feit dat zij al op een schip
in dienst zijn als zij het Schengengebied binnenkomen, is het van belang dat zeevaarders de
mogelijkheid krijgen aan de grens een visum aan te vragen. Derhalve wordt voorgesteld deze
bepaling te schrappen, zodat zeevaarders aan de grens een visum kunnen aanvragen, mits zij
de grens overschrijden om (weer) aan of van boord te gaan van een schip waarop zij
werkzaam zijn of werkzaam zijn geweest.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 35 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
2. Met betrekking tot de opslag en de
behandeling van visumstickers worden
2. Met betrekking tot de opslag en de
behandeling van visumstickers worden
RR\1093195NL.doc 123/127 PE557.179v04-00
NL
passende veiligheidsmaatregelen getroffen
om fraude of verlies te voorkomen. Elk
consulaat houdt een inventaris bij van zijn
voorraad visumstickers en registreert hoe
elke visumsticker is gebruikt.
passende veiligheidsmaatregelen getroffen
om fraude of verlies te voorkomen. Elk
consulaat houdt een inventaris bij van zijn
voorraad visumstickers en registreert hoe
elke visumsticker is gebruikt. Te dien
einde zet het digitale systemen op die
zorgen voor transparantie inzake het
beheer van visumstickers.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 35 – lid 3 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
De consulaten van de lidstaten archiveren
de aanvragen. Elk individueel dossier
bestaat uit het aanvraagformulier,
afschriften van relevante bewijsstukken,
aantekeningen van verrichte controles en
het referentienummer van het afgegeven
visum, zodat medewerkers in voorkomend
geval de voorgeschiedenis van een
beslissing over een aanvraag kunnen
reconstrueren.
De consulaten van de lidstaten archiveren
de aanvragen digitaal. Elk individueel
dossier bestaat uit het aanvraagformulier,
afschriften van relevante bewijsstukken,
aantekeningen van verrichte controles en
het referentienummer van het afgegeven
visum, zodat medewerkers in voorkomend
geval de voorgeschiedenis van een
beslissing over een aanvraag kunnen
reconstrueren.
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 36 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
1. De lidstaten zetten geschikte
medewerkers in toereikende aantallen in
voor de uitvoering van de taken in verband
met de behandeling van aanvragen, en wel
zodanig dat een dienstverlening aan het
publiek wordt gegarandeerd van een
aanvaardbare en geharmoniseerde
kwaliteit.
1. De lidstaten zetten geschikte
medewerkers in toereikende aantallen in
voor de uitvoering van de taken in verband
met de behandeling van aanvragen, en wel
zodanig dat een dienstverlening aan het
publiek wordt gegarandeerd van een
aanvaardbare en geharmoniseerde
kwaliteit. Het personeel wordt opgeleid
voor het elektronisch en digitaal beheren
van de dossiers.
PE557.179v04-00 124/127 RR\1093195NL.doc
NL
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
4. De Commissie creëert op internet een
website over Schengenvisa, waarop alle
relevante informatie over visumaanvragen
wordt samengebracht.
4. De Commissie creëert op internet een
website over Schengenvisa, waarop alle
relevante informatie over visumaanvragen
wordt samengebracht. Deze website is
beschikbaar in alle officiële talen van de
Unie en in de hoofdtaal van de vijf derde
landen die de meeste aanvragen voor
Schengenvisa indienen, en is toegankelijk
in alle formats die nodig zijn om de
toegankelijkheid voor personen met een
handicap te waarborgen. Daarnaast staan
op de website de contactgegevens van en
de weblinks naar de consulaten van de
lidstaten die bevoegd zijn voor de
behandeling van een visumaanvraag.
Motivering
Het is van belang een website op te zetten die fungeert als centraal loket voor alle informatie
over het aanvragen van een visum. Gezien de complexiteit van de Visumcode is het van
belang visumaanvragers eenvoudige informatie te verstrekken, zodat zij weten wanneer, hoe
en waar zij een visum moeten aanvragen.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – deel A – punt 3 – letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
a) documenten met betrekking tot
huisvesting;
a) documenten met betrekking tot
huisvesting, of bewijs van voldoende
middelen om in logies te voorzien;
Motivering
Het bewijs van voldoende middelen om in logies te voorzien, mede met inachtneming van
artikel 13, lid 1, letter b), dient hier te worden vermeld. In feite zijn documenten met
betrekking tot huisvesting geen adequaat bewijs dat de reiziger in een hotel of andere
accommodatie verblijft, aangezien hij de boeking na bevestiging kan annuleren.
RR\1093195NL.doc 125/127 PE557.179v04-00
NL
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel Visumcode van de Unie (herschikking)
Document- en procedurenummers COM(2014)0164 – C8-0001/2014 – 2014/0094(COD)
Commissie ten principale
Datum bekendmaking
LIBE
3.7.2014
Advies uitgebracht door
Datum bekendmaking
TRAN
15.4.2015
Rapporteur voor advies
Datum benoeming
István Ujhelyi
23.4.2015
Behandeling in de commissie 12.10.2015
Datum goedkeuring 13.10.2015
Uitslag eindstemming +:
–:
0:
40
2
2
Bij de eindstemming aanwezige leden Daniela Aiuto, Lucy Anderson, Marie-Christine Arnautu, Inés Ayala
Sender, Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Deirdre Clune,
Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Andor Deli, Karima Delli,
Isabella De Monte, Ismail Ertug, Jacqueline Foster, Tania González
Peñas, Dieter-Lebrecht Koch, Merja Kyllönen, Miltiadis Kyrkos,
Bogusław Liberadzki, Peter Lundgren, Marian-Jean Marinescu, Georg
Mayer, Gesine Meissner, Jens Nilsson, Markus Pieper, Salvatore
Domenico Pogliese, Tomasz Piotr Poręba, Gabriele Preuß, Christine
Revault D’Allonnes Bonnefoy, Dominique Riquet, Massimiliano Salini,
David-Maria Sassoli, Claudia Schmidt, Jill Seymour, Claudia Tapardel,
Pavel Telička, István Ujhelyi, Wim van de Camp, Elissavet
Vozemberg-Vrionidi, Janusz Zemke, Roberts Zīle, Kosma Złotowski,
Elżbieta Katarzyna Łukacijewska
Bij de eindstemming aanwezige vaste
plaatsvervangers
Evžen Tošenovský
PE557.179v04-00 126/127 RR\1093195NL.doc
NL
PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel Visumcode van de Unie (herschikking)
Document- en procedurenummers COM(2014)0164 – C8-0001/2014 – 2014/0094(COD)
Datum indiening bij EP 19.3.2014
Commissie ten principale
Datum bekendmaking
LIBE
3.7.2014
Medeadviserende commissies
Datum bekendmaking
TRAN
15.4.2015
JURI
3.7.2014
Geen advies
Datum besluit
JURI
3.9.2014
Rapporteurs
Datum benoeming
Juan Fernando
López Aguilar
3.9.2014
Vervangen rapporteurs Juan Fernando
López Aguilar
Tanja Fajon
Behandeling in de commissie 5.3.2015 14.9.2015 16.11.2015 16.3.2016
Datum goedkeuring 16.3.2016
Uitslag eindstemming +:
–:
0:
46
4
7
Bij de eindstemming aanwezige leden Jan Philipp Albrecht, Gerard Batten, Heinz K. Becker, Michał Boni,
Caterina Chinnici, Ignazio Corrao, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera
García Consuegra, Frank Engel, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Laura
Ferrara, Lorenzo Fontana, Mariya Gabriel, Ana Gomes, Nathalie
Griesbeck, Jussi Halla-aho, Monika Hohlmeier, Sophia in ‘t Veld, Iliana
Iotova, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Barbara
Kudrycka, Cécile Kashetu Kyenge, Marju Lauristin, Juan Fernando
López Aguilar, Roberta Metsola, Louis Michel, Claude Moraes, Birgit
Sippel, Branislav Škripek, Csaba Sógor, Helga Stevens, Bodil Valero,
Marie-Christine Vergiat, Udo Voigt, Beatrix von Storch, Josef
Weidenholzer, Cecilia Wikström, Kristina Winberg, Tomáš
Zdechovský
Bij de eindstemming aanwezige vaste
plaatsvervangers
Kostas Chrysogonos, Carlos Coelho, Anna Maria Corazza Bildt, Gérard
Deprez, Anna Hedh, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Miltiadis Kyrkos,
Gilles Lebreton, Andrejs Mamikins, Petri Sarvamaa, Elly Schlein,
Barbara Spinelli, Jaromír Štětina, Josep-Maria Terricabras, Geoffrey
Van Orden
Bij de eindstemming aanwezige
plaatsvervangers (art. 200, lid 2)
Margrete Auken
Datum indiening 25.4.2016
RR\1093195NL.doc 127/127 PE557.179v04-00
NL
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
46 +
ALDE Gérard Deprez, Nathalie Griesbeck, Louis Michel, Cecilia Wikström, Sophia in 't Veld
EFDD Ignazio Corrao, Laura Ferrara
GUE/NGL Kostas Chrysogonos, Cornelia Ernst, Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat
PPE Heinz K. Becker, Michał Boni, Carlos Coelho, Anna Maria Corazza Bildt, Rachida Dati, Agustín Díaz de
Mera García Consuegra, Frank Engel, Mariya Gabriel, Monika Hohlmeier, Teresa Jiménez-Becerril Barrio,
Barbara Kudrycka, Roberta Metsola, Petri Sarvamaa, Csaba Sógor, Tomáš Zdechovský, Jaromír Štětina
S&D Caterina Chinnici, Tanja Fajon, Ana Gomes, Anna Hedh, Iliana Iotova, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Kashetu
Kyenge, Miltiadis Kyrkos, Marju Lauristin, Juan Fernando López Aguilar, Andrejs Mamikins, Claude
Moraes, Elly Schlein, Birgit Sippel, Josef Weidenholzer
Verts/ALE Jan Philipp Albrecht, Margrete Auken, Josep-Maria Terricabras, Bodil Valero
4 -
ECR Helga Stevens
EFDD Gerard Batten, Kristina Winberg
NI Udo Voigt
7 0
ECR Jussi Halla-aho, Timothy Kirkhope, Branislav Škripek, Geoffrey Van Orden, Beatrix von Storch
ENF Lorenzo Fontana, Gilles Lebreton
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding
Recommended