31
Eindverslag Levens Cyclus Analyse & Milieurichtlijn PD&I en Inkoop Aan dit project is in het kader van het Besluit milieusubsidies, regeling milieugerichte technologie een subsidie verleend uit het programma Stimulering Productgerichte milieuzorg 2002 dat gefinan- cierd wordt door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer. Novem beheert dit programma. Projectnummer : 0366-02-01-06-012 Bestellingnummer : 4800001600

Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

EindverslagLevens Cyclus Analyse & Milieurichtlijn PD&I en Inkoop

Aan dit project is in het kader van het Besluit milieusubsidies, regeling milieugerichte technologie een subsidie verleend uit het programma Stimulering Productgerichte milieuzorg 2002 dat gefinan-cierd wordt door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer. Novem beheert dit programma.

Projectnummer : 0366-02-01-06-012Bestellingnummer : 4800001600

Page 2: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 2 VAN 312003

EindverslagLevens Cyclus Analyse & Milieurichtlijn PD&I en Inkoop

Naam auteur : G.F.A.M. VerstratenUitgiftedatum : 15 augustus 2003

Naam bedrijf : Assenburg BVBezoekadres : Zevenheuvelenweg 15Postcode & Plaats : 5048 AN Tilburg

Postadres : Postbus 5035Postcode & Plaats : 5004 EA Tilburg

Telefoonnummer : 013-4629629Faxnummer : 013-4634027E-mail : [email protected] : www.assenburg.nl

Algemeen Directeur : M.P.W. JanssenContactpersoon : A.L.A.M. Doomen

Bedrijfsomschrijving : Fabrikant en grossier van kantoor- en bedrijfsmeubelenSBI-code : 36122; vervaardigen van bedrijfsmeubelenKadastrale gegevens : Tilburg, sectie AE, nr. 00284 & 00283, 6 haPlaatselijke benaming : Industrieterrein ‘Kraaiven’

Page 3: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 3 VAN 312003

SAMENVATTING LCA-ONDERZOEK

DOELSTELLINGEN PROJECT

De doelstellingen van het project zijn samen te vatten in de volgende punten• inzicht in de milieubelasting van stalen kantoormeubilair (middels LCA)• acties ter vermindering van milieubelasting (samen met partners)• opstellen milieurichtlijn voor afdelingen PD&I en inkoop• starten cyclisch proces milieudoorlichting meubilair

AANPAK

Assenburg heeft verschillende meubellijnen met elkaar vergeleken. Hiervoor is van elke meubellijn een standaard tafel samengesteld om een eerlijk vergelijk te krijgen. Door demontage van de tafel en weging van alle onderdelen is een lijst samengesteld van alle toegepaste materialen (incl. ge-wichten). Vervolgens zijn deze gegevens middels Simapro omgezet naar Milieuscores (ECO-points). Door de sommering van de milieuscores is het vergelijk van de meubellijnen compleet. Naast tafels zijn ook roldeurkasten en bureauonderkasten onderzocht. Bij de vergelijking van de meubellijnen zijn ook alle verbetermogelijkheden geïnventariseerd.

Na het uitvoeren van de LCA is begonnen aan het opstellen van de milieurichtlijn. In samenwer-king met de afdelingen PD&I en inkoop is gekozen voor de huidige format (inhoud) van de richtlijn. Na een aantal conceptronden is de definitieve richtlijn opgesteld en opgenomen in de lijst van As-senburg Specificaties. Ten slotte is het LCA-onderzoek en de milieurichtlijn opgenomen in enkele procedures binnen het bestaande Milieuzorgsysteem van Assenburg.

AANBEVELINGEN N.A.V. LCA• LCA en milieurichtlijn

Laat binnen drie jaar een volgende LCA uitvoeren (i.s.m. de Hogeschool Brabant) met ver-beterde Eco-indicatoren. Herschrijf indien nodig de milieurichtlijn. Deze LCA kan aantonen dat de milieubelasting van de meubels is gedaald of juist gestegen door de doorgevoerde verbeteringen.

• Invoeren gegevens in BAAN IVVoor het uitvoeren van een LCA wordt veel gebruik gemaakt van BAAN IV. Met dit pro-gramma kunnen veel algemene gegevens per artikel snel worden verzameld, zoals materi-aal en massa. Echter deze gegevens zijn meestal niet ingevoerd, waardoor er veel meer tijd nodig is om deze gegevens te verkrijgen. Het alsnog invoeren van deze informatie is tijdrovend en dus kostbaar. Echter er worden voortdurend nieuwe producten / artikelen ontwikkeld en ingevoerd in BAAN IV. Door consequent bij het invoeren van nieuwe artike-len ook gegevens zoals materiaal en massa in te vullen, kan er bij het verzamelen van ge-gevens voor een LCA veel tijd worden gewonnen.

• Onzekerheden Eco-indicatorenNiet van alle gebruikte materialen zijn Eco-indicatoren bekend. Hierdoor berustten een aan-tal gegevens op aannamen, die door een diepergaand onderzoek geëlimineerd kunnen worden. Om tot een betrouwbaardere analyse te komen, wordt een diepergaand onderzoek naar de milieubelasting van bladen en lakken aanbevolen. Vooral de milieubelasting van bladen is van grote invloed op de totale milieubelasting van een bureauopstelling. Dit kan tot gevolg hebben dat er minder bureauopstellingen onderzocht kunnen worden bij een eventueel volgende LCA.

Page 4: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 4 VAN 312003

• PoederlakkenDe door Assenburg gebruikte poederlakken smelten in de moffeloven bij een temperatuur van ongeveer 200 0C. Er zijn al poeders beschikbaar waarbij een temperatuur van 120°C volstaat. Nu betekent de toepassing van lage-temperatuur-poederlakken niet automatisch dat het totale energiegebruik vermindert: het produceren van deze poeders vraagt namelijk meer energie dan de productie van conventionele poeders. De energiebesparing die je zelf realiseert, zal daardoor voor een deel wegvallen tegen het hogere energiegebruik bij de producent. Dat zie je als gebruiker terug in hogere prijs voor de poederlak. Een lagere oventemperatuur kan voor een aanzienlijke vermindering van de warmteverliezen zorgen. Vooral bij ovens die veel energie verliezen via de in- en uitgang is een lage moffeltempera-tuur aantrekkelijk. Het is dus interessant om deze ontwikkeling te volgen.

CONCLUSIES N.A.V. IMPLEMENTATIE TRAJECT

• Het LCA-onderzoek is opgenomen in het cyclisch proces van het up-to-date houden van de relevante milieuaspecten van Assenburg. Het proces is geborgd door middel van verankering in verschillende procedures binnen het Milieuzorgsysteem.

• De milieurichtlijn is opgenomen in het normen overzicht van Assenburg. De afdelingen PD&I en Inkoop gebruiken de richtlijn nu als informatiebron bij het maken van materiaalkeuzes en de inzet van productiemiddelen.

• Na de proefperiode zal de implementatie van beide elementen worden geëvalueerd. Op en aanmerkingen worden structureel opgepakt (continu verbeteren)

Page 5: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 5 VAN 312003

CONCLUSIES PROJECT

LEERPUNTEN

• Samenwerking internDe samenwerking tussen de afdelingen Inkoop, R&D en KAM-zorg is tijdens het project verbe-terd. Inkoop en R&D hebben nu inzicht in de milieuaspecten bij hun activiteiten. Tevens is het spanningsveld tussen milieu en ontwerpactiviteiten (incl. inkoop) gedefinieerd. Beide inzichten hebben geleidt tot een meer gestructureerde opzet van de inkoopactiviteiten (early involvementvan inkoop bij R&D-activiteiten). Dit komt tot tevens tot uiting in een verbeterde procedure m.b.t. leveranciers audits (uitbreiding KAM-aspecten in checklist).

• Samenwerking in de ketenOp initiatief van de grondstofleveranciers van onze bladenleveranciers is een onderzoek inge-zet naar een alternatief bladmateriaal. Door een goede samenwerking tussen deze drie partijen is Assenburg overgegaan naar het nieuwe bladmateriaal. Binnen deze samenwerking heeft assenburg rechtstreeks gecommuniceerd met de grondstofleverancier. Dit nieuwe materiaal is milieuvriendelijker maar heeft binnen Assenburg wel geleid tot een aanpassing van enkelen bevestigingsmaterialen (materiaal is minder sterk, waardoor een andere bevestigingsmethode benodigd was).

• Bruikbaarheid van LCA als methodeDe LCA-methodiek is binnen Assenburg vastgelegd en daarmee reproduceerbaar. De reken-methode Eco-indicator wijzigt snel (methodiek en betrouwbaarheid database) waardoor “oude” LCA’s niet meer of moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Bij de opzet van een nieuwe LCA dienen alle milieuscores omgerekend te worden naar de nieuwe databasecijfers. Dit kost veel tijd.

• Aansluiting op ISO-systemenLCA is onderdeel van het BMP (bedrijfsmilieuplan). Het BMP vormt bij Assenburg het hart van het milieuzorgsysteem (ISO 14001 gecertificeerd) en de Vergunning op Hoofdzaken (WM1). De uitkomsten van de LCA en de Milieurichtlijn geven input aan verschillende documenten binnen het zorgsysteem.

• Gevolgde werkwijzeDe eerste stappen tot PMZ zijn feitelijk in 1999 gezet door het uitvoeren van de eerste LCA. Deze LCA heeft geresulteerd in een rapportage van de milieubelasting van de bestaande pro-ductlijnen. Hierbij is een verbeterpuntenlijst opgesteld, welke in de periode van 1999 t/m 2002 zijn uitgevoerd. In 2002/2003 is een tweede LCA uitgevoerd. Hierbij is een vergelijking ge-maakt met de LCA-1999, ook zijn de effecten van de genomen verbeteracties beoordeeld. Uit deze LCA zijn wederom een aantal verbetermogelijkheden naar voren gekomen (actie plan loopt van 2003 t/m 2005). Tenslotte is de LCA-methodiek geïmplementeerd binnen het zorg-systeem. Hiervoor is een milieurichtlijn opgesteld voor de afdelingen Inkoop en R&D. Daar-naast zijn enkele procedures van het zorgsysteem aangepast waarbij de uitkomsten van de LCA als input hebben gediend. Evaluatie van de organisatieveranderingen wordt over enkelen maanden uitgevoerd.

1 WM = Wet Milieubeheer

Page 6: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 6 VAN 312003

TOEPASBAARHEID

• Binnen SAMAS-groepDe toepasbaarheid van de LCA-resultaten binnen SAMAS-Nederland is breed inzetbaar. Bij aanbestedingen van meubilair worden de milieu-aspecten steeds belangrijk. Met de uitkomsten van de LCA zijn de meeste van deze vragen te beantwoorden. Middels een interne publicatie in het (internationale) blad SAMAS-SAMAS wordt het LCA-onderzoek aan de gehele SAMAS-groep bekend gemaakt. De LCA-methodiek is binnen de SAMAS-groep inzetbaar voor de mili-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echter geen Europees beleid dat gericht is op de stimulering van dergelijk (milieu)onderzoeken.

• Binnen brancheDe inzetbaarheid van de gekozen LCA-methodiek binnen de brancheorganisaties is ons in-ziens mogelijk. Echter vergelijking van de eindresultaten (ECO-scores) is niet mogelijk. Bij LCA’s worden veel aannamen gedaan om een eerlijk vergelijk te maken binnen de verschillen-de meubellijnen. Deze aannamen (interprestaties) verschillen tussen bedrijven onderling. M.a.w. door de keuze van aannamen is het mogelijk je eigen producten “goed” te laten scoren.

• Binnen keten & andere sectorenDe aandachtspunten uit het onderzoek worden middels ketenbeheer aangepakt. Leveranciers worden betrokken bij de reductie van milieubelasting van stalen kantoormeubilair. De metho-diek van het LCA-onderzoek is natuurlijk wel inzetbaar voor meerdere partijen (ketenpartners en andere sectoren). Met de uitkomsten van het LCA-onderzoek kan binnen de keten waar-schijnlijk niets gedaan worden.

AANBEVELINGEN

• Vervolgtraject SAMAS-Nederland (Assenburg & Aspa)Na de implementatie van de vernieuwende procedures (inpassing LCA) zijn diverse medewer-kers aan het werk gegaan met de nieuwe milieurichtlijn. De resultaten van deze eerste ken-nismaking dienen nog geëvalueerd te worden. In 2005 zal opnieuw een LCA uitgevoerd wor-den. Dit is reeds vastgelegd in het BMP (bedrijfsmilieuplan).

• Binnen SAMAS-groepBinnenkort verschijnt er een publicatie voor alle bedrijven binnen de SAMAS-groep. De raad van bestuur dient europees beleid vast te leggen voor de gestructureerde milieudoorlichting van meubilair. Dit zal echter niet op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Mogelijk zijn in-dividuele bedrijven wel geïnteresseerd in de LCA-methodiek. Dit dient onderzocht te worden.

• Binnen de ketenBij het uitvoeren van de volgende LCA worden alle relevante toeleveranciers benaderd om mee te werken aan het onderzoek. Hierdoor wordt het interesse en de bereidheid om mee te werken onderzocht. Niet alleen toeleveranciers maar ook afnemers en de vaste afvalverwerker worden gevraagd om te participeren in het onderzoek.

• Branche / regioSamenwerking met brancheorganisatie of bedrijven uit de regio zijn vooralsnog niet wenselijk, gezien vanuit concurrentie oogpunt.

Page 7: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 7 VAN 312003

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting lca-onderzoek ______________________________________________________________________ 3Doelstellingen project ______________________________________________________________________________________________ 3Aanpak__________________________________________________________________________________________________________ 3Aanbevelingen n.a.v. LCA __________________________________________________________________________________________ 3Conclusies n.a.v. implementatie traject________________________________________________________________________________ 4

Conclusies project ______________________________________________________________________________ 5Leerpunten ______________________________________________________________________________________________________ 5Toepasbaarheid___________________________________________________________________________________________________ 6Aanbevelingen____________________________________________________________________________________________________ 6

1 Inleiding ___________________________________________________________________________________ 8

2 Levens Cyclus Analyse________________________________________________________________________ 92.1 Wat is een Levens Cyclus Analyse? ______________________________________________________________________________ 92.2 De LCA-methodiek ___________________________________________________________________________________________ 92.3 De Eco-indicator _____________________________________________________________________________________________ 92.4 Onzekerheden ______________________________________________________________________________________________ 10

3 Nulsituatie ________________________________________________________________________________ 113.1 Doel_______________________________________________________________________________________________________ 113.2 Begrenzingen en aannamen ___________________________________________________________________________________ 113.3 Kasten_____________________________________________________________________________________________________ 123.4 Bewerkingen________________________________________________________________________________________________ 133.5 Lakken ____________________________________________________________________________________________________ 133.6 Bladen_____________________________________________________________________________________________________ 133.7 Kwantificeren materialen en processen __________________________________________________________________________ 143.8 Berekenen van de milieubelasting ______________________________________________________________________________ 14

4 Resultaten _________________________________________________________________________________ 154.1 Milieubelasting inclusief bladen ________________________________________________________________________________ 154.2 Milieubelasting exclusief bladen________________________________________________________________________________ 164.3 Vergelijking meubellijnen_____________________________________________________________________________________ 174.4 Vergelijking LCA 2002 met LCA 1999 __________________________________________________________________________ 18

5 Verbetervoorstellen _________________________________________________________________________ 205.1 Bladen met PUR-stootrand____________________________________________________________________________________ 205.2 Onderdelen ladekast van PS ___________________________________________________________________________________ 205.3 Deurbanden ________________________________________________________________________________________________ 215.4 Diverse onderdelen ABS ______________________________________________________________________________________ 215.5 Zwenkwieltjes en justeervoeten ________________________________________________________________________________ 215.6 Contragewicht ______________________________________________________________________________________________ 225.7 Koppelplaatjes ______________________________________________________________________________________________ 225.8 PVC_______________________________________________________________________________________________________ 225.9 Kabelgraat _________________________________________________________________________________________________ 235.10 Kunststoffen________________________________________________________________________________________________ 23

6 Milieurichtlijn _____________________________________________________________________________ 246.1 Achtergrond van de milieurichtlijn _____________________________________________________________________________ 246.2 Inhoud van de milieurichtlijn __________________________________________________________________________________ 24

7 Aanbevelingen n.a.v. LCA ____________________________________________________________________ 25

8 Implementatie binnen zorgsysteem _____________________________________________________________ 268.1 Algemeen __________________________________________________________________________________________________ 268.2 Milieubeleidsverklaring_______________________________________________________________________________________ 268.3 Register van Milieuaspecten ___________________________________________________________________________________ 27 8.4 Bedrijfsmilieuplan ___________________________________________________________________________________________ 278.5 Evaluatie periode____________________________________________________________________________________________ 27

9 Verkorte samenvatting _______________________________________________________________________ 289.1 Nederlands _________________________________________________________________________________________________ 289.2 Engels _____________________________________________________________________________________________________ 28

10 Trefwoorden _______________________________________________________________________________ 2910.1 Nederlands _________________________________________________________________________________________________ 2910.2 Engels _____________________________________________________________________________________________________ 29

11 Literatuurlijst ______________________________________________________________________________ 30

Bijlagen _____________________________________________________________________________________ 31

Page 8: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 8 VAN 312003

1 INLEIDINGKantoormeubelenproducent Assenburg wil in dit project, met behulp van een LCA-onderzoek de milieubelasting van stalen kantoormeubilair bestuderen. Dit moet leiden tot een actiepuntenlijst. Op basis hiervan zal een continu verbetertraject worden ingezet om, intern en samen met toeleveran-ciers en afnemers, de totale milieubelasting te verminderen. Ook zal een milieurichtlijn voor de afdelingen PD&I en Inkoop worden opgesteld. De resultaten van het project worden toegevoegd aan het huidige milieuzorgsysteem. In 1999 zijn alle meubellijnen van Assenburg onderzocht met behulp van een LCA. De onderzoeken uit 1999 hadden vele verbeteringen tot gevolg. Na evaluatie van de acties is gebleken dat de toch al geringe milieubelasting van de meubellijnen gemiddeld met 5,5% is gedaald.

In dit nieuwe project wil Assenburg LCA’s uitvoeren voor de nog bestaande meubellijnen en de nieuwe ontwikkelde meubellijnen. Tevens beoogt Assenburg hiermee een cyclische proces in gang te zetten dat de milieuprestatie van de producten voortdurend verbetert. Naast het analyseren van producten wordt in het project ook een milieurichtlijn opgesteld voor de afdelingen PD&I (Product Development & Innovation) en Inkoop. De betrokken medewerkers van deze afdelingen moeten hiermee in één oogopslag de meest (milieu)verantwoorde keuze kunnen maken, uit de toe te pas-sen materialen.

De doelstellingen van het project zijn samen te vatten in de volgende punten• inzicht in de milieubelasting van stalen kantoormeubilair (middels LCA)• acties ter vermindering van milieubelasting (samen met partners)• opstellen milieurichtlijn voor afdelingen PD&I en inkoop• starten cyclisch proces milieudoorlichting meubilair

In hoofdstuk 2 wordt de LCA-methodiek gedetailleerd besproken. Hoofdstuk 3 beschrijft het uitge-voerd nulsituatie onderzoek. De resultaten van de LCA worden gepresenteerd in hoofdstuk 4, waaraan de verbetervoorstellen worden besproken (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 wordt de inhoud van de milieurichtlijn besproken. Vervolgens worden de aanbeveling t.a.v. de LCA in hoofdstuk 7 gepresenteerd. Hoofdstuk 8 behandeld de implementatie van de LCA en de milieurichtlijn binnen het besgaande zorgsysteem. Hoofdstuk 9, 10 en 11 behandelen, respectievelijk de verkorte sa-menvatting, de trefwoordenlijst en de literatuurlijst .

Page 9: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 9 VAN 312003

2 LEVENS CYCLUS ANALYSEIn dit hoofdstuk wordt in het kort beschreven wat een levenscyclus analyse is (paragraaf 2.1) en welke methodiek is gebruikt (paragraaf 4.2). In de paragrafen 4.3 en 4.4 wordt de Eco-indicator methode en de betrouwbaarheid daarvan beschreven.

2.1 WAT IS EEN LEVENS CYCLUS ANALYSE?In ISO 14040 wordt Levenscyclus analyse (LCA) gedefinieerd als de “samenstelling en beoorde-ling van de inputs, de outputs en de mogelijke milieueffecten van een productsysteem gedurende zijn levenscyclus”. LCA is dus een instrument dat de milieulast van producten analyseert in alle fasen van hun levenscyclus – van grondstofwinning, productie, gebruik van het product tot de af-valfase, hergebruik of recycling (een productanalyse ‘van de wieg tot het graf’). In vergelijkende LCA-studies vormt de functie van een product de basis voor vergelijking, niet het product zelf. De milieubelasting omvat alle effecten op het milieu vanonder meer de winning van verschillende ty-pen grondstoffen, de emissie van schadelijke stoffen en manieren van bodemgebruik.

2.2 DE LCA-METHODIEK

In 1999 zijn alle meubellijnen middels een LCA onderzocht door Rens van Dijk (student Milieuge-richt materiaaltechnologie, Hogeschool Brabant). Er is toen een analyse gemaakt volgens de Eco-indicator ‘95 methode met behulp van computerprogramma SimaPro 4.0. Het softwareprogramma SimaPro is één van de meest geschikte en meest gebruikte programma’s voor het maken van een LCA. Dit programma vergelijkt de ingevoerde gegevens met de gegevens in zijn database. Aan de hand daarvan worden de milieuscores berekend. In te voeren gegevens zijn onder andere: materi-aalsoorten en hoeveelheden, productieprocessen en hoeveelheden, transport, energie- en afval-hoeveelheden.

Voor de LCA van 2002 is de milieubelasting berekend volgens de Eco-indicator ’99 methode (Si-maPro 5.0). De belangrijkste verbeteringen in de Eco-indicator ’99 ten opzichte van de voorloper (Eco-indicator ’95) is de veel grotere betrouwbaarheid en betere onderbouwing. Door deze verbe-teringen zal in een aantal gevallen de uitkomsten van een Eco-indicator analyse kunnen verande-ren. De Eco-indicator ’95 en de ’99 getallen zijn niet compatibel. Het is dus niet mogelijk om pro-ducten te analyseren met een mengeling van oude en nieuwe indicatoren. Het is ook niet mogelijk om een conversiefactor aan te geven. Om resultaten van de LCA uit 1999 toch te kunnen vergelij-ken met deze LCA, moet de milieubelasting van de verschillende meubellijnen herberekend wor-den volgens de Eco-indicator 99 methode.

2.3 DE ECO-INDICATOR

De Eco-indicator van een materiaal of proces is een getal dat maatgevend is voor de milieubelas-ting van een materiaal of proces. Hoe hoger de indicator, hoe groter de milieubelasting. De Eco-indicatorwaarde wordt uitgedrukt in Eco-indicatorpunten (Pt). In dit verslag zijn de gegevens uitge-drukt als milli-indicator om te verkomen dat met veel cijfers achter de komma moet worden gewerkt (dus 34,6 mPt = 0,0346 Pt). De absolute waarde van een Eco-indicator punt heeft niet veel prakti-sche betekenis, omdat het bij LCA’s om relatieve vergelijkingen van producten of componenten gaat. De schaal is zo gekozen dat 1 Eco-indicator punt overeen komt met een duizendste van de totale jaarlijkse milieubelasting van een gemiddelde Europeaan.

Er zijn drie stappen nodig om een Eco-indicatorwaarde te bepalen. De eerste stap is de basis voor elke LCA. Alle milieu-ingrepen in alle processen die een rol spelen in de levenscyclus van een product worden geïnventariseerd. Het resultaat van deze stap is een lijst met emissies (naar lucht, water en bodem), landgebruik en verbruikte grondstoffen. De volgende stap is het berekenen van de schade aan menselijke gezondheid, ecosystemen en de kwaliteit van de grondstofvoorraden.

Page 10: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 10 VAN 312003

De laatste stap is de weging van de schade aan menselijke gezondheid, ecosystemen en de kwali-teit van de grondstofvoorraden. De schade aan menselijke gezondheid en aan ecosystemen weegt ongeveer gelijk. Schade aan grondstofvoorwaarden weegt ongeveer half zo zwaar. Het eindresul-taat is een Eco-indicatorwaarde. De Eco-indicator methodiek is uitgebreider omschreven in bijlage 1.

De Eco-indicator 99 methodiek is beschikbaar in meerdere versies. Er kan gekozen uit drie ver-schillende schademodellen (stap 2). Deze drie perspectieven zijn een soort “archetypes” van ver-schillende basishoudingen die mensen zouden kunnen innemen. Heel in het kort ziet de indeling er als volgt uit:

Perspectief of basishouding

Visie op tijdhorizon Visie op beheersbaarheid van mili-euproblemen

Visie op niet geheel bewijs-bare effecten

H (hierarchist) Balans tussen korte en lange termijn

Goed beleid kan problemen voorko-men

Effecten waarover consensus is

I (individualist) Korte termijn Technologie kan veel problemen voor-komen

Alleen bewijsbare effecten

E (egalitair) Zeer lange termijn Problemen kunnen catastrofaal zijn Alle mogelijke effecten

De getallen die in deze LCA zijn gebruikt zijn gebaseerd op perspectief H (Hierarchist). Voor dit perspectief is gekozen omdat dit het perspectief is dat op een zo groot mogelijke consensus is gebaseerd. Dit is het perspectief dat in veel milieumodellen wordt toegepast. Ook bij de weging van de schade (stap 3) is er onderscheid gemaakt naar perspectieven, Europe EL 99 H/A en Eu-rope EL 99 H/H. Er is gerekend met de eerste optie, een gemiddelde weging. Deze wordt ook aanbevolen.

2.4 ONZEKERHEDEN

Eco-indicator getallen hebben een beperkte betrouwbaarheid. Ze zijn gebaseerd op de beste be-schikbare kennis en modellen en een subjectieve weging. Deze modellen worden nog steedsdoorontwikkeld en verbeterd. In de toekomst zullen er dus herzieningen van de methode nodig zijn. Met een opzichzelfstaande milieuscore kan niet worden geconcludeerd of het ene product milieuvriendelijk is milieuvervuilend is. Er zal altijd een vergelijking getrokken moeten worden met een soortgelijk product of met een re-design. Een hogere score geeft een onvriendelijker product in vergelijking met een ander product met dezelfde functionele eenheid (gemeenschappelijke functie van producten). De Eco-indicator getallen zijn bedoeld voor intern gebruik, zoals bijvoorbeeld bij product ontwikkeling. De getallen zijn niet bedoeld om in het openbaar te bewijzen dat een bepaal-de meubellijn van Assenburg milieuvriendelijker is dan bijvoorbeeld een meubellijn van concurrent Ahrend.

Er bestaat een algemene richtlijn voor het omgaan van onzekerheden bij het vergelijken van pro-ducten of onderdelen:• Bepaal welke processen of materialen bepalend zijn voor de milieubelasting.• Bepaal of deze processen in beide alternatieven gelijksoortige of ongelijksoortige grondstoffen,

werkingsprincipes of emissies zullen hebben.• Als deze processen als min of meer gelijksoortig kunnen worden beschouwd kan een conclusie

worden getrokken als het verschil tussen beide producten 10% of meer is.• Als deze processen gebaseerd zijn op volledig andere principes of gebruik maken van totaal

verschillende grondstoffen moet het verschil minstens 1,5 tot 2 of meer zijn wil men betrouwba-re uitspraken doen.

Page 11: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 11 VAN 312003

3 NULSITUATIEHet eerste deel van de opdracht is de doorlichting van geproduceerde kantoormeubelen aan de hand van de LCA methodiek (de zogenaamde nulsituatiemeting). Ten eerste is het doel van de LCA beschreven (paragraaf 3.1). Vervolgens zijn de begrenzingen en diepgang van de LCA vast-gelegd (paragraaf 3.2). Na het kwantificeren van de materialen en productieprocessen (paragraaf 3.3) wordt de milieubelasting berekend (paragraaf 3.4).

3.1 DOEL

Het doel van deze levenscyclus analyse is om Assenburg inzicht te kunnen geven in de toe- of afname in de milieubelasting van zijn meubelprogramma’s, het aangeven van verbeterpunten in de reeds bestaande meubelopstellingen en het herschrijven van de milieurichtlijn om tijdens de ont-werpfase het milieu te kunnen laten meewegen.

Om een eenduidige vergelijking van verschillende producten te kunnen maken dient de gemeen-schappelijke functie van deze producten (de functionele eenheid) eenduidig te zijn omschreven. Als functionele eenheid geldt in deze situatie “het gedurende twintig jaar verzorgen van een repre-sentatieve werkplek in het kantoor die voldoet aan ergonomische- functionele- en kwaliteitsnor-men”.

De te onderzoeken meubellijnen:Dealers Aspa-KIIdentity E-motionFacility DynamicsCentri TR Ypso2act Panto.nl

Mezzo

Het kantoormeubilair van Assenburg wordt onder eigen naam via geselecteerde dealers in Neder-land verkocht. Het eigen assortiment omvat de meubellijnen Identity, Facility, Centri TR en 2act. In opdracht van zusterbedrijf Aspa Kantoorinrichting worden voorts de meubellijnen E-motion, Dyna-mics, Ypso, Panto.nl en Mezzo geproduceerd. Per meubellijn is een standaard bureauopstelling onderzocht. Waaruit zo’n standaard bureauopstelling bestaat wordt beschreven in de volgende paragraaf van dit hoofdstuk. Naast de bureauopstellingen zijn ook een verrijdbaar ladeblok en rol-deurkast onderzocht.

3.2 BEGRENZINGEN EN AANNAMEN

3.2.1 FASEN IN EEN LEVENS CYCLUS

De levenscyclus van een product bestaat uit een aantal fasen: productie van materialen, bewer-king van materialen, gebruikersfase, transportfase en afdankfase. Niet al deze fasen zullen worden meegenomen in deze LCA. Gedurende de gebruikersfase heeft een kantoormeubel geen invloed op het milieu (buiten het onderhoud, dat voor alle meubelen identiek is). Het transport van de meubels is wel milieubelastend. Deze fase van de levenscyclus wordt echter niet meegenomen omdat de milieubelasting gemiddeld voor iedere meubellijn hetzelfde is. Ook de afdankfase wordt in de vergelijking niet meegenomen. Binnen de kantoormeubelenbranche is namelijk geen retour-keten opgezet door de producenten of branchevereniging. Er bestaat geen duidelijkheid omtrent de levensduur na het afdanken van de meubels. Gebruikte meubels gaan, of via de handel of door medewerkers van de eerste eigenaar, vaak nog lang gebruikt worden (tweedehands). Uiteindelijk worden de meubels via het normale circuit (grof vuil) verbrand, gestort, gerecycled of hergebruikt.

Page 12: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 12 VAN 312003

80

160

80

80

900

Eindpoot

Koppelpoot

Figuur 1: schematische tekening meubelopstelling

3.2.2 BUREAUOPSTELLING

Er is per meubellijn een veel verkochte representatieve opstelling gekozen. Er is uitgegaan van een opstelling volgens figuur 1. Een standaard meubelopstelling bestaat uit een bureauopstelling van 160 bij 80 cm, een 900 hoekblad en een bureauopstelling van 80 bij 80 cm. De frames onder de bladen worden ondersteund door twee eindpoten en twee koppelpoten (I-poten). De opstellin-gen zijn mechanisch hoogte-instelbaar (HIS) en uitgerust met voorzieningen voor bekabeling. De bladen zijn, afhankelijk van de meubellijn, gemaakt van volkern of spaanplaat. De hoekbladen kunnen verschillend van vorm zijn.

De bladen van meubellijn Ypso zijn afwijkend (75x75 cm en 155x75 cm). Meubellijn Centri-TR heeft in plaats van vier zogenaamde I-poten, zes poten op de hoeken van de opstelling. Net als van een aantal andere meubellijnen is van Dynamics drie jaar geleden ook al een LCA uitgevoerd. Echter toen is er gekozen voor een opstelling met extra accessoires. Voor de LCA van 2002 is er gekozen voor een andere opstelling zonder die accessoires. Deze opstelling heeft een groter hoekblad, waardoor het bladoppervlak van de opstelling groter is dan die van de andere meubellijnen. Dynamics heeft drie zogenaamde “AA-poten” in plaats van de eind- en koppelpoten.

Er wordt binnen Assenburg tientallen tonnen krimpfolie (o.a. poten van de bureauopstellingen wor-den verpakt in krimpfolie) per jaar ingekocht en verbruikt en als afval afgevoerd. Daarnaast ont-staat er enkele honderden tonnen ander afval (zoals karton en hout). De verpakkingsmaterialen die door Assenburg worden gebruikt, worden niet meegenomen in het onderzoek. Binnen Assen-burg wordt gestreefd naar een optimale afvalbeheersing en –reductie. De laatste jaren zijn er ver-schillende onderzoeken gedaan; na de analyse van de stagiair Chiel Braam in 2000, die zich voor-namelijk richtte op de contacten met de afnemers en het ontwikkelen van een afvalregistratiesys-teem, heeft een andere stagiaire, Jacqueline van Iersel, een vervolgonderzoek verricht naar de interne afvalscheiding.

3.3 KASTEN

Vanaf medio 2002 produceert Assenburg een geheel nieuw ontwikkelde ladekast, die in de basis voor alle meubellijnen gelijk is. De ladekasten van de diverse meubellijnen verschillen alleen in de topbladen en de ladefronten. Deze nieuwe ladekast maakt geen gebruik van schroefverbindingen, alleen maar puntlas- of clickverbindingen. In 1999 zijn er nog zeven verschillende ladekasten (van verschillende meubellijnen) onderzocht. Voor de LCA van dit jaar is alleen gekozen voor de meest verkochte ladekast, Mezzo M10-800 vlkt3t6, omdat alle ladekasten in de basis gelijk zijn. De rol-deurkast die onderzocht is de grootste roldeurkast met de afmetingen 195x120x47 cm zonder inte-rieurdelen zoals legborden, uittrekrekken en raadpleegplanken. Deze kast heeft ook geen topblad.

De sloten die door Assenburg worden toegepast op de roldeur- en ladekasten, worden niet mee-genomen in het onderzoek. Een slot is een complex product dat bestaat uit een combinatie van materialen en dient daarom apart te worden geanalyseerd. Overigens zal de bijdrage van deze sloten in de totale milieubelasting per meubellijn zeer beperkt zijn.

Page 13: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 13 VAN 312003

Assenburg heeft de behoefte aan een PVC-vrij kantoormeubel, vanwege het maatschappelijk slechte beeld dat het kunststof heeft. Tegenwoordig wordt nog slechts een geringe hoeveelheid PVC toegepast, alleen het sleuteletui voor de sleutels van roldeur- en ladekasten wordt nog van zacht-PVC gemaakt. Het beleid van de organisatie binnen Assenburg is erop gericht om dit kunst-stof niet te gebruiken in producten, tenzij de toepassing van een andere kunststof niet mogelijk is.

3.4 BEWERKINGEN

In het programma Simapro worden verschillende gegevens ingevoerd voor het berekenen van de milieubelasting van een product. Naast bijvoorbeeld materiaalsoorten kunnen ook de verschillende productieprocessen worden ingevoerd, zoals spuitgieten, extruderen, verzinken, lassen, stansen en buigen. Niet alle bewerkingen zullen worden meegenomen in de LCA. Bewerkingen zoals punt-lassen (0,278 mPt / puntlas), buigen (0,08 µPt, plaatstaal (1mm) over een breedte van 1m, 900

buigen) en stansen (0,06 µPt / mm2 knip oppervlak) belasten het milieu minimaal.

Een rekenvoorbeeld: Voor het produceren van een romp van een ladekast zijn 32 puntlassen no-dig. De milieubelasting van 32 puntlassen (278 µPt / puntlas) is slecht 8,9 mPt. De romp is ge-maakt van 9,5 kg plaatstaal. Plaatstaal heeft een milieubelasting van 116,6 mPt / kg, dus de mili-eubelasting van een romp (zonder bewerkingen) is ruim 1100 mPt. Omdat de milieubelasting van die bewerkingen dus erg laag is en het veel tijd kost om de grootte te berekenen zijn deze bewerkingen achterwege gelaten. De volgende bewerkingen zijn wel mee-genomen:

Materiaal ProductieprocesAluminium Gieten, extruderenStaal Verzinken, plaat productie, productie van schroevenKunststoffen Spuitgieten, extruderen, expanderen EPS, enz.

3.5 LAKKEN

Begin 2000 is Assenburg overgeschakeld van natlakken naar poederlakken. In de LCA 1999 is al rekening gehouden met deze omschakeling. Net zoals in 1999 is de milieubelasting van verschil-lende lakken niet bekend. De milieubelasting is in 1999 berekend aan de hand van beschikbare informatie over de samenstelling van de lakken. Poedercoating is een epoxy-polyester, met veel verschillende vulstoffen. Voor het maken van een onderbouwde aanname van de milieubelasting van poederlak is toen uitgegaan van een milieubelasting van een ‘gemiddelde’ kunststof (422 mPt/kg).

Uit verkregen informatie blijkt dat bij het aanbrengen en uitharden van poederlakken nauwelijks stof, gassen of dampen vrij komen. Er komen dus nauwelijks milieubelastende emissies vrij. Bij de voorgeschreven moffelcondities is het gewichtsverlies aan organische stof laag (ruim onder de grens van toegestane emissies). Er is aangenomen dat er geen milieubelastende emissies ont-staan tijdens het aanbrengen en uitharden van poederlak. Voor de milieubelasting van de grond-stof (poederlak) is dezelfde aanname gemaakt als in 1999, dus de milieubelasting van poederlak is gelijk aan de milieubelasting van gemiddeld kunststof (422 mPt/kg). Deze waarde heeft door de aannamen een beperkte betrouwbaarheid. Echter de invloed van deze aannames op de totale milieubelasting van de meubels is gering (zie paragraaf 4.1). De lakgewichten zijn bepaald met behulp van de stuklijsten van de diverse meubels.

3.6 BLADEN

De bladen van de onderzochte meubellijnen zijn geproduceerd van volkern of spaanplaat. In de database van het programma Simapro ontbreekt informatie over beide bladen. Om die rede is de milieubelasting berekend aan de hand van beschikbare informatie over de samenstelling van de bladen.

Page 14: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 14 VAN 312003

Tot en met 2002 is kraftpapier gebruikt voor de kern van de volkern bladen. Vanaf begin 2003 is Assenburg bezig met de omschakeling naar een nieuwe kernsamenstelling van de volkern bladen. De producent van de volkern bladen heeft een andere kern ontwikkeld die bestaat uit houtvezels in de plaats van kraftpapier. Zowel milieu- als inkoopprijsvoordelen zijn de redenen voor deze wijzi-ging.

Enkele bladen (spaanplaat) van de meubellijnen Panto.nl en Identity hebben een redelijk dikke stootrand gemaakt van polyurethaan (PUR). PUR is één van de milieubelastende kunststoffen die door Assenburg wordt gebruikt. Bladen met deze stootrand zullen in de toekomst binnen Assen-burg verdwijnen, onder andere vanwege de hoge milieubelasting. Het gebruik van PUR dient ver-meden te worden. Zie bijlage 2 voor de berekening van de milieubelasting van de verschillende bladen. De milieubelasting van een PUR-stootrand is bij deze berekening nog niet meegenomen.

Bladen Samenstelling Milieubelasting [mPt / kg]

Spaanplaat 90% (gemiddeld) hout10% fenolhars (PF)

103

Volkern (kraftpapier - kern) 70% kraftpapier30% fenolhars (PF)

139

Volkern (DF - kern) 70% DF-kern30% fenolhars (PF)

121

3.7 KWANTIFICEREN MATERIALEN EN PROCESSEN

Na het opzoeken van de artikelnummers van de te onderzoeken meubelen, zijn met behulp van het programma BAAN IV de stuklijsten van de verschillende meubels samengesteld. Vervolgens zijn na het opstellen van de stuklijsten, de diverse onderdelen gewogen. Tevens is met behulp van beschikbare kennis binnen Assenburg (het programma BAAN IV en tekeningen van de artikelen) het materiaal en bewerkingsproces bepaald. Met deze gegevens kan de milieubelasting worden berekend van de huidige meubellijnen.De resultaten van deze LCA kunnen niet direct worden vergeleken met de vorige LCA, doordat er voor de LCA’s verschillende methoden zijn gebruikt. Met behulp van de R&D memo’s zijn alle pro-ductwijzingen van de afgelopen drie jaar opgezocht. Met deze gegevens en gegevens van de vori-ge LCA kunnen de milieuscores van de diverse meubellijnen (uit 1999) herberekend worden met de Eco-indicator ’99 methode. Hierdoor kunnen de resultaten van deze LCA wel worden vergele-ken met die van de LCA uit 1999. Zie voor een overzicht van de materiaalsoorten en gewichten bijlage 3.

3.8 BEREKENEN VAN DE MILIEUBELASTING

Het software programma Simapro 5.0 vergelijkt de ingevoerde gegevens met de gegevens in zijn database. De meeste gegevens voor staal en aluminium zijn overgenomen van de ESU-ETH da-tabase geproduceerd door de ETH in Zürich. Dit is een zeer uitvoerige database die ook als basis voor andere databases wordt gebruikt. Waar mogelijk is voor de milieubelasting van kunststoffen ook de ESU-ETH database gebruikt. Deze database combineert de gegevens die verzameld zijn door de Europese Kunststofindustrie (APME) met haar veel gedetailleerdere gegevens over ener-gie en transport. De gegevens van de APME database worden als toonaangevend gezien voor de gemiddelde milieubelasting per kilo kunststofgranulaat. Voor de milieurichtlijn zijn ook gegevens gebruikt uit de BUWAL-database. Voor de Eco-indicatoren zijn vooral de afvalverwerkinggegevens overgenomen. Bij deze afvalgegevens zijn herberekeningen uitgevoerd om ook de zogenaamde positieve milieueffecten van afvalverbranding (elektriciteitsproductie) en recycling (materiaal pro-ductie) in rekening te kunnen brengen. Zie voor een overzicht van de milieubelasting van de diver-se materialen en bewerkingen bijlage 4.

Alle verzamelde gegevens (materiaalsoort, gewicht, bewerkingen) zijn vervolgens ingevoerd in Simapro, waarmee de milieubelasting is berekend per onderdeel. Zie voor een overzicht bijlage 3. De resultaten worden besproken in het volgende hoofdstuk.

Page 15: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 15 VAN 312003

4 RESULTATENIn het vorige hoofdstuk staat beschreven hoe de milieubelasting van de diverse meubels is (her-) berekend. In de eerste twee paragrafen van dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven en geïnterpreteerd. In de derde paragraaf worden de resultaten onderling vergeleken. Tot slot worden de resultaten vergeleken met die van de LCA 1999.

4.1 MILIEUBELASTING INCLUSIEF BLADEN

In onderstaande tabel wordt de berekende milieubelasting van de kasten en standaard bureauop-stellingen weergegeven. De meubellijnen 2act, Centri TR, E-motion en Panto.nl zijn in 1999 niet onderzocht. Dit zijn nieuw ontworpen meubels. Voor een overzicht van de gewichten en milieube-lasting per onderdeel zie bijlage 3.

Milieubelasting [mPt]MeubelLCA 1999 LCA 2002

Ladekast 5.670 5.160Roldeurkast 12.810 12.3602act - 11.750Centri TR - 8.660Facility 11.600 11.020Identity 11.180 10.810Dynamics 11.460 10.700E-motion - 11.390Mezzo 12.720 12.050Panto.nl - 13.290Ypso 14.960 13.660

In de volgende grafiek is de milieubelasting van de diverse meubels grafisch weergegeven. De herberekende milieuscores van de LCA 1999 zijn weergegeven met de grijze staven. De blauwe staven geven de huidige milieuscores weer.

Vergelijking milieubelasting meubellijnen incl. bladen

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000

Ladekast

Roldeurkast

2act

Centri TR

Facility

Identity

Dynamics

E-motion

Mezzo

Panto.nl

Ypso

Meu

bel

lijn

en

Milieubelasting [ mPt ]

1999 2002

Page 16: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 16 VAN 312003

Hoe hoger de score, hoe hoger de milieubelasting van de meubels. De milieuscores uit 1999 zijn herberekend met de Eco-indicator ’99 methode en deze zijn dus te vergelijken met die van de LCA 2002. Indien Assenburg deze gegevens in de publiciteit wil brengen, mag geen vergelijking worden getrokken met kantoormeubelen van concurrenten.

In bijlage 3 worden ook materiaalhoeveelheid en de milieubelasting per materiaal per meubellijn in tabelvorm weergegeven. Deze bijlage is gebruikt om de resultaten te interpreteren.

Er zijn voor de LCA een aantal aannamen gemaakt. Zo zijn er aannamen gemaakt voor de bere-keningen van de milieubelasting van lakken en bladen, omdat van deze materialen geen Eco-indicatoren bekend zijn. Uit de tabellen van bijlage 3 blijkt dat de milieubelasting van de lakken relatief laag is ten opzichte van de totale milieubelasting van de meubellijnen (<2%). De aannamen die zijn gemaakt voor de berekening van de milieubelasting van lakken hebben dus een kleine invloed op het resultaat van de LCA. Alleen bij de roldeurkast hebben de aannamen een iets grote-re invloed, doordat bijna 7% van de totale milieubelasting van de kast wordt bepaald door de lak-ken.

De aannamen die zijn gemaakt voor de bladen hebben wel een grote invloed op de totale milieu-belasting. De milieubelasting van de bladen is namelijk gemiddeld 44% van de totale belasting van de meubellijnen. Voor een betrouwbaardere score is er meer informatie nodig over de bladen. Trespa International BV, de leverancier van de volkern bladen, heeft onder andere voor de volkern bladen met DF-kern een LCA laten uitvoeren. Voor deze LCA is een andere methode gebruikt dan de Eco-indicator ‘99 methode, namelijk de CML-2 methode. De resultaten van deze methoden zijn niet te vergelijken. Door gebrek aan tijd is geen betrouwbaardere herberekening gemaakt met de verkregen informatie uit die LCA.

Er bestaat dus onzekerheid over de grootte van de milieubelasting van bladen en omdat deze mili-eubelasting grote invloed heeft op de totale belasting wordt in de volgende paragraaf de meubellij-nen zonder de bladen vergeleken.

4.2 MILIEUBELASTING EXCLUSIEF BLADEN

In onderstaande tabel wordt de berekende milieubelasting van standaard bureauopstellingen zon-der de bladen weergegeven. De meubellijnen 2act, Centri TR, E-motion en Panto.nl zijn in 1999 niet onderzocht. Dit zijn nieuw ontworpen meubels.

Milieubelasting [mPt]MeubelLCA 1999 LCA 2002

Ladekast 4.990 4.5002act - 6.830Centri TR - 5.100Facility 6.170 6.090Identity 5.910 5.550Dynamics 4.870 4.720E-motion - 6.300Mezzo 7.290 7.130Panto.nl - 6.700Ypso 9.650 9.210

In de grafiek op de volgende pagina is de milieubelasting van de diverse meubels zonder de bla-den grafisch weergegeven. De herberekende milieuscores van de LCA 1999 zijn weergegeven met de grijze staven. De blauwe staven geven de huidige milieuscores weer.

Page 17: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 17 VAN 312003

4.3 VERGELIJKING MEUBELLIJNEN

• LadekastBijna de helft (46%) van de totale milieubelasting wordt bepaald door staal (gegalvaniseerd en ongegalvaniseerd). Verder wordt er voor de ladekast een grote hoeveelheid PS gebruikt voor onder andere de ladefronten. Het gietijzeren contragewicht en het volkern blad zijn ook milieu-belastende onderdelen.

• RoldeurkastDe roldeurkast bestaat voor ongeveer 90% uit staal. Er wordt naast ongegalvaniseerd ook een grote hoeveelheid gegalvaniseerd staal gebruikt voor de lamellen. Vergeleken met de bu-reauopstellingen wordt ook een grote hoeveelheid lak gebruikt.

• 2actDe milieubelasting ligt iets boven het gemiddelde. Meubellijnen 2act, Facility, E-motion en Mezzo bestaan uit een aantal gelijke onderdelen, zoals het kolom-pootstel en de frames. Voor-al de frames zijn relatief zwaar en belasten het milieu meer vergeleken met andere meubellij-nen. De aluminium voet belast door het lagere gewicht het milieu iets minder vergeleken met de stalen voet van Mezzo.

• Centri TRCentri TR is van de onderzochte meubellijnen (inclusief bladen) de lichtste en het minst milieu-belastend. De milieuscore van de bladen is gunstig. Er wordt namelijk voor dit meubellijn rela-tief dun spaanplaat gebruikt, zonder een PUR-rand. Ook de poten belasten het milieu weinig. Centri TR heeft een zestal poten op de hoeken van de bureauopstelling. De poten zijn per stuk de helft van het gemiddelde gewicht van de koppel- en eindpoten van andere meubellijnen. Er wordt echter wel een kleine hoeveelheid PVC gebruikt. Omsteekdopjes (artikel 528246) wordt geproduceerd van zacht PVC.

Vergelijking milieubelasting meubellijnen excl. bladen

0 2000 4000 6000 8000 10000

Ladekast

2act

Centri TR

Facility

Identity

Dynamics

E-motion

Mezzo

Panto.nl

Ypso

Meu

bel

lijn

en

Milieubelasting [ mPt ]

1999 2002

Page 18: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 18 VAN 312003

• FacilityDe milieubelasting van dit meubellijn ligt iets onder het gemiddelde. De meubellijn lijkt veel op meubellijn Mezzo (Aspa-KI). De milieubelasting is ten opzicht van Mezzo lager doordat de po-ten uit minder onderdelen bestaan (o.a. geen pootkappen). De frames zijn relatief zwaar.

• IdentityIdentity scoort redelijk goed. Ondanks dat er spaanplaat voor de bladen wordt gebruikt, is de milieubelasting van de bladen redelijk hoog doordat de bladen dik zijn. Een aantal bladen van Identity en Panto.nl hebben een PUR-rand. Bij deze LCA is de PUR-rand voor Identity niet meegenomen. De milieubelasting van de bureauopstelling met de PUR-rand ligt ruim 20% ho-ger (ongeveer 2400 punten extra).

• DynamicsDynamics is zonder de bladen het minst milieubelastend. Met de bladen scoort Dynamics iets minder goed, doordat de onderzochte bureauopstelling groter is dan de andere standaard bu-reauopstellingen. Als er wordt gerekend met de gemiddelde grootte van het bladoppervlak, valt de milieuscore nog ongeveer 1000 mPt lager uit. Voor deze meubelopstelling worden zoge-naamde AA-poten gebruikt. Per stuk belasten deze poten het milieu niet veel minder dan de gemiddelde koppel- en eindpoten, echter voor deze opstelling zijn drie in plaats van vier poten nodig.

• E-motionE-motion heeft een gemiddelde milieubelasting. Er wordt voor dit meubellijn weinig kunststof gebruikt. Alleen de stelvoetjes en kapklemmen zijn gemaakt van PA 6. Net als bij 2act is de aluminium voet iets milieuvriendelijker dan de stalen voet van Mezzo. De frames zijn relatief zwaar.

• MezzoDe milieubelasting van meubellijn Mezzo ligt boven het gemiddelde. Mezzo is zonder blad de op één na milieu-onvriendelijkste meubellijn. Voor Mezzo en Facility worden veel dezelfde on-derdelen gebruikt. De milieubelasting van Mezzo is hoger, vanwege de pootkappen van ABS en de stalen voor- en achterplaat. De frames zijn relatief zwaar.

• Panto.nlPanto.nl is door de bladen met PUR-rand één van de meest milieubelastende meubellijnen die wordt geproduceerd door Assenburg. De stootrand is verantwoordelijk voor 18% van de totale milieubelasting. Ook zonder de bladen is Panto.nl milieubelastend. Er wordt namelijk veel alu-minium gebruikt voor het gegoten bovendeel van de poot (4,4 kg aluminium per poot).

• YpsoYpso is de meest milieubelastende meubellijn. De milieubelasting van poten is hoog. Er wor-den verschillende zware onderdelen van aluminium, de extrusieprofielen en consoles, ge-maakt. Verschillende kunststof onderdelen van de poten zijn gemaakt thermoplastisch polyu-rethaan, een milieubelastend kunststof. De kabelgraat is ook milieuonvriendelijk, doordat er veel ABS wordt gebruikt.

4.4 VERGELIJKING LCA 2002 MET LCA 1999Voor Assenburg is het relevant om te weten of de milieubelasting van de verschillende meubels is afgenomen door allerlei aanpassingen aan de meubels. De roldeurkast en de meubellijnen Facility, Identity, Dynamics, Mezzo en Ypso zijn in 1999 ook al onderzocht en kunnen dus worden vergele-ken met resultaten van de LCA 2002. In 1999 zijn verschillende ladekasten onderzocht. Er is in-middels een nieuwe ladekast ontwikkeld. Deze wordt vergeleken met de ladekast uit 1999 die het meest overeenkomt.

Page 19: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 19 VAN 312003

60%17%

14%

9%

Bladen

Poederlak

Aluminium

Overig

In de onderstaande tabel wordt weergegeven hoe groot de afname in de milieubelasting per meu-bellijn is.

Milieubelasting [mPt] Afname milieubelastingMeubelLCA 1999 LCA 2002 [mPt] [%]

Ladekast 5.670 5.160 510 9,0%Roldeurkast 12.810 12.360 450 3,5%Facility 11.600 11.020 580 5,0%Identity 11.180 10.810 370 3,3%Dynamics 11.460 10.700 760 6,6%Mezzo 12.720 12.050 670 5,3%Ypso 14.960 13.660 1.300 8,7%Totaal * 74.730 70.600 4.130 5,5%

* exclusief ladekast

De geheel nieuw ontwikkelde ladekast belast het milieu dus 9,0% minder dan de oude ladekasten in de productiefase (inclusief productie basismateriaal en bijbehorende productieprocessen). De afname is vooral ontstaan doordat voor de nieuwe ladekast 6 kg minder staal nodig is. Met name de romp is lichter geworden. De milieubelasting van het contragewicht en de fronten zijn ongeveer gelijk gebleven.

De roldeurkast en de meubellijnen Facility, Identity, Dynamics, Mezzo en Ypso belasten het milieu gemiddeld 5,5% minder dan in 1999. In bijlage 5 wordt beschreven door welke wijzigingen aan de producten de milieubelasting is gedaald.

De vijf meubellijnen en de roldeurkast die ook in 1999 zijn onderzocht zijn sindsdien niet veel ge-wijzigd. Desondanks is de milieubelasting gemiddeld met 5,5% gedaald. In de volgende grafiek wordt weergegeven waardoor de milieubelasting grotendeels is gedaald. Veruit de grootste ‘mili-euwinst’ is behaald door de omschakeling van volkern bladen met kraftpapier kern naar volkern bladen met DF-kern.

Bladen: Omschakeling van volkern bladen met kraftpapier kern naar volkern bladen met DF-kern. De nieuwe bladen belasten het milieu 9,4% minder (zie bijlage 2).

Poederlak: Vergeleken met de LCA van 1999 wordt er ongeveer 30% minder poederlak gebruikt.

Aluminium: Er wordt door Assenburg aluminium gebruikt dat voor 98% bestaat uit gerecycled materiaal. In de LCA van 1999 is gerekend met een percentage van 95%.

Overig: Diverse (kleine) productaanpassingen.

Page 20: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 20 VAN 312003

5 VERBETERVOORSTELLENIn dit hoofdstuk worden diverse verbetervoorstellen beschreven. In de Milieurichtlijn staat een overzicht van de technische eigenschappen van de materialen.

5.1 BLADEN MET PUR-STOOTRAND

Knelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenPanto.nl:Spaanplaat met PUR-rand

Volkern bladen met DF-kern Volkern bladen belasten het milieu 25% minder.De milieubelasting van de bureauopstelling daalt met 12,5%

De meeste bladen van de bureauopstelling worden geproduceerd van spaanplaat of volkern. Voor de meubellijn Panto.nl wordt spaanplaat gebruikt met een stootrand geproduceerd van PUR. PUR is één van de meest milieubelastende kunststoffen die door Assenburg wordt gebruikt. De hoge milieubelasting wordt voornamelijk veroorzaakt door deze stootrand. Om deze rede wordt een ver-betervoorstel gedaan om geen bladen meer te produceren met een stootrand vanwege de hoge milieubelasting (6590 mPt voor een standaardopstelling). Door voortaan volkern bladen met DF-kern te gebruiken daalt de milieubelasting van de bladen met ongeveer 25% (van 6590 mPt naar 4926 mPt). Hierdoor daalt de milieubelasting van de gehele (standaard) bureauopstelling met 12,5%.

5.2 ONDERDELEN LADEKAST VAN PSKnelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenLadekast:Fronten van PS

Fronten van PP Verbetering milieuscore van het artikel: 29%Verbetering milieuscore van de ladekast: 3,7%Er is geen rekening gehouden met design

Ladekast:Inzetbak hangmappen van PS

Inzetbak van PP Verbetering milieuscore van het artikel: 29%Verbetering milieuscore van de ladekast: 2,9%

De fronten en inzetbakken van de ladekasten worden geproduceerd van PS. PS is niet één van de meest milieubelastende kunststoffen die door Assenburg worden gebruikt. Maar doordat de fronten grote onderdelen zijn en dus een redelijk groot aandeel hebben in de totale milieubelasting van de ladekasten, is er gezocht naar alternatieven voor PS. Een geschikt alternatief is PP. Het heeft ver-gelijkbare technische eigenschappen met die van PS. PP is vergeleken met PS een milieuvriende-lijker materiaal. De productie van PP is relatief weinig milieubelastend, bij PS worden schadelijke stoffen (o.a. benzeen) gebruikt. In de afvalfase is PP ook beter voor het milieu, het is zeer goed te recyclen en heeft een hoge energieopbrengst bij verbranding. PS heeft bij verbranding een relatief lage energie opbrengst. De milieuscore van PP is mede daardoor ook lager (PP 349 mPt, PS 387 mPt). Doordat PP ook nog een lagere dichtheid heeft dan PS, belast een product van PP het mili-eu ongeveer 29% minder. Hierbij wordt uitgegaan van een product met hetzelfde volume en dus een lager gewicht. De totale milieubelasting van de ladekast kan met ongeveer 6,6% worden ver-laagd als beide verbetervoorstellen worden doorgevoerd.

Er is bij de productvoorstellen geen rekening gehouden met designaspecten. PS heeft een strak mooi uiterlijk, een hard glad oppervlak. PP is vrij glanzend, maar voelt enigszins vettig aan. Vooral bij de fronten is design zeer belangrijk omdat het een zichtdeel is. Voor de inzetbakken is design veel minder belangrijk.

Page 21: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 21 VAN 312003

5.3 DEURBANDEN

Knelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenRoldeurkast:Deurbanden van PA

Deurbanden van HMPE Verbetering milieuscore van het artikel: 52%Verbetering milieuscore van meubel: 2,6%Onderzoek: technische eigenschappen

Nylon (PA) is de meest milieubelastende kunststof die door Assenburg wordt gebruikt. Het materi-aal wordt onder andere gebruikt voor de deurbanden van de roldeurkast. De banden houden de lamellen aan het eind en in het midden bij elkaar. Met dit onderdeel heeft Assenburg al lange tijd problemen. Bij dit product zijn technische eigenschappen zeer belangrijk (daardoor is de milieube-lasting ondergeschikt). Nylon heeft de beste eigenschappen voor dit onderdeel, alleen vormt de vochtopname een groot probleem. Er is gezocht naar verschillende alternatieven voor nylon. Op dit moment worden de banden gemaakt van PA 6 en PA 6.6. Men zou de banden van PA 11 of PA 12 kunnen produceren. Deze alternatieven zijn niet verder uitgewerkt. Een voordeel van deze mate-rialen is dat ze minder vocht opnemen. De materialen zijn echter duurder en de milieubelasting blijft ongeveer gelijk. Een weinig milieubelastende technische kunststof die nylon zou kunnen ver-vangen is hoogmoleculair polyetheen (HMPE).

HMPE is een zeer homogene en slijtvaste kunststof. Voordelen van HMPE zijn: geluiddempend, water- en vochtafstotend, het lichte gewicht en de hoge slijtweerstand. HMPE heeft zeer goede glijeigenschappen en een lage wrijvingscoëfficiënt. Er zal nog verder onderzoek moeten worden gedaan naar de eigenschappen van dit materiaal. HMPE staat niet in de database van het softwa-re programma SimaPro. Er bestaan wel veel andere PE-soorten in deze database. Polyetheen is één van minst milieubelastende kunststoffen. De milieubelasting van de deurbanden kan met on-geveer 50% naar beneden als het mogelijk is om nylon te vervangen voor HMPE.

5.4 DIVERSE ONDERDELEN ABSKnelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenDiverse onderdelen ABS Onderdelen va PP Verbetering milieuscore van het artikel: 29%

Verbetering milieuscore van meubel: max. 1,5%

Een groot aantal kunststof producten wordt geproduceerd van ABS. Enkele voorbeelden: Mezzo pootkappen, Centri TR verticale bekabeling. ABS heeft een redelijk hoge milieubelasting (417 mPt/kg). Een alternatief voor ABS is polypropeen (PP). PP heeft vergelijkbare technische eigen-schappen en uiterlijke kenmerken. Dit materiaal heeft een lagere milieubelasting (347 mPt/kg). Doordat de soortelijke massa ook lager is, kan de milieubelasting per onderdeel met 29% dalen. Als het materiaal ABS wordt vervangen door PP kan de milieubelasting maximaal met 1,5% per meubel naar beneden gaan. Dit is afhankelijk van de grootte van de onderdelen.

5.5 ZWENKWIELTJES EN JUSTEERVOETEN

Knelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenZwenkwieltjes van PA Zwenkwieltjes van PS / PP Verbetering milieuscore van het artikel: +/- 50%

Verbetering milieuscore van meubel: max. 0,6%Milieuvoordeel op het meubel is minimaal

Justeervoeten van PA Justeervoeten van PS / PP Verbetering milieuscore van het artikel: +/- 50%Verbetering milieuscore van meubel: max. 0,2%Milieuvoordeel op het meubel is minimaal

Eerder is al beschreven dat PA een milieubelastend materiaal is. De zwenkwieltjes en justeervoe-ten van diverse meubellijnen zijn relatief kleine onderdelen. Dus het milieuvoordeel op het meubel is minimaal als deze voortaan worden geproduceerd van PP. Echter de milieubelasting van alleen het onderdeel kan ongeveer worden gehalveerd.

Page 22: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 22 VAN 312003

5.6 CONTRAGEWICHT

Knelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenContragewicht: gietijzer met poedercoat Contragewicht zonder poedercoat Verbetering milieuscore van het artikel: 3,4%

Verbetering milieuscore van meubel: 0,4%Lagere kosten, makkelijk in te voeren

Het contragewicht in de ladekasten is gemaakt van gietijzer. De contragewichten hebben een poe-dercoating. Deze coating is echter overbodig. Gietijzer hoeft niet te worden beschermd tegen roest. Het onderdeel is ook geen zichtdeel, dus hiervoor is ook geen poedercoating nodig. Er is voorgesteld om het contragewicht niet meer te poedercoaten. Dit is makkelijk in te voeren. De mili-eubelasting gaat naar beneden doordat er geen coating nodig is en de kostprijs van het onderdeel wordt lager. De milieubelasting van het contragewicht wordt dan 3,4% lager. De milieuscore van de ladekast gaat met 0,4% naar beneden.

5.7 KOPPELPLAATJES

Knelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenDiverse meubellijnen: Verzinkte koppelplaatjes Koppelplaatjes poedercoaten Verbetering milieuscore van het artikel: 9%

Verbetering milieuscore van meubel: 0,0%Milieuvoordeel minimaal

Voor diverse meubellijnen worden koppelplaatjes gebruikt. Deze plaatjes zijn verzinkt. Verzinken is een zeer milieubelastend proces. Door de plaatjes te poedercoaten daalt de milieuscore van dit onderdeel met 9%. Voor de milieuscore van de diverse meubels heeft dit nagenoeg geen effect.

5.8 PVCKnelpunt Verbetervoorstel OpmerkingenKasten: Sleutelzakje van PVC Sleutelhanger van PP / PE Geen verbetering in milieuscore (mPt)

PVC wordt geëlimineerd (maatschappelijk slecht beeld)Eenvoudige scheiding kunststoffen voor recycling

Centri TR: Omsteekdop van PVC Omsteekdop van PP/ PE Geen verbetering in milieuscore (mPt)PVC wordt geëlimineerd (maatschappelijk slecht beeld)Eenvoudige scheiding kunststoffen voor recycling

Vanwege het maatschappelijke slechte beeld dat PVC heeft, wil Assenburg toe naar een PVC-vrij meubel. PVC is voornamelijk in de afvalfase een milieubelastend materiaal. Op dit moment wordt slechts marginaal van dit kunststof gebruik gemaakt en het beleid van het bedrijf is erop gericht om PVC niet toe te passen in haar producten, tenzij het gebruik van een ander kunststof niet mogelijk is. Tot op heden wordt kunststofafval nog niet gescheiden voor recycling, in de nabije toekomst wil Assenburg dit wel gaan doen. Het kunststofafval bestaat voornamelijk uit kunststoffolie (poly-etheen). Om dit afval te kunnen laten recyclen mogen er geen verontreinigingen (zoals PVC) in het kunststofafval komen. Door PVC volledig te elimineren is een eenvoudige scheiding van kunststof-fen mogelijk.

Het blauwe sleutelzakje wordt geproduceerd van zacht-PVC. Dit knelpunt is al enige tijd bekend bij Assenburg, maar er is nog geen geschikt alternatief gevonden. Op dit moment Assenburg aan het zoeken naar een alternatief voor het sleutelzakje. Er wordt o.a. gedacht aan een sleutelhanger dat net als het sleutelzakje tussen de lades wordt ingeklemd. Deze sleutelhanger kan geproduceerd worden van PP of PE. Dit zijn weinig milieubelastende kunststoffen tijdens de productie. Deze kunststoffen zijn ook in de afvalfase weinig milieubelastend, ze zijn goed te recyclen en er ontstaan geen schadelijke stoffen bij verbranding. Bij verbranding ontstaat zelfs een negatieve milieuscore doordat er energie uit teruggewonnen kan.

Page 23: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 23 VAN 312003

Naast het sleutelzakje wordt er nog een onderdeel geproduceerd van zacht-PVC. Bij meubellijn Centri TR wordt een omsteekdop gebruikt van PVC. Deze omsteekdop heeft als enige functie om de poten van deze meubellijn te beschermen tijdens transport tegen beschadigingen. Na transport komt het onderdeel bij het afval terecht. Door deze omsteekdop te maken van PP of PE, is het scheiden van kunststoffen voor recycling een stuk eenvoudiger doordat de omsteekdop samen met de kunststoffolie kan worden gerecycled.

Deze beide verbetervoorstellen doorvoeren heeft geen lagere milieuscore tot gevolg, doordat PVC geen hoge milieubelasting heeft. Er zijn echter wel twee andere voordelen. PVC heeft een maat-schappelijk slecht beeld, dus is een PVC-vrij meubel van belang voor Assenburg. Door PVC te elimineren is een eenvoudige scheiding van kunststoffen mogelijk.

5.9 KABELGRAAT

Bij meubellijn Ypso wordt voor de bekabeling een kunststof kabelgraat toegepast. Voor zo’n kabel-graat is een grote hoeveelheid kunststof nodig. Nu wordt er ABS gebruikt voor dit onderdeel. Als hiervoor een ander minder milieubelastende kunststof wordt toegepast, blijft de kabelgraat een milieubelastend onderdeel (11% van de totale milieubelasting). De kabelladen van het meubel Identity (grotendeels van staal) zijn bijvoorbeeld de helft minder milieubelastend. Daarom wordt er voorgesteld om in de toekomst geen kabelgraat met een grote hoeveelheid kunststof te ontwerpen voor nieuwe meubellijnen.

5.10 KUNSTSTOFFEN

Onderdelen van PVC, PA, PUR (TPU) niet toepassen vanwege hoge milieubelasting, tenzij de toepassing van een ander (milieuvriendelijker) materiaal niet mogelijk is.

Page 24: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 24 VAN 312003

6 MILIEURICHTLIJNDit hoofdstuk geeft de samenstelling van de milieurichtlijn weer. Paragraaf 8.1 beschrijft de achter-grond van de milieurichtlijn. In paragraaf 8.2 wordt in het kort de inhoud van de richtlijn beschre-ven. Deze milieurichtlijn zal, na goedkeuring, worden opgenomen als officieel document in het Handboek Organisatie Assenburg (HOA). Zo wordt deze richtlijn procedureel beschermd en moet deze worden nagestreefd door R&D en Inkoop, om te komen tot een milieugerichte productontwik-keling.

6.1 ACHTERGROND VAN DE MILIEURICHTLIJN

In het verleden zijn er meerdere milieurichtlijnen geschreven. De eerste milieurichtlijn uit 1993/ 1994 omvat een drietal pagina’s met materialen en stoffen die toentertijd niet mochten worden verwerkt in de meubellijnen. Deze milieurichtlijn is opgesteld naar aanleiding van het feit dat sinds de beginjaren ‘90 de milieuaspecten van producten steeds belangrijker zijn geworden als verkoop-argument. Veel klanten vragen in de offertefase om de milieubelasting van de producten van As-senburg en wat Assenburg verder doet aan Milieuzorg. In sommige gevallen worden deze gege-vens zelfs als beslissingsargument gebruikt.

Aangezien in het verleden de kantoormeubelenfabrikant ook heeft willen komen tot een milieuge-richte productontwikkeling met een methodisch en systematische manier van aanpak van meubel-programma’s bij de afdelingen R&D en Inkoop, is de milieurichtlijn regelmatig uitgebreid en her-schreven. De huidige milieurichtlijn is, voornamelijk gericht op de milieubelasting van de specifieke materialen die worden gebruikt in de diverse meubelprogramma’s.

6.2 INHOUD VAN DE MILIEURICHTLIJN

In deze richtlijn zijn enkele aspecten van de vorige milieurichtlijnen meegenomen en getoetst aan de huidige milieueisen. Ook zijn de milieuscores en technische gegevens aangepast voor de mate-riaalkaarten. In de loop der jaren zijn namelijk de materialen en milieuscores binnen de Levenscy-clus Analyse verder ontwikkeld. Veel milieuscores zijn intussen achterhaald. De nieuwe milieusco-res voor materialen zijn ter vergelijking weergeven in tabel- en grafiekvorm. In de milieurichtlijn staat extra woordelijke informatie over materialen. Dit is ter verduidelijking van het materiaal voor individuen die technisch minder zijn onderlegd. Op deze manier kan toch een duidelijk beeld wor-den weergegeven van uiterlijk, eigenschappen, productieprocessen, algemene toepassingen en toepassingen binnen Assenburg van een specifiek materiaal.

Naast de diverse gegevens over materialen zijn de volgende onderdelen terug te vinden in de richtlijn:• Een milieukundig overzicht van de door Assenburg geproduceerde kantoormeubelen• Een lijst van te vermijden stoffen en materialen• De verbetervoorstellen (zie ook hoofdstuk 5 van dit verslag)

Page 25: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 25 VAN 312003

7 AANBEVELINGEN N.A.V. LCA

• LCA en milieurichtlijnLaat een medewerker van Assenburg (i.s.m. de Hogeschool Brabant) over ongeveer drie jaar een volgende LCA uitvoeren met verbeterde Eco-indicatoren en de milieurichtlijn herschrijven. De nieuwe LCA kan gebruikt worden om aan te tonen dat de milieubelasting van de meubels is gedaald of juist gestegen door de doorgevoerde verbeteringen. De Eco-indicatoren die gebruikt zijn voor de LCA en de milieurichtlijn zijn gebaseerd op de huidige stand van de ontwikkeling van LCA methodiek. Ontwikkelingen in wetenschap, materiaaltechnologie en LCA methodolo-gie zullen plaatsvinden en resulteren in toekomstige verbeteringen van de Eco-indicatoren. Door verbeteringen zal in een aantal gevallen de uitkomsten van een Eco-indicator analyse kunnen veranderen. Voor deze LCA is gebruik gemaakt van softwareprogramma SimaPro 5.0, in 2003 komt er al een verbeterde versie uit (SimaPro 5.1). Een demoversie is te bestellen op de website van Pré Consultants (www.pre.nl).

• Invoeren gegevens in BAAN IVVoor het uitvoeren van een LCA wordt veel gebruik gemaakt van het programma BAAN IV. Met dit programma kunnen veel algemene gegevens per artikel snel worden verzameld, zoals ma-teriaal en massa. Echter deze gegevens zijn meestal niet ingevoerd, waardoor er veel meer tijd nodig is om deze gegevens te verkrijgen. Het alsnog invoeren van deze informatie is tijdrovend en dus kostbaar. Echter er worden voortdurend nieuwe producten/artikelen ontwikkeld en inge-voerd in BAAN IV. Door consequent bij het invoeren van nieuwe artikelen ook gegevens zoals materiaal en massa in te vullen, kan er bij het verzamelen van gegevens voor een LCA veel tijd worden gewonnen. Ook wordt regelmatig door (mogelijke) klanten gevraagd naar de gebruikte materialen voor een bepaald product. Doordat niet op elk product een LCA is uitgevoerd, is dit niet altijd bekend. Als de gegevens in BAAN IV volledig zijn ingevoerd, kunnen deze gegevens snel worden opgezocht door medewerkers van Assenburg.

• Onzekerheden Eco-indicatorenNiet van alle gebruikte materialen zijn Eco-indicatoren bekend. Van bladen en lakken ontbre-ken deze gegevens in de database van SimaPro. Hierdoor berustten een aantal gegevens op aannamen, die door een diepergaand onderzoek geëlimineerd kunnen worden. Om tot een be-trouwbaardere analyse te komen, wordt een diepergaand onderzoek naar de milieubelasting van bladen en lakken aanbevolen. Vooral de milieubelasting van bladen is van grote invloed op de totale milieubelasting van een bureauopstelling. Dit kan tot gevolg hebben dat er minder bu-reauopstellingen onderzocht kunnen worden bij een eventueel volgende LCA.

• PoederlakkenDe door Assenburg gebruikte (metallic) poederlakken smelten in de moffeloven bij een tempe-ratuur van ongeveer 200 0C. Er zijn al (niet metallic) poeders beschikbaar waarbij een tempera-tuur van 120°C volstaat. Nu betekent de toepassing van lage temperatuurpoederlakken niet automatisch dat het totale energiegebruik vermindert: het produceren van deze poeders vraagt namelijk meer energie dan de productie van conventionele poeders. De energiebesparing die je zelf realiseert, zal daardoor voor een deel wegvallen tegen het hogere energiegebruik bij de producent. Dat zie je als gebruiker terug in hogere prijs voor de poederlak. Waar het optimum ligt tussen het energiegebruik bij het moffelen en het produceren van de poeders is nog niet bekend. Een lagere oventemperatuur kan voor een aanzienlijke vermindering van de warmte-verliezen zorgen. Vooral bij ovens die veel energie verliezen via de in- en uitgang is een lage moffeltemperatuur aantrekkelijk. Het is dus interessant om deze ontwikkeling te volgen. Het kan financiële voordelen hebben, maar ook resulteren in een lagere milieubelasting. Bij het be-palen van de milieubelasting van de lakken is in dit onderzoek geen rekening gehouden met het energiegebruik van de ovens. Om in de toekomst de milieuwinst van deze mogelijke wijzi-ging te kunnen bepalen zal er dus een diepergaand onderzoek naar de milieubelasting van lakken (inclusief energieverbruik) nodig zijn.

Page 26: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 26 VAN 312003

8 IMPLEMENTATIE BINNEN ZORGSYSTEEM Na het beschikbaar komen van de LCA-resultaten en de milieurichtlijn zijn beide documenten in-gepast binnen het bestaande Milieuzorgsysteem.

8.1 ALGEMEEN

Om de meubellijnen van Assenburg ook qua milieu-aspecten up-to-date te houden wordt gebruik gemaakt van de levenscyclusanalyse (LCA). Middels de LCA wordt de milieubelasting van de di-verse producten bepaald en komen diverse verbetermogelijkheden naar voren.

Zowel de verbeterpunten uit de nulmeting als uit de LCA dienen als input voor de milieubeleidsver-klaring, milieudoelstellingen en het bedrijfsmilieuplan (BMP). Milieurichtlijnen voor Product Deve-lopment & Innovation zijn opgenomen onder specificatieblad nummer S0035.

8.2 MILIEUBELEIDSVERKLARING

De activiteiten van Assenburg beïnvloeden, evenals al het andere menselijke handelen, het milieu. Assenburg voelt zich dan ook moreel verplicht de negatieve invloeden op het milieu tot een mini-mum te beperken. Derhalve is milieuzorg een belangrijke zaak voor het managementteam en draagt elk personeelslid van Assenburg een persoonlijke verantwoordelijkheid voor het milieu in zijn of haar directe invloedssfeer.

Assenburg heeft in haar bedrijfsintern milieusysteem (BIM) de taken, bevoegdheden en de organi-satorische maatregelen die nodig zijn om de milieubelasting tot een minimum te beperken vastge-legd. Hiermee voldoet Assenburg ruimschoots aan de wettelijke eisen die zijn vastgelegd in de Vergunning op Hoofdzaken. Deze vergunning maakt deel uit van het milieuzorgsysteem, welke conform ISO-14001 is ingericht.

De milieuzorgactiviteiten van Assenburg richten zich op, o.a. : • De naleving van wettelijke voorschriften vastgelegd in de Vergunning op Hoofdzaken en af-

spraken vastgelegd in convenanten; • De milieu-aspecten van haar producten in de gehele levenscyclus; • Het handhaven en voortdurend verbeteren van een veilige en gezonde omgeving voor per-

soneel en andere personen; • Het zo goed mogelijk beperken van schade als gevolg van een milieubelastende gebeurte-

nis die zich desondanks voordoet; • De verzorging van externe voorlichting m.b.t. milieu-aangelegenheden; • Een open samenwerking met de overheid.

De realisering van dit beleid is mede afhankelijk van de financiële mogelijkheden binnen het be-drijfseconomisch kader. Assenburg vult dit milieubeleid als volgt in:

• Naleving van wettelijke voorschriften vanuit de Vergunning op Hoofdzaken en afspraken in convenanten worden zeker gesteld door middel van een goed functionerend systeem van bedrijfsinterne milieuzorg conform ISO-14001. Het milieuprogramma waarin alle activiteiten op het gebied van milieu zijn meegenomen staat weergegeven in het BedrijfsMilieuPlan.

• Door het streven naar de sluiting van de kringloop, het hergebruik van materialen en de toepassing van het instrument Life Cycle Assessment (LCA‘s), geeft Assenburg vorm en inhoud aan een duurzame ontwikkeling ten aanzien van haar producten.

• Het streven om het energieverbruik te verlagen wordt enerzijds gerealiseerd door efficiënter gebruik van materialen en anderzijds door toepassingen van technische voorzieningen met een zo laag mogelijk specifiek energieverbruik.

Page 27: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 27 VAN 312003

• Assenburg streeft naar een verdere vermindering van specifieke milieubelasting van haar processen. Dit onder andere door bestaande milieuvoorzieningen optimaal te benutten. Dit omvat de inzet van mensen, management en materialen, de ter beschikking staande me-thodes en de omgang met de aanwezige installaties.

• Assenburg streeft ernaar om de manier van werken binnen de gehele organisatie in te rich-ten op een voortdurende zorg voor het milieu. Relevante milieuonderwerpen zijn onderdeel van opleidings- en trainingsprogramma‘s.

• Naast het verstrekken van informatie over het bedrijf in het algemeen ziet Assenburg het als haar taak informatie te verstrekken over het door haar gevoerde milieubeleid.

8.3 REGISTER VAN MILIEUASPECTEN

Het doel van het register is het up-to-date houden van het primaire processen aan de hand van het bedrijfsmodel, alsmede voor projecten in de vorm van een overzicht van milieuaspecten. De pro-cedure is van toepassing op de inventarisatie van relevante milieuaspecten tot en met toetsing van afdelingsprocedures aan het register van milieuaspecten.

In de procedure vormen de resultaten van de LCA, input voor de inventarisatie van de milieuas-pecten. (procedure is te vinden in bijlage 7).

8.4 BEDRIJFSMILIEUPLAN

Acties n.a.v. het LCA-onderzoek zijn voorzien van prioriteiten en opgenomen in het BedrijfsMilieu-plan. Dit plan is het hart van de Vergunning op Hoofdzaken en is vastgelegd voor een perioden van 3 jaar. Hieruit wordt een jaarplan gedestilleerd.

Het BMP van Assenburg bevat bedrijfsgevoelige informatie en is derhalve niet openbaar (ook niet bijgevoegd).

8.5 EVALUATIE PERIODE

De laatste aanpassingen in het milieuzorgsysteem zijn eind oktober 2003 doorgevoerd. Assenburg is nu een proefperiode van 6 maanden in gegaan. Na deze periode worden de aangepast proce-dures geëvalueerd middels verschillende interne audits.

Page 28: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 28 VAN 312003

9 VERKORTE SAMENVATTING

9.1 NEDERLANDS

Kantoormeubelenproducent Assenburg wil in dit project, met behulp van een LCA-onderzoek (Le-vens Cyclus Analyse) inzicht krijgen in de milieubelasting van stalen kantoormeubilair. Dit moet leiden tot een actiepuntenlijst. Op basis hiervan zullen continu verbeterprojecten worden opgezet om, samen met toeleveranciers en afnemers, de totale milieubelasting te verminderen. Ook zal een milieurichtlijn voor de afdelingen PD&I en Inkoop worden opgesteld. De resultaten van het project worden toegevoegd aan het huidige milieuzorgsysteem.

In 1999 zijn alle meubellijnen van Assenburg onderzocht met behulp van een LCA. Typerend voor de LCA-methodiek is de ‘van-wieg-tot-graf’ benadering: het herkennen en bepalen van de hoe-veelheid emissies, materiaal- en energieverbruik gedurende alle fase van de levenscyclus van een product. Middels deze LCA wordt dan ook de milieubelasting van de diverse producten bepaald. De onderzoeken uit 1999 hadden vele verbeteringen tot gevolg. Na evaluatie van de acties is ge-bleken dat de toch al geringe milieubelasting van de meubellijnen gemiddeld met 5,5 % is gedaald.

In dit nieuwe project wil Assenburg LCA’s uitvoeren voor de nog bestaande meubellijnen en de nieuwe ontwikkelde meubellijnen (incl. nieuwe Europese ladekast). Tevens beoogt Assenburg hiermee een cyclische proces in gang te zetten dat de milieuprestatie van de producten voortdu-rend verbetert. Naast het analyseren van producten wordt in het project ook een milieurichtlijn op-gesteld voor de afdelingen PD&I (Product Development & Innovation) en Inkoop. De betrokken medewerkers van deze afdelingen moeten hiermee in één oogopslag de meest (mili-eu)verantwoorde keuze kunnen maken, uit de toe te passen materialen.

9.2 ENGLISH

Assenburg, producer of office furniture wants to gain with this project, a clear understanding in the specific environmental burden of steel office furniture. Use is made of the Life Cycle Assessment (LCA) methodology. This must lead to a number of concrete points for improvement. On base of these points, continuous improvement projects will be set up, together with suppliers and custom-ers. This to reduce the total environmental burden. The points for improvement from the Life Cycle Assessment (LCA), are set down in the Company Environmental Plan (BMP). This BMP is the heart of the environmental protection system.Also an internal environmental guideline will be drawn up for designers and purchasers. With this guideline they can make the right choice for the material with the lowest environmental burden.

All Assenburg furniture lines came under LCA scrutiny in 1999. Typical for the LCA is the cradle-to-grave approach. The aim of the LCA is to assess the environmental impact of products or activitieswith the aid of this approach. The approach comprises the recognition and determination of theamount of emissions, material and energy during all stages of the complete life cycle of products.Thus, by means of this LCA, the environmental burden of the various products is determined.This results in many improvements in regard to the use of less environmentally harmful materials. All actions that were taken in relation to the LCA in 1999 resulted in a decline in the already low environmental burden of our furniture lines by an average 5,5%.

Assenburg wants to conduct a LCA for the furniture lines, which already existed in 1999 and for thenew developed furniture lines (including the new European mobile drawer cupboard)Assenburg also wants to set a cyclical process into motion, which will continuously improve the environmental performance of Assenburg products.

Page 29: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 29 VAN 312003

10 TREFWOORDEN

10.1 NEDERLANDS

• BIM• LCA• PMZ• Milieuaspecten stalen kantoormeubilair• Milieurichtlijn R&D en Inkoop• Cyclisch proces

10.2 ENGLISH

• Company Environmental System• Life Cycle Assessment• Product related environmental protection system• Environmental aspects of steel office furniture.• Internal environmental guideline for designers and purchasers.• Cyclical process

Page 30: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 30 VAN 312003

11LITERATUURLIJST

• Dijkshoorn, Afstudeerverslag, Het milieuvriendelijk(er) produceren van kantoormeubelen voor innovatie en educatie, Tilburg, januari 1997

• Van Dijk, Stageverslag, Levenscyclus Analyse van kantoormeubelen, Tilburg, januari 2000

• Hogeschool Brabant, Dictaat MM18, Integraal ketenbeheer, Tilburg

• Hogeschool Brabant, Dictaat MM11, Inleiding milieukunde, Tilburg

• Hogeschool Brabant, Dictaat MAT43, Kunststofverwerking, Tilburg

• Hogeschool Brabant, Dictaat MAT39, Kunststofkennis A deel 1, Tilburg

• Assenburg BV, KAM-handboek, Tilburg, 2002

• Assenburg BV, Handboek Organisatie Assenburg, Tilburg, 2002

• PBNA, Polytechnisch zakboekje 48e druk, Arnhem, 1997

• MCB, Het MCB boek 8e druk, Valkenswaard, 1990

• Internet: www.pre.nlwww.eural.infowww.vrom.nl

Page 31: Samas nl eindrapport · 2013-08-07 · De LCA -methodiek is binnen de SAMAS -groep inzetbaar voor de mil i-eudoorlichting van kantoormeubilair. Er is echt er geen Europees beleid

GIJSBREGHT VESTRATEN PAGINA 31 VAN 312003

BIJLAGEN

Bijlage 01 De eco-indicator ’99 methodiek

Bijlage 02 Milieubelasting bladen

Bijlage 03 Overzicht gewichten en milieubelasting

Bijlage 04 Milieubelasting materialen

Bijlage 05 Vergelijking LCA ’02 met LCA ‘99

Bijlage 06 Milieurichtlijn

Bijlage 07 Procedures Handboek Organisatie Assenburg