PThU Schrijfwijzer masterthesis

  • Upload
    wdehek

  • View
    255

  • Download
    2

Embed Size (px)

Citation preview

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    1/23

    Schrijfwijzer masterthesis

    PThU locatie Utrecht/Kampen/Leiden > Amsterdam/Groningen, december 2010

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    2/23

    Schrijfwijzer masterthesis 2

    INHOUDSOPGAVE

    Inleiding 2

    1. Eisen aan de masterthesis 3

    1.1 Wetenschappelijke eisen 3

    1.2 Kwaliteitseisen 3

    2. Het schrijfproces 4

    2.1 Het kiezen van een onderwerp 4

    2.2 Afbakenen en uitwerken van het onderwerp 5

    2.3 Het zoeken van literatuur 7

    2.4 Het concept van de thesis 82.5 Het afwerken: de denitieve versie 9

    2.6 Belangrijke aandachtspunten bij het schrijven 10

    2.6.1 Het gebruik van citaten 10

    2.6.2 Literatuurverwijzingen in de tekst 11

    2.6.3 Bibliograe 12

    Bijlage 1 Regelingen inzake de masterthesis (OER: Bijlage 2) 13

    Bijlage 2 Regeling fraude en plagiaat (OER, art. 3.13) 17

    Bijlage 3 Verwijzen naar literatuur 18

    Bijlage 4 Beoordelingsformulier (voorbeeld) 22

    Bij de samenstelling van deze handleiding is dankbaar gebruik gemaakt van de

    Schrijfwijzer van het departement Godgeleerdheid van de Universiteit Utrecht,

    versie 0.9 (mei 2008).

    INLEIDING

    Deze Schrijfwijzeris geschreven voor studenten van de Protestantse Theologische

    Universiteit die werken aan hun masterthesis. In het eerste hoofdstuk worden de

    eisen verwoord die aan een masterthesis gesteld worden. Het tweede hoofdstukbeschrijft het proces dat leidt tot het schrijven en afwerken van de masterthesis

    vanaf de keuze van het onderwerp. Aan de basis van deze handleiding liggen de

    regelingen zoals beschreven in Bijlage 2 van het OER: Regelingen inzake de mas-

    terthesis. Deze regelingen zijn toegevoegd als Bijlage 1 van deze handleiding. Lees

    ze eerst als je ze nog niet kent. Bijlage 2 bevat de regeling van het OER ten aanzien

    van fraude en plagiaat. Bijlage 3 gaat over literatuurverwijzingen en bijdrage 4

    geeft een voorbeeld van een beoordelingsformulier voor de thesis.

    De PThUbegeleidingswijzer Masterthesis (Begeleidingswijzer) kun je naast dit

    document gebruiken om inzicht te krijgen omtrent studieplanning rondom de the-

    sis en de afspraken over de begeleiding door de docent(en).

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    3/23

    Schrijfwijzer masterthesis 3

    1. EISEN AAN DE THESIS

    1.1 Wetenschappelijke eisen

    Een thesis is het schriftelijk verslag van een meer of minder omvangrijk onderzoek.

    Met deze verslaglegging wordt het onderzoek afgerond en verantwoord. Vanuitdeze verbinding tussen onderzoek en verslaglegging kunnen de eisen die gelden

    voor het onderzoek ook betrokken worden op de rapportage van dit onderzoek.

    Wetenschappelijk onderzoek richt zich op het verwerven van kennis en inzicht,

    die beide aanspraak kunnen maken op intersubjectieve geldigheid. Om dit doel

    te bereiken moeten ongereecteerde intutieve opvattingen en ongereecteerde

    principile (voor)oordelen in het onderzoek zoveel mogelijk uitgesloten worden.

    Ook dient het onderzoek te voldoen aan methodische eisen. Door het onderzoeks-

    materiaal op methodische wijze te hanteren komt de onderzoeker via interpretatie

    en toetsing tot nieuwe resultaten. Deze resultaten van het onderzoek moeten

    controleerbaar zijn.Voor de verslaglegging houdt bovenstaande typering van wetenschappelijk on-

    derzoek in, dat de resultaten van het onderzoek op een controleerbare wijze wor-

    den weergegeven. In het verslag komt dit tot uitdrukking door een verantwoording

    van de gevolgde methode, een verantwoording van het gebruikte onderzoeksma-

    teriaal, literatuurverwijzingen en onderbouwing van beweringen.

    Uit bovenstaande eisen die aan onderzoek en verslaglegging gesteld worden,

    kunnen enkele elementen worden afgeleid die in elk wetenschappelijk werkstuk

    aanwezig moeten zijn:

    probleemof vraagstelling;

    verantwoording van de methode; afbakening en ordening van het materiaal;

    verslaglegging van de methodische verwerking;

    conclusie;

    evaluatie van de onderzoeksresultaten en methode;

    noten en literatuurlijst.

    1.2 Kwaliteitseisen

    Aan de masterthesis worden de volgende formele eisen gesteld:

    De thesis bevat een duidelijk geformuleerde probleemof vraagstelling.

    De thesis vormt een samenhangend geheel. Bij deze samenhang spelen de vol-

    gende factoren een rol:

    1. het materiaal is afgebakend en geordend;

    2. het materiaal is kritisch verwerkt d.m.v. vakspecieke methoden;

    3. de eigen vooronderstellingen zijn expliciet gemaakt;

    4. de thesis vertoont een inhoudelijk samenhangende structuur.

    De thesis heeft een duidelijke conclusie, die logisch voortvloeit uit de gegeven

    argumentatie en die een antwoord geeft op de gekozen probleemof vraag-

    stelling.

    In de thesis worden de geciteerde bronnen correct en op een consistente ma-nier vermeld.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    4/23

    Schrijfwijzer masterthesis 4

    Aan de thesis wordt een correcte literatuurlijst toegevoegd.

    De thesis dient een goede presentatie en uiterlijke afwerking te vertonen.

    Het taalgebruik dient duidelijk, correct en ondubbelzinnig te zijn. Indien men

    in het Nederlands schrijft dient de spelling in overeenstemming te zijn met

    die van het Groene Boekje (Taalunie, 2006) dan wel het Witte Boekje (Genoot-

    schap Onze Taal 2006). Zie ook woordenlijst.org, www.nederlandsewoorden.nl,

    www.wittespelling.nl.

    Het aantal woorden dient tussen 15.000 en 25.000 woorden te liggen exclusief

    eventuele bijlagen, dat wil zeggen gedeelten die normaal gesproken niet tot

    het bestand van de thesis behoren. In overleg met de begeleidend docent kan

    hiervan worden afgeweken (zie het OER van je opleiding).

    2. HET SCHRIJFPROCES

    Alvorens het schrijfproces begint, dient de student de stappen van de voorberei-

    dende fase te volgen (zie Begeleidingswijzer).

    Vervolgens wordt de aanvangsfase de eerste fase in het schrijven van de thesis.

    Deze fase wordt via een aantal stappen afgesloten met een onderzoeksplan wat

    samen met de begeleider wordt vastgesteld. Hierdoor wordt een beeld verkregen

    van de procedure die doorlopen moet worden om tot een resultaat te komen. Het

    maken van een onderzoeksplan dwingt enerzijds tot een zo scherp mogelijk gefor-

    muleerde onderzoeksvraag, anderzijds kan hiermee worden voorkomen dat men

    tijdens het onderzoek het zicht op het geheel verliest.

    2.1 Het kieen van een onderwerpDe eerste stap naar een onderzoeksplan is het afbakenen en in kaart brengen

    van een onderzoeksgebied. Daarbij kan het gaan om een onderwerp dat voorge-

    schreven wordt of zelf gekozen is. Bij een voorgeschreven onderwerp zal duidelijk

    moeten zijn wat precies gevraagd wordt en wat de bedoeling is van de thesis.

    Ook moeten de randvoorwaarden waaraan het onderzoek moet voldoen zo helder

    zijn, dat men tot een vraagstelling, doelstelling en strategie kan komen voor een

    onderzoeksplan. Bij een masterthesis kan de student meestal zelf het onderwerp

    bepalen. Binnen het gekozen hoofdvak wordt dan een onderwerp vastgesteld. Bij

    het maken van deze keuze dient men zich een aantal zaken te realiseren en later

    voor zover relevant in de verantwoording van de thesis (zie Begeleidingswijzer) opte nemen:

    Hoe omvangrijk is het onderwerp? Is de tijd die voor het maken van de thesis

    beschikbaar is hiervoor voldoende?

    Welke voorkennis vereist het gekozen onderwerp? Sluit het aan bij wat in de

    loop van de studie bestudeerd is of is er slechts weinig voorkennis aanwezig?

    Is er voldoende motivatie aanwezig om langere tijd met het gekozen onderwerp

    bezig te zijn?

    Is er veel of weinig literatuur over dit onderwerp?

    Maak een duidelijk onderscheid tussen een (open) vraagstelling en een probleem-stelling. Normaal begint het proces met de keuze van een thema (bijvoorbeeld

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    5/23

    Schrijfwijzer masterthesis 5

    Koninkrijk van God). Een dergelijk thema dient echter te worden omgezet in een

    goede (open) vraagstelling of liever nog in een duidelijke probleemstelling. Voor-

    beeld van een (open) vraagstelling: Welke rol speelt het Koninkrijk van God in de

    theologie van Mattes? Een dergelijke open vraagstelling kan echter leiden tot een

    steeds verder uitdijend onderzoek en daarom is een student er meestal bij gebaat

    om niet te werken met een open vraagstelling, maar eerder met een helder gede-

    nieerde probleemstelling, bijvoorbeeld: Is het Koninkrijk van God bij Mattes een

    zaak van het hiernumaals of het hiernamaals?

    De hierboven opgesomde vragen zijn heel belangrijk bij het bepalen van het on-

    derwerp, maar de keuze van een onderwerp wordt ook bepaald en gedragen door

    de interesse en/of betrokkenheid van de student voor en bij het onderwerp van de

    thesis. Er zijn verschillende manieren om het onderwerp van de thesis af te gren-

    zen. Hieronder wordt in een vijftal belangrijke stappen aangegeven, die kunnen

    helpen het onderwerp af te bakenen en tot een vraagstelling te komen.

    Stap 1: Kies je thema of onderwerp

    Beschrijf het onderwerp/thema van je thesis in je eigen woorden. Waarom vind je

    dit onderwerp zo interessant dat je er je thesis aan wilt wijden? Wat staat er in dit

    thema/onderwerp voor jou (persoonlijk, theologisch etc.) op het spel?

    Lees deze eerste tekst goed door en probeer de verschillende aspecten van

    het thema/onderwerp te onderscheiden. Dat kun je doen door bijvoorbeeld de

    verschillende sleutelbegrippen van het thema/onderwerp te onderzoeken. Maak

    een schematisch overzicht (een mindmap) van alle associaties, begrippen, be-

    tekenissen etc. die bij de sleutelbegrippen te bedenken zijn. Bedenk vanuit welke

    verschillende invalshoeken je het thema zou kunnen benaderen.

    Door dit te doen kun je je onderwerp afbakenen, omdat je in dit proces ontdekt

    waar het jou om gaat. Hier of verderop in het proces dient men zich bovendien

    op de hoogte te stellen van de status quaestionisop dit gebied: wat is de actuele

    stand van het onderzoek? Is er al veel over geschreven, en zo ja: wat? Welke la-

    cune ga jij invullen met je onderzoek?

    2.2 Afbakenen en uitwerken van het onderwerp:

    de aanvangsfase (ie Begeleidingswijzer)

    Stap 2: Bepaal het probleem en het doel van de thesis

    Aan de basis van elke thesis ligt een probleemn een doelstelling. Het denken

    over de probleemen doelstelling ligt in het verlengde van het denken over hetthema van de thesis en overlapt het vaak. Toch zal het gericht denken over de

    probleemen doelstelling van de thesis je helpen bij het verder afbakenen van je

    thesis.

    Beschrijf het probleem dat je wilt bestuderen. Begin in algemene termen. Het

    probleem kan een intutie of een spanning zijn die je hebt waargenomen: de

    spanning tussen theorien bijvoorbeeld of een spanning tussen een theorie die

    je hebt bestudeerd en een praktijk die je hebt waargenomen of het kan zijn dat

    je juist een praktijk bent tegengekomen die je wilt veranderen.

    Nadat je dit probleem zo goed mogelijk hebt beschreven, probeer je te kijken

    welke verschillende lagen en invalshoeken je binnen dit probleem kunt onder-scheiden.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    6/23

    Schrijfwijzer masterthesis 6

    Je beschrijft wat je al weet van dit probleemveld: welke ervaringen heb je op-

    gedaan die maakten dat je dit als een probleem zag? Welke literatuur ken je, en

    wat werd daarin over dit probleem gezegd? Welk onderzoek van anderen ken

    je? Wat heb je daarvan geleerd? Zie ook de opmerking hierboven over de status

    quaestionis.

    Vervolgens bezin je je op je doelstelling: Wat beoog je met de thesis te berei-

    ken? Waar wil je aan bijdragen?

    Geef je project een titel en een ondertitel, waarin je onderwerp, discipline, en

    invalshoek voorkomen, en die zo de lezer in een oogopslag een beeld geven van

    hetgeen zij of hij in de thesis kan verwachten.

    Stap 3: Formuleer de centrale probleemen vraagstelling

    Nadat je het probleem beschreven hebt, is het tijd om te denken over (het doel

    van) het onderzoek. Het probleem leidt tot de centrale vraagstelling van de thesis.

    Dit is meestal een tijdrovend proces.

    Je formuleert een voorlopige centrale vraagstelling van je thesis.

    Je maakt een lijst van alles wat je moet weten om deze vraag te kunnen beant-

    woorden, met speciale aandachtvoor de volgende vragen:

    1. Welke themas raken aan je vraagstelling?

    2. Welke disciplines raken eraan?

    3. Is het mogelijk om het probleem vanuit een andere invalshoek te bena-

    deren?

    4. Welke implicaties heeft zon andere invalshoek voor je vraagstelling en

    datgene wat je wilt weten? Probeer zo precies mogelijk te zijn.

    (Her)formuleer dan zo nodig de centrale vraagstelling van je thesis. Hierbij moet

    je erop letten dat:

    de begrippen helder en ondubbelzinnig geformuleerd zijn;

    de begrippen onderzoekbaar zijn;

    in de vraagstelling is aangegeven welke relaties tussen de begrippen onder-

    zocht worden.

    Stap 4: Kies je methoden om je vraag te beantwoorden

    Methode verwijst hier naar de weg om de centrale vraagstelling en de subvragen

    van je onderzoek te kunnen beantwoorden. Ga je de vraag beantwoorden door

    een literatuuronderzoek? Door middel van kwalitatief onderzoek of kwantitatievemethodes? etc.

    Kijk opnieuw naar je centrale vraagstelling en formuleer de deelvragen waar-

    langs je de centrale vraag gaat beantwoorden. Bij de gestelde deelvragen moet

    het volgende zo goed mogelijk worden aangegeven:

    1. Hoe wil men deze beantwoorden?

    2. Welke gegevens zijn er nodig?

    3. Welke literatuur kan eventueel gebruikt worden?

    4. Hoeveel tijd schat men nodig te hebben voor het onderzoek van en het

    schriftelijke rapporteren over de verschillende deelvragen? Houd, speci-

    aal bij empirisch onderzoek, rekening met voorbereidingstijd voor bijvoor-beeld het zoeken van respondenten.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    7/23

    Schrijfwijzer masterthesis 7

    Beschrijf de methoden die je wilt gebruiken om je vragen te beantwoorden.

    Maak een voorlopige hoofdstukindeling op grond van de geformuleerde deelvra-

    gen maar houd er wel rekening mee dat zowel de formulering van de vraag-

    stelling als die van de deelvragen in de loop van het onderzoek nog kunnen

    worden bijgesteld.

    Keer terug naar de voorlopige titel en ondertitel van je thesis en herformuleer

    deze als dit noodzakelijk blijkt.

    Stap 5: Maak een (voorlopig) tijdschema

    Week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

    Onderzoeksplan gemaakt tijdens de laatste literatuurmodule voor de masterthesis

    Deelvraag 1

    Deelvraag 2

    Deelvraag 3

    Deelvraag 4

    Denitieveversie

    Schema voor een thesis van 13 weken. Paars: streeftijd. Oranje: maximale uitlooptijd

    Op basis van de vraagstelling, de deelvraagstellingen en de voorlopige hoofdstu-

    kindeling kun je niet alleen een tijdschema maken maar ook een globaal onder-

    zoeksplan, waarin je bedenkt / beslist wat je eerst gaat doen, welke literatuur je

    gaat bestuderen, welk hoofdstuk je eerst gaat schrijven, etc. Maak een tijdsplan-

    ning niet te krap, en plan ook het onvoorziene in. Houd dus rekening met tegenslag,onvoorziene wendingen in je onderzoek, technische pech en in de vakantietijd met

    afwezigheid van je begeleider, etc.

    2.3 Het oeken van literatuur

    In alle fasen van het onderzoek zoekt men literatuur. Voor een snelle orintatie op

    een bepaald begrip is het handig om een (theologische) encyclopedie of een an-

    der naslagwerk te raadplegen. Gebruik het woord encyclopedia/encyclopedie als

    zoeksleutel in de online catalogus van de PThU (pica.pthu.nl) en je vindt de naslag-

    werken die de bibliotheek in huis heeft. Ook Wikipedia kan informatie opleveren

    (www.wikipedia.nl). NB: deze informatie kan alleen ter orintatie dienen, maar mag

    niet ongecontroleerd geciteerd worden in een thesis.

    Een andere veelgebruikte methode in de orinteringsfase is de sneeuwbal-

    methode: via n of meer willekeurige publicaties over het onderwerp verzamelt

    men literatuur en gebruikt deze weer om verdere gegevens op het spoor te komen.

    Voor uitgebreider literatuuronderzoek gebruikt men vooral de elektronische

    catalogi van de bibliotheek. Denk daarbij niet alleen aan de catalogus van het

    boekenbestand van de eigen bibliotheek, maar raadpleeg ook de elektronische

    databases waar de bibliotheek een abonnement op heeft. Ieder vakgebied heeft

    ook vrij toegankelijke bibliograen. Veel (elektronische) theologische of voor de

    theologie relevante tijdschriften zijn via het intranet van de universiteit toeganke-

    lijk. Raadpleeg verder je docent(e) bij het zoeken naar en selecteren van literatuur.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    8/23

    Schrijfwijzer masterthesis 8

    2.4 Het concept van de thesis: De Uitvoeringsfase (ie Begeleidingswijzer)

    Tijdens het afbakenen van het onderwerp, het formuleren van de centrale vraag-

    stelling en de deelvragen is een eerste opbouw van de thesis ontstaan. Die opbouw

    is uitgewerkt in een hoofdstukindeling. Vervolgens wordt deze indeling aange-

    kleed met tekst het schrijven gaat beginnen. In deze fase is het van belang om

    zich vooral op de inhoud van de tekst te concentreren. Het bijschaven van de tekst,

    het preciezer formuleren, het taalgebruik, de spelling etc. komen in een volgende

    ronde van het schrijfproces aan de orde.

    Tijdens dit eerste schrijven kunnen nieuwe vragen opkomen. Men ontdekt door

    het zwart op wit zetten van de gedachten nieuwe verbanden, die tot dan slechts

    fragmentarisch aanwezig waren. Deze kunnen zo waardevol zijn, dat ze alsnog

    moeten worden opgenomen in het concept. Soms leidt dit tot een wijziging van het

    oorspronkelijke bouwplan.

    Het denitieve bouwplan van het concept moet een heldere en logische opbouw

    vertonen. Vaste onderdelen van deze opbouw vormen de inleiding, het eigenlijkebetoog inclusief de verwijzingen naar literatuur en de conclusies.

    In de inleidingworden zo scherp en concreet mogelijk de vraagstelling/probleem-

    stelling en de daarmee samenhangende deelvragen geformuleerd. Ook wordt hier

    de doelstelling van de thesis aangegeven. Verder kan in de inleiding kort op de

    keuze van het onderwerp van de thesis worden ingegaan. De lezer krijgt hierdoor

    de kans om de thesis beter te situeren. Van belang is verder om uiteen te zetten

    welke methode voor het onderzoek werd toegepast en wat hiervan het gevolg is

    voor de opbouw van de thesis. Soms kan het noodzakelijk zijn om de gevolgde me-

    thode later in het betoog nader uit te werken. Dit zal met name het geval zijn wan-

    neer specieke methoden voor bijvoorbeeld empirisch onderzoek, gebruikt zijn.

    In het centrale gedeeltevan de thesis volgt het verslag van het onderzoek. Het

    is raadzaam om een langere tekst, bijvoorbeeld een hoofdstuk, met behulp van

    steekwoorden eerst in grote lijnen op papier te zetten. Een dergelijk schema van

    trefwoorden biedt je veel houvast bij het schrijven van het hoofdstuk, vooral als je

    ook al bedenkt hoe de samenhang is tussen de verschillende steekwoorden: hoe

    zou je zelf hun volgorde beargumenteren? Velen hebben de neiging te lang stil te

    staan bij de eerste zin. Ze willen bijvoorbeeld die eerste zin al direct perfect op

    papier krijgen, terwijl dit meer thuis hoort in een latere fase van het schrijfpro-

    ces. Als je de grote lijn niet goed in je hoofd hebt, bestaat bovendien de kans datje te lang over details uitweidt. Wacht nooit op inspiratie, maar begin gewoon te

    schrijven. Maak je nog niet bezorgd over de juiste, precieze formulering, taalge-

    bruik, leestekens en spelling. Voor de leesbaarheid is het van belang onderdelen

    op elkaar aan te laten sluiten. Dit doe je onder meer door aan het eind van een

    hoofdstuk of paragraaf aan te geven wat volgt en waarom je daarop ingaat. Ook

    kun je bij het begin van een nieuw onderdeel even terugblikken.

    Het hoofddeel van de thesis wordt afgesloten met de conclusies. In dit onderdeel

    worden de resultaten van het onderzoek en de daarbij getrokken conclusies ver-

    bonden met de vragen, die in de inleiding werden gesteld. Ook wordt in een terug-

    blik een evaluatie van de gebruikte methode gegeven en worden eventuele vragenvoor nader onderzoek aangeduid.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    9/23

    Schrijfwijzer masterthesis 9

    2.5 De Slotfase: de denitieve versie

    De eerste versie is (bijna) altijd een conceptversie. Daarna volgt de fase van het

    herschrijven en herordenen van het geschrevene. Het herschrijven van de tekst

    kan men het beste beschouwen als een tweede ronde. Dat betekent dat het beter

    is om door te schrijven en niet te blijven hangen in het bijschaven van de indivi-

    duele hoofdstukken voordat men verder gaat. Vaak blijkt pas wanneer het hele be-

    toog in een eerste keer is afgemaakt op welke wijze de eerder geschreven hoofd-

    stukken moeten worden herschreven of opnieuw geordend. Bij het herschrijven en

    afwerken zijn er een aantal aandachtspunten: er moet worden gekeken naar de

    inhoud, de presentatie van het geheel en de uiterlijke afwerking.

    De inhoud

    Ten aanzien van de inhoud dient er op gelet te worden of het betoog volledig en

    relevant genoeg is, waarbij men vragen kan stellen als: zijn bepaalde passages

    overbodig of worden er juist omissies geconstateerd? Kunnen bepaalde zinnen

    verkeerd gelezen of misverstaan worden? Is de argumentatie helder en logisch?

    Zijn de overgangen tussen de verschillende alineas logisch, of zitten er gedachte-

    sprongen in? Komen de gekozen begrippen overeen met wat ik duidelijk wil maken?

    De presentatie

    Ten aanzien van de presentatie dient vooral gelet te worden op de structuur van

    de thesis en het taalgebruik. De innerlijke structuur die op grond van de inhoud is

    gekozen, moet ook zichtbaar worden in de uiterlijke structuur. Een goede uiterlijke

    structuur geeft inzicht in de samenhang en de opbouw van het geheel en draagt

    bij aan het verstaan van het betoog.

    Door een indeling in hoofdstukken (hoofdvragen) en een onderverdeling in pa-ragrafen (kernantwoorden op deze hoofdvragen) en eventueel subparagrafen te

    maken wordt de grote lijn van de thesis zichtbaar. Voor de verdere structurering

    worden alineas gebruikt en eventueel een regel wit om een aantal samenhangen-

    de alineas te onderscheiden. Deze indeling kan op verschillende manieren zicht-

    baar gemaakt worden. Veel gebruikt wordt tegenwoordig de decimale indeling. De

    kopjes kunnen daarbij typograsch worden aangepast. Bijvoorbeeld:

    1 TITEL VAN HET HOOFDSTUK (kapitaal)

    1.1 TITEL VAN DE PARAGRAAF (klein kapitaal)

    1.1.1 Titel van de subparagraaf (cursief)1.2 TITEL VAN DE PARAGRAAF (klein kapitaal)

    1.2.1 Titel van de subparagraaf (cursief)

    1.2.2 Titel van de subparagraaf (cursief)

    1.3 TITEL VAN DE PARAGRAAF (klein kapitaal)

    2 TITEL VAN HET HOOFDSTUK (kapitaal)

    2.1 TITEL VAN DE PARAGRAAF (klein kapitaal)

    De alineas moeten niet te kort, maar ook niet te lang zijn. In het eerste geval

    ontstaat een zeer onrustig tekstbeeld, in het tweede is er weinig inzicht in de

    opbouw aanwezig. Een vuistregel is, dat een nieuwe alinea gebruikt wordt bij hetbeschrijven van een nieuw aspect. Wanneer een nieuwe zin over hetzelfde gaat als

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    10/23

    Schrijfwijzer masterthesis 10

    de vorige of daarvan een nadere uitwerking is, wordt in het algemeen geen nieuwe

    alinea begonnen. Met andere woorden, een alinea is een gedachteeenheid. Het

    begin van een nieuwe alinea kan worden aangegeven door de tekst enigszins te

    laten inspringen. Bij een alinea aan het begin van een hoofdstuk of paragraaf wordt

    meestal niet ingesprongen. Let op dat er een goede balans is in de omvang van

    de verschillende hoofdstukken en paragrafen. De omvang kan uiteenlopen, maar

    niet teveel. Voeg dan iets samen of splits een te groot hoofdstuk of paragraaf in

    logische onderdelen.

    Een tweede aspect waar men bij de presentatie op moet letten, is het taalgebruik

    en de stijl. Een goed taalgebruik en een goede stijl verhogen de leesbaarheid van

    een thesis. De tekst dient helder te zijn en de formuleringen moeten precies en

    scherp genoeg zijn, zodat misverstanden te voorkomen kunnen worden. Moeilijk

    te volgen gedachtesprongen in het betoog moeten worden vermeden. Voldoende

    afwisseling in de zinsbouw en een taalgebruik dat niet te formeel maar ook niet te

    informeel is, dragen bij aan de aantrekkelijkheid van een thesis. Vanzelfsprekenddient men te letten op de correctheid van het taalgebruik. Worden de woorden

    correct en consequent gebruikt? Zijn de leestekens (punt, komma, puntkomma,

    dubbele punt, aanhalingstekens, gedachtestreep) op de juiste manier geplaatst?

    Vaak probeert men om op een creatieve manier inclusieve taal (taal die verwijst

    naar mannen en vrouwen) te gebruiken. Verschillende mogelijkheden staan daar-

    bij ter beschikking. Men kan bijvoorbeeld in plaats van hij spreken over hij of zij,

    meervoudsvormen toepassen of hij en zij afwisselend gebruiken. Inclusieve taal

    kan ook bereikt worden door het gebruik van men of een lijdende vorm. En ten-

    slotte biedt de manier van formuleren van zinnen mogelijkheden voor een inclusief

    taalgebruik.

    2.6 Belangrijke aandachtspunten bij het schrijven

    2.6.1 Het gebruik van citaten

    In het algemeen worden de opvattingen van andere auteurs weergegeven door

    deze samen te vatten of te parafraseren (met eigen woorden weergeven). Als een

    stuk tekst letterlijk wordt overgenomen, dan spreekt men van een citaat. Aan

    het einde van een citaat neem je altijd een literatuurverwijzing op, bijvoorbeeld

    een voetnootnummer (in superscript) dat verwijst naar een voetnoot onderaan de

    bladzijde. Een lang citaat kun je beter in een apart blok opnemen, gekenmerkt als

    citaat door bijvoorbeeld in te springen en een iets kleiner lettertype te gebruiken,

    of door de tekst van het citaat cursief weer te geven. Een korter citaat wordt ge-

    markeerd door aan het begin en het einde van het citaat dubbele aanhalingstekens

    te gebruiken:

    Th. Vriezen zei: Dit idee kwam misschien ook bij andere volken voor.43 Inmiddels

    weten we .

    Wordt in het citaat nog weer een andere auteur letterlijk aangehaald, dan komt dit

    tweede citaat tussen enkele aanhalingstekens ( ):

    Berkhof betoogde: Zijn uitspraak Buiten de kerk geen heil riep misverstanden

    op.12

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    11/23

    Schrijfwijzer masterthesis 11

    Bij voorkeur citeer je het originele werk. Je citeert Kant dus niet uit een bespreking

    van Kant in een boek van Beauchamp. Als dat echt niet mogelijk is, dan moet ver-

    meld worden waar het citaat gevonden werd. Geef citaten ook zo veel mogelijk in

    de oorspronkelijke taal weer en geef er zo nodig een vertaling bij. Het nauwkeurig

    omgaan met citaten vereist ook dat men deze overneemt in de oorspronkelijke

    spelling inclusief onderstrepingen, cursiveringen etc. Letterlijk citeren betekent

    dat je fouten in de tekst ook zult moeten overnemen. Geef dit dan aan door [sic]

    achter de fout te zetten (sicis Latijn voor zo, in de zin van: zo staat het echt in

    de tekst):

    De Telegraaf schreef toen: De misdadiger bekend [sic], maar accepteert geen

    straf.

    In principe wordt een citaat opgenomen zoals het in het origineel wordt aangetrof-

    fen. Soms heeft men echter maar een deel nodig of moet het citaat aangepast

    worden aan het eigen betoog. Als iets wordt weggelaten kan dit worden aangege-

    ven door drie punten tussen vierkante haken te zetten. Dus: []. Wanneer men zelf

    bepaalde woorden of passages van een citaat extra nadruk geeft door bijvoorbeeld

    onderstrepen of cursiveren, moet dit tussen haken met de eigen initialen vermeld

    worden, bijvoorbeeld:

    De krant schreef: Elvis Presley, die in 1935 geboren werd [], is nog steeds po-

    pulair.

    Th.C. Vriezen zei: Dit idee kwam misschienook bij andere volken voor.43(cursi-

    vering PM).

    In de masterthesis teksten van anderen citeren, bewerken of verwerken zonder

    naar de herkomst te verwijzen is ten strengste verboden en heeft ernstige conse-

    quenties. Dit geldt ook voor het gebruik van ongepubliceerde teksten. Zie hiervoor

    verder de Regeling Fraude en Plagiaat in Artikel 3.13 van het OER Predikantsmas-

    ter (overgenomen in Bijlage 2 bij deze handleiding). In geval van twijfel raadpleeg

    je de begeleidende docent.

    2.6.2 Literatuurverwijzingen in de tekst

    Het doel van literatuurverwijzingen is de resultaten van wetenschappelijk onder-

    zoek en de weg waarlangs deze resultaten verkregen zijn controleerbaar te maken.

    Literatuurverwijzingen worden daarom in elk geval geplaatst bij citaten en parafra-

    ses en wanneer men een opvatting aan een auteur ontleent. Verder wordt litera-

    tuur vermeld wanneer dit voor de controleerbaarheid van het betoog noodzakelijk

    is. Zie Bijlage 3 voor de verschillende manieren van verwijzen.

    2.6.3 Bibliograe

    In de bibliograe aan het einde van de thesis worden alle geciteerde werken met

    de volledige gegevens via een alfabetische ordening van de achternamen van de

    auteurs vermeld. Bij het ontbreken van een auteur wordt het eerste hoofdwoord

    van de titel gebruikt voor de alfabetische ordening. Bij omvangrijke werken wordt

    de bibliograe vaak inhoudelijk onderverdeeld, maar bij een masterthesis zal dit inhet algemeen niet nodig zijn.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    12/23

    Schrijfwijzer masterthesis 12

    Saenvattend: de onderdelen van een thesis

    1. Omslag

    2. Titelblad: titel + ondertitel thesis, auteur van de thesis, het vakgebied van de

    thesis, de aanduiding Protestantse Theologische Universiteit Locatie (Kam-

    pen, Leiden, Utrecht), de datum en het jaartal, de naam van de begeleidende

    docent of docente.

    3. Woord vooraf: biedt de mogelijkheid om iets te zeggen over de omstandighe-

    den waarin de thesis tot stand gekomen is, en om mensen te bedanken die een

    rol gespeeld hebben bij de totstandkoming van de thesis (optioneel)

    4. Inhoudsopgave

    5. Inleiding

    6. Betoog: de verschillende hoofdstukken van de thesis

    7. Conclusies

    8. Evaluatie van de onderzoeksresultaten en de gevolgde methode

    9. Nawoord (optioneel)

    10. Bijlagen (optioneel)

    11. Literatuurlijst/bibliograe

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    13/23

    Schrijfwijzer masterthesis 13

    BIJLAGE 1: REGELINGEN INzAKE DE mASTERTHESIS

    (uit: OER Predikantsaster/Verdiepingsaster 2010/11, bijlage 2)

    Ovang van de asterthesis

    Voor het behalen van het masterexamen dient een masterthesis te worden ver-

    vaardigd. De omvang van de werkzaamheden bedraagt 15 ECTS.

    Het aantal woorden van de masterthesis bedraagt 15.000 25.000 woorden,

    exclusief eventuele bijlagen, dat wil zeggen gedeelten die normaal gesproken niet

    tot het bestand van de thesis behoren. De begeleidende docent kan toestemming

    geven voor een grotere of kleinere omvang (= aantal woorden) van de masterthe-

    sis met het oog op de aard van het onderzoek.

    TaalDe masterthesis wordt geschreven in het Nederlands, Engels of Duits. In overleg

    kan de thesis ook in een andere taal geschreven worden.

    Begeleiding en verantwoordelijkheid

    Het vervaardigen van de masterthesis vindt plaats onder de verantwoordelijkheid

    van een docent, die tevens de begeleider is. Hiernaast dient de student, in overleg

    met de begeleider, een beoordelaar te zoeken, die deskundig is op het terrein van

    de thesis of op een speciek deelgebied hieruit en die tot taak heeft in de aan-

    vangsfase van het thesistraject de opzet goed te keuren en aan het eind de mas-

    terthesis te beoordelen en deel te nemen aan de thesisbespreking.Als het onderwerp er om vraagt, kan een tweede begeleider/beoordelaar bij het

    thesisproject betrokken worden. Richtlijnen voor student en docent over planning

    en begeleiding staan in de regeling begeleiding Masterthesis PThU. En richtlijnen

    voor het schrijven van de thesis staan in de scriptiehandleiding PThU. Beide zijn te

    vinden op Intraboard Student en Intraboard Staf.

    Opet asterthesis en afspraken et betrekking tot de begeleiding

    Er worden duidelijke afspraken gemaakt over de opzet van de masterthesisen over

    de begeleiding. De procedure hiervoor is als volgt:

    1. OrintatiefaseRuim vr de werkelijke start van de werkzaamheden dient de student met de be-

    geleider n of meerdere orinterende gesprekken te houden over de keuze voor

    het onderwerp en de haalbaarheid van haar/zijn plannen.

    2. Opzet masterthesis

    De opzet masterthesis dient te worden goedgekeurd door de begeleider en de be-

    oordelaar en bevat de volgende elementen:

    omschrijving van het onderwerp, de probleemstelling en vraagstelling van de the-

    sis, het doel en de relevantie van het onderwerp en de methode;

    1. globale aanduiding van het te verwachten resultaat van de thesis;

    2. voorlopige indeling van de hoofdstukken;

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    14/23

    Schrijfwijzer masterthesis 14

    3. planning van de werkzaamheden die tenminste de volgende onderdelen bevat:

    streefdata voor de verschillende onderdelen/hoofdstukken van de thesis

    een streefdatum voor afronding van de thesis

    frequentie van begeleidingsgesprekken;

    4. literatuurlijst

    3.Frequentie begeleidingsafspraken

    In het thesistraject heeft de student recht op minimaal 3 en maximaal 6 gesprek-

    ken met de begeleider.

    4. Richtlijnen voor de uitwerking

    De begeleider verschaft heldere instructies aangaande de stijl en de algemene

    opzet van de masterthesis, in overeenstemming met het terrein van onderzoek.

    5. Bemiddeling bij geschillen

    Indien er tijdens de begeleiding problemen ontstaan tussen de betrokkenen, kan

    de student om bemiddeling vragen bij de leerstoelhouder van de betreffende leer-

    stoelgroep. Indien het een geschil met deze hoogleraar betreft, kan de student

    zich wenden tot de voorzitter van de examencommissie en als de klacht de voor-

    zitter betreft, wordt een ander lid van de examencommissie als bemiddelaar aan-

    gewezen.

    Voor geschillen aangaande de becijfering kan de student gebruik maken van de

    reglementair gebruikelijke beroepsprocedure.

    Eindteren en beoordeling asterthesis

    Eindtermen

    Na afronding van de masterthesis (15 ECTS) is de student in staat zelfstandig een

    wetenschappelijke verhandeling te schrijven, die gebaseerd is op door hem/haar

    verricht bronnen, empirisch en/of literatuuronderzoek naar een zelf gekozen pro-

    bleemstelling.

    Aandachtspunten voor de beoordeling

    De volgende aandachtspunten worden bij de beoordeling van de thesis in acht

    genomen.

    1.Algemeen

    de masterthesis heeft qua methode, inhoud en presentatie voldoende weten-

    schappelijk consistent, coherent, congruent en kritisch niveau. In de beoorde-

    ling wordt tevens gelet op de onafhankelijkheid van werken en het niveau en de

    moeilijkheidsgraad van het onderzoek.

    2. Probleemstelling en vraagstelling

    een helder geformuleerde en afgebakende onderzoeksopzet;

    de probleemstelling geeft duidelijk aan waar in het gekozen onderzoeksveld

    problemen liggen en geeft mogelijk tevens aan hoe de problemen eerder we-

    tenschappelijk zijn onderzocht;

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    15/23

    Schrijfwijzer masterthesis 15

    de vraagstelling van de thesis (in een volzin) is gesitueerd in de probleemstel-

    ling van het gekozen onderzoeksveld en biedt een mogelijke uitweg;

    methode en doel passen bij de vraagstelling;

    de onderzoeksresultaten zijn in de conclusies adequaat verwerkt;

    de stand van het onderzoek en de weergave van posities op het veld van onder-

    zoek is goed en gericht op de vraagstelling;

    de vraag is aan het slot van de thesis met passende argumenten beantwoord;

    de werkwijze en methodische verantwoording daarvan staan expliciet vermeld;

    bronnen/literatuur zijn op zorgvuldige en correcte wijze gebruikt;

    de annotatie is accuraat en correct, passend bij de normen van de (sub)disci-

    pline;

    eventueel: aantoonbare integratie van empirisch of bronnenmateriaal en theo-

    retisch materiaal;

    de bestudeerde literatuur is relevant voor de probleemstelling en vraagstelling.

    3. Relevantie

    probleemstelling en vraagstelling zijn relevant binnen het vakgebied

    de draagwijdte van de conclusies van het onderzoek is aangegeven

    de bijdrage van het onderzoek aan de ontwikkeling van de protestantse theolo-

    giebeoefening is aangegeven.

    4. Zelfstandigheid

    er is zelfstandig en onafhankelijk gewerkt

    een beargumenteerde eigen visie is aanwezig in de thesis

    er is blijk gegeven van het op constructieve wijze kunnen hanteren van com-

    mentaar op concepten van (gedeelten van) de thesis

    de probleemstelling, de vraagstelling, de inhoudelijke argumentatie en reectie

    en de inhoudelijke beantwoording van de vraagstelling geven blijk van oor-

    spronkelijkheid

    5. Vorm

    de thesis is verzorgd vormgegeven

    het betoog is logisch opgebouwd

    de omvang van de thesis is ca. 15.00025.000 woorden voor 15 ECTS, hiervan

    kan in overleg worden afgeweken

    6. Formulering

    het taalgebruik is correct

    de betoogtrant is helder

    eenduidigheid in en juist gebruik van termen

    op de juiste wijze vermelding van bronnen

    7. Planning

    afspraken m.b.t. het aanleveren van conceptgedeelten en bespreking daarvan

    zijn nagekomen

    de thesis is binnen de geplande termijn afgerond

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    16/23

    Schrijfwijzer masterthesis 16

    Beoordeling thesis

    Nadat de thesis als voldoende is gekwaliceerd door de begeleider wordt de thesis

    ter beoordeling voorgelegd aan de beoordelende docent. De beoordelaar kan aan-

    wijzingen geven ter verbetering van het geheel.

    De begeleidende docent en de beoordelende docent geven binnen 10 werkdagen

    commentaar op het ingeleverde materiaal.

    Voor de vermenigvuldiging van de masterthesis is toestemming nodig van de be-

    geleidende docent en de beoordelende docent. Indien tussen de docenten geen

    eenstemmigheid blijkt te bestaan over de goedkeuring van de thesis, wordt deze

    zaak door hen, onder bijvoeging van een kopie van het manuscript en hun schrif-

    telijke standpuntbepaling in dezen, voorgelegd aan de EC. De commissie besluit

    vervolgens, of de gevraagde toestemming kan worden verleend.

    De begeleider en beoordelaar stellen onafhankelijk van elkaar voorafgaand aan de

    thesisbespreking een cijfer vast voor de eindversie van de thesis. Omdat de the-

    sisbespreking deel uitmaakt van de beoordeling van de thesis, wordt het eindcijfer

    vastgesteld in een beraad van de docenten na de thesisbespreking.

    Een eventuele extra begeleider/beoordelaar heeft volledig deel aan de beoordeling

    en becijfering.

    Indienen en publieke bespreking van de asterthesis

    Na de denitieve goedkeuring van de masterthesis vraagt de student het examen

    aan bij de medewerker onderwijsadministratie. Voor het aanvragen van het exa-

    men en het protocol van de publieke bespreking is alle informatie te vinden op

    Intraboard Student.

    Elke masterthesis zal worden genoemd in het jaarverslag van de PThU.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    17/23

    Schrijfwijzer masterthesis 17

    BIJLAGE 2: REGELING FRAUDE EN PLAGIAAT

    (uit OER Predikantsaster 2010/11, art. 3.13/

    OER Verdiepingsaster 2010/11, art. 3.12)

    Artikel 3.13 fraude en plagiaat

    1 Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten van een

    student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden

    geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.

    2a Wanneer de examinator fraude of plagiaat constateert of op redelijke gronden

    vermoedt:

    deelt hij dit schriftelijk mee aan de student;

    stelt hij de student in de gelegenheid schriftelijk daarop te reageren; stuurt hij daarna de schriftelijke stukken en bevindingen naar de examen-

    commissie.

    2b De EC stelt de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord.

    3 De EC stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de examinandus

    schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in het vierde lid

    mee, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het CBE.

    4 Fraude en plagiaat wordt door de EC als volgt bestraft:

    4a In ieder geval ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of tentamen;

    berisping die aangetekend wordt in het dossier van de student.

    4b En eventueel, afhankelijk van aard en omvang van de fraude of plagiaat en

    afhankelijk van de studiefase van de student, n of meer van de volgende

    sancties:

    verwijderen uit de cursus;

    het gedurende twaalf maanden niet meer in aanmerking komen voor een

    voldoende beoordeling van het examenonderdeel;

    uitsluiting van deelname aan toetsen die behoren bij het betreffende exa-menonderdeel voor het lopende academisch jaar, dan wel voor een periode

    van 12 maanden;

    volledige uitsluiting van deelname aan alle toetsen voor een periode van

    12 maanden.

    4c Indien de student reeds eerder een berisping heeft ontvangen:

    volledige uitsluiting van deelname aan alle toetsen voor een periode van 12

    maanden en het advies de opleiding te verlaten.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    18/23

    Schrijfwijzer masterthesis 18

    BIJLAGE 3: VERWIJzEN NAAR LITERATUUR

    De herkomst van voor de masterthesis gebruikt materiaal en aangehaalde litera-

    tuur dient verantwoord te worden. Dit doe je met behulp van een bibliograe aanhet einde van de thesis en met behulp van (voet)noten of literatuurverwijzingen

    tussen haken in de hoofdtekst.

    Het is van groot belang om heel consequent te kiezen voor n verwijssysteem.

    Maak je keuze voor een bepaald verwijssysteem altijd in overleg met je begelei-

    der. Duidelijke overzichten van verschillende verwijssystemen zijn te vinden op:

    www.docstyles.com en op www.liu.edu/CWIS/CWP/library/workshop/citation.htm.

    Een heel handig, eenvoudig overzicht voor de bekendste stijlen is te vinden op:

    www.bedfordstmartins.com/online/citex.html. We geven eerst twee bekende voor-

    beelden van verwijssystemen.

    HarvardAPAstijl

    Deze stijl neemt in de hoofdtekst weinig ruimte in, doordat je verwijst in de tekst

    zelf via naam, jaartal en paginanummer(s). In de tekst neem je tussen haken de

    verwijzing op. Als je in een studie over het metaforisch karakter van de taal wilt

    verwijzen naar het voorbeeld discussie is oorlog, zoals uitgewerkt door George

    Lakoff en Mark Johnson in hun boek uit 1980, dan schrijf je bijvoorbeeld:

    Een goed voorbeeld is: discussie is oorlog (Lakoff & Johnson 1980, 4). Een ander

    voorbeeld

    In de bibliograe (literatuurlijst) achterin je thesis geef je vervolgens de complete

    verwijzing:

    Lakoff & Johnson 1980 G. Lakoff & M. Johnson, Metaphors We Live By,

    Chicago/London: University of Chicago Press, 1980.

    Wanneer meerdere publicaties van een auteur uit hetzelfde jaar worden vermeld,

    onderscheid je deze door achter het jaartal van verschijnen een letter uit het al-

    fabet te plaatsen, bijv. 1979a, 1979b, 1979c. Dit systeem gebruik je zowel in de

    bibliograe als in de tekst of in eventuele voetnoten.

    MLAstijl

    Een andere mogelijkheid is die van verwijzing via verkorte titel in een voetnoot. Deeerste maal dat je een boek of artikel citeert geef je in een voetnoot de complete

    titel. In de volgende gevallen verkort je de titel. In bovengenoemd voorbeeld zou

    dat dan worden:

    Lakoff & Johnson, Metaphors, p. 4.

    Je noemt de volledige titel dus zowel in de eerste voetnoot waarin de titel voorkomt

    als in de bibliograe.

    Zoals gezegd kies je voor een van deze twee systemen of een ander verwijssys-

    teem in overleg met je begeleider. Hieronder wordt het in de theologie gebruike-

    lijke systeem van verwijzen naar boeken, artikelen, enz. beschreven. Je mag er

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    19/23

    Schrijfwijzer masterthesis 19

    in overleg met je begeleider voor kiezen van dit systeem af te wijken. Toch zijn er

    enkele regels waar je niet van kunt afwijken. Je moet er in ieder geval voor zorgen

    dat de titel waaronder een citaat is terug te vinden via een bibliotheekcatalogus

    cursief gedrukt staat: een boektitel wordt dus cursief gedrukt in een voetnoot,

    maar in een citaat uit een artikel uit bijvoorbeeld het tijdschrift Kerk en Theologie

    wordt de titel van het tijdschrift schuin gedrukt en de titel van het artikel in ge-

    woon schrift en tussen aanhalingstekens geplaatst. Bijvoorbeeld als verkorte titel

    in de voetnoot:

    De Kruijf, Een eeuw eschatologie, p. 279.

    In de bibliograe komt dan de complete titel als volgt te staan:

    G.G. de Kruijf, Een eeuw eschatologie, Kerk en Theologie50 (1999), pp. 278292.

    In de bibliograe aan het einde van je masterthesis alfabetiseer je alle titels op deachternamen van de auteurs. De Kruijf plaats je uiteraard onder de K.

    Titelbeschrijving voor de bibliograe

    Voor elk soort publicatie (artikel, boek, internetpagina, etc.) gelden specieke re-

    gels voor de opname in een bibliograe. Hieronder de belangrijkste verschillen.

    Boek

    Voorletters of voornaam + achternaam van de auteur, Titel van het boek, Plaats

    van uitgifte: eventueel Uitgever, jaartal. Eventueel indicatie van de druk of editie

    met behulp van superscript.

    R. Sneller, Het Woord is schrift geworden: Derrida en de negatieve theologie, Kam-

    pen: Kok/Agora, 1998.

    S. Schwertner, Internationales Abkrzungsverzeichnis fr Theologie und Grenzge-

    biete, Berlin 19922.

    Mogelijke afkorting na de eerste, volledige vermelding in een voetnoot:

    Sneller, Het Woord is schrift geworden, p. 12.

    Schwertner, Internationales Abkrzungsverzeichnis, pp. 26

    28.

    Artikel in een tijdschrift

    Voorletters of voornaam + achternaam van de auteur, Titel van het artikel, Titel

    van het tijdschrift+ nummer (jaargang), pp. (gevolgd door paginanummers).

    Martha Frederiks, Hermeneutics from an Interreligious Perspective?, Exchange

    34 (2005), pp. 102110.

    Mogelijke afkorting na de eerste, volledige vermelding in een voetnoot:

    Frederiks, Hermeneutics, p. 104.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    20/23

    Schrijfwijzer masterthesis 20

    Artikel in een bundel

    Voorletters of voornaam + achternaam van de auteur, Titel van de bijdrage, in:

    Naam redacteur(en), gevolgd door red. (of bij een Engelstalige titel ed./eds), Titel

    van de bundel, Plaats van uitgifte: eventueel Uitgever, jaartal, pp. (gevolgd door

    bladzijdennummers). Eventueel indicatie van de druk of editie.

    B. Becking, Setuma and Petucha in Jeremiah 30:31, in: M.C.A. Korpel & J.M. Oesch

    (eds), Studies in Scriptural Unit Division(Pericope, 3), Assen 2002, pp. 145.

    Martin van Bruinessen, Ahmad, Sanusi bin Abdurrahim of Sukabumi, Encyclopae-

    dia of Islam, Third Edition, Part 2, Leiden: Brill, 2007, pp. 8385.

    Mogelijke afkorting na de eerste, volledige vermelding in een voetnoot:

    Becking, Setuma and Petucha, pp. 35.

    Van Bruinessen, Ahmad, p. 85.

    Artikel in een encyclopedie of groot woordenboek

    Hiernaar verwijs je op gelijke wijze als naar een artikel in een bundel:

    D.F. Watson, Michael (Angel), in: D.N. Freedman et al.(eds), The Anchor Bible

    Dictionary, vol. 4, New York etc.: Doubleday, 1992, p. 811.

    Mogelijke afkorting na de eerste, volledige vermelding in een voetnoot:

    Watson, Michael, p. 811.

    Internetpaginas

    Verwijzingen naar internetpaginas zijn lastiger. Zorg ervoor dat het adres van de

    pagina niet afbreekt en voor een deel op een nieuwe regel belandt. Geef tussen

    haken de datum aan waarop je de pagina hebt geraadpleegd. Vermeld verder zo

    mogelijk de auteur en de titel van het stuk.

    I. Bloch, Kafka and the Bible,

    http://www.hagshama.org.il/en/resources/view.asp?id=1694 (d.d. 17 juli 2008).

    P. Sanders, So May God Do To Me, Biblica85 (2004), pp. 9198,

    http://www.bsw.org/?l=71851&a=Ani02.html (d.d. 15 juni 2010).

    Te gebruiken afkortingen

    p. pagina

    pp. paginas

    red. redacteur(en)

    ed. editor

    eds editors

    vol. volume (bij Engelstalige literatuur)

    et al. et alii (Latijn: en anderen)

    trans. translated by

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    21/23

    Schrijfwijzer masterthesis 21

    Als werk vertaald is, kan men dat als volgt aangeven:

    W.R. Ward, Kirchengeschichte Grobrittanniens vom 17. bis 20. Jahrhundert

    (Kirchengeschichte in Einzeldarstellungen, 7, 3. Neuzeit), trans. S. Westermann,

    Leipzig 2008.

    Als geen jaar en of plaats van uitgave wordt vermeld wordt dit aangegeven met

    respectievelijk z.j. (zonder jaar) en z.p. (zonder plaats).

    M. Zohary, Het plantenrijk van het land van de Bijbel, Zwolle z.j.

    Voor afkortingen van tijdschriften etc. gebruik je: S. Schwertner, IATG. Interna-

    tionales Abkrzungsverzeichnis fr Theologie und Grenzgebiete, Berlin 19922, of: S.

    Schwertner, Theologische Realenzyklopdie. Abkrzungsverzeichnis, Berlin 19942

    (hierin is het eerst vermelde boek van Schwertner volledig opgenomen).

    Bij het vermelden van ongepubliceerde bronnen zijn de volgende gegevens nodig:

    archiefbewaarplaats, archieffonds, inventarisnummer, aanduiding van het betref-

    fende stuk, datum en/of folioof bladzijdenummer:

    Rijksarchief in Overijssel (RAO), Archief Ridderschap en Steden (Statenarchief),

    inv. nr. 3676, Stukken betreffende de verdeling van marken, 18001810.

    Algemeen Rijksarchief (ARA), Archief Raad van State, inv. nr. 1527, Commissie

    voor Symon Kohout van Lichtenfelt, Commissieboeken 16411649, f. 221r.

    Archiefbewaarplaatsen worden vaak afgekort weergegeven. Enkele afkortingen

    van archiefbewaarplaatsen zijn: ARA = Algemeen Rijksarchief; RA Overijssel of

    RAO = Rijksarchief in Overijssel; GA Kampen = Gemeentearchief Kampen etc.

    Als er geen inventarisnummer aanwezig is, wordt zo mogelijk het doosof plank-

    nummer vermeld.

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    22/23

    Schrijfwijzer masterthesis 22

    BIJLAGE 4: BEOORDELINGSFORmULIER (VOORBEELD)

    Waardeer op een schaal van 1 (onvoldoende) tot 5 (zeer goed).

    1. Vraagstellinghelder geformuleerd 1 2 3 4 5

    zinnig afgebakend 1 2 3 4 5

    voldoende complex 1 2 3 4 5

    wetenschappelijk / maatschappelijk relevant 1 2 3 4 5

    voldoende uitgewerkt 1 2 3 4 5

    2. Betoog

    helder 1 2 3 4 5

    goed gestructureerd 1 2 3 4 5

    overtuigend 1 2 3 4 5

    3. Literatuur

    voldoende van omvang 1 2 3 4 5

    uitgangspunt in recente literatuur / naslagwerken 1 2 3 4 5

    inzicht in status quaestionis 1 2 3 4 5

    4. Bronnen

    relevant origineel bronmateriaal gevonden 1 2 3 4 5

    in voldoende mate gebruikt 1 2 3 4 5

    5. Conclusie

    helder geformuleerd 1 2 3 4 5

    logisch voortvloeiend uit betoog 1 2 3 4 5overtuigend 1 2 3 4 5

    6. Stijl en afwerking

    spelling 1 2 3 4 5

    persoonlijke stijl 1 2 3 4 5

    annotatie 1 2 3 4 5

    algemene verzorging 1 2 3 4 5

    7. Werkhouding

    zelfstandigheid 1 2 3 4 5

    originaliteit 1 2 3 4 5

    leerbaarheid 1 2 3 4 5

    kritische habitus 1 2 3 4 5

    Eindcijfer

    Opmerkingen:

  • 7/25/2019 PThU Schrijfwijzer masterthesis

    23/23