Zorgplan oktober 2011

1. Algemene informatie:

Naam: RK Daltonbasisschool St. Plechelmus Adres: Wilbertstraat 15c

7556 WH Hengelo Telefoon: 074-2916271 Directeur: J.A.M. Kuipers-Bollen Intern begeleider: M.Baake Schooltype: De Plechelmusschool is een dynamische school waarbij de principes

van het Daltononderwijs de uitgangspunten zijn. De leerstof is gerangschikt per jaargroep, en daar waar mogelijk wordt het in de vorm van Taakwerk aangeboden.

Grootte: De Plechelmusschool telt 340 leerlingen en 26 leerkrachten.Daarnaast is er een part-time administratief medewerkster en een conciërge

Faciliteiten: Er zijn 16 groepen die in totaal de formatie van 18,7652verbruiken. De IB’er is drie dagen ambulant, de RT’er twee dagen.

Inzet middelen: De verdeling van de “extra” formatie aan het eind van ieder jaar wordt per leerjaar bekeken. Vast staat dat de WSNS fre’s naar de IB’er gaan.

RK Daltonbasisschool St. PlechelmusOktober 2011

2. De organisatie van de leerlingenzorg

Alle basisscholen van de Dr.Schaepmanstichting hebben hun leerlingenzorg op een overeenkomstige manier geregeld. De leerlingenzorg is onder te verdelen in 4 zorgniveaus.

Niveau 1: Algemene zorg in de groep

De leerlingen in dit niveau ontvangen de gewone en alledaagse hulpverlening in de groepen 1 t/m 8.In dit zorgniveau gaat het om goed onderwijs voor alle leerlingen: dus onderwijs dat is aangepast aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. In de groep gaat de leraar op een professionele wijze om met de verschillen in kennis, vaardigheden, gedrag en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Afhankelijk van deze behoeften ontwerpt de leraar een passend onderwijsaanbod voor de leerlingen. De leerkracht tracht zoveel mogelijk het onderwijs af te stemmen op de individuele leerling zonder daarbij uit het oog te verliezen dat hij/zij onderdeel uitmaakt van een groep. Het gaat niet om het behalen van een zo hoog mogelijk standaarddoel, het gaat erom de leerling naar een, voor zich, zo hoog mogelijk doel te brengen. Dit kan uiteraard per leerling verschillen. Verder gaat het erom dat de leerkracht de leerlingen begeleidt in hun leerproces en ze verantwoordelijk maakt vóór dat leerproces. Hij zorgt er door zijn actieve houding voor dat leerlingen worden geprikkeld en uitgedaagd om leerprocessen aan te gaan. Dit vraagt een flexibele en actieve houding daar elk leerproces verschillend is. Ook worden de leerlingen gekend in eigen handelen om ze zo inzicht te geven in leerstrategieën.De groepsleraar neemt zelf beslissingen over deze algemene zorg aan zijn/haar leerlingen.

Niveau 2: Extra zorg in de groep

In dit niveau gaat het om de extra zorg die aan een kind gegeven wordt binnen de groep. Het kan bij het bieden van deze extra zorg gaan om individuele hulp bij een of meer vakken, om begeleiding van gedrag, de motoriek of om een combinatie van deze aandachtsvelden.De leraar zoekt in samenwerking met de intern begeleider naar mogelijkheden om de lichte achterstanden/problemen van deze leerlingen te begeleiden.

Niveau 3: Speciale zorg in of buiten de groep na intern onderzoek

Leerlingen in dit niveau worden door de eigen leraar of door bv. de intern begeleider van de school onderzocht en/of geobserveerd. Er wordt daarna een handelingsplan opgesteld waarin wordt beschreven wat het probleem is, wat er aan gedaan kan worden, wie het plan uitvoert en wanneer gekeken wordt of het plan effect heeft.Beslissingen over de voortgang van deze speciale zorg aan deze leerling worden op schoolniveau middels leerlingenbesprekingen en dus niet alleen door de leraar genomen en uitgevoerd. De afspraken worden ook op schoolniveau vastgelegd (leerlingvolgsysteem).De ouders van de leerling moeten met de inhoud en de uitvoering van het voorgenomen handelingsplan akkoord kunnen gaan.

Niveau 4: Speciale zorg na een extern onderzoek

Als in niveau 3 onvoldoende hulp kan worden geboden en er over de aanpak van deze leerling vragen blijven die de school niet kan beantwoorden, kan de hulp van specialisten worden ingeroepen. Dit kan en mag pas geschieden na schriftelijke toestemming voor zo ‘n onderzoek door de ouders/verzorgers. Op vraag van de school doet de specialist een onderzoek/observatie. Naar aanleiding van de bevindingen stelt de leraar in samenwerking met die specialist en de intern begeleider een handelingsplan op dat op de school wordt uitgevoerd.Beslissingen over de voortgang van deze speciale zorg aan deze leerling worden op schoolniveau en dus niet alleen door de groepsleraar genomen en uitgevoerd. De afspraken worden dan ook op schoolniveau vastgelegd. De ouders/verzorgers van de leerling moeten met de inhoud en de uitvoering van het voorgenomen handelingsplan akkoord gaan.

Naar aanleiding van bevindingen van een onderzoek kan de school, na overleg met de ouders, vaststellen dat er binnen de basisschool niet voldoende expertise aanwezig is om een programma of handelingsplan op te stellen en/of uit te voeren. Na toestemming van de ouders en na overleg met de specialist van de onderwijsbegeleidingsdienst wordt besloten deze leerling aan te melden bij het Zorgteam van het Expertiseteam van de Dr.Schaepmanstichting of aan te melden bij een Commissie van Indicatiestelling (CVI) voor het aanvragen van een leerling-gebonden financiering (het rugzakje)In het zorgteam zitten deskundigen vanuit het onderwijs (speciaal (basis)onderwijs) en de jeugdgezondheidsdienst. Het zorgteam geeft de basisschool advies over hulp bij begeleiding op de school of adviseert en biedt ondersteuning bij een van de hierna te noemen “vervolgmogelijkheden”

Vervolgmogelijkheden

1. Verwijzing naar een andere basisschool

De ouders van een leerling en de school moeten beslissen of ze voldoende mogelijkheden hebben om de leerling binnen deze school optimaal te kunnen begeleiden. Zij kunnen in dit stadium besluiten dat een andere basisschool beter hulp kan bieden in de gegeven situatie.

2. Verwijzing naar speciale zorg buiten de school

Ook al moet de nadruk van de zorg in de groep, bij de groepsleraar en binnen de school liggen, in bepaalde gevallen kan externe bovenschoolse hulp gewenst zijn. Deze hulp kan op verschillende manieren vorm krijgen :

Groepstrainingen met betrekking tot sociale vaardigheid. Op bepaalde momenten in het schooljaar kunnen leraren kinderen vanaf 8 tot 12 jaar aanmelden, na toestemming van de ouders, voor een sociale vaardigheidstraining. De intake en aanmelding verloopt via medewerkers van het zorgteam

Externe instanties jeugdhulpverlening (bijv. GGD,Carint, Mediant, Jarabee, BJZO) R.I.D.

3. Plaatsing in het speciaal basisonderwijs

Wanneer een school aangeeft dat een leerling niet verder kan worden begeleid, zal worden bekeken of overplaatsing naar een school voor speciaal basisonderwijs noodzakelijk is. De leerling wordt dan aangemeld bij het zorgteam. Zij zal de aanvraag voor een beschikking voorleggen aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband WSNS 7.2. Wanneer deze Permanente Commissie Leerlingenzorg constateert dat voor deze leerling onvoldoende hulp kan worden geboden in de gewone basisschool, dan kan het kind een beschikking van toelaatbaarheid tot S.G. Beyaert krijgen. De ouders kunnen met de afgegeven beschikking hun kind aanmelden bij deze school voor speciaal basisonderwijs.

4. Plaatsing in het speciaal onderwijs Wanneer een school aangeeft dat een leerling niet verder kan worden begeleid, zal worden bekeken of overplaatsing naar een school voor speciaal onderwijs noodzakelijk is. De school kan hiervoor de hulp inroepen van het zorgteam maar kan ook rechtstreeks aanmelden bij de betreffende commissie van indicatiestelling (CVI)In de laatste vijf schooljaren zijn er in totaal 6 leerlingen verwezen naar het speciaal (basis)onderwijs.

2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010-2011 0 2 0 3 2

In die vier niveaus spelen drie organisatiestructuren een rol.

1. De groep2. De school3. Het Samenwerkingsverband

De zorgniveaus vertaald naar handelen in die drie organisatievormen:

De groep

De groepsleerkracht verzamelt gegevens van alle leerlingen, zowel via observaties, screeningslijsten, methodegebonden toetsen als methode onafhankelijke toetsen.De gegevens worden geordend in het leerlingvolgsysteem. (het LOVS systeem van Parnassys) Vanuit de groepsbesprekingen worden leerlingen geselecteerd die in aanmerking komen voor een individuele bespreking. De groepsleerkracht heeft overleg met de ouders over de status vaneen dergelijke bespreking.In een aantal gevallen is het mogelijk dat het probleem na bespreking met de intern begeleider in handelingsalternatieven (groepsplan) wordt aangegeven. Bij andere problemen is een individuele leerlingenbespreking noodzakelijk waarbij evt. de consultatieve begeleider van Expertis of collegiaal consulenten van het Expertiseteam ingeschakeld worden. De organisatie van deze besprekingen ligt bij de intern begeleider. De school kan een beroep doen op deze begeleider voor het opstellen van een handelingsplan, waarbij doelen, frequentie van begeleiding en evaluatie wordt aangegeven.

Na de evaluatiebespreking is er overleg met de ouders over het bereikte resultaat.Voor het uitvoeren van een handelingsplan en de contacten met de ouders is de groepsleerkracht in eerste instantie verantwoordelijk. Dat impliceert niet dat een groepsleerkracht te allen tijde ook de uitvoerende is van hetgeen in het plan is vastgelegd.

De evaluatie kan 4 resultaten opleveren:a. Het probleem is opgelost, het dossier wordt gesloten,b. De hulp, c.q. aanpassing van het onderwijs dient te worden gecontinueerd,c. De aanpassing van het onderwijs is gelukt, doch er is een ander probleem ontstaan; de procedure start opnieuw. (leerlingenbespreking, overleg ouders, aanpassing onderwijs)d. De school kan niet verder met het probleem; er volgt overleg zorgplatform. (schoolniveau)

De school

De aanpassing van het onderwijs heeft niet de gewenste resultaten opgeleverd en er is nader onderzoek nodig, dat door de intern begeleider gedaan zou kunnen worden. Er volgt een leerlingenbespreking op teamniveau. Indien dat niet het gewenste resultaat oplevert kan de school zich door het Expertiseteam laten adviseren. Inschakelen collegiaal consulent en aanmelding Expertiseteam. (aanmeldingsformulieren) Er wordt dan een casemanager aangesteld vanuit het Expertiseteam en er wordt onderzoek gedaan door een van de expertiseleden van het Expertiseteam. Een handelingsplan wordt opgesteld vanuit de gegevens van dit onderzoek en wordt met de ouders besproken. Het kan zijn dat bij de evaluatiebespreking blijkt dat de begeleiding niet de gewenste resultaten heeft opgeleverd en dat de school het onderwijs ook niet meer kan aanpassen.Er zal opnieuw een beroep op het Expertiseteam moeten worden gedaan. Verwijzing naar een andere instantie.Alle acties die door het Expertiseteam worden voorgesteld en uitgevoerd, gaan in overleg met en daar waar nodig met toestemming van school en ouders.Het Expertiseteam geeft een advies. Dit advies kan zijn:a. Een andere basisschool.b. Een vorm van speciaal onderwijs.c. Een school voor speciaal basisonderwijs.

Het advies genoemd bij a en b kan door school en ouders met ondersteuning van het zorgteam worden afgehandeld. Het advies bij c betekent aanmelding Permanente Commissie Leerlingenzorg. We komen dan op het niveau van het samenwerkingsverband.

Het samenwerkingsverband

Het bestuur van SWV 7.02 besloot in mei 2006 dat er met ingang van 01-08-2007 geen gezamenlijk platform meer zal zijn. Het bovenschools management (BMT), het IB-Netwerk, de BAC-onderwijs en de directies van de scholen van de Dr.Schaepmanstichting hebben besloten om de consultatieve en adviserende taak, alsmede de ondersteunende taak bij aanvragen leerlinggebonden financiering (lgf) in een expertiseteam vorm te geven. Dit team is ook het doorgeefluik naar de PCL.

3. Schoolspecifiek beleid

Het onderwijskundig beleid

Dit vindt haar neerslag in het constant optimaliseren van het onderwijs. Dat betekent in dit geval de school als lerende organisatie zien en bewust het handelen afstemmen op de onderwijskundige visie, namelijk het leren en werken via de Daltonprincipes.Het beheersen van basisvaardigheden, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied heeft bij onze school een grote prioriteit. Daarbij zal er rekening worden gehouden met de individuele ontwikkeling van een leerling. Er zullen echter wel minimum doelen gesteld worden die elke leerling dient te behalen. Door de Dalton aanpak van de Plechelmusschool kunnen leerlingen zich de leerstof, indien mogelijk, zelfstandig eigen maken. Dit gaat o.a. via het Taakwerk. Ook is het belangrijk dat leerlingen inzicht krijgen in eigen handelen en leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen werk. Het zogenaamde “leren leren”.Afspraken, regels en de verslagen van elke dag worden vastgelegd in een klassenmap. De structuur van deze klassenmap is ook in onderling overleg vastgelegd. De algemene schoolregels zijn bekend in de groepen en dragen ertoe bij dat de leerlingen zich in een veilige en consequente omgeving kunnen ontplooien.De IB’er is de aansturende en vormgevende factor als het gaat om de zorgverbreding.Plannen en beleid worden mede ontwikkeld in de zorgcommissie, bestaand uit de directeur, de IB’er en een aantal leerkrachten.RT en eventuele externe zorgverbredende aspecten zullen pas worden ingeschakeld op aanvraag van en/of na overleg met de groepsleerkracht en met goedkeuring van de ouders.Leerkrachten stellen de IB’er altijd op de hoogte alvorens zij inschakelen externe hulp inschakelen..De zorg op schoolniveau kent als eindverantwoordelijken de directie en de IB’er, maar wordt uiteraard gedragen door het hele team.

Methodes:

De methodes worden op een effectieve en naar onze Daltonvisie op onderwijs ingezet, zonder daarbij de kerndoelen en de leerlijn uit het oog te verliezen. Binnen de methoden zijn er differentiatiemogelijkheden aanwezig, mede op grond daarvan zijn ze uitgezocht, en de leerkracht dient een professionele houding te hebben waarbij hij/zij kan differentiëren.

Methodes die in de loop der jaren zijn aangeschaft of vervangen:

* Voorbereidend Rek.: “Schatkist Geïntegreerd” (2006)

* Rekenen: “Pluspunt” (2004)

* Aanvankelijk Lezen: “Veilig Leren Lezen” 2e Maan-versie (2006)

* Schrijven: “Schrijftaal” en “Pennenstreken” (2006)

* Voorbereidend Lezen: “Schatkist”(nieuwe versie 2006)

“Wat zeg je?”(2005)

* Voortgezet Technisch lezen “Estafette Nieuw”

* Taal: “Taal Actief” (2008)

* Begrijpend lezen: “Goed gelezen” (1998) “Nieuwsbegrip” (2009)

* Engels: “Hello You” (2001)

* Biologie/Natuur: “Wijzer door de natuur” (2001)

* Aardrijkskunde: “Wijzer door de wereld” (1999)

* Geschiedenis: “Wijzer door de tijd” (1999)

* Levensbeschouwing: “Hellig Hart” ( 2002)

* Verkeersonderwijs: “Klaar…over!”(2006)“Op voeten en fietsen” en “Verkeerskrant”

* Bewegingsonderwijs: “Basislessen bewegingsonderwijs” (2009) Aangevuld met de bronnenboeken van“Bewegingsonderwijs voor de Basisschool”“Beweging voor kleuters” (2004)“Bewegingsonderwijs in het speellokaal”

*Expressie en Culturele en Kunstzinnige vorming “Moet je doen” (2008)

* Sociale Vaardigheden “Soemo-kaarten” (2006)

De leerlijnen zijn per vakgebied bekend en de leerkrachten zorgen voor een goede overdracht van de vakgebieden naar het volgend jaar, inclusief een overzicht van de behandelde stof. Mocht er worden afgeweken van leerstof of handleidingen dan dienen alle leerkrachten hiervan op de hoogte zijn. Ook dienen fundamentele wijzigingen schriftelijk zijn vastgelegd.

Dit voortdurend bijstellen en onderwijskundig waarderen van leermiddelen draagt ertoe bij dat er een constante kwaliteitsbewaking plaats heeft in combinatie met de onderwijskundige visie.

ToetsenDe leerlingen worden structureel en continu gevolgd door het LOVS systeem van CITO.

De groepen 0, 1 en 2 hanteren naast de CITO-toetsen het kleuter-observatiesysteem van Pravoo en de toetsen bij het protocol dyslexie. De groepen 3 t/m 8 gebruiken de EGGO+

Problemen op sociaal-emotioneel gebied kunnen natuurlijk niet via toetsen worden gesignaleerd. Hiervoor dienen dan de observaties (zie hieronder) en de algemene indrukken van de leerkrachten.De instrumenten waarmee we de effectiviteit van ons onderwijs meten zijn:

CITO LOVS systeem:- DMT/AVI - Rekenen- Begr. Lezen - Taal voor Kleuters- Spelling - Ruimte en Tijd

- Ordenen Toetsen uit het Dyslexie Protocol (groepen 1 t/m 8) Pravoo observatiesysteem voor de groepen 1 en 2 EGGO + observatiesysteem voor soc. emot. ontw. Voor de groepen 3 t/m 8 CITO entree toets groep 7 CITO eind toets groep 8 Methode gebonden toetsen Observaties (door leerkrachten, IB’er, RT’er)

Verder heeft de Orthotheek diverse vragenlijsten (o.a. de schoolvragenlijst) waarmee eventuele problemen achterhaald kunnen worden.

Elke groep, heeft een aparte LOVS map, met daarin de agenda wanneer welke toets afgenomen dient te worden. (de toetskalender, zie bijlage 5.)Als de toetsen zijn afgenomen wordt het niveau bepaald. Voor de leerlingen die structureel hoog scoren wordt een passend leerstofaanbod gemaakt. Hoogste prioriteit binnen de Plechelmusschool hebben de leerlingen die D of E niveau scoren. Deze leerlingen worden in eerste instantie besproken door de IB’er met de groepsleerkracht. Fouten worden geanalyseerd en een (groeps)handelingsplan (zie bijlage 2) wordt opgezet. Het handelingsplan wordt besproken met de ouders/verzorgers en maakt deel uit van het dossier van de desbetreffende leerling. In het plan zijn tussendoelen, einddoelen en tijdspad concreet beschreven. Dit plan wordt zoveel mogelijk in de groep uitgevoerd, maar de leerkracht kan eventueel ondersteuning krijgen van de RT’er. Digitale vastlegging hiervan geschiedt in de dossiers van de leerlingen via het administratiesysteem Parnassys. Zie verder hoofdstuk 2.

Professionalisering

Door nascholing en bijscholing vergroot je de kennis van de individuele teamleden. Dit wordt uiteraard gestimuleerd. Wij vinden het echter ook van belang dat het team zich collectief laat nascholen op een nader te bepalen onderwerp. Die collectieve nascholing wordt altijd door een externe deskundige verzorgd. Daarnaast zijn er op jaarbasis nog een aantal studiemiddagen waarbij de nadruk meestal ligt op interne onderwijskundige aanpakken. De externe deskundigheid wordt meestal betrokken van het Onderwijsadviesbureau Expertis of van het KPC. Het team is geschoold in Dalton-Onderwijs.

Verder is de volgende bij- en nascholing gevolgd:- de cursus “Van Aandachtskinderen naar Zorgkinderen. onderbouwleerkrachten en ib-er- cursus dyslexie (team)- cursus Jonge Risicokinderen (leerkrachten)- workshops “hoogbegaafdheid”- implementatie van educatieve software (team).- omgaan met problemen met de motoriek” (leerkrachten van groep 1 t/m 3)- en “vroegtijdig signaleren van kindermishandeling”. (leerkrachten van groep 1 t/m 4)

- opleiding Rekencoördinator (leerkracht)- opleiding RT’er (leerkracht)

Vanaf het schooljaar 2010-2011 volgt het team de bijscholingen in het kader van het bovenschools plan: “De leerkracht centraal”. Het vakgebied taal/lezen is speerpunt, in combinatie met de invoering van de 1-Zorgroute. Zie ook het schoolplan, het jaarplan,en de projectplannen.

Het overleg met de sociale omgeving

Dit is in te delen op vier niveaus: Contact met het team/leerkrachten Contact met ouders Contact met collega scholen Contact met instellingen/adviseurs

Om de leerlingenzorg binnen de school gestalte te geven is een goede overlegsituatie onmisbaar. Dit overleg komt tot stand in groepsbesprekingen, leerlingenbesprekingen en zorgvergaderingen. Maar ook informeel, tussendoor met IB’er of RT’er. De besluiten zullen altijd onder het team bekend zijn en worden genomen op basis van overleg, collegialiteit en overeenstemming. In bijzondere situaties zal worden overlegd welke besluitvorm wordt gehanteerd. De besluiten zijn terug te vinden in de vergadernotulen, de besluitenlijst, de zorgmap en/of IB-map.

Het contact met de ouders verloopt via algemene informatieavonden per groep aan het begin van het jaar, een algemene ouderavond, de OR/MR vergaderingen en de rapportbesprekingen. Indien nodig zijn er tussentijdse gesprekken, zowel op initiatief van ouders als leerkrachten. Wij stellen het zeer op prijs dat ouders eventuele vragen of problemen zo snel mogelijk bespreken.

De contacten met collega scholen verlopen vaak op informele wijze. De contacten op formeel niveau worden onderhouden door de directeur tijdens het maandelijkse Management Overleg Schaepmanstichting, door de IB’er en de RT’er tijdens de IB-/ RT netwerkbijeenkomsten.

Het contact met instellingen wordt onderverdeeld in structureel en incidenteel. Structureel contact is er met: GGD, Zorgadviesteam, het Expertiseteam van de Dr. Schaepmanstichting, Adviesbureau Expertis, Ambulante Begeleiding, Collegiale Consulenten, therapeuten (zoals logopediste of fysiotherapeute).

Incidenteel contact is er met: Mediant/Bureau Jeugdzorg/Jarabee/politie/AMK/Raad voor de Kinderbescherming, gemeentelijke instellingen, sportclubs, huisartsen en specialisten. In de meeste gevallen is de IB’er de schakel tussen school en instelling, mits ouders daarvoor toestemming hebben gegeven.

4. Protocol aanmelding rugzak-leerling

De St. Plechelmus is een school waar plaats is voor kinderen die “anders” zijn. Maar omdat het aanmelden van een kind met een handicap een heel specifieke aanmelding betreft en wij ook de afweging moeten maken of we deze leerling de adequate begeleiding kunnen bieden, geldt hiervoor een specifieke procedure. Scholen voor primair onderwijs zijn namelijk niet verplicht kinderen met een handicap op te nemen, wanneer zij kunnen aantonen dat zij het betreffende kind geen passend onderwijsaanbod kunnen doen.Als ouders leerlingen willen aanmelden in het kader van de rugzakproblematiek, dan wordt daarover een beslissing genomen door: directie en (zorg)team volgens het protocol. Kinderen met een handicap of met sociaal/vaardigheidsstoornissen worden onder voorbehoud toegelaten, mits we, na het verkrijgen van gegevens van ouders, instanties en medici, mogelijkheden zien het kind optimaal te kunnen begeleiden in zijn ontwikkeling, zonder dat dit ten koste gaat van medeleerlingen. Het kan dus voorkomen dat we kinderen weigeren of ze toelaten voor een bepaalde periode. Mocht dit laatste het geval zijn dan moet bij de inschrijving de periode bekend zijn en vastgelegd worden.

Aanmelding van een kind met een handicap

Op 1 augustus 2003 is de ‘wet regeling leerling gebonden financiering’ in werking getreden. Daarbij hebben ouders van een kind met een handicap (lees: met een indicatie van een Commissie voor de Indicatiestelling) de vrijheid om in plaats van de speciale school voor basisonderwijs een normale basisschool te kiezen. Een kind met een indicatie neemt dan een zogenaamde rugzak mee, een geldbedrag, faciliteiten die in de basisschool kunnen worden ingezet.

De “handicaps” zijn ingedeeld in de volgende clusters:

Cluster 1: Scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijnScholen voor meervoudig gehandicapte blinde of slechtziende kinderen

Cluster 2: Scholen voor kinderen die doof zijnScholen voor kinderen die slechthorende zijnScholen voor meervoudig gehandicapte dove of slechthorende kinderenScholen voor kinderen met ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden

Cluster 3: Scholen voor zeer moeilijk lerende kinderenScholen voor meervoudig gehandicapte zeer moeilijk lerende kinderen (laag functionerend)Scholen voor langdurig zieke kinderen met somatisch problematiekScholen voor kinderen met een lichamelijke handicap (mytylscholen)Scholen voor meervoudig gehandicapte kinderen met een lichamelijke handicap (mytylscholen)

Cluster 4: Scholen voor kinderen met ernstige problemen in het gedrag, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen (ZMOK, Pedologische Instituten, LZK met psychiatrische problematiek).

Stappenplan:

In het kader van de Wet op het Passend Onderwijs wordt er momenteel door alle scholen van de Dr.Schaepmanstichting een zorgprofiel opgesteld, dat beschrijft hoe we Passend Onderwijs willen gaan realiseren, rekening houdend met de grenzen van de zorg. Totdat dit nieuwe zorgprofiel van kracht wordt geldt op onze school het volgende protocol:

Een ouder van een kind met een handicap meldt zich aan en vraagt om een intake gesprek.

De directeur maakt een afspraak waar de ouders, de directeur, de IB’er en een lid van het zorgteam bij aanwezig zullen zijn.

In dat gesprek wordt allereerst nagegaan waarom er gekozen wordt voor aanmelding bij onze school.

Verder wordt aan de ouders de procedure uitgelegd en wordt er afgesproken dat de school de aanmelding zorgvuldig zal bestuderen.

De ouders verplichten zich tot het aanleveren van alle relevante gegevens van hun kind. De directie roept het hele zorgteam bijeen om de aanmelding te bespreken. Het zorgteam bestudeert de aangeleverde gegevens, rapporten, de ev. op- en

aanmerkingen en krijgt inzicht in de niveaus van zorg en de belemmerende factoren. Het zorgteam overweegt zorgvuldig de voor- en nadelen en brengt deze ter sprake in een

teamvergadering. Alle factoren worden wederom in het zorgteam besproken en zij komt tot een definitieve

beslissing. De ouders worden geïnformeerd over het genomen besluit.

Indien het besluit positief is: wordt er na overleg en met hulp van de ambulante begeleiding een handelingsplan en

een contract opgesteld; het handelingsplan en het contract worden besproken en ondertekend door de ouders,

directie en leden van het zorgteam; in dit contract wordt een inspanningsverplichting vermeld van zowel school als ouders,

om zo optimaal mogelijk aan de uitvoering van het handelingsplan mee te werken; het handelingsplan heeft een beperkte geldigheidsduur; alle verslagen van alle gesprekken moeten door school èn de ouders ondertekend worden.

Indien er een negatief besluit wordt genomen, dan wordt dit besproken met de ouders en wordt er schriftelijk meegedeeld, welke beweegredenen en motieven tot dit besluit

hebben geleid.

Een afschrift van het opgestelde contract of het besluit tot afwijzing wordt aan het bestuur van de Dr. Schaepmanstichting en aan de Inspectie van het Onderwijs gezonden.

Indien de ouders niet akkoord gaan met het besluit, kunnen zij zich wenden tot Adviescommissie Toelating en Begeleiding (ACTB). Eventueel kunnen de ouders ook in beroep gaan.

5. Protocol terugplaatsing van een leerling uit het Speciaal Onderwijs

De St. Plechelmusschool is bereid tot opname van kinderen uit het speciaal onderwijs, met in achtneming van het volgende:

Kind dient zich aan via ouders of S.O. school.

Speciaal onderwijs maakt afspraak voor gesprek directeur + I.B.er en een lid van het zorgteam en/of de ev. groepsleerkracht.

Gesprek S.O.-school met Plechelmus. (o.a. doorspreken onderwijskundig rapport)

Voorlopig advies van S.O.-school.

Bestudering van onderwijskundig rapport door Plechelmusschool.

Bespreking van de leerling in het zorgteam en ev. in het team.

Contact met school voor S.O. inzake toelating, afspraken kijkochtend etc.

S.O. neemt contact op met ouders.

Plechelmus belt ouders.

Gesprek ouders met directeur Plechelmusschool. (+ ev. I.B.er en/of groepsleerkracht)

Proefperiode afspreken.

Afspraken schriftelijk vastleggen in een contract, ouders en school ondertekenen het.

N.B.: Bij negatief advies S.O. wordt leerling niet geplaatst.

Het team kan ten aller tijde een beroep op de IB’er doen wat betreft afname van toetsen bij zorgleerlingen, het interpreteren van toetsgegevens, het opzetten van handelingsplannen en ondersteuning bij de uitvoering daarvan.

6. Protocol doorstroom, zittenblijven en versnelde doorstroom.

Doorstroom van de instroomgroep naar groep 1 of 2.

Er is een richtlijn van het ministerie dat “oktober/november en decemberkinderen in principe naar groep 2 door kunnen stromen.” Dan hebben deze kinderen dus nog geen vol jaar onderwijs gehad als ze in groep 2 komen. De minister/de inspectie spreken steeds vaker het onderwijs erop aan dat kinderen te lang in groep 1-2 zouden blijven. Steeds vaker moeten scholen zich verantwoorden als ze een jaar verlengde leertijd voorstellen in groep 1 of 2.Onze reacties: De huidige grens van oktober is niet heilig, maar is wel een grens, zoals in de regeling ook

januari weer een grens zou kunnen worden. De maatregel heeft wellicht verschuivingen in de leerlingenaantallen tot gevolg. We zien het voorstel als extra mogelijkheid, niet als een moeten. We moeten er

voorzichtig mee omgaan. (Luc Koning geeft in zijn Pravoo-brochure genoeg aanwijzingen dat versnelde doorstroom ook nadelig kan zijn)

Om te kunnen beslissen of okt./nov./dec.kinderen door mogen stromen naar groep 1 of naar groep 2 zal heel goed gekeken worden naar de ontwikkeling van deze kinderen in de instroomgroep.

Met die ouders zal in april worden besproken of het kind al dan niet in aanmerking komt om versneld door te stromen.

Extra administratie is nodig. We gebruiken de groepsstaat van Pravoo. (zie toelichting en bijlage)

De werkwijze wordt:

De leerkracht kijkt heel bewust naar de oktober/november/december kinderen van de instroomgroep.

De leerkracht noteert haar bevindingen regelmatig in Parnassys (voorzien van datum). De Pravoo wordt 4 tot 6 weken na binnenkomst afgenomen volgens het toetsprotocol. Als de Pravoo en de eigen indruk van de leerkracht heel positief zijn, dan geeft de

leerkracht in april bij de ouders aan, dat aan eventueel doorstromen wordt gedacht, maar dat de school de beslissing neemt.

In mei/juni doen díe kinderen uit de instroomgroep mee aan de toetsen van groep 1 (Cito Ordenen, Cito Taal en Cito Ruimte en Tijd)

Bij een A score op alle toetsen èn een nog steeds positief beeld van de leerkracht over werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling, kan besloten worden om het kind te laten doorstromen. (vanuit de instroomgroep naar groep 2.)

In alle gevallen wordt met de ouders duidelijk doorgesproken en vastgelegd dat, indien de ontwikkeling in een volgende groep toch minder lijkt te verlopen, de school alsnog kan besluiten tot een extra jaar.

Conclusie:

Bij de doorstroming observeren we zorgvuldig alle kinderen, maar speciaal de oktober/november/december-kinderen van de instroomgroep. In de volgende groepen kijken we speciaal naar die kinderen die uitermate positief of negatief opvallen, zowel cognitief als sociaal-emotioneel. In alle gevallen beslist de school of het kind al dan niet wordt getoetst, doorstroomt of zittenblijft.

Toelichting bij het gebruik van de klassenstaat (zie bijlage):

Hierop noteert iedere leerkracht elk jaar de namen van alle kinderen waarover twijfels zijn geweest over al dan niet doorstromen of zittenblijven.

Ook de redenen en de uiteindelijk genomen beslissing worden vermeld. De leerkracht van de instroomgroep vermeldt bovendien alle

oktober/november/december-kinderen, met daarbij de redenen waarom wel of niet tot versnelde doorstroming is besloten.

De klassenstaat gaat met de groep mee in de LVS-map. Ieder schooljaar wordt in elke groep met een lege lijst begonnen.

Bijlagen:

1 Formulier didactisch groepsplan

2 Formulier leerlingenbespreking

3 Afspraken rondom “gesprekken” met ouders

4 Overzicht toetsen

N.B.: de formulieren zijn opgenomen in het digitale administratie- en leerlingvolgsysteem van Parnassys.

Format didactisch groepsplan

Groep:Leerkracht:

Datum: Periode:

Vak/vormingsgebied: lezenMethode:

Groep / namen

Wat wil ik bereiken? Doel

Inhoud (wat)

Aanpak / methodiek (hoe)

Organisatie Evaluatie

Basisaanbod (groep 2 / oranje)

Subgroep 1 (groep 1 / rood)

Subgroep 2(groep 3 / groen)

Leerling

Checklist voorbereiding leerlingenbespreking:

leerling:geboortedatum:groep: leerkracht:datum :

Aandachtspunten Notities

Contact met ouders vooraf:- Stel de ouders op de hoogte van dit gesprek. (ze hoeven er niet bij te zijn)- Vertel het doel en wanneer ze horen wat er besproken is. Vraag of ze belangrijke informatie hebben.

Ouders zijn op de hoogte: ja/nee

Nieuwe informatie ouders (zie ook Parnassys)

Wat is je begeleidingsvraag of werkprobleem met deze leerling?: richt je op factoren die in de onderwijsleersituatie direct beïnvloedbaar zijn in school. Is het leerlingendossier compleet? Vul het aan waar nodig.

Notities/verslagen externe hulp/

Wat weet je al van deze leerling over: - onderwijsbehoeften- leervoorwaarden en leervorderingen- werkhouding en taakgedrag- cognitieve en functie-ontwikkeling- sociaal-emotioneel functioneren

- lichamelijk functionerenWelke belemmerende factoren zijn er bij het kind, jou en de ouders?

- kind:- leerkracht:- ouders:

Welke stimulerende factoren zijn er bij het kind, jou en de ouders? (kwaliteiten/kenmerken)

- kind: - leerkracht:- ouders

Wat willen we met deze leerling de komende periode bereiken? Dit doel moet meetbaar zijn. Bijvoorbeeld in tijd, snelheid, leerresultaat.

In de komende periode wil ik:

Ik kan dat ……. (datum) zien aan ……….

Wat is al gedaan en met welk resultaat? (ook in eerdere jaren)

Evt. eigen vragen/opmerkingen

Gespreksverslag Formulier

OOOOOO

leerlingenbesprekingoudergesprekevaluatie handelingsplan10 min.gesprek…………………..

Naam: …………………………Geb. datum:…………….. Groep:.………………… Groepsverloop:……….…………………………...

Datum: Leerkrachten: ……………….Aanwezig:……………….……………….

Afspraken:

Handtekening leerkracht/IB-er: Handtekening ouders/verzorgers:

Afspraken rondom “gesprekken”.

1. Gesprek van ouder(s) met leerkracht ’s morgens/’s middags “aan de deur” en / of een telefoontje tussendoor.

Leerkracht zegt niets over een leerling en/of ouder waar andere kinderen/ouders bij in de buurt zijn.

Leerkracht maakt ev. een afspraak èn / of noteert in de leerlingenmap altijd op het persoonlijk aantekeningenblad van de betreffende leerling, waar het “gesprekje, klacht enz.” over ging!

In geval van duo-partners is het belangrijk om dit naast de leerlingenmap ook in het dagverslag te noteren.

Wordt er een vervolgafspraak gemaakt, dan moet de duo-partner er bij betrokken worden.

Leerkracht zegt niets over een leerling die in een andere groep en bij een andere leerkracht zit. De leerkracht verwijst de ouder direct naar de eigen leerkracht en/of naar de directeur.

Indien het gesprek over een vrij ernstige, lastige en/of moeilijke zaak gaat, moet de leerkracht in ieder geval ook de directeur hiervan op de hoogte stellen.

2. Gesprek met ouder(s) tijdens de 10-minutengesprekken.

Leerkracht bespreekt het rapport en houdt de observatielijst Praavoo / Eggo +, erbij voor achtergrond informatie.

Leerkracht noteert wat er besproken is met de ouders èn wat de ouders nog aan extra informatie hebben gegeven.

Leerkracht noteert op het gespreksverslag formulier de afspraken die er ev. gemaakt worden.

De leerkracht ruimt deze verslagen uiteraard direct op bij de leerling in de leerlingenmap en vult Parnassys aan..

Bij duo-partners worden alle leerlingen samen nabesproken! Ev. in de volg. teamvergadering bijzondere gegevens vertellen.

3. Gesprek over een “zorg”-leerling met ouder(s).

Betreft het een duobaan, moeten deze gesprekken met beide leerkrachten erbij gehouden worden.

Is de intern begeleider ook bij het gesprek, dan hoeven niet persé beide duo-partners aanwezig te zijn. Het mag uiteraard wel.

Van zo’n gesprek wordt altijd verslag (zie formulier) gemaakt en na uitwerking moet het ondertekend worden door de ouder(s)!

Dit verslag bewaart de leerkracht bij de desbetreffende leerling in de leerlingenmap en genoteerd in Parnassys en wordt indien nodig in de eerstvolgende teamvergadering kort besproken.

Indien het gesprek over een vrij ernstige, lastige en/of moeilijke zaak gaat, moet de leerkracht in ieder geval ook de directeur hiervan op de hoogte stellen.

4. Huisbezoeken.

Het is niet de gewoonte en de bedoeling dat leerkrachten thuis met ouders gaan praten.

Slechts in enkele speciale gevallen kan dit voorkomen, maar dan is het minstens met de directeur en/of intern begeleider besproken.

Ga nooit alleen, (zeker niet als er een duo-partner is). Het is dan altijd het ene woord tegen het andere. Bovendien is het lastig om op deze manier een verslag vast te leggen.

Bij zo’n huisbezoek moet er verslag (zie formulier) gemaakt en uitgewerkt worden en daarna ondertekend worden door de ouders.

Dit verslag moet in de leerlingenmap bij de betreffende leerling worden opgeruimd. Ingevuld worden in Parnassys en indien nodig in de teamvergadering kort worden besproken en met de IB-er ingeval van zorgleerling.

Algemeen:

Voorzie alle aantekeningen, verslagen e.d. altijd van datum!! Zorg ervoor dat alle informatie genoteerd wordt in de klassenmap en in Parnassys.

Ook elk telefoontje tussendoor met klachten of iets dergelijks. Ev. zelfs dokter bezoek enz. voor het geval bep. kinderen wel heel vaak naar

dokter/tandarts enz. moeten. (spec. formulier) Praat niet over kinderen en/of ouders als er “anderen” dan het team bij zijn. Kijk

ook uit bij stagiaires. Zorg ervoor dat de leerlingenmap niet voor anderen zomaar in te zien is.

Toetskalender 2011/2012 Groep 0 t/m 8

Zie voor de uitwerking van de toetsen en toetsmomenten voor lezen, taalen spelling de toetskalender lezen van de Schaepmanstichting.

Toets sept. okt. jan. feb. mei juni

Sociogram 1 t/m 8 1 t/m 8

Ruimte en Tijd M2 E1 : iedereenE2 : iedereenGr. 0: versnellers

Taal voor Kleuters(zie ook kalender lezen Schaepman)

M1-M2 E1 : D en EE2 : iedereenGr. 0 : versnellers

Ordenen M1-M2 E1 : D en EE2 : iedereenGr.0 : versnellers

BeginnendeGeletterdheid: zie kalender lezen

1/2 1/2

DMT (zie ook kalender lezen Schaepman

Vanaf midden januari tot midden februari

M3 (2 krt, schema VLL)M4/5/6/7/8

Vanaf midden mei toteind juni

E3 (schema VLL)

E4/5/6/7AVI(zie ook kalender lezen Schaepman

Vanaf midden januari tot midden februari

AVI nieuw:M3t/m 8Doortoetsen tot instructie-niveau

Vanaf midden mei toteind juni

AVI nieuw:M3/4/5/6/7Doortoetsen tot instructie-niveau

Woordenschat LOVS (zie ook kalender lezen Schaepman

Vanaf midden januari en eerste week februari

M3/4E3/4

Spelling LOVS(zie ook kalender lezen Schaepman

Vanaf midden januari en eerste week februari

M3 (schema VLL)

M4/5/6/7/8

E3 (schema VLL)

M4/5/6/7/8

Rek-WiskundeLOVS

Vanaf midden januari en eerste week februari

M3/4/5/6/7/8E3/4/5/6/7

Begrijpend Lezennieuw LOVS(zie ook kalender lezen Schaepman

M5/6/7/8

Entree-toets 7 7Cito-eindtoets 8