60
Jaargang 42 | nummer 2 | december 2010 The Greenbird (English) Sir Isaac Newton Staut: De post-it Bits of steel (English) Simon

Simon Ster 42.2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Vereniginsperiodiek der W.S.V. Simon Stevin

Citation preview

Page 1: Simon Ster 42.2

Jaargang 42 | nummer 2 | december 2010

The Greenbird (English)

Sir Isaac Newton

Staut: De post-it

Bits of steel (English)

Simon

Page 2: Simon Ster 42.2

Colofon

December 2010/ 42e jaargang nr. 2De ‘Simon Ster’ is een uitgave van de Werktuig-kundige Studievereniging Simon Stevin van de Technische Universiteit Eindhoven. De ‘Simon Ster’ verschijnt zes maal per jaar.

HoofdredactieSanne Janssen

RedactieHuib van Amstel, Daan van den Assem, Bram Ber-kien, Edward de Boer, Liesbeth Campmans, Martijn Deenen, Victor Dolk, Jules Frints, Uriel Hoeberichts, Luuk Mouton, Anthom van Rijn, Anna van Velsen, Bart Welling

Ontwerp VormgevingvM-design

VormgevingHoofdredacteur

Illustraties en foto’sHoofdredacteur & leden der W.S.V. Simon Stevin

AdresTechnische Universiteit EindhovenW-Hoog 1.13Den Dolech 25612 AZ EindhovenPostbus 5135600 MB EindhovenTelefoon: (040) 247 33 13Telefax: (040) 243 49 70E-mail: [email protected]: wsv.simonstevin.tue.nl

FinancieelABN-AMRO: 52.90.96.358

AbonnementenEr bestaat de mogelijkheid de Simon Ster thuis te ontvangen. Men kan zich abonneren op de Simon Ster voor € 15 per jaar, inclusief verzendkosten. Indien u geïnteresseerd bent of meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met de hoofdredactie op bovenstaand adres.

Drukkergreve offset

Oplage900

© Simon Stevin MMVIIINiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur der W.S.V. Simon Stevin.De hoofdredactie behoudt zich te allen tijde het recht artikelen in te korten of te wijzigen. Plaatsing van een artikel houdt niet in dat het de mening weergeeft van W.S.V. Simon Stevin.

Iedereen kan kopij inleveren bij de redactie in de Simonkamer, W-Hoog 1.13, of per e-mail:[email protected]

2648

| In IJsland is veel meer te zien dan

ijs. De diverse natuur biedt bijna

alles wat er in Nederland niet is.

| Gereedschap is interessant voor

iedere werktuigbouwkundige. Deze

ken je waarschijnlijk nog niet.

| Voor deze Ster gingen Sanne en

Anna op bezoek bij Ichthus. Lees

over hun bijzondere diner inclusief

bidden en zingen.

| De ontwikkeling van de fiets is niet

logisch verlopen. Een gevaarlijke

en onhandige fiets werd als ‘cool’

gezien.

1216

Page 3: Simon Ster 42.2

Inhoudsopgave

Adverteerders

Deerns 59

ASML 60

Redactief

Dit is alweer de tweede Ster van de 42e jaargang. Ik heb hem deze keer kunnen maken zonder de tegen-slagen en de pech die ik had met mijn eerste Simon Ster. Het is een goed gevulde editie dus er staat voor iedereen wel iets in.

Een aantal commissieleden hebben de redactie verlaten en vijf nieuwe hebben hun plaatsen inge-nomen. Zij hebben met een frisse kijk hun bijdrage geleverd aan deze Ster. Er zijn nu grote verschillen in ervaring binnen de commissie. Ik zie dat als positief en heb er hoge verwachtingen van.

In de rubriek waarin commissies vertellen over hun activiteiten, zijn deze keer twee nog vrij onbekende commissies aan het woord. Beide commissies zijn dit jaar opgericht en boeken al resultaten. Bij de Glazen Huiscommissie is dit ook nodig want vanaf volgende week vindt Serious Request 2010 plaats op de markt in Eindhoven. De tweede commissie is de Bierbrouwcie. Kort na de kerstvakantie kun je hun eerste biertje proeven op de donderdagborrel. Ze leggen uit wat hier allemaal bij is komen kijken.

Ondertussen besturen we lekker door. De techni-sche mankementen zijn grotendeels verholpen, alleen het pinautomaat en het scherm in de kantine werken nog niet naar behoren. Ook is iedereen nu wel aan zijn functie gewend: het lukt veel beter om taken te plannen en het uren uitzoeken hoe iets moet, is er niet meer bij. De leuke dingen wisselen het hersendodende werk af. Ook merken we dat we allemaal verschillende piekmomenten qua drukte hebben. Recente voorbeelden zijn: Stefan voor de ALV, Sandra na de ALV (met de notulen), Caroline bij het einde van een kwartaal en ik natuurlijk vlak voor het opsturen van de Simon Ster. Op die momen-ten proberen we de druk te verdelen en taken van elkaar over te nemen. Desondanks zijn we allemaal blij dat het bijna kerstvakantie is zodat we ons even met andere dingen bezig kunnen houden. We zullen niet de enige zijn die er zo over denken!

Wanneer je nog opmerkingen hebt over de Ster of ideeën voor artikelen, spreek me dan zeker even aan in de Simonkamer of stuur me een mailtje.

Ik wens jullie veel leesplezier en een leuke en sneeuwvolle kerstvakantie!

Sanne Janssen

Smile of Science 4

The Greenbird (English) 6

The Blues (English) 8

Bijzondere gereedschappen 12

Gedoceerd: Langstuderen 15

IJsland 16

EuroBLECH Hannover 20

Column: Monumenten op de TU 22

Eerstejaarscoördinator en studieadviseur 24

Fenomeen fiets 26

Bits of steel (English) 28

Kijk in de Sterren: De W-hal 32

Sir Isaac Newton 34

Wervingsdagen 37

Profiel: Mazda MX-5 38

LineDrive 40

Gemechaniseerde brigade 43

Muziek in de tent 44

De Glazen Huiscommissie en de Bierbrouwcie 47

Sanne en Anna eten bij Ichthus 48

Staut: De Post-it 51

Een goede ingenieur is een luie ingenieur 54

Prijsvraag 58

Sterrenhoekjes 58

Page 4: Simon Ster 42.2

4

De zin en onzin achter de techniekSmile of Science Anna van Velsen

Als je een wondje hebt, doe je er een pleister op om je wond te beschermen tegen vuil en bacte-riën. Toch kan het gebeuren dat je wond alsnog gaat ontsteken. Tijdens het genezingsproces trek je de pleister er af om te kijken of het inderdaad ontstoken is. Echter moet je dan deze pleister weggooien en een nieuwe ne-men omdat hij niet meer goed genoeg plakt. Nu is er een pleis-ter ontwikkeld die voor jou kijkt of het goed gaat met je wond. Dit gebeurt aan de hand van een inkt die verkleurt wanneer er een verkeerde zuurgraad is. Bij een PH-waarde tussen de vijf en de zes is er niets aan de hand en is de wond goed aan het genezen. Een ontstoken wond heeft een hogere PH-waarde, namelijk tus-sen de 6,5 en de 8,5. Bij de hoge waardes kleurt de speciale inkt in de pleister paars. Omdat je op deze manier wordt gewaar-schuwd als er een ontsteking is, hoef je de pleister niet onnodig te verwijderen en kunnen er dus geen bacteriën in de wond ko-men. Helaas is de pleister nog niet op de markt en wordt er nog gewerkt aan een variant met een sensor erin die de PH waardes doorstuurt naar een computer om het genezingsproces beter te kunnen controleren.

Slimme pleister

Net als in Men in Black je geheu-gen wissen aan de hand van een flits? Het zou de oplossing zijn voor psychologische problemen veroorzaakt door een traumati-sche gebeurtenis. Twee Ameri-kaanse onderzoekers zijn er in geslaagd een eiwit in het brein van een muis te lokaliseren dat es-sentieel is voor een traumatische ervaring. Dit hebben ze gevonden door de hersenen van een muis te observeren tijdens blootstelling aan een traumatische ervaring. Dit trauma werd veroorzaakt door een keiharde toon. Aan de hand van

Geheugen wissen

Waarschijnlijk heb je er nog nooit over nagedacht, maar roltrappen gaan altijd in een rechte lijn om-hoog. Dit belemmert de moge-lijkheden van de toepassing in ar-chitectuur. Nu heeft de ingenieur Jack Levy hier een oplossing voor bedacht; een roltrap die oneindig veel vormen aan kan nemen. De roltrap bestaat uit maanvormige treden die elke route kunnen vol-gen, zowel horizontaal als verti-caal, bijvoorbeeld in een spiraal omhoog.

De treden vormen een aaneenge-sloten ketting waardoor de trap omhoog meteen weer verder gaat als trap naar beneden. Dit zorgt ervoor dat er geen ruimte onder de trap nodig is. Bij de huidige roltrappen zijn er namelijk twee losse trappen voor het naar boven en het naar beneden gaan en ver-dwijnen de treden onder de trap

Roltrap met oneindig veel mogelijkheden

Biologiegezondheid

Technology

om getransporteerd te worden naar het begin. Dit zorgt ervoor dat er veel ruimte onder de trap nodig is waardoor het niet altijd mogelijk is om een roltrap te plaat-sen. Nu is het zelfs mogelijk om er een te plaatsen op een bestaande trap, handig voor ouderen

De roltrap van Levy is sterker waar-door hij meer gewicht kan dragen. Ook is het onderhoud gemak-kelijker door het toegankelijkere systeem. De levytator kost even-veel als een normale roltrap en zal misschien al snel te vinden zijn in nieuwe winkelcentra.

deze wetenschap is het moge-lijk om het eiwit en dus de ver-bindingen die zorgen voor het trauma te verwijderen.

Page 5: Simon Ster 42.2

5

Simon Ster 42.2 | December 2010

In grote steden is het luchtvervui-lingprobleem enorm. Dit is niet alleen slecht voor de gezondheid maar de strenge regelgeving rond dit onderwerp zorgt ook voor veel vertraging in de verbetering van de infrastructuur. Om dit probleem aan te pakken is een speciaal soort straatsteen ontwikkeld om de lucht te zuiveren. Dit is gedaan op de universiteit van Twente in samenwerking met Struyk Verwo Infra. Deze stenen kunnen deeltjes uit de lucht halen zoals fijnstof, smog en zure regen. Dit is moge-lijk door de speciale toplaag die is aangebracht op de stenen. Deze toplaag bestaat uit titaandioxide (TiO

2) dat het giftige stikstofdi-

oxide om kan zetten in nitraat. Het overblijvende nitraat spoelt na een

Luchtzuiverende straatstenen

Iedereen kent het probleem wel; vlak voor sinterklaar wil je nog even een letter J kopen voor je goede vriend. Natuurlijk is deze letter op en kan je ook niet aan-komen met de P van Piet of de S van Sint. Een mooie oplossing voor dit probleem zijn de nieuwe tangram ‘chocoladeletters’. Deze moet je nog wel even zelf in elkaar puzzelen. Heel handig voor als je vast een voorraadje wilt kopen wanneer je nog niet weet wie er allemaal Sinterklaas bij je komen vieren. Om het cadeautje nog leuker en persoonlijker te maken zit er een stikker bij de chocolade waarop je de juiste letter kan om-cirkelen. Naast een letter kan je ook je creativiteit de vrije loop la-ten gaan en de meest mooie cre-aties leggen, dit maakt het ook bruikbaar buiten Sinterklaas! Het blok chocolade van 100 gram kost 7,90 euro.

Speciale

chocoladeletter

Voedingsmiddelen

maTeriaalkunde

Een nieuw soort kruispunt genaamd de ‘divergerende diamantaansluiting’ is op vier plekken in de wereld te vin-den, namelijk twee bij Parijs en twee in de Verenigde Staten. Het kruispunt is zo ontworpen dat er minder inter-secties zijn en dus minder verkeers-

lichten. Ook zijn de bochten vloeien-der. Deze combinatie zorgt voor een betere doorstroom. Het vreemde is echter dat je aan de linker kant komt te rijden voor een korte periode wat kan zorgen voor verwarring en ver-traging.

Nieuw kruispuntVerkeer

regenbui weg en komt verdund in het riool terecht. Het product is nog in ontwikkeling, de poriën van de stenen raken langzaam ver-stopt omdat ze dicht slippen met zouten. Hierdoor wordt de lucht-zuiverende werking steeds slech-ter en zal uiteindelijk zelfs verdwij-nen. Om dit tegen te gaan wordt er een waterafstotende laag op aangebracht die de doorstroom van het vuil en water moet bevor-deren. Binnenkort wordt in Rotter-dam een test gedaan met de wa-terafstotende laag. Dan wordt er gekeken of het inderdaad helpt in het behouden van de zuiverende werking. Het is nog niet bekend wanneer het product op de markt komt.

Page 6: Simon Ster 42.2

6

The wind powered land speed recordThe Greenbird

Whoever has joined one of the land yachting activities of Simon Stevin

knows how bumpy the ride is with high speeds in a land yacht. But how

will it feel if you cross the beach with 202.9 km/h? On March 26th 2009,

Richard Jenkins sailed this speed in his land yacht ‘The Greenbird’, setting

a new wind powered land speed record.

The previous record stood at 187.7 km/h and was set by the American Bob Schumacher in 1999. In the same year, the mechanical engineering student Jenkins started his Windjet Project. Before he set a new record, he built four other land yachts and Jenkins claims to have broken the record two times earlier, but those clocked speeds then remained unof-ficial because there were no independent observers.

The land yachtThe craft weighs a 600 kg and is built completely out of carbon fiber. To achieve a speed high enough for the world record, technologies usually found on aircrafts and For-mula One racing cars are used. To push the craft forward, a rigid vertical wing is used. Just as airflow over an aircraft’s horizontal wing pushes the aircraft up, the flow of air over

the Greenbird’s vertical wing pushes the vehicle forward. To make sure that the craft does not tip over, horizontal wings are used to stick the vehicle to the ground. These function like the wing of an aircraft but upside down.

Just like with other land yachts, the phenomenon of ap-parent wind is used to gain a speed higher than the wind speed. If you sail in forward direction, the motion creates its own wind, the headwind. The apparent wind is the wind experienced by the observer in motion and is the relative velocity of the wind in relation to the observer. With other words, this is the vector sum of the true wind and the head-wind an object would experience in still air. The Greenbird has been made so efficient that it can travel at up to three to five times the true wind speed on land.

Stephan Kleinendorst

Page 7: Simon Ster 42.2

7

Simon Ster 42.2 | December 2010

The steering of the land yacht is not easy. You have only got a steer wheel and a single cable to control the sail, but this 8 meter high sail can turn 360 degrees. The cable to control the sail is not even directly connected to the sail, but to a hydraulic pump that is connected to the main tail.

It is clear that it is very important to know what you are doing, when sailing in this machine. If you lose control you don’t have any brakes, so it is unpredictable what hap-pens then. Once, on a Nevada salt lake in 2005, Jenkins lost control at 170 km/h. “The winds out there are much more unpredictable, and in search of the perfect gust, I sailed into a pretty violent wind and dust storm. I lost steerage and span for about a quarter mile. Stopped when I hit the scrub on the edge of the lake.”

Location and weatherTo set a record, only the top speed matters and not the ac-celeration. Hence the craft is optimized for speed and not for acceleration, so it can take 40 seconds to reach 80 km/h. Ad-ditionally, the ideal wind direction compared to the direction of travel is around 110 degrees. Those specifications require a location with around 3.5 km of flat, smooth ground in the right direction.

For two years the crafts were tested at RAF Waddington, a military airfield in Britain. Due to the unreliability of the Bri-tish weather, it was never possible to challenge the outright record. For the record itself, another location was needed.One of the suitable locations is Lake Lefroy, in South Western Australia. It provides a high traction surface while allowing a run length of up to 16 kilometers. This is the location where a record attempt has been made in 2008. Unfortunately, the lake was wet and not dry, so this record attempt had to be canceled.

Another suitable location is Nevada, USA. Here, several dry lakes give the possibility for a world record. The surface exists of more slippery ‘dirt’, so the vehicle first has been further evolved to cope with these conditions. To achieve the maximum possible speed, a precise set of weather conditions is required. Building a technically perfect land yacht is only half of the work, the other half is luck. Being in the right

place, at the right time, to get the perfect conditions, with the right people watching, that is important. “I must have been on record standby at some remote location around the world for at least two months of every year for the past ten years.”

The record runThen, on the morning of March 26th 2009, everything came together. At Lake Ivanpah just south of Las Vegas, the Greenbird accelerated to a top speed of 203.4 km/h and an average speed of 202.9 km/h for 3 seconds – for a world record, the speed must be an average of 3 seconds – sma-shing the old record.

With a wind speed somewhere between 50 and 55 km/h the acceleration turned out to be amazing. The whole run was therefore completed in only 2.4 kilometers, where pro-bably another 0.8 kilometers could have been used. Figure 1 shows the acceleration curve of the record run, which to-gether with the short run shows that there is a little more potential in the yacht.

At the moment that one world record is smashed, this is of course a good motivation to go on and try to reach another one. In a second Greenbird vehicle equipped with blades

they also want to break the wind powered ice speed record. They even think that their ice yacht can be faster than their land yacht…

Figure 1: Speed curve of record run

Page 8: Simon Ster 42.2

8

Lord, have mercy on my miseryThe Blues

The Blues stands at the cradle of music as we know it today. From

reggae and rock to such diverse musical styles as jazz, grunge and

punk, everything finds its roots in the Blues. Stemming from sou-

thern plantations and northern cities, the Blues won the hearts and

minds of a nation and became part of the United States’ cultural

heritage. The Blues. Here to stay.

Huib van Amstel

Page 9: Simon Ster 42.2

9

Simon Ster 42.2 | December 2010

During the sixteenth century, Spanish colonial fleets brought the first black slaves to the Americas. Working in mines and plantations, this lower working class brought its own music along. With most of them being unable to read or write, let alone use the classical Western musical system, their music went unwritten for centuries. The first note on some sort of black mu-sic (‘negro songs’) stems from 1769, when a group of slaves performed ‘Dear Heart what a terrible life I am led’ in a New York theatre. While the Blues was already universally known as a musical genre by the end of the nineteenth century, it was not until 1909 that the first Blues song, ‘Boss Crump Blues’ was actually written down by W.C. Handy, though this wasn’t technically a Blues. It is a disputed fact that the first real Blues song that was written down was ‘Dallas Blues’, surprisingly by a white violinist, Hart Wand. However, the genre is best known for its black musicians.

Lead BellyHuddie William Ledbetter was born in 1888 in Moor-ingsport, Louisiana, on a plantation. The family moved to Texas when he was five. Due to his short temper and subsequent good conduct in jail, he spent over ten years of his life in prison. He was a murderer, a fighter and a charmer, but above all a musician.

After learning to play the twelve string guitar from Blind Lemon Jefferson, he rapidly gained popularity with his rhythmic and powerful style, especially among students. Singing spirituals, dance music, bal-lads and traditional songs and accompanying himself with accordion, bass, guitar, blues harp, mandolin and piano, no other musician can be said to have had such an enormous influence. The Weavers, Lonnie Donne-

gan (with his skiffle revolution), Little Richard and the Beach Boys covered his songs. The Led Zeppelin song ‘Gallow’s Pole’ was based on his ‘Gallis Pole’, though it was originally presented as a traditional folk song.

Lead belly died in 1949 from a form of sclerosis, after taking the Blues to the white man. His most famous songs include ‘Pick a Bale of Cotton’, ‘Mary Don’t You Weep’ and ‘Cotton Fields’.

The Mississippi Delta BluesIn the swamps of the Mississippi Delta a specific style of Blues developed during the end of the nineteenth century. Defined by rhythmic and up-tempo songs accompanied by slide guitar, the Mississipi Delta Blues has a very specific sound. Although it could also be found in other regions, this is where most musicians of the genre lived. Son House, Blind Willie Johnson (whose music has been sent along with the voyager spacecraft), Robert Johnson and Elmore James, some of the fathers of the blues, had their roots here.

Lead Belly

Virginia Minstrels 1873

Page 10: Simon Ster 42.2

10

Son HouseEddie James House Jr, ‘Son’ House, was born in Riverton, Louisiana, in 1902. He suffered during the Great Depression of the late twenties like most of his contemporaries. Without a doubt the most intense, concentrated blues player, Son House managed to put all of his emotion into his songs. Listening to him is like listening to the essence of the Blues, according to Dick Waterman. His intensity has never been equaled by any other Blues player, before or after.

Son House led a poor life. He never sold many albums and only once or twice did he perform in front of large audiences. He worked as a railroad worker and a cook for most of his life. He spent time in Parchman Farm, a prison, where many of the Delta Blues musicians were locked up during some time of their lives.

While not many of his songs were recorded, Muddy Waters once almost hit a man for mocking who he called the king of the Blues: ‘I forbid you to mock this man; he was a king when I was just a boy and still had to start’. Listening to him was like listening to the most soulful preacher you have ever heard, according to Wil-lie Brown who recorded some of his songs. Son House also inspired Jack White when the latter brought Blues into the twentieth century with his band The White Stripes.

Son House died in 1988. Some of his most famous songs are ‘Grinnin’ in your Face’ and ‘Preachin’ Blues’.

Chicago and DetroitThe Great Depression drove many black people to the larger cities around Louisiana. They brought the Blues with them, though in a different form. Chicago, Detroit and on a lower level St. Louis, became the décor of a new style. The Delta Blues belonged to the Delta; the cities needed something else. Willie Dixon, Muddy Waters and Arthur ‘Big Boy’ Crudup all began their careers here; their style was more fluid and melodic and formed a stepping stone to the Blues of the natio-nal arena.

Muddy Waters

Son House

Tampa RedHudson Woodbridge, soon named Hudson Whitacker when his parents divorced and nicknamed him after his hometown and the color of his hair, is not very well known these days, despite his national popularity in the thirties. He recorded hundreds of songs and was one of the biggest stars of his time. Together with Ge-orgia Tom Dorsey, he developed the so-called Hokum style within the Blues, with almost jazzy melodies and humoristic lyrics. The style became so popular that he and his frequently changing band were often presen-ted as ‘The Hokum boys’. Songs like ‘It’s tight like that’, ‘The Ducks Yas Yas Yas’ and ‘Let me play with your poodle’, with their obvious double entendres, led the way into rock and roll.

Page 11: Simon Ster 42.2

11

Simon Ster 42.2 | December 2010

On his last record, made in 1960, the song ‘Don’t Tam-pa with the Blues’ can be found; a beautiful song made just by Tampa with his guitar and his kazoo. Tampa Red died in 1981 and was buried in an anonymous grave in Chicago. To honor him, BMG Music and the magazine Living Blues paid for a tombstone in 1995.

The Electric Blues & T-Bone WalkerThis is a style that many people are familiar with; Eric Clapton, Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan and others introduced it to the world. However, as with most styles of the Blues, a lesser known star stands at its beginning. T-Bone Walker, the man about whom BB King said that he had ‘the best sound I had ever heard’, almost singlehandedly dragged the blues passed the Second World War into the streamlined era of the fifties and sixties. He was one of the first artists to experiment with the electric guitar, which he learned to play so well that he could pull tricks with it that only Hendrix would equal.

Walker’s legacy is grand. His resounding copper sounds and biting licks still sound great on songs such as ‘Stormy Monday’ and Vida Lee. If there are any guitarists among the readers, they are probably familiar with the ‘T-Bone Shuffle’.

T-Bone Walker died in 1975. Almost every guitarist in subsequent decades owes him something.

OthersThere are, of course, dozens of artists worth mentio-ning when discussing the Blues. Gil Scott Heron took the Blues and remade it in his own jazz style. Howlin’ Wolf has one of the most powerful voices ever heard on any record. Memphis Minnie can be seen as front woman of the female side of the Blues, singing a style that touches soul music. John Lee Hooker, who inspired Hendrix’ ‘Blues Child’ and The Zombies’ ‘She’s Not The-re’, once said that the Blues comes from Mississippi be-cause it was ‘…the worst state. You bet you’ve got the Blues if you’re from Mississippi’. Elmore James inspired a generation of rock & roll artists who came after him. The list is endless, and there are probably many artists who have never been found and will never be heard, forever lost in the lands where they were born.

The Blues is ours. It’s been here for over a century and, thanks to the work of P.J. Harvey, Jack White, Robert Plant and others, it will stay with us for a long time.

Page 12: Simon Ster 42.2

12

Zelfs bij werktuigbouwers nog onbekendBijzondere gereedschappen

Als echte werktuigbouwers kennen jullie natuurlijk de functie van

elk gereedschap en apparaat. Op deze pagina staan er echter een

paar die je wellicht nog nooit hebt gezien. Sommige staan hier

omdat ze inventief zijn, andere simpelweg omdat ze de factoren

lomp, groot en staal bezitten. Kijk, lees en huiver van deze gewel-

denaars.

Martijn Deenen

Hoekboor Dit soort opzetstukken zijn wellicht wat bekender voor de een, maar toch een openbaring voor de ander. Niets zo vervelend als een hoekje waar je niet bij kunt, en niets zo handig als een oplossing daarvoor. Deze opzetstukken zijn er in alle vormen en maten, en zelfs de Lidl biedt je voor tien euro een hoekbooropzetstuk aan.

Page 13: Simon Ster 42.2

13

Simon Ster 42.2 | December 2010

GraafmachineDe kolenmijnen waar de Duitse industrie op draaide en draait, zijn vaak bedekt met een grote laag van onbruikbaar materiaal. Een mogelijkheid is om arme Chilenen door tunnels te laten kruipen. Voor de mijn van Hambach werd echter een andere oplos-sing bedacht. Een monstergraafmachine van maar liefst 95 meter hoog en 215 meter lang. Vanaf het moment dat hij gebouwd was in 1978, is hij de nut-teloze bovenlaag, maar ook de steenkool zelf, aan het afgraven geweest. Daarbij graaft hij zo’n 240.000 ton materiaal per dag af, wat qua inhoud ongeveer overeenkomt met een voetbalveld dat 30 meter diep wordt afgegraven. Om dit ding draaiende te houden is dan ook 16,56 megawatt nodig! Hoewel hij zelf 45.500 ton weegt, is de druk die hij op de grond uit-oefent slechts 17 Newton per vierkante centimeter (Welke oppervlakte zijn rupsbanden bedekken kun-nen liefhebbers nu uitrekenen). Nadat hij in 2001 dan eindelijk klaar was in Hambach, reed “Bagger 288” over de Autobahn naar zijn volgende bestemming. Dit was de mijn van Garzweiler, dat 22 kilometer

verderop ligt. Over deze trip deed hij ongeveer drie weken. Mocht je ooit nog met je autootje langs hem rijden, houd dan braaf afstand, opdat je niet eindigt zoals de bulldozer hier rechts boven.

Halligan bar Hoewel het eruitziet als een middeleeuws wapen, is deze staaf in 1948 ontwikkeld door Hugh Halligan, een brandweerman uit New York. Nadat het korps van Boston hem voor al zijn brandweerlieden kocht, en veel brandweermannen uit andere steden hem zelf aanschaften ging het hard, en tegenwoordig behoort hij tot de standaarduitrusting van vele Amerikaanse brandweerkorpsen. Het is eigenlijk een koevoet, stormram en hamer in een. Halligan Bars bestaan in vele materialen en lengtes, maar worden vrijwel altijd uit één stuk staal gesmeed. Simpel maar doeltreffend gereedschap bedoeld om aan de andere kant van een deur te geraken.

Page 14: Simon Ster 42.2

14

Creusot steam hammerIn de ons allen bekende industriële revolutie werden er steeds grotere en zwaardere staalconstructies gemaakt. Er was een gereedschap nodig voor het vormen en versterken van staal dat gesmeed moest worden. Ook oneffenheden moesten verwijderd kun-nen worden. In de tijd van stoomtreinen en –schepen werd dit natuurlijk een stoomhamer. In 1841 werd het eerste prototype gemaakt. Het simpele idee, een zwaar gewicht dat met stoom omhoog wordt geduwd om vervolgens door de zwaartekracht neer te vallen, bleek goed te werken. In de jaren daarna werden er honderden gebouwd. Dit exemplaar is echter het meest bekend geworden. Deze koning der hamers is in 1877 gebouwd in het Franse “Le Creu-sot”. Met zowel een zeer grote kracht als de precisie om een noot te kraken zonder de inhoud te verpulve-ren, was het de perfectionering van de stoomhamer. Het aambeeld bestaat uit 750 ton gietijzer, waar een zuiger van 100 ton en 35 centimeter doorsnede vanaf een hoogte van maximaal 5 meter op neer kan storten. De hamer heeft jarenlang trouw zijn werk gedaan, tot hij in 1930 zo ver verouderd was dat hij nutteloos werd. Hij is echter nog steeds te bewonde-ren voor toeristen.

Natuurlijk is dit niets verge-

leken bij wat jij later allemaal

gaat bedenken. Studeer dus

hard, maar niet te hard. De

beste ideeën ontstaan immers

niet op ruitjespapier, ze ont-

staan eerder op een bierviltje.

Kneeblades Iedereen kent wel de standaard knielappen. Maar waarom overal overheen slepen als het ook op wiel-tjes kan? Deze knierolschaatsen bestaan uit knie-lappen met schokdempende gel erin, geplaatst op een hol frame met drie wielen. Ze kunnen tot 180 kilogram dragen, kosten 120 dollar en de producent beweert dat je werk er veel sneller en leuker door wordt. Aangezien je meestal geen grote afstanden af hoeft te leggen op je knieën en de wieltjes niet echt geschikt lijken op klinkers of zand, is het wel een beetje de vraag hoeveel je eraan hebt.

Page 15: Simon Ster 42.2

15

Simon Ster 42.2 | december 2010

Boete voor studievertragingGedoceerd

Dat het kabinet gaat bezuinigen en dat er gekort wordt op de student, is bij

een groot deel van de studenten bekend. Het is echter drastisch en het geldt al

vanaf volgend collegejaar. Het zou zo maar kunnen dat ook jij je vakantie moet

afzeggen en een baantje erbij moet zoeken om de extra 3000 euro collegegeld

bij elkaar te schrapen.

Sanne Janssen

Het ideeHet plan is dat je vanaf het volgende collegejaar één jaar langer mag doen over je bachelor of je master dan dat ervoor gepland staat. Als je meer dan zes jaar over je studie doet, krijgt de TU een boete van zesduizend euro. Hiervan mag de onderwijsinstelling drieduizend euro op de student verhalen. Er zijn al berekeningen gedaan over de boetes die de TU hiervoor vanaf komend college-jaar moet neerleggen en het gaat over miljoenen. De kans dat de drieduizend euro voor de student ook betaald wordt, is niet zo groot.

Met de boete is het collegegeld van het collegejaar 2011/2012 ongeveer 4600 euro. Dit geldt ook voor mensen die al jaren aan het studeren zijn en onmogelijk de gestelde zes jaar nog kunnen halen. Ook geldt het voor studenten die een bestuursjaar hebben gedaan, die gewisseld zijn van studie of die door ziekte achter-stand hebben opgelopen. Er zijn geen uitzonderingen.

Regeerakkoord vs. Harde knipAls het goed is, heb je thuis een brief ontvangen met informatie over de harde knip, die in hetzelfde collegejaar in gaat. Door de harde knip mag je geen mastervakken volgen wanneer je nog niet je hele bachelor hebt afgerond. Dit is bedacht toen het regeerak-koord nog anders was. De eerste plannen waren namelijk dat je op je bachelor en op je master allebei één jaar mocht uitlopen. De harde knip zorgt er dan voor dat je eerst je bachelor afrondt en dus over de delen afzonderlijk minder lang doet. Echter loop je wel meer studievertraging op doordat je in je uitloopjaar van de bachelor maar weinig vakken mag volgen. Nu het regeerak-koord is aangepast en je in totaal maar één jaar vertraging mag hebben, zorgt de harde knip dus alleen maar voor meer kans op de boete.

Wel zorgt de harde knip ervoor dat de kans dat je twee jaar uitloopt op je bachelor en dus ook meteen de boete moet betalen kleiner is. De harde knip ligt al vast en wordt sowieso ingevoerd. De hardheidsclausule moet nog bepaald worden. Hierin staan regels voor uitzonderlijke gevallen. Een regel zou bijvoorbeeld zijn: als je nog één vak moet halen, kun je via de examencommis-sie een mondelinge herkansing regelen.

Tegenstanders?Natuurlijk zijn de studenten die de boete moeten gaan betalen niet blij met de nieuwe regeling. Echter zijn er ook veel andere partijen tegen. De TU bijvoorbeeld. Niet alleen omdat ze veel geld kwijt zal zijn aan de boetes, maar ook omdat een TU benadeeld wordt: met een tweejarige master is er meer kans op uitloop en een technische studie is gewoonweg zwaarder. Gemiddeld duurt het bijvoorbeeld zeven jaar voor de opleiding Werktuigbouw-kunde is afgerond. Ook hoogleraren zijn niet te spreken over de regeling. Weliswaar vinden ze het positief dat er druk wordt gezet op studenten om ze harder te laten studeren, echter zal deze regeling een negatief effect hebben op de kwaliteit van het onderwijs. Er zal gelet worden op secties die veel uitloop hebben en die zullen hier op worden aangesproken. Wanneer een vak erg veel uren blijkt te kosten, kan er besloten worden om de inhoud te verminderen en weinig studenten zullen bijna vijfduizend euro ophoesten om drie maanden door te gaan om een punt hoger te halen voor hun afstudeerwerk.

Daarnaast zijn bedrijven geïnteresseerd in studenten die zich naast hun studie hebben ontwikkeld met bijvoorbeeld een bestuursjaar, een commissie, de faculteitsraad, URE, enzovoorts. Als je een bestuursjaar achter de rug hebt, moet je de rest van je studie nominaal halen. De kans is dan ook aanwezig dat een parttime bestuur gebruikelijker gaat worden. Daarbovenop zullen er minder scholieren zijn die überhaupt aan de TU zullen begin-nen. Als je nog niet zeker bent van je studiekeuze, zul je twee keer nadenken voor je eraan begint. Bedrijven zien dus ook de grote nadelen van de regeling in. Over de studieverenigingen hoeven we niet eens te spreken.

ActieHet moge duidelijk zijn dat deze nieuwe regeling veel ongewens-te gevolgen zal hebben. Nu kan er nog iets aan gedaan worden. Het gemakkelijkste is om de petitie te tekenen op minimaalno-minaal.nl. Dit kun je ook door bijvoorbeeld je ouders of je jongere broertje laten doen. Daarnaast zullen er ongetwijfeld acties komen. Het klinkt tegenstrijdig, maar denk er even over na of het misschien slim is om hiervoor een paar colleges te missen.

Page 16: Simon Ster 42.2

16

Een land vol natuurlijke bijzonderhedenIJsland

Geologisch gezien ontstond IJsland ongeveer 20 miljoen jaar geleden door uitbarstingen van vul-kanen in de centrale Atlantische Oceaan. Verhalen doen vermoeden dat pas rond 875 na Chr. het Noorse stamhoofd Ingólfur Arnarson de eerste nederzet-ting op IJsland begon. Hij noemde zijn nederzetting Reykjavik, IJslands voor rookbaai. De nederzetting werd zo genoemd omdat de Noren rook dachten te zien op het land. Archeologen bevestigen dat er rond 875 een nederzetting was op de plaats van het huidige Reykjavik. Veel andere Noorse stamhoofden volgden het voorbeeld van Ingólfur. Al snel waren veel van de cultiveerbare gebieden van IJsland bewoond.

Als je op zoek bent naar een land met een grote dichtheid van geo-

grafische wonders dan moet je op het meest westelijke eiland van

Europa zijn, namelijk IJsland. Door de sterke daling van de IJslandse

kroon lijkt het ook nog eens een betaalbaar land te zijn geworden

voor de rondtrekkende vakantieganger.

Ingólfur Arnarson

Bart Welling

Page 17: Simon Ster 42.2

17

Simon Ster 42.2 | December 2010

Vanaf 930 kwamen stamhoofden van nederzettingen iedere zomer bijeen om te vergaderen. Die bijeen-komst werd Alþing genoemd. Alþing wordt gezien als ’s werelds oudste parlement. Tot 1262 werd dit parle-ment aangehouden. Een burgeroorlog in de 13e eeuw gevolgd door een machtsovername vanuit Noorwegen maakte een einde aan het Alþing. In de 14e eeuw werd IJsland eigendom van Denemarken. Dit bleef lange tijd zo, totdat in de 19e eeuw een onafhankelijkheids-beweging ontstond onder leiding van Jón Sigurds-son. In 1843 werd Alþing weer in het leven geroepen, alleen nu als een adviesorgaan. In 1874 kreeg IJsland van Denemarken zelfbeschikking in de vorm van een eigen grondwet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Denemarken bezet door Duitsland en nam het IJslandse parlement zelf de touwtjes in handen. Uitein-delijk werd IJsland op 17 juni 1944 een onafhankelijke republiek.

ReligieDe eerste IJslanders hingen het Germaans heidendom aan. Dit hadden zij meegebracht uit Noorwegen, Zweden, Denemarken en Groot-Brittannië. Doordat IJsland afhankelijk was van de intensieve handel met Europa, kon Europa veel druk uitoefenen om de bewoners van IJsland het heidendom af te laten zweren. Uiteindelijk heeft het christendom vanuit Europa de over-hand gekregen, maar het heidense geloof is zelfs vandaag de dag nog levend op IJsland.

GeografieIJsland is niet bekend om haar rijke geschiedenis en mooie oude steden, IJsland is bekend geworden om haar prachtige geografie. De meeste toeristen die naar IJsland gaan, beginnen aan de weg die hen hele-maal rond IJsland brengt. Deze weg heet de Hringvegur en is 1400 kilometer lang. Nou zul je denken: ’Ow! Dan ben ik zo heel IJsland rond’, maar dan zit je er flink naast. Op deze weg mag je namelijk

niet harder dan 80 km/h rijden en soms is het niet eens mogelijk om harder dan 30 km/h te rijden. Delen

van de Hringvegur zijn namelijk onverhard. Als je van de Hringvegur af gaat kom je veel wegen tegen die alleen toegankelijk zijn voor een 4WD. Het is dus verstandig om een 4WD te huren als je er op vakantie bent om echt alles te kunnen zien.

Iedereen begint zijn rondje in Keflavik. Daar is namelijk het vliegveld waar Icelandair aankomt. Richting het oosten komen als eerst de beroemde geisers van IJsland in zicht. De grootste geiser van IJsland is Geysir, de geiser wiens naam gebruikt is om dit natuurlijke fenomeen een naam te geven. In de tijd dat Geysir nog levendig was, spoot hij waterkolommen 60 tot 70 meter de lucht in. Na een aardbe-ving is hij minder actief geworden.

Op een steenworp afstand van Geysir ligt Strokkur, een kleinere maar nog steeds spectaculaire geiser die elke 4-8 minuten tot eruptie komt. De Strokkur spuit zijn waterkolom tot 30 meter de lucht in. Verfrissend zijn de geisers niet. Het water dat omhoog wordt gespoten is 120 °C.

Strokkur - nu erg actief

Geysir was de grootste geiser, hier komt de naam ook vandaan

Page 18: Simon Ster 42.2

18

Verder naar het oosten trekkend kom je langs een aantal spectaculaire waterval-len. De eerste is de Gullfoss. Het water valt hier in twee trappen 32 meter naar beneden in een kloof. De trappen worden ge-vormd door harde lagen basalt die worden afgewisseld door zachtere materialen. Deze af-zonderlijke lagen zijn ook goed in de wanden van de kloof te herkennen. De kloof is meer dan 70 meter diep, 20 meter breed en 2,5 kilometer lang. Het in de kloof neerstortende water zorgt vrijwel altijd voor een grote hoeveelheid stuifwater dat, als de zon erop schijnt, prachtige regenbogen veroorzaakt. Daaraan dankt de Gullfoss zijn naam: Gouden waterval. Het is mogelijk om helemaal tot aan de rand van de waterval te komen waarbij het donderende geraas overweldi-gend is. Een verlaten picknicktafel nabij de waterval is een ideale plek om je avondeten te nuttigen.

De tweede waterval is Seljalandsfoss. Deze waterval ligt tegen de ringweg aan en is dus niet te missen. Het is mogelijk om achter deze 65 meter hoge waterval door te lopen. De Seljalandsfoss stroomt over wat eens de kliffen van de voormalige IJslandse kustlijn waren. Ook de 15 kilometer verder gelegen Skógafoss stroomt met zijn 65 meter hoogte en 25 meter breedte over de voormalige kustlijn. De kustlijn is door het omhoogrij-zen van het land na de laatste ijstijd teruggetrokken en ligt nu ongeveer 5 kilometer verder.

Als je de hoofdweg verder volgt richting het oosten, zijn aan de horizon drie gletsjers te zien. De Mýrdalsjökull, de Eyjafjallajökull en de Vatnajö-kull. Verder het binnenland in liggen de gletsjers Langjökull en Hofsjökull. De gletsjers zien er smerig uit door alle as die ze meenemen. Het totale gletsjer oppervlak bedekt ongeveer 10%

van IJsland. De Vatnajökull is qua oppervlak de tweede grootste

gletsjer van Europa en qua inhoud de grootste van Europa. Hij beslaat 8100 km2 en is tot 1000 meter dik.

Gullfoss - in twee trappen valt het water 32 meter

Seljalandsfoss - erg hoge voormalige kustlijn

Skógafoss - 65 meter en 25 meter breed

Vatnajökull - één van de drie grootste gletsjers

Jökulsárlón - het gletsjermeer onder Vatnajökull

Page 19: Simon Ster 42.2

19

Simon Ster 42.2 | December 2010

continentale plaat uit elkaar gaan, wordt IJsland elk jaar 2 tot 3 cm groter. Met het blote oog kan je dit natuurlijk niet zien, wel is het mogelijk om de adembenemende kloof die deze verschuiving achterlaat waar te nemen.

Over heel IJsland verspreid zijn vele zwavelvelden te vinden. Je herkent deze zwavelvel-den aan de gele grond en de damp die uit de grond komt. Deze damp stinkt verschrik-kelijk naar rotte eieren. Bij de zwavelvelden is de bodem flinterdun en grote stukken zijn dan ook ontoegankelijk door doorzakkingsgevaar.

De vele buitenactiviteiten die IJsland te bieden heeft maken het rondje helemaal af. Zo

kan je gaan raften op de gletsjerrivieren en worden er meerdaagse raftexpedities aangeboden. Je kunt de zee op gaan en je geluk testen bij het walvis spotten. Je kunt de gletsjer oplopen met een gids of boven op de gletsjer gaan sneeuwscooteren. Je ziet prachtige ver-gezichten tijdens een paardrijdtocht op de beroemde IJslanders. Ook kennen ze in IJsland een variant op het strandzeilen. Met een kleiner frame race je over de vlakte.

Je kunt met gemak in vijf dagen rond IJsland rijden, maar wil je tijdens de rondreis ook nog kunnen genie-ten dan moet je er zeker tien dagen voor uittrekken. Je zet vaak de auto even aan de kant om net die ene foto te maken en al snel ben je weer een uur verder. De tijd gaat snel in IJsland en alles is er mooi.

Sinds 1995 heeft de gletsjer een negatieve massabalans, de gletsjer trekt zich jaarlijks ongeveer 100 meter terug en laat een kloof tussen twee bergen achter. Onderaan de Vatnajökull ligt het prachtige gletsjermeer Jökulsárlón ter grote van 18 km2. Op dit meer worden boottochten georga-niseerd, waarbij je tussen de altijd bewegende ijsbrokken doorvaart. Van deze reusachti-ge ijsblokken zit 90% van het ijs onder water. De kapitein van de rondvaartboot moet dan ook goed uitkijken waar hij vaart en veel afstand bewaren tot de ijsschotsen. Het gletsjerijs staat onder hoge druk. Hierdoor blijft het ijs lange tijd goed en kan je er een glas whisky een hele dag koel mee houden.

Verder kent IJsland veel vulkanen, waarvan sommige nog zeer actief. Over heel IJsland zie je lavavelden die uit deze vulkanen voort zijn gekomen. Er is goed on-derscheid te maken tussen nieuwe en oude lava. Het is fascinerend om te zien tot hoe ver de lava komt: je ziet een scherp contrast tussen verschillende lava erupties. Op 14 april 2010 kwam de vulkaan Eyjafjallajökull, genoemd naar de gelijknamige gletsjer waar hij onder ligt, tot uitbarsting. De eruptie werd gevolgd door vele liters smeltwater die de temperatuur van de gletsjer-rivier zes graden heeft laten stijgen en de rivier laten overstromen. Gedeeltes van de ringweg werden weg-gespoeld. Het vliegverkeer in heel Noord- en West-Eu-ropa werd stilgelegd door aswolken. IJsland ligt op een hotspot. Dit is een plek waar veel vulkanisme plaats-vindt dat niet gerelateerd is aan plaatbewegingen. Het magma komt hier tot heel dicht onder het aardopper-vlak. Ook de platentektoniek draagt bij aan het vulka-nisme op IJsland. Doordat de Europese en Amerikaanse

De gele grond van een zwavelveld

Eyjafjallajökull - eruptie in april 2010

Page 20: Simon Ster 42.2

20

‘s werelds grootste beurs voor plaatbewerking EuroBLECH Hannover

De EuroBLECH, die dit jaar plaats vond van 26 tot en met 30 oktober, is ‘s werelds grootste beurs voor plaat-bewerking. De beurs telde dit jaar 1455 exposanten die samen 78 duizend vierkante meter beursoppervlak in beslag namen. Allen lieten ze de nieuwste technieken en trends zien, bijvoorbeeld op het gebied van laser-machines, kantpersen, waterjets, materiaalsoorten, lasapparaten, CAD/CAM-software, meetsystemen, op-pervlaktebehandelingen, veiligheid etcetera. Kortom, er stond alles wat nodig is om van een plaat een

Lasers die met 80 m/min snijden, een robot met twee armen die in

hoog tempo series plaatjes zet, kantpersen met slimme meetappa-

ratuur. Dit alles en meer was te zien op de EuroBLECH in Hannover.

Victor Dolk

product te maken. De beurs is een belangrijk evene-ment voor de plaatindustrie. Het grootste deel van de bezoekers komt er om zaken te doen en dat weten de exposanten. Dit blijkt wel uit het feit dat de stand van Trumpf (een van ‘s werelds grootste fabrikanten van plaatbewerkingmachines) wel meer dan een miljoen heeft gekost.

In dit artikel zullen vier opvallende innovaties bespro-ken worden op het gebied van plaatbewerking.

Page 21: Simon Ster 42.2

21

Simon Ster 42.2 | December 2010

FiberlaserEen veelbelovende innovatie op het gebied van laser-snijden is de fiberlaser. Alle koplopers op het gebied van lasersnijden (zoals Amada Co, Trumpf en Bystronic) introduceerden deze nieuwe techniek. Het hoofd van Amada voorspelt dat er over 5 jaar alleen nog maar fiberlasers verkocht zullen worden.

De conventionele laser is de CO2 laser. De CO

2 la-

ser maakt gebruik van een ontladingsbuis met gas bestaande uit CO

2, N

2, H

2 en He. De laser straal wordt

gericht aan de hand van dure spiegels en lenzen. Deze spiegels en lenzen moeten gekoeld worden en raken na verloop van tijd vervuild. Om de zoveel tijd moe-ten ze dus vervangen worden om de snijkwaliteit te behouden.

Dit nadeel heeft de fiberlaser niet. De fiberlaserbron bestaat uit een dunne optische fiber gedoteerd met een zeldzaam element zoals erbium. Dit element heeft zeer gunstige energieniveaus. De fiber, die aange-sloten is aan een diodepomp (de energiebron), wekt de uiteindelijke laserstraal op. Het erbium in de fiber dient dus als versterker van het licht uit de diodepomp. Het resultaat is een laserstraal van zeer hoge kwali-teit waarvoor geen extra spiegels of lenzen nodig zijn om hem te transporteren. Doordat de straal van deze kwaliteit is, is het mogelijk om materialen zoals koper, messing en titaan te snijden en gaat het snijden voor dunne plaatdiktes sneller. De snijsnelheid kan wel oplopen tot 80 meter per minuut, afhankelijk van de materiaalsoort en de dikte. Dankzij de overstap van stapmotoren naar lineaire motoren, is het mogelijk om de laserkop tot wel vijf keer de valversnelling te laten versnellen. De fiberlaser is dus een flitsend spektakel om te zien. Tevens verbruikt de fiberlaser 30% minder energie dan de CO

2 laser.

De nieuwe techniek heeft echter nog nadelen ten opzichte van de CO

2 laser. De fiberlaser is prijzig waar-

door het economische gunstiger kan zijn om twee CO2

lasers te kopen in plaats van één fiberlaser. Bovendien is de CO

2 laser sneller dan de fiberlaser boven een be-

paalde plaatdikte. Deze dikte hangt van het materiaal af. Maar de leveranciers maken zich de meeste zorgen over de veiligheid. Het licht van de fiberlaser kan iemand binnen een fractie van een seconde verblin-den. De laser moet daarom goed afgeschermd zijn met speciaal glas. De grote vraag blijft of de gebruikers er zorgvuldig mee om zullen gaan. Een machine die het label gevaarlijk krijgt, zal het niet goed doen in de ver-koop. Het is dus een veelbelovende techniek die echter nog in de kinderschoenen staat.

AutomatiseringEr wordt wel eens gezegd: hoe meer personeel, hoe meer zorgen. Een belangrijke reden om te investeren in automatisering. De EuroBLECH stond daarom ook vol met geautomatiseerde magazijnen en las- en buigro-bots. De meest opvallende robot was het buigrobotje van Amada, de eerste buigrobot met twee armen in plaats van een. De ene arm begeleidt het buigproces en de andere bedient de kantbank of verwisseld het gereedschap. Een ander voordeel is dat het product niet meer weggelegd hoeft te worden om het anders beet te pakken. Echter hebben alle robots nog steeds een groot probleem: het kost een hoop tijd om ze in te programmeren. De oplossing op dit probleem zal goud waard zijn.

Lasrobots hebben nog een ander nadeel: het pro-duct moet heel nauwkeurig op een speciaal voor dat product gemaakte mal opgespannen worden. Een dergelijke mal kost al snel een halve ton. Een lasrobot is dus alleen interessant voor grootschalige productie. Het lasproces wordt (nog) niet gevolgd aan de hand van een camera. Een kleine plaatsfout van het product is dus funest.

Ook op het gebied van software wordt veel geautoma-tiseerd. De uitslagen van producten kunnen automa-tisch op een zo efficiënt mogelijke wijze op een plaat worden ingedeeld, dit wordt ook wel nesten genoemd. Het programma zorgt er vervolgens voor dat de pro-ducten op tijd gesneden worden. Met dit systeem kan een klant dus tekeningen opsturen die geheel automa-tisch in productie worden gezet.

De fiberlaser en ponsmachnie

Page 22: Simon Ster 42.2

22

Multi-toolsTijd is geld. Een motto waar veel ondernemers het mee eens zullen zijn. Platen moeten vaak een hele reis door een fabriek maken om tot een product omgevormd te kunnen worden. Het maken van een simpel gat met schroefdraad vereist soms al drie machines: een lasermachine, een ponsmachine en een draadtapper. Het verplaatsen van de ene machine naar de ander is een tijdrovend proces. Daarom showde Trumpf en Amada machines die zowel kunnen laseren, ponsen als tappen.

KantpersenKanten is een belangrijk bewerkingsproces in de plaatindustrie. Het klinkt heel eenvoudig, een plaatje ombuigen. Echter valt dat tegen wanneer de hoekto-leranties klein zijn. Als een plaat gebogen wordt, dan veert hij altijd een stukje terug. Tijdens het kanten moet hier rekening mee gehouden worden. De mate van terugbuiging hangt van een tal van factoren af. Het is dus niet mogelijk om het gedrag van het ma-teriaal te voorspellen. Omdat de vraag naar precisie toeneemt, worden er volop meetinstrumenten ontwik-keld om het buigproces te kunnen controleren. Het is mooi om te zien dat ieder bedrijf dat op zijn eigen manier doet. Amada meet de hoek mechanisch met een heel eenvoudig pootje dat tegen de plaat wordt aangedrukt. Bystronic heeft een optisch systeem dat de hoek bepaald. Hierdoor kan een onbekend stuk staal nauwkeurig gebogen worden.

Hoge hoeknauwkeurigheid vereist ook een goede verdeling van de kracht over het bereik van de kant-pers. Is dit niet het geval, dan varieert de hoek over de buiglijn. Safan heeft een oplossing bedacht voor dit probleem. Het grootste deel van de kantpersen werkt met twee gesynchroniseerde hydraulische cilinders. Hierdoor drukt het mes aan de uiteinden harder dan in het midden. Safan heeft een machine ontwikkeld die gebruik maakt van een servo-elektrische aandrijving in combinatie met katrollen. Dankzij een terugkoppelsys-teem wordt de kracht evenredig verdeeld. De servo-elektrische aandrijving heeft nog twee voordelen: het buigen gaat sneller en het is energiezuiniger.

Op de beurs was natuurlijk nog veel meer te zien aan interessante technologieën. Een dag was helaas niet genoeg om dit allemaal te kunnen bewonderen. De volgende editie van de beurs zal weer plaatsvinden in Hannover in 2012.

Kantpers met slim aanreikmechanisme

Kantpers met twee armen

Kantpers met hoekmeting (demo-opstelling)

Page 23: Simon Ster 42.2

23

Simon Ster 42.2 | december 2010

Doorgeschoten hobbyisten?Een warm nest

Hoewel onze universiteit een faculteit der Bouwkunde tot haar afdelingen mag

rekenen, vallen op de campus toch wel enkele aan huisvesting gerelateerde

zaken op – in negatief opzicht. Natuurlijk is het niet helemaal eerlijk om onze

TU/e al te hard af te rekenen op dit gebied, aangezien de gebouwen die heden

ten dage het uitzicht degraderen nog stammen uit een tijd dat beton het devies

was. Een korte evaluatie van bouwonkunde op de TU/e campus, opdat we toch

leren van fouten uit het verleden.

Velen van ons zijn opgegroeid met (Amerikaanse) films waarin universiteiten grote statige complexen zijn. De campi zijn gevuld met rode bakstenen gebouwen in gotische of romaanse stijl die ontzag inboezemen. Dit zijn bastions der kennisverwerving en –overdracht. Een universiteitsbibliotheek bestaat uit meerdere etages, grotendeels opgebouwd uit oud donker glanzend hout, vele rijen boeken en grote studeertafels met daarop authentieke leeslampen. Aan de tafels neemt men plaats op luxe stoelen bekleed met rood pluche.

Hoe anders is de Nederlandse realiteit, waar we het door het systeem van openbare universiteiten zullen moeten doen zonder al deze pracht en praal –uitgezonderd Nyenrode Business Univer-sity, maar dat is natuurlijk ook niet veel meer dan een gepimpte HBO-opleiding voor studenten met een rijke papa of een bereid-heid zich diep in de schulden te steken om ook een beetje mee te brallen en zich middels een papiertje met daarop de letters ‘MBA’ richting de top van het bedrijfsleven te begeven. Maar goed, dan studeer je wel in een kasteel.

De Eindhovense WO-student zal het moeten doen met een centrale bibliotheek gevestigd in een gebouw dat eruitziet alsof het een tijdelijk onderkomen was dat uiteindelijk vrij permanent is geworden. Dat is dan ook exact de waarheid. Enige tijd geleden is door de universiteit een poging gedaan tegemoet te komen aan het nopende tekort aan studieplekken door het plaatsen van (hoe voorspelbaar in dit plaatje) een tijdelijke voorziening. Men heeft zelfs gedacht aan de vele stapels boeken die een traditionele bibliotheek sieren, helaas zijn deze boeken niet in te zien omdat de muur dan instort. Ook is het traditionele zachte geluidsdempende tapijt ingeruild voor een krakende vloer, zodat de zaal bepaald niet in staat is zijn voorgeschreven functie van ‘stilteruimte’ te vervullen.

Gelukkig is de universiteit hard bezig deze gebreken te verhel-pen. De W-hal wordt al twee jaar lang gesloopt, of nee, dat zeg ik verkeerd, ging gesloopt worden tot een of ander clubje met een obsessie voor lelijke oude gebouwen zonder duidelijke functie –hetzij praktisch dan wel esthetisch- in het heden besloot dat het wel grappig zou zijn om de gigantische asbest bevattende kubus door de gemeente tot monument te laten verklaren. Deze paljassen lieten het zelfs aankomen op een rechtsgang, die zij victorieus afsloten, hetgeen mijn vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak een ernstige deuk op heeft doen lopen. Daar lieten de harlekijnen het echter niet bij, er stonden immers nog genoeg gebouwen die de (sloop)kogel verdienden op de campus om te monumenteren. Zo werd enkele weken geleden bekend dat de kans bestaat dat de megabarak waar de bedrijfskundigen hun dagen slijten over enige tijd ook een bordje met een hoofdletter ‘M’ naast de ingang verkrijgt.

Mijn advies aan de universiteit is om te laten onderzoeken of het pand waarin dit schorriemorrie vertoeft kans maakt om de monumentenstatus te verkrijgen. Mocht het antwoord negatief luiden, dan zal op het moment dat de gladakkers in conclaaf zijn om zich te beraden op hun volgende meesterzet onaangekondigd worden aangevangen met de sloopwerkzaamheden middels het tot ontploffing brengen van enkele ’s nachts heimelijk geplaatste explosieven, waarna de TU/e zonder verdere tegenstrubbelin-gen het project Campus 2020 tot voltooiing kan brengen en de

studenten een studeeromgeving kan bieden die het wellicht niet haalt bij de sfeervolle omgevingen zoals we die uit films kennen, maar in ieder geval toekomstbestendig is en bestaat uit gebouwen die nooit in aanmerking zouden komen voor de betonprijs, zoals het ons dierbare W-hoog wel ooit deed.

Bram Berkien

Page 24: Simon Ster 42.2

24

De nieuwe eerstejaarscoördinator en studieadviseurVoorgesteld

Sinds dit collegejaar lopen er twee nieuwe mensen rond bij de fac-

tulteit Werktuigbouwkunde. Ze vervangen Stan Gommers (eerste-

jaarscoördinator) en Suzanne Jacobs (studieadviseur), die beide een

andere taak binnen de faculteit kregen. Wat hun taken zijn, moge

duidelijk zijn. Hier kun je lezen waar ze vandaan komen, wat ze eer-

der hebben gedaan en waarom ze voor deze functie en voor Werk-

tuigbouwkunde op TU hebben gekozen. Daarnaast ontdek je wat

hun hobby’s zijn en wat ze van hun nieuwe collega’s denken.

Tanje Krijgh StudieadviseurSanne vroeg me om een stukje te schrijven voor de Simon Ster waarin ik mij voorstel. Nu is dat op zich al een lastige opgave (wat vertel je wel/niet, wat is leuke en wat overbodige informatie?) maar ik had ook nog eens 300 woorden om dat te doen. Laat ik een poging daartoe wagen en, zoals de Simon Stevinbestuursleden in de vorige Simon Ster deden, van wieg tot nu wat zaken de revue laten passeren.

Ik ben in 1976 geboren en getogen in Den Bosch en dat maakt mij nu rond de 30. Als kind hield ik mij vooral bezig met Playmobiel of met Ken en Barbie en wanneer zij met elkaar zouden trouwen. Was ik daar niet mee bezig dan las ik boeken en strips. Al vroeg bleek er geen sprake te zijn van een voorliefde voor techniek. Ik had geen idée wat ik na de middelbare school wilde stude-ren en heb daarom voor HBO personeel en arbeid gekozen. Om wat meer uitdaging erin te gooien ging ik daarna Sociale Wetenschappen studeren aan de vrije Universiteit Amsterdam.

In 2006 ben ik als studieadviseur begonnen aan de Universiteit van Tilburg, faculteit Economie. Toe aan een nieuwe uitdaging besloot ik op de vacature van studieadviseur bij W te reageren. Groot voordeel: slechts 10 minuten fietsen van huis. Vanaf 2005 woon ik namelijk samen met Kos en twee katten in Eindhoven, dichtbij het centrum.

Als studieadviseur help ik studenten graag met vragen over bijvoorbeeld studievoortgang, het bindend studieadvies, tegenvallende resultaten en keuzemogelijkheden. Het kan voorkomen dat je niet echt een vraag hebt maar gewoon eens wilt sparren over je studie of programma, ook dan ben je van harte welkom.

Je kunt mij vinden in kamer WH 1.119 of mail je vraag naar [email protected].

Sanne Janssen

Page 25: Simon Ster 42.2

25

Simon Ster 42.2 | December 2010

Marloes De Clercq-Maas eerstejaarscoördinatorIk ben Marloes De Clercq-Maas en sinds juni dit jaar werk ik met veel plezier als eerstejaarscoördi-nator bij de faculteit Werktuigbouwkunde.

Ik ben 34 jaar en ik woon samen met mijn man Mark in het centrum van Eindhoven. In maart volgend jaar verwachten we ons eerste kindje. Iedereen die me de laatste tijd met een dikkere buik heeft zien rondlopen: die buik komt dus niet door het nachtenlang doorzakken in het café!

Ruim tien jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de HEAO. De meeste van mijn studiegenoten zijn na hun studie in het bedrijfsleven gaan werken, maar het leek mij altijd veel leuker om met ( jonge) mensen te werken en dan het liefst in het onderwijs. Voordat ik bij de TU begon, heb ik lange tijd gewerkt bij het International Office van Fontys Hogescholen, waar ik onder andere verschillende studiebeurzenprogramma’s coör-dineerde. Dat zijn subsidieprogramma’s van de Nederlandse overheid of de EU. Er wordt geld ter beschikking gesteld voor buitenlandse studenten, zodat zij in Nederland kunnen komen studeren, of voor Nederlandse studenten die een tijdje naar het buitenland willen voor hun studie. Een van de leuke dingen van dat werk was dat ik af en toe naar China of Zuid-Korea heb kunnen reizen om contacten te leggen met universiteiten, om tot samenwerkingsovereenkomsten voor studenten-uitwisseling te komen.

Verder heb ik een internationale studenten-vereniging begeleid, waardoor ik veel Chinese, Vietnamese en Afrikaanse studenten heb leren kennen. Ik bewonder die studenten enorm: de meesten van hen zijn pas 18 jaar als ze hun leven in hun geboorteland achterlaten om voor enkele jaren naar Nederland te vertrekken. Ze moeten niet alleen heel erg wennen aan de nieuwe studie, de Nederlandse cultuur en onze koude winters, maar voelen vaak ook de druk van hun familie om goed te presteren. In enkele gevallen waren de studenten zelfs politiek vluchteling en hadden al een heftige tijd achter zich.

Een tijdje geleden ben ik weer met een studie begonnen: de tweedegraads lerarenopleiding En-gels. Die studie volg ik in deeltijd, lekker druk dus in combinatie met mijn werk. Ik heb een tijdje Engelse les gegeven op een HAVO/VWO scho-lengemeenschap en af en toe geef ik nog steeds Engelse bijles. Ik vind het erg leuk om mijn passie van de Engelse taal over te brengen op leerlingen, maar het fulltime docentschap is niets voor mij. Ik hou van meer afwisseling!

In mijn vrije tijd reis ik graag. Elk jaar gaan we so-wieso een of twee keer naar Libanon, waar mijn man is geboren. We bezoeken daar zijn ouders en wat andere familieleden die nog steeds in Beiroet wonen. Ik hou verder van sporten en yoga en momenteel zijn we natuurlijk druk bezig met de voorberei-dingen op de komst van ons kindje: het inrichten van de kinderkamer, regelen van kinderopvang, etc.

Ik werk inmiddels alweer een half jaar als coördi-nator van de eerstejaars studenten en dat bevalt me erg goed. Het is leuk om zo direct met studen-ten te werken en de taken zijn heel afwisselend. Bovendien heerst er op onze faculteit een leuke, informele sfeer. De deuren van de medewerkers staan letterlijk open voor de studenten. Hoewel ik soms streng moet zijn (voor sommige studenten sta ik inmiddels bekend als ‘die strenge mevrouw die om kwart voor negen de deur van de college-zaal dichtdoet’), hoop ik toch vooral een coördi-nator te zijn bij wie studenten het gevoel hebben altijd met hun vragen terecht te kunnen.

Page 26: Simon Ster 42.2

26

Geschiedenis van fietsen en fietsenmakersFenomeen fiets

De Hoge Bi: vreemd en gevaarlijkDeze Hoge Bi was de gevaarlijkste aller fietsen. Welbekend is deze oude fiets met het zeer grote voorwiel en het erg kleine achterwiel. Rond 1870 werden de eerste Hoge Bi’s, of vélocipèdes, zoals men ze in Nederland ook wel noemde, geproduceerd. De Brit James Starley ontwierp het eerste exem-plaar, de Ariel. Het enorme voorwiel moest ervoor zorgen dat je met één trapbeweging een zo groot mogelijke afstand kon afleggen: versnellingen waren immers nog niet uitgevonden.

Van lopen op wielen tot het advies de benen op het stuur te leggen

bij een afdaling, de fiets heeft heel wat ontwikkelingen doorge-

maakt. Met stapjes is de fiets geworden tot wat hij nu is en er zijn

velen die hun bijdrage hebben geleverd.

Jules Frints

De fiets zoals we die nu kennen, lijkt nog verba-zingwekkend veel op zijn vroegste voorlopers. Dit is ondanks dat de fiets sinds zijn voorloper, de loopfiets, vele ontwikkelingen heeft doorgemaakt Althans, de loopfiets lijkt meer op de fiets van nu dan bijvoorbeeld de Hoge Bi.

Page 27: Simon Ster 42.2

27

Simon Ster 42.2 | December 2010

Het grote voorwiel had echter (zoals te verwachten valt) ook veel nadelen. Het maakte het opstappen er niet gemakkelijker op en het legde het zwaartepunt van de berijder gevaarlijk hoog. Hierdoor kon een abrupte stop de berijder al van de fiets doen schieten en waren hobbels erg riskant. Verder werd kopers geadviseerd bij het afdalen van een heuvel de voeten alvast over het stuur te leggen voor het geval dat je er naar voren afschiet.

Lopen op wielenAan de ontwikkeling van de Hoge Bi ging natuurlijk wel het nodige vooraf (want zeg nu zelf: zoiets verzin je niet zomaar). Een beter beginpunt van het verhaal van de fiets is de ‘draisine’. Deze ‘fiets’ had weliswaar nog geen pedalen, maar is duidelijk een voorloper van de fiets. De uitvinder van dit magnifiek staaltje tech-niek was Karl Friedrich Christian Ludwig Freiherr Drais von Sauerbronn (1785-1851), kortweg Karl von Drais. Deze rasechte uitvinder zocht graag naar mogelijkhe-den voor de mens om zich sneller voort te bewegen. Dat leidde tot de uitvinding van de draisine, waar hij in 1819 patent op kreeg.

Het mysterie der pedalenDe introductie van het pedaal liet nog enkele jaren op zich wachten. Wie we mogen aanwijzen als uitvinder van het pedaal is niet geheel zeker. Ene Pierre Lal-lement (1843-1891), kinderwagenbouwer, heeft in 1866 het eerste patent gekregen op een pedaalaan-gedreven fiets. De pedalen zaten aan het iets grotere voorwiel. Behalve Lallement zijn er nog vele anderen die de ‘uitvinders van de fiets’ zouden zijn geweest. Zo zou de Schot Kirkpatrick MacMillan (1812-1878) in de 30’er jaren van de 19e eeuw een fiets hebben gemaakt met een systeem met drijfstangen. Hier is alleen geen enkele vorm van bewijs van. Ook de Duitser Philipp Moritz Fischer (1812-1890) zou Lallement voor zijn geweest met een fiets met mechanische aandrijving, lamp en rem. Dat deze Fischer een fiets bouwde is wel vrij zeker, hij fietste erop naar zijn werk. Deze fiets heeft om onduidelijke redenen echter nooit navolging gekregen.

Toen de fietsen eenmaal pedalen hadden, konden ook andere verbeteringen doorgang vinden: zadels met vering, kogellagers, enzovoorts. Fietsen werden comfortabeler en efficiënter. Zo kwam men, met een enorme gedachtekronkel, ‘vanzelfsprekend’ uit bij de Hoge Bi, de vélocipède, de penny-farthing, zoals hij in Engeland heette. De Hoge Bi is absoluut een vreemde afslag geweest voor de route van de fietsontwikkeling. Toch bepaalden Hoge Bi’s zo’n vijftien jaar het straatbeeld, hoewel een Fransman genaamd Guilmet al een overbrenging met ketting had bedacht, waardoor het grote wiel niet meer nodig was. Helaas sloeg dit ontwerp niet aan bij de consument. Waarom men dit niet direct boven de Hoge Bi verkoos? Men speculeert dat het gevaar van de Hoge BI ‘stoerder’ was dan een veiligere fiets met ketting.

De ketting: bijna modernDe eerste fiets met kettingaandrijving en wielen van gelijke grootte, die wél een succes werd, was de Rover II van John Kemp Starley (1854-1901). Deze Starley was nota bene de neef van James Starley, bedenker van de Hoge Bi. De verschillen tussen de Rover II uit 1885 en de hedendaagse fiets zijn mi-nimaal. Natuurlijk was hij nog niet perfect, maar na de introductie van de luchtbanden door John Boyd Dunlop en het freewheel, dat ervoor zorgde dat de pedalen niet steeds rond hoefden te gaan, hoefde er weinig meer te veranderen. De fiets, zoals we hem nu kennen, was geboren.

Het patent op de pedaalaangedreven fiets

Page 28: Simon Ster 42.2

28

History and Future of Mechanical ComputingBits of steel

Computers are generally seen as the domain of electrical engineers or computer scientists and with good reason as it has been theirs for over a century. From the colossal tube arrays that filled entire rooms during the twentieth century, to the minuscule transistors that populate your computer today, everything is and was electrical.

However, if one goes back to the time when the first elec-trical computer had yet to be invented, you will notice that electrical computing is not as inevitable as it may seem to-day. In a time where electricity itself had not been invented yet, one man already had visionary ideas about the future of computing. This man was Charles Babbage.

In the nineteenth century, Charles Babbage designed a locomotive-sized

mechanical computer which was to be powered by steam. Now, over

a hundred years later, Mr. Graham-Cumming is intent on actually con-

structing it.

A steam-powered head startEarly in the nineteenth century, the famous mathematician and engineer Charles Babbage was the first man in the world to envisage the concept of a true computer – a single machine that could be programmed to perform various operations upon the data it received. This was his Analytical Engine. It was preceded by the designs of his two Difference Engines, equally impressive machines which would have been the first true calculators if they had ever been built during his time.

Charles Babbage

Luuk Mouton

Page 29: Simon Ster 42.2

29

Simon Ster 42.2 | December 2010

As Babbage did not use the binary language in his Analytical Engine – and how could he have, it was not invented until four years after his death – the entire machine operated in decimal numbers, making it even more complex in its operation. Punch cards, popular control items in his age, had to be used to enter the desired programming, as well as the input data for the programs.

The main operating mechanism consisted of copper barrels with tiny protrusions on their surface, very comparable to the tiny studded barrels used in music boxes. These protrusions pushed levers which in turn caused gears to move around the mechanism, not unlike a modern day gearbox. The alignment of these gears would cause the barrels to rotate at various speeds, causing the pattern of protrusions to shift and the cycle to begin anew.

Unfortunately, Babbage never actually managed to create a working version of his Analytical Engine during his life, although his son managed to create various elements of it after his death. Sadly, his works were then forgotten until the late twentieth century, during which the creators of the first computers had to rediscover the problems that Babbage had already faced a hundred and fifty years before them.

Reincarnating the ideals of BabbageAs said before, the current era is ruled by electrical computers, and what remains of the mechanical computers from the past can only be seen in muse-ums. One of these museums, the Science Museum in London, even contains a full replica of the Difference Engine #2. This model – which is not actually a replica as it was the first complete model ever built – was constructed in the nineteen-eighties to prove that it was indeed functional. It has even been created almost exclusively using technology from Babbage’s era, to prove that it could have happened during his lifetime. Because of this, the project took three years to complete.

Now, 25 years after that feat of engineering, Mr. Gra-ham-Cumming is intent on founding an organization called Plan #28, a nod towards Babbage’s numbering of his designs. If he can raise the amount of £100.000 before February 2011, the massive project will actually begin. The project itself will once again take several years to complete, simply because a full Analytical Engine would be the size of a steam locomotive and weigh several tons. Upon completion, the construct would be the equivalent of a computer with 20.7 kilobyte of operating memory. Rather puny compared to computers of the modern age perhaps, but it would create indisputable proof that Babbage really was a century ahead of his time. If you are interested in having a further look at this, please visit http://plan28.org/.

The first computer

Analytical Engine

Page 30: Simon Ster 42.2

30

Other Milestones in Mechanical ComputingAlthough Charles Babbage and his Analytical Engine are undoubtedly the best known example of mechani-cal computing, they are not the only one. From before the first century, to well within the twentieth one, forgotten pioneers in mechanical computing have achieved remarkable feats. And it is not just the past where these things were possible; the future may also have a place for new incarnations of the mechanical computer.

Keeping time before the dawn of timeMore than a century before the beginning of the Gregorian calendar, the ancient Greeks constructed the Antikythera, a clockwork creation that predicted astronomical alignments with the precision of modern Swiss watches. Although it does not actually deserve the title of computer under the modern definition, being more akin to an overly complex mechanical calendar, it is still a remarkable feat of engineering which deserves to be mentioned in this context. The Antikythera consisted of several dozens of gears – thirty-eight by the most accurate counts, but up to seventy-two in some speculation – all of them crafted with a precision that would not be seen again until the modern Swiss watchmakers.

If a date was entered by means of a crank, these gears would turn, moving the mechanism’s hands around so they accurately predicted the locations in the sky of all astral bodies that were known at the time. The reverse was also possible; setting the hands of the calendar would lead to a prediction of the date at which this particular alignment would occur.

The first: Unrecognized gloryIn 1936, Konrad Zuse, a mechanical engineer, con-structed the first computer. The Z1 was an almost fully mechanical device, with all of its thousands of compo-nents hand-crafted by Zuse and several of his friends. The only electrical component consisted of a motor which drove the entire apparatus so it did not have to be manually cranked. Seven years later, in 1943, he was also the first to create a functional electric computer.

Konrad Zuse

The Antikythera

Page 31: Simon Ster 42.2

31

Simon Ster 42.2 | December 2010

Throughout the twentieth century, Zuse’s achieve-ments have been heavily disputed, although this was mostly related to the Second World War which made anything made in Germany rather unpopular for deca-des to come. That same war caused the destruction of Zuse’s creations. He would only rebuild the Z1 in 1986, once again crafting the thousands of parts himself.

The original programming of the Z1 consisted of pun-ched tape (a contemporary variant of the punch cards used in Babbage’s days), after which physical but-tons were used to enter the values of variables. After everything was setup, the computation was performed by large arrays of tiny slotted steel plates. These plates slid around each other to form all of the classic logical gates.

For example, take a look at the following image which represents a mechanical NOT-gate or inverter. The state of the gate is set by the blue plate, and activated if the green plate on the left slides left. It works as follows. Going from zero to one is simple; the activator (green) simply pushes the output (yellow) along whilst the input does nothing. However, when the top plate moves, it carries the small metal rod (red) down with it, placing it in another part of the slot in the activator. If the activator pushes it now, it is free to move wit-hout dragging along the output, which thus remains at zero whilst the input is one.

The (near) future: A microscopic comebackAs we all know, Moore’s law, which predicts a doubling of the amount of transistors on a chip every two years, cannot continue to hold forever. Within the foresee-able future the main flaw of electronic transistors, cur-rent leakage which generates large amounts of heat within a system, will cause the thermal limit of these transistors to be reached. A second limitation is the ‘delicacy’ of these components, which only function under relatively limited conditions before breaking down.

It is in the latter field that the mechanical computer may rise again one day. Lacking the requirement for electricity to convey signals, mechanical components produce a lot less heat during operation. Additionally now that advances in nanotechnology are enabling man to create ever more intricate devices at the nano-meter scale, such machinery no longer needs to weigh several tons. Using the same principles as those used by Babbage, Zuse, and other mechanical computing but with a modern execution, simple chips could be created.

Mechanical NOT-gate or inverter

Although a mechanical computer will never beat an electrical one in processing speed – the speed at which electrons travel could not possibly be reached by mechanical means, no matter how small the scale – it will be capable of operating under almost any condi-tion. This will enable it to bring unshielded computing power to places which are unthinkable for electrical computers, such as the inside of an engine, the bottom of the ocean, or even the cold vacuum of outer space. These may not be the most glamorous of applications, but they will ensure that the mechanical computer will live on for decades to come.

ConclusionIn this article, we have seen the past, present and future of mechanical computing. From the ancient Greeks who figured out the intricacies of clockwork, through the genius of Babbage up until the pinnacle of nanotechnology, all of these pioneers have proven to the world that development of computers need not be limited to electrical engineers. The mechanical computer is not merely an artifact of the past; it is also a step forward into the future. A future a mechanical engineer like you could be a part of one day.

Page 32: Simon Ster 42.2

Jules Frints

Of het nu is om het

bijzondere dak en de unieke

constructie, of om het feit

dat ze al 3 jaar leeg staat,

de W-hal is een bekend

verschijnsel op de campus.

De sloop werd voorkomen

vanwege dak en constructie,

en zeg nu zelf: bijzonder is

het dak zéker.

Kijk in de Sterren

Page 33: Simon Ster 42.2

33

Simon Ster 39.5 | augustus 2008

33

Simon Ster 42.2 | December 2010

De Werktuigbouwkunde-hal (bouwjaar 1959) is een van de oudste gebouwen van de TU/e-campus. Er zijn een zaken een aantal zaken die het gebouw uniek maken. Natuurlijk is het bijzonder hoe het dak is opgebouwd uit afwisselend hoge en lage vlakken.

Daarnaast, minder duidelijk, is er ook een markante constructie met duw- en trekstaven vanaf de vlakken naar de grond, waardoor het dak een grotere ruimte kan overbruggen, zonder de hulp van steunmuren. Deze staven zijn te zien aan de hoeken van de hoger gelegen vlakken.

Voordat in 2007 de hal voor de sloop geleegd werd, bevatte deze onder andere de bibliotheek van de faculteit Werktuigbouwkunde en de Ge-meenschappelijke Technische Dienst. Als de werkzaamheden aan de W-hal voltooid zijn, zal ze onderdak bieden aan studentenvoorzieningen als de bibliotheek, dictatenverkoop en het Notebook Service Centrum . Bovenop de W-hal zal een vijf verdiepingen hoog gebouw komen voor de faculteit Wiskunde & Informatica, op twintig palen door het dak heen (zie de kleine afbeelding). Verder zal een deel van de begane grond “markthal” worden. Dit wordt een overdekte buitenruimte, waarbij het dak blijft, maar de muren verdwijnen. Het geheel moet af zijn in de zomer van 2012.

Page 34: Simon Ster 42.2

34

Het verhaal achter appels die niet ver van de boom vallenSir Isaac Newton

Wie heeft niet gehoord van deze

heer? Onze Twentse werktuig-

bouwkundecollega’s hebben

hun studievereniging ernaar ge-

noemd en in de klassieke werk-

tuigbouw ontkom je niet aan dé

wetten van Newton. Veel aan-

dacht hoeft dan ook niet gewijd

te worden aan zijn prestaties.

Maar hoe zag zijn leven er uit?

Enkele jaren na het meesterbrein Simon Stevin, werd een geniale Engelsman geboren in Woolst-horpe-by-Colsterworth, een klein mijnwerkers-dorp zo’n honderd mijl ten noorden van Londen. Isaac heeft geen makkelijke jeugd gehad, hoewel hij de zoon van een rijkere landeigenaar was. Zijn vader, eveneens Isaac Newton, stierf kort voordat hij geboren werd en zijn moeder liet hem drie jaar later in de steek voor een nieuw huwelijk. Een oom en zijn grootmoeder namen de taak van zijn opvoeding op zich. In zijn tienerjaren schijnt Isaac zelfs geschreven te hebben dat hij meerdere keren gedreigd heeft zijn moeder en stiefvader met hun huis plat te branden. Op school was hij in deze tijd echter een brave en succesvolle leerling. Nadat zijn moeder voor de tweede keer weduwe geworden was, probeerde ze de leer-gierige jongen van school te halen om hem boer te laten worden. In deze periode is hij verloofd geweest met een meisje, maar Isaac is nooit getrouwd. Isaac had een hekel aan het verrichten van boerenwerk en wilde liever studeren dan een gezin stichten. Gelukkig wist zijn schoolhoofd in Grantham zijn moeder over te halen, om hem na een jaar op de boerderij zijn opleiding af te laten maken.

Het logo van W.S.V. Isaac Newton uit Twente

Liesbeth Campmans

Page 35: Simon Ster 42.2

35

Simon Ster 42.2 | December 2010

Op zijn 18e werd hij door zijn bewonderens-waardige schoolprestaties toegelaten tot het Trinity College van Cambridge. Omdat zijn familie slechts rijke boeren waren, die sinds de dood van zijn vader amper geld verdienden, moest hij voor de universiteit werken in ruil voor een oplei-ding. Hoewel Isaac zeer gemotiveerd was om te studeren, is ook hij een van die studenten die niet in een keer de juiste keuze maakte. Hij begon in eerste instantie met rechten, maar raakte al snel geïnteresseerd in de wiskunde. Dit kwam naar eigen zeggen door een sterrenkundig boekje dat hij ooit kocht. Gefrustreerd over het feit dat hij de trigonometrische kennis niet bezat om wijs te worden uit de banen die in het betreffende boek beschreven werden, besloot hij zich hier net zo lang in te verdiepen totdat de stof hem helder werd. Dit geeft duidelijk zijn leergierige houding aan. Een ander voorbeeld hiervan is de periode rond 1665, waarin Cambridge in verband met de pest gesloten werd. Hoewel hij hiervoor nooit als excellente student opgevallen was, heeft hij thuis in Woolsthorpe Manor zijn studies ijverig voort-gezet. Zo heeft hij in deze periode de gravitatie-wet opgesteld en een groot deel van zijn werk voor integraal- en differentiaalrekening verricht.

open te staan voor studiegerelateerde vragen van studenten. Hoewel Newton tegenwoordig een wereldberoemde wetenschapper is, waren zijn kwaliteiten destijds niet zo bekend. Hij had deze kwaliteiten alleen op papier en was gewoon geen goede presentator, want er is amper gerefereerd naar zijn lezingen. Hij heeft zelf geschreven dat hij meerdere keren deze verplichte lezing enkel en alleen tegen de muren van zijn klaslokaal heeft gehouden. Dit verklaart waarom het ook wel het ‘Onzichtbare College’ werd genoemd.

In 1660 werd ‘the Royal Society of London for the improvement of Natural Knowledge’ opgericht. Bijna niemand zag immers de presentaties over het werk van onder andere dit genie, dat hiertoe behoorde. Newton werd tot dit gezelschap toegelaten door de publicatie over zijn telescoop. De Society was een gemeenschap van geleerden die met elkaar filosofeerden en nieuwe theorieën en uitvindingen bespraken. Hier werd ook Isaac geconfronteerd met wetenschappers die het niet eens waren met zijn stellingen. Na een bezwaar over een aanname die hij in de optica gemaakt had, schreef hij naar de man die hier het bezwaar maakte dat hij nooit weer zou publiceren en zijn onderzoeken voortaan alleen zou uitvoeren voor zijn eigen genoegen. In eerste instantie was Newton bang dat de toenmalige specialisten zijn uitspraak net zo serieus namen als hij deed, maar niet veel later kon hij de verleiding niet langer weerstaan om meer te publiceren over zijn onderzoeken.

Na deze periode van geniale ontdekkingen en verwoordingen kwam Newton terug naar Cam-brigde om een soort masteropleiding te volgen. Hij behaalde zijn diploma in 1669 en werd een jaar later professor. Dit verplichtte de twinti-ger om elke week van de semesters tenminste een college of lezing te geven over een van zijn vakgebieden en tenminste twee uur per week

Cambridge University

De telescoop van Newton

Page 36: Simon Ster 42.2

36

Door zijn publicaties kwam hij voortdurend in conflict met het katholieke beleid van koning James III, waardoor zijn leven stressvol was. Na een zenuwinzinking richtte hij zijn leven anders in. In deze periode is hij ondermeer parlement-slid geweest, waarover echter gezegd werd dat hij geen zinvolle bijdrage leverde. Tijdens zijn werk als parlementariër begon hij zich meer bezig te houden met theologische onderwerpen en verhuisde naar Londen. Hier heeft hij onder andere verschillende stukken geschreven over letterlijke interpretaties van de Bijbel. Zelf was Newton een orthodox christen. Engelse christe-nen worden van oudsher bijna niet erkend door Rome. Rome had in die tijd een immense invloed. Mede daarom zijn deze publicaties niet zo be-kend geworden en ongetwijfeld overstegen zijn natuurwetenschappelijke kwaliteiten de theolo-gische. In deze periode werd Newton president van de eerder genoemde Royal Society. Hij werd in deze hoedanigheid in 1705 tot ridder geslagen door Queen Anne. Hierna heeft hij tot zijn dood nog in Latijn gepubliceerd en onder andere het weegsysteem voor de Britse pond omgezet van een zilveren naar een gouden standaard.

In 1727 komt er een einde aan het leven van dit genie. Hij had een hoge concentratie kwik in zijn lichaam. Wellicht is hij gestorven aan een vergifti-ging door de vele experimenten die hij gedurende zijn leven gedaan heeft. Newton is in elk geval ge-storven met grote waardering van de Engelsen. Hij is begraven in Westminster Abbey in Londen, waar vier jaar na zijn dood een uitgebreid monument is onthuld met de tekst:

Queen Anne

Het verhaal van de appel die Newton heeft zien vallen op zijn moeders boerderij, waarna hij de gravitatiewetten bedacht, blijkt afkomstig van Voltaire. Hij zou dit gehoord hebben van de echtgenoot van een nichtje van Newton. De versie waarbij de appel op het hoofd van Newton viel lijkt in elk geval later verzonnen te zijn.

“Nature and Nature’s laws lay hid in night: God said, ‘Let Newton be!’ and all was light”

Page 37: Simon Ster 42.2

37

Simon Ster 42.2 | December 2010

Page 38: Simon Ster 42.2

38

De Mazda MX-5 (NB)Profiel

In voorgaande edities van de Simon Ster zijn er veel roadsters getest. Hierbij

kwamen de BMW Z4 M Roadster, Mercedes SLK en de Audi TT Roadster aan bod.

Dit zijn natuurlijk prachtige Duitse bolides, maar lang niet zo veel verkocht als

de Mazda MX-5. Voor ons een reden om uit te zoeken waarom de Mazda zo een

groot verkoopsucces is.

Luuc Duijm en Daan van den Assem

GeschiedenisDe oliecrisis begin jaren ’70 zorgde voor terughoudende autofa-brikanten: het ging het veelal om het praktische. Nieuwe auto’s waren vol rechte lijnen en scherpe hoeken, totdat Mazda in 1989 zijn nieuwe model tentoon stelde. De MX5-revolutie was begon-nen. Het uitgangspunt van de auto was rijplezier, vandaar dat de auto zo simpel mogelijk is gehouden. Het lage gewicht maakte het mogelijk snel door de bochten te vliegen. Je rijdt met de wind door je haren en je derrière tegen het asfalt. Hierdoor groeide deze tweezits uit tot de populairste cabrio ooit gemaakt.

De allereerste generatie, de Mazda MX-5 NA had oorspronkelijk een 1.6 liter motor, maar om het publiek te vergroten gebruikte Mazda een paar trucs, zoals downsizing en de keuze uit een 1.8

liter motor. Downsizen betekent het terugschroeven van het vermogen van de 1.6 liter motor: er kon nu worden gekozen uit motoren van 90 tot 131pk, waardoor jong en oud in deze spor-tieve auto reed.

Eenmaal bekend was de MX5 niet meer weg te denken van de wegen, en introduceerde Mazda na negen jaar de volgende gene-ratie, de MX5 NB. De kleine veranderingen waren niet

powered by:

Page 39: Simon Ster 42.2

39

Simon Ster 42.2 | December 2010

voor iedereen een verbetering, de charmante wegklappers van de NA waren nu conventionele koplampen geworden en de chrome handvaten werden nu gewoon overgespoten met de rest van de auto. Keuze uit de 1.6 en 1.8 liter motoren bleef hetzelfde, maar nu tot 141pk bij 4500 toeren. Ook de originele softtop bleef een sterk punt van het nieuwe model. De gespierdere body maakte een hoop goed, waardoor de NB het Guinness Book of World Records haalde als bestverkochte tweezitscabriolet.

Zeven jaar later, in 2005 bracht Mazda het nieuwste model op de markt, logischerwijs de MX5 NC, die nu met een 1.8 en 2.0 liter motor de snelste bochten overmeesterde. Nieuw was de elek-trisch bedienbare hardtop, die blijk geeft van vooruitgang, terwijl toch het originele design intact bleef.

De formule van Mazda is altijd hetzelfde gebleven; rijplezier! Het is ze gelukt ook: tot nu toe zijn 850.000 exemplaren verkocht en hij blijft bekijks trekken.

The experienceNa een telefoontje met de lokale Mazda dealer niet ver van de TU werd ons aangeboden om een rit te maken in één van de oude modellen van de Mazda MX-5. Twee dagen later stond de auto in de showroom klaar om naar buiten gereden te worden.

Ondanks dat de auto al twaalf jaar oud is, ziet hij er nog heel goed uit. Het eerste dat opvalt, is dat de auto erg klein is. Deze indruk is te danken aan het ingeklapte dak. De portieren van de auto zitten op hoogte van de heupen, waardoor het verleidelijk is om de auto in te springen in plaats van het deurtje te openen. Na een korte uitleg over het startblokkerings-systeem van de auto, beginnen we met rijden.

Ondanks dat het een koude novemberdag is, besluiten we om het dak open te laten om zo de echte roadster ervaring hebben. Een-maal ingestapt besef je dat de zit nog lager is dan de buitenkant suggereert. Door een klein beetje gas te geven worden we verrast door een bijna onbeschaafd motorgeluid. Het mag dan wel een typisch viercilinder stemmetje zijn, maar door de niet-standaard einddemper nodigt uit om nog meer gas te geven.

Eenmaal op de snelweg begint de auto te wennen en kunnen we er een onverbloemde mening over vormen. Het valt meteen op dat de beenruimte voor de grotere bestuurder minimaal is. Al he-lemaal als je een sportievere zithouding aan wilt nemen (en dus wat dichter naar het stuur kruipt). Ook vangt niet alleen je haar, maar ook je hoofd de wind als je lang bent. Dit is natuurlijk geen probleem op een mooie zomerse dag, maar om in de koudere dagen zonder dak te rijden moet je toch wel een dweper zijn.

Nu de motor en banden warm gereden zijn, kan de auto uitvoerig getest worden. Door een stuk te planken op de snelweg wordt duidelijk dat de 1.6 motor niet genoeg vermogen levert om je het

gevoel te geven dat de auto krachtig is. Om vlot door te trek-ken moet je de motor hoog in de toeren houden. De 1.6 motor is gekoppeld aan een handgeschakelde vijfbak. Door de strakke versnellingsbak en het korte versnellingspookje was het een waar genot om de auto door de eerste versnellingen heen te jagen.

Van de snelweg af ontstaat de ruimte om de auto in de bochten te testen. De motor voorin en de aandrijving op de achterwielen zorgen voor een fenomenale wegligging. De MX-5 heeft een 50/50 gewichtsverdeling wat er voor zorgt dat hij verbazingwek-kend voorspelbaar is, zelfs als de achterkant een keer uitbreekt.

Over het interieur valt niet te klagen. Het ziet er simpel uit, maar al het nodige is aanwezig. Alle schakelaars voelen mechanisch aan, waardoor het robuust overkomt. Er is geen knopje aanwezig om het dak te sluiten, dit moet met de hand gebeuren. Dat gaat natuurlijk sneller dan alle bekende elektrische daken, als je er eenmaal handig mee bent. Helaas ben je wel genoodzaakt om even uit te stappen. Om te zorgen dat het dak netjes op zijn plek blijft, moet deze stevig vast zitten, en dat is te merken aan de lichte fysieke arbeid die nodig is om het dak te sluiten.

Over het verbruik van de auto kunnen we niet zeuren, aan het begin van de dag is er 25 liter benzine in gegooid en het is on-danks het constant optrekken en remmen niet gelukt om de auto leeg te rijden in de gegeven drie uur. Sterker nog, er bleef nog voldoende benzine over voor nog een proefrit!

Het is ons duidelijk waarom de MX-5 een groot succes is. Het is een rauwe, pure rijdersauto zonder flauwekul. Hoe duur je Merce-des ook is, als er een MX5 naast je bij het stoplicht staat, weet je dat je de verkeerde keuze hebt gemaakt.

powered by:

Page 40: Simon Ster 42.2

40

Een nieuwe manier van de weg vindenLineDrive

Anna van Velsen

ten en stukken in bijvoorbeeld dorpen heb je te weinig informatie over zijwegen en straatnamen.

Een oplossing is het maken van meerdere minikaarten, alleen wordt het dan moeilijk om te weten wat er aan komt omdat, je van kaart moet wisselen. De algemene structuur mist hier en het is geen goede oplossing.

Voor je op vakantie gaat, leg je de kaart op tafel en scan je de route.

Ondanks je goede voorbereiding moet je tijdens het rijden je vrouw

af toe op de kaart laten kijken. Om dit te voorkomen kun je nu je

route laten genereren door LineDrive. Je krijgt dan een overzichte-

lijke kaart. Deze kun je beter onthouden en het opzoeken door de

bijrijder gaat een stuk sneller. Wat is er dan zo bijzonder aan deze

kaart en hoe werkt dit programma?

Wanneer je ergens heen wilt met de auto, kan je de route zo op internet laten genereren en het vervolgens uitprinten. Je krijgt dan een grote kaart met daarbij in tekst de afslagen en de afstanden tussen deze instruc-ties. De kaart is onoverzichtelijk en moeilijk te onthou-den en te volgen. Op deze kaart staan namelijk voor de lange stukken snelweg teveel informatie die je kaart onnodig groot maakt en voor de moeilijke knooppun-

Page 41: Simon Ster 42.2

41

Simon Ster 42.2 | December 2010

Cognitive mapsAls je zelf een routebeschrijving maakt op papier aan de hand van een kaart, maak je zelf aanpassingen die ervoor zorgen dat de route in één overzicht duidelijk is. Een voorbeeld is hiernaast te vinden. Een dergelijke zelfgemaakte kaart lijkt op hoe een route verbaal uitgelegd wordt; wanneer je aan iemand uitlegt hoe je van het station naar de universiteit loopt, geef je belangrijke richtingen, herkenningspunten en afslagen aan. Op deze manier ontvang je alleen de nodige infor-matie zodat deze goed te onthouden is. Aan de hand van deze methode is een nieuw kaart-soort ontwikkeld, dit systeem is te vinden onder de naam LineDrive. LineDrive is een kaart die alleen weergeeft wat nodig is voor het navigeren van A naar B. De kaart wordt op dezelfde manier verkregen als met een huidige routeplanner; je geeft het begin- en eindpunt op en je krijgt de route. Het systeem is geba-seerd op hoe je iets in je hoofd visualiseert; cognitive maps. Zelfs sommige dieren gebruiken een vergelijk-bare techniek om te onthouden waar voedsel of een slaapplaats te vinden zijn, alleen zijn de herkennings-punten op bijvoorbeeld geuren gebaseerd. Zijn kaarten gebaseerd op cognitive maps beter dan de huidige methoden?

AanpassingenMeestal raadpleeg je een kaart tijdens het rijden en omdat je dan bezig bent met meerdere taken, heb je maar kort de tijd om op de kaart te kijken. Daarom is het belangrijk dat een plattegrond overzichtelijk de route aangeeft. Ook moet hij voor iedereen te lezen, gemakkelijk mee te nemen en aan te passen zijn. Wat komt er allemaal kijken bij het maken van een kaart die dit allemaal kan? Er zijn meerdere stappen nodig. Eerst moet de shape simplification gedaan worden, daarna de road lay-out, vervolgens moeten labels toegevoegd worden (label layout), dan de context layout en als laatste de decoratie. Al deze stappen moeten automatisch gebeuren, het systeem werkt op dezelfde manier zoals je zelf een dergelijke kaart wilt tekenen. Shape symplification en Road layoutAlle geografische data die voor de kaart nodig is, is opgeslagen in een database. Het beginpunt, eind-punt en alle tussenstappen binnen de route wor-den doorgegeven aan LineDrive. Nu kan begonnen

Page 42: Simon Ster 42.2

42

worden met de shape simplification en de road layout. Het programma maakt een zo eenvoudig mogelijke en rechte lijn van. Bijna alle details worden eruit gehaald met behulp van een algoritme waarin afgewogen wordt hoe belangrijk deze details zijn. Deze procedure neemt problemen met zich mee: er kunnen bijvoorbeeld valse kruispunten ont-staan, er verdwijnen kruispunten of de afslagen in de route zijn onduidelijk. In de afbeelding hieronder zijn een paar voorbeelden gegeven. De vierde kolom heeft vooral betrek-king op shape simplification en de tweede en derde op road layout. Bij de meeste wegen maakt de vorm niet uit. Wel belangrijk is het bij bijvoorbeeld af- en opritten, omdat deze soms complex van vorm zijn.

Layout faseOm er voor te zorgen dat de kaart bruikbaar wordt moeten straatnamen e.d. toegevoegd worden. Dit gebeurt in de la-bel layout fase. Belangrijk is de manier van weergeven. Het moet immers in één oogopslag duidelijk zijn. Er zijn twee mogelijkheden om een straatnaam weer te geven; aan de

Voorbeelden van fouten bij het aanpassen van de vorm

hand van een tekst met een pijl of langs de weg. De eerste optie geeft de meeste rust in het beeld en wordt het liefst gebruikt. Ze worden alleen toegevoegd als ze nodig zijn en als het past. Aanduidingen die ook toegevoegd kunnen wor-den zijn de schaal van de weg en snelwegnummers.

Aankopingspunten Als allerlaatste wordt de context toegevoegd. Dit heet de context layout. Ook wordt het ’gedecoreerd’. Hierbij moet gedacht worden aan belangrijke kruispunten en zijwegen, op- en afritnummers, herkenningspunten en pijlen. Als deze toegevoegd zijn, worden bijvoorbeeld snelwegen met een dubbele lijn aangegeven, kruispunten verlengt om ze te ac-centueren en een aanduiding voor de richting toegevoegd. EindresultaatHieronder is een voorbeeld te zien van een door LineDrive gegenereerde kaart, het eindresultaat. Een paar voordelen zijn dat de kaart op één scherm past, inzoomen is niet nodig en de labels zijn duidelijk. Natuurlijk zijn er ook wat nadelen aan deze kaart. Één daarvan is dat wanneer je de weg kwijt bent en je een geprinte versie hebt, je moeilijk weer op je route komt. Daarom is het handig om alsnog al-tijd een reguliere kaart bij je te hebben. Daarnaast berekent een digitale versie, net als een GPS systeem in je auto, een nieuwe route voor je, dit zorgt voor een heel andere vorm kaart. De kaart moet dus gebruikt worden om te navigeren en niet om te oriënteren.

Het systeem wordt nog volop getest en verbeterd. Er is al wel een versie te vinden op internet. Deze is jammer genoeg alleen nog maar beschikbaar voor routes in de Verenigde Staten. LineDrive zal niet snel een vervanging worden van de huidige navigatie systemen. Het is wel een oplossing voor mensen die moeite hebben met kaart lezen en mensen die geen GPS bezitten.

Page 43: Simon Ster 42.2

43

Simon Ster 42.2 | december 2010

Excursie naar OirschotGemechaniseerde brigade

Dit keer geen excursie over precisie of een nieuw materiaal, maar een uitje met

echte geweren, een majoor die één dag terug is uit Afghanistan en spijkerpoe-

pen met enorm hefvermogen.

Plots sta je in militair gebied waar soldaten met werkende geweren in camouflagekleding rondlopen. Dit overkwam vijftien werktuigbouwstudenten en dertig WIE-leden (Werktuigundige Ingenieurs Eindhoven) toen zij arriveerden op de kazerne in Oirschot. Over het algemeen staat de student ver van wat er

zich in de militaire wereld afspeelt. Echter kregen wij samen met de Werktuigkundig Ingenieurs Eindhoven de kans om een kijkje achter de schermen te nemen bij Defensie. Dit was in de vorm van lezingen en het van dichtbij bekijken van het voertuigpark, bestaande uit onder andere tanks, verken-ningsvoertuigen en opgevoerde DAF-trucks.

In de lezingen vertellen een kapitein en een majoor over de voertuigen die zij onderhouden en wat daarbij komt kijken. Kapitein Keek die net één dag terug is uit Afghanistan vertelt over zijn ervaringen van de afgelopen maanden. In de kazerne is een ruim assortiment aan apparatuur en reserveonderdelen die op korte termijn besteld kunnen worden. In Afghanistan

gaat dit er wel anders aan toe; als je een nieuwe motor bestelt, duurt dit al snel drie tot zes maanden voordat deze er is. Hierdoor moet er bij tijdnood op de ‘beunvaardigheid’ van de monteurs

gerekend kunnen worden. Om de opleiding van de manschappen efficiënt op peil te krijgen en alles logistiek te kunnen managen is een universitaire graad niet overdreven.

Waar elke werktuigbouwer na de lezingen op zit te wachten, is het voelen aan het staal van de militaire voertuigen. Zo krijgen we de kans om in een tank te zitten, een geweer in handen te nemen en zelfs te ‘megaspijkerpoepen’. Dit laatste is het positio-neren van een ketting in een klein gat met een kraan op een truck met een hefvermogen van tientallen tonnen. De dag wordtd af-gesloten met een gezellig diner waar de jonge studenten kunnen integreren met de ervaren ingenieurs van de WIE.

Mike Hu

Page 44: Simon Ster 42.2

44

Bijzondere muziekinstrumentenMuziek in de tent

Muziek is voor veel mensen een belangrijk deel van hun leven. Men

zegt weleens dat muziek een universele taal is die van ziel tot ziel

spreekt. Het is daarom geen wonder dat er in de loop der tijd tal

van muziekinstrumenten zijn ontwikkeld. Dit heeft bijzondere crea-

ties opgeleverd.

Victor Dolk

Divje Babe fluitHet oudste erkende muziekinstrument is naar schatting tussen de 43.400 en 67.000 jaar oud. Deze zogenaamde Divje Babe fluit is gevonden in Slovenië. Het instrument is gemaakt van het heupbeenbot van een beer. Deskundigen twijfelen echter of het überhaupt een muziekinstrument is. De gaten die in het bot zitten, kunnen net zo goed door de beet van een dier gemaakt zijn. In 2005 is er een CT scan van de fluit gemaakt waaruit gebleken is dat het wel door een Neanderthaler ge-maakt moest zijn. Ook komen de posities van de gaten overeen met de benodigde posities om de eerst vier noten van een mi-neur toonladder te kunnen spelen. De kans dat dit per ongeluk gebeurt is, wordt geschat op één op een miljoen.

Page 45: Simon Ster 42.2

45

Simon Ster 42.2 | December 2010

GlasharmonicaHet fenomeen dat een kristallen wijnglas een zuivere toon kan produceren heeft Benjamin Franklin in het jaar 1761 op het idee gebracht om een glasharmo-nica te bouwen. Bij een kristallen wijnglas bepaalt de hoeveelheid wijn in het glas de hoogte van de toon. Water verdampt echter, waardoor het water iedere keer opnieuw moet worden bijgevuld. Benjamin Fran-klin ontwierp een opeenvolging van glazen schalen bevestigd op een stok. Deze stok is te draaien met een voetpedaal. Hierdoor hoeft de muziekkant alleen zijn vinger te bevochtigen en op de rand van de schalen te leggen om een intrigerende toon te produceren. Het instrument werd in zijn tijd razend populair. Wolfgang Amadues Mozart heeft er zelfs twee stuk-ken voor gecomponeerd: Adiago in C KV356 en een Kwintet KV617. Ook bekende namen zoals Beethoven en Strauss hebben stukken voor dit unieke instrument gecomponeerd. Helaas kreeg het instrument eind 18e eeuw een slechte naam. Men beweerde dat het instrument je krankzinnig kon maken. Er werd daarom ook afgeraden het instrument te bespelen als je ziek of depressief was.

De theremin bestaat uit twee antennes: één voor de toonhoogte en de ander voor het volume van de toon. Het is geen eenvoudig instrument omdat het een con-tinu toonbereik heeft. De muzikant moet dus een goed gehoor hebben om de juiste toon te kunnen raken. De posities voor bepaalde tonen variëren namelijk over de tijd. Nog een moeilijkheid is het spelen van verschil-lende opeenvolgende tonen zonder telkens naar tonen toe te glijden maar meteen de goede frequentie te raken. Tenslotte is het apparaat gevoelig; omdat je geen contact maakt met het instrument, is een goede motoriek vereist.

Léon Theremin kwam op het idee nadat hij in plaats van een wijzerplaat, een toongenerator op zijn meet-apparatuur had aangesloten. Hierdoor hoefde hij niet de hele tijd naar de wijzerplaat te kijken, maar kon hij gewoon naar het geluid luisteren en zijn ogen op het werk houden.

De werking zal even kort worden toege-licht. Het apparaat heeft twee elektronische oscillators. De ene oscillator heeft een vaste frequentie. De frequentie van de andere oscillator wordt

beïnvloed door de speler. De speler en de antenne vormen namelijk een variabele condensator. De afstand tussen de hand van de speler en de antenne beïnvloedt de verschuiving in het frequentiedomein. Een niet- lineaire combinatie van de vaste en variabele frequenties geeft een hoorbare verschilfrequentie en een niet hoorbare somfrequentie. Dit fenomeen staat bekend als het heterodyne principe. Het geluid van de theremin is een zangerig geluid wat veel weg heeft van een viool.

Het instrument is nog steeds populair vooral onder componisten van moderne muziek. De componist kan zich met dit apparaat helemaal loslaten van het tra-ditionele tonale stelsel. Op YouTube staan duizenden filmpjes van theremin spelers.

ThereminDe theremin is een van de eerste elektronische in-strumenten en het enige instrument dat contactloos bespeeld wordt. Het instrument is in 1919 bedacht door de Russische professor Léon Theremin die onderzoek deed naar contactloze afstandsensoren. Theremin demonstreerde zijn uitvinding voor Lenin. De Russische leider was zo onder de indruk dat hij meteen lessen wilde volgen om het te kunnen bespelen. Léon Theremin werd de hele wereld rondgestuurd om zijn Russische uitvinding te presenteren.

Page 46: Simon Ster 42.2

46

Rhodes pianoDe Rhodes piano is een elektrisch-mechanische piano, uitgevonden door Harold Rhodes. In het apparaat zitten hamertjes, net als bij een gewone piano. Echter brengen deze geen snaren in trilling maar metalen staafjes. De trilling van de staafjes wordt elektronisch versterkt. Het geluid kan, net als bij de elektrische gi-taar, vervormd worden naar eigen wil. De eerste com-merciële uitvoering van het instrument had 32 toetsen en had het bereik van een basgitaar. Dit instrument is onder andere gebruikt in het nummer Light My Fire van The Doors. Latere uitvoeringen hebben bijna het-zelfde klavier als een piano.

Harold Rhodes heeft het instrument bedacht tijdens de Tweede Wereld oorlog. Rhodes kreeg de opdracht van de luchtmacht om een muziektherapie program-ma te bedenken voor herstellende soldaten. Echter was het in die tijd moeilijk om aan genoeg piano’s te komen. Rhodes kwam erachter dat de aluminium bui-zen uit de vleugel van een Boeing B-17 uitermate ge-schikt waren om een kleine piano van te bouwen. Het werd toen The Army Air Corps piano genoemd waarop gewonden soldaten vanuit hun ziekenhuisbed konden spelen. Rhodes had een hele beschrijving gemaakt waarin stond hoe je het instrument kon maken zodat de soldaten hun eigen instrument konden bouwen. In de oorlog zijn er duizenden van gemaakt. Harold Rho-des is daarom ook bekroond met een eremedaille.

De Rhodes heeft het jaren ‘70 pianogeluid dat uiter-mate geschikt is voor pop, funk en jazz. Het instrument is razend populair geworden door artiesten zoals The Doors, Stevie Wonder en Herbie Hancock. De Rhodes Mark I en II zijn dankzij deze artiesten legendarisch ge-worden. Bezitters van één van deze twee types moeten dus zuinig zijn op hun instrument en hem goed onder-houden: hij zal alleen maar meer waard worden.

PyrofoonDe casus ‘muziek in de tent’ had nog een stukje uit-dagender gekund door in plaats van een xylofoon een pyrofoon te ontwerpen. Een pyrofoon is een soort van orgel dat ook wel eens het vuurorgel genoemd. Dit werktuigbouwkundig instrument creëert zijn geluid door middel van explosies of snelle verbrandingen in een orgelpijp. Het thermodynamisch proces creëert een luchtstroom die gaat resoneren waardoor er een geluid ontstaat. De lengte en diameter van de buis be-palen de frequentie van de toon. Het instrument loopt op benzine of propaangas.

Het geluid is vergelijkbaar met een diepe, lage zang-stem die diep tot je doordringt. Met de pyrofoon kan dus een mysterieuze horrorsfeer gecreëerd worden. Buiten het intense geluid zorgt het instrument ook voor een vlammend spektakel.

De werktuigbouwkunde en de muziek staan dus niet zo gek ver van elkaar vandaan. Misschien schuilt er wel een muzikant in iedere werktuigbouwkundige?

Page 47: Simon Ster 42.2

47

Simon Ster 42.2 | december 2010

Twee splinter nieuwe commissies Commissies voorgesteld

Zoals de meeste van jullie al weten, wordt Het Glazen Huis dit jaar in Eindhoven georganiseerd. Even een kleine update. Het Glazen

Huis (of Serious Request) is een initiatief van 3FM-dj’s waarbij ze zich op laten sluiten in een huis. Ze mogen daar zes dagen niets eten

en voor de donaties gaan ze de aangevraagde nummers draaien. Al het verzamelde geld gaat naar een project van het Rode Kruis.

Anno 2010 is er tijdens de tweede ALV van het 54e bestuur, mid-dels een hamerslag, een commissie aangesteld die zich gaat be-zig houden met het brouwen van bier. De Bierbrouwcommissie, ofwel de BBCie, zal zich concentreren op het brouwen en voorzien in de enorme behoefte naar eigen bieren voor de studievereni-ging Simon Stevin. Er zal geëxperimenteerd worden met verschil-lende biersoorten, om een breed scala aan smaken aan bod te laten komen.

Het eerste bier zal volgens de planning net na de kerst uitge-bracht worden. Vervolgens zullen er, gedurende dit collegejaar, nog vijf andere bieren gebrouwen worden. Elk van deze bieren zal verschillend zijn om uiteindelijk tot een goed recept te komen. De hoeveelheid bier die per keer gebrouwen wordt is, door de hoogte van de afzuigkap bij Jeremy thuis, beperkt tot twintig liter.

De bedoeling van de commissie is echter om ervaring op te doen in het brouwen en vele recep-ten uit te proberen. Daarnaast wordt de optie onderzocht het lekkerst gebrouwen bier op grote schaal in de brouwerij Christoffel te brouwen en als lustrumbier te bottelen.

Helaas, het brouwen gaat niet vanzelf en er moet veel gebeuren. Aan de hand van

De Glazen Huiscommissie

Uiteraard is Simon Stevin hierbij! Zoals je van Simon Stevin ge-wend bent, pakken we het groots aan. Na velen ideeën uitgewis-seld te hebben, zijn we tot een geweldig maar ook typisch werk-tuigkundig idee gekomen. Wat is typisch werktuigbouwkundig? Een fiets! Wij gaan het Holland-Sportfietsspel namaken. Alleen willen we het groot hebben dus in plaats van de wielrennerbaan gaan we de hoogte in. Het gaat niet over een klein stukje, maar wel vijf meter! Het idee is dat de deelnemers door te trappen de vlaggen ophijsen. Natuurlijk maken we het niet te gemakkelijk en als de meesters van de tandwielen zorgen we dat men echt véél moet trappen om maar klein stukje vlag op te hijsen. We hebben

BBCie (of Bierbrouwcommissie)

Simon Stevin telt sinds 12 oktober jongstleden een nieuwe commissie. Niet geheel onverwacht zal deze zich bezig houden met aller-

hande zaken omtrent het brouwproces.

ook zorgvuldig nagedacht hoe wij eruit moeten blinken. We zet-ten de hele constructie op een platform, we hangen er nog twee grotere vlaggen bij met natuurlijk het logo van Simon Stevin. Om het nog spannender te maken, hebben we prijzen voor onze winnaars. Wat deze prijs inhoudt, houden we nog geheim. Kom dus allemaal op 20 december naar 18 Septemberplein om onze constructie te bewonderen! Wil je nog meehelpen om constructie op de locatie op te zetten? Mail dan naar [email protected]

Tot op 20 december op 18 Septemberplein!

het brouwschema is dit het meest eenvoudig te begrijpen. Voor elke stap is er materiaal en tijd nodig. De zevenkoppige commis-sie heeft overwogen om alles zelf te beunen, maar is daarvan afgestapt in verband met de toenemende behoefte aan bier. Er is uiteindelijk een compromis gesloten. De brouwketel en het roer-mechaniek worden zelf ontworpen. Ook een filter en een koeler worden zelf gebeund. Al het overige zal aangeschaft worden via een relatief goedkope en gespecialiseerde site. Naast de directe materialen zal de commissie zich bezig houden met het ontwerpen van stickers die op de flessen moeten komen. Een mooi logo zal de flessen visueel aantrekkelijk maken en het bier zal herkenbaar zijn. Het zal waarschijnlijk om de financiën rond te krijgen ook noodzakelijk zijn om wat reclame op de flesjes te zetten, maar daar zal de smaak van het bier en het plezier van het brouwen niet van achteruit gaan.

Al met al zal elk element van het brouwproces aandachtig onder de loep genomen wor-den en de benodigde maatre-gelen getroffen worden. Houd vlak na de kerst dus goed de posters in de gaten zodat je het eerste bier niet mist!

Page 48: Simon Ster 42.2

48

IchthusSanne en Anna eten bij...

Werktuigbouwstudenten weten vaak niet wat Ichthus is. Wel op-

perde er een paar: “van de pannenkoeken” en sporadisch wisten er

ook dat het met christendom te maken heeft. Wij gingen langs bij

een kringavond en ontdekten hoe het is om te geloven. We kwa-

men erachter hoeveel tijd de leden in hun geloof en de vereniging

steken en dat het geen enkel probleem is om domme vragen te

stellen.

Anna van Velsen en Sanne Janssen

V.C.S. Ichthus landelijk ofwel Verenigde Christen Studenten Ichthus Landelijk, is de overkoepelende organisatie van tien Ichthusverenigingen. Het zijn Nederlandse christelijke studentenverenigingen voor studenten in het hoger beroepsonderwijs en het we-tenschappelijk onderwijs. Alle Ichtusverenigingen zijn lid van IFES-Nederland; de Nederlandse tak van een internationale organisatie van christenstudenten.

Page 49: Simon Ster 42.2

49

Simon Ster 42.2 | December 2010

Over hun imago zeggen enkele leden het volgende: “Sommige studenten denken dat Ichthianen heilige boontjes zijn: ze doen nooit iets buiten de regels, ver-geten niets en hebben nooit ruzies.” Weliswaar hebben ze goed nagedacht over hun geloofsovertuiging en leven ze volgens de richtlijnen van de Bijbel, toch zijn het hele normale mensen die alle normale studenten-dingen doen.

ActiviteitenDe belangrijkste activiteiten van Ichthus zijn de krin-gen die over het algemeen wekelijks plaatsvinden. Het bestuur maakt groepjes van ongeveer zes leden voor een heel jaar. De verdeling hiervan is afhankelijk van het beleid van het bestuur. Zo kun je groepjes maken met gelijke leeftijden, gelijke ‘strengheid’ van het geloof, geboorteprovincie of met leden die elkaar al kennen. Ook kan het bestuur besluiten om de groepjes zo gemengd mogelijk samen te stellen. Dit levert geen problemen op. Juist de verschillen binnen de vereni-ging maken het mooi; zo kun je discussiëren en blijf je nadenken over waarom je jouw mening hebt. Ook is er jaarlijks een verdiepingsweekend. In dit weekend staat één thema centraal. Afgelopen jaar was dit thema bijvoorbeeld de relatie tussen man en vrouw.

Daarnaast zijn er nog kleinere activiteiten als een spel-lenavond, een kerstdiner en een maandelijkse borrel. Ichthus landelijk organiseert jaarlijks een zeilkamp en een retraite. De retraite houdt in dat ze met ruim 300 christen studenten leden in een voormalig klooster in

Helvoirt samen komen om te bidden, zingen, werkgroepen en lezingen te volgen en gezel-lig samen te zijn.

De leden zijn erg betrok-ken bij de vereniging. Dit kun je zien aan het aantal commissies waar de 59 leden plaats in nemen. Er zijn meerdere kleinere commissies bijvoorbeeld voor het kerstevenement of voor de intro. Er zijn ook grotere commissies, zoals een weekendcommissie. Het is hele-maal niet raar om 3 à 4 commissies te hebben gedaan.

Een kringavondWij mochten bij een kringavond aan-wezig zijn. De avond bestaat uit samen eten, zingen, bidden en daarna een Bijbelstudie. Er zijn twee taken op elke avond. Iemand stelt zijn kamer beschik-baar en kookt, iemand anders bereidt de

Bijbelstudie voor. Deze taken worden binnen de kring-groep telkens doorgewisseld.

Ichthus is het Griekse woord voor vis, het symbool van het christendom. De verschillende letters van ICHT-HUS ( ) betekenen het volgende: I is de eerste letter van het woord Jezus in het Grieks: , CH van het woord Christus ( ), TH van het woord THeos ( ), Grieks voor God, U is de eerste letter van het woord Uios ( ), Zoon in het Grieks en S is de beginletter van het woord Soter ( ), Grieks voor Redder. Samen: Jezus Christus zoon van God, de redder

Het begin van de vereniging Het begon op 25 februari 1960 in Utrecht naar aan-leiding van een grootscheepse evangelisatieactie van 16-19 november 1959 op de Utrechtse universiteit. De bekeerde studenten werden in de nieuwe beweging opgevangen. Ichthus Eindhoven onstond in 1969 en ging in 2009 als laatste over van ‘beweging’ naar ‘ver-eniging’. In het seizoen 2002/2003 is het ledenaantal sterk gegroeid en kwam het voor het eerste boven de 50 uit. Momenteel zijn er 59 christenen lid.

Buiten Ichthus zijn er in Eind-hoven nog andere christelijke studentenverenigingen. Zo is er de wereldwijde organisatie: Navigators. Deze heeft een grotere naamsbekendheid dan Ichthus. Een andere vereniging is VGS, deze is te vinden in meerdere steden binnen Nederland. Een voorbeeld hiervan is VGSEi, VGS van Eindhoven. Als allerlaatste is er nog het Emèt Qenee, dit is een dispuut van CSFR, een vereniging die door het hele land actief is.

IchthianenIchthus is een vereniging voor alle christelijke stu-denten ongeacht geboorteplaats of stroming binnen het christendom. Ze geloven in de Bijbel en een levende, aanwezige god. Met deze God kun je communiceren in de vorm van bid-den en dan kun je ook een antwoord verwachten. Dit antwoord hoef je niet te krijgen door stemmen in je hoofd, maar je kunt het ook krijgen door gebeurtenissen om je heen of uit de mond van iemand anders.

Sommige studenten

denken dat Ichthianen

heilige boontjes zijn

Met deze God kun je communiceren

in de vorm van bidden en dan kun je

ook een antwoord verwachten

Page 50: Simon Ster 42.2

50

colator. De bovenste koffie is de sterkste, deze doe je samen met de suiker alvast in het kopje en klop je tot schuim. Vervolgens giet je de rest van de koffie erbij. Smullen! Na het eten deden we de afwas samen met de drie die niet gekookt hadden.

ZingenDegene die de Bijbelstudie voorbereidt, mag ook de liederen uitkiezen zodat ze bij het thema horen. Dit is echter niet verplicht en deze keer werden er gezamen-

lijk drie liedjes uitgezocht die gewoon leuk waren. Wij ken-den de liedjes helaas niet maar gingen ook staan en deden wel ons best om mee te zingen. Je kunt je voorstellen dat ons succes

niet heel groot was, ondanks de gitaarbegeleiding. In elke kring is wel iemand die muzikaal genoeg is om de liederen te begeleiden.

BiddenHierop volgde een rondje waarop iedereen om de beurt over zijn afgelopen weken kon praten; over hoe de tentamens gingen, hoe het gaat met je relaties en of je tijd heb gehad voor je Bijbelstudie. Hiernaast vertel je ook over je serieuzere gebeurtenissen of problemen. Degene die de avond heeft voorbereid,

schrijft alles mee in een schriftje. Vervolgens wordt er gebeden en komen alle genoemde gebedspuntjes terug. Je kunt behalve om een luisterend oor ook

vragen om hulp en natuurlijk bedanken voor de dingen die goed zijn gegaan. Daarnaast kun je vragen aan God stellen, de antwoorden worden je vanzelf duidelijk als je goed oplet.

Dit was voor ons het einde van het bezoek. De Bijbels-tudie ging toevallig over contact tussen christenen en mensen met een andere geloofsovertuiging. Soms is

er een verplicht thema aan de Bijbelstudie vanuit het bestuur, anders mag de voorbe-reider zelf bepalen welk stuk uit de Bijbel er bekeken wordt.

Het was een bijzondere ervaring met hele aardige mensen die eigenlijk heel normaal waren. Ichthus is behalve christelijk ook een studentenvereniging waar iedereen lid is voor zijn plezier. De leden zijn zeker niet naïef of goedgelovig, ze hebben gewoon een eigen levensvisie die ze vol overtuiging en trots uitdragen.

Amen.

Rond etenstijd kwamen we aan bij het doorgegeven adres. We wisten totaal niet wat ons te wachten stond. Een beetje brutaal zetten we onze fietsen onder een afdak achter het huis en liepen we terug naar de voor-deur. Op miraculeuze wijze waren we al opgemerkt en werd de deur open gedaan voor we konden aanbellen. Bang om te laat te komen, kwamen we per ongeluk als eerste. Er werd ons wat drinken aangeboden en onder-tussen werd het eten nog even afgemaakt. Hierdoor kregen we de kans om eens even rustig in de kamer rond te kijken. Dit viel een beetje tegen, er was namelijk niets wat er op wees dat deze kamer van een Ichthuslid was. Drie andere kringleden druppelde nog bin-nen, de overige twee hadden zich afgemeld. Onze aanwezigheid en interesse in Ichthus werd gewaardeerd.

Contact met niet-christenenDe vereniging wil graag het contact, respect en kennis over leefgewoonten tussen Ichthianen en andere stu-denten verbeteren. Hiervoor is zelfs een speciale com-missie; de Evangelisatie Commissie. Dit proberen ze al jaren met verschillende acties. De bekendste is het uitdelen van pannenkoeken tijdens de intro. Daarnaast hebben ze een reeks discussieavonden met voorname-lijk andere studentenvereni-gingen binnen de Bunker; Glad you asked. Hierbij is het wel eens voorgekomen dat iemand alleen maar kwam om het christendom af te zeiken, maar er vinden ook altijd hele interes-sante en goede discussies plaats. Dit jaar zal er rond kerst een activiteit zijn waar wij op de TU allemaal iets van merken, maar die nu nog geheim is. Ondanks deze publicatieactiviteiten zijn er nog steeds veel studenten die niet weten wat Ichthus is.

Het avondmaalToen we allemaal wat drinken hadden en iedereen zich had voorgesteld, kwam het eten. Het was chili con carne, voor een vegetariër was er chilli sin carne en voor iemand die allergisch is, was het eten zonder chili. Natuurlijk eerst even bidden voor het eten. Hierin werd het woord gevoerd door de gastheer. Hij bedankte God dat wij allemaal samen waren gekomen en dat we weer eten hadden.

Na afloop was er voor iedereen een toetje, je kon kie-zen uit verschillende soorten vla of Italiaanse espresso volgens een speciaal recept. Je gebruikt een pannetje dat ook een koffiezetapparaat en een kan is, een per-

Er is een speciale commissie om

het contact tussen ichthianen

en niet-christenen te verbeteren

Amen betekent

‘zeker, het is zo’

Je kunt behalve om een luisterend oor

ook vragen om hulp en natuurlijk bedan-

ken voor de dingen die goed zijn gegaan.

Page 51: Simon Ster 42.2

51

Simon Ster 42.2 | December 2010

De Post-itStaut

Uriel Hoeberichts

In de afgelopen publicaties van sTAUt zijn verschillende technische objecten de

revue gepasseerd. In deze editie van sTAUt zal de 3M Post-it ter sprake komen.

Iedereen kent natuurlijk de Post-it en iedereen heeft heeft er natuurlijk wel eens

gebruik van gemaakt toen hij snel een notitie wilde maken. Hoe is 3M op dit vrij

simpele maar toch briljante idee gekomen?

Tegenwoordig zijn Post-its niet meer weg te denken uit een kantoor of secretariaat. Zelfs aan de muur in menig studentenhuis zijn ze te vin-den. Toch is het een relatief jonge uitvinding die uit begin jaren 80 van de vorige eeuw stamt. De Post-it is ontwik-keld bij 3M, een Amerikaans conglomeraat dat elektronica, lijm en geneesmiddelen pro-duceert. Sinds de introductie op de markt is 3M nog altijd de grootste producent van Post-its ter wereld.

Page 52: Simon Ster 42.2

52

De huidige Post-it is nog steeds dezelfde als tijdens de introductie. Een kanarie-geel blaadje van 76 bij 76 mm. Aan de achterkant van dit gele blaadje bevindt zich een lijmrand die overal op plakt, maar die je ook overal weer van kunt losmaken zonder lijmresten achter te laten. Na de introductie werd 3M alom geprezen om dit innovatieve product en is de Post-it in de loop van de jaren een mythisch product geworden dat voor veel uitvinders in de dop het schoolvoorbeeld is van de ultieme uitvin-ding. En dat terwijl de ontstaansgeschiedenis van de Post-it compleet berust op serendipiteit, ofte-wel: ’het vinden van iets onverwachts en bruik-baars terwijl je op zoek bent naar iets anders’.

Het nieuwe idee hield in dat de lijm gebruikt ging worden aan een bladwijzer, zodat het goed op zijn plaats tussen een boek zou blijven. Toen 3M na enige tijd, in 1977, de Post-it op de markt bracht, vielen de verkoopcijfers tegen. 3M had te weinig gedaan aan de marketing van de Post-it en de gevolgen waren meteen merkbaar.

De consument wist niet waarvoor het product diende en kocht het niet. Pas na het uitdelen van gratis samples en betere voorlichting werd het product in 1980 opnieuw gelanceerd in Amerika. Dit maal werd het wel een succes en binnen een aantal jaren was de Post-it wereldwijd verkrijgbaar.

Sinds de jaren 90 is het patent van de Post-it verlopen en zijn er meerdere partijen die het plakkend papiertje verkopen. Hoewel ze er momenteel in alle kleuren te krijgen zijn, hebben toch de meeste varianten, ook die van andere fabrikanten, nog steeds de oorspronkelijke kleur geel. Deze herkenbare kleur van de Post-it werd per toeval gekozen. In het kantoor naast het lab van Art Fry en zijn team lag voornamelijk geel kladpapier. Dit papier werd gebruikt om te expe-rimenteren en uiteindelijk werd geel gekozen als vaste kleur voor het notitieblaadje.

In 1968 werd door een scheikundige genaamd Dr. Spencer Silver een ontdekking gedaan. Hij werkte op de onderzoeksafdeling van 3M toen hij een herbruikbare, drukgevoelige lijm uitvond, die ook gemakkelijk loslaat. Omdat hij op zoek was naar een ander soort lijm werd er niets mee gedaan. 3M was toentertijd voornamelijk bezig met het produceren en maken van lijmen voor zware industrieën. Een zwakke lijm was totaal niet relevant voor het bedrijf.

Pas in 1974 werd er wat met de lijm gedaan. Het was een andere werknemer bij 3M, Art Fry, die nadat hij een lezing van Dr. Spencer Silver had bijgewoond waarbij de lijm werd besproken, een eurekamoment had. Nadat voor de zoveelste keer zijn notitie velletjes uit zijn koorboek vielen terwijl hij aan het zingen was in de kerk, moest hij terug denken aan de lezing van Dr. Spencer Silver.

Vallende notitieblaadjes. Herbruikbare lijm, die gemakkelijk loslaat. 1 + 1 = 2.

Page 53: Simon Ster 42.2

53

Simon Ster 42.2 | December 2010

Tegenwoordig is de Post-it echt een cultureel icoon geworden. Door het tijdelijke karakter van een Post-it is het hèt symbool van een cultuur die continu in beweging is, waarin informatie snel en duidelijk overgebracht moet worden. Ook het samenvatten van een boodschap tot twee zinnen, iets dat uit nood geboren is door de kleine opper-vlakte van de post-it, zie je overal terug. Denk hier-bij aan toepassingen als SMS of twitter. Omdat de Post-it zo relevant is voor onze cultuur laten vele kunstenaars zich er daarom ook door inspireren.

Zo werd er in 2004 een expositie gehouden in het prestigieuze Museum of Modern Art in New York, genaamd ‘Humble Masterpieces’, hierbij was één van de smaakmakers een door Rebecca Murtaugh met Post-its bedekte kamer. Ze plakte standaard gele Post-its op de objecten in de kamer die niet veel waarde voor haar hadden en de neon gekleur-de Post-its op de producten die ze wel waardevol achtte, zoals haar bed. Dit is één van de ontelbare voorbeelden waar de Post-it werd gepromoveerd van goedkoop gebruiksvoorwerp tot hogere kunst.

Tevens is er de laatste jaren een andere ontwik-keling: het ontstaan van digitale Post-its. Omdat mensen zo gewend zijn geraakt aan het kort en bondig opschrijven van de to-do-lijstjes die ze in het zicht in hun werkomgeving plakten, was er de wens om dit ook in hun digitale werkomgeving te hebben. Verscheidene partijen zijn hier al op inge-gaan, zo heeft 3M ‘Post-it Brand Software Notes’ ontwikkeld, Apple bedacht ‘sticky’ en Windows 7 kwamt met ‘Sticky Notes’.

Financieel gezien heeft 3M niks te klagen, alleen al het notitieblaadje zorgt voor een winst van 110 miljoen dollar per jaar. Dit bedrag zal de komende jaren alleen nog maar toenemen gezien het feit dat 3M continu met nieuwe producten op de markt komt. Op internet stimuleert het Amerikaanse bedrijf volop om creatief met Post-its te zijn door middel van prijzen en gratis feestjes. De creaties zijn onder andere te zien op Youtube, waar alleen al, meer dan 5000 films staan over het knutselen met Post-its.

De Post-it heeft zijn bestaansrecht overduidelijk bewezen en ook de toekomst van de Post-it ziet er zonnig uit met de diverse applicaties die voor de computer zijn ontwikkeld. Daarom is het niet minder dan logisch om de Post-it uit te roepen als winnaar van de meest geniale en simpele uitvin-ding ooit.

Page 54: Simon Ster 42.2

54

...is een luie ingenieurEen goede ingenieur...

Luiheid is een thema van alle tijden. In het oude testament (rond

1000 voor Christus) wordt al minachtend over ‘den luiaard’ geschre-

ven. Rond de vierde eeuw duiken de zeven hoofdzonden op, waar

luiheid een zevende plaats weet te behalen. De Dikke van Dale om-

schrijft het als: afkerig van inspanning of werk.

Wat is lui?‘Afkerig van werk’ vind ik geen dekkende definitie. Zo kan een willekeurig iemand, vanaf nu Frank genoemd, zich mateloos uitsloven in de sportschool, maar huiswerk maken doet hij niet aan. Nu kunnen we de definitie aanpassen door ‘werk’ beter te omschrijven. Het ene werk, sporten in de sportschool, geeft Frank een goed gevoel omdat zijn hersenen dat sporten as-sociëren met overleven en Frank daarvoor belonen met hormonen. Het andere werk, huiswerk maken, vindt Frank stom en kan hij even gemakkelijk niet doen.

Frank is dus ‘afkerig van werk dat hij stom vindt’. Deze definitie is even zinnig als een open deur intrappen, iedereen is afkerig van werk dat hij stom vindt. Toch denken sommige mensen verder vooruit dan Frank en maken zij hun huiswerk wel, ook al genieten ook zij er niet van. Hieruit kunnen wij concluderen dat luiheid onafhankelijk van het soort werk, persoonsafhankelijk is. Je hebt dus luie mensen en niet-luie mensen (weer een open deur).

Een zinnige vraag die nu vanzelf naar boven komt, is: waarin verschillen luie mensen van niet-luie mensen? Het antwoord is motivatie. Een, in mijn bescheiden mening, betere definitie van luiheid is namelijk: de afwezigheid van motivatie (voor de oplettende lezer: met wat substitutie van begrippen kan men de eerdere zinnen herschrijven als: het verschil tussen niet-gemo-tiveerde mensen en niet-niet-gemotiveerde mensen, is motivatie. Weer die deur).

Anthom van Rijn

Page 55: Simon Ster 42.2

55

Simon Ster 42.2 | December 2010

MotiverendOver motivatie zijn boeken vol geschreven. In plaats van een uitgebreid literatuur onderzoek, sla ik mijn eerstejaars Rendements Gericht Onderwijsdictaat open bij het hoofdstuk over motivatie (de luiheid ligt altijd op de loer). Hierin is te lezen, dat er onderscheid wordt gemaakt tussen twee soorten motivatie, een intrinsieke motivatie en een extrinsieke motivatie. Intrinsiek betekent ‘vanuit jezelf’, extrinsiek betekent ‘van buitenaf opgelegd.’ Aangezien luiheid het omge-keerde is van motivatie, is er dus ook een luiheid van binnenuit en een luiheid door te weinig stimulans uit de omgeving.

Franks huiswerkprobleem komt door zijn intrinsieke luiheid. Zoiets is een redelijk bekend verschijnsel bij eerstejaars studenten. Op de middelbare school hoef-den negen op de tien TU studenten bijzonder weinig tijd aan hun opleiding te besteden. Alles werd gecon-troleerd en zolang je dacht wat je hoorde te denken was het wel goed. Op de TU is aanwezigheid niet meer verplicht en alleen als alles bijzonder soepel gaat, komt het werk helemaal af binnen de uren die daarvoor geroosterd staan.

De oplossing hiervoor is: het werk afmaken in uren die daar niet voor geroosterd zijn, namelijk je vrije tijd. Frank, die geen planning maakt, moet daarom elke keer wanneer hij vrije tijd heeft de afweging maken: sporten of werken. Optie 1: Frank is lui, niet gemoti-veerd om zijn huiswerk te maken en kiest daarom voor sporten omdat hij daarvoor wel gemotiveerd is. Optie 2: Frank heeft een interne verandering ondergaan, heeft zichzelf een schop onder de kont gegeven, heeft prioriteiten gesteld en het werken aan opdrachten bo-ven sporten geplaatst met als resultaat, dat hij werkt tot het werk af is.

Waarom lui?Er zijn een aantal factoren die Frank ervan zullen weerhouden om zomaar om te zwaaien naar het werk-grage type. Mensen, en Frank dus ook, houden van moeilijke opdrachten die net haalbaar zijn. Als Frank zo’n opdracht volbrengt voelt hij zich goed. Hij heeft bewezen dat hij beter is dan de gewone mensen die zijn opdracht niet uit hadden kunnen voeren.

Huiswerk geeft deze voldoening niet. Alle studiegeno-ten van Frank kunnen die opdrachten ook maken en vaak nog beter ook. Als Frank dan een lastige opdracht tegenkomt, kijkt hij een keer in zijn theorieboek en vervolgens kan hij wel iets van een antwoord produce-ren. Het huiswerk is dus vervelend moeilijk en Frank is afkerig van inspanning die hij vervelend vindt.

Page 56: Simon Ster 42.2

56

De verschillende soorten luiheid.Het lijkt al kommer en kwel, nu Frank luiheid bij zichzelf heeft geconstateerd. Gelukkig valt dit nog wel mee. Luiheid is namelijk de belangrijkste drijfveer van nieuwsgierigheid en nieuwsgierigheid is de motor van innovatie. Frank was bijvoorbeeld nieuwsgierig naar de verkeersregels, niet omdat die regels Frank zo interes-seren, maar omdat hij ze moest kennen voordat hij mag autorijden. Iemand die te lui is om te fietsen, gaat met de auto.

Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, soms is luiheid de mo-tivatiebron. Om iets niet te hoeven doen, gaat Frank iets anders doen. Om niet altijd te hoeven fietsen, gaat Frank verkeersregels leren. Zo ook met zijn huiswerk, omdat Frank geen huiswerk wil maken, gaat hij spor-ten. Er is alleen een heel belangrijk verschil tussen deze twee voorbeelden.

Door te gaan sporten in plaats van studeren, komen Franks opdrachten niet af. Met andere woorden, zijn alternatief levert niet het gewenste resultaat. Als er een waardeoordeel aan deze twee versies van luiheid gegeven mocht worden, zou de luiheid met beter re-sultaat goed zijn en de luiheid zonder resultaat slecht. Hoewel de meeste mensen bij luiheid alleen aan de slechte luiheid denken, is de goede luiheid uit het zelfde hout gesneden.

De oplossingDe kunst voor Frank is om zijn resultaatloze luiheid om te zetten in slimme, goede luiheid of om luiheid in zijn geheel te vermijden. Een effectieve manier om lui-heid te vermijden is door een planning te maken en je aan de planning te houden. Het nadeel hiervan is dat wanneer Frank zijn planning niet haalt, hij een slecht gevoel krijgt over zichzelf. Dit gevoel koppelt hij aan de planning waardoor het maken van de planning een ob-stakel wordt. Frank zal liever nog een rondje hard gaan lopen dan zijn weekplanning maken. Het resultaat is dat de luiheid niet vermeden wordt, maar verplaatst.

De truc zit hem erin, dat slechte luiheid irrationeel is. Het is op geen enkele manier te verantwoorden dat je iets volslagen anders gaat doen. Het is daarentegen begrijpelijk als Frank nadat zijn werk gedaan is zijn hoofd even leeg wil sporten. Dat is zelfs verstandig. De twee componenten in Franks leven kunnen dus in vrede samen bestaan. Wat Frank mist, is overzicht.

Door het leren van de verkeersregels en vervolgens au-torijden, komt Frank op de plaats van bestemming. Hij investeert op korte termijn tijd, om op lange termijn minder tijd kwijt te zijn. Dit is te vergelijken met ‘den luiaard’ uit het oude testament die bijvoorbeeld geen zin heeft om elke dag door een greppel te klimmen op weg naar zijn werk. Na enig puzzelen bedenkt hij de oplossing: een brug bouwen. Hij kan wel door een greppel klimmen, maar omdat hij dat niet elke dag wil doen, bedenkt hij een alternatief met een beter resul-taat, een slimme afsnijroute.

Page 57: Simon Ster 42.2

57

Een planning biedt erg veel overzicht, maar roept slechte gevoelens op bij Frank. Wat hij in dat geval be-ter kan doen is een open planning maken. Per interval dat voor Frank fijn voelt, een week (vanaf zaterdag geteld) zou een logische keuze zijn, schrijft Frank alles wat hij af wil hebben onder elkaar. In willekeurige volgorde, wellicht met een uiterste inlever datum erbij, eventueel zelfs met kolommen ‘belangrijk’ en ‘een beetje belangrijk’, maar in ieder geval zonder vastge-legde tijd van uitvoering.

Het fijne aan deze versie van plannen is dat het een keer af is (als het goed is). Stel dat Frank de hele zaterdag zijn weekend viert en zondag tot halverwege donderdag netjes aan zijn studie werkt, dan kan hij, in een rustige week, klaar zijn met werken voor de rest van de week. Een goed gemaakte, evenwichtige plan-ning verspreid het werk over de beschikbare tijd. Het voordeel daarvan is dat je nooit erg veel achter elkaar werkt. Het nadeel daarvan is dat het werk nooit af is.

Uit onderzoek is gebleken dat alleen mensen die ge-loven dat ze tussen het werk door rust nodig hebben, ook echt tussen het werk door moeten rusten. Laat Frank dit nou net niet geloven. Hij weet van zichzelf dat hij een tentamen van drie uur ook aan één stuk door kan maken, dus minstens twee uur moet hij zich wel kunnen concentreren. Het vooruitzicht van twee middagen aan het eind van de week helemaal voor hemzelf doet Frank meer goed dan rustig een kop kof-fie pakken, elk uur weer.

Leef lang en luiDoordat Frank te lui is om een echte planning te ma-ken, maakt hij een overzicht, wat nog beter voor hem werkt ook. Hij maakt gebruik van goede luiheid om zijn slechte luiheid te beteugelen, maar zonder het te onderdrukken. Als Frank echt geen zin heeft in het ene punt op zijn overzicht, dan maakt hij gewoon het vol-gende punt. Uiteindelijk blijven de stomste taken over, maar dan heeft hij vrijheid en blijheid in het vooruit-zicht. Of hij maakt ze gewoon helemaal niet, maar dan heeft hij de dingen die hij niet zo erg vond tenminste wel gedaan.

Misschien moet jij als lezer sporten vervangen door gamen, feesten of doelloos over het internet struinen en wellicht heb jij meer moeite met je kamer schoon-maken of de was doen dan met huiswerk, maar uitein-delijk kunnen we ons allemaal wel een beetje in Frank vinden. Luiheid is niet iets wat je ten alle tijden moet onderdrukken, maar waar je gebruik van kunt maken. Vergelijk jezelf en luiheid met Nederland en het water. We kunnen al het water dat ons land binnenstroomt onmogelijk tegenhouden, maar door het goed te lei-den, is Nederland een fijn land om in te wonen.

Page 58: Simon Ster 42.2

58

Prijsvraag

Ook deze jaargang zal elke Ster een prijsvraag bevatten. De prijs die je kunt winnen is deze keer een bierkaart te gebruiken in de Weeghconst.

Wil je kans maken op deze bierkaart? Lever dan je antwoord in de Simonkamer in of e-mail naar [email protected]. Vermeld hierbij duidelijk je naam. De prijs wordt verloot onder de correcte inzendingen en de winnaar zal bekend worden gemaakt in de volgende uitgave van de Simon Ster.

Winnaar Ster 42.1De prijsvraag van Ster 42.1 was het maken van een zo lang mo-gelijk woord met de cijfers van een rekenmachine. Het was alleen toegestaan om de rekenmachine om te draaien. Er zijn behalve woorden ook zinnen ingstuurd, maar die zijn niet goed gekeurd. Luuk Mouton heeft ‘bobsleelesbobslee’ ingestuurd en daarmee gewonnnen. Hij kan zijn bierkaart komen opha-len in de Simonkamer.

Sterrenhoekjes

Prijsvraag Ster 42.2Vijf studieverenigingen vinden samen 100 fietsen. Het verdelen gaat op de volgende manier:De grootste vereniging mag eerst een voorstel doen, daarna de op-één-na grootste, enzovoorts. Op een voorstel moeten alle ver-enigingen stemmen. Iedereen moet voor of tegen stemmen.

Als 50% of meer voor is, wordt de buit volgens het voorstel verdeeld. Is minder dan 50% voor, dan wordt de vereniging met het voorstel uit de groep gezet (en kan dus niet meer stemmen of meedingen). Er wordt dan verder gegaan met de volgende vereniging.

Van de besturen van de verenigingen is het volgende bekend:- Ze zijn allemaal oneindig slim en weten dat ook van elkaar.- Ze willen op de eerste plaats zoveel mogelijk fietsen.- Ze willen niet uit de groep worden gezet. - Ze vinden het wél leuk als anderen uit de groep worden gezet.

Als hoeveelste zou je het liefst aan de beurt zijn en welk voorstel zou je doen?

Evalueren tijdens de BV; Harm: Sandra, je bent soms vrouwelijk chagrijnig, je begrijpt helemaal niet waarom.

Tijdens de ALV; Stefan: Ik word moe van het oplezen van al die namen. Caroline: Ja, wat denk je van mij, weet je hoe vermoeiend het is om al die mensen te zoenen.

Bij het omkleden na de Bavariabesturendag zegt Sam: Caroline doe je kleren uit. Duurt lang! Stefan: Volgens mij heeft Caroline hoofdpijn. Sam: Ik heb haar hoofd ook niet nodig.

Vrijdagochtend moet Harm op het matje komen. Harm: De deur lag er uit dus Sandra belde de beveiliging. Peter van de Burgt (ge-bouwbeheerder): En die hingen hem er in?…. De deur dan.

Ruud: nee geen pseudoniem, hij had gewoon een andere naam verzonnen.

Tijdens de brascursie krijgt Monica commentaar op haar zangvo-lume. Monica: Jullie horen mij gewoon niet omdat ik een man-nenstem heb.

Bij NedCar stoppen we bij een bordje met ‘Afwerklijn’. De gids: Hier gaan ze een beetje duwen en trekken, ze weten precies hoe dat moet. Ook bij NedCar: Daan: De rondleiding in treintjes is net een droomvlucht voor werktuigbouwers.

Sanne: Wat poepen slangen eigenlijk? Mike: Ja, poep!

Ewoud over een zenplantje: dat is zo rood, dat doet pijn aan je oren.

Jesper: Harm, je bent echt de vrouw van het bestuur; je taak is boodschappen doen en geld uitgeven.

Jasper: Ik ben tot de conclusie gekomen dat smerige BBQ's vies zijn.

Bij het college Big historie: We weten met grote zekerheid dat er ooit leven ontstaan is.

Huib is trots op zijn manier van leren. Emile R.: Wat goed van je! En na een korte stilte: Wow, ik kan complimentjes maken!

Jeremy: Je voelt je zo oud als de colleges die je volgt! Toch Huib!

Bij het tweede college van thermo, wat Rolf al een paar keer eer-der heeft gevolgd. Rolf: Wat is Pascal?

Emile R. op donderdagavond: Rolf, hou me tegen. Ik neem dalijk een jongen mee naar huis. Emile op de vrijdagochtend: Zijn we gisteravond nog uit geweest?

Anna: Ik deed dat gewoon uit autisme. (ze bedoelde automa-tisme)

Bram bij de debatteertraining: Je presenteert binair, dan weer heel twijfelend en dan weer heel goed.

Page 59: Simon Ster 42.2

59

Simon Ster 42.2 | December 2010

Page 60: Simon Ster 42.2

Het 54e bestuur

The Voyagers (English)

Staut: De magnetron

PhD: Combustion Technology (English)