94
1 JAARVERSLAG 2014 van STICHTING NORIT PENSIOENFONDS

Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2016/04/Norit-2014... · Samenvatting van de actuariële analyse 52 ... Het pensioenfonds is in de loop van 2014

  • Upload
    doque

  • View
    215

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

1

JAARVERSLAG

2014

van

STICHTING NORIT PENSIOENFONDS

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

2

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

3

Inhoudsopgave

Jaarverslag

Voorwoord 5

Karakteristieken van het fonds 7 Profiel van het fonds 7 Organisatie 7 Kerncijfers 13

Verslag van het bestuur 15 Pension Fund Governance 15 Verslag van het verantwoordingsorgaan 23 Pensioenparagraaf 25 Beleggingenparagraaf 29 Financile paragraaf 33 Actuarile paragraaf 37 Risicoparagraaf 39 Toekomstparagraaf 46

Jaarrekening 47 Balans per 31 december 2014 48 Staat van baten en lasten over 2014 51 Samenvatting van de actuarile analyse 52 Bestemming van het saldo van baten en lasten 52 Kasstroomoverzicht over 2014 53 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2014 55

Overige gegevens 87 Informatie over de tussen het pensioenfonds en de werkgever getroffen overeenkomst betreffende de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling 89 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat 89 Voorstel voor de verdeling van het saldo van baten en lasten 89 Gebeurtenissen na balansdatum 89 Actuarile verklaring 91 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 93

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

4

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

5

Voorwoord Financile positie van het pensioenfonds De financile positie van Stichting Norit Pensioenfonds is in 2014 ten opzichte van 2013 verslechterd. Het belegd vermogen nam weliswaar met 8,2% toe tot 101,3 miljoen. Maar de pensioenverplichtingen voor eigen rekening namen in het verslagjaar door de sterk gedaalde rente veel meer toe, met 17,7% tot 106,3 miljoen. De nominale dekkingsgraad is per saldo gedaald van 104,5% ultimo 2013 tot 95,5% ultimo 2014. De dekkingsgraad die hoort bij een wettelijk voorgeschreven minimaal vereist eigen vermogen is 104,2%. Het fonds heeft dus een dekkingstekort van bijna 9,0%, ofwel ruim 9 miljoen. Het bestuur kan met dit dekkingstekort helaas niet melden dat de beperkte financile verbetering in 2013 zich heeft kunnen voortzetten. Zo lang er sprake is van een dekkingstekort is er geen kans op enige indexatie van pensioenen. Een geluk bij een ongeluk is dat de inflatie in 2014 slechts 1% is geweest. Geen korting in 2015 Met ingang van 2015 houdt De Nederlandsche Bank toezicht door middel van het zogenoemde nieuwe Financieel Toetsingskader. De grote lijn van dit kader is dat de opgebouwde rechten veel bescherming krijgen, dat pas tot indexatie mag worden besloten als er flinke financile buffers zijn en dat eventueel noodzakelijke kortingen in principe uitgesmeerd mogen worden over een periode van tien jaar. Verder is vastgelegd dat in 2015, zelfs als er sprake is van een dekkingstekort, de pensioenen niet hoeven te worden verlaagd. Dat wil uiteraard niet zeggen dat de financile positie beter wordt door een andere toezichtregel. De kans op korten op termijn blijft heel groot, om de pensioenen te verhogen met prijsstijgingen maar te zwijgen. Wat speelt is dat de pensioensector ongelofelijk veel last heeft van de gedaalde rente tot zelfs onder de 1%, waardoor de pensioenverplichtingen enorm gestegen zijn. Daarom is door de overheid besloten om 2015 als een jaar van pas op de plaats te zien en om de besturen de tijd te gunnen het nieuw Financieel Toetsingskader volledig te verwerken in het bestuursbeleid, in de pensioenadministratie en in de pensioencommunicatie met de deelnemers. Nieuw Financieel Toetsingskader en vermogensbeheer Pensioen is door de extreem lage rente bijzonder kostbaar geworden. Met ingang van 2014 is mede hierom de pensioenpremie ten laste van de werkgever verhoogd met 1% tot 19%. Het nieuw Financieel Toetsingskader brengt met zich mee dat het bestuur duidelijk is over welke beleggingsrisicos het pensioenfonds loopt. Het dilemma is dat het bestuur bij een dekkingstekort beleggingsrisicos wil vermijden. Maar om rendement te maken met de beleggingen zouden juist risicos genomen moeten worden. Immers, zonder risico te nemen is er ook geen positief beleggingsresultaat te verwachten. Het ingewikkelde hierbij is verder dat in een periode van extreem lage rentestanden niet goed is te beredeneren wat de risico/rendement-verhoudingen zijn van de beleggingen. Ook staatsobligaties zijn minder veilig geworden nu de koersen zo gestegen zijn. Ondanks die lage rente heeft het bestuur besloten het risico van een nog lagere rente deels af te dekken. Daarbij is uitdrukkelijk het beleid dat het pensioenfonds behoorlijk zal kunnen profiteren als de rente gaat stijgen. Uiteindelijk is het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank erop gericht de economische groei op gang te helpen, met een stijgende rente als een van de uitkomsten. Toezichtdruk Door tal van (op handen zijnde) wettelijke veranderingen van kracht worden van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen, Code Pensioenfondsen, voorbereiding op invoering van het nieuw Financieel Toezichtkader en de Wet Pensioencommunicatie heeft het bestuur veel tijd moeten wijden aan toezicht. Het bestuur is van oordeel dat het toezicht door DNB fair en transparant is. Het begrijpt dat kleine en grote fondsen in beginsel gelijkwaardig worden behandeld. Maar de consequentie is dat onder ogen gezien moet worden dat het fonds schaalgrootte ontbeert. Zelfs met een strakke kostenbewaking is te voorzien dat de uitvoeringskosten per deelnemer zullen stijgen. En ze zijn al veel hoger vergeleken met de kosten per deelnemer bij grotere pensioenfondsen. Zoals al gememoreerd in het jaarverslag over 2013 is het bestuur van mening dat het bestaansrecht van het pensioenfonds twijfelachtig is. De huidige lage dekkingsgraad is een groot obstakel om het pensioenfonds op te heffen. Een besluit over een eventuele fondsliquidatie zal altijd beoordeeld worden vanuit het belang van alle deelnemers.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

6

Visitatie Het pensioenfonds is in de loop van 2014 door een visitatiecommissie van drie externe deskundigen door de molen gehaald. Het bestuur krijgt een goede beoordeling over het functioneren, zowel met betrekking tot de processen en procedures, de risicobeheersing als de evenwichtige belangenafweging naar alle pensioenbelanghebbenden. Het bestuur volgt de ontwikkelingen op de voet en heeft de nieuwe eisen inzake versterking bestuur en de Code Pensioenfondsen, op goede wijze gemplementeerd. De visitatiecommissie constateert verder dat de bestaande governance structuur binnen het pensioenfonds een goede aansturing mogelijk maakt. De oordeelsvorming en besluitvorming van het bestuur heeft op toereikende en evenwichtige wijze plaatsgevonden op grond van een goede voorbereiding en documentatie van de in de bestuursvergaderingen te behandelen onderwerpen. Ook de samenwerking met het verantwoordingsorgaan krijgt een pluim. Bestuurlijke verantwoording en communicatie Het bestuur heeft de deelnemers steeds op de hoogte gehouden over de financile ontwikkelingen door middel van nieuwsbrieven en door een deelnemersvergadering. De communicatie met het Verantwoordingsorgaan heeft zich gericht op de uitvoering van het jaarplan, de ontwikkeling van de uitvoeringskosten, de invoering van het paritaire bestuursmodel in verband met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, de samenstelling van het bestuur, de beloning van bestuurders in het kader van de Code pensioenfondsen en de voorbereiding voor het nieuwe Financieel Toetsingskader. Met de werkgever is steeds contact gehouden over de onzekere toekomst van het pensioenfonds en over eventueel noodzakelijke aanpassingen in de pensioenregeling. Desgevraagd heeft de Belastingdienst bevestigd dat de pensioenregeling vanaf 2015 fiscaal niet bovenmatig is. Dankwoord Het bestuur realiseert zich dat gezien de pensioenresultaten nogal wat aan incasseringsvermogen van de deelnemers wordt gevergd. Het bestuur bedankt de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden voor het gestelde vertrouwen. Het waardeert de kritisch constructieve wijze van overleg met de werkgever, de salarisadministrateur en met het verantwoordingsorgaan. Namens het bestuur van de Stichting Norit Pensioenfonds, Rob Bakker, Voorzitter

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

7

Karakteristieken van het fonds (Alle bedragen in dit verslag zijn x 1.000, tenzij anders is aangegeven)

Profiel van het fonds Stichting Norit Pensioenfonds, statutair gevestigd te Amersfoort aan het adres Astronaut 34, is opgericht in 1952. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 21 oktober 2014. Het fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41188191. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de koepelorganisatie Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF); met ingang van 2014 betreft dit de Pensioenfederatie (PF). De enige aangesloten onderneming is Cabot Norit Nederland B.V., statutair gevestigd te Amersfoort. Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de pensioenregeling voor (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden, alles in overeenstemming met bestaande wet- en regelgeving. De vigerende pensioenregeling is het eindresultaat van het overleg tussen de werkgever en vakbonden. Het fonds stelt zich ten doel het verlenen of doen verlenen van pensioenen aan (oud-)werknemers van de aangesloten onderneming en eerder aangesloten ondernemingen en aan hen, die door de arbeid van bedoelde werknemers worden of werden onderhouden. Onder de regeling die geldt vanaf 2006 worden de navolgende pensioenen verleend:

Levenslang ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer of gewezen deelnemer;

Levenslang nabestaandenpensioen op risicobasis ten behoeve van de echtgenoot of partner van de deelnemer;

Wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van deelnemer of gewezen deelnemer;

Aanvullend nabestaandenpensioen, individueel en op vrijwillige basis (ANW-hiaatpensioen).

Organisatie

Bestuur

Het bestuur bestaat uit zes personen en is samengesteld uit drie werkgeversvertegenwoordigers, een werknemersvertegenwoordiger, een vertegenwoordiger van de vakverenigingen en een vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De stemverhouding is zodanig geregeld dat sprake is van een paritair bestuur. Bij een paritair bestuur is het aantal stemmen van de werkgeversvertegenwoordigers gelijk aan het aantal stemmen van de werknemersvertegenwoordiger, de vertegenwoordiger van de vakverenigingen en de vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden gezamenlijk. De samenstelling van het bestuur ultimo boekjaar 2014 is als volgt: Einde Naam Functie Namens Lid sinds termijn R.C.L. Bakker Voorzitter Werkgever 2013 2016 J.J. van Empelen Lid Werkgever 2009 2017 M. Knuttel Lid Werkgever 2000 2017 A.P.M. Huppertz Secretaris Werknemers 1998 2016 R. Vos Lid Vakvereniging 2006 2017 T. van Leeuwen Lid Pensioengerechtigden 2012 2015

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

8

De zittingstermijn van de heer R. Vos was in 2014 verlopen. Hij is per 22 september 2014 herbenoemd en treedt volgens rooster in 2017 af. Begin 2015 is de heer J.J. van Empelen afgetreden als bestuurslid in verband met zijn uitdiensttreding bij Cabot Norit Nederland B.V. Het fonds beoogt deze vacature, na verkrijging van de verklaring van geen bezwaar van De Nederlandsche Bank, in te vullen door middel van een extern bestuurslid, te weten de heer R. Kruijff. Het is de bedoeling dat de heer Kruijff tevens plaats zal nemen in de beleggingscommissie.

Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van het fonds wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, overeenkomstig de vastlegging in de actuarile en bedrijfstechnische nota (ABTN).

Beleggingscommissie

Het bestuur stelt de strategische beleggingsdoelstelling vast. Het bestuur delegeert zijn beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken met betrekking tot de beleggingen. Het bestuur heeft daartoe een beleggingscommissie ingesteld. En van deze leden fungeert als voorzitter van de beleggingscommissie. De samenstelling van de beleggingscommissie ultimo boekjaar 2014 is als volgt: Naam Functie J.J. van Empelen Voorzitter A.P.M. Huppertz Lid

Zoals eerder vermeld is de heer J.J. van Empelen begin 2015 uit dienst getreden. Het is de bedoeling dat zijn plaats zal worden ingenomen door de heer R. Kruijff. De beleggingscommissie draagt zorg voor het feitelijk (doen) beheren van het vermogen van het fonds. Daartoe geeft de beleggingscommissie een nadere invulling aan en bewaakt het beleggingsbeleid binnen de doelstelling die door het bestuur is vastgesteld. De beleggingscommissie bereidt tevens voorstellen voor aangaande wijziging van de beleggingsdoelstelling in relatie tot het risicoprofiel van het pensioenfonds en het strategische beleid ten behoeve van het bestuur. De beleggingscommissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. De beleggingscommissie kan zich bij de uitvoering van de aan haar gedelegeerde bevoegdheden laten adviseren door een externe adviseur. Het dagelijkse beheer van de portefeuille wordt na besluitvorming hierover in het bestuur op advies van de beleggingscommissie uitbesteed aan gespecialiseerde vermogensbeheerders. De administratie van en rapportage over de beleggingen is uitbesteed aan de bewaarnemer, die tevens de performance meting voor haar rekening neemt.

Verantwoordingsorgaan

Het verantwoordingsorgaan is op 1 januari 2008 opgericht en bestaat uit 3 leden, te weten een vertegenwoordiger vanuit de werkgever, de actieve deelnemers en de gepensioneerde deelnemers. De samenstelling ultimo boekjaar 2014 is als volgt: Naam Functie Namens H.E. van Dam Voorzitter Deelnemers P.M. Meijer Lid Werkgever A.G. Lagas Lid Pensioengerechtigden

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

9

De inrichting en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd in de statuten en een reglement (Reglement Verantwoordingsorgaan). In het verantwoordingsorgaan zijn actieve deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever in principe gelijk vertegenwoordigd. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en uitvoering daarvan en over naleving van de Principes voor goed pensioenfondsenbestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes van het bestuur aan de hand van onder meer het jaarverslag. Het verantwoordingsorgaan heeft onder andere recht op overleg met het bestuur, externe accountant en externe actuaris. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan het recht om advies uit te brengen over (onder meer):

Wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan;

Vorm, inrichting en samenstelling van intern toezicht;

De interne klachten- en geschillenprocedure;

Het communicatie- en voorlichtingsbeleid.

Intern toezicht

Gekozen is voor een ad hoc visitatiecommissie, die voor het eerst op 1 januari 2008 is ingesteld. De commissie bestaat uit drie onafhankelijke leden en fungeert als toezichthouder op beleids- en bestuursprocessen bij het fonds. De visitatiecommissie zal eens in de drie jaar (en met ingang van 2015 eens per jaar) verslag uitbrengen aan het bestuur van het fonds. De taken van de visitatiecommissie (welke zijn uitgewerkt in het Reglement Visitatiecommissie) bevatten ten minste:

Beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en processen en checks en balances;

Beoordelen van de wijze van aansturen;

Beoordelen van omgang met risicos op de langere termijn. Ter uitoefening van haar taken heeft de commissie recht op alle informatie om haar taak te kunnen uitoefenen, alsmede het recht op overleg met bestuur, externe accountant en externe actuaris. Het eerste onderzoek van de visitatiecommissie heeft plaatsgevonden in het najaar van 2010. Het tweede onderzoek vond plaats in maart 2015; de opdracht daartoe is in het najaar 2014 verstrekt. Op pagina 20 wordt verslag gedaan van de visitatie en wat het bestuur gaat doen met de aanbevelingen.

Deelnemersraad

Het fonds beschikt niet over een deelnemersraad. Voor inspraak voor pensioengerechtigden bestaat voor hen de mogelijkheid van deelname in het pensioenfondsbestuur.

Uitvoeringsorganisatie

De uitvoeringsorganisatie is Cabot Norit Nederland B.V. De uitvoeringsorganisatie heeft onder meer de volgende verantwoordelijkheden en bevoegdheden:

Het voeren van een deelnemers- en aansprakenadministratie;

Het voeren van de uitkeringenadministratie;

Het voeren van de financile administratie;

Het voeren van de beleggingsadministratie;

Het uitvoeren van secretarile werkzaamheden c.q. ondersteuning. De uitvoeringsorganisatie maakt gebruik van een externe partij voor het voeren van de deelnemers- en aansprakenadministratie, te weten Mercer (Nederland) B.V. (hierna Mercer). De benodigde input inzake de deelnemersgegevens wordt aangeleverd door Cabot Norit Nederland B.V., waarna Mercer op basis hiervan de pensioenaanspraken en bijbehorende verplichtingen vaststelt. De uitkeringenadministratie wordt gevoerd door Cabot Norit Nederland B.V.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

10

De uitvoeringsorganisatie treedt op als interne administrateur en is onder meer verantwoordelijk voor:

Het beheer van de pensioenregeling;

Tijdige aanlevering van deelnemersmutaties en het toezicht op een juiste verwerking hiervan;

Communicatie aan deelnemers;

Cordinatie tussen externe partijen. De uitvoeringorganisatie maakt gebruik van een externe administrateur (Administratieve Ondersteuning D. Smit, AODS) ter ondersteuning van de verzorging van de financile administratie, het jaarverslag en de periodieke rapportages aan De Nederlandsche Bank.

Accountant

Het bestuur heeft een externe accountant (BDO Audit & Assurance B.V.) aangesteld. Deze accountant controleert jaarlijks de cijfers van het pensioenfonds en voorziet deze van een controleverklaring. De accountant brengt verslag uit van zijn bevindingen in de vorm van een accountantsverslag.

Certificerend actuaris

Daarnaast heeft het bestuur een actuarieel bureau aangesteld, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen certificerende en adviserende taken. De certificerend actuaris (Mercer (Nederland) B.V.) bepaalt of de voorziening pensioenverplichtingen volgens de fondsgrondslagen en op basis van de door de accountant gecontroleerde gegevens is vastgesteld. De certificerend actuaris geeft een oordeel over de financile positie van het fonds. Binnen Mercer (Nederland) B.V. is sprake van een strikte scheiding tussen advies- en certificerings-werkzaamheden.

Adviserend actuaris

De adviserend actuaris (Mercer) verricht op basis van de door de uitvoeringsorganisatie aangeleverde deelnemers- en aansprakenadministratie de volgende werkzaamheden:

Berekenen welke uit de pensioenregeling voorvloeiende overlijdensrisicos worden herverzekerd;

Berekenen tijdsevenredige opgebouwde pensioenaanspraken;

Berekenen premies en/of koopsommen voor de jaarlijkse pensioenopbouw;

Berekenen voorziening pensioenverplichtingen alsmede de overige technische voorzieningen en reserves.

Voorts geeft de adviserend actuaris het bestuur gevraagd en ongevraagd advies over de activiteiten van het fonds en over voor het pensioenfonds relevante ontwikkelingen, zoals (op handen zijnde) wijzigingen in wet- en regelgeving.

Herverzekering

De overlijdensrisicos (kortleven) en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn herverzekerd middels een driejarig herverzekeringscontract bij Elips Life AG. Deze overeenkomst loopt tot en met 31 december 2014 en is per 1 januari 2015 verlengd voor een periode van drie jaar. Indien sprake is van een positief schadeverloop aan het eind van de contractperiode vindt deling in het technisch resultaat plaats.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

11

Vermogensbeheer

Het vermogensbeheer is in de loop van het verslagjaar geheel ondergebracht bij ING Investment Management (vanaf 1 april 2015 is de naam veranderd in Nationale Nederlanden Investment Partners). Na een uitvoerige evaluatie in 2013 is het vermogensbeheer heringericht, waarbij Towers Watson is ingeschakeld. Medio 2013 was al nagenoeg de gehele portefeuille van Antaurus verkocht en overgedragen aan INGIM. Het restant is in de loop van 2014 eveneens aan INGIM overgedragen. De portefeuille van BNP Paribas Investment Partners is begin 2014 eveneens verkocht en overgedragen aan INGIM.

Compliance officer

Het pensioenfonds heeft een compliance-officer, te weten J.W. de With. Zijn taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gedragscode Stichting Norit Pensioenfonds. In het bijzonder is de compliance-officer belast met de handhaving van de Gedragscode van het fonds. Jaarlijks ondertekenen de bestuurders een verklaring dat zij zich aan de gedragscode hebben gehouden. Nieuwe bestuurders verklaren schriftelijk bij aantreden dat ze zich aan de gedragscode zullen houden. De bevinding van de compliance-officer is dat in 2014 de bestuursleden de gedragscode hebben nageleefd en dat zich ook voorts geen bijzonderheden hebben voorgedaan.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

12

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

13

Kerncijfers

Bedragen x 1.000 euro 2014 2013 2012 2011 2010

Aantal verzekerden

Actieve deelnemers 310 313 319 317 319 Idem in uittredingsregeling 2 3 4 9 14 Idem met vrijstelling premiebetaling 20 20 23 26 30 Verzekerden met premievrije rechten 335 349 360 363 361 Pensioengerechtigde deelnemers 432 428 411 403 399

1.099 1.113 1.117 1.118 1.123

Premiebaten en pensioenuitkeringen

Ontvangen premiebijdragen 3.081 2.962 2.907 2.777 2.745 Kostendekkende premie 2.946 2.956 2.969 2.634 2.385 Pensioenuitvoeringskosten 287 225 232 132 187 Pensioenuitkeringen 3.355 3.140 3.454 3.529 3.411 Beleggingsportefeuille

Onroerend goed - 1.070 30 47 394 Aandelen 37.198 38.047 35.535 29.798 33.343 Vastrentende waarden 63.992 54.389 53.883 50.793 49.330 Derivaten - - 32 154 90 Liquide middelen 78 83 514 1.001 1.223

Totaal beleggingen 101.268 93.589 89.994 81.793 84.380

Beleggingsperformance

Beleggingsrendement (netto) in % 9,2 4,7 10,4 -2,2 7,8

Vermogenssituatie en solvabiliteit

Pensioenvermogen * 101.538 94.415 90.531 82.423 85.170 Pensioenverplichtingen * 106.340 90.321 92.954 102.264 90.193 Aanwezige dekkingsgraad in % 95,5 104,5 97,4 80,6 94,4 Vereiste dekkingsgraad in % * 116,4 118,6 118,2 118,5 120,2 Minimaal vereiste dekkingsgraad in % 104,2 104,2 104,2 104,2 104,2 Ad * Het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen zijn vastgesteld op basis van de verplichtingen eigen rekening

(voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds, verminderd met het herverzekeringsdeel technische voorzieningen).

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

14

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

15

Verslag van het bestuur

Pension Fund Governance Het bestuur van het pensioenfonds streeft bij de uitvoering van de pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid. Het bestuur onderschrijft dan ook de PFG-principes die de Stichting van de Arbeid in 2005 heeft vastgesteld en leeft deze principes na. Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn deze principes verankerd in de Pensioenwet. De 32 principes betreffen de onderdelen: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Vanaf 2014 is de Code Pensioenfondsen in werking getreden. Deze Code is opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid, die hiermee normen formuleren voor goed pensioenfondsbestuur. Deze Code is te beschouwen als een actualisering van de 32 PFG-principes in 83 normen. De Code staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van het volledige stelsel van bestaande wet- en regelgeving. Daarnaast geven de aanbevelingen, convenanten en Codes van de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid richting aan de governance: wat houdt goed bestuur van pensioenfondsen in en hoe houden betrokkenen daar toezicht op? Hieronder volgt een beschrijving van hoe het bestuur invulling heeft gegeven aan de diverse principes en normen.

Transparantie, communicatie en openheid

Het bestuur geeft inzicht in de besluitvormingsprocedures. Geldige besluiten kan het bestuur slechts nemen indien de meerderheid van de bestuursleden in persoon aanwezig is. Alle besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde bestuursleden. Een rechtsgeldig besluit kan alleen worden genomen indien tenminste een bestuurslid gekozen door de deelnemers of de pensioengerechtigden het besluit ondersteunt. De communicatie richting de doelgroepen van het fonds (te weten werkgever, deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en toezichthouders) is een continu aandachtspunt van het bestuur. Het bestuur publiceert jaarlijks een jaarverslag dat voldoet aan de eisen die het Burgerlijk Wetboek en de Raad voor de Jaarverslaggeving daaraan stellen. Mede op verzoek van het verantwoordingsorgaan wordt met ingang van 2014 een voor alle deelnemers toegankelijke samenvatting van het jaarverslag gemaakt. Deze samenvatting wordt naar alle deelnemers gestuurd en toegelicht op de deelnemersvergadering. Genteresseerden kunnen het volledige jaarverslag, de statuten en het reglement van de pensioenregeling van het fonds bij de administrateur van het fonds opvragen.

Integere bedrijfsvoering

Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Het beleid van het bestuur van het fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de PW. Dit houdt onder meer in:

een adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing;

een analyse en beheersing van integriteitsrisicos;

het voorkomen van belangenverstrengeling;

een duurzame beheersing van (financile) risicos.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

16

Het bestuur richt de organisatie van het fonds zodanig in dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Binnen het fonds is hier onder meer op de volgende wijze uitvoering aan gegeven:

medezeggenschap (in de zin van formeel maar ook als ervaren) pensioengerechtigden door bestuursdeelname;

een verantwoordingsorgaan waar de deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgever elk een zetel in bezetten;

intern toezicht door middel van een visitatiecommissie, bestaande uit externe deskundigen;

jaarlijkse actualisering van een geschiktheidsplan ter bevordering en handhaving van het deskundigheidsniveau, de beschikbaarheid en de integriteit van het bestuur;

vastleggen van een gedragscode ter voorkoming van belangenverstrengeling;

een klachten- en geschillenprocedure;

communicatiebeleid, waarbij belanghebbenden op begrijpelijke wijze over de inhoud van de pensioenregeling, veranderingen en actuele ontwikkelingen worden genformeerd. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar die informatieverstrekking en communicatie die de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers ondersteunt.

Deze zaken zijn onder meer vastgelegd in de Actuarile en Bedrijfstechnische Nota (ABTN), de gedragscode van het fonds en in het jaarverslag.

Verantwoordingsorgaan en intern toezicht

Aan het verantwoordingsorgaan wordt door het bestuur verantwoording afgelegd over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. In het verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever vertegenwoordigd. De zetels zijn gelijk verdeeld over deze geledingen. Het bestuur heeft besloten elk van de geledingen in te vullen door middel van n zetel. Er is een reglement verantwoordingsorgaan, waarin de rechten en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd. Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het bestuur van het fonds gekozen voor een visitatiecommissie. De taken en bevoegdheden van de visitatiecommissie worden beschreven in de statuten van het fonds (die in 2014 laatstelijk zijn gewijzigd) en het reglement visitatiecommissie. Het interne toezicht heeft betrekking op het kritisch bezien van het functioneren van het bestuur van het pensioenfonds door deskundigen. De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd. In beginsel eens per drie jaar beziet de commissie het functioneren van het fonds en het bestuur kritisch. Vanaf 2014 zal als uitvloeisel van de wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen de visitatie jaarlijks plaatsvinden. Het doel van de visitatie is:

het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen alsmede de checks en balances binnen het fonds;

het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd;

het beoordelen van hoe door het bestuur wordt omgegaan met de risicos op de korte en langere termijn.

Vergoedingsregeling

Teneinde het bestuur verder te professionaliseren (waarbij aansluiting is gezocht bij de Code Pensioenfondsen) worden bestuurders en leden van het verantwoordingsorgaan niet zijnde de actieve deelnemers op passende wijze bezoldigd. In het voorjaar van 2014 is met alle betrokkenen hierover overeenstemming bereikt. Ter informatie zij gemeld dat de externe voorzitter van het pensioenfonds betaald wordt door de werkgever. De schriftelijke overeenkomst met hem waarborgt zijn onafhankelijkheid jegens alle pensioenbelanghebbenden.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

17

Deskundigheidsbevordering

Elk jaar actualiseert het bestuur het geschiktheidsplan, mede op basis van de Beleidsregel geschiktheid 2012 van DNB. Geschiktheid wordt bepaald op basis van kennis, beschikbaarheid (daarmee wordt bedoeld: voldoende tijd beschikbaar voor de uitvoering van bestuurstaken) vaardigheden en professioneel gedrag. Ter zake de deskundigheidsbevordering is het bestuur daarbij uitgegaan van de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak deskundigheidsbevordering, zoals opgesteld door de pensioenkoepels. In het plan is vastgelegd aan welke deskundigheidseisen de bestuursleden individueel n het bestuur als geheel moeten voldoen. De aandachtsgebieden zijn als volgt geformuleerd: 1. Het besturen van een organisatie; 2. Relevante wet- en regelgeving; 3. Pensioenregelingen en pensioensoorten; 4. Financieel technische en actuarile aspecten; 5. Administratieve organisatie en interne controle; 6. Uitbesteden van werkzaamheden; 7. Communicatie. Jaarlijks wordt in een bestuursvergadering besproken welke maatregelen nodig zijn ter bevordering en handhaving van de geschiktheid van het bestuur als totaal bezien en de bestuursleden afzonderlijk.

Functioneren en zelfevaluatie bestuur

Het bestuur voert in principe jaarlijks een evaluatie uit over het functioneren van de afzonderlijke bestuursleden en het bestuur als geheel. De voorzitter voert jaarlijks functioneringsgesprekken met de bestuursleden afzonderlijk; de bevindingen en afspraken worden vastgelegd op een beknopt functioneringsformulier. De voorzitter heeft jaarlijks een functioneringsgesprek met de werkgever. Tijdens de zelfevaluatie wordt stil gestaan bij de wijze waarop de bestuursleden besturen en tot besluitvorming komen. Daarbij wordt onder andere aandacht besteed aan factoren als teamwork, deskundigheid, integriteit, het besluitvormingsproces en het uitvoeringsproces. Mede op basis van zelfevaluatie heeft het bestuur in 2013 besloten tot aanstelling van een externe bestuursvoorzitter.

Naleving wet- en regelgeving

Het bestuur heeft in 2014 de geldende wet- en regelgeving gevolgd, waarbij geen sprake is geweest van overtreding hiervan. Dit wordt onderkend door de bevindingen van de compliance officer en het gegeven dat vanuit DNB hieromtrent geen meldingen aan het fonds zijn gedaan.

Gedragscode

Het fonds kent een gedragscode ter voorkoming van belangenconflicten. De gedragscode draagt mede bij tot het integer functioneren van het fonds ten behoeve van al diegenen die bij het fonds belang hebben en tot het waarborgen van de goede naam en reputatie van het fonds als marktpartij. De gedragscode wordt in overleg met de compliance officer jaarlijks getoetst op actualiteit. De bestuursleden ondertekenen jaarlijks een verklaring waarin het desbetreffende bestuurslid verklaart alle voor hem relevante en voor hem geldende bepalingen uit de gedragscode voor de bestuursleden van Stichting Norit Pensioenfonds over het kalenderjaar juist te hebben nageleefd. De bevindingen van de compliance officer zijn opgenomen op pagina 11.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

18

Toezichthouders

In 2014 heeft het bestuur op reguliere basis contact gehad met De Nederlandsche Bank over met name de aanpassingen in het vermogensbeheer, en de evaluatie en uitvoering van het herstelplan. De benoeming van de externe bestuursvoorzitter is door DNB in januari 2014 bekrachtigd. DNB heeft in 2014 geen bezoek afgelegd. Gedurende 2014 heeft geen overleg met de Autoriteit Financile Markten (AFM) plaatsgevonden. Aan het pensioenfonds zijn in het afgelopen jaar geen dwangsommen of boetes opgelegd.

Uitbesteding

De Pensioenwet schrijft onder meer voor dat tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder een uitvoeringsovereenkomst dient te zijn. Het fonds is in de eerste plaats de uitvoerder van de pensioenregeling. In de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het fonds is onder andere de premie opgenomen die de werkgever jaarlijks verschuldigd is. De administratie van de verzekerden, de financile administratie en de beleggingsadministratie zijn door het fonds uitbesteed aan Cabot Norit Nederland B.V. Met ingang van 2014 wordt de financile administratie (inclusief het opstellen van het jaarverslag en de rapportages aan De Nederlandsche Bank) uitgevoerd door een externe administrateur (Administratieve Ondersteuning D. Smit).

Communicatie

De communicatie met de deelnemers is gegaan langs drie lijnen: deelnemersbijeenkomsten, enkele nieuwsbrieven en een direct contact bij vragen over de pensioenregeling, zo nodig in afstemming met personeelszaken van de werkgever. Vooral aan de communicatie over de korting op pensioen is de nodige aandacht besteed. Het bestuur heeft in het verslagjaar de discussie met de werkgever vervolgd over de voortdurend schrale pensioenresultaten. Omdat het minimaal vereist eigen vermogen ultimo 2013 net toereikend was, heeft er in 2014 geen korting hoeven plaatsvinden. De dekkingsgraad heeft zich gedurende 2014 verder neerwaarts ontwikkeld, met name ten gevolge van de voortgaande verlaging van de rente. Het fonds zal zich continu blijven beraden over haar positie en de mogelijke gevolgen voor de deelnemers. Vanzelfsprekend is de inhoud van de pensioenregeling een zaak voor de werkgever en de vakbonden. Essentieel voor het fondsbestuur is daarbij dat afgezien van een kostendekkende pensioenpremie - de verwachtingen van de deelnemers over de pensioenuitkomsten zo veel mogelijk overeen blijven komen met de verwachte pensioenuitkomsten.

Klachten- en geschillenprocedure

Het fonds heeft een klachtenregeling en een geschillenregeling. Klachten kunnen worden ingediend bij de administrateur van het pensioenfonds en geschillen kunnen worden ingediend bij de secretaris van het fonds. Een onderscheid dient te worden gemaakt tussen klachten en geschillen. Klachten gaan over de uitvoering van de pensioenregeling. Geschillen gaan over de interpretatie van bestuursbesluiten, regelingen en afspraken. Gedurende het boekjaar zijn geen klachten of geschillen bij het fonds ingediend.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

19

Pensioenuitvoeringskosten

De Pensioenfederatie heeft in november 2011 het rapport Aanbevelingen Uitvoeringskosten gepubliceerd teneinde pensioenfondsen een leidraad te geven om een hogere transparantie omtrent de beleggingen en de kosten die daarmee zijn gemoeid. Het betreft met name het inzicht in kosten vermogensbeheer, welke nu (gedeeltelijk) worden verrekend binnen de fondsen waarin wordt belegd. Bij de Aanbevelingen geldt comply or explain, waarbij de Pensioenfederatie de voortgang gaat monitoren. In aanvulling hierop heeft de Pensioenfederatie in maart 2012 een nadere uitwerking gepresenteerd van de Aanbevelingen. Hierin worden concrete handvatten aangereikt om te komen tot een consistente berekening van de totale kosten van vermogensbeheer. De uitwerking bevat definities van wat allemaal onder kosten moet worden verstaan. De aanbevelingen zijn als volgt:

Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer. Het aantal deelnemers is de som van het aantal actieve deelnemers en gepensioneerden. Daarnaast kan het fonds er voor kiezen om aanvullend de kosten als percentage van de premie te rapporteren;

Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in procenten van het gemiddeld belegd vermogen. Bekijk deze kosten ook in relatie tot: o de gekozen beleggingsmix en de bijbehorende benchmarkkosten; o het rendement over een langere termijn;

Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in procenten van het gemiddeld belegd vermogen.

Voor Stichting Norit Pensioenfonds zijn de volgende gegevens bekend (alle bedragen in hele euros):

De pensioenuitvoeringskosten bedragen 287.000 (2013: 225.000); het aantal actieve en gepensioneerde deelnemers bedraagt 332 respectievelijk 432 (2013: 336 respectievelijk 428). De kosten pensioenbeheer bedroegen per deelnemer derhalve 376 (2013: 295);

De betaalde beheerkosten bedragen 461.000 (2013: 522.000); het gemiddeld belegd vermogen over boekjaar 2014 bedraagt 96.854.000 (2013: 91.796.000). De beheerkosten als percentage van het gemiddeld belegd vermogen bedragen derhalve 0,48% (2013: 0,57%);

De betaalde transactiekosten bedragen 113.000 (2013: 137.000); het gemiddeld belegd vermogen over boekjaar 2014 bedraagt 96.854.000 (2013: 91.796.000). De transactiekosten als percentage van het gemiddeld belegd vermogen bedragen derhalve 0,12% (2013: 0,15%).

De stijging van de pensioenuitvoeringskosten per deelnemer wordt met name veroorzaakt door een stijging van de advieskosten als gevolg van de gewijzigde regelgeving.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

20

Visitatie in 2014/2015

Het intern toezicht heeft betrekking op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij pensioenfondsen. Een adequate risicobeheersing en een evenwichtige belangenafweging door het bestuur staan daarbij centraal. Het interne toezicht door middel van een visitatie dient met de inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen vanaf 2014 jaarlijks plaats te vinden. Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Norit heeft daaraan invulling te geven door na advies van het Verantwoordingsorgaan aan VCHolland de opdracht te verlenen tot de uitvoering van een visitatie in het eerste kwartaal van 2015. Het bestuur heeft een samenvatting van het visitatierapport gepubliceerd in het Jaarverslag 2010. De aanbevelingen van de visitatiecommissie en de opvolging ervan door het bestuur is tijdens de jaarwerkprocedure besproken met het Verantwoordingsorgaan. Vrijwel alle aanbevelingen zijn opgevolgd. In het algemeen beoordeelt de visitatiecommissie (wet- en regelgeving daarbij in aanmerking genomen) het functioneren van het bestuur, zowel met betrekking tot de processen en procedures, de risicobeheersing en de evenwichtige belangen-afweging als goed. Het bestuur volgt de ontwikkelingen op de voet en heeft met name de nieuwe eisen inzake versterking bestuur en de Code Pensioenfondsen, op goede wijze gemplementeerd. De visitatiecommissie constateert dat de bestaande governance structuur binnen het Fonds een goede aansturing van het Fonds mogelijk maakt. De oordeelsvorming en besluitvorming van het bestuur heeft op toereikende en evenwichtige wijze plaatsgevonden op grond van een goede voorbereiding en documentatie van de in de bestuursvergaderingen te behandelen onderwerpen. De notulen van de bestuursvergaderingen zijn helder en overzichtelijk. De notulen voorzien in een actiepunten- en besluitenlijst. De visitatiecommissie doet daarbij wel de algemene aanbeveling in de verslaglegging expliciet aandacht te (blijven) geven aan de wijze waarop de vereiste evenwichtige belangenafweging bij de besluitvorming wordt betrokken. Het bestuur heeft ruim aandacht voor de geschiktheid en de deskundigheid van de bestuursleden. De visitatiecommissie beveelt wel aan profielschetsen op te stellen voor de leden van het bestuur resp. het verantwoordingsorgaan. Jaarlijks vinden functioneringsgesprekken plaats tussen de bestuursleden en de voorzitter. De visitatiecommissie beveelt aan het functioneren van het bestuur als geheel eens in de bijvoorbeeld drie jaar met externe ondersteuning te toetsen. Het Fonds heeft in de afgelopen periode een herstructurering doorgevoerd in de beleggingsportefeuille. Het bestuur heeft op kwalitatieve gronden een andere strategische portefeuille gekozen dan de portefeuille die qua kwantitatieve grootheden optimaal leek. Hoewel het bestuur desgevraagd dit verschil goed kon toelichten beveelt de visitatiecommissie het bestuur aan deze afwijking expliciet te motiveren en deze essentile keuze te documenteren. De beleggingsadvies-commissie (BAC) komt regelmatig bijeen en van die vergaderingen worden notulen gemaakt. De visitatiecommissie beveelt aan dat de BAC de vermogensbeheerder bij de presentatie van de rapportages intensiever bevraagt en de vragen en antwoorden ook uitgebreider vastlegt. Het bestuur heeft een risicomatrix opgesteld waarbij voor de verschillende risicos, de kans, de impact en de beheersmaatregelen zijn vastgesteld. AZL verzorgt maandelijks een Quick Scan en per kwartaal de Risk Map. De overlevingstafels worden door het bestuur als voldoende prudent beoordeeld. De visitatiecommissie beveelt aan middels backtesting in bijvoorbeeld eens in de vijf jaar te bezien of de gehanteerde correctiefactoren gehandhaafd kunnen blijven. De excassokosten reserve is onlangs verhoogd tot 3,4%. Het bestuur hecht aan een prudente vaststelling van de excassovoorziening.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

21

Het bestuur heeft geen zelfstandige risico analyse uitgevoerd om het risico- universum dat AZL in zijn ISAE 3402 rapportage hanteert op volledigheid en relevantie te toetsen. De visitatiecommissie beveelt aan dat nog eens nader te bezien. Het Fonds is van plan om het communicatiebeleid te herijken zodra de Wet Pensioencommunicatie van kracht wordt. De visitatiecommissie beveelt aan dat het Fonds zich al voor die tijd beraadt op manieren om de effectiviteit van de communicatie met deelnemers te meten. Het Fonds stelt een verkort jaarverslag op omdat zowel het bestuur als het VO de leesbaarheid van het officile jaarverslag onvoldoende acht voor de doorsnee deelnemer. De visitatiecommissie juicht deze handelwijze toe, maar beveelt aan dat verdere ruimte voor verbetering van dit verslag in de vorm van uniformering van termen en relevante cijferopstellingen zoals een verkort vermogensoverzicht en een verkorte staat van baten en lasten. Daarnaast beveelt de visitatiecommissie aan om te onderzoeken in hoeverre de toegankelijkheid van het officile jaarverslag kan worden verbeterd door de meest materile informatie in kaders of aparte paragrafen te plaatsen. De visitatiecommissie, Gerrit Euverman Henk Hanneman, voorzitter Niek de Jager

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

22

Bestuursvergaderingen

Het bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds kwam 5 keer bijeen in het verslagjaar. Daarnaast heeft nmaal een deelnemersvergadering plaatsgevonden. De belangrijkste besproken onderwerpen waren onder meer:

Jaarverslag 2013;

Implementatie overgang van 3 naar 1 vermogensbeheerder(s);

Overeenkomst met BDO als opvolger van PwC;

Herinrichting van het beleggingsbeleid;

Risicobeheer, beleggings- en rentestrategie. Veel aandacht is besteed aan een actualisering van het rentedekkingsbeleid;

Verlaging opbouwpercentage van 2,15% naar 1,85%;

Implementatie Code Pensioenfondsen;

Aanpassing statuten en algemeen pensioenreglement;

Keuze bestuursmodel (paritair model);

Transitieplan Nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK);

Vaststellen van het Communicatieplan 2015;

Vaststellen van het geschiktheidsplan 2015;

Continue aandacht voor het bestaansrecht van het pensioenfonds;

Jaarplan 2015, met inbegrip van een taakstellende begroting.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

23

Verslag van het verantwoordingsorgaan

Algemeen

Het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Norit Pensioenfonds is onafhankelijk en geeft jaarlijks een algemeen oordeel over:

het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere relevante informatie,

het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar;

beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit 3 leden, die respectievelijk de pensioengerechtigden, de actieve deelnemers en de werkgever vertegenwoordigen. Thans hebben de volgende leden zitting in het Verantwoordingsorgaan:

Dolf Lagas - namens de pensioengerechtigden;

Hans van Dam - namens de werknemers;

Pieter Meijer - namens de werkgever. Dit oordeel heeft betrekking op het verslagjaar 2014 aan de hand van het ontvangen concept Jaarverslag 2014 en andere relevante informatie.

Bevindingen

Door de lage marktrente is de dekkingsgraad van ons Pensioenfonds te laag. De goede resultaten van de beleggingen hebben bijgedragen aan een aanzienlijke stijging van het vermogen van het Pensioenfonds. De daling van de lange-termijn-rente heeft echter een groter negatief effect. Het nieuwe FTK (Financieel Toetsingskader) vereist een nieuw herstelplan van het bestuur, dit jaar (2014) zal geen korting plaatsvinden. Het Verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van de pogingen van het bestuur om het Pensioenfonds te liquideren. De lage dekkingsgraad, veroorzaakt door de lage marktrente, stond een liquidatie echter in de weg. Met het aantreden van de nieuwe voorzitter is de professionaliteit van het bestuur aanzienlijk verbeterd. Ook is de communicatie met het Verantwoordingsorgaan verbeterd. Wij zijn tevreden met het verkorte jaarverslag over 2013 en zien uit naar de het verslag over 2014.

Oordeel

Het Verantwoordingsorgaan van Stichting Norit Pensioenfonds oordeelt dat:

van het bestuur wederom afdoende informatie is ontvangen om zich een oordeel te kunnen vormen;

het bestuur in 2014 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij op een evenwichtige wijze rekening is gehouden met de belangen van alle betrokkenen;

het bestuur adequate beleidsbesluiten heeft genomen voor de toekomst;

de dekkingsgraad aanzienlijk verslechterd is doch beseffen dat de sturingsinstrumenten van het bestuur beperkt zijn;

ons fonds te klein is om zelfstandig door te gaan en ondersteunen de pogingen van het bestuur om tot liquidatie te komen.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

24

Aanbevelingen

Het Verantwoordingsorgaan beveelt het Bestuur van de Stichting Norit Pensioenfonds aan te liquideren zodra de situatie, m.n. de dekkingsgraad, dit toestaat. Amersfoort, 2 juni 2015 Dolf Lagas Hans van Dam Pieter Meijer

Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan

Het bestuur neemt met plezier kennis van het oordeel van het Verantwoordingsorgaan Het bestuur van de Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort, 18 juni 2015

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

25

Pensioenparagraaf

Het fonds en de aangesloten werkgever hebben een uitvoeringsovereenkomst afgesloten, waarin de gemaakte afspraken met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling zijn opgenomen. Jaarlijks betaalt de werkgever de reglementair bepaalde pensioenpremie aan het fonds. De werkgever betaalt een vast premiepercentage. Dit percentage is voor 2014 vastgesteld op 19% van de salarissom (in 2013 18% van de salarissom). Van de totale vaste bijdrage van 18% komt gemiddeld (over de gehele populatie bezien) 1/3 voor rekening van de deelnemers. Deze deelnemersbijdrage wordt vastgesteld als een percentage van de pensioengrondslag; dit percentage bedraagt sinds 1 januari 2006 9,8%. Per 1 januari 2014 is de deelnemersbijdrage gewijzigd naar 9% van de pensioengrondslag. De bijdrage boven 18% (1%) komt volledig voor rekening van de werkgever. Als de betaalde bijdrage te laag is voor inkoop van het reglementaire pensioen, dan wordt het opbouwpercentage voor dat jaar verlaagd. Het fonds bouwt voor de deelnemer pensioen op dat gekoppeld is aan het gemiddeld verdiende jaarsalaris. Voor de deelnemer is het karakter van de regeling een uitkeringsovereenkomst.

Kenmerken pensioenreglement en -regeling

Het huidige pensioenreglement is het algemeen pensioenreglement. De voorgaande pensioenreglementen hebben een aflopend karakter. In deze reglementen zijn enkel nog gewezen en gepensioneerde deelnemers opgenomen. Het algemeen pensioenreglement bevat bepalingen met betrekking tot ouderdomspensioen ingaande op de leeftijd van 65 jaar, nabestaandenpensioen en wezenpensioen. Deze pensioenregeling kan gekenmerkt worden als een middelloonregeling. De pensioenopbouw voor de deelnemers vindt plaats tot de 67-jarige leeftijd. Voor de berekening van de pensioenaanspraken wordt een pensioengrondslag vastgesteld. Deze pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris verminderd met de jaarlijks vastgestelde franchise. Het pensioengevend salaris is gelijk aan 12 maal het maandsalaris, verhoogd met de vakantietoeslag ad 0,96 maandsalaris en de pensioengevende dertiende maand voor zover deze onderdelen van toepassing zijn. Onder maandsalaris wordt verstaan het schaalsalaris verhoogd met een eventueel toegekende persoonlijke toeslag. De franchise voor boekjaar 2014 bedroeg 16.000 (2013: 18.824) (bedragen in hele euro). Per 1 januari 2014 is het opbouwpercentage blijvend verlaagd naar 1,85% met een gelijktijdige verlaging van de franchise naar 16.000 (2013: 18.824). Bovendien worden pensioenaanspraken vastgesteld over de ploegendienstgrondslag. De ploegendienst-grondslag is gelijk aan 12 maal het maandbedrag aan ploegentoeslag (respectievelijk consignatietoeslag) per 1 januari van het betreffende jaar, verhoogd met de vakantietoeslag (0,96 maandbedrag) en de pensioengevende dertiende maand indien deze van toepassing zijn. Voor deelnemers, die op grond van voorgaande reglementen afstand hebben gedaan van pensioenopbouw van ouderdomspensioen over de ploegendienstgrondslag, wordt het opbouwpercentage hierover gesteld op 0,84%. Het nabestaanden-pensioen (vanaf 1 januari 2006 op risicobasis) is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen. Het wezenpensioen is gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen (28% voor volle wezen). Het nabestaandenpensioen voor deelnemers wordt bij overlijden vr de pensioendatum, afgeleid van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. Tot 1 januari 2006 was een nabestaandenpensioen op basis van opbouw verzekerd. Dit is per deze datum premievrij gemaakt. Daarnaast was voor deelnemers vanaf 38 jaar onder de betreffende voorgaande pensioenregeling een tijdelijk ouderdomspensioen verzekerd. Dit is per 1 januari 2006 omgezet in extra levenslang ouderdomspensioen. Voor werknemers die arbeidsongeschikt worden, wordt een arbeidsongeschiktheidspensioen uitgekeerd. Vanaf 1 januari 2006 loopt deze verzekering niet meer via het pensioenfonds. De voor deze datum reeds ingegane arbeidsongeschiktheidspensioenen blijven verzekerd via het pensioenfonds.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

26

Toeslagbeleid

Verhoging van de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken vindt in beginsel plaats indien en voor zover de middelen van het fonds toereikend zijn. Het bestuur stelt jaarlijks het percentage vast waarmee de ingegane pensioenen en premievrije aanspraken worden verhoogd. Het bestuur baseert zich bij de vaststelling van het verhogingspercentage op de ontwikkeling van het (afgeleide) consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (CPI). De verhoging bedraagt echter niet meer dan de stijging van de salarissen als overeengekomen bij de CAO. Als richtsnoer voor de mate van toeslagverlening van ingegane en premievrije pensioenen wordt een matrix aangehouden, waarbij de hoogte van de nominale dekkingsgraad maatgevend is. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Ter financiering van deze voorwaardelijke toeslagtoezeggingen is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Een toegekende verhoging van ingegane pensioenen en premievrije aanspraken is een verplichting van het fonds en de contante waarde van de verhogingen wordt aan de voorziening pensioenverplichtingen toegevoegd. Samenvattend kan worden gesteld dat het toeslagbeleid van het fonds voor de ingegane en de premievrije pensioenen te typeren is conform categorie D1 van de toeslagmatrix zoals gepubliceerd door DNB en het ministerie van SZW. Dit houdt in dat de indexatie van ingegane en premievrije aanspraken geheel wordt gefinancierd uit beleggingsopbrengsten. Voor verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken wordt in beginsel wel een bijdrage betaald. De hiervoor beschikbare bijdrage wordt bepaald als de resultante van de betaalde vaste premie van 19% van het salaris respectievelijk ploegendienstgrondslag, minus de benodigde bijdrage voor jaarinkoop, risicopremies, opslag voor uitvoeringskosten en de solvabiliteitsopslag hierover. De bijdrage kan niet negatief worden, maar wel nihil zijn. Het bestuur baseert zich bij de vaststelling van het verhogingspercentage op het verloop van de algemene loonontwikkeling bij de aangesloten ondernemingen tot en met 1 januari van het jaar waarin de verhoging wordt toegekend. De verhoging kan lager worden vastgesteld dan de algemene loonontwikkeling, indien de premiebijdrage niet toereikend is voor volledige toekenning. Bij vaststelling van het verhogingspercentage voor deelnemers, wordt rekening gehouden met de verhoging voor ingegane en premievrije aanspraken. Indien laatstgenoemde verhoging hoger zou uitvallen, kan de verhoging voor de deelnemers dienovereenkomstig worden aangepast. Samenvattend kan worden gesteld dat het toeslagbeleid van het fonds voor de opgebouwde pensioenen van de deelnemers te typeren is conform een combinatie van categorie D1 en D2 van de toeslagmatrix zoals gepubliceerd door DNB en het ministerie van SZW. Het beleid is erop gericht dat er - afgezien van bijzondere omstandigheden - jaarlijks middelen voor indexering beschikbaar zijn, maar door de lage rente is dit de afgelopen jaren niet het geval geweest. Op de volgende pagina wordt het toeslagbeleid schematisch weergegeven in samenhang met het premiebeleid:

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

27

Ingegane pensioenen Premie als % en slapersrechten Dekkingsgraad in % pensioensalaris (prijsindex) > 150% 19% 100% + mogelijke inhaalindexatie 130% - 150% 19% 100% 110% - 130% 19% 20-100%, lineair met dekkingsgraad 105% - 110% 19% 0-20%, lineair met dekkingsgraad < 105% 19% 0% Voor de verhoging van de opgebouwde rechten van de actieve deelnemers geldt een voorwaardelijke maatstaf op basis van de cao-index, waarbij bovenstaande staffel (inzake de prijsindex) eveneens van toepassing is.

Verlaging aanspraken

Afhankelijk van de financile positie van het fonds is het mogelijk dat de rechten van de deelnemers worden verlaagd. Indien sprake is van een situatie van dekkingstekort (het aanwezige vermogen is lager dan het minimaal vereist vermogen), dient het bestuur maatregelen te nemen om dit tekort binnen afzienbare tijd in te lopen. Deze maatregelen zijn vastgelegd in het crisisplan en bevatten onder meer: Het wijzigen van het beleggingsbeleid; Het aanpassen van de op te bouwen rechten; Het (in overleg met de werkgever) aanpassen van de premiebijdragen; Het korten van de opgebouwde rechten. Zoals in het jaarverslag 2013 aangegeven heeft het fonds in 2012 tweemaal over moeten gaan tot het korten van de aanspraken, teneinde de financile positie te verbeteren. Per 1 april 2012 heeft een verlaging van de aanspraken van 7% en per 31 december 2012 een verlaging van de aanspraken van 10% plaatsgevonden. De financile positie ultimo 2013 was afdoende om een derde verlaging van de aanspraken te kunnen voorkomen. Indien de financile positie van het fonds in de toekomst daartoe aanleiding geeft, zullen wederom (conform hetgeen is vastgelegd in het crisisplan) herstelmaatregelen moeten worden genomen. Indien mocht blijken dat deze niet op een voldoende wijze bijdragen aan het herstel, is een verlaging van de rechten in de toekomst onvermijdelijk.

Verleende toeslagen / verwerkte verlagingen

De verleende toeslagen en verwerkte verlagingen van de pensioenaanspraken over de afgelopen jaren kunnen als volgt worden weergegeven: (in procenten) 2014 2013 2012 2011 2010

Actieve deelnemers Verleende toeslagen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Voorwaardelijke maatstaf 2,00 2,50 2,00 1,76 1,76 Inactieve deelnemers Verleende toeslagen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Voorwaardelijke maatstaf 0,75 0,90 1,98 2,38 1,38 Alle deelnemers Verwerkte verlagingen 0,00 0,00 -17,00 0,00 0,00 Bij de vermelde verleende toeslagen dient te worden opgemerkt dat jaarlijks een verhoging van de pensioensalarissen van de arbeidsongeschikte deelnemers plaatsvindt. Deze aanpassing wordt in het verloop van de technische voorziening verantwoord als onderdeel van de pensioenopbouw.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

28

Aangesloten onderneming en ontwikkeling deelnemersbestand

De aangesloten onderneming betreft Cabot Norit Nederland B.V., statutair gevestigd te Amersfoort. De actieve deelnemers zijn ultimo boekjaar als volgt in te delen: 2014 2013

Actieve deelnemers 310 313 Deelnemers met vrijstelling van premiebetaling wegens ingetreden arbeidsongeschiktheid 20 20 Uittredingsregelingen 2 3

332 336

Het aantal verzekerden met premievrije rechten bedroeg ultimo 2014 335 (ultimo 2013: 349). Ultimo boekjaar zijn onderstaande ingegane pensioenen verzekerd: 2014 2013

bedrag in bedrag in aantal 1.000 aantal 1.000

Ouderdomspensioen mannen 252 2.335 247 2.063 Ouderdomspensioen vrouwen 37 225 36 202 Weduwe/weduwnaarspensioen 126 564 124 544 Wezenpensioen 2 3 2 3 Arbeidsongeschiktheidspensioen 1 0 1 0 Tijdelijk/vervroegd ouderdomspensioen mannen 10 160 12 229 Tijdelijk/vervroegd ouderdomspensioen vrouwen 4 8 6 59

432 3.295 428 3.100

Verwachte wijzigingen in het komende jaar

Vanaf 1 januari 2015 is de regeling opnieuw aangepast en worden pensioenaanspraken opgebouwd met pensioenrichtleeftijd 67 jaar. Opgebouwde pensioenaanspraken worden hierbij omgezet naar de nieuwe richtleeftijd. Deelnemers kunnen desgewenst de ingangsdatum weer vervroegen.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

29

Beleggingenparagraaf

Algemeen beleid

De herinrichting van het beleggingsbeleid heeft in 2013 plaats gevonden. Dit proces behelsde een aantal stappen, waaronder het opnieuw vaststellen door het bestuur van de:

Investment beliefs (uitgangspunten die het bestuur hanteert bij het vermogensbeheer),

Risicobudgettering,

Strategische beleggingsallocatie,

Beleggingsplan, inclusief mandaat.

Vervolgens zijn een aantal vermogensbeheerders geselecteerd om te komen tot een keuze welke vermogensbeheerder(s) het beste past bij de nieuw opgestelde beleggingsstrategie en het beleggingsplan. Als uitkomst van dit proces heeft het bestuur van SNP de voorkeur uitgesproken voor het voortaan onderbrengen van de beleggingsportefeuille bij n in plaats van meerdere vermogensbeheerders. Het bestuur vond uiteindelijk het voorstel van ING Investment Management het beste passen bij het opgestelde mandaat en heeft in december 2013 een nieuwe vermogensbeheerovereenkomst opgesteld met ING Investment Management (via AZL Vermogensbeheer B.V.). De beschikbare gelden van het fonds dienen op een solide wijze te worden belegd. Het bestuur heeft ING Investment Management (INGIM) per 1 januari 2014 als manager aangesteld voor het volledig beheer van de portefeuille. De taakverdeling tussen het fonds en de vermogensbeheerder is als volgt:

Het fonds stelt het beleggingsraamwerk en latere wijzigingen daarvan vast;

De vermogensbeheerders beheren het vermogen binnen het raamwerk en rapporteren daarover;

Het fonds controleert de uitvoering aan de hand van de rapportages, echter zonder daarmee de verantwoordelijkheid van de vermogensbeheerder te verminderen.

In het raamwerk waarbinnen de vermogensbeheerder opereert zijn beleggingsrichtlijnen opgenomen in de vorm van een algemeen beleggingsplan. Jaarlijks bespreken partijen het gehele beleggingsraamwerk en de behaalde resultaten. Het bestuur stelt in overleg met de vermogensbeheerder een algemeen concept beleggingsplan op, rekening houdend met de ontwikkeling van de portefeuille en de vooruitzichten op de beleggingsmarkten. Het algemeen beleggingsplan omvat de algemene beleggingsdoelstelling alsmede de normen en bandbreedtes:

Verdeling over beleggingscategorien;

Risicobeheer;

Valutabeleid;

Samenstelling vastrentende portefeuille en de bandbreedtes;

Samenstelling aandelenportefeuille en de bandbreedtes;

Gebruik derivaten;

Inhoud en frequentie rapportages. In 2014 heeft de Beleggingsadviescommissie vier keer vergaderd met INGIM. Het bestuur heeft medio 2014 besloten tot stapsgewijs afdekken van het neerwaartse renterisico zoals nader beschreven in de risicoparagraaf. Door afdekking wordt het opwaarts potentieel ingeval van een rentestijging beperkt; tevens zal afdekking van de rente-exposure bij hogere rente- en bijbehorende inflatieniveaus leiden tot beperking van de mogelijkheid tot toeslagverlening. Door het renterisico stapsgewijs af te dekken over een periode van een aantal jaren verwacht het bestuur zowel het neerwaartse als opwaartse risico in lijn te brengen met het markt gemiddelde.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

30

In verband met de aanpassing van de Pensioenwet in het kader van de Code Pensioenfondsen heeft het bestuur met INGIM de noodzaak tot maatschappelijk verantwoord beleggen besproken. Aangezien het pensioenfonds alleen in fondsen belegd is geen sprake van directe beleggingen en heeft het bestuur weinig mogelijkheden tot sturing van het beleid ten aanzien van bewust en actief rekening houden met de invloed van milieu-, sociale en bestuurlijke factoren, de zogenaamde ESG-factoren (Environment, Social en Governance). Het huidige beleid van INGIM met betrekking tot maatschappelijk verantwoord beleggen kan als volgt kort worden weergegeven:

er wordt niet in controversile wapens belegd;

de United Nations Principles for Responsible Investing worden gevolgd;

er vindt actief stembeleid plaats. Het bestuur heeft door middel van gesprekken met INGIM onderzocht of de fondsen waarin het pensioenfonds belegt voldoen aan de genoemde ESG-factoren. Dit blijkt inderdaad het geval.

ING Investment Management

Mandaat en beleid De vermogensbeheerovereenkomst met INGIM is in december 2013 volledig aangepast aan het vastgestelde beleggingsbeleid en het beleggingsplan 2014. Het vermogen wordt vanaf het eerste kwartaal 2014 als volgt belegd:

Vastrentende waarde (norm: 63% van de totale portefeuille): o ING Duration Matching Basis Fonds M; o ING Duration Matching Basis Fonds XL; o ING Fixed Income AA Fonds; o ING (L) Renta Fund Emer Mark Debt LC; o ING EURO Credit Fonds; o ING Global High Yield Fonds.

Zakelijke waarden (norm: 37% van de totale portefeuille): o Altis Multimanager Europe Equity Fund; o Altis Multimanager North America Euity Fund; o BlackRock MSCI EM Idx Non Lending Fund B; o BlackRock MSCI Pacific Fund B.

Economische ontwikkelingen in 2014 De wereldeconomie is in de loop van 2014 geleidelijk verbeterd. De groei kwam uit op 2,9%; dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2013, toen de economische groei 2,8% bedroeg. De economische groei werd met name gevoed door sterke prestaties van de private sector in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Hier gaven de verbeterende arbeidsmarkt en de positieve beursontwikkelingen de bestedingen een stevige impuls. In Japan en de eurozone stelde de groei juist teleur. De groei in opkomende economien bleef gematigd. De olieprijs ging omlaag en er was sprake van oplopende geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten en Oekrane. De wereldwijde inflatie bleef in 2014 onder controle dankzij de lagere energieprijzen en onbenutte capaciteit. De inflatie daalde tot 2,7% in 2014. In 2013 bedroeg de wereldwijde inflatie 2,9%. De centrale banken speelden in 2014 wereldwijd een hoofdrol. In oktober stopte de Amerikaanse FED na meer dan vijf jaar met het opkopen van staatsobligaties (QE). De centrale bank in Japan breidde haar QE-programma juist uit om de inflatie te stimuleren. De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde het belangrijkste rentetarief tot 0,05% en is voornemens om 1.100 miljard euro extra in de economie te pompen om de groei en de inflatie te stimuleren.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

31

Financile markten in 2014 Ondanks aanhoudende zorgen om de mondiale groei en geopolitieke spanningen was 2014 gunstig voor beleggers. Een langzaam aantrekkende economische groei, dalende inflatie en soepel monetair beleid zorgden in de financile markten voor een zoektocht naar rendement. Met name (staats)obligaties, aandelen en vastgoed wisten daarvan te profiteren. De beleggingsrendementen werden in 2014 benvloed door valutaschommelingen. De Amerikaanse dollarindex, die de waarde van de dollar afzet tegen een mandje met belangrijke valutas, steeg in 2014 naar het hoogste niveau in negen jaar. De aandelenmarkten lieten een waardestijging van bijna 20% in euros zien in 2014. Dit betekent een voortzetting van de opwaartse trend die in 2009 na de financile crisis werd ingezet. Aandelen kregen steun van sterke winstcijfers, dividendgroei en een toenemend ondernemersvertrouwen. Vooral Amerikaanse aandelen presteerden goed. Tegen de meeste verwachtingen in daalde de obligatierente in de Verenigde Staten en Duitsland naar nieuwe dieptepunten. In de Verenigde Staten kwam dit door een onverwachte afname van de leenbehoefte van de Amerikaanse overheid. De lagere rente in Duitsland had te maken met de lage inflatie en zwakke economische activiteit in de eurozone, het vooruitzicht van nieuwe monetaire acties van de Europese Centrale bank om de groei te stimuleren en de zoektocht door beleggers naar safe havens (veilige havens) in een omgeving die wordt gekenmerkt door geopolitieke onzekerheid. Ontwikkeling portefeuille INGIM Het resultaat van het belegd vermogen bij INGIM over 2014 bedraagt 9.2% (2013: 7,4%); dat stelt teleur want het resultaat volgens de benchmark bedraagt 10,1% (2013: 6,2%). De underperformance was in belangrijke mate toe te schrijven aan het Altis Multimanager North America Euity Fund en in mindere mate aan de obligatie fondsen ING (L) Renta Fund Emer Mark Debt LC en ING Global High Yield Fonds. De underperformance van de genoemde fondsen is als volgt te verklaren: Altis multimanager North America Equity fund. In 2014 rendeerde het fonds 22.41%. De benchmark rendeerde 27.35%. Daarmee rendeerde het fonds, na aftrek van kosten, 4,94% lager dan de benchmark. De beleggingen van het fonds waren overwogen naar cyclische aandelen. Dit droeg 1% bij aan de underperformance. De beleggingen van het fonds waren onderwogen naar blue chips (zoals Apple, Johnson&Johnson en Microsoft. Dit droeg 2% bij aan de underperformance. De beleggingen van het fonds waren overwogen naar Energie (dit droeg 1,3% bij aan de underperformance). ING (L) Renta Fund Emerging Market Debt Local Currency fund. In 2014 rendeerde het fonds -3.83%. De benchmark rendeerde -2.19%. Daarmee rendeerde het fonds, na aftrek van kosten, 1.64% lager dan de benchmark. In het vierde kwartaal zagen we een extreme daling van de olieprijs. Olie-exporterende bedrijven in de emerging markets werden hierdoor geraakt. Bedrijven uit de energiesector waren overwogen in het fonds. Op deze ontwikkeling heeft het fonds onvoldoende geanticipeerd. ING Global High Yield fund. In 2014 rendeerde het fonds 0.30%. De benchmark rendeerde 2.83%. Daarmee rendeerde het fonds, na aftrek van kosten, 2.52% lager dan de benchmark. Begin van het jaar was er sprake van toenemende politieke onrust (conflict tussen Europa en Rusland) hetgeen ertoe leidde dat beleggers afstand deden van de meer risicovolle obligaties (spreek: obligaties met een relatief lage rating). Bedrijven met een relatief lage rating waren in het fonds overwogen. In het vierde kwartaal zagen we een extreme daling van de olieprijs. Olie-exporterende bedrijven in de emerging markets werden hierdoor geraakt. Bedrijven uit de energiesector waren overwogen in het fonds. Op deze ontwikkeling heeft het fonds onvoldoende geanticipeerd.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

32

De overige fondsen presteerden in grotendeels in lijn met de benchmark. De omvang van het belegd vermogen bij INGIM kan als volgt worden weergegeven (bedragen in miljoenen euro): 2014 2013

Vastrentende waarden 64,0 54,2 Aandelen 37,2 36,1 Onroerend goed 0,0 1,1 Commodities 0,0 2,0 Liquide middelen 0,0 0,0

101,2 93,4

De verdeling van de asset-mix in percentages is als volgt: Norm Ultimo 2014 Ultimo 2013

Vastrentende waarden 65,6% 63,3% 58,1% Aandelen 34,4% 36,7% 38,6% Onroerend goed 0,0% 0,0% 1,1% Commodities 0,0% 0,0% 2,1% Liquide middelen 0,0% 0,0% 0,1%

100,0% 100,0% 100,0%

Per onderdeel van het belegd vermogen kunnen de behaalde rendementen en de betreffende benchmarks als volgt worden weergegeven: 2014 2014 2013 2013 werkelijk benchmark werkelijk benchmark

Vastrentende waarden 6,0% 6,5% 0,8% 0,4% Aandelen 15,6% 17,7% 20,2% 17,8%

9,2% 10,1% 7,4% 6,2%

Kosten vermogensbeheer De totale kosten van het vermogensbeheer bedroegen in 2014 574 of 0,59% van het gemiddeld belegd vermogen. Uitgesplitst naar categorie kunnen de kosten als volgt worden weergegeven: (x 1.000) %

Beheerkosten 372 64,8 Transactiekosten 113 19,7 Overige kosten (Bewaarloon, Advieskosten, Fiduciair beheer, Administratie) 89 15,5

574 100,0

Vooruitblik 2015

Het beleggingsbeleid zal in 2015 in beginsel niet worden gewijzigd. Wel zal het bestuur in het komende jaar verder gaan met het stapsgewijs afdekken van het neerwaarts renterisico.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

33

Financile paragraaf

Samenvatting van de financile positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar

technische eigen voorziening dekkings- (x 1.000) vermogen e/r graad

Stand per 31 december 2013 4.094 90.321 104,5% Resultaat boekjaar (8.896)

Stand per 31 december 2014 (4.802) 106.340 95,5%

De wijziging van de dekkingsgraad wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de verplichtingen als gevolg van de gedaalde marktrente. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: (x 1.000) 2014 2013 2012 2011 2010

Premieresultaat (1.071) 278 212 472 735 Intrestresultaat (8.933) 6.777 239 (15.605) (2.307) Overige resultaten 1.108 (538) 16.967 315 (2.068)

(8.896) 6.517 17.418 (14.818) (3.640)

Het saldo overige resultaten in 2012 bevat onder meer een bate ad 17.383 met betrekking tot het korten van de pensioenaanspraken (met 7% per 1 april 2012 en nogmaals met 10% per 31 december 2012).

Kostendekkende premie

De kostendekkende premie Het premiebeleid van het fonds is erop gericht om jaarlijks een kostendekkende premie te ontvangen, die bestaat uit de volgende onderdelen:

De actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de nieuw pensioenaanspraken ten behoeve van de actieve deelnemers vermeerderd met de risicopremies;

De solvabiliteitsopslag ter instandhouding van het vermogen van het fonds;

Opslag voor uitvoeringskosten;

Actuarieel benodigde premie voor de voorwaardelijke onderdelen van de pensioenregeling. Een nadere uitleg van bovenstaande onderdelen is als volgt:

Op basis van de rentetermijnstructuur per 1 januari van elk jaar wordt bepaald hoeveel de benodigde premie voor inkoop van de pensioenaanspraken voor dat jaar bedraagt (inclusief risicopremies in verband met overlijden en arbeidsongeschiktheid);

Omdat toevoeging van de hierboven bepaalde premie aan de voorziening pensioenverplichtingen zou leiden tot een daling van de dekkingsgraad wordt de hierboven bedoelde premie verhoogd met een opslag. Deze opslag wordt zodanig vastgesteld dat het wettelijk vereiste pensioenvermogen van het fonds binnen de hiervoor gestelde wettelijke termijn wordt bereikt of gehandhaafd;

De opslag voor uitvoeringskosten is vastgesteld op 1% van de salarissom;

Voor de voorwaardelijke onderdelen van de pensioenregeling (in het bijzonder de toeslagverlening aan deelnemers) is een bijdrage opgenomen in de verschuldigde premie. In de kostendekkende premie wordt in principe uitgegaan van de benodigde koopsom op basis van de volledige loonindex.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

34

De gedempte kostendekkende premie Het fonds maakt geen gebruik van een gedempte kostendekkende premie. De verschuldigde premie De jaarlijks door de werkgever verschuldigde bijdrage met betrekking tot de pensioenregeling bedraagt met ingang van 1 januari 2014 19% van de salarissom (2013: 18% van de salarissom). De werkgever is onder geen enkele omstandigheid gehouden meer te betalen dan deze vaste bijdrage; premiekorting is echter eveneens uitgesloten. Van de totale vaste bijdrage van 18% komt gemiddeld (over de gehele populatie bezien) 1/3 voor rekening van de deelnemers. Deze deelnemersbijdrage wordt vastgesteld als een percentage van de pensioengrondslag; dit percentage bedraagt per 1 januari 2014 9,0% (2013: 9,8%). Kostendekkende premie versus verschuldigde premie Indien de kostendekkende premie lager is dan de verschuldigde premie, kan het overschot worden gereserveerd via de egalisatiereserve kostendekkende premies. De verschuldigde premie, bestaande uit de deelnemersbijdragen plus de werkgeversbijdrage zal in principe jaarlijks minimaal gelijk zijn aan de kostendekkende premie. Aangezien de verschuldigde premie een vast gegeven is, zullen bij een hogere kostendekkende premie in volgorde de volgende maatregelen worden getroffen:

De koopsom voor toeslagverlening aan deelnemers wordt geput uit de egalisatiereserve, waaraan overschotten van voorgaande jaren zijn toegevoegd;

De toeslagverlening aan deelnemers wordt beperkt ten opzichte van de volledige algemene salarisverhoging of zelfs geheel achterwege gelaten. Hiertoe wordt pas besloten indien uit een prognoseberekening blijkt dat de beperking noodzakelijk is in verband met de financile positie van het fonds;

De franchise wordt zodanig verhoogd en/of het opbouwpercentage wordt zodanig verlaagd, dat de kostendekkende premie gelijk wordt aan de verschuldigde premie.

De kostendekkende premie kan als volgt worden weergegeven: (x 1.000) 2014 2013

Premie voor inkoop van nieuwe rechten 2.325 2.341 Opslag premie voor uitvoeringskosten 162 161 Solvabiliteitsopslag 433 426

Totaal premie voor nieuwe aanspraken 2.920 2.928 Overige premies (met name premie ANW-hiaatverzekering) 26 28

Totaal kostendekkende premie 2.946 2.956

Feitelijk ontvangen premie (exclusief FVP-premie) 3.080 2.962

Op basis van bovenstaande blijkt dat in boekjaar 2014 sprake was van een overschot ad 134, hetgeen wordt toegevoegd aan de egalisatiereserve. Het overschot in 2013 (ad 6) is toegevoegd aan de egalisatiereserve.

Dekkingsgraad / solvabiliteitseisen

De financile positie van het pensioenfonds komt vooral tot uitdrukking in de dekkingsgraad. Dat is de verhouding tussen bezittingen en verplichtingen. Deze geeft aan of het fonds steeds aan haar verplichtingen kan voldoen. De actuaris van het pensioenfonds berekent de dekkingsgraad als onderdeel van de jaarlijkse toereikendheidstoets. Deze toets voldoet aan de regels die de toezichthouder op pensioenfondsen, de Nederlandsche Bank, stelt.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

35

De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2014 2013 2012 2011 2010

Dekkingsgraad ultimo (%) 95,5 104,5 97,4 80,6 94,4

Dit betreft de aanwezige dekkingsgraad volgens het in de Pensioenwet opgenomen Financile Toetsingskader Pensioenfondsen (gebaseerd op de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB). Eind 2014 bedraagt de dekkingsgraad 95,5% op basis van de FTK-toets (eind 2013: 104,5%). Ultimo 2014 bedraagt het eigen vermogen negatief 4.802. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt 4.453; het vereist eigen vermogen bedraagt 17.474. Per 31 december 2014 voldoet het fonds niet aan de norm voor het vereist eigen vermogen, en tevens niet aan de norm voor het minimaal vereist eigen vermogen. Derhalve is sprake van een dekkingstekort.

Herstelplan op korte termijn en korting van aanspraken en rechten

Door het bestuur is in 2008 melding gemaakt van het toen ontstane dekkingstekort bij de toezichthouder DNB en is in 2009 een korte- en lange termijnherstelplan ingediend, samen met een verplichte continuteitsanalyse. De toezichthouder heeft vervolgens het herstelplan op 22 juli 2009 goedgekeurd. De kernpunten van het oorspronkelijk herstelplan waren:

De vaste jaarpremie bedraagt 18% van de salarissom;

Het beleggingsbeleid blijft ongewijzigd;

Zolang het fonds in een situatie van onderdekking verkeert worden geen toeslagen verleend op de uit te keren pensioenen, noch op de opgebouwde pensioenaanspraken;

Er wordt een voorwaardelijke korting op de nominale pensioenaanspraken voorgesteld van 3%. Afhankelijk van de voortgang van het herstelplan, zal deze korting uiterlijk op 1 januari 2012 worden toegepast.

In de continuteitsanalyse die het bestuur heeft laten maken, bleek dat bij toepassing van bovenstaande beleidspunten de dekkingsgraad naar verwachting binnen vijf jaar stijgt naar een niveau van 105%. Na 15 jaar zal de dekkingsgraad naar verwachting circa 126% bedragen. In het kalenderjaar 2011 is als gevolg van de dalende rente het bestuur gevraagd om een aangepast herstelplan in te dienen. Dit aangepaste plan, waarbij de kernpunten ongewijzigd zijn gebleven, is in augustus 2011 ingediend en in oktober 2011 goedgekeurd door De Nederlandsche Bank. Na de zomer van 2011 werd het Nederlandse pensioenstelsel geconfronteerd met een opleving van de schuldencrisis welke gepaard ging met zeer sterk dalende renteniveaus. Hierdoor ontstond een financile situatie waarbij het voor Stichting Norit Pensioenfonds (evenals bij veel andere fondsen in Nederland) onvermijdelijk werd om n of meerdere kortingen door te voeren op de pensioenaanspraken en -rechten, teneinde op het wettelijk vastgestelde moment te voldoen aan de betreffende vermogensvereisten. Het bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds realiseert zich dat dit een extreme maatregel is, waarvan de invoering met grootst mogelijke zorgvuldigheid, overleg met pensioenbelanghebbenden en afweging van belangen moet plaatsvinden.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

36

De meeste pensioenfondsen die een korting hebben aangekondigd, zijn van plan geweest deze korting eerst in 2013 door te voeren. Het bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds was evenwel van mening, mede gegeven het feit dat al sinds het najaar van 2008 een situatie van onderdekking bestaat, dat verder interen op het vermogen geen recht doet aan een evenwichtige belangenverdeling; de nadelige financile consequenties worden door verder uitstel steeds meer richting de jongere generaties geschoven. Mede hierdoor heeft het bestuur in januari 2012 besloten om de kortingsmaatregel in een drietal stappen door te voeren. De pensioenaanspraken zijn op 1 april 2012 met 7% gekort, waarna aan het eind van 2012 nogmaals een korting van 10% heeft plaatsgevonden (deze kortingsmaatregelen zijn door DNB goedgekeurd op 23 februari 2012 respectievelijk op 14 december 2012). Op basis van het huidige herstelplan zou eind 2013 nogmaals een korting van circa 1%-3% moeten worden doorgevoerd. Het bestuur heeft over deze korting besloten dat deze, op basis van de hoogte van de dekkingsgraad ultimo 2013, vooralsnog niet zal hoeven worden doorgevoerd. Gezien de afgelopen jaren doorgevoerde herstelmaatregelen, alsmede de gestegen rente in 2013, was ultimo 2013 sprake van een dekkingsgraad ad 104,5%, waarmee het fonds voldeed aan het minimaal vereist eigen vermogen. Ultimo 2014 was de dekkingsgraad weer onder deze grens gekomen. In 2015 zal een nieuw herstelplan gemaakt dienen te worden, op basis van het nieuwe wettelijk kader.

Herstelplan op lange termijn

Op basis van de dekkingsgraad per 31 december 2008 heeft het pensioenfonds zowel een korte termijn als een lange termijn herstelplan opgesteld. Op grond van het herstelplan zou de dekkingsgraad per 31 december 2014 108,0% dienen te bedragen. In werkelijkheid bedraagt deze 95,5%. Het fonds heeft derhalve in het verslagjaar een forse achterstand op het herstelplan opgelopen. Het verloop van de werkelijke dekkingsgraad en volgens het herstelplan kan als volgt worden weergegeven: herstelplan verwacht werkelijk

Dekkingsgraad ultimo 2013 105,0 104,5 Nieuwe aanspraken 0.7 0,4 Uitkeringen 0.2 0,2 Toeslagverlening -0,4 0,0 Wijziging RTS 0,3 -16,4 Beleggingsresultaat 1,8 9,2 Overige oorzaken 0,4 -2,4

Dekkingsgraad ultimo 2014 108,0 95,5

In 2015 wordt een nieuw herstelplan gemaakt, op basis van het nieuwe wettelijk Financieel Toetsingskader.

Evaluatie herstelplan

In 2014 heeft geen evaluatie van het herstelplan plaatsgevonden, in afwachting van de nieuwe wetgeving per 1 januari 2015.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

37

Actuarile paragraaf

Actuarile analyse

De actuarile analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: (x 1.000) 2014 2013

Premieresultaat Solvabiliteitsopslag premies 433 426 Resultaat op kostendekkende premie 134 6 Premies herverzekering (138) (150) Resultaat op pensioenuitvoeringskosten (60) (4)

369 278 Intrestresultaat Beleggingsresultaten 8.178 4.423 Rentetoevoeging technische voorziening (343) (328) Wijziging marktrente (16.768) 2.682

(8.933) 6.777 Overige resultaten

Wijziging actuarile grondslagen (534) (455) Resultaat op sterfte, arbeidsongeschiktheid en overige mutaties 202 (83)

(332) (538)

(8.896) 6.517

Bij bovenstaande analyse kan het volgende worden opgemerkt:

De solvabiliteitsopslag op de premies betreft het deel van de bij de werkgever in rekening gebracht premie dat, onder de regels van het FTK, dient bij te dragen aan het in stand houden van het vermogen van het fonds. Dit deel van premie draagt direct bij aan het resultaat van het fonds;

De premies herverzekering hebben betrekking op de verschuldigde premie voor overlijdensrisicos (exclusief premie voor de ANW-hiaatverzekering; deze vormt onderdeel van het resultaat op de kostendekkende premie). Zoals vastgelegd in de herverzekeringsovereenkomst met Elips Life AG wordt na afloop van iedere verzekeringstermijn het positieve resultaat (bij een positieve schadeontwikkeling) gerestitueerd aan het fonds;

De wijziging actuarile grondslagen 2014 heeft betrekking op de met ingang van 2014 gehanteerde Prognosetafel AG 2014. Eind 2013 werd gebruik gemaakt van de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafels Gehele Bevolking Mannen (GBM) en Vrouwen (GBV), met waarnemingsperiode 2012-2062; deze wijziging heeft geleid tot een verlaging van de verplichtingen ad 906. Daarnaast is hieronder opgenomen een eenmalige last als gevolg van de verhoging van de opslag voor excassokosten van 2,0% naar 3,4% van de netto pensioenverplichtingen; deze wijziging heeft geleid tot een verhoging van de verplichtingen ad 1.440;

De wijziging actuarile grondslagen 2013 heeft betrekking op de met ingang van 2013 gehanteerde gewijzigde correctiefactoren voor inkomensklasse HoogMidden. Deze factoren zijn afgeleid van de door het CBS bepaalde levensverwachting voor de hoogste van vijf inkomensklassen, waarbij elke inkomensklasse 20% van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigd. Eind 2012 heeft het CBS nieuwe inkomensafhankelijke levensverwachtingen gepubliceerd, waaruit in 2013 gewijzigde correctiefactoren zijn afgeleid;

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

38

Het verschil in resultaat op sterfte, arbeidsongeschiktheid en overige mutaties ten opzichte van vorig jaar, wordt veroorzaakt door het verschil in overlijdens- en arbeidsongeschikheidsmutaties tussen beide jaren. Gezien de relatief geringe omvang van het fonds kunnen een beperkt aantal mutaties een relatief grote impact op het resultaat hebben.

Uitkomsten van de solvabiliteitstoets

De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als dekkingstekort. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model.

Oordeel van de certificerend actuaris over de financile positie

De financile positie van het pensioenfonds is naar de mening van de actuaris slecht vanwege het dekkingstekort.

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

39

Risicoparagraaf

Risico en beheersing/beleid

Als onderdeel van het risicobeheer heeft het bestuur grenzen (risk appetite) gedefinieerd aan de door het pensioenfonds te lopen risicos. Deze grenzen en de situatie per 31 december 2014 zijn onderstaand weergegeven. Een uitgebreidere toelichting op de risicos en feitelijke omstandigheden per 31 december 2014 is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Voor onderstaande toelichting is gekozen voor een aansluiting met de risicos, zoals zijn gedefinieerd in de wortelformule ter bepaling van het vereist eigen vermogen. S1 Renterisico Het pensioenfondsbestuur heeft er in het verleden voor gekozen om het renterisico beperkt af te dekken. Door de dalende rente in 2014 zijn naar FTK-maatstaven de pensioenverplichtingen sterker gestegen dan de koerswinsten op staatsobligaties, de dekkingsgraad is daardoor in 2014 gedaald. In 2013 is het bestuur de discussie gestart in hoeverre het efficint is om het renterisico vanaf 2013 verder af te dekken. In opdracht van het bestuur is in 2013 een risicobudgetteringsstudie uitgevoerd door Towers Watson. Uit deze studie kwam naar voren dat bij een aanzienlijke renteafdekking het opwaarts potentieel voor de dekkingsgraad grotendeels wegvalt. In combinatie met de relatief lage dekkingsgraad zou dit niet leiden tot een verlaging van de kansen op een dekkings- en/of reservetekort. De kans op dekkings- en reservetekorten bleek uit de studie juist groter te zijn bij een hogere mate van renteafdekking. Daarbij bleek verder dat de kans op extreme tekorten wel lager wordt bij een hogere renteafdekking. Uit de risicobudgetteringsstudie heeft het bestuur in 2013 de conclusie getrokken dat een verhoging van het afdekken van het renterisico niet efficint zou zijn in termen van risicos versus opwaarts potentieel. Er is daarom in 2013 besloten om het beleid van beperkte renteafdekking voort te zetten. In 2013 heeft dit beleid goed uitgepakt. De gestegen rente in 2013 heeft ertoe bijgedr