2
Programmalijn ZonMw stimuleert intercultureel vakmanschap Door Margo van den Berg en Denice Moi Thuk Shung Diverse onderzoeken tonen aan dat de interculturele competenties van hulpverleners lang niet altijd toereikend zijn. Hulpverleners zijn zich vaak onvoldoende bewust van hun eigen culturele achtergrond en die van hun clie¨nten. Ze hebben ook onvoldoende kennis over andere culturen. Dat maakt het moeilijk om de zorg af te stemmen op de denk- en leefwereldvanclie¨nten. Migrantenjeugd en -ouders hebben daardoor minder toegang tot de zorg en ze ontvangen niet altijd passende zorg. Binnen het ZonMw-programma Diversiteit in het Jeugdbeleid is daarom gekozen voor een specifieke programmalijn: Intercultureel Vakmanschap. Een van de doelstellingen van de pro- grammalijn Intercultureel Vakman- schap is het samen met koepelorgani- saties, beroepsverenigingen, migran- tenorganisaties, ouders en jongeren starten van een proces om op gestruc- tureerde wijze de interculturele com- petenties van beroepskrachten, reeds werkzaam of in opleiding, te verster- ken. Het gaat om het cree ¨ren van sen- sitiviteit voor en kennis over diversiteit voor iedereen die betrokken is bij de zorg voor een gezin – zowel de hulp- verlener als de receptionist en de ma- nager. De programmalijn wil ook wezenlijke effectiviteitsvragen beantwoorden als: waarom werkt de ene methode wel voor de ene doelgroep en niet of minder voor de andere? Dat heeft te maken met het vakmanschap van de beroepskracht en met de werkzame elementen in de ge- bruikte methodes. Het is bijvoorbeeld belangrijk om eerst een goede vertrou- wensrelatie op te bouwen voordat je de ‘echte’ problemen gaat bespreken. Het verbeteren van interculturele competenties vraagt binnen de gehele sector om een omslag in denken en doen. Dat is nog een hele kluif. Binnen de programmalijn lopen sinds novem- ber 2010 zeven projecten. Ze worden uitgevoerd door de koepelorganisaties MBO Raad en HBO-Raad, de beroeps- verenigingen Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Nederlands Vereni- ging van Pedagogen en Onderwijskun- digen (NVO) en Nederlandse Vereni- ging voor Kindergeneeskunde (NVK) en de Academische Werkplaatsen Diversi- teit in het Jeugdbeleid in Amsterdam, Rotterdam en Noord-Brabant. JeugdenCo | | Kennis 03 | 2011 48 ZonMw, het Kenniscentrum van het Neder- lands Jeugdinstituut, het Nederlands Cen- trum Jeugdgezondheid, het RIVM en TNO werken samen binnen het Kennisprogram- ma Jeugd van het ministerie van VWS, om beroepskrachten in de zorg voor jeugd te voorzien van kennis over richtlijnen, instru- menten en interventies.

Programmalijn ZonMw stimuleert intercultureel vakmanschap

Embed Size (px)

Citation preview

Programmalijn ZonMw stimuleertintercultureel vakmanschap

Door Margo van den Berg en Denice Moi Thuk Shung

Diverse onderzoeken tonen aan dat deinterculturele competenties vanhulpverleners lang niet altijdtoereikend zijn. Hulpverleners zijn zichvaak onvoldoende bewust van huneigen culturele achtergrond en die vanhun clienten. Ze hebben ookonvoldoende kennis over andereculturen. Dat maakt het moeilijk om dezorg af te stemmen op de denk- enleefwereld van clienten.Migrantenjeugd en -ouders hebbendaardoor minder toegang tot de zorg enze ontvangen niet altijd passende zorg.Binnen het ZonMw-programmaDiversiteit in het Jeugdbeleid is daaromgekozen voor een specifiekeprogrammalijn: IntercultureelVakmanschap.

Een van de doelstellingen van de pro-grammalijn Intercultureel Vakman-schap is het samen met koepelorgani-saties, beroepsverenigingen, migran-tenorganisaties, ouders en jongerenstarten van een proces om op gestruc-tureerde wijze de interculturele com-petenties van beroepskrachten, reedswerkzaam of in opleiding, te verster-ken. Het gaat om het creeren van sen-sitiviteit voor en kennis over diversiteit

voor iedereen die betrokken is bij dezorg voor een gezin – zowel de hulp-verlener als de receptionist en de ma-nager.

De programmalijn wil ook wezenlijkeeffectiviteitsvragen beantwoorden als:waarom werkt de ene methode wel voorde ene doelgroep en niet of minder voorde andere? Dat heeft te maken met hetvakmanschap van de beroepskracht enmet de werkzame elementen in de ge-bruikte methodes. Het is bijvoorbeeldbelangrijk om eerst een goede vertrou-wensrelatie op te bouwen voordat je de‘echte’ problemen gaat bespreken.

Het verbeteren van interculturelecompetenties vraagt binnen de gehelesector om een omslag in denken endoen. Dat is nog een hele kluif. Binnende programmalijn lopen sinds novem-ber 2010 zeven projecten. Ze wordenuitgevoerd door de koepelorganisatiesMBO Raad en HBO-Raad, de beroeps-verenigingen Nederlands Instituut vanPsychologen (NIP), Nederlands Vereni-ging van Pedagogen en Onderwijskun-digen (NVO) en Nederlandse Vereni-ging voor Kindergeneeskunde (NVK) ende Academische Werkplaatsen Diversi-teit in het Jeugdbeleid in Amsterdam,Rotterdam en Noord-Brabant.

Jeug

denC

o|

|Ke

nnis

03|

2011

48

ZonMw, het Kenniscentrum van het Neder-

lands Jeugdinstituut, het Nederlands Cen-

trum Jeugdgezondheid, het RIVM en TNO

werken samen binnen het Kennisprogram-

ma Jeugd van het ministerie van VWS, om

beroepskrachten in de zorg voor jeugd te

voorzien van kennis over richtlijnen, instru-

menten en interventies.

De projecten werken aan:. visieontwikkeling omtrent diversi-

teit;. verankering van de interculturele

competenties in bestaande curriculaen registratie-eisen;

. het stimuleren dat interculturelecompetenties, vakkennis op het ge-bied van interventies en ervaringenvanuit goede voorbeelden wordenopgenomen in relevante opleidingen;

. het stimuleren dat diversiteitsaspec-ten worden opgenomen in het oplei-dingsbeleid van de brancheorganisa-ties.

Zo werken bijvoorbeeld beroepskrach-ten in het Leernetwerk DWARS-linksamen aan de vorming en verspreidingvan kennis over intercultureel vakman-schap door trainingen voor mentorendie werken in en rond het jeugdbeleidin Rotterdam. En voor de mbo-oplei-dingen die zich richten op jeugdhulp-verlening wordt een servicedocumentontwikkeld over de kennis, houding envaardigheden die een student nodigheeft om op een adequate manier tekunnen communiceren en effectief tekunnen werken met klanten met eenandere culturele achtergrond. Het isbijvoorbeeld belangrijk dat studentenbekend zijn met hun eigen cultuur enovertuigingen en dat ze worden aange-moedigd om kennis te verwerven overbasiswaarden in het wereldbeeld en deperspectieven van verschillende mi-grantengroepen. In het project van deNVK wordt gewerkt aan het in kaartbrengen van knelpunten in de inter-culturele communicatie op de polikli-nieken kindergeneeskunde. Dit wordtgedaan door video-opnames te makenvan consulten door arts-assistenten en

deze opnames te analyseren en te be-spreken.

Om te zorgen voor samenhang en on-derlinge afstemming zijn deze zevenprojecten verenigd in de projectgroepIntercultureel Vakmanschap. De pro-jectgroepleden ontmoeten elkaar opbijeenkomsten, hebben onderling con-tact en delen ervaringen op LinkedIn.

Voorzitter Heleen Jumelet van deprojectgroep: ‘Professionals in directcontact met ouders en jeugdigen moe-ten altijd kunnen aansluiten bij hunleefwereld. Dat is een basisvoorwaardevoor het succes van de hulpverlening.’De projectgroep zet zich daarvoor in.

Een speerpunt is verder een verbete-ring van de na- en bijscholing gerichtop interculturele competenties. Jume-let: ‘Doel van de programmalijn Inter-cultureel Vakmanschap is om professi-onaliteit op maat te versterken. Ditmoet leiden tot een gedegen basis voorhet verwerven van interculturele com-petenties bij initiele opleidingen en inbij- en nascholing. Het ideaalbeeld isdat uiteindelijk mensen in alle lagen –zowel de managers als de professionalsop de werkvloer – rondom een clientintercultureel deskundiger worden.Hierdoor zijn ze in staat hulp te biedendie beklijft, die aansluit bij de moge-lijkheden van mensen. Ze zijn in staatbruggen te slaan.’

Voor meer informatie over het ZonMw-

programma Diversiteit in het Jeugdbeleid en

de programmalijn Intercultureel Vakman-

schap: www.zonmw.nl/diversiteitjeugd.

Jeug

denC

o|

|Ke

nnis

03|

2011

49

Programmalijn ZonMw stimuleert intercultureel vakmanschap