Upload
guest1c9bb0
View
6.836
Download
6
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Motorische ontwikkeling van een kleuter per locomotie
Citation preview
KleuterperiodeMotorische ontwikkeling: Locomotie
Ontwikkeling van het kind, 2007-2008, HF1, blok 1J.W. BakkerM.J.Kok
In dit college
Fundamentele vaardigheden: locomotie
Ontwikkeling tussen verschillende locomotorische fundamentele vaardigheden
Ontwikkeling binnen een locomotorische vaardigheid
Lesgeven aan kleuters: locomotie Model van Newell/ dynamische opvatting
Fundamentele vaardigheden
Huis e
n sp
eelp
laats
Sch
ool e
n LO
S
port
Fundamentele vaardigheden
Locomotie (hfst 6, life span motor development)
…………………………………………………..
Ballistische vaardigheden (hfst 7)
……………………………………………………...
Manipulatieve vaardigheden (hfst 8)
…………………………………………………………..
Fundamentele vaardigheden binnen locomotie
k h l t r g s
Welke doet zich het eerst voor?
Welke locomotorische fundamentele vaardigheden?
Locomotie?
Lees: wel stappen, niet stappen, wel stappen
Meest voorkomende ontwikkelingsvolgorde?
kruipen huppelen lopen ‘tijgeren’ rennen gallopperen (voorw, zijw) hinkelen springen (diep, hoog, ver)
Verandering
‘Persoons factoren’ model van Newell
(o.a. gewicht, kracht, balans, coordinatie)
Kleuters en locomotie
Kruipen (Creeping) Huppelen (Skipping) Lopen (Gaan/Walking) Tijgeren’ (Crawling) Rennen (Lopen/Running) Gallopperen (voorw/galopping, zijw
Sliding) Hinkelen ( Hopping) Springen (Jumping) (diep, hoog, ver)
Wat kunnen kleuters wanneer?•minimaal/volwassen
Wat kunnen kleuters wanneer?
vaardigheid beheersing minimale vorm beheersing volwassen vorm
volgens B. Netelenbos
volgens M. Haywood & N. Getchell
volgens B. Netelenbos
volgens M. Haywood & N. Getchell
lopen 10-12 mnd Niet voor mnd 7 3 jaar 4 jaar
rennen 18-20 mnd Vanaf 4 jaar Niet te zeggen, sommige volwassenen rennen niet volwassen
vertesprong Vanaf 4,5 jaar
hinkelen Vanaf 3 jaar Vanaf 3 jaar 5 jaar
galopperen huppelen
Vanaf 6 4-7
Ontwikkeling tussen verschillende vaardigheden: springen
Diepspringen
2 jaar
3,5 jaar
Eerst opspringen dan verspringen
Waarom?
Minimaal Volwassen
Ontwikkeling tussen verschillende vaardigheden; voorwaartse/zijwaartse galop of huppel?
Hoe is deze ontwikkelingsvolgorde te verklaren met verandering in ‘persoonsfactoren’ (model van Newell)?
De volgende twee arrangementen zijn opgesteld:
Arrangement nummer 1: Arrangement nummer 2:
Eén van deze twee arrangementen is makkelijker dan het andere.LET OP! Ga er voor het beantwoorden van de onderstaande vraag vanuit dat beide arrangementen even hoog zijn (1 bank hoog).
Vraag Vergelijk de bewegingsrichting van het steunspringen die vereist is in de twee verschillende arrangementen. Welk arrangement is qua coördinatie en oriëntatie makkelijker uitvoerbaar voor de kleuters? Beargumenteer je antwoord
Voorbeeld tentamenvraagsteunspringen: hurkwendsprong
Fasen volgens Wickstrom (1977)
Ontwikkeling binnen en fundamentele vaardigheid:
Minimale vorm (‘early’)
Volwassen vorm (‘proficient’)
Sportvorm
Studieopdracht
Lees hoofdtsuk 6 uit Life span motordevolpmentVul voor de hieronder genoemde fundamentele vaardigheden het invulschem in, zoals in de oefenopdracht Walking Running Jumping Hopping Galloping,Sliding,Skipping
Oefen je observatievaardigheid, voor wat betreft het bepalen van de minimale en volwassen vormen van locomotie m.b.v. de filmpjes op de CD ROM
Ontwikkeling binnen fundamentele vaardigheid
Doelstelling
Van de fundamentele vaardigheden behorende bij decategorie locomotie kun je onderstaande facettenomschrijven en toelichten:
Algemene bewegingskarakeristieken Kenmerken van de minimale (‘early’) vorm Kenmerken van de volwassen (‘proficient’) vorm Ontwikkelingskarakteristieken Invloed van TPC-factoren (‘Constraints’) Doorbraak factoren (‘rate controllers’)
Minimale vorm rennen
(‘early running’)
Ontwikkeling binnen fundamentele vaardigheid
Invullen oefenopdracht!
Ontwikkeling binnen fundamentele vaardigheid
Volwassen vorm rennen
(‘proficient running’)
Invullen oefenopdracht!
Fundamentele vaardigheid: rennen
Kenmerken minimale vorm (‘early’)
Kenmerken volwassen vorm (‘proficient’)
Doorbraak factoren (‘rate controllers’ op het gebied van ‘persoon’) voor ontwikkeling van minimaal naar een meer volwassen vorm
Kracht balans coordinatie?
Fundamentele vaardigheid: rennenFundamentele vaardigheid: rennen
Algemene bewegingskarakteristieken 50 % fase verschil tussen benen (afwisselende activiteit) Zweeffase (waarin geen van de voeten op de grond is)
Ontwikkelingskarakeristieken +/- 6 of 7 maanden nadat kinderen kunnen lopen zijn ze in staat om dit te doen met een zweeffase (=rennen). Deze zweeffase is op dit moment nog minimaal.
Leeftijd 1,5-10 jaar: Zowel product (snelheid, duur vluchtfase) en proces (techniek) verbeteren gedurende de groei door verbetering in coördinatie, balans en kracht.
Tijdens de tienertijd: verfijnen van de bewegingsuitvoering. Niet iedereen bereikt een volwassen vorm van bewegen.
Invloed TPC factoren (‘constraints’) Taak: Doel van de taak: in hoeverre is het maken van snelheid belangrijk? Bv.
halen van de trein, eerder bij de bal zijn dan de tegenstander. …Persoon Balans Coördinatie Kracht Gewicht Motivatie …..Context Vloeroppervlak Schoeisel Ruimte om te bewegen Aanmoediging van andere personen ….
Lesgeven aan kleutersModel van Newell (hfst 1 Life span motor development)
‘Constraints’ ‘bepalende factoren’ TPC factoren
‘Rate controller(s)’ doorbraak factoren
‘Individual constraints’
Persoon
Context‘environmental constraints’
Taak‘ task constraints’
Ontwikkeling
Lesgeven aan kleuters
Verschillende vormen van locomotie veelzijdig en vaak terug laten komen in de les.
Observeer de kwaliteit van de uitvoering van deze verschillende vormen van locomotie.
Deze vaardigheden ‘spelenderwijs’ uitlokken via goed gestelde opdrachten (taak) en arrangementen (context) Het juiste ritme tempo aangeven Muziek …
Kijk uit voor overbelasting bij het diepspringen.
A-symmetrisch bewegingen als hinken en galop ook tweezijdig oefenen.
Doelstellingen •je kent het fasemodel van Wickstrom
•je kent de begrippen ‘fundamentele vaardigheden’ en ‘locomotie’
•je weet welke fundamentele vaardigheden behoren tot de categorie ‘locomotie’.
•Van deze fundamentele vaardigheden kun je onderstaande facetten omschrijven en toelichten:
•Algemene bewegingskarakeristieken
•Ontwikkelingskarakteristieken
•Invloed van TPC-factoren (‘Constraints’)
•Kenmerken van de minimale (‘early’) vorm
•Kenmerken van de volwassen (‘proficient’) vorm
•Doorbraak factoren (‘rate controllers’)
•Je kunt de ontwikkelingsvolgorde van deze fundamentele vaardigheden die zich over het algemeen voordoet beschrijven en toelichten met behulp van de begrippen TPC-factoren (‘constraints’) en doorbraakfactoren (‘rate controllers’)
•Je kunt beargumenteren waarom uitvoering van zowel een minimale als een volwassen vorm van een vaardigheid functionele bewegingsoplossingen kúnnen zijn.
Studiemateriaal
Studiemateriaal: Collegesheets Life span motor development, Hfst 6 CD ROM Life Span motor development
(locomotie)