46
Dieke Geurtsen Studentnr. 504374 ICA C1B Werkboek IMS 04-04-2013

Werkboek IMS

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Werkboek IMS

Citation preview

Page 1: Werkboek IMS

Dieke GeurtsenStudentnr. 504374 ICA C1B

Werkboek IMS 04-04-2013

Page 2: Werkboek IMS
Page 3: Werkboek IMS

Opdracht 1Drie immersive spaces

De immersive eigenschappenDoor je te verdiepen in deze afbeelding, kom je er al snel achter dat er iets niet klopt. Je wordt meegetrokken in de ruimte, het trappenhuis en je kijkt waar je uit komt als je een trap op loopt. Je gaat een eigen route volgen, maar welke van de drie trappen je ook neemt, je stopt ergens. Het totale beeld bestaat uit drie delen, ieder deel heeft een trap, maar iedere trap staat een andere kant op. Je kunt je heel lang in deze albeeding blijven verdiepen, maar de ruimte zal toch nooit gaan klop-pen, het blijft een verwarrende ruimte. Toch blijf je steeds denken hoe het kan, want je wilt ergens een soort van uitgang vinden. Helaas kun je hier lang zoeken, maar de uitgang zul je niet vinden. Je blijft in deze ruimte, welke trap je ook kiest. Mede door de vormgeving en zwart-witcontrast, roept het een beetje apart sfeertje op. Je blijft namelijk zoeken en zoeken, maar je vind niet wat je wilt vinden. Mischien dat je er een beetje bang van wordt, want het is somber, er lijkt geen einde aan te komen.

Beschrijving vormgevingGetekend, vlakken, patronen, verwarrend, strakke lijnen, schaduwen, duidelijk contrast, tikkeltje komisch, geen uitweg, hoekig maar tegelijkertijd heel rond.

Page 4: Werkboek IMS

De immersive eigenschappenJe ziet steeds hetzelfde beeld, maar dan steeds een andere richting op. De beelden staan in een soort rij, waardoor er twee doorgangen gecreëerd worden. Het lijkt alsof je bij sommige afbeeldingen om de hoek kunt kijken, maar steeds zie je het-zelfde beeld. De beelden worden steeds kleiner, waardoor de zwarte doorgangen steeds duidelijker worden. Steeds dezelfde afbeeldingen zorgen voor het idee dat het maar om één iemand gaat, maar deze persoon kijkt wel weer twee kanten op. Wie weet zijn er toch wel twee personages, of kijken ze beiden naar een gebeurtenis die buiten het beeld plaatsvindt. Ook hier is veel contrast, de personage kijkt geschrokken en heel duidelijk naar één kant (dan wel links of rechts..). Je wil hier heel graag te weten komen wat er speelt, wat er gebeurt. Het lijkt iets te zijn waardoor de personage erg geschokt en ge-schrokken is. Zonder dat je weet wat er buiten het beeld gebeurt, krijg je deze gevoelens ook mee als je naar dit beeld kijkt. De vormgevind en de setting van de foto’s/spiegels zegt voldoende, want er wordt een beangstigend sfeertje opgeroepen, terwijl je je eigenlijk midden in een doolhof met spiegels bevindt, dus je weet ook zo snel geen uitgang te vinden. Wie weet komt hetgene wat buiten beeld gebeurd, dadelijk wel jou kant op. Daar sta je dan in het doolhof van spiegels, met geschok-te personages....

Beschrijving vormgevingÉén beeld, spiegels, veel contrast door zwart en wit, strak, hoekig, spiegelbeeld, emoties, anstig, geschrokken, doolhof, geen uitweg, een tikkeltje modieus, model of toch een personage..

Page 5: Werkboek IMS

De immersive eigenschappenAls kijker heb je het idee dat je één van duikers bent, die een oud gezonken schip aan het bekijken en onderzoeken zijn. Merkwaardig is dat er op de zijkant van het schip twee televisieschermen te zien zijn. Het lijkt alsof je door het beeld op deze televisies binnenin het schip kunt kijken. Er wordt een beeld geprojecteerd, waardoor je naar een andere ruimte lijkt te kunnen gaan. Als je goed kijkt lijkt deze ruimte wel een soort van fitnessruimte te zijn, want het lijkt alsof er iemand aan het roeien of fietsen is op een fitnessapparaat. Verder komt er veel licht uit deze ruimte, maar als je zo naar binnen kijkt, dan lijkt het ook wel heel erg donker. Je weet niet zo goed wat je moet verwachten als je door deze ruimte kijkt. Verder lijkt het ook alsof er iemand in bikini loopt, maar omdat je dit niet zo goed kunt zien, weet je het neit zeker. De duikers weten daar-door niet wat ze daarbinnen kunnen verwachten, maar dat het een ‘goedaardige’ ruimte is, dan lijkt wel zo te zijn. Hooguit het licht zorgt voor een tikkeltje angst, maar het lijkt er niet op dat er in die ruimte iets engs gebeurd.

Beschrijving vormgevingEen donker geheel, het zou een afbeelding kunnen zijn uit een film. Je ziet twee schermen, waarop mensen lijken te lopen, terwijl het geheel zich afspeelt onder water. Volkomen onlogisch, maar er ontstaat wel een beetje een ontspannen sfeertje. Fel en heel donker licht in de ruimte, veel mensen, sporten, goede sfeer, maar niet helemaal ene safe gevoel voor duikers. De duikers en en ruimte in het wrak zijn fotorealistisch, alleen is de combinatie niet fotoralistisch. Fantasie...

Page 6: Werkboek IMS

Opdracht 2

Objecten in een ruimteEen lege ruimte, losse objecten, Photoshop en als opdracht: plaats minstens drie objecten in een lege ruimte, maar wel op zo’n manier dat er een sfeereffect gecreeërd wordt. Als lege ruimte heb ik een simpele kamer gekozen, met witte/grijzige muren en een eiken vloer. Ik ben meteen op zoek gegaan naar leuke meubels, kasten en andere spulletjes van Ikea. Om een lege ruimte op te vullen als een woonkamer, was hetgeen dat als eerste in mij opkwam. Dit heeft er mee te maken dat ik vind dat Ikea allerlei spulletjes heeft, voor iedere ruimte in huis. Meubels die ik zelf erg leuk vind, kussentjes die erbij passen en een kast met een aantal prutteltjes erin, zorgen ervoor dat de lege ruimte een beetje opvulling krijgt. De kamer is nog lang niet ‘af’, maar er hoefden maar drie objecten in de lege ruimte geplaatst te worden.

Page 7: Werkboek IMS

Opdracht 3

Ruimtevragen

Wat is de eerste ruimte die je je kunt herinneren?Een coupé in de trein van Arriva, met blauwe stoelen en een grijs plafond/vloer.

Kun je nog objecten noemen en beschrijven die daar waren?Zitjes van vier, prullenbakken bij ieder zitje, twee meiden die tegenover mij zaten. Er kwam een conducteur langs, met een apparaatje om te zien of je ingecheckt hebt. Verder zit er bij ieder zitje een klein tafeltje, bruin gekleurd.

Wat is de grootste ruimte waar je ooit in geweest bent?Lastige vraag, maar een van de grootste ruimtes die ik me op dit moment kan herinneren is de parkeergarage onder het grote plein in Enschede. Welke kant je daar ook uit kijkt, er is amper een uitgang te vinden. Wel uitgangen naar de winkels, maar niet zozeer een echte uitgang. Verder is de hele aarde één grote ruimte, dus deze vraag is niet zo goed te beantwoor-den. Waar je ook om je heen kijkt, nergens is het einde van de wereld te zien...

Wat is de kleinste ruimte waar je ooit in geweest bent?Een kleine tunnel/slurf, waar je door kunt kruipen, zie de afbeelding hiernaast.

Waarom voel jij je in sommige ruimtes prettig?In de ruimtes waar ik me prettig voel, daar heb ik op de een of andere manier een band mee. Er zijn, voor mij, bekende mensen in die ruimte of er zijn objecten die mij aanspreken. Hierdoor ontstaat er een sfeer die ik prettig vind en dit kan dus liggen aan de mensen en de spullen in die ruimte, maar ook aan de muziek die er klinkt of het licht.

Waarom voel jij je in sommige ruimtes onprettig?Als ik me niet prettig voel in een ruimte, dan heeft dat te meestal te maken met de grillige en kille sfeer die er hangt. Het is vaak een onbekende ruimte, waar het bijvoorbeeld donker is, waar het niet zo fijn ruikt, waar het heel koud is, of waar er niet zo snel een uitgang te vinden is.

Van welke ruimtes of omgevingen waar je nog nooit bent geweest kun je je toch wel een voorstellig van maken? Ik ben nog nooit in een voetbalstadion geweest, want ik geef simpelweg niets om voetbal. Toch kan ik me goed inbeelden hoe het is om in een voetbalstadion naar een voetbalwedstrijd te kijken. Buiten, soms in de kou, stil op een plastic stoeltje zitten, kijken, proberen de kleine bal te volgen en enorm juichen als er gescoord wordt.

Van welke ruimtes of omgevingen kun je je helemaal geen voorstelling maken?Oorlog, daar wil ik me geen voorstelling van maken. Tuurlijk heb ik films en foto’s gezien van oorlogen, maar toch moet het heel anders zijn als je daar als onschuldige meisje binnenin zit. Iets dat vreselijk is, waar je je geen voorstelling van wilt maken, maar je ook niet bij na kunt denken hoe erg dat moet zijn.

Kun je je nog een ruimte herinneren van een enge film? Beschrijf die.Een slaapkamer met een tweepersoonsbed, een lichtgekleurd dekbedovertrek. Er staat een bureautje, een nachtkastje en nog wat andere spulletjes. Opeens gaat er een lamp bewegen, springt het glas kapot, zwaait de deur open... Iehhhh! Paranomal Activity

Kun je je nog een ruimte herinneren van een feel-good-movie. Beschrijf die.Een bandje dat staat te spelen op een mooie dag, op het dak van een gebouw dat aan de kust staat. Er heerst een zomerse sfeer, de muziek die de band maakt klinkt goed en op de achtergrond de blauwe golven. Perfecte omgeving, leuke open ruimte! 10 things I hate about you

Page 8: Werkboek IMS

Eigen vragen In welke ruimte heeft geluid een positieve invloed? In een ruimte waar ik erg graag naar toe ga, en bij voorkeur het liefste vier dagen. De kermistent op de Pol, tijdens de Polse Kermis. Gezellig vier dagen feest vieren, met muziek die goed in de smaak valt. Van top 40 tot ‘gouwe ouwe’, jong en oud kent de échte kermisklassiekers, en niemand is de beroerd om mee te zingen. Kortom, een gezellige boel waar geluid een grote rol speelt!

Welk kleurgebruik veroorzaakt een goed gevoel in een ruimte? Opzich maakt het me niet zoveel uit welke kleur een ruimte heeft, als de kleuren die gebruikt zijn maar wel bij elkaar passen. Natuurlijk heb ik wel een voorkeur voor een bepaald kleurgebruik, zo vind ik rood/wit/zwart/zilver erg tof bij elkaar. Veel contrast, maar toch warm en met een vrouwelijk tintje. Een ruimte die helemaal zwart is, heeft een andere uitstaling en roepen andere emoties op dan wanneer een ruimte roze is. Een ruimte die bestaat uit maar één kleur, is wat mij betreft te overheersend. Het beste kunnen er een paar kleuren gecombineerd worden, een donkere kleur in combinatie met een lichte kleur geeft een fijne uitstraling en een goed gevoel. Waar kun je niet zonder in een ruimte, wat moet er per sé aanwezig zijn in een ruimte?Er moet licht zijn, als het maar niet zo’n donker hok is. Het liefste een raam, zodat je naar buiten kunt kijken en wat van de buitenwereld kunt zien. Dan heb je niet zo’n benauwd idee en heb je toch het idee dat de ruimte veilig is. Mocht er iets gebeuren kan is er een uitweg, al ga je daar natuurlijk niet vanuit! Welke vorm heeft de voorkeur voor een ruimte? De vorm van een ruimte maakt mij opzich niet zoveel uit, maar toch is er wel iets wat ik minder vind aan een ruimte. Een rechthoekige kamer staat bijvoorbeeld heel erg voor de hand, maar als er dan een schuine kant aan de kamer zit door het dak, dan vind ik dat jammer. Een ruimte krijgt zo bijvoorbeeld wand die niet goed benut kan worden. Het gaat hier natuur-lijk meer om kamers, maar een rechthoekige kamer heeft toch wel mijn voorkeur. Een kamer of ruimte met rare hoeken of ronde vormen is simpelweg onhandig. Kortom, de vorm maakt van een -meestal gesloten- ruimte maakt me niets uit. Als het gaat om wat praktisch is, dan gaat mijn voorkeur uit naar een gewone rechthoekige ruimte. Wat is de mooiste ruimte waar je ooit bent geweest? De omgeving rondom het Gugemheim museum in Bilbao (Baskenland, Spanje) was fantastisch om te zien. Ik was daar in maart 2011, tijdens een uitwisseling met een school in een Baskisch dorpje. Het was een zonnige dag, met 26 graden op de termometer. Het gebouw opzich is erg mooi om te zien, het bestaat uit bijzondere vormen en de buitenkant is helemaal bedekt met rechthoekige platen van titanium. Op een zonnige dag valt dit erg goed op natuurlijk, het geeft een bijzonder effect. De ligging van het museum en de ruimte er omheen is zeker de moeite waard om een keer een bezoekje aan te wagen!

Page 9: Werkboek IMS

A --> Achteruitkijkspiegel, B --> Bolle spiegel, bedrog, buitenspiegel, bijgeloof C --> Cassegrain-telescoop (spiegeltelescoop) D --> Dubbel zien E --> Emoties F --> Face G --> Glas H --> Helder I --> Ikzelf; mezelf zien, inval, ijdelheid J --> Jezelf K --> Kapot, kleurenspectrum L --> Lachspiegel M --> Mensen die dezelfde houding aannemen van elkaar

N --> Nauwkeurig O --> Ongeluk P --> Prisma

Q --> R --> Regenboog S --> Spiegelen, schermen, spiegelbeeld, schoonheid, spiegelas T --> Tevreden beeld, met tegenzin kijken U --> Uiteinde, er iets geen einde V --> Vlakke spiegel W -->Werkelijkheid X -->

Y --> Z --> Zonlicht, zeven jaar ongeluk

ABC - Spiegelwereld

Page 10: Werkboek IMS

Drie ruimtes

Ruimte 1 - Vreugde Vreugde, een wand vol spiegels. De hoofd-persoon zit zichzelf op een zonnig oord, in het zuiden van europa. Zon, zee en strand staan centraal. De hoofdpersoon ziet zichzelf in de spiegel, superslank, een lekker bruin kleurtje en in zwemkleding. Tegenstrijdig aan deze ruimte is, is het feit dat je kunt zien dat de hoofdpersoon niet zo dun is als ze in de spiegel zichzelf ziet. Een effect van een lachspiegel zou in deze ruimte goed passen.

Ruimte 2 - Liefde Liefde, het onderwerp van de tweede ruim-te. In deze ruimte is te zien waardoor de persoon op het startscherm zichzelf zag met hartjes in de ogen en een verliefde bilk. In ruimte twee is een spiegel te zien waar de persoon in kijkt, maar in de spiegel/spiegel-beeld is te zien dat er een man/vrouw naast deze persoon staat. De persoon in de spiegel is degene die de verliefde blik bij de hoofd-persoon veroorzaakt.

Ruimte 3 - Verdriet Verdriet, er wordt iemand gemist, maar diegene is het spiegelbeeld in de spiegel. De hoofdpersoon kijkt in de spiegel en ziet de persoon die die mist. Verder staat er een foto van de gemiste persoon in de ruimte. Denk aan de spiegel van Harry potter, waar hij zijn overleden ouders in terug ziet. De persoon in de spiegel is een engel, en

Page 11: Werkboek IMS

Spreuken

Kijk niet om, maar kijk in de spiegel voor een terugblik.

Je zult een zonnetje moeten zijn, om jezelf vervlindend te vinden in de spiegel.

De wereld is als een spiegel. Kijk je boos, dan kijkt hij boos terug. Glimlacht hij, dan glim-lacht hij terug.

De wereld is als een spiegel. Kijk je boos, dan kijkt hij boos terug. Glimlacht hij, dan glim-lacht hij terug.

De ogen zijn de spiegel van de ziel.

Mijn voorbeeld is mijn eigen spiegelbeeld.

Een spiegel toont een vrouw haar jeugd en een man zijn ouderdom.

net zoveel persoonlijkheden hebben als een spiegel

Je spiegel verdubbelt je eenzaamheid.

Humor is in de spiegel kijken om jezelf niet te zien.

De geest van de wijze is de spiegel van de hemel en de aarde, waarin alle dingen zich spiegelen.

Page 12: Werkboek IMS

Opdracht 4

Research

Page 13: Werkboek IMS
Page 14: Werkboek IMS

VreugdeRuimte 1

Moderne spiegel

Page 15: Werkboek IMS

Zon, zee, strand

Page 16: Werkboek IMS

LiefdeRuimte 2

Barok spiegel

Page 17: Werkboek IMS

Liefde in het bos..

Page 18: Werkboek IMS

Ruimte 3

Verdriet

Spiegel met fotolijst

Page 19: Werkboek IMS
Page 20: Werkboek IMS

Opdracht 5Synopsis

Omschrijving wereldDe wereld van spiegels: spiegelbeelden, terugkaatsingen, prisma’s en verdraaiïngen. Allerlei aspecten die terugkomen als je denkt aan een wereld van spiegels. In een wereld van spiegels zie je steeds jezelf terug, je kijkt in een spiegel en je ziet je eigen spiegelbeeld. Lang niet iedereen die in een spiegel kijkt ziet daadwerkelijk zichzelf. Zo zijn er heel wat mensen op de wereld die zich dik, slank, stoer of gespierd voelen en zien als ze in de spiegel kijken. Verder kan het ook zijn dat je in de spiegel kijkt en je jezelf terug ziet in de spiegel, maar dan op een andere manier. Je voert bijvoorbeeld een handeling uit, die handeling zie je weer terug in de spiegel. Daarnaast kan het ook nog zijn dat je jezelf als een andere persoonlijkheid in de spiegel ziet. Je bent goed gehumeurd, maar als je in de spiegel kijkt zie je opeens een jezelf maar dan op een negatieve manier in de spiegel. Al deze factoren komen terug in mijn eigen wereld van spiegels. Het idee achter deze wereld van spiegels, is dat je je jezelf niet altijd op dezelfde manier in de spiegel zit. Het ligt eraan hoe je je voelt, maar zeker ook of je wel wilt zien wat je ziet op dat moment. Door in de spiegel te kijken zie je niet alleen jezelf, maar als je er probeert doorheen te kijken, dan kun je wellicht zien waarom je ziet wat je ziet.

VisieEen spiegel laat in feite niets nieuws zien, maar je zou wel in een spiegel kunnen kijken met het idee ‘de wereld is groter dan je neus lang is’. Als je met deze insteek in een spiegel kijkt, dan kun je als het ware door de spiegel kijken. Door door de spiegel te kijken, kun je je afvragen waarom je jezelf ziet zoals je op dat moment bent. Hierdoor ga je opzoek naar de achterliggende gedachte, je stapt uit de spiegel en je stapt in de wereld van de spiegel. De wereld achter de spiegel, de werkelijkheid achter jou, achter jou spiegelbeeld.

Beschrijving drie ruimtes StartschermOm het idee van één persoon die in drie spiegels zichzelf ziet, maar dan met een andere emotie, uit te werken, is het handig om als startscherm een scherm te kiezen waar die persoon zichzelf in de spiegels zit. Die persoon zie je voor een deel van de achterkant, maar in de spiegels zie je deze persoon wel van de voorkant of zijkant. De persoon toont in alledrie de spiegels een andere emotie, of heeft een andere uitstraling. Op deze drie spiegels, onechte spiegelbeelden, kan geklikt worden. Vervolgens ga je dan door naar een ruimte waarin het duidelijk wordt hoe het kan dat de persoon zichzelf op die manier in de spiegel zag, of wordt er een gebeurtenis getoond waardoor de persoon een bepaalde emotie vertoond.

Ruimte 1 Vreugde, een wand vol spiegels. De hoofdpersoon zit zichzelf op een zonnig oord, in het zuiden van europa. Zon, zee en strand staan centraal. De hoofdpersoon ziet zichzelf in de spiegel, superslank, een lekker bruin kleurtje en in zwemkleding. Tegenstrijdig aan deze ruimte is, is het feit dat je kunt zien dat de hoofdpersoon niet zo dun is als ze in de spiegel zichzelf ziet. Een effect van een lachspiegel zou in deze ruimte goed passen.

Ruimte 2 Liefde, het onderwerp van de tweede ruimte. In deze ruimte is te zien waardoor de persoon op het startscherm zichzelf zag met hartjes in de ogen en een verliefde bilk. In ruimte twee is een spiegel te zien waar de persoon in kijkt, maar in de spiegel/spiegelbeeld is te zien dat er een man/vrouw naast deze persoon staat. De persoon in de spiegel is degene die de verliefde blik bij de hoofdpersoon veroorzaakt.

Ruimte 3 Verdriet, er wordt iemand gemist, maar diegene is het spiegelbeeld in de spiegel. De hoofdpersoon kijkt in de spiegel en ziet de persoon die die mist. Verder staat er een foto van de gemiste persoon in de ruimte.

Page 21: Werkboek IMS

Beschrijving vormgevingHet object voor de spiegel en het spiegelbeeld ervan, is altijd hetzelfde. Toch bepaal je eigenlijk zelf wat je wil zien in de spiegel. Om ervoor te zorgen dat de uitstraling van de ruimtes ‘echt’ overkomt, vind ik het belangrijk dat de ruimtes er le-vensecht uitzien, maar wel met een fabelachtig of sprookjesachtig randje. Het is gebasseerd op de werkelijkheid, maar toch moet je kunnen zien dat het niet echt is. Het zou wel echt kunnen zijn, maar het beeld hoeft geen ‘foto’ te zijn, maar het moet een ‘bewerkte foto’ worden. Verder wil ik proberen om de spiegelbeelden niet helemaal ‘helder’ te laten worden, de spiegelbeelden vorm te geven door middel van kleine vierkantjes. De vierkantjes dan wel op zo’’n manier gebruiken dat het geheel duidelijk blijft, maar dat het spiegelbeeld nog een beetje raadselachtig wordt. Je kiest immers zelf voor het beeld dat je ziet in de spiegel, je geeft er je eigen draai aan en je beoordeeld het zelf.

Mogelijke acties in ruimtes Door op het startscherm over de drie spiegels met spiegelbeelden heen en weer te bewegen met de muis, moet er bij ieder spiegelbeeld een kleine animatie plaatsvinden. In de eerste spiegel, een spiegelbeeld met een blij gezicht, zou er een zon op kunnen komen, zou het gehele gezicht kunnen veranderen in een ‘zomers uiterlijk’. In het tweede spiegelbeeld, met een verliefde blik, kunnen de ogen veranderen in hartjes die naar voren bewegen. In de laatste spiegel zou het spiegelbeeld op-eens kunnen gaan huilen, of veranderd het langzaam in een wazig portret van iemand. In de eerste ruimte zou de persoon steeds dikker of steeds slanker kunnen worden of zou er bijvoorbeeld wind door de bladeren van een palmboom kunnen waaien. In ruimte twee, waar de hoofdpersoon voor de spiegel in het bos staat en opeens een andere persoon in het spie-gelbeeld ziet staan, zouden vlinders heen en weer kunnen gaan vliegen, of zou de persoon in het spiegelbeeld opeens wer-kelijk naast de hoofdpersoon kunnen komen te staan. In de ruimte waar een treurig sfeertje hangt, kijkt de hoofdpersoon in de spiegel en ziet dan een overleden persoon. Het spiegelbeeld begint iets te ‘vliegen’, er ontstaat een aureool boven het hoofd van die persoon, het spiegelbeeld wordt steeds onduidelijker en opeens breekt het in honderduizend stukjes...

Page 22: Werkboek IMS

Opdracht 6Foto opdracht

Voor de tweede foto heb ik een hele andere opstelling gebruikt dan bij de eerste foto. Voor deze foto heb ik twee poppetjes en een andere spiegel gebruikt. Het idee achter deze foto was, dat ik het spiegelbeeld van twee verliefde mensen beter in beeld wilde brengen dan dan twee poppetjes zelf. Dat is gelukt, want het spiegelbeeld is scherper geworden dan de twee poppetjes. Verder is het don-ker op deze foto, het licht komt vanaf het punt waar de foto genomen is, waardoor er een warme sfeer ontstaat. Door naar de twee poppetjes te kijken, weet je niet waar het mannetje heen kijkt, maar door in de spiegel te kijken kom je dit wel te weten. Het spiegelbeeld zorgt dus voor veel meer informatie over de twee pop-petjes. Verder heb ik hier voor een ander spiegeltje gekozen, omdat er anders twee spiegelbeelden zouden ontstaan, waar-door het net iets te druk wordt.

Voor het maken van de derde foto wilde ik iets anders doen, daarom heb ik ervoor gekozen om alleen een spie-gelbeeld te fotograferen. Er is nog een klein stukje van de twee poppetjes te zien, maar de aandacht binnen deze foto, wordt getrokken naar het spiegel-beeld. De twee poppetjes zitten hier en hebben de spiegel op hun schoot liggen. Toch lijkt het net alsof de twee poppetjes staan en voorover buigen, om zo zichzelf in de spiegel te zien. Dit is niet juist, maar hierdoor kun je iemand wel op het verkeerde spoor zetten. Een spiegelbeeld laat dus niet altijd de werkelijkheid zien, wat ik een mooie ge-dachten vond om weer te geven op een foto. Tevens is aan de belichting en aan de scherpte goed te zien dat het een spiegelbeeld is; vaak zijn spiegelbeelden niet helemaal ‘helder’. Kortom, de eigen-schappen van een mogelijk spiegelbeeld zijn hier goed in beeld gebracht.

Bij de onderstaande foto heb ik ervoor gekozen om een ‘dubbele’ spiegel te nemen, waarvan één spiegel een ver-groting is. Door het poppetje op tafel te zetten en vanachteren te bekijken, zie je in het spiegelbeeld goed de voorkant van het poppetje, omdat ik de spiegel voor het poppetje heb gehouden. Het licht op deze foto komt van linksonder. Het poppetje kijkt dus in het licht, iets wat je in het linker spiegelbeeld goed kunt zien. Om dit uit te vergroten, heb ik de foto zo bewerkt, dat alleen het linkerspiegelbeeld gekleurd is. Dat is het belangrijkste spiegelbeeld, want je kunt duidelijk het poppetje ziet én de richting waar het naartoe kijkt. Verder heb ik ervoor gekozen dat de nadruk ligt op het spiegelbeeld, door deze scherp te stellen. Het poppetje is niet zo scherp, waardoor je ziet dat het spiegelbeeld belangrijker is dan het poppetje.

‘Kies een object uit jouw wereld en fotograaf deze op verschillende manieren: denk aan de belichting en perspectief.’ Een object dat veel voorkomt in mijn wereld is natuurlijk de spiegel, maar in ook het spiegelbeeld speelt een belangrijke rol. Simpele foto’s maken van een spiegel was een optie, maar leuker vond ik het om nog een object erbij te pakken; een Lego scala poppetje. Dit poppetje heb ik gebruikt om een spiegelbeeld te creëren in de spiegel, zodat er ook iets in de spiegel te zien is dat te maken heeft met mijn wereld.

Page 23: Werkboek IMS

Voor het maken van de derde foto wilde ik iets anders doen, daarom heb ik ervoor gekozen om alleen een spie-gelbeeld te fotograferen. Er is nog een klein stukje van de twee poppetjes te zien, maar de aandacht binnen deze foto, wordt getrokken naar het spiegel-beeld. De twee poppetjes zitten hier en hebben de spiegel op hun schoot liggen. Toch lijkt het net alsof de twee poppetjes staan en voorover buigen, om zo zichzelf in de spiegel te zien. Dit is niet juist, maar hierdoor kun je iemand wel op het verkeerde spoor zetten. Een spiegelbeeld laat dus niet altijd de werkelijkheid zien, wat ik een mooie ge-dachten vond om weer te geven op een foto. Tevens is aan de belichting en aan de scherpte goed te zien dat het een spiegelbeeld is; vaak zijn spiegelbeelden niet helemaal ‘helder’. Kortom, de eigen-schappen van een mogelijk spiegelbeeld zijn hier goed in beeld gebracht.

De vijfde foto is een foto die bijna het tegenovergestelde is van de tweede foto. Waar de belichting daar zorgt voor een warme sfeer, zo licht is deze foto. Tevens kan deze belichting ook refe-reren aan een zonnige zomerdag; een warme sfeer, maar dan net even iets an-ders. Verder is het spiegelbeeld op deze foto niet zo belangrijk, de aandacht van deze foto ligt bij de poppetjes die in de spiegel kijken. Bij de tweede foto was dit juist andersom; het spiegelbeeld was een stuk scherper dan de poppetjes. De ogen van het vrouwelijke poppetje maken je nieuwsgierig, je vraagt je af waar ze naar kijkt. Ze kijkt precies langs de camera op, maar in het spiegelbeeld lijkt het net alsof ze het mannelijke pop-petje aankijkt. Het poppetje kijkt heel tevreden, serieus met een hele kleine glimlach. De belichting draagt bij aan het tevreden gevoel.

Op onderstaande foto, de laatste foto, heeft het licht een bijzondere plek. De lichtinval zit precies tussen het pop-petje en het spiegelbeeld in, wat een bijzonder effect geeft. Zo wordt de rechterzijkant van het poppetje, in het spiegelbeeld, duidelijk. Terwijl juist de linkerkant van het poppetje ook in beeld is, maar een wat donkere uitstraling krijft. De donkere kant is de kant die er op deze foto niet zo toe doet, het punt waar het licht op schijnt is belangrijker en geeft ook een beter, vorlijker gevoel. Verder lijkt het net alsof het spiegel-beeld en het echte poppetje steeds meer naar elkaar toegestrokken wor-den, omdat de spiegel niet helemaal in beeld is en de spiegel scheef gehouden wordt. Doordat het poppetje naar een bepaald punt kijkt dat naar het einde van de spiegel wijst, kijkt ze naar iets dat net buiten beeld valt.

Page 24: Werkboek IMS

Drie ruimtes

Simpeler concept

Ruimte 1 Het startscherm van het vorige scherm gebruiken als eerste ruimte. Het verhaal begint als het ware in de eerste ruimte, het startscherm is maar het begin, een aankondiging van de ruimtes die komen gaan. Deze staan allemaal in het teken van spiegels, dus het startscherm kan simpel gehouden worden door een personage die in de spiegel kijkt en haar eigen spiegelbeeld ziet af te beelden. De eerste ruimte is een deel van de woonkamer, een kale muur. Welliswaar met een behangetje, maar verder hangt er niks aan de muur. Er hangen alleen twee spiegels, die leiden naar de andere twee ruimtes. Deze ruimte is vrolijk, want de vrouw die in de spiegel kijkt ziet zichzelf twee emoties vertonen. Vrolijk en blij en heel verliefd. Om deze ruimte netjes te houden en geen onverwachte rommel te creeëren, kies ik ervoor om twee dezelfde spiegels aan de muur te hangen. Spiegels die bij het interieur passen, maar wel spiegels die opvallen. Het zijn simpele spiegels, geen antieke en barokspiegels, maar ook geen super moderne design spiegels. Gewoon een spiegel van de Ikea bijvoorbeeld. De interactie in deze ruimte bestaat uit twee schilderijen, die twee de hoofdpersoon weergeven die verschillende emoties toont. Verder zal de hoofdpersonage voor de spiegel staan, die zie je van achteren, waardoor het lijkt alsof ze in de spiegel kijkt. Verder beweegt ze langzaam voor deze twee spiegels, zodat ze niet in een denkbeeldige spiegel staat die aan de muur hangt, maar echt voor de twee spiegels komt te staan. Deze twee spiegels navigeren naar de twee volgende ruimtes, waar de emoties een duidelijk verhaal krijgen.

*Kijkend in de spiegel...*

Page 25: Werkboek IMS
Page 26: Werkboek IMS

Ruimte 2 De tweede ruimte is de ruimte waar blijheid overheerst, er is een vrolijk en zomers sfeertje. Bij de zomer denk je aan zonnebril-len, dus de personage die getoond wordt zal een zonnebril op hebben. Verder is deze ruimte gebasseerd op de eerste immersive space afbeelding die hier vooraan in het werkboek te zien is. Deze afbeelding toont eigenlijk een soort doolhof van spiegels, maar wel een klein beetje op een angstige manier. Om deze sfeer niet door te laten komen, gebruik ik wel de manier waarop de spiegel door de ruimte staan, maar zal de achtergrond een zomers tintje krijgen. Groen gras, blauwe lucht, hier en daar een wolke, maar toch ook een zon die kan verblinden. Natuurlijk hooft hier een zomers muziekje bij, een gouwe ouwe zomerhit, of misschien toch het geluid van vogels op een zomerdag en andere ‘buiten geluidjes’. Als interactie in deze ruimte ga ik iets doen met een zonne-bril, want als de zon schijnt op een zomerse dag, dan kun je niet zonder een zonnebril. Verder zou de zon nog feller kunnen gaan schijnen, zouden er hier en daar wat vogeltjes kunnen vliegen, ontstaan er bloemetjes op het gras of wordt het gras nog groener. De button naar de volgende ruimte wordt de spiegel die je ziet na de doorgang, na het pad dat je als het ware opgelopen bent om te kijken wat daar nog meer aan de hand is, omdat je nieuwsgierig bent wat daar nog meer aan de hand is.

Page 27: Werkboek IMS
Page 28: Werkboek IMS

Ruimte 3 De derde ruimte is eigenlijk hetzelfde gebleven als de derde ruimte in het vorige, iets wat ingewikkeldere concept. In deze ruimte draait het om liefde. De personage kijkt in de spiegel en ziet zichzelf, maar ook een jongen. Ze denkt al heel lang aan deze jongen en ziet zichzelf ook samen met deze jongen, maar ze weet niet hoe deze jongen over haar denkt. De ruimte is gebasseerd op de foto die je hieronder ziet. Hier zie je een meisje die in de spiegel kijkt en in het spiegelbeeld er een jongen naast haar staat, maar die staat er in werkelijkheid dus niet. De spiegel kan gaan verschuiven, valt om, of de spiegel zelf breekt, waardoor de jongen wel zichbaar wordt. De jongen staat achter de spiegel, maar dat weet dat meisje niet. Zodra er iets met de spiegel gebeurd, dan ziet ze de jongen. De animatie bij de jongen laat zien dat de jongen het meisje ook leuk vindt. Er verschijnen allemaal hartjes bij de jongen, zodat het meisje weet waar ze aan toe is. Als je op deze jongen klikt is de droom eigenlijk voorbij, want je gaat dan weer terug naar de eerste ruimte: de ruimte met de twee spiegels. Andere mogelijke animaties in deze ruimte zijn een hartje die in de boomschors gekerfd is die gaat bewegen, eventueel een mouseover op de spiegel en bloemen die in het gras onder de bomen groeien. De muziek die bij deze ruimte past, is het geluid dat je hoort in het bos. Vogel geluiden, wind die door de bomen waait, en nog veel meer vogel en andere dierengeluiden.

Page 29: Werkboek IMS
Page 30: Werkboek IMS

Opdracht 7Vormgevingsopdracht

Origineel 3D-effect

‘Neem een object uit jouw wereld en probeer vijf verschillende vormgevingen uit.’

Page 31: Werkboek IMS

3D-effect

Donkerder

Mozaïektegels Olieverf

Warme kleur

Spetters

Brushes

Getekend

Page 32: Werkboek IMS

Stijldocument

Personages, ruimtes

Zelf aspecten gaan tekenen voor de immersive space, dat sprak me wel aan. Waarschijnlijk wel meer werk, maar toch, wel erg leuk om te doen. Je hebt het idee dat je dan meer met je eigen ding bezig bent. Een beetje tekenen en schetsen kan ik wel, maar niet super goed tekenen. Zeker poppetjes niet. Toen ik een beetje aan het googlen was, kwam ik dit artikel teken op de website van Flow Magazine (http://www.flowmagazine.nl/2010/11/16/poppetjes/) Poppetjes tekeken is best leuk, en het hoeft helemaal niet perfect te zijn. Al snel kwam ik tot te conclusie dat zelf poppetjes tekenen in combinatie met ‘echte’ fotorealistische achtergronden de perfecte combi zou zijn voor mijn wereld. De reden hiervoor, het is namelijk aan jezelf hoe jij je spiegelbeeld interpreteert. Neem je het serieus, toon je emoties, of sta je er niet zo bij stil? Dat laatste is wat mij betreft het beste. Zo kun je nog eens dagdromen als je voor de spiegel staat, maar dan wel op een positieve manier. Je weet dat je geen andere dingen kunt zien in de spiegel, maar als je alles niet zo serieus neemt, dan kun je alles het beste bekijken met een knipoog. Na wat googlen met termen als: getekende poppetjes, poppetjes tekeken, mensen tekeken etc, kwam ik al snel wat poppetjes van Blond Amsterdam tegen. Die waren perfect! Nouja, perfect in de zin van ‘dat past bij mijn wereld’, want Blond Amsterdam ziet veel dingen ook met een knipoog. Het hoeft allemaal niet zo nauwkeurig, als de boodschap maar duidelijk is. Ik ben verder gegaan met het zoeken op Blond Amsterdam. Al snel vond ik een aantal plaatjes waar ik wel mee aan de slag zou kunnen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik kocht een tekentablet, zodat ik netjes afbeeldingen over kon gaan trekken. En natuurlijk netjes inkleuren. Niet helemaal perfect natuurlijk, maar inkleuren met een knipoog. Het grootste deel van de Blond poppetjes heb ik overgenomen, maar ik heb ze niet ingekleurd met aquarelverf. Niet verven via de computer, maar met een potloodje kleuren in Photoshop. Na heel wat uren overtrekken, inkleuren, wat spiegeleffecten toepassen, was ik dan eingelijk klaar. Ik ben blij dat zelf ben gaan tekenen, zo heeft het toch een eigen tintje gekregen, maar het was wel een tijdrovend werkje. Op de pagina’s hierna kun je zien welke poppetjes van Blond Amsterdam ik gebruikt heb, welke ik eerst in m’n schetsboek getekend heb en vervolgens op de laptop heb bewerkt.

Page 33: Werkboek IMS
Page 34: Werkboek IMS

‘Veel emotie’‘Realistisch’

‘Tekeningen’

‘veel kleuren’

‘Komisch’

‘Speels’

‘Knipoog’

‘Niet perfect is ook goed’

Page 35: Werkboek IMS
Page 36: Werkboek IMS
Page 37: Werkboek IMS
Page 38: Werkboek IMS
Page 39: Werkboek IMS
Page 40: Werkboek IMS

Storyboard

Opdracht 8

Hieronder enkele foto’s van de gemaakte storyboarden in mijn schetsboek. Van iedere ruimte heb ik een schets ge-maakt, met daarin aangegeven wat de achtergrond is, welke interacties er moeten komen en welke buttons. Verder heb ik nog kort voor iedere ruimte beschreven wat er moet gebeuren in die ruimtes. Hieronder een foto van een schets van een ruimte met steekwoorden. Verder drie foto’s van de drie ruimtes met korte beschrijving en een foto van namen die de buttons op de hoofdtijdlijn moeten krijgen, zodat je je niet zo snel kunt vergissen met hoofdletters, punten etc.

Page 41: Werkboek IMS
Page 42: Werkboek IMS

Reflectie

Opdracht 9

Ideefase 1. Welke manieren werken voor jou het beste om op ideeën voor een prodcutie te komen?Veel op internet rondzoeken, afbeeldingen pinnen op Pinterest, veel op Tumblr kijken. Op dit soort sites zijn erg leuke afbeeldingen te vinden, van bruidsjurken tot hapjes, tot designposters en inspirerende spreuken. Ik kan uren op deze sites kijken, ‘of ik niet nog veel leukere afbeeldingen tegen zou komen’, maar meestal vind ik meteen wel een aantal afbeeldingen die mijn aandacht trekken. Door deze foto’s goed te bekijken kom je uiteindelijk wel tot ideeën. Verder kan televisie kijken, of een boek/tijdschrift lezen ook helpen. Je verdiept je dan in dingen, zonder dat je het eigenlijk doorhebt. Naderhand heb je er wel een mening over, of blijft het verhaal toch in je hoofd hangen. Met al deze dingen kun je verder gaan, want je onthoud het niet vanzelf. Als je verder gaat met deze dingen rollen er vanzelf wel ideeën uit, die leiden tot verdere en diepere ideeën. 2. Hoe ben je tot je uiteindelijke beslissing voor een onderwerp gekomen? Welke argumenten had je daarvoor? Meteen al bij de eerste opdracht, het zoeken van drie immersive spaces, viel er één afbeelding op. Een afbeelding met allemaal spiegels, waarbij er twee donkere doorgangen te zien waren. Op de spiegels was steeds dezelfde vrouw te zien, maar dan steeds een andere kant uit kijkend. Deze afbeelding sprak mij erg aan en maakte mij nieuwsgierig. Ik was wel benieuwd wat er zou gebeuren alsje het pad af zou lopen bijvoorbeeld. Op dat moment realiseerde ik mij dat spiegels best wel interessant waren, want iedereen kijkt er op een verschillende manier in en kijkt verschillend naar het spiegelbeeld. Je kunt het heel letterlijk nemen, je kunt geloven in je spiegelbeeld, je kunt niet geloven in je spiegelbeeld, je kunt dingen zien in het spiegelbeeld die je nog niet zag... Kortom, er zijn veel mogelijkheden hoe je in de spiegel kunt kijken en wat het spiegelbeeld met je doet. Dit zette mij ertoe om bezig te gaan met de wereld van spiegels.

3. Wat was de visie op je onderwerp en waarom heb je deze gekozen? Spiegels zijn eigenlijk maar rare dingen, je kijkt erin en het laat precies hetzelfde zien, maar dan omgedraaid. Van de andere kant bepaal je voor jezelf wat je wil zien in het spiegelbeeld, of je je daar nou van bewust bent of niet. Je kunt vrolijk worden van het spiegelbeeld, maar ook verdrietig, boos, of juist een lachbui krijgen. Ook al laat de spiegel de werkelijkheid zien, het is aan jou of je het spiegelbeeld letterlijk neemt of niet. Hierdoor kun je je er je eigen draai aangeven, waardoor het een interessant object wordt. Je kunt veel kanten op, je kunt met veel emoties aan het werk gaan. Er zijn genoeg mogelijkheden, maar het blijft aan jou of je het spiegelbeeld serieus bekijkt of met een knipoog ziet. 4. Wat zou je de volgende keer anders doen? Achteraf gezien was de wereld van de spiegel best wel lastig. In het begin zat ik veel te moeilijk en psychologisch te denken. Hier-door raakte in de war, want een wereld van spiegels kon toch niet zo lastig zijn? Na de feedback op het eerst idee, werd de wereld al iets makkelijker, maar toch bleef het best wel lastig. Het probleem bij spiegels is, je ziet altijd wat. Ook als je alleen jezelf wilt zien, zie je ongemerkt ook de achtergrond. Hierdoor moet je alert blijven, want het spiegelbeeld moet wel kloppen en reeël blijven. Misschien dat ik het de volgende keer van de andere kant zou bekijken, vanuit een persoonlijkheid die maar bij één ruimte in de spiegel kijkt ipv. één persoon die in drie ruimtes met spiegels bezig is of er in kijkt. Maar nu ik mijn immersive space af heb, heb ik wel het idee dat ik een onderwerp heb gekozen dat interessant was, en bovendien een grote uitdaging was! 5. Hoe zou je nu het begrip ‘immersiveness’ willen definiëren? Als iets groots, iets wat van de ene kant heel onmenselijk is, maar van de andere kant juist heel menselijk is. Onmenselijk, omdat als alles zo groot is en zo om aandacht vraagt, dan zijn er zoveel dingen die kunnen gebeuren en dan vooral dingen die met ons als mens niet kunnen gebeuren. Van de andere kant heel menselijk, want het blijkt dat we op onze eigen intuïtie afgaan, dat ze zelf wel weten waar we heen willen en ons daar een voorstelling bij maken. Hierdoor zal iedereen iets anders opvallen in een grote ruimte, en zal iedereen een eigen wereldje in die grote wereld creeëren. Immersiveness, een enorme ruimte, waarbij iedereen zijn eigen pad kan volgen en op zijn eigen intuïtie af kan gaan, zonder dat er allerlei duidelijke aanwijzigingen zijn.

Page 43: Werkboek IMS

Vormgeving 1. Wat is voor jou het moeilijkste bij het vormgeven en hoe overwin je die moeilijkheden? Ik was erg opzoek naar een bestaande stijl, maar ik was op allerlei gebieden aan het zoeken. Foto’s, getekend en fotorealistisch, getekend en niet fotorealisitisch. Eigenlijk wist ik niet zo goed wat ik mooi vond of wat ik bij de ruimtes vond passen. Na lang zoeken en denken kwam ik tot de conclusie dat een ‘echte ruimte’ wel toepasselijk was, maar dan juist wel getekende personages. Hierdoor kun je goed het verschil van visie weergeven als iemand in de spiegel kijkt: van de ene kant heel echt, maar van de an-dere kant heel nep: het is maar net wat je er zelf van maakt. verder ben ik gaan zoeken naar eenvoudig getekende poppetjes, en uiteindeijk sprak de vormgeving van Blond Amsterdam het meeste aan. Vrolijke personages, maar wel met een knipoog getekend: dat past perfect bij de spiegelwereld. Het is namelijk net hoe je alles zelf wilt zien, heel echt of toch liever met een knipoog? 2. Hoe heb je de immersiveness proberen te bereiken en is dat gelukt? (In hoeverre wel en in hoeverre niet?) De tweede ruimte is letterlijk ontstaan uit de afbeelding die mij inspireerde vanaf het begin, en die mij ertoe zette verder te gaan met de spiegels. Wel heb ik deze hier en daar wat aangepast, maar het is duidelijk dat die ene afbeelding voor de hele immersive space heeft gezorgd. De ruimtes waar de personages zich bevindt, gaan van een klein stukje woonkamer naar een groot bos. In de laatste ruimte, het grote bos, kun je eigenlijk alle kanten op, maar al snel wordt duidelijk wat de bedoeling is in die ruimte. Tevens is er in iedere ruimte de ‘knipoog’ aanwezig, want in iedere ruimte is er wel iets dat in werkelijkheid helemaal niet kan. Vandaar dat het voor mij immersiveness is, maar een ander zal er een heel ander idee over hebben. Iedereen heeft er een eigen visie over, maar voor mij wordt de immersiveness opgebouwd en op het hoogtepunt weer afgebroken. Van de andere kan zouden de ruimtes iets groter en afwachtender gekund hebben, waardoor de gebruiker verder moet zoeken en kijken om te zien waar hij/zij heen moet gaan, waardoor de immersiveness een andere betekenis krijgt, maar ook voor anderen voor herkenning zorgt. 3. Hoe heb je geprobeerd om je visie over te brengen in je movie en is dat gelukt? (In hoeverre wel en in hoeverre niet?) Ja, het overbrengen van de visie is erg goed gelukt. Mede door de stijl en vormgeving, maar ook door het verhaal zelf. In iedere ruimte is wel iets te zien dat je met een knipoog moet bekijken, waardoor je zelf bepaald wat je in feite door de spiegel ziet/of in het spiegelbeeld ziet. De achtergronden van de ruimtes zijn écht: een wand met een vrolijk behangetje, gras en zon, en het bos. Daarintegen is de stijl van de poppetjes de stijl die je met de knipoog moet zien, want deze poppetjes laten zien dingen zien die in werkelijkheid niet zouden kunnen gebeuren. Aangezien je zelf bepaald wat je in de spiegel ziet, wordt dat hier ook zelf bepaald, maar dan in met de visie van de knipoog.

4. Hoe bereik je het effect dat een gebruiker niet het gevoel heeft in een applicatie interface terecht te zijn geko-men, maar in een omgeving?Er zijn in mijn space niet heel veel interacties of annimaties, maar de drie ruimtes laten een beeld zien van hoe je in de spiegel kunt kijken en je spiegelbeeld kunt interpreteren. Door fotorealistische achtergronden te gebruiken, wordt het al snel duidelijk dat je je in een omgeving bevindt, in plaats van in een applicatie die lijkt op een soort game. De animaties voegen iets toe aan het verhaal, maar de animaties zijn niet nodig om het verhaal te begrijpen. Alle beelden in de space stilzetten zou bijna hetzelfde effect hebben als dat het nu heeft, alleen heeft het nu eigenlijk een extraatje. 5. Welke aspecten van je vormgeving zijn gelukt en welke niet? Hoe zouden de gelukte aspecten verbeterd kunnen worden? Eigenlijk is de vormgeving goed gelukt, want de ‘knipoog van het spiegelbeeld’ is erg duidelijk aanwezig. De combinatie van stijlen verduidelijkt dit. De aspecten zouden verbeterd kunnen worden door ze iets preciezer te tekenen, of meer emoties te laten veto-nen. De poppetjes zouden dus iets netter gemaakt kunnen worden, maar dat neemt wel een stukje van de visie weg. Vandaar dat ik erg tevreden ben over de vormgeving in de space. 6. Wat heb je bij de vormgeving gehad aan de research? Kun je dat aanwijzen? Van de ene kant erg veel, maar van de andere kant was het ook wel lastig om andere dingen te zoeken die met spiegels te maken hebben. Steeds vond ik dezelfde afbeeldingen: iemand die in de spiegel kijkt, en zijn eigen spiegelbeeld ziet. Maar ik heb ook afbeeldingen gevonden waarin het spiegelbeeld dezelfde personages liet ziet, maar dan met een andere emotie. Deze afbeeldingen hebben mij erg geïnspireerd om de wereld van de spiegel nog meer met een knipoog op de vangen.

7. Wat zou je de volgende keer anders doen? Niet te lang in de algemene research blijven hangen, maar sneller keuzes maken. Hierdoor kun je je sneller en beter gaan verdie-pen in de drie ruimtes, waardoor je daar een duidelijker beeld bij krijgt. Dit is voorjezelf veel handiger, want je kunt dan sneller aan de slag met de technische deel. Al vond ik het erg jammer dat de flashlessen zo snel gingen, want voor iemand die er nog nooit mee gewerkt heeft, is het een knap lastig programma. Ik heb me ermee gered, maar veel dingen die ik in mijn hoofd had zitten en in mijn schetsboek staan, waren veel te lastig om uit te voeren. Daardoor moet je ter plekke nieuwe of simpelere dingen gaan bedenken, die je eigenlijk niet in je onderzoek hebt staan. Dat is even lastig, maar het is gelukt.

Page 44: Werkboek IMS

Movie 1. Kan de gebruiker zelf zien/ontdekken welke onderdelen van je ruimte interactief zijn? Ja, de gebruiker kan zelf op onderzoek uit gaan, maar er zijn niet heel veel dingen die bewegen of uitgelicht worden. Het gaat vooral om het verhaal, bij het verhaal horen niet al te veel animaties en interactieve dingen. Het is meer een bijzaak, dan dat het werkelijk iets toevoegt aan het verhaal. 2. Is de navigatie naar de andere ruimtes duidelijk? Voor in de eerste ruimte is de navigatie duidelijk, want de twee spiegels worden ingezoomd, waardoor het meteen opvalt dat je daar iets mee zou kunnen doen. In de tweede ruimte moet je wel goed kijken, voor goed tussen de zonnebril heen kijken, want dan is er eigelijk maar één ding dat erg opvalt. Maar dan moet je wel heel bewust door de zonnebril kijken, en niet alleen de zon-nebril als interactie zien. Er zit duidelijk een interactie achter deze zonnebril. Bij de derde ruimte is de navigatie ook wel duidelijk, maar je moet je er wel een verhaal bij voorstellen. Als de spiegel eenmaal aan de kant geschoven is, dan is de button naar de eerste ruimte wel duidelijk. Het had allemaal veel duidelijker gekund, maar dat past niet bij het verhaal. De spiegel vertelt jou ook niet wat je ziet, jij beslist voor jezelf wat je ziet en dat doe je als het ware in deze ruimtes ook. 3. Welke geluiden/muziek heb je gebruikt en had dit het bedoelde effect? In de tweede en derde ruimte heb ik een achtergrondmuziekje gebruikt. Een vrolijk en zomers nummer, en het geluid van een weg dicht bij een bos met veel vogelgeluiden. In de eerste ruimte was er niet echt een geluid dat in me opkwam, er had misschien ergens anders, buiten beeld, in de kamer een radio kunnen staan die aan stond. Er waren geen geluiden die het effect van de inzoomende spiegels versterkten, waardoor ik er bewust voor gekozen heb om bij deze ruimte geen geluiden te gebruiken. 4. Wat zou je de volgende keer anders doen?Het verhaal misschien iets meer uitbereiden, zodat het makkelijker is om interacties in de ruimtes te maken. Dit vond ik nu erg lastig, drie per ruimte is best veel. Verder zou ik graag iets meer geluiden en muziekjes hebben willen gebruiken, maar dit kreeg ik door een stukje gebrek aan technische kennis niet helemaal goed voor elkaar, en vond ik niet dat er bij iedere ruimte een geluidje hoorde. Als ik namelijk in de spiegel kijk, dan praat ik niet, hoor ik niks en kijk ik alleen maar, ik ben geconcentreerd op de spiegel en het spiegelbeeld. Vandaar dat ik er dus ook voor gekozen heb om er in de eerste ruimte geen geluid onder te zetten. Verder zou ik proberen het onderwerp meteen wat simpeler op te pakken, want nu bleef ik erg hangen in het bedenken van het concept en het onderzoek. Te lang, als ik het achteraf bekijk. Het was een lastig onderwerp, maar mede dankzij goede feedback heb ik het een simpel verhaal kunnen houden. Kortom, het onderwerp was lastig maar interessant,maar wel leuk om er mee bezig te zijn. Je gaat namelijk nadenken hoe jij in de spiegel kijkt. Kijk jij ook met een knipoog in de spiegel? Ik namelijk wel!

‘‘Het leven is als een spiegel, je moet niet alles serieus nemen,maar er eens met een knipoog naar kijken, zo wordt het leven een stuk leuker, net als het kijken in de spiegel’’

Page 45: Werkboek IMS
Page 46: Werkboek IMS

Dieke Geurtsen ICA C1B Ontwerprapport IMS April 2013