50
Koers naar De Bedoeling met Haarlemmermeer + Medezeggenschap nieuwe stijl + Ontwikkelmarkt Den Helder + Winnaars 3-2-1-Co! Stampij!fabriek Personeelsmonitor 2013 Ton Wilthagen: ‘We moeten nu een offensief creëren’ nr. 46 | Juni 2014

volledige magazine

Embed Size (px)

Citation preview

Koers naar De Bedoeling met

Haarlemmermeer

+

Medezeggenschap nieuwe stijl

+

Ontwikkelmarkt Den Helder

+

Winnaars 3-2-1-Co!

Stampij!fabriek

Personeelsmonitor 2013 Ton Wilthagen: ‘We moeten

nu een offensief creëren’

nr. 46 | Juni 2014

In dit magazineDe Personeelsmonitor 2013 is uit. De resultaten? De bezetting bij gemeentes blijft dalen, de vergrijzing neemt toe en het ziekteverzuim ligt boven het landelijk gemiddelde. Hoogleraar Institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt Ton Wilthagen gaat in op deze ontwikkelingen.

Net zoals bij alle gemeenten, raken de decentrali-saties ook Servicepunt71 als shared service center voor de gezamenlijke bedrijfsvoering van de gemeenten Leiden, Leiderdorp,

Oegstgeest en Zoeterwoude. De service-eenheid HRM zet zich in

binnen de vier gemeenten en adviseert hen waar dat nodig is.

Personeelsmonitor 2013

Servicepunt71/HRM Ontwikkelmarkt Den Helder

Koers naar De Bedoeling met Haarlemmermeer

Jonge Ambtenaren aan het woord

Winnaars 3-2-1-Co! Stampij!fabriek

Medezeggenschap nieuwe stijl

Column: Samenwerken over de grenzen heen.

Colofon

Toen ik mij zette aan het schrijven van deze column viel bij

ons thuis een verzoek van het Leger des Heils om een gift

voor hun prachtige werk in de bus. Daar zat een doekje bij

om je brillenglazen schoon te maken met de slogan

“Samenleven doe je dus niet alleen”. Een prachtige

inkopper, wanneer je iets wilt schrijven over samenwerken.

Want samenwerken is een onderdeel van samenleven,

óns samenleven. In onze gemeente, in Nederland, in Europa

en wereldwijd.

Samenwerken is vertrouwen. Bij een ander kwaliteiten en

aspecten zien die je zelf niet of weinig hebt. Samen met jouw

kwaliteiten en ideeën leiden die van de ander tot meer, tot

beter of tot een mooier resultaat. Eén plus één is meer dan

twee. Geen machtsdenken, geen denken aan eigen belang.

Gemeenschappelijk belang staat voorop. Dat spreekt ons

ambtenaren toch aan? Het belang van de burger. Dat zijn jij en

ik ook. De eigen kwaliteiten voor onze medeburgers inzetten.

Een geweldige uitdaging!

Samenwerken is ook: over de eigen grenzen heenkijken.

Je geen belemmeringen (laten) opleggen. Dat vraagt geen

lef, wel durf. Je hoeft niet over een ondernemingsgeest te

beschikken, maar je moet wel ondernemend zijn. Heb de

moed bestaande kaders te doorbreken. Vaak ervaren we een

Jaap Doeven

Column

Samenwerken over de grenzen heen

grens als een belemmering. Maar je kunt ‘m ook zien als

een paal die in het verleden geslagen is en niet meer dan

dat. Gemeentegrenzen vormen het uitgangspunt voor de reis

naar de omringende gemeenten, naar de provincie, naar het

buitenland waaraan wij grenzen. Je brengt je eigen kracht

mee, bundelt die met die van je collega’s en komt tot een

vruchtbare samenwerking.

Wij, ambtenaren, denken en werken nogal eens vanuit de

beperkingen. Geen of onvoldoende budget, de wethouder is

er niet voor in, en noem ze maar op. Maar waarom niet de

krachten gebundeld? Ga de boer op en zoek regionale samen-

werking om samen oplossingen te creëren. Stap over de

barrière richting het plaatselijke bedrijfsleven heen. Vraag

de burger naar zijn of haar ideeën. Betrek hem of haar bij

de uitvoering. Er zit in de samenleving zo veel te benutten

creativiteit. En doe dit niet voor de bühne en ook niet tot

meerdere eigen glorie, maar doe het met passie in de weten-

schap dat het de moeite waard is en dat het zal lukken. Blijf

verbinding met de grond houden, want aan luchtfietserij is

geen behoefte.

Het vraagt van ons wel een andere instelling richting

de samenleving. De ambtenaar is niet meer degene die

weet wat goed is voor de burger of de dingen voorschrijft.

Dienstbaar zijn, verbindingen leggen, netwerken “bouwen”

en deze inzetten ten behoeve van anderen. De moderne

communicatiemedia staan ons hierbij ten dienste. Transpa-

rantie, integriteit en vakmanschap staan bij ons hoog in het

vaandel.

Voor een wat beslagen bril is een brillenglazendoekje een

prima middel. Veeg daarom je “bril” schoon en bedenk:

samenleven doe je dus niet alleen!

“Voor een wat beslagen bril is een

brillenglazendoekje een prima middel.

Veeg daarom je “bril” schoon en

bedenk: samenleven doe je dus niet

alleen!”

Personeelsmonitor 2013

‘We moeten nú een offensief creëren’ Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Het is wel eens beter gegaan met de gemeentelijke arbeids-

markt, blijkt uit de Personeelsmonitor 2013. De bezetting

bij gemeentes blijft dalen, de vergrijzing neemt toe en het

ziekteverzuim ligt boven het landelijk gemiddelde.

Hoogleraar Institutionele en juridische aspecten van

de arbeidsmarkt Ton Wilthagen: “Het gaat allemaal om

vitaliteit.”

Het is een enorm getal: bijna zestienduizend werknemers

verlieten de gemeente in de afgelopen vier jaar. Ze gingen

met pensioen, maakten gebruik van

een vertrekregeling of gingen naar een uitvoerings-instantie.

Hoogleraar Ton Wilthagen: “Het is een paradoxale periode,

dat kunnen we wel stellen. Dat de bezetting daalt, is op zich

niet verrassend. Het is een effect van bezuinigingen door

de crisis en van de keuze die de overheid heeft gemaakt om

meer over te laten aan het veld. Tegelijkertijd komt er nu wel

meer naar gemeenten toe, bijvoorbeeld met de drie grote

decentrali-saties. Er moet dus meer gebeuren met minder

mensen. De belangrijkste vraag voor de komende tijd is dan

ook: kun je door efficiency en samenwerken het gat in de

human resources opvangen? Ik kan me niet voorstellen dat

er bij gemeenten zo veel mensen los rond lopen, dat je het

niet merkt als ze weg zijn. En de burger zal dat op zijn bordje

krijgen. Die krijgt te horen dat hij de gemeente op meer

dingen kan aanspreken, maar vervolgens kan die gemeente

eigenlijk minder doen.”

De gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk

gingen deze uitdaging aan door de krachten te

bundelen in de zogenaamde BAR-organisatie. Afdelingshoofd

HRM Erica Kerstens: “We hebben de ambitie om het werk

met de mensen die er nu zijn te doen, en we hebben er ook

vertrouwen in dat dit lukt. De uitdaging zit vooral in de fase

waarin we nu zitten. We zijn in januari gestart met de nieuwe

organisatie, dus we moeten nog veel puinruimen en bouwen.

Processen op elkaar afstemmen, een goed geïntegreerd

salarissysteem, enzovoort: het vraagt nogal wat.”

Abnormaal lage instroom

Een tweede resultaat uit de monitor is, dat de mensen die

overblijven bij gemeenten, gemiddeld steeds ouder zijn. In

2013 werkten er bijna meer 60-plussers bij gemeenten dan

mensen van 35 jaar of jonger. En instroom van jongeren is er

nauwelijks. Dat is volgens Wilthagen een groot risico: “Eén

van de belangrijkste dingen die gemeenten kunnen doen

om de uitdagingen van de komende jaren aan te kunnen, is

vitaal blijven. Ik heb zorgen over de enorm geringe instroom

van jongeren, die ligt nog onder de twee procent. Dat is echt

abnormaal laag. Er is een wetmatigheid die zegt: je hebt

instroom nodig om ook doorstroom en uitstroom te krijgen.

Zonder instroom creëer je uiteindelijk stilstaand water. Je

kunt ook zeggen: we doen het met de bestaande mensen. En

natuurlijk is daar nog winst te halen. Maar je afsluiten van

nieuw bloed is sowieso niet verantwoord. Ik vraag me af of

je goed jongerenbeleid kunt maken met een organisatie die

alleen bestaat uit ouderen. Ook als het gaat om zaken als

social media en peer groups: je hebt wel aansluiting nodig

met de maatschappij waar je voor werkt.”

Zijdeur voor jongeren

Wilthagen pleit daarom voor een zijdeur voor jongeren.

Los van de bezuinigingen en krimp. “Dat is een oproep aan

de nationale overheid en gemeenten. Gemeenten moeten

zeggen: wij hebben jongeren nodig, anders lukt het niet. En

de overheid moet zeggen: deze kwestie is van landsbelang,

we maken er extra middelen voor vrij, en dan echt fors. We

Ton Wilthagen

Ton Wilthagen:

“Je kunt verantwoordelijkheden niet

wegdecentraliseren.”

zijn er niet met een paar traineeships. Dat is ook haar taak.

De nationale overheid kan haar verantwoordelijkheden niet

wegdecentraliseren. Als de overheid zo’n signaal geeft,

helpt dat gemeenten ook bij het voeren van discussies met

hun medewerkers. Want het blijft natuurlijk gevoelig als er

aan de ene kant mensen uit moeten en er aan de andere

kant mensen bij komen. Maar we moeten nú een offensief

creëren. Je kunt als nieuw college niet zeggen: we gaan nu

eerst nog even een half jaartje rustig nadenken. Daarvoor

staat er te veel op het spel. Als de grote decentralisaties

misgaan, eindigen heel veel mensen in de bijstand. Dat

kunnen gemeenten niet aan.”

Aandacht voor talent geeft vleugels

Bij de BAR-organisatie delen ze de zorgen over de instroom

van jongeren, maar verklaren ze de instroom niet heilig.

HRM-adviseur Annemarie List: “De instroomcijfers zijn

laag, terwijl de uitstroomcijfers voor jongeren hoog zijn. Ik

Annemarie List

Annemarie List:

“Zorgt een lage instroom voor

stilstaand water? Natuurlijk leveren

jongeren frisse ideeën, maar dat hoeft

niet te betekenen dat er geen

frisse ideeën zijn”

zou het wel interessant vinden om te onderzoeken waar die

hoge uitstroomcijfers mee te maken hebben. Is dat alleen

vanwege het feit dat jongeren vaak tijdelijke contracten

krijgen, of verlaten ze de gemeente ook om andere redenen?

Een andere vraag is of een lage instroom van jongeren

inderdaad voor stilstaand water zorgt. Natuurlijk leveren

jongeren frisse ideeën, maar dat hoeft niet te betekenen

dat er geen frisse ideeën zijn, als er geen jongeren zijn.”

Collega Kerstens: “Wij jagen bij onze organisatie juist na

dat we vitaal zijn, ongeacht de leeftijd. We investeren in

zelfstandige overheidsprofessionals die wendbaar zijn en

die vleugels krijgen, doordat ze hun talenten en kwaliteiten

ontdekken en ontwikkelen. We hebben hiervoor binnen de

BAR-organisatie een taskforce die als intern adviesbureau

optreedt en begeleiding, coaching en workshops geeft.” List:

“De beeldspraak die wij voor de visie op onze organisatie

gebruiken, is die van een vlucht vogels die in staat is mee te

bewegen met elke verandering. Niet alleen de komende.”

Erica Kerstens:

“We investeren in zelfstandige

overheidsprofessionals die wendbaar

zijn en die vleugels krijgen, doordat

ze hun talenten en kwaliteiten

ontdekken en ontwikkelen.”

Erica Kerstens

Flink zijn

Een derde kwestie uit de personeelsmonitor is dat het

ziekteverzuim bij gemeenten relatief hoog is. Het is de

afgelopen jaren weliswaar niet gestegen, maar ligt wel een

procent hoger dan gemiddeld in Nederland. Wilthagen: “Dat

is echt niet goed. De gemeente is een redelijk luxe werkgever

met goede voorzieningen voor werk en privé en een 36-urige

werkweek. Het ziekteverzuim zou niet hoger mogen liggen

dan in het bedrijfsleven. Dat het ziekteverzuim niet stijgt,

terwijl het wel spannende tijden zijn voor organisaties, is een

bekend verschijnsel. Mensen willen in zulke tijden flink zijn.

Als jij weet dat je over drie maanden te horen krijgt of je mag

blijven, dan meld je je niet ziek.”

Beleid van een machinefabriek

Terug naar de vitaliteit. Dat is volgens Wilthagen de oplossing

voor deze drie ontwikkelingen. Allereerst door meer jongeren

aan te nemen. Maar er zijn meer manieren om de organisatie

vitaler te maken. Met Strategische Personeelsplanning

bijvoorbeeld. Uit de personeelsmonitor blijkt dat daar nog

kansen liggen. Slechts vier op de tien gemeenten heeft er

beleid voor. Wilthagen: “Het is op zich niet verwonderlijk.

De cultuur van strategische personeelsplanning is ook niet

ontstaan bij de overheid. Het vraagt een andere manier van

kijken: wat zijn mijn doelen, wat zijn de scenario’s, welke

prestatie-indicatoren horen daarbij, en welke mensen

met welke vaardigheden zijn daarvoor nodig? We zien in

gemeenteland grofweg twee bewegingen: óf er is niet of veel

te laat mee begonnen, óf men is wel begonnen, maar erin

doorgeslagen. We hebben de ideologie van het new public

management gehad, en daar zijn sommige gemeenten in

doorgeschoten. Ze zijn gaan sturen op processen, alsof de

inhoud niet interessant is. Je zou bij wijze van spreken de

processen in een gemeente niet kunnen onderscheiden van

die in een machinefabriek. En dat is de bedoeling niet. De

waarheid ligt precies in het midden: een gemeente heeft

ándere doelen dan het bedrijfsleven, maar die doelen zijn wel

net zo hard.”

De kracht van samenwerken

Een laatste manier om als organisatie vitaler te worden,

is door vitale relaties aan te gaan met organisaties in de

samenleving. Wilthagen: “Gemeenten worden netwerk-

organisaties, en daar ligt nog een enorme kans om winst

te boeken. Onderwerpen als jeugdzorg en werk en inkomen

kun je ook veel beter integraal benaderen. Dat scheelt tijd,

maar is ook goed voor de burger, die is ondeelbaar. We zijn

straks af van de toestanden dat iemand van jeugdzorg zegt:

mevrouw, u moet meer thuis zijn voor uw kind, en iemand

van de gemeente: mevrouw u moet meer werken voor uw

uitkering.”

Die vitale relaties staan centraal bij de BAR-organisatie. “Niet

alleen met andere organisaties, maar ook met ondernemers

en burgers. Dáár ligt juist de kracht. Zo hebben we onlangs

het succes van het Keurmerk Veilig Ondernemen gevierd.

Voor dit keurmerk werken wij samen met onder meer politie,

brandweer en ondernemers om onze gemeenten schoon,

heel en veilig te houden. Dat levert niet alleen een prachtige

samenwerking met partijen buiten de gemeente op, maar

vergroot ook de verbinding ín onze organisatie. Afdelingen die

voorheen niet zo veel met elkaar te maken hadden, werken in

dit project samen. Dat geeft energie en dat maakt ons steeds

wendbaarder.” <

Vitale organisaties in drie stappen:1. Luid de noodklok over het aantal jongeren.

2. Tuig strategische personeelsplanning op.

3. Investeer in vitale relaties met organisaties in

het veld.

Download hier de

personeelsmonitor 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Person

eelsmon

itor 2013

A+O fonds GemeentenPostbus 115602502 AN Den Haag070 [email protected]

www.AenO.nl

Koers naar De Bedoelingmet Haarlemmermeer

Tekst: Martine van Dijk, A+O fonds Gemeenten/ Fotografie: Kees Winkelman

De gemeente Haarlemmermeer is gestart met een nieuwe

koers. Een koers waarbij klantgerichtheid een belangrijke

plek inneemt, maar waarbij het vooral gaat om de waarde

voor de (lokale) samenleving. Een koers waarbij gekeken

wordt naar de bedoeling en wat minder naar de systemen die

zeggen hoe we moeten handelen. Het boek van Wouter Hart,

‘Verdraaide organisaties’ gaat precies over dit fenomeen. Het

fenomeen van uitgaan van de bedoeling, de pijl in de juiste

richting. Naast de gedachten over dit principe met de auteur

van dit boek, legt Arjen van der Meulen, organisatieadviseur

bij de gemeente Haarlemmermeer uit hoe de bedoeling bij

hen in de organisatie tot zijn recht komt. Wat is de aanleiding?

Hoe werken zij aan deze koers? Wat zijn de valkuilen?

Wat is nu de bedoeling?

We leven in een boeiende tijd vol dynamiek. Het is de tijd van

de participatiesamenleving en de tijd waarin overheidstaken

steeds meer lokaal worden ingevuld. Het is daarom logisch

dat gemeenten bezig zijn met het nadenken over hun koers,

zo ook in Haarlemmermeer. Iets meer dan twee jaar geleden

startte Carel Brugman als gemeentesecretaris. Na de eerste

maanden presenteerde hij zijn beelden en visie op de opgaven

van de gemeente. Een hieruit voortvloeiend programma is

het versterken van het strategisch vermogen onder regie van

Prof. Dr. Roel in ’t Veld, wat zorgde voor een groter bewustzijn

op de strategische vraagstukken en stimuleerde de blik naar

buiten. Het was dan ook de voorloper op de nieuwe koers.

De doorslaggevende factor voor de koersverandering kwam

vanuit de behoefte van het College om de overhead en de

beleidscapaciteit onder de loep te nemen. Brugman heeft dat

aangegrepen om dit in een bredere context te plaatsen en te

vertalen in een nieuwe organisatiekoers.

Arjen van der Meulen:

“Werken vanuit de bedoeling is meer

dan klantgerichtheid, het gaat over de

waarde voor de samenleving, in welke

vorm dan ook.“

Het vorige grote verandertraject (in 2006) in Haarlemmermeer

had de naam Focus: Klant! Arjen: “Klantfocus is uiteraard

goed, maar in ons contact met de samenleving gaat het

niet alleen over klantcontacten. Gemeenten zijn complexe

organisaties omdat ze rollen vervullen die soms op spanning

staan met elkaar. Een enkelvoudige strategie werkt dan

ook niet.” De nieuwe koers, die uitgaat van ‘De bedoeling’,

biedt hierin meer ruimte. “Werken vanuit de bedoeling is

meer dan klantgerichtheid, het gaat over de waarde voor de

samenleving, in welke vorm dan ook.“

Wouter Hart, schrijver van het boek ‘Verdraaide organisaties’,

liep al lange tijd met het idee van werken vanuit de bedoeling

in zijn hoofd: “We leven teveel in een systeemwereld.

Alles wordt gestandaardiseerd en medewerkers worden

uitvoerders van protocollen. Daardoor verliest men de

bevlogenheid in zijn werk en wordt er voorbij gegaan aan de

menselijke psychologie. De mens moet centraal staan, niet de

systeemwereld.”

Koersen in zijn simpelste vorm

Het boek van Wouter Hart heeft voor Haarlemmermeer een

belangrijke rol gespeeld in het overbrengen van deze koers.

“Door de eenvoud waarmee Wouter Hart het principe uitlegt,

levert het juist iets extra’s op. Het maakt het begrijpelijker

voor iedereen. De denkwijze van Wouter zit ook in onze koers,

dit was dus een enorme kans om zijn gedachten te gebruiken

om de boodschap aan de collega’s over te brengen”, vertelt

Van der Meulen. Tijdens de lancering van de nieuwe koers

heeft de schrijver een presentatie gegeven bij de gemeente.

Ook wordt er een animatie gemaakt over het concept van de

bedoeling. “In het filmpje wordt uitgebeeld hoe we geneigd

Arjen van der Meulen

zijn houvast te zoeken in protocollen en regels en hoe we op

weg zijn naar een nieuw soort vakmanschap, waarin meer

ruimte is voor de professional en met de bedoeling voorop.”

Een verhaal wat ook in het boek van Hart duidelijk naar voren

komt. Hart: “Het is een praktische zoektocht waarin we

moeten kijken hoe we het beste resultaat behalen binnen de

samenleving. In plaats van alles te standaardiseren, moeten

we juist geloven in de dynamiek, in eigenaarschap en wat

meer buiten de lijntjes kleuren. Ons afvragen wat de waarde

van het project is en wat het van jou als persoon vraagt, dat is

de bedoeling. We zouden met elkaar eens wat meer moeten

reflecteren.”

Valkuilen en handvatten

Maar hoe doen we dat? Hoe zorgen we dat de koers verbindt

en richting geeft? En welke struikelblokken kom je onderweg

tegen? Arjen van der Meulen heeft duidelijk voor zich wat je

niet uit het oog moet verliezen: “Het gesprek met collega’s die

het werk doen is cruciaal. Zo was ik toch wel verrast hoeveel

waarde sommige collega’s hechten aan die systeemwereld.

Het geeft meer dan alleen houvast. Binnen de overheid

heeft het een enorme functie. Het biedt bescherming tegen

willekeur, bevordert de rechtsgelijkheid en zorgt voor een

Wouter Hart

Wouter Hart:

“De mens moet centraal staan,

niet de systeemwereld.”

betrouwbare overheid. Ze maken zich zorgen bij de gedachte

om de systeemwereld aan te tasten en dat vind ik een

legitieme gedachte. Uiteindelijk gaat het erom om zowel een

betrouwbare als een effectieve overheid te zijn.”

Vanwege een zeer kort tijdsbestek is het proces van ‘bovenaf’

gestart. Arjen: “Omdat we met een relatief kleine groep

collega’s met de koers zijn gestart, zagen we dat er op

sommige plekken afwachtend werd gereageerd. De uitdaging

is om ook daar beweging te creëren vooral ook door aan

te sluiten bij hun werkpraktijk en (verbeter)initiatieven.

Er gebeurt namelijk al veel conform de koers, een mooi

voorbeeld zijn de LEAN trajecten. ‘De toekomst is er al’

noemen we dat. Idealiter begin je zo’n veranderproces op de

werkvloer en nog beter zou het zijn om van buiten uit naar de

organisatie te kijken, het gaat tenslotte om vraagstukken die

plaatsvinden in de buitenwereld.” Wouter Hart legt nog eens

de nadruk op deze buitenwereld: ”We moeten de krachten in

de samenleving benutten. We moeten goede burgerinitiatieven

omarmen en minder snel geneigd zijn om ‘nee’ te zeggen. Het

gaat erom welke waarde het toevoegt aan de maatschappij,

niet om de regels.”

Invloed van decentralisaties

Bij de decentralisaties in het sociaal domein draait het vooral

om systeemverantwoordelijkheid. Dat is boeiend in relatie

tot de koers waarin de bedoeling voorgaat op het systeem.

Hierdoor kan spanning ontstaan. “Vooral als er een incident

plaatsvindt, is de reflex begrijpelijk om protocollen aan te

scherpen en dat is nou juist wat we niet willen. We moeten

beter leren omgaan met tragiek op een andere wijze dan het

direct te willen oplossen via nieuwe regels en toezicht-

systemen”, zegt Arjen. Hart: “De decentralisaties vragen

radicaal ander gedrag van gemeenten als opdrachtgever. Ik

denk dat we ons moeten focussen op het ondersteunen van

de burger, de burger die het echt niet zelf kan. We moeten

ernaar streven dat niemand tussen wal en schip valt. Dat is de

bedoeling.”

Samen onderweg naar de bedoeling

De nieuwe koers zal niet in een dag uitgevoerd worden.

Van der Meulen: “Voor een deel is het planmatig maar we

richten ons vooral op het op gang brengen van een beweging

via activiteiten en veel communicatie. Dat deel is volledig

procesgericht, waarbij we de resultaten niet opleggen. We

weten nog niet welke groei en bloei het in welk tempo gaat

laten zien. We hebben voor dit deel een fantastisch kernteam

van interne collega’s. Zij werken nauw samen met de directie

en ‘voeden’ dus de organisatie via verschillende activiteiten

zoals Koerscafé ’s, workshops en ‘Meet and Eat’, waarbij

twee collega’s met elkaar tijdens de lunch in gesprek gaan

over de koers. Uiteindelijk gaan we ervoor dat de koers

Wouter Hart:

“We moeten goede burgerinitiatieven

omarmen en minder snel geneigd zijn

om ‘nee’ te zeggen. Het gaat erom

welke waarde het toevoegt aan de

maatschappij, niet om de regels.”

breed herkend wordt in de praktijk. Pas geleden was er een

casus vergelijkbaar met een van twee jaar geleden. Toen

werd er gehandeld vanuit de systeemwereld, wat zorgde voor

bemiddeling en reparaties. Nu is de casus vanuit de bedoeling

opgelost en is er veel meer tevredenheid.”

Wouter Hart benadrukt dit nog maar eens: “Als de reflectie

plaatsvindt vanuit de bedoeling, is er meer ruimte en ver-

schuilen we ons niet meer achter de regels. De medewerkers

gaan zelf nadenken over de waarde en ondersteuning. Het

gevolg is dat er veel meer vanuit eigen kracht gewerkt wordt.

We moeten af van de term: het is nu eenmaal de regel.” <

Wouter Hart:

“We moeten af van de term: het is nu

eenmaal de regel.”

Zin in de OR-vergaderingTekst: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Medezeggenschap nieuwe stijl

In Almere ging de medezeggenschap stevig op de schop.

De structuur werd omgegooid, er kwamen tijdelijke teams

en een kenniscentrum. Met als resultaat: een betere

besluitvorming en meer vertrouwen tussen organisatie en

medewerkers. Medezeggenschap werd een instrument van

verbinding.

Een hobbel die je moet nemen. Zo zagen leidinggevenden

zo’n drie jaar geleden de ondernemingsraad in Almere.

En de medewerkers waren niet veel positiever over de

medezeggenschap. ‘De manier waarop het ingericht is, staat

me niet aan’, ‘Ik herken me er niet in’, en ‘we praten te veel

over proces en te weinig over inhoud’, waren uitspraken die

programmamanager Vernieuwing Medezeggenschap Eric

Edens tijdens een belevingsonderzoek in opdracht van de

gemeentesecretaris hoorde. Edens: “Als ik doorvroeg, bleek

daar ook wel een kern van waarheid in te zitten. In de OR

zat al jaren een select groepje mensen, dat zich helemaal

vereenzelvigd had met de medezeggenschap. En in grote

lijn sloot dat niet aan bij wat de rest van de mensen in de

organisatie fijn vond.”

Behoefte om mee te denken

Hoog tijd dus om de medezeggenschap op de schop te

nemen. Edens: “Dat sloot goed aan bij een verandertraject

waar we binnen de gemeente mee bezig waren. In dat traject

hebben zo’n zeventig medewerkers een visie ontwikkeld

op de stad, de organisatie en de medewerkers. Die visie is

vertaald in uitgangspunten die we hebben vastgelegd in een

paarse cassette. Kernwoord uit die visie was verbinding.

Bijvoorbeeld tussen de organisatie en de stad. Maar ook

tussen de organisatie en medewerkers. En daar is mede-

zeggenschap een goed instrument voor.”

Eric Edens:

“Ik ontmoet nu mensen

die ik hiervoor nog nooit

gezien had.”

Edens vroeg in zijn belevingsonderzoek niet alleen hoe

medewerkers en leidinggevenden de medezeggenschap nu

zagen, maar ook of ze het op zich belangrijk vonden en hoe

het eruit zou moeten zien om wel aan te spreken. Uitkomst:

medewerkers hebben wel degelijk de behoefte om mee te

denken, zeker als dat in tijdelijke verbanden kan. Edens: “En

het bleek dat mensen op verschillende thema’s aansloegen.

De een vindt de dialoog heel belangrijk, de ander wil dat er

aandacht komt voor eigen initiatief in plaats van het reactief

adviseren over een plan dat eigenlijk al klaar is.”

Beter weten wat er speelt

Edens vertaalde de resultaten in een rapport Van

Medezegenschap naar Verbinding dat hij voorlegde aan de

OR en het bestuur. De vernieuwing van medezegggenschap

in Almere focust op drie elementen: de vaste structuur en

werkwijze van de OR, de mogelijkheid om met tijdelijke

teams te werken en de ondersteuning van de nieuwe mede-

zeggenschap via een kenniscentrum. “De eerste stap, het

omvormen van de structuur, lijkt misschien bureaucratisch,

maar is vaak ook een mooie aanleiding om de werkwijze te

veranderen. Zo van: we hebben het anders ingericht, laten

we het nu ook maar anders doen. En zo gingen we van één

OR met vier onderdeelcommissies naar 6 OR’s met één

COR. Mensen wierven we via persoonlijke benadering: joh,

we gaan het anders doen, misschien is het wat voor jou.”

De volgende stap was het opzetten van tijdelijke teams die

meedenken over een bepaald vraagstuk. Edens: “Dit noemen

we het Columbustraject. Je gaat op reis, en je weet niet

waar je uitkomt, maar dat op zich levert al heel veel op. Zo

is er een team dat het ‘paarse denken’ verder uitwerkt. Wat

betekent dat voor ons? De resultaten en discussie delen ze

op Facebook en dat geeft veel energie. Een ander tijdelijk

team houdt zich bezig met de vertaling van authentiek talent

naar de praktijk. In elk team doet een OR-lid mee als een

linking pin. Dat heeft meteen als voordeel dat de OR veel

beter weet wat er speelt.”

Notulen en vergaderruimtes

En dan de derde stap: hoe faciliteer je de medezeggenschap?

“Ondernemingsraden hebben vaak een ambtelijk secretaris.

Dat klinkt al helemaal niet goed. Het benadrukt te veel

Eric Edens

de taak om de notulen te maken en vergaderruimtes te

regelen. De twee ambtelijk secretarissen zijn nu adviseur

in het Kenniscentrum Medezeggenschap. Dat centrum

heeft drie rollen: het adviseren van de medezeggenschap,

optreden als begeleider of coach en het faciliteren van de

medezeggenschap. De medewerkers zorgen bijvoorbeeld dat

aanvragen op de goede plek terechtkomen en dat kennis die

er inmiddels op allerlei verschillende plekken is, ook gedeeld

wordt.”

Vertrouwen en gunnen

De aanpak heeft succes gehad. “Het belangrijkste verschil

met een aantal jaren geleden is dat besluiten nu veel meer

sámen genomen worden. Natuurlijk zijn er verschillen van

mening tussen leidinggevenden en medewerkers, maar in

de dialoog kom je echt verder. We zien dat bijvoorbeeld in de

besluiten rond de procedure voor werving en selectie. Dat

was vroeger echt een pijnpunt. De leidinggevende vond tijd

de belangrijkste factor bij het invullen van een vacature en

wilde de vacature dus het liefst meteen openstellen, terwijl

de medewerkers vonden dat er vooral eerst intern gekeken

moest worden naar geschikte kandidaten. Nu hebben

we basisregels afgesproken die vertrouwen en gunnen

centraal stellen. We kijken dus per keer wat het beste is.

Als een leidinggevende zegt, dit móét echt extern, gaan

medewerkers daar niet voorliggen. En als medewerkers een

goede interne kandidaat weten, gaat de leidinggevende daar

gewoon mee praten.”

Nieuwe gezichten

De kwaliteit van de besluitvorming is dus toegenomen door

de nieuwe manier van medezeggenschap. Maar dat is niet

het enige voordeel. “Het werkt als een olievlek. Er zijn nu

veel meer mensen bij betrokken. Ik werk nu twintig jaar voor

de gemeente Almere en ontmoet nu mensen in de OR of

Eric Edens:

“Het woord ambtelijk secretaris

klinkt helemaal niet goed”

Columbusteams die ik hiervoor nog nooit gezien had.”

Open eindjes zijn er ook nog. “We hebben ook als kern-

begrippen zichtbaar, vindbaar en betrouwbaar. En dat is

lastiger op het moment dat je de medezeggenschap anders

inricht. Want wie zitten er nu precies in die medezeggen-

schap? Alleen de gekozen mensen? Of ook mensen in de

tijdelijke teams? En waar moet een besluit genomen worden,

zodat het officieel is? En waar kun je dat besluit en de over-

wegingen erbij vervolgens terugvinden? Daar gaan we de

komende tijd mee aan de slag.”

Hart voor de zaak

In Almere is de medezeggenschap nieuwe stijl een succes.

Vraag is wel wat daarvoor nodig is. “Eigenlijk vier dingen.

Allereerst een gemeentesecretaris of iemand anders hoog in

de organisatie die hart heeft voor medezeggenschap en die

de urgentie ervan inziet. Bij ons was dat zeker het geval. Onze

gemeentesecretaris gaf laatst nog aan dat ze vroeger voor

een verandering met de or vaak dacht: hoe zal het gaan? Waar

zullen ze mee komen? En nu heeft ze er zin in. Daarnaast is

zo’n belevingsonderzoek heel goed en is het heel nuttig om

met elkaar af te spreken wat we willen bereiken. Ik kon tijdens

het traject steeds zeggen: jongens dit is niet wat ík wil, maar

wat jullie zelf hebben aangegeven. Bovendien is het voor het

slagen belangrijk dat er iemand is met een rol zoals de mijne.

Iemand die als katalysator kan werken en die voor consistentie

in de aandacht voor het onderwerp kan zorgen. Ten slotte is

zo’n kenniscentrum goed. De medewerkers leggen concreet

de verbindingen. We zien dat bestuurders daar steeds

gemakkelijker aankloppen met vragen zoals ‘hoe kunnen we

de medezeggenschap goed inrichten voor dit vraagstuk’ of ‘hoe

hebben andere afdelingen het geregeld met opleidingen?’ Zo

wordt kennis en inspiratie gedeeld. En dat is geweldig.” <

Op 26 maart 2014 hebben de landelijke OR-verkiezingen

weer plaatsgevonden. Het A+O fonds Gemeenten deed

onderzoek naar de gang van zaken bij en rond de

(kandidaatstelling van de) landelijke OR-verkiezingen.

En we vergelijken deze resultaten met de resultaten van

de eerdere landelijke verkiezingen. Opvallend: De rol die

OR’en op zich nemen verandert sterk. Lees het rapport.

Decentralisaties

Servicepunt71/HRM ondersteunt bij veranderende eisen aanambtenaren

Door: Martine van Dijk A+O fonds Gemeenten / Fotografie: Kees Winkelman

Net zoals bij alle gemeenten, raken de decentralisaties

ook Servicepunt71 als shared service center voor de

gezamenlijke bedrijfsvoering van de gemeenten Leiden,

Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. De service-

eenheid HRM zet zich in binnen de vier gemeenten en

adviseert hen waar dat nodig is. Onder andere over de

gevolgen voor personeel en organisatie bij invoering van

de decentralisaties. Maar om goed advies te geven moet je

wel weten waar het om draait en samenwerken met andere

collega’s. Servicepunt71 doet dit door bewustwording,

verdieping en verbreding van kennis op het gebied van

decentralisaties.

Servicepunt71 is een organisatie die vanaf 1 januari 2012 de

bedrijfsvoeringsonderdelen Inkoop, Financiën, HRM, ICT,

Facilitaire Zaken en Juridische Zaken van bovengenoemde

gemeenten onder zijn hoede heeft. Kathleen Wong, senior

HRM-adviseur en Iole Elderhorst, opleidingsadviseur,

houden zich dagelijks bezig met HRM-zaken voor de

aangesloten gemeenten. Samen met hun collega Debbie

Helaha, senior beleidsadviseur, hebben zij de hoofden bij

elkaar gestoken en nagedacht over het verbeteren van de

dienstverlening op het gebied van veranderende organisaties.

Dit heeft geleid tot een proces, waarbij samenwerking het

sleutelwoord is. Samenwerking binnen de eigen organisatie

en vooral samenwerking met de managers van de

gemeenten. Door bewust te worden van wat de veranderende

overheid onder andere vanwege de decentralisaties voor

invloed heeft op de gemeentelijke organisatie, de mensen die

in deze organisaties werken en zich hierin te verdiepen, kan

er beter geanticipeerd worden op de vraag van gemeenten.

Collega’s vinden elkaar sneller.

Bewustwording, verdieping en verbreding

Het idee ontstond doordat Iole Elderhorst betrokken werd

bij het scholingsprogramma van een van de gemeenten.

Zij stelt daarbij altijd de vragen waar je naartoe wilt,

waarom je dat wil en wat je wil bereiken. “In het geval van

de decentralisaties vroeg ik mij af of scholing nu de enige

oplossing is om medewerkers klaar te maken voor deze

verandering. Om gemeenten goed te kunnen adviseren, is

het belangrijk dat we weten wat er speelt en wat er op ze

af gaat komen. Daarnaast moeten we ons dan ook afvragen

wat dat voor ons als HRM-afdeling betekent en welke rol we

hierin kunnen spelen”, zegt Iole. Volgens beiden gaat het

hier niet om de zoveelste reorganisatie, zoals weleens wordt

gesuggereerd. Kathleen Wong: “Bij de huidige veranderingen

zoals de decentralisaties is er geen eenduidig antwoord of

juiste oplossing. Ook wij hebben dat antwoord of die perfecte

oplossing dus niet. Dat betekent dat er ook geen concreet

eindpunt is waar naartoe gewerkt kan worden.” Bij HRM van

Servicepunt71 is er voor de aanpak binnen de organisatie

gekozen voor een drieluik: bewustwording, verbreding en

verdieping van onze eigen HRM-mensen om die manager

beter te kunnen ondersteunen. “Er is van tevoren geen

vaste route uitgestippeld. Na elke HRM-themabijeenkomst

gaan we op zoek naar welk vervolg daar het beste bij past.

Van A naar Beter. Om bewustwording te creëren hebben

we, naast informatie over wat de verandering nu precies

is en wat de invoering van de decentralisaties betekent,

een leidinggevende uitgenodigd om de vraag vanuit zijn

perspectief helder te krijgen.” Aan de vervolgstappen

wordt momenteel hard gewerkt, de fase van verdiepen

is nu aangebroken. “Een collega die zich bezighoudt met

organisatieadvies is casussen aan het voorbereiden die we

Kathleen Wong

Kathleen Wong:

“Bij de huidige decentralisaties is er

geen eenduidig antwoord waar we

naar op zoek zijn.”

met onze afdeling gaan behandelen. Je kunt het zien als een

soort intervisie in het groot. Met dertig collega’s behandelen

we de casussen in verschillende werkvormen, waardoor

iedereen er wat aan heeft. Er ontstaat op deze manier een

geheel nieuwe werkwijze: kennis delen en daardoor wijzer

worden van elkaar en als organisatie sterker worden. Geloof

in je eigen kracht.”

Geen vast eindpunt

Na de tweede sessie, bekijken Debbie, Iole en Kathleen hoe

de derde sessie eruit komt te zien. Dit heeft te maken met

het feit dat er geen vast eindpunt in zicht is als het gaat om

bijvoorbeeld de decentralisaties. Kathleen Wong: “We gaan

kijken hoe het er op dat moment voorstaat. Er zijn steeds

weer nieuwe veranderingen gaande die de route kunnen

wijzigen.” Iole Elderhorst sluit hier volledig bij aan: “Ik heb in

de afgelopen tien jaar dat ik voor gemeenten werk nog nooit

zo’n grote verandering gezien. Het is een organisch proces,

waarbij men zich blijft ontwikkelen. Dat is ook niet erg,

het is juist interessant. We moeten alert blijven en kritisch

blijven kijken naar al deze ontwikkelingen en onszelf blijven

afvragen wat ons onderscheidt van ieder ander willekeurig

adviesbureau.” Het onderscheid is voor Servicepunt71

duidelijk: ”We hebben enorm veel deskundigheid in huis,

specifiek op het gebied van gemeenten. Door deze kennis

te bundelen staan we samen sterker en kunnen we

anticiperen op de vraag van gemeenten. We hebben een

helikopterview en kunnen verbanden leggen. Tijdens de

themabijeenkomsten willen we ons hierop focussen. Hoe

achterhalen we nog beter de vraag van de leidinggevende?”

Niet alleen voor Servicepunt71 is er geen concreet

eindpunt, gemeenten lopen hier net zo goed tegenaan. Iole:

“Leidinggevenden zijn bezig met het bouwen van een brug,

waarvan nog niet duidelijk is waar deze naartoe gaat. Zij

lopen er overheen, terwijl zij hem nog aan het bouwen zijn.

Daar willen wij bij helpen, kijken waar we al wel in kunnen

adviseren, kunnen voorsorteren.”

Het geheim van samenwerken

Door te inventariseren en kennis te delen, wordt

samenwerking gestimuleerd. “Iole is een kei in

opleidingsadvies, ik op het gebied van HRM, een ander

weer in WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning)”, zegt

Kathleen. “Door op de hoogte te zijn van elkaars expertise,

kun je elkaar om hulp vragen en inzetten waar nodig. Je

weet wie je moet benaderen, zoekt elkaar op en stimuleert

elkaar. Dat vind ik heel belangrijk.” Dit is terug te zien op de

afdeling, waar steeds meer mini-brainstorms en overleggen

ontstaan: “Het moet een second nature gaan worden.

Collega’s zoeken elkaar op en geven aan dat ze het heel fijn

vinden om steeds meer samen te werken. Een organisatie

heeft meer invloed bij nauwe samenwerking en kan

adequater reageren op ontwikkelingen en vragen vanuit het

werkveld. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht in plaats

van te wachten op de opdrachten die het management geeft.

Je kunt het ook wel vergelijken met overheidsparticipatie:

Burgers nemen steeds meer initiatieven, het komt op een

andere plek te liggen. Als het een goed initiatief is, wordt het

gesteund, zo merkten we bij ons initiatief.”

Lole Elderhorst

Iole Elderhorst:

“Leidinggevenden zijn bezig met het

bouwen van een brug, waarvan nog

niet duidelijk is waar deze naartoe

gaat. Zij lopen er overheen, terwijl zij

hem nog aan het bouwen zijn.”

Resultaat

Een resultaat is lastig te benoemen, omdat het een continue

lopend proces is. Toch kan er op twee verschillende vlakken

verandering geconstateerd worden, bij de eigen organisatie

en bij gemeenten.

“Collega’s geven duidelijk aan dat ze al veel meer inzicht

hebben in de andere eisen aan medewerkers bij de

gemeenten als gevolg van onder andere de decentralisaties

en wat het betekent. Doordat iedereen ermee bezig is,

houdt men elkaar op de hoogte en wordt je gestimuleerd

en geïnspireerd”, zegt Iole. Bij gemeenten komt het

proces ook op gang, zij zullen ten slotte eind 2014 voor de

decentralisaties iets aantoonbaars moeten kunnen laten

zien. “Steeds meer zijn gemeenten aan het nadenken over

ontwikkeling en opleiding, welke stappen ze al kunnen

nemen. Wij krijgen hier positieve reacties op.” Voor de

eigen organisatie hebben Kathleen en Iole ook een mooi

toekomstbeeld voor ogen: ”Het creëren van een eigen

transitie die zorgt voor een continue stroom van sterker

worden in je vak en elkaar opzoeken. Want samen sta je

sterker.” <

Door: Plony van Veldhoven - A+O fonds Gemeenten / Fotografie: Kees Winkelman

Durf te dromen in Den HelderEen Ontwikkelmarkt waar de ILB-cheques als warme broodjes over de toonbank gaan

‘Collega’s grijp je kans’, ‘Vaar je eigen koers’, ‘Ga het gewoon

doen!’ Op meer dan levensgrote posters roepen Helderse

gemeenteambtenaren hun collega’s op om in beweging te

komen. En om de Ontwikkelmarkt aan te doen die een week

lang de raadszaal van Den Helder vult. Van het resultaat

onder aan de streep had niemand ‘durven dromen’: 91%

van de medewerkers verzilvert twee jaar ILB-tegoed bij de

aanbieders op de markt. Wij spreken met hoofd P&O Nicole

van der Steen en hoofd bedrijfsvoering Marjan van Dam.

Van onbekend naar bemind

Ontwikkeling stimuleren om mobiliteit te bevorderen én

recht doen aan het Individueel Loopbaanbudget (ILB), dat is

de insteek voor de Ontwikkelmarkt. Met toestemming van

de directie om tijdens die markt twee jaar ILB-recht á raison

van 1.000 euro in één keer in te wisselen voor persoonlijke

ontwikkeling. Vooraf weet niemand hoe die Helderse

Ontwikkelmarkt aan gaat slaan. Tegen de feiten in leeft bij

veel medewerkers de gedachte ‘een opleiding volgen, daar

is toch nooit geld voor’. Die beeldvorming zit vast en zo blijft

ook het ILB onbekend en onbemind. Extra reden voor Den

Helder om stevig in te zetten.

“Want mobiliteit is voor ons

een groot goed,” zegt directeur

bedrijfsvoering Marjan van Dam.

“De Helder Academie was er al

maar we wilden meer. Juist in

deze tijd van bezuiniging helpt

mobiliteit gedwongen ontslagen te

voorkomen. En dat is Den Helder

tot nog toe gelukt.” Marjan verklaart

het met gepaste trots en vult aan: “Wat mij betreft is er één

budget waarvan ik het minder erg vind als het overschreden

wordt, en dat is het opleidingsbudget.”

Het beginpunt van de Ontwikkelmarkt is P&O: die zoekt

naar een aansprekende manier om mensen enthousiast

te maken voor ontwikkeling. Al snel zijn ook directie

en wethouder aangesloten. Teamleiders adopteren het

onderwerp en via enthousiasme breidt de olievlek zich

steeds verder uit. Het idee van een Helderse Ontwikkelmarkt

krijgt vorm. De communicatieafdeling maakt posters met

HelderAcademie HelderAcademie

Ontwikkelmarkt28 januari t/m 3 februari

12.00 tot 14.00 uur raadzaal

Collega’s grijp je kans

slogans waarbij medewerkers hun collega’s oproepen.

Buitendienstmedewerkers timmeren stellages en toveren

al doende de tafels in de raadszaal om tot kraampjes. Het

aanbod op de markt groeit al brainstormend. Medewerkers

ontvangen een uitnodigingsbrief met twee opleidingscheques

á 500 euro en een programmaboekje met het totaalaanbod.

Helderse ambtenaren maken filmpjes over hun eigen

ontwikkeling om op de Ontwikkelmarkt te tonen. De bodes

leggen de rode loper uit. Brede betrokkenheid in het samen

organiseren, creëert draagvlak. De hele organisatie komt ‘in

the mood’ om iets aan zijn of haar ontwikkeling te gaan doen.

Van cursus snellezen en E-learning tot Grijs-Goud (voor 50+)

Op de Ontwikkelmarkt verkopen de verschillende opleiders

en aanbieders letterlijk hun waar. Ze zijn door de gemeente

opgepord om dit op een ludieke manier te doen. De markt

is zo een ‘echte’ markt, inclusief hotdogs! Bezoekers

kunnen op een laagdrempelige manier het diverse aanbod

vergelijken. Alles gericht op de persoonlijke belangen

van medewerkers. Dat verklaart misschien ook het grote

succes: medewerkers voelen zich gezien. Het marktaanbod

Marjan van Dam

Hoofd bedrijfsvoering Marjan van Dam:

“Er is wat mij betreft één budget

waarvan ik het minder erg vind als

het overschreden wordt, en dat is het

opleidingsbudget.”

is gegroepeerd rond vijf thema’s: persoonlijke groei; leren

van elkaar; kennisverwerving; gezondheid en welzijn;

test jezelf. Zo kunnen medewerkers zich aanmelden voor

een cursus snellezen, timemanagement of mindfulness.

Maar ook bestuurskunde, E-learning, schrijfcursussen,

een stoelmassage om te ontstressen of een podoloog voor

intensief ingezette voeten van de buitendienstmedewerkers.

Het moet wel gek gaan wil je niets van je gading vinden.

En wat ook helpt: medewerkers kunnen zonder de leiding-

gevende te moeten raadplegen zelf besluiten hoe ze de twee

vouchers besteden. De opkomst verrast iedereen. Vijf dagen

lang is het een geanimeerde drukte in de raadzaal. Zelfs op

de anders zo rustige vrijdag. “Er zijn collega’s die de ene

dag komen snuffelen en de volgende dag terugkeren om

hun keuze te maken. Er waren heel veel ontmoetingen op

de markt. Collega’s die elkaar enthousiast maken,” vertelt

hoofd P&O Nicole van der Steen. “Je hoorde medewerkers

elkaar adviseren: ‘kijk, die cursus is echt iets voor jou.’ Of: ‘jij

kunt toch veel beter die cursus gaan volgen. Dat vind ik veel

meer bij je passen.’”

Nicole van der Steen

Hoofd P&O Nicole van der Steen:

“Je hoorde medewerkers

elkaar adviseren:

‘kijk, die cursus is echt

iets voor jou.’”

Input voor de vlootschouw

In totaal levert 91% van de medewerkers hun vouchers

in. Dat is 9/10 van het personeel dat zich in vijf dagen tijd

inschrijft voor een of meerdere cursussen of opleidingen.

Je kunt dus wel zeggen dat de ambtenaren van Den Helder

massaal in de ‘leerstand’ staan. Waarmee de Ontwikkelmarkt

voor een gedachtenswitch van 180 graden zorgt. “Vooral

de E-learning scoort goed, met 200 medewerkers

die een leertraject starten. Dat past helemaal bij

de zelfregie en de eigen verantwoordelijkheid voor

ontwikkeling die wij voorstaan,” concluderen Marjan

en Nicole.

“We hebben de markt

gefinancierd vanuit het

opleidings-budget. Op één

na brachten alle bureaus hun

waar kosteloos aan de man,”

aldus hoofd P&O Nicole. Met

alle aanbieders is onderhandeld

over het aangebodene: wat

staat er tegenover één voucher?

Alle bureaus trekken klandizie op de markt en zijn ook

gecharmeerd van de sfeer op de markt. “De keuzes die

mensen hebben gemaakt geven inzicht in ontwikkel-

interesses en –behoeften. Dat levert ook mooie gegevens op

voor de komende vlootschouw.”

Verrassende bijvangst

De grootste verrassing is de bijvangst vanuit de

Ontwikkel-markt. Naast dat heel veel collega’s rond

deze markt met elkaar samenwerkten, en er zodoende

andere dwarsver-banden ontstaan, komen links en

rechts ook niet vermoedde kwaliteiten van medewerkers

naar boven. Voor één iemand resulteert dat nu daadwerkelijk

in andere klussen, zijn competenties worden daardoor

beter aangesproken. “Van tevoren weet je niet waar je

aan begint. Maar de markt heeft een ongekende swung

gegeven aan de gemeentelijke organisatie en dat gaat nog

steeds door. De eerste certificaten zijn behaald. Op intranet

schrijven mensen ervaringsverhalen, over de opleidingen

en cursussen die ze volgen. Zo blijft ‘ontwikkeling’ levend.

We hebben een oproep gedaan in de organisatie: wie vindt

Film

pje ontwikkelmarkt

>

HelderAcademie HelderAcademie

Ontwikkelmarkt28 januari t/m 3 februari12.00 tot 14.00 uur raadzaal

Ga het gewoon doen

het leuk om ontwikkelingen en cultuurveranderingen

binnen de gemeente in beeld te brengen? Die waren er

genoeg, nu hebben we een film crew van vrijwilligers. Het

medewerkerstevredenheidsonderzoek een tijdje na de

markt, liet een veel hogere respons zien dan anders,” somt

Van der Steen op. “Er is maar één ding wat we een volgende

keer anders zouden doen: zorgen dat we na afloop beter

voorbereid zijn om alle opleidingen en cursussen te

verwerken. Want je wilt dat iedereen

zo snel mogelijk kan starten.” Ja, soms

word je als organisatie verrast door je

eigen succes. <

Tips voor het organiseren van een ontwikkelmarkt Zorg dat je voldoende verandercapaciteit in huis hebt.

Zorg voor commitment over inzet van het ILB.

Maak er een uitwaaierende olievlek van: te beginnen

met een paar enthousiaste medestanders.

Betrek zoveel mogelijk afdelingen bij de organisatie en

regel zoveel mogelijk intern.

Zet flink in op communicatie vooraf.

Onderhandel met alle aanbiedende partijen over hun

aanbod.

Creëer vooral ook de fysieke ontmoeting.

Denk van tevoren ook na over de afwikkeling van de

markt.

Ontwikkelmarkt28 januari t/m 3 februari

12.00 tot 14.00 uur raadzaal

HelderAcademie HelderAcademie

Durf te dromen

Programma

Instroom van jongeren door flexibele inzet met 3-2-1-Co!

Door: Martine van Dijk A+O fonds Gemeenten/ Fotografie: Kees Winkelman

Op 8 mei 2014 gingen tien ideehouders tijdens de 3-2-1-Co!

Stampij!fabriek de strijd aan voor het meest innovatief idee.

De jury koos de vijf beste ideeën, maar er kan natuurlijk maar

één de winnaar zijn. Deze eer ging naar de gemeente Alkmaar.

Hun idee is om gemeenten aantrekkelijk te maken voor

jongeren door dubbele banen te faciliteren. De jury ziet het

belang ervan in: “Jongeren zijn belangrijk in een organisatie.

Daarnaast zorgen meerdere banen voor verschillende

contexten en leerervaringen, waardoor een medewerker breed

inzetbaar wordt.” Het A+O fonds Gemeenten spreekt idee

indiener Juul Pronk na de overwinning.

Het idee

Juul Pronk, beleidsadviseur Werk en Inkomen, is niet

dagelijks bezig met HRM-beleid. Het idee is dan ook ontstaan

vanuit een heel ander perspectief: “Mijn partner dagdroomt

elke zomer weer van het werken in een strandtent. Waarom

niet gewoon doen, dacht ik? Zelf zou ik ook wel weer eens een

tijdje in de horeca willen werken. Lekker fysiek bezig zijn, een

gezellige omgeving met dagelijks zichtbaar resultaat. Maar

dan naast mijn huidige functie omdat ik het erg naar mijn Juul Pronk

zin heb. Of een periode parttime op een heel ander (beleids)

terrein in een andere organisatie werken.” Dit heeft zij

vertaald naar een uitvoerbaar idee voor gemeenten, namelijk

het faciliteren en activeren van dubbele banen: “Jongeren

(de toekomstige medewerkers) zijn meer gewend om zich in

te zetten voor verschillende functies en vinden dit ook leuk.

Ook blijkt dat zo’n 30% van de medewerkers die momenteel

al in dienst is, graag een switch maakt. In deze tijd van

keuzevrijheid en flexibilisering van de arbeidsmarkt, zou het

daarom logisch zijn om de standaard van één baan bij één

werkgever los te laten. Er zijn natuurlijk al medewerkers met

meerdere opdrachtgevers, zoals ZZP’ers, maar dit beperkt

zich tot een kleine groep. Met dit idee zou het voor een grotere

groep toegankelijker worden.” Een idee met de nodige beren

op de weg, zoals vaak het geval is bij veranderingen. Beren

die tijdens de 3-2-1Co! Stampij!fabriek benoemd en opgelost

worden.

Energie en inspiratie tijdens 3-2-1-Co! Stampijfabriek

De dag wordt geopend door gemeentesecretaris Loes Bakker

van de gemeente Gouda. De raadzaal van het Huis van de

Stad te Gouda is voor vandaag de plek waar alles afspeelt.

Mevrouw Bakker benadrukt het belang van vernieuwing in een

tijd van verandering. De sleutel tot een succesvol resultaat

is volgens haar het inspireren van de organisatie om jouw

idee uitvoerbaar te maken. Zorg voor een concreet plan wat

uitvoerbaar is en duidelijk aangeeft wat het doel is, dat is

de boodschap. De jury sluit zich hierbij aan. Het idee moet

daarnaast overdraagbaar zijn naar andere organisaties, zodat

iedereen ermee aan de slag kan.

Tijdens de tafelsessies bij de Stampijfabriek worden de

verschillende ideeën verhelderd en verrijkt. Wat is er goed aan

het idee? Wat zijn de obstakels? Welke oplossingen kunnen we

hiervoor bedenken? Onder leiding van tien Ynnovators gaan de

tien kandidaten aan de slag. Aan de tafel van Juul Pronk luidt

de vraag: Wat is er goed aan het idee? De Post-Its worden

vliegensvlug opgeplakt:

Nieuwe energie, flexibiliteit, kennisuitwisseling, norm

doorbrekend, vrijheid, aantrekkelijk werkgeverschap…

Genoeg stof om te komen tot een pitch, die de jury: Bram

Steijn (Erasmus University Rotterdam), Jeroen Pepers (A+O

fonds Gemeenten), Gerharda Tamminga (Gemeente Oude

IJsselstreek), Lida Veringmeijer (Gemeente Rotterdam) en

Marjolijn Sonnema (Ministerie VWS), moet overtuigen van het

innovatieve karakter en uitvoerbaarheid van dit initiatief.

Innovatief of gewoon doen?

3-2-1-Co! is op zoek naar innovatieve projecten. Maar wat

is er nu innovatief aan dit idee? En als iemand twee banen

wil combineren, wat houdt hem dan tegen? Waarom niet

gewoon doen? Juul Pronk beaamt dat: “Het is niet zozeer

dat het nu niet kan, maar soms is het ook de onwetendheid:

Kan ik parttime een externe klus doen, zonder mijn baan

kwijt te raken? Hoe zit het met de belastingdienst? Ben

ik wel verzekerd? We willen medewerkers handvatten

bieden. En het netwerk benutten. Daarnaast moet je een

organisatie er praktisch op inrichten, zoals bijvoorbeeld de

salarisadministratie. De mogelijkheid om de medewerker

te vervangen is voor managers natuurlijk relevant.” Wat

voor voordeel zie je voor de organisatie? “De talenten van

werknemers worden optimaal benut door ze ruimte te geven

om zich in te zetten daar waar ze goed in zijn. Zo ontstaan

er flexibele, frisse en breder inzetbare medewerkers.

De organisatie is aantrekkelijker en het is voor jongeren

Juul Pronk: “30% van de

medewerkers die momenteel al

in dienst is, zou graag een switch

maken”

interessant om op meerdere fronten ervaring op te doen. Het

creëert meer ruimte en vrijheid voor beiden.” Juul Pronk

heeft een duidelijk beeld van wat het idee teweegbrengt in

de toekomst en geeft een mooi voorbeeld van hoe het zou

kunnen: “Wat belangrijk is, is dat een dienstverlener en

manager dezelfde taal spreken om het beste resultaat te

leveren. Waarom voert een manager niet een opdracht uit

op de werkvloer om zelf te ervaren hoe het er aan toegaat?

Dit gaat verder dan een dagje meelopen. Een kennis stelde

dat zijn werkervaring op de beurs en zijn zelfstandig

ondernemerschap hem een betere docent economie hebben

gemaakt. Als een organisatie er meer op ingericht is, kan een

dergelijke verbreding makkelijker tot stand komen”

De toekomst

Samen met het A+O fonds Gemeenten en TNO gaat Juul

Pronk, net als de andere vier ideehouders, aan de slag om

haar idee uit te werken tot een realiseerbaar en uitvoerbaar

projectplan. “Ik zie uit naar de samenwerking met TNO.

Waar ik zelf vooral behoefte aan heb, is de verrijking met

onderzoeksgegevens, zodat de onderbouwing sterker

wordt. Ook veldonderzoek binnen de sector, want er zijn

natuurlijk al heel veel HR instrumenten op het gebied van

mobiliteit. Hoe voegt dit idee waarde toe? Verder staan de

praktische zaken centraal voor het uitrollen van het plan,

zoals belasting, pensioenen, verzekering, etc.”, zegt Pronk.

Ze heeft een duidelijke missie, maar vindt het misschien

nog wel belangrijker dat men een positief gevoel krijgt bij dit

concept: “Een collega belde mij wild enthousiast na de eerste

publicatie. Toevallig is zij net gevraagd om deze zomer in de

keuken op strandtent Rembrandt Aan Zee te werken, en daar

haar specialiteit te maken: Kaat’s curry. Ze zocht naar een

manier om dit te regelen, en daarbij commitment te krijgen

van haar leidinggevende. Het gevoel van vrijheid trok haar over

de streep. Ze vertelde precies de hobbels waar ze tegenaan

liep die wij juist boven water willen halen. ”

Waarom 3-2-1-Co!?

Dat 3-2-1-Co! voor haar iets extra’s heeft gedaan, wordt

duidelijk uit haar verhaal : “Ik denk dat mijn idee anders bij

borrelpraat was gebleven. Via 3-2-1-Co! krijg ik de kans om

dit idee tot een concreet plan uit te laten werken.” Niet alleen

het krijgen van de kans is voor Juul Pronk een meerwaarde,

ook Ynnovate heeft hieraan bijgedragen: “Door met Ynnovators

aan de slag te gaan, ga je op een hele ander manier denken

en kijken. Heel erg inspirerend en knap dat ze via andere

invalshoeken het idee hebben kunnen verrijken!”

Naast het idee van Pronk, worden ook de ideeën van Karin

van Poelgeest (Den Haag), Aad Verkleij (Amsterdam-West),

Joyce Bergmans (Oss) en Anneke van Londen (Leusden)

door TNO ondersteund. Naast het helpen bij het maken van

een concreet plan, zal TNO ook inhoudelijk een bijdrage

leveren aan de verschillende initiatieven om zo tot een

succesvol en subsidiabel projectplan te komen. De Innovatieve

Projectenregeling van het A+O fonds Gemeenten kan

hiervoor gebruikt worden. Het A+O fonds ondersteunt met

deze regeling gemeentelijke organisaties financieel bij de

uitvoering van innovatieve projecten. De vijf ideeën die niet

gewonnen hebben, krijgen ondersteuning vanuit het A+O fonds

Gemeenten. <

Juul Pronk:

“Het is niet zozeer dat een dubbele

baan nu niet kan, maar soms is het

ook gewoon onwetendheid”

Wie?

Aad Verkleij (Stadsdeel

Amsterdam-West)

Wat?

Stimulans voor

medewerkers in de

Buitendienst.

Stadsdeel Amsterdam West is ervan overtuigd dat buiten-

dienstmedewerkers meer gebaat zijn bij loopbaaninterventies

op basis van activiteit en wil daarom een realistisch, fysiek,

werkervarings- en assessmentinstrument voor medewerkers

ontwikkelen. Het idee brengt beweging in de buitendienst,

koppelt te ontwikkelen potentieel van buitendienstmede-

werkers aan realistische perspectieven op de arbeidsmarkt

en deze aanpak stimuleert de intersectorale mobiliteit. Denk

bijvoorbeeld aan een circuit, waarbij verschillende actieve

opdrachten aan bod komen. Per medewerker wordt een

rapport uitgedraaid waar hij goed in is en wat hij daarmee

kan doen.

Wat hoop je te bereiken?

“Dat het voor medewerkers van buitendiensten makkelijker

en aantrekkelijker wordt om zich te oriënteren op kansrijke

functies buiten de gemeente, bv. in de techniek. Als zij

uitgedaagd kunnen worden om hun affiniteit en potentieel

met bepaalde soorten werk te laten zien, zijn ze hopelijk

ook beter te motiveren om een ontwikkelings- of opleidings-

traject in te gaan.“

Meerwaarde 3-2-1-Co!

“Zonder de uitdaging van 3-2-1-Co! zou mijn idee nog

ergens in mijn hoofd zitten. Wel zou ik het met verschil-

lende externe partners besproken hebben, want daar was

ik toch al aan begonnen. Maar deze wedstrijd maakte het

makkelijker om het idee op ‘papier’ te zetten en zo een stap

verder te gaan in de concretisering. De Stampijfabriek heeft

me veel opgeleverd om verder mee aan de slag te gaan in de

uitwerking van het idee.” <

IDEE 2

Wie?

Joyce Bergmans

(Gemeente Oss)

Wat?

Omgaan met snelle

ontwikkelingen

Gemeente Oss gaat op zoek naar het geen dat nog niet is

gevonden. Experimenteel of juist zeer innovatief? Vooraf

niet weten wat het resultaat gaat zijn. Oss kiest met

hun idee voor een nieuwe manier van het aanbieden van

trainingen, sessies en cursussen. Dit doen ze door het

aanbieden van experimentele sessies die de medewerkers

buiten de gebaande paden stuurt en inspireert, vernieuwd

en innoveert. Sessies die zorgen voor een andere mindset,

waardoor medewerkers snel om kunnen gaan met

veranderingen, veerkrachtig worden in hun werk en betere

resultaten leveren. Op deze wijze kunnen gemeenten

beter omgaan met de snelle ontwikkelingen en een

toekomstbestendige organisatie zijn, blijven of worden.

Wat hoop je te bereiken?

“Met het idee hopen wij een kleine stap naar een andere

mindset van ambtenaren te bereiken. Het voeden van een

nieuwe houding en gedrag wat ervoor zorgt dat ambtenaren

veerkrachtig zijn en kunnen anticiperen op toekomstige

ontwikkelingen.”

Meerwaarde 3-2-1-Co!

“De meerwaarde is voor mij de inspiratie die de dag en

het gehele traject ons gebracht hebben. Daarnaast ben ik

zeer enthousiast over het voornemen om de top 5 in een

leernetwerk te zetten. Dit zorgt voor veel kruisbestuiving en

het leren van elkaar. Ik kijk ernaar uit!” <

IDEE 3

Wie?

Anneke van Londen

(Gemeente Leusden)

Wat?

Leidinggevenden in

beweging

De mobiliteit binnen gemeenten is relatief laag. Gemeente

Leusden wil dat leidinggevenden commitment tonen aan

beweging en mobiliteit door zelf het ‘goede’ voorbeeld te

geven. Het idee van gemeente Leusden betreft een functie-

uitwisseling binnen diverse regio’s voor leidinggevenden.

Voor een periode van langer dan drie maanden en korter dan

één jaar, verrichten zij (dezelfde) werkzaamheden binnen een

buurgemeente. Op deze manier wordt er concreet gewerkt

aan inzetbaarheid en innovatie en wordt de vitaliteit van de

organisatie behouden. Bekijk het filmpje.

Wat hoop je te bereiken?

“Als strategisch adviseur Regionale Samenwerking hoop

ik te bereiken dat er meer beweging plaatsvindt onderling

bij buurgemeenten. Het is drempelverlagend als je een

collega leidinggevende van buurgemeenten persoonlijk

kent om afspraken te maken over het tijdelijke ruilen van

functies, door gezamenlijke bijeenkomsten te organiseren

over inzetbaarheid, innovatie en vitaliteit. Daarnaast willen

we een meerdaagse cursus ontwikkelen: ‘Leidinggevende in

beweging brengt organisatie in beweging’. Zo creëer je een

veilige omgeving in organisaties en voor medewerkers.“

Meerwaarde 3-2-1-Co!

“Door de stampijverkiezingen te benutten voor de com-

municatie, heeft het idee landelijke bekendheid gekregen. De

toegevoegde waarde is vooral het gezamenlijk belang om een

goed idee te concretiseren en uit te voeren binnen de sector

gemeenten. Dit vraagt een langdurige investering en binding

met het thema zowel in capaciteit als intrinsieke motivatie

om het beoogde resultaat te behalen.” <

IDEE 4

Wie?

Karin van Poelgeest

(Gemeente Den Haag)

Wat?

Vrijwillige mobiliteit: Vanuit

gemeente naar de techniek

De techniek sector (klein metaal) staat voor een uitdaging.

Waar deze sector nieuwe medewerkers zoekt, hebben

gemeenten een krimpopgave. De gemeente Den Haag

wil daarom ambtenaren begeleiden naar een baan in de

techniek. Dit idee gaat uit van de kracht van de medewerker.

Alleen de best geselecteerde en passende medewerkers

komen in aanmerking voor een traject. Door vrijwillige

medewerkers te zoeken, zorg je voor een flexibele

organisatie, waarbij loopbaanperspectief wordt geboden.

Door samenwerking met meerdere gemeenten, zorgt

dit ook voor versterking van de onderlinge relatie tussen

gemeenten.

Wat hoop je te bereiken?

“Ik hoop dat TNO inbreng kan hebben door met mij samen

na te gaan hoe het project van een pilot tot een groter project

kan groeien zonder dat het megalomaan wordt.”

Meerwaarde 3-2-1-Co!

“Ik vond het erg prettig om samen het idee verder uit te

kunnen werken en denkkracht om mij heen te hebben

gekregen met collega’s en Ynnovate.” <

IDEE 5

Starters

Nog niet zo lang geleden stond ik in hun schoenen. De

afstudeerders. De starters. De young potentials. De

instromers. In 2007 bemachtigde ik een stageplaats

bij een gerenommeerd adviesbureau. Daar kon ik mijn

afstudeeronderzoek uitvoeren en ondertussen mooi de sfeer

proeven van het werkzame leven als bestuurskundige. Al

tijdens mijn stage kon ik er parttime aan de slag. En nog voor

ik mijn bull officieel in handen had, was ik ‘junior adviseur’.

Bij studiegenoten verliep het niet heel anders. Veel werden

trainee. Of net als ik consultant. Het was de tijd dat

werkgevers om het hardst liepen om jong talent binnen te

halen. Met goede arbeidsvoorwaarden, mooie ontwikkel-

programma’s en de garantie op een vaste aanstelling, bij

gebleken geschiktheid. De tijd dat carrièrebeurzen een

speciale congreshal inrichtten met stands van gemeenten,

provincies, ministeries en overheidsdiensten. De tijd ook met

reclameboodschappen op radio en televisie, die opriepen

om te komen werken bij het Rijk. Want nieuw en vooral veel

talent was nodig om de aankomende vergrijzing op te vangen

en de overheid nieuw elan te geven. Hoe anders is het nu.

De in- en doorstroom binnen de overheid is gestagneerd.

Rapporten als ‘De grote uittocht’ van het ministerie van BZK

– en zeker de ‘herziene’ editie van vorig jaar – gaven ons al

De instroom van jongeren binnen gemeenten is zeer laag. Met het uitkomen van de Personeels-

monitor 2013 wordt dit nog eens bevestigd. Het A+O fonds Gemeenten maakt zich hard voor

meer jongeren in de sector. Zo ondersteunen we onder andere de Jonge Ambtenaar van het

Jaar verkiezing. Om het item ‘jongeren’ op de agenda te zetten en te houden komen in 2014 de

finalisten van de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2013 aan het woord. We trappen deze

serie af met Maarten Sinnema, directie- en bestuursadviseur bij de Gemeente Diemen. Hij geeft

zijn visie en ideeën over het gebrek aan jongeren binnen gemeenten.

Jonge Ambtenaren aan het woord

het inzicht. Oudgedienden werken langer door en maken

zo minder snel plaats voor de jonge garde, minder mensen

vertrekken en zij die vertrekken, worden veel vaker niet

vervangen. Het maakt het voor jonge professionals lastig

om een plekje te veroveren. Een tendens die door onderzoek

van de Universiteit Maastricht (ROA-R-2013/11) bevestigd

wordt. Uit de actuele personeelsmonitor van A+O gemeenten

komt echter een nog schrikbarender beeld naar voren: de

instroom bij gemeenten heeft een vrije val ingezet. Bij maar

liefst 76 van de 299 onderzochte gemeenten zijn in 2013

maar liefst 0 jongeren ingestroomd. Ja, u leest het goed:

nul. Zero. Niente. In die gemeenten was er niemand onder

de 35 die kon genieten van zijn eerste werkdag. Maar het is

nog erger. Binnen de steekproef waren er twee handen vol

gemeenten die geen enkele jonge medewerker onder de 35

jaar meer kent. En dat terwijl de stroom pas afgestudeerden

ondertussen onverminderd doorgaat.

Jaarlijks stromen zo’n 100.000 hbo’ers en wo’ers de arbeids-

markt op (cijfers CBS). Alleen al aan bestuurskundigen gaat

het jaarlijks om 3.000 starters. Veel van hen ondervinden

problemen bij het vinden van een (geschikte) baan. Hierdoor

is de werkloosheid onder pas afgestudeerden inmiddels

opgelopen tot 10% (cijfers WO-monitor 2013). Dit cijfer

verbloemt echter een belangrijk probleem. In mijn omgeving

zie ik veel starters een baan of klus accepteren ‘bij gebrek

aan beter’. Ze gaan door de bocht ‘om maar aan het werk te

komen’, om ‘toch maar wat werkervaring op te doen’ en ‘om

van daaruit verder te zoeken’. Of ze doen er nog een tweede

master achteraan. Best oké, maar niet het begin van de

carrière waarop ze ingezet hadden.

Ook geen situatie waarmee we met z’n allen verder komen.

Voor de toekomst van het Nederlandse openbaar bestuur is

het van groot belang dat we de instroom op peil houden. Dat

we talent wegwijs blijven maken binnen de overheid. Dat we

“Bij maar liefst 76 van de 299 onderzochte gemeenten

zijn in 2013 maar liefst 0 jongeren ingestroomd”

hen warm laten draaien bij de huidige, vergrijzende groep

professionals. En dat we gretig gebruik kunnen maken van

de nieuwe energie en competenties die ze meebrengen.

In mijn eerste baan als junior adviseur heb ik onwijs veel

leerzame vlieguren kunnen maken. Het gaf een vliegende

start aan mijn carrière. Dat is veel huidige starters niet

gegeven. Ze willen aan de bak, maar komen er niet tussen.

Wat dat betreft zou ik absoluut niet in hun schoenen willen

staan. U wel? <

ColofonA+O Magazine is een uitgave van de sociale partners in

de sector gemeenten, verenigd in het Arbeidsmarkt-

en Opleidingsfonds Gemeenten. In het A+O fonds

participeren de bonden ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak

en CMHF tezamen met het College voor Arbeidszaken (CVA)

van de VNG. Met deze uitgave informeren zij werknemers

en werkgevers over de activiteiten van het A+O fonds

Gemeenten. Het A+O Magazine wordt verspreid onder alle

gemeentelijke organisaties.

Redactie

Robert Berk, A+O fonds Gemeenten

Vormgeving en project begeleiding

Ziener, Bas Hageman | Haarlem

Productie

The Secret Lab | Amsterdam

A+O fonds Gemeenten

Postbus 11560

2502 AN Den Haag

Telefoon 070 - 763 00 30

[email protected]

www.aeno.nl