23
Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw HIC & regulier Schooljaar 2019/2020

Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

Vakkenboekje keuzevakken

VWO bovenbouw HIC & regulier

Schooljaar 2019/2020

Page 2: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

1

Inhoudsopgave Inleiding ......................................................................................................... 2 Aardrijkskunde .................................................................................................. 3 Art & Design (A&D) ............................................................................................. 5 Bedrijfseconomie ............................................................................................... 6 Biologie) ......................................................................................................... 8 Bewegen, Sport & Maatschappij (BSM ....................................................................... 9 Duits ............................................................................................................. 10 Economie ....................................................................................................... 11 Frans ............................................................................................................ 12 Geschiedenis ................................................................................................... 13 Latijn ............................................................................................................ 14 Music & Sound Design (MSD), inclusief kunst algemeen (KUA) .......................................... 15 Natuurkunde ................................................................................................... 17 Scheikunde ..................................................................................................... 18 Spaans .......................................................................................................... 19 Wiskunde ....................................................................................................... 20

Page 3: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

2

Inleiding Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle vwo-leerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te schetsen van alle keuzevakken in de bovenbouw in de vorm van een vakkenboekje. In dit boekje geven alle keuzevakken uit de bovenbouw vwo toelichting op hun vak in de bovenbouw. Als je wilt weten welke inhoud er behandeld wordt of waar de nadruk op ligt in de bovenbouw, dan kun je dat allemaal vinden in de beschrijving van het vak in dit boekje. De vakken staan op alfabetische volgorde. De teksten zijn opgesteld door de vaksecties zelf en er is hen gevraagd een zo betrouwbaar mogelijk beeld te schetsen van de vakken in de bovenbouw. De redactie stelt zichzelf echter niet aansprakelijk voor onvolledige of onjuiste informatie. Voor specifieke vragen: neem contact op met de vakdocenten of met de decaan.

Page 4: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

3

Hoe ziet aardrijkskunde er in de bovenbouw van het vwo uit?

Er zijn geen opleidingen of beroepen waarvoor je verplicht aardrijkskunde moet hebben gehad. Daarmee is aardrijkskunde voor velen van jullie ‘nice to know’ in plaats van ‘need to know’.

‘Nice to know’ in plaats van ‘need to know’

Aardrijkskunde is echt een vak voor jou als je een brede interesse in de wereld om je heen hebt. Het vak komt niet alleen van pas in het dagelijks leven, maar zorgt er ook voor dat je de wereld om je heen beter begrijpt en daardoor ook inziet dat je veel opleidingen en beroepen in kunt zetten voor deze wereld.

In de bovenbouw aardrijkskunde komen uiteenlopende onderwerpen aan bod.

Deze onderwerpen worden verspreid aangeboden over drie leerjaren. Stof die in vwo 4 en 5 wordt behandeld en tevens eindexamenstof is, zal in vwo 6 worden herhaald.

Wereld • Globalisering • Wereldvoedselvraagstuk • Grootstedelijke gebieden in de VS

Aarde • Klimaat en landschapszones • Endogene en exogene krachten • Mondiaal klimaat vraagstuk • Middellandse Zeegebied

Zuid-Amerika • Zuid-Amerika bekeken vanuit de sociaal-culturele, de economische, de poltieke en de fysische dimensie.

• Actuele vraagstukken, zoals ontbossing, armoede, economie.

Leefomgeving • Overstromingen en wateroverlast • Steden en stedelijke gebieden

Vaardigheden • Atlas, bronnen • onderzoek doen, artikel schrijven

Aardrijkskunde

Page 5: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

4

Aardrijkskunde: een talig vak

Aardrijkskunde is en blijft een talig vak, zeker ook op het vwo. Centraal staat het opbouwen van een begrippenapparaat en ontwikkelen van geografische vaardigheden. Bij deze vaardigheden kun je denken aan:

geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven (bijv. relevante kaarten selecteren m.b.v. de atlas en het leggen van verbanden tussen elementen op één of meerdere kaarten en het verklaren daarvan)

geografische vragen herkennen en formuleren (bijv. beschrijvende, verklarende, voorspellende en waarderende vragen)

geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen (bijv. verschijnselen beschrijven vanuit verschillende dimensies, zoals natuur, economie, politiek en cultuur)

GEO-ICT vaardigheden

In de bovenbouw staat het paraat hebben van kennis centraal. Zonder die kennis kun je geen verbanden leggen tussen verschillende verschijnselen, kun je geen voorspellingen doen of gevolgen uitwerken. De stof wordt aangeboden en verwerkt met behulp van een boek, digitaal materiaal zoals foto’s, filmpjes, interactieve kaarten, de Grote Bosatlas en praktische opdrachten.

Jouw kennis, het kunnen toepassen ervan en laten zien dat je inzicht hebt in de verschillende processen worden getoetst door middel van schriftelijke toetsen en met behulp van het maken van opdrachten. Deze opdrachten gaan vaak in op een actueel vraagstuk, waarbij zowel de stof als vaardigheden centraal kunnen staan.

Page 6: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

5

Wat leer je met het vak Art & Design?

Je leert conceptueel denken. Oftewel je leert oplossingen te bedenken voor een “probleem”. Dit doe je aan de hand van opdrachten vanuit verschillende disciplines:

Art Graphic Design Industrial Design Architecture

We proberen zoveel mogelijk de regio te betrekken bij de opdrachten. Dit wil zeggen dat je soms bij een bedrijf of opleiding op bezoek gaat waar je de opdracht van krijgt. Denk aan een architect, een designbureau, een bedrijf als Philips. Maar ook samenwerken met Avans, Fontys, TU Bouwkunde, TU Industrial Design etc. Het is fijn om eens een kijkje te nemen bij opleidingen en bedrijven, hierdoor krijg je een beter beeld van wat je later zou kunnen met een creatief vak als Art & Design. Er zijn talloze opleidingen die je zou kunnen kiezen. Hieronder een paar voorbeelden:

• Industrial design • Interaction design • Web design • Creatieve therapie

• International Lifestyle studies • Communication & Multimedia

Design • Design Academy • Kunstacademie

• Werktuigbouwkunde • Planologie • Fashion Design • ICT en lifestyle

Binnen het vak leer je op verschillende manieren brainstormen om tot een idee te komen, je leert moodboards maken, je leert presenteren/pitchen en je leert werken met verschillende computerprogramma’s om je ideeën te kunnen visualiseren. Denk aan Illustrator, Photoshop, Sketch-up, Wordpress. We maken gebruik van de nieuwste technieken zoals lasersnijden en 3D printen. Wat ook heel belangrijk is dat je leert feedback te verwerken. Hierdoor kan je laten zien dat je verder kan komen dan je eerste idee en dat je open staat voor input van anderen. Je werkt bij verschillende opdrachten afwisselend individueel of in groepsverband.

Naast alle nieuwe technieken en computerprogramma’s is er ook ruimte voor het maken van prototypen, maquettes e.d. met de hand. Dus met materialen zoals karton, klei, foam en dergelijke. Dus mocht je juist minder interesse hebben in de computer en ligt je kracht in tekenen en handvaardigheid, dan heb je in een heel aantal opdrachten ook de keuze om het te doen zoals je zelf wilt. En uiteraard bij de discipline “Art” kunnen ook allerlei schildertechnieken aan bod komen.

Even een paar opdrachten als voorbeeld per discipline:

Discipline Opdracht Materiaal/techniek

Art Een kunstwerk maken voor een bedrijf/ instelling

Een schilderij, beeldhouwwerk, installatie, fotografie, animatie

Graphic Design

Ontwerp een logo, website, poster, app, etc.

Illustrator, photoshop, Wix

Industrial Design

Ontwerp een product voor een bepaalde doelgroep

Prototype, Lasersnijden, Klei, hout, karton etc.

Architecture Ontwerp een ontspanningsruimte/verbouwing/ woning

Sketch-up, Maquette, Lasersnijden.

Art & Design

Page 7: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

6

Als laatste maar niet geheel onbelangrijk: Je doet in de derde periode van je examenjaar een schoolexamen d.m.v. een praktijkopdracht. Hierdoor is dit vak eerder afgesloten dan je andere vakken

Page 8: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

7

Bedrijfseconomie, Ondernemerschap en Financiële Zelfredzaamheid (in het kort: “Bedrijfseconomie”) is een algemeen vormend vak dat vanaf het schooljaar 2018/2019 kan worden gekozen in verschillende profielen van de bovenbouw van Havo en VWO. Het is een herziening van het vak Management & Organisatie.

Vakomschrijving Het nieuwe vak Bedrijfseconomie is een algemeen vormend vak, waarbij het perspectief van jou als leerling voorop staat: als toekomstige werknemer of zzp’er, maar ook als aspirant-ondernemer of als privépersoon die staat voor belangrijke financiële beslissingen in jouw verdere loopbaan.

De privépersoon Als privépersoon sta je vaak voor keuzes met financiële gevolgen. Zal ik verder gaan studeren of gaan werken? Huur of koop ik een huis? Als ik ga samenwonen, hoe regel ik dat dan? Bij Bedrijfseconomie leer je de financiële consequenties van die keuzes te overzien. Ze noemen dat financieel zelfbewustzijn. En dit kan je ook weer helpen bij het functioneren in organisaties waar je later als klant, werknemer of ondernemer mee te maken hebt.

De onderneming Bedrijfseconomie kijkt naar ondernemingen die goederen en/of diensten leveren. Hoe functioneren ondernemingen en welke keuzes moeten worden gemaakt? Met de volgende vragen houdt Bedrijfseconomie zich bezig:

• Hoe zet je een bedrijf op en hoe maak je het groter? Ondernemingen zullen willen investeren maar deze investering moet gefinancierd worden: Hoe doe je dat? Ga je naar de bank of organiseer je dat op een andere manier? En is dit voor een startende onderneming anders dan voor een groter bestaand bedrijf?

• Hoe organiseer je de organisatie van binnenuit? Hoe geef je leiding en hoe ga je om met personeelsbeleid?

• Wie zijn je potentiële klanten en hoe trek je klanten aan? Wat hebben je klanten nodig en hoe weten ze jouw onderneming te vinden? Hoe organiseer je alle marketingactiviteiten daaromheen?

• Is de onderneming financieel gezond: wordt er winst gemaakt? Hoe houd je alle kosten en opbrengsten bij? En als het niet gaat zoals gepland, hoe kan een organisatie dit dan bijsturen?

• Hoe organiseert een onderneming de financiële verslaglegging, zodat ook de buitenwereld kan zien hoe het met de onderneming gaat? Hoeveel winst maakt de onderneming, en hoeveel vermogen heeft ze? Je moet immers verantwoording afleggen aan bijvoorbeeld de overheid en je aandeelhouders.

Kortom: bedrijfseconomie is een vak dat je leert hoe je de economie in praktijk brengt. Waarbij je leert over ondernemen, werken binnen een onderneming en het organiseren van je eigen financiële huishouden. Er is ook nog ruimte voor een keuze-onderwerp. Het vak Bedrijfseconomie is uiterst geschikt voor een economische vervolgopleiding, maar ook als je straks ondernemend wilt zijn.

Moeilijkheidsgraad Om het vak Bedrijfseconomie goed te kunnen volgen moet je regelmatig aan de slag met cijferwerk en de rekenmachine. Je moet nauwkeurig kunnen werken omdat je opdrachten krijgt waarbij alle cijfers moeten kloppen, bijvoorbeeld bij het maken of controleren van een begroting, balans en winst-en-verliesrekening of renteberekeningen.

Bedrijfseconomie

Page 9: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

8

Maar je moet ook goed informatie en feiten kunnen combineren om vervolgens conclusies te kunnen trekken. Soms moet je begrippen uit je hoofd leren bijvoorbeeld als je onderwerpen krijgt die met wetten en regelgeving te maken hebben. Daarnaast is er ruimte voor eigen initiatief en creativiteit, zoals bij het onderdeel ondernemerschap en het keuze-onderwerp.

Praktijkopdracht Leerlingen die het vak Bedrijfseconomie hebben kunnen in plaats van het profielwerkstuk meedoen aan de Jonge ondernemer. In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf opzetten en proberen winst te maken voor een eigen gekozen goed doel.

Centraal Schriftelijk Eindexamen Het examen wordt afgesloten met een landelijke schriftelijke toets.

Page 10: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

9

Biologie is een vak waarvoor elke leerling een voldoende moet kunnen halen, wanneer deze een serieuze en goede werkhouding heeft.

Naast klassikale uitleg wordt er veel zelfstandig gewerkt (vanuit het boek en digitaal), waardoor elke leerling in zijn eigen tempo een hoofdstuk kan doorwerken. Daar waar nodig wordt er nog extra individuele uitleg gegeven. De meeste leerlingen kunnen wanneer ze de tijd in de les goed benutten, alle stof op school verwerken. De tijd die thuis besteed moet worden aan het vak is vooral het voorbereiden van toetsen en het schrijven van een enkel verslag. Elk thema wordt afgesloten met een proefwerk en aan het eind van het schooljaar wordt de complete jaarstof getoetst. Voor het examen geldt dat zowel de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekend moet worden.

Biologie is een vak waar naast theorie ook veel practica gegeven worden. Hierdoor wordt de theorie nog beter te begrijpen.

Voorbeelden van practicumonderdelen zijn:

- uitvoeren van een klein onderzoekje en het schrijven van een verslag volgens de natuurwetenschappelijke methode (bij osmose, ecologie en voeding)

- werken met de microscoop bij de hoofdstukken cellen en planten - DNA onderzoek begeleid door studenten - Gedragsonderzoek in GaiaZoo in Kerkrade Verder wordt er in klas 6 een excursie georganiseerd naar het grootste natuurhistorische museum in Nederland nl. Naturalis in Leiden.

In de bovenbouw komen ongeveer dezelfde onderwerpen aan bod als in de onderbouw, alleen wordt er nu een stuk dieper op ingegaan.

Onderdelen die worden behandeld zijn in vwo 4: cellen, voortplanting, genetica en evolutie, in vwo 5: stofwisseling, DNA, planten, regeling en waarneming en gedrag en in vwo 6: vertering, transport, gaswisseling en afweer.

De sectie biologie wil met haar onderwijs bereiken dat leerlingen gaan inzien dat om het voortbestaan van al het leven op aarde te waarborgen, het belangrijk is dat er op een verantwoorde manier met de wereld wordt omgegaan. Daarbij dienen we respectvol te handelen naar alle soorten organismen inclusief de mens zelf. Om een dergelijke samenleving te bereiken is het van belang dat leerlingen kennis van het leven bijgebracht wordt. In het vak biologie staat de samenhang tussen al het leven en het milieu op aarde centraal. Verder willen we leerlingen voorbereiden op leven en werken in een duurzame samenleving, leerlingen laten zien dat al het leven verwant is aan elkaar en ontstaan is uit één gemeenschappelijk begin en leerlingen leren dat de verschillende onderdelen van het leven alle met elkaar samenhangen. Tenslotte is een belangrijk doel om leerlingen bewust te maken van een gezonde levensstijl.

Waarvoor heb je biologie nodig?

Voor studies die te maken hebben met o.a. gezondheidszorg, voeding, natuur(beheer) en landbouw.

Biologie

Page 11: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

10

Het vak BSM is een keuzevak voor ondernemende leerlingen die sportief zijn en graag samenwerken. We gebruiken de wereld van sport en bewegen om je te leren lesgeven, leiding nemen, samenwerken, organiseren en reflecteren. Uiteindelijk organiseer je sportieve evenementen voor andere leerlingen of zelfs leerlingen buiten de school.

Binnen de theorielessen wordt er aandacht besteed aan communicatie, groepsprocessen, organiseren, leiding geven, lesgeven en projectmanagement. Daarnaast gaan we ook de diepte in over gezondheid, leefstijl, voeding, het menselijk lichaam en trainingsleer. In het 6e jaar voer je zelf een praktisch onderzoek uit. We wisselen sociale thema’s dus af met sportieve thema’s.

De theorielessen worden vaak afgesloten met een theorietoets of een schriftelijk product. De praktijklessen worden vaak afgesloten met een praktische opdracht of een reflectieverslag. Je krijgt binnen BSM dus geen cijfer meer voor hoe goed je in een bepaalde sport bent. Je wordt altijd beoordeeld op hoe goed je lesgeeft, organiseert of je verslag daarover.

Tijdens de praktijklessen wordt er nog steeds gesport en word je op je eigen niveau uitgedaagd. Maar daarnaast kunnen ook een heleboel andere zaken aan de orde komen. Tijdens de lessen werk je veel samen in groepjes en leer je om met verschillende mensen samen te werken. Je krijgt ook veel feedback over je eigen gedrag om je te helpen in het groepsproces.

Een BSM les is dan ook heel wat anders dan een gewone gymles.

Per week krijg je 3 uur BSM. 2 Uur vinden plaats in een gymzaal of buiten en 1 uur vindt meestal plaats in een theorielokaal. Een aantal activiteiten of opdrachten vinden plaats tijdens de Heerbeeck weken.

Het vak is bedoeld voor leerlingen die sociaal zijn en graag dingen willen (leren) regelen en organiseren. Je hoeft geen topsporter te zijn om het vak te kunnen volgen maar het is wel leuker als je zelf ook van sport houdt. Het is vooral belangrijk dat je verantwoordelijkheid wil nemen, in een groep kan samenwerken en je leerbaar opstelt.

Bewegen Sport en Maatschappij (BSM)

Page 12: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

11

In de bovenbouw kun je kiezen voor het vak Duits. Een taal waarvan je nog veel plezier zult hebben. Er is namelijk een hele grote kans dat je in je (nabije) toekomst met deze taal te maken krijgt. Duits is de meest gesproken moedertaal binnen de EU en daarnaast in veel landen een populaire tweede taal. Of het nu gaat om handel en economie (Duitsland is immers onze grootste handelspartner), toerisme, innovatie, techniek, wetenschap of de culturele sector, met Duits kun je overal terecht en vergroot je dus je arbeidsmarkt!

De bovenbouw sluit goed aan op de onderbouw. De basis is gelegd en we gaan verder met het uitbreiden van woordenschat, grammatica en Landeskunde (kennis van land & volk). Vervolgens gaan we deze kennis toepassen bij de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven en spreken om zo stapje voor stapje op een hoger niveau te komen.

We gebruiken hierbij de lesmethode Neue Kontakte, aangevuld met extra (authentiek) materiaal om met de verschillende vaardigheden te oefenen. Binnen het HIC wordt hierbij vanzelfsprekend ook de link gelegd met de HIC-pijlers en -werkvormen.

In de bovenbouw is ook aandacht voor literatuur. Minimaal 1 keer per jaar wordt dit verwerkt in een creatieve verwerkingsopdracht of toets.

In de bovenbouw verschuift langzaamaan ook het accent van “hoofdstuktoetsen” (woordenschat, grammatica, Redemittel) naar vaardighedentoetsen. In het 6e leerjaar vwo zijn er geen “hoofdstuktoetsen” meer zoals in de onderbouw, maar richten we ons bijna volledig op de vaardighedentoetsen. Er is veel aandacht voor leesvaardigheid omdat dit uiteindelijk tijdens het Centrale Eindexamen wordt getoetst. Dit wil overigens niet zeggen dat alleen een voldoende voor lezen genoeg is om uiteindelijk je examen te halen. In de schoolexamens worden de andere onderdelen uitgebreid getoetst. Het spreken, schrijven en luisteren wordt daarom ook regelmatig geoefend.

Daarnaast is er nog steeds aandacht voor het uitbreiden van de (examen)woordenschat. Met het vergroten van je woordenschat, kennis van grammaticale structuren en kennis van land &volk zorg je voor een steeds bredere basis en verhoog je het vaardighedenniveau. Op vwo behalen we bij schrijven het B1/B2-niveau, bij spreken en luisteren het B2-niveau en het examen leesvaardigheid bestaat grotendeels uit teksten op B2-niveau, aangevuld met enkele B1- en C1-teksten.

Wij bieden leerlingen overigens ook de mogelijkheid om een internationaal erkend ERK-diploma aan het “Goethe Institut” te behalen.

In vwo5 is er een vierdaagse uitwisseling met een school in Duitsland. Wij gaan kennis maken met de Duitse taal en cultuur in de praktijk en de Duitse leerlingen bezoeken Best. Een leuke aanvulling is dat deze Duitse leerlingen het vak Nederlands op hun school volgen. In vwo6 staat er een dagexcursie naar Duitsland op het programma. (Beide onder voorbehoud.)

Als je meer wilt weten over het vak of als je specifieke vragen hebt, stel ze dan aan de vakdocenten!

Vielleicht sehen wir uns nächstes Jahr! Bis dann!

Duits

Page 13: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

12

Economie Bij het vak economie verplaats je je in de rol die de verschillende hoofdrolspelers in de economie spelen. Je moet allerlei mogelijke beslissingen onderzoeken. Je leert aan de hand van informatie economische zaken te benaderen vanuit de consumenten, producenten, banken, overheid en het buitenland.

Bedrijfseconomie Zie beschrijving van dit vak op pagina 6 en 7.

Economie vs. bedrijfseconomie Economie (mavo, havo, vwo) en bedrijfseconomie (havo, vwo) zijn beide economische vakken. Het belangrijk verschil tussen het vak economie en bedrijfseconomie zit in het niveau waarop de vakken naar de werkelijkheid kijken. De economische werkelijkheid kun je verdelen in vijf hoofdspelers: - consumenten; - overheid; - banken; - bedrijven; - buitenland Het vak economie kijkt voornamelijk op macroniveau, dat wil zeggen naar de samenhang tussen de verschillende economische hoofdspelers. Bij het vak bedrijfseconomie wordt voornamelijk ingezoomd op de hoofdspeler bedrijven. Op microniveau wordt gekeken naar wat er moet worden gedaan om een organisatie draaiende te houden. Bedrijfseconomie is een specifieker vak dan economie.

Economie

Page 14: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

13

Wanneer heb je met Frans te maken? Deze prachtige taal wordt wereldwijd door 220 miljoen mensen gesproken. Al op een paar kilometer afstand van de Nederlandse grens spreekt men Frans. Je hebt er mee te maken in de toeristische sector (Frankrijk is nog steeds vakantieland nummer 1 voor de Nederlanders) maar ook op economisch gebied is het Frans van belang: Frankrijk is onze 2e belangrijkste handelspartner. Veel Franse bedrijven hebben dan ook een filiaal in Nederland. Denk aan Décathlon, Danone, l’Oréal of Peugeot. Ook bij internationale organisaties kom je Frans tegen: het is bijvoorbeeld de communicatietaal bij het Rode Kruis, de Olympische Spelen en bij Artsen zonder Grenzen. Bovendien is het, naast Engels, de voertaal van de Europese Unie. Je kunt in de toekomst dus zeker met de Franse taal te maken krijgen. Sommige vervolgopleidingen, zoals de Hogere Hotelschool in Maastricht geven dan ook aan dat je veel voordeel hebt bij het studeren als je de Franse taal beheerst.

Wat leer je als je Frans kiest in de bovenbouw? Het belangrijkste doel is dat je jezelf in het dagelijks leven goed leert redden in Franssprekende landen in Europa, Afrika, Canada enz. Je kunt je straks goed uitdrukken in het dagelijks leven, bijvoorbeeld als je uitgaat, boodschappen gaat doen, een bezoek brengt aan een festival of aan een dokter… Kortom, veel situaties waarmee je in je dagelijkse leven te maken kunt krijgen. De Hic-pijlers techniek, ondernemerschap, design en met name internationale gewaarwording komen aan bod bij de diverse vaardigheden en tijdens verwerkingsopdrachten.

Hoe leer je dat dan? We maken hierbij gebruik van alle vaardigheden: spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid. Met spreekvaardigheid spelen we dagelijkse situaties na in de klas ; je zit op een terrasje in Parijs en hoe bestel je nou precies iets te drinken en te eten? Met luistervaardigheid oefenen we dagelijkse situaties waarmee je nog beter leert wennen aan klanken en zinnen en op het gebied van schrijfvaardigheid ben je straks in staat om een goedlopende recensie of email te schrijven. Leesvaardigheid is een belangrijk onderdeel bij de moderne vreemde talen; we oefenen dit uitgebreid in de klas met behulp van actuele teksten in jongerenbladen, kranten en literatuur. We ondersteunen deze vaardigheden met grammatica; je hebt echter de belangrijkste basis in de onderbouw al gehad. In de bovenbouw wordt veel herhaald en / of verdiept.

Methode De onderbouwmethode sluit goed aan bij de bovenbouw. We gaan werken met de nieuwste versie van Grandes Lignes. In deze werkboeken kun je gewoon schrijven en alle opdrachten zijn terug te vinden op de digitale omgeving van deze methode. Hier kun je trouwens ook oefenen met vocabulaire en grammatica.

Toetsen We maken gebruik van kleinere toetsen van alle vaardigheden. We besteden veel aandacht aan woordenschat zoals examenidioom, omdat dat je goed kan helpen bij het maken van je eindexamen. Voor meer informatie raden we je aan om het PTA te bekijken.

Eindexamen Je sluit de vaardigheden spreken, luisteren en schrijven af op B1 niveau en het lezen op B1/ B2 niveau. Het schriftelijk eindexamen bestaat uit alleen leesvaardigheid. Dit oefenen we met oude examens en we leren je veel handige strategieën aan.

Activiteiten In Vwo 5 gaan we een dag naar Lille waar ieder jaar een taaldorp wordt georganiseerd voor leerlingen van Europese scholen. In het centrum van de stad ga je met je klasgenoten dagelijkse situaties naspelen met Franse acteurs. Hiervoor krijg je een heus certificaat.

Frans

Au revoir! Sectie Frans Heerbeeck College

Page 15: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

14

Geschiedenis in de bovenbouw van het Vwo en Vwo-HIC.

Beste leerlingen, in de onderbouw van het Vwo zijn de 10 tijdvakken behandeld. Deze tijdvakken vormen ook de basis voor het geschiedenisonderwijs in de bovenbouw. In leerjaar 4 starten we dus met tijdvak 1: de tijd van Jagers en boeren.

In leerjaar 4 en 5 behandelen we de 10 tijdvakken met de 49 kenmerkende aspecten (wat dat zijn hoor je volgend jaar). Daarnaast moet je praktische opdrachten maken, onderzoek doen en mondelingen houden.

In leerjaar 6 komen de 4 Historische Contexten aan bod. Deze 4 onderwerpen bepalen 60 % van het Centraal Schriftelijk Examen, de overige 40% gaan over de kenmerkende aspecten

Het betreft:

1. Stedelijke dynamiek in de lage landen 1100-1700 2. Verlichting 1600-1900 3. Duitsland in Europa 1918-1991 4. China, van keizer tot kapitalisme 1842-2001

Geschiedenis

Page 16: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

15

4e en 5e Leerjaar In het vierde leerjaar worden enkele wat ingewikkelder onderdelen van de grammatica en de kunst van het vertalen verder uitgewerkt. Ongeveer vanaf Kerstmis in het 4e leerjaar tot en met de 3e periode van het 5e leerjaar houden we ons bezig met het lezen van een bloemlezing uit originele teksten van Caesar, Ovidius, Catullus, Martialis, Cicero, Livius, Seneca. Vertaalvaardigheid en tekstbegrip zijn daarbij heel belangrijk. In de 4e periode van het 5e jaar houden we ons bezig met de schrijver(s) van het eindexamen waarmee we het 6e jaar (en onze hele middelbare schooltijd) gaan afsluiten.

6e Leerjaar Aan de hand van de eindexamensyllabus bereiden we ons volgens een heel strak tijdschema voor op het eindexamen, dat wisselend aan een bepaalde schrijver of bepaalde schrijvers gewijd is. Drie kwart van de tijd houden we ons bezig met het vertalen van het zogenaamde pensum, de door de landelijke examencommissie voorgeschreven passages.

De rest van de tijd gaat naar tekstbegrip (20%) en naar herhaling (indien nodig) van grammatica-items (5%).

Latijn

Page 17: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

16

MSD en KuA:

Bij het vak MSD (‘Music and Sound Design’) hoort het vaak KuA (‘Kunst Algemeen’). Als je MSD kiest, kies je automatisch ook voor KuA. Je volgt 2 uur in de week MSD (muziek) en 1 uur KuA.

50% van het vak (Schoolexamen): musiceren & muziekkennis (MSD)

50% van het vak (Centraal examen): kunstkennis (KuA)

MSD (‘Music and Sound Design’)

MSD heeft 3 pijlers: Music - Sound Design – Omgeving

Music: Je leert zo snel mogelijk op verschillende instrumenten spelen. In de les wordt gedifferentieerd, zodat je je niet hoeft te vervelen in de les en uitgedaagd wordt. In ieder jaar in de bovenbouw doe je mee met het eindexamenconcert in De Enck in Oirschot.

Sound Design: Je leert wat Sound Design is, waar het wordt toegepast en gaat hier ook zelf mee aan de slag. Je leert opnametechnieken, je leert werken met bijvoorbeeld Audacity. Je leert creatief denken.

Omgeving: Je leert welke beroepen/opleidingen gebruik maken van Muziek en/of Sound Design. Je gaat een muziekles geven op een basisschool. Je leert hiervoor een begeleidingstrack maken voor een kinderlied en je leert de beginselen van vakdidactiek (hoe je les moet geven). Je gaat een bezoek brengen aan een concert en/of het conservatorium en/of concertzaal.

KuA (‘Kunst Algemeen’) Kunst Algemeen behandelt de algemene theorie (cultuurgeschiedenis) van beeldende kunst en vormgeving, muziek, dans en theater. Aan de hand van zes invalshoeken worden zes onderwerpen bestudeerd.

Werkvormen in de bovenbouw In de bovenbouw zullen we werken zoals we in de onderbouw al veel werken, namelijk vaak zelfstandig in groepjes. Uiteraard wordt er gedifferentieerd op (speel)niveau.

Manier van toetsen in de bovenbouw Bij KuA maak je toetsen/schoolexamens en het vak sluit je af met een centraal examen. Bij Music and Sound Design krijg je cijfers voor de muziektheorietoetsen en voor de speelstukken en andere praktische opdrachten.

Music and Sound Design (MSD)

Page 18: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

17

Mythen versus feiten over het vak in de bovenbouw

- Je hoeft geen instrument te kunnen bespelen. Dit ga je namelijk leren.

- Tijdens MSD worden de leerlingen havo en vwo gemengd. Havo en vwo volgen op hun eigen niveau KuA.

- KuA is een vak waar je voor kunt leren. Je krijgt je diploma niet cadeau, dus voor KuA zul je wel doorzettingsvermogen moeten tonen.

Onderbouw - bovenbouw

Verschillen:

- In de bovenbouw heb je het vak KuA erbij.

- In de bovenbouw zijn de leerlingen (nog) fanatieker en enthousiaster, omdat je les hebt met leerlingen die het vak gekozen hebben. Je kunt op muzikaal gebied veel leren van je medeleerlingen.

- In de bovenbouw moeten de leerlingen in het begin even wennen. Het duurt een paar weken/lessen voordat leerlingen met ideeën durven te komen, goed kunnen samenwerken, meteen aan de slag gaan en zichzelf durven te laten zien/horen. Dit is niet erg, de docenten helpen de leerlingen hierbij.

Overeenkomsten:

- We spelen vaak in bandjes.

- Je leert verschillende instrumenten bespelen.

- We maken gebruik van multimedia.

- Muziek draagt bij aan je sociaal - emotionele ontwikkeling, creatieve ontwikkeling, en cognitieve ontwikkeling.

Page 19: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

18

Bij het vak natuurkunde ben je bezig de wereld om je heen te vangen in formules en wetten. Dat kunnen kleine dingen zijn zoals elektronen, maar ook mensen , auto’s of planeten. Je bent dus veel bezig met waarnemen, meten, formules en logisch redeneren. Natuurkunde past als een experimenteel vak goed binnen de NG en NT profielen.

Onderwerpen die aan de orde komen zijn:

• Trillingen en golven; • Beweging, kracht en energie; • Elektrische lading en magnetisme; • Straling en materie (denk aan MRI-scan, CT-scan, röntgenfotografie etc.); • Sterrenkunde; • Subatomaire deeltjes of relativiteit (lichtsnelheid, Einstein en E=m.c2);(keuzemodule) • Biofysica of geofysica; (keuzemodule) • Quantumwereld; • Het gebruik van modellen en videometen;

Daarnaast komen onderzoekvaardigheden en technische ontwerpvaardigheden aan de orde. Houd er rekening mee dat je veel wiskunde gaat gebruiken, het is handig als je wiskunde B in je pakket hebt, maar met wiskunde A kun je het vak ook doen. Een belangrijk verschil met wiskunde is dat je deze vaardigheden ook gebruikt in practica, zowel als oefening als voor een cijfer (praktische toets). De theorie wordt getoetst middels proefwerken en schriftelijke overhoringen. Er wordt per hoofdstuk een SO gegeven en daarnaast gaan de proefwerken over meerdere hoofdstukken. Proefwerken vinden plaats in de toetsweken.

Een belangrijk verschil met de onderbouw is het tempo. In de bovenbouw is het tempo hoger dan in de onderbouw. Er is een afwisseling in theorie leren door experimenten te doen en klassikale instructie. Er wordt dus zowel klassikaal als in groepen gewerkt, afhankelijk van het onderwerp.

Natuurkunde

Page 20: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

19

In de bovenbouw wordt de kennis over de bouw van stoffen uit de onderbouw verder uitgebreid. Naast atomen en moleculen komen ook ionen, protonen, elektronen en neutronen aan bod. Bij het onderwerp chemische binding kijken we welke soort elektrostatische interacties deeltjes met elkaar hebben. Het onderwerp chemische binding is daarmee een rode draad in het vak scheikunde in de bovenbouw. Met de kennis van chemische bindingen zijn veel eigenschappen van stoffen en materialen te verklaren, bijvoorbeeld waarom spindraad heel sterk is. Je gaat je kennis van chemische bindingen ook toepassen bij de onderwerpen chromatografie en massaspectrometrie. Dit zijn analysemethoden waarmee je stoffen kunt scheiden en detecteren. Chromatografie wordt bijvoorbeeld toegepast om urine te onderzoeken op doping.

Een tweede rode draad van het vak scheikunde is de chemische reactie. In de onderbouw heb je een chemische reactie leren herkennen en geleerd hoe je deze in een reactievergelijking kunt weergeven. In de bovenbouw gaan we naar verschillende typen reacties kijken zoals zuur-base reacties, redoxreacties en allerlei reacties tussen koolstofverbindingen, bijvoorbeeld het vormen van eiwitten en kunststoffen. Bij reacties komen ook de onderwerpen reactiesnelheid, reactiemechanismen, energie van reacties en chemische evenwichten aan bod.

De derde rode draad is het chemisch rekenen. Ook daar heb je in de onderbouw al een beetje mee kennis gemaakt. Het chemisch rekenen zal verder worden uitgebreid en binnen alle onderwerpen worden toegepast.

Je kennis over chemische bindingen, reacties en chemisch rekenen moet je in verschillende contexten kunnen gebruiken. Deze contexten zijn veelal afkomstig uit (wetenschappelijk) onderzoek zoals bijvoorbeeld onderzoek naar een nieuw type batterijen. In de bovenbouw ligt de nadruk bij de opdrachten vooral op het (ontwikkelen van) inzicht. Er wordt niet alleen verwacht dat je kennis hebt, maar dat je je kennis van de verschillende chemische concepten op een slimme manier kunt combineren. Dat vereist inzicht in de samenhang van geleerde onderwerpen.

Het tempo waarin we door de lesstof gaan ligt hoger dan in de onderbouw. In de les zijn er verschillende activiteiten zoals practica, opgaven maken en onderzoeksprojecten. Meestal werk je na een korte uitleg van de docent zelfstandig met 2-4 leerlingen samen aan je opdracht.

De theorie wordt getoetst met een schriftelijke toets. Daarnaast zijn er een aantal praktische opdrachten per jaar.

Scheikunde

Page 21: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

20

Doelen:

In de bovenbouw is het doel de kennis en vaardigheden die je in de onderbouw hebt geleerd verder uit te breiden en toe te passen. Daarbij ligt de nadruk op het oefenen van de vaardigheden: spreken, schrijven, lezen en luisteren. Ter ondersteuning breid je je kennis van grammatica behoorlijk uit en blijf je woordjes leren. We besteden aandacht aan cultuur en literatuur van Spanje en Spaans-Amerika: Spaans wordt immers over de hele wereld gesproken. Waar mogelijk betrekken we de actualiteit in de les en hebben we contact met Spaanssprekenden. Zo is er in de vierde de mogelijkheid om aan een uitwisseling met Spanje deel te nemen en proberen we Spaanssprekenden op school uit te nodigen om te oefenen.

We vinden het erg belangrijk dat je veel taal produceert, dus in de les proberen we altijd zo veel mogelijk Spaans te spreken en je Spaans te laten spreken. We oefenen gesprekjes, houden presentaties, schrijven mails, kleine teksten, recensies, etc. We lezen verhalen, krantenartikelen, boeken en oefenen voor het eindexamen leesvaardigheid. We kijken het nieuws, films (of fragmenten daarvan) en video’s van Youtube. Allemaal met het doel om je een inkijkje in het leven van een Spaanstalige te geven en je te leren nog beter Spaans te spreken, schrijven, verstaan en begrijpen.

Methode:

We werken met de methode’s Reporteros 3 en Con Gusto 3, maar die vullen we aan met andere bronnen, zoals materiaal van DELE (officieel Spaans examen van het Instituto Cervantes), krantenartikelen, nieuwsfragmenten, leesboekjes op niveau, extra oefeningen, etc.

Toetsen:

We toetsen de vier vaardigheden (spreken, schrijven, luisteren en lezen) gedurende de gehele bovenbouw. Apart of in combinatie met grammatica en/of woordenschat. Je krijgt ook grammaticatoetsen. Vooral in het vierde leerjaar leer je behoorlijk wat nieuwe grammatica, waar je in het vijfde en zesde leerjaar verder mee aan de slag gaat. In vwo 4 en 5 toetsen we ook, in beperkte mate, vocabulaire in de vorm van SO’s. We gaan met literatuur/cultuur aan de slag in de vorm van projecten (handelingsdelen) en een werkstuk.

Eindexamen:

Het centraal schriftelijk examen Spaans is leesvaardigheid (ERK-niveau B1/B2) en in de vierde, vijfde en zesde oefenen we daar veel mee. Daar hoort ook het leren van (examen)vocabulaire bij en het aanleren van strategieën, zoals woordraadstrategieën.

Mocht je nog meer willen weten, vraag het je vakdocent! Saludos,

De docenten Spaans

Spaans

Page 22: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

21

Wiskunde is een vak dat in de bovenbouw een grote verandering ondergaat. In VWO 3 heeft elke leerling wiskunde. Bij de overgang naar VWO 4 moet er een keuze gemaakt worden: Wiskunde C, wiskunde A of wiskunde B. Verder kan een leerling met wiskunde B ook wiskunde D kiezen. (Een profiel zonder wiskunde is geen optie).

De keuze voor een wiskundevariant is afhankelijk van het profiel en heeft invloed op de mogelijkheden voor vervolgstudies. Er zijn studies die een bepaalde wiskundevariant verplicht stellen. De inhoud van de varianten zijn dan ook daarop gericht. Wil een leerling een technische studie volgen, dan is ook wiskunde D een goede keuze. Vervolgstudies kunnen deze keuze niet verplichten, want niet elke school biedt het vak wiskunde D aan, maar geven wel aan dat het een pré is. Een fabel is dat wiskunde D heel moeilijk is. Wiskunde D is een verbreding en verzwaring. Dus niet alle onderdelen van wiskunde D zijn per definitie lastiger. Je moet echter wiskunde wel “leuk” vinden, want je bent natuurlijk veel tijd met wiskunde bezig als je twee varianten hebt. Een groot verschil is het tempo, vooral bij wiskunde B. Zoals voor veel vakken geldt, maar zeker voor wiskunde is “oefening baart kunst”. Door veel te oefenen kun je -vooral je vaardigheden- verbeteren. Uitgebreidere uitleg over wiskunde in de bovenbouw is te vinden in een PowerPointpresentatie op het intranet voor ouders (via de website van de school). (https://vobo.mwp.nl/IntranetoudersHeerbeeck/Communicatie)

De manier van toetsen blijft schriftelijk. De hoeveelheid toetsen wordt minder, de hoeveelheid stof per toets wordt meer. Er is een PO (praktische opdracht) in VWO 6.

Wiskunde is een ondersteunend vak, d.w.z dat veel andere vakken gebruik maken van de onderwerpen en vaardigheden waarin een leerling bij de verschillende varianten onderwezen wordt.

Wiskunde C: Getallen en variabelen – Combinatoriek – Verbanden en grafieken – Het kansbegrip – Beschrijvende statistiek – Machtsverbanden – Kansrekening – Lineair programmeren (keuze) – Regelmaat en verandering – Kansverdeling – Meetkunde – Statistiek en ICT – Logische redeneren – Allerlei formules – Meetkundige figuren.

Wiskunde A: Getallen en variabelen – Combinatoriek – Verbanden en grafieken – Het kansbegrip – Beschrijvende statistiek – Machtsverbanden – Kansrekening – Lineair programmeren (keuze) – Rijen en veranderingen – Kansverdelingen – Differentiëren – Het toetsen van hypothesen – Exponenten en logaritmen – Toepassen van de differentiaalrekening – Allerlei formules.

Wiskunde B: Functies en grafieken – De afgeleide functie – Vergelijkingen en herleidingen – Meetkunde – Machten en exponenten – Differentiaalrekening – Goniometrische functies – Meetkunde met coördinaten – Exponentiele en logaritmische functies – Meetkunde met vectoren – Integraalrekening - Goniometrische formules – Voortgezette integraalrekening (keuze) – Limieten en asymptoten – Meetkunde toepassen – Afgeleiden en primitieven

Wiskunde D: Combinatoriek – Discrete wiskunde – Kansrekening – Matrices – Discrete kansverdelingen – Discrete dynamische modellen – Bewijzen – Vectormeetkunde – Meetkundige plaatsen en raaklijneigenschappen - Complexe getallen – Lineaire algebra – Continue kansverdelingen – Kegelsneden – Mathematische statistiek – Continue dynamische modellen – Complexe functies.

Een andere grote verandering is de manier van lesgeven. We werken in de bovenbouw VWO volgens het OLWE-systeem. OLWE staat voor Open Leercentrum Wiskunde en Economie. Leerlingen krijgen de uitleg van de stof gecentreerd in een aantal collegelessen. Het aantal van dit soort lessen is afhankelijk van de

Wiskunde

Page 23: Vakkenboekje keuzevakken VWO bovenbouw - Heerbeeck · In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf ... de stof uit vwo 4, vwo 5 en vwo 6 gekendmoet

22

wiskundevariant (C, A, B en/of D). Daarnaast moet de leerling zich voor minimaal zijn resterende lessen inschrijven voor het OLWE. Hier kan de leerling, onder begeleiding van een wiskunde- en/of economiedocent, werken aan wiskunde. Dit systeem biedt o.a. een grotere mogelijkheid tot differentiatie.

De rekentoets is geen onderdeel van het wiskundecurriculum, maar een apart `vak`. Vanaf dit schooljaar is de rekentoets geen verplicht onderdeel meer in het curriculum van een VWO-leerling. Het rekenonderwijs gaat wel voortgezet worden, maar over de manier waarop we dat moeten gaan doen is nog geen duidelijkheid gegeven door de overheid.