View
0
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
LESSTOF
Woordkennis 1-5
2 Lesstof Woordkennis 1-5
Lesstof Woordkennis 1-5 3
INHOUD
INLEIDING....................................................................................................................... 4
DOELGROEP ................................................................................................................... 5
STRUCTUUR .................................................................................................................... 7
INHOUD........................................................................................................................... 11
4 Lesstof Woordkennis 1-5
INLEIDING Muiswerkprogramma’s zijn programma’s voor het onderwijs. De programma’s
zijn verkrijgbaar als netwerkversie en als web-based versie. Het belangrijkste
principe van Muiswerkprogramma’s is dat een diagnostische toets de student
stuurt naar oefenmateriaal dat aansluit bij de gemaakte fouten. De toets kan
herhaald worden en eventueel leiden tot opnieuw oefenen. De docent heeft
een scala aan mogelijkheden om leerlingen te sturen en de voortgang te be-
waken.
Woordkennis 1-5 is bedoeld om de woordenschat te vergroten van allochtone
leerlingen in het voortgezet onderwijs, het volwassenenonderwijs en de basis-
educatie. In de vijf bestanden worden totaal zo'n 3000 verschillende Neder-
landse woorden geleerd. De bestanden sluiten globaal aan bij de vijf niveaus
die het Cito onderscheidt bij haar Instaptoets Anderstalige Volwassenen. Wel-
ke moedertaal de leerling spreekt is voor het gebruik van het programma niet
van belang. Elk van de vijf Woordkennisbestanden bestaat uit meerdere oefe-
ningen en een diagnostische en evaluerende toets. Totaal zijn er in de vijf
Woordkennisbestanden ruim 280 oefeningen en 6 toetsen, waar vele uren
zelfstandig mee gewerkt kan worden. Woordkennis 1 is bedoeld voor leer-
lingen die het Nederlands nog nauwelijks beheersen. Het programma is ge-
schikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan. U kunt hen op
verschillende manieren met het programma laten werken. Het programma is
naast elke lesmethode te gebruiken.
Om Muiswerk te kunnen gebruiken, hoeven leerlingen geen specifieke voor-
kennis te hebben. Enige ervaring in het werken met de muis (aanwijzen, klik-
ken, afrollen, slepen) is wel gewenst. Ontbreekt deze ervaring, dan is een korte
instructie daarover wel op zijn plaats. Cursisten moeten om met Muiswerk te
kunnen werken wel gealfabetiseerd zijn. Het is aan te bevelen het woordken-
nisniveau van de leerlingen vooraf vast te stellen, bijvoorbeeld met de Cito
Instaptoets Anderstaligen.
Lesstof Woordkennis 1-5 5
DOELGROEP Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld voor anderstalige leerlingen in
het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasse-
neneducatie.
Woordkennis 1 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands nog nauwelijks
beheersen. Het programma behandelt op een eenvoudige manier een aantal
hoogfrequente basiswoorden die verdeeld zijn over de volgende thema’s: in
en om het huis, familie, het lichaam, buiten, geld en getal, plats en eigenschap,
tijd, handeling en klanken/letters.
Muiswerk Woordkennis 2 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands nog
slecht beheersen, maar al wel een zekere basis hebben, d.w.z. de woorden
kunnen ontcijferen (klanken aan letters koppelen). De volgende thema’s ko-
men aan bod: het lichaam, personen, op school, dieren, op reis, gevoel en
oordeel, ruimtelijk, logica, tijd en handelingen.
Muiswerk Woordkennis 3 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands al
redelijk beginnen te beheersen. De woorden van Woordkennis 3 hebben als
inhoudelijke kenmerken dat ze abstracter zijn dan de woorden van de lagere
niveaus en dat ze soms deel uitmaken van veelgebruikte idiomatische uitdruk-
kingen. In Woordkennis 3 aandacht voor de volgende thema's: bij de dokter,
op school, op het werk, winkelen, eten en drinken, gevoel en oordeel, weer en
waarneming, wiskunde en logica en taalhandeling.
Muiswerk Woordkennis 4 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands al
redelijk goed beheersen, maar nog wel een te kleine woordenschat hebben. De
woorden van Woordkennis 4 hebben als inhoudelijke kenmerken dat ze gaan
over moeilijker onderwerpen (strafrecht, bestuur) en soms meer details noe-
men (bumper, krik). In Woordkennis 4 aandacht voor de volgende thema's: bij
de dokter, op het werk, transport/verkeer, strafrecht , bestuur, oorlog, eigen-
schappen, kenmerken en cognitie.
Muiswerk Woordkennis 5 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands be-
hoorlijk goed beheersen, maar hun woordenschat nog wat verder willen
uitbreiden. De woorden van Woordkennis 5 hebben als inhoudelijke kenmer-
ken dat ze gaan over moeilijker of abstractere onderwerpen (economie, socia-
le zaken, geest/moraal). Vaak moet uit twee woorden die erg op elkaar lijken
6 Lesstof Woordkennis 1-5
het juiste worden gekozen. De woorden horen vaker tot bepaalde registers
(platte taal, formele taal). Veel complete uitdrukkingen worden hier voor het
eerst geleerd en bevraagd. Het programma Woordkennis 5 behandelt dus een
aantal minder frequente woorden die verdeeld zijn over de volgende thema's:
economie, sociale zaken, bestuur, criminaliteit, techniek, geest/moraal, ge-
voel/oordeel, waarneming en cognitie.
Lesstof Woordkennis 1-5 7
STRUCTUUR Muiswerkprogramma's vormen een oefenomgeving voor computeronder-
steund onderwijs. Het basisprincipe van deze programma's is dat een diagnos-
tische toets de leerling stuurt naar oefenmateriaal dat aansluit bij de fouten
die hij maakte. De toets kan herhaald worden en eventueel leiden tot opnieuw
oefenen. Ook Woordkennis 1-5 is zo gestructureerd. Het programma is be-
doeld om de woordenschat te vergroten van allochtone leerlingen in het
voortgezet onderwijs, het volwassenenonderwijs en de basiseducatie. In de
vijf bestanden worden totaal zo'n 3000 verschillende Nederlandse woorden
geleerd. De bestanden sluiten globaal aan bij de vijf niveaus die het Cito on-
derscheidt bij haar Instaptoets Anderstalige Volwassenen. Woordkennis 1 is
bedoeld voor leerlingen die het Nederlands nog nauwelijks beheersen;
Woordkennis 5 is voor leerlingen met een vrij behoorlijke beheersing van het
Nederlands. Welke moedertaal de leerling spreekt is voor het gebruik van het
programma niet van belang. Het programma is naast elke methode, als een
extra instrument te gebruiken.
Elk bestand bestaat uit meerdere oefeningen en een diagnostische en eva-
luerende toets. Totaal zijn er meer dan 280 oefeningen en 6 toetsen, waar vele
uren zelfstandig mee gewerkt kan worden. De meeste oefeningen en alle toet-
sen, zijn elke keer anders: er worden andere zinnen en andere woorden ge-
bruikt. Het programma bevat vele uren oefenmateriaal waar de leerling zelf-
standig mee kan werken.
Het pakket bestaat uit de volgende onderdelen:
Eén cd-rom waarop de vijf lesbestanden met Woordkennistoetsen en -
oefeningen staan en waarvan het niveau oploopt van 1 tot 5.
Per bestand een uitgebreide toets die gebruikt kan worden voor zowel
diagnose als evaluatie.
Uitgebreide helpfiles in zogenaamd 'pdf-formaat'.
Een overzichtelijke handleiding op papier.
In eerste instantie is bij de vaststelling van het corpus voor de oefenbestanden
uitgegaan van de lijst van de 1200 meest gebruikte Nederlandse woorden (de
lijst van Uit den Boogaart). In de niveaus 1 t/m 3 komen vaak woorden uit
8 Lesstof Woordkennis 1-5
deze lijst voor, in niveau 4 wat minder en in 5 nog minder. In élk niveau zijn
ook veel woorden opgenomen die niet op de lijst staan. Deskundigen zijn het
erover eens dat met de 100 meest gebruikte woorden al 50% van een door-
snee-tekst bestreken wordt en met 2000 woorden halen we zelfs 80%. Som-
mige autoriteiten op het gebied van de vocabulaireverwerving komen zelfs tot
nog hogere dekkingspercentages (Sciarone).
De moeilijkheid van woorden is niet voor iedereen gelijk. Woorden leren is
voor een deel een kwestie van ervaring. Toch moest hier een indeling gemaakt
worden in vijf niveaus. Een van de factoren die daarbij heeft meegewogen is
het al dan niet vaak voorkomen van een woord. Verder is ervan uitgegaan dat
woorden moeilijker worden naarmate ze: abstracter zijn; formeler zijn; langer
zijn; vervoegd of verbogen zijn; samengesteld zijn; figuurlijk gebruikt zijn;
onderdeel van een (idiomatische) uitdrukking zijn; horen in een bepaald
(sociaal) register en als ze gaan over dingen die verder weg liggen. Zo is de
selectie van woorden tot stand gekomen.
Zoals gebruikelijk in Muiswerkprogramma's is bij Woordkennis 1-5 uitgegaan
van een aantal basisrubrieken. In dit geval zijn die verdeeld naar vaak voor-
komende thema's in lesmateriaal voor allochtonen en naar thema's van kran-
tenartikelen. Alle Woordkennisbestanden samen omvatten de woorden die
nodig zijn om over deze thema's te kunnen communiceren. In elk lesbestand
komen in oefeningen en toetsen woorden uit verschillende rubrieken aan de
orde. Hoe die rubrieken over de bestanden verdeeld zijn ziet u verderop.
Lesstof Woordkennis 1-5 9
OVERZICHT RUBRIEKEN De rubrieksindeling van Woordkennis 1-5 is gebaseerd op de veelgebruikte en
nuttige thema’s.
Basisrubriek Woordkennis 1 Woordkennis 2 Woordkennis 3 Woordkennis 4 Woordkennis 5
Thuis in en om huis - - - -
Relaties familie personen - - -
Lichaam het lichaam het lichaam bij de dokter bij de dokter -
School - op school op school - -
Vrije tijd - dieren - - -
Buiten buiten op reis - transport/
verkeer
-
Werk - - op het werk op het werk techniek
Openbare leven - - winkelen
eten en drinken
bestuur handel/ econo-
mie
sociale zaken
bestuur
Goed en kwaad - - - strafrecht
oorlog
eigenschappen
criminaliteit
geest/ moraal
Gevoelens gevoel en
oordeel
gevoel en
oordeel
gevoel/ oordeel
Perceptie plaats en
eigenschap
ruimtelijk weer en waar-
neming
kenmerken waarnemingen
Cognitie geld en getal logica wiskunde en
logica
cognitie cognitie
Tijd tijd tijd - -
Handeling handelingen handelingen taalhandeling
Klanken/
letters
klanken/ letters -
Eigen woorden eigen woorden eigen woorden eigen woorden eigen woorden eigen woorden
DIAGNOSE Muiswerk kent toetsen en oefeningen. Oefeningen beperken zich altijd tot een
deel van de stof, leggen uit, laten voorbeelden zien, laten de leerling oefenen
en laten hem weten wat hij goed en fout doet. Toetsen laten nooit zien of het
antwoord goed was en dekken een breder deel van de stof.
10 Lesstof Woordkennis 1-5
De toetsen van Muiswerk kunnen een diagnose stellen. Alle onderdelen van de
stof komen gelijkmatig in elke toets aan bod; veelgemaakte fouten worden als
het ware uitgelokt. De foute en goede antwoorden, die gecodeerd zijn, worden
opgevangen en gerubriceerd. Zo komt de diagnose tot stand. Met behulp van
de diagnose wordt een oefenprogramma op maat samengesteld. Dat wil zeg-
gen: rubrieken waarin fouten werden gemaakt, worden vertaald in oefeningen
die de oefenstof uit die rubriek aanreiken en oefenen. De leerling wordt door
de oefeningen heen geleid die zwakke plekken in zijn kennis opvullen. Na het
oefenen kan hij opnieuw een toets doen.
Hoofdscherm nadat de leerling een diagnostische toets heeft gemaakt. Er is een extra knop bijgekomen (Jouw oefeningen) waaronder de oefeningen zitten die voor de leerling geselecteerd zijn.
TOETSEN De toetsen in een Muiswerkprogramma zijn een afspiegeling van de inhoud, in
dit geval van de thema's waarbij de woorden horen die men leert. Elk woord-
kennisbestand heeft een toets. Deze wordt zowel voor diagnose als voor eva-
luatie gebruikt. De toetsen zijn elke keer anders: andere vraag- en antwoord-
volgorde, andere zinnen, gedeeltelijk andere woorden. Ze bevragen echter wel
steeds dezelfde problemen.
Lesstof Woordkennis 1-5 11
INHOUD
WOORDKENNIS 1
Woordkennis 1 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands nog nauwelijks
beheersen (Cito-0/1). Het programma behandelt op een eenvoudige manier een
aantal vooral hoogfrequente woorden die verdeeld zijn over de volgende the-
ma's (achter elk thema een voorbeeldwoord): in en om het huis (stoel), familie
(vader), het lichaam (arm), buiten (huis), geld en getal (kwartje), plaats en
eigenschap (achter), tijd (uur), handelingen (bellen), klanken/letters (au), eigen
oefeningen (zelf in te vullen door de docent).
Oefenvorm ‘plaatje verklaren’. In het plaatje knippert een onderdeel. De leerling moet in de lijst het woord aanwijzen dat bij dit onderdeel hoort. Door de cursor boven een woord in de lijst te houden, wordt het woord uitgesproken.
Woordkennis 1 bevat 52 gevarieerde oefeningen, waarvan 19 met geluid en 2
toetsen. De oefeningen van Woordkennis 1 zijn op de volgende manier ver-
deeld over de rubrieken. Ze staan binnen de rubriek op volgorde van niveau.
De vorm van elke oefening staat in de volgende kolom. (*) betekent: met
geluid. De toets Woordkennis 1 bestaat uit 32 variabele meerkeuzevragen
over de thema’s die ook in de oefeningen behandeld worden.
12 Lesstof Woordkennis 1-5
OVERZICHT OEFENINGEN WOORDKENNIS 1 Onderwerp Naam oefening of toets Oefenvorm
Alle onderwerpen Z1 Instaptoets Woordkennis TOETS meerkeuze
Alle onderwerpen Z2 Woordkennis 1 - TOETS meerkeuze
A In en om het huis 1 De huiskamer (*)
2 De slaapkamer (*)
3 In en om het huis
4 In het huis
5 Ons huis
6 Woorden van het huis
plaatje verklaren
plaatje verklaren
meerkeuze
stenen
plaats woord
meerkeuze
B Familie 1 Mijn familie (*)
2 De familie Jansen
3 De familie van Mbark
4 Verwijswoorden
5 Familie- en verwijswoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
plaats woord
meerkeuze
koppels
C Het lichaam 1 De man (*)
2 De vrouw (*)
3 Waar doe je het mee?
4 Aan het lichaam
5 Woorden van het lichaam
plaatje verklaren
plaatje verklaren
koppelpuzzel
stenen
meerkeuze
D Buiten 1 Buiten (*)
2 Het weer (*)
3 Naar buiten
4 Verzamelingen
5 Woorden van buiten
plaatje verklaren
plaatje klikken
plaats woord
koppels
meerkeuze
E Geld en getal 1 Euro-biljetten (*)
2 Euro-munten (*)
3 Mijn portemonnee
4 Getal en woord
5 Geld en bedrag
6 Woorden voor geld
plaatje verklaren
plaatje klikken
plaats woord
koppels
koppels
meerkeuze
F Plaats en eigenschap 1 Kleuren (*)
2 Plaatsen (*)
3 Vorm en eigenschap (*)
4 Kleuren en dingen
5 Naar de Hema
6 Plaats en eigenschap
plaatje klikken
plaatje verklaren
plaatje verklaren
koppels
plaats woord
meerkeuze
G Tijd 1 Klokkijken (*)
2 Delen van de dag
3 Tijd
4 Tijden
plaatje verklaren
plaats woord
plaats woord
koppels
J Handelingen 1 Wat mensen doen –1 (*)
2 Wat mensen doen –2 (*)
3 Wat mensen doen –3 (*)
4 Wat gebruik je?
5 Handelingen
plaatje klikken
plaatje verklaren
plaatje verklaren
meerkeuze
koppels
I Klanken/letters 1 Klinkers (*)
2 Medeklinkers (*)
meerkeuze
meerkeuze
Lesstof Woordkennis 1-5 13
3 Woord herkennen (*)
4 Kort of lang
5 Gelijke uitspraak
meerkeuze
rijen
meerkeuze
J Eigen woorden 1 Eigen oefeningen - meerkeuze
2 Eigen oefeningen - koppels
3 Eigen oefeningen - rijen
4 Eigen oefeningen - stenen
5 Eigen oefeningen - koppelpuzzel
meerkeuze
koppels
rijen
stenen
koppelpuzzel
14 Lesstof Woordkennis 1-5
WOORDKENNIS 2 Woordkennis 2 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands nog slecht be-
heersen, maar al wel een zekere basis hebben (Cito-1/2). Het programma
behandelt op een eenvoudige manier een aantal vooral hoogfrequente woor-
den die verdeeld zijn over de volgende thema's (achter elk thema een voor-
beeldwoord): het lichaam (hart), personen (jeugd), op school (het antwoord),
dieren (de gorilla), op reis (buitenland), gevoel en oordeel (verdrietig), ruim-
telijk (vorm), logica (behalve), tijd (lang), handelingen (opstaan), eigen oefe-
ningen (zelf in te vullen door de docent).
Oefenvorm ‘Plaats woord’. Rechts staan de woorden die op de genummerde plaatsen in de tekst passen. Onder de informatieknop het spiekscherm waarmee de leerling begint en waarop hij terug kan vallen tijdens het werken.
Woordkennis 2 bevat 52 gevarieerde oefeningen, waarvan 13 met geluid en 1
meerkeuzetoets. De oefeningen van Woordkennis 2 zijn op de volgende ma-
nier verdeeld over de rubrieken. Ze staan binnen de rubriek op volgorde van
niveau. De vorm van elke oefening staat in de volgende kolom. (*) betekent:
met geluid.
De toets Woordkennis 2 bestaat uit 40 variabele meerkeuzevragen over de
volgende thema's (achter elk thema een voorbeeldwoord): het lichaam (hart),
personen (jeugd), op school (het antwoord), dieren (de gorilla), op reis (bui-
tenland), gevoel en oordeel (verdrietig), ruimtelijk (vorm), logica (behalve),
Lesstof Woordkennis 1-5 15
tijd (lang), handelingen (opstaan), eigen oefeningen (zelf in te vullen door de
docent).
OVERZICHT OEFENINGEN WOORDKENNIS 2 Onderwerp Naam oefening of toets Oefenvorm
Alle onderwerpen Woordkennis 2 - TOETS meerkeuze
A Het Lichaam 1 Lichaamsdelen (*)
2 Wat betekent dit?
3 Bij de dokter
4 Omschrijving dokterwoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
plaats woord
koppels
B Personen 1 Het trouwfeest (*)
2 Voornaamwoorden
3 Persoonswoorden
4 De kennismaking
5 Het huwelijk
6 Omschrijving personen
plaatje verklaren
meerkeuze
meerkeuze
plaats woord
plaats woord
koppels
C Op school 1 Op school (*)
2 Wat je op school doet (*)
3 Schoolwoorden typen
4 Hamid op school
5 Schoolwoord en betekenis
meerkeuze
plaatje klikken
open vraag
plaats woord
koppels
D Dieren 1 Dertig dieren (*)
2 Wilde dieren (*)
3 Soorten dieren
4 Omschrijving dieren
meerkeuze
plaatje klikken
koppelpuzzel
koppels
E Op reis 1 Landen van Europa (*)
2 Verkeersborden (*)
3 Tekens (*)
4 Naar Turkije
5 Omschrijving reiswoorden
plaatje verklaren
plaatje klikken
plaatje verklaren
plaats woord
koppels
F Gevoel en oordeel 1 Gevoelens (*)
2 Tegengestelde gevoelens
3 Woord in rij
4 Ontmoeting op straat
5 Gevoelens en eigenschappen
6 Omschrijving gevoel en eigenschap
plaatje verklaren
koppelpuzzel
meerkeuze
plaats woord
meerkeuze
koppels
G Ruimtelijk 1 Richtingen (*)
2 Tegenstellingen in beeld (*)
3 Tegenover elkaar
4 Ruimtewoorden
plaatje verklaren
plaatje verklaren
koppelpuzzel
meerkeuze
H Logica 1 Hoeveelheid
2 Conclusies
3 Logische tegenstellingen
4 Vervolg kiezen
meerkeuze
meerkeuze
koppels
koppels
I Tijd 1 Tijdwoorden
2 Gelijke tijd
3 Andere betekenis
meerkeuze
koppelpuzzel
meerkeuze
16 Lesstof Woordkennis 1-5
4 Omschrijving tijdwoorden koppels
J Handelingen 1 Acties (*)
2 Begin van de dag
3 Gesplitste woorden
4 Wat doe je ermee?
5 Handelingen
plaatje klikken
plaats woord
koppels
koppels
koppels
K Eigen woorden 1 Eigen oefeningen - meerkeuze
2 Eigen oefeningen - koppels
3 Eigen oefeningen - rijen
4 Eigen oefeningen - stenen
5 Eigen oefeningen - koppelpuzzel
meerkeuze
koppels
rijen
stenen
koppelpuzzel
Lesstof Woordkennis 1-5 17
WOORDKENNIS 3 Woordkennis 3 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands al redelijk be-
ginnen te beheersen (Cito-2/3). De woorden van Woordkennis 3 hebben als
inhoudelijke kenmerken dat ze abstracter zijn dan de woorden van de lagere
niveaus en dat ze soms deel uitmaken van veelgebruikte idiomatische uitdruk-
kingen. Het gaat vaker om synoniemen die verschillend gebruikt worden.
Vormkenmerken zijn dat verbogen bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden
mogen voorkomen (technische, bespreking) en ook vervoegde splitsbare
werkwoorden, werkwoorden met vaste voorzetsels en onregelmatige werk-
woorden (hangt af van, waarschuwen voor, gestorven). Verder zijn ze vaak
wat langer: twee of drie lettergrepen. Het gaat ook hier over het algemeen om
veelgebruikte woorden. In Woordkennis 3 aandacht voor de volgende thema's
(achter elk thema een voorbeeldwoord): bij de dokter (hartkloppingen), op
school (overgaan), op het werk (ervaring), winkelen (het artikel), eten en
drinken (de asperges), gevoel en oordeel (noodzakelijk), weer en waarneming
(lage luchtdruk), wiskunde en logica (de oppervlakte), taalhandeling (zwij-
gen), eigen oefeningen (zelf in te vullen door de docent).
De oefenvorm ‘Plaatje klikken’. De leerling moet nu in het plaatje aanwijzen waar de gepresenteerde woordgroep bij hoort.
18 Lesstof Woordkennis 1-5
Woordkennis 3 bevat 54 gevarieerde oefeningen, waarvan 7 met geluid. De
oefeningen van Woordkennis 3 zijn op de volgende manier verdeeld over de
rubrieken. Ze staan binnen de rubriek op volgorde van niveau. De vorm van
elke oefening staat in de laatste kolom. (*) betekent: met geluid.
De toets Woordkennis 3 bestaat uit 36 variabele meerkeuzevragen over de
volgende thema's (achter elk thema een voorbeeldwoord): bij de dokter
(hartkloppingen), op school (overgaan), op het werk (ervaring), winkelen (het
artikel), eten en drinken (de asperges), gevoel en oordeel (noodzakelijk), weer
en waarneming (lage luchtdruk), wiskunde en logica (de oppervlakte), taal-
handeling (zwijgen), eigen oefeningen (zelf in te vullen door de docent).
OVERZICHT OEFENINGEN WOORDKENNIS 3 Onderwerp Naam oefening of toets Oefenvorm
Alle onderwerpen Woordkennis 3 - TOETS meerkeuze
A Bij de dokter 1 Organen (*)
2 Doktersvragen
3 Bij het ziekenhuis
4 Klacht en lichaamsdeel
5 Medische woorden
plaatje verklaren
meerkeuze
plaats woord
koppelpuzzel
koppels
B Op school 1 Op school (*)
2 Lerarentaal
3 Werkwoorden erbij
4 Wimpie
5 Schoolwoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
koppelpuzzel
plaats woord
koppels
C Op het werk 1 Beroepen (*)
2 Twee advertenties
3 Woorden combineren
4 Wie doet wat?
5 Over welk woord gaat het?
plaatje verklaren
plaats woord
koppelpuzzel
koppels
koppels
D Winkelen 1 Kleding (*)
2 Wie draagt wat?
3 Een reclame
4 Winkelen
5 Kleding en winkelen
plaatje verklaren
meerkeuze
meerkeuze
plaats woord
koppels
E Eten en drinken 1 Levensmiddelen (*)
2 Groente en fruit (*)
3 Soorten levensmiddelen
4 Eten koken
5 Eten en drinken
plaatje klikken
plaatje verklaren
koppels
plaats woord
koppels
F Gevoel en oordeel 1 Conclusies trekken
2 Wat hoort er niet bij?
3 Synoniemen
4 Sterker en zwakker
5 Positief en negatief
meerkeuze
meerkeuze
koppelpuzzel
koppels
rijen
Lesstof Woordkennis 1-5 19
6 Sterk gevoel
7 Gevoel en oordeel
open vraag
meerkeuze
G Weer en waarneming 1 Wat voor weer is het? (*)
2 Ruiken-proeven-voelen
3 Tegenstellingen
4 Het weerbericht
5 Weer en waarneming
plaatje klikken
rijen
koppelpuzzel
plaats woord
koppels
H Wiskunde en logica 1 Wiskundewoorden (*)
2 Wiskundewoorden in een tekst
3 Logisch verband
4 Logische woorden
5 Logisch vervolg
6 Wiskunde en logica
meerkeuze
plaats woord
meerkeuze
meerkeuze
koppels
koppels
I Taalhandeling 1 Wat doen zij? (*)
2 Praatwoorden
3 Vormen van praten
4 De schorsing
5 Gesprekken
6 Taalwoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
stenen
plaats woord
koppels
koppels
J Eigen woorden 1 Eigen oefeningen - meerkeuze
2 Eigen oefeningen - koppels
3 Eigen oefeningen - rijen
4 Eigen oefeningen - stenen
5 Eigen oefeningen - koppelpuzzel
meerkeuze
koppels
rijen
stenen
koppelpuzzel
20 Lesstof Woordkennis 1-5
WOORDKENNIS 4 Woordkennis 4 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands al redelijk goed
beheersen, maar nog wel een te kleine woordenschat hebben (Cito-3/4). De
woorden van Woordkennis 4 hebben als inhoudelijke kenmerken dat ze gaan
over moeilijker onderwerpen (strafrecht, bestuur) en soms meer details noe-
men (bumper, krik). Ze maken vaker dan in de eenvoudiger programma's deel
uit van uitdrukkingen en vaste combinaties. Complete uitdrukkingen worden
hier eveneens geleerd en bevraagd. In dit bestand bovendien nog aandacht
voor figuurlijk gebruik van woorden. Wat de vorm betreft: er zijn veel ver-
voegde en verbogen onregelmatige woorden gebruikt (doorgesneden, wegge-
zakt).
In Woordkennis 4 aandacht voor de volgende thema's (achter elk thema een
voorbeeldwoord): bij de dokter (infectie), op het werk (ontploffingsgevaar),
transport/verkeer (overstekende), strafrecht (misdrijf), bestuur (vergade-
ring), oorlog (munitie), eigenschappen (sadistisch), kenmerken (genoeg voor
een weeshuis), cognitie (van invloed zijn), eigen oefeningen (zelf in te vullen
door de docent).
Woordkennis 4 bevat 60 gevarieerde oefeningen, waarvan 11 met geluid. De
oefeningen van Woordkennis 4 staan binnen de rubriek op volgorde van
niveau. De vorm van elke oefening staat in de volgende kolom. (*) betekent:
met geluid.
De toets Woordkennis 4 bestaat uit 36 variabele meerkeuzevragen over de
volgende thema's (achter elk thema een voorbeeldwoord): bij de dokter (in-
fectie), op het werk (ontploffingsgevaar), transport/verkeer (overstekende),
strafrecht (misdrijf), bestuur (vergadering), oorlog (munitie), eigenschappen
(sadistisch), kenmerken (genoeg voor een weeshuis), cognitie (van invloed
zijn), eigen oefeningen (zelf in te vullen door de docent).
Lesstof Woordkennis 1-5 21
OVERZICHT OEFENINGEN WOORDKENNIS 4 Onderwerp Naam oefening of toets Oefenvorm
Alle onderwerpen Woordkennis 4 - TOETS meerkeuze
A Bij de dokter 1 Medische hulpmiddelen (*)
2 Specialisten
3 Welke ziekte is dit?
4 De bijsluiter
5 Woorden splitsen
6 Bij de specialist
7 Medische woorden
plaatje verklaren
koppelpuzzel
koppels
meerkeuze
open vraag
plaats woord
koppels
B Op het werk 1 Gereedschap (*)
2 Symbolen op het werk
3 Gereedschap en beroep
4 Functie en beroep
5 Werkuitdrukkingen
6 Wat wil je worden?
7 Beroepswoorden
plaatje verklaren
plaatje klikken
koppelpuzzel
koppels
koppels
plaats woord
koppels
C Transport/verkeer 1 De auto (*)
2 De motor (*)
3 Transportmiddelen (*)
4 Verkeersborden (*)
5 Tegenstellingen
6 In de file
7 Transportwoorden
plaatje verklaren
plaatje verklaren
plaatje klikken
plaatje klikken
koppelpuzzel
plaats woord
koppels
D Strafrecht 1 Criminaliteit (*)
2 Het verhoor
3 Criminelen
4 Uitdrukkingen strafrecht
5 Voor de rechtbank
6 Woorden bij strafrecht
plaatje verklaren
meerkeuze
koppels
meerkeuze
plaats woord
koppels
E Bestuur 1 Gesprekswoorden (*)
2 Vergadertaal
3 Het gemeentebestuur
4 Bestuurswoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
plaats woord
koppels
F Oorlog 1 Oorlogstuig (*)
2 Oorlogshandelingen (*)
3 Zelfmoordaanslag
4 Oorlogsverslag
5 Oorlogsuitdrukkingen
6 Oorlogswoorden
plaatje verklaren
plaatje verklaren
meerkeuze
plaats woord
koppels
koppels
G Eigenschappen 1 Bij de psycholoog
2 Goede eigenschappen
3 Slechte eigenschappen
4 Goed-slecht
5 Slechteriken
6 Uitdrukkingen over eigenschappen
7 Hoog sensitief
8 Woorden voor eigenschappen
meerkeuze
koppels
koppels
rijen
koppels
meerkeuze
plaats woord
koppels
22 Lesstof Woordkennis 1-5
H Kenmerken 1 Kenmerken (*)
2 Figuurlijke taal
3 Uitdrukkingen met veel of weinig
4 Twente-Heerenveen
5 Woorden voor kenmerken
plaatje klikken
meerkeuze
rijen
plaats woord
koppels
I Cognitie 1 Zekerheid
2 Logische woorden
3 Oorzaak, gevolg, conclusie
4 Chatten
5 Logische woorden
meerkeuze
koppelpuzzel
meerkeuze
plaats woord
koppels
J Eigen woorden 1 Eigen oefeningen - meerkeuze
2 Eigen oefeningen - koppels
3 Eigen oefeningen - rijen
4 Eigen oefeningen - stenen
5 Eigen oefeningen - koppelpuzzel
meerkeuze
koppels
rijen
stenen
koppelpuzzel
Lesstof Woordkennis 1-5 23
WOORDKENNIS 5 Woordkennis 5 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands behoorlijk goed
beheersen, maar hun woordenschat nog wat verder willen uitbreiden (Cito
4/5). De woorden van Woordkennis 5 hebben als inhoudelijke kenmerken dat
ze gaan over moeilijker of abstractere onderwerpen (economie, sociale zaken,
geest/moraal). Vaak moet uit twee woorden die erg op elkaar lijken het juiste
worden gekozen. De woorden horen vaker tot bepaalde registers (platte taal,
formele taal). Veel complete uitdrukkingen worden hier voor het eerst geleerd
en bevraagd. Er wordt aandacht besteed aan woorden waar Latijnse en Griek-
se woorddelen in voorkomen en aan woorden die uit het Engels en Frans
afkomstig zijn. Naast aandacht voor letterlijk gebruik van woorden, hier ook
weer figuurlijk taalgebruik. De woorden van Woordkennis 5 vallen voor een
groot deel buiten de lijst van de 1200 meest gebruikte woorden van Uit den
Bogaart. Wat de vorm betreft: er zijn veel vervoegde en verbogen onregel-
matige woorden gebruikt.
Woordkennis 5 behandelt dus een aantal minder frequente woorden die
verdeeld zijn over de volgende thema's (achter elk thema een voorbeeld-
woord): economie (financiering), sociale zaken (alimentatie), bestuur (capa-
bel), criminaliteit (op heterdaad), techniek (energie), geest/moraal (wijsheid),
gevoel/oordeel (uilskuiken), waarneming (dimensies), cognitie(mits).
Oefenvorm ‘Plaatje’, maar nu met de veel moeilijker woorden van Woordkennis 5, onderdeel Techniek.
24 Lesstof Woordkennis 1-5
Woordkennis 5 bevat 65 gevarieerde oefeningen, waarvan 5 met geluid. De
oefeningen van Woordkennis 5 staan binnen de rubriek op volgorde van
niveau. De vorm van elke oefening staat in de laatste kolom.
De toets Woordkennis 5 bestaat uit 36 variabele meerkeuzevragen over de
thema's die ook in de oefeningen behandeld worden.
Overzicht oefeningen Woordkennis 5
Onderwerp Naam oefening of toets Oefenvorm
Alle onderwerpen Woordkennis 5 - TOETS meerkeuze
A Economie 1 Economie
2 KLM
3 Deftige brief
4 Deftig of niet
5 Combinaties
6 Synoniemen [1]
meerkeuze
plaats woord
wijs aan in tekst
rijen
koppelpuzzel
koppels
B Sociale zaken 1 Sociale zaken
2 Bij de sociale dienst
3 Welk woord hoort er niet bij?
4 De scheiding
5 De auto aan banden
6 Sociale woorden
meerkeuze
meerkeuze
meerkeuze
plaats woord
plaats woord
koppels
C Bestuur 1 Leiders (*)
2 Bestuurswoorden
3 Wie heeft de leiding?
4 Engelse woorden
5 Franse woorden
6 De vergadering
7 Organisatiewoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
koppels
koppels
koppels
plaats woord
koppels
D Criminaliteit 1 Criminaliteit
2 Crimineel gedrag
3 Wetsuitdrukkingen
4 Schuldig of niet?
5 Platte woorden
6 Moord en doodslag
7 Criminaliteitswoorden
meerkeuze
koppels
koppels
rijen
koppels
plaats woord
koppels
E Techniek 1 Kantoortechniek (*)
2 Doe-het-zelf (*)
3 Technische berichten
4 De compressor
5 Elektriciteit
6 Technisch en gewoon
7 Technische woorden
plaatje verklaren
plaatje verklaren
meerkeuze
plaats woord
plaats woord
koppels
koppels
F Geest/moraal 1 Symbolen (*)
2 Over geest en moraal
3 Afwijkende betekenis
4 Synoniemen [2]
5 Uitdrukkingen over moraal
plaatje klikken
meerkeuze
wijs aan in zin
koppelpuzzel
koppels
Lesstof Woordkennis 1-5 25
Onderwerp Naam oefening of toets Oefenvorm
6 Woorden voor geest en moraal koppels
G Gevoel/oordeel 1 Gevoelens (*)
2 Uitdrukkingen over gevoel
3 Gevoel en uitdrukking
4 Typeringen
5 Twee sterrenbeelden
6 Afwijkende betekenis
7 Gevoelsuitdrukkingen
8 Gevoelswoorden
plaatje verklaren
meerkeuze
koppels
koppels
plaats woord
wijs aan in zin
meerkeuze
koppels
H Waarnemingen 1 Het schilderij
2 Zien of horen
3 Ruiken of voelen
4 Vreemde woorddelen
5 Over kleur
6 Waarnemingswoorden
meerkeuze
rijen
rijen
plaats woord
plaats woord
koppels
I Cognitie 1 Over redeneren
2 Betekenis in zin
3 Voegwoord invullen
4 Verkeerde voegwoorden
5 Synoniem of niet
6 Werkwoord en uitdrukking
7 Argumentatiewoorden
meerkeuze
meerkeuze
open vraag
wijs aan in tekst
rijen
koppels
koppels
J Eigen oefeningen 1 Eigen woorden - meerkeuze
2 Eigen woorden - rijen
3 Eigen woorden - koppels
4 Eigen woorden - stenen
5 Eigen woorden - koppelpuzzel
meerkeuze
rijen
koppels
stenen
koppelpuzzel
LITERATUUR Boogaart, P. C. Uit den (red.) (1975), Woordfrequenties in geschreven en
gesproken Nederlands. Utrecht: Oosthoek, Scheltema en Holkema.
Coenen, M. en A. Vermeer (1998). Nederlandse woordenschat allochtone
kinderen. Tilburg: Zwijssen.
Hajer, M. en T. Meestringa (1995). Schooltaal als struikelblok. Didactische
wenken voor alle docenten. Bussum: Dick Coutinho.
Hofmans-Okkes, I. (1987). Schoolboeken leren lezen. Adviezen voor leraren.
Muiderberg: Dick Coutinho.
Verhallen, S en M. Verhallen (1994). Woorden leren, woorden onderwijzen.
Handreiking voor leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. Hoevelaken:
CPS.
Recommended