View
6
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen
(OTA) Bijzondere jeugdbijstand vzw
Kerkstraat 159-2060 Antwerpen 03/663.13.63
info.antwerpen@ondersteuningsteam.be
Jaarverslag
2014
Voorwoord.
Op 1 maart 2014 werden de Ondersteuningsteams Allochtonen in Vlaanderen erkend.
Tegelijkertijd startte de intersectorale toegangspoort. Voor de betrokken sectoren brak een
periode aan van transitie en reflectie.
Het nieuwe jeugdhulpverleningslandschap daagde ook de OTA’s uit. Algauw rezen volgende
vragen:
Waar moeten wij op inzetten om een kwalitatieve hulpverlening aan jongeren met een
migratieachtergrond te waarborgen? Hoe zorgen we ervoor dat deze tijdig en effectief is? Wat
betekent het voor onze werking wanneer geen van onze 4 klassieke verwijzers
(ondersteuningscentrum jeugdzorg, sociale dienst bij de jeugdrechtbank, centrum
leerlingenbegeleiding of jeugdbrigade) betrokken is bij de hulpverlening? Waar leggen we
prioriteiten?
Stof tot nadenken dus. En daarvoor nemen we de tijd, organisatiebreed. De antwoorden
formuleren we graag in een volgend jaarverslag.
Het team en de bestuurders.
Lijst met afkortingen
BJB Bijzondere Jeugdbijstand CBJ Comité voor de bijzondere jeugdzorg CLB Centra voor Leerlingbegeleiding ECM Etnisch Culturele Minderheden GM Gemandateerde Voorzieningen IJH Integrale Jeugdhulp ITP Intersectorale ToegangsPoort JB Jeugbrigade MDT Multidisciplinair Team MOF als Misdrijf Omschreven Feit NRTJ Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp OCJ Ondersteuningscentrum Jeugdzorg OTA Ondersteuningsteam Allochtonen OOOC Onthaal, oriëntatie en observatiecentrum RTJ Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp VOS Verontrustende Opvoedingssituatie SDJ Sociale Dienst bij de Jeugdrechtbank
DEEL 1: OTA: historiek, werking en inbedding
1 ALGEMEEN ....................................................................................... 1
2 SUBSIDIES EN ERKENNING ........................................................... 1
3 UITGANGSVISIE ............................................................................... 1
4 DOELSTELLING EN DOELGROEP .................................................. 2 4.1 Doelstelling ................................................................................................................................................. 2
4.2 Doelgroep .................................................................................................................................................... 2
4.1.a Adviserend consult ................................................................................................................................ 2 4.1.b Participatief consult ............................................................................................................................... 2
5 KERNTAKEN EN METHODIEK ........................................................ 2 5.1 Kerntaken ..................................................................................................................................................... 2
5.1.a Consultfunctie ....................................................................................................................................... 2 5.1.b Vorming ................................................................................................................................................ 3
5.2 Methodiek…………………………………………………………………………………………………..3
DEEL 2: Kerntaken in beeld
1 ONDERSTEUNING IN CONCRETE DOSSIERS ............................. 5 1.1 Algemene caseload 2014 ............................................................................................................................. 5 1.2 Specifiek ...................................................................................................................................................... 7
1.2.a Totale caseload ...................................................................................................................................... 7
1.2.b Soort dossier……………………………………………………………………………………………9
1.2.c Verhouding POS/VOS dossiers……………………………………………………………………….11
1.2.d. Soorten interventies van het ondersteuningsteam……………………………………………………12
1.2.g. Observaties vanuit het werkveld……………………………………………………………………..12
2 VORMING EN METHODIEKONTWIKKELING ................................ 13 2.1 Vormingscyclus ‘Hulpverlening aan allochtone jongeren in de BJB’ en follow-upvorming. .................... 13
2.2 Vorming, coaching en ondersteuning ad hoc………………………………………………………………13
2.2.a. Intervisie, vorming- en overlegmomenten………………………………………………………....….13
2.2.b Studenten ............................................................................................................................................. 14
2.2.c Let op de kleintjes……………………………………………………………………………………..14
2.3. Themathiek van eergerelateerd geweld………………………………………………………………… 14
3 VERTEGENWOORDIGINGEN ........................................................ 15 3.1 Arrondissementeel overleg .......................................................................................................................... 15 3.2 Vereffeningsfonds en Comité V ................................................................................................................. 15 3.3 Vlaams Welzijnsverbond – Coördinatiecomité Antwerpen ....................................................................... 15
DEEL 3: Het ondersteuningsteam: de vzw
1 PERSONEEL ................................................................................... 16 1.1 Algemeen ................................................................................................................................................... 16 1.2 Co-bemiddelaars ........................................................................................................................................ 16 1.3 Stagiairs ..................................................................................................................................................... 17 1.4 Opleidingen, vormingen en bijscholingen personeel ................................................................................. 18
2 INTERNE BIJEENKOMSTEN .......................................................... 20 2.1 Teamvergadering........................................................................................................................................ 20 2.2 De Raad van Bestuur .................................................................................................................................. 20 2.3 Interprovinciale samenwerkingn OTA’s Vlaanderen ................................................................................. 20
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 1
Deel 1: OTA. Historiek, werking en inbedding.
1 Algemeen
Het OTA is een team van interculturele bemiddelaars ter ondersteuning van de hulp- en
dienstverlening aan minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of
levensbeschouwelijke diversiteit een rol spelen.
Reeds sinds 1988 streeft het Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen (OTA) naar een zo
optimaal mogelijke jeugdhulpverlening aan jongeren met een migratieachtergrond in de
provincie Antwerpen. Het overbruggen van de afstand tussen de leefwerelden van allochtone
jongeren, hun ouders en de jeugdhulpverleners is nog steeds geen sinecure mede door de sterk
toegenomen culturele diversiteit en de diversiteit in leefcontexten van jongeren.
Gaandeweg werd de oorspronkelijke doelgroep (Marokkaanse en Turkse gezinnen) uitgebreid
naar alle etnisch-culturele minderheden waaronder ook de Niet Begeleide Buitenlandse
Minderjarigen. Eind jaren ’90 zetten we een samenwerking op met vrijwilligers (later
cobemiddelaars genoemd) om hieraan tegemoet te komen.
2 Subsidies en erkenning
In 2014 werden de Ondersteuningsteams Allochtonen erkend door de Vlaamse overheid op
basis van artikel 97 in het decreet van de Integrale Jeugdhulpverlening. De jarenlang steun van
de provincie werd door de interne staatshervorming opgeheven. De OTA’s zijn nu een louter
Vlaamse bevoegdheid en worden opgevolgd door het agentschap Jongerenwelzijn.
Met het in werking treden van het decreet en de start van de intersectorale toegangspoort op 1
maart 2014 zoeken de OTA’s hun nieuwe plaats in het gewijzigde hulpverleningslandschap.
Deze nieuwe positie zal invloed hebben op het huidige aanbod van de OTA’s. In 2014 en 2015
zullen de OTA’s de tijd nemen om de vragen en de noden vanuit het werkveld te inventariseren.
De erkenning en de start van de intersectorale toegangspoort beschouwen we als een uitgelezen
kans om de hieronder staande uitgangsvisie te toetsen aan de werkelijkheid: hoe zorgen we
ervoor dat elke jongere, ongeacht zijn origine, kwalitatief en tijdig geholpen wordt?
Vanuit een actuele visie zullen de OTA’s keuzes maken om bestaande knelpunten en
uitdagende thema’s inzake interculturele jeugdhulpverlening zo adequaat mogelijk aan te
pakken. Waar mogelijk werken we nauw samen met de vier OTA’s.
Bovenstaande oefening zal dienen als vertrekpunt van ons kwaliteitsbeleid. Meer informatie
hieromtrent is terug te vinden in ons kwaliteitsverslag.
3 Uitgangsvisie
Iedere minderjarige (en zijn gezin) heeft recht op een kwalitatieve en adequate hulpverlening.
De jeugdhulpverlening moet dit recht als een gelijkwaardig recht voor alle hulpvragers hard
maken in organisatie, aanpak en methodiek. Dit gelijkwaardig recht vereist dat er voor kinderen
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 2
en jongeren en hun gezinnen afkomstig uit etnisch-culturele minderheden, extra inspanningen
moeten geleverd worden om hulpverlening op maat te bieden1.
4 Doelstelling en doelgroep
4.1 Doelstelling
Algemeen kan men stellen dat de OTA’s de interculturele deskundigheid binnen de
jeugdhulpverlening optimaliseren zodat de hulpverlening zo doeltreffend mogelijk wordt,
ondanks de etnisch-culturele afkomst van de cliënt.
4.2 Doelgroep
4.2.a Adviserend consult
Elke hulpverlener binnen de Integrale Jeugdhulp kan bij OTA terecht voor advies. Een
adviserend consult kan ene vraagverheldering, een advies of een doorverwijzing inhouden.
4.2.b Participatief consult
Binnen dit luik organiseert het OTA zijn diensten voor enerzijds de hulp- en dienstverlening
die door de toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen en de sociale diensten voor
gerechtelijke jeugdbijstand wordt ingeschakeld of georganiseerd (NRTJ) en anderzijds voor de
minderjarigen en hun gezinnen (ook ‘doelwitgroep’ genaamd) die bereikt worden via
ondersteuning in concrete dossiers.
De voorwaarde voor de aanvraag van een consult is dat de domicilie van de betreffende jongere
in de provincie Antwerpen ligt. Indien dit niet het geval is, verwijzen wij door naar het OTA
van Limburg, Brussel en Vlaams-Brabant of Oost-en West-Vlaanderen.
Vanaf 2015 zullen de diensten BJB die rechtstreeks toegankelijk worden (diensten
contextbegeleiding en dagcentra) blijvend beroep kunnen doen op OTA voor een participatief
consult.
In beperkte mate kunnen ook andere diensten uit het rechtstreeks toegankelijke luik beroep doen
op het OTA. In de provincie Antwerpen bestaat historisch al een goede samenwerking met de
CLB’s en de jeugdbrigade.
5 Kerntaken en methodiek
5.1 Kerntaken
5.1.a Consultfunctie
In het erkenningsbesluit wordt gesproken van twee soorten consulten. Hieronder leest u wat
beide consulten inhouden.
1 De uitgebreide visie en werking van de Ondersteuningsteams Allochtonen Vlaanderen wordt beschreven in
onze concepttekst. In 2015 werken de OTA’s een nieuwe visie uit.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 3
Adviserend consult:
Het OTA geeft advies en informatie aan hulpverleners uit de sectoren binnen Integrale
Jeugdhulp. Zo kan bijvoorbeeld op vraag van een hulpverlener of consulent advies gegeven
worden in verband met een concreet dossier, zonder dat het team verder betrokken wordt bij
het hulpverleningsproces. Meestal hebben deze adviesvragen betrekking op de culturele
achtergrond van de jongerenen/of hun gezin. Zulke adviesvragen worden telefonisch of via mail
gesteld.
Kunnen we zelf niet antwoorden op de gestelde vragen, dan treden we op als doorverwijzer.
Participatief consult:
Een participatief consult bestaat uit een overleg met de aanmelder, een verkennend,
herkaderend of een bemiddelingsgesprek (zie 5.2. methodiek) met de aanmelder, met de jongere
en zijn context.
5.1.b Vorming
Het ondersteuningsteam vindt het belangrijk te werken aan deskundigheidsbevordering van
professionelen die werken met kinderen, jongeren en hun gezinnen uit ECM en in te zetten op
kennisdeling. Vorming kan worden georganiseerd voor de diensten en voorzieningen binnen
de Integrale jeugdhulp. Vragen buiten deze sectoren (hogescholen, onderwijs, …) worden ad
hoc bekeken.
Bij vorming op maat gaat het om individuele vormingsmomenten op vraag van een bepaalde
dienst of voorziening, om een intervisie met betrekking tot een specifiek dossier of coaching
rond een bepaald thema.
Wat vorming in groep betreft, organiseert het OTA vormingsreeksen voor diensten en
voorzieningen, uitgewerkt door de eigen medewerkers en/of in samenwerking met externe
deskundigen.
Vorming on-the-job gebeurt tijdens de individuele ondersteuning van OTA binnen een lopend
dossier waarbij er meer achtergrondinformatie wordt gegeven over de cultuur in het land van
herkomst, bepaalde gebruiken en tradities, taboe-onderwerpen en hoe ermee omgaan,
interculturele gesprekstechnieken, invloed van levensbeschouwelijke elementen, informatie
over zelforganisaties,…
OTA wil de komende jaren inzetten op de ontwikkeling van thematische vormingspakketten en
–instrumenten en de bijscholing van de eigen medewerkers in reeds bestaande
vormingsinstrumenten en spelmethodieken die bruikbaar zijn voor onze doelgroep. De
werkgroep vorming maakt hier actief werk van.
5.2 Methodiek.
Het ondersteuningsteam gaat er vanuit dat niet zozeer het verschil in cultuur maar wel de
wijziging van de context (omwille van migratie, vlucht of vertrek uit het land van herkomst)
aan de basis ligt van heel wat probleemsituaties van jongeren met een migratieachtergrond.
In de ondersteuning van de aanmeldende dienst of consulent worden drie basis methoden
(overleg, verkennen & herkaderen en bemiddelen) gebruikt om de verwevenheid van de
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 4
problematische opvoedingssituatie met inter- en intraculturele mechanismen te expliciteren.
Per individuele aanmelding van een jongere moet bekeken worden of de interventie van het
Ondersteuningsteam een meerwaarde kan betekenen.
Deze methoden blijven onveranderd de kern uitmaken van onze interventies. In de bijlage
achteraan wordt er dieper op ingegaan.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 5
Deel 2: KERNTAKEN IN BEELD
1 Ondersteuning in concrete dossiers
Onderstaande cijfers en opsommingen proberen een beeld te scheppen hoe we vorm geven aan
onze ondersteuningsopdracht. In sommige tabellen geven we cijfers weer over een aantal jaren
zodat bepaalde evoluties in kaart kunnen gebracht worden. Door de nieuwe terminologie en het
gewijzigd hulpverleningslandschap is er niet steeds een vergelijking met de voorgaande jaren
mogelijk.
1.1 Algemene caseload 2014
In totaal werd er ondersteuning geboden in 212 dossiers (zie tabel 1) in 2014. 89 dossiers
werden overgedragen uit vorige jaren, 123 dossiers werden als nieuwe aanmelding
genoteerd.
In deze 212 dossiers vonden 843 participatieve consulten plaats. Daarnaast gaven we 57
adviserende consulten (zie 1.2) .
In 54 dossiers werd beroep gedaan op een cobemiddelaar (vrijwilliger met dezelfde
etnisch-culturele achtergrond en/of taalkennis).
De superdiversiteit2 is niet meer weg te denken uit de grootstad en evenmin uit onze
caseload. Noord-Afrikaanse, zwart-Afrikaanse en Roma dossiers domineren nog steeds
de caseload. Daarnaast vallen de aanmeldingen op van ECM die zich nog maar zeer
recent aftekenen in onze caseload zoals de Chinese, joodse en groeiende groep Poolse
dossiers.
In het oog springt de daling van het aantal dossiers waar er een consulent van het OCJ
actief is. Ook het aantal dossiers van jongeren of gezinnen onder toezicht daalde licht.
Wellicht heeft dit te maken met de start van de intersectorale toegangspoort en de
hernieuwde posities en opdrachten van respectievelijk de OCJ’s en de SDJ’s.
We merken stilaan de invloed van een nieuwe categorie van aanmelders, komende uit
de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (12 dossiers).
OTA krijgt meer vragen voor ondersteuning van meisjes (93 dossiers) en gezinnen (69
dossiers) dan voor jongens (45 dossiers). In een aantal dossiers gaat het aanvankelijk
over slechts 1 jongere en zien we later een uitbreiding naar meerdere kinderen.
2 Voor wie meer wil weten over dit begrip verwijzen we naar: Vertovec, Steven:
2007 Super-Diversity and its implications. Ethnic and Racial Studies 26: 1024-1054 en Geldhof, Dirk: 2013
Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert. Acco.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 6
Figuur 1: totale caseload van het ondersteuningsteam van 1991 tot heden
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Reeks1 79 67 102 144 141 155 119 134 152 127 164 159 161 197 181 182 205 214 230 228 245 238 288 212
7967
102
144 141155
119134
152
127
164 159 161
197181 182
205214
230 228245 238
288
212
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 7
1.2 Specifiek
1.2.a Totale caseload
In 2014 stelden we een aanzienlijke daling van de dossiers vast. Er waren zowel minder
doorlopende dossiers als minder nieuw aangemelde dossiers. Vooral de eerste maanden van het
jaar liepen er weinig aanvragen binnen. Dit heeft vermoedelijk te maken met de opstart van de
intersectorale toegangspoort die veel voorbereiding vergde bij zowel voorzieningen als
verwijzers. Bij een aantal lopende dossiers werd het dossier gesloten door de consulent en/of
was er geen samenwerking met de bevoegde voorziening.
Daarnaast waren er wijzigingen binnen het team van bemiddelaars. Eén medewerker ging uit
dienst wegens pensioen. Zij werd tot op heden niet vervangen omwille van ontoereikende
middelen. Daarnaast waren verschillende medewerkers tijdelijk afwezig door ziekte,
zwangerschaps- en/of ouderschapsverlof zonder vervanging. Twee medewerkers werkten
minder uren (jobtimewijziging). Dit had een invloed op de beschikbaarheid van medewerkers
en het aantal interventies op jaarbasis.
We stellen eveneens vast dat een kleine minderheid van dossiers werd aangemeld maar nooit
kon opgestart worden. Vermoedelijk heeft ook dit te maken met de veranderingen die zich
voltrokken bij vele voorzieningen
Tabel 1 geeft een overzicht van significante deelgroepen binnen onze caseload. Doorslaggevend
criterium voor deze indeling is ofwel het land/regio van herkomst ofwel de etnische origine
waartoe de jongere en/of zijn gezin toebehoren.
Marokkaanse, zwart-Afrikaanse en Roma dossiers zijn de grootste deelgroepen. Daarnaast is er
een versnippering van herkomstlanden en origines. Voor een aantal dossiers is het niet
vanzelfsprekend om de juiste cobemiddelaars te vinden zoals bijvoorbeeld voor Chinese en
joodse dossiers.
Prominente
aantallen
Land van herkomst
Aantal 2014 Aantal 2013
≥50 Marokko 51 64
≥30 Ex-Joegoslavië 37
(waaronder 33
Roma dossiers)
(40)
≥20
≥10
Gemengd (één van partners is Belg)
Kongo
Ghana
20
11
10
21
9
≥5 Turkije, Polen, China, Nigeria, Pakistan,
Tsjetsjenië
Tabel 1: Totale caseload 2014 opgesplitst naar significante deelgroepen
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 8
De regionale verdeling van de caseload ligt in het verlengde van de tabel deelgroepen. Zwart-
Afrika, Europa (voornamelijk Roma) en de Maghreb maken een evenredig groot deel uit van
de totale caseload.
Figuur 2: totale case-load 2014 opgesplitst naar regio’s
28%
27%
25%
15%
4%
1%
Europa Afrika Noord-Afrika en Midden-Oosten Azië en ex-USSR Gemengd Latijns-Amerika
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 9
1.2.b soort dossier
Jongeren en gezinnen die onder toezicht staan van de jeugdrechter blijven de grootste categorie
in onze caseload. Maar liefst in 60% van onze dossiers is er een consulent van de sociale dienst
bij de jeugdrechtbank actief.
Opmerkelijk is de aanhoudende daling van het aantal CBJ/OCJ dossiers (21% in 2014 versus
29% in 2013). We kunnen er moeilijk de vinger opleggen of dit te maken heeft met het
transitiejaar 2014 binnen de jeugdhulpverlening of dat dit een blijvende trend zal zijn.
De CLB dossiers daarentegen stijgen jaar na jaar (10% in 2014 versus 7% in 2013) en we
verwachten dat deze stijgende lijn zal aanhouden. De groep andere is voor het eerst aanwezig
in deze grafiek en omvat aanmeldingen waar geen van onze klassieke verwijzers (SDJ, OCJ,
CLB of JB) voor bevoegd is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een aanmelding van een dienst
contextbegeleiding voor de toegangspoort waar geen OCJ actief is.
Figuur 3: Totale caseload 2014 opgesplitst naar soort dossier
60%
21%
10%
7%2%
SDJ CBJ/OCJ CLB ANDERE JB
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 10
REGIO INSTANTIE Aantal 2012 Aantal 2013 Aantal 2014
Antwerpen Comité (CBJ) 52 62 34
Sociale Dienst Jeugdrechtbank (SDJRB) 135 158 109
Sociale Dienst Jeugdbrigade (JB) 7 6 3
CLB 6 21 18
IJH 2 10
Totaal 200 249 174
Mechelen Comité 8 6 3
Sociale Dienst Jeugdrechtbank 10 5 9
CLB 2 0 2
IJH 0 0 1
Totaal 20 11 15
Turnhout Comité 7 15 9
Sociale Dienst Jeugdrechtbank 8 12 10
CLB 0 1 2
IJH 0 0 2
Totaal 15 28 23
Tabel 2: Verdeling caseload 2014 per gerechtelijk arrondissement en verwijzer
Zoals reeds eerder vermeld zien we een significante daling in het gerechtelijk arrondissement
Antwerpen bij zowel de dossiers vanuit de sociale dienst bij de jeugdrechtbank als de dossiers
vanuit de OCJ’s. Vooral het aantal nieuwe aanmeldingen vanuit het CBJ/OCJ was in 2014
bijzonder laag: 12 dossiers (zie tabel 3). In Mechelen en Turnhout bleef de caseload min of
meer stabiel.
Aanmelder
# 2012 # 2013 #2014
SDJRB 31 46 35
CBJ 32 23 12
CLB 9 22 20
OOOC 28 19 11
Thuisbegeleiding 13 7 3
Begeleidingstehuis 8 6 6
CHAH, Crisiteam-18 3 6 3
JB 5 5 3
GI De Markt, De Hutten, Beernem, De Overstap, Yar
6 3 1
Pleegzorg 6 2 4
CKG 3 1 1
Dagcentrum 1 1 2
CO3 1 1 0
JAC/VK 1 2 2
OPZ Geel 1 1 1
BZW 0 1 2
Tabel 3: overzicht aanmelders van nieuwe dossiers 2012/2013/2014
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 11
Tabel 3 leert ons dat er niet enkel vanuit het CBJ/OCJ (12 dossiers) weinig nieuwe
aanmeldingen kwamen maar ook vanuit de OOOC’s (11 dossiers) en de contextbegeleidingen
(3 dossiers). Alweer vermoeden wij dat het transitiejaar een invloed heeft gehad op de cijfers.
Om een beeld te geven hoe die transitie zich al in 2014 voltrok op het gebied van verwijzers in
de nieuwe dossiers, geven we onderstaande tabel. Opvallend is dat 12 dossiers uit het
rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpaanbod aangemeld werden en maar liefst 36 dossiers van
buiten de sector bijzondere jeugdzorg waren.
Figuur 4: Overzicht verwijzers van nieuw aangemelde dossiers
1.2. c verhouding POS-MOF dossiers
Figuur 5: opsplitsing in VOS en MOF
OTA werkte in 11 MOF dossiers, 199 VOS dossiers en in 2 gemengde dossiers.
0
10
20
30
40
50
60
SDJ CBJ/OCJ CLB PZ JB RTJ CRISIS GGZ VK
Antwerpen Mechelen Turnhout
94%
5%
1%
POS MOF POS/MOF
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 12
1.2.d Soorten interventies van het Ondersteuningsteam
Sinds de erkenning van de OTA’s verdelen we onze interventies in twee categorieën:
- Participatieve consulten: een overleg met de aanmelder, een verkennend, herkaderend
of bemiddelingsgesprek met de aanmelder, de jongere en/of zijn context.
- Adviserende consulten: een vraagverheldering of doorverwijzing en advies in functie
van de aangemelde vraag
We gaven al aan dat er 843 participatieve consulten en 57 adviserende consulten plaatsvonden.
57 adviezen werden schriftelijk genoteerd. Wellicht is dit een lichte onderschatting van het
totaal aantal telefonisch gegeven adviezen. Opvallend veel adviesvragen worden gesteld door
de CLB's (≥ 15 vragen). Daarnaast komen er frequent vragen binnen van crisishulp,
voorzieningen bijzondere jeugdzorg, CAW’s, het VK, de lokale politie etc.
1.2. f Observaties vanuit het werkveld
Door zijn specifieke inbedding komt het OTA in aanraking met een veelheid van diensten en
organisaties maar ook leefsituaties van individuele allochtone jongeren en hun gezin. Graag
delen wij hieronder een aantal observaties, bezorgdheden en/of aandachtspunten die relevant
zijn voor de kwaliteit van de jeugdhulpverlening aan ECM.
Gezien het transitiejaar wagen we ons niet aan grote analyses.
We lichten er enkel het thema van de volg- of de gefaseerde migratie uit omdat we dit veelvuldig
tegenkomen in onze caseload. Jongeren die op latere leeftijd naar België komen zien we vaak
worstelen om zich aan te passen aan hun nieuwe context en vaak een ander gezinssysteem. De
verwachtingen van de ouder(s) en de jongere worden niet ingelost, waardoor het samenleven
wordt bemoeilijkt. Zelfs met bemiddeling is deze vervreemding moeilijk aan te pakken. Soms
zien we dat jongeren na een periode van conflict worden teruggestuurd. Indien zij in België
geïsoleerd geraken van hun gezin uit eigen keuze of omwille van verstoting kunnen er
bijkomende problemen ontstaan met hun verblijfsdocumenten. Hun positie is bijgevolg erg
kwetsbaar.
Rond deze doelgroep nemen we ons alvast voor informatie uit te wisselen met andere
organisaties om de noden en knelpunten beter te kunnen inschatten. Onze stagiaire, Fara, focust
zich op deze jongeren in haar eindwerk. Zij stelt vast dat er nog maar weinig literatuur en
onderzoek voorhanden is rond neveninstromers.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 13
2 VORMING EN METHODIEKONTWIKKELING
2.1 Vormingscyclus ‘Hulpverlening aan allochtone jongeren in de BJB’
Met het uit dienst gaan van Ann Huybrechs, die verantwoordelijk was voor de vaste
vormingscyclus ‘hulpverlening aan allochtone jongeren in de bjb’, is er voorlopig geen nieuwe
reeks aangeboden.
In het licht van de nieuwe erkenning van het OTA herbekijken we ons vormingsaanbod.
Daartoe werd een werkgroep vorming opgericht waaraan teamleden van verschillende OTA’s
participeren. Fanny Matheusen van vzw Ghoesting ondersteunt deze werkgroep.
2.2 Vorming, coaching en ondersteuning ad hoc
2.2.a Intervisie, vormings- en overlegmomenten
Dit zijn vormingen op maat op vraag van de voorziening of verwijzer of derden. Waar mogelijk
sloten ook nieuwe medewerkers en stagiaires aan van het OTA Antwerpen.
14/01 Coaching rond Roma. TB Joba.
Valerija Ludvig.
08/02 Coaching aan de hand van casussen. DC De
Wederick
Houria Benzerar.
20/02 Vormingssessie rond ‘bekeerlingen’. OPZ
Geel.
Atika Boulafdal en Houria Benzerar.
23/04 Vormingssessie rond ‘homoseksualiteit’.
Atika Boulafdal en Firmin Boika.
28/04 en 19/05 Workshops interculturele
gesprekstechnieken op de AP Hogeschool.
Joy Eeman met Bela Shah, Hatice Altunbay
en Valerija Ludvig.
6/05 Gastcollege over Roma en intra-Europese
migratie op de KDG Hogeschool.
Joy Eeman
02/06 Coaching rond Afrikaanse en Marokkaanse
gezinnen. De Stroming.
Atika Boulafdal en Houria Benzerar.
05/06 Coaching aan de hand van casussen. DC
Wederick.
Houria Benzerar.
16/06 Coaching rond Roma. BTH Hof Ter Heide.
Valerija Ludvig.
13/10 Teamcoaching rond Roma. TB
Wingerdbloei.
Valerija Ludvig.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 14
14/10 Teamcoaching rond Roma. DC De Tichel.
Valerija Ludvig.
05/11 Teamcoaching rond Roma. OOOC De
Zwaantjes.
Joy Eeman en Valerija Ludvig.
12/11 Intervisie. BTH De Vuurtoren.
Valerija Ludvig en Bela Shah.
24/11 Teamcoaching rond Roma. BTH Hof Ter
Heide.
Valerija Ludvig.
2.2.b Studenten
Zoals ieder jaar zijn we vaak ingegaan op vragen van studenten voor informatie en hulp bij
schoolse opdrachten, onderzoeken en eindwerken.
2.2.c Let op de kleintjes
OTA Antwerpen kiest voor een proactieve rol in het jeugdhulpverleningslandschap. Naast de
kerntaken vastgelegd door het Vlaams agentschap Jongerenwelzijn, zet het OTA in op regionale
noden.
In 2014 zagen wij een grote meerwaarde in de participatie van het OTA aan het project rond
intrafamiliaal geweld ‘Let op de kleintjes’, een samenwerking tussen de provincie Antwerpen
en Emmaüs. De problematiek van IFG kent een hoge incidentie in onze caseload. Tot nu toe is
er weinig sensibilisatie rond de negatieve effecten van IFG voor de kinderen in de allochtone
gemeenschappen. Het is bovendien een problematiek die door allochtone ouders vaak niet
onderkend wordt en indien openlijk besproken, geminimaliseerd wordt.
Het leek ons dan ook zeer belangrijk en waardevol om het project ‘Let op de kleintjes’
toegankelijk te maken voor deze doelgroep. In samenspraak met Emmaüs organiseerden we
een extra groep kunnen realiseren op een bereikbare locatie (in Antwerpen Noord). Samen met
ons partners proberen we kinderen en hun ouders toe te leiden naar de groep. Khadija Talbi
werkte samen met Emmaüs als facilitator tijdens de sessies. 9 sessies vonden plaats in het najaar
van 2014.
Dit project werd gerealiseerd met extra steun van de provincie Antwerpen. Een deel van de
middelen wordt overgeheveld naar 2015 om dit project te continueren. We merkten dat het niet
gemakkelijk was om de gezinnen te sensibiliseren rond het nut van deze vorming. Ook de
toeleiding die nodig was door de betrokken voorziening was vaak ontoereikend waardoor met
een erg kleine groep gewerkt werd. We hopen dit te kunnen maximaliseren in de toekomst.
2.3 Thematiek van eergerelateerd geweld.
Sinds 2009 werkt het OTA mee aan intervisiegroepen en vormingstrajecten rond het thema
van eergerelateerd geweld (EEG).
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 15
Met middelen van het instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen startte in het najaar van
2013 een proefproject rond EEG op in Antwerpen. Men denkt na hoe men veilige opvang kan
aanbieden aan slachtoffers van EEG.
In 2014 werd de convenant eergerelateerd geweld Mechelen opgesteld. OTA Antwerpen is één
van de partners in het samenwerkingsverband en neemt hoofzakelijk een consultfunctie op in
het netwerk.
3 Vertegenwoordigingen
3.1 Arrondissementeel overleg.
Het Ondersteuningsteam participeert aan het overleg Bijzondere Jeugdbijstand arrondissement
Antwerpen van de provincie Antwerpen.
3.2 Vereffeningsfonds en Comité V
Op 6 maart 2002 werd in de provincie Antwerpen het provinciaal vereffeningsfonds opgericht. Het vereffeningsfonds kadert in de visie van herstelbemiddeling. Uit dit fonds kunnen slachtoffers van een strafbaar feit dat gepleegd werd door minderjarigen,
een vergoeding ontvangen. Als tegenprestatie werken de jongeren gedurende een bepaalde tijd
in een organisatie van sociaal, cultureel, humanitair of openbaar nut.
Het vereffeningsfonds omvat een begeleidingsgroep en een comité V. De begeleidingsgroep is
een overlegorgaan dat tevens het vereffeningsfonds evalueert en toezicht houdt op het Comité
V. Dit is een soort dagelijks bestuur dat de individuele dossiers voor tussenkomst behandelt en
maandelijks samenkomt.
Gezien de eerdere betrokkenheid van het Ondersteuningsteam in de herstelbemiddeling, werden
ze door de Provinciale Dienst Welzijn aangesproken om hieraan te participeren.
Dit werd concreet opgenomen door Bela Shah.
3.3 Vlaams Welzijnsverbond – Coördinatiecomité Antwerpen
Op basis van de actuele agendapunten wordt gekeken of de opvolging gebeurd via deelname
aan de vergadering of via het verslag.
Dit overleg is een interessant forum om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen in
de Bijzondere Jeugdbijstand.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 16
Deel 3: Het Ondersteuningsteam: de vzw
1 Personeel
1.1 Algemeen
Een kort overzicht voor werkjaar 2014:
Bemiddelaars:
- Atika Boulafdal (19u)
- Ann Huybrechs (24 uur inclusief arbeidsduurvermindering oudere werknemer), in pensioen
op 1 april 2014.
- Khadija Talbi (19u)
- Hatice Altünbay (19 u)
- Houria Benzerar (19 uur)
- Valerija Ludvig (20 u + 7.6 u vervanging van Joy tijdens bevallingsrust)
- Bela Shah (26u5)
Administratieve Ondersteuning:
- Atika Boulafdal en Bela Shah: registratie van de dossiers.
- Piet Janssen (vrijwilliger): 4u/week
Coördinator:
- Joy Eeman (30.4 uur)
Joy werd vervangen door Nizio dos Santos Santiago voor de coördinatie wegens bevallingsrust
gedurende januari en februari. Ze werkte aansluitend 4/5 met ouderschapsverlof.
De loonsubsidies Sociale Maribel 1, 2 en 4 werden besteed aan een gedeelte van de lonen van
Valerija Ludvig, en Khadija Talbi, Atika Boulafdal en Hatice Altunbay.
1.2 Co-bemiddelaars
Op vrijwillige basis werkten mee:
Doelgroep Cobemiddelaar
Latijns-Amerikaanse gezinnen Marian van Brussel, Ruts Katrijn
Afghaanse gezinnen Dalifi Salif, Osman Karime
Albanese gezinnen Vedat Iljazi
Armeense gezinnen Minasian Shahnur
Gezinnen uit Benin Moussa Benedicte
Bulgaarse gezinnen Ala-zaloua Teodora
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 17
Chinese gezinnen Yumin Shi
Congolese gezinnen Boika Firmin
Gezinnen uit Guinée Bissau Camilo Co
Gambiaanse en Senegalese gezinnen Doudou Ba
Gezinnen uit Midden-Oosten Temsami Rachida
Ghanese gezinnen Konul Rashidbavova, Hanson Francis, Suley Fati,
Paulina Akosura Konadu
Pakistaanse gezinnen Berlas Baria, Hurmatullah Dawari, Bhatti
Muhammad Khalid
Iraanse gezinnen Mohammed Osma, Karime
Joodse gezinnen Kleinfelo Tamara
Koerdische gezinnen Yardimsever Hati
Nigeriaanse gezinnen Helen Okparanta
Poolse gezinnen Altunbay Anna
Portugese gezinnen Paulin Sergio
Roemeense gezinnen Rotaru Adina Iona
Russischtalige gezinnen Yaroslavceva Angela
Rwandese gezinnen Kitutu Lauraine
Somalische gezinnen Nasteha Mohamed, Suga Lidle
Sri Lankese gezinnen Kanesan Thenusha
Thaïse gezinnen Nartaya Viyakul
Sinds 2000 werkt het Ondersteuningsteam Allochtonen in Antwerpen met cobemiddelaars.
Door de jaren heen hebben wij een actief bestand van vrijwilligers uitgebouwd waarop we
beroep kunnen doen.
In praktijk volgen de bemiddelaar en co-bemiddelaar steeds samen het dossier op. Co-
bemiddelaars maken slechts uitzonderlijk zonder een vaste bemiddelaar van het team een
afspraak in een dossier. Nieuwe co-bemiddelaars worden vooraf gescreend op basis van een
gesprek.
Op 17 december organiseerden we een vormingsmoment voor onze vrijwilligers. Naast een
voorstelling van het OTA en meer uitleg over de werking, presenteerden we de cijfers van het
werkingsjaar 2014 en stonden we uitgebreid stil bij een aantal casussen. Nadien bezochten we
de expo ‘heilige plaatsen, heilige boeken’ in het MAS.
1.3 Stagiairs
In 2014 hadden we 2 stagiaires:
- Ikrame El Marnissi , AP Hogeschool, 3de jaarsstage, begeleid door Houria
- Baria Berlas, AP Hogeschool, derdejaarsstage,begeleid door Bela
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 18
1.4 Opleidingen, vormingen en bijscholingen personeel
Vormings- en infodagen
Gevolgde vorming Deelname door Datum
Niet begeleide minderjarige
vreemdelingen
Porvinciehuis Leuven
Valerija 16/01
Psycho-educatief programma
Intra Familiaal Geweld
Atika 04/02
Islamitische visies op relaties
en opvoeding.
HIG
Atika, Hatice, Khadija 28/02, 14/03 en 21/03
Kernkwadranten
Educatieve Academie
Valerija 11/03
Islamitische visie op zorg
voor ouderen
HIG
Atika, Hatice, Khadija 3/04
Werking van de
toegangspoort
Atika, Hatice 24/4
Female Genital Mutulation
GGZ
Bela 06/05
Cultuursensitieve zorg
VIVO vzw
Bela 23/05
Communicatie in de
hulpverlening aan kinderen
en jongeren
Martine Delfos
Lus Vzw
Valerija, Joy 10/06
Kwaliteitsdecreet
VAC
Joy 23/05 en 17/06
Krachtgericht sociaal werk
in een context van armoede
en culturele diversiteit.
KDG.
Houria, Atika, Khadija 06/06
Niet begeleide
minderjarigen: good
practices.
Interacatieacademie.
Bela 2 en 3/06
Teamdag Hele team 23/06
Netwerkdag
cultuurgevoelige jeugdhulp
Joy 19/06
Risico taxatie eergerelateerd
geweld.
Thomas More
Bela 13 en 14/10
Uitwisseling meervoudige
communicatie.
KMI
Joy 18/11
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 19
Psycho-sociaal welzijn op
het werk.
Idewe
Joy 24/11
Studiedag CO3,
intrafamiliaal geweld.
CAW.
Hatice, Houria, Atika 27/11
De impact van plaatsing.
VUB
Joy, Valerija 03/12
PSC Jongerenwerking Valerija 18/12
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 20
2 Interne bijeenkomsten
2.1 Teamvergadering
Wekelijks vindt op dinsdagvoormiddag de teamvergadering plaats. Tijdens de teamvergadering
worden nieuwe aanmeldingen toegewezen en lopende dossiers besproken. Het is tevens een
forum tot uitwisseling en verdieping rond bemiddelingsmethodieken en het signaleren van
aandachtspunten in de samenwerking met andere diensten.
2.2 De Raad van Bestuur
De samenstelling van de raad van bestuur van OTA wijzigde. Karel Verleije diende zijn ontslag
in. Anissa Akhandaf, Farida Zarouali en Khalid El Hatri traden toe als bestuurslid.
Winand de Smet bleef voorzitter, An Lion secretaris en Luc van Jole penningmeester.
Piet Janssen, Theo Vanderstukken, Kathleen Debruyne bleven lid.
De Raad kwam keer samen in de loop van het jaar.
De Algemene Vergadering vergaderde op 24 maart 2014.
De raden van bestuur werden grotendeels besteed aan diverse beleidsmatige-, financiële- en
personeelszaken.
2.3 Interprovinciale samenwerking OTA’s Vlaanderen
Interprovinciaal overleg:
Gemiddeld 2 à 3 keer per jaar komen de vier OTA’s bijeen met alle medewerkers. Deze
bijeenkomsten zijn zinvol om ervaringen en methodieken uit te wisselen en het
gemeenschappelijk concept te bewaken.
Deze momenten worden ook aangegrepen om intervisie te organiseren en externe gastsprekers
uit te nodigen.
Werkgroep kwaliteit:
Sinds de erkenning vallen de vier OTA’s onder het nieuwe kwaliteitsdecreet. De OTA’s
plannen, in de mate van het mogelijke, het kwaliteitsbeleid samen mee vorm te geven. Het
gewijzigde hulpverleningslandschap en de erkenning van de OTA’s vragen een herprofilering
van de organisatie.
Al snel hakten we de knoop door om te beginnen bij de basis: de visie en missie van de OTA’s.
De oude concepttekst van 2002 voldoet immers niet meer. Samen met Fanny Matheusen van
vzw Goesthing bereidde de werkgroep kwaliteit een interprovinciale denkdag voor met
personeel, bestuur en vrijwilligers (2015).
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 21
Werkgroep vorming:
De werkgroep vorming kwam daarnaast een aantal keer samen om na te denken over het
toekomstige vormingsbeleid. Helaas kon hiervoor niet veel tijd vrijgemaakt worden. De
werkgroep zal hernomen worden midden 2015.
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 22
Bijlage: Methodiek van het Ondersteuningsteam.
Het ondersteuningsteam gaat er vanuit dat niet zozeer het verschil in cultuur maar wel de
wijziging van de context (enerzijds omwille van migratie, vlucht of vertrek uit het land van
herkomst; anderzijds omwille van de veranderende sociaal-economische realiteit en perceptie
op allochtonen binnen de samenleving hier) aan de basis ligt van heel wat probleemsituaties
met allochtonen jongeren.
In de ondersteuning van de aanmeldende dienst of consulent worden drie basis methoden
gebruikt om de verwevenheid van de problematische opvoedingssituatie met inter- en
intraculturele mechanismen te expliciteren. Per individuele aanmelding van een allochtone
jongere moet bekeken worden of de interventie van het Ondersteuningsteam een meerwaarde
kan betekenen.
1. Overleg
Het Ondersteuningsteam kan vanuit zijn specifieke deskundigheid gevraagd worden bij overleg
in de BJB. De inbreng van het Ondersteuningsteam is afhankelijk van de complexiteit van de
hulpvraag: éénmalig advies, hulp bij inschatting van een probleem, coaching, systematisch
overleg. Daarnaast kan OTA ook gevraagd worden om methodisch te ondersteunen bij een
netwerkoverleg i.v.m. een multi-problem gezin met de bedoeling tot duidelijke rol- en
taakafspraken te komen met de verschillende betrokkenen in de hulpverlening aan een gezin of
jongere.
2. Verkennen en herkaderen (inter- en intracultureel)
De probleemsituatie wordt met de consulterende dienst, jongeren en ouders verkend en
herkaderd.
Tijdens aparte gesprekken met jongeren en ouders worden verschillende specifieke factoren en
aspecten die de allochtone persoon kunnen beïnvloeden en bepalen verkend. De betekenissen
die de persoon geeft, worden tijdens de verkenning van hun vanzelfsprekendheid ontdaan door
aanvullende informatie te geven, vragen te stellen, andere betekenissen te opperen etc. Dit
wordt herkaderen genoemd.
Gaandeweg wordt ook het conflict verkend en herkaderd. De bemiddelaar gaat op zoek naar de
reële belangentegenstellingen en mogelijke oplossingen of haalbare compromissen. In deze
fase wordt nog niet onderhandeld.
3. Bemiddelen
Via betekenisbemiddeling en conflictbemiddeling proberen de bemiddelaars een dialoog op
gang te brengen tussen de verschillende partijen (tussen allochtone jongeren en hun ouders of
tussen allochtonen gezinnen en diensten of voorzieningen van de BJB).
Jaarverslag 2014
Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen – BJB vzw 23
Daarbij hanteert de bemiddelaar van het Ondersteuningsteam een unieke positie van
meervoudige partijdigheid:
De bemiddelaar is meerzijdig betrokken. Hij kiest geen partij in het probleem of conflict.
Er wordt gewerkt aan een vertrouwensrelatie met alle betrokkenen.
De bemiddelaar heeft een grote interculturele deskundigheid en streeft ernaar alle
voorwaarden voor een optimale verbale en non-verbale communicatie aanwezig te maken.
De bemiddelaar heeft een autonome positie via het Ondersteuningsteam. Hij draagt geen
eindverantwoordelijkheid voor het dossier en neemt geen beslissingen. Dit vergroot zijn
invloed op alle betrokkenen.
Tijdens de betekenisbemiddeling worden de betekenissen over en weer uitgeklaard door middel
van gesprekken met alle betrokken partijen in aparte gesprekken.
Nadat de betekenissen op elkaar zijn afgestemd en de onderhandelingsmarges verbreed kan het
eigenlijk belangenconflict voorwerp worden van bemiddeling en kan er gewerkt worden aan
een compromis. Bij het rond de tafel brengen van de verschillende partijen spreken we van
conflictbemiddeling.
Recommended