Download pdf - Adviesrapport dmxy

Transcript
Page 1: Adviesrapport dmxy

Daan de Jager Xander van Berckel Bik

Yoshi Knotter Michael Neervoort

HAAGSE HOGESCHOOL BIM-I, Intervention Research Project

15 juni 2016, versie 1.0

ADVIESRAPPORT

Intervention Research Project Design thinking

Page 2: Adviesrapport dmxy

Voorwoord De afgelopen zes weken zijn wij als projectgroep bezig geweest om een (technologische)oplossing te bedenken die de levenssituatie onder ouderen moet verbeteren. Deze opdracht voeren wij uit in opdracht van het lectoraat van de Haagse Hogeschool en de gemeente Zoetermeer. Om dit onderzoek mogelijk te maken hebben een aantal partijen zich aangemeld/beschikbaar gesteld. Allereerst willen wij de gemeente van Zoetermeer bedanken voor het beschikbaar stellen van deze “real life” opdracht. Ten tweede willen wij de betrokken ouderen bedanken voor de tijd, moeite en gastvrijheid gedurende ons onderzoek. Ten derde willen wij de gesproken experts bedanken, in het bijzonder mevrouw M. Kessels (beweging), mevrouw E. Doon (wonen), J. Slotman (eenzaamheid) en I-J. Lemstra (thuiszorg). Ten slotte willen wij de begeleidende docent, R. Loggen, bedanken voor zijn begeleiding gedurende dit project. Zoetermeer, Juni 2016 Daan de Jager Michael Neervoort Yoshi Knotter Xander van Berckel Bik

Page 3: Adviesrapport dmxy

Management samenvatting De aanleiding van dit onderzoek is om de leefsituatie van ouderen (65+) binnen de gemeente Zoetermeer te verbeteren. Dit onderzoek is daarom ook in samenwerking met de gemeente Zoetermeer, De Haagse Hogeschool en Ouderenbond uitgevoerd. Het onderzoek betreft het in kaart brengen van behoeftes van de doelgroep (ouderen 65+), tot nieuwe inzichten komen en het vraagstuk vanuit de doelgroep invulling te geven. De fundering van het onderzoek is opgebouwd vanuit verschillende methodes. Deze methodes zijn toegepast in de verschillende fases, empathy, define, ideate en prototying/testing van het onderzoek. Voor de verantwoording van de gekozen methoden en technieken verwijzen wij naar hoofdstuk 3. Om de behoeftes vanuit de doelgroep vast te stellen hebben wij in de empathy fase, empatische interviews afgenomen. Deze interviews zijn afgenomen met de, door de vakdocent toegewezen, ouderen. De informatie vanuit deze interviews is met alle onderzoekteams gedeeld zodat er een realistisch beeld ontstaat van de doelgroep. De informatie van deze interviews zijn ook visueel verwerkt met post-its, zodat deze in de define fase te gebruiken zijn. De define fase betreft het structureren van de informatie die verkregen is in de empathy fase. De informatie is middels verschillende thema’s gestructureerd en middels deze structuur werden er patronen zichtbaar binnen de verkregen informatie. Om een gezicht te vormen achter deze informatie zijn er persona’s opgesteld. Deze persona’s vertegenwoordigen een belangrijk gedeelte uit de doelgroep en worden daarom gebruikt als weerspiegeling van de doelgroep. Aan de hand van structurering van de informatie zijn er op verschillende creatieve manieren (methodes) oplossingen bedacht voor het vraagstuk vanuit de doelgroep. Middels deze methodes zijn er een grote hoeveelheid aan oplossingen voorgekomen. Aan de hand van interviews met experts zijn wij ook tot nieuwe inzichten gekomen op gebied van wonen, beweging, thuiszorg en eenzaamheid. Niet al deze oplossingen zijn even goed of even relevant aan de doelgroep. Middels verschillende methodes hebben wij in de prototyping en testfase de hoeveelheid oplossingen gereduceerd naar een top vijf. Deze oplossingen zijn middels de ‘engaging’ testmethode getest bij de experts. Aan de hand van deze informatie en deskresearch hebben wij bepaald dat de motivatieweegschaal onze oplossing is voor het vraagstuk vanuit de doelgroep. De motivatieweegschaal is een motiverende tool om ouderen aan het bewegen te krijgen. Uit

onderzoek blijkt namelijk dat 60% van de ouderen de minimale bewegingsnorm van 30 minuten per

dag niet haalt. Dit is zorgwekkend, maar de motivatieweegschaal biedt hier de oplossing voor.

Page 4: Adviesrapport dmxy

Inhoudsopgave

1. Inleiding ............................................................................................................................... 1

2. Projectgroep ......................................................................................................................... 3

3. Gebruikte methoden ............................................................................................................. 4 3.1. Empathy fase ........................................................................................................................... 4

Empathische interviews .................................................................................................................. 4 Deskresearch en literatuuronderzoek ............................................................................................. 4 Day-in-a-life ..................................................................................................................................... 4

3.2. Define fase ............................................................................................................................... 4 Brainstormen ................................................................................................................................... 4 Share & capture ............................................................................................................................... 5 Categoriseren .................................................................................................................................. 5 Thema’s & patronen ........................................................................................................................ 5 Inzicht statements ........................................................................................................................... 5 Persona’s ......................................................................................................................................... 5 How Might We’s .............................................................................................................................. 5 Expertinterviews .............................................................................................................................. 6

3.3. Ideation fase ............................................................................................................................ 6 635 Brainstorm ................................................................................................................................ 6 Mash-up ideeën ............................................................................................................................... 6 Fast Idea Generator ......................................................................................................................... 6 COCD Box ......................................................................................................................................... 7

3.4. Prototype & test fase ............................................................................................................... 7 Engaging testing .............................................................................................................................. 7 Prototyping on paper ...................................................................................................................... 7

3.5. Ecosysteem fase ...................................................................................................................... 7 Logic model ..................................................................................................................................... 7

4. Onderzoeksopzet .................................................................................................................. 8 4.1. Traceability .............................................................................................................................. 8 4.2. Openstaande beperkingen ...................................................................................................... 9

5. Empathy fase ...................................................................................................................... 10

6. Define fase ......................................................................................................................... 13

7. Ideate fase .......................................................................................................................... 16

8. Prototype & Test fase .......................................................................................................... 19 8.1. Opbouw prototype ................................................................................................................ 20

9. Ecosysteem fase .................................................................................................................. 22

10. Het idee .......................................................................................................................... 24

11. Advies & aanbevelingen .................................................................................................. 26 11.1. Acties voor in de toekomst ................................................................................................ 27 11.2. Stakeholders ...................................................................................................................... 27

12. Conclusie ........................................................................................................................ 28

Page 5: Adviesrapport dmxy

Referentie tabel ......................................................................................................................... 29

Lijst met tabellen en figuren ....................................................................................................... 31

Literatuurlijst ............................................................................................................................. 32

Bijlagen ...................................................................................................................................... 34 Bijlage A: Interviewboekje ................................................................................................................. 34 Bijlage B: Persona’s ........................................................................................................................... 36 Bijlage C: Expertinterview Eenzaamheid ........................................................................................... 38 Bijlage D: Expertinterview bewegen .................................................................................................. 40 Bijlage E: Expertinterview Wonen ..................................................................................................... 41 Bijlage F: Expertinterview thuiszorg .................................................................................................. 43 Bijlage G: Foto’s uitgewerkte HMW-vragen ...................................................................................... 44 Bijlage H: Interview ouderen Michael ............................................................................................... 48 Bijlage I: Interview ouderen Daan ..................................................................................................... 53 Bijlage J: Interview ouderen Yoshi ..................................................................................................... 55 Bijlage K: Interview ouderen Xander ................................................................................................. 56 Bijlage L: Interview 2 ouderen Michael ............................................................................................. 58 Bijlage M: Interview 2 ouderen Xander ............................................................................................. 61 Bijlage N: Interview 2 ouderen Daan ................................................................................................. 63 Bijlage O: Deskresearch adoptie onder ouderen ............................................................................... 64

Page 6: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 1

1. Inleiding De afgelopen zes weken hebben wij ons bezig gehouden met wat de behoeften zijn van ouderen

boven de 65. Dit rapport bevat onze weg naar het uiteindelijke resultaat, een prototype en hoe er

verder kan worden onderzocht. De weg ernaar toe is gedaan aan de hand van verschillende

methoden en technieken die wij tijdens deze periode op de Haagse Hogeschool hebben geleerd. Zo

zijn er verschillende personen binnen de doelgroep gesproken en zijn er experts op bepaalde

gebieden geraadpleegd. Uiteindelijk hebben wij een idee uitgewerkt tot een prototype en getest bij

experts.

Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van de course ‘Intervention Research Project’ binnen het

blok BIM-I. In dit blok kijken wij hoe de levenssituatie van 65-plussers met behulp van technologie

kan worden verbeterd. Dit gebeurt in samenwerking met de gemeente Zoetermeer en de Haagse

Hogeschool. De opdracht had meerdere aspecten in zich, die luidde als volgt:

Ontwikkelen van innovatieve ideeën die (op termijn, door partijen kunnen worden

gerealiseerd) de vitaliteit van ouderen kan verbeteren en hiermee kwaliteit van leven kan

versterken.

Het ontwikkelen van mensgerichte ontwerp-competenties bij studenten.

Het versterken van de samenwerking van diverse partijen binnen de gemeente Zoetermeer

rond de vitaliteit van haar inwoners.

Bijdragen aan kenniscirculatie en –creatie door de Haagse Hogeschool in haar regio.

Aan de hand van ons onderzoek, interviews met de doelgroep en experts zijn wij gekomen tot een

advies. Dit advies bevat een nieuw idee wat kan helpen bij het langer zelfstandig thuis wonen van 65-

plussers. Het bedenken van een nieuwe oplossing voor deze doelgroep is van belang omdat deze

doelgroep steeds groter wordt (Ouderenfonds, 2015).

Hieronder vindt u een korte introductie tot de verschillende hoofdstukken die in dit adviesrapport

staan en wat daarin terug te vinden is.

Hoofdstuk 2, Projectgroep: wie zijn er betrokken geweest bij het project, de uitvoerende personen

en wie waren de opdrachtgevers.

Hoofdstuk 3, Gebruikte methoden: welke methoden zijn er gebruikt tijdens deze periode en welke

bronnen zijn daarvoor gebruikt.

Hoofdstuk 4, Onderzoeksopzet: hoe is het onderzoek opgezet, waar is het uitgevoerd en welke

doelgroep was er bij betrokken.

Hoofdstuk 5, Empathy fase: de uitvoerende projectleden zijn zich gaan inleveren in de doelgroep aan

de hand van verschillende methoden.

Hoofdstuk 6, Define fase: structuur aanbrengen in de gevonden thema’s en patronen uit de fase

empathy.

Hoofdstuk 7, Ideate fase: met verschillende methoden ideeën bedenken en voorleggen aan experts.

Hoofdstuk 8, Prototype en test fase: vanuit een top 5 van ideeën naar de beste oplossingen kijken en

een prototype bouwen. Dit vervolgens testen onder de experts.

Hoofdstuk 9, Ecosysteem: hier bedenken wij hoe het concept verder uitgewerkt kan worden en

eventueel op de markt kan komen.

Page 7: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 2

Hoofdstuk 10, Het idee: uitleg van het concept.

Hoofdstuk 11, Advies & aanbevelingen: het uiteindelijke advies met de daarbij behorende

aanbevelingen.

Hoofdstuk 12, Conclusie: de eindconclusie van ons onderzoek.

Page 8: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 3

2. Projectgroep Dit hoofdstuk bevat informatie over de projectgroep, de opdrachtgevers en begeleidend docent. Tijdens dit project hebben wij in de volgende samenstelling gewerkt.

Michael Neervoort

Daan de Jager

Yoshi Knotter

Xander van Berckel Bik Wij zijn studenten aan de Haagse Hogeschool te Zoetermeer en studeren Business IT & Management (voorheen Bedrijfskundige Informatica). Voor de course Intervention Research Project (IRP) van het blok BIM-I, zijn wij gevraagd om de levenssituatie van ouderen binnen Zoetermeer te verbeteren. Deze opdracht wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente van Zoetermeer. Mocht u ons willen contacteren, dan kan dat via de volgende contactgegevens:

Naam: Email:

Michael Neervoort [email protected]

Daan de Jager [email protected]

Yoshi Knotter [email protected]

Xander van Berckel Bik [email protected] Tabel 1: Namen studenten projectgroep

Hieronder meer informatie over de opdrachtgevers en begeleidend docent:

Naam: Organisatie Functie

Roeland Loggen HHS Docent

Karien Damen Gemeente Zoetermeer Senior netwerk regisseur

Tinus Jongert Lectoraat Gezonde levensstijl Lector

Koos Graniewski Ouderenbond Voorzitter

Esther Doon Vidomes Gebiedsconsulent Tabel 2: Namen opdrachtgevers en docent

Page 9: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 4

3. Gebruikte methoden Tijdens dit project zijn er verschillende methoden gebruikt om tot het eindresultaat te komen. Hieronder volgt per fase de gebruikte methoden en technieken met verdere uitleg en hoe wij het hebben aangepakt. Verderop in het document worden de fases verder uitgewerkt, met meer details en waar wij onze informatie vandaan hebben.

3.1. Empathy fase

Empathische interviews Om een beter beeld te krijgen van je doelgroep, wat de behoefte en de problemen of belemmeringen zijn kan er gebruik gemaakt worden van de interviewtechniek; empathisch interview. Dit is een open interview dat gehouden wordt in een ruimte waar de geïnterviewde zich thuis en ‘veilig’ voelt. Vaak is dit zelfs bij de geïnterviewde thuis, dit moet ervoor zorgen dat de persoon vrijuit kan vertellen en niet echt het idee heeft dat hij of zij een vragenlijst op zich af krijgt. De interviewer neemt niet alleen bepaalde antwoorden mee terug maar ook de emoties en gevoelens die hij of zij tijdens het interview heeft waargenomen. (Lvl̜ie, Reason, & Polaine, 2013)

Deskresearch en literatuuronderzoek Tijdens dit project hebben wij uiteraard gebruik gemaakt van de methoden deskresearch en literatuuronderzoek. Dit houdt in dat er door het team op zoek is gegaan naar feitelijke en praktische informatie maar ook wetenschappelijke en theoretische informatie (Poortinga, 2015). Het uitvoeren van deskresearch en literatuuronderzoek heeft geholpen bij het uitvoeren en begrijpen van bepaalde zaken gedurende het gehele project. Het doel van deze methoden is daarnaast ook om onze eigen onderzoek sterker neer te zetten door te onderbouwen met onderwerpen die al onderzocht zijn.

Day-in-a-life Hoe komt iemand van 70 jaar of ouder, met slecht zicht en weinig sociale contacten zijn dag door? Aan de hand van een ‘day-in-a-life’ kan je jezelf proberen in te leven. Het is vooral bedoeld om zelf een beeld te creëren met de belemmering of juist zaken waar iemand blij van wordt op papier te zetten in verhaalvorm (story-telling). Er wordt een hele dag geschetst in verhaalvorm met de activiteiten die het fictieve persoon meemaakt. Daarnaast wordt genoteerd wat er goed of minder goed gaat, hoe de persoon zich erbij voelt. Dit zijn aannames die gemaakt worden, het gaat er echt om dat de schrijver van een ‘day-in-a-life’ zich probeert in te leven in een persoon waar je van te voren geen bedenkingen bij hebt (Loggen, 2016).

3.2. Define fase

Brainstormen Met de methode brainstormen kunnen ideeën ontwikkeld worden, het is de bedoeling om alleen of in een groep gezamenlijk na te denken over een onderwerp en zoveel mogelijk erover neer te zetten. De methode bestaat uit twee fases; ideegeneratie (divergentie) en idee-evaluatie (convergentie). Eerst worden er dus zoveel mogelijk ideeën bedacht en vervolgens wordt er kritisch naar gekeken en over de ideeën geoordeeld. Tijdens de eerste fase, ideegeneratie, wordt nog geen oordeel of kritiek geleverd op ideeën. Het is daarnaast de bedoeling zoveel mogelijk te bedenken, kwantiteit over kwaliteit. In de tweede fase wordt pas over andere zaken nagedacht, zoals de haalbaarheid of dat het idee al bestaat. Uiteindelijk probeer je een top tien te krijgen nadat er geconvergeerd is, vanuit hier ga je de ideeën wat verder uitdenken en misschien zelfs voorleggen bij de doelgroep. (De Vos, 2013)

Page 10: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 5

Share & capture De Share & Capture methode is een methode die net de fase van empathy naar define overlapt. Aan het eind van de empathy fase kom je als team bij elkaar om je kennis te delen die je eerder hebt op gedaan tijdens de interviews/field research, ook al was het hele team aanwezig bij hetzelfde interview is het nog van belang om uit te leggen hoe eenieder dit interview heeft ervaren. Tijdens deze methode komt elk teamlid aan het woord om zijn ervaringen en kennis te delen die hij heeft opgedaan tijdens de interviews/field research. Hier wordt de opgedane kennis en de observaties gedeeld met de rest van het team door op te schrijven wat je hebt gehoord en gezien. Het uiteindelijke doel van deze methode is om te begrijpen wat er bij elk teamlid aan de gang is en hoe iedereen het ervaart. (Plattner, 2012)

Categoriseren Wanneer de thema’s en patronen inzichtelijk geworden zijn. Kan de “design wall” hierop worden ingericht. Ook kan er nog voor gekozen worden om meerdere patronen of thema’s samen te nemen. De design wall zal hierdoor van een grote groep post-its veranderen naar kleinere groepjes van post-its. Deze kleinere groepen gaan dan over hetzelfde thema. Door de design wall anders in te richten, wordt deze overzichtelijker voor het designteam. (d.school, 2015) (Plattner, 2012)

Thema’s & patronen Na het afnemen van interviews bij de doelgroep, worden alle uitgewerkte interviews naast elkaar gelegd en nogmaals doorgenomen. Dit met als doel om thema’s binnen de verschillende interviews te ontdekken. Ook kunnen er bepaalde patronen worden onthuld. Deze methode is een voorzet van het categoriseren van (eventuele) nieuwe thema’s. (Design Kit, 2015) (Plattner, 2012)

Inzicht statements Inzicht statements zijn inzichten die je gedurende het onderzoek opdoet door het steeds verkrijgen van nieuwe informatie. Deze inzichten komen vaak uit het niets en zorgen ervoor dat er weer nieuwe motivatie en enthousiasme ontstaat voor het vervolg van het onderzoek. Inzichten zorgen er ook voor dat het onderzoek op een andere manier wordt gezien. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat het onderzoeksteam op nieuwe innovatieve ideeën komt. (Design Kit, 2015) (Plusacumen, 2014)

Persona’s Een persona wordt meestal opgesteld aan de hand van verschillende observaties en/of interviews. In de persona komen vervolgende de meest opvallende of interessante kenmerken van de doelgroep terug. Het maken van een persona helpt daarom bij het begrijpen van/inleven in de doelgroep. Ook zorgt een persona ervoor dat de situatie vanuit het perspectief van de betreffende doelgroep bekeken wordt. Doordat er vanuit het perspectief van de doelgroep gekeken wordt, is het makkelijker om te bedenken wat er in de wereld van de doelgroep omgaat/gebeurd. Tenslotte kan het maken van een persona bijdragen aan het vinden van belangrijke patronen binnen de betreffende doelgroep. (Kimbell, Service Innovation Handbook, 2016) (d.school, 2013) (DIY, 2010) (mediaLABamstedam, sd)

How Might We’s De How Might We methode is een methode waarbij er een korte vraagstelling wordt gedefinieerd om later over te kunnen brainstormen en kan worden toegepast in de ideation fase. De How Might We vragen moeten zo worden opgesteld dat deze breed genoeg zijn voor veel mogelijke oplossingen maar toch concreet genoeg om toch grenzen te trekken. Brede vragen kunnen gemakkelijk worden

Page 11: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 6

opgedeeld in meerdere, concretere, vraagstukken om zo tijdens een brainstormsessie concreter na te denken over de verschillende mogelijkheden en ideeën. (d.school, 2012)

Expertinterviews Voor onderzoek naar de vereenzaming onder ouderen, zijn expertinterviews van essentieel belang. Expert kunnen ons meer vertellen op gebied van eenzaamheid, wonen, bewegen en thuiszorg. Deze experts verzien ons van informatie waar wij zelf niet snel op zouden komen, omdat hier vele uren van deskresearch en onderzoek in zouden zitten. De expert op gebied van eenzaamheid voorziet ons van informatie die wij nodig hebben om te bepalen wat eenzaamheid precies is. De informatie met betrekking tot wonen wordt voorzien door een expert die werkzaam is bij een woningcorporatie. De expert op gebied van bewegen wordt voorzien door een docent van De Haagse Hogeschool zelf. Informatie vanuit de thuiszorg wordt voorzien van een medewerker bij de thuiszorg. (IDEO.org, 2015)

3.3. Ideation fase

635 Brainstorm De brainstormsessie volgens de 6 (personen) 3 (minuten) 5 (ideeën) methode is op een andere

manier in de praktijk gebruikt dan de theorie voorschrijft. Wij hebben de brainstormsessie met 4

personen uitgevoerd.

De 435 brainstormsessie bevat 4 personen die in 3 minuten allemaal 5 ideeën moeten aanleveren. Daarnaast kan er binnen de brainstormsessie worden verder gewerkt aan de ideeën die binnen de sessie zijn ontstaan. Binnen deze brainstormsessie zijn er verschillende regels waar elke persoon zich aan moet houden. Voorbeeld: “er mag tijdens de brainstormsessie geen kritiek geleverd worden”. (Curedale, 2013)

Mash-up ideeën Mash-up Idea bestaat voornamelijk uit het mixen van ideeën om tot nieuwe ideeën te komen. Een bestaand idee wordt gebruikt, aangepast of omgebogen om met een ander idee samen te voegen. Het samenvoegen van deze ideeën zorgt ervoor dat er vanuit twee bestaande ideeën, één nieuw idee ontstaat. (IDEO.org, 2015)

Fast Idea Generator Er bestaat altijd een moment dat het in de projectgroep vastloopt op gebied van het genereren van

nieuwe ideeën. De Fast Idea generator is hier perfecte methode voor om deze barrière te breken.

Het gebruik van de Fast Idea generator vraagt wel een vrije manier van denken, omdat er vanuit een

ander perspectief naar zaken wordt gekeken. Bij het bedenken van nieuwe ideeën spelen er vaak

regels waar je onbewust rekening mee houdt. Het kijken vanuit een ander perspectief is daarom ook

de kracht van de Fast Idea generator.

Om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken moeten zaken eerst uit elkaar worden gehaald,

om er dan vanuit een ander perspectief naar te kijken en om ze vervolgens weer in elkaar te zetten.

De fast Idea generator biedt een framework om vanuit een ander perspectief naar problemen te

kijken. Het framework biedt negen verschillende aanpakken om naar problemen te kijken. Het doel is

om de normale situatie te bewerken, breken of uit elkaar halen om vervolgens het

tegenovergestelde, maar wel passende, situatie neer te zetten. (UK, 2015)

Page 12: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 7

COCD Box De COCD-box is een matrix waarbij ideeën in maten van realiseerbaarheid en originaliteit kunnen worden geplaatst. In deze matrix is op verticale lijn de mate van realiseerbaarheid en op horizontale lijn de originaliteit van het idee. Wanneer deze methode wordt toegepast worden er per teamlid in de groep een aantal ideeën (het aantal kan variëren, dit hangt af van het totaalaantal ideeën) gekozen die hij of zij het beste vindt, deze ideeën moeten worden geplaatst in de vakken van de matrix, dit moet per vak hetzelfde aantal ideeën bevatten. Vervolgens wordt er gekeken welke ideeën het vaakste gekozen zijn en hier kan een top 5, top 10 of een ander aantal worden gekozen van ideeën die het meeste voorkomen in de matrix. Op deze manier wordt er een top aan ideeën opgesteld waar iedereen het over eens kan zijn. Het doel van deze methode is om snel de beste ideeën te selecteren waarmee verder gegaan kan worden met als voordelen dat er weinig discussie of kritiek voor komt en dat het relatief eenvoudig is uit te voeren. (Middeldorp, 2014)

3.4. Prototype & test fase

Engaging testing Om een prototype te testen kan er gebruik gemaakt worden van de methode ‘engaging’ om te

testen. Het doel hiervan is om binnen en buiten de doelgroep mensen het prototype te laten testen,

om te concluderen of het idee/prototype bij de doelgroep aansluit. Bijvoorbeeld experts die het

onderzoek hebben bijgestaan, kunnen het prototypen testen en vanuit het vakgebied waarin zij

werkzaam zijn de test doorlopen. Dit zorgt ervoor dat je vanuit meerdere perspectieven input met

betrekking tot je idee/prototype. Feedback vanuit meerdere perspectieven zorgt ervoor dat het

prototype realistisch getest kan worden op meerdere vlakken.

Prototyping on paper Deze methode is een veel gebruikte methode in het ‘human centered design process’. Aan de hand

van deze methode ontwerp je je prototype op papier om te kijken hoe iets er daadwerkelijk uit komt

te zien, zonder hoge kosten te maken. Op deze manier kan je veel feedback vanuit de doelgroep en

daarbuiten krijgen met betrekking tot je prototype, wat zal leiden tot een beter ontwerp van het

prototype.

3.5. Ecosysteem fase

Logic model Een logic model is een verhaal of een afbeelding waarin de mate van inspanning op een visuele manier wordt weergegeven. In dit model wordt er uitgelegd waarom de gekozen strategie een goede oplossing is voor de probleemstelling aan de hand van de vijf stappen input, activiteiten, output, resultaat en impact. Aan de hand van deze vijf stappen wordt er uitgelegd hoe en waarom een bepaald programma of product werkt.

Page 13: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 8

4. Onderzoeksopzet Dit hoofdstuk beschrijft hoe wij onderzoek hebben gedaan en hoe het terug te vinden is in dit adviesrapport. Het is belangrijk om de ‘traceability’ van een onderzoek duidelijk aan te geven zodat op een ander moment hetzelfde onderzoek herhaald zou kunnen worden. De tabel hieronder bevat de vier onderwerpen: plaats, tijd, steekproef en onderzoeksontwerp. Hiervoor zijn vragen opgesteld en is antwoord opgegeven om aan de criteria te voldoen van een degelijk onderzoek.

Onderwerp Vragen Antwoorden

Plaats Waar wordt het onderzoek gehouden?

Binnen de gemeente Zoetermeer.

Tijd Wanneer wordt het onderzoek gehouden?

Tijdens blok BIM-I, dit beslaat het 4e blok. Periode van eind april tot midden juni.

Steekproef Wie (personen/groepen) of wat wordt er onderzocht?

Er worden vier personen van 65+ onderzocht, daarnaast hebben wij toegang tot interviewverslagen van acht andere 65+’ers. We onderzoeken de behoefte van deze doelgroep.

Onderzoeksontwerp Welke methoden/techniek voor het verzamelen en analyseren van gegevens wordt gebruikt?

Er wordt gebruik gemaakt van empathische interviews en observaties. Daarnaast wordt er deskresearch uitgevoerd om het onderzoek steviger neer te zetten. Als laatst worden er experts ingeschakeld om nog meer informatie op te doen en een aantal zaken te toetsen.

Tabel 3: Onderzoeksonderwerpen

4.1. Traceability Aan de hand van een referentietabel wordt er in het adviesrapport gerefereerd naar interviews die wij tijdens dit onderzoek hebben gedaan. Daarnaast zijn er ook interviews van andere projectgroepen tot onze beschikking gesteld, die zijn ook opgenomen in de referentietabel. De tabel beschikt over een aantal steekwoorden- of zinnen om aan te geven wat de bevindingen uit zo’n gesprek waren. In de bijlage zijn de uitgewerkte interviews terug te vinden. Om alles makkelijk te kunnen achterhalen zijn wij te werk gegaan met codes geven aan de verschillende interviews zodat er makkelijk naar te refereren is, maar ook eenvoudiger is terug te vinden.

Page 14: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 9

4.2. Openstaande beperkingen Tijdens dit onderzoek hebben wij vier personen binnen de doelgroep kunnen interviewen en hebben we de beschikking gekregen over interviewverslagen van acht andere deelnemers. Naar onze mening is dit niet representatief genoeg voor de gehele doelgroep. Een aanname die wij dan ook gemaakt hebben is dat er vooral personen mee hebben gedaan, omdat ze dit leuk vinden om te doen. Hiermee bereik je bijvoorbeeld niet de personen binnen de doelgroep die ook eenzaam zijn. Het zou dus kunnen zijn dat onze uiteindelijke oplossing niet geheel aansluit op de gehele doelgroep. Nader onderzoek, met een steekproef die meer personen bevat, wordt dan ook sterk aangeraden. Daarnaast hebben wij door gebrek aan tijd het product/concept niet geheel kunnen onderzoeken qua haalbaarheid. Denk hierbij aan; makers van product, marketing, wie gaat het verkopen. Er zou dus vervolgonderzoek gedaan moeten worden naar welke partijen eventueel dit product op de markt zou willen brengen en wie het zou kunnen fabriceren. Ook met het oog op de verschillende technologische aspecten van ons concept.

Page 15: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 10

5. Empathy fase Deze fase heeft in het teken gestaan van begrijpen van de doelgroep, maar ook ons inleven in de doelgroep. Zoals in het hoofdstuk van gekozen methoden te lezen valt, zijn er meerdere activiteiten uitgevoerd om ons beter voor te bereiden en in te leven. Hieronder is te zien dat deze fase aan het begin van het ‘design thinking’ proces staat. Daarin worden verschillende fases langs gegaan.

Figuur 1: Design thinking process

Tijdens de empathische fase hebben wij gebruik gemaakt van de volgende methoden:

Empathisch interview (Lv̜lie, Reason, & Polaine, 2013)

Deskresearch en literatuuronderzoek (Poortinga, 2015)

Day-in-a-life (Loggen, 2016) Vanuit de opdrachtgever(s) zijn meerdere thema’s aangereikt, hier vanuit zijn wij ons onderzoek dan ook gaan richten. Deze thema’s hebben wij op een rij gezet en verder deskresearch naar gedaan. Hiervoor hebben wij gekozen om meer inzicht te krijgen binnen de thema’s en hoe die effect hebben op onze doelgroep; ouderen 65+. De thema’s waar wij naar gekeken hebben zijn als volgt:

Sociaal

Gezonde levensstijl

Zelfstandigheid

Gebruiken van diensten

Informatie toegankelijkheid

Chronische klachten

Technologie

Veiligheid (risico’s binnenshuis) Binnen deze thema’s hebben wij vervolgens vragen bedacht die we konden stellen tijdens onze interviews. Deze vragen zijn terug te vinden in de bijlage A (interviewboekje). Voordat we begonnen aan de interviews hebben wij verschillende ‘day-in-a-life’ opgesteld. Deze techniek heeft er voor gezorgd dat wij ons als projectteam meer konden en gingen inleven binnen onze doelgroep. Wat ons hier opviel is dat er heel veel verschillende aspecten een rol kunnen spelen met hoe iemand zijn dag eruit kan komen te zien. Daarnaast is de doelgroep, ouderen van 65+, heel

Page 16: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 11

erg breed. Iemand van 80 jaar kan nog heel vitaal zijn en gemakkelijk zelfstandig thuis wonen terwijl iemand van 70 jaar misschien al met allerlei kwalen rondloopt waardoor er veel hulp nodig is om de dag door te komen. Daarnaast hebben wij deskresearch gedaan naar een aantal zaken die in het hedendaagse leven spelen. Denk hierbij aan; vergrijzing, risico’s zelfstandig thuis wonen, mantelzorg en technologie adoptie onder ouderen. Het is een feit dat de bevolking steeds ouder (Nationaal Kompas, 2012) wordt waardoor de doelgroep van ons onderzoek steeds groter wordt. Het is dus van belang om bepaalde problemen nu aan te pakken voordat het te laat is. In 2040 bestaat de bevolking uit 26% 65-plussers, daarnaast zal het aantal 80-plus ruim verdubbeld zijn in 2040 (1.500.000) ten opzichte van 2012 (600.000) (Schumacher, 2015).

Figuur 2: Vergrijzing neemt toe

Deze doelgroep woont ook steeds langer zelfstandig thuis, en dit neemt risico’s met zich mee. Wanneer zij gezond zijn, is het gemakkelijk om zelfstandig thuis te blijven wonen. Maar zodra er gezondheidsklachten naar boven komen is er extra zorg en soms zelfs aanpassingen aan het huis nodig (Rijksoverheid, 2015). Er zijn al voorbeelden in Nederland waar ‘smart-houses’ gebouwd zijn, hier wordt technologie gebruikt om personen gemakkelijker zelfstandig te laten wonen. Ook familie en vrienden worden steeds vaker geraadpleegd om als mantelzorger aan te treden. Dit vergt veel energie en tijd van hen. (Rijksoverheid, 2015) Onder ouderen zit een verschil tussen technologie accepteren en adopteren. Dit verschil dat ouderen de technologie in huis wel willen accepteren. Wanneer de technologie geadopteerd wordt, wanneer er voor betaald moet worden, zijn ouderen echter terughoudend. De acceptatie en adoptie is afhankelijk van de mate van nuttigheid in het gebruik, gericht op veiligheid en gemak, en weinig tot geen kosten of rompslomp. Dit betekend dat ouderen zich vooral zorgen maken om de bruikbaarheid en de kosten van de technologie. Naast de bovengenoemde factoren, die niet gezicht zijn op invloed vanuit de sociale leefomgeving, speelt ook de mening van vrienden of familie een belangrijke rol. De respondenten geven aan dat de acceptatie en adoptie sterk afhankelijk is van de sociale invloed vanuit familie of vrienden. (Denissen, Seydel, Ben Allouch, & Dohmen, 2006)

Page 17: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 12

Nadat het voorwerk is gedaan in de vorm van deskresearch, day-in-a-life en opstellen thema’s en vragen voor de interviews, zijn wij onze doelgroep gaan interviewen. We hebben ervoor gekozen om empathische interviews te houden. Dit houdt in dat er zoveel mogelijk wordt in- en meegeleefd met de geïnterviewde. Zo zijn wij bijvoorbeeld bij de doelgroep thuis geweest om de interviews af te nemen, hierdoor was het ook mogelijk om de omgeving te zien waarin zij leven. De interviews waren open met enkel wat thema’s en bijbehorende vragen die van te voren waren opgesteld. Tijdens de interviews hebben wij ook, waar mogelijk, de emoties van de geïnterviewde bij bepaalde onderwerpen genoteerd. Hierdoor hebben wij een nog beter beeld gekregen wat bepaalde zaken met de doelgroep doet. De resultaten van deze interviews zijn vervolgens binnen de projectgroep maar ook aan de andere projectgroepen gedeeld. Hiervoor is gekozen om een zo’n breed mogelijke set aan data te vergaren. De antwoorden uit de interviews zijn vervolgens op post-its geschreven en op een ‘whiteboard’ geplakt onder het thema waar het antwoord thuishoort. Deze input zal vervolgens in de ‘Define fase’ gebruikt worden.

Figuur 3: Design wall, uitkomsten interviews

Page 18: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 13

6. Define fase In de define fase gaat om het creëren van overzicht en het opstellen van een onderzoekdoel. Tijdens

deze fase hebben wij de volgende methoden en technieken gebruikt:

Share and capture (Plattner, 2012)

Categoriseren (d.school, 2015)

Thema’s en Patronen (Design Kit, 2015)

Persona’s (Kimbell, Service Innovation Handbook, 2016) (d.school, 2013) (DIY, 2010)

(mediaLABamstedam, sd)

Insight Statements (Design Kit, 2015) (Plusacumen, 2014)

How Might We (HMW) (IDEO.org, 2015)

Expertinterviews (IDEO.org, 2015)

In dit hoofdstuk zullen wij beschrijven hoe wij de define fase hebben uitgevoerd.

Zoals hierboven beschreven, gaat het in de define fase om het creëren van overzicht in alle verkregen

data vanuit de empathie fase. De data, die wij in de empathie fase hebben opgedaan door middel

van interviews, observaties en deskresearch, zal om worden gezet in bruikbare informatie. Om dit te

doen, hebben wij gebruik gemaakt van een aantal methoden en technieken, namelijk; Share and

Capture, Categoriseren en Thema’s en patronen. Deze technieken liggen qua uitvoeren heel dicht bij

elkaar en worden bijna tegelijkertijd uitgevoerd.

Met de share and capture methode wordt de informatie zoals de naam al zegt; gedeeld en

vastgelegd. Wij hebben als groep voor deze methode gekozen omdat deze makkelijk uit te voeren is

en toch maximaal resultaat oplevert. Zo hebben wij binnen de groep onze interviews met elkaar

besproken en geanalyseerd. Echter hebben wij onze verslagen ook buiten de groep gedeeld, namelijk

met klasgenoten. Ook van hen hebben wij interviewverslagen ontvangen. Door de informatie binnen

de klas te delen, hebben wij uiteindelijk een grote hoeveelheid data ontvangen. Hoe meer data wij

kunnen verzamelen voor ons onderzoek, hoe beter. Alle informatie hebben wij met post-its op een

whiteboard geplakt. Om de informatie goed traceerbaar te houden, hebben wij de post-its voorzien

van codes en kleuren. De kleuren hebben we binnen onze eigen groep gebruikt. De gebruikte codes

refereren naar ons traceerbestand. Door dit traceerbestand bij te houden, weten wij precies welke

informatie en uitspraken uit welk interview komen.

Geïnterviewde: Code: Geïnterviewde: Code:

Interview Ben Schipper BS Interview Xander van Berckel Bik XB

Interview Benjamin Wigleven BW Interview Yoshi Knotter YK

Interview Orrin Hoogervorst OH Interview 2 Daan de Jager DJ2

Interview Yama Yaghobie YY Interview 2 Michael Neervoort MN2

Interview Richard Kouwenberg RK Interview 2 Xander van Berckel Bik XB2

Interview Corstiaan Mulckhuijse CM Expert interview Eenzaamheid Ei1

Interview Ruben Cammeraat RC Expert interview Wonen Ei2

Interview Stefan van ’t Hof SH Expert interview Bewegen Ei3

Interview Daan de Jager DJ Expert interview Thuiszorg Ei4

Interview Michael Neervoort MN Tabel 4: Referentietabel

Page 19: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 14

Tijdens het analyseren van de interviewverslagen hebben wij opmerkelijke uitspraken en

gebeurtenissen of andere informatie op het whiteboard geplakt. Na het doornemen van alle

interviewverslagen hing het hele whiteboard vol met post-its.

Om deze informatie gestructureerd op te hangen, hebben wij de post-its gecategoriseerd in groepen.

Dit hebben wij gedaan door de post-its in thema’s te hangen. Deze thema’s zijn voortgekomen vanuit

de opdrachtgevers en waren dus vooraf bepaald. Het gaat om de volgende zeven thema’s: Sociaal,

Gezonde levensstijl, Zelfstandigheid, Gebruik van diensten, Informatietoegankelijkheid, Chronische

klachten en Technologie. De post-its hebben wij vervolgens onder het betreffende thema geplakt.

Door zowel de methoden “categoriseren” als “thema’s en patronen” te gebruiken, kreeg ons

whiteboard snel een overzichtelijke structuur, waarin alle informatie goed was terug te vinden. Dit

gaf structuur aan ons whiteboard. Ook deze methode was makkelijk toe te passen.

Figuur 4: Design Wall, gestructureerd

Na het groeperen van de informatie, hebben wij aan de hand van onze bevindingen twee persona’s

opgesteld. Persona’s zijn fictieve maar representatieve personen van de doelgroep. De persona’s

worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de bedachte ideeën vanuit de prototype & test fase goed

aansluiten bij onze doelgroep.

Figuur 5: Persona's

Page 20: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 15

Zoals hierboven te zien is, hebben wij twee heel verschillende persona’s uitgewerkt. Aan de ene kant

hebben wij Barry, wie om kan gaan met technologie en vol in het leven staat. En aan de andere kant

hebben wij Latifa, die niks met technologie te maken wil hebben en voor wie het allemaal eigenlijk

niet meer hoeft. De volledige persona’s zijn te zien in bijlage B (persona’s).

Met de informatie die wij verkregen hebben en de twee opgestelde persona’s, zijn wij naar punten

gaan kijken welke in onze ogen de levenssituatie van de ouderen kunnen verbeteren. Dit zijn de

zogenoemde “How Might We vragen”, of in het Nederlands, “Hoe Kunnen Wij?”. De How Might We

vragen zijn opgesteld aan de hand van de Insight Statement methode. Met deze methode maak je

makkelijk gezegd, statements van de inzichten die je als groep opgedaan hebt. Deze statements

hebben wij vervolgens omgezet in How Might We vragen. Deze zijn als volgt:

Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van technologie onder ouderen.

Hoe kunnen wij ouderen met chronische klachten langer zelfstandig laten thuis wonen.

Hoe kunnen ouderen elkaar aanzetten tot bewegen?

Na het opstellen van onze HMW vragen zijn wij voor deze onderwerpen verdiepend onderzoek gaan

doen. Dit hield in; deskresearch en experts op het betreffende gebied interviewen. Uiteindelijk

hebben wij vier experts gesproken over de volgende onderwerpen; eenzaamheid, bewegen, wonen

en thuiszorg. De uitwerkingen van de expertinterviews respectievelijk zijn terug te vinden in bijlage C

t/m F (expertinterviews). Met de opgestelde How Might We vragen vanuit de Define fase, hebben wij

nieuwe/extra input voor in de Ideation fase!

Page 21: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 16

7. Ideate fase In de ideation fase hebben wij kansrijke ideeën gegenereerd die antwoord geven op de vraagstukken die zijn opgesteld in de vorige fase. Om hiertoe te komen hebben wij In deze fase gebruik gemaakt van de volgende methoden en technieken:

How Might We vragen (IDEO.org, 2015)

Fast idea generator (UK, 2015)

Mash-up methode (IDEO.org, 2015)

COCD box (Middeldorp, 2014) Het doel dat wij met deze fase wilde bereiken waren zo veel mogelijk ideeën vastleggen die passen bij de vraagstukken die vooraf waren vastgesteld. Deze vraagstukken zijn opgesteld aan de hand van de uiteindelijke How Might We vragen die tot stand zijn gekomen. In de define fase hebben wij drie How Might We vragen opgesteld, te weten:

Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van technologie onder ouderen?

Hoe kunnen ouderen elkaar aanzetten tot bewegen?

Hoe kunnen wij ouderen met chronische klachten langer zelfstandig laten thuis wonen? Deze drie vraagstukken hebben wij getoetst aan twee experts waar wij een aantal verbeterpunten op hebben gehad, namelijk:

De How Might We vragen hebben vrij weinig ideeën, hierdoor staan wij minder sterk in de ideation fase, er moet dus nogmaals een brainstormsessie worden gehouden.

De vraagstellingen zijn te breed geformuleerd, probeer deze wat concreter op te stellen.

Verdeel de vraagstellingen in meerdere How Might We vragen om je zo beter in te leven in het probleem.

Na het concreter opstellen van de How Might We vragen en het opdelen van de vraagstukken zijn wij tot de volgende vijf How Might We vragen gekomen:

Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van tablets & PC’s onder ouderen?

Hoe kunnen wij ouderen aanzetten tot bewegen?

Hoe kunnen wij ouderen met behoefte aan sociale contacten bij elkaar brengen?

Hoe kunnen wij ouderen die slechtziend zijn langer zelfstandig laten thuis wonen?

Hoe kunnen wij ouderen met nek –en rugklachten langer zelfstandig latent huis wonen?

Hoe kunnen wij ouderen die slecht ter been zijn langer zelfstandig laten thuis wonen? Wij hebben gebruik gemaakt van de brainstorm methode omdat elk groepslid dan aan het woord komt. Tijdens deze methode kon ieder groepslid zijn creativiteit gebruiken om de gekste ideeën te bedenken welke allemaal werden opgeschreven. Foto’s van de uitwerking hiervan zijn te vinden in bijlage G (foto’s uitgewerkte HMW’s). Tijdens deze methode hebben wij een paar dingen afgesproken, zo mocht er geen kritiek worden gegeven op ideeën van elkaar. De fast idea generator hebben wij toegepast om een aantal ideeën van verschillende invalshoeken te genereren. Door deze methode te gebruiken hebben wij problemen van een andere kant bekeken.

Page 22: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 17

Door deze methode toe te passen konden wij als groep volledig out-of-the-box denken en zijn wij tot compleet nieuwe ideeën gekomen. Na het genereren van vele ideeën voor de uiteindelijke How Might We vragen, hebben wij gebruik gemaakt van de mash-up methode om tot nieuwe inzichten te komen. Door verschillende ideeën met elkaar te combineren of aan te passen zijn er nieuwe ideeën ontstaan voor de uiteindelijke How Might We vragen. Om een keuze te maken uit alle verschillende ideeën die bedacht zijn tijdens onze brainstormsessies, fast idea generator en de mash-up methode, hebben wij gebruik gemaakt van de COCD box. Wij hebben de COCD-box toegepast om de beste ideeën te selecteren welke wij konden uitwerken in de prototype & test fase.

Figuur 6: Fast Idea Generator

Page 23: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 18

Figuur 7: COCD-Box

Bij het gebruik van deze methode heeft elk groepslid een top vijf blauwe, rode en gele ideeën gekozen die hij/zij het beste vindt. Totaal waren dit per groepslid 15 ideeën. Het selecteren van deze ideeën is geheel anoniem gebeurd, hierdoor zijn er 20 ideeën per kleur gekozen waar enkele dubbele ideeën tussen zaten. Wij hebben dezelfde ideeën samengevoegd en de ideeën die het meeste zijn gekozen hebben wij geselecteerd voor de uiteindelijke ideeën die wij hebben meegenomen naar de fase prototype & testen, hier is een top 10 aan ideeën uit gekomen.

Page 24: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 19

8. Prototype & Test fase De laatste fase van dit onderzoek betreft het maken van een prototype en het testen van het

gemaakte prototype. Om te bepalen welke ideeën vanuit de ideate fase het beste bij de doelgroep

passen of het meest effectief zijn hebben wij deze bij de ouderen en de experts voorgelegd.

Het voorleggen bij de ouderen en de experts is volgens

een van tevoren vastgestelde manier verlopen. Om te

bepalen welke ideeën het beste bij de doelgroep

passen hebben wij bij de doelgroep (ouderen) en de

ideeën gepeild. In de ideate fase is er volgende de

COCD-box methode bepaald welke ideeën het beste

volgens de projectgroep bij de doelgroep paste. De

COCD-box methode liet ons achter met een top tien

ideeën die voorgelegd zijn bij de ouderen en de

experts.

Uit de interviews met de ouderen en de experts is een

top vijf met ideeën gekomen. Vanuit deze top vijf zijn

er twee prototypes ontwikkeld. De nummer één vanuit

de top vijf is de motivatieweegschaal en de nummer

twee van de top vijf is de Google-home.

De drie afgevallen ideeën zijn niet meegenomen in de

prototyping en testing. Deze ideeën zijn afgevallen omdat ze niet binnen de gestelde criteria van de

ouderen en expert vielen.

Uit deskresearch is gebleken dat er nog geen weegschaal bestaat die in staat is om mensen te

motiveren aan de hand van gamification. De Google-home is in mei 2016 gepresenteerd door Google

zelf, dus dit is al een bestaande oplossing. Van beide oplossingen zijn er in de prototype en test fase

een prototype gemaakt.

Om de prototypes te testen hebben

wij de ‘engaging‘ methode gebruikt.

Hierbij hebben wij bij

‘buitenstaanders’ onze prototypes

getest. De ‘buitenstaanders’ die wij

hebben gebruikt om te testen zijn de

experts die eerder in het onderzoek

al geïnterviewd zijn. De keuze voor

de engaging methode is een

noodgedwongen keuze geweest, de

aan ons toegewezen ouderen waren

niet tijdig beschikbaar om aan de

testfase deel te nemen. Dit heeft

ervoor gezorgd dat wij

noodgedwongen de engaging

methode hebben moeten uitvoeren met met de experts binnen dit onderzoek.

Figuur 8: Top 5 ideeën

Figuur 9: Prototype, Google home

Page 25: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 20

Het testen van de prototypes bij de ‘buitenstaanders’ is volgens een testprotocol gebeurd. Voor

beide prototypes is er een testprotocol ontwikkeld om te kunnen testen welk idee het beste uit de

test komt. Het testprotocol bevat een inleiding waarin de beide prototypes kort worden uitgelegd en

het belang van de test uit is gelegd. Daaropvolgend hebben wij de prototypes laten zien en hebben

wij de experts ermee laten ‘spelen’. Aan de hand van verschillende vragen hebben wij kunnen

concluderen welk idee het beste uit de test is gekomen. Tijdens de test hebben we gekeken naar:

Haalbaarheid

Aansluitend op de doelgroep

Schaalbaarheid

Gebruiksvriendelijkheid

Vanuit deze testen werd er vanuit verschillende perspectieven gereageerd. Bijvoorbeeld de expert op

gebied van beweging reageerde natuurlijk enthousiast op de weegschaal, omdat dit binnen haar

eigen vakgebied valt. Daarentegen reageerde de expert op gebied van woningbouw ook erg positief

op de motivatie weegschaal, dit was verassend, omdat de Google-home meer gericht is op het

verbeteren van het wooncomfort.

8.1. Opbouw prototype Hier wordt beschreven hoe het prototype is gebouwd om getest te kunnen worden bij de experts.

Deze prototypes zijn in combinatie met andere technologie gebruikt om getest te kunnen worden.

Voor beide prototypes is de paper-prototyping methode toegepast, omdat het uiterlijk van het

prototype te ontwerpen. (Benyon, 2010)

Motivatieweegschaal

De motivatie weegschaal is

gebouwd van verschillende lagen

papier waarom de weegschaal is

getekend. Bovenin waar normaal

de display van de weegschaal staat

is nu een mobiele telefoon achter

geplaatst om te kunnen laten zien

hoe de motivatie weegschaal

werkt. De motivatie weegschaal

weegt het gewicht en geeft advies

op gebied van bewegen en

voeding. Om ouderen te motiveren

geeft de motivatie weegschaal ook

beloningen. Wanneer een bepaald

gewicht is bereikt krijgt de oudere

een bericht om bijvoorbeeld een

taart te bakken, op deze manier

worden de ouderen gemotiveerd

om te bewegen zodat ze daarna

beloond worden.

Figuur 10: Prototype, motivatieschaal

Page 26: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 21

Google-home

De Google-home is opgebouwd uit een rechthoek van papier met het logo van Google erop

geschreven. Het model is hol vanbinnen, zodat er een telefoon ingelegd kan worden. De telefoon die

erin gelegd wordt is een Iphone, omdat de spraak gestuurde software van Apple gebruikt wordt bij

het beantwoorden van vragen. Wanneer je het prototype aanspreekt zal hij antwoord geven op

simpele vragen zoals:

Hoe warm is het?

Hoe laat is het?

Wanneer gaat mijn trein?

Dit geeft een realistisch beeld van de Google-home, echter heeft het prototype minder functies dan

de daadwerkelijke Google-home.

Page 27: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 22

9. Ecosysteem fase In deze fase hebben wij het concept gekozen om definitief uit te werken en te realiseren. Wij hebben beiden prototypen uit de voorgaande fase voorgelegd aan verschillende experts en de feedback/ideeën die wij hier op hebben gekregen hebben wij verwerkt en meegenomen in het maken van een besluit. Het prototype dat wij in deze fase hebben uitgewerkt is de motivatieweegschaal. Deze keuze hebben wij gemaakt omdat dit volgens bijna alle geïnterviewde experts het meest innovatieve idee was (ei2, ei3, ei4), dit nog niet op de markt is en het makkelijkste te implementeren is onder de doelgroep. Ook hebben wij hier veel feedback op gehad om het prototype nog beter uit te werken, de feedback die wij van de experts hebben gekregen op de motivatieweegschaal en hebben verwerkt in de definitieve oplossing is als volgt:

Geen getallen gebruiken in de weegschaal. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)

Motivatie leuk maken, bijvoorbeeld aan de hand van gamification. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)

Niet iedere gebruiker heeft hetzelfde doel, de een wil meer bewegen en de ander wil zijn beweging op pijl houden, voor elke gebruiker moet er een apart programma gekozen kunnen worden. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)

De gebruiker vaak genoeg belonen, het bakken van een cake is ook een vorm van bewegen omdat de ingrediënten gehaald moeten worden en de cake zelf moet worden gemaakt. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)

Dit in tegenstelling tot de Google home, het prototype van de Google home was een goed concept dat helaas minder goed aansloot bij de doelgroep. Ook was de haalbaarheid van de Google home veel lager dan de motivatieweegschaal. Dit komt door de volgende redenen:

Kosten Google home. (Aanname expert, Ei4 referentietabel)

Implementatie Google home, met name de besturing van het concept dat relatief lastig kan zijn voor de doelgroep.

Eventuele verbouwing in het huis van de gebruiker, bijvoorbeeld lichtpaden in huis. Om de motivatieweegschaal te kunnen realiseren moet deze in elk geval de volgende onderdelen bevatten:

Plateau om op te staan, dit kan het beste in de oude vertrouwde vorm van een ouderwetse weegschaal omdat dit beter aansluit bij de doelgroep.

Een lcd-scherm om de informatie en motivatieberichten over te brengen naar de gebruiker.

Software zodat de motivatieweegschaal ingesteld kan worden op verschillende motivatieprogramma’s.

Page 28: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 23

Om de mate van inspanning voor het prototype op een visuele manier weer te geven, hebben wij een logic model opgesteld. Het uitgewerkte logic model is te zien in onderstaande afbeelding.

Figuur 11: Logic-Model

Het logic model is ervoor bedoeld om de belanghebbende te laten zien hoe er naar bepaalde resultaten gekomen kan worden.

Stappen Uitleg per stap

Resources / Inputs Wat er nodig is om te beginnen met het gebruik van het product/ of dienst.

Activities De activiteiten voordat er begonnen kan worden.

Outputs Wat er wordt bewerkstelligd na de activiteiten.

Outcomes De resultaten die worden behaald met het gebruik van het product.

Impact Wat voor impact het product uiteindelijk heeft op de gebruiker. Tabel 5: Uitleg LOGIC model

Page 29: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 24

10. Het idee De motivatie weegschaal bevat het wegen, adviseren op gebied van voeding en beweging,

rapportages opstellen en motiveren van ouderen. Dit hoofdstuk beschrijft de functionaliteiten van de

Motivatie weegschaal.

Profiel aanmaken

Om de motivatie weegschaal te kunnen gebruiken dient

er eerst een gepersonaliseerd profiel aangemaakt te

worden. Om een profiel aan te maken dient een oudere

via een simpel menu een profiel in te vullen. De

informatie die ingevuld moet worden is:

Leeftijd

Gewicht

Lengte

Voorkeur voor type beweging (fietsen, wandelen, fitness, zwemmen of

Voorkeur voor beloning (taart of cake bakken, dagje weg of een andere activiteit)

Aan de hand van deze informatie kan de Motivatie

weegschaal berekenen of de oudere wel of geen

progressie maakt met betrekking tot vitaliteit.

Weging De weging van de ouderen is niet gericht op het tonen van een gewicht in cijfers, maar is gericht op het tonen van progressie. De expert op gebied van beweging, Manon Kessels, heeft ons geadviseerd om niet het gewicht te tonen maar de progressie (bijlage D). Dit zorgt ervoor dat ouderen niet met hun gewicht worden geconfronteerd, maar een positief bericht krijgen of zij progressie boeken of niet. Advies op gebied van voeding en beweging Het advies dat gegeven wordt van aan de ouderen is gebaseerd op het gepersonaliseerde profiel wat door de ouderen is opgesteld. Bijvoorbeeld ouderen met veel overgewicht worden geadviseerd meer op het eten te letten en meer/anders te bewegen dan ouderen zonder overgewicht. Daarnaast wordt er rekening gehouden met het profiel van de ouderen, wanneer een oudere heel veel overgewicht heeft is het niet verstandig om veel te gaan lopen. Veel lopen is slecht voor gewrichten en bij ouderen zijn deze al minder dan bij jongere mensen. De Motivatie weegschaal houdt hier rekening mee en adviseert dan bijvoorbeeld zwemmen, omdat dit een lagere belasting geeft op de gewrichten. Rapportages opstellen

Om ouderen nog meer te motiveren worden er elke week rapportages opgesteld. Deze rapportages

bieden de ouderen inzicht in of zij progressie boeken of niet en hoeveel progressie er is geboekt. Aan

deze progressie zitten beloningen gekoppeld waardoor de ouderen worden gemotiveerd, meer

hierover in motivatie.

Figuur 12: Motivatieweegschaal

Page 30: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 25

Motivatie De motivatie vanuit de motivatie weegschaal komt vanuit de rapportages en de beloningen. De rapportages bieden inzicht in hoeveel vooruitgang de ouderen hebben geboekt op gebied van vitaliteit. De beloningen zijn ervoor bedoeld om het ‘leuk’ te houden voor de ouderen. Wanneer er bijvoorbeeld is voldaan aan de gestelde norm door de motivatie weegschaal, adviseert de motivatie weegschaal om bijvoorbeeld een taart te bakken of een cake. Dit zorgt ervoor dat de ouderen het leuk blijven vinden om bezig te zijn met hun vitaliteit. Daarnaast gaan de ouderen zich zowel mentaal als fysiek beter voelen, door het sporten. Het in gebruik nemen Het in gebruik nemen van de motivatie weegschaal is eenvoudig, omdat de adoptie en acceptatie van deze oplossing eenvoudig is. De weegschaal wordt al jaren, weliswaar in een andere vorm, gebruikt door de ouderen. Een eenvoudig menu in de Motivatie weegschaal zorgt ervoor dat het in gebruik nemen van de Motivatie weegschaal eenvoudig is voor mensen zonder kennis van technologie. Daarnaast is is het belangrijk dat een duidelijke handleiding bij de Motivatie weegschaal wordt bijgeleverd. Deze handleiding moet op de doelgroep worden afgestemd, deze handleiding moet echter nog wel ontwikkeld worden. Verantwoording naar de doelgroep

Uit het interview met Manon Kessels, is gebleken dat 60% van de ouderen de minimale norm van 30

minuten beweging per dag niet halen (bijlage D). Daarnaast blijkt uit onderzoek van het Ministerie

van VWS dat bij het behalen van de minimale bewegingsnorm er veel negatieve kwalen kunnen

worden voorkomen of worden verminderd. De negatieve kwalen die voorkomen kunnen worden

zijn:

Verminderde kans op depressie

Verminderde kans op verschillende soorten kanker

Lagere kans op hart en vaatziekten

Gunstig effect op bloeddruk en botdichtheid

Lagere mate van valrisico Naast het bovengenoemde zijn er meer kwalen die door genoeg bewegen kunnen worden

voorkomen. Het bovengenoemde kwam echter het sterkste uit ons onderzoek en is daarom

meegenomen in de argumentatie.

Page 31: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 26

11. Advies & aanbevelingen Het onderzoek dat wij hebben uitgevoerd voor de gemeente Zoetermeer en de Haagse Hogeschool vereist een verder onderzoek. Wij raden de gemeente Zoetermeer aan het initiatief te nemen om het project van de motivatieweegschaal op te pakken en te realiseren. Voor dit onderzoek hebben wij gekozen om de motivatieweegschaal verder uit te werken boven de Google home met extra features. Deze keuze hebben wij gemaakt omdat de motivatieweegschaal het meeste aansluit bij de doelgroep. Echter hebben wij het opgeleverde concept nog niet goed kunnen testen onder de doelgroep. Wij raden de gemeente Zoetermeer dan ook aan om de volgende punten verder te onderzoeken bij een volgend onderzoek:

Breder testen bij de doelgroep. o Gebruiksvriendelijkheid. o In hoeverre het aan sluit bij de doelgroep.

Business requirements in kaart brengen.

Technische requirements in kaart brengen.

Implementatie onder ouderen o Handleiding. o Uitleg van gebruik.

Test-pilot opzetten binnen de doelgroep in Zoetermeer. In het verdere onderzoek raden wij aan om de volgende methoden te gebruiken: Empathisch interview Om deze doelgroep goed te begrijpen is het van belang om empathische interviews uit te voeren. Dit omdat wij in ons onderzoek hebben gemerkt dat veel ouderen niet of nauwelijks gebruikmaken van hun computer en/of telefoon. Ook hebben wij van verschillende ouderen vernomen dat zij het heel belangrijk vinden dat zij begrepen worden en dat dit niet goed bij hun over komt wanneer zij bijvoorbeeld klassikaal met andere zitten, de uitwerking hiervan is te vinden in bijlage H (interview ouderen Michael). Hierdoor zullen de uitvoerders van het nadere onderzoek een band moeten creëren met ouderen die in de test-pilot zitten om hier zo veel mogelijk informatie uit te kunnen halen. Betrekken van experts Wij raden aan om zo snel mogelijk early adapters te betrekken bij het project voor de motivatieweegschaal, deze early adapters kunnen worden opgesteld in samenwerking met de thuiszorg. Via deze doelgroep is het mogelijk om de motivatieweegschaal te implementeren onder deze doelgroep. Tevens wordt er aangeraden om de expertgebruikers, die betrokken waren bij dit onderzoek, te laten bestaan en verder te betrekken bij de verdere uitwerking. Hieronder staat de lijst van deze experts.

Persoon Gebied Rol

Esther Doon Expert interview Wonen Gebiedsconsulent

Manon Kessels Expert interview Bewegen Docent bewegingstechnologie Tabel 6: Experts vervolgonderzoek

Page 32: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 27

Financiering Er zijn een aantal kosten verbonden aan het voortraject. Het definitieve ontwerp van de weegschaal zal moeten worden gerealiseerd, dit vereist meer testen en manuren voor de bouw hiervan. Het geld om deze activiteiten uit te voeren zullen moeten voortkomen uit subsidies en ondersteuning van de gemeente Zoetermeer. Wanneer het voortraject is doorstaan is het van belang dat bedrijven en de thuiszorg de motivatieweegschaal ondersteunen en kunnen aanbieden aan geïnteresseerden. Welke partijen hier aan mee willen werken zal nader onderzoek naar gedaan moeten worden.

11.1. Acties voor in de toekomst In de toekomst zal er nogmaals onderzoek moeten worden gedaan naar de doelgroep om te verifiëren of de motivatieweegschaal nog steeds van toegevoegde waarde is voor de ouderen en of de belangen hierbij nog hetzelfde zijn. Mocht de motivatieweegschaal niet meer aansluiten bij de doelgroep en/of de doelgroep andere belangen heeft bij de motivatieweegschaal dan adviseren wij de motivatieweegschaal uit te breiden met extra mogelijkheden. Ook raden wij aan dat de motivatieweegschaal vooral eenvoudig moet blijven in verband met de gebruiksvriendelijkheid van ouderen en het oude vertrouwde uiterlijk van een normale weegschaal.

11.2. Stakeholders Wij raden aan de volgende stakeholders te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de

motivatieweegschaal:

Gemeente Zoetermeer

Experts

Doelgroep

Leveranciers

Ontwikkelaar

Thuiszorg

Page 33: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 28

12. Conclusie Uit ons onderzoek is gebleken dat 60% van de Nederlandse ouderen (65+) te weinig beweegt (bijlage D), hier hebben wij met dit onderzoek een oplossing bedacht om de ouderen meer te laten bewegen door middel van gamification en extrinsieke motivatie. Om ouderen te motiveren om meer te bewegen en een gezondere leefstijl aan te houden hebben wij een weegschaal bedacht die gebruikers motiveert om meer te bewegen. Aan de hand van gamification worden de gebruikers beloond wanneer zij oefeningen hebben uitgevoerd. Door ouderen meer te motiveren om te bewegen en zij de aangenomen norm van 30 min, 5 dagen in de week halen, zullen zij op fysiek, mentaal en sociaal gebied vooruitgaan. Dit vermindert de kans op depressie, kanker, hart- en vaatzieken, het valrisico en heeft een gunstig effect op bloeddruk en botdichtheid (vitaliteit). (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2014)

Page 34: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 29

Referentie tabel

Geïnterviewde: Code: Bevindingen:

Interview Ben Schipper BS Doet 2x per week vrijwilligerswerk, is wel mobiel, heeft op een actieve dag last van COPD en gebruikt technologie voor sociale contacten.

Interview Benjamin Wigleven BW Sport 1x per week, is sociaal, is zelf mantelzorger, heeft slechte knieën en is hartpatiënt.

Interview Orrin Hoogervorst OH Maakt gebruik van telefoonpiramide, is slecht ter been, maakt gebruik van wandelstok en rollator.

Interview Richard Kouwenberg RK Is niet erg sociaal, heeft weinig contact meer met familie, doet alles zelf in huis.

Interview Corstiaan Mulckhuijse CM Goed contact met broer, vindt dat andere ouderen te veel klagen, loopt graag met vrienden en helpt andere ouderen. Fitnest en fietst graag, geen gezondheidsklachten en gebruikt regelmatig de telefoon.

Interview Ruben Cammeraat RC Heeft nog matig contact met familie, gaat nog weekendjes weg, doet vrijwilligerswerk. Sport 1x in de week en maakt gebruik van laptop & computer.

Interview Stefan van ’t Hof SH Fietst graag, man gezond en vrouw heeft reuma.

Interview Daan de Jager DJ Veel sociaal contact, doet alles zelf, is mobiel, gemeentewebsite onduidelijk, heeft een hernia en maakt weinig gebruik van technologie.

Interview Michael Neervoort MN Slecht ter been, is sociaal, doet zelf moeilijk het huishouden.

Interview Xander van Berckel Bik XB Heeft veel sociaal contact, voelt zich veilig, reist veel, heeft een pacemaker en kan goed om gaan met technologie.

Interview Yoshi Knotter YK Weinig sociaal contact, kookt en eet gezond, is volledig zelfstandig, is blind aan één oog en maakt bijna geen gebruik van technologie.

Interview 2 Daan de Jager DJ2 Is kritisch over de buurt WhatsApp omdat dit voor ieder ding wordt gebruikt. Houdt er van om mensen te adviseren en te raad te geven. Heeft verbeterpunten voor de website van de gemeente (zoekfunctie, navigatie en zoeken van personen).

Interview 2 Michael Neervoort MN2 Vindt de How Might We vraag over bewegen het minst omdat de geïnterviewde zelf haast niet beweegt. De andere How Might We vragen vindt de geïnterviewde nuttig en leuk bedacht.

Interview 2 Xander van Berckel Bik XB2 Vindt het jammer dat alle financiële steun naar initiatieven wordt stopgezet.

Expert interview Eenzaamheid Ei1 - Is moeilijk om de doelgroep te bereiken omdat mensen zich schamen over hun eenzaamheid.

- Namens de gemeente is er een platform tegen eenzaamheid (OPES).

- Veel ouderen zijn laaggeletterd en daardoor moeilijk te bereiken.

Page 35: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 30

- De gemeente stimuleert verenigingen om de eenzame ouderen te benaderen en deze te betrekken bij de activiteiten.

Expert interview Wonen Ei2 - Vidomes mag niks zelf organiseren maar wel bewoners aanzetten en helpen.

- Domotica is te duur omdat de leverancier een monopolie positie heeft.

- Woningen kunnen worden aangepast en Vidomes ondersteunt hier bij.

- Vidomes doet niks met sensoren. - Het enige dat Vidomes aan complexen doet is het

ophogen van de galerij, ophogen van balkon en een anti-slip systeem voor bepaalde plekken. Dit gaat vaak tegelijk met een renovatie.

Expert interview Bewegen Ei3 - 60% van ouderen beweegt te weinig. - Norm van bewegen is minimaal 5 dagen per week

30 minuten. - Te weinig bewegen kan reuma veroorzaken en

heeft meer kans op dementia. - Google home stimuleert geen beweging.

Expert interview Thuiszorg Ei4 - Google home is te duur om te implementeren. - Motivatieweegschaal is een goed idee in

samenwerking met de thuiszorg als verkoopproduct voor de thuiszorg.

- Motivatieweegschaal zou kunnen helpen bij minder thuiszorg omdat dit bepaalde fysieke klachten vermindert.

- Thuiszorg probeert steeds meer technologie toe te passen (contact op afstand d.m.v. iPad).

Tabel 7: Volledige Referentietabel

Page 36: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 31

Lijst met tabellen en figuren Tabel 1: Namen studenten projectgroep ................................................................................................ 3

Tabel 2: Namen opdrachtgevers en docent ............................................................................................ 3

Tabel 3: Onderzoeksonderwerpen .......................................................................................................... 8

Tabel 4: Referentietabel ........................................................................................................................ 13

Tabel 5: Uitleg LOGIC model.................................................................................................................. 23

Tabel 6: Experts vervolgonderzoek ....................................................................................................... 26

Tabel 7: Volledige Referentietabel ........................................................................................................ 30

Figuur 1: Design thinking process .......................................................................................................... 10

Figuur 2: Vergrijzing neemt toe ............................................................................................................. 11

Figuur 3: Design wall, uitkomsten interviews ....................................................................................... 12

Figuur 4: Design Wall, gestructureerd ................................................................................................... 14

Figuur 5: Persona's ................................................................................................................................ 14

Figuur 6: Fast Idea Generator ................................................................................................................ 17

Figuur 7: COCD-Box ............................................................................................................................... 18

Figuur 8: Top 5 ideeën ........................................................................................................................... 19

Figuur 9: Prototype, Google home ........................................................................................................ 19

Figuur 10: Prototype, motivatieschaal .................................................................................................. 20

Figuur 11: Logic-Model .......................................................................................................................... 23

Figuur 12: Motivatieweegschaal ........................................................................................................... 24

Page 37: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 32

Literatuurlijst Benyon, D. (2010, juni 13). Paper prototyping. Opgeroepen op 2016, van Medialaamsterdam:

http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/paper-prototyping/

Curedale, R. (2013). MediaLab Amsterdam. Opgehaald van MediaLab Amsterdam:

http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/method-635/

d.school. (2012). How Might We Questions. Opgehaald van d.school:

http://dschool.stanford.edu/wp-content/uploads/2012/05/HMW-METHODCARD.pdf

d.school. (2013). Bootcamp bootleg.

d.school. (2015). Method: Saturate and Group. Opgehaald van d.school:

https://dschool.stanford.edu/wp-content/themes/dschool/method-cards/saturate-and-

group.pdf

De Vos, K. (2013). Brainssstorm. Opgehaald van Brainssstorm:

http://www.brainssstorm.com/brainstormen-handleiding/

Denissen, E., Seydel, E., Ben Allouch, S., & Dohmen, D. (2006). Ouderen en nieuwe technologie in huis,

bondgenoten of vijanden? Enschede: Universiteit Twente. Opgehaald van

http://essay.utwente.nl/57397/1/scriptie_Denissen.pdf

Design Kit. (2015). Create Insight Statements. Opgehaald van Design Kit:

http://www.designkit.org/methods/62

Design Kit. (2015). Find Themes. Opgehaald van Design Kit: http://www.designkit.org/methods/5

DIY. (2010). Personas. Opgehaald van DIY: http://diytoolkit.org/tools/personas-2/

IDEO.org. (2015). Designkit. Opgehaald van Designkit: http://www.designkit.org/methods/3

Kimbell, L. (2015). Service innovation handbook. BIS publishers. Opgehaald van

https://dl.dropboxusercontent.com/u/17200095/Kimbell_book_methods/SIH-method5.pdf

Kimbell, L. (2016). Service Innovation Handbook. In L. Kimbell, Service Innovation Handbook.

Loggen, R. (2016). Haagse Hogeschool . Opgehaald van Haagse Hogeschool: bb.hhs.nl

Lv̜lie, L., Reason, B., & Polaine, A. (2013). Service Design. Rosenfeld media.

mediaLABamstedam. (sd). Persona. Opgehaald van mediaLABamstedam:

http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/persona/

Middeldorp, A. (2014). AntoinetteFaciliteert. Opgehaald van AntoinetteFaciliteert:

http://www.antoinettefaciliteert.nl/wp-content/uploads/2014/08/Brainstormen-Cocd-

box.pdf

Nationaal Kompas. (2012). Opgehaald van Nationaal Kompas:

http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/vergrijzing/huidig/

Ouderenfonds. (2015). Ouderenfonds. Opgehaald van Ouderenfonds:

https://www.ouderenfonds.nl/onze-organisatie/feiten-en-cijfers/

Page 38: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 33

Plattner, H. (2012). Stanford. Opgehaald van Stanford:

https://dschool.stanford.edu/sandbox/groups/dstudio/wiki/2fced/attachments/43f65/Story-

Share-and-Capture-Method.pdf?sessionID=d0dc640ce98499dac90658f489fb46f0fd394f69

Plusacumen. (2014). Ideate. Opgehaald van Plusacumen: http://plusacumen.org/wp-

content/uploads/2014/04/Class_3_readings.pdf

Poortinga, E. (2015). Studiemeesters. Opgehaald van Studiemeesters:

http://www.studiemeesters.nl/studietips/verschil-tussen-deskresearch-literatuuronderzoek-

theorie/

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2014). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen

van lichamelijke (in)activiteit? Opgehaald van Nationaal kompas Volksgezondheid:

http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke-

activiteit/wat-zijn-de-mogelijke-gezondheidsgevolgen-van-lichamelijke-activiteit/

Rijksoverheid. (2015). Opgehaald van Rijksoverheid:

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg/inhoud/ouderen-langer-

zelfstandig-wonen

Schumacher, J. (2015, December 3). Zorg voor beter. Opgehaald van Zorg voor beter:

http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/hervorming-zorg-cijfers-vergrijzing.html

UK, N. (2015). DIY Toolkit: Fast Idea Generator. Opgehaald van Vimeo:

https://vimeo.com/118585298

Page 39: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 34

Bijlagen

Bijlage A: Interviewboekje Sociaal Wat onderneemt u in de buitenwereld? Bent u ergens lid van? Waarom? Gezonde levensstijl Wat doet u aan sport?

Zo nee, heeft u aan sport gedaan?

Waarom wel/niet meer? Zelfstandigheid Zorgt u voor uzelf of bent u afhankelijk van zorg?

Waarom? Ervaringen? Emoties? Gebruik van diensten Zijn er diensten waar u gebruik van maakt? Waarom? Doet u hier ook sociale contacten me op? Informatietoegankelijkheid Vindt u dat er genoeg informatie beschikbaar is met betrekking tot zorg? Waarom wel/niet? Wat mist u bijvoorbeeld? Maakt dit de keuze makkelijker of minder makkelijk?

Page 40: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 35

Chronische klachten Waar heeft u last van? Ondervindt u hier hinder door? Hoe voelt u zich hierbij? Technologie Maakt u gebruik van technologie? (Smartphone, iPad, enz) Kunt u hier goed mee om gaan? Krijgt u hier hulp bij? Vertrouwd u de technologie?

Page 41: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 36

Bijlage B: Persona’s

Page 42: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 37

Page 43: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 38

Bijlage C: Expertinterview Eenzaamheid

*Aantekeningen*

Moeilijk om de doelgroep te bereiken,

Thema eenzaamheid

Namens de gemeente in een platform tegen eenzaamheid

OPES

Chat programma is onlangs aangedragen bij OPES.

Overheid wil alles digitaliseren, de bibliotheek speelt ook een rol in de

digitalisering acceptatie en adoptie onder ouderen.

Ria kaptein Gaat over de adoptie en acceptatie van digitalisering binnen

gemeente functies (afspraken maken etc)

Veel ouderen zijn ook laaggeletterd

www.samenschatkaart.nl

Welzijn op recept

GGD gezondheidsonderzoek

Palet welzijn

Beweging onder ouderen wordt vanuit de gemeente gestimuleerd door

ondermeer het aanbieden van sportactiviteiten binnen sportverenigingen.

Gemeente stimuleert verenigingen om de eenzame ouderen te benaderen en

deze te betrekken bij de activiteiten

Langer zelfstandig wonen, zelfredzaamheid, moet nog nader onderzoek naar

gedaan worden.

Page 44: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 39

september is de week tegen eenzaamheid (de Zoetermeerse schatkaart wordt dan

gelanceerd).

winteractie - voorbijgangers interviewen om eenzaamheid aan te pakken.

Page 45: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 40

Bijlage D: Expertinterview bewegen *Aantekeningen* Interview Mvr. Manon Kessels (lectoraat HHS, onderwerp: beweging) 08-06-2016 1 Hoeveel van de Nederlandse ouderen beweegt (te) weinig? 60% beweegt te weinig. 2 Wat is de norm voor bewegen bij ouderen? 5 dagen in de week een half uur (minimaal) 3 Waarom wordt deze norm wel/niet gehaald? Angst voor nogmaals vallen Ouderen kunnen ook minder aan. (belastbaarheid) Spiercellen nemen af, waardoor de kracht afneemt. Grotere spiergroepen gebruiken is makkelijker dan de kleinere Ouderen moeten zichzelf meer stimuleren om hun maxima te behalen/houden 4 Wat zijn de gevolgen van (te) weinig bewegen? Reuma Artrose (kraakbeen veranderd door minder gebruik) Kans op dementie 5 Wat zijn de voordelen van (meer) beweging? Vitaal blijven Sociaal sterker 6 Welke initiatieven zijn er om ouderen in beweging te krijgen? Zwementie Zwemmen voor mensen met dementie Zwemmen verleer je niet Zwemmen is niet blessuregevoelig Bronovo ziekenhuis Beweegtuin voor ouderen Eindhoven Smarthouse helemaal up to date uitgewerkt De 15 ideeën Motivatieweegschaal gamification, juist geen gewicht maar spelletjes bijvoorbeeld een cake bakken. (keuze van de expert) Google home stimuleer geen beweging

Page 46: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 41

Bijlage E: Expertinterview Wonen Vidomes – gebiedsconsulent. Voornamelijk ouderen in en rondom den haag. Gericht op verkoop van huurwoningen. Leyens, seghwaert en rokkeveen ouderencomplexen. Gebiedsconsulent = wijk coördinator. Projecten (leefbaarheid, onderhoud, etc.) Woningen 55+ gelabeld. Steeds ouderen gaan in de woningen, ook 80+. Steeds meer mensen met fysieke beperkingen. Aanpassingen in de woning komt op 1 naam maar iedereen moet mee betalen, dit wekt veel discussie. Dit moet worden aangepast dat het bij iedereen wordt aangepast.

- Mensen laten vaak hun gas aan staan - Complexen hebben soms 1 lift of een lift waar geen brancard in past. -

Vidomes kan niet zien of iemand alleenstaand is. De data die Vidomes over de bewoners heeft;

- Wordt aan de hand van labels gedaan, sommige woningen mogen bijv niet meer dan 2 mensen wonen.

- Vidomes weet wie waar woont, maar er wordt niet vastgelegd of iemand eenzaam is of niet. - Vidomes kan de bewonerscommissie aanhaken voor mensen die eenzaam zijn en dit

aangeven. - Stelde wel eens vragen of mensen zich wel een eenzaam voelen om dit in kaart te brengen

en hier een correlatie uit te halen. - Bij het overlijden van een partner o.i.d. doet Vidomes niks, - Bij een renovatieproject merkt ze dat mensen zich eenzaam voelen en hulp nodig hebben om

hun spullen opzij te zetten, de gemeente heeft hier een sociaal team voor om via allerlei soorten hulp er toch uit te komen. De functie die Vidomes hierbij heeft is het ‘signaleren’ van de eenzaamheid en dit door te geven aan de gemeente.

Complexen - Vidomes komt er vaak te laat achter, reageren op dingen die al zijn gebeurd. Krijgen

bijvoorbeeld een belletje dat het stinkt. Vidomes doet niks preventief. - Grotere complexen zijn voor dezelfde groep mensen, ouderen complexen zijn vaak alleen

voor ouderen. Ouderen complexen is vaak 1 groot roddelhuis, die houden alles in de gaten. - Vaak zit er veel verschil in de complexen, - Soms zijn er verschillende kampen in de complexen en hebben ruzie over allerlei dingen. - Het is belangrijk dat er verschillende activiteiten zijn in de buurt van de complexen, Vidomes

verwijst de mensen naar deze activiteiten om de bewoners te motiveren toch iets te doen. Vidomes mag geen activiteiten meer plannen, vroeger deed Vidomes bbq’s organiseren, bijeenkomst organiseren of een leesclub organiseren. Dit mag niet meer door de wet. Een ouderen bond mag bijvoorbeeld wel iets organiseren maar Vidomes zelf niet. Hierdoor moeten de ouderen een netwerk hebben om dit te kunnen organiseren. Aanpassingen woning Scootmobiel wordt steeds groter, kan meer. Ruimtes moeten worden aangepast aan de grote. Scootmobiel kan zomaar exploderen! Leuningen in de woning moet worden aangepast als mensen langer thuis willen blijven wonen. Drempels moeten soms worden aangepast. Traplift moet zelf worden betaald, Vidomes verleend slechts hulp.

Page 47: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 42

Sensoren Vidomes doet niks met sensoren. Rookmelder en koolmonoxidemelder Domotica is heel snel verouderd, 1 bedrijf heeft monopoly positie dus de updates kosten heel veel geld. Domotica is heel lastig te gebruiken ook,

- telefoneren en boodschappendienst worden heel veel gebruikt. - Alarmering snapten ze helemaal niks van.. is misschien handig om uit te zoeken hoe dit

makkelijker te maken is, want de oudjes vinden het wel handig. - 1 hoofd verantwoordelijk die uitleg kan geven, dan is de eenzaamheid ook minder misschien. - Er zijn mensen nodig die willen en kunnen uitleggen hoe het werkt, het moet eenvoudig zijn.

Intern telefoneren is handig. Belrondje houdt de eenzaamheid er een beetje uit. - Niet zomaar 10 nieuwe technologieën erin gooien maar beter 1 die ze daadwerkelijke

gebruiken. Eenzaamheid Complexbeheerder doet kopje koffie bij mensen, als er een complexbeheerder is, die is er niet altijd overal. Gaat steeds meer om verbinden met elkaar en dat je elkaar leert kennen. Veiligheid

- Gas, licht en elektra wordt opgemeten met een auto die rondrijdt maar mensen vinden dat niet leuk omdat ze dan denken dat iedereen weet dat ze thuis zijn.

- Mensen willen steeds vaker camera’s buiten omdat zij bang zijn dat mensen in hun woning komen. Camera’s moeten dan wel buiten en niet binnen, ouderen zijn erg gesteld op hun privacy.

- Er zit een heel protocol achter de opgeslagen data, hier kan niet zomaar naar gekeken worden en vaak alleen pas achteraf.

- Vidomes mag niet zomaar gegevens aflezen, is 1 complexbeheerder die onder begeleiding van politie dan de camerabeelden kan bekijken.

Chronische klachten

- Huizen worden via de WMO, gemeente, aangepast. - Vidomes geeft toestemming voor de maatregelen die worden genomen.

Sociaal

- In ouderen complexen komen ze voor elkaar op, maken zich hard voor de huurders (rondleiding, mensen die iets nodig hebben, etc.) mensen zijn heel behulpzaam.

- 1 complex is een woongroep, mensen eten met elkaar, doen activiteiten, hebben een aparte ruimte.. mensen voelen zich hier dan veel veiliger.

- Vooral de jongeren generatie komt heel goed op voor wat mensen willen. Vidomes helpt wel de ouderen om zelf dingen te organiseren, geven ze tips en advies dat waar zij moeten zijn of kunnen zoeken, mensen weten wel dat zij zelf actief dingen zelf moeten regelen. Vidomes staat veel in contact met gemeente op toegankelijkheid bijvoorbeeld. Vidomes signaleert voornamelijk en geeft advies en waar nodig proberen zij te helpen door de gemeente in te schakelen. Ophogen van galerij doet Vidomes wel, ophogen van balkon ook, anti-slip systeem voor bepaalde plekken. Valt vaak samen met een renovatie project.

Page 48: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 43

Bijlage F: Expertinterview thuiszorg Naam expert: Ina-Joke de Jager-Lemstra

Werkgebied: heeft ruim 10 jaar (tot maart 2015) gewerkt in de thuiszorg. Daarvoor in een ziekenhuis

als verzorgster.

Functies: eerst als wijkverzorgster, vervolgens (na het behalen van HBO-v) als ouderenadviseur

binnen de thuiszorg en manager binnen bepaalde wijk.

Vragen zijn gesteld aan de hand van het tonen van de prototypes, GoogleHome en

Motivatieweegschaal.

Expert heeft geen kennis van GoogleHome, lijkt haar erg duur om te implementeren.

Expert vindt het idee achter GoogleHome wel aanspreken, maar hoe zou dit in

samenwerking met een thuiszorg organisatie kunnen werken? Dit weet zij ook niet.

Het prototype van GoogleHome slaat aan, hoe het eventueel gebruikt kan worden wordt

haar duidelijk. Geeft als tip om iets met een mantelzorg/thuiszorg functie erin te verwerken.

Thuiszorg is de laatste jaren veel bezig met het inzetten van nieuwe technologien, denk

hierbij aan hulp op afstand m.b.v. iPad. De expert vindt deze veranderingen niet altijd even

handig, omdat zorg nog steeds menselijk moet blijven. Zorghebbende moeten nog steeds

echte mensen over de vloer krijgen.

De weegschaal, het prototype, is duidelijk voor de expert. Een oude technologie in een nieuw jasje.

Het display scherm mag wel iets groter, het is voor ouderen lastig te lezen wanneer zij op een weegschaal staan.

Ziet het nut van een weegschaal die motiverend werkt, volgens haar bewegen veel ouderen (die thuiszorg krijgen) niet genoeg. Precieze cijfers heeft zij niet. Wanneer wij de cijfers vanuit een eerder interview (expert beweging) laten zien kan zij dit wel beamen.

Vertelt wat over thuiszorg winkels, hierin zouden eventueel deze weegschalen verkocht kunnen worden. Tevens kunnen verzorgsters deze dan ook gezamenlijk instellen met de nieuwe gebruiker.

Een beloningsysteem is belangrijk, mensen in beweging brengen d.m.v. ‘gamification’ vindt zij een goede manier.

Page 49: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 44

Bijlage G: Foto’s uitgewerkte HMW-vragen

Page 50: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 45

Page 51: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 46

Page 52: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 47

Page 53: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 48

Bijlage H: Interview ouderen Michael Geïnterviewde: Echtpaar, man & vrouw Leeftijd: Beiden 70+ (vrouw ouder dan man en invalide) Getrouwd Sociaal Het echtpaar woont samen in een eengezinswoning (3 verdiepingen). Zij hebben een zoon en een dochter die beiden ver weg werken en wonen, maar die zich wel gedwongen voelen hen in het weekeinde regelmatig te bezoeken. Vanwege de slechte mobiliteit van met name mevrouw hebben zij weinig contacten. De vrouw is invalide en heeft morbide obesitas. Haar knieën zijn totaal versleten en kan alleen met heel veel pijn wat stappen verzetten. In huis beweegt zij met behulp van wandelstokken en overal te leunen op de meubels in het overvolle huis. Haar man moet dan ook haar de nodige hulp verlenen bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken die zij toch zoveel mogelijk zelf doet. Zij wil nog geen gezinshulp omdat zij zich dan te veel op haar vingers gekeken voelt. Op de bovenste verdieping komt zij nagenoeg niet meer. Wel moet zij dagelijks tweemaal naar de eerste etage waar zij slaapt. Het op- en afgaan van de trap kost haar heel veel moeite, tijd en pijn. Maar zich vasthoudend aan de leuningen en de treden zelf lukt het haar tot nu toe nog. Hoewel mevrouw de laatste jaren ook is afgevallen is zij nog zeer zwaar. De orthopedische chirurg acht het aanbrengen van nieuwe knieën zeer risicovol en ook weinig zinvol gezien haar leefwijze. De man beweegt relatief veel waardoor hij vaak buiten is. Sinds zijn pensioennering en hartproblemen (ontstaan na afwijzing 5 jaar geleden van invalideparkeerkaart als passagier voor zijn vrouw) is hij meer gaan bewegen en aanzienlijk afgevallen. Ook nu heeft hij ineens weer problemen gekregen na de afwijzing van hun recente tweede aanvraag voor een invalideparkeerkaart als passagier voor de vrouw. Hij heeft veel last van duizeligheid, draaierigheid en misselijkheid en oorsuizingen de laatste weken. Voor buitenshuis heeft mevrouw 2 rollators en een duwrolstoel. Eigenlijk gaat zij alleen het huis uit om boodschappen te doen in een voor haar gemakkelijke supermarket (ongeveer 4 keer per week). Ondanks haar problemen met lopen houdt zij er van om zelf haar spullen te kiezen en niet door haar man op haar vingers te worden gekeken. Haar man zet haar wel altijd (illegaal) af bij de ingang van de supermarket en haalt voor haar een winkelwagen waarop zij zwaar leunend en steunend de winkel in kan. Hoewel hij haar helpt met bijvoorbeeld de lege flessen terug te brengen en zware producten te pakken, houdt hij zelf niet van winkelen. Bovendien is hij veel tijd kwijt aan het vinden van een parkeerplaats dicht bij de uitgang van de supermarket om het voor zijn vrouw makkelijk te maken als zij klaar is. Als zij uiterst vermoeid en geïrriteerd klaar is met winkelen, probeert zij zo snel mogelijk te gaan zitten in de auto en zet haar man alles van de winkelwagen in de auto en later natuurlijk weer in huis. Om zijn vrouw de vrijheid bij het winkelen te gunnen en haar ook de gelegenheid te geven met de andere klanten te praten, leest hij in de auto nogal een de kranten waar hij normaliter geen tijd voor kan vrijmaken. De vrouw vindt het wel leuk om met mensen in de winkel te praten en is heel sociaal, zij probeert dan ook vaak een gesprek aan te gaan met mensen in de supermarkt en reageert vaak op kinderen die zij tegen komt om met mensen te kunnen praten, dit vindt de mevrouw dat ook heel leuk. Gezonde levensstijl De vrouw heeft niet alleen totaal versleten knieën, maar ook artrose, diabetes, hypertensie, rugpijn, glaucoom, carpale syndroom etc.. Zijn slikt ook dagelijks ongeveer 12 verschillende soorten medicijnen. Mevrouw doet haar best (diëten) gezonder te worden, maar leeft toch weinig gezond.

Page 54: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 49

Hoofdoorzaak is haar immobiliteit. Zij kan volgens haar man bijna niks meer. Haar knieën behoren volgens haar orthopedisch chirurg tot de slechtste tien knieën die hij ooit heeft gezien. Zij heeft wel een hometrainer en een soort voettrapper in huis, die zij volgens haar man nagenoeg niet gebruikt heeft. Te pijnlijk en te vermoeiend blijkbaar. Daarnaast eet mevrouw wel gezond, zij eet ’s ochtends 2 boterhammen, ’s middags een stuk fruit en soms een boterham, en ’s avonds haar maaltijd. Ook let mevrouw, net als haar man, op wat zij eet. De man leeft heel gezond, hij let goed op zijn voeding, beweegt ruim voldoende en eet genoeg. In de ochtend heeft de meneer vaak 4 of 5 bruine boterhammen, in de middag soms nog een boterham , maar ‘s avonds eet de man flink (vrouw kook zelf en blijkbaar goed en veel). Daarnaast gaat meneer nagenoeg elke ochtend 30 km (langer dan 2 uur) buiten fietsen en in de avond, na het eten, gaat meneer nog eens 5 km (ruim 1 uur) buiten wandelen. Zelfstandigheid De mevrouw doet zoveel mogelijk alles nog zelf in huis, schoonmaken, koken, de was, etc. Zij heeft hier dan ook allemaal trucjes voor bedacht om dit haarzelf zo gemakkelijk mogelijk te maken. Zo heeft zij om te koken en de vaatwasser te vullen stoelen staan in de keuken om op te zitten, en ook nog andere stoelen in de keuken om zichzelf aan vast te houden, in onderstaande afbeelding is de keuken te zien waar mevrouw kookt en de vaatwasser doet, met de stoel waar zij op zit tijdens het koken en het doen van de vaatwasser. Zij heeft in de woonkamer naast haar gemakkelijke stoel met hoge leuningen met behulp waarvan ze zich omhoog kan duwen/hijsen, ook een grijpstok (vergelijkbaar met de knijpstok die de gemeente gebruik om op straat vuil op te ruimen), waarmee zij spullen die wat verder op de tafel staan, kan pakken. Ook in het eetkamergedeelte beneden heeft zij weer een andere grijpstok staan naast haar wandelstok om zaken te kunnen pakken. Ook heeft zij daar en in de keuken stoffer en blik met lange stelen staan om het grootste vuil meer te kunnen pakken. Om spullen van de keuken naar de kamer te brengen en andersom gebruikt zij een soort boodschappenwagentje waarin zij de spullen doet en zij zij ook kan gebruiken om op te steunen (heeft er 3 staan beneden) Het bed opmaken kan mevrouw niet meer. Dat doet haar man. Mevrouw is verantwoordelijk voor de was. Zij vult de wasmachine, zittend op een kruk ervoor, en kiest het juiste wasprogramma uit. De man pakt de kleren na de was meestal uit de wasmachine en doet die dan in de droogmachine en haalt die er dan ook weer uit. Mevrouw kan geen gebruik meer maken van het bad en vind de opstap in de douche ook moeilijk en gevaarlijk. Maar zij kan zich wel aan een aantal zaken vasthouden. Men wil wel de badkamer laten aanpassen. In de keuken om proviand van boven te halen of iets uit de hoogste keukenkasten heeft zij de hulp van haar man nodig. Wel laat zij zeer regelmatig glas kapotvallen in de keuken. Omdat zij weinig nauwkeurig is met opruimen van de scherven, moet haar man regelmatig ontsmettingsmiddelen gebruiken doordat men in het glas loopt. Doordat men dicht op elkaar leeft, weinig afleiding heeft, de vrouw last heeft van pijnen, en de man vele kleine zaken voor de vrouw moet doen, raakt men gemakkelijk geïrriteerd en treden er wel de nodige huiselijke spanningen in het huwelijk op. Het huishouden in het algemeen en het onderhoud van de tuin is de laatste jaren wel aanzienlijk achteruitgegaan.

Page 55: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 50

Gebruik van diensten Het echtpaar maakt geen gebruik van diensten, maar geeft wel aan hier misschien aan toe te zijn omdat het steeds slechter gaat en het steeds moeilijker wordt om alles in huis maar zelf bij te houden. Mevrouw geeft ook aan soms dingen over te slaan en zegt dat zij haar huis vies vindt ondanks dat zij toch probeert alles schoon te houden. De mevrouw heeft alleen geen idee of en hoe zij diensten kan aanvragen en of zij hier recht op heeft. Haar man heeft hen wel opgegeven hiervoor via internet, maar door onduidelijke inlogcodes en onbereikbaarheid van de instellingen, hebben zij het er maar bij laten zitten. Omdat zij ook zeer slechte ervaringen hebben met de gemeente Zoetermeer (aanvraag invalideparkeerkaart als passagier), verwacht men van die kant ook niets meer en wil men er ook zo weinig mogelijk mee te maken hebben.

Informatietoegankelijkheid Meneer geeft aan dat er weinig bruikbare informatie beschikbaar is over de zorg. Zorg is erg verbureaucratiseerd en gereglementeerd en nu ook gedigitaliseerd. De hulpverleners willen liever

Page 56: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 51

zaken afvinken dan de klant echt begrijpen. Hoewel mevrouw soms wel iets kan doen met een iPad, kan zij nauwelijks overweg met een computer. Ook voor haar telefoon is zij zelfs nog afhankelijk van haar man (pakken toestel en draaien (goedkope) nummers in het buitenland (familie)). De man kan redelijk omgaan met de computer, maar begint wel achter te lopen doordat de programma’s steeds vernieuwen en hij die veranderingen slecht kan bijhouden. Zij gebruiken geen IPhone (te moeilijk) en geen apps (weten niet wat dat precies is). Chronische klachten Meneer wordt de laatste tijd duizelig, licht in zijn hoofd en misselijk wanneer hij zit of staat, als meneer gaat liggen dan trekt het weg tot hij weer gaat zitten of staan. De dokter durft over de oorzaken daarvan nog geen duidelijke uitspraken te doen. Mevrouw heeft 2 knieën die heel slecht zijn, mevrouw kan hier niet meer aan worden geopereerd omdat zij te oud is en moet hier voor één keer in de drie weken naar de diëtist. Daarnaast gaat zij ook regelmatig naar een verpleegkundige voor haar suikerziekte. Ook moet zij eigenlijk naar de fysiotherapeut en een podoloog, hetgeen zij steeds uitstelt vanwege de pijn etc.. Ook heeft mevrouw suikerziekte en moet zichzelf elke dag zelf toedienen met een spuit tegen suikerziekte die tegelijk ook helpt voor het verliezen van gewicht. Het toedienen van de spuit kan/durft mevrouw niet en is daardoor afhankelijk van haar man die dit elke avond doet. Technologie Het echtpaar heeft naast twee mobiele telefoons, die zij weinig gebruiken, en drie telefoontoestellen in een huiscentrale twee computers en een iPad tot hun beschikking. Zij hebben deze aangeschaft op advies van hun twee kinderen. Echter begrijpt het echtpaar niet zo veel van de computer en al helemaal weinig van de iPad. Eén van de computers kunnen zij zelfs nu geen gebruik meer van maken omdat deze vraagt om een wachtwoord en meneer deze is vergeten en hij geen idee heeft hoe hij dit kan oplossen. Is hiervoor afhankelijk van zijn kinderen. Wachtwoorden zijn in het algemeen trouwens een probleem voor hem omdat hij overal en alles een wachtwoord moet hebben (banken, Digid en vele andere instanties) en het allemaal teveel wordt voor hem. Zeker ook omdat hij bang gemaakt wordt voor inbraken op de computer en hij alles ook wil opbergen (maar waar dat gedaan?). Hij vreest zeer voor zijn vrouw als hij dood valt. Zij is dan wat de digitalisering betreft geheel verloren volgens hem. Gemeente Zoetermeer Het echtpaar heeft al geruime tijd een akkefietje met de gemeente Zoetermeer. Dit komt doordat de mevrouw heel erg slecht te been is en bijna niet kan lopen. De meneer wil dan ook graag een invalide parkeerkaart om zijn vrouw bij een invalide parkeerplek af te zetten wanneer zij boodschappen gaan doen omdat zij simpelweg niet ver kan lopen. Ook komt de mevrouw haast niet uit de auto en kost dit het echtpaar 30 á 45 minuten om mevrouw uit de auto te krijgen en moet de meneer allemaal ‘trucjes’ uithalen om het makkelijker te maken zoals de auto half aan de verkeerde kant van de weg zetten omdat de auto dan scheef staat en het makkelijker uitstappen is. Op een normale parkeerplaats is uitstappen simpelweg niet haalbaar omdat er vaak niet genoeg ruimte is voor de mevrouw om uit te stappen, ook moet de mevrouw dan vaak te ver lopen wat zij niet volhoudt. Echter krijgt het echtpaar de invalideparkeerkaart niet omdat mevrouw zelf geen rijbewijs heeft en meneer haar overal naartoe kan brengen, dan heeft het echtpaar er volgens de gemeente geen recht op. Dit tot ergernis van het echtpaar omdat zij elke keer een aanvaring krijgen met de wijkagent of stadstoezicht wanneer de mevrouw toch bij de invalide parkeerplaats afgezet wordt. Volgens de man hebben zij echter geen keuze omdat de mevrouw het echt niet volhoudt en zij dit al eens hebben geprobeerd. Mede door deze reden rijdt het echtpaar altijd naar Pijnacker of Berkel voor hun boodschappen, zij vinden dat zij daar meer gewaardeerd worden en de wijkagent meer begrip heeft voor het echtpaar omdat zij wél zien hoe moeilijk de mevrouw het heeft. Van de gemeente Zoetermeer wil er niemand

Page 57: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 52

komen kijken hoe moeilijk het echtpaar het heeft terwijl het volgens de gemeente allemaal niet zo erg kan zijn. Het echtpaar heeft momenteel nog een rechtszaak lopen met de gemeente Zoetermeer om de invalideparkeerkaart, zij zijn in hoger beroep gegaan en hebben op dit moment een map met een paar honderden pagina’s aan brieven, e-mails, foto’s, etc.

Page 58: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 53

Bijlage I: Interview ouderen Daan Aantekeningen, opvallende zaken. 10 jaar met pensioen. Vitaal, ziet er verzorgd uit, geen fysieke problemen op het eerste oog, geen bril. Sociaal Woont samen met zijn vrouw. Foto’s van familie leden in de huiskamer en gang. Is voorzitter van ouderenbond, daar is hij veel mee bezig. Dit vindt hij niet erg, heeft vroeger ook veel zaken opgezet (bijv. een soort jongeren vereniging op de universiteit) Zegt nu drukker te zijn dan toen hij nog werkte. Kent door de ouderenbond veel mensen, ontmoet deze mensen ook regelmatig. Helpt nog regelmatig mensen in de buurt met juridische zaken vanwege zijn achtergrond. Gezonde levensstijl Vroeger veel aan hockey gedaan. Gestopt met hockey omdat hij er geen tijd meer voor had. Dit vond hij jammer maar werk en familie ging voor. Heeft nog aan badminton en bowlen gedaan. Dit gaat nu niet meer vanwege. Mag van dokter zijn arm niet meer te ver naar achteren doen, hierdoor kan hij deze activiteiten niet meer uitvoeren. Vindt hij heel erg jammer, want bowlen met de ouderenbond vond hij hartstikke leuk. Hij is daar nu nog wel aanwezig vanwege de gezelligheid. Zelfstandigheid Doet alles nog zelf in huis, is ook nog mobiel. Elke avond (nu het lekker weer is en licht buiten) gaat hij een stuk wandelen (1uur ongeveer). Fietsen gaat ook nog prima. Auto rijden ook nog. Gebruiken van diensten Maakt geen gebruik van bijv. bus/trein/rr. Want kan zelf nog auto rijden. Heeft een schoonmaakster in dienst, heeft hij al voor lange tijd. Dit is meer voor gemak, niet omdat hij of zijn vrouw het zelf niet meer lukt. Laat momenteel zijn buurman (ZZP’er) zijn schuur schilderen. Zelf geen tijd om dit te doen. Informatie toegankelijkheid Is ontevreden met de gemeente website. Vind het lastig om bepaalde zaken te vinden. Vind het vervelend dat hij dan alsnog moet gaan bellen met gemeente. Andere informatie krijgt hij vaak toegestuurd gekregen omdat hij voorzitter is van ouderenbond. Zo heeft hij laatste heel veel informatie gekregen over technologien die binnen huis gebruikt kunnen worden. Denk hierbij aan een traplift. Deze informatie zet hij vervolgens uit binnen een blad voor leden van de ouderenbond. Chronische klachten Hernia, heeft er niet heel veel last van momenteel. Vind het vervelend dat hij bijv. niet meer kan bowlen hierdoor. Technologie Maakt gebruik van een oude Nokia telefoon (geen smartphone). Heeft het alleen nodig om te bellen en smsen. Zou wel een smartphone willen hebben om meer overzicht te krijgen (agenda). Gebruikt de PC alleen om stukjes te typen voor de ouderenbond en om verslagen te typen (bijv. van vergaderingen). Gebruikt een iPad om dingen te ‘googlen’.

Page 59: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 54

Heeft niet directe behoefte aan de nieuwste technologien. Is wel verbaast over de mogelijkheden die er zijn binnenhuis (bijv. de traplift, sensoren in badkamer etc). Denkt hier momenteel niet echt over na, maar zou het wel overwegen wanneer bepaalde fysieke ongemakken zouden opspelen.

Page 60: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 55

Bijlage J: Interview ouderen Yoshi Geïnterviewde: Interviewer: Naam: - Naam: Yoshi Knotter Geslacht: Man Datum: 04-05-2016 Leeftijd: 81 Duur: 1 uur 15 min Getrouwd Locatie: Thuis bij oudere Code: Kwantummechanica Meneer (81 jaar) is opzoek naar iemand die dezelfde interesses heeft als meneer zelf. Meneer heeft een boek geschreven over kwantumfysica en speelt graag gitaar. Het lijkt hem leuk om met andere mensen gitaar te spelen of zelfs in een bandje. Heeft een arts als vriend gehad maar deze is verhuisd naar Frankrijk. Meneer heeft een vrouw (61) in Nederland, dit is ook de reden dat hij hierheen is gekomen. Heeft ook een vrouw in curaçao gehad, maar is daarvan gescheiden. De moeder van mevrouw woont in het verzorgingstehuis in de leyens (buytenhage volgens mij) Hypnotherapie gestudeerd. Meneer is niet afhankelijk van zorg Fysiotherapeut, meneer heeft pijn aan zijn heup. Hiervoor doet hij oefeningen. Meneer loopt naar het winkelcentrum en mevrouw rijdt hiernaartoe. Meneer heeft geen smartphone, hij gelooft hier niet zo in. Meneer kan maar aan een oog zien, aan het andere oog is hij blind. Dit komt door ouderdom. Ook draagt meneer een gehoorapparaat. Meneer vindt het leuk om met mensen te praten. Hij vindt het leuk als er mensen langkomen 1 a 2 keer per week. Hij zoekt mensen met een bepaald niveau. Meneer houdt van klassieke muziek. Meneer heeft 3 zonen en 1 dochter. Meneer houdt niet van reizen, meer van zijn eigen plekje

Page 61: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 56

Bijlage K: Interview ouderen Xander

Geïnterviewde: Interviewer: Naam: Meneer X Naam: Xander van Berckel Bik Geslacht: Man Datum: 03-05-2016 Leeftijd: begin 70 Duur: 1 uur 10 min Getrouwd Locatie: Thuis bij oudere Sociaal en zelfstandigheid Op sociaalgebied is meneer X goed bezig. 1 a 2 keer in de week werkt hij als vrijwilliger bij de voedselbank in Zoetermeer. Hier stelt hij samen met andere vrijwilligers de voedselpakketten samen en deelt deze vervolgens uit aan de mensen die het nodig hebben. Naast het vrijwilligerswerk dat meneer doet heeft hij ook nog veel vrienden. Zijn voornamelijke contact met zijn vrienden is door hen te helpen. Veel van zijn vrienden zijn ouder dan hijzelf, en hebben daarom meer zorg nodig. Wanneer een van deze personen bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moet, dan brengt meneer X hen graag. Zo heeft hij het gevoel dat hij iets voor zijn vrienden kan betekenen. Vroeger heeft meneer X bij een kaartclub gezeten. Hier kwam hij dan wekelijk bijeen met een club mensen om met z’n alle te gaan kaarten. Dit was een activiteit waar meneer altijd wel naar uit keek. Naast de activiteiten die meneer in Zoetermeer doet, heeft hij samen met zijn vrouw ook een vakantiehuis in Curaçao. Hier is meneer dan ook een aantal maanden per jaar te vinden. Soms komen er ook vrienden van hem, vanuit Nederland, naar Curaçao. Wanneer dit gebeurt, vindt meneer het leuk om zijn vrienden rond te leiden over het eiland. Meneer fungeert dan als een gids. Gezonde levensstijl Meneer zou van zijn fysiotherapeut 1 keer per week moeten sporten. Echter heeft zijn vrouw enige tijd geleden een operatie gehad. Hierdoor heeft meneer het sporten even stopgezet. Echter geeft meneer wel aan dat veel ouderen een drempel ondervinden om te gaan sporten. Zo zegt meneer dat er te weinig recreatie zwembaden in Zoetermeer zijn. Ook ziet meneer op tegen het gaan naar sportscholen, omdat zoals meneer zelf zegt: hier allemaal fitte jongeren rondlopen. Hij voelt zich tussen deze fitte jongeren niet thuis. Meneer weet van het bestaan van zogenoemde “ouderen fitness”, hierover zegt hij dat hier alleen maar “oude mensen” op af komen. Daarnaast vindt hij het ook een suf imago hebben. Gebruik van diensten Meneer maakt niet echt gebruik van (externe)diensten. Wel heeft meneer een werkster in dienst. Deze helpt hem en zijn vrouw in het huishouden. Meneer geeft aan om het liefst, zolang het nog kan, zo zelfstandig als mogelijk te willen zijn. Informatietoegankelijkheid

Page 62: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 57

Meneer vindt informatie over de zorg over het algemeen goed beschikbaar. Zo zegt hij voldoende informatie gekregen te hebben voor, tijdens en na de operatie van zijn vrouw. Daarnaast geeft hij aan dat hij ook het een en ander op internet over zorg kan vinden. Technologie Meneer heeft een aantal Smart-devices. Denk hierbij aan een smartphone, tablet (2 stuks) en een laptop (ook 2 stuks). Meneer geeft aan dat hij goed mensen dingen apparatuur om kan gaan. Ook bestelt hij zo nu en dan iets op het internet. Meneer is hierbij wel angstig dat zijn betaalgegevens “gehackt” worden. Meneer heeft dit namelijk al een keer meegemaakt. Om deze rede betaald meneer online alleen maar met “iDeal”, meneer zegt zelf dat dit de meest veilige manier is om online te betalen. Meneer kan dus aardig omgaan met technologie. Wanneer hij ergens niet uitkomt, vraagt hij hulp bij een van zijn kinderen. Meneer hoeft niet het nieuwste van het nieuwste te hebben. Hij zegt zelf: ik koop pas iets nieuws als het kapot is. Chronische klanten Meneer is hartpatiënt. En heeft een pacemaker met ingebouwde AED in zijn lichaam zitten. Van zijn aandoening heeft meneer niet echt last. Wel zegt hij dat hij sommige dingen wat “rustiger aan” moet doen. Opmerkingen Meneer geeft tijdens het gesprek aan dat steeds meer initiatieven in Zoetermeer verdwijnen omdat de subsidie vanuit de gemeente dichtgedraaid wordt. Zo noemt hij een aantal voorbeelden:

- De “Plezierschool” hier konden ouderen in het verleden voor €10,- eten. Het eten werd dan bereidt door jongeren die een koksopleiding deden

- “Soos” dit was een organisatie die leuke dingen organiseerde voor ouderen. Denk aan uitjes, informatieavonden, workshops, enz.

- “Resto vanHarte” ook een kookschool waar mensen konden komen eten. Meneer geeft aan dat veel ouderen dit leuke initiatieven vonden en hier dan ook graag kwamen. Hij geeft aan dat dit voor sommige ouderen het uitje was waar zij de hele week naar uitkeken. Met het wegvallen van deze initiatieven is meneer bang dat juist deze mensen nu de hele week alleen thuis zitten. Omdat zij nu geen uitstapje meer hebben. Meneer geeft aan dat er in zijn wijk nog wel een aantal ouderenverenigingen zijn, zoals de AMBO: Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen en de KBO: Katholieke Bond voor Ouderen. Meneer zegt dat deze verenigingen nog wel dingen organiseren, zoals wandelingen. Of dit goed wordt bezocht weet meneer niet, omdat hij en zijn vrouw hier nooit komen.

Page 63: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 58

Bijlage L: Interview 2 ouderen Michael Interview 27-5; bijpraten over het onderzoek. Intro Ik heb toegelicht wat wij de afgelopen weken hebben uitgevoerd. Dat wij van alle 14 de studenten de interviewverslagen hebben verwerkt binnen onze groep. Dat wil zeggen dat wij van elke student het interviewverslag hebben bekeken en hier de belangrijkste/meest opvallende punten uit hebben gehaald en hier mee verder zijn gegaan. Vervolgens hebben wij dit geclusterd en thema’s en patronen in gevonden. Met de meest voorkomende thema’s hebben wij een short-list van opgesteld en hier zijn wij verder aan de slag gegaan. De thema’s die wij hebben opgesteld uit deze interviews van de studenten zijn:

- Sociaal - Gezonde leefstijl - Zelfstandigheid - Gebruik van diensten - Informatie toegankelijkheid - Chronische klachten - Technologie - Veiligheid

Om deze thema’s verder aan te vullen, hebben wij deskresearch gedaan om deze thema’s en de komende ideeën te onderbouwen en hebben wij patronen herkend binnen deze thema’s. Verder hebben wij de hoofdvragen van ons onderzoek besproken en waar wij ons binnen de groep meer op willen richten. Hier zijn drie hoofdvragen voor opgesteld om mee verder te gaan, deze vragen zijn in het gesprek naar voren gekomen. Hoe kunnen wij ouderen helpen bij de adoptie van technologie? Omdat wij patronen hebben gevonden uit alle interviewverslagen van de studenten in de adoptie van technologie, Mij is voorgelicht dat wij de ouderen aan de hand moeten meenemen, omdat de ouderen iets uitgelegd krijgen en dit slechts één keer gebruiken. Dit is anders dan mensen die hier elke dag of wekelijks mee om gaan. Ouderen gebruiken technologie minder vaak en vergeten dit steeds. Om dit beter te laten slagen moeten de ouderen hier vaker mee om gaan om de technologie makkelijker onder de knie te krijgen. Een tweede punt is dat de ouderen onder elkaar gebracht moeten worden. Door ouderen onder elkaar te brengen en gezamenlijk met de technologie bezig te laten, zullen zij hier meer van leren en zullen zij dit sneller opsteken. Opmerking van de geïnterviewde: Wanneer je nieuwe technologie koopt, dan krijg je hier geen uitleg bij. Het zou handig zijn als er een boekje of handleiding bij zit met uitleg hoe je de technologie kan gebruiken. Bijvoorbeeld wanneer je een iPad koopt, dan zou er vanuit de fabrikant in 1 A4tje uitgelegd moeten worden hoe de iPad werkt zodat je hier mee om kan gaan, een soort korte instructie. Opmerking 2 van de geïnterviewde: Google maps is een leuke uitvinding en leuk om te weten hoe dit werkt, maar het is niet van levensbelang. Skype daarentegen kan van levensbelang zijn wanneer je familie in het buitenland hebt en deze wil kunnen zien en spreken. Wanneer ik iemand in het buitenland heb om mee te spreken en ik moet via skype een gesprek op kunnen roepen dan leer ik dit veel sneller dan een google maps om door straten te kunnen ‘lopen’.

Page 64: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 59

Opmerking 3 van de geïnterviewde: Waarom zijn er geen winkels die ons kunnen helpen met de computer? Als er een soort helpdesk is of een nummer die ik kan bellen of een winkel waar ik mijn computer naartoe kan brengen voor problemen dan zou ik daar best voor willen betalen. Mevrouw vindt dat zij zichzelf ‘dommer’ maakt doordat zij werk op de computer uit handen geeft en bijvoorbeeld zaken met betrekking tot de belastingdienst laat doen door haar dochter, zoon of man. Hierdoor vindt zij zelf dat zij er niks van leert. Hoe kunnen wij mensen met chronische klachten langer zelfstandig thuis laten wonen? Uit ons onderzoek van de interviewverslagen is gebleken dat ouderen liever niet in een verzorgingstehuis wil wonen maar het liefst thuis wil blijven wonen, hier hebben zij best wel veel voor over om dit mogelijk te maken. Mensen met chronische klachten stellen dit liever uit en blijven zo lang mogelijk thuis wonen tot dit echt niet meer kan. Technologie kan hier een grote rol in spelen. Ook de omgeving van mevrouw waar ik het interview heb afgenomen staat vrij vol met meubels. Mevrouw kan zich hierdoor moeilijk door het huis bewegen en moet zelfs leunen op stoelen en tafels om bijvoorbeeld naar de keuken te lopen. Opmerking van de geïnterviewde: Ouderen maken zichzelf vaak te afhankelijk door meteen hulp te zoeken wanneer zij iets moeten doen en zelf geen moeite doen om het zelf te proberen. Je moet zelf ook actief bezig zijn en proberen dingen zelf te blijven doen en niet zo snel uit handen geven. Het is heel belangrijk dat je geestelijk zelf erbij blijft. Opmerking 2 van de geïnterviewde: Ik vind het wel waardevol dat ik iemand ken en dat die persoon mij ook kent. Waarom is er geen hulpdienst die mij persoonlijk kent en mijn situatie ook kent? Die persoon kan mij een beter antwoord geven en weet wanneer hij of zij mij moet bellen wanneer ik niet bereikbaar ben. Deze persoon weet ook waar ik dan vaak op vast loop. Het liefst een bekend persoon en een vast contact. (Een soort helpdesk die mij advies kan geven). Opmerking 3 van de geïnterviewde: Ik vind het ook belangrijk dat de persoon sociaal aardig is, dat hij of zij niet alleen komt voor werk maar op sociaal vlak ook een gesprek aan kan gaan wanneer hij langs komt. Hoe kunnen wij ouderen gezamenlijk meer laten bewegen? Uit de interviewverslagen van de studenten is gebleken dat de ouderen het lastig vinden om meer te bewegen. De reden hiervoor is dat zij dit saai en niet leuk vinden. Daarbij hebben zij gemerkt dat als je een lange tijd niks hebt gedaan dat het dan moeilijk is om op gang te komen. Mevrouw vindt het niet nodig om dit in een groep te doen, omdat je dan afhankelijk bent van anderen. Wel houdt de mevrouw van mensen en vindt zij het gezellig om onder de mensen te zijn en sociaal bezig te zijn alleen bewegen onderling vindt zij onnodig omdat je dan gedwongen wordt. Opmerking van de geïnterviewde: Let er wel op dat er twee soorten mensen zijn, voor sommige mensen kan dit wel werken en die vinden het leuk en gezellig om onder de mensen te sporten. Voor mensen zoals wij is dat niet haalbaar, mevrouw heeft al heel veel moeite met lopen en schaamt zich een beetje voor anderen, daardoor zal het voor ons niet werken. Een sociale dwang om te bewegen werkt voor sommigen juist averechts.

Page 65: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 60

Opmerking 2 van de geïnterviewde: Bij de huisarts hebben zij een ruimte waar je gezamenlijk kan fietsen, daar zitten vaak ook dames onderling maar dit is niks voor mij. Ik ben op sportief gebied niet sociaal. Opmerking 3 van de geïnterviewde: Er zijn ook andere mogelijkheden om te bewegen en toch iets te doen. Je kan bijvoorbeeld mensen onder elkaar brengen als een soort van ‘gezelligheidsgroep’ dan kan je bijvoorbeeld afspreken om met elkaar ergens naartoe te gaan, of dat iedereen bij elkaar komt voor een bakje koffie en een koekje. Dan heb je toch sociaal contact, je kan even naar buiten en je krijgt toch extra beweging om hier naartoe te gaan. Het bij elkaar komen met andere ouderen is in dit opzicht het belangrijkste omdat nu iedereen thuis zit en geïsoleerd is. Opmerking 4 van de geïnterviewde: Hoe kun je sociale contacten in de wijk bevorderen? Zodat je ouderen bij elkaar kunt brengen. Vroeger waren er bijvoorbeeld kaarthuisjes, daar kwam ook iedereen bij elkaar voor kaartspelletjes en om onderling met elkaar te praten. Dit was heel gezellig maar dit is er nu niet meer. Het hoeft niet een hele buurt te zijn maar een geoptimaliseerd groepje van bijvoorbeeld maximaal 25 mensen bij elkaar is leuk en gezellig. Als daar iets nieuws voor gevonden kan worden is dat heel mooi. In zo’n gemeenschap komen worden er vaak ideeën verzonnen onderling. In zo’n kleiner clubje kan je onderling makkelijker praten over dingen, hier kan je dan bijvoorbeeld ook praten over computer problemen en zo onderling meer leren van elkaar, zo kan je dit dus ook weer combineren met technologie. Het sociale vlak is hierbij echt het belangrijkste. Wel moet het een liberale club zijn en hoeft het niet te streng zijn dat als je een keertje niet komt opdagen dat je er meteen niet meer bij hoort. Het moet een soort open avond zijn waar je naartoe kan, maar niet hoeft, en je moet elkaar wel kennen. Ook is het denk ik van belang dat je leeftijdscategorieën hebt, omdat je dan niet als iemand van 80 tussen mensen van 60 zit.

Page 66: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 61

Bijlage M: Interview 2 ouderen Xander Veiligheid Nee, ik voel mijzelf er veilig. Maatregelen zijn getroffen met 3 pinsluitingen. Postuur zit mee en dat helpt. De deur wordt altijd op slot gedaan. Er wordt wel op veiligheid gelet, iedereen kijkt goed om zich heen of er iets verdachts is. In de straat is er een poging tot diefstal gedaan. Daarnaast zijn er ook camera’s geplaatst om de veilig te waarborgen. De middenbermen en rotondes in de wijk worden niet tijdig genoeg gesnoeid, waardoor het zicht wordt belemmerd.

Risico’s Er zijn wordt rekening gehouden met de risico’s in huis. De trap is onder meer aangepast dat wanneer er een trap ingebouwd moet worden, dan kan dit. Er wordt goed over de toekomst nagedacht. Wat betreft eten wordt er goed over nagedacht, meneer houdt ervan om uiteten te gaan.

Werkverleden MUO (Meer uitgebreid lager onderwijs) (40 jaar) Avondstudie en overdag werken als specialist vervoeren gevaarlijke stoffen. In de eerdere werkomgeving werkte meneer in een omgeving met veel magazijnen waar hij toezicht over had. De Opleiding werkt door de verheid gepromoot, daarom heeft hij de opleiding gedaan. Later is meneer in Den Haag als opzichter van de stichting straat hygiëne. Daarna is hij met pensioen gegaan en heeft hij 1,5 jaar uit eigen zak betaald. Daarna is hij bij de voedselbank aan de slag gegaan als vrijwilliger.

Behoeftes Uit het vrijwilligerswerk bij de voedselbank haalt meneer veel voldoening, maar stopt er ook veel energie in. Vanuit het werk werd er ook veel voldoening uit gehaald, omdat meneer het werk leuk vond. Uit het kaarten wordt veel voldoening gehaald, maar daar is hij mee gestopt, omdat de andere kaarters nogal weleens lastig worden. Meneer gaat ook weleens naar een concert. Met de kleinkinderen naar centerparks. Gaat graag naar Friesland, want daar voelt meneer zich thuis. Gaat graag naar Curaçao om vakantie, alles is lekker rustig aan daar, goed om tot rust te komen. Er zijn wel behoeftes om een opleiding te doen, echter wordt er vanuit de gemeente te weinig aangeboden om dit te bewerkstelligen, ook kennissen lopen tegen dit zelfde probleem aan. Gelukkig Meneer geniet erg van zijn rust. Helpt graag mensen, maar hij zoekt het niet mensen op ze te helpen. Hij vindt zichzelf erg gelukkig en geniet heel veel van zijn kleinkinderen. Geniet ervan als hij een beetje overal “tussendoor kabbelt”. Er zijn geen direct zaken waar je ongelukkig van wordt. Als hij dat is en dan zou hij dan uitstralen, maar hij is op het moment zeker niet ongelukkig. Waar hij echter wel van baalt zijn de eet clubs etc. Waar hij vroeger gebruik van maakte, maar die er op het moment niet meer zijn. De behoeftes die er bij meneer zijn worden zelf goed ingevuld.

Familie/vrienden/kennissen Familie is belangrijk, zowel man als vrouw komen uit een groot gezin, dus er is veel contact met de familie. Er is goed contact met broers en zussen, daarnaast gaan ze veel bij elkaar op bezoek. Contact met kinderen en kleinkinderen is ook erg goed. Vrienden bestaan voornamelijk uit oud-collega’s. Kennis bestaan voornamelijk uit kennissen vanuit school van de dochter. Hieruit is een eet club

Page 67: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 62

ontstaan, omdat het contact zo goed was. Er zijn ook nog contacten met vrienden/kennissen uit het buitenland, hier bellen ze af en toe mee en sturen elkaar een kaartje. Er zijn ook goede vrienden uit curaçao waarmee goed contact is. Vanuit de kerk zijn er ook veel contact met name vanuit het kerkkoor. De buren zijn ook belangrijk, helaas is er een stel overleden. Met de nieuwe buren is minder contact, omdat deze een stuk jonger zijn. Vanuit vakanties zijn er ook kennissen en vrienden. Vanuit het vrijwilligerswerk worden ook kennissen opgedaan, echter wordt het contact hiermee aan een strak lijntje gehouden, want deze mensen zoeken je graag persoonlijk op.

Vitaliteit Soms heeft meneer last van jicht, dan voelt hij zichzelf niet goed, maar dit zijn momentopnamen. Naast de momentiele klachten voelt meneer zich vitaal. Daarnaast doet hij nu wel iets langer over werk in de tuin, maar hij heeft alle tijd van de wereld zegt hij zelf.

Page 68: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 63

Bijlage N: Interview 2 ouderen Daan Naar aanleiding van eerste interview, ben ik (Daan) teruggegaan voor meer informatie.

De onderwerpen, social graph en veiligheid (risico’s binnenshuis) waren tijdens het eerste interview

niet duidelijk genoeg naar voren gekomen. Dit is vervolgens tijdens een vervolg interview

aangekaart.

- Meneer is 71 jaar

- Woont al 23 jaar in Rokkeveen

- Is erg betrokken bij eigen buurt

- Heeft geen binding met kerk

- Geeft vaak raad en adviezen

- Weet dat er een buurtwhatsapp aanwezig is. Is hier wat kritisch op, heeft soms het idee dat

ieder onbekend iemand wordt gezien als verdacht.

- Voelt zich veilig thuis en om het huis heen. Komt ook omdat er vooral mensen met redelijk

inkomen wonen.

EXTRA

- Heeft nog wat opmerkingen over website gemeente.

o Zoekfunctie, kan beter. Wanneer je nu zoekt (persoon) wordt er niet gelijk een juist

resultaat weergegeven

o Navigatie, dit is voor meneer niet altijd even duidelijk. Sluit de website wel op alle

doelgroepen aan?

o Zoeken van personen, zoals eerder aangegeven. Soms zijn personen lastig te vinden

en daardoor moeilijk te contacteren.

o Voor mensen met minder kennis, is het navigeren en zoeken op de site nog lastiger.

Er is teveel kennis nodig om te komen waar je wil zijn.

o Het algemene nummer voor ambtenaren Zoetermeer duidelijker neerzetten

([email protected])

Geinterviewde

Buren

KBOZ

Familie (afstand)

Kennissen

Ouderenbond (zakelijk)

Wijkagent

Page 69: Adviesrapport dmxy

Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer

IRP Adviesrapport Versie 1.0 64

Bijlage O: Deskresearch adoptie onder ouderen Technologie adoptie onder ouderen

Uit een onderzoek dat door de universiteit van Twente is uitvoert naar de adoptie van technologie onder ouderen zijn de volgende punten naar voren gekomen die relevant zijn voor ons onderzoek. Voor en nadelen

Respondenten van het onderzoek geven aan dat de technologie vooral zal bijdragen aan het gemak en de veiligheid. Het voordeel van adoptie van technologie onder ouderen is dat zij meer taken zonder menselijk hulp van buitenaf kunnen uitvoeren. Daartegenover staat dat de adoptie van technologie ook een aantal nadelen met zich meebrengt. De adoptie van technologie zal kunnen leiden tot minder zelfstandige ouderen. Dit komt doordat ouderen afhankelijk worden van de technologie. Wanneer ouderen afhankelijk worden van technologie bestaat er een kans dat ouderen minder vaak het huis verlaten en minder sociale contacten opdoen of onderhouden. Meer technologie brengt ook angst met zich mee, ouderen zijn namelijk bang dat er technologie kapot kan gaan. Hoe meer afhankelijk ouderen zijn van technologie hoe groter de angst is dat er iets kapot kan gaan. Daarnaast wordt er door de respondenten, die in een verzorgingstehuis wonen, aangegeven dat zij niet nog meer techniek “knoppen” in huis willen hebben. Conclusie onderzoek

Onder ouderen zit een verschil tussen technologie accepteren en adopteren. Dit verschil dat ouderen de technologie in huis wel willen accepteren. Wanneer de technologie geadopteerd wordt, wanneer er voor betaald moet worden, zijn ouderen echter terughoudend. De acceptatie en adoptie is afhankelijk van de mate van nuttigheid in het gebruik, gericht op veiligheid en gemak, en weinig tot geen kosten of rompslomp. Dit betekend dat ouderen zich vooral zorgen maken om de bruikbaarheid en de kosten van de technologie. Naast de bovengenoemde factoren, die niet gezicht zijn op invloed vanuit de sociale leefomgeving, speelt ook de mening van vrienden of familie een belangrijke rol. De respondenten geven aan dat de acceptatie en adoptie sterk afhankelijk is van de sociale invloed vanuit familie of vrienden. (Denissen, Seydel, Ben Allouch, & Dohmen, 2006)