1

HANDBOEK ISPS OEFENINGEN

2

Inleiding

OEFENING BAART KUNST

In omstandigheden die levensbedreigend zijn moet men kunnen steunen op ervaring en oefening. Op deze wijze kunnen ook dramatische vergissingen vermeden worden die een catastrofe als gevolg kunnen hebben. Dit benadrukt het belang van regelmatig oefenen en rapporteren (1). De ISPS Code (Ver. 725/2004) stelt het verplicht voor havenfaciliteiten om minstens elk kwartaal (= 4x/jaar) een kleine beveiligingsoefening te organiseren. Praktisch gezien zijn deze oefeningen relatief kleinschalig en zouden ze geen invloed mogen hebben op de commerciële activiteit van de havenfaciliteit. Ze dienen om afzonderlijke delen van het Port Facility Security Plan te testen. Bovendien moet er ook jaarlijks (max. 18 maanden tussen 2 oefeningen) nog 1 grote oefening gehouden worden. Het is hierbij de bedoeling dat er meerdere procedurestappen gevolgd worden en de PFSO kan hierbij overheidsdiensten (LCMB, SPN, Brandweer,…), de CSO, de SSO,… betrekken. Alle oefeningen kunnen live worden uitgevoerd, uit een computersimulatie of seminaries bestaan. Het is ook mogelijk de oefeningen te combineren met andere oefeningen uit bijvoorbeeld het noodplan.

ISPS Code deel A art. 18.3 & deel B art. 18.5, 18.6 & 15.11. (2)

Wet betreffende Maritieme Beveiliging Titel VI. Hoofdstuk II. Afdeling II. (3) Aan de hand van deze handleiding trachten wij u als PFSO op ideeën te brengen en te helpen bij het opstellen van bovenvermelde verplichte oefeningen. Het Port Security Team van Antwerpen wenst u verder veel succes bij de uitvoering! Kathy Dua (1) Zie bijlage: FCBH/OND/2006/07 versie 1 (2) Zie bijlage: artikels uit Ver. 725/2004 (3) Zie bijlage: artikels uit de wet m.b.t. sancties

3

Spelregels

Voer geen twee dezelfde oefeningen in 1 kalenderjaar uit.

Inspecties door de EU, NAMB, LCMB worden niet aangenomen als oefeningen.

Reviseren en aanpassen van het Port Facility Security Plan is een aparte taak van de Port Facility Security Officer ≠ een oefening.

Rapporteer enkel een beknopte samenvatting via het verplichte document aan portsecurity@portofantwerp.com. Bewaar zelf de gedetailleerde gegevens van de oefening (incl. een lijst van de deelnemers).

Havenfaciliteiten van eenzelfde groep die op verschillende locaties gelegen zijn voeren voor elke locatie afzonderlijke oefeningen uit.

ESA: Deze havenfaciliteiten doen oefeningen wanneer er een zeeschip ligt. Wanneer zij gedurende een heel kwartaal geen zeeschip hebben ontvangen, melden zij dit op het einde van het kwartaal via het oefeningenformulier.

De kwartalen worden als volgt ingedeeld: o Kwartaal 1: januari t/m maart o Kwartaal 2: april t/m juni o Kwartaal 3: juli t/m september o Kwartaal 4: oktober t/m december

Halfjaarlijks wordt door het Port Security Team van Antwerpen een overzicht van alle ontvangen en niet ontvangen oefeningen aan de Nationale Autoriteit overgemaakt.

4

Organisatie en uitvoering van beveiligingstaken in de havenfaciliteit

1. Test de rol en structuur van de veiligheidsorganisatie door aan verschillende personen na te vragen volgens welke hiërarchische lijn zijn zaken in verband met beveiliging moeten rapporteren.

2. Personeel van de havenfaciliteit met specifieke beveiligingstaken en –

verantwoordelijkheden dient een goed begrip te hebben van hun taken en verantwoordelijkheden. Test hun theoretische kennis door bijvoorbeeld zelf opgemaakte vragenlijsten:

o Wat is ISPS? o Wat is het PFSP? o Wie is de PFSO? o Wat is de NAMB en het LCMB? o Wat is het verschil tussen de CSO en SSO? o Wat is het verschil tussen beveiligingsniveau 1, 2 en 3? o Wat te doen bij opschaling? o ,…

3. Check of het personeel met beveiligingstaken weet wanneer zij met een

beveiligingsincident te maken hebben, of zij het standaard formulier kennen en controleer of zij op een duidelijke en correcte wijze rapporteren.

4. Een test voor de PFSO en/of vervangend PFSO.

Voldoet u aan uw taken en verantwoordelijkheden? Tracht volgende zaken aan te tonen (*).

De PFSO:

o Heeft een uitgebreid veiligheidsonderzoek uitgevoerd. Ja/neen: indien ja, zoek de documenten op.

o Zorgt voor de ontwikkeling en het onderhoud van het PFSP. Brengt wijzigingen aan het plan aan om onvolkomenheden te corrigeren en werkt het plan bij in verband met belangrijke veranderingen in de faciliteit.

Ja/neen: indien ja, toon de uitgevoerde revisies aan. o Voert het PFSP en de daarmee verband houdende oefeningen uit.

Ja/neen: indien ja, u heeft een map met de gehouden oefeningen ter beschikking.

o Voert regelmatig veiligheidsinspecties uit om ervoor te zorgen dat passende veiligheidsmaatregelen gehandhaafd blijven

Ja/neen: indien ja, toon aan wanneer u en wat u geïnspecteerd heeft. o Verhoogt het veiligheidsbewustzijn en de waakzaamheid van het personeel

van de havenfaciliteit. Ja/neen

o Zorgt dat het personeel dat verantwoordelijk is voor de beveiliging van de faciliteit voldoende getraind is.

Ja/neen: indien ja, toon oefeningen waarbij u het personeel getest heeft.

o Rapporteert aan de betreffende autoriteit beveiligingsincidenten.

5

Ja/neen: indien ja, zoek enkele gerapporteerde incidenten op. o Coördineert en voert het plan uit met de betreffende SSO/CSO.

Ja/neen o Coördineert met de veiligheidsdiensten.

Ja/neen o Zorgt dat voldaan wordt aan de normen die gelden voor personeel dat

verantwoordelijk is voor de beveiliging van de faciliteit. Ja/neen: indien ja, wat zijn de normen en bewijs dat het personeel

eraan voldoet. o Waarborgt dat aanwezige veiligheidsapparatuur op de juiste wijze gebruikt,

getest, geijkt en onderhouden wordt, Ja/neen: indien ja, toon de laatste testen en het laatste onderhoud

aan. o Helpt de SSO, indien hij dit vraagt, bij de vaststelling van de identiteit van

mensen die aan boord willen. Ja/neen

(*) dit zijn ook zaken die u moet voorleggen tijdens inspecties van de Europese Commissie, het loont dus zeker de moeite de bewijzende documenten op te zoeken.

5. Geef als PFSO eens een opleiding, infosessie of opfristraining over beveiliging aan

het personeel.

6. Deelname aan seminaries, cursussen betreffende ISPS, Havenbeveiliging, Terrorisme, Bewaking, Crisismanagement,…

7. Vraag bij het personeel naar verschillende beveiligingsdocumenten, bijvoorbeeld:

handboek beveiliging, beveiligingsincidentenformulier, contactsheet, … o Kennen zij de documenten? o Vinden zij de documenten snel terug? o Zijn de documenten die zij ter beschikking hebben nog up to date?

8. Controle op “clean desk” bij de PFSO, vervanger, bewakingsloge, andere personen

met beveiligingstaken.

6

Communicatie en alarmering

9. Test de communicatie en/of reactiesnelheid door bepaalde aanspreekpunten kort te contacteren, bijvoorbeeld:

o Relevante autoriteiten (NAMB, LCMB, PSO, SPN, hulpdiensten) o Schepen (SSO, CSO) o Faciliteit (directie, technische dienst, personeel kaai, personeel aan boord,

beveiligingsorganisatie) o ,…

10. Test de bereikbaarheid van de PFSO tijdens:

o Kantooruren, o Avond, o Weekend, o Feestdagen, o Eventuele buitenlandse dienstverplaatsing, o ,…

11. Test alle communicatiesystemen die gebruikt worden om een effectieve en

ononderbroken communicatie mogelijk te maken tussen het personeel, schepen en autoriteiten met beveiligingstaken. Dit kan zijn:

o Radio- en telecommunicatiesystemen o Telefoon o Gsm o Walkies o Marifooninstallatie o Portofoon o Satelliettelefoon o Omroepinstallatie o Apparatuur in de commandoruimte o Reserveapparatuur o ,…

12. Controleer de juistheid van de lijsten met belangrijke telefoonnummers.

13. Controleer in welke mate het beveiligingspersoneel zich de bediening van de

communicatieapparatuur heeft eigen gemaakt.

14. Je ontdekt een storing of een gebrekkige werking van apparatuur. o Wat doe je? o Test of de hersteldienst van de apparatuur snel ter plaatse kan komen.

15. Oefening met de SSO:

o Bespreek eens met de SSO wie wat doet wanneer het schip op een hoger niveau komt en/of wanneer de faciliteit op een hoger niveau komt.

o Stel samen een “demo-DOS” op. o Test samen de communicatie, coördinatie, beschikbaarheid van hulmiddelen

en reacties tussen schip en faciliteit.

7

16. Het is 02.00u. De VTS centrale meldt u het volgende:

o Onbekend schip op 8 mijl van de havenfaciliteit. o Schip vaart op volle kracht richting havenfaciliteit. o Geen contact mogelijk.

Wat doet u en welke richtlijnen geeft u aan de centrale?

17. Een schip bevindt zich ten anker op 2 mijl van de havenfaciliteit. De gezagvoerder belt de PFSO om verdachte activiteiten in de directe omgeving van zijn schip te melden. Wat zijn uw reacties?

18. Simuleer een bommelding

Het is 10.00u. De telefonist meldt u dat hij zojuist het volgende telefonisch bericht ontvangen heeft: “een bom zal binnen 30 minuten in de loods n°1 ontploffen en het is geen grap”. De telefonist zegt dat het geloofwaardig leek. Deze loods en enkele omliggende loodsen behoren tot verschillende maatschappijen. Een schip is in aantocht. Het is 10.05u. Geef de maatregelen die u chronologisch zult moeten nemen.

19. Test de alarmen en/of sirenes.

20. Brandoefening.

21. Evacuatieoefening van de gehele havenfaciliteit of een deel ervan.

22. Opstarten van het noodplan.

o Alarmering o Gebruik van checklisten o Timing evacuatie o Verloop samenwerking o Verloop interne & externe communicatie o ,…

8

Toegang tot de havenfaciliteit

23. Volg de toegangscontrole mee op: o Wordt deze uitgevoerd zoals in het plan omschreven voor personen

(passagiers, bemanningsleden, bezoekers, personeel,…) en voertuigen. o Opvolging van de procedure voor het vergemakkelijken van verlof aan de wal

voor bemanningsleden of personeelswijzigingen bij de bemanning, en ook de toegang van bezoekers aan het schip, waaronder vertegenwoordigers van welzijns- en vakbondsorganisaties voor zeelieden.

o Noteert de portier alle gegevens die gevraagd worden van iemand die de faciliteit wil betreden.

24. Controle van de identificatiesystemen:

o Werking o Worden zij regelmatig geactualiseerd o Wordt er effectief gevolg gegeven aan misbruik o Wat met verloren pasjes

25. Laat iemand een poging ondernemen om ongemerkt of ongeoorloofd toegang te

verkrijgen tot de faciliteit. Wordt dit door iemand opgemerkt en welk gevolg wordt eraan gegeven?

26. Toegangscontroleronde:

o Zijn alle gebieden waarvoor beperkingen gelden voldoende afgesloten? o Zijn de toegangspunten waar geen regelmatig gebruik van wordt gemaakt

goed afgesloten? o Werken de barelen, poorten, tourniquets, spoorpoorten goed? o Is de waker, portier, conciërge aan de toegangspoort aanwezig? o Controleer of poorten die moeten gesloten zijn dat ook daadwerkelijk zijn. o Controleer eventuele afstandsbedieningen van de poorten.

27. Visuele controle van de afsluiting:

o Is de omheining nog in goede staat (geen gaten)? o Staan er geen obstakels dicht bij de omheining die inklimming

vergemakkelijken.

28. Een wagen meldt zich voor een aangelegen schip. Hij heeft een verdachte, ongekende lading bij en was niet vooraf aangemeld.

29. Laat iemand trachten zoveel mogelijk ‘gevoelige’ informatie te verkrijgen bij de portier

door het stellen van o.a. volgende vragen in een conversatie: o Hoe lopen de shiftwissels bij de bewaking? Zit u altijd alleen? o Wordt hier continue gewerkt? o Zijn er nog andere ingangen want ik moet iemand komen afhalen? o Zit er aan de andere ingang ook iemand om mij te helpen? o Bent u tevreden van het camerasysteem? o Passeert hier veel gevaarlijk gerief? o Etc…

Geeft de portier een beschrijving en/of nummerplaat door van deze geheimzinnige vragensteller aan de PFSO?

9

30. Een onbekend persoon tracht binnen de terminal te komen. Hij gebruikt hiervoor een

eerder “verloren” pas van één van de personeelsleden van de faciliteit.

31. Controleer hoe lang fysiek onbewaakte poorten die vanaf een afstand geopend worden, open blijven (bijvoorbeeld spoorpoorten).

32. Controle van de aanwezigheidslijsten.

33. Een koerier heeft aan de ingang een brief ter attentie van de directeur afgegeven.

De veiligheidsdienst meldt u dat de brief poeder lijkt te bevatten.

34. Het veiligheidspersoneel verwittigt u, dat hij zojuist het voertuig van een kaderlid van de haven aan de uitgang gecontroleerd heeft. Er zijn goederen ontdekt waarvoor de betrokkene geen documenten kan leveren. Het voertuig blokkeert de uitgang en de betrokkene maakt herrie. Wat doet u en welke instructies geeft u?

35. Kan bij opschaling naar beveiligingsniveau 2/3 extra personeel komen voor het

bewaken van de toegangspunten, de begrenzende omheining en als veiligheidspatrouille binnen de faciliteit.

o Telefoneer eens naar bewakingsfirma. o Controleer je eigen personeelsbezetting die onmiddellijk ingezet kan worden. o Hoe veel tijd zou dit in beslag nemen?

36. Welke toegangspunten worden afgesloten bij opschaling? Is de afsluiting nog

adequaat en hoe lang duurt dit?

37. Hoe lang duurt het om een perimeter in te stellen rond het schip (bij niet-gevoelige terminals) en welke stappen worden ondernomen. Contacteer de firma die de mobiele afsluiting levert: Zijn ze snel te bereiken zowel gedurende werkdagen, avonden, weekends en feestdagen?

38. Overloop samen met de portier wie bij opschaling nog toegang zou krijgen en wie niet

van de personen die zich op dat moment aanmelden, zonder de personen effectief te weigeren.

10

Gebieden binnen de havenfaciliteit waarvoor beperkingen gelden

39. Test de maatregelen voor alle gebieden waarvoor beperkingen gelden: o Controle op de toegang voor personen: kunnen enkel de personen die

bevoegd zijn binnen (nagaan wie de sleutel heeft, of inderdaad de badges enkel toegang geven aan de bevoegden,…).

o Controle van het gebied op verdachte zaken, bezittingen, bagage. o Controle op de wijze van afsluiting.

40. Zijn alle beperkte gebieden nog duidelijk voorzien van een markering “verboden

toegang voor onbevoegden” , “beperkt toegankelijk gebied” of een ander gelijkaardig verbodsbord.

41. Als er automatisch toegangsdetectieapparatuur is test dan de werking en controleer

of het alarm effectief overgaat bij de meldkamer. Ga ook na welke reactie erop wordt gegeven door de persoon van de meldkamer.

42. Controleer de extra maatregelen die worden genomen bij opschaling:

o Kunnen de toegangspunten extra afgesloten worden? o Kunnen de extra patrouilles komen? o Verminder het aantal toegangspunten indien mogelijk. o Pas eventuele verdere beperkingen toe. o Volg de bewakings- en registratieapparatuur van de beperkte gebieden op. o ,…

43. Er doet zich op een bepaalde plaats binnen de faciliteit een incident voor of er is iets

niet pluis . Stel dit gebied in als beperkt gebied en start eventueel een zoekactie.

11

Toezicht op de veiligheid van de havenfaciliteit

44. Test de werking van de verlichting en zoek naar “donkere zones”, let op:

o De havenfaciliteit o De toegangswegen, zowel over land als over water o De beperkte gebieden o De schepen o De gebieden rond de schepen.

Test de verlichting ook een keer bij nacht en bij slecht zicht en hou ook rekening met de effecten van weersomstandigheden en stroomstoringen.

45. Test de werking van de bewakingsapparatuur (camera, cctv,…) en controleer of alle belangrijke delen bekeken kunnen worden, let op:

o De havenfaciliteit o De toegangswegen, zowel over land als over water o De beperkte gebieden o De schepen o De gebieden rond de schepen.

Test de bewakingsapparatuur ook een keer bij nacht en bij slecht zicht en hou ook rekening met de effecten van weersomstandigheden en stroomstoringen.

46. Controleer of de patrouilles op de afgesproken tijdstippen en plaatsen hun rondes

uitvoeren. Overloop het patrouilleplan van de havenfaciliteit: o Zijn alle belangrijke punten er (nog steeds) in opgenomen. o Is de veiligheidsronde voldoende georganiseerd. o Liggen de richtlijnen voor het beveiligingspersoneel vast en zijn ze duidelijk,

hou rekening met:

Bevoegdheden

Uitrusting

Procedures. 47. Via de CCTV ziet u of de bewaking dat een persoon binnen de faciliteit zich verdacht

gedraagt.

48. Voer een algemene controleronde uit door de ganse faciliteit, op zoek naar zwakke punten in de beveiliging.

49. De veiligheidsdienst meldt u dat er een verdachte wagen dicht bij de omheining, op

100 meter van de hoofdingang gestationeerd is. Er staat 1 man op het dak en hij neemt blijkbaar foto’s van de havenfaciliteit met een telelens. Wat zijn uw reacties?

50. U test de verlichting voor een opschaling naar beveiligingsniveau 2/3:

o Verhoog het bereik en de intensiteit van de verlichting. o Ontsteek alle verlichting. o Vraag aan de SSO om ook de verlichting van het schip aan te steken.

51. Verhoog gedurende een periode het bereik en de intensiteit van het

toezichtapparatuur en stel de maximale tijdsduur van registratie in.

12

Ladingsbehandeling

52. Controleren of de ladingscontrole op een correcte wijze voorloopt en dat er aan alle punten aandacht wordt geschonken zoals het hoort.

o Controle datum van verlading. o Komen de goederen inderdaad overeen met het leveringsbriefje, document

van lading? o Worden de goederen en/of voertuigen onderzocht zoals het hoort? o Is de zegel gecontroleerd. o Werd een visuele of fysieke inspectie, scanning of staalname elke keer

toegepast indien van toepassing? o Controle op personeelsaanwezigheid.

53. Controleer de inventarisatieprocedures bij de toegangspunten van de havenfaciliteit:

o Kan de lading geïdentificeerd worden? o Is de lading gecontroleerd? o Is de lading geaccepteerd? o Zijn alle gegevens opgegeven? o Vergelijking fysieke stock met computerstock.

54. Controle van de transportinstallaties, laad- en losapparatuur.

55. Controle van de goederenopslagruimten

56. Er worden valse papieren en geknoei met de lading ontdekt bij het schip of een

leverancier, vrachtwagen.

57. Het is 23.00u. Een schip is klaar met lossen maar bevindt zich nog steeds langszij de kade. Een veiligheidspatrouille informeert de centrale dat er verdachte geluiden te horen zijn binnen een container op de transit zone. De verantwoordelijke belt u op en vraagt instructies. Wat doet u en welke richtlijnen geeft u hem?

58. Indien bij niveau verhoging extra methoden worden gebruikt ter controle, test deze

dan eens.

59. Overloop gedurende een tijd welke goederen die op die moment de faciliteit binnen/buiten gaan, bij een verhoging al dan niet nog binnen/buiten gaan. Dit kan toegepast worden aan de ingang van de faciliteit en/of bij de schepen.

60. Controle van de inventaris en locatie van de gevaarlijke goederen en gevaarlijke

stoffen die binnen de faciliteit zijn opgeslagen.

13

Scheepsbevoorrading

61. Laat iemand proberen ongemelde scheepsvoorraden binnen de faciliteit te krijgen. Wat doet de portier?

62. Controleer een keer het volgende in samenspraak met de leverancier:

o De gegevens van de leverancier en het schip. o De vooraanmelding: wat werd er doorgegeven:

Samenstelling goederen

Bestuurdersgegevens

Voertuigregistratie o De scheepsvoorraden. o Doorzoek het leverende voertuig.

Hierbij kan je eventueel ook nog de SSO betrekken

63. Indien geleide wordt gegeven vanaf niveau 2, pas dit dan eens een keer toe.

14

Omgang met onbegeleide bagage

64. Indien onbegeleide bagage toegelaten wordt: Behandel een keer onbegeleide bagage en onderwerp het aan de juiste screening (doorzoek de bagage bijvoorbeeld met röntgenapparatuur als die aanwezig) en breng de bagage “veilig” tot aan het schip.

65. Indien onbegeleide bagage niet wordt toegelaten:

Doe de test en laat een koffer of rugzak afleveren bij de portier.

15

Andere scenario’s

In de Verordening wordt voorgesteld om ook de verschillende beveiligingsincidenten te gebruiken als mogelijke oefeningen. Dit kan als denkbeeldige oefening toegepast om verschillende procedures van het plan te testen. Schade aan of vernieling van de havenfaciliteit, bvb door explosieven, brandstichting, sabotage of vandalisme.

66. Stel een scenario op dat explosieven tot ontploffing werden gebracht op een gevoelige locatie binnen het bedrijf.

67. Stel een scenario op dat een vrachtwagen de steiger aanrijdt, waar een schip aan het

lossen is, met beschadiging van de installatie als gevolg.

Kapen van of beslagleggen op het schip of het gevangen nemen van personen aan boord (pas dit eventueel toe op bepaald personeel van de faciliteit).

68. Stel een scenario op dat bepaalde personeelsleden gegijzeld worden als dwangmaatregel van terroristen om hun doel te bereiken.

69. Stel een scenario op dat personen van de faciliteit aan boord van het schip door de

crew gevangen worden genomen.

Knoeien met lading, essentiële scheepsapparatuur of –systemen of scheepsvoorraden (pas dit toe op de systemen van de faciliteit).

70. Stel een scenario op waarbij geknoei aan de lading ontdekt wordt. 71. Stel een scenario op waarbij de bewakingsapparatuur uitvalt ten gevolge van

sabotage.

72. Stel een scenario op waarbij gesmokkelde materialen/producten tussen de scheepsvoorraden zitten.

73. Stel een scenario op waarbij een verdacht pakje wordt aangetroffen op het schip.

Onbevoegde toegang of gebruik, waaronder de aanwezigheid van verstekelingen.

74. Stel een scenario op waarbij verstekelingen verstopt zitten in een schip dat aan de faciliteit gemeerd ligt.

75. Stel een scenario op waarbij verstekelingen verstopt in een vrachtwagen via de

faciliteit aan boord van het schip trachten te geraken.

16

Smokkelen van wapens of apparatuur waaronder massavernietigingswapens.

76. Stel een scenario op waarbij een van deze illegale middelen de faciliteit worden binnengebracht (smokkelaar gekend).

77. Stel een scenario op waarbij een van deze illegale middelen worden aangetroffen in

één van de opslagplaatsen (smokkelaar niet gekend).

Gebruik van het schip om degenen die van plan zijn een veiligheidsincident te veroorzaken en hun apparatuur te vervoeren.

78. Stel een scenario op waarbij aan boord van een aangemeerd schip “terroristen” zitten met de nodige apparatuur voor een aanslag.

Gebruik van het schip zelf als wapen of als middel om schade of vernieling te veroorzaken.

79. Stel een scenario op waarbij gedreigd wordt dat een aan de kade gemeerd schip tot ontploffing zal worden gebracht nabij gevoelig installaties.

Blokkeren van toegangen tot de haven, sluizen, toegangswegen.

80. Een scenario voor de sluizen: op een spitsmoment wanneer beide sluizen tegelijk ingeschakeld worden, blokkeren 2 supertankers de 2 sluizen.

Nucleair, biologische of chemische aanval

81. Stel een scenario op waarbij de middelen om dergelijke aanvallen te lanceren op de havenfaciliteit aangetroffen worden.

82. Stel een scenario op dat via uw faciliteit een telefoonmelding met zulk een dreiging

binnenkomt.

17

83. Verandering van beveiligingsniveau kan op een afzonderlijk hoofdstuk als kleine oefening of op het volledige plan als grote oefening toegepast worden Testen van :

o Alarmen o Communicatiemiddelen en de bediening ervan o Toegang en toegangscontrole o Identificatie en registratie aanwezige personen op de faciliteit o Afsluiten van de terminal o Interne en externe coördinatie o Interne en externe reacties o Evacuatie o Communicatie: SSO, CSO, bevoegde autoriteit, hulpdiensten,…

84. Nog een mogelijke oefening is het testen of alle plannen voldoende beveiligd zijn

zodat toegang door onbevoegden onmogelijk is. o Controleer bij iedereen die een papieren versie van het plan heeft dit achter

slot en grendel bewaart. o Controleer dat iedereen die toegang heeft tot de elektronische versie met

paswoorden werkt zodat het plan niet door onbevoegden bekeken, vernietigd of gewijzigd kan worden.

18

Bijlage (1)

FEDERAAL COMITÉ VOOR DE BEVEILIGING VAN

HAVENFACILITEITEN

Onderrichting nr. 2006 / 07 van 14.06.2006

Toepassen van Art. 2. d) van het koninklijk besluit van 15 juni van 2004 (B.S.

18.06.2004) tot oprichting van een Federaal comité en lokale comités voor de beveiliging

van havenfaciliteiten

Voorwerp : Beveiliging van havenfaciliteiten, Verordening (EG) Nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten

beslissing van het FCBH 15 van 14.06.2006 PV nr. FCBH 16/2 Onderrichting :

De PFSO van een havenfaciliteit dient iedere oefening inzake beveiliging gehouden in zijn

havenfaciliteit, aan de PSO van de havenautoriteit of de voorzitter van het lokaal comité te

melden.

Voor de havenfaciliteiten werden aanbevelingen gemaakt inzake kwartaal en jaarlijkse

oefeningen met betrekking tot beveiliging om te waarborgen dat de bepalingen van het

havenfaciliteitsveiligheidsplan (PFSP)effectief worden toegepast, conform ISPS code deel A

18.3 en deel B 18.5 & 6.

Voor het melden van en rapporteren over die oefeningen moet het formulier

FCBH/OND/2006/07 worden gebruikt, waarvan het model is bijgevoegd in bijlage 1.

Dit document dient via de voorzitters van het lokaal comité aan de PFSO van de

havenfaciliteiten te worden verspreid. De voorzitter van het Federaal Comité Frans Van Rompuy

19

FCBH/OND/2006/07 versie 1 30/06/2006

BEVEILIGING OEFENING

VERSLAG AAN DE VOORZITTER VAN HET LOKAAL COMITE

E-mail: Controleurs Havenbeveiliging

HAVENFACILITEIT:

VEILIGHEIDS NIVEAU:

VAN:

NAAM PFSO / Plaatsvervanger:

BEVEILIGING OEFENING

Datum Uur

Locatie

Kwartaal oefeningen Jaarlijkse oefening

Beschrijving van de soort van oefening:

Evaluatie van de oefening:

Actiepunt/plan:

Feedback van het lokaal comité (binnen de 3 maand) “aanduiden oefening in tick box”

20

Bijlage (2) VERORDENING 725/2004 Deel A art. 18.3: Om de doeltreffende uitvoering van het PFSP te waarborgen, dienen er - rekening houdende met de soorten werkzaamheden die in de PF worden verricht, personeelswisselingen, het soort schepen dat door de PF wordt bediend en andere relevante omstandigheden - regelmatig oefeningen gehouden te worden, rekening houdend met de richtsnoeren van deel B van deze Code. Deel B art. 18.5: Om te waarborgen dat de bepalingen van het PFSP effectief worden geïmplementeerd, dienen er minstens elk kwartaal oefeningen te worden gehouden, tenzij de specifieke omstandigheden anders aangeven. Bij deze oefeningen dienen de afzonderlijke onderdelen van het plan, zoals de in art. 15.11 vermelde bedreigingen met betrekking tot de veiligheid te worden getest. Deel B art. 18.6: Er dienen minstens 1x/kalenderjaar, met een periode van niet meer dan 18 maanden tussen de oefeningen, diverse soorten oefeningen te worden uitgevoerd, waarbij sprake kan zijn van deelname door havenveiligheidsbeambten, tezamen met desbetreffende gezagsdragers van de verdragsluitende staten, veiligheidsbeambte van de maatschappij, of scheepsveiligheidsbeambten, indien beschikbaar. Verzoeken tot deelname van de veiligheidsbeambten van de maatschappij of scheepsveiligheidsbeambten aan gezamenlijke oefeningen dienen plaats te vinden met het oog op de veiligheid en implicaties voor de werkzaamheden van het schip. Bij deze oefeningen dienen de communicatie, coördinatie, beschikbaarheid van hulpmiddelen en de reacties te worden getest. Deze oefeningen kunnen: 1. op ware grootte of live worden uitgevoerd; 2. uit computersimulatie of seminars bestaan; of 3. worden gecombineerd met andere oefeningen, zoals oefeningen op het gebied van reacties op noodsituaties of andere oefeningen van overheidsinstanties voor de haven. Deel B art. 15.11: Soorten veiligheidsincidenten: 1. schade aan of vernieling van de PF of het schip, vb door explosieven, brandstichting, sabotage of vandalisme. 2. kapen van of beslagleggen op het schip of het gevangen nemen van personen aan boord. 3. knoeien met de lading, essentiële scheepsapparatuur of -systemen of scheepsvoorraden. 4. onbevoegde toegang of gebruik, waaronder de aanwezigheid van verstekelingen. 5. smokkelen van wapens of apparatuur, waaronder massavernietigingswapens. 6. gebruik van het schip om degenen die van plan zijn een veiligheidsincident te veroorzaken en hun apparatuur te vervoeren. 7. gebruik van het schip zelf als wapen of als middel om schade of vernieling te veroorzaken. 8. blokkeren van toegangen tot de haven, sluizen, toegangswegen,… 9. nucleaire, biologische en chemische aanval.

21

Bijlage (3) WET BETREFFENDE MARITIEME BEVEILIGING HOOFDSTUK II. SANCTIES Afdeling II. Strafrechterlijke sancties Art. 28. §1. Wordt gestraft met een gevangenisstraf van 6 maand tot 1 jaar en met een geldboete van 26 tot 3.000 euro of met één van die straffen alleen: 1° ieder die de bepalingen van verordening (EG) nr. 725/2004 heeft overtreden. 2° ieder die de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten heeft overtreden. 3° ieder die de opdracht van de bevoegde overheid uitgeoefend krachtens verordening (EG) nr. 725/2004, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, heeft belemmerd.