1
FOTO: ED VAN RIJSWIJK P as heb ik iets heftigs meegemaakt, het was intens en verdrietig. De zon kwam juist boven de horizon en het waaide. De patiënt maakte dat al niet meer mee. Terug op de HAP dronk ik een kop warme chocolademelk, met trillende handen en een plons koud water erbij. Volgende patiënten wachtten al. De visiteaanvragen kreeg ik in mijn handen geduwd. Pas in de auto lukte het me met enige moeite een besluit te nemen over wie nu eerst te bezoeken. Zo gebeurde het dat ik vijf minuten later in een jaren zestig interieur stapte, in een oud boerderijtje onderaan een dijk. Ik luisterde, stelde vragen, onderzocht, stuurde in, sprak bemoedigende woorden tot de familie en ging verder. De volgende patiënt woonde ergens in een flat, eenzaam en alleen, met een grote televi- sie met vrolijk zingende mensen. Ik luisterde, was afgeleid, vroeg of het geluid uit mocht, stelde vragen, onderzocht en stelde gerust. Ik was blij de visitedienst te mogen doen. De stroom van consulten op de HAP was niet al- leen groot, maar zo kon ik tussendoor even praten over het gebeurde, met de chauffeur. Halverwege sprak ik de ambulancier die er die ochtend ook bij was geweest. Ze kwam op mijn verzoek nu weer iemand anders opha- len. Het was fijn om te merken dat ik niet de enige was die aangedaan doorwerkte. Tegen het einde van de dienst, waar ik toch wel naar uitzag, begon er iets te dagen. En te knagen. Ik merkte dat ik er toch niet helemaal bij was, na die indrukwekkende start. Zo twij- felde ik of ik die oude meneer met zijn zuur- stoftank, ergens halverwege die dag bezocht, wel goed had ingeschat. Achteraf was hij toch wel dyspnoeisch... Ik bedacht me, dat ik een andere dag op z’n minst even overlegd zou hebben met de long- arts. Vandaag niet. “We moeten even wachten tot de medicatie inwerkt.” Hij had geknikt. Ik bel de longarts toch maar even. En had ik die vrouw met verdenking cva nu wel of geen ascal gegeven? Dat zal toch wel... Ik wist het niet meer en kreeg het er warm van. Gelukkig had ik haar wel ingestuurd, en snel ook. Zo kan dat dus gaan. Uit het lood geslagen om wat voor reden dan ook en toch doorwerken. De patiënten krijgen dan een dokter die niet optimaal scherp is. Hoeveel van ons werken zo, beseffen het niet en gaan maar door... De zon was al gezakt toen ik naar de auto liep. Gelukkig lag er een pak zakdoekjes in het dashboardkastje. Emotioneel achterlopen Uit het lood geslagen en toch doorwerken… Liesbeth Kooiman is huisarts in ’s-Gravenpolder 42 WISSELCOLUMN lhv de dokter – maart 2014

rijswijk van Emotioneel achterlopen P · van rijswijk P as heb ik iets heftigs meegemaakt, het was intens en verdrietig. De zon kwam juist boven de horizon en het waaide. De patiënt

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: rijswijk van Emotioneel achterlopen P · van rijswijk P as heb ik iets heftigs meegemaakt, het was intens en verdrietig. De zon kwam juist boven de horizon en het waaide. De patiënt

fo

to

: e

d v

an

rij

sw

ijk

Pas heb ik iets heftigs meegemaakt, het was intens en verdrietig. De zon kwam juist boven de horizon en het waaide.

De patiënt maakte dat al niet meer mee.Terug op de HAP dronk ik een kop warme chocolademelk, met trillende handen en een plons koud water erbij. Volgende patiënten wachtten al. De visiteaanvragen kreeg ik in mijn handen geduwd. Pas in de auto lukte het me met enige moeite een besluit te nemen over wie nu eerst te bezoeken. Zo gebeurde het dat ik vijf minuten later in een jaren zestig interieur stapte, in een oud boerderijtje onderaan een dijk. Ik luisterde, stelde vragen, onderzocht, stuurde in, sprak bemoedigende woorden tot de familie en ging verder. De volgende patiënt woonde ergens in een flat, eenzaam en alleen, met een grote televi-sie met vrolijk zingende mensen. Ik luisterde, was afgeleid, vroeg of het geluid uit mocht, stelde vragen, onderzocht en stelde gerust. Ik was blij de visitedienst te mogen doen. De stroom van consulten op de HAP was niet al-leen groot, maar zo kon ik tussendoor even praten over het gebeurde, met de chauffeur. Halverwege sprak ik de ambulancier die er die ochtend ook bij was geweest. Ze kwam op mijn verzoek nu weer iemand anders opha-

len. Het was fijn om te merken dat ik niet de enige was die aangedaan doorwerkte.Tegen het einde van de dienst, waar ik toch wel naar uitzag, begon er iets te dagen. En te knagen. Ik merkte dat ik er toch niet helemaal bij was, na die indrukwekkende start. Zo twij-felde ik of ik die oude meneer met zijn zuur-stoftank, ergens halverwege die dag bezocht, wel goed had ingeschat. Achteraf was hij toch wel dyspnoeisch... Ik bedacht me, dat ik een andere dag op z’n minst even overlegd zou hebben met de long-arts. Vandaag niet. “We moeten even wachten tot de medicatie inwerkt.”Hij had geknikt.Ik bel de longarts toch maar even.En had ik die vrouw met verdenking cva nu wel of geen ascal gegeven? Dat zal toch wel...Ik wist het niet meer en kreeg het er warm van. Gelukkig had ik haar wel ingestuurd, en snel ook.Zo kan dat dus gaan. Uit het lood geslagen om wat voor reden dan ook en toch doorwerken. De patiënten krijgen dan een dokter die niet optimaal scherp is. Hoeveel van ons werken zo, beseffen het niet en gaan maar door... De zon was al gezakt toen ik naar de auto liep. Gelukkig lag er een pak zakdoekjes in het dashboardkastje. ▪

Emotioneel achterlopen

Uit het lood geslagen en toch doorwerken…

Liesbeth Kooiman is huisarts

in ’s-Gravenpolder

42 wisselcolumn lhv de dokter – maart 2014