View
2
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Colofon Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase aan de Hommelstraat 22 te Beuningen
Gemeente Beuningen
CIS-code: 42700
In opdracht van: dhr. Louis van Hemmen
Auteur: C. Helmich
Redactie: A.F. Loonen
Eindredactie: W.S. van de Graaf
Archeodienst Rapport 47
Versie: 1.1
© Zevenaar, september 2010
ISSN: 1877-2900
Controle Datum
W.S. van de Graaf Senior Archeoloog 20-09-2010
Goedkeuring
Ringbaan-Zuid 4 Postbus 297
6900 AG Zevenaar Tel. 0316-581130 Fax 0316-343406
info@archeodienst.nl
www.archeodienst.nl
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Archeodienst
te Zevenaar.
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
2
Inhoudsopgave
1 Inleiding ............................................................................................................ 3
1.1 Aanleiding ...................................................................................................... 3
1.2 Doelstelling .................................................................................................... 3
1.3 Ligging van het plangebied .............................................................................. 3
2 Bureauonderzoek ............................................................................................... 5
2.1 Geraadpleegde bronnen .................................................................................. 5
2.2 Geologie en geomorfologie .............................................................................. 5
2.3 Bodem ............................................................................................................ 7
2.4 Bekende archeologische waarden ..................................................................... 8
2.5 Historische geografie ....................................................................................... 9
2.6 Verwachting op basis van het vooronderzoek ................................................. 10
3 Booronderzoek ................................................................................................ 10
3.1 Werkwijze ..................................................................................................... 10
3.2 Resultaten..................................................................................................... 10
3.2.1 Type sediment ........................................................................................... 10
3.2.2 Bodem ....................................................................................................... 11
3.2.3 Archeologische indicatoren ......................................................................... 11
4 Conclusie en Advies ......................................................................................... 12
4.1 Conclusie ..................................................................................................... 12
4.2 Beantwoording onderzoeksvragen .................................................................. 12
4.3 Advies .......................................................................................................... 12
4.4 Voorbehoud .................................................................................................. 12
Literatuur ................................................................................................................ 13
Lijst van afbeeldingen .............................................................................................. 13
Afkortingen ............................................................................................................. 14
Verklarende woordenlijst .......................................................................................... 14
Lijst van bijlagen ...................................................................................................... 14
Bijlage 1: Archeologische informatie ................................................................. 15
Bijlage 2: Geomorfologie .................................................................................. 17
Bijlage 3: Boorpuntenkaart ............................................................................... 19
Bijlage 4: Boorbeschrijvingen ........................................................................... 21
Bijlage 5: Vondstenlijst ..................................................................................... 24
Bijlage 6: Periodentabel .................................................................................... 26
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
3
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In opdracht van dhr. Louis van Hemmen heeft archeologisch onderzoeksbureau Archeodienst Gelderland BV een bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase (booronderzoek) uitgevoerd in het plangebied aan de Hommelstraat 22 te Beuningen (gemeente Beuningen). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied. De geplande ontwikkeling betreft het realiseren van nieuwbouw en zal ertoe leiden dat de bodem door graafwerkzaamheden zal worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische resten zullen daarbij verloren gaan.
1.2 Doelstelling
De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten wordt een archeologische verwachting opgesteld. Het doel van het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) is het
verwachtingsmodel te toetsen en eventueel te specificeren. Dit wordt gedaan door het plaatsen van een aantal boringen. Na het booronderzoek kan er een uitspraak gedaan worden over het soort sediment, het bodemtype, de mate van intactheid van de bodem en de archeologische waarden die mogelijk aanwezig zijn. Eventueel aanwezige vindplaatsen kunnen globaal worden gekarteerd. Door de resultaten van het bureauonderzoek te combineren met deze van het booronderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor behoud of voor vervolgonderzoek.
Om deze doelstelling te realiseren, zal op de volgende vragen een antwoord worden gegeven (Plan van Aanpak, Helmich 2010):
• Wat is de fysiek- landschappelijke ligging van de locatie?
• Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?
• Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
• Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?
• Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt
deze bij het veldonderzoek bevestigd?
• In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd
door de voorgenomen graafwerkzaamheden? Het IVO is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1 (Centraal College van Deskundigen 2006).
1.3 Ligging van het plangebied
De ligging van het onderzochte gebied, oftewel het plangebied, is weergegeven in Fig.
1.1. Het plangebied ligt ten noorden van de dorpskern van Beuningen aan de
Hommelstraat 22, ongeveer 300 m ten zuiden van de Waal. Het plangebied was ten
tijde van het veldonderzoek in gebruik als grasland (voorheen fruitboomgaard).
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
4
Fig. 1.1: Situering van het onderzoeksgebied op de topografische kaart 1:25.000
Administratieve gegevens
projectnaam Beuningen – Hommelstraat 22
CIS-code 42700
provincie Gelderland
gemeente Beuningen
plaats Beuningen
toponiem Hommelstraat 22
type project Bureauonderzoek en Inventariserend
Veldonderzoek
opdrachtgever
BitAll b.v.
Dhr. Louis van Hemmen
Postbus 152
7360 Beekbergen
uitvoerder Archeodienst Gelderland BV
bevoegd gezag Gemeente Beuningen
verantwoordelijke bevoegd gezag Dhr. Koen Antonise
k.antonise@beuningen.nl
beheer en plaats documentatie Provinciaal Depot voor Bodemvondsten te
Nijmegen
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
5
datum veldwerk 10-09-2010
geografische positie
Centrum :
x=181146 y=431539
Hoekpunten
x= 181143 y=431594
x= 181195 y=431570
x=181159 y=431494
x=181111 y=431514
kaartblad 40C
huidig grondgebruik Grasland en huis
geplande verstoringsdiepte Onbekend
oppervlakte onderzoeksgebied Ca. 40 bij 80 m (3200 m2)
2 Bureauonderzoek
2.1 Geraadpleegde bronnen
De volgende bronnen zijn geraadpleegd (zie literatuurlijst voor uitgebreide
beschrijving):
- Topografische kaart (ANWB 2005)
- Bodemkaart (Stiboka 1975; Blad 40 west-oost Arnhem) - Geomorfologische kaart (Stiboka /Rijks Geologische Dienst 1982;
Blad 40)
- Het Actuele Hoogtebestand van Nederland (bron: AHN.nl)
- Historische kaarten (Minuutplan en veldminuut, geraadpleegd via
watwaswaar.nl; Bonneblad, via archis2.archis.nl)
- Indicatieve Kaart voor de Archeologische Waarden (IKAW, geraadpleegd via
archis2.archis.nl)
- Monumentenkaart (geraadpleegd via archis2.archis.nl)
- Gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart (RAAP-rapport 1603,
opgevraagd bij de gemeente).
2.2 Geologie en geomorfologie
Volgens de geomorfologische kaart ligt het plangebied op een rivieroeverwal (code
3K25). Deze oeverwal hoort bij een oude rivier die in de periode Neolithicum-IJzertijd
vlakbij het plangebied stroomde (Berendsen en Stouthamer 2001).
Aan de beide oevers van deze oude geul werd tijdens overstromingen zand en lichte
klei afgezet. Verder van de rivier af werd alleen komklei (= zware klei) afgezet. Lichte
klei bevat een hogere component aan zand dan zware klei, dat alleen uit kleideeltjes
bestaat (=lutum). De lichte klei en het zand dat op de oevers was afgezet klonken
minder sterk in dan de zware komklei. Dit leidde ertoe dat de oevers van de oude
geulen hoger in het landschap kwamen te liggen dan de komkleigebieden. Hierdoor
zijn in de loop der eeuwen oeverwallen ontstaan. In Fig. 2.1 is dit principe schematisch
weergegeven. In Fig. 2.2 is te zien dat het plangebied conform de verwachting hoger
ligt dan het terrein dat ten zuiden van het plangebied ligt.
Oeverwallen zijn al van oudsher zeer gunstige nederzettingslocaties omdat de grond
vruchtbaar is en een hoge component aan zand bevat. Hierdoor is de bodem goed te
bewerken. Bovendien liggen oeverwallen relatief hoog waardoor de kans op
overstromingen gering is. Dit maakt dat er voor het plangebied een hoge
archeologische trefkans van toepassing is. Wellicht zijn de oude zandhoudende
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
6
oeverwalafzettingen afgedekt met een laag komklei. Als dat het geval is dan zou dat
betekenen dat eventueel aanwezige archeologische resten niet aan de huidige
oppervlakte liggen, maar zijn afgedekt met een laag klei. Dit zou betekenen dat de
conservering van eventueel aanwezige archeologische resten zeer goed is.
Fig. 2.1: Schematische doorsnede door een meanderend riviesysteem (Berendsen en Stouthamer, 2001)
Fig. 2.2: Hoogtekaart.
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
7
2.3 Bodem
Het plangebied ligt volgens de bodemkaart in een zone waar zavel en lichte klei aan de
oppervlakte liggen. In dit kleipakket, dat typerend is voor oeverwallen, heeft zich een
poldervaaggrond ontwikkeld. Poldervaaggronden zijn relatief jonge, maar wel gerijpte
bodems die vaak voorkomen in rivierklei gebieden. Een poldervaaggrond ziet er als
volgt uit:
0-25 cm - mv Ap-horizint, donker grijsbruine zwak humeuze fijnzandige klei
25-50 cm – mv C-horizont, zware zavel
Zoals in de vorige paragraaf is beschreven, is er een relatief grote kans dat de laag die
vroeger (in de periode Neolithicum-IJzertijd) aan de oppervlakte lag, is afgedekt met
een laag jongere klei. Dit betekent dat er in de ondergrond een oude begraven bodem
aanwezig zou kunnen zijn. Deze begraven bodem is in de boringen herkenbaar als een
laag met een bruine kleur als gevolg van het hogere gehalte aan humus. Indien een
dergelijke laag in de boringen wordt aangetroffen, is het belangrijk om de laag te
doorzoeken op archeologische indicatoren.
Fig. 2.3: Bodemkaart
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
8
2.4 Bekende archeologische waarden
Zowel op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) als op de
gemeentelijke beleidsadvieskaart (RAAP-rapport 1603) staat het plangebied aangeduid
als een terrein met een hoge trefkans op archeologische waarden. Deze hoge trefkans
geldt voor de gehele stroomgordel (oeverwallen met oude bedding) van de in paragraaf
2.2 besproken oude voorloper van de Rijn/Waal. De stroomgordel die in de periode
Neolithicum-IJzertijd actief was, is door de Universiteit van Utrecht door middel van
een booronderzoek uitgekarteerd (Berendsen en Stouthamer, 2001) en heet de
Stroomgordel van Afferden Distelkamp. Op deze oude stroomgordel liggen vele
archeologische monumenten, waarnemingen en vondstmeldingen (bijlage 1). Het gros
van de waarnemingen dateert in de periode IJzertijd – Middeleeuwen. Binnen een
straal van ca. 1 km liggen twee archeologische monumenten met een hoge waarde.
Ongeveer 1 km ten westen van het plangebied heeft een omgracht kasteel gestaan. De
oudste vermelding van het kasteel dateert uit 1409. Van dit kasteel bevinden zich nog
restanten in de ondergrond. Op een afstand van ca. 1 km ten oosten van het plangebied
bevindt zich het monument met het nummer 4260. Het betreft een oude woongrond.
Hier zijn fragmenten laat-middeleeuws aardewerk aangetroffen.
Fig. 2.4: Minuutplan
Naast bovengenoemde monumenten is er ook een aantal waarnemingen gedaan. De
vondst van een hamerbijl uit de Bronstijd is de meest opvallende (waarneming 108).
Het is echter niet bekend waar deze vondst exact is gedaan. Waarneming 25825 betreft
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
9
de vondst van een kom en een wrijfschaal op een zandplaat in de Waal. Deze zijn te
dateren in de Romeinse tijd (de kom zou mogelijk ook uit de Nieuwe tijd kunnen
komen). Ongeveer 400 m ten zuiden van het plangebied zijn vlakbij de Van
Heemstraweg tijdens een veldkartering vele middeleeuwse scherven aangetroffen.
Waarneming 403513 betreft de vondst van een aantal Romeinse en middeleeuwse
scherven tijdens een door BAAC uitgevoerd booronderzoek. Alle vondsten van het
door BAAC uitgevoerde onderzoek waren afkomstig uit een zogenaamde
overslaggrond. Dit zou betekenen dat de vondsten hier niet meer in situ liggen.
2.5 Historische geografie
Voor zover na te gaan is het plangebied op basis van beschikbaar kaartmateriaal tot aan
het begin van de 19e eeuw onbebouwd gebleven. Op het minuutplan uit 1811 is te zien
dat het gebied in gebruik was als akkerland (Fig. 2.4). De Hommelstraat staat al wel op
het minuutplan. Op een kaart uit het begin van de 20e eeuw is te zien dat er op het
terrein een gebouw staat (Fig. 2.5). Dit is waarschijnlijk de boerderij die er nu nog
steeds staat. Het terrein was in de het begin van de 20e eeuw in gebruik als akkerland.
Het huidige verkavelingspatroon is niet veel veranderd ten opzichte van ca. 2 eeuwen
geleden. Er hebben dus geen grootschalige ruilverkavelingen voorgedaan. In het
verkavelingspatroon is de ligging van de oude geulen herkenbaar, zoals bijvoorbeeld de
oude meanderbocht bij “de blauwe steen” (Fig. 2.5). Op de oeverwal zijn vele
fruitboomgaarden aanwezig.
Fig. 2.5: Topografische kaart uit 1905
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
10
2.6 Verwachting op basis van het vooronderzoek
Op basis van het bureauonderzoek geldt er een hoge trefkans op archeologische waarden uit de periode Neolithicum – Middeleeuwen, maar vooral voor de periode
Romeinse tijd - Middeleeuwen. Dat komt omdat het plangebied op een oeverwal is gesitueerd, die al in de periode Neolithicum/IJzertijd is ontstaan. Deze oeverwal ligt hoog in het landschap en is opgebouwd uit zand en klei, waardoor de bodem goed bewerkbaar is. Er kunnen in de ondergrond van het plangebied archeologische waarden vanaf het Neolithicum voorkomen. In de omgeving zijn er echter voornamelijk vondsten uit de periode Romeinse tijd – Middeleeuwen gedaan. Er is een relatief grote kans dat eventueel aanwezige archeologische waarden bedekt zijn met een laagje klei, dat tijdens overstromingen van de Waal is afgezet. Er worden geen grootschalige verstoringen verwacht. Het booronderzoek zal onder meer antwoord kunnen geven op
de vraag of er begraven oude leefoppervlakken in de ondergrond aanwezig zijn en een beeld kunnen geven van de mate van verstoringen binnen het plangebied. Daarnaast kunnen eventueel aanwezige vindplaatsen globaal gekarteerd worden. Archeodienst Gelderland BV zal de boringen doorzetten tot de grofzandige beddingafzettingen van de oude holocene stroomgordel (stroomgordel van Afferden Distelkamp) of tot de pleistocene terrasafzettingen.
3 Booronderzoek
3.1 Werkwijze
De boringen zijn geplaatst door dhr. Frank Regeling van de firma Enviroplan. Drs.
Caroline Helmich (fysisch geograaf) heeft de interpretatie uitgevoerd conform de
Archeologische Standaard Boormethode (CvAK 2005) en de NEN 5104. De
bodemlagen zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren
zoals houtskool, vuursteen en aardewerk. De boringen zijn ingemeten met behulp van
een hand-GPS. Deze GPS heeft een afwijking van maximaal 2 m. In totaal zijn er
negen boringen geplaatst middels een edelmanboor met een boordiameter van 12 cm.
Dit is conform code C3 van de vigerende leidraad voor karterend booronderzoek
(SIKB, 2006). De boringen zijn doorgezet tot in het grove zand. Er heeft slechts een
beperkte oppervlaktekartering plaatsgevonden, aangezien door de hoge vegetatie-
dichtheid de vondstzichtbaarheid gering was.
3.2 Resultaten
Voor de ligging van de boorpunten wordt verwezen naar bijlage 3, de boorbeschrijvingen zijn te
vinden in bijlage 4.
3.2.1 Type sediment
De bodem bestaat conform de verwachting uit een oeverwal. Kenmerkend voor
oeverwallen is dat het sediment naar boven toe steeds fijner wordt. Dat blijkt het geval
te zijn bij het plangebied. De grofzandige afzettingen bevinden zich vrij dicht onder het
maaiveld op een gemiddelde diepte van 60 cm. Deze gaan geleidelijk over in sterk siltig
zand en sterk zandige klei. Het sterk zandige klei wordt ook wel zavel genoemd. Alle
aangetroffen afzettingen zijn geïnterpreteerd als holocene rivierafzettingen. Ze behoren
tot de Formatie van Echteld.
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen
Fig. 3.1: Boorprofiel, rechts tot 1 m diepte en links van 1 tot 1,50 m
3.2.2 Bodem
De bodem bestaat uit een ca. 30 cm sterk humeuze donker gekleurde bovengrond (Ap
horizont) die geleidelijk via een minder humeuze bruine bodemlaag (B
overgaat in grof zandige geel grij
horizont is doorploegd en bevat wortels en
horizont lijkt relat
meer dan 3 m. O
3.2.3 Archeologische indicatoren
Er zijn meerdere archeologische indicatoren aangetroffen
dateren uit de Nieuwe tijd
van het opgeboorde sediment. Er
slakken zijn het restproduct van steenkool
is aan de oppervlakte
van een “Pingsdorf” aardewerk
een hand-GPS
B (1200-1500 n
bemesting op het land terecht is gekomen
afkomstig is, zou dit
bewoningssporen in de ondergrond.
Hommelstraat 22 te Beuningen
Boorprofiel, rechts tot 1 m diepte en links van 1 tot 1,50 m – mv.
Bodem
De bodem bestaat uit een ca. 30 cm sterk humeuze donker gekleurde bovengrond (Ap
horizont) die geleidelijk via een minder humeuze bruine bodemlaag (B
overgaat in grof zandige geel grijs gekleurde beddingafzettingen (C
horizont is doorploegd en bevat wortels en fragmenten recent bouwpuin. De B
horizont lijkt relatief intact te zijn gebleven. Het pakket grof zand heeft een dikte va
. Onder de grindweg was de bodem geroerd.
Archeologische indicatoren
Er zijn meerdere archeologische indicatoren aangetroffen (bijlage 5)
dateren uit de Nieuwe tijd en zijn aangetroffen aan de oppervlakte
n het opgeboorde sediment. Er is tevens een aantal kachelslakken aangetroffen.
slakken zijn het restproduct van steenkool-verbranding in 20e eeuwse kolonkachels.
aan de oppervlakte ook één oudere scherf gevonden. Het betreft een randfragment
van een “Pingsdorf” aardewerken pot. De coördinaten zijn ingemeten met behulp van
GPS (x= 181158, y=431545). De scherf dateert uit de Late
1500 na Chr.). Het is niet duidelijk of de scherf van elders afkomstig is
ing op het land terecht is gekomen. Indien het fragment uit het plangebied
zou dit een aanwijzing kunnen zijn voor de aanwezigheid van
bewoningssporen in de ondergrond.
Archeodienst Gelderland BV
11
De bodem bestaat uit een ca. 30 cm sterk humeuze donker gekleurde bovengrond (Ap
horizont) die geleidelijk via een minder humeuze bruine bodemlaag (B-horizont)
beddingafzettingen (C-horizont). De A-
recent bouwpuin. De B-
zand heeft een dikte van
(bijlage 5). De indicatoren
en zijn aangetroffen aan de oppervlakte en in de bouwvoor
een aantal kachelslakken aangetroffen. Deze
eeuwse kolonkachels. Er
ook één oudere scherf gevonden. Het betreft een randfragment
pot. De coördinaten zijn ingemeten met behulp van
dateert uit de Late-Middeleeuwen
of de scherf van elders afkomstig is en via
. Indien het fragment uit het plangebied
een aanwijzing kunnen zijn voor de aanwezigheid van
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
12
4 Conclusie en Advies
4.1 Conclusie
Op 10 september 2010 heeft archeologisch onderzoeksbureau Archeodienst
Gelderland BV een bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek
verkennende fase uitgevoerd aan de Hommelstraat 22 in Beuningen. Op basis van het
bureauonderzoek was er een hoge trefkans voor het plangebied opgesteld. Deze hoge
trefkans gold met name voor archeologische waarden uit de periode Romeinse tijd –
Middeleeuwen. Het booronderzoek heeft aangetoond dat er conform de verwachting
sprake is van een oeverwal. Er zijn geen aanwijzingen voor begraven
vegetatiehorizonten of antropogeen beïnvloede lagen aangetroffen. Aan de oppervlakte
is een fragment Pingsdorfaardewerk gevonden dat te dateren is in de Late-
Middeleeuwen. Dit zou kunnen duiden op bewoningssporen in de ondergrond.
4.2 Beantwoording onderzoeksvragen
• Wat is de fysiek- landschappelijke ligging van de locatie? Het plangebied ligt op een oeverwal die hoort bij de stroomgordel van Afferden-Distelkamp.
• Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?
De bodem bestaat uit een kalkhoudende poldervaaggrond die zich heeft gevormd in zandige
kleiafzettingen (oeverafzettingen). Er zijn geen grootschalige verstoringen aangetroffen.
• Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
Er is één oppervlaktevondst uit de Middeleeuwen aangetroffen. De overige vondsten hadden
geen archeologische relevantie.
• Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?
Het eventueel aanwezige sporenniveau zal zich in de top van de C-horizont aftekenen. De C-
horizont bevindt zich op een diepte van ca 70 cm – mv. Het vondstenniveau bevindt zich aan
de huidige oppervlakte.
• Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt
deze bij het veldonderzoek bevestigd? Er geldt een hoge archeologische trefkans voor het plangebied voor de periode Romeinse tijd-
Middeleeuwen. De vondst van een Pingsdorf aardewerk scherf aan de oppervlakte onderschrijft
de hoge verwachting.
• In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd
door de voorgenomen graafwerkzaamheden? Omdat de C-horizont (sporenniveau) relatief ondiep ligt is er een gerede kans dat er bij de
graafwerkzaamheden archeologische resten verloren gaan.
4.3 Advies
Archeodienst Gelderland BV adviseert om het terrein nader archeologisch te
onderzoeken door middel van een proefsleuvenonderzoek (10 % dekkingsgraad).
Hiervoor is goedgekeurd Programma van Eisen noodzakelijk.
4.4 Voorbehoud
Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen
gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om
de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van
archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen.
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
13
Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op
basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische
waarden niet gegarandeerd worden.
Literatuur
Bakker, H. de / J. Schelling, 1966: Systeem van de bodemclassificatie voor Nederland,
Wageningen.
Centraal College van Deskundigen Archeologie, 2006: Kwaliteitsnorm Nederlandse
Archeologie, versie 3.1, Gouda.
College voor de Archeologische Kwaliteit, 2005: Archeologische standaard boorbeschrijving, Archeologie, Leidraad 3, Gouda.
Helmich, C. 2010: Plan van Aanpak (PvA, Hommelstraat 22 in Beuningen) intern
rapport, Zevenaar.
NEN (Nederlands Normalisatie Instituut), 1990: NEN-5104:1989 NL,
Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie Instituut, Delft.
Geraadpleegd via de website van de gemeente
RAAP, 2007: RAAP-rapport 1605: Archeologische Beleidsadvieskaart van de gemeente
Beuningen, Amsterdam.
SIKB, 2006: Leidraad Inventariserend veldonderzoek; deel karterend booronderzoek,
Amsterdam.
Stiboka, 1970: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 40, Wageningen.
Stiboka/ Rijks Geologische Dienst: 1982: Geomorfologische kaart van Nederland, Blad 40,
Wageningen/Delft
Lijst van afbeeldingen
Fig. 1.1: Situering van het onderzoeksgebied op de topografische kaart 1:25.000 ........ 4
Fig. 2.1: Schematische doorsnede door een meanderend riviesysteem (Berendsen en
Stouthamer, 2001) ............................................................................................. 6
Fig. 2.2: Hoogtekaart. ............................................................................................... 6
Fig. 2.3: Bodemkaart ................................................................................................ 7
Fig. 2.4: Minuutplan................................................................................................. 8
Fig. 2.5: Topografische kaart uit 1905 ....................................................................... 9
Fig. 3.1: Boorprofiel, rechts tot 1 m diepte en links van 1 tot 1,50 m – mv. ............... 11
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
14
Afkortingen
AHN Actueel Hoogtebestand Nederland AMK Archeologische Monumenten Kaart ARCHIS Archeologisch Informatie Systeem ASB Archeologische Standaard Boorbeschrijving BC Before Christ (datering voor Christus) BP Before Present (datering t.o.v. ‘heden’, zijnde 1950) CcvD Centraal College van Deskundigen Archeologie Chr. Christus Fig. Figuur IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden IVO Inventariserend Veldonderzoek KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak) NAP Normaal Amsterdams Peil NEN Nederlandse Norm PvE Programma van Eisen RD Rijksdriehoek systeem (landelijk coördinatensysteem)
Verklarende woordenlijst
antropogeen Ten gevolge van menselijk handelen (door mensen veroorzaakt/gemaakt). ARCHIS-melding Elke melding bij het centraal informatiesysteem (ARCHIS). conservering Mate waarin grondsporen, anorganische en organische archeologische resten
bewaard zijn. Edelmanboor Een handboor voor bodemonderzoek. Holoceen Jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: ca. 8800 jaar voor Chr. tot
heden). horizont Kenmerkende laag binnen de bodemvorming. humeus Organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de
bodem. kom Laag gebied waar na overstroming van een rivier vaak water blijft staan en klei kan
bezinken. laag Een vervolgbare grondeenheid die op archeologische of geologische gronden als
eenheid wordt onderscheiden. lithologie Wetenschap die zich bezighoudt met de beschrijving en het ontstaan van de
sedimentaire gesteenten. oeverafzetting Rug langs een rivier, bestaande uit overwegend kleiafzettingen. oeverwal Langgerekte rug langs een rivier of kreek, ontstaan doordat bij het buiten de oevers
treden van de stroom het grovere materiaal het eerst bezinkt. plangebied Gebied waarbinnen de realisering van de planvorming het bodemarchief kan
bedreigen Pleistoceen Geologisch tijdperk dat ca. 2,3 miljoen jaar geleden begon. Gedurende deze
periode waren er sterke klimaatswisselingen van gematigd warm tot zeer koud (de vier bekende IJstijden). Na de laatste IJstijd begint het Holoceen (ca. 8800 voor Chr.).
silt Zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm slak Steenachtig afval van metaal- of glasproductie stroomgordel Het geheel van rivieroeverwal-, rivierbedding- en kronkelwaard-afzettingen, al dan
niet met restgeul(en). stroomrug Oude riviergeul die zodanig is opgehoogd met zandige afzettingen dat de rivier een
nieuwe loop heeft gekregen; blijven door inklinking van de komgebieden als een rij in het landschap liggen.
vindplaats Ruimtelijk begrensd gebied waarbinnen zich archeologische informatie bevindt. zavel Grondsoort die tussen 8 en 25% lutum (kleideeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat.
Lijst van bijlagen
Bijlage 1: Archeologische informatie
Bijlage 2: Geomorfologie
Bijlage 3: Boorpuntenkaart
Bijlage 4: Boorbeschrijvingen
Bijlage 5: Periodentabel
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
15
Bijlage 1: Archeologische informatie
108
7203
7767
7773
7711
7157
7017
6833
3769
44811
40601
2589525853
37300
4764441207
37298
31945
25977
25974
25970
25965
25963
25939
25908
25900
25894
25825
16358
404297
137716
411540
403042
3736928853
10404
10209
8578
10193
27332
333115411
38248
34373
2556832845
6781
339963826
3399733999
4729
13802
24124
6941
2965329230
28813
23135
180500
180500
181000
181000
181500
181500
182000
182000
182500
182500
4305
00
4305
00
4310
00
4310
00
4315
00
4315
00
4320
00
4320
00
4325
00
4325
00
Archeologische Informatie: Beuningen
± 1:15000
LegendaPlangebied
WaarnemingenWaarnemingen
Waarnemingen met datering
:Paleolithicum
:Mesolithicum
: Neolithicum
: Bronstijd
: Romeinse Tijd
: IJzertijd
: Middeleeuwen
: Nieuwe TijdVondstmeldingen
VondstmeldingenOnderzoeksmeldingen
OnderzoeksmeldingenMonumenten
Archeologische waardeHoge archeologische waardeZeer hoge archeologische waardeZeer hoge archeologische waarde, beschermd
IKAWLage trefkansMiddelhoge trefkansHoge trefkansWaterOngekarteerd
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
17
Bijlage 2: Geomorfologie
182757 / 432847
179562 / 430237
3L15
D33K25
3N8
W
3H12
3K25
3L16a
3H12
W
3L22 W
3F12
1M48
3L15
3L16a
3L16a
2R11
3G7
3K253F12
3L22
3N8 W
W W
3L16b
3H12
3K25
3G7
Beuningen
40366
33418
3666833999
33997
33996 40396
42054
32845
42700
33311
1770
2412423135
10193
6620
47296781
694127332
38265411
2556885781726
13802
2923029653
28813
42700
Geomorfologie42700: Hommelstraat 22 te Beuningen (lichtblauwe rechthoek)
23-09-2010Archeodienst Gelderland bv
LegendaTOP10 ((c)TDN)
ONDERZOEKSMELDINGEN
PLAATSNAMEN
HUIZEN
GEOMORFOLOGIE ((c)Alterra)Wanden
Hoge heuvels en ruggen
Terpen
Hoge duinen
Plateaus
Terrassen
Plateau-achtige vormen
Waaiervormige glooiingen
Niet-waaiervormige glooiingen
Lage ruggen en heuvels
Welvingen
Vlakten
Laagten
Ondiepe dalen
Matig diepe dalen
Diepe dalen
Water
Bebouwing
Overig (Dijken etc)
PROVINCIES
Schaal 1:150000 500 m
N Archis2
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
19
Bijlage 3: Boorpuntenkaart
!(
!(
!(
!(
!(
!(!(
!(
!(
9
8
7 6
5
4
3
2
1
181100
181100
181150
181150
181200
181200
4315
00
4315
00
4315
50
4315
50
4316
00
4316
00
Boorpuntenkaart
± 1:1000
Legenda!( boringen
TopografiehuizenPlangebied
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
21
Bijlage 4: Boorbeschrijvingen
Boorbeschrijvingen
Project 42700 Beuningen
Type grond oeverwal
Bijzonderheden zand op 80 cm - mv, meer dan 3 m dik
grondwater op 140 cm - mv
Legenda
K klei zw Zwart
Z1 uiterst fijn zand gr Grijs
Z2 zeer fijn zand br Bruin
Z3 matig fijn zand ge Geel
Z4 matig grof zand or Oranje
Z5 zeer grof zand l licht
Z6 uiterst grof zand d donker
G grind Ca1 kalkloos
S Silt Ca2 matig kalkhoudend
V Veen Ca3 uiterst kalkhoudend
1 weinig Mn Mangaan
2 veel Fe Ijzer
3 zeer veel BK baksteen
H Humus HK houtskool
bl Blauw Wo Wortelhoudendbl Blauw Wo Wortelhoudend
gro Groen Mp GPS meetpunt
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
1 0-40 kz3 H3 dgr geroerd, bk1, hout 1 Ap mp 93 181152-431528
40-70 z4s3 H1 br fe1 B
70-130 z5s1 gr C
130-150 z6s1g1 gr C beddingzand grof
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
2 0-40 kz1 h3 dbrgr SKL1, ker1, hout 1 Ap mp 94 181149-431510, geroerd
40-60 kz1 h1 br fe1 B
60-110 z4s2 gr C
110-150 z5s1 gr C bevat kleilaagjes, wordt geleidelijk grover
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
3 0-30 kz3 h3 dgrbr wortels. Hout Ap mp 95 181161-431524
30-70 z4s3 h1 br fe1 B
70-140 z5s1 gr C
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
4 0-30 kz3 h3 dgrbr wortels, hk2 Ap mp 181169-431546
30-60 z4s3 h1 br fe1 B
60-100 z5s1 ge C
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
5 0-30 kz3 h3 dgrbr wortels Ap mp96 181154-431553
30-60 z4s3 h1 br fe1 B
60-350 z5s2g3 ge C diep doorgezet
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
6 0-30 kz3 h3 dgrbr wortels 2 Ap mp98 181175-431569
30-60 z4s3 h1 br fe1 B
60-120 z5s1g1 ge C
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
7 0-30 kz3 h3 dgrbr wortels Ap mp 181146-431569
30-80 z4s3 h1 br fe1 B30-80 z4s3 h1 br fe1 B
60-100 z5s1 libr C1
100-150 z5s1 ge C
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
8 0-60 grinpad met puin mp 99 181142-431581
60-80 z4s3`` br fe1, puin 2 geroerd
80-100 z4s2 libr C
boring Diepte in cm - MV Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont benaming Opmerkingen Vondsten
9 0-120 grindpad geroerd met puin mp104 181130-431553
120-130 z4s2 libr geroerd
130-150 z5s1g2 C
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
24
Bijlage 5: Vondstenlijst
Vondstenlijst
Vondstnummer boring diepte materiaal baksel aantal datering opmerking
1 opp KER witbakkend 1 NTC
2 2 0-40 KER 1 NTC bloempot
3 3 0-30 MTL 1 NTC spijkertje
4 3 70 SLK 2 NTC kachelslak
5 5 30 SLK 3 XXX
6 7 40 SLK 1 XXX
7 opp. KER witbakkend 1 LME-B Pingsdorf, 181158-431545
8 opp. SLK 1 NTC kachelslak, 181148-431535
9 opp. KER STG 1 NTB 181153, 431576
Gedetermineerd door J. Hubers, specialist Nieuwe Tijd
BO en IVO, Hommelstraat 22 te Beuningen Archeodienst Gelderland BV
26
Bijlage 6: Periodentabel
Recommended