Upload
bert-polak-
View
137
Download
2
Embed Size (px)
Citation preview
INSPIREREN, doorzettenen doen
5 jaarWINNVijf jaar WINN, vijf jaar waterinnovatie. Welke resultaten heeft dat opgeleverd? Het is ondoenlijk
om in dit boekje al onze projecten te beschrijven. We hebben daarom een selectie gemaakt. Het
zijn uiteraard projecten waar we trots op zijn, die tonen welke uitdagingen we gedurende een
innovatietraject tegenkwamen en wat we daarvan leerden. In dit boekje laten we ook de mensen
achter WINN aan het woord. Projectleiders en projectpartners van buiten Rijkswaterstaat vertel-
len over hun ervaringen met waterinnovatie. Zonder uitzondering enthousiaste verhalen, maar
niet zonder kritische noot. Het laat zien dat innovatie mensenwerk is, dat kunnen motiveren
en overtuigen onontbeerlijke eigenschappen zijn voor wie een innovatieproces in gang zet. We
hopen dat onze verhalen u ook motiveren, want innovatie is behalve noodzakelijk buitengewoon
inspirerend!
INSPIREREN, doorzetten5 jaarWINNen doen
5 jaar WaterIN
Novatiebron
WaterINNovatiebron
Uitgave Rijkswaterstaat, Corporate Dienst, juni 2007 Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het WaterINNovatieprogramma (WINN) van Rijkswaterstaat
Concept, creatie en realisatie Bureau Karin de Lange bv, Den Haag
Tekst en redactie Bureau Karin de Lange bv, Iris Casteren van Cattenburch, Ellen Le Rütte (RIKZ)
Art direction en beeldcreatie Ronald Schmets, Den Haag
Vormgeving Studio Daniëls bv en Muiswerk bv, Den Haag
Informatie www.waterinnovatiebron.nl, [email protected]
Met dank aan Alle medewerkers en projectleiders van het WINN-programma van Rijkswaterstaat
Oplage 1500 exemplaren
ISBN 9789036913973
Drukwerk Palace Print, Den Haag
PROJECTENOVERZICHT
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009AGI Spelen met gegevens DigiDijk - SBIR projecten (5)
AVV Electronische rivierloods Kruisingen van droog en nat
BWD Innovatief bedijken
Terpen van Baggerspecie
DWW Dijk met bereik ComCoast
Inside
RIKZ Innovatieve beeldvorming kust
Innovatie Cyclus model
De Rijke Dijk
Ecobeach (BAM)
Kunstriffen (Haskoning)
Compartimentering Dijkring 14 Hoog water, vrije weg
Hydroring
Zandmotor
Water en Energie
RIZA Digitale Ontwerptafel
Waalweelde -procesinnovaties - inzet ontwerptafel
IJsselmeer zoekt verdieping
Genomics
Leren Innoveren Forum Ervarum
Masterclasses
Programma 19 juni 2007*
6 3 5 j a a r
*WINN Waterevenement
Voor een organisatie als Rijkswaterstaat is innovatie onontbeer-
lijk. Onze klanten verwachten een optimale dienstverlening, nu,
maar ook over tien of twintig jaar. Maar wát
willen ze over twintig jaar? De wensen van
het publiek veranderen. Er verschijnt nieuwe
wet- en regelgeving. Het klimaat verandert.
De demografische situatie verandert. Op al die
zaken moeten we nu al anticiperen, willen we
onze dienstverlening optimaal houden.
Op watergebied staan we in de nabije toekomst
voor serieuze opgaven: de zeespiegelstijging, de
daling van het land, de sterkere afwisseling tussen droge en natte
periodes en daarmee gepaard gaande piekafvoer. Oude concep-
ten zijn duur of voldoen niet. Zoek je niet naar nieuwe concepten,
dan lopen we op termijn simpelweg onder water. Daar ligt de rol
van WINN: vooruitdenken en met slimme oplossingen komen.
WINN vervult een sleutelfunctie op het gebied van innovatie.
Uniek is de manier waarop WINN is georganiseerd. Als innova-
tieprogramma staat WINN los van de staande Rijkswaterstaat-
organisatie. Die afstand maakt het mogelijk
vrij te denken. WINN kan de buitenwereld
naar binnen halen, zonder gevangen te zijn in
bestaand beleid, dagelijkse sores en ingesleten
gewoontes. Juist zo kom je tot de innovaties die
we nodig hebben. Dat maakt WINN waardevol
en het spreekt voor zich dat WINN op de inge-
slagen weg doorgaat.
De afgelopen jaren heeft WINN op verschillende
manieren succes gehad. In de eerste plaats in het agenderen
van innovatie bij Rijkswaterstaat. WINN is met alle Regionale en
Specialistische Diensten aan de slag geweest en bracht innovatie on-
der de aandacht. Ook slaagde WINN in het leggen van lijntjes naar
de buitenwereld. WINN betrok bedrijven, universiteiten, kennis-
instellingen en belangengroeperingen bij de oplossing van proble-
Voorwoord
� 5 j a a r
men waar we mee worstelen of mee te maken krijgen. Dat oog
voor de wereld buiten Rijkswaterstaat sluit aan bij onze nieuwe
bedrijfscultuur. Zo geeft WINN het voorbeeld en levert op die
manier een bijdrage aan de omslag die we maken.
Innoveren voor nu en straks, als je dat goed doet, kunnen de
gebruikers van onze netwerken trots zijn op Rijkswaterstaat. Dan
kunnen we optimaal voorzien in de behoeften van gebruikers en
opdrachtgevers en eraan bijdragen dat Nederland klaar is voor
de toekomst. WINN is echt een doe-club. Innoveren blijft vaak
hangen in praten over hoe je het moet doen. WINN laat zien dat
je gewoon in actie moet komen. Daarmee loochent WINN zijn
wortels niet: als Rijkswaterstaat ergens goed in is, dan is het in
aanpakken. Innovatie: gewoon doen!
Bert Keijts,
Directeur-Generaal Rijkswaterstaat
Kust en zee te keur 6
ComCoast 8
Ecobeach 14
Rivieren opnieuw beleefd 20
INSIDE 22
DigiDijk 28
Slib en Schip in nieuw vaarwater 34
Terpen van baggerspecie 36
Water en wonen in nieuw evenwicht 40
Hoogwaterproof bouwen 42
Masterclasses 46
Wateruitdagingen 50
Nawoord 54
WINN in cijfers 58
Projectenoverzicht 62
Inhoud
� 5 j a a r
KUST EN ZEETE KEURHoe ziet de kust van de toekomst eruit? Welke kansen zijn er, welke gevaren
dreigen? Vragen met een bijna eindeloos aantal mogelijke antwoorden. De zoek-
tocht van WINN naar antwoorden verloopt niet alleen in samenwerking met
Rijkswaterstaat maar ook met ‘de buitenwereld’. Zo ontstaat inzicht in wat nu kan,
wat wenselijk is en wat mogelijk is. Kortom: vraaggestuurde innovatie. De richting
van die innovatie is inmiddels duidelijk. De kustverdediging van de toekomst zal
een slimme kustverdediging zijn, waarin ook de economische ontwikkeling van
zee, kustgebied en achterland een plaats heeft.
5 j a a r
Project: ComCoastTYPE PROJECT EU-Interreg IIIB
PROJECTlEIdER Frans Hamer
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Dienst Weg- en Waterbouwkunde
BETROKKEN dIENSTEN Dienst Zeeland, Bouwdienst, Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Rijksinstituut voor Kust en Zee
BETROKKEN laNdEN België, Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland
TIJdSBESTEK 2004 – 2007
�
ComCoast Een andere benadering van hoogwaterveiligheidDe zeespiegel stijgt en het land daalt. Zeedijken steeds hoger maken,
kan op de langere termijn niet in alle gevallen de beste oplossing zijn.
In het ComCoast project zoeken vijf Noordzeelanden een nieuwe en
duurzame benadering voor hoogwaterveiligheid.
ComCoast staat voor ‘combined functions in coastal defence zones’.
Het wil een oplossing realiseren door kustgebieden te ontwikkelen die
in de breedte beschermen tegen overstromingen. Het ideaal is een
geleidelijke overgang van zee naar land in de vorm van brede wa-
terkeringzones. Daarnaast stimuleert ComCoast de multifunctionele
ontwikkeling van de kustzone, waarbij nieuwe gebruiksfuncties zoals
recreatie, natuur en wonen mogelijk worden.
De Duitse en Engelse partners in het ComCoast programma werken
aan verschillende rapportages. Waar multifunctioneel ruimtegebruik
mogelijk is en welke criteria daarbij een rol spelen, is onderwerp van
Duits onderzoek. De Engelsen hebben twee onderzoeken onder hun
hoede, één naar de sociaal-economische aspecten en één naar de
communicatieve. Nederland heeft met Rijkswaterstaat (WINN) de
leiding over ComCoast en richt zich daarnaast op de civieltechnische
aspecten, demonstratiegebieden (pilots) en praktijkproeven. De
golfoverslagsimulator en het gewapend gras op een dijk bij Delfzijl,
bedoeld voor het onderzoek naar doorbraakvrije dijken, is een specta-
culair voorbeeld. De dijken in Noord Nederland zijn bestand tegen een
één-keer-in-de-vierduizend-jaar storm. In Delfzijl onderzocht WINN
op welke wijze we de dijken beter tegen golfoverslag bestand kunnen
maken. Als bovendien het water dat in extreme condities over de dij-
ken slaat, goed wordt opgevangen en eventueel afgevoerd, ontstaat
er een prima alternatief voor dijkverhoging.
Net zo spectaculair belooft de herinrichting van het Zeeuws Vlaamse
Perkpolder te worden. Daar is plaats voor verschillende vormen van
waterkeren in de breedte, met onder andere golfoverslagbestendige
dijken. In dit project komen woningbouw, recreatie, natuurontwikke-
ling en hoogwaterveiligheid samen. Als eind 2007 de partijen de be-
stuursovereenkomst tekenen, kan in 2008 de eerste spa de grond in.
December 2007 eindigt ComCoast. Een deel van het programma
krijgt de komende tien jaar een vervolg binnen het programma
Sterkte Belastingen Waterkeringen. Dit richt zich op de normen voor
dijksterkte. Daarmee zal in de nabije toekomst beter bekend zijn hoe
sterk en hoe hoog we dijken werkelijk moeten maken.
KUST EN ZEETE KEUR
5 j a a r
‘Van onze buren valt iets te leren’
Frans Hamer project le ider ComCoast
“Samenwerken in Europees verband voor-
komt dat je vijf keer het wiel uitvindt. Ik schrik
er soms van hoe weinig de Nederlandse wa-
terbouwers op de hoogte zijn van wat er bij
de buren gebeurt. Misschien komt dat omdat
we vanuit onze eeuwenlange ervaring in de
strijd tegen het water denken te weten hoe
het moet. Maar van onze buren valt wel iets
te leren. Wij varen blind op de uitkomsten
van ingewikkelde faalkansberekeningen, ter-
wijl daaraan nog veel onzekerheden kleven.
Onze Duitse collega’s vinden dat nog niet
verantwoord en kiezen bewust voor meer
eenvoudige sommen en een meer pragma-
tische benadering, waarmee het daar zeker
niet minder veilig is.
Wij hebben hier in Nederland alles vastge-
legd in nationale wetten en procedures, zoals
de Wet op de Waterkering. In Engeland kiest
men al jaren voor een andere benadering.
Daar is men voor elke locatie verplicht om
een kosten-baten analyse uit te voeren,
waaruit moet blijken of een dijk of een
dijkverhoging echt de goede oplossing is.
Dijken worden daar niet automatisch overal
verhoogd. Deze werkwijze leidt tot oplos-
singen die toegesneden zijn op de lokale
omstandigheden.
Er zijn altijd dingen die beter kunnen. Dat
moet ook je houding zijn. We hebben met
ComCoast relatief goed gescoord, zowel
inhoudelijk, communicatief als qua proces.
Leerpuntje zou kunnen zijn dat je in het
begin nóg eerder duidelijk maakt, intern en
extern, waar het in de kern om gaat. Dan
krijg je sneller draagvlak en steun vanuit je
organisatie en daarbuiten.
Bij Rijkswaterstaat gaat het om projecten
die ertoe doen. Mobiliteit en veiligheid: dat
raakt veel mensen. Heel Nederland leest in
de krant over klimaatverandering en hoe wij
daar als laaggelegen land mee om moeten
gaan. Het geeft veel voldoening om daar
oplossingen voor te zoeken. Ik vind tradities
mooi, maar je moet oppassen dat je niet
steeds dingen op een bepaalde manier doet
omdat je dat nu eenmaal gewend bent.
Je moet áltijd kijken of het slimmer kan. Ik
vind innovatie een buitengewoon boeiend
onderwerp, maar het mag geen onderwerp
zijn voor één bepaalde groep medewerkers.
Innovatie moet bij iedere Rijkswaterstater tot
in z’n tenen zitten.”
‘Altijd kijken of het slimmer kan’
1 1 5 j a a r
KUST EN ZEETE KEUR
Harry van Waveren gedeputeerde Zeeland voor
ruimtel i jke ontwikkel ing, recreat ie en toer isme en
voorz i t ter van de stuurgroep ontwikkel ing Perkpolder
‘Rijkswaterstaat is niet meer die ondoordringbare club’
1 �
“Als Zeeuw van geboorte heb ik een dubbele
band met het water. Mijn eerste associatie
is genieten van het strand en varen op zee.
Maar anderzijds, weet hebbende van de
kracht van het water, kan ik als het stormt
een onrustgevoel hebben. Dat is misschien
iets wat in Zeeland van generatie op gene-
ratie overgebracht wordt. Je moet respect
hebben voor de kracht van het water.
Vanuit de Zeeuwse geschiedenis is de over-
slagbestendige zeedijk in Perkpolder niet
een verhaal dat 1-2-3 te verkopen is. Je
moet goed en gericht uitleggen waarom je
het doet en hoe je het doet. Met de aanpak
van de brede dijk heb je wel kans dat je op
enig moment natte voeten krijgt, maar de
kans op een echte ramp, met onvoorstelbare
gevolgen, is minimaal. Als Zeeuwen vragen:
‘waarom niet gewoon een hogere dijk?’ dan
is het antwoord dat we rekening moeten
houden met de klimaatverandering, met
een stijgende zeespiegel. Het is noodzakelijk
dat we ervaring opdoen met andere oplos-
singen.
De combinatie van verschillende func-
ties spreekt me het meest aan in het
Perkpolderproject. Het biedt innovatieve
oplossingen voor het water, nieuwe recre-
atiemogelijkheden en herinvulling van het
voormalige veerplein. Door de aanleg van
de tunnel en het verdwijnen van het veer
ligt Perkpolder aan het einde van een vier-
baansweg, waar niemand meer overheen
rijdt. De ruimte die er nu ligt, smeekt als het
ware om een mooie invulling. We hopen
een karakteristiek en uniek woonklimaat te
creëren. Het overgrote deel van de bevolking
is positief. Men ziet in dat dit moet gebeuren
en dat het past bij de omgeving. Ik hoop dat
dit project inspirerend werkt voor projecten
elders in het land.
De afgelopen vier jaar is er veel veranderd
bij Rijkswaterstaat. Het is niet meer die
grote, ondoordringbare club, die het soms
kon zijn. Rijkswaterstaat heeft in Perkpolder
een duidelijke opgave, niet alleen vanwege
ComCoast, maar ook vanwege natuurcom-
pensatie, de ontwikkeling van een stukje ge-
tijdengebied. Het project is aan een duidelijk
tijdpad gebonden. Rijkswaterstaat denkt mee
om te komen tot oplossingen voor de com-
binatie van verschillende ruimtelijke functies
die in het gebied nodig zijn. Daar heb ik al-
leen maar complimenten voor.”
‘Respect voor de kracht van het water’
5 j a a r
KUST EN ZEETE KEUR
Project: EcobeachPROJECTINITIaTIEf BAM Civiel
PROJECTlEIdER Kees van Ruiten
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Rijksinstituut voor Kust en Zee
BETROKKEN dIENST Dienst Noord-Holland
PlaaTS Strand Egmond
TIJdSBESTEK 2006 – 2009
1 � 5 j a a r
Natuurlijke zandaangroei op het strand door verticaal geplaatste
drainagebuizen. Dat is het verrassend simpele idee van Ecobeach.
BAM legde het van oorsprong Deense idee voor aan Rijkswaterstaat.
Rijkswaterstaat zag het als een aanvulling op de ‘onder water’ zand-
suppleties die de ligging van de bestaande kustlijn moeten waarbor-
gen. Om te weten hoe het werkt en of het in Nederland werkt – in
Denemarken, Australië en Ghana zijn de ervaringen positief– startte
herfst 2006 op het strand bij Egmond een drie jaar durende proef.
Voor de, onder WINN vlag gebrachte, pilot zijn in twee proefvakken
van elk drie kilometer, honderden geperforeerde buizen de grond
ingespoten. De twee meter lange buizen staan in rijen van vijf tot tien
stuks haaks op de vloedlijn. Om de honderd meter volgt een nieuwe
rij. De keuze voor Egmond is weloverwogen. Het gaat om een relatief
stabiel stuk ten noorden van Castricum en een dynamisch stuk strand
bij Egmond aan Zee waar Rijkswaterstaat inmiddels veel van weet. Via
het Argus videosysteem wordt het strand 24 uur per dag in de gaten
gehouden. Ideaal om uit te vinden of binnen de natuurlijke dynamiek
zandaangroei ontstaat door Ecobeach. Ter vergelijking ligt er ook een
referentievak zonder buizen.
Hoewel er wetenschappers zijn die het idee van Ecobeach lariekoek
vinden en natuurlijke variatie als verklaring voor de waargenomen
zandaangroei opperen, is over de werking van de buizen inmiddels
een aantal aannemelijke theorieën ontwikkeld. De buizen kunnen
namelijk tot een versnelde afvoer van water leiden, waardoor een
drogere en poreuzere zandlaag ontstaat. Hierop laat iedere golf meer
zand achter.
Ecobeach is niet alleen vanwege de methode vernieuwend. Ook
de samenwerking tussen BAM en Rijkswaterstaat is dat. Er is geen
supergedetailleerd contract dat werkwijze en risico’s dichttimmert.
Innovatief werken vereist nu eenmaal een zekere bandbreedte. Zo is
bij een project als Ecobeach de natuur een onvoorspelbare factor. In
de ‘no cure no pay’ overeenkomst zullen BAM en Rijkswaterstaat hier
creatief mee om moeten gaan.
EcobeachZandaangroei dankzij geperforeerde buizen
KUST EN ZEETE KEUR
Kees van Ruiten project le ider Ecobeach
‘WINN en BAM vertrouwen elkaar’
1 7 5 j a a r
“Het leuke aan mijn rol vind ik het verbinden
van disciplines en de mensen daarachter. Ik
ben geen morfoloog, geen hydroloog en
geen ecoloog, maar ik weet er net genoeg
van om die mensen bij elkaar te brengen en
mijn vragen te articuleren. Daar heb ik veel
lol in. Het gaat om het gebruik van informatie
en, aan de hand daarvan, het nemen van
beslissingen. Heeft het meerwaarde voor de
taken van Rijkswaterstaat? Als projectleider
juiste informatie bij de juiste mensen bren-
gen, dat is de uitdaging.
Bij het Rijksinstituut voor Kust en Zee werken
veel jonge mensen, vers van de universiteit.
Die geven je energie, ze hebben ideeën en
pakken dingen op. Ze zijn absoluut niet
bureaucratisch. Maar omdat je gemeen-
schapsgeld besteedt, moet je transparant zijn
en rechtmatig werken. Daar ligt een verant-
woordelijkheid die zich soms uit in lange be-
slisprocedures en dergelijke. Wat me stoort,
is dat veel regelgeving ontstaat als er wat
mis gaat. Zo heeft de bouwfraude in eerste
instantie geleid tot regels die ons onnodige
‘bureaucratie’ opleverden. Die regelgeving
kan verstikkend werken. Super gedetailleerde
contracten zijn killing voor innovatie.
WINN werkte samen met Peter Kole van
de stafdeling Markt en Inkoop van Rijks-
waterstaat aan het Ecobeach-contract. Het
is zijn taak om tot nieuwe contractvormen
te komen. Hij wees ons er voortdurend op
dat wij overal controle op wilden houden en
dat dat de verkeerde weg was. Een heleboel
risico’s die je normaal probeert af te dekken,
hebben we er uiteindelijk uitgehaald. We
hebben gezegd: op het moment dat er iets
onverwachts met flinke gevolgen gebeurt,
gaan we met elkaar overleggen. Onze
partner BAM vond dat een verademing.
We hebben vertrouwen in elkaar. Zolang je
elkaar aan weerskanten maar aanspreekt op
verantwoordelijkheden en niet teleurstelt.
Gaat er iets niet goed, dan moet je dat on-
middellijk communiceren. Zo weet je wat je
van elkaar kunt verwachten.
Eén receptenboek voor innovatie bestaat
niet. Waarom is dit nu zo’n leuk project?
Primair omdat er chemie tussen de mensen
is. Maar ook vanwege de betrokkenheid
vanuit Markt en Inkoop van Staf DG rond
de contractvorm. En omdat WINN en BAM
vertrouwen in elkaar gekregen hebben. BAM
vertrouwt onze manier van monitoren. Van
ons krijgt BAM de ruimte om aan te tonen
dat het werkt.”
‘Gedetailleerde contracten killing voor innovatie’
KUST EN ZEETE KEUR
Ad van ’t Zelfde innovat iemanager BAM Mult iconsult
‘Ambtenaren doen meer dan uit het raam kijken en aannemers zijn geen boeven’
1 � 5 j a a r
‘Innoveren creëert enorm veel positieve energie’“Als innovatiemanager doe ik trajecten die
anders in elkaar zitten dan een doorsnee pro-
ductieproces. Bij een innovatietraject moet
je kennis aan elkaar koppelen, balanceren
tussen de lange en de korte termijn en tussen
wat je wel en niet weet. Je moet chaos en on-
zekerheid aankunnen. Juist dat onvoorspel-
bare vind ik leuk. Wat ik ook belangrijk vind,
is aansluiting zoeken bij de belevingswereld
van klanten. Het aardige van deze innovatie
is dat we er een gezamenlijke onderneming
van hebben gemaakt. Innoveren creëert
enorm veel positieve energie.
EcoBeach is in een aantal opzichten een to-
taal andere benadering. Ten eerste is het een
eigen initiatief, een ongevraagde oplossing.
Normaal zegt Rijkswaterstaat: dit wil ik heb-
ben. Omdat Rijkswaterstaat dik tevreden was
over hoe ze de kust onderhouden, dachten
ze niet aan alternatieven. Ten tweede snapt
de wetenschap niet hoe de zandaangroei
werkt. De normale gang van zaken is: eerst
in het lab kijken, een model maken, een si-
mulatie doen en dan pas in de werkelijkheid
uitproberen. Bij Ecobeach werkt het juist
andersom.
Voor ons gold: hoe kom je nu tot innovatie
in samenwerking met de overheid? Waarbij
voor ons een voorwaarde was dat we bij
presteren gewoon geld moeten kunnen ver-
dienen. Het contract bleek allesbepalend. Dat
heeft langer geduurd dan normaal, maar juist
doordat we die tijd investeerden, ging het
uiteindelijk makkelijk. Het is een gezamenlijk
product geworden. Dankzij het feit dat beide
partijen eerlijk vertelden wat hun beletsels
waren, nadachten over de risico’s, konden
we tot een eenvoudig contract komen. Beide
partijen investeerden in het opbouwen van
een vertrouwensband. Dat vraagt om een
open houding. Niet denken in clichés als:
ambtenaren kijken de hele dag uit het raam
en aannemers zijn boeven. Je moet respect
hebben voor elkaars positie.
Bij WINN tref je publiek ondernemerschap.
Daarmee bedoel ik dat een ambtenaar buiten
gebaande paden durft te treden in het belang
van de publieke zaak. EcoBeach was met
een reguliere projectaanpak nooit tot stand
gekomen. Het WINN-bestuur heeft zijn
verantwoordelijkheid genomen. WINN heeft
bestaansrecht. Er moet ruimte zijn om te ex-
perimenteren, om andere arrangementen te
maken. Dat doet WINN fantastisch.”
KUST EN ZEETE KEUR
� 5 j a a r
Dijkversterking blijft een belangrijk punt in het beleid van Rijkswaterstaat. Maar
zouden we meer kunnen gaan leven mét water, in plaats van er altijd tegen te
strijden? Een revolutionaire benadering, die de wensen van veiligheid confron-
teert met die van alledag. Mensen willen zich veilig weten, maar ook ruimte voor
wonen en werken hebben. Hoe zijn deze verenigbaar? Innovatie rond dit thema
richt zich op nieuwe technieken voor dijkversterking en manieren om meervoudig
ruimtegebruik rondom de rivier te realiseren. Dit vraagt in ieder geval om een
mentaliteitsverandering bij politiek en bevolking.
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
Project: INSIDEPROJECTPaRTNERS CUR (Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving) en GeoDelft
PROJECTlEIdER Erik Bijlsma
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Bouwdienst
BETROKKEN dIENSTEN Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Dienst Noord Nederland, Dienst IJsselmeergebied
TIJdSBESTEK 2001 – 2007
dE dRIE dIJKvERSTERKINgSTEChNIEKEN:
• Mixed-in-place (Consortium HKR)
• Dijkvernageling (Consortium INSIDE Squad)
• Expanding Columns (Consortium D-Dike)
2 �
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
5 j a a r
INSIDE is in 2001 gestart door Rijkswaterstaat in samenwerking
met CUR en met GeoDelft als geotechnisch adviseur. In 2003 is het
project om financiële redenen stopgezet. Dankzij WINN beleefde
INSIDE begin 2004 een nieuwe start. Steeds vond afstemming plaats
met de kennisvragers (waterschappen, Rijkswaterstaat en provincie)
over de technische en financiële haalbaarheid en de maatschappelijke
acceptatie van de innovatieve technieken. INSIDE organiseerde een
aantal roadshows om de betrokkenheid van de waterschappen te
vergroten. Als dijkbeheerders moeten zij er vertrouwen in hebben. De
waterschappen werden geïnformeerd over de INSIDE-oplossingen en
waar deze geschikt voor zijn.
De drie technieken zijn de afgelopen jaren beproefd. De resultaten
zijn bemoedigend. Het Expertise Netwerk Waterkeren (ENW) heeft
vertrouwen in deze technieken. Mixed-in-place en dijkvernageling zijn
zelfs geschikt voor de toepassing in een pilotproject. Hoe de technie-
ken voor dijkversterking zich op de lange termijn gaan gedragen, zal
blijken uit aanvullende monitoring.
Het klimaat verandert. De waterstanden van de rivieren zullen aan-
merkelijk verhogen. Naast rivierverruimende maatregelen vormen
dijken een belangrijke beveiliging tegen overstromingen. Om deze
beveiliging voor de toekomst te kunnen blijven garanderen, schreef
het project INSIDE (INnovations on Stability Improvements enabling
Dike Elevations) een prijsvraag uit. Bedenk een innovatieve manier om
dijken te versterken, zonder extra ruimte te gebruiken.
Drie voorstellen vielen in de prijzen en ontvingen een bijdrage voor de
ontwikkeling van hun innovatieve dijkversterkingtechniek. De mixed-
in-place techniek vermengt droog bindmiddel met vochtige grond,
waardoor na verharding gestabiliseerde grondkolommen ontstaan.
Dit is erg effectief, omdat de oorspronkelijk zwakste plek van de dijk,
de slappe grond, nu grote krachten kan opnemen. Dijkvernageling
bestaat uit het verankeren van het binnendijkse grondmassief door
toepassing van trekelementen. Een dijkdeuvel (Expanding Column) is
een buis met daarboven een kous vol cement-bentoniet. Het uitzet-
ten van de kous zorgt voor het samendrukken van de omringende
slappe grond. Het onderste deel van de buis zorgt voor een goede
verankering in de draagkrachtige zandlaag.
INSIdEDijken van innovaties
Erik bij lsma project le ider INSIDE
‘Niet stoppen bij de eerste tegenslag’
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
2 � 5 j a a r
‘Innovatie kun je stimuleren, maar niet versnellen’hebben mensen ook overtuigd.
Innovatie kun je stimuleren, maar niet ver-
snellen. De verschillende partijen hebben tijd
nodig om nieuwe technieken te accepteren.
Het uitzoeken en beantwoorden van al hun
vragen kost nu eenmaal veel tijd. Een verbe-
terpunt van dit project is de communicatie. Je
moet mensen continu blijven informeren en
enthousiasmeren. Daarin mag je niet verslap-
pen. Zo hou je de buitenwereld betrokken.“
”Wat ik heb met innovatie? De wereld staat
niet stil. Bedenk je altijd dat er slimmere
manieren of technieken zijn om iets te doen.
Innovators geef ik graag een kans. Ik ben een
voorstander om ideeën, die de wereld verder
kunnen helpen, te onderzoeken. Zo breng je
technieken verder. Innovatie om te innoveren
vind ik niks. Daar verzet ik me tegen. Als
iets goed functioneert, moet je het niet per
se willen veranderen. Zeker als het resultaat
onveranderd blijft, is dat zinloos.
Als afgestudeerd ingenieur cultuurtechniek
grond en water ben ik een intermediair tussen
beleid en theorie. Vanuit deze brede techni-
sche achtergrond kwam ik terecht bij de Dienst
Weg- en Waterbouwkunde en ben zodoende
in de dijkenbouw gerold. Inmiddels ben ik al-
weer twaalf jaar werkzaam bij Rijkswaterstaat.
Ik doe hier veel grote projecten, maar INSIDE is
mijn kindje. Ik blijf me er hard voor maken, ook
al zitten we nu in de afrondingsfase.
Het proces van idee naar uitvoering vind ik
het leukst. Het is een combinatie van goede
communicatie en een lange adem. Niet stop-
pen bij de eerste tegenslag en mensen met
goede argumenten overtuigen van een inno-
vatief idee. Je wint hun vertrouwen door aan
te tonen dat het geen luchtkasteel is. Zien is
vaak geloven. Tijdens een praktijkdag gingen
we met de bus naar de dijk, naar de pilotsite.
Onze vijf roadshows langs de waterschappen
Erwin de Jong project le ider Van Hattum en Blankevoort
‘WINN gaf ons het vertrouwen om het weer op te pakken’
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
2 7 5 j a a r
‘Een ramp zorgt vaak pas voor het besef’zie je duidelijk dat we het anders en beter
zijn gaan doen. Een uitdaging vind ik het be-
heersen van de risico’s en het bedenken van
nieuwe concepten. We hebben voor dijkver-
sterking nu een goedgekeurde methode en
een toetsbare techniek. Veel waterschappen
zijn enthousiast. Nu is het zoeken naar een
goede pilotlocatie. Als de eerste nagels de
dijk ingaan, geeft dat voldoening van een
aantal jaar werk.”
“Ons consortium van Van Hattum en
Blankevoort, Boskalis, Witteveen + Bos en
Grontmij ging in 2002 voortvarend van
start met dijkvernageling. Te voortvarend.
We doken meteen diep in de techniek en
gingen voorbij aan de conceptuele denkfase.
CUR en Rijkswaterstaat brachten ons op het
goede spoor. In een later stadium hadden we
weer profijt van deze vroegtijdige technische
verdieping.
We waren vrij in de ontwikkeling. Terug-
koppeling kregen we na elke fase, met de
mogelijkheid om bij te sturen. Innovatie
kent teleurstellingen en hoogtepunten. Het
stopzetten van het project in 2003 was zo’n
teleurstelling. Je werkt naar een einddoel
en dat perspectief was verdwenen. WINN
gaf ons het vertrouwen om het weer op te
pakken en verzorgde de pr en informeerde
de waterschappen. Het was moeilijk om alle
waterschappen in Nederland op hetzelfde
informatieniveau te krijgen. Zo werd de web-
site een periode niet goed bijgehouden. Na
de proef in 2005 ging het meer leven. Voor
deze proef gaf het waterschap Rivierenland,
dat streeft naar innovatie, toestemming zes
nagels in de Lingedijk te zetten. Jammer
genoeg zorgt een ramp pas voor het besef
bij mensen. Toen New Orleans onder wa-
ter stond, werden noodzaak en nut voor
dijkversterkingstechnieken ingezien. Zonder
die ramp was de media-aandacht tijdens de
proef kleiner geweest en hadden radio- en
televisieomroepen nooit bij ons op de dijk
gestaan.
Voor constructies in de grond kun je nooit
uit de voeten met een standaardtechniek. Je
bent telkens aan het innoveren en aan het
nadenken over de toegepaste techniek. Dat
is zo gewoon, dat het niet meer bijzonder
is. Het is een geleidelijke trend van continue
vernieuwing. Over een periode van tien jaar
PROJECTlEIdERS Louise de Jong en Ronald van Oort
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Adviesdienst Geo-informatie en ICT
BETROKKEN dIENSTEN Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Dienst Noord Nederland, Dienst IJsselmeergebied
TIJdSBESTEK 2006 – 2010
dE vIJf gESElECTEERdE PROJECTEN zIJN:
• Geobeads, netwerk van minuscule sensoren op basis van chiptechnologie, Alert Solutions B.V., Hilversum
• Systematische monitoring met satelliet- en radartechnolo-gie, Hansje Brinker, Delft
• Real-time dijkbewaking met optische glasfibertechniek, Inventec B.V., ’t Harde
• Intelligent monitoring- en bewakingsysteem, Koenders Instruments B.V., Almere
• Gelijktijdig waargenomen multi-sensordata vanuit de lucht, Miramap B.V., Houten
Project: DigiDijk
2 �
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
5 j a a r
Dat is een goede manier, maar enorm tijdrovend. WINN zoekt via
deze pilot manieren om de visuele dijkinspecties een stuk efficiënter
te maken.
Voorjaar 2007 dienden 21 bedrijven een voorstel in. Een deskundige
beoordelingscommissie vond vijf daarvan veelbelovend. De beoorde-
lingscommissie keek naar de mate van vernieuwing en haalbaarheid.
Een voorstel moest bovendien passen binnen de inspectie zoals die nu
gebeurt en dus aanvullend zijn op de visuele inspectie.
De vijf geselecteerde bedrijven kunnen, financieel gesteund door
Verkeer en Waterstaat en Economische Zaken, een haalbaarheids-
studie uitvoeren. Deze eerste fase zal een half jaar duren. Voor het
einde van 2007 wil WINN twee voorstellen selecteren voor fase 2, het
ontwikkeltraject dat twee jaar mag duren. Voor beide fasen samen
stelt de overheid 1,1 miljoen euro beschikbaar. De helft is afkomstig
van het ministerie van Economische Zaken en de andere helft van
Verkeer en Waterstaat. In de derde en laatste fase moet het bedrijf
de innovatie zelf op de markt brengen, maar zal Rijkswaterstaat zeker
betrokken blijven.
In het project DigiDijk vraagt WINN het midden- en kleinbedrijf
(MKB) om via Small Business Innovation Research (SBIR) met inno-
vaties te komen voor het inspecteren van waterkeringen. In de VS is
SBIR al twintig jaar een begrip. In Nederland vond het ministerie van
Economische Zaken het hoog tijd om de banden tussen overheid en
MKB aan te halen. Het polste bij diverse andere ministeries de bereid-
heid om mee te doen. Bij Verkeer en Waterstaat was op het gebied
van water WaterINNovatiebron een logische partner. Op het gebied
van verkeer en vervoer voert Wegen naar de Toekomst een pilot uit.
Voor WINN heeft dit SBIR-programma twee doelen. WINN vraagt be-
drijven, innovatieve waarnemingstechnieken te ontwikkelen voor het
inspecteren van waterkeringen. Daarnaast wil Verkeer en Waterstaat
net als de andere ministeries testen of SBIR werkt; lukt het om op deze
manier bruikbare innovaties van het MKB te krijgen?
Dat efficiënt beheer van waterkeringen onderwerp is van deze pilot is
niet vreemd. Het beheren van waterkeringen als zeedijken, rivierdijken
en ‘veendijken’, heeft de laatste jaren enorm de aandacht. Zeker sinds
de dijkdoorbraak bij Wilnis. Dijkinspecties verlopen nog steeds visueel.
digidijkMKB komt met innovatieve oplossingen voor dijkinspecties
louise de Jong project le ider DigiDi jk
‘De gedrevenheid van innovators inspireert’
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
� 1 5 j a a r
anderen kunnen doen waar ze goed in zijn.
En daardoor krijgen wij als Rijkswaterstaat
wat we nodig hebben. Mooier kan toch
niet?“
“Hoewel ik me niet bemoeide met de beoor-
deling heb ik de 21 voorstellen wel gelezen.
En dat was echt machtig interessant. Er zijn
nu vijf voorstellen geselecteerd voor een
haalbaarheidsonderzoek. Desondanks is op
dit moment helemaal open waar het naar
toe gaat. We hebben wel een doel - verbe-
teringen op het gebied van het inspecteren
van waterkeringen - maar er zit nog zoveel
variatie in. De geselecteerde projecten bieden
verschillende mogelijkheden. De mensen zijn
ontzettend enthousiast en gedreven om hun
innovatievoorstel verder te ontwikkelen. Die
gedrevenheid vind ik inspirerend.
Er zullen mensen zijn die als kind op het
strand druk in de weer waren met het bou-
wen van dijken en voor wie een carrière bij
Rijkswaterstaat een logisch vervolg was. Mijn
eerste dijk bouwde ik pas op latere leeftijd
tijdens een vakantie in Nepal. Daar had je
weinig badvoorzieningen. Dus bouwde ik
van stenen een dammetje in een beek zodat
je een meertje kreeg waarin je kon poedelen.
Ik ben een denker, maar dus ook best prak-
tisch ingesteld. Daarom zit ik bij DigiDijk op
mijn plek. Het is tenslotte de bedoeling dat
we straks tastbare, bruikbare oplossingen
hebben.
Rijkswaterstaat hoort als uitvoeringsorgani-
satie dit soort dingen te doen. Rijkswaterstaat
is, zeg ik wel eens oneerbiedig, de terrein-
knecht van Nederland. Maar wel de beste
die je je wensen kan. We moeten ervoor
zorgen dat de infrastructuur er goed bijligt,
dat het allemaal functioneert en dat het land
veilig is voor water. En dat kan niet met alleen
papier. Je moet onderzoek doen en studeren,
maar op een gegeven moment moet je echt
wat dóen. We ontwikkelen het niet meer
zelf, maar we moeten de randvoorwaarden
scheppen waaronder anderen het wel kun-
nen. Ik vind het leuk om ervoor te zorgen dat
‘Terreinknecht die voorwaarden schept’
Erik peters opr ichter Alert Solut ions
‘WINN is een betrouwbare partij om mee te werken’
RiviEREN opNiEUW bElEEFd
� � 5 j a a r
je met iets bezig bent dat nuttig is voor an-
deren. Dat anderen met jouw gedachtegoed
aan de slag gaan. Maar vooral het vernieu-
wende boeit. Ik kijk met enthousiasme uit
naar de volgende stappen.”
“Het idee is eind 2006 ontstaan vanuit de
verbazing dat chiptechnologie, die al op veel
plekken wordt gebruikt, ook om kosten te
drukken, in de waterkeringswereld nog he-
lemaal niet aan de orde is. Het gaat om een
betrouwbare techniek die al geruime tijd in
de automobiel- en procesindustrie wordt toe-
gepast. Het meten van olie en bandenspan-
ning in auto’s gebeurt bijvoorbeeld met dit
soort sensoren. Vanuit die basiscomponenten
maak ik een vertaalslag naar dijkmonintoring.
De doorbraak zit ’m erin dat het prijsniveau
per meetinstrument zover omlaag gaat dat
het binnen handbereik komt om er duizen-
den toe te passen.
Tot nu toe is WINN duidelijk geweest in
wat ze nastreeft. WINN is een betrouwbare
partij om mee te werken; afspraken worden
nagekomen. Het SBIR-traject stelt me in
staat de benodigde voorinvestering te doen
in een product dat nog helemaal ontwikkeld
moet worden. Bovendien moet de markt
ontwikkeld worden. Vanwege dat laatste is
het moeilijk in dit stadium private investeer-
ders aan boord te krijgen. SBIR helpt me om
zaken van de grond te krijgen en werk uit te
besteden. Zo kan ik versneld de haalbaar-
heid van dit concept uitwerken. Ik hoop dat
ik daarna sterk genoeg sta om ook de rest
van de financiering rond te krijgen. Naast
het geld is het vertrouwen dat je krijgt van
Rijkswaterstaat belangrijk omdat je daarmee
andere partijen over de streep kunt trekken.
Innovatie zit in je. Ik ben altijd met trajecten
bezig geweest die met innovatie te maken
hadden. Ik hou van de puzzel en het onbe-
kende, van iets doen wat anderen nog niet,
of nog niet zo handig hebben gedaan. En dat
‘Dankzij vertrouwen Rijkswaterstaat trek je anderen over de streep’
� 5 j a a r
Slib & SCHip iN NiEUWvAARWATER
Slib - baggerspecie, zand en uiterwaardgrond - moet elke keer verwijderd worden
uit onze watersystemen vanwege milieuredenen of veiligheid. Al met al maakt
Nederland jaarlijks kosten om de waterwegen bevaarbaar te houden. Beide on-
derwerpen smeken om een innovatieve benadering. Want er blijkt veel meer te
kunnen met slib, dan enkel opslaan. Bijvoorbeeld het bouwen van terpen waar
mensen beschermd tegen het water kunnen wonen. Een innovatieve blik leert dat
er veel mogelijkheden zijn voor een betere benutting van de scheepvaart. Zo kan
een ander ontwerp en bouw van schepen en havenhoofden de efficiëntie aanzien-
lijk verhogen.
Project: Terpen van baggerspeciePROJECTlEIdER Alan Hoekstra
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Bouwdienst
BETROKKEN dIENSTEN Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
TIJdSBESTEK 2003 – 2007
� 7 5 j a a r
geen risico’s voor de gezondheid met zich meebrengt (mits de juiste
maatregelingen genomen worden), dat het juridisch verantwoord
is en bovendien technisch haalbaar. Het grootste struikelblok bleek
de maatschappelijke kant: de risicoperceptie. Hoewel baggerspecie
verontreinigd kan zijn, is het met de juiste maatregelen wel veilig.
Desondanks beschóuwen mensen het niet als veilig.
Hoe verander je het imago van bagger? Volgens de huidige strenge
maatstaven is bijna alle bagger verontreinigd en onveilig. Nu komt men
daar op terug. Binnenkort versoepelt de regelgeving rondom bagger.
Dit biedt kansen. Baggerspecie kan in de nabije toekomst gebruikt
worden als een gewone grondstof om op te bouwen en te wonen.
WINN rondde het pilotproject begin 2007 af. Er wordt inmiddels op
verschillende plekken nagedacht over toepassingen. Sommige zijn al
in uitvoering, zo worden in Groningen bestaande terpen hersteld. En
in Zeeland vult men een oude verdedigingslinie met baggerspecie op.
In de uiterwaarden liggen ook kansen, zoals bij de herinrichting van
de Gendtse Waard.
Ruim tweeduizend jaar geleden bouwden we ze al: terpen. Met de
komst van dijken leek de terp achterhaald. Tot nu. Met het verande-
rende klimaat is het ophogen van grond weer actueel. En grond heb-
ben we genoeg: in de vorm van baggerspecie. WINN startte in 2004
een pilot voor het maken van terpen met baggerspecie. Conclusie: het
is een kansrijk concept.
Wat zijn de voordelen van terpen van baggerspecie? Door het stijgen
van het water en het dalen van het land zijn laaggelegen gebieden
niet meer veilig om te wonen. Dit terwijl ruimte in Nederland al zo
beperkt is. Door grond te verhogen, wordt deze zo efficiënt mogelijk
gebruikt. Bovendien heeft Nederland, door het baggeroverschot te
gebruiken, een bestemming voor deze grond. Zo tackelt de pilot
meerdere vraagstukken: druk op de ruimte, hoogwaterveiligheid en
baggerspecieoverschot.
De pilot onderzocht het idee vanuit vier invalshoeken: veiligheid,
techniek, recht en maatschappij. Onder andere via een snuffelterp
onderzocht men de mogelijkheden. Daaruit bleek dat baggerspecie
Terpen van baggerspecie De grondstof van de toekomst
Slib & SCHip iN NiEUWvAARWATER
Alan Hoekstra project le ider
‘Zorg dat je iets kunt laten zien’
� � 5 j a a r
zoek bleek trouwens dat de bewoners van
Doornenburg geen probleem hadden met
een terp van baggerspecie. Wat daarbij mee-
speelde was dat het om lokale bagger ging.
Eigen bagger eerst, dus.”
“Leuk aan zo’n project dat je echt wat nieuws
aan het realiseren bent, iets dat van belang is
voor Nederland. Je krijgt met veel verschil-
lende partijen te maken, met verschillende
visies. Dat is aan de ene kant leerzaam, aan
de andere kant verloopt samenwerking met
die verschillende partijen soms moeizaam.
Een kenmerk van innovatie is dat het allerlei
tegenkrachten oproept. Mensen zeggen: dat
kan helemaal niet, en daarmee is de kous af.
Terwijl je juist een open mind moet hebben.
Je moet kijken wat er binnen de regelgeving
wel kan. Wellicht kun je wat veranderen. Als
je, zoals in ons geval, bestuurlijk committent
hebt, moet je eens proberen buitenom of
bovenlangs te gaan. Voor sommige mensen
is dat lastig.
Een manier om die tegenkrachten het hoofd
te bieden, is veel aandacht voor het concept
vragen en veel laten zien. De snuffelterp
in de Klompenwaard tussen Arnhem en
Nijmegen was daar uitermate geschikt voor.
Staatsbosbeheer bouwde daar in 1990 uit
lokale baggerspecie een terp, bedoeld als
vluchtheuvel voor vee. We hebben daar een
huisje opgezet en zijn er een moestuintje
begonnen.
We nodigden de schoolkinderen uit het naast-
gelegen Doornenburg uit om mee te doen
aan een wedstrijd om op de terp de hoogste
zonnebloem te kweken. Ook kweekten ze er
groenten. Een onderzoeksbureau onderzocht
de gewassen en het lokaal opgepompte
sproeiwater. Het bleek dat zonnebloempitten
uit de supermarkt meer arseen bevatten dan
de zonnebloempitten van de snuffelterp!
De pilot werd afgesloten op het moment dat
de nieuwe baggerregelgeving rond kwam.
Dat was een mooi moment. Toepassing van
baggerspecie als gewone grondstof krijgt
daarmee betere kansen. Uit belevingsonder-
‘Probeer eens buitenom te gaan’
Slib & SCHip iN NiEUWvAARWATER
� 5 j a a r
WATER & WoNEN iN NiEUW EvENWiCHTHet binnendijkse gebied is ingepolderd en afgeschermd door dijkringen. Dat is
de stand van zaken. De verwachte toename van de wateroverlast in ons land is
een extra reden om opnieuw te kijken naar een mogelijke integratie van water en
wonen. Zouden we water niet meer ruimte kunnen geven, zodat de mogelijkheden
ook groter worden? Innovatief denken hierover levert een schat aan mogelijke
oplossingen op. Tegelijk is er eens spanning tussen het water, het wonen en het
groen. Deze spanning kent fysieke en politieke problemen, technische en finan-
ciële. Dit thema prikkelt belanghebbende partijen om creatieve oplossingen te
zoeken.
Project: Hoogwaterproof bouwenPROJECTlEIdERS Gijsbert de Boer en Jan Dirk van Duijvenbode
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Bouwdienst
BETROKKEN dIENSTEN Rijksinstituut voor Kust en Zee en Dienst Weg- en Waterbouwkunde
PaRTNERS TNO, Waalweelde
TIJdSBESTEK 2006 – 2008
4 � 5 j a a r
bleken Rijkswaterstaat te zien als tegenstander en besteedden weinig
aandacht aan plannen voor buitendijks gebied. Volgens WINN lag de
oplossing in samenwerking tussen gemeenten. Om als gelijkwaardige
gesprekspartner van Rijkswaterstaat op te treden zouden alle gemeenten
gezamenlijk een plan moeten aanbieden. De Radboud Universiteit bleek
hetzelfde idee te hebben en was het project WaalWeelde gestart. WINN
zocht de samenwerking met WaalWeelde. Dit leidde onder meer tot de
inspiratieatlas waarmee gemeenten op digitale kaarten de gevolgen van
ingrepen in het rivierengebied kunnen inschatten.
Ondertussen is het doel om daadwerkelijk hoogwaterproof te bouwen
niet uit het oog verloren. WINN is op zoek naar Waalgemeenten die
mee willen werken aan een showcase. Het gaat erom een project van de
grond te krijgen waar met relatief weinig geld zichtbaar wordt wat een
ingreep betekent. Dat maakt het bestuurders makkelijk een beslissing te
nemen, want vaak durven ze niet uit onbekendheid met de techniek. En
dat laatste is nou net een terrein waar WINN hulp kan bieden.
Hoe om te gaan met de klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende
hoge rivierwaterstanden? Eén van die manieren is hoogwaterproof bou-
wen (inrichting van zomerbed, winterbed, bandijken en woonvormen
als woonterpen). In deze pilot verkent WINN de mogelijkheden tot
hoogwaterproof bouwen rond de Waal.
In eerste instantie richtte de pilot zich op een reëel, zichtbaar proefproject
dat door zijn voorbeeldfunctie weerstand tegen hoogwaterproof bouwen
weg kon nemen. WINN kan niet zelf bouwen. Het zijn immers de ge-
meenten die over bouwactiviteiten langs de rivier beslissen. En hiervoor
bestond koudwatervrees. WINN koos voor de rol van stimulator. Om de
gemeenten te inspireren, ontwikkelde WINN een boekje met wereld-
wijde concepten die toonden hoe je hoogwaterproof kunt bouwen. Het
positief ontvangen boekje krijgt binnenkort een tweede druk.
WINN constateerde dat als gemeenten in het rivierengebied initiatieven
nemen en bij Rijkswaterstaat aankloppen, ze te maken hebben met een
diffuse organisatie. WINN maakte daarom een rondje langs alle wet-
houders ruimtelijke ordening van de Waalgemeenten. De gemeenten
hoogwaterproof bouwen Meedenken met Waalgemeenten over bouwen rond de rivier
WATER & WoNEN iN NiEUW EvENWiCHT
Gijsbert de boer project le ider Hoogwaterproof bouwen
‘Gemeenten zagen Rijkswaterstaat als tegenstander’
4 � 5 j a a r
project WaalWeelde op, omdat Rijkswaterstaat
ook bezig is met Ruimte voor de Rivier. Het
lijkt of Waalweelde dat tegenwerkt. Maar
we zeggen: WaalWeelde kan een volwaardig
alternatief worden. Het is vernieuwing binnen
de kaders van Rijkswaterstaat, we kijken wel
waar die maximaal op te rekken zijn.”
“Grootste probleem van innovatie is dat mis-
schien wel tachtig procent van de mensen
niet wil vernieuwen. Zekerheid is belangrijk.
Ik hou van vernieuwen, maar ben weinig
verhuisd in mijn leven. Als de vastigheid bij
mensen wordt aangetast, levert dat angst
op. Dan gaan ze met hun hakken in het
zand. Men lijdt het meest door het lijden dat
men vreest.
Je moet mensen daarom vertrouwen geven.
Dat kan op twee manieren. Door mensen
niet te belazeren en door te inspireren. Mijn
collega Jan Dirk van Duivenbode kan dat
laatste goed, ik ben goed in het eerste. Bij
Hoogwaterproof bouwen opereerden we
daarom vaak met z’n tweeën. Bij dit project
hadden we in die zin een vreemde rol dat we
tegen gemeenten zeiden: we willen jullie een
machtsbasis geven zodat je tegenwicht kunt
bieden aan Rijkswaterstaat. We moesten
onze gesprekspartners duidelijk maken dat
we niet bezig waren onze collega’s onderuit
te halen maar dat we een proces op gang
wilden brengen waarvan we wisten dat het
nodig was. Vaak zag ik tijdens gesprekken
met een wethouder eerst een afwachtende
houding. Als het ijs gebroken was, kwamen
allerlei ideeën op tafel en werd het één groot
feest.
Tijdens een bijeenkomst van Rijkswaterstaat-
directeuren heb ik eens gezegd: Rijkswaterstaat
heeft de mond vol van innoveren, maar de
grootste weerstand die wij ondervinden,
komt van onze eigen organisatie, niet van de
omgeving. Ambtenaren durven per definitie
minder dan bestuurders, omdat we altijd bang
zijn voor wat de baas ervan vindt. En in een
hiërarchische organisatie als Rijkswaterstaat
heb je nogal wat bazen.
Hoogwaterproof bouwen levert een ogen-
schijnlijk rare samenwerking met het WINN-
‘Men lijdt het meest door het lijden dat men vreest’
WATER & WoNEN iN NiEUW EvENWiCHT
ENKElE MaSTERClaSSES:
• Ir. Frank Ploegmakers (Irmato/Philips) ‘Het organiseren van innovatief werken’
• Prof. dr. Paul Frissen (Universiteit van Tilburg) ‘Een afwerk-plek voor de boomkikker’
• Rob van Gijzel (Politea) ‘Effectief functioneren in politiek-bestuurlijke context’
• Prof. dr. Hans Hellendoorn (Siemens Nederland/TU Delft) ‘Doorwerking en implementatie van innovaties’
MASTERClASSESPROJECTlEIdER Krystyna Robaczewska
RIJKSWaTERSTaaTdIENST Rijksinstituut voor Kust en Zee
PaRTNER TNO Bouw en Ondergrond
TIJdSBESTEK vanaf 2004
aaNTal MaSTERClaSSES 20
4 7 5 j a a r
forum Ervarum Plek voor verbinding, reflectie en inspiratie
sessie WINN-projectleiders ruimte voor het bespreken van persoonlijke
en gedeelde vraagstukken in intervisiesessies, meestal voortbordurend
op de presentatie van de master.
Regelmatig brengen masters WINN op goede ideeën. Juni 2005 dis-
cussieerde WINN met Frank Ploegmakers van Irmato/Philips over het
organiseren van innovatief werken en het pleidooi voor procesinno-
vatie. Master en deelnemers kwamen tot een gezamenlijke oplossing:
“Creëer maatschappelijke druk om Rijkswaterstaat in beweging te
brengen; een actuele grote uitdaging die zowel voor de werkvloer als
voor de top vragen oproept.”
Naar aanleiding hiervan sprak WINN enkele maanden later met de
Directeur Generaal van Rijkswaterstaat. WINN kreeg het verzoek om
aan de slag gegaan met de vraag: welke maatschappelijke opgaven ten
aanzien van waterbeheer heeft Rijkswaterstaat in de komende decen-
nia? Dit moet leiden tot een nieuwe, grote innovatieopdracht voor
Rijkswaterstaat. WINN startte naar aanleiding hiervan een onderzoek
naar maatschappelijke behoeften. Op basis waarvan Rijkswaterstaat
een nieuwe innovatiekoers zal bepalen: minder kleine (technologische)
innovaties, meer maatschappelijk ingegeven (proces)innovaties.
Forum Ervarum is het onderdeel van WINN dat de projectleiders
ondersteunt door het delen van kennis en ervaring. Dat gebeurt vier
keer per jaar in de masterclasses en door bijvoorbeeld de uitgave van
de handreiking Leren Innoveren. Deze handreiking, gebaseerd op
ervaringen van innovatoren van buiten en binnen Rijkswaterstaat en
van WINN-projectleiders zelf, biedt structuur in het soms chaotische
innovatieproces. De handreiking is uitdrukkelijk bedoeld als inspiratie-
bron en niet als standaardrecept.
Leren van elkaar doe je als je samenwerkt, elkaar regelmatig ontmoet
en dan ruimte creëert voor reflectie en discussie. Daarom organiseert
het Forum Ervarum in samenwerking met TNO Bouw en Ondergrond
sinds november 2004 masterclasses. Met de masterclasses wil WINN
waardevolle kennis van buiten naar binnen brengen. De inbreng van
externe deskundigen, de masters, is dan ook cruciaal. Hun kijk op en
kennis van organisaties, innovatie, maatschappelijke vraagstukken en
behoeften op de lange termijn, vormen de inspiratiebron voor reflectie
en discussie over de eigen ambities en werkwijze van WINN.
De masterclass is een tweedaagse sessie waar per dag een master zijn
of haar specifieke visie en ervaring deelt. Ook biedt de tweedaagse
MASTERClASSES
Krystyna Robaczewska themaleider Forum Ervarum
‘De inbreng van een master kan een enorme wending geven’
4 � 5 j a a r
‘Aan kennis alleen voor jezelf heb je niets’moeten kijken. We weten nu beter politiek-
bestuurlijke antennes te ontwikkelen. Dat
deden we sowieso te weinig.
De laatste masterclass over open innovatie
was ook zeer inspirerend. Bij open innovatie
draait het om het samenspel tussen tech-
nologische en sociale innovatie. Techniek
maakt innovatie mogelijk, ondernemers en
omgeving maken innovatie waar. De kracht
van de verbinding bepaalt het succes van
innovatie. Innoveren doe je niet meer alleen
achter gesloten deuren. Je hebt daar ook de
tijd niet meer voor. Open innovatie vraagt
dus om andere competenties: je moet die
ander kunnen vinden.”
“Het is geen toeval dat ik in de innovatie-
hoek zit. Ik beschouw mezelf als een creatief
iemand die problemen omtovert in kansen.
Van routinewerk word ik niet gelukkig. Ik
houd van veranderingen, Panta Rhei is
mijn motto. Voor Rijkswaterstaat hou ik me
naast WINN bezig met het inrichten van
crisisorganisaties voor de sector water. Het
is een uitdaging om de vernieuwing, sa-
menwerking en de uniformiteit binnen deze
organisaties in te brengen. Het maatschap-
pelijk belang en de dynamiek van dit werk
geven me energie.
Het lijkt misschien vreemd dat ik me, met
mijn oceanografische achtergrond, bezig
hou met leerprocessen. Het heeft er ook
niet zoveel mee te maken, maar ik heb nu
eenmaal een interesse in kennis en attitude.
In gedrag van mensen zit de sleutel tot
succes. Als je niet weet hoe je de kennis bij
anderen kunt halen of naar anderen kunt
brengen – met anderen kunt samenwerken
– dan heb je kennis alleen voor jezelf en kun
je er niks mee.
Ik investeer graag in mensen en kijk met
plezier hoe ze veranderen. Als ik op die
manier heb bijgedragen aan de successen
van anderen, dan ben ik ontzettend blij.
Wat dat betreft heeft Forum Ervarum nog
een belangrijke missie. Want het is moeilijk
om mensen die zover van elkaar werken aan
elkaar te binden. WINN kan meer groeps-
gevoel en meer uitwisseling van ervaringen
gebruiken. In de toekomst moeten er meer
momenten zijn dat onze mensen bij elkaar
komen.
De inbreng van een master kan een enorme
wending geven. Neem bijvoorbeeld de mas-
terclass door oud-politicus Rob van Gijzel.
Hij heeft ons een andere bril opgezet, ons
geleerd hoe we naar bestuurders en politici
MASTERClASSES
WATERUiTdAGiNGENPROJECTlEIdERS Pauline van Rijckevorsel, Willem Bruggeman
RIJKSWaTERSTaaTdIENSTEN Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling en Rijksinstituut voor Kust en Zee
BETROKKEN dIENSTEN Dienst Oost-Nederland, Dienst-IJsselmeergebied, Dienst Zeeland, Bouwdienst en Adviesdienst Verkeer en Vervoer
PlaaTS Mobilion, Utrecht
TIJdSBESTEK november 2006 - november 2007
� 1 5 j a a r
WATERUiTdAGiNGEN
Innoveren om het innoveren heeft weinig nut. Zoals Directeur-
Generaal Bert Keijts het eens verwoordde: “Het gaat mij er niet om dat
ik elk jaar een paar lintjes door kan knippen.” Waarom, welke innova-
ties, waar en op welk moment? Dat zijn de vragen die de strategische
verkenning Wateruitdagingen onderzoekt. Via Wateruitdagingen
zoekt WINN de maatschappelijke legitimatie, wil WINN weten of
Rijkswaterstaat - en WINN zélf - met de juiste dingen bezig is. Bovenal
ontwikkelt WINN via Wateruitdagingen, in samenspraak met het ‘um-
feld’, scenario’s voor de toekomst.
Wateruitdagingen startte met een intern onderzoekje naar lange
termijn ontwikkelingen, kansen en bedreigingen. Liet zich inspireren
door een aantal masterclasses en deed begin 2006 een quick scan; in
kranten en via internet speurde WINN naar fysieke, sociaal-culturele
en ruimtelijk-economische trends. Aan de hand daarvan stapte WINN
naar zes toonaangevende Nederlanders met de vraag: Wat moeten
we nu doen om Nederland in de toekomst veilig, schoon en leefbaar
te houden? Dit resulteerde in 2006 in het boekje ‘Wateruitdagingen’
waarin J. Cramer (minister van VROM), P. Schnabel (directeur SCP), P.
Vellinga (hoogleraar milieuwetenschappen), P. Winsemius (WRR), N.
Wellink (president De Nederlandsche Bank) en C. Zevenbergen (direc-
teur Dura Vermeer Business Development) geen blad voor de mond
namen. Aldus geïnspireerd, ging WINN voorjaar 2007 het gesprek
aan met overheden, bedrijfsleven en belangenorganisaties rond drie
thema’s: Klimaat in relatie tot veiligheid, ruimte en risico; Water als
energiebron; en Sediment als grondstof. Via deze themabijeenkomsten
onderzocht Wateruitdagingen wat de waterinnovatieopdracht voor de
toekomst zal zijn. De resultaten van deze gesprekken zijn richtingge-
vend voor het waterinnovatieprogramma voor de komende vier jaar.
Met wie WINN de wateruitdagingen in de nabije toekomst aangaat, is
een relevante vraag nu de directe omgeving van WINN met de komst
van de Waterdienst, Deltares en de Stuurgroep Deltatechnologie
herschikt is. Met de strategische verkenningen voorziet WINN in een
behoefte van de Stuurgroep Deltatechnologie. WINN trekt daarom
samen op met het netwerk Deltatechnologie. Daarnaast ligt het in de
lijn dat de Waterdienst en Deltares de wateruitdagingen oppakken.
Het gaat tenslotte om verkenningen, scenario’s en contact met de
omgeving. Het gaat om een opdracht die continuïteit vergt.
WateruitdagingenWelke richting WINN op moet en waarom
Willem bruggeman strategisch adviseur Wateruitdagingen
‘De uitdaging is om communicatie- kanalen te openen en de gemeenschappelijkheid aan te tonen’
� � 5 j a a r
‘Land in kaart brengen’binnen Rijkswaterstaat van de grond gekre-
gen. We hebben mensen vrijheid gegeven
om ideeën te ontwikkelen en deze publiciteit
gegeven. Juist die exposure is belangrijk.
Voor de nabije toekomst moeten we aan
een aantal zaken zeker aandacht beste-
den. We moeten de contacten met de
Stuurgroep Deltatechnologie verder uit-
bouwen en tegelijkertijd opletten dat we
met Rijkswaterstaat-dingen bezig zijn. We
moeten voor interne verbondenheid zorgen
en ervoor zorgen we de innovatie binnen
de Rijkswaterstaatnetwerken daadwerkelijk
toepassen. We moeten de interactie met
Deltares helder maken. WINN moet minder
een hiërarchische projectorganisatie en meer
een netwerkorganisatie worden.”
“Ik ben geïnteresseerd in hoe systemen
zich ontwikkelen. Is het voorspelbaar, kun
je ingrijpen, hoe ziet de samenhang eruit,
hoe verlopen processen? Van huis uit ben ik
biochemicus en milieuwetenschapper, maar
op een gegeven moment voelde ik me
meer organisatiepsycholoog. Interactie tussen
mensen begon me te interesseren. Binnen
WINN kan ik mijn liefde voor water, voor
systeemdenken en scenariodenken volop
combineren.
Innovatie geeft de mogelijkheid onbekend
terrein te verkennen, een ontdekkingstocht
te maken en het land in kaart te brengen.
Bovendien kun je afstand nemen van dingen
die niet lekker zitten in een organisatie of van
een praktijk die stroef verloopt. Innovatie
brengt dan leven in de brouwerij. Je krijgt er
energie van; je levert een bijdrage aan dingen
die er toe doen.
Waar je tegen aan loopt, is dat mensen elkaars
belangen onvoldoende kennen en vanuit hun
eigen bolwerkje tegen elkaar in werken. De
grote uitdaging is om dan communicatieka-
nalen te openen en de gemeenschappelijk-
heid aan te tonen; samen ben je sterker. Een
ander lastig punt is de behoefte aan zekerheid
van mensen. Je verlaat niet zo snel je eigen
stelling om nieuwe dingen te doen. Ik probeer
mensen te verlokken om de nieuwe moge-
lijkheden te bekijken. Luisteren naar mensen
is dan belangrijk. Je kunt niet adviseren als
je niet weet wat mensen bezighoudt en wat
ze nodig hebben. Ik probeer een overzicht te
maken, te kijken hoe de samenhang is en dat
in heldere lijnen te presenteren.
Ik ben tevreden over wat we hebben ge-
presteerd. WINN heeft via wateruitdagingen
een aantal kansrijke ideeën heel behoorlijk
vormgegeven. We hebben er de organisatie
voor opgetuigd, een samenwerkingsverband
WATERUiTdAGiNGEN
‘Ons innovatieprogramma is geen
onderzoeksprogramma, maar gaat
over het tóepassen van kennis’
bert polak programmamanager WINN
NAWooRd
� � 5 j a a r
‘Inspiratie is 10 procent, de rest hard werken’”Als iedereen zegt: dat gaat moeilijk worden, dan begin ik pas een
beetje geïnteresseerd te raken. Rijkswaterstaat moet op een an-
dere manier omgaan met innovatie. Volgens het ondernemingsplan
moet Rijkswaterstaat innovatief en publieksgericht worden. Maar
Rijkswaterstaat is voor een groot deel een beheersorganisatie en
niet snel geneigd tot het lopen van risico’s. Uit de historie blijkt dat
Rijkswaterstaat pas innoveert tijdens het werk of onder druk van
buitenaf, bijvoorbeeld een ramp of een bijna-ramp. Gebaseerd op
de goede ervaringen met het ‘droge’ innovatieprogramma Wegen
naar de Toekomst, heeft Rijkswaterstaat met WINN meer ruimte
geschapen voor waterinnovatie. Bij innovatie stort iedereen zich
graag op het creatieve proces, terwijl dat het probleem niet is. Het
gaat erom van inspiratie naar implementatie te komen. Inspiratie is
10 procent en de rest is gewoon hard werken; je moet zorgen voor
geld en dat het idee bij de juiste mensen landt. Waarbij we altijd voor
ogen hebben gehouden dat ons innovatieprogramma geen onder-
zoeksprogramma is. Innovatie gaat over het toepassen van kennis.
Research & development is omzetten van geld in kennis, innovatie is
omzetten van kennis in producten of diensten en daarmee in geld.
Wanneer is de kans op implementatie het grootst? Niet door zelf
ideeën te genereren en te verkopen. We hebben gezegd: het
gaat om vraagsturing in plaats van om input-sturing. Onderzoek
de vragen van de waterstaat en de markt. Je reageert dan op de
behoefte en daarmee is de kans op toepassing van een innovatie
groter. Aan de grotere rol van de buitenwereld heeft Rijkswaterstaat
moeten wennen. Vroeger was het: Oh, u heeft een eigen idee, daar
hebben we niet om gevraagd - en dan deden we de deur dicht.
Met bijvoorbeeld EcoBeach laat WINN zien dat Rijkswaterstaat
anders kan.
Kortom, WINN is geslaagd in het opzetten van vraagsturing en in
het opzetten van programma’s waarin innovaties daadwerkelijk
uitgewerkt worden. Met het programma Wateruitdagingen, waarin
we toekomstscenario’s voor waterinnovatie schetsen, zetten we een
laatste, belangrijke stap. Waar moet waterinnovatie de komende
tien of twintig jaar over gaan?
Als je van Rijkswaterstaat een anticiperende organisatie wil ma-
ken, moet je verder kijken dan je neus lang is. We verkennen de
toekomst en doen dit samen met bedrijven en maatschappelijke
organisaties. Zo zorgen we voor maatschappelijke legitimatie. Je
wil als Rijkswaterstaat publieksgericht werken. Dat betekent
verder kijken dan alleen veiligheid. Recreatieve ruimtelijke, ecolo-
NAWooRd
gische en economische functies zijn ook van belang. Zo’n gezichts-
punt leidt tot projecten met een maatschappelijke meerwaarde.
Rijkswaterstaat was vroeger een staat in de staat en beweegt zich
nu naar een organisatie die anticipeert op ontwikkelingen in de
maatschappij. In die beweging speelt WINN een voortrekkersrol.
Daar ben ik trots op. We zien wel eens opgetrokken wenkbrauwen,
maar als je dit goed doorzet – dus als je de wateruitdagingen om
kunt zetten in concrete projecten – dan ben ik ervan overtuigd, dat
je definitief iets bij Rijkswaterstaat kunt veranderen.”
Geen verwachtingen
“Als je gaat praten over verwachtingen van een programma, dan denk je al snel aan iets
meetbaars. Dat past honderd procent bij een organisatie als Rijkswaterstaat: doelen stellen
en doelen halen. Daar wringt waarschijnlijk de schoen! Als je dezelfde vraag stelt aan een
uitvinder, dan kan en zal hij niet antwoorden. Hoe kun je nu als je iets nieuws wilt beden-
ken, praten over verwachtingen en resultaten? Immers, als je weet wat je wilt bereiken, is het
niet innovatief. En anderzijds: als iets innovatief is, dan zijn er geen verwachtingen. Mooi
dat Rijkswaterstaat de kans biedt aan WINN. Door het project te starten is het al geslaagd!”
Toon gerbrands programmamanager Kerend Tij, voorloper van WINN
� 7 5 j a a r
Meer mandaat
“Destijds vroeg ik me af waarom Rijkswaterstaat nu eigenlijk zo’n innovatieprogramma wilde. Ik veronderstel dat die
wens voortkomt uit de bureaucratisering van Rijkswaterstaat. Initiatieven zijn door zoveel procedures gemangeld dat
Rijkswaterstaat haar creativiteit goeddeels de deur uit heeft geperst. Terwijl creativiteit juist enthousiasme richt en daarmee
een onmisbaar onderdeel van een organisatie vormt. Daarom vond ik het belangrijk dat WINN geen elitair clubje zou wor-
den, maar een programma van álle Rijkswaterstaters.
Terugkijkend op vijf jaar WINN zie ik dat dat doel – een breed programma voor iedereen
– nog steeds niet is bereikt, hoewel het activiteitenspectrum wél heel breed is. Mensen die
gevoelig zijn voor innovatie doen mee, maar velen moeten nog volgen. Hoe lukt dat? Ik
denk dat de volgende programmamanager van WINN, meer mandaat moet krijgen om de
hele organisatie op vernieuwing van ingesleten paden aan te spreken, van projectleider tot
staatssecretaris. Pas dan vindt WINN de kiem voor werkelijke innovatie.”
Bert Bannink grondlegger, inspirator en programmamanager WINN 2002-2003
NAWooRd
WiNN iN CiJFERS
� � 5 j a a r
FiNANCiËlE vERANTWooRdiNG
In de overzichten op de volgende pagina’s leest u:
- het begrote en gerealiseerde budget per jaar
- de gerealiseerde projecten, hun tijdsspanne en de
organiserende Rijkswaterstaat-diensten
- de capaciteitsclaims per jaar
WINN heeft vanaf de start in 200� een aanzienlijke
groei doorgemaakt. Het aantal bij WINN betrokken
medewerkers van Rijkswaterstaat (uitgedrukt in de ge-
stegen capaciteitsclaims) en het aantal projecten zijn
in de loop der jaren sterk gegroeid. Ook het budget is
in vijf jaar behoorlijk toegenomen; dat blijkt met name
uit de gerealiseerde bestedingen. Opvallend daarbij
is, dat de uitgaven voor programmaondersteuning en
communicatie redelijk stabiel zijn gebleven en dat de
uitgaven aan projecten in de loop der jaren maar liefst
vervijfvoudigd zijn. Dat is een goede ontwikkeling; het
budget moet immers voornamelijk worden gebruikt
voor innovaties. Deze tendens wil WINN de komende
jaren dan ook continueren.
Meerjarenoverzicht Bestedingen WINN 2003-2007 (Bedragen x 1000)
dienst 2003 2004 2005 2006 2007
(onderdeel) Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Planning
AGI (voorheen: Meetkundige Dienst)
180 172 95 123 50 48 295 38 335 275
AVV 20 20 25 29 - - - - 75 75
BWD 25 111 120 124 205 195 800 467 220 200
DWW 20 17 25 55 1.270 724 1.450 1.024 320 673
RIZA 170 175 125 199 350 221 800 446 1.180 959
RIKZ 160 169 240 315 528 312 560 359 1.525 760
Subtotaal 575 664 630 845 2.403 1.498 3.905 2.334 3.655 2.942
Communicatie 85 99 85 89 40 100 25 75
Programmabureau 250 218 300 321 121 152 130 130 50 325
Training - ‘Leren innoveren’ 135 135 35 55 250 177 150 150
Subtotaal 250 218 520 555 241 296 420 407 225 550
Totaal WINN 825 882 1.150 1.400 2.644 1.794 4.325 2.741 3.880 3.492
6 1 5 j a a r
Meerjarenoverzicht Capaciteitsclaims WINN 2003-2007 (in fte)
dienst 2003 2004 2005 2006 2007
AGI (voorheen: Meetkundige Dienst) 0,20 0,40 0,70 0,40 1,20
AVV 0,00 0,20 0,00 0,30 1,40
BWD 0,60 0,80 2,00 4,40 4,60
DWW 0,50 1,50 2,70 2,50 2,25
RIKZ 1,95 2,55 3,85 5,50 7,65
RIZA 1,45 1,95 3,35 4,00 6,45
Subtotaal 4,70 7,40 12,60 17,10 23,55
Communicatie 0,20 0,50 0,50 0,50 0,15
Programmabureau 2,00 2,30 2,55 3,00 3,00
Regionale Diensten 0,40 0,75 1,35 1,20 0,50
Subtotaal 2,60 3,55 4,40 4,70 3,65
Totaal WINN 7,30 10,95 17,00 21,80 27,20
FiNANCiËlE vERANTWooRdiNG
pRoJECTENovERZiCHT
Uitgave Rijkswaterstaat, Corporate Dienst, juni 2007 Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het WaterINNovatieprogramma (WINN) van Rijkswaterstaat
Concept, creatie en realisatie Bureau Karin de Lange bv, Den Haag
Tekst en redactie Bureau Karin de Lange bv, Iris Casteren van Cattenburch, Ellen Le Rütte (RIKZ)
Art direction en beeldcreatie Ronald Schmets, Den Haag
Vormgeving Studio Daniëls bv en Muiswerk bv, Den Haag
Informatie www.waterinnovatiebron.nl, [email protected]
Met dank aan Alle medewerkers en projectleiders van het WINN-programma van Rijkswaterstaat
Oplage 1500 exemplaren
ISBN 9789036913973
Drukwerk Palace Print, Den Haag
PROJECTENOVERZICHT
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009AGI Spelen met gegevens DigiDijk - SBIR projecten (5)
AVV Electronische rivierloods Kruisingen van droog en nat
BWD Innovatief bedijken
Terpen van Baggerspecie
DWW Dijk met bereik ComCoast
Inside
RIKZ Innovatieve beeldvorming kust
Innovatie Cyclus model
De Rijke Dijk
Ecobeach (BAM)
Kunstriffen (Haskoning)
Compartimentering Dijkring 14 Hoog water, vrije weg
Hydroring
Zandmotor
Water en Energie
RIZA Digitale Ontwerptafel
Waalweelde -procesinnovaties - inzet ontwerptafel
IJsselmeer zoekt verdieping
Genomics
Leren Innoveren Forum Ervarum
Masterclasses
Programma 19 juni 2007*
6 3 5 j a a r
*WINN Waterevenement
INSPIREREN, doorzettenen doen
5 jaarWINNVijf jaar WINN, vijf jaar waterinnovatie. Welke resultaten heeft dat opgeleverd? Het is ondoenlijk
om in dit boekje al onze projecten te beschrijven. We hebben daarom een selectie gemaakt. Het
zijn uiteraard projecten waar we trots op zijn, die tonen welke uitdagingen we gedurende een
innovatietraject tegenkwamen en wat we daarvan leerden. In dit boekje laten we ook de mensen
achter WINN aan het woord. Projectleiders en projectpartners van buiten Rijkswaterstaat vertel-
len over hun ervaringen met waterinnovatie. Zonder uitzondering enthousiaste verhalen, maar
niet zonder kritische noot. Het laat zien dat innovatie mensenwerk is, dat kunnen motiveren
en overtuigen onontbeerlijke eigenschappen zijn voor wie een innovatieproces in gang zet. We
hopen dat onze verhalen u ook motiveren, want innovatie is behalve noodzakelijk buitengewoon
inspirerend!
INSPIREREN, doorzetten5 jaarWINNen doen
5 jaar WaterIN
Novatiebron
WaterINNovatiebron