32
Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29 augustus 2013

Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Zekerheidsrechten op schuldvorderingen

Matthias E. StormeGewoon hoogleraar - advocaatInstituut voor handels-en insolventierecht,KU Leuven Kortrijk 29 augustus 2013

Page 2: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Overzicht zekerheidsrechten

1. (Conventioneel) Pand

2. Zekerheidscessie

3. Eigendomsvoorbehoud

4. Rechtstreekse vorderingen en voorrechten, inhoudingsplichten

5. Zakelijke subrogatie

6. Supervoorrecht alimentatievorderingen

7. Schuldvergelijking (3 soorten)

8. Rangconflicten en derdenbescherming

9. Verbintenisrechtelijke constructies (w.o. delegatie)

Page 3: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Algemene bemerkingen

• Wet kiest in beginsel voor functionele aanpak

• Slechts beperkt doorgetrokken naar schuldvorderingen:

- zekerheidscessie wel gelijkgesteld met pand

- geen integratie van rechtstreekse vorderingen en voorrechten met wettelijke pandrechten, noch inhoudelijke stroomlijning

- geen algemene regels inzake conflicten en derdenbescherming – fragmenatir art. 1690 BW

• Geen integratie van WFZ met BW

Page 4: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

(Conventioneel) pand op schuldvorderingen

• Wet verwart vaak pandovereenkomst en pandrecht

• Pand = (beperkt) zakelijk recht. Voor de “vestiging” in beginsel zelfde vereisten als voor cessie (“overdracht” van een schuldvordering):

- geldige titel (pandverbintenis < pandovereenkomst)

- bestaande overdraagbare bepaalde schuldvordering

- vestigingshandeling

- beschikkingsbevoegdheid pandgever (behoudens bescherming derde-verkrijger)

• Daarbovenop: vereisten voor tegenwerpelijkheid als beperkt zakelijk recht (niet bij echte cessie)

Page 5: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

De pandovereenkomst (titel voor vestiging pandrecht)• Geen zakelijke overeenkomst (art. 2) > onderscheid tussen

pandovereenkomst en pandbelofte zinloos

• Voorwerp overeenkomst: verbintenis tot inpandgeving. Gemeen contractenrecht vereist bepaalbaarheid van zowel de schuldvorderingen-onderpand als de verzekerde schuldvorderingen

• Pandwet legt in alle gevallen een geschrift op ad probationem met meer specifieke aanduiding van 3 elementen (vlg. slide)

• Ook bij consumenten enkel ad probationem voor pand op schuldvorderingen (art. 60 en 61 ≠ art. 4 II Pandwet), wel bijkomend toepassing van 1325/1326 BW

• Behoud bijzondere wetten bv.

- strengere regels in Loonbeschermingswet (art. 27)

- soepeler regels in WFZ

Page 6: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

De pandovereenkomst (titel voor vestiging pandrecht)• In het geschrift vereiste specificaties (art. 61):

1° aanduiding onderpand (créance-objet);

mag vlg. art. 7 Pandwet door middel van de omschrijving ‘handelszaak’ of ‘landbouwexploitatie’ of ander geheel > interpretatieprobleem iz. schuldvorderingen

2° aanduiding verzekerde schuldvorderingen (créance-cause)

3° aanduiding plafond van de dekking.

• Moet consumentenovereenkomst ook waarde onderpand geven ? Neen, art. 4 III ≠ 61 (ook niet bij vuistpand)

Page 7: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

De pandovereenkomst - nietigheden

• Regels van gemeen recht inzake wilsgebreken

• WCK

• In consumentenovereenkomsten: art. 7 IV bij oververpanding. Sanctie: nietigheid ? M.i. veeleer vrijgaveplicht

• Overeenkomst tot verpanding niet overdraagbare inkomsten = nietig

• Beschikkingsbevoegdheid ? Géén nietigheid

• Art. 17, 3° FaillW: consensuele pandovereenkomst niet meer getroffen, loutere volmacht voor pandovereenkomst wel nog

Page 8: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht• Goederenrechtelijke eisen aan de schuldvordering:

1° Overdraagbaarheid:

a) Wettelijke beperkingen, o.m. 1409 v. GerW en 59 II LVO

b) Conventionele beperkingen ?

- gemeen recht: externe werking van interne modaliteiten

- afwijkende regel in art. 64 Pandwet: terzijdestelling beperking indien zolang er geen derde-medeplichtigheid is.

- terzijdestelling beding énkel bij inpandgeving

- enkel bedingen die cessie of inpandgeving uitsluiten

- andere bedingen mits contractueel geldig en te GT gesloten behouden externe werking: i.h.b. nettingovereenkomst

Page 9: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht

• Goederenrechtelijke eisen aan de schuldvordering:

2° Specialiteitsbeginsel: pandrecht niet gevestigd op de algemeenheid maar op de schuldvorderingen ut singuli

3° Bepaaldheidsbeginsel: het onderpand moet voldoende nauwkeurig bepaald zijn

4° Eenheidsbeginsel: geen apart pandrecht op accessoire schuldvorderingen (art. 65 Pandwet). Bijzondere regel voor huurvorderingen in 1576 GerW.

5° Bestaan (art. 8 en 63 misleidend), vlg. slide

Page 10: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Ontstaan pandrecht als zakelijk rechtToekomstige schuldvorderingen:

• Pandrecht onstaat maar als het onderpand bestaat

• Men kan op voorhand de inpandgeving bedingen

• Ook de vestigingshandeling (overeenkomst) kan bij voorbaat

• Rechtsgevolg pas bij het ontstaan (ook bij HZ: geen floating charge meer !)

• Meerdere beschikkingen op voorhand – rang

• Niét tegenwerpelijk indien samenloop (verlies BB) voor ze ontstaat

• Geen schuldvgl. na samenloopindien niet voordien ontstaan

• Op termijn of voorwaarde ≠ toekomstig. Bv. ‘toekomstige’ huurtermijnen

Page 11: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht

• Vestigingshandeling:

- voor zover al aan de vormvereisten voor de titel is voldaan kan de vestiging consensueel

- art. 1138 BW: vermoeden van vestiging constituto possesorio

• Beschikkingsbevoegdheid pandgever:

- Moet nog aanwezig zijn bij onstaan van toek. schuldv.

- behoudens bescherming derde-verkrijger (zie verder)

• Zolang niet voldaan aan vereisten voor tegenwerpelijkheid blijft het slechts een zwak stil pandrecht

Page 12: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Tegenwerpelijkheid pandrecht• Draagwijdte stil pandrecht: zwak (≠ echte cessie)

- contractuele rechten inter partes (inning, uitwinning)

- niet tegenwerpelijk bij samenloop noch aan jongere verkrijgers zelfs te KT (behoudens derde-medeplichtigheid)

• Methoden van tegenwerpelijkheid (60 II Pandwet)

- ‘Controle’. Is onthoudingsplicht een onbevoegdheid ?

- Kennisgeving. Is louter kunnen een bevoegdheid ?

- Registratie in pandregister (15 i° 29 Pandwet)

- Bij loon: registratie in beslagberichtenbestand (1390 ter III GerW)

• Betekenis van ‘tegenwerpelijkheid’:

- tegenwerpelijk bij samenloop (tenzij SV nog toekomstig !)

- ranginname, o.v.v. regels bescherming jongere verkrijger te GT

Page 13: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Behoud en tenietgaan pandrecht• In beginsel volgrecht

• Pand gaat teniet (o.v.v. zakelijke subrogatie) bij:

- vervreemding (cessie) met instemming pandhouder (art. 24)

- vervreemding cessie) in OCB (normale bedrijfsvoering) (art. 21 i° 24)

• Maar heeft niet-tegenwerpelijk pandrecht volgrecht jegens derde-verkrijger te KT ? Wellicht niet. Zeker niet jegens derde-verkrijger te GT

• Zelfs een tegenwerpelijk pandrecht kan nog steeds tenietgaan door de bescherming van derde-verkrijger te GT (art. 1690 BW, zie verder)

• Gaat teniet door afstand, vrijgave, …

• Gaat teniet wanneer er geen enkele verzekerde schuldvordering (bestaand eof toekoimstige) meer is (accessoir karakter zekerheid)

Page 14: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Gevolgen pandrecht - dekking

• Nadere bepaling dekking: zoals bij pand op zaken

• Ook toekomstige schulden kunnen gedekt zijn (welke ? kwestie van interpretatie pandovereenkomst)

• Dekking van onbepaalde duur: dwingend opzegbaar (11 Pandwet, misleidend geformuleerd)

• Accessoria van de schuld zijn gedekt (art. 12 Pandwet), zij het enkel binnen het plafond van de dekking

• 12 II Pandwet: accessoria gedekt voor max. 50 % bij consumentenovereenkomst: zinloos behalve bij pandgever zakelijke borg fo voor art. 7.

Page 15: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Gevolgen pandrecht- interne verhouding met ‘cessus’

• Geen toestemming nodig debitor cessus (supra art. 64)

• Tegenwerpelijk vanaf kennisgeving of erkenning (60 II) (uitg. vormvereisten in enkele bijzondere wetten: loon, overheidsopdrachten)

• Voordien kan cessus nog alle handelingen stellen jegens pandgever, tenzij te KT (= weten of moeten weten dat de pandgever niet meer mag innen) (registratie ≠ KT)

• Nadien bevrijdende betaling enkel aan pandhouder. Pandhouder inningsbevoegd conform art. 67 Pandwet.

• Uitzonderingen in bijzondere wetten:

- voor ‘geblokkeerde’ borgsommen, bv. huurwaarborg

- loon: enkel uitbetalen aan gerechtsdeurwaarder

• Tegenwerpelijkheid excepties : volgende slide

Page 16: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Gevolgen pandrecht- interne verhouding met ‘cessus’

Page 17: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Gevolgen pandrecht- interne verhouding met ‘cessus’

Tegenwerpelijkheid excepties

• Beginsel: alle excepties uit dekkingsverhouding ontstaan voor de kennisgeving

• Inbegrepen schuldvergelijking ingetreden voor de kennisgeving

• Uitz.1: toerekenbare schijn (vertrouwensbeginsel)

• Uitz.2: effectisering bankvorderingen en bankdienstenvorderingen (art. 6 W. 3-8-2012). Grondwettigheid ??

• Niet-inroepbaarheid excepties uit valutaverhouding

Page 18: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Gevolgen pandrecht – rechten pandhouder

• Inningsrecht (art. 67 Pandwet)

• Recht op uitwinning (art. 46 v. Pandwet)

• Zakelijk recht > indien tegenwerpelijk voorrang op opbrengst van dit afzonderlijk goed

• Behoudens voorrang “boedelschulden” van dit goed (niét van de algemene boedel):

- kosten van uitwinning

- latere kosten tot behoud (gemaakt na inpandgeving)

- voorrecht zaakverzekeraar (60 LVO)

• In beginsel separatist bij samenloop

• Opgeschort bij faillissement (26 FaillW). Niet: innigsrecht ?

• Niet opgeschort bij gerechtelijke reorganisatie (art. 32 WCO)

Page 19: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Eigendomsvoorbehoud

• Ook mogelijk bij vervreemding van schuldvorderingen

• Ongeacht de kwalificatie van de cessie-overeenkomst (verkoop, inbreng, ruil, ….)

• Voor tegenwerpelijkheid dezelfde vormvereisten als bij zaken (art. 69 BW)

• “Voorbehouden” zekerheidsrecht van de cedent per definitie anterieur aan rechten toegekend door de cessionaris > “supervoorrang”. Bevestigd in 58 II Pandwet.

Page 20: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Zekerheidscessie

• Art. 62 Pandwet: zekerheidscessie verleent enkel een pandrecht

• Uitg. WFZ, doch verschil in gevolgen zeer beperkt

• Quid vereisten voor de totstandkoming en geldigheid onderliggende overeenkomst ? M.i. Van toepassing

Page 21: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Rechtstreekse vorderingen:We bespreken enkel de RV die een zekerheidsrecht op een SV inhouden: binnen de perken van beide SV.

Page 22: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Rechtstreekse vorderingen - overzicht

• RV onderaannemers en werknemers (1798 BW)

• RV bij overheidsopdrachten

• RV houder wisselbrief of cheque (81 Wisselbriefw)

• RV hoofdverhuurder op onderhuurder (1753 BW)

• Inkomstendelegatie voor alimentatieschulden

• RV bij niet-verplichte aansprakelijkheidsverzekering (LVO) en voorrecht transportverzekeringen (20,9° HypW)

• Voorrecht registratierechten (184bis W.Reg.)

• Inningsrecht fiscus en SZ (400 WIB, 30bis RSZ-Wet)

Page 23: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Rechtstreekse vorderingen - vragen• Geen volledige bespreking – vooral mogelijke interferentie met pand

op schuldvordering. Relevante vragen zijn daarvoor:

1° Algemeen:

- Wat is het onderpand (créance-objet) ?

- Wat zijn de verzekerde schuldvorderingen (créance-cause) ?

2° Verbintenisrechtelijk (interne verhouding):

- Hoe wordt het tegenwerpelijk aan de schuldenaar ?

- Welke excepties kan schuldenaar inroepen ?

3° Goederenrechtelijk (externe verhouding):

- “Wanneer” ontstaat het zekerheidsrecht en welke rang heeft het: ab initio (overspringend), door consensuele vestiging, door kennisgeving ? (volgende slide)

Page 24: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Rechtstreekse vorderingen - rang• Pand op schuldvorderingen ontstaat door consensuele vestiging;

neemt rang in door controle (consensueel), kennisgeving of registratie

• Overspringende zekerheidsrechten zijn:

- RV bij overheidsopdrachten (Overheidsoprdrachtenwet)

- Voorrecht onderaannemer (20, 12° HypW en 58 II Pandwet)

- RV houder wisselbrief of cheque (81 Wisselbriefw)

- Inkomstendelegatie voor alimentatieschulden

- RV bij niet-verplichte aansprakelijkheidsverzekering (86 LVO) en voorrecht transportverzekeringen (20,9° HypW)

- Voorrecht registratierechten (184bis W.Reg.)

- Inningsrecht fiscus en SZ (400 WIB, 30bis RSZ-Wet)

• Ontstaat slechts door kennisgeving: RV hoofdverhuurder (1753 BW)

• Betwist: RV onderaannemer (doctrine verwart verbintenisrechtelijke en goederenrechtelijke vragen)

Page 25: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

RV en voorrecht onderaannemer• Geen samensmelting van RV en voorrecht, wel onderlinge

harmonisatie: voorrecht nu ook voor roerende aanneming ipv enkel onroerende (art. 20, 12° HypW gewijzigd door art. 91 wetsontwerp)

• Onderpand: ook OOA op SV van OA op HA. Heeft OOA ook zekerheid op SV van HA op OG ?

• Verzekerd: SV wegens zelfde bouwplaats, inb. accessoria.

• Tegenwerpelijk aan HA door loutere kennisgeving (geen vormvereiste) (vgl. pand)

• HA heeft excepties ontstaan voor de kennisgeving (vgl. pand)

• Voorrecht springt over: voorrang op pand gevestigd door de HA (58 II Pandwet, voorheen Cass. 25 maart 2005)

• Maar RV zou pas ontstaan door kennisgeving ??? (anders pand: ranginname door ‘controle’, geen kennisgeving vereist)

• Geen separatist bij samenloop (Cass. 2004, nu nieuw 20,12 III HypW)

• Nieuw in 1798 BW: indien HA de RV betwist: blokkering op rekening

Page 26: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Zakelijke subrogatie in een SV

• Geen algemene regeling van zakelijke subrogatie

• Wel algemene regel wanneer het vervangingsgoed een SV is: art. 9 Pandwet (ongeacht aard van het vervangen goed)

• Vb.: doorverkoop zaak onder EVB > verlengd in de prijsvordering

• Beperking: niet in een rekeningtegoed (giraal tegoed), uitg. Kwaliteitsrekening (verbintenisrechtelijke constructie)

• Rang: neemt rang in van het recht op het vervangen goed > dus ‘overspringend’

• Schuldenaar van de vervangende schuldvordering betaalt wel bevrijdend aan schijnschuldeiser

Page 27: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Retentierecht op schuldvorderingen: schuldvergelijking bij samenhang

Drie soorten schuldvergelijking:

- Ingetreden voor de samenloop of kennisgeving van de cessie/verpanding van de passieve schuldvordering (wederpartij nog inningsbevoegd): voorrang

- Niet ingetreden vooraleer de wederpartij zijn inningsbevoegdheid verliest: enkel bij samenhangende schuldvorderingen (connexiteit) (Cass. 5 okt 2012 ook na cessie) – soort retentierecht.

- Conventionele schuldvergelijking : m.i. een zuiver verbintenisrechtelijke mechanisme.

Page 28: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Delegatio solvendi

Alternatief voor een zakelijk recht op de schuldvordering is een beschikking door middel van een delegatie (opdracht aan de schuldenaar zich jegens derde te verbinden)

- Opdracht alleen schept in sommige gevallen (trekken wisselbrief, cheque) al zekerheidsrecht voor begunstigde

- Aanvaarding delegatie wijzigt de schuldvordering intern met externe werking, voor zover de schuldenaar te GT handelt (art. 1690 § 1 III en 1691 BW)

Toepassingen: onder meer minnelijk kantonnement.

Vergelijkbaar: conventionele schuldvergelijking (mits te GT gesloten, Cass. 5 oktober 2012).

Page 29: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Conflicten op een SV en derdenbescherming

• Betreft volgende vragen:

1° Anterioriteit (welk recht op die specifieke schuldvordering is het oudste ?)

2° Was de verlener (pandgever) desondanks bevoegd tot nieuwe beschikking c.q. Heeft oudere rang afgestaan ?

3° Wordt jongere gerechtigde beschermd als derde-verkrijger (derdenbescherming) ?

NB. Geen bescherming als derde-verkrijger voor de beslaglegger (van een derdenbeslag) of samenlopende schuldeisers (tenzij er voor de zekerheid tegenwerpelijkheidsvereisten zijn die niet vervuld zijn). Beslaglegger kan zich bv. niet beroepen op gebrek aan kennisgeving (tenzij de kennisgeving constitutief is)

Page 30: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Conflicten op een SV en derdenbescherming

• Anterioriteit (allen reeds besproken behalve derdenbeslag):

- Pand: door controle (consensueel), kennisgeving of registratie

- Overspringende zekerheidsrechten (meeste RV, supervoorrang alimentatievorderingen, inhoudingsplicht jegens fiscus en SZ), zakelijke subrogatie

- Voorbehouden rechten (EVB) gaan voor (67 II Pandwet)

- Soms echter eerst vanaf een kennisgeving (RV hoofdverhuurder, derdenbeslag)

- Voorrang van alle interne bepalingen van de schuldvordering, inbegrepen onbeschikbaarheid door de aanvaarding van een delegatie indien te GT gesloten (d.i. zonder kennis ouder recht) of de ondeelbraaheid door het sluiten van een nettingovereenkomst (indien te GT gesloten)

Page 31: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Conflicten op een SV en derdenbescherming

• Algemene vereisten:

1° Wettige titel (meestal pand- of cessie-overeenkomst)

2° Publiciteit :

- Kennisgeving of erkenning (controle of registratie volstaat niet !)

- Bij loonvorderingen daarentegen: enkel CBB, 1390 ter III GerW

3° Op dat tijdstip nog te goeder trouw (t.a.b. BB)

- Maar een niet-tegenwerpelijk ouder pandrecht mag men negeren behoudens derde-medeplichtigheid

- Wordt ook professionele verkrijger van een recht op een SV geacht pandregister te raadplegenvoor zover hij toegang heeft (geldt art. 25 enkel voor goederen voorwerp van 2279 BW of ook voor SV ?)

Page 32: Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29

Conflicten op een SV en derdenbescherming

• Toepassingsgebied van de regel van art. 1690 § 1 lid 3 BW

• Letter spreekt enkel over dubbele cessie en/of verpanding.

• M.i. ruime toepassing geven, d.w.z.:

- tegen elk niet-gepubliceerd recht afgeleid van dezelfde rechtsvoorganger dat men niet kende of behoorde te kennen

- Casus: pandhouder van hoofdaannemer brengt pandrecht ter kennis gebracht vooraleer onderaannemer kennisgeving doet. Maar kan de pandhouder wel te GT zijn ?

- tegen elk niet-gepubliceerd recht afgeleid van de delegant waarvan men de begunstigde is (delegatie-overeenkomst)

- Wellicht niét tegen overspringende zakelijke subrogatie

- M.i. Niet tegen onbetaalde verkoper van de schuldvordering (art. 23 HypW geldt enkel voor vuistpand, “ontvangstvereiste”)