In hoeverre verschilt het Parool, een regionale krant, van het NRC Handelsblad, een landelijke krant

Preview:

Citation preview

  0  

In hoeverre verschilt het Parool, een regionale krant, van

het NRC Handelsblad, een landelijke krant?

Nieuws & Journalistiek

Anita van Hoof

Vrije Universiteit Amsterdam

Werkgroep 5

Subgroep 23

----------------------------------------

Bernd Bodewes 1943227

Roanne Voorburg 1921282

Hilde Roetman 2522086

Claire Tromp 2060124

  1  

Inhoudsopgave

Inleiding pagina 2

Analyse van de interviews pagina 5

Analyse van de nieuwsproducten pagina 7

Conclusie pagina 12

Discussie pagina 14

Literatuurlijst pagina 15

Bijlagen pagina 17

• Vragenlijst en uitgetypte interviews pagina 17

o Vragenlijst pagina 17

o Interview Marieke Monden – het Parool pagina 19

o Interview Bas Blokker – het NRC Handelsblad pagina 26

• Geanalyseerde nieuwsberichten pagina 31

  2  

Inleiding Nieuws is het ongewone

‘Nieuws is het ongewone’, zo wordt nieuws door Schudson (2010) omschreven. Daarnaast is

nieuws selectief op twee manieren: (1) Wat maakt het verhaal daadwerkelijk nieuws? En (2)

waarom komt het ene verhaal op de voorpagina en wordt het andere verhaal niet eens in de

media genoemd? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is verder onderzoek gedaan met

Nederlandse media als uitganspunt. Om dit verder te specifiëren is onderzoek gedaan naar

twee verschillende kranten; Het NRC Handelsblad en het Parool. Alvorens dieper op de

materie in te gaan is enige achtergrondinformatie over deze kranten nodig.

Het NRC Handelsblad

NRC handelsblad is een onafhankelijke landelijke kwaliteitskrant en valt zes keer per week

op de deurmat (‘Abonnementen’, n.d.). NRC Handelsblad is voor het eerst verschenen op 1

oktober 1970. Het blad is ontstaan na een fusie van twee noodlijdende kranten. De fusiekrant

NRC Handelsblad, geboren uit de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen

Handelsblad, is in veertig jaar tijd uitgegroeid tot een belangrijk landelijk Nederlands dagblad

(NRC archief, n.d.). Sinds 2010 wordt NRC Handelsblad op vijftien verschillende manieren

digitaal gepubliceerd, want naast de papieren versie is de krant ook te lezen op de iPhone,

iPad of e-reader en gewoon op de website nrc.nl (Steenhuis, 2010). De krant verkocht in het

laatste kwart van 2013 187.509 exemplaren (HOI, 2013).

Volgens de krant zijn de lezers van dit blad vooral goed opgeleide en koopkrachtige

mensen met drukke banen die midden in het leven staan (NRC media, n.d.). NRC

Handelsblad laat lezers denken. Het motto van de krant is ‘Lux et Libertas’ wat staat voor

licht en vrijheid (NRC archief, n.d.). NRC handelsblad is een volledige krant; er staat nieuws

in over politiek, economie, wetenschap, cultuur, mode, eten, reizen en design. Naast veel

nieuws over het binnenland, bevat NRC een grote groep buitenlandrespondenten die elke dag

het belangrijkste nieuws uit het buitenland halen. Dit buitenlandse nieuws wordt gerelateerd

aan de binnenlandse gebeurtenissen. Hier staat NRC bekend om; men kijkt altijd verder dan

de eigen landgrenzen (NRC media, n.d.). De krant is nooit de grootste krant van Nederland

geweest, maar geldt dus, net als bijvoorbeeld de Volkskrant en Trouw, als invloedrijke krant

voor hoogopgeleiden (NRC media, n.d.). De redactie van NRC Handelsblad bestaat op dit

moment uit ongeveer tweehonderd redacteuren. Dit waren er enkele tientallen in 1970 (NRC

archief, n.d.).

  3  

Het Parool

In de Tweede Wereldoorlog is de krant ‘het Parool’ ontstaan als sociaal democratische

verzetskrant. Op 25 juni 1940 verscheen het eerste exemplaar onder de naam ‘de nieuwsbrief

van Pieter het Hoen,’ van origine een verboden verzetskrant met politiek nieuws. De oprichter

van de krant is Frans Goedhart die in de beginperiode verschillende journalisten om zich heen

verzamelde om de krant bestaansrecht te geven. Dit waren veelal mensen die voor de oorlog

belangrijke posities uitoefenden in de journalistiek en sociaaldemocratische politiek (Archief

Parool, n.d.).

Op 10 februari 1941 kwam het eerste nummer onder de naam ‘het Parool’ uit (Het

illegale Parool, n.d.). Er ontstonden filialen in Amsterdam, Driehuis, ‘s-Gravenhage en Epe

die de kranten in eigen omgeving verspreidden (De Vries, 2007). ‘Het was bij verschillende

mensen de bedoeling om dat ‘akelige krantje’, die nieuwsbrief, die nog iets stuntelig was, om

daar een echt groot blad van te maken.’ (Volk, 2008). De vraag naar het Parool bleek zo

steeds groter te worden en daarom zijn het aantal oplages snel vergroot en dienden

vaderlanders zich aan om de krant te verspreiden. Vanwege de grote vraag naar de krant werd

in augustus 1941 besloten het blad als een echte courant te gaan drukken en daarmee was het

Parool de eerste regelmatige gedrukte illegale krant (Het illegale Parool, n.d.). Op 25

september 1944 werd in Maastricht de krant voor het eerst in vrijheid gedrukt, als de eerste

vrije, ex-illegale courant (De Vries, 2007).

Eind jaren negentig liepen de verkopen terug en ging het slecht met de krant. Onder

leiding van Mathijs van Nieuwenkerk is toen besloten er een regionale krant van te maken.

Tegenwoordig verschijnt ‘het Parool’ van maandag tot en met zaterdag. Het Parool heeft een

oplage van 71.352 kranten, met 55% procent lezers uit een hoge welstandsklasse (HOI,

2013). De krant noemt zichzelf een ‘onmisbare krant voor Amsterdammers en iedereen die

geïnteresseerd is in Amsterdam’ (Persgroep, 2014). Het blad combineert stadsnieuws met

wereldnieuws en bestaat uit de rubrieken Amsterdam, sport, economie, cultuur, media en

‘eten&drinken’. De krant wil vooral hoogopgeleide Amsterdammers bereiken met een

bovenmodaal inkomen die sociaal bewust in het leven staan, lezers die zakelijk, cultureel en

maatschappelijk geïnteresseerd zijn. De lezers van het Parool zijn gemiddeld 52 jaar oud,

50% van de lezers is tussen de 35 en 64 jaar oud (Persgroep, 2014).

Oorsprong

Het Parool is van origine een verzetskrant en gezien de geschiedenis van de krant hechten zij

grote waarde aan ‘Press Freedom.’ Dit is een essentieel onderdeel van het breder menselijk

recht op vrijheid van toespraak en vrijheid van meningsuiting, de vrije doorgang van

informatie en adviezen (Franklin, Hamer, Hanna, Kinsey & Richardson, 2005). Het is een

  4  

krant die politiek gezien links van het midden zit. Het NRC handelsblad daarentegen zit

politiek gezien rechts van het midden (Mens en Samenleving, n.d.). Beide kranten hebben als

leesgroep hoogopgeleiden mensen. Echter trekt het Parool meer maatschappelijk betrokken,

sociaalbewuste mensen aan en het NRC handelsblad meer zakelijk, politiek geïnteresseerde

mensen. Daarnaast hebben beide Dagbladen een andere uitgever. Het Parool wordt

uitgegeven door Persgroep Nederland en NRC media neemt het NRC handelsblad onder haar

hoede (Persgroep, 2014).

Het grootste verschil van de twee kranten is dat het Parool een ‘Local Newspaper’ is,

bestemd voor mensen uit de regio (Franklin et al., 2005). Het NRC handelsblad daarentegen

is een landelijke krant (National Press) en heeft daardoor een bereik over het hele land

(Franklin et al., 2005).

Onderzoeksvraag

In dit onderzoek wordt gekeken naar hoe een regionale krant van een nationale krant

verschilt. Hierbij worden het NRC Handelsblad en het Parool met elkaar vergeleken aan de

hand van een interview met van beide kranten één journalist. Het onderzoek richt zich op

nieuwsartikelen over Amsterdam en omstreken. Dit is relevant omdat er wordt gekeken naar

hoe Amsterdams nieuws in beide kranten tot stand komt. Het is interessant om te kijken naar

hoe journalisten keuzes maken ten aanzien van Amsterdams nieuws. Hoe richten beide

kranten hun voorpagina in ten aanzien van Amsterdams nieuws? En hoeveel ruimte wordt er

vrij gemaakt voor Amsterdams nieuws? Dit zijn belangrijke vraagstukken waarmee dit

onderzoek zich bezig houdt. Het onderzoek is te beperkt om bij te dragen aan de al reeds

bestaande literatuur maar tracht wel meer duidelijkheid te geven over het verschil tussen een

regionale en landelijke krant. Daarnaast wordt er gekeken of er überhaupt nog wel een

verschil is aangezien we in een samenleving leven waarin de media domineren en voor

iedereen altijd beschikbaar is.

De hoofdvraag van dit onderzoek zal zijn: In hoeverre verschilt het Parool, een

regionale krant, van het NRC Handelsblad, een landelijke krant? Aandachtspunt hierbij is dat

Amsterdam de hoofdstad van Nederland is, het is een wereldstad waardoor regionaal nieuws

al snel landelijk nieuws wordt.

  5  

Analyse van de interviews Bas Blokker en Marieke Monden

Bas Blokker is journalist bij het NRC Handelsblad, een landelijke krant. Marieke Monden is

journalist bij het Parool, een regionale krant.

Wanneer Bas Blokker over het NRC Handelsblad praat noemt hij deze krant: “Een

krant van verdieping en eigen nieuws. Het is een slimme krant voor mensen die zelf na willen

denken”. Marieke Monden beschrijft het Parool als een meer vrolijke krant: “De krant

onderscheidt zich in de vrolijkheid en luchtigheid van de stukken en is bedoeld voor de

Amsterdammer in de breedste zin van het woord”.

Wanneer wordt gekeken naar de sources is er duidelijk verschil met betrekking tot

Amsterdams nieuws. Sources zijn mensen, plaatsen en organisaties die journalisten voorzien

van ideeën en algemene informatie voor potentiële nieuwsberichten en eigenschappen

(Franklin et al, 2005). Marieke Monden laat in haar interview weten dat het Parool vooral als

eerste met Amsterdams nieuws naar voren moet komen en dat andere kranten hen eigenlijk

niet voor mogen zijn. “Dit is lastig wanneer het om Amsterdams nieuws gaat; Amsterdam is

en blijft de hoofdstad, iedereen focust zich hierop” aldus Marieke Monden. Het is

onoverkomelijk dat alle journalisten niet achter hetzelfde nieuws aanlopen, ook wel pack

journalism genoemd (Franklin et al, 2005). Dit is precies wat er gebeurt wanneer het om

Amsterdams nieuws gaat.

Bas Blokker vertelt dat NRC-journalisten vaak andere kranten als bron gebruiken

wanneer het om Amsterdams nieuws gaat, onder andere het Parool. Het Parool gebruikt geen

andere kranten voor hun Amsterdamse nieuws; zij willen eerste hands nieuws verspreiden en

spelen dit klaar door gebruik te maken van veel verschillende bronnen. Uit beide interviews

blijkt duidelijk dat de journalisten veel moeite doen voor betrouwbare en primaire bronnen;

de lezer moet zo goed en objectief mogelijk geïnformeerd worden.

Voor het NRC is het niet noodzakelijk van belang om de allereerste te zijn met

Amsterdams nieuws. Wat Marieke Monden hierover zegt sluit goed aan: “Wij hebben een

complete krant met sterke focus op Amsterdam, dagelijks Amsterdams nieuws in tegenstelling

tot het NRC die er af en toe een katernetje met oud Amsterdams nieuws tegenaan gooit”.

Amsterdams nieuws moet bij het NRC met veel meer stukken concurreren dan bij het

Parool, dit omdat het Parool veelal om Amsterdams nieuws draait. Bij het NRC gaat het om

binnenlands en buitenlands nieuws met ook wat nieuws over Amsterdam. De Parool-

journaliste Marieke Monden vertelt tijdens het interview dat het NRC handelsblad “wat meer

ruimte heeft voor eigen onderzoek, meer achtergrondgrondstukken en soms wat meer

diepgang heeft. Ook heeft het NRC meer focus op het bestuurlijke en de verstandige dingen in

de wereld”. Dit is volgens Marieke te verklaren omdat het Parool zich in eerste instantie op

  6  

Amsterdam focust en daarnaast culturele en culinaire aspecten van het leven benadrukt. Het

Parool wil volgens Marieke de lezer wel een complete krant bieden, maar heeft Amsterdam

als prioriteit waardoor er veel ruimte in de krant wordt vrijgemaakt. Bas Blokker beaamt dit:  “Als ik journalist zou zijn bij het Parool zou ik veel meer schrijven. De ruimte bij het NRC is

erg beperkt. We hebben beperkte ruimte op het papier. Ook met interessante dingen kun je

soms niets, soms komt het er gewoon niet van. Er zijn vaak dingen die je niet kunt schrijven

door de beperkte ruimte.” Tevens beaamt Pieter van Os dit in zijn gastcollege van 14 april

2014, op de vraag: Bepaald het NRC hoe jij schrijft? Antwoorde hij: ‘‘Ja Het NRC leerde mij

wel bondiger schrijven.’’

Accessibility is voor zowel het NRC Handelsblad als het Parool belangrijk. Bedrijven

en organisaties zijn allemaal wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat hun diensten voor

iedereen toegankelijk zijn/door iedereen kunnen worden bekeken (Franklin et al, 2005). Beide

journalisten zijn het eens dat er minder tijd wordt besteed aan het lezen van de krant en dat

het belangrijk is om de krant aan te bieden via internet en e-readers. Bas Blokker zegt zelf de

krant alleen nog maar op de Ipad te lezen. Het NRC is al goed leesbaar en verkrijgbaar via het

internet, bij het Parool moet hier zeker nog wat aan gedaan worden; aldus Marieke Monden.

Doordat minder tijd wordt besteed aan het lezen van de krant is ook de voorpagina erg

veranderd. “Iedereen heeft minder tijd en ook minder tijd om de krant te lezen, zo is ook de

voorpagina erg veranderd” , aldus Bas Blokker.

Wanneer de voorpagina van beide kranten wordt bekeken in vergelijking met een

aantal jaren terug wordt het al snel duidelijk dat de berichten veel korter zijn geworden.

“Mensen hebben minder tijd, en ook minder tijd om te lezen; alles moet korter”, vertelt Bas

Blokker. Ook Marieke Monde is het hier mee eens: “Vroeger bestreek een nieuwsberichtje op

de voorpagina ongeveer anderhalve pagina, dat is drie keer zo lang als een nieuwsberichtje

nu is”. De voorpagina van beide kranten verschillen erg in onderwerp, dit omdat het NRC een

landelijke krant is en het Parool een regionale krant. Bas Blokker legt dit perfect uit:

“Vanavond wordt bijvoorbeeld bekend met welke coalitiepartner D66 en Groen Links in zee

gaan. Parool zet het morgen op de voorpagina, bij ons moet het concurreren met een bericht

over bijvoorbeeld een ziekenhuis waar een chirurg opereert die geen diploma heeft, en noem

zo maar op. Ik concurreer gewoon met veel meer onderwerpen dan het Parool. Als er iets in

Amsterdam aan de hand is dan pakt het Parool dit meteen aan. Dat is het voornaamst, de

drempel ligt veel hoger.”

  7  

Analyse van de nieuwsproducten Nieuwswaarden

Volgens Franklin et al. (2005) moeten journalisten aan bepaalde nieuwswaarden voldoen. Het

nieuws moet interessant zijn of op een andere manier aantrekkelijk voor de doelgroep. Er zijn

bepaalde ongeschreven criteria waar een artikel aan moet voldoen. Het meest invloedrijke

criterium komt van Galtung en Ruge (1965). Zij hebben 12 nieuwsfactoren gecreëerd die

‘newsworthiness’ kunnen meten, namelijk; frequentie, drempelwaarde, ondubbelzinnigheid,

betekenis, harmonie, uitzonderlijkheid, continuïteit, compositie, elitelanden, elitepersonen,

personificatie en negativiteit. Wanneer in een bericht veel verschillende nieuwsfactoren staan,

wordt het nieuws nieuwswaardiger (Galtung & Ruge, 1965).

Wanneer naar de artikelen van Bas Blokker wordt gekeken betreffende de

nieuwswaarden valt het op dat zijn berichten vaak een controversieel karakter hebben.

Voorbeelden hiervan zijn het bericht over burgemeester van der Laan die een ultimatum stelt

en het bericht over het verschil in mening over de wallen. Het controversiële karakter van

deze artikelen biedt de lezer nieuwe inzichten. Het NRC streeft er naar de meest

nieuwswaardige gebeurtenissen uit te lichten (NRC archief, n.d.). Dit is precies wat Bas

Blokker hier doet. Daarbij komt dat de berichten die Bas Blokker schrijft erg relevant zijn. Er

worden veel onafhankelijke artikelen geschreven over issues die in de maatschappij spelen;

bijvoorbeeld over de politiek. Dit zijn alledaagse dingen die in het hele land en Amsterdam

spelen.

Elite personen komen als nieuwscriterium in ieder artikel terug bij Bas Blokker. Het

gaat veelal om de burgemeester van Amsterdam. Burgemeester van der Laan is een landelijk

bekend persoon. Door enkel de naam van de burgemeester te noemen wordt het bericht

nieuwswaardiger. Nieuws wat eigenlijk Amsterdams nieuws is heeft nu toch betrekking op

een landelijk publiek. Ook gaat het in een artikel om biermagnaat Freddy Heineken. Dit is een

op zichzelf staand elite persoon.

Als er wordt gekeken naar de nieuwswaarden in de artikelen van Marieke Monden is

het opvallend dat het hier meestal om ‘soft news’ gaat. Dit houdt in dat deze soort verhalen

niet direct impact hebben op het leven van mensen (Schudson, 2011). Franklin et al. (2005)

stelt dat soft news als een interessant fenomeen kan worden gezien omdat het over de levens

van mensen gaat of het zwakheden blootstelt. Terugleidend naar de artikelen van Marieke

Monden gaat het veelal over kinderen en hun leerprocessen, zonder dat er directe issues

worden besproken. Het zijn berichten die vaak iets minder in de maatschappij spelen maar

wel duidelijk over bepaalde mensen of gebeurtenissen in de samenleving gaan. Zoals in het

artikel ‘Opkomst en ondergang van de zandbak’ waarin wordt beschreven dat de traditionele

‘van Eyk’-speeltuinen verdwijnen, met veel achtergrondinformatie voor de ‘gewone mens’

  8  

geschreven. Ook het artikel over het ‘nieuwe leren’ is een groot artikel met veel achtergrond

informatie Marieke Monden heeft veel ruimte om hierover te schrijven en wil naast de inhoud

ook een beleving aan het stuk meegeven, wat kan worden aangeduid als ‘experience product’

(Schudson, 2011). In de twee kleinere artikelen worden lichte issues aangekaart, altijd van

toepassing op het onderwijs. Een voorbeeld hiervan is de slecht presterende juffen op het

gebied van Nederlandse taal. Marieke Monden gebruikt voor haar artikelen altijd elite

personen om het artikel kracht bij te zetten, dit in de vorm van hoogleraren of

onderwijswethouders.

De artikelen van Marieke Monden lijken minder nieuwswaardig dan de artikelen van

Bas Blokker wanneer wordt gekeken naar de verschillende nieuwscriteria. Waar het

controversiële karakter en de elite-personen in de berichten van Bas Blokker erg belangrijk

zijn, is dit bij de artikelen van Marieke Monden in mindere mate het geval. Geen van haar

artikelen heeft een controversieel karakter maar zijn veel meer informerend en geven verslag.

Het gebruik van elitepersonen zijn wel belangrijk in haar artikelen en zetten het stuk meer

kracht bij. Marieke Monden is niet erg consistent in haar nieuwswaarden. Criteria die soms in

haar artikelen terugkomen zijn continuïteit, nabijheid en bereik/relevantie. De artikelen

volgen elkaar niet direct op, maar hebben wel een verband met elkaar. Het gaat veelal over

kinderen, leren en school. Alle gebeurtenissen gebeuren in de nabijheid van personen; het

artikel over de juffen die in Amsterdam de Nederlandse taal nog niet goed genoeg beheersen

heeft betrekking op alle personen die kinderen hebben, dit staat dicht op de mens en heeft een

groot bereik omdat het relevant is voor bijna iedereen.

Identificatie en informatieverstrekking bronnen

Voor het ontstaan van een artikel zijn bronnen nodig. In de journalistiek wordt veelal

onderscheid gemaakt tussen secundaire en primaire bronnen. Volgens Kolodzy (2006) is een

primaire bron een ooggetuige van een nieuwswaardige gebeurtenis of een rechtstreekse

inzage in een persbericht of rapport van een officiële instantie.

Wanneer wordt gekeken naar de bronnen van de onderzochte journalisten valt het op

dat in bijna alle artikelen gebruik wordt gemaakt van primaire bronnen. Alle artikelen van het

NRC en ook van het Parool worden ondersteund door meerdere primaire bronnen. De

informatie komt letterlijk van de bron waardoor de journalist ‘verse’ informatie heeft en de

informatie vrijwel niet is vertekend. Het nieuws is gebaseerd op ‘eerstehands’ feiten. Ook zijn

er altijd identificeerbare verschillende bronnen. Daarbij wisselt het Parool ook kopij met het

Algemeen Dagblad uit en sinds kort gebruikt de krant ook buitenlands kopij van Trouw.

Hieruit kan worden geconcludeerd dat beide kranten betrouwbare artikelen publiceren.

  9  

Echter moet er kritisch naar de artikelen worden gekeken. Op eerste hand lijken het

primaire bronnen te zijn maar dit wordt soms niet duidelijk vermeld. De bronnen worden

vaak wel letterlijk geciteerd. Voor de achtergrondartikelen van Marieke Monden zijn

hoogstwaarschijnlijk primaire bronnen gebruikt. Er wordt zo dusdanig veel en gedetailleerde

informatie gegeven dat het aannemelijk is dat Marieke Monden zelf heeft gesproken met de

bronnen.

Beide journalisten maken gebruik van een geparafraseerde artikelen in combinatie

met citaten. Citaten worden veelal gebruikt om het gehele geparafraseerde verhaal kracht bij

te zetten. Beide journalisten doen dit vrijwel op dezelfde manier.

Volgens Schudson (2010) is men gek op overheidsbronnen aangezien zij namens een

instituut informatie verstrekken, namelijk namens de overheid. Deze overheidsfunctionarissen

zijn volgens Schudson (2010) autoritaire bronnen en worden gezien als betrouwbaar.

Duidelijk naar voren komt dat beide onderzochte journalisten waarden hechten aan het

gebruik van autoritaire bronnen, zo maakt Marieke Monden vaak gebruik van de

Onderwijswethouder Lodewijk Ascher en Bas Blokker van Burgemeester van der Laan.

Frames

Framing gaat over selecteren en saillante. Entman (1993) omschrijft het als: ‘to select some

aspects of a perceived reality to make them more salient, thus promoting a particular

problem definition, causal interpretation, moral evaluation, and/or treatment

recommendation’. Een belangrijk kenmerk van framing is het selecteren en benadrukken van

bepaalde factoren in het artikel. Het stuurt en structureert hiermee de betekenisbeleving van

de lezer (Entman, 1993).

Bas Blokker framed bij alle nieuwsberichten episodisch, een kenmerk hiervan is dat

er een specifieke en unieke gebeurtenis wordt beschreven (Entman, 1993). Vrijwel alles is

issue-afhankelijk. Het zijn veelal op zichzelf staande nieuwsberichten over specifieke, unieke

gebeurtenissen. Een gevolg hiervan zou kunnen zijn dat het niet voor een algemeen publiek

interessant is maar een specifieke doelgroep aanspreekt. Gross (2008) stelt dat het episodische

frame sterkere emoties oproept, een verklaring hiervoor kan zijn dat er problemen worden

aangekaart die reactie van de lezer uitlokken. Een voorbeeld hiervan is de problematiek op de

wallen en de uitgeprocedeerde asielzoekers die Bas Blokker aankaart.

Marieke Monden framed juist thematisch. Het kenmerk van thematisch framen is dat

abstracte, algemene gebeurtenissen met een overkoepelende thematiek worden beschreven

(Entman, 1993). Het analytische karakter valt in haar artikelen op, de gebeurtenissen en

thema’s worden in een bredere context geplaatst met voldoende achtergrondinformatie. Haar

artikelen hebben allen betrekking op kinderen en leren in het algemeen. Een van haar

  10  

artikelen heeft bijvoorbeeld als titel “Leren als ontdekkingsreis”. In dit artikel schrijft

Marieke Monden over een alternatieve lesmethoden voor kinderen op de basisschool. Dit is

over het algemeen interessant voor verschillende personen, maar zal waarschijnlijk minder

heftige reacties uitlokken. Dus beide journalisten benadrukken door middel van verschillende

frames totaal andere gebeurtenissen.

Al met al verschillen de nieuwsberichten van elkaar op het gebied van framing en de

keuze van het nieuws en de onderwerpen. Dit is te verklaren aan het feit dat het NRC een

nationale krant is en het Parool een regionale krant. Een journalist bij het NRC moet met veel

meer verschillende nieuwsberichten concurreren dan een journalist bij het Parool. De

nieuwsberichten in het NRC zijn allen enorm nieuwswaardig terwijl dit bij het Parool niet

altijd zo is.

Thematische en episodische frames kunnen ook naast elkaar in een item voorkomen. Bij het

maken van keuzes zouden de twee journalisten in het vervolg kunnen kiezen om deze twee

frames naast elkaar te laten bestaan. Daardoor roepen verschillende frames verschillende

kennis en gedachten bij de lezers op, die ze gebruiken om een tekst te interpreteren (Rhee,

1997).

Objectiviteit

Schudson (2011) beschrijft objectiviteit als: ‘Het idee dat er een realiteit bestaat die

waarneembaar is en zich laat beschrijven in woorden en feiten’ (zoals aangereikt door

betrouwbare bronnen).

Beide journalisten vatten veelal samen wat er is gebeurd zonder hun eigen mening

door te laten schemeren. In de artikelen van Marieke Monden blijkt dit uit de verschillende

deskundigen die zij aan het woord laat. Belangrijk hierbij is dat bijvoorbeeld de namen van

deskundigen correct worden gespeld (Franklin et al., 2005). Dit kan in verband worden

gebracht met de accuraatheid. Alle geanalyseerde nieuwsberichten worden vrijwel niet

gekleurd weergegeven. Het nieuws is gebaseerd op feiten; ook zijn er altijd verschillende

identificeerbare bronnen en wordt verwezen naar deskundige personen. Dit valt terug te

koppelen aan het type krant waarvoor ze werken. Het NRC Handelsblad en het Parool zijn

beiden informatieve kranten met als leesgroep hoogopgeleide mensen (Website Parool, n.d.;

Website NRC, n.d.). Het NRC Handelsblad streeft naar een zo objectief mogelijke

berichtgeving (NRC archief, n.d.).

Echter moet wel opgemerkt worden dat het vrijwel onmogelijk is om een volledig

neutraal standpunt in te nemen aangezien het onmogelijk is alle invalshoeken te belichten

(Schudson, 2011). Ook zijn beide kranten commerciële dagbladen waardoor het streven naar

winst belangrijk is. Dat zou invloed kunnen hebben op de vrijheid waarmee de journalisten

  11  

kunnen schrijven (Schudson, 2010). Desondanks blijkt uit de interviews dat de journalisten

redelijk vrij zijn in waar ze over willen schrijven.

De berichten komen overeen in objectiviteit en onpartijdigheid van de journalist. Ook

komt in beide artikelen ‘fairness’ naar voren. Beide berichten laten lezen wat de ‘bron’

feitelijk heeft verteld (Franklin et al., 2005). De meeste berichten zijn eerlijke berichten

waarin objectiviteit voorop staat. Bas Blokker kan wel nog verbetering aanbrengen in zijn

objectiviteit. In het artikel over Heineken gebruikt hij gekleurde woorden als ‘jaloerse

geldbewuste zwager’ en ‘schandaalkroniek.’ Een alternatieve keuze zou kunnen zijn om hier

objectief te blijven zodat de lezer een eigen mening kan vormen zonder te worden beïnvloed

door de schrijver, zoals hij overigens in zijn andere artikelen wel doet.

Verder komt brongebruik in de artikelen van de journalisten overeen, hoewel beide

journalisten in hun interview vertellen dat zij op verschillende manieren aan hun bronnen

komen. Waar rekening mee gehouden moet worden is dat bronnen niet legitimeren wat er

gebeurd is, maar wat ze zeggen dat er is gebeurd. Er vindt weer verschuiving van de

werkelijkheid plaats zodra de bron over de gebeurtenis spreekt. Het is de interpretatie van de

bron en vervolgens zijn beschrijving van de gebeurtenis (Schudson, 2011).

Een alternatieve keuze voor het gebruik van bronnen zou kunnen zijn om nog meer

institutionele bronnen te gebruiken. Hierdoor zal de objectiviteit van de artikelen vergroot

worden. Bas Blokker zal dan wel meer ruimte moeten krijgen voor zijn artikelen.

  12  

Conclusie De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: In hoeverre verschilt het Parool, een regionale krant,

van het NRC Handelsblad, een landelijke krant? Om deze hoofdvraag te beantwoorden zijn

twee journalisten geïnterviewd; Marieke Monden van het Parool en Bas Blokker van het NRC

Handelsblad. Daarnaast zijn verschillende artikelen van hen geanalyseerd. Aan de hand

hiervan zijn overeenkomsten en verschillen geïdentificeerd.

Het NRC Handelsblad (landelijke krant) en het Parool (regionale krant) hebben

beiden een hoogopgeleide leesgroep. Het NRC geld als invloedrijke krant voor

hoogopgeleiden (NRC media, n.d.). Het Parool wil vooral hoogopgeleide Amsterdammers

bereiken met een bovenmodaal inkomen die sociaal bewust in het leven staan, lezers die

zakelijk, cultureel en maatschappelijk geïnteresseerd zijn (Persgroep, 2014). Het Parool wordt

door Marieke Monden neergezet als een complete krant met de focus op Amsterdam.

Marieke Monden vertelt in haar interview dat het NRC Handelsblad meer over

verstandig nieuws schrijft terwijl het Parool meer over specifiek, luchtig en vrolijk nieuws

schrijft. Dit wordt duidelijk geïllustreerd wanneer haar uitspraken worden vergeleken met de

‘luchtige’ artikelen die Marieke Monden schrijft, dit kan worden omschreven als soft news

(Franklin et al., 2005). Toch probeert het Parool een zo compleet mogelijke krant te bieden

terwijl ze een regionale krant zijn. Dit valt te verklaren uit het feit dat de lezers van het Parool

hoogopgeleiden zijn en 66% van de lezers geen andere krant heeft. Daarom pretendeert het

Parool een complete krant te zijn met de focus op Amsterdam.

Galtung & Ruge (1965) hebben twaalf nieuwscriteria opgesteld waaraan een artikel

moet voldoen. Als de artikelen worden vergeleken scoort Bas Blokker hoger op het gebruik

van verschillende nieuwswaarden. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de berichten

controversieel van aard zijn en de lezer stof tot nadenken geeft. Uit de interviews blijkt dat

Bas Blokker zijn lezers zelf wilt laten nadenken. Daarentegen gebruikt Marieke Monden

minder nieuwswaarden. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het Parool op minder

onderwerpen hoeft te concurreren. Door de concurrentie komt bij het NRC Handelsblad

Amsterdams nieuws in de katern binnenlands nieuws terecht en niet op de voorpagina zoals

bij het Parool het geval is.

Bas Blokker framed bij alle nieuwsberichten episodisch. Een kenmerk hiervan is dat

er een specifieke en unieke gebeurtenis wordt beschreven (Entman, 1993). Marieke Monden

maakt juist gebruik van abstracte gebeurtenissen met een overkoepelende thematiek en

framed daarmee thematisch (Entman, 1993). Dit komt omdat uit de interviews onder andere is

gebleken dat Marieke Monden nauwelijks over grote problemen in de samenleving schrijft,

Bas Blokker doet dit wel.

  13  

Het brongebruik en de objectiviteit van de beide kranten en journalisten zijn met

elkaar verbonden. Beide journalisten maken gebruik van institutionele bronnen, veelal

overheidsfunctionarissen waardoor de objectiviteit wordt vergroot (Schudson, 2010). Bij Bas

Blokker valt op dit vlak nog verbetering te boeken, aangezien in de interviews naar voren is

gekomen dat beide journalisten betrouwbare en primaire bronnen gebruiken omdat de lezer zo

objectief mogelijk geïnformeerd moet worden.

Concluderend heeft een journalist bij een regionale krant meer vrijheid om te schrijven over

de stad/regio. Daarbij heeft het Parool veel meer plek in de krant beschikbaar om te kunnen

schrijven over de eigen regio. Desondanks is voor beide kranten Amsterdams nieuws

belangrijk omdat het de hoofdstad betreft. Door het luchtige karakter dat de regionale krant,

het Parool, wilt uitstralen zijn er verschillende keuzes gemaakt op het gebied van

nieuwswaarden en framing. De landelijke krant, NRC Handelsblad, scoort hoger op het

gebied van nieuwswaarden en wil de hoogopgeleide lezer stof tot nadenken geven. Dit omdat

zij een landelijk publiek moeten aanspreken.

  14  

Discussie Gedurende het onderzoek zijn relatief weinig complicaties opgetreden. Zowel Marieke

Monden als Bas Blokker waren gemakkelijk te benaderen en hebben veel informatie

verstrekt. De hoofdvraag heeft antwoord gekregen, maar niet zonder een kritische noot. De

vraag is namelijk in hoeverre het Parool wel beschouwd kan worden als een regionale krant.

Zoals Marieke Monden in haar interview vertelt zijn het niet alleen de Amsterdammers die de

krant lezen, maar lezers afkomstig uit de hele Randstad en ook Almere. Daarbij komt in het

Parool niet alleen Amsterdams nieuws aan bod, maar trachten zij een complete krant te zijn

met binnenlands en buitenlands nieuws.

Voor verder onderzoek zou het interessant kunnen zijn om het Parool met een andere

regionale krant te vergelijken. Het Parool is een regionale, doch zeer complete krant. Om

meer inzicht te verschaffen in hoeverre het Parool een regionale krant is zou het goed zijn om

dit te doen. Deze vergelijking zou moeten worden gedaan met een minder ‘complete’

regionale krant.

Daarnaast zou het interessant zijn om in vervolg onderzoek aandacht te besteden aan de

impact van online nieuws, aangezien de impact van internet steeds groter wordt. Daarbij kan

er meer ruimte worden besteedt aan de nieuwsartikelen online, aangezien het nieuws niet in

een aantal pagina’s tot stand hoeft te komen. Daarnaast stelt Gros (2008) dat er steeds meer

een beeldcultuur in ontstaan. Een foto in een krant heeft niet langer een ondersteunde rol,

maar vertelt het verhaal zelf. Op internet zal er meer plek zijn voor een alternatieve vorm van

framing waarin meer plaats is voor beeldmateriaal.

Verder is het goed om op te merken dat dit onderzoek beperkt is en geen grote

fenomenen aan het licht brengt. In plaats hiervan is getracht meer duidelijkheid te verschaffen

over het verschil tussen een regionale en landelijke krant. Een beperking is echter wel dat

Amsterdams nieuws al snel Nederlands nieuws is, aangezien de hoofdstad belangrijk is voor

Nederland. Daarom is het voor verder onderzoek interessant om meerdere landelijke en

regionale kranten met elkaar te vergelijken. Zo kan ook meer toezicht worden verschaft in

wat bepaalde kranten belangrijk vinden ten opzichte van het selecteren van nieuws en

framing.

Ten slotte moet nog worden opgemerkt dat Marieke Monden haar journalistieke

carrière onlangs achter zich heeft gelaten en momenteel een nieuwe functie bij het Parool

bekleed. Zij is lang in het vak actief geweest en heeft ons veel kunnen vertellen. In

vervolgonderzoek is het aan te raden om nog werkende journalisten te interviewen aangezien

de wereld van de journalistiek continu in beweging is.

   

  15  

Literatuurlijst

‘Abonnementen’ NRC Handelsblad. (n.d.). Verkregen op 14 april 2014, van:

https://abonnementen.nrc.nl/handelsblad

Archief Parool. (n.d.). Verkregen op 14 april, 2014, van:

http://www.iisg.nl/archives/en/files/p/ARCH02551full.php

Entman, R. M. (1993). Framing: toward clarification of a fractured paradigm. Journal of

Communication, 43(4). 51-58. doi: 10.1111/j.1460-2466.1993.tb01304.x

Franklin, B., Hamer, M., Hanna, M., Kinsey, M., & Richardson, J. E. (2005). Key concepts in

journalism studies. doi: http://dx.doi.org/10.4135/9781446215821

Galtung, J., & Ruge, M. H. (1965). The structure of foreign news: The presentation of the

Congo, Cuba and Cyprus crises in four Norwegian newspapers. Journal of Peace

Research, 2(1). 64-90. doi: 10.1177/00223433650020014

Gross, K. (2008). Framing persuasive appeals: episodic and thematic framing, emotional

response, and policy opinion. Political Psychology, 29(2), 169-192.

Het illegale Parool. (n.d.). Verkregen op 16 april, 2014, van:

http://www.hetillegaleparool.nl

HOI. (2013). Verkregen op16 april, 2014, van:

http://www.hoi-online.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html

Kolodzy, J. (2006). Convergence journalism: writing and reporting across the news media.

Lanham: Rowman & Littlefield.

Mens en Samenleving. (n.d.) Verkregen op 21 april, 2014, van:

http://mens-en-samenleving.infonu.nl/communicatie/25509-journalistiek-de-krant-

het-dagblad.html

  16  

NRC archief. (n.d.). Verkregen op 21 april, 2014, van:

http://vorige.nrc.nl/krant/article1889982.ece/Korte_geschiedenis_%20van_%3Cbr%3

ENRC_Handelsblad

NRC media. (n.d.). Verkregen op 16 april, 2014, van:

http://www.nrcmedia.nl/portfolio/nrc-handelsblad/

Persgroep Advertising. (2014). Verkregen op 29 april, 2014, van:

http://www.persgroepadvertising.nl/pdf/RegioHP.pdf

Persgroep Advertising. (2014). Verkregen op 29 april, 2014, van:

http://www.persgroepadvertising.nl/onze-merken/het-parool/het-parool#tabs-1

Rhee, J.W. (1997). Strategy and issue frames in election campaign coverage: a social

cognitive account of framing effects. Journal of Communication, 47(3), 26-48.

Schudson, M. (2003). The Sociology of News. New York, NY: Norton.

Steenhuis, P. (2010). Scherpe letters. Verkregen op 2 mei, 2014, van:

vorige.nrc.nl/multimedia/archive/00301/scherpeletters_301414a.pdf

Volk, H. (2008). Verkregen op 2 mei, 2014, van:

dissertations.ub.rug.nl/FILES/faculties/arts/2011/j.../08_c8.pdf

Vries de, H. (2007). Geraadpleegd op 19 april, 2014, van:

http://www.hetillegaleparool.nl/niod.html

  17  

Bijlagen

• Vragenlijst 1. U bent nu journalist van het NRC handelsblad/Parool. Bent u hiervoor ergens anders

journalist geweest? Zo ja, waar?

2. Wat kenmerkt een NRC/Parool journalist volgens u?

3. Wat is de kracht van het NRC?

4. Welke doelgroep/leesgroep spreken jullie aan?

5. Wie draagt u voornamelijk onderwerpen aan?

6. Beïnvloedt de redactie u als journalist?

7. Hoe houdt u bij het schrijven rekening met uw doelgroep?

8. Ondervindt u bij het schrijven beperkingen?

9. Hoe beïnvloedt tijdsdruk uw werk?

10. Stel, u bent journalist bij het Parool/NRC. Deze krant heeft een andere doelgroep en

is een regionale/landelijke krant. Zou u dan anders te werk gaan? En zo ja, hoe? Als

ik

11. Wat is volgens u het grote verschil tussen een regionale krant en een landelijke krant?

12. Selecteert u als regionale krant nieuws heel anders dan een landelijke krant? Zie

hierboven.

13. Hoeveel voorbereidingen treft u bij het schrijven van een artikel?

14. Hoe heeft u toegang tot uw bronnen?

15. Hoe worden deze bronnen geselecteerd (bronnen verschillen per bericht)?.

16. Wordt er nagedacht hoe een bericht word gepubliceerd?

17. Met hoeveel man bent u bezig om een stuk te schrijven? Bent u verantwoordelijk

voor anderen/ afhankelijk?

18. Is de manier waarop mensen nieuws consumeren door de tijd heen veranderd? En wat

merken de journalisten van het Parool (NRC) hiervan?

19. Tegenwoordig moet alles maar sneller en sneller, mensen hebben geen tijd, heeft dat

invloed op hoe jullie de krant inrichten? Bijvoorbeeld voor de voorpagina?

20. Welke rol speelt het internet in de toekomst? Is de krant zoals wij hem kennen over

10 jaar niet verdwenen?

21. In hoeverre speelt de uitgever een rol bij het ontstaan van nieuws? Welke invloed

hebben zij op de krant?.

22. Aan welke krant ondervind het NRC/het Parool de meeste concurrentie?

23. Bent u betrokken bij nieuws uit Amsterdam? Waarom Amsterdam?

24. Wat zijn de criteria voor Amsterdams nieuws?

  18  

25. In hoeverre maakt u als Landelijke (regionale) krant gebruik van Regionale

(landelijke) kranten? (maakt u gebruik van andermans bronnen?)

26. Zou u zelf journalist kunnen zijn bij het Parool/NRC?

  19  

Uitgetypte interviews

• Interview Marieke Monden - Parool R: Vertel eerst eens iets over jezelf en je functie?

M: Ik ben redactiemanager bij het Parool en dat betekent dat ik me bezig houd met de

zakelijke kant en de organisatie van de redactie. Ik ben al 20 jaar journalist geweest bij het

Parool, uh, maar dit uh, ja in de functie die bij andere kranten vaak zakelijk adjunct heet of

uh.. Managing editor, nou dat soort termen.

R: Ok nou goed.

B: En waar houdt je je dan vooral mee bezig?

M: Umh, zorgen dat iedereen betaald wordt, dat de facturen kloppen, dat de journalisten, als

ze vrij moeten nemen, vrij krijgen. Als we een samenwerking aan gaan dat dat goed op papier

komt te staan.

R: Leuke functie lijkt me?

M: Ja heel leuk, verantwoordelijk, veel regel dingen, afwegingen welke samenwerking wel,

en welke niet goed is.

R: En wel altijd bij het Parool gewerkt?

M: Ja, altijd.

R: En dat was vanaf jongs af aan al een wens?

M: Ja dat klopt, ik woonde in Amsterdam en ik heb school van de journalistiek gedaan, HBO,

en iedereen wilde naar de Volkskrant of naar de NRC ofzo, en ik woonde vlakbij de

Wibautstraat en ik wilde naar het Parool. Ik kwam daar altijd langs als ik naar school ging, en

ik vond dat altijd een veel vrolijkere krant dan andere kranten.

R: Een vrolijkere krant? En waarin uit zich dat?

M: uhm.. In de onderwerpkeuze, maar ook wel in af en toe de luchtigheid of meer vrolijkheid

in de stukken. Zeker toen, ik bedoel nu doet iedereen dat wel een beetje, maar toen zeker niet.

R: Denk je dat dat de kracht is van het Parool? Of heeft het Parool een specifieke andere

kracht?

M: Uuh.. Nou de kracht van het Parool is wel dat het een krant is voor Amsterdamse

levensgenieters. Dus daar vindt je het nog wel een beetje in terug, mensen die houden van de

mooie dingen in het leven, subcultuur eten en drinken, uitgaan, umh.. Ajax, sport, dat zijn

voor ons wel belangrijke pijlers, maar we brengen wel gewoon gedegen nieuws. Het is niet

dat nieuws niet belangrijk is, dat staat wel voorop natuurlijk voor ons, maar daarin

onderscheiden we ons wel, ja.

R: Ja, en kun je aangeven in hoeverre de redactie de journalisten beïnvloedt?

M: Hoe bedoel je dat precies?

  20  

R: In hoeverre heeft een journalist vrijheid om te schrijven wat die schrijft? Of wordt dat

allemaal..

M: Ja, ja, nou in de zin van de onderwerpkeuze wordt bepaald door de chefs van de

betreffende afdeling natuurlijk. Chefs bepalen elke dag wat er die dag in de krant moet staan,

en de volgende dag en het weekend. Umh, dus die onderwerpkeuze.. Maar die wordt.. Heh, ze

kijken wat is er al? Wat is er geschreven door de journalisten. Wat kondigen de journalisten

aan, wat ze nog willen gaan maken, en wat willen daarvan wel en niet hebben. Maar dat is

natuurlijk een samenspel, wij hebben geen journalisten die hier elke dag iets voorstellen, wat

afgekeurd wordt want dat, je weet wel in welke richting je iets moet schrijven. Maar

daarbinnen heb je wel de vrijheid om iets te schrijven, mits het aan onze eisen voldoet.

B: En de persgroep Amsterdam heeft die hier ook nog enige invloed op?

M: De persgroep is echt de uitgever, dus waar de kranten onder vallen. Ennuh, die heeft in die

zin invloed, als je een hele grote koerswijziging door gaat maken, uh.. Dan bespreek je dat

met je collega’s van de marketing afdeling en ook met de commercieel directeur natuurlijk.

En in sommige gevallen zelfs met collega’s in België omdat die veel kennis van zaken

hebben maar niet omdat ze zeggen dat mag wel of dat mag niet. De identiteit van het Parool,

dat is wel een belangrijke, die wordt gewaarborgd door een stichting, ontstaan in de oorlog,

zoals je misschien weet, en sindsdien is er een stichting die zorg draagt voor het behoud van

de identiteit van het Parool. Dus als we nou echt een hele andere koerswijziging door willen

dan hebben we te maken met onze eigen redactie, met een stichting en met de directie. Maar

dat is niet op dagelijkse basis dat de directeur even zegt wat te doen.

R: We hadden het net al even kort over de doelgroep, dat zijn de levensgenieters van

Amsterdam.

M: Umh, de Amsterdammers in de breedste zin van het woord, ja.

R: Ja, umh, in hoeverre focus je alsnog op de doelgroep binnen de Amsterdammers?

M: Nou in principe hebben we ons een aantal jaren terug getrokken, waren we een landelijke

krant, toen hebben we besloten, we worden echt regionaal. En vroeger had je ook, ik spreek

nu echt over de oudheid, maar afdelingen FlevoParool, RotterdamsParool, GroningsParool, en

dat is steeds verder teruggebracht tot echt Amsterdams Parool. Dus we willen iedereen die

hier woont of rondom Amsterdam of zich Amsterdammer voelt, in de zin van Cosmopoliet,

heh, die willen we aanspreken en daarbinnen merken wij dat we vooral gelezen worden door

de hoogopgeleide Amsterdammer, de Amsterdammer die een hoger dan gemiddeld inkomen

heeft, en van eten drinken enzovoort houdt, maar in principe richten we ons op alle

Amsterdammers.

  21  

R: Ok, en ondervond jij als journalist en ondervinden hedendaagse journalisten nog

beperkingen? Heb jij bijvoorbeeld wel eens iets willen schrijven wat echt niet kon of niet

mocht.

M: Het is vaak is vaak iets wat alle journalisten wel aanvoelen en wat je door je ervaring met

de krant wel een beetje leert. Maar we hebben niet een soort boekje waar naast de

grammaticaregels ook nieuwsregels staan. Nieuws is datgene wat je nog niet wist, uh, wat

nog niet eerder bekend was en wat voor een breder publiek interessant is. Sommige mensen

zeggen ook wel eens; nieuws is dat wat.. uuh.. ja je hebt dus het verschil tussen PR en nieuws,

umh.. dat wat in bedrijven of organisaties zelf niet direct naar buiten willen brengen maar

soms wel ook wel dus, dus dat vind ik een te eng onderscheid, we hebben nieuws, deel in de

krant en deel in de bijlagen, en het bijlagen deel is vaak achtergrond en service, en wij vinden

dat heel belangrijk voor onze krant omdat als er een nieuwe winkel opent dat is geen nieuws

natuurlijk heh, tenzij die midden op de dam staat. Maar een bakker ergens is geen nieuws,

maar het is wel service voor de lezer, wij denken dat onze lezers graag willen weten dat er

een nieuwe bakker, of een ijsjeszaak of noem maar wat, dus ook dat brengen we.. Dus daarom

is het moeilijk te definiëren wat, maar goed als ik me strikt tot ons nieuwsdeel in de krant

richt, het eerste deel dan moet het als er iets gebeurd in Amsterdam oost, en jij woont in west

bij wijze van spreken, moet je het daar ook willen lezen. Dat is wel een beetje wat je nog niet

wist dat iets ontstijgt van buurtniveau en voor een groot publiek interessant is.

B: Want het moet wel nog steeds voor een groot publiek interessant zijn, maar als je het gaat

betrekken op landelijke kranten en op wat meer regionale kranten zoals het Parool, wat is dan

het grote verschil?

M: Nou we willen lezers een complete krant bieden, twee derde van onze lezers leest geen

andere krant dan het Parool, dus een meerderheid heeft alleen het Parool, dus ze moeten wel

goed geïnformeerd zijn, het zijn ook hoogopgeleide mensen, die willen niet opeens dat ze

moeten raden wat er voor buitenland nieuws is, of economienieuws, of dat soort dingen, dus

we pretenderen wel compleet te zijn, maar wel met een sterke focus op Amsterdam. Dat is

een heel groot verschil, dus vind je bij ons dagelijks Amsterdams nieuws in tegenstelling tot

de Telegraaf en NRC, en misschien af en toe eens een katerntje met oud nieuws tegen aan

gooit.

B: Is het dan vaak ook zo, dat omdat je een Amsterdamse krant bent, het belangrijke nieuws

dat in de ‘wereldstad’ Amsterdam ook als eerste brengt?

M: Dat is wel de bedoeling, en dat gebeurt ook vaak wel zo. Het is veel erger als een andere

krant Amsterdams nieuws heeft dat wij niet hadden dan dat ze ander nieuws hebben, tuurlijk

dat is ons terrein!

R: Wel eens gebeurt?

  22  

M: Ja tuurlijk, met regelmaat, Kijk, Amsterdam is wel de hoofdstad dus iedereen focust zich

wel op Amsterdam. Maar dat vinden we wel erg natuurlijk, maar dat kan gebeuren.

R: Want in hoeverre verschillen de bronnen, jullie zitten natuurlijk in Amsterdam dus ik kan

me voorstellen dat jullie eerder ergens als eerste ter plaatste zijn, dus hebben jullie ook andere

bronnen dan andere kranten?

M: Dat weet ik niet, want we zitten ook allemaal in Amsterdam, op het AD na, umh.. ja je kan

niet zeggen, diegene is telkens onze bron, voor elk artikel zijn er weer verschillende bronnen

en alle journalisten zullen wel net weer iets andere bronnen hebben voor een artikel, maar

soms als jij een stuk schrijft over een iets wat er in de gemeenteraad van Amsterdam gebeurt,

dan zal de verslaggever van de Volkskrant en van de NRC dezelfde mensen bellen vermoed

ik, met een beetje pech.

B: En als er een artikel tot stand komt, is dat dan 1 journalist of zijn er meerdere mensen mee

bezig?

M: Meestal doet een journalist het alleen, wij hebben ook veel minder mensen in dienst dan

de grote kranten zoals het NRC.

B: Hoeveel mensen hebben jullie in dienst dan?

M: Wij hebben op dit moment 76 FTE, dat zijn ongeveer 80 mensen in vaste dienst dus niet

alleen de verslaggevers, maar ook de eindredactie, fotoredactie, de vormgevers, alles. En

daarnaast werken ongeveer 300 freelancers, 100 fotograven, 200 schrijvende journalisten, die

zijn voor ons ook wel belangrijk.

B: En hoe zit dat naar jou weten dan bij een grote landelijke krant?

M: Ja de NRC is volgens mij ongeveer drie keer zo groot. En de Oplage van NRC en de

Volkskrant is natuurlijk ook veel groter, dat hangt met elkaar samen.

R: En is de manier waarop mensen nieuws consumeren door de tijd heen veranderd?

M: Ja er is veel meer nieuws bijgekomen. Vroeger had je teletekstpagina nummer 101 op

televisie, dat was het nieuws en je krant en de radio misschien nog, daarnaast het journaal een

keer maar is het natuurlijk zodra je de tram in stapt heb je nieuws en als je van je fiets afstapt

kijk je weer even het nieuws, tenminste voor veel mensen geldt dat. Dus het is zo dat men

veel vaker in contact komt met nieuws en er zijn veel meer media in die zin bijgekomen.

Vroeger had je natuurlijk een paar grote kranten, he, veel regionale kranten, maar goed, een

paar grote kranten, en maar een paar zenders. 15 jaar geleden had je nog geen RTL nieuws, of

hoelang zijn ze er, nou goed, 20 jaar zoiets, en al die commerciële radiozenders die hebben

ook allemaal nieuws. Weetje, wel heel ander nieuws misschien, maar ze hebben wel nieuws,

er is veel meer bijgekomen en nieuws is korter geworden in lengte en er is veel grotere

aandacht voor showbizz en het gaat tegenwoordig ook over een baby van popster die geboren

is, en tegenwoordig schrijven ook alle kranten daarover.

  23  

B: Ja want je had het er ook over dat nieuwsberichten steeds korter worden, we zitten

natuurlijk in een samenleving waar alles snel snel moet, en niemand heeft tijd, heeft dat

bijvoorbeeld ook invloed op hoe jullie een voorpagina inrichten?

M: Ja, ja, zeker weten. Je ziet dat niet alleen bij ons maar ook bij de andere kranten.. de

berichten zijn echt korter geworden, vroeger maakte je al snel een artikel van een halve

pagina van een broadsheet krant bestreek en uh.. ja dat is denk ik 3 keer zo lang als het

gemiddelde nieuwsberichtje nu, zeg maar. Journalisten zijn korter gaan schrijven en daar

tegenover heb je natuurlijk wel long reads, maar wat we nu een long read noemen is nu

natuurlijk gewoon een achtergrondartikel haha.

B: Haha, ja is dat zo?

M: Nou, dan had je zo’n grote broadsheet krant, telegraafformaat heh, en dan een hele pagina

aan de voorkant en dan nog een pagina aan de achterkant over 1 onderwerp. Nou dat zie je nu

op je tablet al bijna niet meer, dus laat staan op een joekel van een formaat. En er is nu ook

veel meer functioneel wit bijgekomen in vergelijking met vroeger, de vormgeving is

natuurlijk ontzettend veel mooier en beter geworden. Maar dat betekent natuurlijk wel dat er

minder lettertjes zijn denk ik.

R: En over de fysieke krant; Denk je dat die over 10 jaar, of over een x aantal jaar verdwenen

is?

M: Haha, daar verschillen de meningen heel sterkt over, ook binnen onze krant. Nou, ik weet

het niet, ik kan me niet voorstellen dat die dan nog bestaat, als in elke dag op papier, in de

zelfde dikte op de deurmat ligt, ik kan het me niet voorstellen. Maar ik denk dat 70% van de

mensen hier zou zeggen, ja, het bestaat dan nog, dus ik zeg het ook maar haha.

B: En waarom zeggen ze dat denk je dan?

M: De ontlezing, de teruggang in kranten en de tijd die mensen besteden aan een krant is

eigenlijk veel minder hard gegaan dan mensen een jaar of 3, 4 geleden voorspelde, dus we

zien dat dat eigenlijk beter gaat dan we dachten. Echter de tijd die mensen aan een krant

besteden, ik geloof 45 of 50 minuten ofzo per dag, is best wel lang hoor. Ik zou het moeten

nazoeken hoor, maar zoiets. Dus het is moeilijk want umh.. een tablet is het gewoon nog niet.

Pdf krant, we hebben een site he, die is natuurlijk veel beter, maar ook verre van waar we

naartoe heen willen, zeg maar. Dit is de krant op tablet (Laat marieke zien). Bijvoorbeeld de

NRC is op dit moment ietsje verder dan wij.

R: Ik vind het wel mooi.

M: Ja het ziet er ook best wel mooi uit maar bijvoorbeeld als je dit in de zon leest is dat best

wel rot te zien. En wij kwamen er thuis achter als er dan 1 tablet op de keukentafel ligt kan je

hem niet delen en met een gewone krant wel natuurlijk. En er zitten nog best wel een hoop

nadelen aan, mensen zijn nog teveel vertrouwd met de aanwezigheid van zo’n krant. Dus we

  24  

zijn er allemaal over eens: Dit is het nog niet. We zijn blij dat we een tablet krant hebben, we

zijn er trots op, het gaat heel goed, we krijgen echt kwartaal echt 1000 ofzo nieuwe digitale

abonnees bij, wat voor ons echt veel is. Maar ja, dus over 10 jaar, ik weet het nog niet. Wat

veel wordt gezegd is dat we in het weekend naar een paiere krant gaan en door de week iets

digitaals, ah ik weet het niet. We zouden het echt niet durven zeggen. Iedereen probeert alles

maar, we zijn nieuwe sites aan het bouwen, en iedereen heeft wel enig idee dat papier elk jaar

een beetje af kalft. Er moet iets tegenover gezet worden, ja. Papier brengt hier in het bedrijf

wel nog het geld binnen, en goed ook. En digitaal nog niet. Dus we hebben wel nu ook weer

op onze redactie dat we extra geld voor internet kunnen vrij maken, van die 76 zijn er al 5

alleen maar met internet bezig. Dus dat is best veel. Maarja..

B: Er zijn bijvoorbeeld ook gratis kranten, die werken tegen lage kosten, zijn dat concurrenten

van jullie?

M: nou in de zin van dat zij een heel hoog bereik hebben, dus ze zijn voor adverteerders

interessant. Maar ze hebben een heel ander publiek he. Veel lager opgeleid, veel jonger.

B: Ja.

M: Minder besteedbaar inkomen dus. Maar het is wel zo dat je vijftien jaar geleden, toen had

je nog geen gratis kranten. Dus de mensen die nu in de trein een Spits of Metro meenemen die

denken, ja ik heb een krant. Ik zou zeggen, tja dat is geen vergelijking. Maar als je dan de

bestaande krant er uit moet gooien omdat je wil bezuinigen. Ja, dan is het wel een nadeel.

Vroeger had je niks, maar nu wel iets.

B: En als je dan gaat kijken naar jullie concurrenten, hebben jullie concurrenten of wat zijn

jullie concurrenten?

M: Ja, onze concurrenten zijn als je gaat kijken in ons eigen bedrijf, de Volkskrant, NRC en

in mindere maten de Telegraaf.

B: Ja, ook de Telegraaf!?

M: Ja, ja, een beetje, kijk zij richten zich ook op Amsterdam. Maar Volkskrant en NRC, ik

weet niet hoeveel procent van onze lezers daar zit, ik bedoel dubbellezers.

B. Ja. En in hoeverre maakt een regionale krant ook gebruik van landelijke kranten? Kan me

voorstellen dat jullie ook nieuws van elkaar gebruiken?

M: Ja, doen we ook. We wisselen uit met AD. Dus het Algemeen Dagblad gebruikt kopij van

ons en wij van het AD. En we gebruiken buitenlands kopij sinds heel kort van Trouw. En

Trouw nu nog niks van ons, maar dat zit wel in de pijplijn. Heel weinig, een rubriekje ofzo.

Uh, we werken samen met Folia, Wetenschapstijdschrift. Dat kennen jullie natuurlijk van de

HvA. Die maken voor ons hele nieuwe wetenschapspagina’s.

R: Wat leuk.

M: Ja. Dus in die zin werken we wel samen.

  25  

B: Oke, nou je kent het NRC natuurlijk wel. Als je NRC en Parool zou vergelijken wat zou

dan volgens jou het grote verschil zijn?

M: Nou ja de focus op Amsterdam natuurlijk. En het NRC heeft wat meer ruimte denk ik

voor eigen onderzoek. Dus meer achtergrondstukken, wat meer, soms wat meer diepgang.

Niet altijd hoor!

B: Soms wat meer diepgang,…

M: Ja, en NRC heeft ook wat meer focus op het bestuurlijke, verstandige dingen in de wereld,

haha.

R&B: Haha.

B: Nou dankjewel, ik denk dat we veel informatie van je hebben gekregen en bedankt

nogmaals voor je tijd.

  26  

• Interview Bas Blokker – NRC C: U bent nu journalist van het NRC handelsblad/Parool. Bent u hiervoor ergens anders

journalist geweest? Zo ja, waar?

B: Als Freelance bij de Volkskrant gewerkt, niet als journalist maar als recensent. Toen

schreef ik over boeken/filmboeken. Nu werk ik al 21/22 jaar voor het NRC. Ik heb al in de

jaren 90 hier al gewerkt maar werk er nu weer sinds 2012. Ik heb geschiedenis gestudeerd aan

de UvA en ben bij het NRC stage gaan lopen.

C: Had u een specifieke reden om bij NRC handelsblad/Parool te gaan werken? Zo ja, welke

reden?

B: Ik liep hier stage, geen specifieke reden.

C: Wat kenmerkt een NRC/Parool journalist volgens u?

B: Kenmerk van NRC is dat het een krant van verdieping en achtergrond is en ook met eigen

nieuws. Dit beschouw ik ook als verdieping. Het nieuws dat je zelf hebt uitgezocht.

C: Wat is de kracht van het NRC?

B: Het is een vrij, in de eerste beginselen van het NRC, een vrij slimme krant is; daarmee

bedoel ik dat wanneer je iets hoort elke journalist van het NRC daar zijn eigen vragen bij

stelt. Dit is de sleutel naar goede en genuanceerde journalistiek. Onze krant is in 1970

gefuseerd uit twee andere kranten en de toenmalige hoofdredacteur heeft toen een

hoofdartikel geschreven waarin stond dat het een krant is waarin stond dat het een krant is

voor degene die bereidt is na te denken. Dit klinkt wel een beetje arrogant maar hierin had hij

wel gelijk. Hij zei: ‘als het je niet bevalt, dan neem je maar een andere krant’. Dit vind ik erg

goed want dat kan niet met ons soort journalistiek. Je probeert niet iedereen te binden want dit

kan niet. Voor iedereen die moeite doet willen we open staan, inderdaad Lux et Libertas. Het

zijn ook echt van die verlichtingswoorden. Lux = licht en libertas = vrijheid. Het is echt een

liberale krant en het komt ook voort uit 2 andere liberale kranten. Het idee is dat iedereen die

wil onze krant kan lezen. Maar niet iedereen wil.

C: Welke doelgroep/leesgroep spreken jullie aan?

B: De leesgroep wil je zo jong mogelijk maken want lezers vergrijzen heel snel. Toen ik

begon was de gemiddelde leeftijd van de lezers ongeveer 41, ik denk dat dit nu boven de 50

is. Kranten worden ouder en dat geldt voor alle kranten.

C: Wie draagt u voornamelijk onderwerpen aan?

B: Andere mensen dragen vooral onderwerpen aan. Soms word je gebeld. Ik schrijf niet

alleen voor Amsterdams nieuws. Ik werk bij de redactie Binnenland, maar ik zou voor alle

redacties kunnen schrijven als ik zou willen. Ik word bijvoorbeeld vaak gevraagd om over

dingen buiten Amsterdam te schrijven.

C: Hoe houdt u bij het schrijven rekening met uw doelgroep?

  27  

B: Ik denk dat dit een subtieler soort van samenwerking is. Je zoekt eigenlijk een beetje de

lezers zoals je denkt dat je zelf bent. Ik denk wel eens zou een journalist van de Telegraaf bij

het NRC werken. Je moet echt kijken of je er zelf bij past. Je hebt hoe dan ook invloed op wat

je zelf schrijft.

C: Ondervindt u bij het schrijven beperkingen?

B: Ja soms wel, maar meestal kun je er wel je eigen draai aan geven. Ik ben eigenlijk best vrij

in het schrijven. Je hoeft zelfden iets te schrijven wat je niet wil. Soms heb je een dienst in het

weekend. Wanneer Ajax dit weekend kampioen wordt schrijven wij hierover, Koningsdag is

bijvoorbeeld meer iets voor het Parool.

C: Hoe beïnvloedt tijdsdruk uw werk?

B: Ja, zeker dit is heel essentieel. We hebben een krant die in de middag verschijnt. Om 1u

komt de digitale editie uit en om 3u ligt de krant in de winkels. We beginnen om 8u ’s

ochtends. Dan is een groot deel van de krant al klaar en naar de drukker en een klein deel kan

dan nog worden bijgewerkt. Dit is heel weinig tijd. Er wordt erg snel gewerkt en geschreven

en dit geeft in iedere krant slordigheden. Zelf heb ik dit bijna nog nooit gehad

C: Stel, u bent journalist bij het Parool/NRC. Deze krant heeft een andere doelgroep en is een

regionale/landelijke krant. Zou u dan anders te werk gaan? En zo ja, hoe?

B: Als ik journalist zou zijn bij het Parool zou ik veel meer schrijven. De ruimte bij het NRC

is erg beperkt. We hebben beperkte ruimte op het papier. Als er alleen internet bestond dan

zou je de hele dag dingen kunnen produceren en zou het alle kanten op kunnen gaan. Nu

hebben we maar voor een 2 spreads stukken. 2 spreads is een dubbele pagina. Hier levert

iedereen dus stukken voor. Soms schrijf je een stuk wat niet in de krant komt, maar dit

gebeurt niet vaak want zo iets is zonde van je tijd. Ook met interessante dingen kun je soms

niets, soms komt het er gewoon niet van. Er zijn vaak dingen die je niet kunt schrijven door

de beperkte ruimte. De redactie heeft 2 vergadermomenten op de dag. De ochtend en middag

vergadering. De hoofdredactie biedt dan bijvoorbeeld stukken aan voor de voorpagina,

wanneer er teveel binnenland stukken voor de voorpagina worden geselecteerd wordt er vaak

nog iets anders gekozen omdat dit gewoon te veel is.

C: Wat is volgens u het grote verschil tussen een regionale krant en een landelijke krant?

B: Het is een kwestie van de drempel voor stukken. Vanavond wordt bijvoorbeeld bekend

met welke coalitiepartner D66 en Groen Links in zee gaan. Parool zet het morgen op de

voorpagina, bij ons moet het concurreren met een bericht over bijvoorbeeld een ziekenhuis

waar een chirurg opereert die geen diploma heeft, en noem zo maar op. Ik concurreer gewoon

met veel meer onderwerpen dan het Parool. Als er iets in Amsterdam aan de hand is dan pakt

het Parool dit meteen aan. Dat is het voornaamst, de drempel ligt veel hoger.

  28  

C: Selecteert u als regionale krant nieuws heel anders dan een landelijke krant? Zie

hierboven.

C: Hoeveel voorbereidingen treft u bij het schrijven van een artikel?

B: Dit is voorkomen verschillend. Hangt er helemaal vanaf of het een makkelijk of een

moeilijk stuk is. Het aantal woorden staat niet in relatie met de tijd die ik eraan besteedt. Een

verhaal van 700 woorden kan een half uur duren maar ook een week.

C: Hoe heeft u toegang tot uw bronnen?

B: Ik kom soms zelf aan mijn bronnen, soms helpt iemand je, soms biedt iemand zichzelf aan.

Je bouwt relaties op met mensen die hier echt verstand van hebben, ik werk hier nu al 20 jaar.

Ik benader vaker mensen dan dat ze mij benaderen. Maar dit komt ook door het type krant

wat wij zijn. Het parool is bijvoorbeeld een primaire nieuwskrant. Het Parool voelt als de

meest verse krant, staat het laatste nieuws in. Als er een brandje is dan bellen mensen eerder

het Parool dan het NRC omdat wij ook concurreren met andere nieuwsberichten. Het zou er

misschien niet eens inkomen. Ik merk vaak dat mensen mij benaderen als ze met een

ingewikkelder onderwerp zitten of wanneer ze een landelijk publiek zoeken.

C: Wordt er nagedacht hoe een bericht word gepubliceerd?

B: Ja tuurlijk. Maar je denkt na over de vraag; wat is het belangrijkste wat ik heb gehoord.

Soms is het belangrijkste wat je hebt gehoord iets dat geen nieuws is. Dan moet je gaan

denken wat is nou van alle nieuwswaardige dingen het belangrijkste wat ik heb gehoord.

Soms zie je wel eens een nieuwsbericht wat van de zijkant binnenkomt en staat het

hoofdonderwerp in de 2e alinea. Je moet hier dan goed over na denken. In beginsel schrijf je

alleen dingen op die nieuw zijn of inzichten die nieuw zijn. Het belangrijkste in een bericht

moet wel voorop staan, je kunt niet teveel aanpassingen doen.

C: Met hoeveel man bent u bezig om een stuk te schrijven? Bent u verantwoordelijk voor

anderen/ afhankelijk?

B: Ik doe het bijna altijd alleen en soms met 2. We hebben nu een langlopend project waar 40

journalisten aan mee doen. Hierin doen 40 mensen iets en 1 iemand schrijft daar een stuk van.

Het meest efficient is natuurlijk ook om dit in je eentje te doen anders heb je ook dubbele

kosten.

C: Is de manier waarop mensen nieuws consumeren door de tijd heen veranderd? En wat

merken de journalisten van het Parool (NRC) hiervan?

B: Ja mensen hebben minder tijd om de krant te lezen, alles moet sneller. Ook is onze

doelgroep erg vergrijst. Maar hier heeft elke krant last van. Als journalist merk je dit omdat

de berichten die je schrijft vaak niet te lang moeten zijn.

C: Tegenwoordig moet alles maar sneller en sneller, mensen hebben geen tijd, heeft dat

invloed op hoe jullie de krant inrichten? Bijvoorbeeld voor de voorpagina?

  29  

B: Ja heel erg, er staan gewoon minder woorden in de krant. Er is een eeuwige discussie over

of de krant niet te dik is. Het NRC wordt gemiddeld nog een half uur gelezen en dat vind ik

veel. NRC next had bijvoorbeeld als slogan; meer lezen in minder tijd. En dat werkt. Iedereen

heeft minder tijd en maakt minder tijd om de krant te lezen.

C: Welke rol speelt het internet in de toekomst? Is de krant zoals wij hem kennen over 10 jaar

niet verdwenen?

B: Nee de krant zal niet verdwijnen, tenminste niet de vorm van journalistiek. De papieren

krant wel. Mensen hebben honger naar nieuws maar ik denk wel dat dit digitaal zal worden en

ik denk ook niet dat heel lang nog duurt. Zelf lees ik veelal de krant op mijn Ipad.

C: In hoeverre speelt de uitgever een rol bij het ontstaan van nieuws? Welke invloed hebben

zij op de krant?

B: Nee helemaal niet in het ontstaan van nieuws maar zij investeren natuurlijk in sommige

dingen. Binnenkort krijgen we een speciale economische editie. Dit is iets waar de uitgever in

gelooft en dat komt er dan in. De uitgever bepaalt waar het geld naartoe gaat.

C: Aan welke krant ondervind het NRC de meeste concurrentie?

B: Journalistiek is dit de Volkskrant maar zakelijk is dit bijvoorbeeld het internet. Men kiest

andere podia.

C: Bent u betrokken bij nieuws uit Amsterdam? Waarom Amsterdam?

B: Ja heel erg, dit is eigenlijk mijn specialiteit. Maar ook binnenlands nieuws.

C: Wat zijn de criteria voor Amsterdams nieuws?

B: Het wordt vergeleken met ander nieuws over binnenland en buitenland. Je hebt veel

concurrentie en het nieuws wat in het NRC terecht komt moet voor het hele land aantrekkelijk

zijn. Niet alleen voor Amsterdam en dit is soms lastig.

C: In hoeverre maakt u als Landelijke (regionale) krant gebruik van Regionale (landelijke)

kranten? (maakt u gebruik van andermans bronnen?)

B: Ja heel erg vaak. Van verschillende regionale kranten en sites. Ook van het Parool, dit is

een erg snelle krant. Ze zitten er soms helemaal naast maar ze hebben een erg goede neus

voor waar het nieuws zich bevindt. Andersom gebruiken zij bijvoorbeeld ook ons nieuws. Je

hoort eigenlijk altijd je bronnen te vermelden ook al is het je concurrent. Niet iedereen doet

dat.

C: Zou u zelf journalist kunnen zijn bij het Parool?

B: Ja dat denk ik wel, Parool en Volkskrant zou ik makkelijk kunnen werken zonder dat ik het

idee heb dat ik mezelf geweld aan doe. De Telegraaf bijvoorbeeld niet, zij stellen de

verkeerde vragen vind ik. Het is het soort vragen dat de hele krant interesseert; die moeten jou

interesseren. Als dit je niet interesseert moet je niet bij deze krant gaan werken.

  30  

Verschil regionaal/landelijk volgens Bas Blokker. Als regionale meer vrijheid om te schrijven

over stad zelf/regio zelf. En als landelijke krant kan je over Amsterdam alleen iets kwijt

wanneer je kunt laten merken als dit ook iets landelijks is. Ik moet hier landelijke vragen over

stellen. Het Parool hoeft dit niet. We schrijven hetzelfde maar met een andere blik. Het NRC

moet dit voor een groter publiek interessant maken. Soms heb je een nieuwsbericht wat voor

Amsterdammers interessant maar niet voor een landelijk publiek.

  31  

Geanalyseerde nieuwsberichten 1. Opkomst en ondergang van de zandbank – Marieke Monden (15/11/2011)

Nieuwswaarden

- Relevantie/bereik (0): Er zijn weinig mensen bij betrokken en het nieuws heeft ook geen

(grote) gevolgen of betekenis. Voor wie het echter eventueel gevolgen zou kunnen hebben is

voor ouders met kinderen. Zij lezen dat er veel oorspronkelijke van Eykspeelplaatsen verloren

zijn gegaan en dat enkele speelplaatsen van natuurlijke materialen in de plaats zijn gekomen

maar dat er verder niet veel beleid voor speelplaatsen in Amsterdam is.

- Conflict/controverse/schade (0): Het nieuws brengt geen schade toe. Minder speelplaatsen

kan echter wel minder woonplezier voor kinderen tot gevolg hebben.

- Elite-personen (0): Er komt geen Elitepersoon in voor, echter van Eyk kan voor sommigen

wel een bekende architect zijn.

- Continuïteit (0): Geen direct gevolg op een ander nieuwsverhaal

- Nabijheid (1): Vooral voor ouders met kinderen staat dit dicht op het publiek.

- Elite-natie (0): Nee, geen elite- natie.

Identificatie bronnen

1. Antropoloog Lianne Verstrate

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Lianne Verstrate) en de

functie van de persoon (Antropoloog). Het is een institutionele primaire bron. Het

communicatiekanaal publicatie van deze Antropoloog.

2. Universitair hoofddocent Lia Karsten

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Lia Karsten) en de functie

van de persoon (Universitair hoofddocent aan TU Eindhoven), zij is co-promotor van

Lianne Verstrate. Het is een institutionele primaire bron. Het communicatiekanaal

publicatie van deze Hoofddocent.

3. Het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1935

Bron wordt gepresenteerd met het algemeen uitbreidingsplan, een stedenbouwkundig

uitbreidingsplan voor Amsterdam dat in 1935 werd aangenomen door de

gemeenteraad, is de naam van het collectief. Het is een institutionele primaire bron.

Het communicatiekanaal is het document.

4. Vania Stonner afdelingshoofd ontwerp stadsdeel Nieuw-West

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Vania Stonner) en de

functie van de persoon (afdelingshoofd ontwerp Nieuw-West). Het is een niet-

institioneel primaire bron. Vania Stonner ‘vermoedt’ dat er enkel van Eyk

speelplaatsen over zijn, hieruit blijkt dat het communicatiekanaal waarschijnlijk face

to face communicatie is.

  32  

Informatieverstrekking bronnen

1. Antropoloog Lianne Verstrate

Lianne Verstrate is een buitenstander en schrijft over iets waar zij onderzoek naar

heeft gedaan, dus wat ze heeft waargenomen. De bron wordt geparafraseerd en

geciteerd.

2. Universitair hoofddocent Lia Karsten

Ook Lia Karsten is een buitenstander en schrijft over iets waar zij onderzoek naar

heeft gedaan, dus wat ze heeft waargenomen. De bron wordt geparafraseerd en

geciteerd.

3. Het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1935

In dit plan staat een stedenbouwkundig uitbreidingsplan uit 1935. De bron wordt

geciteerd.

4. Vania Stonner afdelingshoofd ontwerp stadsdeel Nieuw-West

Vania Stonner maakt deel uit van de gebeurtenis, zij onderzoekt hoe de vierhonderd

speelplaatsen in Nieuw-West er in de toekomst uit moeten zien. De bron wordt

geparafraseerd.

Frames

In dit artikel wordt thematisch geframed aangezien het artikel analytisch van aard is. Het is

een specifieke gebeurtenis die aan het plaatsvinden is in Amsterdamse speeltuinen. Het

belangrijkste algemene frame de feitelijke ontwikkeling. Van Eykspeeltuinen zijn door de

jaren heen steeds meer uit het stadsbeeld verwijderd. En voor toekomstige speeltuinen wordt

er onderzocht hoe deze het beste kunnen worden ingericht.

Objectiviteit

Het artikel is objectief geschreven door Marieke Monden. De schrijfster doet objectief en

feitelijk verslag over het verdwijnen van de van Eykspeeltuinen en het verdwijnen van de

kenmerkende speeltuinen die na de oorlog begonnen. Daarnaast doet zij feitelijk verslag van

de geschiedenis van het ontstaan van speeltuinen na de Tweede Wereld Oorlog. Tevens laat

zij duidelijke verschillende aspecten uit de publicatie van Verstrate en Karsten naar voren

komen. Tot slot doet zij ook nog verslag over hoe speeltuinen er tegenwoordig en in de

toekomst uit zullen gaan zien. Zo is de cirkel rond en doet zij zo een volledig en objectief

verslag.

2. Amsterdamse ouders krijgen ranglijst basisscholen – Marieke Monden (06/12/2011)

Nieuwswaarden

- Relevantie/bereik (1): Er zijn redelijk veel mensen binnen Amsterdam en omstreken

betrokken bij het nieuws. Het openbaar maken van gegevens over cijfers en cito-scores heeft

  33  

tot gevolg dat ouders beter uit kunnen kiezen op welke school zij hun kind graag zien en is

daarom van betekenis.

- Conflict/controverse/schade (0): Het nieuws brengt geen schade toe. Volgens verschillende

personen die in het artikel worden geciteerd en daaruit blijkt dat slecht presterende scholen

volgens hen niet gemeden gaan worden.

- Elite-personen (1): Lodewijk Asscher is een belangrijke wedhouder binnen Amsterdam, en

daarom een elite persoon.

- Continuïteit (0): Geen direct gevolg op een ander nieuwsverhaal

- Nabijheid (1): Vooral voor ouders met kinderen staat dit dicht op het publiek.

- Elite-natie (0): Nee, geen elite- natie.

Identificatie bronnen

1. Lodewijk Asscher onderwijswethouder

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Lodewijk Asscher) en de

functie van de persoon (Onderwijswethouder). Het is een institutionele primaire bron.

Het communicatiekanaal is schriftelijk daar het de kwaliteitswijzer betreft

2. Menno van de Koppel van de Onderwijs Consumenten Organisatie

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Menno van de Koppel) en

de functie van de persoon (Onderwijs Consumenten Organisatie). Het is een

institutionele primaire bron. Het communicatiekanaal is schriftelijk.

3. Martin Knoop bestuurder Algemene Onderwijsbond

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Martin Knoop) en de

functie van de persoon (bestuurder Algemene Onderwijsbond). Het is een

institutionele primaire bron. Het communicatiekanaal is schriftelijk.

Informatieverstrekking bronnen

5. Lodewijk Asscher onderwijswethouder

Lodewijk Asscher is een deskundige en is mede verantwoordelijk voor het uitkomen

van de kwaliteitswijzer. De bron wordt geparafraseerd en geciteerd.

6. Menno van de Koppel van de Onderwijs Consumenten Organisatie

Menno van de Koppel is een deskundige aangezien hij uitkomt voor een organisatie

die de belangen van leerlingen behartigd. De bron wordt geparafraseerd en geciteerd.

7. Martin Knoop bestuurder Algemene Onderwijsbond

Menno van de Koppel is een deskundige aangezien hij bestuurder is van de

Algemene onderwijsbond. De bron wordt geciteerd.

Frames

  34  

In dit artikel wordt thematisch geframed aangezien het artikel analytisch van aard is. Het is

een specifieke gebeurtenis aangezien het artikel gaat over het uitkomen van een

kwaliteitswijzer. Het belangrijkste algemene frame is ‘moral evaluation and treatment or

recommandation’ omdat het een evaluatie van de kwaliteit van scholen betreft.

Objectiviteit

Het artikel is objectief geschreven door Marieke Monden. De schrijfster doet objectief en

feitelijk verslag over de kwaliteitswijzer van scholen. Zo laat op geen enkel moment haar

mening doorschemeren en doet gedegen verslag van de gebeurtenis. Daarnaast komen

verschillende uitspraken van deskundigen aan bod.

3. Leren als ontdekkingsreis – Marieke Monden (27/03/2014) In Parool, PS Kind

Nieuwswaarden

-­‐ Relevantie/bereik (0): Dit nieuws is met name relevant voor ouders die zoekende zijn

naar een school voor hun kinderen. Ook omdat het een specifieke school met nieuwe

leermethoden betreft, zal het niet alle ouders aanspreken. Ook het aantal betrokkene

is in deze situatie niet echt groot.

-­‐ Conflict/controverse/schade (0): In het bericht wordt niet gesproken over conflict of

schade. Het is een nieuwe school (nieuw concept) waar tot nu toe positief op

gereageerd is en waarvan tot dusver goede resultaten bekend zijn.

- Elite-personen (1): In het artikel komt hoogleraar Luc Stevens aan bod. Hij is in het

artikel de deskundige. Ook onderwijswethouder van Almere, Rene Peeters, is in dit

artikel elite-persoon.

- Continuïteit (1): Er is eerder een bericht geweest over de officiële opening van de

nieuwbouw van Laterna Magica met een symposium voor leerkrachten en andere

belangstellenden.

- Nabijheid (0): Voor de meeste ouders zal deze school niet een voor de hand liggende

keuze zijn. De meeste ouders zullen kiezen voor ‘ normaal’ , ouderwets onderwijs.

- Elite-natie (0): Speelt zich af in Nederland.

Identificatie bronnen

1. Directeur Annette van Valkengoed.

De bron wordt gepresenteerd met naam en functie (directeur). Het is een

institutionele en primaire bron. Het transactie is face to face verlopen. Dit kan

worden opgemaakt doordat Marieke schrijft dat Annette van Valkengoed

glunderend vertelt.

2. Coach Marleen Peters.

  35  

Deze bron wordt ook met naam en functie weergegeven. Het is een institutionele

en primaire bron. Ook dit transactiekanaal is face to face.

3. Coach Arno Bogers.

Deze bron wordt ook met naam en functie weergegeven. Het is een institutionele

en primaire bron. Ook dit transactiekanaal is face to face.

4. Coach Claartje Helming.

Deze bron wordt ook met naam en functie weergegeven. Het is een institutionele

en primaire bron. Ook dit transactiekanaal is face to face.

5. Luc Stevens (emeritus hoogleraar orthopedagogiek).

Deze bron wordt ook met naam en functie weergegeven. Het is een institutionele

en primaire bron. Ook dit transactiekanaal is face to face.

6. Rene Peeters

Hij is onderwijswethouder in Almere, maar destijds als schoolbestuurder

initiatiefnemer van de schoo). Ook deze bron wordt met naam en functie

vermeld. Het is een institutionele en primaire bron. Deze transactie is

vermoedelijk ook face to face gegaan.

Informatieverstrekking bronnen

1. Directeur Annette van Valkengoed.

Neemt deel aan de gebeurtenis. Ze is nota bene de directeur. Van Valkengoed

wordt ook meerdere keren geciteerd. (Partij)

2. Coach Marleen Peters.

Neemt ook deel aan gebeurtenis. Ze is coach van Laterna Magica. Ook Peters

wordt geciteerd. (Partij)

3. Coach Arno Bogers.

Is ook betrokken bij gebeurtenis en wordt geciteerd. (Partij)

4. Coach Claartje Helming.

Ook betrokken bij gebeurtenis en wordt geciteerd. (Partij)

5. Luc Stevens

Luc Stevens is emeritus hoogleraar orthopedagogiek. Stevens is een deskundige

en wordt geciteerd.

6. Rene Peeters

Hij is onderwijswethouder in Almere, maar destijds als schoolbestuurder

initiatiefnemer van de school. Nam deel aan gebeurtenis en was ook

initiatiefnemer. Peeters is deel van de partij en wordt ook geciteerd.

Frames

  36  

In het artikel wordt thematisch geframed wat duidelijk wordt door het analytische karakter.

Het is een specifiek frame over de school met een alternatieve leermethode. Het algemene

frame is feitelijke ontwikkeling. Het is een nieuwe ontwikkeling in lesmethoden van

basisonderwijs.

Objectiviteit

Het artikel van Marieke Monden is objectief geschreven. In het begin van het artikel staat wat

feitelijke informatie over de school en samenwerking met de kinderopvangorganisatie Skon.

Marieke Monden citeert maar liefst zes verschillende personen met uiteenlopende functies.

Opvallend is dat er geen enkele kanttekening benoemd wordt van de nieuwe school. Bijna

iedere alinea wordt afgesloten met positieve, lovende woorden van betrokkenen. Waaruit kan

worden afgeleid dat het artikel niet geheel objectief kan zijn doordat er helemaal geen

tegengeluid wordt gemeld.

4. Juf in Amsterdam nog vaak slecht in Nederlands – Marieke Monden (08/10/10)

Nieuwswaarden

-­‐ Relevantie/bereik (1): Dit bericht is relevant voor een groot deel van de lezers.

Allereest gaat het de desbetreffende ouders van de schoolgaande kinderen aan, maar

ook voor andere lezers is het relevant. Het gaat om het (taal)niveau van de juffen wat

invloed heeft op de toekomst (van de kinderen). De gehele maatschappij heeft

uiteindelijk baat bij goed opgeleiden.

-­‐ Conflict/controverse/schade (1): De gebeurtenis richt schade aan, namelijk

taalachterstand. Medewerkers op voorscholen spreken en lezen slecht Nederlands,

terwijl het verbeteren van de taalachterstanden bij peuters een belangrijk doel is van

de voorscholen.

- Elite-personen (1): Bijzonder hoogleraar, Folkert Kuiken en 2.

Onderwijswethouder Lodewijk Asscher zijn de elite-personen in dit artikel.

- Continuïteit (1): Er is eerder een bericht geweest over de slechte prestaties van de

toetsen.

- Nabijheid (0): Voor de meeste lezers zal de gebeurtenis ver van hun af liggen, in de

zin van dat ze niet direct verbonden zijn.

- Elite-natie (0): Speelt zich af in Nederland.

Identificatie bronnen

1. Folkert Kuiken, bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal.

De bron wordt met naam en functie gepresenteerd. Het is een institutionele bron en

secundaire bron. Kuiken heeft gesproken op het congres Taal op school en Marieke

  37  

Monden zal daar naar verwachting zelf niet bij zijn geweest. Het transactiekanaal zal

waarschijnlijk via de media zijn gegaan.

2. Onderwijswethouder Lodewijk Asscher (PvdA).

Deze bron wordt ook met naam en functie gepresenteerd. Het is een institutionele en

primaire bron. Ik vermoed dat het contact face to face is geweest.

3. Petra Helderman van Combiwel.

Helderman wordt alleen met naam genoemd, haar functie wordt niet duidelijk. Wel

staat er dat ze bij Combiwel werkt. Het zal een primaire bron zijn (face to face).

Informatieverstrekking bronnen

1. Folkert Kuiken

bijzonder hoogleraar Nederlands is een deskundige en wordt eerst geparafraseerd,

maar op het einde van het bericht wel geciteerd.

2. Lodewijk Asscher

onderwijswethouder, is ook een deskundige en wordt geciteerd.

3. Petra Helderman

Zij is een individu met verstand van zaken gezien ze bij Combiwel werkt

(welzijnswerk in Amsterdam). Ook zij wordt geciteerd.

Frames

In het artikel wordt thematisch geframed. Er is redelijk veel achtergrond informatie en het

wordt in bredere context geplaatst. Ook worden er cijfers (statistisch bewijsmateriaal)

gepresenteerd. Het probleem wordt besproken in brede maatschappelijke context. Namelijk

het verbeteren van taalachterstanden staat centraal terwijl de juffen zelf niet altijd even goed

lezen en spreken. De algemene frames zijn issue positie en consequentie.

Objectiviteit

Het artikel is objectief geschreven door Marieke Monden. De schrijfster doet objectief en

feitelijk verslag over de slecht presterende medewerkers van scholen als het op Nederlands

lezen en spreken aankomt. Ze laat op geen enkel moment haar mening doorschemeren en doet

gedegen verslag van van de uitkomsten van het onderzoek. Daarnaast komen verschillende

uitspraken van deskundigen aan bod.

5. Investeerders helpen Amsterdam niet op de Wallen – Bas Blokker (27/03/2014)

Nieuwswaarden

- Relevantie/bereik (1): Dit nieuws heeft op veel mensen betrekking. Er zijn veel mensen die

baat hebben bij een eventuele verschoning van de stad. Amsterdam is tenslotte de hoofdstad

van Nederland.

  38  

- Conflict/controverse/schade (1): Het gaat hier om een verschil in mening met de

burgemeester aan de ene kant en de investeerders aan de andere kant. De burgemeester zegt

een hoog rendement voor investeerders, maar hier twijfelen de investeerders zelf erg aan.

- Elite-personen (1): Hoewel het artikel niet alleen om de burgemeester van der Laan draait,

wordt hij wel veel genoemd en heeft hij een belangrijke rol in de verschoningszaak.

- Continuïteit (1): De burgemeester heeft het bericht al eerder aangekondigd en ‘voert al jaren

ambitieus beleid om de binnenstad op te schonen’.

- Nabijheid (0): De gebeurtenis is nog in onderhandeling, dus is nog niet dicht bij het publiek

- Elite-natie (0): Speelt zich af in Nederland

Identificatie bronnen

1. Vertrouwelijke documenten van het NRC Handelsblad

Bron wordt gepresenteerd met enkel de naam van het NRC Handelsblad, dus de naam

van het collectief. Het is een institutionele primaire bron. Het communicatiekanaal is

het document.

2. Email van één van de topmensen van de institutionele belegger Corio

Bron wordt gepresenteerd met de functie van de persoon (institutionele belegger) en

de naam van het collectief (Corio). Het is een institutionele primaire bron. Het

communicatiekanaal is de email

3. Persbericht over Corio van Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam

Bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Eberhard van der Laan) en

de functie van de persoon (burgemeester). Het is een institutionele primaire bron. Het

communicatiekanaal was de media (er staat niet welke media)

4. Bouwer Gerrit Verwelius

Bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Gerrit Verwelius) en de

functie van de persoon (bouwer). Het is een niet insitutioneel primaire bron. Het

communicatiekanaal was face-to-face-communicatie, want de communicatie verliep

‘in een gesprek in de ambtswoning van de burgemeester’

Informatieverstrekking bronnen

1. Vertrouwelijke documenten van het NRC Handelsblad

In deze documenten staan de waargenomen vorderingen van het verschoningsbeleid.

De bron wordt heel duidelijk geparafraseerd

2. Email van één van de topmensen van de institutionele belegger Corio

Deze topman maakt deel uit van de gebeurtenis, want zonder ‘zijn’ geld gaat het

verschoningsbeleid niet door in Amsterdam. De bron wordt geciteerd: ‘als het gaat

om het investeren van geld, niet zo enthousiast is op dit moment’.

3. Persbericht over Corio van Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam

  39  

De burgemeester maakt deel uit van de gebeurtenis. Hij wil het project realiseren.

Zijn bericht wordt geparafraseerd

4. Bouwer Gerrit Verwelius

Gerrit Verwelius maakt deel uit van de gebeurtenis. Hij moet ja of nee zeggen tegen

dit project van de burgemeester. De bron wordt geparafraseerd

Frames

In dit artikel wordt voornamelijk episodisch geframed. Het verschonen van de binnenstad is

geen algemeen probleem, want de burgemeester wil een specifiek beleid voeren om die

binnenstad van ‘fouten’ vastgoedeigenaren af te krijgen. Het belangrijkste algemene frame is

de consequentieframe.

Objectiviteit

Het artikel is objectief geschreven door de Amsterdamse journalist. Je zou verwachten dat de

journalist iets wat subjectief zou schrijven over dit punt en meer de kant van de burgemeester

zou kiezen. Elke Amsterdammer is toch voor een verschoning van de binnenstad en tegen de

‘foute’ eigenaren van vastgoed? Maar de journalist blijft ‘netjes’ en schrijft een objectief

artikel, waarin hij zowel de burgemeester als de investeerders hun verhaal laat doen.

6. Biermagnaat Freddy was geen echte Heineken – Bas Blokker (05/02/2014)

Nieuwswaarden

- Relevantie/bereik (0): Er zijn weinig mensen bij betrokken en het nieuws heeft ook geen

(grote) gevolgen of betekenis

- Conflict/controverse/schade (0): Het nieuws brengt geen schade toe

- Elite-personen (1): Freddy Heineken is een wereldberoemd persoon. Het hele artikel draait

om hem

- Continuïteit (0): Geen direct gevolg op een ander nieuwsverhaal

- Nabijheid (0): Het staat niet dicht op het publiek

- Elite-natie (0): Nee, geen elite- natie

Identificatie bronnen

5. Schrijfster Annejet van der Zijl

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Annejet van der Zijl) en

de functie van de persoon (schrijfster). Het is een niet institutionele primaire bron.

Het communicatiekanaal is het boek

6. Julius Petersen

De bron wordt gepresenteerd met de naam van de persoon (Julius Petersen) en de

functie van de persoon (jaloerse en geldbeluste zwager). Het is een niet institutionele

primaire bron. Het communicatiekanaal is het boek

  40  

Informatieverstrekking bronnen

1. Schrijfster Annejet van der Zijl

Annejet is eigenlijk een buitenstaander en schrijft over iets waar zij onderzoek naar

heeft gedaan, dus wat ze heeft waargenomen. De bron wordt geparafraseerd

2. Julius Petersen

Julius heeft deelgenomen aan de gebeurtenis. Hij was bij het incident betrokken en hij

heeft Gerard Heineken bedrogen. De bron wordt geparafraseerd

Frames

In dit artikel wordt episodisch geframed. Het is een specifieke gebeurtenis die heeft

plaatsgevonden in de familie Heineken. Het belangrijkste algemene frame is de

causaliteitsframe. Je vraagt je af: wat is de oorzaak dat Freddy niet officieel tot de familie

Heineken behoort?

Objectiviteit

Het artikel is subjectief geschreven door Bas Blokker. Woorden als ‘jaloerse geldbeluste

zwager’ en ‘schandaalkroniek’ kenmerken de subjectiviteit van het artikel. Je kunt duidelijk

merken dat de journalist het niet eens is met de actie van Julius Petersen. Blokker kiest

duidelijk de kant van Gerard Heineken, dat kun je zien aan het volgende citaat: ‘terwijl

Heineken in de spiegel keek en horens uit zijn voorhoofd zag groeien - de gebruikelijke

metafoor voor een bedrogen echtgenoot’.

7. Van der Laan geeft uitgeprocedeerde Asielzoekers ultimatum – Bas Blokker (29-10-

2013)

Nieuwswaarden

- Relevantie/bereik (1): Dit bericht is erg relevant omdat er over Asielzoekers in het algemeen

veel te doen is.

- Conflict/controverse/schade (1): Het gaat hier om een ultimatum dat door van der Laan

wordt gesteld aan de asielzoekers. Dit ultimatum is gesteld nadat de asielzoekers eerdere

aanbiedingen hebben afgewezen. Er is hier een verschil in mening en weldegelijk een conflict

tussen de ‘burgemeester’ en de asielzoekers. De asielzoekers willen graag blijven maar van

der Laan is het hier niet mee eens.

- Elite-personen (1): De asielzoekers zijn in dit verhaal zeker geen elite personen maar er

wordt in dit artikel verwezen naar burgemeester van der Laan, wat weldegelijk een elite

persoon is voor Amsterdammers.

- Continuïteit (1): In dit artikel kun je 3 keer op verschillende linken klikken, die verwijzen

naar eerder nieuws hierover. Er is sprake van continuïteit want hierover is al eerder nieuws

gepubliceerd, deze asielzoekers zijn al meerdere malen in het nieuws geweest.

  41  

- Nabijheid (1): Het is lastig om te zeggen hoe nabij dit speelt. Toch denk ik dat het vrij nabij

is omdat het in Amsterdam gebeurd en omdat over het fenomeen asielzoekers veel wordt

gediscussieerd.

- Elite-natie (0): Nee, speelt zich af in Nederland (Amsterdam).

Identificatie bronnen

1. Burgemeester van der Laan

In de bron wordt gezegd dat burgemeester van der Laan een ultimatum heeft gesteld.

De bron wordt genoemd met naam en functie. Verder is het vaag waar de bron

vandaan komt. Het wordt gepresenteerd als primaire bron; het lijkt of de informatie

direct van van der Laan af komt door middel van een interview. Dit omdat het geheel

objectief wordt weergegeven met veel feiten en het geheel erg specifiek is.

2. Asielzoekers

In het artikel komt naar voren dat de asielzoekers iets hebben geschreven.

Hoogstwaarschijnlijk een email of brief. Alleen de naam van het collectief wordt

genoemd namelijk de asielzoekers. Het wordt gepresenteerd als primaire bron door

middel van citaten en reacties van de asielzoekers.

Informatieverstrekking bronnen

1. Burgemeester van der Laan

Burgemeester van der Laan maakt deel uit van de gebeurtenis. Hij is degene die het

ultimatum heeft gesteld aan de asielzoekers. De bron is geparafraseerd.

2. Asielzoekers

De asielzoekers nemen deel aan de gebeurtenis. Er worden hier letterlijke citaten

gegeven als: “leidt tot emotionele reacties en slechte herinneringen”.

Frames

In dit artikel wordt episodisch geframed. Asielzoekers zijn veelal in het nieuws en er is veel

over te doen. Dit bericht is issue-afhankelijk. De belangrijkste algemene frame is de

feitelijke-ontwikkelingsframe. Na eerdere nieuwsberichten en voorstellen is dit ultimatum nu

de laatste stap in het proces van deze asielzoekers.

Objectiviteit

Het artikel is objectief geschreven door Bas Blokker. Hij vat het proces wat de asielzoekers

hebben ondergaan samen en de verschillende aanbiedingen die van der Laan aan hen heeft

gedaan. Dit doet hij puntsgewijs en met vooral feiten. Hij wijdt verder niet uit over wat hij

hier zelf van vindt.

  42  

8. Van Thijn (PvdA) vreest voor Amsterdam als D66 grootste wordt – Bas Blokker (13-

03-2014)

Nieuwswaarden

- Relevantie/bereik (1): Het gaat in dit artikel om de verkiezingen in Amsterdam. Dit gaat een

heleboel mensen aan.

- Conflict/controverse/schade (1): Het bericht heeft een controversieel karakter omdat Ed van

Thijn hier ‘vreest’ voor D66. Dit is zijn mening. Voor de mensen die voor D66 danwel tegen

PvdA heeft dit bericht een controversieel karakter.

- Elite-personen (1): Ed van Thijn is oud burgemeester van Amsterdam. In het artikel wordt

ook nog Job Cohen genoemd. Dit zijn weldegelijk elite-personen.

- Continuïteit (0): Dit bericht op zichzelf is niet perse continue. Misschien wel wanner we

kijken naar politiek in het algemeen. Maar het op zichzelf staande bericht is niet continue.

- Nabijheid (0): De gebeurtenis is niet dichtbij het publiek. Politiek heeft natuurlijk wel

betrekking op burgers. Maar dit bericht is een soort statement wat niet dichtbij het publiek

hoeft te staan.

- Elite-natie (0): Speelt zich ‘gewoon’ in Amsterdam af.

Identificatie bronnen

1. Ed van Thijn

De bron wordt genoemd met de naam van de persoon (Ed van Thijn). Ook wordt zijn

functie hierbij genoemd (oud burgemeester). De soort bron is een interview wat Ed

van Thijn aan het NRC Handelsblad geeft. Het is daarom een primaire bron.

2. Job Cohen

De bron wordt genoemd met de naam van de persoon (Job Cohen). De soort bron is

vaag maar hoogstwaarschijnlijk via de media. Het wordt gepresenteerd als primaire

bron. Dit omdat er letterlijke citaten worden gegeven van wat Job Cohen heeft

gezegd.

Informatieverstrekking bronnen

1. Ed van Thijn

Ed van Thijn is een deskundige, maar neemt tegelijkertijd deel aan de gebeurtenis.

Het draait hier namelijk om iets wat hij zegt. De bron is een parafrase van het gehele

interview met Ed van Thijn. Toch worden er ook wat letterlijke citaten gegeven.

2. Job Cohen

Job Cohen is deskundige en ooggetuige. Hij verteld hier iets wat hij heeft vernomen.

De bron is een letterlijk citaat van wat Job Cohen over een persoon heeft gezegd.

  43  

Frames

Er wordt hier episodisch geframed. Er wordt een verhaal verteld vanuit Ed van Thijn met

betrekking tot de PvdA. Daarnaast is het specifieke frame hier een wedstrijd frame. Ed van

Thijn maakt zich zorgen wanneer D66 aan de macht komt. Wanneer D66 aan de macht komt

ziet hij dit weldegelijk als een niet succesvol iets ook wel een falend iets.

Objectiviteit

Het artikel wordt door Bas Blokker objectief geschreven, hoewel het artikel natuurlijk

helemaal niet objectief is. Het is iets wat Ed van Thijn vindt van D66 met betrekking tot

PvdA. Bas Blokker vat hier objectief het interview met Ed van Thijn samen.

Recommended