19
Beheerplan Watergangen Uitvoeringsprogramma 2016 Preventie, Toezicht & Handhaving

Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

Beheerplan Watergangen

Uitvoeringsprogramma 2016

Preventie, Toezicht & Handhaving

Page 2: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

1

Beheerplan Watergangen

colofon

Uitvoeringsprogramma 2016: preventie, toezicht & handhaving

Bestuurlijke besluitvorming

Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur 25 januari 2016

Opdrachtgever

Geertrui Verbraak

Auteurs

Hans van Bijnen Henriëtte Graveland Marcel Kanters m.m.v. Districten: Bart Groeneveld Afdeling Advies Waterbeheer: Hanneke Kloosterboer Integraal Beleid: Harrie Menning Toezichthouders afdeling Handhaving

's-Hertogenbosch, 21 december 2015

Waterschap Aa en Maas Pettelaarpark 70 5216 PP ’s-Hertogenbosch tel 088 178 8000 [email protected] www.aaenmaas.nl

© waterschap Aa en Maas. Alle rechten voorbehouden

Page 3: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

2

Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................. 3

2. Relatie beleidsplan en uitvoeringsprogramma ................................................................... 4

3. Uitvoeringsprogramma 2016 ............................................................................................. 6

4. Vervolg op project Effectief Preventief ............................................................................. 11

5. Slimmer organiseren en samenwerking ........................................................................... 12

6. Tot Slot ............................................................................................................................ 16

Bijlage 1. Totale prioritering ................................................................................................. 17

Page 4: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

3

1. Inleiding Dit is het Uitvoeringsprogramma 2016: preventie, toezicht & handhaving. Hierin is integraal weergegeven wat de activiteiten op het gebied van preventie, toezicht en handhaving voor het komende jaar zijn. Dit betekent dat alle werkzaamheden op het gebied van preventie, toezicht en handhaving van de vier districten en de afdelingen Advies Waterbeheer en Handhaving zijn opgenomen. Om de doelen uit het beleidsplan te realiseren is ook betrokkenheid van afdelingen nodig buiten het toezichtdomein, zoals de Adviesstaf (communicatie), Integraal Beleid en Onderzoek & Monitoring. De doelen die het bestuur stelt in het beleidsplan “Preventie, toezicht en handhaving bij Waterschap Aa en Maas 2015-2021” zijn tevens het uitgangspunt voor dit uitvoeringsprogramma. Deze doelen zijn:

Risicocategorie ‘hoog’ tenminste 90% naleving;

Overige risicocategorieën tenminste een nalevingspercentage van 80%;

Beëindiging van de overtreding(en) en het ongedaan maken van de schade;

Indien nodig straffen van de overtreder(s). Professionalisering van ons waterbeheer leidt tot de signalering van meer overtredingen en daarmee meer interne meldingen. Met name onwetendheid lijkt een belangrijke factor wanneer sprake is van overtredingen. Waterschap Aa en Maas verkent het effect van het beïnvloeden van de factor onwetendheid door inzet van preventieve middelen op het gedrag van de overtreder. Vanwege de relatieve onbekendheid met het effect van preventie en omdat het tijd kost voordat effecten zichtbaar worden, is met de vaststelling van het beleidsplan Preventie, Toezicht en Handhaving bij Waterschap Aa en Maas 2015-2021 besloten een ontwikkellijn in te zetten. Binnen deze ontwikkellijn heeft het waterschap in 2015 de meerwaarde en mogelijkheden van een grotere inzet op preventie verkend. De resultaten van deze verkenning 'Effectief Preventief' worden in het eerste kwartaal van 2016 voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur en bevestigen de hiervoor genoemde inzichten. Op basis van deze resultaten wordt geadviseerd richting een professionelere inzet van het instrument preventie binnen Aa en Maas. In dit Uitvoeringsprogramma 2016: preventie, toezicht & handhaving wordt in:

hoofdstuk 2 de relatie tussen het beleidsplan en dit uitvoeringsprogramma beschreven;

hoofdstuk 3 de concrete activiteiten met de beschikbare capaciteit benoemd en schematisch weergegeven;

hoofdstuk 4 ingegaan op de resultaten uit de pilots van project Effectief Preventief en vooruit gekeken naar een professionelere inzet van preventie;

hoofdstuk 5 de samenwerkingsverbanden benoemd en de onderwerpen die binnen de taak preventie, toezicht en handhaving bijzondere aandacht krijgen.

Samen vormen de beschreven onderdelen het Uitvoeringsprogramma 2016: preventie, toezicht & handhaving. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke kwaliteitscriteria 2.1 (procescriteria), welke voortkomen uit de professionalisering van de VTH-taken van overheden.

Page 5: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

4

2. Relatie beleidsplan en uitvoeringsprogramma Met de vaststelling van het beleidsplan “Preventie, toezicht en handhaving bij Waterschap Aa en Maas 2015-2021” is een nieuwe weg ingeslagen waarbij naar het samenspel van preventie, toezicht en handhaving wordt gekeken en hoe het waterschap deze taak professioneel en in afstemming met haar partners organiseert. Om dit te bereiken is in het beleidsplan een aantal uitgangspunten geformuleerd. Binnen dit uitvoeringsprogramma zijn deze uitgangspunten vertaald naar activiteiten voor preventie, toezicht en handhaving. De meest relevante uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma zijn:

1. Voorkomen is beter dan genezen De conclusies en concrete aanbevelingen met betrekking tot de organisatie en mogelijke inzet van het instrument preventie binnen Aa en Maas zijn nog niet bekend. Ten tijde van het schrijven van dit uitvoeringsprogramma is de evaluatie van het project Effectief Preventief nog niet gereed. In 2015 is met project Effectief Preventief geconstateerd dat onwetendheid van wet- en regelgeving en gevolgen van handelen binnen de betrokken doelgroepen een belangrijke oorzaak is van niet naleven. Hierdoor is de kans groot dat regels worden overtreden door onwetendheid. Door te zorgen voor een betere bekendheid met de regels kunnen veel onbewuste overtredingen voorkomen worden. Daarnaast wordt met tijdig meedenken in het voortraject geprobeerd tot een oplossing te komen of in de gewenste richting bij te sturen. Bij eventuele overtredingen vormt handhaving het sluitstuk. Uit de PDCA-cyclus blijkt welke risicocategorieën preventieve inzet behoeven. Een voorbeeld van informatie uit de PDCA-cyclus is het aantal overtredingen uit onwetendheid per bedrijfstak. Middels toezicht vindt monitoring plaats bij de geprioriteerde risicocategorieën (zie tabel 2 verderop in dit document) of regels worden nageleefd. Eventuele overtredingen worden conform de Landelijke Handhavingstrategie (hierna: LHS) opgepakt. Binnen dit uitvoeringsprogramma is in hoofdstuk 4 meer informatie gegeven over de verkenning naar de effecten en mogelijke inzet op preventie. Voorbeelden van preventieve activiteiten zijn onder andere de deurhanger met betrekking tot werken bij- en aan de kering en het leveren van een bijdrage aan- of het organiseren van informatiebijeenkomsten. Een ander concreet voorbeeld zijn de bedrijfsbezoeken welke door toezichthouders worden uitgevoerd op basis van meldingen van nieuw- of verbouwplannen van bedrijven. Deze bezoeken, deels ingestoken vanuit accountmanagement agrariërs, worden als zeer positief ervaren, zowel door de bedrijven als vanuit het waterschap. Deze lijn wordt in 2016 voortgezet en uitgebreid. Daarbij wordt verkend of deze preventieve activiteit door een toezichthouder van de afdeling Handhaving moet worden uitgevoerd of deze taak elders in de organisatie beter past.

2. Moedwillige overtreders passend aanpakken Handhavingsactiviteiten zijn gericht op beëindiging van de overtreding of overlast, op herstel van een situatie en op ontmoedigen van gebruikers om soortgelijke overtredingen (nogmaals) te begaan. Repressief optreden vindt plaats conform de LHS welke op 12 oktober 2015 is vastgesteld en per 1 januari 2016 van kracht is. De LHS baseert de interventie op het effect van de overtreding en het gedrag van de overtreder. De betrokkenheid van het gedrag van de overtreder en vooral het duiden daarvan, is een nieuw aspect. Dit aspect geeft inzichten in de oorzaak van overtredingen en door een goede registratie en monitoring, voeding voor de PDCA-cyclus. Volgend op het implementatietraject van de LHS wordt in 2016 in de uitvoering specifiek aandacht aan het gedrag van de overtreder besteed.

Page 6: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

5

De LHS geeft meer mogelijkheden om situationeel een passende interventie te kiezen. Het grootste verschil met de Brabantse Handhavingsstrategie is de mogelijkheid om bij een overtreding met minimaal effect en een goedwillende overtreder slechts te waarschuwen zonder verder direct vervolg. Gezien het nieuwe karakter van deze interventie is nog niet aan te geven of dit effect heeft, en zo ja wat het effect is, op de in te zetten capaciteit. Met de evaluatie van dit uitvoeringsprogramma in het vierde kwartaal van 2016, wordt dat beoordeeld. Daarna worden de conclusies meegenomen tijdens de voorbereiding van het uitvoeringsprogramma 2017.

3. Regels die bekend en uitlegbaar zijn Zoals onder 1. aangegeven geldt voor een groot deel van de overtreders, dat zij onvoldoende bekend zijn met de geldende regels. Dit heeft te maken met onwetendheid over het bestaan van regels en het begrijpen ervan. Met name voor dit laatste is het van belang dat regels helder en uitlegbaar zijn. Tijdens preventieve activiteiten staat bekendheid en uitlegbaarheid van regels centraal. Hierbij valt te denken aan doelgroepgerichte informatie en het zelf organiseren en bezoeken van informatiebijeenkomsten. Ook op individueel niveau wordt, waar vraag is, uitleg gegeven over relevante wet- en regelgeving. In hoofdstuk 4 is meer informatie omtrent preventie opgenomen. Om de genoemde activiteiten te kunnen ontplooien, is het noodzakelijk dat de kennis van de betrokken medewerkers op niveau is. Ook in 2016 is hier vanuit het proces toezicht en handhaving specifiek aandacht voor. Op bovenstaande wijze wordt invulling gegeven via het Uitvoeringsprogramma 2016 aan de bovenstaande uitgangspunten uit het beleidsplan Preventie, Toezicht en Handhaving bij Waterschap Aa en Maas 2015-2021.

Page 7: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

6

3. Uitvoeringsprogramma 2016 De concrete activiteiten voor preventie, toezicht en handhaving voor het komende jaar vindt u terug in dit hoofdstuk. In het kader van de PDCA-cyclus is het uitvoeringsprogramma 2015 geëvalueerd. Aan de hand van het programma van vorig jaar is gekeken welke tendensen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld of de risico’s wel juist geprioriteerd zijn. Deze evaluatie is gebruikt als input voor dit uitvoeringsprogramma en bijgevoegde risicoprioritering. Monitoring en onderbouwing Waar in het uitvoeringsprogramma 2015 is gekozen voor het programmeren op basis van beschikbare capaciteit (uren), wordt in dit uitvoeringsprogramma 2016 een doorvertaling naar aantallen gemaakt. Daarmee wordt onze toezichtsdruk beter inzichtelijk. Uit de evaluatie blijkt dat het monitoren op beschikbare en benutte uren, zeker in relatie tot de resultaten van de activiteiten, met de huidige systemen niet goed mogelijk is. De in dit uitvoeringsprogramma genoemde aantallen zijn schattingen. Deze worden na verloop van enkele jaren steeds nauwkeuriger. Monitoring is dus essentieel om te komen tot een goede PDCA-cyclus, op basis waarop keuzes worden gemaakt voor het opvolgende kalenderjaar (bijvoorbeeld voor de preventieve activiteiten). De vertaling van beschikbare capaciteit naar aantallen geeft ook een duidelijker beeld van de workload, de voortgang hierin en de doorlooptijden. Op dit moment wordt bekeken hoe de huidige systemen zodanig kunnen worden ingericht en gebruikt dat juiste en betere sturingsinformatie wordt gegenereerd. Toezichtplannen: de basis voor steekproefsgewijs en/of gepland toezicht in het uitvoeringsprogramma Voor de geprioriteerde categorieën zijn integrale toezichtplannen ontwikkeld. Deze worden binnen het waterschap gebruikt om doelstelling, problematiek, gewenste activiteiten en inzet op het gebied van preventie, toezicht en handhaving, middelen (mens en geld) en eigenaarschap inzichtelijk te krijgen. In deze toezichtplannen wordt ingeschat welke kengetallen bij de genoemde activiteiten reëel zijn. Mede op basis van deze kengetallen wordt de vertaling van capaciteit naar aantallen in dit uitvoeringsprogramma verwerkt. De activiteiten op het gebied van waterkeringen zijn verwerkt in het inspectieprogramma waterkeringen en kennen geen separaat toezichtplan. Risicomatrix: tabel 2 Bij het opstellen van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma voor wat betreft activiteiten op toezicht is gebruik gemaakt van de risicomatrix, welke voortkomt uit de risicoanalyse Waterschap Aa en Maas. In 2013 is een integrale risicoanalyse opgesteld en bestuurlijk vastgesteld. Daarbij is ingestemd met de voorgestelde prioritering. Eind 2014 heeft ambtelijk een herijking plaatsgevonden van deze prioritering, waarbij bestuurlijke en maatschappelijke wensen zijn geïntegreerd. In het laatste kwartaal van 2015 is de prioritering op basis van actualiteiten aangepast. Dit heeft geleid tot een vernieuwde prioritering (zie bijlage 1). Het uitvoeringsprogramma omvat de categorieën “hoog- en gemiddelde prioriteit annex risico” uit de prioritering. Dit betekent dat voor de lager geprioriteerde categorieën geen activiteiten plaatsvinden op het gebied van toezicht. Hierbij dient vermeld te worden dat tegen elke overtreding (passend) wordt opgetreden, ook in de lager geprioriteerde categorieën. Beperkte capaciteit: keuzes Het uitgangspunt bij de verdeling van capaciteit is dat aan alle overtredingen een passend gevolg wordt gegeven. Dit betekent dat, op basis van cijfers van voorgaande jaren, een groot deel van de totaal beschikbare capaciteit is gereserveerd voor repressieve handhaving. Zie tabel 1 voor een getalsmatig beeld van de beschikbare capaciteit.

Page 8: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

7

Vanwege de beperking in capaciteit zijn in dit uitvoeringsprogramma voor toezichtsactiviteiten keuzes gemaakt en zijn de beschikbare uren verdeeld over de geprioriteerde activiteiten en bedrijfssoorten. Deze verdeling is gedaan op basis van de toezichtplannen en de risicoprioritering. Inzicht in beschikbare capaciteit De districten hebben in totaal 2 fte beschikbaar voor toezicht en handhaving van de watergangen, verdeeld over alle medewerkers beheer en onderhoud. De afdeling Advies Waterbeheer (hierna: AW) heeft 0,75 fte beschikbaar voor toezicht van de waterkering, verdeeld over 2 personen. De afdeling Handhaving beschikt over 10 fte capaciteit, verdeeld over 11 toezichthouders. Daarnaast hebben 4 adviseurs gezamenlijk 2 fte beschikbaar voor ondersteuning binnen de primaire taak. Hiermee is in totaal 14,75 fte direct beschikbaar voor de taak preventie, toezicht en handhaving. De besteedde uren door de afdeling AW en de districten worden grotendeels voor preventie en toezicht en voor een klein deel voor handhavingsactiviteiten ingezet. De ervaringscijfers van 2015 tonen dat van de capaciteit van de afdeling Handhaving ongeveer 1.300 respectievelijk 1.850 uur beschikbaar is voor preventie en toezicht. De beschikbare capaciteit voor preventie, toezicht en handhaving in 2016 is als volgt verdeeld:

Districten: Schouw

Toezicht en preventie

Repressie

1.100 uur 2.600 uur* P.m.**

Afdeling Advies Waterbeheer Toezicht en preventie

Repressie

1.000 uur* P.m.**

Afdeling Handhaving Preventie

Toezicht

Repressie

Controle op de heffingen

Advisering bij indirecte lozingen

1.300 uur 1.850 uur 9.850 uur 2.200 uur 1.100 uur***

Tabel 1: beschikbare capaciteit voor preventie, toezicht & handhaving *) In 2016 wordt de bestuursnota ‘Naar een nieuwe balans in preventie vs. repressie’ aan het Dagelijks Bestuur ter besluitvorming voorgelegd. Aan de hand daarvan volgt een beslissing over de definitieve invulling van preventie en de plek binnen de organisatie waar de uitvoering plaats gaat vinden (zie hoofdstuk 4). **) De districten en afdeling AW handelen zelfstandig lichtere overtredingen af. Door de komst van de LHS is nog niet bekend welke verschuivingen hierin plaats gaan vinden (zie hoofdstuk 2). ***) Uit de tijdsregistratie is gebleken dat in 2015 vier keer zoveel tijd is besteed aan indirecte lozingen dan in het uitvoeringsprogramma is opgenomen. Aanwijsbare oorzaken zijn advieswerkzaamheden voor en richting de omgevingsdiensten en twee opsporingsonderzoeken waar Aa en Maas een leidende én uitvoerende rol heeft gepakt. Om deze reden is in dit uitvoeringsprogramma de besteedde tijdsbesteding uit 2015 geprogrammeerd voor uitvoering in 2016.

Duidelijk zichtbaar is dat het overgrote deel van de capaciteit van de afdeling Handhaving wordt besteed aan activiteiten op het repressieve vlak (handhaving). Verdeling beschikbare capaciteit en aantallen In tabel 2 is weergegeven op welke segmenten toezicht wordt ingezet door de afdelingen AW, Handhaving en de vier districten. Daarnaast is in tabel 2 voor de afdeling Handhaving zichtbaar hoe de beschikbare capaciteit is verdeeld over de segmenten. Hiermee is ook duidelijk op welke segmenten géén inzet op toezicht wordt gepleegd.

Page 9: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

8

Vanuit de toezichtplannen zijn op basis van de uit te voeren controles, uren geclaimd voor preventie en toezicht. Het totaal van de geclaimde uren ligt beduidend hoger dan de beschikbare uren. In tabel 2 is per segment zichtbaar hoe de geclaimde uren zich verhouden tot de uiteindelijke besteding waarbij tevens de doorvertaling naar aantallen is verwerkt. Voor de volgende segmenten zijn in tabel 2 geen uren (en dus controles) opgenomen voor toezicht, ondanks dat in de toezichtplannen wel uren en controles zijn geclaimd:

Bomenteelt Een belangrijke sector waar we relatief weinig kennis hebben over de naleving. De risico’s binnen deze sector richten zich met name op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. In de prioritering is het risico van deze sector zodanig laag ingedeeld dat geen uren voor toezicht zijn toebedeeld.

Vleeskuikens Vanaf 2009 is door middel van toezicht inzet gepleegd binnen een groot deel van de bedrijven in deze sector. Bij deze activiteiten zijn de gemeenten ook betrokken aangezien de risico’s met betrekking tot de lozing vooral richting riolering hoog zijn. Gezien de activiteiten vanaf 2009 en de lage indeling van de risico’s in de prioritering, zijn geen uren voor toezicht toebedeeld.

Lozingen op eigen werk Voor de bedrijven die lozen op het stelsel van Aa en Maas zijn geen uren voor toezicht gereserveerd. Dit betekent dat geen separate toezichtcontroles worden ingepland. In 2014 en 2015 zijn de belangrijkste bedrijven binnen dit segment reeds meerdere malen bezocht in het kader van toezicht. Uiteraard wordt repressief gereageerd op meldingen en overige signalen.

Overstorten eigen gemalen Binnen dit segment is separaat toezicht niet efficiënt. Een overtreding (werkende overstort, met name bij droog weer) dient gemeld te worden en/of wordt geconstateerd tijdens andere (toezicht)activiteiten. Na melding of constatering van een overstort wordt (in ieder geval bij een droog weer overstort) direct onderzoek ingesteld naar de oorzaak en gevolgen. Er vinden geen separate toezichtcontroles plaats op de naleving van dit segment. Dit laat preventieve activiteiten onverlet.

Overstorten gemeentelijke gemalen Zie uitleg “overstort eigen gemalen”.

Page 10: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

9

Risicocategorie “hoog”

Segment Activiteit/object Geclaimde

uren toezicht

Geclaimde aantallen

Daadwerkelijke uren toezicht

Daadwerkelijke aantallen

opmerkingen

Keur - Waterkeringen primair Ontgraving/verandering Keur - Waterkeringen regionaal Ontgraving/verandering Keur - Waterkeringen primair Kabels, leidingen en boringen Keur - Waterkeringen primair Bouwwerken/activiteiten Keur A-Watergangen Dempen en ontgraven Keur - Waterkeringen primair Beschadiging grasmat/dijkoppervlak Waterwet - Directe lozingen Lozing op oppervlaktewater van zelfzuiverende installaties (MVI's en

Bavaria) 230 6 172,5 4 75% uren toegekend

Waterwet - Directe lozingen RWZI’s (directe lozingen) 84 7 63 5 75% uren toegekend

Waterwet/Keur Projectplannen 100 n.n.t.b. 60 n.n.t.b. 60% uren toegekend

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Bespuitingen talud en teeltvrije zone 100 n.n.t.b. 60 n.n.t.b. 60% uren toegekend

Agrarisch Varkenshouderij 600 100 360 51 60% uren toegekend

Waterwet - Directe lozingen Glastuinbouw 340 40 204 21 60% uren toegekend

Keur A-Watergangen Obstakels in waterloop en beschermingszone

Keur - Grondwater Beregeningen 60% uren toegekend

Agrarisch Pot en containerteelt/ stellingenteelt 200 25 120 13 60% uren toegekend

Agrarisch Loonwerkers 128 16 76,8 9 60% uren toegekend

Agrarisch Vollegronds groenteteelt 120 20 72 10 60% uren toegekend

Agrarisch Akkerbouw 250 50 150 25 60% uren toegekend

Page 11: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

10

Risicocategorie “gemiddeld”

Segment Activiteit/object Geclaimde

uren toezicht

Geclaimde aantallen

Daadwerkelijke uren toezicht

Daadwerkelijke aantallen

opmerkingen

Agrarisch Rundvee-, geiten-, schapen- en paardenhouderij 576 96 345,6 58 60% uren toegekend

Agrarisch Bollenteelt 24 3 14,4 2 60% uren toegekend

Keur - Waterkeringen regionaal Bouwwerken/activiteiten 0

Keur - Waterkeringen regionaal Kabels, leidingen en boringen 0

Keur - Waterkeringen regionaal Beschadiging grasmat/dijkoppervlak 0

Waterwet - Grondwater Bronneringen/saneringen vergunningen en bijbehorende lozing 225 15 135 9 60% uren toegekend

Keur A-Watergangen Duikers en bruggen Agrarisch Fruitteelt

0 0 0 0 geen uren toegekend

Agrarisch Bomenteelt 270 45 0 0 geen uren toegekend

Waterwet - Directe lozingen Overstorten eigen gemalen 0 0 0 0 geen uren toegekend

Agrarisch Vleeskuikens 180 30 0 0 geen uren toegekend

Waterwet – Directe lozingen Lozingen op eigen werk (riolering/rwzi) 66 6 0 0 geen uren toegekend

Waterwet - Directe lozingen Overstorten gemeentelijke gemalen 0 0 0 0 geen uren toegekend

Keur - Waterkeringen primair Beplanting

Keur algemeen Waterberging bedrijven 0 0 0 0 geen uren toegekend

Waterwet - Directe lozingen Waterbodemsaneringen 0 0 0 0 geen uren toegekend

Keur – A-watergangen Maaien, klepelen, beschadigen talud derden

Agrarisch Pelsdierhouderij 145 29 0 0 geen uren toegekend

TOTAAL 3638 488 1833,3 229 Tabel 2: Geclaimde en geplande uren en aantallen van activiteiten t.b.v. toezicht 2016

Page 12: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

11

4. Vervolg op project Effectief Preventief Passend binnen de ontwikkellijn van het beleidsplan Preventie, toezicht en handhaving bij waterschap Aa en Maas 2015-2021 worden meerwaarde en mogelijkheden van een grotere inzet op preventie verkend. Hiertoe zijn in 2015 voor enkele geprioriteerde risicocategorieën pilots opgezet. Deze zijn specifiek gericht op het verkennen van de effecten van meer en gerichte preventieve inzet. Preventie kent daarin de volgende doelen:

Bereiken van een hoger naleefgedrag. Veel overtredingen worden onbewust begaan. Naar verwachting neemt deze onwetendheid nog verder toe als gevolg van de (landelijke) trend tot deregulering. Door het creëren van een hogere bewustwording neemt naar verwachting het aantal overtredingen af;

Door het inzetten van preventie neemt de klanttevredenheid naar verwachting toe en wordt het contact tussen het waterschap en de klant laagdrempeliger. Dit heeft ook een positieve invloed op het imago van het waterschap;

Door meer overtredingen te voorkomen aan de voorkant, bijvoorbeeld door het wegnemen van onwetendheid, wordt verwacht dat de beschikbare capaciteit nog effectiever en efficiënter kan worden ingezet en daarmee dus ook de publieke middelen.

De ervaringen en analyses die tijdens de pilots zijn opgedaan, worden vertaald naar de bestuursnota ‘Naar een nieuwe balans in preventie vs. repressie’. Deze nota wordt begin 2016 ter besluitvorming aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd. Tevens vindt op basis hiervan actualisatie van de preventiestrategie plaats. De geactualiseerde strategie wordt begin 2016 vastgesteld en vormt daarmee het sluitstuk van het eerder genoemde beleidsplan. (Integrale) activiteiten preventie 2016 Rekening houdend met mogelijke positieve besluitvorming door het Dagelijks Bestuur op de hiervoor genoemde nota, is in dit uitvoeringsprogramma 1300 uur gereserveerd voor preventieve activiteiten in 2016. Gezien de ervaringen die we hebben opgedaan met Effectief Preventief en omdat de afdeling Handhaving verantwoordelijk is voor het bereiken van een zo hoog mogelijk naleefpercentage, is een integrale regierol weggelegd voor het afdelingshoofd Handhaving. In 2016 zal, mits het Dagelijks Bestuur positief besluit, integraal worden gewerkt aan een organisatiebrede structuur met betrekking tot preventie, waarin eigenaarschap en regie binnen de afdeling Handhaving ligt. Alvorens tot activiteiten wordt overgegaan, wordt het voorstel voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur.

Page 13: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

12

5. Slimmer organiseren en samenwerking Binnen dit hoofdstuk zijn de relevante samenwerkingsverbanden en onderwerpen benoemd met bijzondere aandacht, waaruit activiteiten voortkomen op het gebied van preventie, toezicht en handhaving. Landelijke Handhavingstrategie Vanaf 1 januari 2016 wordt onze huidige handhavingsstrategie ‘Zó handhaven we in Brabant’ vervangen door de ‘Landelijke Handhavingstrategie’. Belangrijk verschil is dat deze strategie landelijk wordt toegepast door het merendeel van de overheidsorganisaties die handhavende bevoegdheden hebben op het gebied van het omgevingsrecht. De LHS categoriseert overtredingen niet alleen aan de hand van de ernst van de overtreding maar kijkt ook naar het gedrag van de overtreder. Om deze verschillende componenten te stroomlijnen is voor de waterbeheerders (Waterschappen en Rijkswaterstaat) een app ontwikkeld. Aan de hand van deze app wordt men stap voor stap door de strategie geloosd om zo uiteindelijk de overtreding te kunnen indelen op de matrix en daarbij passend te kunnen interveniëren. Om de genoemde veranderingen goed te stroomlijnen en verder te implementeren is het belangrijk dat in 2016 voldoende evaluatiemomenten zijn om in teamverband het toepassen van de LHS te bespreken. Interne organisatie Vanuit het dossierplan waterkwaliteit wordt nagedacht over de inzet van preventie, toezicht en handhaving in de gebiedsgerichte aanpak van kwaliteitsknelpunten bij prioritaire beken. In 2016 wordt deze verkenning verder uitgewerkt en bekeken hoe de gebiedsgerichte inzet van deze instrumenten georganiseerd kan worden. De invloed op het uitvoeringsprogramma is op dit moment nog onduidelijk. De verwachting is dat mogelijk accenten wijzigen door deze gebiedsgerichte aanpak. Vergunninghouders die grondwater onttrekken zijn verplicht om jaarlijks opgave te doen van de hoeveelheid onttrokken grondwater (opgave jaarlijkse grondwateronttrekkingen). Het doel hiervan is het jaarlijks actueel hebben van de grondwateronttrekkingen. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt hoe de onttrekkingen binnen het waterschap zich verhouden tot het totale hoeveelheid onttrokken grondwater in de provincie. Het opvragen van de grondwateropgave betekent dat circa 2.900 vergunninghouders aangeschreven dienen te worden. Hiervoor zijn vanuit de afdeling Handhaving 150 uur gereserveerd, welke in belangrijke mate worden ingezet door het secretariaat. Projecten De schouw 2016 wijkt qua uitvoering niet af ten opzichte van 2015. Wel is het te schouwen gebied anders. In het totaal zullen circa 750 B-waterlopen gecontroleerd worden. Na de schouw 2016 zal een eindevaluatie plaatsvinden omtrent het gedeeltelijk schouwen. Vanaf 2016 wordt in heel Brabant dezelfde schouwdatum gehanteerd, namelijk 15 november. De verwachting is dat met name op het gebied van communicatie deze wijziging meer tijd vraagt. Deze tijdsbesteding ligt vooral bij waterschap De Dommel omdat zij het voortouw hierin neemt. In 2015 is gestart met het inventarisatie van aanwezige beregeningsputten in beschermde gebieden. Deze taak valt binnen het project “Schoon Schip”. De uitvoering van de inventarisatie is naar verwachting rond de zomer afgerond. In het eerste kwartaal van 2016 wordt met het Dagelijks Bestuur gesproken over (on)mogelijkheden in de handhaving van de geconstateerde illegale beregeningsputten.

Page 14: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

13

Wet- en regelgeving Sinds 1 maart 2015 is de nieuwe uniforme Keur van toepassing. Brabant breed werken de waterschappen nu met dezelfde regels. Eind 2015 hebben de medewerkers die veel met de Keur werken, zoals toezichthouders, handhavers en vergunningverleners, een Keurtoets gemaakt. Aan de hand van deze uitslagen wordt bekeken of op sommige vlakken extra aandacht/scholing wenselijk is. De Beheergroep Keur verzamelt continu aandachts- en verbeterpunten. Inmiddels zijn deze geëvalueerd en worden enkele kleine aanpassingen verricht in de Algemene regels Keur en de Beleidsregels Keur. Aan de Keur zelf worden geen aanpassingen verricht. Voor 2016 worden dan ook geen grote veranderingen verwacht. Wel wordt nog gewerkt aan een goed systeem voor het doen van een mededeling, waarschijnlijk via www.brabantkeur.nl. Lastige handhavingsvraagstukken die betrekking hebben op de Keur kunnen ook in 2016 in het Adviesteam Keur worden ingebracht. Hierdoor kunnen we het toepassen en uitleggen van de Keur binnen de organisatie, met alle betrokken partijen, goed afstemmen. Eind 2015 is de pre-consultatie versie van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (hierna: BAL) verspreid. Met de komst van de Omgevingswet (2018) vervangt het BAL het nu geldende Activiteitenbesluit. Vanuit de afdeling Handhaving wordt aangehaakt bij het verdere vormingsproces en de implementatie van het BAL. In 2016 betekent dit vooral een bijdrage aan landelijke werkgroepen om vanuit de praktijk te reageren op de teksten van het BAL. Fiscaal toezicht in samenwerking met de BS-OB In het kader van het toezicht op de zuiveringsheffing bij (industriële) bedrijven worden in 2016 circa 385 controles uitgevoerd. De geplande werkzaamheden zijn reguliere toezichtcontroles in het kader van aanslagoplegging zuiveringsheffing. In 2016 wordt extra aandacht besteed aan de representativiteitsvereisten, zoals de leging en reiniging van voorzieningen. Het doel hiervan is om (afhankelijk van de resultaten) aanpassing van de conversietabel voor de betreffende bedrijfstak door te voeren. Verder worden naar verwachting in 2016 circa 100 ad hoc-verzoeken, vanuit zowel de afdeling Handhaving als vanuit het BS-OB opgepakt. Hieruit volgen in een aantal gevallen vervolgacties, bijvoorbeeld de inzet van de meetwagen om de vervuilingswaarde in beeld te brengen. Bedrijven welke onderzoek hebben gedaan in het kader van de zuiveringsheffing moeten deze maandelijks of per onderzoek rapporteren aan het BS-OB. Deze rapportages (circa 500 per kalenderjaar) worden beoordeeld op onvolkomenheden. De totale inzet vanuit de afdeling Handhaving voor fiscaal toezicht wordt voor 2016 ingeschat op 2200 uur. Samenwerking binnen de waterkolom De drie Brabantse waterschappen vinden elkaar op het gebied van toezicht en handhaving. De programma’s en werkwijzen worden afgestemd, opleidingen worden gezamenlijk gevolgd en de waterschappen vertegenwoordigen elkaar op landelijke bijeenkomsten. Waar mogelijk worden toezichthouders ingezet om van elkaar te leren. Conform de afspraken voorkomend uit het Bestuursakkoord Water heeft Aa en Maas in 2015 vijf bedrijven als pilot uitbesteed aan waterschap Brabantse Delta om ervaring op te doen. Gebleken is dat de resultaten van deze uitbesteding een goed beeld geven van de naleving van de BRZO-bedrijven en de risico’s bij calamiteiten voor het watersysteem. Op moment van schrijven van dit uitvoeringsprogramma wordt een adviesnota aan het Dagelijks Bestuur voorbereid, waarin wordt voorgesteld om de overige tien BRZO-bedrijven in 2016 uit te besteden. De coördinatie van deze uitbesteding wordt vanuit de afdeling Handhaving verzorgd.

Page 15: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

14

Op managementniveau wordt gesproken over mogelijke vormen van samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving met Rijkswaterstaat. In 2016 volgen enkele toezichthouders weer de opleiding “Toezicht en Handhaving Watersystemen” samen met collega’s van Rijkswaterstaat. Vanaf 2016 is Aa en Maas, net als veel andere waterschappen, deelnemer van het gezamenlijk contract luchtsurveillance met Rijkswaterstaat. Dit betekent dat sprake is van één centraal opdrachtgeverschap, één centrale contractbegeleiding en één centrale factuurafhandeling. Verwacht voordeel voor het waterschap is een daling van de kosten die hiermee gemoeid zijn. Ook dit onderdeel is een nadere uitwerking van het Bestuursakkoord Water. Hiervoor zijn vanuit de afdeling Handhaving 100 uur gereserveerd. Samenwerking met overige handhavingspartners In 2015 is een aantal door het Bestuurlijk Platform Omgevingsrecht, waarin Carla Moonen de Brabantse waterschappen vertegenwoordigt, vastgestelde speerpunten opgepakt, te weten: 1. Implementatie Landelijke Handhavingstrategie; 2. Samen tegen dumpen (synthetisch drugsafval); 3. Transitie zorgvuldige veehouderij; 4. Bedrijven net onder de BRZO-drempelwaarde; 5. Samen Sterk in het Buitengebied; 6. Aanpak ketens, waaronder mestvergisters. Voor 2016 is besloten om deze zes speerpunten te laten doorlopen, aangevuld met de volgende speerpunten: 7. Sanering van asbestdaken 8. Minder stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden Deze acht punten worden door de drie Brabantse waterschappen gezamenlijk opgepakt en/of gevolgd, waarbij steeds een van de drie waterschappen de anderen waarneemt. Begin 2015 is gestart met de overdracht aan het Wabo-bevoegd gezag van kennis en kunde op het gebied van indirecte lozingen voor zover het de taak toezicht en handhaving betreft. Voor deze opdracht is binnen de Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN) een project opgestart waar Aa en Maas in deelneemt. Verwacht wordt dat de resultaten van dit project in het derde kwartaal van 2016 aan het Dagelijks Bestuur worden teruggekoppeld. In 2016 blijft Aa en Maas vooralsnog ondersteunen voor zover het gaat om advisering, bemonstering en analyse. Vanuit het project Samen Sterk in Brabant is de afgelopen jaren opgetrokken met onze samenwerkingspartners. Het project waarbinnen dit gebeurt, Samen Sterk in het Buitengebied tracht in 2016 Brabantbreed een netwerk uit te rollen. De naam van Samen Sterk in het Buitengebied is daarom veranderd in Samen Sterk in Brabant. Hoewel de afgelopen jaren gezamenlijk is opgetrokken, staat in 2016 centraal te onderzoeken wat de meerwaarde van dit project voor Aa en Maas is. Naast dat de toezichthouders van de waterschappen ogen en oren zijn voor de partners, is het noodzakelijk dat de oor- en oogfunctie ook door de partners wordt uitgevoerd. Bij de partners ontbreekt het vaak aan kennis en expertise over water. Met de Brabantse waterschappen is afgesproken om in 2016 scherp te krijgen wat de meerwaarde van een dergelijke samenwerking is en of wij in 2017 nog verder gaan. De taken op toezicht en handhaving van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (hierna: NVWA) en de waterschappen raken elkaar. Vooral waar het de toepassing van gewasbestrijdingsmiddelen betreft, in het bijzonder bij taludbespuitingen en de teeltvrije zone. Om deze reden moeten wij elkaar bij toezichtactiviteiten sneller en beter weten te vinden. In 2016 staat daarom het aanhalen van de banden met de NVWA op de agenda.

Page 16: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

15

Mestverwerkingsinstallaties Mestwetgeving is erg complex, nieuw en omvangrijk. Vanuit de wetgeving wordt mestverwerking in diverse takken verplicht gesteld, bijvoorbeeld bij grondgebonden veehouderij. De binnen het bedrijf ontstane mest moet op eigen land kunnen worden verwerkt of extern verwerkt worden. Mede door de complexiteit is het belangrijk om samen te werken met de handhavingspartners. Samen weten en zien we meer in de keten en staan we sterker. In 2015 is hier een voorzichtige start mee gemaakt, welke in 2016 een vervolg krijgt. Het is tevens een dossier wat landelijke aandacht heeft.

Page 17: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

16

6. Tot Slot Samen realiseren de districten en de afdelingen AW en Handhaving dit Uitvoeringsprogramma 2016. Uiteraard hoort daarbij nauwgezette monitoring. Op de bevindingen vanuit de monitoring verbeteren wij onze taak en processen en streven er zo naar de PDCA-cyclus steeds succesvoller te sluiten. Over de resultaten wordt gerapporteerd via de managementrapportages en bestuursrapportages en tot slot in het jaarverslag VTH 2016. Begin 2016 wordt het Jaarverslag Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2015 gedeeld met het bestuur. Dan wordt onder meer teruggekeken naar het Uitvoeringsprogramma 2015.

Page 18: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

17

Bijlage 1. Totale prioritering

Risicocategorie "hoog"

Segment Activiteit/object

1 Keur - Waterkeringen primair Ontgraving/verandering

2 Keur - Waterkeringen regionaal Ontgraving/verandering

3 Keur - Waterkeringen primair Kabels, leidingen en boringen

4 Keur - Waterkeringen primair Bouwwerken/activiteiten

5 Keur A-Watergangen Dempen en ontgraven

6 Keur - Waterkeringen primair Beschadiging grasmat/dijkoppervlak

7 Waterwet - Directe lozingen Lozing op oppervlaktewater van zelfzuiverende installaties (MVI's en Bavaria)

8 Waterwet - Directe lozingen eigen werk: te weten RWZI’s (directe lozingen)

9 Waterwet/Keur Projectplannen

10 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden Bespuitingen talud en teeltvrije zone

11 Agrarisch Varkenshouderij

12 Waterwet - Directe lozingen Glastuinbouw

13 Keur A-Watergangen Obstakels in waterloop en beschermingszone

14 Keur - Grondwater Beregeningen

15 Agrarisch Pot en containerteelt/ stellingenteelt

16 Agrarisch Loonwerkers

17 Agrarisch Vollegronds groenteteelt

18 Agrarisch Akkerbouw

19 Agrarisch Rundvee-, geiten-, schapen- en paardenhouderij

20 Agrarisch Bollenteelt

Risicocategorie "gemiddeld"

Segment Activiteit/object

21 Keur - Waterkeringen regionaal Bouwwerken/activiteiten

22 Keur - Waterkeringen regionaal Kabels, leidingen en boringen

23 Keur - Waterkeringen regionaal Beschadiging grasmat/dijkoppervlak

24 Waterwet - Grondwater Bronneringen/saneringen vergunningen en bijbehorende lozing

25 Keur A-Watergangen Duikers en bruggen

26 Agrarisch Fruitteelt

27 Agrarisch Bomenteelt

28 Waterwet - Directe lozingen Overstorten eigen gemalen

29 Agrarisch Vleeskuikens

30 Waterwet – Directe lozingen Lozingen op eigen werk (riolering/rwzi)

31 Waterwet - Directe lozingen Overstorten gemeentelijke gemalen

32 Keur - Waterkeringen primair Beplanting

33 Keur algemeen Waterberging bedrijven

34 Waterwet - Directe lozingen Waterbodemsaneringen

35 Keur – A-watergangen Maaien, klepelen, beschadigen talud derden

36 Agrarisch Pelsdierhouderij

Page 19: Vastgesteld Uitvoeringsprogramma handhaving 2016.pdf

18

Risicocategorie "gering"

Segment Activiteit/object

37 Keur A-Watergangen Stedelijke uitbreidingsprojecten

38 Waterwet - Directe lozingen Besluit bodemkwaliteit

39 Keur B-Watergangen Dempen en ontgraven

40 Waterwet - Directe lozingen Baggeractiviteiten

41 Keur - Waterkeringen primair Medegebruik

42 Keur A-Watergangen Kabels en leidingen

43 Waterwet - Grondwater Industriële onttrekkingen < 150.000 m3

44 Waterwet - Grondwater Bronneringen/saneringen meldingen

45 Waterwet - Directe lozingen Bodemsaneringen

46 Keur – A-watergangen Uitstroomvoorzieningen

47 Waterwet - Directe lozingen Koelwater

48 Agrarisch Niet elders genoemde sector

49 Waterwet - Directe lozingen Viskwekerijen

50 Keur A-Watergangen Onttrekkingen in zandgebied

51 Waterwet - Directe lozingen Vaste objecten

52 Keur A-Watergangen Onttrekkingen in kleigebied

53 Agrarisch Hobbyhouders

54 Keur B-Watergangen Obstakels in waterloop en beschermingszone

Risicocategorie "zeer gering"

Segment Activiteit/object

55 Keur A-Watergangen Lozingen in klei- en zandgebied

56 Keur B-Watergangen Duikers en bruggen

57 Waterwet - Directe lozingen Bronneringen/onttrekkingen

58 Keur A-Watergangen Flora en fauna (maaien/groenprocedure)

59 Keur - Waterkeringen regionaal Beplanting

60 Waterwet - Directe lozingen Huishoudelijk afvalwater

61 Keur A-Watergangen Recreatief medegebruik

62 Keur - Waterkeringen regionaal Medegebruik

63 Keur B-Watergangen Stedelijke uitbreidingsprojecten

64 Waterwet - Grondwater Kleine onttrekkingen

65 Keur – B-watergangen Uitstroomvoorzieningen

66 Keur – B-watergangen Maaien, klepelen, beschadigen talud derden

67 Waterwet - Grondwater Noodvoorzieningen

68 Keur B-Watergangen Onttrekkingen in kleigebied

69 Keur B-Watergangen Flora en fauna (maaien/groenprocedure)

70 Keur B-Watergangen Lozingen in klei- en zandgebied

71 Keur B-Watergangen Onttrekkingen in zandgebied

72 Keur B-Watergangen Kabels en leidingen

73 Keur B-Watergangen Recreatief medegebruik