View
212
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
PRAKTISCH VERTAALD
Moeten we blijven lezen?
Is het lezen van wetenschappelijke literatuur over het
vakgebied nuttig voor de uitoefening van de praktijk
van de psychologie? De lezers van deze rubriek, zo mag
men aannemen, denken van wel. En is het goed voor de
ontwikkeling van de wetenschap als de kennis uit de
praktijk in de literatuur verschijnt? Ga er maar vanuit
dat de auteurs die in dit blad schrijven het met die stelling
eens zijn. Maar is dat ook werkelijk zo? De redacteuren
van het tijdschrift Applied Psychology vroegen Gary
Latham om zijn opinie over deze stellingen te staven, en
op dit artikel gaf een vijftal bekende psychologen com-
mentaar. Latham toont aan dat voor zijn nieuw en baan-
brekend werk in de arbeidspsychologie telkens de
gehanteerde wetenschappelijke grondslag uit de litera-
tuur de basis voor het succes vormde.1 Omgekeerd vorm-
den de consistente bevindingen uit de praktische
arbeidspsychologische toepassingen de basis voor verfij-
ningen van de wetenschappelijke kennis.
De redactie vroeg onder andere commentaar aan de
Amsterdamse hoogleraar Pieter Drenth, bekend door
zijn boek De Psychologische Test (1966), maar ook gere-
nommeerd als arbeids- en organisatiepsycholoog, als
methodoloog en diagnosticus, en niet in het minst als
bestuurder van lastige organisaties.2 Hij onderschrijft
de voorgaande stellingen, maar legt het accent een beetje
anders: De principes gaan boven de techniek, het
algemene komt voor het specifieke en de theorie gaat
aan de toepassingen vooraf. In alle gevallen, de prakti-
sche en de wetenschappelijke, gaat het Drenth om zowel
de waarheid als om het nut, en die kunnen nooit als
opponenten worden gezien.
Die waarheid is oud. In 1949 werd de Boulder Confe-
rence gehouden, onder meer over de vraag hoe de Ameri-
kaanse univeRSIteiten belangstellingmoesten wekken voor
een wetenschappelijke carriere onder de miljoenen oud-
militairen die na het einde van de TweedeWereldoorlog zo
snel mogelijk een univeRSItaire titel en een baan wilden
hebben, en bepaald niet uitkeken naar een langdurige
wetenschappelijke opleiding. Het model van de scientist-
practitioner werd het resultaat: oefen een beroep uit gedu-
rende een paar dagen per week en studeer over je beroep
aan de univeRSIteit. Het werd een zeer succesvol pro-
gramma, dat zowel de beroepsuitoefening als de weten-
schappelijke ontwikkeling een enorme vooruitgang heeft
bezorgd, met name in de klinische psychologie.3
1 Latham GP (2001) The reciprocal transfer of learning from jour-nals to practice. Applied psychology 50: 201-2112 Drenth PDJ (2001) Verity or applicability?Applied psychology 50:212-2213 Zie Hayes SC ea (2000) The scientist practitioner: research andaccountability in the age of managed care. Boston: Allyn and Bacon
Psychopraxis (2001) 03:184
DOI 10.1007/BF03071957
13