16
juni 2015 20 Troosten is een werkwoord Naast Israël staan Regiogroepen bidden voor heerbaan

Troosten is een werkwoord

  • Upload
    lethu

  • View
    223

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Troosten is een werkwoord

juni

201

5

20

Troosten is eenwerkwoordNaast Israël staanRegiogroepen bidden voor heerbaan

Page 2: Troosten is een werkwoord

Boom plantenOver de grondhouding van Israëlvalt veel te zeggen. Ik noem hiertwee aspecten: de waarde van hetleven en de toekomstgerichtheidvan het volk. Het eerste aspect trofme sterk toen ik tijdens de studie-reis in april opnieuw Yad Vashembezocht. We dwaalden door devallei van de verdwenen gemeen-schappen, zagen de plaquettesmet namen van de rechtvaardigenonder volken en luisterden naarhet voorlezen van namen van om-gekomen kinderen. Welk volk is zonauwgezet in het vasthouden van

de herinnering, in het gedenkenvan hen die niet meer zijn? Geenmens of gemeenschap wordt ver-geten.De toekomstgerichtheid van ditvolk zie je overal om je heen. Watme altijd treft in Israël is deenorme drive van mensen om ietsnieuws tot stand te brengen enom obstakels te overwinnen. In ditland dat voor een groot deel uitwoestijn bestaat zijn de mensenallesbehalve dor, droog of afwach-tend. Eenvoudige plastic buisjesvormen een systeem voor druppel-irrigatie en zorgen overal voor on-

gekende bloei van bloemen, plan-ten en bomen. Het tekent de men-taliteit van de moderne Israëli.Misschien heeft het met overle-vingsdrang te maken, misschienook met optimisme of met hetidee dat iedereen een missie heeftte volbrengen. Een oud verhaallijkt dat laatste te zeggen. Als ie-mand de oude rabbi Jochananben Zakai een Johannesbrood-boom ziet planten vraagt hij watvoor nut dat heeft. De boom geeftimmers pas na 70 jaar vrucht!Waarop de rabbi antwoord dat zijnkinderen en kleinkinderen ervanzullen genieten, net zoals hij zelfde vruchten plukt van wat ande-ren voor hem hebben gedaan.

Van Israël geleerdDeze grondhouding heeft alles temaken met de bijzondere weg dieGod met dit volk gaat. De op-dracht te gedenken is een bijbelsrefrein dat Israël ter harte heeftgenomen. Niet om in het verledente blijven hangen, maar om lessente leren voor vandaag en morgen.

2 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

Solidariteit met Israël, het wordt vaak omschreven als ‘naast Is-raël staan’. Vaak ook gaan die woorden samen met heftigeemoties en de oproep om tot actie over te gaan. Maar wat be-tekenen die woorden anno 2015? In dit artikel wil ik er eenpaar persoonlijke opmerkingen over maken. Daarbij gaat hetme niet zozeer om een actieplan voor steun aan Israël. Ik kieservoor om terug te gaan naar de grondhouding die we van Is-raël leren en naar het besef van onze plaats als christenennaast Israël. Op dat fundament ontstaat een vorm van solidari-teit die niet afhankelijk is van ons gevoel of van het moment.

n KEES JAN RODENBURG

Naast Israëlstaan

Details van de Scroll of Fire, gedenktekenten westen van Jeruzalem

Page 3: Troosten is een werkwoord

3

Dit NEMagazine biedt een soortdwarsdoorsnede van het werk vande NEM. We staan stil bij het jubi-leum van Corrie van Maanen. Al 25jaar geeft zij handen en voeten aande opdracht om Israël te troosten. Inzijn laatste bijdrage aan het maga-zine bespreekt Kees Jan Rodenburgwat ‘naast Israël staan’ voor hem be-tekent. Van de ontmoetingsconfe-rentie op Cyprus heeft u nog eendubbelinterview tegoed. Enkeleleden van een oude en een jonge re-giogroep leggen uit waarom samenbidden voor de NEM en voor het Mid-den-Oosten verrijkend is. Met de bij-belstudie van Ruth Penning en hetartikel van Alfred Muller kijken wevooruit naar de Reveilweken van ditjaar, die als thema de Bergrede heb-ben.

Zomaar een dwarsdoorsnede vanhet NEM-werk. In de veelzijdigheidmogen we iets zien van de breedtevan Gods werk: met Israël, met devolken, met ons persoonlijk. Hoeklein deze dwarsdoorsnede ook is,daarin wordt desondanks zichtbaarhoe groot Zijn liefde en trouw zijn.Als NEM voelen we ons bevoorrechtdat we hierbij daadwerkelijk betrok-ken mogen zijn via de werkers in hetMidden-Oosten en de organisatievan Reveilweken.

n REDACTIONEEL

Naast Israël staan 2

Troosten is een werkwoord 4

Studie: Gelukkig de treurenden 7

De heerbaan helpen aanleggen 8

Ontmoeting op Cyprus (deel 2) 10

Op de berg van de Bergrede 12

Agenda, steun de NEM, colofon 15

Kinderpagina 16

Als Israël iets heeft geleerd en onsheeft doorgegeven, dan is het welde ontdekking dat het verleden detoekomst niet bepaald. Fouten endwaalwegen hoeven ons niet ge-vangen te houden, want de Godvan Israël vergeeft en wijst eenweg naar de toekomst. Daarin ligtook de boodschap van dit volkvoor heel de wereld: zo is Hij, onzeBevrijder, die Heer is van heel deschepping en van ons leven. Hemwillen wij dienen.Naast Israël staan betekent voormij allereerst dat we deze grond-houding aannemen en steedsweer beoefenen. En ervan getui-gen dat we dit van Israël en metname van Jezus, de zoon van Is-raël, hebben geleerd. De verwach-ting van Gods Koninkrijk is nietmet ons christenen begonnen, wehebben het ook niet overgeno-men, nee we delen in wat eerstaan Israël is geschonken en wat ditvolk nooit is ontnomen. Ook inonze tijd heeft de kerk Israël nodigom zichzelf te zijn.

Gevaar van buitenaf, gevaar vanbinnenuitHoe vertaalt dit zich naar solidari-teit met Israël? Dat betekent voormij dat we ruimte geven aan dezeunieke stem van Israël in ons mid-den. Het betekent opkomen voorhet bestaansrecht van dit volk envan de staat Israël en strijd tegenantisemitisme en anti-judaïsme.Het betekent ook dat we elk ge-sprek over Israël niet laten verlam-men door stellingnames over depolitieke situatie in het land Israël.Die situatie is veel gecompliceer-der dan we zouden willen.

Tijdens de studiereis sprak AlfredMuller over het gevaar dat Iranatoomwapens kan ontwikkelen endat deze in de handen komen vanterroristen. Een heel ander gevaarwaarmee Israël wordt geconfron-teerd is echter de stroom joodseimmigranten die het land weerverlaten omdat er niet voldoendewerk en betaalbare woningenvoor hen zijn. De regering is welbezorgd over de veiligheid van hetland, maar heeft geen samenbin-dende visie voor de toekomst. Alsde huidige ontwikkelingen zichdoorzetten zal Israël wellicht ge-dwongen worden om de West-bank in te lijven en zal de meer-derheid van de bevolking op ter-

mijn niet-joods zijn. Het gevaarvan binnenuit is daarom zeker zogroot als dat van buitenaf. Uiteen-lopende groeperingen in het landhebben daarom totaal verschil-lende ideeën over wat nodig isvoor het voortbestaan van destaat Israël.

Broeders en zustersDe vraag wat ‘naast Israël staan’ danbetekent wordt nog indringenderals we bedenken dat onze politiekekeuzes grote gevolgen hebbenvoor broeders en zusters in hetland. Veel messiaanse joden vragenons de staat Israël te steunenomdat het de enige veilige plekvoor Joden is en God beloftenheeft uitgesproken over dit land.Arabische christenen roepen onsop om niet voorbij te gaan aan hetonrecht in het land. Daarnaast zijner messiaanse joden en Arabischechristenen die niet langer willenstrijden om het land, maar samenproberen te getuigen van Godsliefde. Geluiden waar we niet aanvoorbij kunnen gaan, maar diesoms wel op elkaar botsen. Op datmoment gaat het er niet om dat wijkiezen tussen deze stemmen, maarjuist de ontmoeting zoeken met aldeze broeders en zusters om luiste-rend, dienend en biddend naasthen te staan in de hoop en ver-wachting dat God hen gebruikt ommet het land en met haar inwonerstot Zijn doel te komen.

Naast Israël staanNaast Israël staan is niet vrijblij-vend. Het betekent getuigen vande verbondenheid met dit volk enopkomen voor haar bestaan, hetbetekent verdriet hebben van-wege Jodenhaat en protesterentegen antisemitisme. Het betekentbezorgd zijn over de interne ver-deeldheid van Joden. Het is lijdenaan het gemis van vrede en ge-rechtigheid voor Joden en Palestij-nen en steun geven aan initiatie-ven tot verzoening. Maar het is al-lereerst dankbaar zijn voor wat wedoor dit bijzondere volk hebbenmogen proeven van Gods goed-heid. We zijn gelukkige mensendat we mogen weten dat dezeGod naast Israël ook ons op hetoog heeft. Ik ken geen tekst diedat krachtiger zegt dan Jesaja 19:25:‘Gezegend is Egypte, mijn volk, enAssyrië het werk van mij handen,en Israël mijn bezit.’

Inhoud van ditnummer

Page 4: Troosten is een werkwoord

n ALICE JONKERS

Troosten is eenwerkwoord

Sinds 1990 woon en werk je in Je-ruzalem. Wat bracht jou ertoenaar Israël te gaan?Ik heb er een reis voor gemaakt.Terwijl ik in Afrika was werd ik inmijn hart overtuigd om naar Israëlte gaan. Dit werd bevestigd doorwoorden uit de Bijbel en doormensen om mij heen. Ik wildegraag mijn verpleegkundige be-roep gebruiken om mij in te zettenvoor de ander. De NEM paste daar-bij. In 1990 werd ik uitgezondenen ben ik met twee koffers op reisgegaan. Ik ben nog steeds ver-wonderd hoe mijn leven verlopenis tot nu toe.

Je bent uitgezonden door deNEM, je werkt voor de ChristelijkeAmbassade en er is een link metde GZB. Hoe zit dat?De NEM heeft mij in 1990 uitge-zonden en dat is mijn ‘familie’ in Is-raël. In 1994 had ik problemen metmijn visumverlenging. Doordat hetwerk van de thuiszorg in 1995werd overgenomen door de Chris-telijke Ambassade kon het door-gaan. De eerste jaren in Israël zijnniet makkelijk geweest. Ook met

de achterban ben ik door eenmoeilijke periode heengegaan.Daardoor kwam de GZB in 1999 inbeeld ter ondersteuning van degemeente die mij heeft uitgezon-den. Terugkijkend ben ik dankbaar,zelfs ook voor die moeilijke jaren.Ik mocht leren om op God te ver-trouwen, Hem heel dichtbij erva-ren, een leven in afhankelijkheid.

Wat vind je bijzonder aan hetwerk in de thuiszorg? In het werk van de thuiszorg hoorik het Vaderhart kloppen. Voor mijis het een groot voorrecht omdaarbij betrokken te zijn. Het geeftmij passie voor wat Hij mij toever-trouwt. De aliya heeft mijn hart,vandaaruit wordt dit werk gedaan.De mensen voor wie ik mij inzetzijn allemaal door een proces vanontworteling heengegaan, nie-mand van hen is in Israël geboren.In de terugkeer van de Joden zie ikde vervulling van Gods woord enZijn trouw voor Israël. Gods hartgaat uit naar Zijn volk, het is Zijnliefdeslied. En wij als gelovigen uitde volken mogen daar bij betrok-ken zijn.

Hoe ziet jouw werk onder de Rus-sische Joden eruit?Het gaat om basis-verpleegkun-dige zorg. Naast lichamelijke zorgis er ook aandacht voor de geeste-lijke en emotionele zorg van demensen. De rijkdom van hetjoodse geloof is dat God de helemens op het oog heeft. In dethuiszorg gaat het om relaties.Mensen hoop geven, soms in uit-zichtloze situaties. In armoede eneenzaamheid er willen zijn voor deander, naast de lichamelijke zorgook tijd maken voor een kopjethee. De Russische geschiedenisheeft veel wonden geslagen, totop vandaag zichtbaar. Soms duurthet lang voordat vertrouwen kanworden gegeven. Het werk is daar-door vaak ook een uitdaging.

Hoe zie je de invulling van je werkvoor de komende jaren? Mijn hoop en verwachting is datde aliya nog meer zal toenemenen dat de thuiszorg mee mag blij-ven ontwikkelen. ‘Troost Mijn volk’,de tekst uit Jesaja 40:1, is de basisvan dit werk. Troosten is een werk-woord en zolang God het mijgeeft ga ik van harte door. Het isZijn werk. Troost brengen is eenopdracht waar ik graag gestalteaan wil geven.

Hoe kijk je terug op al die jaren inIsraël? Met heel veel dankbaarheid. Het iseen voorrecht om in Jeruzalem tewonen, de feesten mee te vieren.

4 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

Interview met Corrie van Maanen

De NEM is al meer dan 50 jaar werkzaam in het Mid-den-Oosten. Iemand die daar al heel lang bij betrok-ken is, is Corrie van Maanen. Zij is in 1990 uitgezon-den en dit jaar maar liefst 25 jaar werkzaam in Israël.Zij werkt in de thuiszorg onder Russische Joden diealiya hebben gemaakt.

Page 5: Troosten is een werkwoord

5

Page 6: Troosten is een werkwoord

Wanneer ik nieuwsbrieven terug-lees zie ik Gods trouw, hoe Hij ge-broken harten geneest en ver-zoend heeft en gebeden beant-woord heeft. Hij is een God vantrouw! Ook in moeilijke dagen wasHij bij mij. Ik voel mij bevoorrecht!

Wat zou de achterban in Neder-land kunnen doen voor het werkvan de NEM in Israël?Trouw zijn in het gebed voor Is-raël. Door gebed ga je zien waar jemee bezig bent. Het gaat er niet inde eerste plaats om dat we eenmening vormen over Israël, maardat we de vraag durven stellen‘hoe kan ik tot zegen zijn?’ Wij zijnmedeverantwoordelijk voor Israëlom haar tot zegen te zijn.

Uit een recente nieuwsbrief vanCorrieVanuit Rusland heeft Mirjam (gefin-geerde naam) samen met haarmoeder aliya gemaakt. Inmiddels isdat al twintig jaar geleden. Methoop en verwachting waren ze ge-komen. Hoe anders beleeft Mirjamhet dagelijks leven in Israël. Vertrou-wen heeft ze niet gekregen, nieuwevriendschappen heeft ze niet toege-laten. Zij is alleen. De Tweede Wereldoorlog die zij alsklein meisje meemaakte, heeft diepesporen in haar leven getrokken.

Vorig jaar, toen wij in Israël op-nieuw door de spanning van eenoorlog heengingen, beleefde Mirjamhaar verleden alsof het gisteren hadplaats gevonden. ‘Ik kan er nietsmee’, zei ze zonder aanleiding. ‘Oor-log, het woord ‘oorlog’ kan ik nieteens hanteren, laat staan de inhouddaarvan.’ Ze liep naar de kast enging op zoek naar iets. Even laterkwam ze terug met een zwarte por-tefeuille in haar hand. Zittend op derand van haar bed, al verder zoe-kend haalde ze voorzichtig een ver-

geelde brief tevoorschijn. Gedateerd: februari 1943. Een mooigeschreven brief met een gelijkma-tig handschrift. Haar ogen blevenhalverwege rusten op een paar zin-nen. Liefdevolle woorden gerichtaan Mirjam, toen vier jaar oud,goede wensen voor haar vijfde ver-jaardag. Papa’s meisje. Ze las zevoor, haar vader had haar het bestegewenst. Twee maanden later, inapril 1943, werd hij aan het front inRusland doodgeschoten. Even, heeleven maar, mocht ik haar hart zien,vertrouwde ze mij en deelde ze eenkostbare herinnering. Ze huilde.Even maar. Ze sloeg haar handenvoor haar gezicht en herstelde zich;ze moet tenslotte toch altijd sterkzijn sinds zij met haar moeder enzusje vluchtte. ‘Oorlog’, ik kan erniets mee’, zei ze en ging over op ietsanders. Troost, het is vaak niets anders daner alleen maar zijn voor de ander.Geen grote woorden, geen oplossin-gen. Daar waar de ander zit, ernaastgaan zitten. Met het geloof dat hetde pijn iets zal verzachten.

6 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

Israël, hetliefdesliedvan God.

Page 7: Troosten is een werkwoord

n RUTH PENNING

Jezus zegt het hier zo: ‘Gelukkigde treurenden, want zij wordengetroost.’ Het gelukkig zijn zithem niet in het treuren, maar inwat er gaat gebeuren met men-sen die treuren, er komt troost.Toch blijft het een lastige uit-spraak. Er lijkt geen einde tekomen aan het kleine en groteverdriet dat ieder mens te dragenheeft. Worden wij allemaal ge-troost? Zijn wij allemaal ‘gelukkig’te noemen? En komt die troost endat gelukkig zijn nú of is dat ietsvoor de toekomst?

De afgelopen tijd werd me duide-lijk dat je op verschillende manie-ren als ‘treurende’ nu al troostkunt ervaren. Ik las het voorbeeldvan vier rabbijnen die bij Jeruza-lem aankomen en zien hoe detempel er verwoest bij ligt. Ze

zagen zelfs een vos uithet Heilige der

Heiligen

komen. Drie rabbijnen wordenverdrietig, maar de vierde lacht.De drie vragen hem om uitleg. Hijvertelt hoe hij blij is omdat hij nuzeker weet dat God zijn beloftegaat houden. Net zoals God doorde profeten heeft gezegd dat deverwoesting zal komen (en dat isgebeurd) zullen dus ook de woor-den van de profeten over het her-stel van Jeruzalem werkelijkheidworden. We kunnen getroost wor-den in verdriet omdat God belof-tes heeft gegeven van herstel inde toekomst. Gelukkig ben jewanneer je je in verdriet vast-houdt aan Gods beloftes.

De zaligsprekingen kun je ooklezen als een spiegel die onswordt voorgehouden. Dit is hetleven zoals Jezus het bedoeldheeft. Heeft Jezus bedoeld dat wijtreurig zijn? Op een bepaalde ma-nier wel. In het koninkrijk van Godleer je om verdrietig te zijn omwat God verdrietig maakt. Verdrietom wat in ons leven, in het levenvan onze gemeenschap, zo ingaat

tegen Gods liefde en

waarheid. Dit is het soort verdrietwaarin God wil troosten. Het isverdriet waardoor Hij een omme-keer in ons leven wil brengen.Paulus beschrijft deze troost bij-voorbeeld in 2 Korintiërs 7:10. Ge-lukkig ben je wanneer jouw levenen dat van je gemeenschap doorverdriet heen meer wordt zoalsGod het heeft bedoeld.

In diezelfde brief beschrijft Paulusnog een ander soort verdriet. Hetheeft alles te maken met tegen-spoed, lijden in het dagelijksleven. Niet als gevolg van je eigenzonden, maar als gevolg van hetleven in deze wereld. Ook daarinlaat God zijn nabijheid zien. 2Kor.1:3-4 (NBG): ‘De God aller ver-troosting, die ons troost in al onzedruk, zodat wij hen, die in allerleidruk zijn, troosten kunnen met detroost, waarmede wijzelf doorGod vertroost worden.’ Juist inmoeilijke omstandigheden kun jeop een hele bijzondere manierGod als de Trooster leren kennen.En er komt een kettingreactie.Troost van God is blijkbaar ietswat je door kunt geven. In ver-driet, in situaties waarin we onderdruk staan, kunnen we veel voorelkaar betekenen. De ander troos-ten is een opdracht die we al tegenkomen in het Oude Testa-ment. Zoals in de beroemdewoorden van Jesaja 40:1 ‘Troost,troost mijn volk.’ Deze woordenhebben tot de dag van vandaagmensen in beweging gebrachtom Israël te troosten. Gelukkigben je wanneer je in je verdriettroost mag ontvangen en het ookmag doorgeven aan anderen!

7

Gelukkig de treurendenVan alle zaligsprekingen (Matteus 5:3-10) lijken boven-staande woorden misschien wel het meest onlogisch. Geluk-kig zijn en treuren dat gaat toch niet samen? En al helemaalniet als je ‘gelukkig zijn’ ziet als ‘alles hebben waar je naar ver-langt op het moment dat jij het wilt.’ Blijkbaar gaat het geluk-kig zijn in de Bijbel over een rijkdom die een laag dieper zitdan onze uiterlijke omstandigheden.

Page 8: Troosten is een werkwoord

8 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

n JEDIDJA FIJNENBERG

Jopie van Woerden is trouwedeelnemer van de regiogroep inMaasland, één van de oudste re-giogebedsgroepen van onsland.

Hoe en wanneer is de regiogroep uitMaasland ontstaan?Jopie: ‘In 1983 deed Evert van dePoll tijdens een Reveilweek eenoproep om gebeds- en steungroe-pen te vormen in het land. Lutzenvan de Graaf begon een regioge-bedsgroep in Rotterdam, waarbijLuc de Vries zich aansloot. Een jaarlater is Luc een regiogroep inMaasland begonnen. We komenéén keer in de maand bij elkaar en

we zijn nu met onge-veer achttien men-sen. Als groep zijn wezeer gemêleerd, vanverschillende stro-mingen en kerken,maar we willen alle-maal Israël zegenen.’

Wat betekent de regio-gebedsgroep voor joupersoonlijk?

‘Het besef dat de NEM een meele-vende en biddende achterbannodig heeft. Ik geloof dat God zelfde heerbaan uit Jesaja 19 zal aan-leggen, maar dat hij wel helperskan gebruiken. Alle werkers dienamens de NEM in het Midden-Oosten dienst doen verdienen onsgebed.

In het verleden zijn we gevraagdop cruciale momenten te bidden,bijvoorbeeld toen er plannenwaren om de Menorahzaal op hetNEM-terrein te bouwen. Er werdom gebed en bevestiging ge-vraagd aan de achterban. Zelfwerd ik toen op een nacht wakkermet de woorden van Psalm 150.

Dat had met de Menorah temaken. Het gebouw is er geko-men, midden in het land. Het iseen grote zegen voor allerleidagen en organisaties waar deHere wordt gezocht en geprezen.’

Waarom zou je iemand motiverenom deel te nemen aan een regio-groep?‘Als je wil leren te volharden ingebed, moet je voor de NEM gaanbidden. Het zijn gewoon helegoede avonden. Het is een maniervan voeding, we drinken echt uitde Bron. Samen zijn we één in deHeer.’

De heerbaan helpenaanleggen22 NEM-regiogroepen actief

Door heel Nederland zijn 22 regiogroepen actief diemaandelijks bij elkaar komen voor gebed en bijbelstu-die. Jan van der Voort, coördinator regiogroepen: ‘Hetunieke van een regiogroep is dat mensen uit verschil-lende christelijke geloofsbewegingen bij elkaar komenom te bidden voor Israël, het Midden-Oosten en hetwerk van de NEM. Iedere maand sturen we hen een ge-bedsbrief toe met informatie over het werk van deNEM, over uitgezonden werkers en de situatie in hetMidden-Oosten. Ook krijgen ze een bijbelstudie om

met elkaar door te nemen. Naast de maandelijkse bij-eenkomsten dragen zij de visie van Jesaja 19:23-25 uitin hun plaatselijke kerk en omgeving. Een regiogroep isals het ware een verlengstuk van wat wij doen op kan-toor.’

Voor wie is de regiogroep bedoeld?Jan: ‘De regiogroep is bedoeld voor iedereen die eenbewogen hart heeft voor Israël en het hele Midden-Oosten. Op de website kan je de plaatsen vinden waarde groepen zijn. Als er in een regio nog geen groep is,dan willen we mensen helpen om een groep te begin-nen.’

Jopie: ‘Als groep zijnwe van verschillendestromingen en ker-ken, maar we willenallemaal Israël zege-nen.’

Page 9: Troosten is een werkwoord

Lita van Leesten is oprichtstervan de regiogroep in Almere, dejongste regiogebedsgroep vanons land.

Hoe en wanneer is de regiogroep inAlmere ontstaan?Lita: ‘Deze groep is in mei 2014ontstaan. Vorig jaar had ik tijdelijkgeen werk en zocht naar Gods be-doeling hiermee. Nu had ik al heellang een warm hart voor Israël enwas met dit volk begaan. Ik dacht:Hoe ga ik hier als christen meeom? Op internet zocht ik wat orga-nisaties hiermee doen. Zo kwam ikop de site van de NEM terecht.Wat zij allemaal doet sprak meaan. Ik heb toen contact gezocht.

In Almere is nog een Israëlgebeds-groep. Die komt eens per maandop een avond bij elkaar. Ik ont-dekte dat er mensen zijn die lieveroverdag bij elkaar komen. Iederemaand komen we op een donder-dagmiddag bij elkaar met eengroep van zo’n zeven mensen. In-tussen werk ik weer, maar de don-derdag is mijn vrije dag.’

Wat betekent de regiogroep voorjou persoonlijk?‘Ik zou het prachtig vinden omnaar Israël te gaan en daar te wer-ken, maar dat gaat nu niet.Daarom kijk ik naar wat kan op ditmoment. Bidden kan wel. Het isbemoedigend om dat met eengroep te doen.’

Waarom zou je iemand motiverenom deel te nemen aan een regio-groep?

‘In de Bijbel staat hoe belangrijkgebed voor Israël is. Ik wil mensenlaten nadenken en erbij stil latenstaan hoe prettig en belangrijk hetis om dit samen te doen. Vanochtend las ik een mail van ie-mand die haar baan kwijt is. Ik hebhaar de informatie van de NEMgegeven en haar uitgenodigdvoor de eerstvolgende bijeen-komst van de regiogroep. Binneneen paar minuten had ik de reac-tie dat ze komt!’

Lita: ‘Ik kan niet naarIsraël gaan om tewerken. Bidden kanik wel.’

Iedere uitgezonden werker is betrokken bij een regiogroep in het land.Wilma is uitgezonden naar Israël en is nauw betrokken bij de regiogroep inAlblasserdam en Maasland.

Wilma: ‘Wij zijn een geloofsorganisatie en dat kan alleen standhoudendoor veel gebed. Bij de groep in Maasland ben ik al vanaf het begin be-trokken. Zonder hun gebeden zou ik nooit zoveel hebben kunnen doenvoor de mensen hier en het zou ook veel moeilijker geweest zijn om hetvol te houden. Ik probeer contact te onderhouden door regelmatig ge-bedspunten toe te sturen. Als leden van deze groep in Israël zijn zoeken zijmij vaak op. Als ik in Nederland ben probeer ik de groep te bezoeken endat vind ik altijd hartverwarmend en verrijkend. De groepen betekenenheel veel voor mij!’

Wil je meer weten over de regiogroepen of je bij eengroep aansluiten? Kijk op onze site voor meerinformatie of neem contactop met Jan van der Voort:

[email protected].

9

Page 10: Troosten is een werkwoord

10 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

n RUTH PENNING

Ontmoetingop Cyprus(deel 2)

Mirjam, wat is er in je leven ge-beurd dat je het verlangen hebtgekregen om Joden te ontmoe-ten?Het kwam onverwacht toen ik inde Bijbel las in Romeinen 11. DeHeer liet me duidelijk zien dat Hijzijn volk Israël niet had afgewezen.De verzen raakten mijn hart. Zelfging ik in die tijd ook door eenmoeilijke periode. Ik las de Bijbelom gezegend te worden, om eenvers te lezen waardoor ik zelf be-moedigd kon worden. Maar inplaats daarvan begon ik te huilenen te bidden voor Israël. Ik voeldezoveel liefde voor Israël. Ik las hetbijbelgedeelte de hele week. Watme het meest raakte was dat ditbijbelgedeelte zegt dat Israëli’s dewortels zijn. Zij zijn de wortels enwij zijn de takken. Ze zijn eenzegen voor ons. Het tegenoverge-stelde hoor je in mijn cultuur. Daarwordt gezegd dat Israëli’s slechtemensen zijn. Christenen gevennog steeds Israël de schuld voorhet doden van Jezus, na al dezegeneraties. Ik ging voorbede doenvoor Israël: ‘Jezus, vergeet uw be-loften aan Abraham niet!’ Na eenmaand begon ik het te delen metmijn familie. Ze waren er niet blijmee. Ze zeiden: ‘Nee, het gaat hier(in de Romeinenbrief ) niet over Is-

raël, maar over de kerk!’ Maar dat isecht niet logisch. Er staat duidelijk‘God heeft zijn volk niet afgewe-zen.’

Alleen staanIk kende geen mensen in Egyptedie net als ik voor Israël bidden. Demeesten kan het niet schelen, ofze haten de Joden. Ik begon tebidden dat de Heer me mensenzou brengen uit Egypte die van Is-raël houden en voor Israël bidden.Ik las in het Bijbelboek Jeremia. De

Heer zegt tegen hem: ‘Zeg niet: ikben nog maar een jongen. Ik hebje gekozen vanuit de schoot van jemoeder, voor een speciale taak.’ Ende Heer raakt zijn mond aan. Hijzei tegen Jeremia: ‘Ik leg mijnwoorden in je mond’. Ik las dit en ikviel in slaap en ik voelde dat Jezusecht mijn lippen aanraakte. Hijmoedigde me hiermee aan. ‘Zegniet: ik ben maar alleen. Je kunthet. Spreek erover. Moedig men-sen aan te bidden voor Israël.’ Dezeconferentie is voor mij een beves-tiging van God. Ik heb nu echtJoden ontmoet en ik weet dat Godwil dat ik voor hen bid. Voorheendacht ik ‘ik ben gek’. Ik ben zo blijdat ik door deze conferentie Han-neke heb ontmoet, want zij is ookEgyptisch. We kunnen elkaar steu-nen en aanmoedigen.

Karin, wat is er in jouw leven ge-beurd dat je het verlangen hebtgekregen Arabieren te ontmoe-ten?Anderhalf jaar geleden immi-greerde ik vanuit Amerika naar Is-raël. Al meer dan twintig jaar hoorik bij de Messiaans Joodse ge-meenschap. Voor ons zijn Godsbeloften voor Israël vertrouwd. Wijwisten dat wanneer je Israël ze-gent je gezegend zult zijn. Maarwe spraken alléén maar over hetJoodse volk, we dachten helemaalniet na over andere volken, zoalsbijvoorbeeld in de profetie van Je-saja 19. Eigenlijk was het nogalegocentrisch, het draait om hetJoodse volk, alle andere volkenmoeten hierachter aansluiten.Twee jaar geleden werd mij eenbaan was aangeboden door Seeds

In het maart nummer van NEMagazine werd al uitge-breid verteld over de bijzondere conferentie op Cyprus.Eén van de artikelen ging over drie deelnemers: de Egyp-tische Hanneke en Mirjam en de Israëlische Karin. In datartikel kwam vooral het getuigenis van Hanneke naarvoren. In dit magazine wil ik graag Mirjam en Karin uit-gebreider aan het woord laten.

Page 11: Troosten is een werkwoord

11

of Hope in Israël. Seeds of Hope iseen hulporganisatie, die in Jeruza-lem een school van verzoeningheeft voor Joodse en Arabischekinderen. Toen ik gevraagd werdom hiervan het hoofd te wordenleek me dat geweldig. Ik ver-wachtte dat alle christen-Arabie-ren op deze school net zo zoudengeloven als ik, want dat is toch watde Bijbel zegt? In Amerika had ikgezien hoe niet-Joden tot geloofkwamen. Ik had gezien hoe zijdoor bijbelstudie tot inzicht kwa-men om een levensstijl te hebbennet als wij Joden. Ik dacht dus datwe op deze school allemaal koos-jer zouden eten en dat we alle-maal sjabbat zouden vieren. Toenik op deze school begon te wer-ken ontmoette ik verschillende Pa-lestijnse leerkrachten die helemaalniet zo leefden. Ik realiseerde me:‘Dit is hier een hele andere cul-tuur’. Ik schrok dus eerst wel op

deze school, maar besloot toenom echt te gaan voor samenwer-king tussen Joodse en Arabischeleerkrachten.

Bewogen met HagarAl na een paar weken kwam ereen verandering bij mij. Ik kreegbezoek van een collega die vooronze organisatie in een Arabischland werkt. We baden samen. Tij-dens het bidden liet de Heer mezien dat ik moet bidden voor Saraen Hagar. Dat heeft me sindsdienniet meer losgelaten. Beide vrou-wen horen bij het huis van Abra-ham. Hun zonen Isaäk en Ismaëlzijn beiden zonen van Abraham. Ikwerd geraakt door de moeilijke si-tuatie van Hagar. Haar houdingwas niet goed, maar er was ookecht misbruik van haar gemaakt.Ik kreeg bewogenheid voor Hagaren haar nageslacht. Ik begon tezien hoe God een zegen heeft

voor Ismaël en zijn nageslacht.Isaäk en Ismaël hebben een ver-schillende roeping, maar zijn alle-bei gezegend. Het raakt me diepdat Sara Hagar heeft wegge-stuurd. Ik ervaar het als roepingom Hagar en haar nageslachtweer terug te verwelkomen in hethuis van Abraham. En we zijn éénin het huis van onze Vader. Dat iswat me naar deze conferentieheeft gebracht. Niet dat Arabischechristenen komen en zeggen: ‘Nuga ik Joods worden en alles op jul-lie manier doen.’ Het gaat eromdat we samenkomen en zeggen:‘We doen het op de manier vanonze Vader.’

Page 12: Troosten is een werkwoord

Dit is het landschap waarin Jezusen de apostelen verkeerden. Inhun tijd vestigden religieuzeJoden zich namelijk rond denoordzijde van het meer. Archeo-logische opgravingen in plaatsenin de buurt als Kapernaüm, Chora-zin, Bethsaïda, Tabgha en Magdalahebben dat bevestigd.

Zeven bronnenHet plaatsje aan de voet van deberg heet Tabgha. Dat woord is af-geleid van het Griekse ‘Heptape-gon’, dat ‘zeven bronnen’ betekent.Ze leveren warm water en de vis-sen vermenigvuldigen zich daarsnel. In de dorpjes aan de noord-zijde van het meer woonden vis-sers.

In Bethsaïda (het huis van de vis-ser) bijvoorbeeld vond archeoloogRami Arav vissershuizen. De ma-nier waarop de huizen waren ge-bouwd bevestigen volgens hemdat Jezus moet worden geplaatstin ‘een omgeving van eenvoudigeen zeer nederige mensen’. Toen lagBethsaïda nog aan het meer. Te-genwoordig ligt het tennoorden daarvan, omdat deJordaan slib heeft aange-voerd.

De christelijke traditie heeftde noordzijde van het meeral snel verbonden aan be-langrijke Bijbelse gebeurte-nissen. De Spaanse pel-

grim Egeria, die in de jaren 383 tot395 door het land van de Bijbeltrok, schreef dat Jezus bij de zevenbronnen van Tabgha het wondervan de broodvermenigvuldigingverrichtte. Op de heuvel iets hogeris een spelonk waar volgens haarJezus de Zaligsprekingen uitsprak.

Deze traditie is volgens de vroe-gere archeoloog Bargil Pixner mo-gelijk afkomstig van de eersteJoodse gelovigen in Jezus. De rots-achtigheid van de berg duidt ervolgens Pixner op dat de plek nietvoor landbouw werd gebruikt inde tijd van Jezus.

In de buurt ligt ook Kfar Nahum,het dorp van Nahum, in het Ne-derlands beter bekend als Kaper-naüm, waar archeologen een oudekerk hebben gevonden, die moge-lijk gebouwd was op de plaatswaar Petrus woonde.

n ALFRED MULLER

De ene na de andere touringcar zoeft de Berg van de Zaligspre-kingen op. Al eeuwenlang is deze plek in trek bij bezoekers aanhet land van de Bijbel. Geen wonder.Wat trekt hen? Door de relatief weinige bebouwing rondom hetMeer van Galilea, kunnen de bezoekers zich hier het Bijbelselandschap vrij gemakkelijk voorstellen. Tegenwoordig zijn de vel-den weliswaar in cultuur gebracht door kibboetsiem, maar hetmeer ligt er vrijwel net zo bij als vroeger. Ook de blauwe kleurvan het water waarop vissersbootjes drijven en de glooiingen vanhet landschap zijn niet veranderd. Paden doorkruisen de velden.Deze bieden bezoekers gelegenheid af te dalen door een groenof - in de zomer - geel landschap naar het 150 meter lager gele-gen Meer van Galilea.

12 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

Op de berg vande Bergrede

Een van de zeven bronnen bij Tabgha.

Page 13: Troosten is een werkwoord

13

Het leven van de Joden hier moetvrij rustig geweest zijn. Ze haddenkans de Thora te bestuderen in desynagogen. Dit gebied stond nietonder directe controle van de Ro-meinen, zoals Juda en Jeruzalem,verder naar het zuiden. Een van devier zonen van Herodes de Grote,genaamd Herodes Antipas,heerste hier. Hij regeerde in Gali-lea en Perea (in het Overjor-daanse) van 4 v.Chr. tot 39 n.Chr.

Herodes Antipas wenste evenalszijn vader grote bouwwerken ach-ter te laten. Hij stichtte in 20 n.Chr.Tiberias. Hij noemde de stad naarde Romeinse keizer Tiberius en hijmaakte er de hoofdstad van Gali-lea van. De stad had een theater,een sportstadion en luxe baden.Religieuze Joden bleven echter uitde buurt omdat de stad op eenbegraafplaats lag. De viervorstdwong vervolgens vroegere sla-ven, armen en soldaten om er zichte vestigen. Jezus is waarschijnlijk

nooitin de stad geweest. Vandaag is Ti-berias een grote stad, die zich uit-strekt over hellingen aan de west-zijde van de binnenzee.

‘Lelies op het veld'De Arabieren noemden de berg‘Gods oog’. Dat is begrijpelijk. Aanhet einde van de winter en hetbegin van de lente is de berg be-dekt met tienduizenden gele, rodeen blauwe bloemen. Mogelijk zijnhet deze bloemen geweestwaarop Jezus doelde toen Hijsprak over de ‘lelies op het veld’.Ook zien we hier vo-gels in de lucht, dieniet zaaien en nietmaaien of verza-melen in schu-

ren. Toch wor-den ze doorhun HemelseVader gevoed(vgl. Mattheüs6:26). Het moetook in dezestreek geweestzijn waar Jezus ’s

morgens vroeg, ‘nog diep in denacht’ een eenzame plaats zochtom te bidden. (Markus 1:35).

Toen Jezus de Bergrede uitsprakwas ‘het gerucht over Hem’ al ver-spreid over heel Syrië. Mensenkwamen uit Galilea, Jeruzalem enJudea en van het gebied ten oos-ten van de Jordaan. De mensenbrachten naar Hem allen die erslecht aan toe waren. (Mattheus4:24 en 25).

Page 14: Troosten is een werkwoord

Toeristen en pelgrims komen nietalleen om het landschap, maar ookom de Kerk van de Zaligsprekin-gen zelf te zien. In 1938 bouwdende Franciscanen deze kerk die deberoemde Italiaanse architect An-tonio Barluzzi ontwierp. De achthoeken van dit bedehuis van fran-ciscaanse zusters symboliseren deacht zaligsprekingen, waarvan erook een te lezen is op elk van deramen. Het altaar bevindt zichonder de koepel, die glittert doorhet gouden mozaïek.

Domus GalilaeaeOnze reis vervolgt zich naar hetruim twee kilometer verder naarhet noorden en iets hoger gelegenDomus Galilaeae (‘het huis van Ga-lilea’). Het hek over de weg naar deparkeerplaats schuift langzaamopen nadat ik op de bel heb ge-drukt. Even later zitten we in dekapel met de Italiaanse seminaristMarco Gambarotto en Argentijnsepater Santiago Perez. Hun Engels is beter dan onsSpaans en ze slagen erin duidelijkte maken waartoe dit grote com-plex dient. Ze leggen hier, zo blijktsteeds weer, de nadruk op de za-ligsprekingen, en op de Joodseachtergronden van het christelijkgeloof.

Santiago vertelt dat het allemaalbegon met de Spaanse CarmenHernández, die in 1960 naar Israëlkwam. Ze bezocht heilige plaat-sen, las daar de Bijbel en bad er.Op een zekere dag was het geldop. Ze besloot te werken bijJoodse gezinnen. Daar zag ze watde Joodse gebruiken waren enhoe Joden hun feesten vierden. Zezag daarin gebruiken van christe-nen terug. De oorsprong van deeucharistie ligt bijvoorbeeld in deseider, bij het begin van het Pe-sachfeest. Ze keerde weer terugnaar Spanje, waar ze deSpaanse schilder Kiko Argü-ello ontmoette.

Argüello had zich gevestigdin een armenbuurt. Daarstartte hij langzaam maarzeker een gemeenschap. Zi-geuners, prostituees en ande-ren in de marge van de sa-menleving sloten er zich bijaan. Argüello en Hernándezrichtten een nieuwe bewegingop, genaamd de Neocatechu-

menale Weg. De Neocatechume-nale Weg biedt mensen, vooral ka-tholieken, een weg terug naar dekerk waarbij ze vorming ontvan-gen over het geloof. Inmiddelsheeft de Neocatechumenale Wegwereldwijd duizenden gemeen-schappen gesticht.

De zaligsprekingen zijn belangrijkvoor de Neocatechumenale ge-meenschappen. Pater Santiagostelt dat het de armen van geestzijn, die open staan voor het evan-gelie. Vaak zijn dit de mensen diein de problemen zijn geraakt. ‘Dearmen van geest zijn allerlei men-sen. Het zijn zij die zeggen: Ik hebiets nodig wat ik niet heb. Ik kanhet zelf niet krijgen, iemand moetdat mij geven.’

Custos In het begin van de jaren tachtig inde vorige eeuw bood de francis-caanse custos van het heilige landde Neocatechumenale Weg demogelijkheid aan een centrum tebouwen voor studie en retraite opde Berg van de Zaligsprekingen.Argüello stelde het project samenmet Carmen Hernández op. Argü-ello ontwierp met een internatio-nale groep architecten een mo-dern gebouw dat zou moeten pas-sen bij het landschap.

Op deze wijzezou voldaanworden aan dewensen vanzowel paus Pau-lus VI, die graageen centrumwilde in Israëlwaar semina-risten hun stu-die zoudenkunnen af-ronden als

die van Johannes Paulus II, die her-haaldelijk zei dat het nodig is naarde Hebreeuwse wortels terug tekeren om het christelijk geloof tekunnen begrijpen en als christente leven.

In 1999 werd de eerste steen ge-legd. ‘Het Huis van Galilea zal pel-grims verwelkomen’, zei de toen-malige patriarch Michel Sabah.‘Het zal mannen en vrouwen ver-welkomen, onverschillig of verlan-gend Jezus te kennen, om op-nieuw te luisteren naar Zijn onder-wijs.’

Paus Johannes Paulus II zegendehet initiatief. In een brief van zijnhand schreef de paus dat dezeplaats een brug zou moeten wor-den tussen het Joodse volk en hetchristendom. ‘Het was profetisch’,zegt pater Santiago. ‘Hier gebeu-ren intussen veel dingen. Elk jaarkomen hier 15.000 Joden op be-zoek. Sommigen zijn religieus. Wekregen hier zelfs een groep van 70jesjiva-studenten op bezoek. Dithuis is bedoeld om elkaar beter teleren kennen. We zoeken en vin-den dingen die we gemeenschap-pelijk hebben. De paus zei: deJoden zijn onze oudere broeder.De beloften zijn voor hen.’

14 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

Domus Galilaeae opde Berg van de Zalig-sprekingen.

Seminarist in de bi-bliotheek vanDomus Galilaeae. Inde bibliotheek be-vindt zich eveneenseen Thora.

Page 15: Troosten is een werkwoord

15

n COLOFON NEMAGAZINE | NR. 20 | JUNI 2015

De NEM is geheel afhankelijk van giften. Specifiekebijdragen voor het werk in het Midden-Oosten kunnen worden overgemaakt met vermelding van J19-fonds (verwijzend naar Jesaja 19). Voor informatie over legaten en nalatenschappen ten

behoeve van de NEM kunt u contact opnemen methet kantoor.

U kunt het werk van stichting Near East Ministry opverschillende manieren steunen: • Door uitzending als BaanBreker of via Connect!• Door mee te doen aan onze activiteiten• Door te bidden voor Israël en de Arabische volken• Door ons uit te nodigen voor diensten, lezingen en

workshops

ReveilwekenBen je al eens op een Reveilweek van de NEM ge-weest? In de zomer zijn er drie Reveilweken, twee opons terrein bij Voorthuizen en de laatste week is inDelden. Mensen uit allerlei kerken en van alle leeftij-den trekken een week samen op. Voor alle leeftijden iser een eigen programma. Het thema van dit jaar is‘Mission (im)possible?’ en gaat over de Bergrede. Jebegint de dag met ‘stille tijd’. Na de bijbelstudie ’s och-tends praat je over het thema door in een kleinegroep. ’s Middags kun je naar een seminar, maar magje ook gewoon vakantie houden. ’s Avonds luister jeweer naar een spreker. Natuurlijk is er ook tijd vanaanbidding. Je kunt kamperen, maar ook accommo-datie huren. Vakantie vieren, mensen ontmoeten énwerken aan je geloofsleven: dát is de Reveilweek!Kijk op onze website www.nemnieuws.nl voor meer in-formatie.

Agenda zomer ’15

NEMagazine is een (gratis) uitgave van stichting Near East Ministry en verschijnt 4x per jaar.

Medewerkers: Ruth Penning-Wolswinkel, Alfred Mul-ler, Kees Jan Rodenburg, Joanne de Witte. Eindre-dactie: Heidi van den Brandt. De redactie heeft geprobeerd de auteurs van allefoto’s te achterhalen en hun rechten te respecteren.Vragen en opmerkingen kunnen gestuurd wordennaar [email protected]. Vormgeving: Anton Sinke, www.antonsinke.nlDrukwerk: De Hoop Grafisch Centrum, Dordrecht

NEM: Ontmoeting met Israel en de Arabische vol-ken. Dienen uit liefde. Leren bij de bron. Biddenmet verwachting

De NEM is lid van de Evangelische Alliantie en deEvangelische Zendings Alliantie. De NEM is volledig afhankelijk van giften en heeft de ANBI-status.

Facebook groepen: Reveilweken, Near East Ministry

Dit (gratis) magazine ook thuis ontvangen? Stuureen mailtje naar [email protected]

ISSN: 2210-7266

NEM NederlandBezoekadres: Voorthuizerweg 5, 3862 PZ Nijkerk(weg Voorthuizen-Putten, N303)Postadres: Postbus 30, 3780 BA VoorthuizenT: 0342 - 47 13 18 F: 0342 - 47 48 96 E: [email protected] W: www.nemnieuws.nlIBAN: NL93ABNA0462453855

NEM België, contactadresFam. M. Wittocx, Koning Albertstraat 158, B-2800MechelenT/F: 015-209422, E: [email protected]

Steun de

JUNI 201514 Spreekbeurt Kees Jan Rodenburg, Voorthuizen20 Voorbereidinsgdag Kinderwerkers Reveilweken23 Gespreksavond toekomst NEM, Voorthuizen.25 NEM-Leesgroep27 Voorbereidingsdag medewerkers Reveilweken

Afscheidsreceptie Kees Jan RodenburgJULI 2015

3 Sjabbat Israël Gebed3 Cursusweek Bijbelse Feesten, Ardennen5 Spreekbeurt Ruth Penning-Wolswinkel,

Den Helder18-24 Reveilweek 125-31 Reveilweek 2AUGUSTUS 2015

1-8 Reveilweek 3, DeldenSEPTEMBER 2015

4 Sjabbat Israël Gebed24 NEM Leesgroep25 Dankdienst Reveilweken27 Spreekbeurt Michaël Wittocx, Terneuzen

Alle activiteiten vinden plaats op ons NEM-centrumbij Voorthuizen, tenzij anders is aangegeven. Voor meer informatie over onze activiteiten zie: www.nemnieuws.nl, doe mee.

Page 16: Troosten is een werkwoord

16 nemagazine | nr. 20 | juni 2015

n WIST JE DAT...

... er meerdere gezegden en spreekwoor-den zijn die over troost gaan? Bijvoorbeeld'Een schrale troost', en 'Een pleister op dewond leggen'. Weet jij er nog meer?

... het woord 'troost' in de Bijbel het vaakstvoorkomt in het boek Jesaja? Het staat eracht keer in. Zoek ze allemaal op!

Waar denk jij aan, als je het woord‘troost’ hoort? Je kan denken aanverdriet, maar ook aan liefde. Ver-driet is de reden waarom iemandtroost nodig heeft. Liefde is hetmiddel waarmee je troost kuntgeven en ontvangen. Misschiendenk je ook wel aan iemand, diejou elke keer weer troost wanneerje verdrietig bent. Soms word jegetroost door middel van eenknuffel, of door troostende woor-den. Soms voel je je al beter door-dat iemand een grapje maakt.Maar al deze troostende dingenkomen voort uit liefde. Iemandhoudt zoveel van jou, dat hij of zijmoeite doet om jou weer beter telaten voelen.

Het volk Israël heeft ook vaak ver-driet gehad. De Israëlieten heb-ben in slavernij en armoede moe-ten leven, en hebben veel oorlogen verdrukking gekend. Ze heb-ben mensen verloren, zijn pijn ge-daan en hebben zich buitengeslo-ten gevoeld. Maar God laat ziendat Hij een God is die troost. LeesJesaja 40:1 maar eens. Iets ver-derop, in Jesaja 40:31 staat: ‘maarwie hoopt op de Heer krijgt nieuwekracht: hij slaat zijn vleugels uit alseen adelaar, hij loopt, maar wordtniet moe, hij rent, maar raakt nietuitgeput.’ God deed meer dan alleen troos-ten: Hij beloofde aan zijn volk dater een Messias zou komen. Godhoudt zoveel van deze wereld, datHij zijn Zoon Jezus gaf om te ster-ven voor onze zonden, zodat weniet verloren gaan. Als God zoveelvan ons houdt, mogen we wetendat Hij vandaag de dag ook nogeen God is die troost.

n WIST JE DAT...

... Lamech over zijn zoon Noachzei: 'Deze zoon zal ons troostgeven'? Je leest het in Genesis5:29.

PRIJSVRAAG

RebusStuur je oplossing met je naam en leeftijdnaar [email protected] en wie weet ont-vang jij een leuk presentje thuis!De vorige puzzel is gewonnen door Annavan Willigen uit Dordrecht. Het antwoordwas: Een kind van de vader in de hemel.

Oplossing: ....................................................................

..........................................................................................

n JOANNE DE WITTE