Richterambt Delden

Historisch boerderij-onderzoek in het richterambt Delden. Auteur: Henk Woolderink. Uitgave: Vereniging Oudheidkamer Twente te Enschede, 2013.

Inleiding Veel mensen die in Twente stamboom-onderzoek doen komen terecht op een flink aantal boerenerven waar hun voorouders hun jeugd of volwassenheid hebben doorgebracht. Naast genealogische gegevens is het ook altijd een uitdaging om meer te weten te komen over de omstandigheden waaronder deze voorouders hebben geleefd. Dat laatste is vaak een ingewikkelde zoektocht naar thans verdwenen rechtssystemen en omstandigheden. Dit boek wil per boerderij sporen aangegeven in welke archieven en publicaties men gericht onderzoek kan doen om daarover meer te weten te komen.

In het voorjaar 2013 vindt in het huis van de Vereniging Oudheidkamer Twente in Enschede voor de vierde keer een cursus “Boerderij-onderzoek in Twente” plaats. Een aantal oud-cursisten werkt thans mee aan een “werkgroep boerderij-onderzoek in Twente”. Deze heeft een format samengesteld voor het invoeren van data. In het richterambt Delden heeft Henk Huiskes uit Vriezenveen van een aantal buurschappen de data ingevoerd. De overige leden van de werkgroep zijn bezig met buurschappan van andere richterambten. De leden van de werkgroep zijn momenteel: Gerda Voorthuis-Lefers te Delden, Johan Altena te Diepenheim,

Jan ter Heegde te Boekelo, Henk Huiskes te Vriezenveen, Jan Olde Kalter te Oldenzaal, Jan Tijman op Smeijers in de Lutte en Henk Woolderink te Borne. De werkgroep treedt tevens op als klankbord voor de resultaten. Het “Historisch boerderij-onderzoek in het richterambt Delden” is het 1e deel van een serie. Daarna hopen we de serie te vervolgen met de richterambten Ootmarsum, Oldenzaal, Enschede, Borne en Kedingen, alsmede de schoutambten Haaksbergen, Diepenheim en tenslotte de heerlijkheid Almelo. Het Twente vóór 1811 (inlijving bij het Franse Rijk van Napoleon) was vanaf de vroege middeleeuwen ingedeeld in

richterambten en schoutambten. De geografische grenzen van de richterambten en schoutambten zijn gelijk aan die van de kerkelijke parochies. Alleen het gericht Kedingen omvat meerdere parochies: Rijssen met de dochterkerk Wierden, alsmede Goor met de dochterkerk te Markelo. De richters waren in hun gebied belast met de lage rechtspraak: het plaatsel ijk bestuur (thans de burgemeester), het familierecht zoals voogdij etc. (thans de kantonrechter) en de vrijwillige rechtspraak zoals koopactes, hypotheken en testamenten (thans de notaris). De hoge rechtspraak voor halsmisdrijven was voorbehouden aan de drost van Twente en in de heerlijkheid Almelo aan de Heer van Almelo. Voorwaar dus een uitgebreid takenpakket.

Toch was dit takenpakket weer niet iedereen omvattend in het richterambt. Er waren ook andere rechtsprekende instanties en rechtskringen. De hofhorigen vielen onder het hofrecht en moesten voor hun recht naar de hun eigen hof, bijvoorbeeld de bisschoppelijke hoven te Delden en Wiene. En bezitters van leengoederen moesten voor rechtszaken als beleningen, verkopen en hypotheken naar hun eigen leenheer, bijvoorbeeld Overijssel, Almelo, Bentheim, Munster, Twickel. Tenslotte had ook de adel nog een eigen rechtskring: de Hoge Klaring in Zwolle.

De structuur van het boek. Twente is het land van de textiel en met een knipoog naar dit verleden zou dit boek vergeleken kunnen worden met een Twents stuk linnen, bestaande uit een schering en inslag. De schering is dan per boerderij de lange termijn geschiedenis: van vroege middeleeuwen tot circa 1850. In 1832 wordt het kadaster ingevoerd en dat vormt het scharnierpunt tussen de tijd ervoor en de tijd erna. Het minuut van het kadaster heeft, in ieder geval voor Twente, de tijd vóór 1800 prima geconserveerd en de

grote veranderingen in het bodemgebruik in Twente gebeuren pas na de verdeling van de marken circa 1850 en die ontwikkelingen zijn minutieus vastgelegd in het kadaster. Een uitzondering heb ik gemaakt voor het adellijk grootgrondbezit dat zich nog tot na 1850 voortzet. Veel boerderijen zijn thans nog steeds in het bezit van Huis Twickel en Huis Weldam.1) Dat is relevant om te weten in het kader van boerderij-onderzoek en die erven zijn aangegeven met >2000: tot na het jaar 2000. Daarbij is ook de aard van de boerderij in de loop der eeuwen aangegeven, alsmede de zeldzame keren

dat de aard van een boerderij wisselt van hofhorig naar allodiaal, hofhorig naar leen of van leen naar allodiaal. In de aard van de boerderij geldt echter in de regel een grote mate van continuïteit.

1 H. Woolderink, “Het tegenwoordige adellijke groot-grondbezit in Twente”, jaarboek Twente 1965, pag. 15-63.

Allodiaal: Dit is de oudste rechtsvorm van een boerderij die reeds van Germaanse oorsprong is. In tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, heeft Karel de Grote niet aan het begin gestaan van de allodiale goederen, want ze komen ook voor in andere landen onder Germaans recht, zoals het nog steeds bestaande odelsrett (Noorwegen) en aedelsrett (Zweden). In die landen is Karel de Grote nooit geweest. De odel, aedel, edel en adel is van oorsprong de vrije Germaanse boer die eigenaar is van de boerderij van zijn

familie. In de actes komen ze voor onder de beschrijving van vrije goederen, eigen goederen, edele goederen, of een combinatie van deze termen “vrij-edel-eigen goed”, “edel-vrij goed”. Gegevens over deze boerderijen zijn vooral te vinden in de gerichtsprotocollen van het richterambt. De ‘dagelijkse richter’ ging over de vrije mensen en vrije goederen. Hofhorig: Er is in ieder geval vanaf de middeleeuwen sprake van hofhorigheid en horigen. Dat slaat op de hofhorige boerderijen en hun hofhorige bewoners. Er is sprake van een twee eenheid: de boerderij en de

bewoners horen bij elkaar. Dat is wel eens in negatieve zin vertaald naar onvrije bewoners, die een soort half slaven zouden zijn.2) Maar je kunt met hetzelfde recht spreken van onvrije eigenaren. Ze konden hun hofhorige boerderijen wel verkopen, maar niet zonder dat de rechten van de bewoners (het hofhorig erf- en bouwrecht) mede overging en door de nieuwe eigenaar moesten worden geëerbiedigd. Hofhorige boeren waren dan ook niet beklagenswaardige mensen, maar veelal de rijkste en welvarendste boeren in de buurschap. In de middeleeuwen was de horigheid de meest gangbare exploitatievorm van de boerderijen in Twente, maar gaandeweg worden de boerderijen door met name kasteelheren en kloosters omgezet in

pachterven. Echter, bij de Domeinen en bijvoorbeeld Huis Ootmarsum, Huis Singraven en de Duitse kloosters Frenswegen en Metelen blijft de (hof)horigheid bestaan tot de einde omstreeks 1800. Dat is bij de betreffende erven vermeld en dat is in het kader van deze studie ook relevant, omdat gegevens over deze boerderijen hoofdzakelijk te vinden zijn in de hofboeken van de hoven en kloosters. Leengoed: Een derde categorie boerderijen heeft de status van leengoed. Het leenstelsel is ontstaan in de tijd van de Karolingische vorsten en heeft stand gehouden tot de Franse tijd. Omstreeks 1800 komt aan het leenstelsel (in ieder geval in Twente) een definitief einde. De leengoederen worden door de leenheer in leen

uitgegeven aan zijn leenmannen (vazallen) om in het levensonderhoud van hen en hun gezinnen te voorzien. In tijd van oorlog moeten de vazallen in wapenuitrusting komen opdraven om hun heer te steunen in de strijd. Gegevens over deze boerderijen zijn te vinden in de leenprotocollen van de diverse leenkamers. Naast de aard van het erve (allodiaal, (hof)horig of leen) worden ook voor zover bekend de eigenaren van

de boerderijen in de loop de eeuwen weergegeven. Daaronder volgen de tienden en uitgangen die op het

erve kunnen rusten. Tienden: Sinds de kerstening van Twente zijn de boerderijen belast met een kerkelijke belasting: de tiendheffing. 3) Ieder jaar moet de boer, als de oogst in garven op het land staat, de tiendheer waarschuwen en die heeft dan recht op het 1/10 deel van de oogst. Het was een zware belasting die gelijk stond met circa ¼ deel van de waarde van de boerderij. De tiendheer hoeft geen kosten te maken: hij ploegt niet, hij zaait niet, hij maait niet, maar bergt het graan wel in zijn schuur. Er bestaan allodiale tienden en leentienden. De

leentienden met hun leenkamer en de eigenaren worden zoveel mogelijk vermeld. Waar geen leen is vermeld, betreft het allodiale tienden, ofwel er is (nog) geen leenverband gevonden. Normaal worden de tienden in natura op het land geïnd bij het oogsten. Dit stuit vaak op praktische bezwaren. Bijvoorbeeld als de boer moest wachten met oogsten tot na de tiendheffing terwijl er onweer of ander onheil dreigt. Veel tienden zijn in de loop der eeuwen omgezet in sloptienden. Er wordt een vast

aantal mudden afgesproken die op een later tijdstip onder het slop op de deel van de boerderij in ontvangst wordt genomen door de tiendheer. Daarin schuilt weer een nieuw nadeel: bij een goede oogst krijgt de tiendheer te weinig en bij misoogst krijgt hij meer dan hem toekomt. Er zijn voorbeelden dat bij echte

misoogsten en onmacht van de boeren de tiendheren ook met minder genoegen namen. Uitgangen: Zijn kleinere lasten op het erve en zijn vaak ontstaan via schenkingen van de eigenaren, bijvoorbeeld aan kerkelijke instellingen (proosdijen, kapittels, vicaries en kloosters) als tegenprestatie voor de stichting van memories of jaargedachtenissen. Ook kunnen uitgangen het gevolg zijn van het feit dat eigenaren van een erve (tijdelijk) geld nodig hebben en daarvoor bijvoorbeeld 1 mud rogge als uitgang in de boerderij vestigen, totdat de schuld is terugbetaald. Sommige schulden zijn nooit meer ingelost en daardoor

2 W.H.J. Massink, “Hoorige Rechten in Twenthe”, proefschrift RU Leiden, Zwolle, 1927.

3 O.a. Henk Woolderink, “De Hof te Borne 1206-2006”, Heemkundevereniging Borne 2006, pag. 16-17.

zijn de uitgangen blijven bestaan totdat ze, soms vele eeuwen later, zijn afgekocht. Uitgangen moeten door de boer op een vaste dag in het jaar bij de rechthebbende worden afgeleverd. De brenger en zijn paard krijgen dan wel te eten en drinken voordat ze de terugreis aanvaarden. Miskoren: Een speciaal soort verplichting is het miskoren. Al ver voor de reformatie, waarschijnlijk vanaf het

ontstaan van de kerspelkerk, moeten de grote boeren binnen het gericht Delden 1 schepel rogge als miskoren betalen aan de kerk in Delden. 4) Hiervan kunnen de voorgangers (pastoors en na de reformatie dominees) van een levensonderhoud worden voorzien. Dat geldt ook voor andere functionarissen, zoals de koster, de voorzanger, de organist en de doodgraver. De verplichting rust op het huisperceel en aan de hand daarvan heb ik diverse huispercelen die in 1832 al onbebouwd zijn kunnen traceren. Ook zeggen de gegevens veel over de geschiedenis van een boerderij. Als een volle boerderij gedeeld is in twee halve erven dan zijn die beide belast met 2 spint rogge. De nog kleinere, veelal later gestichte boerderijen, worden

belast met stuivers en hoenders. Zowel het ontstaan als het einde van het miskoren verdient nog veel onderzoek, omdat het veel informatie kan opleveren over de ontwikkeling van de buurschappen. Tot zover de lange termijn geschiedenis, ofwel de schering van ons weefsel. Als inslag zijn drie momentopnamen gekozen die een momentopname zijn van de boerderijen in het gericht Delden: Het Schattingsregister van 1475

Als eerste referentie bij de boerderijen is ‘Het schattingsregister van Twente van 1475’ opgenomen. 5) Het handschrift bevindt zich in Staatsarchiv te Munster in Westfalen. De gegevens zijn ongewijzigd uit de publicatie van Hulshoff overgenomen. Voetnoten vermelden ook gegevens uit schattingsregisters van 1495 en 1499. Deze bevinden zich in het Gemeentearchief van Deventer. Voor zover ze relevante informatie over de Twentse boerderijen bevatten zijn die opgenomen. De schatting is een buitengewone belasting die door David van Bourgondië, bisschop van Utrecht en landsheer van Twente, wordt geheven als hij in bijzondere omstandigheden extra geld nodig heeft. Dit na

goedkeuring van Ridderschap en Steden. De hoofdregel is dat ieder volgewaard erve 2 schilt ofwel 3 gouden rijnse guldens moet bijdragen en iedere kathe 1 schilt ofwel 1½ gouden rijnse guldens. Het is echter een misvatting om het aantal gemelde boerderijen in de schattingsregisters als uitgangspunt te nemen voor het aantal gezinnen en inwoneraantallen van Twente, zoals bijvoorbeeld Slicher van Bath dat heeft gedaan. 6) Dat geldt tevens voor de velen die deze bron daarna gevolgd hebben. Er ontbreken nogal wat huizen en gezinnen en daarmee is het aantal inwoners rond 1500 in Twente vele keren groter dan op basis van de schattingsregisters wordt aangenomen. Vergelijkend onderzoek levert op

dat veel huizen anno 1500 niet in de schattingsregisters vermeld zijn. Alle huizen en boerderijen uit de vrije heerlijkheid Almelo (Stad en Richterambt Almelo en Vriezenveen) behoren niet tot de jurisdictie van de bisschop van Utrecht en ontbreken geheel. De heerlijkheid Diepenheim is sinds 1331 wel van de bisschop van Utrecht, maar heeft een eigen administratie. Zowel de huizen uit de stad Diepenheim als de erven uit Kerspel Diepenheim en Markvelde ontbreken geheel. Burgerhuizen in steden, dorpen en buurschappen in overig Twente zijn vrijgesteld van de schatting en worden niet vermeld. Toch hebben de stad Delden en het dorp Hengelo in 1475 al een aanzienlijke

hoeveelheid huizen en bewoners. Ook in de buurschappen zullen er enige burgerhuizen zijn geweest: schoolmeesters, herbergen en ambachtslieden. Al die huizen en hun bewoners worden niet vermeld. Maar daarmee zijn we er nog niet. De bisschoppelijke hoven en hun bodegoederen waren vrijgesteld van schatting. De richter van Delden heeft bijvoorbeeld de Hof te Delden (VPR 1413) niet in het register opgenomen, want die hoeft toch niet te betalen. De bodegoederen zijn wel vermeld, maar hoeven niet te betalen. De Twentse kloosters met hun bewoners komen we ook nergens in de schattingsregisters tegen, terwijl ze wel degelijk bestaan. Ook de riddermatigen mogen een boerderij vrijstellen van belastingen, dus ook voor

deze schatting. Het Huis Twickel (VPR 1432) is zo’n adellijke vrijing en wordt daarom niet vermeld. Het bestaan in 1475 is echter zeker. Dat geldt tevens voor het Huis Hengelo (VPR 1666A) dat in 1475 niet zelf genoemd wordt, alleen een bijbehorende herberg en lijftucht. Dan is er nog een familie Bruggink in Woolde, met adellijke wortels. Johan ter Bruggen deed in 1612 een verzoek om in de ridderschap verschreven te

4 HCO Zwolle, toegang 145 hypothecaire boekhouding, inv.nr. 496, Inschrijvingsregister kantoor Almelo,

deel IV acte nummers 290-322.

5 A.L. Hulshoff, “Het Schattingsregister van Twente van 1475”, Uitgave VORG, Zwolle 1953.

6 B.H. Slicher van Bath, “Een samenleving onder spanning”, Assen 1957, pagina 44 etc.

worden. Maar zijn verzoek wordt afgewezen, omdat hij onvoldoende adellijke kwartieren kan aantonen. 7) Het Overijsselse leenprotocol toont een familierelatie aan met Johan van Twickelo die zich in 1566 namens zijn neef Johan ter Bruggen laat belenen met het erve Geerdink in Woolde (VPR 1443). Hijzelf kan niet vanwege een verblijf in Lijfland (Oost Europa). 8) De familie ter Bruggen (Bruggink) is tot in de 19e eeuw in het bezit van 5 of 6 grote erven. Het stamhuis is het volgewaarde allodiale erve Bruggink in Woolde en die

zou aan de schatting moeten meebetalen, maar wordt blijkbaar als vrijing aangemerkt en niet opgeschreven (VPR 1457B). Volgens Germaans recht heeft iedere volgewaard erve het recht om een lijftuchtshuis op het erve te plaatsen. Er wordt in het schattingsregister een aantal lijftuchten genoemd, met daarbij de aantekening dat ze bij het hoofderve horen en daarmee voldaan hebben. Er mag echter aangenomen worden dat alle volgewaarde erven in 1475 een lijftucht hebben, maar die worden niet allemaal vermeld, omdat ze begrepen zijn in het hoofderve. Vaak hebben de hele grote erven ook nog wonersplaatsen en ook die zijn

niet vermeld. Dan zijn er verder nog ongewaarde katersteden die niet hoeven te betalen. Een mooi voorbeeld daarvan is het erve de Haar in Deldenerbroek (VPR 1596A). Die wordt niet vermeld in 1475 en 1601, maar komt reeds vanaf 1400 voor in de leenregisters van Overijssel. 9) Het uitgangspunt van Slicher van Bath, dat het aantal vermelde boerderijen de basis is voor het aantal huizen en inwoners, behoeft nuancering. Het door hem vermelde aantal is ongeveer 5 of 6 keer zo groot geweest. Hij heeft daarmee het vooroordeel van het lege Twente gevoed. Dat standpunt is echter niet

houdbaar. De Verpondingsregisters van 1601 en 1602 Deze verpondingsregisters bevinden zich in Zwolle. 10) Ze zijn getranscribeerd door een cursusgroep Oud-schrift van de Oudheidkamer Twente. 11) Ook deze registers geven een verre van compleet beeld van de huizen en hun bewoners rond 1600. De Tachtigjarige oorlog heeft zijn sporen in Twente achtergelaten. In de richterambten Ootmarsum en Oldenzaal zijn veel boerderijen verlaten en liggen woest. De soldaten van

koning Philips II worden genoemd als daders. Ze hebben het platteland afgestroopt naar hout, voedsel en roofgoed en hebben zo bijgedragen aan de verwoestingen. In 1601 proberen de Staten van Overijssel de belastingheffing via de verponding (grondbelasting) weer op te starten en moesten de boeren en bewoners van dorpen en steden opgave doen van hun landerijen. Voor iedere 2 mudden land moet 1 daalder (30 stuivers) betaald worden en voor 1 mud 15 stuivers. In tegenstelling tot Ootmarsum en Oldenzaal en omgeving zijn de erven in het richterambt Delden blijkbaar ongeschonden gebleven, in ieder geval kan de belastingheffing op de oude voet worden hervat. Een uitzondering daarop is het Dorp Hengelo, waar

vermeld wordt dat in de (boom)gaarden veelal verbrande bomen te vinden zijn. Een ander probleem steekt nu de kop op. De steden en adel beroepen zich op oude privileges die hun vrijdom van belasting garanderen. Gedeputeerde Staten van Overijssel willen daar evenwel niet van weten, zodat er schoorvoetend en mondjesmaat en gedeeltelijk aangifte volgde. Met de maten van de mudden is altijd al gerommeld. Als het areaal bouwland van een boerderij door ontginning of aankoop groter wordt, blijft de opgave van het aantal mudden steeds gelijk. Vandaar dat de mud bouwland in de loop van de eeuwen ook steeds groter wordt: van 24 aren, naar 28 aren, naar 32 aren en 40 aren.

Uit de verpondingsregisters blijkt dat de eigenaar van Huis Hengelo zijn havezate niet heeft aangegeven (VPR 1666A); alleen de opgave van zijn dorp Hengelo is bekend. Toch vindt men ook hierin geen compleet beeld van het aantal huizen en bewoners. Alleen degenen die land in gebruik hebben en dat hebben aangegeven staan vermeld, maar er zijn ongetwijfeld een aantal inwoners geweest die geen grond hebben gepacht of dat hebben verzwegen. Datzelfde geldt ook voor de inwoners van Delden: niet alles is aangegeven en niet alle inwoners hebben grond gehuurd. In de buurschap Woolde ontbreekt opnieuw het volgewaarde erve Bruggink (VPR 1457B en 1457C). Johan van Raesfelt tot Twickel wordt erop aangesproken dat hij geen opgave heeft gedaan bij de richter in Delden, maar dan blijkt dat hij reeds in

1600 zelf bij de Gedeputeerden aangifte heeft gedaan van Huis Twickel (VPR 1432) en zijn erven Wanink (VPR 1433) en Berghuis (VPR 1434). Deze gegevens worden vervolgens in het verpondingsregister opgenomen. Bij de opgave van de buurschap Deldener Es ontbreken echter een aantal oude gewaarde erven: Assink (VPR 1434A), Bellink en Sanderman (VPR 1434B), Bokdam (VPR 1434C), Jolink (VPR

7 A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De Havezaten van Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 18.

8 E.D. Eijken, “Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen”, Zwolle 1995, leen 283.

9 Idem, lenen 203 en 204.

10 HCO Zwolle, statenarchief, inv. nummers 2456 en 2457.

11 “Het Verpondingsregister van Twente van 1601”, Uitgave Vereniging Oudheidkamer Twente, Zwolle 1985.

1434D), Kamphuis (VPR 1434E), Kolhof (VPR 1434F), List (VPR 1434G), Brinke (VPR 1434H) en Nijland (VPR 1434J). Veel van deze erven moeten reeds in 1475 schatting betalen en vanaf de middeleeuwen miskoren aan de Kerk te Delden. De meeste van deze erven zijn in 1601 eigendom van Huis Hengelo en zijn in de verpondingsregisters kennelijk verzwegen. In dit document over Delden zijn de nummers uit de publicatie van de Oudheidkamer Twente overgenomen,

omdat deze nummering inmiddels veel gebruikt is in bronvermeldingen. De in 1601/1602 ontbrekende erven zijn genummerd met A, B, C et cetera. Uit deze publicatie zijn ook de teksten betreffende 1601 en 1602 overgenomen. Het Minuutplan van het Kadaster 1832 De referenties met de jaartallen 1953 en 1980, aangegeven door ‘plaatselijk deskundigen’ in de

Schattings- en Verpondingsregisters, zijn in deze studie niet gebruikt. Ze bevatten fouten die onderzoekers op het verkeerde been kunnen zetten. Een flink aantal boerderijen is in de 19e eeuw verdwenen en zijn een eeuw later in het veld niet meer te traceren. Ook hebben sommige erven een andere naam gekregen. Op de minuutplans van het kadaster 1832 en de bijbehorende oorspronkelijke aanwijzende tafels is 98 % van de oude Twentse erven moeiteloos aan te wijzen. 12) Veel boerderijen zijn op de kadastrale minuutplans vermeld met hun naam en andere namen blijken uit

de tenaamstelling in de kadastrale leggers, ofwel uit transport- en hypotheekaktes. Uit de belastbare waarde in de OAT’s en leggers van het kadaster zijn het hoofderve en de lijftucht en wonersplaatsen te herleiden. De erven zijn geschat in klasse 9, 8, 7 of lager tegen een belastbare waarde van ƒ 18,-- 24,-- 30,-- of hoger; de kleinere boerderijtjes zijn geschat in klasse 12, 11 of 10 tegen een belastbare waarde van ƒ 6,-- 9,-- of 12,--. In een enkel geval is van een boerderij die al voor 1832 werd afgebroken de huisplaats achterhaald met behulp van de verplichting om aan de Kerk miskoren te betalen. Die verplichting lag niet op de landerijen van het erve, maar op de huisplaats. Een mooi voorbeeld is het erve Kolhoop in Wiene (VPR

1540). Het wordt al genoemd in 1475 en 1601 en is al vóór de reformatie belast met miskoren aan de Kerk te Delden. Na onderzoek blijkt Kolhoop afgebroken circa 1820. Het erve is dan ook niet meer ingetekend op het minuutplan 1832. Uit een verkoop van enige landerijen uit het erve Kolhoop uit 1837 wordt o.a. verkocht “de kolhoopskamp, belast met een jaarlijkse uitgang aan de Oudste Predikant te Delden”. 13) Door in de registers de verkoper, de koper en de overschrijving van het perceel te volgen blijkt het te gaan om perceel sectie E nummer 591. Ondanks dat het huis is afgebroken, blijft het huisperceel belast met de uitgang van miskoren aan de Kerk.

In de loop van nog geen 10 jaar, tussen 1845 en 1854, worden de marken in de gemeente Ambt Delden verdeeld. De marke Azelo in 1845, de Grote Boerenmarke van Delden en half Oele in 1848, de marke Bentelo in 1851, de marke Hengevelde in 1852, de marke Weddehoen en Cotwijk (Wiene en Zeldam) in 1854. Na de markendelingen kunnen de grote wijzigingen in het landschap plaatsvinden: ontginningen tot cultuurgrond, bebossing en de bouw van nieuwe huizen en fabrieken. Deze ontwikkelingen zijn precies

vastgelegd door het kadaster en zijn dus prima te volgen. Hierdoor is het minuutplan van het kadaster het goede scharnierpunt tussen de nieuwe tijd en de oude situatie van vóór de markendelingen. De marken hebben een groot conserverend effect gehad op de inrichting van het platteland van Twente en ze hebben het oude, grotendeels al vanuit de middeleeuwen stammende, cultuurlandschap goed in stand gehouden. Zo blijkt dat de domeinkaarten uit 1778, maar ook andere kaarten zoals die van landgoed Twickel uit 1726, nagenoeg ongewijzigd kunnen worden teruggevonden op de kaarten van 1832. Alleen blijkt na de precieze opmeting van de percelen bouwland dat het areaal bouwland vele keren te klein is opgegeven bij de verponding en dat er flink grondbelasting is ontweken. Het aantal

12 “Kadastrale Atlas 1832 Ambt Delden en Stad Delden” Uitgave Stg. Kadastrale Atlas Overijssel, Zwolle 1994,

i.s.m. HCO Zwolle ook uitgegeven als digitaal bestand, waarin tevens de gemeente Hengelo, Zwolle 2012.

Originele bron: HCO Zwolle, toegang 145, hypothecaire boekhouding.

13 HCO, toegang 122, notarisarchief, inv.nummer 874, G. ter Horst te Delden, d.d. 13.01.1837.

mudden bouwland in 1601 blijkt neer te komen op het aantal hectaren bouwland in 1832, dus een mud geen 40 aren, maar 100 aren. Er kan in de tussentijd wel enig nieuw bouwland zijn bijgekomen, maar lang niet 2½ keer zoveel. De conserverende werking van de marken, maar ook de onvoldoende toename van stalmest zouden zo’n grote uitbreiding onmogelijk maken. Dit wordt bevestigd door de vergelijking van de grootte van ongewijzigde, ingeklemde percelen bouwland op de kaarten uit 1778

met die kaart van 1832. Het aantal mudden is stelselmatig te laag opgegeven. Tenslotte zijn bij diverse boerderijen gegevens opgenomen die te maken hebben met de hofhorige goederen in Twente: Het Hofrecht van Twente van 1546

Het recht dat gebruikt wordt op de hoven voor de verhouding tussen landsheer, hofmeijer en hofhorigen is al eeuwenlang mondeling gewoonterecht, als in 1546 de Twentse hofmeijers en oudste hofgenoten opdracht krijgen van de nieuwe landsheer Karel V om op de Hof Ootmarsum te verschijnen en het “Hofrecht van Twente” op te schrijven. Het Hofrecht bevat elementen die stammen uit het Germaans recht, zoals bijvoorbeeld de ondeelbaarheid van boerderijen en het lijftuchtsrecht. Deze elementen zijn niet exclusief voor het “Hofrecht”; ze komen bijvoorbeeld ook voor in het “Landrecht van Overijssel”. Op de bijeenkomst van 1546 zijn diverse inwoners uit het gericht Delden aanwezig. 14) Het betreft Herman Hofmeijer van

Delden (VPR 1413), met o.a. zijn hofgenoten Arend Rottink (VPR 1579), Hendrik ten Semminkrot (VPR 1593) en Jorden Immink (VPR 1585). Johan Hofmeijer te Weddehoen (VPR 1576) laat zich vergezellen door Wolter ter Welberg (VPR 1598) en Berend ten Stokkentreef (VPR 1568). Deze aanwezigheid is bij de betreffende erven als referentie vermeld. De Domeinkaarten van 1778 Het dreigement van de Staten van Overijssel om alle erven te laten opmeten om een eind te maken aan de

voortdurende ontwijking van de grondbelasting is nooit uitgevoerd. Wel zijn de Domeinerven in Twente door landmeters opgemeten. 15) Blijkens hun kostendeclaraties is dat omstreeks 1778 gebeurd. Op de kaarten zijn de percelen bouwland, hooiland, wilde grond en bos opgemeten en in een legenda samen met de veldnamen vermeld. Lang niet alle Domeinkaarten zijn bewaard gebleven en soms duikt er een onbekende kaart op in particulier bezit. In het gericht Delden betreft het: erve Vrielink (VPR 1486) in het archief Twickel te Delden en erve Scholte Oosterhof (VPR 1537) op de boerderij zelf. Omdat het zulke goede en mooie bronnen zijn, zijn ze bij de betreffende boerderij als referentie vermeld:

VPR 1413 Hofmeyerserve Delden HCO kaarteninventaris nr. 1241 VPR 1431 Oink Deldener Es HCO kaarteninventaris nr. 1268 VPR 1461 de Beeke Bentelo HCO kaarteninventaris nr. 1247 VPR 1486 Vrielink Beckum Huisarchief Twickel Delden VPR 1493 Laarhuis Beckum HCO kaarteninventaris nr. 1308 VPR 1534 Bloemendaal Weddehoen HCO kaarteninventaris nr. 1248

VPR 1537 de Scholte te Winen (Wiene) Huisarchief Scholte Oosterhof Wiene VPR 1538 de Horst Weddehoen HCO kaarteninventaris nr. 1249 VPR 1560 Wonink Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1325 VPR 1561 Spenkelink Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1321 VPR 1565 Zeldam Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1326 VPR 1566 Spekreise Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1320 VPR 1567 Hagreise Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1319 VPR 1568 Stokkentreef Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1322

VPR 1573 Waanink de Bode Zeldam HCO kaarteninventaris nr. 1323 VPR 1585 Immink Delderbroek HCO kaarteninventaris nr. 1242 VPR 1589 de Horst Delderbroek HCO kaarteninventaris nr. 1300 VPR 1591 Altink Delderbroek HCO kaarteninventaris nr. 1240 VPR 1598 Welberg Delderbroek HCO kaarteninventaris nr. 1324 Een bijdrage aan de cultuurhistorische beschrijving van de vroegste ontstaansgeschiedenis.

14 H. Woolderink, “De Hof te Borne”, Borne, 2006, pag. 50, 51 e.v.

15 HCO Zwolle, Collectie Domeinkaarten, inventarisnummers 1240~1326.

Vele decennia werd geschiedenisstudie gekenmerkt door een nadruk op geschreven bronnen. Alles wat niet berustte op documenten was eigenlijk niet wetenschappelijk en werd ontkend of weggeredeneerd. Momenteel is zo’n standpunt niet meer houdbaar. Allereerst zijn er de afgelopen jaren door archeologisch onderzoek nieuwe gegevens over vroegere tijden boven de grond gekomen, die geleid

hebben tot nieuwe gezichtspunten en correcties van vroegere standpunten. Daarnaast zijn er met name in Oost-Nederland flinke stappen te maken door, in wisselwerking met geschreven bronnen en archeologische bevindingen, gebruik te maken van Germaans recht, Germaanse mythologie, middeleeuws kerkelijk recht en gebruiken, volksgebruiken, overleveringen, sagen, et cetera. Met behulp daarmee wordt hierna getracht een cultuurhistorische beschrijving te geven omtrent de vroegere ontstaansgeschiedenis van het gericht Delden.

Alle steden en dorpen in Twente met hun kerken zijn gebouwd op een oude hof. Deze hebben als voorgangers Germaanse sala’s gehad: heel grote huizen (40 tot 80 meter lang) op strategisch goed te verdedigen plekken. Daar was alles onder één dak: de woonvertrekken voor de bewoners, hun veestallen, wagenstalling en er zijn ook sacrale ruimten waar Germaanse erediensten plaatsvinden. Na de klimaatsverandering omstreeks het jaar 1000 (het boreaal) wordt het klimaat warmer en droger. De sala’s worden als hoven herbouwd op wat lager gelegen plekken en hebben dan ook bijgebouwen voor opslagruimte en wagenschuren. De hoven zijn ook bestuurscentra voor hun omgeving: daar wordt

markerecht en hofrecht gesproken en in de beginperiode ook vormen van buurtrecht en strafrecht. In de tijd van de kerstening hebben de missionarissen hun kerken gebouwd op plekken waar de mensen gewend zijn om hun sacrale bijeenkomsten te houden, namelijk de sala’s, later hoven. Door de bouw van Christelijke kerken is er aldaar tevens geen plek meer voor Germaanse erediensten. Vandaar ook de stelling dat in Twente alle steden en dorpen gebouwd zijn op een oude Germaanse hof die op het moment van de kerstening al eeuwenlang bestaat. Het omgekeerde van de stelling is niet waar: niet op iedere hof is een stad of dorp ontstaan en een kerk gebouwd. Daarvoor waren er teveel hoven.

De stad Delden is ontstaan op de Münsterse Grekerinkhof. In het richterambt ligt één stedelijke bewoningskern, namelijk Delden. Het ontstaan daarvan is voor mij jarenlang een raadsel geweest. In de omgeving van Delden wordt de bisschoppelijke Hof van Delden aangetroffen (VPR 1413). In tegenstelling tot de andere bisschoppelijke hoven in Twente heb ik nooit een direct verband met het ontstaan van de stad Delden kunnen vinden. Het landbouwareaal van de Hof Delden reikt niet tot aan de stad en ook het erfmarkerichterschap van de marke Delden heeft

nimmer op de Hof Delden berust. Er is al eerder een verband gelegd met Paderborn waar zich net als in Delden ook relikwieën van de H. Blasius bevinden. 16) Mijn jongste spoor leidt ook naar Duitsland, met name naar Münster. St. Liudger (Ludgerus), een Fries geboren in de buurt van de toenmalige Friese hoofdstad Utrecht, heeft de laatste decennia van de 8e eeuw gemissioneerd in Oost-Nederland en daar veel goederen voor de kerk verkregen. Hij wordt in 804 de eerste bisschop van het nieuw gestichte bisdom Münster. Het bisdom Münster blijkt nadien eigenaar van de Grekerinkhof (VPR 2960). Alzo liggen de stad Delden en de kerk te Delden op land van de

Munsterste Grekerinkhof. Bij een hof horen ook bodegoederen. In de onmiddel lijke omgeving liggen een tweetal bodegoederen die niet bij de Hof te Delden horen: erve Rannink (VPR 3002) wordt in 1495 een bodegoed genoemd en erve Groot Pierik (Oelerinkhof) (VPR 1427) wordt in 1475 een bodegoed genoemd en komt nog tot 1805 voor als Münsters leengoed. 17) De Grekerinkhof is in 1601 het eigendom van Herman Ripperda tot Huis Boekelo. Vanaf 1605 is hij door aankoop tevens eigenaar van Huis Hengelo. De Grekerinkshof is in 1601 niet meer met een boerderij bebouwd en de landerijen zijn in vele percelen verpacht aan burgers van Delden. Omdat er geen huis meer is voor het houden van markenvergaderingen of holtingen is het erfmarkerichterschap van Delden

blijkbaar inmiddels verplaatst naar het erve Ottenhof te Deldener Esch (VPR 1420), ook een eigendom van Herman Ripperda. In 1682 worden de Grekerinkhof, Groot Pierik, Ottenhof met het erfmarkerichterschap van Delden en vele andere goederen door de erven Ripperda overgedragen aan Huis Twickel. 18) Het dorp Hengelo.

16 L.A. Stroink, “Stad en land van Twente”, Hengelo 1962, pag. 127.

17 Staatsarchiv Münster, Fürstentum Münster, Kabinetsregistratur, inv. nr. 1317, pag. 12.

18 A.J. Brunt, “Inventaris van het huisarchief Twickel”, Zwolle/Delden 1993, inv. nr. 3255.

In het gericht Delden bevindt zich tevens het dorp Hengelo. Het dorp Hengelo is ontstaan op de Hof te Woolde, later uitgegroeid tot het adellijke Huis Hengelo. De bewoners van het dorp Hengelo wonen in tuinen van het Huis Hengelo en hebben daarop een huis gebouwd. De inwoners van het dorp zijn verplicht jaarlijkse uitgangen te betalen en diensten te verrichten aan hun heer. De Hof te Woolde was

ook een sacraal centrum getuige de kapel die eeuwenlang naast het Huis Hengelo heeft gestaan en die later is uitgegroeid tot de St. Lambertuskerk. Aan de Hof te Woolde is het erfmarkenrichterschap van de marke Woolde verbonden en tevens was de heer van Hengelo erfmarkenrichter in de marken Groot Driene, Klein Driene en Oele. Invloeden van de stad Goor.

In het westelijk deel van het richterambt Delden blijken invloeden van de Stad Goor, gelegen in het richterambt Kedingen. De stad is ontstaan op grond van de Hof Goor en de inwoners wonen op tuinen van de hof. Ze moeten daarvoor jaarlijks eieruitgangen betalen op Paaszaterdag na het luiden van de klok. Om 12 uur ’s middags worden de klokken geluid als teken dat de Vasten voorbij is. 19) De Hof Goor is lange tijd erfmarkenrichter van de marke Kerspel Goor geweest en er heeft een kerk op ’t Schilt gestaan. Ook wordt op de Hof Goor hofrecht gesproken. Naast een aantal hofhorige erven in Kerspel Goor behoren onder de hof Goor een viertal hofhorige boerderijen in het gericht Delden. Allereerst is er

de Scholten Oosterhof te Wiene (VPR 1537), een zeer grote boerderij die evenals andere bisschoppelijke hoven in 1385 hofzwijnen moest betalen. Het hoorde toen al onder de Hof Goor en had geen eigen hofkring (meer). Verder zijn de erven Bekke te Bentelo (VPR 1461), Bloemendaal (VPR 1534) en Horst te Wiene (VPR 1538) hofhorig in de Hof Goor. Tevens bezit de hofmeijer van Goor als privé-bezit het erve Nijhuis te Wiene (VPR 1556). De Kerk Goor bezit eeuwenlang het erve Konink te Hengevelde (VPR 1603) en de Stad Goor bezit het erve Oonk in Hengevelde (VPR 1607). De inwoners van de stad Goor kunnen op het zogenaamde Zeldammer- of Goorse Broek ‘mede te

water en weide gaan’. Ze hebben dus weiderechten in een deel van de marke Wiene-Zeldam. Daar zijn in het verleden al vele moeilijkheden over geweest, die in 1532 met een compromis zijn afgesloten. Als in 1854 de verdeling van de marke in uitvoering is moeten de weiderechten van de stad Goor eerst geregeld worden. In een onderhandse acte verdelen Baron van Twickel, als erfmarkenrichter van de marke ‘Weddehoen en Cotwyk’ en de Gemeenteraad van de Stad Goor het voornoemde broek, waarbij de Stad Goor ¼ deel krijgt (74 hectare) en de marke Wiene-Zeldam ¾ deel (232 hectare). 20)

De bisschoppelijke hoven te Delden en Wiene. De bisschop van Utrecht heeft de landsheerlijke macht in Twente onder anderen verworven door de verovering, aankoop en ruiling van hoven met hun onderhorige erven en veelal markerichterschappen. In de regel is dat één hoofdhof per kerspel/richterambt. Het is merkwaardig dat de bisschop van Utrecht in het richterambt Delden in het bezit is van twee hoven. Hoe hij deze hoven verworven heeft is grotendeels in nevelen gehuld. Het ziet ernaar uit dat ze als twee afzonderlijke complexen verkregen

zijn van verschillende machthebbers. De Hof Delden heeft 20 onderhorige boerderijen gelegen in: Deldener Esch (3): De Hof Delden, Brinkkate en Klein Pierik. (VPR 1413, 1414 en 1426) Deldenerbroek (5): Siemerink, Rottink, Immink, Altink en Semmekrot (VPR 1578, 1579, 1585,

1591 en 1593) Gericht Borne (2): Joostink in Zenderen en Middendorp in Hertme. Gericht Enschede (4): Zegelink en Hulswick in Esmarke, Smedink en Beernink in Groot Driene.

Gericht Kedingen (5): Weernink in Stad Rijssen, Woolderink in Rectum, Staman in Wierden, Assink in IJpelo en Ovink in Markelo. Gericht Hellendoorn (1): Middendorp in Ehlen. De Hof Wiene heeft 21 onderhorige boerderijen gelegen in: Wiene (3): Hof Weddehoen, Nijhuis en Weernink (VPR 1576, 1556 en 1573) Zeldam (11): Koebrugge, Mentink, Assink, Wanink, Spenkelink, Volkerink, Zeldam,

19 HCO Zwolle, toegang 122 notarisarchief inv. nr. 1415, W. Jalink te Goor, d.d. 22.11.1838 en 20.12.1838.

20 HCO Zwolle, toegang 145 hypothecaire boekhouding, kantoor Almelo Overschrijvingsregister 86, acte 1.

Spekreis, Hagreis, Stokkentreef, Dijkert, (VPR 1555, 1558-1562, 1565-1568, 1568A)

Deldenerbroek (1): Welberg (VPR 1598) Gericht Haaksbergen (3): Rikkerink en Eeftink in Boekelo en Boink in Eppenzolder. Gericht Kedingen (3): De Keurst in IJpelo, Groot Wierse in Herike en Bode in Markelo.

Wat hierin opvalt is de grote geografische spreiding van de erven onder de beide hoven. Toen de bisschop van Utrecht meerdere hoven in Twente verkreeg, is er geen sprake geweest van reorganisatie van de erven. Die bleven bij hun eigen hofkring. Een mooi voorbeeld is het erve Misdorp in Hertme, die ‘onder de rook’ van de Hof Borne ligt, maar altijd tot de Hof Delden is blijven behoren. Het goederenbezit van de bisschoppelijke hoven in Twente geeft dan ook zeer oude hofkringen weer van oorspronkelijk andere bezitters. Opmerkelijk is het geringe aantal erven in dezelfde buurschap als de

Hof. Bij de Hof Delden 3 in de Deldener Esch en bij de Hof Wiene 3 in de buurschap Wiene. Opmerkelijk is tevens het grote aantal erven in de broekgebieden, die pas na de klimaatverandering rond het jaar 1000 (droger en warmer) ontgonnen zijn. De toenmalige machthebbers (onder anderen de bisschop van Utrecht) hebben hun goederenbezit enorm zien toenemen door ontginning. De Hof Delden krijgt uitbreiding met vijf boerderijen in Deldenerbroek. De Hof Wiene krijgt uitbreiding met elf boerderijen in het broekgebied Zeldam en één in Deldenerbroek. De overige hofhorige boerderijen onder de hoven Delden en Wiene bevinden zich allen in oude es- en kampgebieden.

De andere hoven in het gericht Delden. Er zijn nog andere hoven in het gericht Delden met een interessant verhaal. Allereerst is er de Nijhof of Hof te Walde in Woolde. (VPR 1440). 21) Dit is de hoofdhof van het Kapittel

van St. Mauritius te Münster. Naast de Grekerinkshof in Delden van het Domkapittel te Münster is dit een tweede hof die op invloed vanuit Duitsland wijst. Onder de Nijhof behoren de erven Buren in Woolde, Noordink te Almelo, Gierveld in Wierden en Oosterhof in Rijssen. In latere tijden zijn deze goederen

omgezet in leengoederen en tijnsgoederen. Ook het verhaal van de Hof te Azelo is bijzonder. Dit is één van de hoven waarop nooit een kerk is

gebouwd, maar die wel genoemd is naar de Germaanse goden, de asen. Die wonen in Asgoard, het rijk van de goden, waar ook de mannen naartoe gaan die gesneuveld zijn in de strijd. De plek wordt kennelijk op de Hof Azelo gesitueerd. De gewone stervelingen gaan naar Hellegoard, het onderaardse geestenrijk waar het ook goed toeven is. Hiervoor heeft men blijkbaar ook een fysieke plek in de

buurschap. In een lager gedeelte van de Azeleresch treffen we enkele percelen land aan met de namen ‘heilgeloo’ en ‘heilig loo’ (kadaster sectie B 205 en 206). Dankzij andere veldnamen zijn er aanwijzingen van een borg op landerijen behorende bij de Hof Azelo en die duiden op hun beurt op een van oorsprong verdedigbare plek (kadaster sectie B 260 (voorste bergte), B 275 (middelste bergte) en B 276 (achterste bergte). 22) Mogelijk kan archeologisch onderzoek hier uitsluitsel brengen. De Hof te Azelo is ook een centrum voor bestuur door het daarop van oorsprong rustende erfmarkerichterschap van de marke Azelo. Een deel van het verhaal blijkt uit het archief van Huis

Twickel. 23) en een ander deel uit het archief van het Richterambt Delden. 24) De familie van Rhede tot Brandtlecht bezit in de 17e eeuw in de buurschap Azelo de Hof te Azelo (VPR 1496), het erfmarkerichterschap van Azelo en het erve Zegger (VPR 1503). Op 20 oktober 1654 komt het tot een scheiding van de vaderlijke boedel tussen de vier broers van Rhede, waarbij Adolph Frederik van Rhede, ridder van Maltha o.a. de goederen in Azelo krijgt toebedeeld en waarbij wordt vastgelegd dat bij verkoop de oudste broer Joan Henrick van Rhede tot Brandtlicht het recht heeft om de goederen te naasten tegen de verkoopprijs. In augustus 1657 blijkt dat het erve Zegger en het markerichterschap van Azelo zijn verkocht aan jonker Rammelman op Huis

Dubbelink. Joan Henrick maakt gebruik van ‘zijn recht tot nadercoop’ en deelt dat aan zijn broer Adolph Frederik mee, alsmede aan jonker Rammelman met de eis zich niet met deze goederen te bemoeien of zich iets aan te matigen. De uitvoering van de boedeldeling leidt tot diverse geschillen, die worden beëindigd met een compromis in maart 1663. Het blijkt dat twee van de broers Adolph Frederik, ridder van Maltha en Joan Plechelm, domheer te Münster, alsmede de moeder inmiddels zijn overleden,

21 Staatsarchiv Münster: St Mauritz, Münster, Akten Repertorium A nr. 155/2.

22 A.J. Brunt, ‘Huisarchief Twickel’, inv. nr. 2459/3 en 2563/2.

23 A.J. Brunt, ‘Huisarchief Twickel’, inv. nr. 3809.

24 HCO Zwolle, toegang 46.1 en 46.2, archief richterambt Delden, inv. nr. 44.

zodat hun nalatenschappen ook kunnen worden geregeld tussen de twee nog levende broers, Joan Henrick van Rhede tot Brandtlecht en Joachim Adriaen van Rhede tot Holte. Op 27 maart 1664 belooft Joan Henrick aan zijn broer 12.000 rijksdaalders te betalen en 200 rijksdaalders vrij geld. De 1e helft moet betaald worden op martini 1664 en de 2e helft op martini 1665. Joan Henrick blijft echter in

gebreke met de betaling. Zijn laatste broer Joachim Adriaen blijkt inmiddels ook overleden. Margarieta van Kobolt, vrouwe tot Holte, weduwe Joachim Adriaen van Rhede verzoekt vervolgens mede namens haar kinderen in het najaar 1666 beslag te leggen op alle goederen van Joan Henrick van Rhede. Bij de richter van Oldenzaal betreffende de erven Schultenhoff, Fleer, Hakenberg, ..eimert en Gaem, bij de richter van Kedingen de erven Berkel, Bevervoorde, IJpelo, Keppelink en beide Aalvink en bij de richter van Delden de erven Fluttert in Hengevelde en Zegger in Azelo. In 1668 na vele zittingen wordt advies ingewonnen bij twee rechtsgeleerden binnen Deventer die adviseren de verzoeken van de weduwe af te wijzen. Tenslotte kan na lang wachten op 1 november 1668 het erfmarkerichterschap van Azelo door

Joan Hendrik van Rhede voor de richter van Delden worden overgedragen aan Adolph Hendrik van Raesfelt tot Twickelo. Deze oefent vanaf dat moment de functie van erfmarkerichter van de marke Azelo uit. In deze transportacte wordt het erve Zegger niet vermeld; dat erve is nimmer eigendom van Huis Twickel geweest. Er zijn nog meer hoven in het gericht Delden, maar de vroegste geschiedenis ligt vaak in nevelen gehuld. Er kan nog veel onderzoek plaatsvinden. Zo zijn er de al genoemde Oosterhof te Wiene en het

daarnaast gelegen Zuidhof. Ook in Zeldam ligt nog een Sythof (=Zuidhof). Bentelo heeft zijn Hof te Bentelo, Oele zijn Hof te Oele et cetera. Tenslotte Deze publicatie wil de onderzoeker archieven en publicaties aanreiken waarin verder onderzoek kan plaatsvinden over de boerderijen in het richterambt Delden, waarvan het bestaan teruggaat tot in de

(vroege) middeleeuwen. Die hebben mede aan de wieg gestaan van de vorming van het landschap en de samenleving op het platteland. Hoewel er veel sporen worden aangereikt is deze publicatie bij lange na niet uitputtend. Er is nog zeer veel te onderzoeken en de gegevens kunnen in deze publicatie worden ingevoegd zodat er steeds beter instrument voor onderzoek ontstaat. In dit boek worden veel vragen beantwoord, maar zoals dat gaat, deze geven weer aanleiding tot nog meer nieuwe vragen. Ik hoop dat dit boek niet beoordeeld wordt op de leemtes die erin zitten, maar op de sporen naar verder onderzoek. Daarmee wens ik (nieuwe) onderzoekers veel succes en ik zie de resultaten met veel belangstelling tegemoet.

RICHTERAMBT DELDEN

DELDENER ES

1413 Hof van Delden / Hofmeijer /

landsheerlijke hoofdhof <1385-1800

hofh. Hof Delden <1385-1829

eig. de bewoners zelf 1829-1868

eig. Huis Twickel vanaf 1868

huis afgebrand /niet herbouwd in 1936

sloptiende 8,25 mud rogge aan Kapittel Deventer 1294-1820

sloptiende 2 mud rogge leen Overijssel <1394-1693

aan Huis Weemselo <1395-1693

sloptiende 2 mud rogge leen Overijssel <1394-1801

achterleen Huis Twickel 1396-1801

aan Huis Hengelo 1546-1597

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Niet genoemd, want de landsheerlijke hoven waren vrij van schatting.

1546 Herman Hofmeijer toe Delden aanwezig bij het opschrijven van “Hofrecht van Twente”.

1601 Des meyers hoff by den Deldener Esch, toebehoerende offte weesende een heeren guett,

is groett achtien offte negenthien mudde geseys, gifft den heeren jaerlicx tyn mudde

roggen, noch toe sloptende acht mudde roggen unde een schepell, soe die heeren van 't

capittel van Deventer bueren, noch an Herman van Hoevel twee mudde tenden. 9 – 15

– 0.

1602 Hof Delden, 8 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Hofmeijers erve te Delden”, HCO, kaarteninventaris nummer 1241.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie I nummer 153.

1414 erve Brinkkate (bodegoed)




erve opgeheven in 1857

miskoren 2 spint rogge en 3 stuiv. aan voorgangers Delden <1500>1813

1475 Brinchus, boedeguet. (Betaalt niet, want bodegoederen zijn vrij van schatting).

1601 Brinckotte, weesende een bodde guett, toebehoerende den heeren, is groet van gesey

drie mudde ongefeerlick, gifft den heeren ter pacht neegen penninghe. 1 – 15 – 0.

1602 Brinckotte, 3 mudden geseys.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie B nummer 452.

1414 erve Brinkkate


eig. Huis Twickel 1698>2000

miskoren 2 spint rogge en 3 stuiv. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 1601 en 1602 zie hiervoor (nummer 1414).


1415 erve ter Brake / Goelker braak /

eig. Huis Boekelo 1601

1601 Berent ter Braeck by den Deldener Essch, gehieten die Goelker Braeck, is groet ongefeerlick

van vyff mudde landes ende is een kaette, toebehoerende Hermen Ripperda, unde gifft jaerlicx

soeven mudde koerens, halff roggen ende halff boeckweyten. 2 – 15 – 0.

1602 Berndt ter Braicke, 3 mudden geseys.


1416 erve Hegerse Hoeve / Heege / Hegink /

tienden eig. Kapittel Oldenzaal <1500-1805

eig. Gerrit ter Meulen vanaf 1805 uitgang 4 molder rogge

en smalle tienden

leen Overijssel 1408-1801

aan fam. van Graas 1408-1504 aan Huis Twickel vanaf 1504 sloptiende 3½ schepel rogge aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805

aan fam. ten Bruggencate vanaf 1805

miskoren 2 spint rogge en 3 stuiv. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Hoghe, wete nicht wer gewart off nicht gewart, 2 s(chilt).

1495 Die Heghe, 1 s(chilt), pauper.

1601 Tyes ten Heeger, gifft die garven van syn erve, hefft die van synen heerschop Willem op

den Oerdt toe Zutphen gedinget, desse andre jaeren, voer twintich daeler, mer wette nu

meer niet waer mett hie betaelen, henferner sal connen. Van de groete averst en weet die

frouwe niet van, overmits affweesen hoeres mans, die toe Rynberq gevangen sidtt, voer

die gemeente. (Later toegevoegd: “Werdt nae het olde register by provisie gestelt up 7

mudde”.) 3 – 15 – 0.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst sectie H nummers 533, 525 en 510.

1417 erve Elbertink / Elbert /

leen Huis Bronkhorst <1611-1801 eig. Huis Twickel 1611>2000

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813

1475 Elberting, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Elbertinck, toebehoerende den van Raesfelt, is groett omtrent dertien mudde landes

hoege ende leege, noch twee dachmael hoeylandes. Des wortt het gebouwet, offte gifft

die garve. 6 – 15 – 0.

1602 Elbertinck, 12 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.


1418 erve Leusink

allodiaal erve

eig. de bewoners zelf vanaf <1601

tienden leen Overijssel <1379-1800

eig. Huis Weldam 1556-1674

eig. Huis Backenhagen 1674-1712

eig. de bewoners zelf vanaf 1712

miskoren 2 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Luezing, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Loesinck, toebehoerende Roloff Eggertinck und Loesinck selvest, is groett ongefeerlich

van sess mudde landes offte geseys, noch drie dachmael hoeylandes, gifft ter pacht twelff

goltgulden, noch den tenden groff ende small an die erffg(enamen) van zaelige Johan

Ripperda, op 't Weldam by Goer. 3 – 0 – 0.

1602 Loissinck, 6 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1419 erve (Groot) Hobbelink

leen Overijssel <1400-1683 eig. Huis Twickel 1653>2000 tienden eig. Kapittel Deventer 1294-1820 eig. Huis Twickel vanaf 1820

miskoren 3 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1813

1475 Hubbelding, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Beyde Hubbelinck is een erve, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Dederich

van Linteloe, is groet ongefeerlich van viertien mudde geseys, noch vier dachmael

hoeylandes, gifft jaerlicx onder hem beyden meyeren viertich daler, noch den tenden groff

und small, tobehoerende den capittel binnen Deventer. 7 – 0 – 0.

1602 Hubbelinck, 14 mudden geseys, 4 dachmall hoylandt.


1419 erve (Klein) Hobbelink

leen Overijssel <1400-1683


tienden eig. Kapittel Deventer 1294-1820


miskoren 3 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 1601 en 1602 zie Groot Hobbelink hiervoor (nummer 1419).


1419 erve Wengele

afsplitsing van erve Hobbelink in 1663

leen Overijssel 1663-1801 eig. Huis Twickel 1746>2000 1475 Wengelen, lyfftucht, behoirt in Hubbelding zeget de richter, lifftucht.

1601 en 1602 zie Groot Hobbelink hiervoor (nummer 1419).


1420 erve (Groot) Ottenhof

erfmarkerichter marke Delden

allodiaal erve

eig. Huis Boekelo / Hengelo <1601-1682




uitgang 4 molder rogge leen Overijssel <1395-1670 eig. Huis Weldam 1549-1670

eig. Huis Hengelo vanaf 1670

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Ottenhoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Ottenhoff, toebehoerende Herman Ripperda, is groet van omtrent thyn mudde landes und

noch twee dachmael hoeylandes, gifft ter pacht twelff mudde koerens week ende hart,

noch den tenden groff ende small an de heeren van 't capittel binnen Deventer.

5 – 0 – 0.

1602 Ottenhoff, 10 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.


1420 erve (Klein) Ottenhof


eig. Huis Twickel <1748-1892

huis is afgebroken in 1892


eig. Huis Twickel vanaf 1820 1475 1601 en 1602 zie erve Groot Ottenhof hiervoor (nummer 1420).

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie .

1421 erve Mollink / Noordmolen /

allodiaal erve

eig. Huis Weldam <1601-1623

eig. Huis Hengelo 1623-1682



eig. Huis Weemselo <1379-1693

sloptiende 1 mud rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500<1600


1475 Nortmole, seghet sy en kathe, twivel, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Mollinck, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Eggerich Ripperda, drost (van

Salland), is groet ongefeerlick van twaelf mudde geseys, hoege ende leege, waerop geen

meyer en woent, sonder die pachten die creditoeren ontfangen. 6 – 0 – 0.

1602 Beide Mollinck, 12 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden: Noordmolen sectie B nummer 425,

Mullink sectie B nummer 439 en Olijslager sectie B nummer 423.

1422 erve Voortman

allodiaal erve tot 1753






1601 Voerde, weesende een kotte, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Eggerich

Ripperda, drost (van Salland), is ongefeerlick van vierdehalff mudde landes, waervan die

opcompsten die creditoeren genieten. 1 – 22 – 8.


1423 erve Wyverkate




eig. Huis Twickel 1682-1933


sloptiende 4 mud gerst aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Wiverkote, gewart erve, 2 s(chilt), my bet(aalt) 1 olden schilt, penden, d.

1601 Wyverkatte, toebehoerich den erffgenaemen van den zaeligen drosten van Sallandt, is

omtrent groet neegen mudde geseys, hoech ende leeges landes. Noch twee dachmael

hoeylandes waerop geen huis, noch meyer en woent, dar die creditoeren die fruchten

daervan genieten. 4 – 15 – 0.

1602 Wyverkotte, 9 mudden geseys.


1424 erve Averink







eig. fam. van Graas <1379-1504



1475 Overing, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1499 Averyng, 1 s(chilt), pauper.

1601 Overinck, toebehoerich den erffgenaemen van den zaelige drosten van Sallandt, waerop

geen meyer, noch woeninge en is, is ongeveerlich groett acht mudde geseys, hoege offte

leege, noch een dachmael hoeylandes offte grasmeyens, datwelcke die creditoeren

jaerlicx genieten. 4 – 0 – 0.

1602 Overinck, 8 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie B nummers 511 en 514.

1425 erve Braker / Wolberiger braak / Hove ter Braak /


½ eig. Huis Twickel 1435


eig. Huis Twickel 1682>2000 1495 Wolbertherbraeck, 1 s(chilt).

1499 Wolberriger braeck, 1 s(chilt), pauper.

1499 Wolbergerbraeck, woeste.

1601 Wolberich Braeck, toebehoerich Ripperda, drost (van Salland), is groet ongeveerlick van

soeven mudde landes, waerop geen meyer, noch woeninge en is, sonder die creditoeren

die opcompsten daer van genieten. 3 – 15 – 0.

1602 Wolberiger Braick, 7 mudden geseys.


1426 erve Klein Pierik / Baa / (bodegoed)



sloptiende 2 mud rogge aan Huis Twickel <1601>1812 1475 Zie erve Groot Pierik (nummer 1427).

1601 Lutke Pierick, anders dat Baedeguett genant, gehoerende in de Welberch, daervan die

meyer nu gebruecket derdehalff mudde landes unde moet an die erffgenaemen van

zaelige Goesen van Raesfelt betaelen derdehalff mudde koerens sloptende. 1 – 7 – 8.

1602 Kleine Pierick badeguedt, 2½ mudden geseys.


1427 erve Groot Pierik / Oelerinkhof /

leen Munster <1373-1805

eig. Johan van Weleveld <1601-1608





eig. Steven Rammelman 1697


sloptiende 6 schepel rogge

en 8 schepel gerst

aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805

aan Huis Twickel vanaf 1805

miskoren 2 spint rogge en 3 stuiv. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Peryck, bodeguet. (betaalt niet, want bodegoederen zijn vrij van schatting). De taak van

bodegoed is vóór 1601 verlegd op het afgesplitste hofhorige erve Klein Pierik (zie 1426).

1601 Pierkinck, anders genoempt Oelerinckhoff, toebehoerende Johan van Welvelde, is groet

ongefeerlich sestien mudde geseys, derdehalff dachmael gras meyens, gifft ter pacht acht

ende viertich daeler, diewelcke betaelt ende ontfangen worden an die weduwe van

zaelige Johan Helmichs und Engele Loesinck toe Goer, noch den tenden daervan,

toebehoerende Joest van Beverfoerde. 8 – 0 – 0.

1602 Pierickinck, 16 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.


1428 erve Roesink

eig. Klooster Almelo 1487-1763

perceelsgewijs verkocht in 1763



miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Niet genoemd, hoewel het al wel bestaat.

1601 Roesinck, toebehoerende den convente toe Almeloe, daerop lange tydt geen meyer, noch

woeninge is gewest, wort uuit gedan voer die daegelicxe lasten contributie, is groet

ongeveerlich van thyn mudde geseys unde noch eenen dach gras meyens, daervan die

goetheer jaerlicx ontfanget ter pacht drie mudde boeckweyten, unde den tenden daervan

toebehoerich den erffgenaemen van zaelige Goesen van Raesfelt. 5 – 0 – 0.

1602 Roissinck, 10 mudden geseys.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie I (lag tussen de Hof Delden en de Stad).

1429 erve Wiegerink


eig. Huis Twickel <1573>2000


achterleen Huis Bronkhorst <1601-1709

eig. Huis Weleveld <1601-1678

eig. Lintelo tot de Mars 1678-1710


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Wicherding, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Wygerinck, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Goesen van Raesfelt den

Jungen, is groet omtrent van ses mudde geseys, daervan die goetheeren jaerlicx

genieten ende bueren acht mudde boeckweyten, und noch den tenden van dat erve,

toebehoerich Scheel van Welvelde. 3 – 0 – 0.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie I nummers 502 en 503.

1430 erve Ruperink


eig. Vicarie te Delden 1601



tienden leen Huis Bronkhorst <1601-1709


eig. Lintelo tot de Mars 1678-1710


miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Rupering, is en kathe so ick mene, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens),

bet(aalt) noch 1½ r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Rupering, 1 s(chilt), H(eer) Jo. Reyger, vicarius.

1499 Rupring, bouwet eyn preister.

1601 Rueperinck, is een kotte unde vicariënguett, is ongeveerlick groett van sess mudde

geseys, hoege ende leege, ende gifft daervan jaerlicx die garve, noch twee dachmael

hoeylandes, den tenden daervan toebehoerich Scheel van Welvelde.3 – 0 – 0.

1602 Rupperinck, 6 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie F nummer 200.

1431 erve Odink

hofh. Hof Kagelink <1311-1829




miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Oeding beyde, 2 s(chilt), my bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens) in biwesen Johan den

Korten to Delden, d.

1601 Oinck, is een heerenguett, is groett omtrent van acht mudde geseys und noch van drie

dachmael hoeylandes, waervan die rentmeister van Twente jaerlicx ontfanget vier mudde

roggen, die tende daervan toekumpt die erffgenamen van zaelige Goesen van RaesfeIt

den Jungen. 4 – 0 – 0.

1602 Odinck, 8 mudden geseys, 3 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Oink te Deldener Es”, HCO kaarteninventaris nummer 1268.


1432 erve Eysink / Huis Twickel /

adellijke vrijing


eig. fam. van Hulscher tot 1347

eig. fam. van Twickelo 1347-1562

eig. fam. van Raesvelt 1562-1716

eig. fam. van Wassenaar 1716-1850

eig. fam. van Heeckeren 1850-1953

eig. Stichting Huis Twickel vanaf 1953


eig. Huis Twickel vanaf 1396 1475 Niet genoemd, want hoeft als adellijke vrijing geen schatting te betalen.

1601 Johan van Raesfelt toe Twickeloe verscheidenlick hiervan vermaent synde (die landeriën

gelyck anderen gedaen over te geeven) daertoe niet hefft willen verstaen, noch die

anteickeninge connen becommen. (onder VPR 1623).

1601 Het huis to Twickelo (is na luidt syn edele missieve van dato den 12e Juny 1600)

avergesonden op 10 mudde slandts, noch 8 dachmael hoygewas. 5 – 0 – 0.

1601 Verteickunge des landes, so tho dem huise Twickeloe bi Delden gelegen, gehorich.

Item, 10 mudde landes, so bi dad huss gebrucket werden, darvan dre mudde woiste

liggen. Item, es iss och noch etelich land anderen verpachtet, de solchs wol hebben

upscriven laten. Item, 5 dachmal hoygewas ungeferlich, so Raessfeld sulver gebrucket.

1602 Dat huiss tho Twickloe, 10 mudden geseys, 3½ dachmall hoylandt, 4 koeweiden.


1433 erve Wanink

leen Proosdij Deventer <1517-1800





1475 Waning, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens).

1600 Waninck, toebehoerende Jan van Raesfelt to Twickelo, is na luidt syn edele missive van

dato den 12e Juny 1600, 8 mudde landts ende 1½ dach hoywercks. 4 – 0 – 0.

1601 Waninck, thobehorende Johan van Raessfeld tho Twickeloe, 8 mudde landes,

1½ dachmal hoygewas ungeferlich.

1602 Waninck, 8 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt, hirvan wordt ein mudde geseyes

gebouwet.


1434 erve Berghuis





ook: tienden leen Overijssel <1394-1801


sloptiende 14 schepel rogge aan Kapittel Oldenzaal <1450-1804

eig. Huis Twickel vanaf 1804 1475 Berchues, in dubio, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1600 Noch Berckhuis, tobehorende gemelten Raesfelt, na inholt van d’selve missive (van dato

den 12e Juny 1600), 14 mud landes, 1½ dach hoyens. 7 – 0 – 0.

1601 Berchauss, glichfals Raessfeld thobehorende, 14 mudde geseyes, 1½ dachmal

hoygewas ungeferlich.

1602 Berchuiss, 14 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt, hirvan werdt twie mudde geseyes

gebouwet.


1434A erve Assink


eig. Huis Hengelo -1682


grond opgenomen in nieuw

erve Dassehaar

in 1869








1475 Assing, in dubio, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Niet genoemd (verzwegen).


1434B erve Bellink

reeds genoemd in 1420

eig. Herv. Kerk Lage <1832-1905



halve tienden leen Overijssel <1379-1693


1475 Belling, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.


1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie F nummers 162 en 168.

1434B erve Sanderman / Sanderij /

allodiaal erve


eig. Huis Twickel 1682<1832

eig. Herv. Kerk Lage <1832-1905



1475 Zie erve Bellink hiervoor. Het miskoren stamt van vóór de reformatie.



1434C erve Bokdam

allodiaal erve



1475 Bocdam, 1 kamp bauw Twickel, 1 s(chilt), d.



1434D erve Jolink

allodiaal erve





1475 Joling, is en kathe, seget de richter, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.



1434E erve Kamphuis

eig. Huis Twickel 1832 1475 Camphus, bouw Twickelo, 2 s(chilt).


1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie I nummer 20 ?.

1434F erve Koldenhof / Kolhof /

allodiaal erve



uitgang 4 mud rogge leen Overijssel <1394-1801


uitgang 6 schepel 1 spint rogge

en 4 mud gerst



miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Coldehoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Kolthoff, 1 s(chilt), pauper.



1434G erve List

allodiaal erve


afbraak huis ca. 1850

miskoren 2 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Niet genoemd, hoewel het reeds voor de reformatie miskoren moet betalen.



1434H erve Brinke

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Niet genoemd, hoewel het reeds voor de reformatie miskoren moet betalen.



1434J erve Nijland

allodiaal erve

eig. Stad Delden <1595>1832

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Niet genoemd, hoewel het reeds voor de reformatie miskoren moet betalen.


1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie C nummers 61, 86 en 93.

1434K 1475 Johan voir den Bome, sit up buermarcke, is nicht gewart in genre marcke, lifftucht, 1 s(chilt).

1434L grote Deldener tienden

eig. Kapittel Deventer 1294-1820

eig. J.G.B. Weerman vanaf 1820

1434M smalle Deldener tienden

eig. Kapittel Deventer 1294>1817

1434N biestere tienden Deldener Esch


WOOLDE

--- Huis Hengelo / Hof te Woolde / zie nummer 1666A

1435 erve Borghuis

hofh. Hof Espelo <1544-1568

eig. de bewoners zelf 1568-

eig. Huis Herinckhave <1601-

eig. Huis Hengelo <1794-1830

sloptiende 18½ schepel rogge

en 5¼ schepel gerst


aan Pennink / van Dijk vanaf 1805

koe- en voergeld 14 stuivers aan drost van Twente <1568-

1475 Borchus, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Borchuis, toebehoerich joffer Judit van Raesfelt, is groett omtrent twelff mudde geseys, noch

drie dachwerck hoeylants, gifft ter pacht jaerlixc an den voerss(chreven) goetsheeren die

summa van viertich goltgulden. 6 – 0 – 0.

1602 Borghuis, 12 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie

1436 erve Eggerink / Eggertink /

leen Huis Bronkhorst <1443-1801


Groot Eggerink is afgebroken in 1824

Klein Eggertink is afgebroken in 1995



1475 Eggerking, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Eggertinck, toebehoerende Johan van Raesfelt toe Twickeloe, is groett omtrent twelff mudde

geseys offte landes, noch drie dachwerck hoeylandes, und kan an koeweyde doen off weyden

drie koene, und gifft ter pacht acht mudde roggen und neegen mudde haever. 5 – 15 – 0.

1602 Eggerkinck, 11 mmudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie B nummer 406 (Klein Eggerink).

1437 erve Hassink

eig. Kapittel Oldenzaal <1500<1600

eig. Huis Oldemeulen 1601

eig. fam. Hagedoorn 1752


uitgang 2 mud rogge aan Huis Hengelo <1800-1829

aan koster te Hengelo vanaf 1829



1475 Hasking, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1499 Hasking, 1 s(chilt), pauper.

1601 Hassinck, toebehoerende Joest van Beverfoerde, is groet an gesey offte bouwlant twelff

mudde, an hoeylandt drie dachwercks hoeys, an koeweyden kan weyden drie koene, und gifft

ter pacht vyfftich goltgulden. 6 – 0 – 0.

1602 Hasskinck, 12 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1438 erve Wilbertink / Wilbert /

hofh. Kapittel Oldenzaal <1290<1744


eig. Adam ten Cate 1827>1832

sloptiende 31 schepel rogge aan Huis Twickel <1800>1812


1475 Wilberting, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Wilbertinck, toebehoerende het capittel to Oldenzal, is groet ongeveerlich twelfftehalff mudde

geseys, vierdehalff dachwerck hoeylandes, und noch drie koeweyden, unde doet ter pacht

tyndehalff mudde roggen, twee mudde gersten, twee mudde haever. 5 – 22 – 8.

1602 Wilbertinck, 11½ mudden geseyes, 3½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie B nummer 424.

1439 erve het Schilt / Schildman /

allodiaal erve

eig. Stift Weerselo 1601

eig. de bewoners zelf <1812-1829

jaarlijkse rente van ƒ 45,-- aan ’s Rijks Domeinen <1812-1829

eig. ’s Rijks Domeinen 1829-1840

eig. G.J. van Heek vanaf 1840


1475 Ter Schildet, is 1 kate, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1495 Ter Schilder, 1 s(chilt), pauper, desolatum.

1601 Den Schilt, toebehoerende het cloester van Werseloe, nu ter tytt den meyer van Espeloe in ’t

gebruck hebbende, is groet an saeylant neegen mudde, und noch anderhalff dachwerck

hoeylandes. 4 – 15 – 0.

1602 Die Schilt, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie A nummer 105.

1440 erve Nijhof / Hof te Walde /

hoofdhof St. Mauritius Munster

leen St. Mauritius Munster <1337>1622

eig. Huis Hengelo <1601>1622

eig. fam. Hagedoorn 1752

eig. Doopsg.Gem.Hengelo 1791-1870


uitgang 5½ mud rogge aan Gasthuis te Hengelo 1601


1475 Nyehoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Nyhoff, toebehoerende Frederich van Twickeloe, drost toe Rheda, etc(etera), is groet

ongefeerlick van elfftehalff mudde geseys, offte bouwlants, noch derdehalff dachwerck

hoeylandes, drie koeweyden, unde gifft ter pacht die garve, daervan die meyer betaelt in ’t

gasthuis toe Hengeloe an den armen sestehalff mudde roggen. 5 – 7 – 8.

1602 Nyhoff, 10½ mudden geseyes, 2½ dachmall hoylandt.


1441 erve Brinkhuis

allodiaal erve

eig. de bewoners zelf <1601>2000

ged. eig. Huis Twickel vanaf 1844

tienden eig. Kapittel Deventer 1320>1817


1475 Brinchus, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Brinckhuis, toebehoerende Brinckhuis selvest, is groet an gesaey soevendehalff mudde, und

noch anderhalff dachwerkck hoeylandes. 3 – 7 – 8.

1602 Brinckhuiss, 6½ mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1442 erve Oldhof / Olthof /

allodiaal erve


tienden leen Bentheim <1357-1801



1475 Oldehoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1475 De lijftucht wordt genoemd als Hulshof (zie nummer 1457D).

1601 Olthoff, toebehoerende Johan van Raesfelt toe Twickeloe, is groett ongeveerlich van elff mudde

geseys, offte bouwlandes, noch drie dachwerck hoeylandes, vier koeweyden, unde gifft ter

pacht acht mudde roggen, twee mudde haever, twee mudde gersten, noch den tenden an rogge

vier mudde. 5 – 15 – 0.

1602 Oldthoff, 11 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1443 erve Geerdink


eig. fam. Bruggink 1472-1840


sloptiende 6¼ schepel rogge aan Proosdij Oldenzaal <1601-1808

eig. Jan Bruggink vanaf 1808


bloedtiende aan Vicarie Oldenzaal ... >1812


1475 Gherding, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Geerdinck, toebehoerende frouw ter Bruggen, is groet van gesey elff mudde geseys, noch an

hoeylandt anderhalff dachwerck, twee koeweyden, gifft ter pacht jaerlicx ses mudde roggen,

noch toe sloptenden vier mudde 1 schepel roggen 5 – 15 – 0.

1602 Gerdinck, 11 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie D nummer 347.

1444 erve Venterink

allodiaal erve

eig. Huis Oldemeulen <1601>1752

eig. Jannes Giesbert 1832


en 6 mud gerst



sloptiende 6 schepel rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500-1805

aan L.J. Weerman vanaf 1805


uitgang 1 molt rogge aan Kerk Ootmarsum 1334

sloptiende aan Vicarie Oldenzaal >1812


1475 Ventring, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Venterinck, toebehoerende Joest van Beverfoerde, is groet van gesaey elff mudde geseys,

noch drie dachwerck hoeylandts, drie koeweyden, gifft ter pacht in den pravestie toe Oldenzaell

drie mudde roggen, sess mudde gersten, noch an rogge vierdehalff mudde unde noch thyn

goltgulden. 5 – 15 – 0.

1602 Venterinck, 11 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1445 erve Udink / Uunk / Oonk /

allodiaal erve



en 10½ schepel gerst



sloptiende 2 mud rogge aan Kapittel Oldenzaal <1601-1805



1475 Uding, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Udinck, toebehoerende Johan ten Merssche mit syn consorten, is groet ongefeerlick an

bouwlant twelfftehalff mudde, twee dachwerck hoeylandes, twee koeweyden, gifft ter pacht die

garve, noch ter sloptende vyff mudde roggen und twee spint und derdehalff mudde gersten

unde twee spint. 5 – 22 – 8.

1602 Udinck, 11½ mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1446 erve Hermelink / Harmelink /

allodiaal erve


tienden leen Huis Almelo <1430-1800



1475 Hermening, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt).

1495 Hermeling, 2 s(chilt).

1601 Hermelinck, toebehoerende die erffgenaemen van zaelige joffer van Haerst, is groet omtrent

elfftehalff mudde geseys, twee dachwerck hoeylandes, twee koeweyden, und gifft ter pacht

dertich golt gulden, und noch gaet daervan den tenden groff ende smal. …..


1447 erve Bennink


eig. Huis Brandlecht 1447-1484

achterleen ? eig. Huis Saasveld 1484>1800

eig. Marg. van Raesfelt 1601

eig. fam. Tangena 1752

Groot Bennink eig. Dorp Hengelo 1813

eig. fam. ter Horst <1832-1889


Klein Bennink eig. Huis Twickel 1813

eig. fam. Dijk <1832-1839

eig. fam. Olink op Venterink vanaf 1839



1475 Benninck, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Benninck, toebehoerende joffer Margareta van Raesfelt, is groet ongefeerlich van neegen

mudde geseys offte bouwlandes, drie dachwerck hoeylandes, twee koeweyden, gifft ter pacht

vyff ende twintich goltgulden. 4 – 15 – 0.

1602 Benninck, 9 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, gesplitst: sectie A nummer 423 resp. A nummer 430.

1448 erve Wilderink

allodiaal erve

eig. Hermen Laarhuis 1601

eig. fam. van Heek 1752

eig. W.P.C. Greve 1832

sloptiende 12 ½ schepel rogge

en 10 ½ schepel gerst


aan W.P.C. Greve vanaf 1808


1475 Wilrading, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Wilberinck, toebehoerende Hermen van Laerhuiss, is groet elfftehalff mudde geseys, twee

dachwerk hoeylandes, twee koeweyden, gifft ter pacht twintich goltgulden, und in die provestie

ter Oldenzael drie mudde roggen und twee spintt unde derdehalff mudde gersten twee spint.

5 – 7 – 8.

1602 Wilderinck, 10½ mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1449 erve Laarhuis

allodiaal erve





1475 Laerhus, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Laerhuis, toebehoerende Herman Laerhuis, is groet soevendehalff mudde geseys, anderhalff

dachwerck hoeylandes, ter pacht die garve. 3 – 7 – 8.

1602 Larhuiss, 6½ mudden gesyes, 1½ dachmall hoylandt.


1450 erve Lansink


achterleen Huis Heeckeren <1416-1800

eig. Huis Wegdam 1601


eig. Adam ten Cate 1827-1840

eig. Hendrik Overbeek vanaf 1840




aan W.P.C. Greve 1808>1840

bloedtiende ƒ 2-10-0 aan Rijks Domeinen 1827


1475 Lansing, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1475 Ten Kathe, 1 s(chilt), is nicht, behoirt in Lansing, so ze zeggen, lifftucht. (betaalt niet).

1601 Lansinck, toebehoerende Wolter van Coeverden, is groet thyn mudde geseys, derdehalff

dachwerck hoeylandes, twee koeweyden, gifft ter pacht soevendehalff mudde roggen, hiervan

wort betaelt an der provestie toe Oldenzael drie mudde roggen und an gerste derdehalff mudde

gersten. 5 – 0 – 0.

1602 Lansinck, 10 mudden geseyes, 2½ dachmall hoylandt.


1451 erve Langeler


eig. fam. Bruggink 1461-1627

ook eig. Evert de Reyger 1601


eig. Reint Rouwenhorst 1832




aan Lasonder / ter Kuile vanaf 1805


1475 Langenler, 2 s(schilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1495 Langeler, 2 s(chilt).

1601 Langeler, toebehoerende Evert de Reyger, is groet an bouwlandt twelff mudde, drie dachwerck

hoeylandes, drie koeweyden, gifft ter pacht acht mudde roggen, twee muudde gersten, twee

mudde haver, hiervan geet weeder toe sloptenden in den provestie binnen Oldenzaell drie

mudde roggen und noch derdehalff mudde gersten. 6 – 0 – 0.

1602 Langeller, 12 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1452 erve Berflo

allodiaal erve

eig. Johan van Weleveld 1601




later sloptiende 6 mud rogge aan Huis Twickel <1800>1812

sloptiende 2 mud rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500-1805

aan L.J. Weerman vanaf 1805

sloptiende 1½ mud rogge

en 1½ mud gerst

aan Proosdij Deventer <1500-1820

1475 Bervetlo, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(schilt), d.

1601 Bervetloe, toebehoerende Johan van Welvelde, is groett van twelff mudde geseys, drie

dachwerck hoeylandes, derdehalve koeweyde, gifft ter pacht dertich goltgulden, noch ter

sloptenden sess schepel roggen und sess schepel gersten. 6 – 0 – 0.

1602 Berfftloe, 12 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1453 erve Berghuis / Scholte /

hofh. Kapittel Oldenzaal <1500-1829


sloptiende 6 schepel gerst

en 5 schepel rogge

aan Huis Twickel 1601

sloptiende 1 mud rogge aan Huis Twickel <1800>1812

en bloedtiende ƒ 2-10-0

koe- en voergeld 6 stuivers aan drost van Twente >1812


1475 Berchus, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Borchuis, toebehoerende het capittel toe Oldenzael, is groet van soeven mudde geseys,

anderhalff dachwerck hoeylandes, gifft ter pacht vier mudde roggen und noch vier mudde

gersten, unde noch toe tenden op ’t huis toe Twickell ses schepel gersten und vyff schepel

roggen. 3 – 15 – 0.

1602 Berchuiss, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1454 erve Weustink / Woestink /

leen Bronkhorst 1450>1615



eig.

tienden leen Overijssel 1379-1382

ook leen Bentheim <1357-1801



1475 Wosting, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1475 Segger, 1 s(chilt), lifftucht, behoirt in Wosting. (betaalt niet).

1601 Dat catte Woestinck, toebehoerende Johan Woestinck, is groet een mudde geseys.

0 – 15 – 0.

1602 Dat kotte Wuestinck, 1½ mudden geseyes.


1455 erve Krabbenbos


eig. de bewoners zelf 1832

sloptiende 18¼ schepel gerst aan Proosdij Oldenzaal … -1808

aan de bewoners zelf vanaf 1808


1601 Crabbenbuss, een catte, toebehoerich die erven van zaelige Adolff van Twickeloe, is groet van

vyff mudde geseys, unde noch van anderhalff dachwerck hoeylandes. 2 – 15 – 0.

1602 Dat kotte Krabbenbusch, 5 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1456 erve Balkt / Balkert /

allodiaal erve




1601 Die Balket, een katte, toebehoerende Roloff Loetinck, is groet van sess mudde geseys, twee

dachwerck hoeylandes, anderhalve koeweyde. 3 – 0 – 0.

1602 Dat kotte Balcket, 6 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, gesplitst: sectie D nummers 1051en 1052.

1457 erve Buren / Abbenburen /

leen St. Mauritius Munster <1545>1658



1475 Abbenburen, 1 kate, 2 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Dat katte Abbenbueren, 6 mudden geseys offte bouwlants, een dachwerck hoeylandes.

3 – 0 – 0.

1602 Dat kotte Abbenburen, 6 mudden geseyes.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, gesplitst: sectie A nummers 14, 17 en 27.

1457A erve Weerninkhof / Slade / Sladenhuis /

allodiaal erve

streefde naar adellijke vrijing eig. Hendrik van Slade <1598>1612

eig. fam. Lantman <1819-1845

tienden aan Armen Oldenzaal later

aan Latijnse school Oldenz.

<1700>1754

1475 Werning, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Zie na marke Bentelo VPR pag. 318.

1602 Henrick van Slade heft angegeven syn erve, so hie selffs gebruicktt, genoemt to wesen

Werninck, ende groett van gesey 8 mudde roggen geseis, 2 mudde garsten geseys, 2 mudde

haveren. In alles 12 mudde gesys, 4 dach grosmeyens. 6 – 0 – 0.


1457B erve Groot Bruggink

streefde naar adellijke vrijing eig. fam. Bruggink <1601-1811

eig. Wolter Mulder 1811-1820

huis afgebroken en de grond

perceelsgewijs verkocht

in 1820

1475 Niet genoemd, maar het betreft wellicht een adellijke vrijing.

1601 en 1602 niet genoemd. Mogelijk verzwegen.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, huis afgebroken, huisplaats is sectie A nummer 453a.

1457C erve Klein Bruggink

eig. fam. Bruggink <1601-1836


1475 1601 en 1602 zie nummer 1457B hiervoor.


1457D erve Holte / Hölters /

leen St. Mauritius Munster 1615





1457E erve Hulshof



1475 Hulshoff, 1 s(chilt), lifftucht, behoirt in den Oldenhoff zo se zeggen. (betaalt niet).

1601 en 1602 niet genoemd. Mogelijk verzwegen.


1457F erve Kamphorst

eig. Kerk te Hengelo 1752


eig. Jan Annink 1832




1457G erve Wegter

allodiaal erve

eig. Kerk te Hengelo ? 1475


1475 De Wechter, 1 s(chilt), is nicht, behoirt in de kercke so de richter segget e(e)n lifftucht.


1457H 1475 Unbesched, 1 s(chilt). lifftucht, kate noch erve, nicht. (betaalt niet).

1457J 1475 Daveskote, 1 s(chilt), is nicht so de richter seget, lifftucht. (betaalt niet).

1457K Frunderkaterkamp


eig. Bern. Ensink Hengelo vanaf 1808


1457L Roengoor


eig. Hendrik Snijders Woolde vanaf 1808


BENTELO

1458 erve Hofstede / of Slaghekke /

kamerling Hof Ootmarsum <1385-1829


tienden eig. Vicarie Delden 1504-1796



1475 Hoffstede, 2 s(chilt). (NB. betaalt niet, want is adellijke vrijing).

1495 Hofstede, 2 s(chilt), denstman.

1601 Hoffsteede, toebehoerich Henrick Slachecke, gifft den tenden groff ende small, toebehoerich in

de vicarie toe Delden welcke gebrueckende is heer Evert. (Later toegevoegd: “Werdt nae het

olde register genamen op negen mudde”). 4 – 15 – 0.

1602 Hoffstede, 9 mudden geweyes, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie C nummer 132.

1459 erve Dam (in 2 gedeelten)



tienden eig. Vicarie Delden 1504-1796


uitgang 2½ mud rogge aan Kerk te Delden <1601-

miskoren 1 sp. rogge en 1 stuiv. aan voorgangers Delden <1500>1813


1475 Niet genoemd, maar bestaat wel.

1601 Dam, gifft etlicken groeven tenden in heer Evertz vicarie toe Delden und in der hilligen kercken

toe Delden derdehalff mudde roggen, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Johan

ten Dam. (Later toegevoegd: “Werdt nae het eerste register genamen up soeven mudde”).

3 – 15 – 0.

1602 Dam, 7 mudden geseyes, ½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie C nummers 378 en 366.

1460 erve Haverkate

allodiaal erve

eig. ½ fam. de Reyger 1601

eig. ½ erven Tusveld 1601

eig. fam. Boecop 1752


1601 Dat Haverkotte, weesende twee kotten, daer eertyts twee kotters op gewoent hebben,

toebehoerich Stephan de Reyger die eene helffte, daervan die kotter suslange hefft gegeven

die garve, dan licht nu weederomme wueste, die ander helffte toebehoerich zaelige Tusfelt, licht

oeck wueste, is ongefeherlick vyfftehalff mudde geseyes. 2 – 7 – 8.

1602 Reigers Haverkatte, 2½ mudden geseyes.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie F nummers 345 en 390.

1461 erve Bekke / Bekeman /

hofh. Hof Goor <1385-1829



koe- en voergeld 14 stuivers aan drost van Twente <1811<1843


1475 Beeke, 2 s(chilt), d.

1601 Die Becke, is een kotte, toebehoerich den heeren, daerop geene woeninge en is, und daervan

den heeren van het voergenoemde kotte und landeriën toekumpt drie mudden min een schepel,

und der kercken toe Delden hoert daervan toe ongeveerlich vyff schepel geseys, gifft der

kercken vyfftenhalven daeler und noch twee daeler ter pacht (Later toegevoegd: “Werdt nae ’t

eerste register genamen op 3 mudde geseys”). 1 – 15 – 0.

1602 Die Becke, 4 mudden geseyes.

1778 Domeinkaart “De Beeke te Bentelo”, HCO, kaarteninventaris nummer 1247.


1462 erve Hagmolen



eig. fam. van Barmentlo 1479-1614

eig. fam. van Weleveld 1614-1644

eig. fam. van Laer 1644-1680

eig. fam. Bentinck 1680-1719



eig. fam.Dedem tot de Gelder 1774-1821

eig. fam. ten Heggeler 1821-1880


erfhuis Hagmolen afgebroken in

sloptiende 3 schepel gerst

en bloedtiende ƒ 1,50

aan landrentambt Twente -1802

aan Huis Twickel 1802>1821

1475 Hachmole, gewart, 2 s(chilt), sal men penden. (NB. betaalt niet, want is adellijke vrijing).

1495 Die Hachmoele, 2 s(chilt), denstman Barmentlo.

1601 Die Hachmollen is een havesaete, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Georgen van

Barmentloe, is ongefeerlich groet van acht muudde geseys. 4 – 0 – 0.

1602 Die Hachmolle, 8 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie E nummer 531.

1463 erve Nijhuis (in 2 gedeelten)





1475 Nyehus, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Nyenhuiss, is een erve toebehoerende zaelige Johan ten Nienhueses erffgenaemen unde

kinderen, op verscheiden stedden woenende, is ongeveerlich groet van acht mudde

bouwlandes, geven ter pensioen und contributien, dat dan nagelatenen kinderen pachts

genoech is. 4 – 0 – 0.

1602 Nyenhuiss, 8 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie E nummers 662 en 657.

1464 erve Kemerink


eig. Huis Weldam <1537>1601

eig. Herv. Diaconie Haaksb. <1752-1841


1475 Niet genoemd, maar wordt al vóór 1400 vermeld.

1601 Kemerinck und Morsschman, is een erve, licht wuest, is toebehoerende den erffgenaemen van

zaelige Eggerich Ripperda, droste (van Salland), is ongeveerlich groet viertien offte vyfftien

mudde geseys. 7 – 15 – 0.

1602 Kemerinck und Morssman 13 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie D nummer 65.

1464 erve Wilmink / Morsman / Marsman / (in 2 gedeelten)

erfmarkenrichter Bentelo -1715

eig. Assuer de Reyger -1715


erve eig. Huis Weldam <1537>1601

eig. fam. de Reyger <1715>1752

eig. fam. Westrik 1821-1831


ook leen Overijssel 1384-1751

eig. fam. van Langen <1379-1666

eig. Huis Oosterhof 1666-1751



1475 Wilming, kathe, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1475 Oversman, behoirt in Wilming voir lifftucht, 1 s(chilt).

1601 Zie bij erve Kemerink voornoemd (erve 1464).

1602 Zie bij erve Kemerink voornoemd (erve 1464)

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie D nummer 46 (in 2 woningen gedeeld).

1465 erve Beernink

eig. Vicarie Delden <1601-


uitgang 6 schepel gerst leen Overijssel 1408-1801

aan fam. van Graas 1408-1493

aan Joh.ter Bruggen, priester 1493-1504

aan Vicarie Delden 1504-1807



1475 Bernding, is gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), penden, d.

1601 Berninck, is een erve, gehoerende in eene vicarie toe Delden, groet ongeveerlich van soeven

mudde geseis, und gifft ter pacht jaerlicx vier mudde boeckweiten, noch sess schepel gersten in

die vicarie soe heer Evert toe Delden is hebbende. 3 – 15 – 0.

1602 Berninck, 7 mudden geseyes, 9 dachmall hoylandt.


1466 erve Lokamp / Lokate /

allodiaal erve



1475 Lokamp, kent men nicht in der marcke, lifftucht.

1601 Loekamp, weesende een kotte, toebehoerende den erffgewnaemen und kinderen van zaelige

Lambert ten Loekampe, is groet ongefeerlich van derdehalff mudde geseys und licht wueste.

1 – 7 – 8.

1602 Loekamp, 2½ muddeen geseyes.


1467 erve Groothuis (in 2 gedeelten)

allodiaal erve

eig. Huis Hengelo 1601




1475 Grothus, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Dat Groetenhuiss, is een erve, daer eertyts twee woningen op geweesen sinnen,

toebehoerende den erfgenaemen van zaelige Adolph van Twickelo, is groet ongeveerlich van

elff mudde geseys. 5 – 15 – 0.

1602 Dat Grotenhuiss, 11 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie D nummers 266 en 283.

1468 erve Wender / Wenderen /


eig. fam. van Heek <1752>1832


1475 De Wender, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die Wenderen, toebehoerende op ’t huis toe Boeckeloe, is ongeveerlich groet van seeven

mudde geseys, gifft ter pacht anders nicht als die contributie uuit oersacke, dat daer suslange

geen huiss op en is gewest, und moet datselvige huiss und getimmer voertz voertaen timmeren

laeten. 3 – 15 – 0.

1602 Wender, 7 mudden geseyes.


1469 erve Wannink



achterleen ? eig. Huis Hengelo 1623>1802

eig. Jan Hendrik Kemerink 1813


1601 Wanninck, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Eggerich Ripperda, is groett omtrent

van soeven mudde geseys, gifft daervan jaerlicx ter pacht die vierde garve. 3 – 15 – 0.

1602 Wanninck, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, erve versnipperd. Restanten o.a. sectie D nummer 295 (huis

geplaatst op markengrond) en sectie D nummer 298.

1470 erve Hof te Bentelo / Hofmeijer /



achterleen ? eig. Huis Hengelo 1623-1802


eig. fam. ter Kuile 1812

eig. fam. Jannink 1832



1475 De Hoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Hoffmeyer, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Eggerich Ripperda, is groet omtrent

van acht mudde geseys, gifft jaerlicx ter pacht die vierde garve. 4 – 0 – 0.

1602 Hoffmeyer, 8 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1471 erve Lubberdink

leen Overijssel

achterleen Huis Batinge

achterleen ten Klooster

achterleen Collendoorn

achterleen Huis

Singraven

1473

eig. Huis Twickel 1473


eig. fam. Hubert <1752>1832


1475 Lubberting, gewart, 2 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), sal men penden, d.

1601 Lubbertinck, toebehoerende zaelige Adolph van Twickeloe syn erffgenaemen, is groet omtrent

van soeven mudde geseys unde licht wuest. 3 – 15 – 0.

1602 Lubbertinck, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1472 erve Tije / Thijmeijer /


eig. Vicarie Delden <1601<1752





1475 Niet genoemd, maar wordt al vóór 1400 vermeld.

1601 Tye, toebehoerende in eene vicarie toe Delden, is groet ongefeerlich van soeven mudde

geseys, gifft ter pacht den vicarius, weesende des zaeligen cantzellers soen, ses mudde

boeckweyten. 3 – 15 – 0.

1602 Thye, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1473 erve Boomkamp

allodiaal erve

eig. Johan Smeink 1601


eig. fam. Essink <1813>1832

tienden eig. fam. Reygers 1601

uitgang 4½ mud rogge leen Overijssel <1379>1417


1475 Boemcamp alias Boye, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), penden, d.

1601 Bonnkamp, toebehoerende zaelige Johan Smeinck, is ongeferlich groet achtehalff mudde

geseyes, gifft te pacht jaerlicx die vierde garve, daervan men eertyts plach te geeven den

sloptenden drie mudde rogge unde den smaelen tenden. Und Gertruit Reygers will nu hebben

den tenden aver het landt, groff ende small. 3 – 22 – 8.

1602 Boemkamp, 7½ mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1474 erve Hartgerink / Hertgerink / (in 2 gedeelten)


eig. erven van Coevorden 1601

ged. eig. Armen van Delden <1752>1832

ged. eig. de bewoners zelf <1813>1832


achterleen Huis Weemselo <1379-1693

eig. Willem van Hoevel -1500

eig. Joh.ter Bruggen,priester vanaf 1500



1475 Hertghering, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Hertgerinck, toebehoerende zaelige Coeverden, licht wueste, is groet ongeverlich soeven

mudde geseis. 3 – 15 – 0.

1602 Hertgerinck, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1475 erven Groot en Klein Maatkotte / Maatkate /

allodiaal erve




1601 Beide Maetkotte, is groet ongeverlich van sess mudde geseys, toebehoerende zaelige Henrich

und Roloff ten Maetkottes erffgenamen, daervan dat eene deel wueste licht und dat anderde

deel wert gebruecket und gifft ter pacht sess goltgulden. 3 – 0 – 0.

1602 Maetkotte, 6 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt, hirvan werdt dat derdendeel gebouwet.


1476 erve Vuilkate / Vuelkotte /

allodiaal erve



1601 Vulkotte, weesende een kotte, toebehoerende zaelige Johan ten Vulkattes erffgenaemen und

kinderen, gifft bynae meer ter pensioen als het goet dragen kan. (Later toegevoegd: “Werdt nae

het eerste register genamen op vier mudde”). 2 – 0 – 0.

1602 Vuelkotte, 4 mudden geseyes.


1477 erve Lentelink


eig. erven van Coevorden 1601


sloptiende 6 schepel rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500<1600

sloptiende 4 schepel rogge leen Overijssel 1408-1801

aan fam. Graas 1408-1504


sloptiende 4 schepel gerst leen Overijssel 1408-1801

aan Huis Graas 1408-1504


sloptiende 3 schepel gerst aan Huis Twickel -1515

aan Gasthuis Delden 1515-1800



1475 Lentteling, is en kate, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Lentelinck,licht wueste, toebehoerende zaelige Koeverden, als sie seggen, is groet ongeverlich

van ses mudde geseys. 3 – 0 – 0.

1602 Lentelinck, 6 mudden geseyes.


1478 erve Ottenschot (in 2 gedeelten)


achterleen Huis Oosterhof <1711-1800

eig. Roelof van Hoevel 1601

erve in twee delen gesplitst in 1754


uitgang 1 mud rogge

en 1 mud gerst

aan erven van Averhagen 1601

uitgang 1½ schepel gerst aan Willem van Hoevel -1500

aan Joh.ter Bruggen, priester 1500-1504

aan Vicarie Delden 1504>1601



1475 Ottenschot, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Ottenschott, toebehoerende Roloff van Hoevell, is groet soeven mudde geseis ongeverlich, gifft

ter pacht sess mudde roggen, sess mudde boeckweyten, gifft een mudde roggen und een

mudde gersten den erffgenaemen van zaelighe Christoffer van Averhaegen, noch den smaelen

tenden, noch anderhalff schepel gersten in die vicarie toe Delden, heer Evert Korten

gebruckende. 3 – 15 – 0.

1602 Ottenschodt, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1479 erve Smedink / Smeenk /


eig. Vicarie Delden <1601<1752


uitgang 1 schepel rogge leen Overijssel <1379-1693


1475 Smeding, is en kate, gewart, 2 s(chilt) bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Smedinck, toebehoerende in eene vicarie toe Delden, is groet ongeverlich van ses mudde een

schepel geseis, gifft ter pacht ses mudde boeckweyten, die den vicarius, wesende des zaelige

cantzellers sonne, buert. 3 – 3 – 12.

1602 Smedinck, 6¼ mudden geseyes.


1480 erve Hilderink


eig. fam. van Beveren 1440-1642


uitgang 2 schepel rogge leen Overijssel 1408-1801

aan fam. van Graas 1408-1504



1475 Hillerinck, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt) d.

1499 Hillering, 2 s(chilt), denstman.

1601 Hilderinck, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Johan van Beveren, is groet

ongeverlich van soeven mudde geseis, gifft ter pacht thyn daeler, noch een halff mudde roggen

op dat huis toe Twickeloe. 3 – 15 – 0.

1602 Hilderinck, 7 mudden geseyes, ½ dachmall hoylandt.


1481 erve Huffeler

allodiaal erve

eig. fam. Wientjes 1752

eig. Gerrit Huffeler 1813

eig. Roelof Brukers 1832

tienden eig. Kerk te Goor 1440-1500

eig. Joh.ter Bruggen, priester 1500-1504

eig. Vicarie Delden 1504-1796



1601 Huifeller, is een kotte, toebehoerich Elsken ten Laerhuiss, is groet ongeveerlich van derdehalff

mudde geseys, unde gifft ter pacht sess daeler und heer Evert den tenden groff und small.

1 – 7 – 8.

1602 Huffeler, 2½ mudden gesyes, ½ dachmall hoylandt.


1481A 1475 Wessel de Koster, is nicht, lifftucht.

1481B erve Ludelvink / Lodeveldink / (buurschap Wentvelde bij Bentelo)


sloptiende 7½ mud rogge leen Overijssel 1433-1696

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie D nummer (niet meer te bepalen).

BECKUM

1482 erve Nijenhuis / Boenders /




tienden eig. Huis Twickel vanaf <1601

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Nyehus, 2 s(chilt), sal men penden, d.

1601 Herman Haimerinck gebruecket dat Boenderserve, toebehoerende die semptlicke

erffgenaemen van zaelige Goesen van Raesfelt, is groet van gesey, hoege uund leege,

achte mudde gifft jaerlicx daervan toe pacht vyffendetwintich daeler und noch gifft den

voers(chreven) erffgenaemen den tenden. 4 – 0 – 0.

1602 Boinder, 8 mudden geseeyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie H nummer 259.

1483 erve Haimerink / Heimerink /

erfmarkenrichter Beckum





erve gesplitst in 1617


tienden leen Huis Collendoorn 1680

eig. fam. Reygers 1601

eig. fam. Rammelman 1680

eig. Huis Langenhorst -1857

eig. R.B. Visser vanaf 1857

miskoren ½ schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813

miskoren ½ schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Hademering, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1495 Hamering.

1601 Noch gebruecket hie dat erve Haymerinck, toebehoerende zaelige Adolph van Twickelo,

groet van gesey, hoeges ende leeges landes, acht mudde geseys, gifft jaerlicx daervan

ter pacht drie ende twintich goltgulden, diewelcke drie ende twintich goltgulden Tonnis de

Reyger jaerlicx buertt, oeck gaet die tende daeraff, toebehoerende Geertruidt Reygers.

4 – 0 – 0.

1602 Haymerinck, 8 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, gesplitst: sectie H nummers 70 en 83.

1484 erve Lonink


eig. fam. Haimerink <1379-1497





tienden leen Overijssel

achterleen Huis ten Klooster

achterleen Huis Collendoorn <1564-1800

eig. Huis Warmtink <1564-1610

eig. fam. Slaghekke 1610-1651

eig. Huis Hagmolen 1651>1662

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Loning, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1475 Kokele, is buermarcke, hort in Loning, lifftucht.

1601 Lonninck, toebehoerende zaelige Adolph van Twickeloe, is groett van gesey ongeveerlich

acht mudde geseys, gifft ter pacht vier mudde roggen, een mudde gersten und een mudde

haveren, diewelcke Johan Elderinck toe Grolle jaerlicx buertt, oeck gaet die tende jaerlicx

daervan, toebehoerende Steffan de Reyger. 4 – 0 – 0.

1602 Loninck, 8 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1485 erve Messelink

allodiaal erve

eig. Vicarie Delden <1601-1652

eig. Huis Twickel 1652-

eig. fam. Baarselman 1752


tienden leen Overijssel


achterleen Huis Collendoorn <1564-1800

eig. Huis Warmtink <1564-1610

eig. fam. Slaghekke 1610-1651

eig. Huis Hagmolen 1651>1662

miskoren ½ schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813

miskoren ½ schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Messeling, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Messelinck, een vicarienguett, toebehoerende Sweeder van Twickeloe, is groett van

gesey soeven mudde, gifft daervan ter pacht vier mudde roggen, vierdehalff mudde

haveren, oeck gaet die tende daervan, toebehoerende Stephan de Reyger. 3 – 15 – 0.

1602 Messelinck, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, gesplitst: sectie G nummers 314 en 316.

1486 erve Vrielink / Vrylink /


½ eig. Huis Twickel vanaf 1655

½ eig. Huis Twickel vanaf 1841


eig. fam. Graas <1385-1504

eig. Vicarie Delden 1504>1812

eig. Huis Twickel vanaf >1812

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Vriling, is en kate, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Vrylinck, die helffte daervan toebehoerich den pastoer van Delden, die ander helffte den

bouwman, groep van gesey soeven mudde, gifft daervan ter pacht vyff mudde koerens,

als drie mudde roggen (en) twee mudde boeckweyten, oeck gaet die tende daervan,

gehoerende in de vicarie Hoeygerinck toe Delden, groff ende small. 3 – 15 – 0.

1602 Vrylinck, 7 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Vrielink te Beckum”, Huisarchief Twickel te Delden.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie G nummer 311.

1487 erve Eetgerink




miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Oetghering, 1 s(chilt), bet(aalt) (1) s(chilt), d.

1495 Etghering.

1601 Eetgerinck, toebehoerich zaelige Adolph van Twickeloe, groet van gesey soevendehalff

mudde hoeges ende leeges landes, gifft ter pacht jaerlicx ses endetwintich daeler und

betaelt dit jaerlicx an Tonnis de Reyger. 3 – 7 – 8.

1602 Ethgerinck, 6½ mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1488 erve Annink

allodiaal erve

eig.½ de bewoners zelf vanaf <1601

tienden eig. Vicarie Delden <1601-1886


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Anning, is en kate, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Anninck, toebehoerende die helffte den bouwman, die ander helffte die erffgenaemen van

zaelige Johan Morssinnck, is groet van gesey acht mudde ongeveerlich, daervan ter

pacht voer de helffte neegen goltgulden und sess schepel roggen, oeck gaet die tende

daervan oever all, gehoerende in den vicarie Hoygerinck toe Delden, groff unde small.

4 – 0 – 0.

1602 Anninck, 8 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1489 erve Asbroek


achterleen Heeckeren <1460-1804

eig. fam. Moerbecke <1601-1628


tienden eig. Vicarie Delden 1601

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Asbrock, is en kate, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Asbroeck, toebehoerende joffer Bye Moerbecken, groet van gesey ongeveerlich neegen

mudden, gifft ter pacht viertich daeler, oeck gaet die tende daeraff, gehoerende in de

vicarie Hoygerinck toe Delden, groff und small. 4 – 15 – 0.

1602 Assbroick, 9½ mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1490 erve Altena

allodiaal erve


tienden eig. Vicarie Delden 1601

miskoren 3 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Altena, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Die Altenae, toebehoerende joncker Johan van Raesfelt, groet van gesey omtrent tyn

mudde geseys, gifft ter pacht jaerlickes acht mudde roggen, twee mudde weyten, twee

mudde haeveren, oeck gaet die tende daervan, gehoerende in die vicarie Hoygerinck toe

Delden, groff unde small. 5 – 0 – 0.

1602 Altena, 9½ mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.


1490A erve Obdam

gesticht uit delen van de erven

Asbroek en Klein Altena

1869>2000

1491 erve Rootgerink / Roetgerink /

allodiaal erve

eig. Kommende Steinfort 1268<1537

eig. Vicarie te Delden 1537-1652

eig. Huis Twickel 1652<1752

eig. fam. van Heek / Greve <1752-1844


huis afgebrand en niet weer

opgebouwd

in 1923

tienden eig. Vicarie te Delden <1601>1812

eig. Huis Twickel vanaf >1812


1475 Roterding, is en kate, nicht gewart, 2 s(chilt), d.

1495 Roterding, 1 s(chilt).

1601 Roeterinck, een vicarienguett, toebehoerende Sweer van Twickell, gifft jaerlicx vier mudde

roggen, twee mudde haeveren, den tenden groff und small in die vicarie Hoeygerinck toe

Delden. 3 – 0 – 0.

1602 Roterinck, 6 mudde geseyes.


1492 erve Wolfkate

allodiaal erve


gedeelte tienden eig. Kapittel Oldenzaal 1601

gedeelte tienden eig. Vicarie te Delden 1601

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Wulffekate, buermarcke, kent nicht in der marcke, lifftucht, 1 s(chilt).

1601 Wulffkatte, eene cattersteede groet van drie mudde geseys, gifft ter pacht vier daeler acht

stuver und drie scheepel boeckweyten, und van itlich landt tende, waervan dat ene wert

betaelt in die vicarie toe Delden und dat ander het capittell toe Oldenzaell.

1 – 15 – 0.

1602 Wulffkotte, 3 mudden geseyes.


1493 erve Laarhuis



tienden eig. Vicarie te Delden 1601

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Niet genoemd, hoewel het erve reeds vóór 1400 vermeld wordt.

1601 Laerhuiss, een cattersteede, toebehoerende den bouwman, is groet van derdehalff mudde

geseis, daer giet van itlich landt tende af, gehoerende in die vicarien toe Delden.

1 – 22 – 8.

1602 Larhuiss, 2½ mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Laarhuis te Beckum”, HCO kaarteninventaris nummer 1308.


1494 erve Kemerink

allodiaal erve


eig. fam. Oorthuis <1752>1832

miskoren 1 spint rogge en 1 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1601 Kemerinck, toebehoerich den bouwman, is leege landt, weesende eene cattersteede,

omtrent van 3 mudde landes, des hefft die meyer noch schulden genoech dat pachts

genoeg is. 1 – 15 – 0.

1602 Kemerinck, 3 mudden geseyes.


1494A erve Greve

eig. fam. Roetbeke <1752>1813

eig. Gerrit Jan Nijhuis Cons. 1832

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813


1494B erve Werenbold

eig. Kommende Steinfurt 1266-

1475 Niet meer genoemd.

AZELO

1495 Huis en erve Dubbelink


eig. fam. Reyger <1480-1599

eig. fam. Rammelman 1600-1711

eig. fam. Blankvoort 1711-1738

eig. Huis Bakkenhagen 1738-1751



eig. Huis Weemselo ? 1450-1800

eig. fam. Reyger 1548-1599

eig. fam. Rammelman 1600-1711

eig. fam. Blankvoort 1711-1738

eig. Huis Bakkenhagen 1738-1751


1475 Dubbelding, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Dubbelding, 2 s(chilt) deenstman Herman Reyger. (als adellijke vrijing dus vrij van schatting).

1601 Dubbeldinck, toebehoerende Johan Rammelman, is groet van tyn mudde geseyes, welckes hie

sulvest gebruecket. 5 – 0 – 0.

1602 Dubbelinck, 10 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1496 Hof te Azelo / later gesplitst in Have en Meijer /

erfmarkenrichter marke Azelo eig. Huis Brandlecht tot 1668


Hof te Azelo leen Overijssel <1379-1433

eig. Huis Brandlecht <1601<1668

eig. fam. Muntz 1752




miskoren 1½ schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813

1475 De Hoff to Azelo, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die hoff van Azeloe, welckes die meyer selvest gebruecket, toebehoerich Hendrick van Reede,

is groett viertien mudde geseis, daer die tende van gaet groff ende small, gifft jaerlicx ter pacht

acht mudde roggen und vier mudde weecksaets in tydt des freedes, nu kueme die helfften.

7 – 0 – 0.

1602 De hoff to Azelo, 14 mudden geseyes, 2½ dachmall hoylandt.


1497 erve Wilmink




eig. Huis Weemselo ? <1405-1800

eig. fam. van Averhagen 1551-1651

eig. fam. Mulert 1651-1722



1475 Wilming, up tHus to Laghe, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens). d.

1601 Wilminck, een heerengoett, is groet van thyn mudde geseys, daer die tende groff unde small

van gaet, gifft jaerlicx ongefehrlick een goltgulden. 5 – 0 – 0.

1602 Wilminck, 10 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1498 erve Geerdink

allodiaal erve



uitgang aan Kerk te Delden <1500-1804



1475 Gerding, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Gerdinck, syn eigen guedt, is groett omtrent van neegen mudde geseys. 4 – 15 – 0.

1602 Gerdinck, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie B nummers 168 en 126.

1499 erve Braamhaar


erve gesplitst in 1557


helft eig. St. Annengasthuis

later Huis Twickel

1648>2000

wederhelft eig. de bewoners zelf 1648-1694

eig. fam. Cramer 1694>1800


tienden leen Huis Heeckeren <1616-1800


eig. fam. Kuipers 1812-1884



1475 Braemhaer, is en denstman, 2 s(chilt), d.

1495 Braemhar, 2 s(chilt), denstman. (betaalt niet: als adellijke vrijing vrij van schatting).

1601 Die Braemhaer, een lehenguett, syn eigen toebehoerich, is groett van neegen mudde geseys,

daer die tende van gaett groff und small, toebehoerende dem cloester van Almeloe unde daer

uuit verseegelt sint vier hondert goltgulden. 4 – 15 – 0.

1602 Braemhaer, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie A nummers 435, 429 en 389.

1500 erve Nibbelink / en Peper (afsplitsing) /

leen Bentheim

eig. Huis Weleveld 1350>1601

eig. fam. Coster <1752-1831



eig. fam. van Averhagen 1519-1651


eig. fam. ten Cate / Kock 1680-1878



1475 Nibbelding, 2 s(chilt), lavet Johan Bermetlo in Delden to betalen, bet(aalt) 3 golden

R(ijnse) g(uldens).

1601 Nibbeldinck, toebehoerich Cristoffer Scheelen, is groett van neegen mudde geseis, daer die

tende van gaet groff und small, toebehoerende den erffgenaemen van zaelige Cristoffer van

Averhaegen, unde gifft jaerlichs ter pacht vier mudde roggen unde vier mudde boeckweyten,

daerop een bouwman woent die gants veraermet is. 4 – 15 – 0.

1602 Nibbelinck, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie B nummers 158 en 156.

1501 erve Graas / molen te Azelo /


eig. fam. van Hulscher <1395-1507

eig. fam. van Graes 1507-1610



eig. fam. van Hulscher 1460-1507

eig. fam. van Graes 1507-1610



1475 Niet genoemd, want het betreft een adellijke vrijing.

1601 Graes, toebehoerich Rotger van Graes, is groet van achtehalff mudde geseys, gifft jaerlicx ter

pacht achte daeler. 3 – 22 – 8.

1602 Graess, 6 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie B nummer 370. Perceel B 374 wordt aangeduid als ‘de

molenbree’. Het Huis Graas lag in de landweer oostelijk van de beek op perceel B 377.

1502 erve Averdijk / Overdijk /

leen Huis Weleveld <1554-1800

eig. fam. van Bermentlo <1475-1649

eig. Schimmelpenn. v.d.Oye 1649-1685

eig. fam. ten Tije 1685-1813



eig. Huis Weemselo <1450>1800

eig. fam. Groll Cramer -1870


sloptiende 10 schepel rogge en

bloedtiende

leen Huis Almelo <1419-1800

aan fam. van Averhagen 1519-1651

aan fam. Mulert 1651-1680

aan fam. ten Cate 1680-1722

aan fam. Meylink 1722>1800

aan fam. Groll Cramer -1870



1475 Averdyck, 2 s(chilt), lavet Johan Bermetlo to betalen up Sunte Belven(?) to Delden.

my bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens).

1495 Averdick, 1 s(chilt), is en wech gelopen. (NB: belmundig of verlaten erve).

1601 Aelerdickinck, toebehoerich Walsem, daer die tende groff unde small van gehet, toebehoerich

den erffgenaemen van zaelige Cristoffer van Averhaegen, gifft jaerlicx ter pacht drie mudde

roggen unde twee mudde weecksaedes (later toegevoegd: werdt genaemen nae het eerste

register op acht mudde). 4 – 0 – 0.

1602 Averdyck, 8 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie B nummers 84, 85 en 88.

1503 erve Zegger

als ‘Segger te Zenderen’ leen Overijssel <1382-1620

eig. Huis Brandlecht <1601-1660

eig. fam. ten Cate / Coster <1752>1845


eig. Huis Schuilenborg <1506-1664

eig. fam. Smit te Delden 1664<1770

eig. ¼ fam. Keusedam 1758-1765

eig. ½ fam. Keusedam 1765-1845

eig. ¼ hofmeijer van Borne 1761-1807

eig. ¼ fam. Musebelt 1770>1800

eig. ½ fam. Coster vanaf 1845


1475 Zeger, in dubio, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Segger, weesende een kotte, toebehoerich Hindrick van Reede, is groet van neegen mudde

geseis, daer die tende groff und small van gehet, gifft jaerlicx ter pacht vier mudde roggen und

twee mudde weecksaedes. 4 – 15 – 0.

1602 Zegger, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1504 erve Stoveler / dat Stoever /

leen Huis Almelo <1670-1800


eig. fam. ten Cate 1684-1714


tienden leen Huis Heeckeren <1616-1800


eig. Geref. Kerk te Delden vanaf 1804


1475 Dat Stover, is een denstman, 2 s(chilt). (betaalt niet, want het betreft een adellijke vrijing).

1601 Dat Stoever, weesende een lehengoett unde synde een caette, hem eigen toebehoerich, is

groett van ses mudde geseys, daervan dat jaerlicx gaet den tenden groff unde small,

toebehoerende dem cloester van Almeloe. 3 – 0 – 0.

1602 Stover, 6 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie A nummer 340.

1505 erve Morskate

leen Huis Heeckeren <1656-1800

eig. Huis Hoykink <1656-1657

eig. burgers Borne/Almelo 1657-1713

eig. fam. Costers 1713-1812



1475 Merskate, 1 kathe, 1 s(chilt), d.

1601 Morskatte, weesende oeck een kaette, toebehoerende Walsem, is groet ongeferlich van ses

mudde geseys, unde gifft daervan jaerlicx ter pacht derdehalff mudde roggen unden twee

mudde weecksaedes. 3 – 0 – 0.

1602 Morskotte, 6 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1506 plaatsje Kotte

1601 Johan Cotte, heeft nicht mehr dan een hoeveken van een spint gaerdenlandts van der marcken.

0 – 1 – 0.


1507 plaatsje de Haar

1601 Werner ter Haer, heeft nicht mehr dan een hoeveken van een spint gaerdenlants,

gebrueckende van der marcken. 0 – 1 – 0.


1508 plaatsje in de Velde / Veldhuis /

1601 Johan in den Velde, oeck meede in syn gebrueck van de marcke van Azeloe hebbende een

spint gaerdenlants. 0 – 1 – 0.


1508A erve Arkink / Arkman / te Bornerbroek (zie VPR 1674)

hofh. Hof Borne <1385-1829


tienden eig. Klooster Windesheim <1601-1804


koe- en voergeld 27 stuivers

en 1 hoen

aan drost van Twente <1601-1812



1475 Arckem, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Item, Arkinck, is ein heerengueth, groet 10 mudde landes, gifft jaerlix den heeren rentemeister

27 witten, den landtdrosten 27 stuvers, den tenden den convente tho Winsen, 3 dachmath

hoylandts. 5 – 0 – 0.

1602 Arkynck, 6 mudde hogeseyes, 4 mudde legs, 3 dagwerck hoylandts, 2 koieweyden.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie A nummer 382 en gemeente Borne sectie G 159 .

OELE

1509 Huis Oldemeule

leen Bentheim <1334>1364

eig. fam. van Bevervoorde <1334-1705

eig. fam. van Munchhausen 1705-1801

Huis is afgebroken circa 1800

eig. Mozes Salomonson 1801-1810

eig. Huis Twickel 1880>2000 1475 Oldemole, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Die Oldemolle, toebehoerende Joest vann Beverfoerde, is van twaelff mudde geseys und

1 spint, daervan gebouwet wert. 6 – 0 – 0.

1602 Bevervoirde ter Oldermollen, 12 mudden geseyes, 3½ dachmall hoylandt, 4 koeweiden.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, voormalige huisplaats is sectie E nummer 181.

1510 erve Belderink / Bellinkhof / (in Twekkelo)


achterleen Huis Weemselo <1379-1693




miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Bellering, 2 s(chilt), behoirt in Hidding, so de richter zegeth, lifftucht, 2 s(chilt).

1601 Belderinck, toebehoerende Hermen Ripperda, is groett van sestehalff mudde geseys, und

is nu in tyn jaer nicht gebouwett, sonder licht wueste.

1832 Gemeente Lonneker, sectie I nummer 13; lijftucht is Hengelo sectie F nummer 491.

1511 erve Hiddink / Hidder /





achterleen ? eig. Huis Weemselo <1379-1693


eig. Huis Oldemeulen <1638-1796


sloptiende 6½ schepel rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500<1600

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Hidding, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Hiddinck, toebehoerende Frederich van Twickel, is groet van tyndehalff mudde geseys,

licht noch halff wueste und gifft des jaers twelff daeler. 4 – 22 – 8.

1602 Hiddinck, 9½ mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie F nummer 443.

1512 erve Leferinkskotte / Geurts /



eig. Huis Twickel circa 1990







1475 Leffordinckate, 1 s(chilt), behoirt in Hidding, is twivel weer dat en kathe is offt nicht, is

lifftucht.

1495 Leferingkate, 1 s(chilt), pauper.

1601 Leefferinck kotte, toebehoerende Frederich van Twickeloe, is groett van soevedehalff

mudde geseys und doet ter pacht des jaers twaelff daeler. 3 – 7 – 8.

1602 Leefferinckskotte, 6½ mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1513 erve Vörger



eig. Huis Pekkedam <1601-1631


uitgang aan Kerk te Delden <1500-1804


miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Vorgaer, en kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Het Vorger, toebehoerende die kinder op den Peckedam, is groet van ses mudde geseys

und een scheepel, unde gifft ter pacht jaerlicx sess mudde koerens, min een scheepel , te

weeten drie mudde roggen min een scheepel und drie mudde boeckweyten.

3 – 0 – 0.

1602 Vorger, 6 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1514 erve (Grote) Avest

allodiaal erve tot 1735

leen Stift Essen 1735-1801

? eig. Huis Pekkedam 1601

? eig. Huis Twickel 1574>2000

tienden eig. Vicarie Weleveld <1748<1765

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Ter Ovest, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1495 Die Avest, 1 s(chilt).

1601 Trowest, toegehoerende die kinderen up den Peckedam, is groet van tyndehalff mudde

geseys, und doet ter pacht derdehalf mudde roggen, vier mudde boeckweyten und twee

mudde haever. 4 – 22 – 8.

1602 Travest, 9½ mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.


1515 erve (Klein) Avest

allodiaal erve

eig. Herman Pinninck 1601


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Zie Groot Avest hiervoor.

1601 Die Aevest, toebehoerende Herman Pinninck, is groet van neegendehalff mudde geseys,

und doet ter pacht ses mudde roggen, drie mudde boeckweyten unde een halff mudde

haever. 4 – 7 – 8.

1602 Avest, 8½ mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie F nummer ..

1516 erve Nijhuis





miskoren 2 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Nyehus, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1601 Nyhuiss, toebehoerende Joest van Beverfoerde, is groet van soevedehalff mudde geseys,

doet ter pacht vier mudde roggen, twee mudde gersten saets, drie mudde haever. 3 – 7 –

8.

1602 Nyhuiss, 6½ mudden geseys, 2 dachmall hoylandt, 1 koeweide.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, gesplitst: sectie F nummer 48 en 271.

1517 erve Lohuis

allodiaal erve





eig. Klooster Almelo 1450-

sloptiende 6½ schepel rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500<1600

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Loehus, 2 s(chilt), penden.

1601 Loehuiss, toebehoerende Hermen Ripperda, is groet van tyndehalff mudde geseys und

een scheepel, und doet ter pacht acht mudde haever, vier mudde boeckweyten.

4 – 26 – 4.

1602 Lohuiss, 9½ mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt, 3 koeweiden.


1518 erve Vokkink / Vökker /






miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 De Focker, 2 s(chilt), dach bet to Mey, borge Heer Bernt van Bevervorde, Heer Bernt bort

selven van den hoster selven, d.

1495 Vocking, 1 s(chilt).

1601 Vockinck, toebehorende Joest van Beverfoerde, is groett van ses mudde geseys, unde

doet ter pacht vyff mudde roggen, vier mudde haever. 3 – 0 – 0.

1602 Vockinck, 6 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, sectie E nummer 43.

1519 erve Groot Leferink

allodiaal erve

eig. Kapittel Oldenzaal 1427-1842

in erfpacht aan Huis Oldemeulen >1601-1798

in erfpacht aan Mozes Salomonson 1798-1842


eig. Jan Willem Nijhof vanaf 1843


eig. fam. van Bellinckhof -1503

eig. Gasthuis Oldenzaal later

eig. Armen Oldenzaal

1503-1740


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Leffording, denstman, 2 s(chilt). (NB: betaalt niet want het betreft een adellijke vrijing).

1495 Lefering, 1 s(chilt), deenstman.

1601 Beyde Leefferinck, toebehoerende het capittell van Oldenzaell, is groett ongeveerlick van

twaelff mudde geseys, und gifft ter pacht jaerlicx ses mudde roggen. 6 – 0 – 0.

1602 Beide Leefferinck, 12 mudden geseys, 4½ dachmall hoylandt.


1519 erve Klein Leferink

allodiaal erve

eig. Kapittel Oldenzaal 1427-1842

in erfpacht aan Huis Oldemeulen >1601-1798

in erfpacht aan Mozes Salomonson 1798-1842


erve perceelsgewijs verkocht in 1843


eig. fam. van Bellinckhof -1503

tienden eig. Gasthuis Oldenzaal later

eig. Armen Oldenzaal

1503-1740


uitgang 7 schepel rogge aan Huis Hengelo -1827

aan Carel J. ten Zeldam vanaf 1827

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 1601 en 1602 zie Groot Leferink hiervoor.


1520 erve Olink / Oedelink /

leen Stift Essen <1542-1800







miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Odeling, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt), d.

1495 Olyng.

1601 Olinck, toebehoerende die frouw van Essen, is groet van twelfftehalff mudde geseys, unde

gifft des jaers drie philipsguldens. 5 – 22 – 8.

1602 Olinck, 10½ mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1521 erve Egbertink

eig. Graaf van Stirum 1601






miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Ecberting, 2 s(chilt), penden.

1601 Egbertinck, toebehoerende die graeve van Sthyrum, is groett van tyndehalff mudde

geseys, gifft des jaers vyfftehalven ryder, yder ryder van vier ende twintich stuver.

4 – 22 – 8.

1602 Egbertinck, 9½ mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1521A erve Kamer / Kamers /

allodiaal erve



miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1601 en 1602 niet genoemd.


1522 plaatsje Rassche

allodiaal plaatsje

eig. fam. Vokkink 1601

eig. fam. Olink 1752

opgenomen in erve Nijhuis 1832 1601 Die Rassgerye, weesende een kottersteede, toebehoerende die erffgenaemen van Johan

Vockinck, is groett van vyff schepell geseys, unde licht wueste.


1523 1601 Ghysenlandt, toebehoerende die erffgenaemen van Gysen Arent, is groet van een mudde

geseys, und doet des jaers twee ryder. 0 – 15 – 0.

1602 Gysen Arndt, 1 mudden geseyes.

1524 plaatsje Bunte

allodiaal plaatsje


eig. Mozes Salomonson 1844

eig. Huis Twickel 1844>2000 1601 Die Butterye, toebehoerende die erffgenamen van Berent Butte, is groet van anderhalff

mudde geseys, und doet des jaers vier goltgulden. 0 – 22 – 8.

1602 Bunterye, 1½ mudden geseyes.


1525 plaatsje Bake

allodiaal plaatsje

eig. Jan ten Zeldam 1832

1601 Baeckenlandt, toebehoerende die erffgenamen van Bruin Baecke, is groet van drie mudde

geseys, und gifft des jaers daervan soeven daeler. 1 – 15 – 0.

1602 Baeckenlandt, 3 mudden geseyes, ½ dachmall hoylandt.


1526 plaatsje Oelhorst / Oolhorst /

allodiaal plaatsje


eig. Huis Twickel 1800>2000 1601 Oelhorst, toebehoerende Joest van Beverfoerde, is groet van een mudde geseys, und gifft

des jaers twee goltgulden. 0 – 15 – 0.

1602 Oelhorst, 1 mudden geseyes.


1527 plaatsje Dekker

allodiaal plaatsje

eig. Kerk te Hengelo 1601

eig. Huis Hengelo 1832 1601 Deckerskamp, toebehoerende die kercke toe Hengeloe, is groet van ses scheepel lands,

und gifft des jaers vyff goltgulden. 0 – 22 – 8.

1602 Johan Deckers, 1½ mudden geseyes.


1528 1601 Lamberslandt, toebehoerende Unico Ripperda, is groet van ses scheepel geseys, und

licht wueste. 0 – 22 – 8.

1529 plaatsje Zegger

allodiaal plaatsje

eig. Hermen Pinninck 1601

eig. de bewoners zelf vanaf <1752 1601 Seggerskamp, toebehoerende Hermen Pinninck, is groet van drie mudde geseys, und gifft

ter pacht tyn goltgulden. 1 – 15 – 0.

1602 Seggerskamp, 3 mudden geseyes.


1601 Deese voers(chreven) erven und kottersteeden sinnen met giene vaereerde belastet van

haere guetheeren in deese krigeslouffen.

WIENE EN ZELDAM

1530 erve Bepseler Wiene


achterleen Huis Almelo <1422-1800

eig. Huis Langenhorst <1548-1856




1475 Pepsleer, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Bepseler

1601 Bepseler, is groett van gesey viertien mudde, waervan die eene helffte toebehoerich Arent

de Reyger, hefft een jaer twee offte drie wueste geleegen, und daervan nicht genotten, die

ander helffte toebehoerende syne suster frouw ter Borch, gifft ter pacht ses mudde

roggen, twee mudde boeckweyten und gifft Arent die Reyger die derde gast.7 – 0 – 0.

1602 Bepseller, 14 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1530A erve Bomhof (afsplitsing in 1662) Wiene



eig. Huis Langenhorst <1548-1856




1475 1601 en 1602 zie Bepseler (1530)


1531 Huis en erve Langenhorst Wiene



eig. fam. Reyger 1554-1773

eig. fam. van Boecop <1813-1857

eig. R.B. Visser vanaf 1857



1475 Langenhorst, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Langenhorst , groet van soeven mudde geseys, toebehoerende Stephan de Reyger, unde

gifft die garve. 3 – 15 – 0.

1602 Langenhorst, 7 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1532 erve Akkerhuis

Wiene

als Akerhuysen in Bentelo leen Overijssel 1477-1693

eig. fam. van Bevervoorde 1601


eig. fam. Putman / Cramer <1752-1815

perceelsgewijs verkocht 1803-1815

tienden leen Overijssel <1379 1433


1601 Ackerhuiss, groet van tyn mudde geseys, toebehoerende die erffgenaemen van zael.

Bevenfoerde tho Gelsteren, daervan ter pacht gegeven den erffgenaemen dertich daeler.

5 – 0 – 0.

1602 Ackerhuiss, 10 mudden geseyes.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie F (nummer niet meer te bepalen).

1533 erve de Haar

Wiene

allodiaal erve

eig. Kerk te Delden 1601


1601 Die Haer, groet van acht mudde geseys, toebehoerende den pastoer van Delden, und

Derick Lueckens, gifft seventien daeler. 4 – 0 – 0.

1602 Die Haer, 8 mudden geseyes.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie F nummers 292, 300 en 301.

1534 erve Bloemendaal Wiene


eig. Bloemendaal op Hagreis vanaf 1829


1601 Het Bloemendael, groet van vier mudde geseys, gifft den heeren eenen goltgulden, hefft

noch schuldes genoech te betaelen. 2 – 0 – 0.

1602 Blomendaell, 4 mudden geseyes.

1778 Domeinkaart “Bloemendaal te Weddehoen”, HCO kaarteninventaris nummer 1248.


1535 erve Bekenhorst / de Beker / Wiene

allodiaal erve

eig. Geert Langeler 1601


eig. J.H. Zegers 1832

uitgang 1 mud rogge aan Kerk te Delden 1601 1601 Weyde Geert, een cattersteede, is groet van twee mudde geseys, toebehoerende Geert

Langeler, gifft ter pacht drie goltgulden und een mudde roggen in der kercken toe Delden.

1 – 0 – 0.

1602 Beickenhorst, 2 mudden geseyes.


1536 erve Tusschede Wiene


eig. Berend van Hovell <1471>1482

eig. Huis Nijenhuis <1574-1662

eig. fam. Meyling <1752-1828


uitgang 2 mud gerst aan Vicarie Delden 1601


1475 Tuesschede, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Het Tusschede, groet van viertien mudde geseys, toebehoerende Berent van Hoevell, gifft

ter pacht tyn mudde roggen, tyn daeler, noch twee mudde gersten gehoerende in heer

Everts vicarie. 7 – 0 – 0.

1602 Tusschede, 14 mudden geseyes.


1537 erve Scholten Oosterhof

Wiene


in pandschap aan Johan Oosterhoff 1556>1600



eig. Huis Nijenhuis <1379-1800


1475 Oesterhoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601

Oesterhoff, weesende een heeren- und garffguett, is groet van sestiendehalff mudde

geseys, unde is in pantschap eertyds verkofft voer twelff mudde roggen, daervan Roloff

van Hoevell den tenden is hebbende, groff unde small. 7 – 22 – 8.

1602 Osterhoff, 15½ mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “De Scholte te Winen”, Huisarchief erve Scholten Oosterhof.


1538 erve Horst Wiene



koe- en voergeld 7 stuivers aan drost van Twente >1811


1475 de Horst, 1 s(chilt), d.

1601 Die Horst, toebehoerende Goesen van Raesfelt tom Ruetenberch (sic), is groet van ses

mudde geseys, und gifft ter pacht tyn daeler. 3 – 0 – 0.

1602 Horsth, 6 mudden geseyses, 1 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “De Horst te Weddehoen”, HCO kaarteninventaris nummer 1249.


1539 erve Exterkate Wiene

leen Steinfort <1640-1800

eig. erven Hackvoort 1601


tienden achterleen Huis Oosterhof <1559-1800

eig. Balthazar Bodeker 1559>1601

2/3 eig. Huis Twickel vanaf 1625


1475 Eghesteren Kathe, kathe, , 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Eechsterkotte, toebehoerende den erfgenaemen zaelige juffer Hackvoertt, is groet van

neegedehalff mudde geseys, daervan hie gifft ter pacht vyff und twintich daeller und een

pachtvercken, noch itliche stucken , daervan Balthazar Boecker den tenden hefft.

4 – 7 – 8.

1602 Exterkotte, 8½ mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1540 erve Kolhoop Wiene

allodiaal erve


erve perceelsgewijs verkocht in 1837


1475 Koelhoep, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Kolhoep, groet van vier mudde geseys, hem toebehoerende, gifft meer ter pensioen als

het bynae uuitdraegen kan. 2 – 0 – 0.

1602 Kolhoip, 4 mudden geseyes.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, huis afgebroken circa 1820, huisplaats opgenomen in

sectie E nummer 591.

1540A erve Goorhuis Wiene

allodiaal erve



1475 1601 en 1602 niet genoemd.


1541 erve Zuidhof / Ziethof / Suethof / Wiene


eig. Hendrik van Merve 1601

eig. Berghuis 1752

½ eig. de bewoners zelf -1827

½ eig. Scholten-Oosterhof vanaf 1827

eig. Scholten Oosterhof 1828>1874


achterleen Huis Oosterhof <1559-1800

eig. Balthazar Bodeker 1559>1601

2/3 eig. Huis Twickel vanaf 1625


1475 Syethoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Suethoff, toebehoerende Henrick van Merve, is groet van elven mudde geseys, gifft ter

pacht elff mudde roggen, Balthazar Buecker hefft den tenden daervan groff und small.

5 – 15 – 0.

1602 Suithoff, 11 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1542 erve Veldhuis

Wiene

1601 Het Velthuiss, toebehoerende Geert Imminck und Cathrina Bredenwets, sinnen

diegenigen die dat anmaetigen, licht wueste unde is geene behuesinge op.


1543 erve Schoneveld

Wiene

leen Steinfort

eig. de bewoners zelf al vóór 1601


1475 Schoneveldt, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Schoenefelt, hem selvest toebehoerende, is groet van soevedehalff mudde geseys, gifft

meer ter pensioen als het bynae uuitdraegen kan. 3 – 7 – 8.

1602 Schonefeldt, 6½ mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1544 erve de Braak Wiene





eig. fam. Weddelink 1752


tienden eig. Willem van Hoevel -1500

eig. Joh.ter Bruggen, priester 1500-1504


1475 De Braeck, 2 s(chilt) bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die Braeck, toebehoerende Frederich van Twickeloe, is groet van neegen mudde geseys,

gifft ter pacht achtien goltgulden, die Johan Elderinck te Grolle jaerlicx buert.

4 – 15 – 0.

1602 Braick, 9 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1545 erve Lammertink Wiene

allodiaal erve

eig. Huis Grimberg 1601

eig. Broekhuysen 1752

eig. de bewoners zelf <1832>1856


eig. Huis Weldam 1878>2000

tienden eig. Huis Kevelham 1601


1475 Lamberting, behort Baken ende ere kinderen, is to zamen ein erve, 2 olde s(chilt), d.

1601 Lambertinck, toebehoerende Peter van Voerst, is groet van twelff mudde geseys, gifft ter

pacht neegen mudde saedes, halff roggen ende halff boeckweyte; gifft oeck jaerlicx van

sloptenden drie scheppel gersten, unde oeck van itlick landt die tende, toebehoerende

Johan van Hoevell. 6 – 0 – 0.

1602 Lambertinek , 12 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1546 erve Tankink Wiene




tienden leen Overijssel 1433

eig. Huis Nijenhuis 1601

eig. fam. Bruins / Raesfelt -1635



1475 Tancking, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Tanckinck, toebehoerich Johan van Raesfelt, licht wueste, is groet ongeveerlick van tyn

mudde geseys, und die naeberen hebben dat in het gebrueck, geeven ter pacht acht

mudde boeckweyten, unde Roloff van Hoevell hefft den tenden groff und small daeraff.

5 – 0 – 0.

1602 Tanckinck, 10 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1547 erve Huisstede / Hoesstede / Wiene

allodiaal erve

eig. de bewoners zelf al vóór 1601

tienden eig. Huis Nijenhuis 1601

eig. Scholten Oosterhof 1874


1475 Huestede, is nicht, seget de richter, behort in Goseling, lifftucht, 1 s(chilt).

1601 Die Huesstee, hem toebehoerich, is groet van derdehalff mudde gesey, gifft bynae meer

ter pensioen als eth draegen kan, daervan Hoevels suster den tenden is hebbende, groff

und small. 1 – 7 – 8.

1602 Huistede, 2½ mudden geseyes.


1548 erve Duis / Dues / Wiene


alodiaal erve vanaf 1638

eig. Huis Hagmolen 1497-1546

eig. fam. van Bevervoorde 1563<1638

eig. fam. Rammelman <1638>1752

eig. Huis Hagmolen -1821


½ eig. Huis Weldam >1880>2000


1475 Ter Dues, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die Duessch, toebehoerich Hermen van Erden, is groet van neegen mudde geseys, gifft

ter pacht twee mudde roggen, twee mudde weyten, drie mudde haeveren, twee mudde

gerstiges saedes. 4 – 15 – 0.

1602 Duisch, 9 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1549 erve Gorsveld Wiene





eig. Huis Weldam vanaf 1667

sloptiende 3 mud rogge aan Kapittel Oldenzaal 1491<1600

uitgang 1 mud rogge aan Vicarie Almelo 1494-1617

aan Huis Weldam vanaf 1617


1475 Ghaersvelde, de richter zeget heth en se nich gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden

r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Gorssevelt, toebehoerende zaelige Johan Ripperdaes kinderen, groet van elven mudde

geseys, unde gifft ter pacht die garve, noch den tenden groff und small toebehoerende

frouwe van Reeden. 5 – 15 – 0

1602 Gorsfeldt, 11 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1550 erve Hemmelder Wiene

allodiaal erve



1475 Harman Harbart, de richter zeget heth se en kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse)

g(uldens), d.

1601 Hemmeler und Keysererve, toebehoerende zaelige Johan Ripperdaes kinderen, groet van

tyn mudde geseys, und gifft ter pacht die garve. 5 – 0 – 0.

1602 Hemmeler und Keyser, 10 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1550 A erve Keizer Wiene

allodiaal erve



1475 1601 en 1602 zie erve Hemmelder (1550)

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden; het huis is circa 1825 (na de opmeting, maar vóór 1832)

afgebroken. Het huisperceel is opgenomen in sectie E nummer 1675.

1551 1601 Die Leemkuelen, toebehoerende Goesen van Raesfelt tom Ruetenberch (sic), is groet

van twee mudde geseys, und gifft ter pacht die garve. 1 – 0 – 0.

1602 Leemcule, 2 mudden geseyes.

1552 erve Heerbaard Wiene






uitgang 1 mud rogge aan Vicarie Almelo 1494-1617 aan Huis Weldam vanaf 1617


1475 Bernt Harbart, 1 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die Herbardt, groet van neegedenhalff mudde geseys, toebehoerende Goesen van

Raesfelt (sic), gifft jaerlicx die garve unde van itlich landt den tenden, die frouwe van

Reede buertt. 4 – 7 – 8.

1602 Hertbart, 8½ mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1552A erve Krebbers Wiene

allodiaal erve



1475 1601 en 1602 niet genoemd.


1553 erve Vaarhorst Zeldam


allodiaal erve vanaf 1626

eig. fam. Jalink 1752

halve tienden eig. Kapittel Oldenzaal <1500<1600


1475 Vaerhorst, is en kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Vaerhorst, toebehoerende Coerdt van Boenen, is groet van acht mudde geseys, unde gifft

jaerlicx die garve. 4 – 0 – 0

1602 Varhorst, 8 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie G nummers 653, 636 en 616.

1554 erve Rouweler Zeldam

allodiaal erve

eig. Buschklooster 1601

eig. fam. Bentink 1752

eig. Huis Heeckeren >1736-1898


1475 Ruweler, de richter zeget en kathe, in dubio, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Ruweler , gehoerende in het Buesschkloester toe Deventer, is groet van tyn mudde

geseys, gifft ter pacht tyn mudde roggen, vyff mudde boeckweyten. 5 – 0 – 0.

1602 Rouwler , 10 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie G nummer 493.

1555 erve Koebrugge Zeldam

hofh. Hof Wiene <1385-1831



veel landerijen verkocht 1840-1841




koe- en voergeld 14 st. en 1 hoen aan drost van Twente <1601>1811


1475 Kokenbrugge, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Kobrugge.

1601 Die Koebrugge , weesende een heerenguett, is groet van ses mudde geseys, gifft ter

pacht den heeren vier keysersgulden, ongeverlich een mudde koppel gersten , een

beedeswyn, koe- und voergelt den drosten und een vastelavents hoen, noch itlich landt

den tenden groff und small, toebehoerende die frouwe van Reede. 3 – 0 – 0.

1602 Koebrugge, 6 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.


1556 erve Nijhuis

Wiene


eig. Domeinen <1601>1831

in erfpacht voor 2 mud rogge,

2 mud gerst en 2 mud haver

aan hofmeijer te Goor <1601-1647

aan Huis Weldam 1647-

aan Huis Hengelo 1761

aan Huis Weldam 1761-1774

aan fam. Stork 1774-1831

aan Huis Heeckeren 1831-1898




eig. fam. Vaarhorst 1803-1833

eig. Huis Heeckeren vanaf 1833


1475 Niet genoemd.

1601 Nienhuiss, toebehoerende den meyer toe Goer, is groet van vyff mudde geseys, gifft ter

pacht den heeren rentmeister twee mudde roggen, twee mudde gersten, twee mudde

haveren, und itlich landt die tende, bueret die frouwe van Reede. 2 – 15 – 0.

1602 Nyhuiss, 5 mudden geseyes.


1557 Het Morren Zeldam

allodiaal erve

eig. Huis Twickel 1752


1601 Die Morre, woeste.


1558 erve Mentink Zeldam



eig. Salomon Heijmans cs. vanaf 1839




koe- en voergeld 20 st. en 1 hoen aan drost van Twente >1811


1475 Menting, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Mentinck, toebehoerende den heeren, is groet van neegen mudde geseys, und van dat

halve landt geet den tende van, toebehoerende den heeren, gifft den heeren ter pacht een

mudde gersten und twee gulden. 4 – 15 – 0.

1602 Mentinck, 9 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1559 erve Assink Zeldam



wonersplaats verkocht in 1832






1475 Assing, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Assinck, toebehoerende die frouwe van Reede (sic, tienden), is groet van gesey vyff

mudde, gifft ter pacht den heeren een mudde koppelgersten, een paer hoender, koe- und

voergelt, seeven stuever und een fastelaventshoen, acht fleemschen, een beedeswyn,

den tenden groff und small und daer die tende niet van geet, daer hefft die meyer toe

Wedehoen die garve van. 4 – 15 – 0.

1602 Assinck, 5 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1560 erve Wanink

Zeldam



wonersplaats verkocht in 1833






1475 Waning, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Waeninck (toebehoerende die frouwe van Reede, die tende met 36 stuvers), is een

heerenguet, groett van seeven mudde geseis, gifft ter pacht den heeren een mudde

koppelgersten. 3 – 15 – 0.

1602 Waninck, 7 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Wonink te Zeldam”, HCO kaarteninventaris nummer 1325.


1561 erve Spenkelink Zeldam




sloptiende 1 mud rogge aan Huis Nijenhuis 1601



1475 Spenkeling, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Spenckelinck, weesende een heerenguett, is groet van seeven mudde geseys, gifft den

heeren ter pacht een mudde koppelgersten, neegen ende dertich stuver, noch een paer

hoender, een mudde sloptenden Roeloff van Hoevel, een gulden van voer- ende koegelt,

een vastelaventshoen den drosten. 3 – 15 – 0.

1602 Spenckelinck, 7 mudden geseyes, 1½ dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Spenkelink te Zeldam”, HCO kaarteninventaris nummer 1321.


1562 erve Volkerink Zeldam



sloptiende 2 mud rogge en smalle leen Overijssel <1379-1399

aan Huis Nijenhuis <1601<1839

aan weduwe Verbeek 1839

uitgang 1 mud rogge aan J.L. Weerman 1839



1475 Volkering, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Volckerinck, een heerenguett, is groet acht mudde geseys, gifft den heeren ter pacht een

mudde koppelsaedes, twee gulden, Hoevell twee mudde roggen und den smaelen

tenden, noch den drosten viertien stuver van voer- ende koegelt und een

vastelaventshoen. 4 – 0 – 0.

1602 Volckerinck, 8 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.


1563 1601 Herman Helmichs, nichts dan een goerden. 0 – 7 – 8.

1564 1601 Hertgert ten Broeill, ses spint landes. 0 – 5 – 10.

1565 erve Zeldam Zeldam


eig. Gerrit Wanink 1832






1475 Seeldam, de richter zeget se en kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Seldam, groet van gesey tyn mudde, gifft den heeren eenen halven gulden, den tenden

groff und small, toebehoerende die frouwe van Reeden, koe- und voergelt vyff ende

twintich stuver den drosten.

1602 Seldam, 10 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Zeldam te Zeldam”, HCO kaarteninventaris nummer 1326.


1566 erve Spekreis Zeldam





1475 Specreyse, de richter zeget en kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Speckreyse, weesende een heerenguett, is groett van gesey achtehalff mudde, gifft ter

pacht een mudde koppelsaedes, drie schepel roggen, een halff spint, noch twee gulden,

den drosten van koe- und voergelt een gulden und een vastelaventshoen. 3 – 22 – 8.

1602 Speckreise, 7½ mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Spekreise te Zeldam”, HCO kaarteninventaris nummer 1320.


1567 erve Hagreis Zeldam





1475 Hachreyse, de richter zecht en kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Die Hachreyse, weesende een heerenguett, is groet van soeven mudde geseys, gifft

jaerlicx ter pacht den heeren twelff witten, die witte sestien placken, noch den heeren

drosten van koe- und voergelt twintich stuver unde een vastelaventshoen. 3 – 15 – 0.

1602 Hachreise, 7 mudden geseyes, 2 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Hagreise te Zeldam”, HCO kaarteninventaris nummer 1319.


1568 erve Stokkentreef Zeldam





1475 Stokentreeff, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1546 Berent ten Stockentreef aanwezig bij het opschrijven van het “Hofrecht van Twente”.

1601 Stackentreeff, groet van twelff mudde geseys und hefft dat goet in pantschap. 6 – 0 – 0.

1602 Stockentreeff, 10 mudden geseyes, 3 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Stokkentreef te Zeldam”, HCO kaarteninventaris nummer 1322.


1568A erve Dijkert / de Dijk / (afsplitsing) Zeldam

hofh. Hof Wiene -1829

eig. Hendrik ten Brummelaar 1829-1832

eig. fam. Veehof (bewoners) vanaf 1832


1475 1601 en 1602 zie erve Stokkentreef (1568)


1569 erve Scherphof Zeldam

leen van Bevervoorde -1466



tienden eig. Klooster Almelo 1482<1812


afschaffing tiendplicht 1914-1944

uitgang 36 stuivers aan de bewoners zelf 1812


1475 Scharpehoff, behort in dat Zuethoff so de richter zeget, 1 s(chilt), d.

1601 Het Scharphoff, woeste.

1602 Scharphoff, 4 mudden geseyes.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie H nummer 168.

1570 erve Groot Argelo / Berend ten Ziethof / Zeldam




tienden allodiale tienden



sloptiende 5½ spint rogge aan Huis Twickel <1800>1812

tins 1½ stuiver (12 duiten) aan Huis Twickel <1800>1812


1475 Sythoff, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1485 Suethoff.

1601 Johan ten Sythaeves erve, toebehoerende den convent van Almelo, gifft jaerlicx ter pacht

vyff mudde roggen, vijff mudde boeckweyten, Cristoffer Scheel den tenden groff und

small. 5 – 0 – 0.

1602 Sythoff, 9 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1571 erve Argelo Zeldam

eig. Vicarie Delden <1601-1736





uitgang 5 schepel rogge en

5 witten (ƒ 0,40 in 1802)

aan landrentambt Twente <1601-1802

eig. Huis Twickel vanaf 1802 miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813

1475 Ergelo, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d.

1601 Arguloe, gehoerende in de vicarie Ruperinck, groett van acht mudde geseys hieruuit geet

die tins, vyff schepel roggen und vyff witten, noch hefft Cristoffer Scheel den tenden

daervan groff und small und is leider verdreven, dat hie den herschop nicht betaelen kan,

hefft genoech te doen, dat hie die contributie nauwe betaelen kan. 4 – 0 – 0.

1602 Argulo, 8 mudden geseyes, 1 dachmall hoylandt.


1572 erve Groot Argelo / Antony ten Ziethof / Zeldam




een horst de meerdam eig. Klooster Almelo vanaf 1475

tienden de meerdam eig. Kapittel Oldenzaal tot 1475

eig. Klooster Almelo vanaf 1475



eig. fam. van Heek <1812-1841

eig. fam. Schneider vanaf 1841

afschaffing tiendplicht 1915-1945

sloptiende 5½ spint rogge aan Huis Twickel <1800>1812

tins 1½ stuiver (12 duiten) aan Huis Twickel <1800>1812


1475 vergelijk erve 1570.

1601 Lambert ten Sythaeves erve, toebehoerende dem convent Almeloe, is groet van tyn

mudde geseys, gifft jaerlicx ter pacht vyff mudde roggen, vyff mudde boeckweyten,

Cristoffer Scheel hefft daervan den tenden groff und small. 5 – 0 – 0.

1602 Lambert te Sythave, 10 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1573 erve Weernink (bodegoed)

Wiene




uitgang 1 mud gerst aan Willem van Hoevel -1500

aan Joh.ter Bruggen,priester 1500-1504

aan Vicarie Delden 1504-1807


tijns van halve daalder aan Proosdij Oldenzaal <1601-


1475 Werning, en kathe, bodeguet, d.

1601 Werninck, is een boddenguett, groet van neegen mudde geseys, gifft den heeren ter

pacht vyfftich vleemschen, noch den provestie toe Oldenzaell eenen halven daelder toe

tinsen , noch toe Delden in heer Everts vicarie een mudde gersten. 4 – 15 – 0.

1602 Werninck, 9 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Waanink, Weernink, de Bode te Zeldam”, HCO kaarteninv. nummer 1323.


1574 erve Goselink Wiene

allodiaal erve

eig. Coert van Benen 1601




1475 Ghozening, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens),d.

1495 Goseling

1601 Goeselinck, toebehoerende Coerdt van Benen, is groett van neegen mudde geseys, gifft

ter pacht soeventien daeler. 4 – 15 – 0.

1602 Goisselinck, 9 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.


1575 erve Leusink Wiene

hofh. Proosdij Oldenzaal <1601-1829




eig. Armen Delden <1601-1712




1475 Loetzing, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Loesing.

1601 Loessinck, is groet van acht mudde geseys, gifft in de provestie toe Oldenzael twee

mudde roggen, noch twee golt gulden, noch hebben die armen in Sanct Annenhuis den

tenden groff und small. 4 – 0 – 0.

1602 Loissinck, 8 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1576 Hof te Weddehoen / Hofmeijer / Wiene

landsheerlijke hoofdhof <1385-1800


in pandschap aan Johan Meijer van Wiene 1556>1600





1475 De Meyer, 2 s(chilt), sal men penden, d. (NB de hofmeijers waren vrij van schatting).

1546 Johan Hofmeijer te Wedehoen aanwezig bij het opschrijven van “Hofrecht van Twente”.

1601 Die meyer van Wedehoen syn erve, is een heeren- offte garffguett, groett van

vierteindehalff mudde geseys, is eertydts ongeveerlich van twelff mudde roggen in

pantschap verkofft und van etlick landt hefft die frouwe van Reede den tenden.

6 – 15 – 0.

1602 Meyer, 13 mudden geseys, 3 dachmall hoylandt.


DELDENERBROEK

1577 erve Satink / Sardink /

tiendvrij erve allodiaal erve

eig. fam. Bruyns 1752

eig. fam. Meijling 1813

miskoren 1½ schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Sargherding, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Dat erve Sartinck, groet van elff mudde bouwlandes, hoege ende leege, twee dachwerck

hoeylandts, waervan dat halve erve Sartinck bouwet Hindrick ten Sepenwoelde unde die

ander helffte van Sartinck bouwet Lubbertt Blanckefoertt und Arent van Rutenberch.

Johan Sartinges garve, weesende die helffte, gedaen vierdehalff (3½) mudde roggen,

sestehalff (5½) mudde boeckweyten, welck ontfangen Arent van Rutenberch.

Sepenwoeltz garve, gedaen ses mudde weyten, vier mudde roggen, und dat betaelt

Lubbert Blanckefoertt. 5 – 15 – 0.

1602 Sartinck, 11 mudden geseys, 3 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst sectie H nummers 388 en 392.

1578 erve Siemerink




eig. Huis Weleveld 1601-1678

eig. Lintelo tot de Mars 1678>1685

eig. fam. Bloemen 1850 koe- en voergeld 20 st. en 1 hoen aan drost van Twente <1601>1811


1475 Synering, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1495 Symering,

1601 Symerinck, is een heerenguett, wertt gebouwet van Berent Symerinck, is groet van tyn

mudde landes und derdehalff dachwerck hoeylandes, gifft den heeren rentmeester ter

pacht een mudde koppelsaedes offte twee daeler, den heeren drosten seeven ende

twintich stuver van koe- und voergelt, een vastelavonts hoen, noch gifft hie Scheel den

tenden van dat ganse landt, noch den smaelen tenden. 5 – 0 – 0.

1602 Symerinck, 10 mudden geseys, 2½ dachmall hoylandt.


1579 erve Rottink





eig. Lintelo tot de Mars 1678-. koe- en voergeld 34 st. en 1 hoen aan drost van Twente <1601>1811


1475 Potting, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt). d.

1495 Rotting.

1546 Arent Rotting aanwezig bij het opschrijven van het “Hofrecht van Twente”.

1601 Rottinck, is een heerenguett, wertt gebouwet van Johan Rottinck, is groett van elven

mudde landes und derdehalff (2½) dach hoeylands, gifft een mudde koppelsaedes, twee

daelers, den drosten vier und dertich stuver, een vastelavents hoen, gifft Scheel den

tenden van dat ganse landt und noch den smaelen tenden. 5 – 15 – 0.

1602 Rottinck, 11 mudden geseys, 3 dachmall hoylandt.


1580 erve Rikkerink

allodiaal erve


eig. fam. van Heek <1752-1854


tienden eig. Adriaan Reyners 1601


uitgang 1 schepel rogge aan landrentambt Twente -1802


1475 Rickarding, 2 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

hevet 1½ betaelt in dat olde register, seget de richter, se en kathe.

1495 Ryckerding, 1 s(chilt), deenstman.

1601 Rickerinck, toebehoerende Herman Ripperda, is groett van sestehalff mudde landes unde

anderhalff dachwerck hoeylandes, gifft die garve Herman Ripperda, die welcke gedaen

hefft derdehalff ( 2½) mudde roggen und drie mudde boeckweyten, noch den tenden aver

het landt, Adriaen Reyners toebehoerende. 4 – 22 – 8.

1602 Rickerinck, 5½ mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1581 erve Seppenwoolde





miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Sepenwolt, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt). d.

1601 Seepenwoelt, toebehoerende Davidt Berck, is groet van ses mudde und een scheepell

bouwlandes und derdehalff (2½) dachwerck hoeylandes, gifft die garve daervan,

diewelcke dit jaer verleeden gedaen hefft acht ende twintich daelers, noch gifft den tenden

aver het landt den heeren van ’t capittel toe Oldenzael. 3 – 3 – 12.

1602 Sepenwoeldt, 6¼ mudden geseys.


1582 erve Kraaienveld

leen Huis Bronkhorst <1651-1800

eig. Sladenhuis Woolde 1601

eig. Huis Warmtink <1651-1779 ged. eig. Huis Twickel 1652>2000 sloptiende 3 mud rogge en smalle leen Overijssel <1394-1801 eig. fam. Graas <1394-1504 eig. Huis Twickel vanaf 1504


1475 Kreyenveldt, 2 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt), d. de richter seget, sy en kathe, sint in dubio.

1601 Kreyenfelt, toebehoerende Hindrick van Slaede, wort gebouwet van Arent ten Kreyenfelt

und is groet tyn mudde landes und drie dach hoeylandes, gifft die garve, die gedaen hefft,

sestehalff (5½) mudde roggen, drie mudde boeckweyten, vyff schepel gerstich saets,

noch neegen gulden ter pacht. 5 – 0 – 0.

1602 Kreyenveldt, 10 mudden geseys, 3 dachmall hoylandt

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden. Groot Kraaienveld is versplinterd in vele delen.

Klein Kraaienveld (eigendom van Huis Twickel) is sectie H nummer 128.

1583 erve Dreteler

allodiaal erve

eig. Huis Brandlecht 1601

eig. fam. Schutte 1752

eig. Huis Backenhagen <1832-1850




eig. Huis Warmtink 1556-1671

eig. Huis Oldenhof 1671-1711

eig. Huis Backenhagen vanaf 1778

miskoren 2 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1845 1475 Dretleer, 2 s(chilt), bet(aalt) 2 s(chilt). d.

1495 Dreteler.

1601 Dreteler, toebehoerende die frouwe van Reede, wert gebouwet van Berent ten Dreteler, is

groet tyn mudde landes, drie dach hoeylandes, gifft der frouwen van Reede tyn mudde

saedes, halff rogge, halff boeckweyte, (gifft) van dat landt den tenden, toebehoerende

Geertruidt Reygers. 5 – 0 – 0.

1602 Dreteler, 10 mudden geseys, 3 dachmall hoylandt.


1583A erve Slaghekke

allodiaal erve


miskoren 2 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1845 1475 1601 en 1602 niet genoemd


1584 erve Hazenkamp

allodiaal erve


sloptiende 6 mud rogge en smalle leen Overijssel <1394-1801



miskoren 2 spint rogge en 3 stuiv. aan voorgangers Delden <1500>1845 1475 Hasencamp, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt). d.

1601 Haezencamp, toebehoerende den erffgenaemen van Jacob de Baecken, wort gebouwet

van Geert Imminck, is groet van vier mudde geseys min een schepel, gifft synen herschop

ses daeler, noch Johan van Raesfelt ses schepel roggen, noch in sanct Johannes vicarie

een mudde roggen. 2 – 0 – 0.

1602 Hasenkamp, 4 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.


1585 erve Immink


eig. de bewoners zelf vanaf 1829 sloptiende 1 mud rogge en smalle leen Overijssel <1379-1399 eig. Huis Twickel <1601>1812 koe- en voergeld 20 st. en 1 hoen aan drost van Twente <1601>1811

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Ymyng, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1 s(chilt). d.

1495 Ymming.

1546 Jorden Imming aanwezig bij het opschrijven van het “Hofrecht van Twente”.

1601 lmminck, een heerenguett, wort gebouwet van Geert lmminck, is groet van vyfftehalff

mudde landes ende anderhalff dachwerck hoeylandes, gifft ter pacht den heeren

rentmeister een mudde koppelsaets, ses und dertich stuver, Johan van Raesfelt een

mudde roggen und den smaelen tenden und den drosten eenen keysers gulden voer koe-

und voergelt. 4 – 7 – 8.

1602 lmminck, 4½ mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Immink te Delderbroek”, HCO kaarteninventaris nummer 1242.


1586 Huis Warmtink / Reiger /

allodiaal goed

eig. fam. de Reyger <1564>1610

eig. fam. Gewin 1752



eig. Huis Warmtink 1556-1711

eig. Huis Hagmolen 1732-1744

sloptiende 3 mud rogge en

bloedtiende 30 stuivers

aan Huis Twickel <1800>1812

miskoren 2 schepel rogge en 6 st. aan voorgangers Delden <1500>1813

1475 Wermberting, denstman, 2 s(chilt), d.

De Reethoff, desertum, kent men nicht, lifftucht, 1 s(chilt).

1601 Warmartinck, toebehoerende Stephan de Reyger, is ongeveerlick van achtien mudde und

een halff geseys, leeges ende hoeges landes, soe nu voertaen daervan gebouwet wertt

vyff dachwerck grass meyens, daervan die meyer omtrent soeven mudde landes onder

syner ploech hefft, daervan hie synen heerschop Stephan de Reyger jaerlicx die garve

sall geeven. Noch onlanges Reyger voers. gekreegen eenen meyer, Geert Uuitslach

genoempt, welcken leider Godt syn wyff kortz gestorven unde moet eerstes daeges, durch

syn armoets halven, dat guett verlaeten. Noch Reyger, die aermoet van Uuitslach

ansiende, dat hie nu op Warmertinck wert blyven und van den voergenoemden goede

wertt bouwen ses mudde landes ongeveerlich unde desse voergenoemde beyde

meyeren, Johan und Geert, sinnen vergangen Sanct Michaelis ersten met. der woenninge

op Warmertinck gekoemen und sollen beyde meyeren die garve toekumpstigen Martiny

voer hoer gebouw geeven, die reste van die bouwerye offte landerie van Warmertinck

gedrucket und moet hie Reyger sulvest gebruecken.

“Reigers goet Warmertinck, genamen op dertich mudde, synde 15 daller”.

1602 Johan Warmertinck, 7 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1587 erve Hagink / Hagen /

tiendvrij erve allodiaal erve

eig. Zweder van Twickelo 1601

miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Haghe, 1 s(chilt), is nicht, buermarcke, lifftucht, penden.

1601 Haeginck, toebehoerende Sweeder van Twickeloe, is groet vierdehalff mudde landes und

1 schepel, een dach grass meyens, gifft Sweeder van Twickeloe drie mudde roggen, drie

mudde gerstiges saets. 1 – 22 – 8.

1602 Hagen, 3½ mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1588 Reiger

miskoren 3 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1828 1601 Everdt die Reyger, hefft een stucke bouwlandes, groet weesende een mudde geseys,

hem Reyger toebehoerich. 0 – 15 – 0.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, onderdeel van Warmtink (nummer 1586).

1589 erve Horst / ter Horst /

kamerl. Hof Ootmarsum <1385-1829


miskoren 2 spint rogge en 3 st. aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 De Horst, kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die Haerst, toebehoerende Mechtelt ter Haerst toe Diepenhem, groet sestehalff mudde

landes, twee dach hoeylandes, waerop een arm man woenende is in een spycker, die

daer van bruecket een halff mudde landes, die reste licht woeste. 2 – 22 – 8.

“Nota 0 – 7 – 8”.

1602 Horsth, 5½ mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “De Horst te Delderbroek”, HCO kaarteninventaris nummer 1300.


1590 erve Rouweler



miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Ruweler, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Ruweler, toebehoerende Johan van Raesfelt, wort gebouwet van Geert ten RuweIer, is

groet neegedehalff mudde landes unde anderhalff dachwerck hoeylandes, gifft ter pacht

soeven mudde roggen, een mudde haever, een mudde boeckweyten, twee jaer gulden.

4 – 15 – 0.

1602 Rouwler, 8½ mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1591 erve Aaltink / Altink /




eig. Huis Backenhagen 1662>1800


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Alting, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Altinck, is een heerenguedt, wort gebruecket van Wolter Altinck, is groet elff mudde

geseys unde een scheepel ende vier dachwerck hoeylandes, gifft den heeren rentmeister

een mudde roggen ter pacht, vier ende dertich stuver den heeren drosten, den tenden

groff und small, toebehoerende zaelighe Derick Strickes erffgenaemen. 5 – 15 – 0.

1602 Altinck, 11 mudden geseys, 4 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Altink te Delderbroek”, HCO kaarteninventaris nummer 1240.


1592 Spoolder

allodiaal erve

eig. Huis Hagmolen -1821

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Spolder, ein kathe, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Spoelder , toebehoerende zaelige Lambert ten Hasselers kinderen, wert gebouwet van

Wessel ten Spoelder, is groet vyff mudde landes und twee dach hoeylandes, gifft die

garve jaerlicx, diewelcke gedaen hebben ses mudde saets, halff roggen ende halff

gerstich saett. 2 – 15 – 0.

1602 Spoilder, 5 mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst sectie A nummers 61 en 63.

1593 erve Semminkrot / Semmekrot /





eig. Lintelo tot de Mars 1678-


miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1813 1475 Semyngrot, 2 s(chilt), d.

1495 Semmynckroet.

1546 Henryk ten Semmingroet aanwezig bij het opschrijven van het “Hofrecht van Twente”.

1601 Semminckrodt, een heerenguet, wertt gebouwet van Hendrick ende Luecken ten

Semminckrott, is groett negendehalff mudde geseys ende vierdehalff dachwerck

hoeylandes, gifft den heeren rentmeister ter pacht een mudde koppelgersten, twee daeler,

noch den tenden groff und small, toebehoerende Cristoffer Scheel. 4 – 7 – 8.

1602 Semminckroth, 8½ mudden geseys, 3½ dachmall hoylandt.


1594 erve Luttikhuis

tiendvrij erve alodiaal erve

erve is gesplitst vóór 1601

½ erve eig. St. Annengasthuis

later Huis Twickel

1656>2000

½ erve eig. Huis Backenhagen 1845-1905


miskoren 1 schepel rogge en 6 st. aan voorgangers Delden <1500>1880

1475 Niet genoemd.

1601 Luttickhuis, is tom dele toebehoerich Derick Wichers, wortt durch Hendrick ende Egbert

ten Luttickhuis gebouwet, is groett sestehalff mudde bouwlandes und twee dach

hoeylandes, daervan Henrick ten Luttickenhuis voer syn deel ter pacht gifft Derich

Wichers derdehalff mudde roggen, dat ander halffe Luttickenhuiss, den erffgenaemen van

zaelige Roloff ten Luttickenhuis toebehoerende, welcke wonnende sinnen in Hollandt,

daerop Egbert ten Luttickhuis is woenende ende betaelt daeraff schattinge ende

schulden. 2 – 22 – 8.

1602 Luttickhuiss, 5½ mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst in sectie A nummers 143 en 144.

1595 erve Lammertink

allodiaal erve






1475 Lamberting, i(s) e(e)n denstman, 2 s(chilt). (NB: betaald niet, want is een adellijke vrijing).

1601 Lammertinck, toebehoerende Anthonis de Reyger ende Johan van Twickelo, is groet elven

mudde landes und een scheepel ende vier dachwerck hoeylandes, wert gebouwet van Claes

ende Albert Lambertinck, daervan Albert Lambertinck gifft jaerlicx neegen mudde ter pacht

Tonnis de Reyger, halff rogge und halff boeckweyten, noch Johan van Raesfelt tom

sloptenden elfftehalff (10½) schepel roggen jaerlicx unde Claes Lambertinck gifft Johan van

Twickeloe jaerlicx neegen mudde ter pacht, halff rogge, halff boeckweyten, noch Johan van

Raesfelt elfftehalff (10½) schepel roggen jaerlicx tom sloptenden. 5 – 18 – 12.

Unde Johan Rotgerinck, oeck woenende op Lambertinck, gifft drie goltgulden ter pacht Tonnis

de Reyger. 0 – 12 – 0.

1602 Lambertinck, 11¼ mudden geseys, 4 dachmall hoylandt.


1595 erve Dijks (afsplitsing van Lammertink vóór 1601)



en bloedtiende f 2,20


hoendergeld f 0,45 aan voorgangers Delden <1500>1845 1601 en 1602 zie erve Lammertink


1595 erve Sutert (afsplitsing van Lammertink vóór 1601)






1601 en 1602 zie erve Lammertink


1596 erve Rotgerink / Huis Backenhagen /


eig. fam. van Middachten 1545-1608

eig. fam. de Baecke 1611-1688


eig. fam. Civati 1824-1842

eig. fam. Dull 1842-1905

goed is perceelsgewijs verkocht in 1905



eig. Huis Backenhagen vanaf 1622

sloptiende 6 schepel rogge aan Huis Twickel <1800-1851

aan Huis Backenhagen vanaf 1851 1475 Rotghering, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

NB: ontbreekt in registers 1495 en 1499. (als adellijke vrijing vrij van schatting).

1601 Rottgerinck, toebehoerich Aerent van Middachten, wortt gebouwet dorch Gossel

Rottgerinck, is groet elff mudde geseys ende vierdehalven (3½) dachwerck hoeylandes,

gifft jaerlicx ter pacht Arent van Middachten tsestich goltgulden, noch geet den tenden

daervan groff und small, toebehoerende Cristoffer Scheel van Welvelde. 5 – 15 – 0.

Herman Rotgerinck, gifft jaerlicx Arent van Middachten ter pacht vyff goltgulden.

0 – 20 – 0.

1602 Rotgerinck, 11 mudden geseys, 3½ dachmall hoylandt.


1596 vier katersteden onder het Huis Backenhagen: Vis, Jagers, de Pas en Mors

Marskamp onder Backenhagen leen Huis Almelo 1662-1800

eig. Huis Backenhagen 1662>1800

uitgang hoendergeld 4 x ƒ 0,45 aan voorgangers Delden <1500>1845 1832 Kad. Ambt Delden, sectie A nrs. 172 (Vis), 176 (Jagers), 180 (de Pas) en 205 (Mors).

1596A erve de Haar


eig. Huis Weemsel 1497-1711


eig. fam. Stork 1905-1932

eig. fam. Wagener 1932-1985


uitgang hoendergeld ƒ 0,45 aan voorgangers Delden <1500>1845 1475 1601 en 1602 niet genoemd, want het betreft een ongewaarde kotterstede.


1597 1601 Geert ter Morssche, gifft van huese unde landen ter pacht soeven golt gulden, is toebehoerich

Unico Ripperda. 0 – 28 – 0.

1602 Morssche, 1 mudden geseys.

1598 erve Welberg





eig. Lintelo tot de Mars 1678-....

sloptiende 5 schepel rogge aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805

aan de bewoners zelf vanaf 1805



1475 Welborch, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1546 Wolter ter Welborch aanwezig bij het opschrijven van het “Hofrecht van Twente”.

1601 Welberch, is toebehoerich den heeren, hefft dat erve ter Welberch van die heeren Staeten

voer syne pacht in pantschap, is groet acht mudde und een scheepel geseys ende frie

dachwerck hoeylandes, Cristoffer Scheel hefft den tenden groff und small, daervan den

heeren drosten van Twenth jaerlicx noch van hoen- unde voergelt. 4 – 13 – 12.

1602 Welberch, 8¼ mudden geseys, 2 dachmall hoylandt.

1778 Domeinkaart “Welberg te Delderbroek”, HCO kaarteninventaris nummer 1324.


1599 erve Bennink / Bennekink / Jan


erve is gesplitst in 1653


eig. fam. van de Sluis 1718-1741

eig. Herv. Diaconie Haaksb. 1741-1837


sloptiende 14 schepel rogge aan Kapittel Deventer 1294-1653



bloedtiende ƒ 3,75 aan Bennink te Goor 1842

uitgang 2 mud 1 schepel rogge aan Huis Twickel <1812>1842

miskoren 3 spint rogge aan voorgangers Delden <1500>1842 1475 Benniker, 2 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), den 1½ sal he betaelen up

Michaelis, borge de koster, penden, d.

1495 Benneker, 1 s(chilt).

1601 Bennekinck, toebehoerende zaelige Derick van Linteloes erffgenaemen, wortt gebouwet

van Hanss und Johan Bennekinck, is groett van neegendehalff mudde landes, een

schepell ende vier dachwerck hoeylandes unde geeven jaerlicx ter pacht den

erffgenaemen van zaelige Derick van Linteloe dertich daeIer, noch den heeren van ‘t

capittel van Deeventer vier mudde roggen sloptenden. 4 – 7 – 8.

1602 Bennekinck, 8¾ mudden geseys, 4 dachmall hoylandt.


1599 erve Bennink / Bennekink / Gerrit

erve is afgesplitst in 1653



eig. van Heek / ten Cate 1755-1847


eig. de bewoner zelf vanaf 1821

bloedtiende ƒ 3,75 aan Bennink te Goor 1842

uitgang 7 schepel rogge aan Huis Twickel <1812>1842

miskoren 1 schepel rogge aan voorgangers Delden <1500>1842 1475 1601 en 1602 zie Bennink Jan hiervoor.


HENGEVELDE

1600 erve Linteler

eig. Huis Oosterhof <1692>1779

eig. ½ fam. ten Heggeler <1815>1864

eig. ½ fam. Bruns / Mazzoli <1832>1889



achterleen Huis

Collendoorn

eig. Huis Oosterhof vanaf 1735

sloptiende 3 mud rogge aan Huis Oosterhof <1727>1779


1475

1601 Die wedtwen zalig(en) Johan van Voirstes erve, oer meyer Gerrith Linterman, groit umbtrent

9½ mudde geseys unde enen dachwerck hoylandes, doet ter pacht jaerlix 25 goltgulden,

hirvan liggen noch 1½ mudde woeste. 4 – 22 – 8.

1602 Linteller, 9 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie E nummers 958 en 967.

1601 erve Bloemen

eig. fam. ten Heggeler <1815-1864


1475

1601 Gaicken Blomen erve, thobehorende Derck then Broninckreeff, groit ungeverlich 8 mudde

’s landes mit eenen dachwerck hoylandes, doende ter pacht 9 goltgulden und 6 schepel

boickweiten, daervan 1 mudde woeste liggend. 4 – 0 – 0.

1602 Blome, 8 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1602 erve Heggeler

eig. fam. ten Heggeler <1815>1852


1475 Hecker (1495 Hechler), is en woste kathe, so my de richter seget, lifftucht, 1 s(chilt).

1601 Dat Hecheler ½ erve, thobehorende Johan ten Brommelhuis ende sins meyer Gert then

Hecheler, groit 4 mudde landes mit een ½ dachwerck hoylandes, gifft die vierde gast.

2 – 0 – 0.

1602 Dat Hecheller, 4 mudden geseys, ½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, gesplitst: sectie D nummers 418, 436 en 458.

1603 erve Konink

eig. Kerk te Goor <1601>1813


1475

1601 Derck Konninge halve erve, der kerken van Goer thobehorende, groit 4 mudde lantz, doet ter

pacht 7 goltgulden. 2 – 0 – 0.

1602 Konninck, 4 mudden geseyes.


1604 erve het Hag / Hagman /

eig. fam. ten Heggeler <1815-1825

eig. fam. Scholten Oosterhof 1825>1879


1475

1601 Johan in ’t Hachs guith, Lodewich van Langen landther, groit 7½ mudde und 1 dachwerck

hoylandes, jarlix voir 4 mudde roggen und 3 mudde boeickweiten. 3 – 22 – 8.

1602 Dat Hach, 7½ mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1605 erve Hannink / Johannink / Keuper /


eig. Huis Wegdam 1466-1613

gesplitst in 1667


1475 Hanning, 2 s(chilt), penden, d.

1601 Willem van Hovels erve, so Roleff Kips gebruecket, groit 7½ mudde, doit ter pacht

10 goltgulden. 3 – 22 – 8.

1602 Koipman, 7½ mudden geseys.


1606 erve Mensink / Bolscher /


achterleen Borg

Enschede

<1611-1762


1475 Mensing, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Lodewich van Langens erve, so Willem ten Bolscher gebruecket, groit umbtrent 7 mudde und

een dachwerck hoylandes, upte 4e gast. 3 – 15 – 0.

1602 Bolsher, 7 mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.


1607 erve Oonk

eig. Stad Goor <1493-1818

eig. Huis Heeckeren 1818>1838

rente van 9 mud rogge aan Klooster Albergen 1493


1475 Uding, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die stadt van Goers guith, dat Derck Oyncks gebruecket, groit 8 mudde, doit ter pacht

14 goltgulden. 4 – 0 – 0.

1602 Odinck, 8 mudden geseys.


1608 erve Vluttert / de Flutter /



eig. Huis Wegdam 1668-1781

eig. Huis Stoevelaar 1781-1839





1475 Vluttert, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Der wedtwen van Reedes erve, so Johan ten Vlottert gebruicket, groit umbtrent 8 mudde

’s landes, darvan een mudde woeste licht, mit oick eene dachwerck hoylandes, bouwet up die

4e gast. 4 – 0 – 0.

1602 Vluttert, 8 mudde geseys, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie E nummer 1168 (afsplitsing is E 1217).

1609 erve Wegereef




eig. Huis Brandlecht <1601-1668



1475 Weghereff, lifftucht, 1 s(chilt).

1601 Die wedtwen Jan Ripperdaes, so Winolt up Wegereeff bewont het guith, groit unverlich

6 mudde seylandes unde enen dachwerck hoylandes, wort upte 4e garve offte gast

gebouwet. 3 – 0 – 0.

1602 Wegereeff, 6 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1610 Huis ‘t Slot / en Hofstede / en Stegeman /


achterleen Hermshuis 1433-1804

in drie delen verkocht in 1802


1475 niet genoemd, want het betreft een adellijke vrijing.

1601 Die wedtwe Peckedams guith, so Marceles die meyer gebruickt, geheyt Tappenlandt, groith

een dachwerck hoylandes und ungeverlich 4 mudde seylandes, doet ter pacht 7 goltgulden.

2 – 0 – 0.

1602 Peckedam, 4½ mudden geseys, 1½ dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie E 1335 (Slot), E 1296 (Hofste) en E 1278 (Stegeman)

1611 erve Groot Hedde

allodiaal erve




1475 Heddene, 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Die erffgenaemen van hopman Johan Sluiter guith, geheten ter Hedde, so Wessel die meyer

bewont, groith een dachwerck hoylandes und ungeverlich 7 mudde seylandes. 3 – 15 – 0.

1602 Groete Hedde, 7 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie E nummer 1310 en gem. Markelo sectie C 649.

1612 1601 Reint Hoffslages wedtwen garden, so Claess Wessels in pacht hefft, 1 schepel landes.

0 – 3 – 12.

1602 Claesz Wessels, ¼ mudden geseys.

1613 erve Pierik


1475

1601 Derck van Voirstes tho Hagenvoirdes guith, geheiten het Perick, so Johan Konninck in pacht

hefft, groit ungeverlich 4 mudde. 2 – 0 – 0.

1602 Pierick, 4 mudden geseys.


1614 erve Gorsveld


1475

1601 Noch Johan Konninck vurss(chreven) een stuck erves geheiten het Gersfelt thobehorende

Voirst, groit umbtrent 4½ mudde mit een dachwerck hoylandes. 2 – 7 – 8.

1602 Gorsseldt, 4½ mudden geseys.


1615 erve Bekenkamp


1475

1601 Den Beckinckkamp, groit umbtrent 4 mudde groit, licht woeste uuth benamen 1½ schepel so

tot gardenlant gebruickel wert, thobehorende Gerrith Engbers und de meyer van Goir.

0 – 7 – 8.

1602 Berkinckskamp, ½ mudden geseys.


1616 1601 Tryncken Brederodes hoffstede, so woeste licht, mit een dachwerck hoylandes, groit umbtrent

4½ mudde landes.

1617 erve Koenderink

leen Proosdij Deventer <1408-1484


achterleen Huis Saasveld <1566-1627


1475 Koemrading (1495 Coenrading), 2 s(chilt), bet(aalt) 3 golden r(ijnse) g(uldens), d.

1601 Lodewich van Langens guith, Coverinck geheiten, groit 9 mudde unde enen dachwerck

hoylandes, licht woeste.

1602 niet genoemd.


1618 Wegdam

1601 Reint in het Wegdams als eigenersche, een stuckken landes van 1½ schepel groit. 0 – 5 – 10.

1602 Reindt in ’t Weggedam, ½ mudden geseys.

1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie E nummer 1068 (?).

1619 de Grefte


1601 Goessen van Coeverdens garden, die Grifft geheiten, groit twe schepel, pachter die Bolscher.

0 – 7 – 8.

1602 Die Greft, ½ mudden geseys.


1620 Pieperiet

1601 Roleff Wessels gardenken als eigener, geheiten Piper Reitz garden, groet 1 schepel geseys.

0 – 1 – 14.

1602 Die Pieper Riedt, ½ mudden geseys.


1621 1601 Derck van Virstes ten Hagenvoirdes garden, so Peter Timmermans in pacht hefft, groith

1½ schepel. 0 – 5 – 10.

1622 1601 Noch Peter vurss(chreven), als pachter van Huissteden gardenden, thobehorende Trine

Bredenberges vurss(chreven), groit 1 schepel. 0 – 3 – 12.

1623 erve Wessels erfmarkenrichter marke Hengevelde

allodiaal erve

eig. Huis Wegdam 1601

eig. Huis Weldam <1807>2000


1475

1601 Wolter van Coverdens guetken, geheiten Wessels erve, so Henrich Wessels nu gepachtet

hefft, groet umbtrent 8 mudde geseys unde in dachwerck hoylandes, und sal in ’t irste jaer

geven 13 goltgulden. 4 – 0 – 0.

1602 Dat Wessels erve, 8 mudden geseys, 1 dachmall hoylandt.


1623A erve Schurink tienden leen Overijssel <1379-1800 achterleen Huis Saasveld <1566-1627

1475 niet genoemd, hoewel het erve reeds vóór 1400 vermeld wordt.

1601 niet genoemd.

1623B erven genoemd in 1475, maar niet precies te traceren:

1475 Usking, (1499 Essekyng), de richter scraeff is en gewart kate, geen gewart erve, 1 s(chilt),

bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens). d.

1475 Gherding, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1475 Lovelding, kate, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1475 Stychkate, gewart, 1 s(chilt), bet(aalt) 1½ golden r(ijnse) g(uldens), d.

1475 Dat Kathe, behoert in Woret(?), so ze zeggen, lifftucht, 1 s(chilt).

DORP HENGELO

1624 1601 Johan Laurens, gebruyckt drie scepel linlandt, toebehoorende aen de costerie tot Hengeloe, dat

met der spade gegraven wordt, met een hoefken, omtrent 16 voeten viercant. 0 – 11 – 4.

1625 1601 Gheert Smegers, gebruyckt een scepel gaerdenlandt, genomen van den lande van den huuse

zu Engelo (Hengelo), mit een zate ende hoefken van omtrent 10 of 12 voeten 0 – 3 – 12.

1626 1601 Arent Gylinck, gebruyckt een gaerde van anderhalve scepel lins, genomen van den lande van

den voorscreven huuse zu Hengeloe, ende daerenboven een hoefken met drie of vier

verbrande boomen. 0 – 5 – 10.

1627 1601 Herman Schroer, gebruyckt een half scepel linslandt, ooc genomen van den gaerde van den

voor(noemden) huuse. 0 – 1 – 14.

1628 1601 U(rsull)a Hertkes ter Helst, gebruyckt drie spint gaerdeslandt, genomen van den gaerde van

den voornoemden huuse zu Hengeloe, mitter spade gegraven, daertoe noch een cleen hoofken

by de zate met boomen, die verbrant zyn, groot umtrent zes voeten. 0 – 3 – 12.

1629 1601 Jan Lambertinck, gebruyckt vyff spint gaerdenlant, ooc afgenomen van den huuse to Hengeloe,

daerenboven een zate met omtrent 12 voeten landts gaerden. 0 – 5 – 0.

1630 1601 Hermanken Woestinc, twee spint linslandt, ooc van den huuse to Hengeloe. 0 – 1 – 14.

1631 1601 Bruis Warmes, een scepel gaerdenlandt, ooc van den huuse to Hengeloe genomen, gebruyckt

een zate met een hoefken, groot omtrent zes voeten. 0 – 3 – 12.

1632 1601 Herman Janssens, twee spint gaerdenlandt, ooc van den huuse to Hengeloe genomen,

gebruyckt een zate met een hoefken, omtrent zeven voeten groot. 0 – 1 – 14.

1633 1601 Item, Jan Schoemaker, gebruyckt drie spint landt van den voorschr(even) huuse Engeloe.

0 – 3 – 4.

1634 1601 Item, Jan Alberts, gebruycket derdehalve spint landt, ooc van den voorscr(even) huuse zu

Hengeloe genomen. 0 – 2 – 14.

1635 1601 Item, Jan Clumpers, gebruycket drie spint landts, ooc van den voorscr(even) huuse zu Engeloe

genomen. 0 – 3 – 0.

1636 1601 Catte Mette, wedevrauwe, een scepel landt, ooc van den voorscr(even) huuse zu Engeloe

genomen. 0 – 3 – 1(2).

1637 1601 Nelis Helsken, een scepel gaerdenlandt, ooc van den huuse zu Engeloe genomen, gebruyckt

een zate ende hoefken mit omtrent acht voeten landts, mit vier of vyf verbrande boomen daerop

staende. 0 – 3 – 12.

1638 1601 Roeloff Janssens, gebruyckt twee spint gaerden landt, ooc van den voorscreven huuse zu

Engeloe genomen, daertoe een zate met omtrent vyff of zes voeten hoefs. 0 – 1 – 14.

1639 1601 Berent Warmertynck, gebruyckt een scepel gaerden landt, ooc van den voorscreven huuse

Enghelo genomen. 0 – 3 – 12.

1640 1601 Jan ten Brynckhause, gebruyckt vyff spint gaerdenlandt, ooc van den huuse zu Engeloo

genomen, met een zate ende hoefken van omtrent vyff oder zes voeten landts. 0 – 5 – 0.

1641 1601 Jan ten Pierken, gebruyckt een zate, groet thien voeten landts ongeveerlicke, daerin staen

ettelicke verbrande boomen. 0 -

1642 1601 Item, Jan Engels, een zate ende hoefken, groot zeven voeten landts.

1643 1601 Item, Fenne Willems, een zate ende hoefken, groot omtrent acht voeten landts.

1644 1601 Christoffer Janssens, een zate ende gaerde van omtrent vyff of zes voeten landts, daerin

staende voer (vier) boomkes.

1645 1601 Jongen Jan Bussemaker, een zate met een hoefken van umtrent acht of negen voeten landts,

ettelick verbrande boomen daerinne staende.

1646 1601 Hendryck Ingelbeerts, een zate ende hoefken daermede, van drie of vier voeten.

1647 1601 Wolter ten Brynckhaus, een zate ende hoefken van omtrent vier voeten landt, met 2 verbrande

boomen.

1648 1601 Lubbert Kistemaker, een zate met een hoefken, groot zeven of acht voeten, met 2 of drie

verbrande boomen daerinne staende.

1649 1601 Berent Haerlinck, een sate ende hoefken van omtrent zeven of acht voeten groot, daerin

staende 2 of 3 verbrande boomen.

1650 1601 Lambert Hassinck, een sate ende hoefken van omtrent seven ofte acht voeten landts, met drie

of vier verbrande boomen.

1651 1601 Albert Janssens, een zate ende hoefken van omtrent negen of thien voeten landts, met 3 of 4

verbrande boomen.

1652 1601 Georgen Cock, een zate ende hoefken, gehuert van den huuse zu Engeloe, omtrent van een

halve mudde gezaeys. 0 – 7 – 8.

1653 1601 Heindryck Smit, een zate ende hoefken van vyf of zes voeten landts.

1654 1601 Ingelbert Warmertynck, een zate ende een cleen hoefken van drie of vier voeten, daerop twee

verbrande boomen.

1655 1601 Heindryck Weggenbacke, een zate ende een cleen hoefken van drie of vier voeten.

1656 1601 Herman Woestinck, een cleen hoefken, met drie verbrande boomen daerop staende.

1657 1601 Evert Woestinc ende Groot Heule, een cleen hoefken met 2 verbrande boomen daerop

staende.

1658 1601 Herman Wevers, een zate ende een cleen hoefken.

1659 1601 Gebbe neule, de zate es ongetem(m)ert, wonende in ’t gasthuus te Hengeloe.

1660 1601 Svenekens Marie, wedvrou, een zate met een hoefken, daerin zes boomen staende.

1661 1601 Willems Jenne, wedvrou, een zate met een hoefken met drie boomen daerop staende, es

wonende in ’t gasthuus.

1662 1601 Aloff Oietmerssen, een zate met een hoefken van omtrent zes voeten landts.

1663 1601 Zvenekens Arent, een zate met een hoefken van een half spint haver.

1664 1601 Camp Heindryck, een zate met een hoefken, groot omtrent thien voeten landts.

1665 1601 Geraert van Ochtdorp, een zate ende een cleen hoefken van vyff voeten landts.

1666 1601 Elbers Anne, wedvrouwe, een zate met een hoefken, groot van drie of vier voeten drie, of

daeromtrent.

1601 Alle voorscreve landerie metter spade omgegraven ende die voornoemde zaten getemmert met

gedoegen van den joncker of bezitter des huus zu Hengeloe.

1666A Huis Hengelo / Hof te Woolde /

erfmarkenrichter Woolde

erfmarkenrichter Groot Driene erfmarkenrichter Klein Driene erfmarkenrichter Oele leen Overijssel <1379-1800 achterleen Huis Zuthem 1380-1625 eig. fam. v.d.Rutenberg 1380-1485 eig. fam. van Twickel 1485-1615 eig. fam. Ripperda 1615-1682 eig. Huis Stoevelaar 1682-1710 eig. fam. van Keppel 1710-1756 eig. Huis Backenhagen 1756-1830 het huis is afgebroken in 1830 sloptiende 2 mud rogge aan Kapittel Oldenzaal <1500<1600 1475 Niet als zodanig genoemd, want het betreft een adellijke vrijing. 1475 Ter Brugge, wil Twickele wedeneghen, is de herberge, wonet in den dorpe, 1 s(chilt), d.

(N.B. in het dorp Hengelo bij Tiemsbrug). 1475 Bunderkote, lifftucht, behoirt in den Hoff Hengelo, 1 s(chilt). (betaalt niet). 1601 De landerijen van het dorp Hengelo zijn hiervoor onder de nummers 1624 t/m 1666 opgenomen.

1832 Kadaster gemeente Hengelo, huis afgebroken; huisperceel is sectie B nummers 368 en 369.

STADGERICHT DELDEN

1601 Annotatie und anteickeninge der landeryen belegen in de stadtwigbolt van Delden, soe die

ingesetenen borgeren im schependomb bekandt und upschryven hebben laten, wie hierhna

vo(l)get.

2957 1601 Johan Luickens, ein schepell landtz, gehoerende inder pasteryen, gifft jairlichs

1½ carolusgulden. 0 – 3 – 12.

2958 1601 Thyes Bellinck, ein halff mudde landtz, thobehoerich Henrich Hissinck, gyfft jairlichs

ein mudde roggen. 0 – 7 – 8.

2959 1601 Berndt Ranninck, 3 schepell landtz, hoerende in Sanct Joannis vicarie, jairlichs

3½ daler. 0 – 11 – 4.

2960 1601 Arndt Klaphouwer, ½ mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlichs

1 mudde gersten. 0 – 7 – 8.

2960 erve Grekerinkhof / Greshof /

hoofdhof Munster

leen Munster <1352-1805

perceelsgewijs verhuurd vóór 1601

eig. Huis Almelo 1391-1428



eig. Huis Boekelo <1601-1682


1475 Niet vermeld, hoewel het reeds vóór 1400 wordt genoemd.

1601 Zie volgnummers 2960, 2966-2968, 2976, 2978, 2980, 2981, 2986, 2987, 2995, 1997-2999,

3004, 3006, 3008, 3010, 3019-3025, 3028, 3030 en 3031. (vergelijk erve Lamhof).

1832 Kadaster gemeente Stad Delden, Grekerinkskamp sectie A nummer 289 bouwland 9.28.00.

2960 erve Lamhof / Lammenhof /

leen Bentheim <1396-1684

allodiaal erve vanaf 1684


eig. Huis Boekelo <1540-1682


1475 Lanninchoff, 2 s(chilt), penden, d.

1601 Zie volgnummers 2960, 2966-2968, 2976, 2978, 2980, 2981, 2986, 2987, 2995, 2997-2999,

3004, 3006, 3008, 3010, 3019-3025, 3028, 3030 en 3031. (vergelijk erve Grekerinkhof).

1832 Kadaster gemeente Stad Delden, sectie A nummers ??

2961 1601 Noch ein schepell landtz, thobehoerich Sweder van Twickell, ter pacht

2 carolus gulden. 0 – (3) – 12.

2962 1601 Jan Schulten, 1 schepell landtz, hoerende in Sanct Joannis vicarie, gyfft jairlichs


2963 1601 Herman Meyer, (½) mudde landtz, thobehoerich Krull tho Nyenhuiss, ter pacht


2964 1601 Noch 1½ schepell landts, hemselvern thobehoerich. 0 – 5 – 10.

2965 1601 Noch ½ schepell landtz, hoerende in der kercken, jairlichs

½ goltgulden. 0 – 1 – 14.

2966 1601 Egbert Schulten, 3 schepell landtz, thobehoerende Herman Ripperda, darvan ter pacht

6 schepell roggen. 0 – 11 – 4.

2967 1601 Egbert Belderinck, 3 schepell landtz, hoerende Ripperda, jairlichs

6 schepell gersten. 0 – 11 – 4.

2968 1601 Gerdt ten Berchuis, 1½ schepell landtz, hoerende Ripperda, gyfft jarlichs


2969 1601 Noch 1½ schepell landtz, hoerende den pastoir, jairlichs ter pacht

1½ daller. 0 – 5 – 10.

2970 1601 Die pastoir, 3 schepell landtz, thobehoerende die kercke und hemselvern. 0 – (11) – 4.

2971 1601 Jenneken Bueckerinck, ½ mudde landtz, dat haerselvern thokumpt. 0 – 7 – 8.

2972 1601 Noch (½) schepell, in pandtschap van Henrich Sueckerinck. 0 – 1 – 14.

2973 1601 Hehr Gerdt Kerstiens, 2 mudde landtz, hoerende in die vicarie Hoeyerinck.(1 – 0 – 0.)

2974 1601 Noch ½ mudde landtz, dair hie van gyfft 2 daler. 0 – 7 – 8.

2975 1601 Jan Lammertinck, 1 schepell landtz, dat hie in pandtschap hefft van Johan van Raisfelt.

Noch 1 schepell landtz, dair hie van gyfft Jan Mullert ter pacht 1½ daler.

Noch 1½ schepell landtz, hoerende in Hoyerinck vicarie, gyfft ter pacht 2½ schepell roggen.

Noch 1 schepell, thobehoerich Hans van Covelentz, gyfft jairlich 1½ ryder.

Noch 1½ schepell landtz, hemselvern thobehoerende. 0 – 22 – 8.

2975 Huis Twickel

1601 Zie volgnummers 2975, 2977, 3005, 3011 en 3015.

2976 1601 Johan Benier, 3 schepell landtz, thobehoerich Ripperda, gyfft ter pacht

1½ mudde roggen. 0 – 11 – 4.

2977 1601 Derck Luickens, 1½ mudde landtz in pandtschap van Johan van Raisfelt,

hoerende under dat huiss tho Twickloe. 0 – 22 – 8.

2978 1601 Frerich van Hacxberge, 2½ schepell landtz, toebehoerich Herman Ripperda, darvan ter pacht


2979 1601 Willem Schulten, 5 spint landtz, thobehoerich den schulten van Raelte, ter pacht

2 daler. 0 – 4 – 0.

2980 1601 Berndt Mylinck, 1 schepel landtz, thobehoerich Herman Ripperda, dairvan ter pacht

2½ schepel gersten. 0 – 3 – 12.

2981 1601 Henrich Noethecke, 5 spint landtz, darvan ter pacht gevende 3 schepell gersten,

thobehoerich Herman Ripperda. 0 – 4 – 0.

2982 1601 Koip Hoeyerinck, 3 spint landtz, thobehoerich zaligen Jan Helmichs erffgenamen,

darvan ter pacht 24 stuvers. 0 – 2 – (13).

2983 1601 Arndt Korten, 3 schepell landtz, thobehoerich zaligen Wormers erffgenamen,

darvan ter pacht gevende 6 schepell roggen. 0 – 11 – 4.

2984 1601 Noch 2½ schepell landtz, gehoerende in Hehr Everdtz vicarie darvan ter pacht

2½ daler. 0 – 9 – 6.

2985 1601 Symon t’Zommes, 1 schepell landtz, gehoerende in Sanct Joannis vicarie,

darvan ter pacht gevende 1 daller. 0 – 3 – 12.

2986 1601 Noch 1 schepell van Ripperda, darvan ter pacht 35 stuvers. 0 – 3 – 12.

2987 1601 Roloff ter Welberch, 6 spint landtz, thobehoerich Herman Ripperda, darvan

ter pacht 3 schepell roggen. 0 – 5 – 10.

2988 1601 Noch 2 schepell landtz, thobehoerich der kercken tho Delden, darvan ter pacht


2989 1601 Noch 1 schepell, thobehoerich hemselvest. 0 – 3 – 12.

2990 1601 Willem Hoeyerinck, 1 schepell landtz, gehoerende in hehr Everdtz vicarie,

gyfft jairlichs 1 daler ¼. 0 – 3 – 12.

2991 1601 Noch 2 spint, gehoerende in Hoeyerinck, gyfft ’s jairs 32½ stuver. 0 – 1 – 14.

2991 erve Hoyerink


eig. Kl. ter Hunnepe 1387-


eig. Huis Twickel <1678-

Twickelse tiende Deldener Es eig. Huis Twickel <1800>1812


1601 Zie volgnummers 2991, 2994, 3001, 3003, 3005, 3012 en 3021.

1832 Kadaster gemeente Stad Delden, Hooyerinks Esch sectie A nummer 458 bouwland 13.10.60 .

2992 1601 Item, Joannis Benolken, 6 spint, thobehoerich hemselvest,

noch 1 schepell, thobehoerich der costerye. 0 – 9 – 6.

2993 1601 Johan ten Sythave, ½ mudde landtz, thobehoerich Herman van Twickeloe und Johan Mulert,

gyfft jairlichs 2½ daler. 0 – 7 – 8.

2994 1601 Noch 5 spint, gehoerende in Hoyerinck, gyfft jairlichs 3 schepell roggen. 0 – 4 – 0.

2995 1601 Noch 6 spint landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlichs

3 schepell gersten. 0 – 5 – 10.

2996 1601 Johan ten Blomendaell, 3½ schepell landtz, gyfft jairlichs der kercken 1 schepell

roevesaedtz und 3 schepell gersten up het huis tho Hengeloe. 0 – 13 – 2.

2997 1601 Derck Egbertz, 3 schepell landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlichs

6 schepell garsten. 0 – 11 – 4.

2998 1601 Aleff Smith, ½ mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlichs

1 mudde roggen. 0 – 7 – 8.

2999 1601 Noch 6 spint landtz, thobehoerich Ripperda, gyfft jairlichs 3 daler. 0 – 5 – 10.

3000 1601 Jan van Coverden, 1 mudde landtz, thobehoerich hemselver. 0 – 15 – 0.

3001 1601 Gerdt Cordtz, 1 schepell landtz, thobehoerich Anna Brouwers, gyfft jairlichs 1½ daler.

Noch 6 spint landtz, gehoerende in Hoeyerinck, gyfft jairlichs 3 schepell roggen.

Noch 2 schepell landtz, hemselvern thobehoerich. 0 – 16 – 14.

3002 erve Rannink / Randing /


eig. fam. Graas <1408-1504


sloptiende 2 mud rogge

en 3 mud gerst

aan Kapittel Oldenzaal <1500-1805


1475 Randing, 2 s(chilt), penden. (betaald niet, want bodegoederen zijn vrij van schatting).

1495 Ranning, 2 s(chilt), bodeguet.

1601 Jan Ranninck, 7 mudde landtz, thobehoerich Johan Mulert und Herman van Twickell,

gyfft jairlichs 6 mudde roggen, 6 schepell boickweiten und 6 schepell haveren. 3 – 15 – 0.

Zie ook volgnummer 2993. 1832 Kadaster gemeente Stad Delden, sectie A nummer .

3003 1601 Henrich Hoeyerinck, ½ mudde landtz, gehoerende in Hoeyerinck, gyfft jairlichs


3004 1601 Everdt die Reiger, 1 mudde bouwlandtz, thobehoerich Herman Ripperda, dairvan ter pacht

2 mudde roggen. Noch 2 mudde, thobehoerich hemselver. 1 – 15 – 0.

3005 1601 Berndt ter Braeck, 1 mudde landtz, gehoerende in Hoeyerinck, gyfft jairlicx

2 mudde roggen.

Noch 3 schepell in pandtschap van Johan van Raisfelt. 0 – 26 – 4.

3006 1601 Dieffelt van Rapswerdt, ½ mudde bouwlandtz, thobehoerich Herman Ripperda, dairvan

ter pacht 1 mudde roggen. 0 – 7 – 8.

3007 1601 Willem Leefferinck, ½ mudde landtz van Engelle van Wezelle, gyfft jairlicx 3½ schepell roggen.

Noch 2 spint landtz van Willem up den Orth, gyfft jairlicx 14 stuvers. 0 – 9 – 6.

3008 1601 Thonnis Oeverinck, 6 schepell landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlichs

6 schepell roggen und 6 schepell gersten.

Noch 6 spint landtz, thobehoerich der kercken, dat hie in pandtschap hefft.

Noch 5 spint, thobehoerich hemselvern. 1 – 2 – 13.

3009 1601 Gerdt Smyckens, 1 schepell landtz, thobehoerende zal. Henrich van Rehedes erffgenaemen,

darvan ter pacht 40 stuvers. 0 – 3 – 12.

3010 1601 Sweder Meyer, 1 schepell landtz, thobehoerich Averhagens erffgenaemen, gyfft jairlichs

18 stuvers.

Noch 1 schepell landtz, thobehoerich Herman Ripperda, darvan ter pacht ½ mudde gersten.

Noch 6 spint landtz, thobehoerich den schultz van Raelte, diewelche hem ’t selve laet fry

bouwen om syn dochter halven. 0 – 13 – 2.

3011 erve Braak op de (Vossen)brink

eig. Huis Twickel <1589-

1601 Braeck up dem Brinck, 6 mudde landtz, soe Bomer in pandtschap hefft, gyfft jairlichs

7 mudde roggen. 3 – 0 – 0. 1832 Kadaster gemeente Stad Delden, sectie A nummer

3012 1601 Wigbolt Hoeyerinck, 1 schepell landtz, gehoerende in Hoeyerinck, gyfft jairlichs

1½ daler. 0 – 3 – 12.

3013 1601 Gerdt van der Handt, ½ mudde landtz, thobehoerende Henrich Hissinck, gyfft jairlichs

1 mudde roggen.

Noch 6 schepell landtz, thobehoerich hemselvern. 1 – 0 – 0.

3014 1601 Albert Stroynck, 5 spint landtz, thobehoerende den erffgenaemen van zal. Henrich van Rehede,

gyfft jairlicx 1 daler. 0 – 4 – 0.

3015 1601 Jan Ranninck, ½ mudde landtz, soe Braick van Raisfelt in pandtschap hefft, gyfft jairlicx


3016 1601 Arndt Roissinck, 3 schepell landtz thobehoerich hehr Gerdt, gyfft jairlicx 5 daler.

Noch 6 spint landtz, thobehoerende zal. Jan Helmichs erffgenaemen, gyfft jairlicx 2 daler.

0 – 16 – 14.

3017 1601 Jan ten Morssche, 1 mudde landtz, thobehoerich hemselvern. 0 – 15 – 0.

3018 1601 Mr. Jan van Warmeloe, 2½ schepell landtz, thobehoerich hemselvern. 0 – 9 – 6.

3019 1601 Nese van Warmeloe, 5 schepel landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx

6 schepel roggen und ½ mudde garsten. 0 – 18 – 12.

3020 1601 Arndt Morssman, 1 mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx


3021 1601 Peter van den Busch, ½ mudde landtz, thobehoerich Ripperda, gyfft ter pacht 1 mudde roggen.

Noch ½ mudde, gehoerende in Hoeyerinck, gyfft jairlicx 1 mudde roggen.

Noch ½ mudde landtz, in pandtschap van Berndt Brouwer. 0 – 22 – 8.

3022 1601 Henrich Stroynck, ½ mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx

1 mudde roggen.

Noch 6 spint landtz, gehoerende in der kercken, gyfft jairlicx

2½ schepell roggen. 0 – 13 – 2.

3023 1601 Henrich Bueckerinck, 1 mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx

2 mudde roggen.

Noch 6 spint, gehoerende hemselvest.

Noch 1 schepell, gehoerende in Hoyerinck vicarie, gyfft jarlicx 1½ goltgulden.

0 – 24 – 6.

3024 1601 Gerdt Eggerkinck, 5 schepell landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx

3 mudde roggen.

Noch 6 spint, thobehoerich hemselvest. 0 – 24 – 6.

3025 1601 Jan Smith, 2½ mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx

2 mudde roggen und 2½ mudde garsten. 1 – 7 – 8.

3026 1601 Item, Berndt Brouwer, 5 spint landtz, thobehoerende hemselvern. 0 – 4 – 0.

3026 erve Almerink


eig. fam. Brouwer 1460-1641


verkoop waarrecht Almerink aan Huis Twickel in 1643

Almerink tienden leen Overijssel <1394-1801



1601 Zie volgnummers 3021 en 3026. 1832 Kadaster gemeente Ambt Delden, sectie .

3027 1601 Thonnis Bueckerinck, 2½ mudde landtz ungeverlich, thobehoerich hemselvest.

1 – 7 – 8.

3028 1601 Henrich Bueckerinck die junge hefft van Herman Ripperda 3 schepell landtz, darvan ter pacht


3029 1601 Noch hefft hie uth Hoeyerinck vicarie 3 schepell landtz, dair hie van gyfft ter pacht


3030 1601 Everdt van den Berge, ½ mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlicx


3031 1601 Albert van Holten, ½ mudde landtz, gehoerende in die pasterye, darvan ter pacht 2 daler.

Noch 5 spint, gehoerende in die kercke, gyfft jairlicx 2½ schepel roggen.

Noch ½ mudde landtz, thobehoerich Herman Ripperda, gyfft jairlichs 1 mudde roggen.

0 – 19 – 0.

3032 1601 Johan van Swolle, ½ mudde landtz, thobehoerich hehr Gerdt Kerstiens, ter pacht

3 daler. 0 – 7 – 8.

3032A De Kerk te Delden

sloptiende 1 mud 1 spint gerst aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805

aan de Kerk te Delden vanaf 1805

1601 Zie volgnummers 2965, 2970, 2988, 2996, 3008, 3022 en 3031.

1832 Kadaster gemeente Stad Delden, sectie A nummer 930.

3032B De Pastorie te Delden

1601 Zie volgnummers 2957, 2969, 2970 en 3031.

1832 Kadaster gemeente Stad Delden, sectie A nummer 905.

3032C St. Joannes Vicarie te Delden

1601 Zie volgnummers 2959, 2962 en 2985.

3032D Hooyerink Vicarie te Delden

1601 Zie volgnummers 2973, 2975, 3023 en 3029.

3032E Heer Everts Vicarie te Delden

1601 Zie volgnummers 2984 en 2990.

3032F De Koster / Kosterij / te Delden

sloptiende 1 schepel gerst aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805

aan L.J. Weerman 1805-1811


1601 Zie volgnummer 2992.

3032G de Weerseler gaardens

10 percelen gaardenland eig. Stift Weerselo ... <-1733

3032H Harmen ten Thije bij Delden

sloptiende 2 schepel gerst aan Proosdij Oldenzaal <1500-1805

aan L.J. Weerman 1805-1811


BRONNEN RICHTERAMBT EN STADSGERICHT DELDEN.

A Albergen, Klooster Archief: HCO Zwolle, toegang 186 archief convent Albergen (vóór 1580). HCO Zwolle, toegang 3.1 statenarchief, inv.nrs. 3073-3114f. (na 1580). Literatuur: T. Hesselink-van der Riet, “1407-1725 Van Hobergenhuis en St. Antoniusklooster Albergen”,

Albergen 2001, pagina 162. J.B. Schildkamp e.a., “De kroniek van Johannes van Lochem, prior te Albergen”, uitgave van Stichting Heemkunde Albergen/Twente Akademie, Albergen 1995. G.J.M. Kuipers, “Huis en Klooster St. Antonius te Albergen”, academisch proefschrift, Nijmegen 1959. Allodiale erven

Archief: HCO Zwolle, toegang 46.1 en 46.2 archief richterambt Delden. Almelo, Huis Archief: HCO Zwolle, Huisarchief Almelo. Inventaris: A.J. Mensema e.a., “Inventaris van het huisarchief Almelo 1236-1917”, Uitgaven RAO Zwolle nummers 27-33, Zwolle 1993. Zie ook de bronvermelding aldaar.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 66-85. G.J. ter Kuile sr., “De opkomst van Almelo en omgeving”, Almelo 1941. Almelo, Huis lenen Archief: HCO Zwolle, Huisarchief Almelo.

Inventaris: A.J. Mensema e.a., “Leenrepertorium van het huis Almelo 1236-1917”, Uitgaven RAO Zwolle nummer 32, Zwolle 1993. Almelo, Klooster Archief: HCO Zwolle, toegang 187.1 klooster Almelo. HCO Zwolle, toegang 4.1.1 ridderschapsarchief inv.nrs. 721 en 723, goederenregisters van

het klooster Almelo in 1664 resp. 1748. Literatuur: A. Roelofs, “St. Catharina-Klooster Almelo en Klooster Maria Vlucht op de Glaan”, bijdrage Stichting Historische Kring Losser, deel 1 1983. M. Wiegman-Morselt, “Het Catharinaklooster te Almelo in het tweede kwart van de 17e eeuw”, artikel in “Stad&Ambt”, uitgave Stichting Historische Kring Almelo, januari 2006, pag. 11-13. B

Backenhagen, Huis Archief: Zoek geraakt in de 19e eeuw na de verhuizing naar Huis Odink te Camen in Duitsland.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 116-123. Zie ook bronvermelding aldaar. Bentheim lenen

Archief: Furstliches Archiv Bürgsteinfurt. Inventaris: L. Schmitz-Kallenbach e.a., “Inventare der nicht staatlichen Archive des Kreises Steinfurt”, Münster 1907, pag. 552*-567*. J. Prinz, “Das Lehnregister des Grafen Otto van Bentheim 1364”, in Mitteilungen des Vereins für Geschichte und Landeskunde von Osnabrück 60 nr. 31, 1940. Boekelo, Huis

Archief: Fragmenten bevinden zich in HCO Zwolle: Bibliotheek Vereeniging tot beoefening van Overijssels Regt en Geschiedenis en familiearchief Thomassen à Thuessink. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 215-223. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Borne, Hof

Archief: de Hofboeken van Borne zijn niet bewaard gebleven. Fragmenten van het archief van de Hof

Borne bevinden zich deels op de Hof te Borne en deels in het gemeentearchief Borne. HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten, hofgericht Borne. HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, met name inv.nr. 2920, “Ligger van de domeinen in Twente (circa 1650)”. Literatuur: S. Muller Fz., “De registers en rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II”, Werken van het

Historisch Genootschap, nieuwe serie 54, pag. 582-661: “Manuaal van de rentmeester van Twente 1385”, Utrecht 1891.

R.F.A. Rorink, “Verbonden door de echte”, Twente Akademie Reeks 5, Almelo 1996. Henk Woolderink, “De Hof te Borne, 800 jaar geschiedenis van de Hof, de Kerk en het dorp

Borne 1206-2006”, uitgave Heemkundevereniging Borne, Borne 2006. Bronkhorst, Huis lenen

Archief: Rijksarchief Gelderland, archiefblok 0381, inv.nrs. 147-162. C Collendoorn bij Hardenberg leenkamer

Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van de Havezate Collendoorn”, Uit: “Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 1, RAO 1988, pag. 65-71.

D Delden, Hof

Archief: Archieven Oudheidkamer Twente Enschede, 2 hofboeken van de Hof Delden. HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten, hofgericht Delden. HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, met name inv.nr. 2920, “Ligger van de domeinen in Twente (circa 1650). Literatuur: S. Muller Fz., “De registers en rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II”, Werken van het


R.F.A. Rorink, “Verbonden door de echte”, Twente Akademie Reeks 5, Almelo 1996. Delden, Stad

Inventaris: J.G. Avis, “Inventaris van het Oud-Archief van de gemeente Stad-Delden” 1961 en 1978; In: van Heel e.a., “Oude archieven in Overijssel”, Assen 1980, pag. 161-226. Delden, Diaconie en Gasthuizen

Archief: Archief Huis Twickel en archief Stad Delden Literatuur: G. Seyger, “Hanzerijkdom, Armen- en Ziekenzorg in Twente (797-1626)”, met Cartularium Oldenzaals OLV-gilde”, Losser 2005, pag. 142-146. Delden, Kerk zie archief Huis Twickel en archief Stad Delden Delden, Vicarie zie archief Huis Twickel en archief Stad Delden

Delden, voorgangers miskoren Archief: HCO Zwolle, toegang 145 Hypothecaire boekhouding, inv.nr. 496, inschrijvingsregister kantoor

Almelo deel IV, acte nummers 290-322; inschrijvingen d.d. 1813 op grond van onheugelijk bezit t.b.v. de Gereformeerde Gemeente Delden, thans t.b.v de vruchtgebruikers de 1e predikant (2/3 deel) en de jongste predikant (1/3 deel).

Deventer, Kapittel tienden Archief: Stadsarchief Deventer. Deventer, Proosdij lenen

Archief: Stadsarchief Deventer. Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van de leen- en hofhorige goederen van de Proosdij van St. Lebuïnus te Deventer”, Zwolle 1981. Dubbelink, Huis in Azelo Archief: Niet bewaard gebleven. Voor periode na 1694 zie archief Huis Twickel. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995,

pag. 124-127. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. E Enschede, Borg achterleen

Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op het leenregister van de Borg te Enschede”, Uit: “Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 1, RAO 1988, pag. 155-157. Espelo, Hof in Lonneker Archieven: HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten, inv.nr 16, Hofboek van Espelo. Het Utrechts Archief, toegang 220, Kapittel van St. Pieter.

HCO Zwolle, toegang 278 collectie ter Kuile, inv.nrs. 3 en 4. HCO Zwolle, toegang 233.1 familiearchief Blijdenstein. Literatuur: J.H.R. Wiefker, “Hof Espelo, Het Twentse bezit van het Utrechtse kapittel van St. Pieter 1544-1597”, Uitgave Vereniging Oudheidkamer Twente, Enschede 1994.

G.J. ter Kuile, “Geschiedenis van den Hof Espelo, zijne eigenaren en bewoners”, uitgave Vereeniging Overijsselsch Regt en Geschiedenis, Zwolle 1908. S. Muller Fz., “Register der inkomsten van de proosdij van St. Pieter in het laatst van de 13e eeuw”, in VenM Ver. Oude Vaderlandsche Recht, den Haag 1886, No. 1, 2e deel.

C.J. Snuif, “De inkoop van de voogdij van den Hof Espelo door het kapittel van St. Pieter te Utrecht in 1283”, in “Verzamelde bijdragen tot de geschiedenis van Twenthe”, Amsterdam 1930, pag 54-66.

Essen, Stift lenen Archief: Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, Bestand Stift Essen nr. CLXXXV. Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van de leen-, tinsen hofhorige goederen

van het Stift Essen”, Zwolle 1992. G Goor, Hof in Kerspel Goor Archief: HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, met name inv.nr. 2920, “Ligger van de domeinen in Twente (circa 1650).

Literatuur: S. Muller Fz., “De registers en rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II”, Werken van het Historisch Genootschap, nieuwe serie 54, pag. 582-661: “Manuaal van de rentmeester van Twente 1385”, Utrecht 1891.

R.F.A. Rorink, “Verbonden door de echte”, Twente Akademie Reeks 5, Almelo 1996. Graas, Huis in Azelo

Literatuur: G.J. ter Kuile, “Geschiedkundige aanteekeningen op de havezathen van Twenthe”, Almelo 1911, pag. 104. Grimberg, Huis in Notter Archief: Fragmenten in Niedersächsisches Staatsarchiv te Osnabrück, Dep. 38b Archief van Schele zu Schelenburg, met name inv. nrs. 100 en 476.

Ook bevinden zich stukken in het archief van Huis Weleveld te Zenderen (zie aldaar). Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 298-306. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. H.A.M. Woolderink, “Het buitenhuis het Leyerweerd te Enter”, in de bundel “Enter 800”, Enter 1988, pag. 21-33. H

Hagmolen, Huis in Bentelo Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 128-133. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Heeckeren, Huis in Kerspel Goor

Archieven: Fragmenten in HCO Zwolle: familiearchief van Hoevell en Rijksarchief Gelderland: archief Huis Aerdt. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 307-309. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Heeckeren, Huis in Kerspel Goor (achter)lenen

Literatuur: A. Haga, “Repertorium op de leenprotocollen van het Huis Heeckeren (bij Goor)”, Uitgave Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, Deventer 1948. Hengelo, Huis Archief: Zoek geraakt in de 19e eeuw na de verhuizing naar Huis Odink te Camen in Duitsland. Enkele fragmenten in HCO: collectie ter Kuile.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 134-142. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Herinckhave, Huis in Fleringen

Archief: HCO Zwolle: Huisarchief Herinckhave. Inventaris: J.H. Wigger, “Inventaris huisarchief Herinckhave te Fleringen 1366-1965, waarin opgenomen de collectie Von Bönninghausen 1488-1986”, Zwolle 1989.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 454-463. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. F.H. Grobbe, “Het pachtboek van Herman Goossen Grubbe tot Herinckhave 1638-1679”, Amstelveen 2011. Hermshuis, erve in Enter leenkamer Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van het erve en goed Hermshuis”, Uit:

“Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 1, RAO 1988, pag. 224-226. Hof te Azelo zie archief Huis Twickel Hof te Walde in Woolde zie St. Mauritius te Munster

L Lage, Ned. Hervormde Kerk zie archief Huis Twickel M

Munster, bisdom Archief: Staatsarchiv Münster, Fürstentum Münster, Kabinetsregistratur, inv.nr. 1317, pag. 12. Munster, St. Mauritius Archief: Staatsarchiv Münster, St. Mauritz Münster, Akten Repertorium A nr. 155/2 Inventaris: W. Kohl, “Kollegiatstift St. Mauritz vor Münster”, Münster 1959, volgnrs. 37, 49, 66 en 127.

N Nijenhuis, Huis in Diepenheim Archief: HCO Zwolle, familiearchief Van Hoevell tot Nijenhuis 1385-1850.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 183-193. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. O Oldemeulen, Huis in Oele

Archief: Niet meer aanwezig. Fragmenten in archief Huis Weleveld. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 143-151. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Oldenhof, Huis in Markelo Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995,

pag. 325-329. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Oldenzaal, Armen , Gasthuis en Latijnse school

Archief: Oud Archief Gemeente Oldenzaal, o.a. inv.nr. 266, “Ligger van de goederen onder de Provisorie Oldenzaal in 1754”. Literatuur: G. Seyger, “Hanzerijkdom, Armen- en Ziekenzorg in Twente (797-1626)”, met Cartularium Oldenzaals OLV-gilde”, Losser 2005.

Oldenzaal, Kapittel Archief: HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten, hofgericht Kapittel Oldenzaal. N.A. den Haag, 2e afd., adm. der nationale domeinen en geestelijke goederen 1808-1814. toegang 2.01.23 inv.nr. 352, “Lijsten van goederen behorende tot de administratie van het Kapittel Oldenzaal”, d.d. 04.02.1812 opgemaakt door H. Penninck Hzn. Literatuur: J. en E. Geerdink, “Calendarium et Necrologium Ecclesiae S. Plechelmi in Oldenzalia”,

bij “Eenige Bijdragen tot de Geschiedenis van het Archidiaconaat en Aartspriesterschap Twente”, Vianen 1895. (NB: de genoemde erven en tienden zijn geschonken bij de fundatie van jaargedachtenissen die in het Calendarium vermeld worden.) zie overzicht H. Woolderink, “Schenkingen aan het kapittel Oldenzaal”, ongepubliceerd bestand. Oldenzaal, Proosdij

Archief: HCO Zwolle, toegang 4.1.1. ridderschapsarchief, inv.nrs. 1006-1007, Hofboeken Proosdij. HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten, hofgericht Proosdij Oldenzaal. Oosterhof, Huis in Rijssen Archief: HCO Zwolle, in twee gedeelten. Inventaris: G.J. ter Kuile e.a., “Archieven der familie van Ittersum 1391-1931”, Zwolle 1956.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 335-344. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Oosterhof, Huis in Rijssen leenkamer Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van de havezate Oosterhof”, Uit: “Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 2, HCO 1988, pag. 336-343.

Ootmarsum, Hof kamerlingen Archief: HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten inv.nr 1, Hofboek van Ootmarsum. HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, met name inv.nr. 2920, “Ligger van de domeinen in Twente (circa 1650). Literatuur: S. Muller Fz., “De registers en rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II”, Werken van het

Historisch Genootschap, nieuwe serie 54, pag. 582-661: “Manuaal van de rentmeester van

Twente 1385”, Utrecht 1891. R.F.A. Rorink, “Verbonden door de echte”, Twente Akademie Reeks 5, Almelo 1996. Ootmarsum, Kerk Archief: Archief Gemeente Dinkelland te Denekamp, Oud Archief Ootmarsum, inv.nr. 320.

Overijssel, lenen Inventaris: E.D. Eijken, “Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen 1379-1805”, Uitgaven RAO Zwolle, in 8 delen nrs. 49-56, Zwolle 1995. P

Pekkedam, Huis in Diepenheim Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 194-199. Zie ook literatuur, huisarchief en bronvermelding aldaar.

R

’s Rijks Domeinen verkopen Literatuur: H. Woolderink, “Verkopen van Domeinen in Twente”, ongepubliceerd bestand. S Saasveld, Huis in Dulder

Archief: Archief Haus Darfeld, kreis Coesfeld in Westfalen. Inventaris: L. Schmitz-Kallenberg, “Inventare der nichtstaatlichen Archive des Kreises Coesfeld”, Münster 1904, pag. 164-165. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 411-420. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar.

Saasveld, Huis in Dulder leenkamer Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op het leenregister van de havezate Saasveld”, Uit: “Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 2, HCO 1988, pag. 429-430. Singraven, Huis in Denekamp

Archief: Huisarchief Singraven bevindt zich op Huis Singraven. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 474-485. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. ’t Slot, Huis in Hengevelde Archivalia: Staatsarchiv Münster, Von Raatsche Sammlung, inv. nrs. 282, 292, 297, 360, 388, 401, 417, 441 en 459.

Steinfort, Kommende Archief: Hausarchiv Burgsteinfurt (Archiv Kommende Steinfurt) HCO Zwolle toegang 3.1 statenarchief, inv.nrs. 3945-3947 “stukken Steinfurt”, (aanwinsten 1860). HCO Zwolle toegang 3.1. statenarchief, inv.nr. 4903 en 4904 “Opgaven van geestelijke

goederen van corpora buiten Overijssel” in resp. 1675 en 1727. Literatuur: C.J. Snuif, “Verzamelde bijdragen tot de geschiedenis van Twenthe”, Enschede 1930, pag. 77-79. G.J. ter Kuile, “De Commanderij der Johannieterorde te Steinfurt en haar bezittingen in Overijssel”, in Tijdschrift Rechtsgeschiedenis XVIII, pag. 314. G.J. ter Kuile, “Oorkondenboek van Overijssel”Zwolle 1963-1969, nrs. 306, 396, 993, 1121, 1122 en 1216.

Steinfort, lenen Inventaris: L. Schmitz-Kallenberg e.a., “Inventare der nichtstaatliche Archive des Kreises Steinfurt”, Münster 1907. Stoevelaar, Huis in Herike

Archief: Niet bewaard gebleven. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 345-353. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar.

T Twente, drost

Archief: HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, inv.nr. 3484, “Register van koe- en voergeld en vastenavondhoenderen”, aangelegd in 1812, waarin de periode 1795 tot 1811 wordt afgerekend. Twente, landrentmeester Literatuur: S. Muller Fz., “De registers en rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II”, Werken van het


Twickel, Huis in Deldener Es Archief: Huisarchief bevindt zich op Huis Twickel bij Delden. Inventaris: A.J. Brunt, “Inventaris van het huisarchief Twickel 1133-1975”, uitgaven RAO nrs. 34-40,

Zwolle/Delden 1993. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 152-167. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. R.W.A.M. Cleverens, “Het Huis Twickel en zijn bewoners”, Alphen aan de Rijn 1981. H. Woolderink, “Het tegenwoordige adellijke groot-grondbezit in Twente”, in Jaarboek Twente 1965, pag. 37-41 en kaart pag. 56-57.

Twickel, Huis in Deldener Es leenkamer Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van de havezate Twickel”, Uit: “Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 2, HCO 1988, pag. 524-539. W

Warmtink, Huis in Deldenerbroek Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 115. Weemselo, Huis in Albergen

Archief: Fragmenten in Huisarchief Werries, onderdeel van archief Huis Loburg bij Ostbevern (in Westfalen). Inventaris: A. Brennecke e.a., “Inventare der nichtstaatliche Archive des Kreises Warendorf”, Münster 1908, pag. 101-114. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 486-493. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar.

Weerselo, Stift Dulder Archief: HCO Zwolle, toegang 4.1.1 ridderschapsarchief, met name inv.nr. 623 Ligger van het Hoogadelijke Stift Weerselo 1733. HCO Zwolle, toegang 4.1.2 ridderschapsarchief, inv.nrs. 628 en 1033, regesten. Literatuur: W.H. Dingeldein, “Acht eeuwen Stift Weerselo 1150-1950”, Enschede 1951. Wegdam, Huis in Kerspel Goor

Archief: Bevindt zich in de rentmeesterij van Huis Weldam bij Goor. Inventaris: G.J. ter Kuile, “Inventaris van het archief van de voormalige havezate Wegdam bij Goor”,

Uitgave Rijksarchief Overijssel, Zwolle 1966.

Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 354-365. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Weldam, Huis in Kerspel Goor

Archief: Bevindt zich in de rentmeesterij van Huis Weldam bij Goor. Inventaris: G.J. ter Kuile, “Inventaris van het Huisarchief van de voormalige havezate Weldam bij Goor”, Uitgave Rijksarchief Overijssel, Zwolle typoscript 1968. alsmede H.H. Jongbloed e.a., “Inventaris stukken in het huisarchief Twickel, behorende tot het huisarchief Weldam, 1431-1926”, Zwolle/Delden, typoscript 1988. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 366-379. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar.

G.J. Geerts, “Weldam, de geschiedenis van een landgoed”, Goor 2002. H. Woolderink, “Het tegenwoordige adellijke groot-grondbezit in Twente”, in Jaarboek Twente 1965, pag. 44-46 en kaart pag. 60. Weleveld, Huis in Zenderen Archief: Archieven van de Oudheidkamer Twente te Enschede, inv. nrs. GB (gericht Borne),

W (Weleveld) nrs. 1-332. HCO Zwolle, archieven Dikkers, (voorlopige) inventaris 07, inv.nrs. 276-307. Inventaris: H.F.R. de France, “Inventaris van de archieven afkomstig uit het bezit van de familie Dikkers

1465-1890”, RAO Zwolle, typoscript 1977. Literatuur: A.J. Gevers en A.J. Mensema, “De havezaten in Twente en hun bewoners”, Zwolle 1995, pag. 101-113. Zie ook literatuur en bronvermelding aldaar. Jet Spits, “Och ewig is so lang”, Geschiedeniswinkel RU Groningen, Zutphen 2003.

Weleveld, Huis in Zenderen leenkamer Archief: HCO Zwolle, archieven Dikkers, leenregisters van Huis Weleveld onder nrs. 278 en 279. Archieven Oudheidkamer Twente te Enschede, GB-W inv. nrs. 74-146. Inventaris: A.J. Mensema, “Repertorium op de leenregisters van de havezate Weleveld”, Uit: “Repertoria van de particuliere leenkamers in Overijssel”, deel 3, HCO 1988, pag. 626-632.

Wiene (Weddehoen), Hof Archief: Archieven Oudheidkamer Twente te Enschede. Hofboek Weddehoen 1714-1811. HCO Zwolle, toegang 87 hofgerichten, hofgericht Weddehoen. HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, met name inv.nr. 2920, “Ligger van de domeinen in Twente (circa 1650)”. Literatuur: J.W. Racer, “Overijsselsche gedenkstukken 4”, Kampen 1784, pag. 237-278.

S. Muller Fz., “De registers en rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II”, Werken van het Historisch Genootschap, nieuwe serie 54, pag. 582-661: “Manuaal van de rentmeester van Twente 1385”, Utrecht 1891.

R.F.A. Rorink, “Verbonden door de echte”, Twente Akademie Reeks 5, Almelo 1996. Windesheim, Klooster tienden

Archieven: HCO Zwolle, archief klooster Windesheim (vóór 1580). HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, inv.nrs. 3041-3072, met name inv.nr. 3044, “Rekening rentenmeester Convent Winshem 1626”. HCO Zwolle, toegang 3.1. statenarchief, inv.nrs. 3201-3472 (Bentheimse domeinen), met name inv.nr. 3455, “Legger van de Domeinen in de Graafschap Bentheim 1764”. Literatuur: J.B. Schildkamp e.a., “De kroniek van Johannes van Lochem, prior te Albergen”, uitgave van Stichting Heemkunde Albergen/Twente Akademie, Albergen 1995, pag. 27-70. J.G.R. Acquoy, “Het klooster Windesheim”, Utrecht 1880.

Woolde, Hof te zie Huis Hengelo

INDEX RICHTERAMBT EN STADSGERICHT DELDEN. A

Aaltink, erve Deldenerbroek 1591 Abbenburen, erve Woolde 1457 Akkerhuis, erve Wiene 1532 Albergen, Klooster Albergen 1607 Alberts, Jan Hengelo 1634 Almelo, Huis erve 2960

Almelo, Huis lenen 1446, 1495, 1497, 1500, 1502, 1503, 1504, 1519, 1530-1531, 1591, 1596 Almelo, Klooster erven 1428, 1569, 1570, 1572 Almelo, Klooster tienden 1499, 1504, 1517, 1518, 1520, 1521, 1569, 1572 Almelo, Vicarie 1549, 1552 Almerink, erve Stad Delden 3026 Almerink, waarrecht Stad Delden 3026

Altena, erve Beckum 1490 Altink, erve Deldenerbroek 1591 Annink, erve Beckum 1488 Annink, Jan Woolde 1457F Argelo, erve Zeldam 1571 Argelo, Groot zie Groot Argelo Arkink, erve Bornerbroek 1508A

Arkman, erve Bornerbroek 1508A Armen zie Diaconie Asbroek, erve Beckum 1489 Assink, erve Deldener Es 1434A Assink, erve Zeldam 1559 Averdijk, erve Azelo 1502 van Averhagen, familie 1478, 1497, 1500, 1502, 3010

Averink, erve Deldener Es 1424 Avest, Grote zie Grote Avest Avest, Klein zie Klein Avest Azelo, buurschap 1495-1508A Azelo, erfmarkenrichter 1496 Azelo, molen te Azelo 1501 B

Baa, bodegoed Deldener Es 1426 Baarselman, familie 1485 Backenhagen, Huis Deldenerbroek 1596 Backenhagen, Huis Deldenerbroek 1418, 1434A, 1495, 1583-1584, 1591, 1594, 1595, 1596, 1596A, 1599, 1666A

de Baecke, familie 1584, 1596 Bake, plaatsje Oele 1525 Balkert, erve Woolde 1456 Balkt, erve Woolde 1456 van Barmentlo, familie 1462, Batinge, Huis achterleen 1471 Beckum, buurschap 1482-1494B

Beckum, erfmarkenrichter 1483 Beernink, erve Bentelo 1465 Bekenhorst, erve Wiene 1535 Bekenkamp, erve Hengevelde 1615 de Beker, erve Wiene 1535

Bekke, erve Bentelo 1461 Belderink, erve Twekkelo 1510 Belderink, lijftucht Oele 1510 Belderink, Egbert Stad Delden 2967

Bellink, erve Deldener Es 1434B Bellink, Thyes Stad Delden 2958 Bellinkhof, erve Twekkelo 1510 van Bellinckhof, familie 1519 Benier, Johan Stad Delden 2976 Bennekink Gerrit, erve Deldenerbroek 1599 Bennekink Jan, erve Deldenerbroek 1599 Bennink, erve Deldenerbroek 1599

Bennink, erve Woolde 1447 Bennink, familie 1599 Benolken, Joannes Stad Delden 2992 Bentelo, buurschap 1458-1481B Bentelo, erfmarkenrichter 1464 Bentheim lenen 1442, 1449, 1452, 1454, 1500, 1509, 1516, 1518, 2960 Bentinck, familie 1462, 1554

Bepseler, erve Wiene 1530 Berck, David Deldenerbroek 1581 Berflo, erve Woolde 1452 van den Berge, Evert Stad Delden 3030 Berghuis, erve Deldener Es 1434 Berghuis, erve Woolde 1453 Berghuis, familie 1541, 2968, 2969

van Bermentlo, familie 1502 Beuckerinck, familie Stad Delden 2971, 2972, 3023, 3027-3029 van Beveren, familie 1480 van Bevervoorde leen 1569, 1570, 1572 van Bevervoorde, familie 1509, 1516, 1518, 1526, 1532, 1548 Bisdom Munster zie Munster, bisdom Blank(en)voort, familie 1495, 1577 Bloemen, erve Hengevelde 1601

Bloemen, familie 1578 Bloemendaal op Hagreis, familie 1534 ten Blo(e)mendael, Johan Stad Delden 2996 Bodeker, familie 1539, 1541 van Boecop, familie 1460, 1531 Boekelo, Huis Boekelo 1415, 1420, 1468, 1510, 1517, 1521, 1580, 2960 etc. Boenders, erve Beckum 1482

van B(o)enen, Coert Wiene 1553, 1574 Bokdam, erve Deldener Es 1434C Bolscher, erve Hengevelde 1606, 1619 voor de Bome, lijftucht Deldener Es 1434K Bomer Stad Delden 3011 Bomhof, erve Wiene 1530A Boomkamp, erve Bentelo 1473

Borg Enschede zie Enschede, Borg Borghuis, erve Woolde 1435 Borne, Hof hofhorig erve 1508A Borne, Hofmeijer 1503 Braak op de (Vossen)brink, erve 3011 de Braak, erve Wiene 1544 ter Braack, Berend Stad Delden 3005 Braamhaar, erve Azelo 1499

ter Brake, erve Deldener Es 1415 Braker, erve Deldener Es 1425 Brandlecht, Huis Bentheim 1447, 1496, 1503, 1549, 1552, 1555, 1556, 1558-1560, 1565, 1576, 1583, 1608, 1609

Bredenberges, Trine Hengevelde (1616), 1622 Bredenwets, Cathrina Wiene 1542 Brederode, Tryncken Hengevelde 1616, (1622)

Brinke, erve Deldener Es 1434H Brinkhuis, erve Woolde 1441 ten Brinkhuis, Jan Hengelo 1640 ten Brinkhuis, Wolter Hengelo 1647 Brinkkate, erve Deldener Es 1414 ten Broeill, Hertgert Zeldam 1564 Broekhuysen, familie 1545 ten Bromelhuis, Johan Hengevelde 1602

ten Broninkreef, Derk Hengevelde 1601 Bronkhorst, Huis lenen 1417, 1429, 1430, 1436, 1454, 1578, 1579,

1582, 1593, 1596, 1598 Brouwer, Berend Stad Delden 3021, 3026 Brouwers, Anna Stad Delden 3001 ter Brugge, herberg Hengelo 1666A ter Bruggen, zie Bruggink

ten Bruggencate, familie 1416 Bruggink, erve Woolde 1457B, 1457C Bruggink, familie 1443, 1451, 1457B, 1457C, 1465, 1474, 1478, 1481, 1544, 1573 Bruins, familie 1546 Brukers, Roelof Bentelo 1481

ten Brummelaar, Hendrik Markvelde 1568A Bruns, familie 1600 Bruyns, familie 1577 Bueckerinck zie Beuckerinck Bunderkote, kotter Hengelo 1666A Bunte, plaatsje Oele 1524 Buren, erve Woolde 1457 van den Busch, Peter Stad Delden 3021

Buschklooster, Deventer zie Deventer, Buschklooster Bussemaker, Jan Hengelo 1645 Butterye, plaatsje Oele 1524 C zie ook K Camp, Hendrik Hengelo 1664

ten Cate, familie 1438, 1450, 1500, 1502-1504, 1599 Catte, Mette Hengelo 1636 Civati, familie 1596 Clumpers, Jan Hengelo 1635 Cock, Georgen Hengelo 1652 van Coeverden, familie 1474, 1477, 1619, 1623, 3000 Collendoorn, Huis achterleen 1471, 1483, 1484, 1485, 1600

Cordtz, Gerdt Stad Delden 3001 Coster(s), familie 1500, 1503, 1505 van Covelentz, Hans Stad Delden 2975 Cramer, familie 1499, 1532 D Dam, erve Bentelo 1459

Dassehaar, erve Deldener Es 1434A Daveskote, lijftucht Woolde 1457J van Dedem tot de Gelder, familie 1462 Dekker, plaatsje Oele 1527

Delden, Diaconie 1474, 1575 Delden, erfmarkenrichter 1420 Delden, Hof Deldener Es 1413 Delden, Hof hofhorige erven 1413, 1414, 1426, 1578, 1579, 1585, 1591, 1593

Delden, Huis Twickel zie Twickel, Huis Delden, St Annen Gasthuis 1477, 1499, 1575, 1594 Delden, Kerk 1459, 1461, 1498, 1504, 1513, 1533, 1535, 3032A etc. Delden, Koster(ij) 3032F etc. Delden, Pastoor 1486, 1533, 3032B etc. Delden, Stad 1434J, 2957-3032H Delden, Vicarie 1430, 1458, 1459, 1465, 1472, 1478, 1479, 1481, 1485, 1486, 1488-1493, 1536, 1571, 1573, 3032C etc., 3032D etc., 3032E etc.

Delden, voorgangers miskoren 1413, 1414, 1416-1424, 1426-1431, 1433, 1434A, 1434B, 1434D, 1434F, 1434G, 1434H, 1434J, 1436-1453, 1455, 1456, 1457D, 1457E, 1458-1461, 1463-1494A, 1496-1505, 1508A, 1510-1521, 1521A, 1530-1534, 1536-1541, 1543-1550, 1550A, 1552-1562, 1565-1596, 1596A, 1598-1605, 1607-1611, 1613-1615, 1617, 1623 Deldenerbroek, buurschap 1577-1599

Deldener Es, biestere tienden 1434N Deldener Es, buurschap 1413-1434N Deldener tienden, grote 1434L Deldener tienden, kleine 1434M Deventer, Buschklooster 1554 (? Zwolle ?) Deventer, Kapittel tienden 1413, 1419, 1420, 1433, 1434D, 1434L, 1434M, 1441, 1599 Deventer, Proosdij lenen 1433, 1617

Deventer, Proosdij tienden 1452 Diaconie zie Delden, Haaksbergen en Oldenzaal Domeinen, ‘s Rijks zie ’s Rijks Domeinen Doopsgezinde Gemeente zie Hengelo Dorp Hengelo zie Hengelo, Dorp Dreteler, erve Deldenerbroek 1583 Driene, Groot zie Groot Driene Driene, Klein zie Klein Driene

drost van Twente zie Twente, drost Dubbelink, erve en Huis Azelo 1495 Dues, erve Wiene 1548 Duis, erve Wiene 1548 Dull, familie 1596 De Dijk(ert), erve Zeldam 1568A van Dijk, familie 1435, 1447

Dijks, erve Deldenerbroek 1595 E van Eerden, familie 1548 Eetgerink, erve Beckum 1487 Egbertink, erve Oele 1521

Egbertz, Derck Stad Delden 2997 Eggerink, erve Woolde 1436 Eggerkinck, Gerdt Stad Delden 3024 Eggertink, erve Woolde 1436 Eggertinck, Roloff Deldener Es 1418 Elbers, Anne Hengelo 1666 Elbert, erve Deldener Es 1417 Elbertink, erve Deldener Es 1417

Engbers, Gerrit Hengevelde 1615 Engels, Jan Hengelo 1642 Enschede, Borg achterleen 1606 Ensink, Bernardus Hengelo 1457K

Espelo, Hof Lonneker 1435, 1439 Essekink, kate Hengevelde 1623B Essen, Stift leen 1514, 1520 Essink, familie 1473

Exterkate, erve Wiene 1539 Eysink, erve Deldener Es 1432 F zie ook V de Flutter, erve Hengevelde 1608 Frunderkaterkamp Woolde 1457K

G Gasthuis Delden zie Delden, St. Annen Gasthuis Gasthuis Oldenzaal zie Oldenzaal, Gasthuis Geerdink, erve Azelo 1498 Geerdink, kate Hengevelde 1623B Geerdink, erve Woolde 1443

Geurts, erve Oele 1512 Gewin, familie 1586 Ghysenland, plaatsje Oele 1523 Gysen, Arend Oele 1523 Goelker Braak, erve Deldener Es 1415 Goor, Hof Kerspel Goor 1461, 1534, 1537, 1538 Goor, Hofmeijer Kerspel Goor 1556, 1615

Goor, Kerk Goor 1603 Goor, Stad Goor 1607 Goorhuis, erve Wiene 1540A Gorsveld, erve Hengevelde 1614 Gorsveld, erve Wiene 1549 Goselink, erve Wiene 1547, 1574 Graaf van Stirum, zie van Stirum, Graaf Graas, erve en Huis Azelo 1501

van Graas, familie 1416, 1424, 1434, 1434A, 1465, 1477, 1480, 1486, 1501, 1582-1584, 3002 de Grefte, plaatsje Hengevelde 1619 Grekerinkhof, Hof Stad Delden 2960 Greshof, Hof Stad Delden 2960 Greve, erve Beckum 1494A

Greve, familie 1448, 1450 Grimberg, Huis Notter 1545 Groll Cramer, familie 1502 Groot, Heule Hengelo 1657 Groot Argelo, erve Zeldam 1570, 1572 Groot Driene, erfmarkenrichter 1666A Groot Hedde, erve Hengevelde 1611

Groot Leferink, erve Oele 1519 Groot Pierik, erve Deldener Es 1427 Groothuis, erve Bentelo 1467 Grote Avest, erve Oele 1514 Gylinck, Arent Hengelo 1626 H

Haaksbergen, Hervormde Diaconie 1464, 1599 van Haaksbergen, Fredrik Stad Delden 2978 de Haar, plaatsje Azelo 1507 de Haar, erve Deldenerbroek 1596A

de Haar, erve Wiene 1533 Hackvoort, familie 1539 Haerlink, Berend Hengelo 1649 van Haerst, familie 1446

Hagedoorn, familie 1437, 1440 Hagen, erve Deldenerbroek 1587 Hagink, erve Deldenerbroek 1587 Hagman, erve Hengevelde 1604 Hagmolen, erve en Huis Bentelo 1462, 1484, 1485, 1548, 1586, 1592 Hagreis, erve Zeldam 1534, 1567 Haimerink, erve Beckum 1483 Haimerink, familie 1484

van der Handt, Gerdt Stad Delden 3013 Hannink, erve Hengevelde 1605 Harmelink, erve Woolde 1446 Hartgerink, erve Bentelo 1474 ten Hasseler, Lambert Deldenerbroek 1592 Hassink, erve Woolde 1437 Hassink, Lambert Hengelo 1650

Have, erve Azelo 1496 Haverkate, erve Bentelo 1460 Hazenkamp, erve Deldenerbroek 1584 Heeckeren, Huis erve 1554, 1556, 1607 Heeckeren, Huis (achter)lenen 1450, 1489, 1499, 1504, 1505 van Heeckeren, familie 1432 Heege, erve Deldener Es 1416

van Heek, familie 1439, 1448, 1468, 1535, 1569, 1572, 1580, 1599 Heerbaard, erve Wiene 1552 Hegerse Hoeve, erve Deldener Es 1416 Heggeler, erve Hengevelde 1602 ten Heggeler, familie 1462, 1600-1602, 1604, 1606, 1619 Hegink, erve Deldener Es 1416 Heimerink, erve Beckum 1483 Helmichs, Herman Zeldam 1563

Helmichs, Jan Stad Delden 2982, 3016 Helsken, Nelis Hengelo 1637 ter Helst, Ursula Hertkes Hengelo 1628 Hemmelder, erve Wiene 1550 Hengelo, Doopsgezinde Gemeente 1440 Hengelo, Dorp eigenaar 1447 Hengelo, Gasthuis Hengelo 1440, 1659, 1661

Hengelo, Huis Hengelo 1413, 1420-1423, 1427, 1434A, 1434B, 1434C, 1434F, 1435, 1437, 1438, 1440, 1450, 1451, 1454, 1455, 1457D, 1457F, 1462, 1467, 1469-1471, 1483, 1484, 1487, 1511, 1512, 1519, 1527, 1544, 1556, 1624-1666A, 2996 Hengelo, Kerk Hengelo 1457F, 1457G, 1527 Hengelo, Kosterij Hengelo 1437, 1624 Hengevelde, buurschap 1600-1623B

Hengevelde, erfmarkerichter 1623 Herinckhave, Huis Fleringen 1435 Hermelink, erve Woolde 1446 Hermshuis te Enter achterleen 1610 Hertgerink, erve Bentelo 1474 Heijmans, Salomon 1558 Hidder, erve Oele 1511 Hiddink, erve Oele 1510-1512

Hissinck, Hendrik Stad Delden 2958, 3013 Hobbelink, erve Deldener Es 1419 Hoesstede, erve Wiene 1547 van Hoevel, familie 1474, 1478, 1536, 1537, 1544-1547, 1561, 1562, 1573,

1605 Hof te Azelo Azelo 1496 Hof te Bentelo Bentelo 1470

Hof Borne zie Borne, Hof Hof Delden zie Delden, Hof Hof Espelo zie Espelo, Hof Hof Goor zie Goor, Hof Hof Kagelink zie Kagelink, Hof Hof Ootmarsum zie Ootmarsum, Hof Hof te Walde, erve Woolde 1440 Hof Wiene zie Wiene, Hof

Hof te Woolde Hengelo 1666A Hofmeijer, erve Bentelo 1470 Hofmeijer van Borne 1503 Hofmeijer, erve Deldener Es 1413 Hofmeijer, erve Wiene 1576 Hofslages, Reint Hengevelde 1612 Hofstede, erve Bentelo 1458

Hofstede, erve Hengevelde 1610 Holte (Hölters), erve Woolde 1457D van Holten, Albert Stad Delden 3031 Horst, erve Wiene 1538 (ter) Horst, erve Deldenerbroek 1589 ter Horst, familie 1447, 1589 Hove ter Braak, erve Deldener Es 1425

Hoyerink, erve Stad Delden 2991 etc. Hoyerinck, Hendrik Stad Delden 3003 Hoyerinck, Koip Stad Delden 2982 Hoyerinck, Wigbolt Stad Delden 3012 Hoyerinck, Willem Stad Delden 2990, 2991 Hoykink, Huis Dulder 1505 Hubert, familie 1471 Huffeler, erve Bentelo 1481

Huffeler, Gerrit Bentelo 1481 Huis Almelo zie Almelo Huis Backenhagen zie Backenhagen Huis Batinge zie Batinge Huis Boekelo zie Boekelo Huis Brandlecht zie Brandlecht Huis Bronkhorst zie Bronkhorst

Huis Collendoorn zie Collendoorn Huis Grimberg zie Grimberg Huis Hagmolen zie Hagmolen Huis Heeckeren zie Heeckeren Huis Herinckhave zie Herinckhave Huis Hoykink zie Hoykink Huis Kevelham zie Kevelham

Huis ten Klooster zie ten Klooster Huis Langenhorst zie Langenhorst Huis Nijenhuis zie Nijenhuis Huis Oldemeulen zie Oldemeulen Huis Oosterhof zie Oosterhof Huis Pekkedam zie Pekkedam Huis Saasveld zie Saasveld Huis Schuilenborg zie Schuilenborg

Huis Singraven zie Singraven Huis ’t Slot zie ‘t Slot Huis Stoevelaar zie Stoevelaar Huis Twickel zie Twickel

Huis Warmtink zie Warmtink Huis Weemselo zie Weemselo Huis Wegdam zie Wegdam Huis Weldam zie Weldam

Huis Weleveld zie Weleveld Huis Zuthem zie Zuthem Huisstede, erve Wiene 1547 van Hulscher, familie 1432, 1501 Hulshof, erve Woolde 1457E ter Hunnepe, Klooster bij Deventer 2991 I

Immink, erve Deldenerbroek 1585 Immink, familie 1542, 1584, 1585 Ingelbeerts, Hendrik Hengelo 1646 J

Jagers, katerstede Deldenerbroek 1596 Jalink, familie 1553 Jannink, familie 1470 Janssens, Albert Hengelo 1651 Janssens, Christoffer Hengelo 1644 Janssens, Herman Hengelo 1632 Janssens, Roelof Hengelo 1638

Johannink, erve Hengevelde 1605 Jolink, erve Deldener Es 1434D K Kagelink, Hof Markvelde 1431 Kamer(s), erve Oele 1521A Kamphorst, erve Woolde 1457F

Kamphuis, erve Deldener Es 1434E Kapittel Deventer zie Deventer, Kapittel Kapittel Oldenzaal zie Oldenzaal, Kapittel dat Kathe, kate Hengevelde 1623B ten Kathe, lijftucht Woolde 1450 Keizer, erve Wiene 1550A Kemerink, erve Beckum 1494

Kemerink, erve Bentelo 1464 Kemerink, familie 1469 van Keppel familie 1666A Kerk te Delden zie Delden, Kerk Kerk te Goor zie Goor, Kerk Kerk te Hengelo zie Hengelo, Kerk Kerk te Ootmarsum zie Ootmarsum, Kerk

Kerstiens, Gerdt (priester) Stad Delden 2973, 2974, 3016, 3032 Keuper, erve Hengevelde 1605 Keusedam, familie 1503 Kevelham, Huis Kerspel Goor 1545 Kips, Roleff Hengevelde 1605 Kistemaker, Lubbert Hengelo 1648 Klaphouwer, Arend Stad Delden 2960 Klein Avest, erve Oele 1515

Klein Driene, erfmarkenrichter 1666A Klein Leferink, erve Oele 1519 Klein Pierik, erve Deldener Es 1426 Klooster Albergen zie Albergen, Klooster

Klooster Almelo zie Almelo, Klooster Klooster ter Hunnepe zie ter Hunnepe, Klooster Klooster Windesheim zie Windesheim, Klooster ten Klooster, Huis achterlenen 1471, 1484, 1485, 1600

Kock, familie 1500 Koebrugge, erve Zeldam 1555 Koenderink, erve Hengevelde 1617 Kokele, lijftucht Beckum 1484 Koldenhof, erve Deldener Es 1434F Kolhof, erve Deldener Es 1434F Kolhoop, erve Wiene 1540 Konink, erve Hengevelde 1603

Konink, Johan Hengevelde 1613, 1614 Korten, Arend Stad Delden 2983 de Koster, Wessel Bentelo 1481A Kotte, plaatsje Azelo 1506 Kraaienveld, erve Deldenerbroek 1582 Krabbenbos, erve Woolde 1455 Krebbers, erve Wiene 1552A

Krull te Neuenhaus Stad Delden 2963 ter Kuile, familie 1451, 1470 Kuipers, familie 1499 L Laarhuis, erve Beckum 1493

Laarhuis, erve Woolde 1449 Laarhuis, Hermen Woolde 1448, 1449. van Laer, familie 1462 Lage, Huis 1497 Lage, Ned. Hervormde Kerk 1434B Lambersland, plaatsje Oele 1528 Lambertinck, Jan Hengelo 1629 Lamhof, erve Stad Delden 2960

Lammenhof, erve Stad Delden 2960 Lammertink, erve Deldenerbroek 1595 Lammertink, erve Wiene 1545 Lammertink, Jan Stad Delden 2975 Langeler, erve Woolde 1451 Langeler, Geert Wiene 1535 van Langen, familie 1464, 1604, 1606, 1617

Langenhorst, Huis Wiene 1531 Langenhorst, Huis Wiene 1483, 1530, 1530A, 1531 Lansink, erve Woolde 1450 Lantman, familie 1457A Lasonder, familie 1451 Latijnse school zie Oldenzaal Laurens, Johan Hengelo 1624

Leemkulen, plaatsje Wiene 1551 Leferink, Groot zie Groot Leferink Leferink, Klein zie Klein Leferink Leferinck, Willem Stad Delden 3007 Leferinkskotte, erve Oele 1512 Lentelink, erve Bentelo 1477 Leusink, erve Deldener Es 1418 Leusink, erve Wiene 1575

Linteler, erve Hengevelde 1600 Lintelo tot de Mars, familie 1429, 1430, 1578, 1579, 1593, 1598 List, erve Deldener Es 1434G Lodeveldink, erve Bentelo 1481B, (1623B)

Loetinck, Roloff Woolde 1456 Lohuis, erve Oele 1517 Lokamp, erve Bentelo 1466 Lokate, erve Bentelo 1466

Lonink, erve Beckum 1484 Lovelding, kate Hengevelde (1481B), 1623B Lubberdink, erve Bentelo 1471 Ludelvink, erve Bentelo 1481B Luickens, Derck Stad Delden 1533, 2977 Luickens, Johan Stad Delden 2957 Luttikhuis, erve Deldenerbroek 1594

M Maatkate, erve Bentelo 1475 Maatkotte, erve Bentelo 1475 Marskamp, katerstede Deldenerbroek 1596 Marsman, erve Bentelo 1464 Mauritius Munster zie Munster, St. Mauritius

Mazzoli, familie 1600 Mensink, erve Hengevelde 1606 Mentink, erve Zeldam 1558 van Merve, familie 1541 Messelink, erve Beckum 1485 ter Meulen, familie 1416 Meijer, erve Azelo 1496

Meyer, Herman Stad Delden 2963-2965 Meyer, Sweder Stad Delden 3010 Meyling (Meylink), familie 1502, 1536, 1577 Meylinck, Berend Stad Delden 2980 van Middachten, familie 1596 Moerbecke, familie 1489 Mollink, erve Deldener Es 1421 het Morren, erve Zeldam 1557

Mors, katerstede Deldenerbroek 1596 Morskate, erve Azelo 1505 Morsman, erve Bentelo 1464 Morssche, plaatsje Deldenerbroek 1597 ten Morssche, Jan Stad Delden 3017 Morssink, familie 1488 Morssman, Arend Stad Delden 3020

Mulder, Wolter Woolde 1457B Mulert, familie 1497, 1500, 1502, 1596, 2975, 2993, 3002 Munchhausen, familie 1509 Munster, bisdom hoofdhof 2960 Munster, bisdom lenen 1427, 2960 Munster, St. Mauritius hoofdhof 1440 Munster, St. Mauritius lenen 1440, 1457, 1457D

Musebelt, familie 1503 N N.H. Kerk te Lage zie Lage Neule, Gebbe Hengelo 1659 Nibbelink, erve Azelo 1500 Noethecke, Hendrik Stad Delden 2981

Noordmolen, erve Deldener Es 1421 Nijenhuis, erve Beckum 1482 Nijenhuis, Huis Diepenheim 1536, 1537, 1546, 1547, 1561, 1562 Nijhof, erve Woolde 1440

Nijhof, Jan Willem Oele 1519 Nijhuis, erve Bentelo 1463 Nijhuis, erve Oele 1516, 1522 Nijhuis, erve Wiene 1556

Nijhuis, familie 1494A Nijland, erve Deldener Es 1434J O Obdam, erve Beckum 1490A van Ochttrop, Gerard Hengelo 1665 Odink, erve Deldener Es 1431

Oedelink, erve Oele 1520 Oele, buurschap 1509-1529 Oele, erfmarkenrichter 1666A Oelerinkhof, erve Deldener Es 1427 Oelhorst, plaatsje Oele 1526 Oetmerssen, Aloff Hengelo 1662 Oeverinck, Thonnis Stad Delden 3008

Oldemeulen, Huis Oele 1509 Oldemeulen, Huis Oele 1437, 1444, 1509-1512, 1516-1521, 1526, Oldenhof, Huis Markelo 1583 Oldenzaal, Armen tienden 1457A, 1519 Oldenzaal, Gasthuis tienden 1519 Oldenzaal, Kapittel erven 1437, 1438, 1453, 1519 Oldenzaal, Kapittel tienden 1416, 1421, 1434, 1444, 1445, 1452, 1454, 1457K, 1457L,

1477, 1492, 1511, 1517, 1549, 1553, 1580, 1581, 1666A, 3002 Oldenzaal, Latijnse school tienden 1457A Oldenzaal, Proosdij erve 1575 Oldenzaal, Proosdij tienden 1416, 1423, 1427, 1435, 1443-1445, 1448, 1450, 1451, 1455, 1573, 1598, 3032A, 3032F, 3032H Oldenzaal, Proosdij uitgangen 1434F,

Oldenzaal, Vicarie tienden 1443 Oldhof, erve Woolde 1442 Olink, erve Oele 1520 Olink (op Venterink), familie 1447, 1522 Olthof, erve Woolde 1442 Oolhorst, plaatsje Oele 1526 Oonk, erve Hengevelde 1607

Oonk, erve Woolde 1445 Oorthuis, familie 1494 Oosterhof, Huis erve 1464, 1600 Oosterhof, Huis achterlenen 1478, 1539, 1541 Ootmarsum, Hof kamerlingen 1458, 1459, 1462, 1486, 1493, 1497, 1589, Ootmarsum, Kerk uitgang 1444 up den Orth, Willem Stad Delden 3007

Ottenhof, erve Deldener Es 1420 Ottenschot, erve Bentelo 1478 Overbeek, familie 1450 Overdijk, erve Azelo 1502 Oversman, lijftucht Bentelo 1464 Overijssel, lenen 1413, 1416, 1418-1425, 1427-1432, 1434, 1434A, 1434B, 1434F, 1437, 1447, 1450, 1451, 1454, 1457, 1462-1465, 1469-1474, 1477-1480, 1481B, 1482-1487, 1489, 1495, 1496, 1499, 1501, 1503, 1510-1513, 1517, 1518, 1520, 1521, 1530-1532, 1536, 1537, 1541,

1544, 1546, 1548, 1549, 1552, 1553, 1555, 1556, 1558-1562, 1565, 1574-1576, 1581-1586, 1590, 1596, 1596A, 1599, 1600, 1605, 1606, 1608-1611, 1617, 1623A, 1666A, 2991, 3002, 3026 P

Pekkedam, Huis Diepenheim 1513, 1514, 1610 Pennink, familie 1435 Peper, erve Azelo 1500

Pieperiet, plaatsje Hengevelde 1620 Pierik, erve Hengevelde 1613 Pierik, Groot zie Groot Pierik Pierik, Klein zie Klein Pierik ten Pierken, Jan Hengelo 1641 Pinninck, familie 1515, 1529 Proosdij Deventer zie Deventer, Proosdij Proosdij Oldenzaal zie Oldenzaal, Proosdij

Putman (Cramer), familie 1532 R Raelte, schout 2979, 3010 van Raesfelt, familie 1432, 1435, 1447, 1538, 1546, 1551, 1552, 1584, 1585, 1590, 1595, 2975 etc., 3015

Rammelman, familie 1427, 1483, 1495, 1548 Randing, bodegoed Stad Delden 3002 Rannink, bodegoed Stad Delden 3002 Ranninck, Berend Stad Delden 2959 Ranninck, Jan Stad Delden 3015 van Rapswerdt, Dieffelt Stad Delden 3006

Rassche, plaatsje Oele 1522 van Reede, familie 1549, 1552, 1555, 1556, 1559, 1560, 1565, 1576, 1583, 1608, 3009, 3014 Reethof, plaatsje Deldenerbroek 1586 Reiger, Huis Deldenerbroek 1586, 1588 de Reyger (Reygers), familie 1430, 1451, 1460, 1464, 1473, 1483-1485, 1487, 1495, 1530-1531, 1583, 1586, 1588, 1595, 3004

Reyners, Adriaan Deldenerbroek 1580 Rikkerink, erve Deldenerbroek 1580 Ripperda, familie 1510, 1517, 1528, 1549, 1550, 1580, 1597, 1609, 1666A, 2960 etc. Roengoor, Woolde 1457L

Roesink, erve Deldener Es 1428 Roesink, Arend Stad Delden 3016 Roetbeke, familie 1494A Roetgerink, erve Beckum 1491 Rootgerink, erve Beckum 1491 Rotgerink, erve Deldenerbroek 1596 Rottink, erve Deldenerbroek 1579

Rouweler, erve Deldenerbroek 1590 Rouweler, erve Zeldam 1554 Rouwenhorst, Reint Woolde 1451 Ruperink, erve Deldener Es 1430 van den Rutenborg familie 1577, 1666A ’s Rijks Domeinen 1439, 1450, 1555, 1556, 1558 S zie ook Z

Saasveld, Huis Dulder 1447, 1617, 1623A Salomonson, familie 1509, 1519, 1524 Sanderman, erve Deldener Es 1434B

Sanderij, erve Deldener Es 1434B Sardink, erve Deldenerbroek 1577 Satink, erve Deldenerbroek 1577 Scheel, Cristoffer Zenderen 1570-1572, 1578, 1579, 1593, 1596, 1598

Scherphof, erve Zeldam 1569 Schildman, erve Woolde 1439 het Schilt, erve Woolde 1439 Schimmelpenn. v.d. Oye, familie 1502 Schneider, familie 1572 Schoemaker, Jan Hengelo 1633 Scholte, erve Woolde 1453 Scholten Oosterhof, erve Wiene 1537

Scholten Oosterhof, familie 1541, 1547, 1604 Schoneveld, erve Wiene 1543 Schroer, Herman Hengelo 1627 Schuilenborg, Huis Hulsen 1503 Schulten, Egbert Stad Delden 2966 Schulten, Jan Stad Delden 2962 Schulten, Willem Stad Delden 2979

Schurink, erve Hengevelde 1623A Schutte, familie 1583 Semmekrot, erve Deldenerbroek 1593 Semminkrot, erve Deldenerbroek 1593 Seppenwoolde, erve Deldenerbroek 1581 Seppenwoolde, Hendrik Deldenerbroek 1577 Siemerink, erve Deldenerbroek 1578

Singraven, Huis achterleen 1471 van Slade, Hendrik Woolde 1457A, 1582 Slade(nhuis), erve Woolde 1457A, 1582 Slaghekke, erve Bentelo 1458 Slaghekke, erve Deldenerbroek 1583A Slaghekke, familie 1484, 1485 ’t Slot, Huis Hengevelde 1610 van de Sluis, familie 1599

Sluiter, Johan Hengevelde 1611 Smedink, erve Bentelo 1479 Smeenk, erve Bentelo 1479 Smegers, Geert Hengelo 1625 Smeink, Johan Bentelo 1473 Smit, familie Stad Delden 1503, 2998, 2999, 3025 Smit, Hendrik Hengelo 1653

Smyckens, Gerdt Stad Delden 3009 Snijders, Hendrik Woolde 1457L Spekreis, erve Zeldam 1566 Spenkelink, erve Zeldam 1561 Spoolder, erve Deldenerbroek 1592 Stad Delden, zie Delden, Stad Stad Goor, zie Goor, Stad

Stegeman, erve Hengevelde 1610 Steinfort, Kommende 1491, 1494B Steinfort, leen 1539, 1541, 1543, 1549 Stichting Huis Twickel Delden 1432 Stift Weerselo zie Weerselo, Stift van Stirum, Graaf 1521 Stoevelaar, Huis Herike 1608, 1666A dat Stoever, erve Azelo 1504

Stokkentreef, erve Zeldam 1568 Stork, familie 1556, 1596A Stoveler, erve Azelo 1504 Strick, Derck Deldenerbroek 1591

Stroynck, Albert Stad Delden 3014 Stroynck, Hendrik Stad Delden 3022 Stychkate, kate Hengevelde 1623B Sueckerinck, Hendrik Stad Delden 2972

Suethof, erve Wiene 1541 Suters, erve Deldenerbroek 1595 Zvenekens, Arend Hengelo 1663 Svenekens, Marie Hengelo 1660 van Swolle, Johan Stad Delden 3032 ten Sythave, Johan Stad Delden 2993-2995 T

Tangena, familie 1447 Tankink, erve Wiene 1546 Tappenland, erve Hengevelde 1610 Thijmeijer, erve Bentelo 1472 Timmermans, Peter Hengevelde 1621, 1622 Tusschede, erve Wiene 1536

Tusveld, familie 1460 Twente, drost 1435, 1453, 1461, 1508A, 1538, 1555, 1558-1562, 1565-1568, 1578, 1579, 1585, 1591, 1593, 1598 Twente, landrentmeester 1462, 1571, 1580 Twickel, Huis Deldener Es 1432 Twickel, Huis Deldener Es 1413, 1414, 1416, 1417, 1419-1434, 1434A, 1434B, 1434C,

1434D, 1434E, 1434F, 1434G, 1434N, 1436, 1438, 1440-1447, 1449, 1452-1454, 1457, 1457C, 1457E, 1457F, 1458, 1459, 1462, 1464, 1465, 1471, 1472, 1477, 1479-1486, 1488-1491, 1495, 1496, 1498-1502, 1509, 1512-1517, 1521A, 1524, 1526, 1539, 1541, 1544-1547, 1559, 1570-1573, 1575, 1581-1586, 1590, 1594-1596, 1596A, 1599, 2960, 2975 etc., 2991, 3002, 3011, 3026, 3032F, 3032H van Twickel(o) familie 1432, 1467, 1471, 1511, 1512, 1587, 1595, 1666A, 2961, 2993, 3002

Tije, erve Bentelo 1472 ten Tije, familie 1502, 3032H U Udink, erve Woolde 1445 Uitslag, Geert Deldenerbroek 1586

Unbesched, lijftucht Woolde 1457H Usking, kate Hengevelde 1623B Uunk, erve Woolde 1445 V zie ook F Vaarhorst, erve Zeldam 1553

Vaarhorst, familie 1556 Veehof, familie 1568A in de Velde, plaatsje Azelo 1508 Veldhuis, plaatsje Azelo 1508 Veldhuis, erve Wiene 1542 Venterink, erve Woolde 1444 Venterink, zie Olink op Venterink Verbeek, familie 1562

Vicarie Delden zie Delden, Vicarie Vicarie Oldenzaal zie Oldenzaal, Vicarie Vis, katerstede Deldenerbroek 1596 Visser, familie 1483, 1531

Vluttert, erve Hengevelde 1608 Vökker, erve Oele 1518 Vokkink, erve Oele 1518 Vokkink, familie 1522

Volkerink, erve Zeldam 1562 van Voorst, familie 1545, 1600, 1613, 1614, 1621 Voortman, erve Deldener Es 1422 Vörger, erve Oele 1513 Vrielink, erve Beckum 1486 Vrylink, erve Beckum 1486 Vuelkate, erve Bentelo 1476 Vuilkate, erve Bentelo 1476

W Wagener, familie 1596A Walsem, familie 1502, 1505 Wanink, erve Deldener Es 1433 Wanink, erve Zeldam 1560

Wanink, familie 1565 Wannink, erve Bentelo 1469 van Warmeloe, mr. Jan Stad Delden 3018 van Warmeloe, Nese Stad Delden 3019 Warmertink, Berend Hengelo 1639 Warmertink, Ingelbert Hengelo 1654 Warmes, Bruis Hengelo 1631

Warmtink, Huis Deldenerbroek 1586 Warmtink, Huis Deldenerbroek 1484, 1485, 1582, 1583, 1586 van Wassenaar, familie 1432 Weddelink, familie 1544 Weemselo, Huis Albergen 1413, 1421, 1427, 1434B, 1474, 1495, 1497, 1502, 1510-1513, 1596A Weerman, familie 1434L, 1444, 1452, 1562, 3032F, 3032H

Weernink, bodegoed Wiene 1573 Weerninkhof, erve Woolde 1457A de Weerseler gaardens Stad Delden 3032G Weerselo, Stift Dulder 1439, 3032G Wegdam, plaatsje Hengevelde 1618 Wegdam, Huis Kerspel Goor 1450, 1605, 1608, 1623 Wegereef, erve Hengevelde 1609

Weggenbakke(r), Hendrik Hengelo 1655 Wegter, erve Woolde 1457G Welberg, erve Deldenerbroek 1598 ter Welberg, Roloff Stad Delden 2987-2989 Weldam, Huis Kerspel Goor 1418, 1420-1425, 1434A, 1464, 1469, 1470, 1528, 1544-1546, 1548-1550, 1550A, 1552, 1552A, 1556, 1597, 1609, 1611, 1623, 2960

Weleveld, Huis Zenderen 1429, 1430, 1500, 1570-1572, 1578, 1579, 1593, 1596, 1598 Weleveld, Vicarie Zenderen 1514 van Weleveld, familie 1427, 1452, 1462 Wender(en), erve Bentelo 1468 Wengele, lijftucht Deldener Es 1419 Wentvelde, buurschap bij Bentelo 1481B

Werenbold, erve Beckum 1494B Wessels, erve Hengevelde 1623 Wessels, Claes Hengevelde 1612 Wessels, Roleff Hengevelde 1620

Westrik, familie 1464 Weustink, erve Woolde 1454 Wevers, Herman Hengelo 1658 van Wezelle, Engele Stad Delden 3007 Wichers, Derk Deldenerbroek 1594

Wiegerink, erve Deldener Es 1429 Wiene, buurschap 1530-1552A, 1556, 1573-1576 Wiene (Weddehoen), Hof 1576 Wiene, Hof horige erven 1555, 1556, 1558-1562, 1565-1568, 1568A, 1573, 1576, 1598 Wientjes, familie 1481

Wilbert, erve Woolde 1438 Wilbertink, erve Woolde 1438 Wilderink, erve Woolde 1448 Willems, Fenne Hengelo 1643 Willems, Jenne Hengelo 1661 Wilmink, erve Azelo 1497 Wilmink, erve Bentelo 1464

Windesheim, Klooster tienden 1508A Woestink, erve Woolde 1454 Woestink, Evert Hengelo 1657 Woestink, Herman Hengelo 1656 Woestink, Hermanken Hengelo 1630 Wolberiger braak, erve Deldener Es 1425 Wolfkate, erve Beckum 1492 Woolde, buurschap 1435-1457L

Woolde, erfmarkenrichter 1666A Woolde, Hof te Woolde 1666A Wormers, erven Stad Delden 2983, 2984 Wyverkate, erve Deldener Es 1423 Z zie ook S

Zegers, familie 1535 Zegger, erve Azelo 1503 Zegger, plaatsje Oele 1529 Zeldam, buurschap 1553-1555, 1557-1572 Zeldam, erve Zeldam 1565 ten Zeldam, familie 1519, 1525 Ziethof, erve Wiene 1541

ten Ziethof, erve Zeldam 1570, 1572 tZommes, Symon Stad Delden 2985, 2986 Zuidhof, erve Wiene 1541 Zuthem, Huis achterleen 1666A

Documents

Richterambt Delden