20
E-MAGAZINE VOOR DE TOTALE GGZ JANUARI 2015 Aanbieders Cliënten Gemeenten De GGZ in 2015: naderende ramp of nieuwe kansen?

Magazine januari

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Uw magazine voor de ggz www.ggztotaal.nl

Citation preview

Page 1: Magazine januari

E-M

AGAZ

INE

VOOR

DE

TOTA

LE G

GZ

JAN

UARI

201

5

Aanbieders

CliëntenGemeenten

De GGZ in 2015: naderende ramp of nieuwe kansen?

Page 2: Magazine januari

INHOUDSOPGAVE

3. De GGZ in 2015: naderende ramp of nieuwe kansen?

4-8.De veranderingen in de GGZ door de ogen van

aanbieders Willem Gotink

9-12.De veranderingen in de GGZ door de ogen van

cliënten Sigrid Starremans

13-17.De veranderingen in de GGZ door de ogen van

gemeenten Jeannet Appelo

18.De veranderingen in de GGZ 20 jaar geleden in de pers

Januari 2015

������������������� �������������������������������������

������� ��

����������������

� ��������������� � �� ����������� �� ����� ��

INHO

UD

Page 3: Magazine januari

Niet eerder kwamen we bij het schrijven van artikelen zoveel hobbels op ons pad tegen. Het kostte opvallend veel moeite om mensen te vinden die hun mening wilde vertellen over alles wat er staat te gebeuren. Terwijl die meningen op de sociale media toch onbekommerd rondgaan. Maar wellicht is een echt gesprek lastiger dan 140 tekens. Doorgaans vallen we de lezer niet lastig met iets wat immers ons probleem is, maar in dit geval zegt het veel over wat er speelt. Allereerst de gemeenten: verscheidene ambtenaren wilden graag meewerken, maar wel in januari. Het was nu te druk en menig ambtenaar had een collega die overspannen thuis zat. Het zijn blijkbaar hectische maanden geweest, daar op die gemeentehuizen. Enkele vrijgevestigde psychologen wilden niet meewerken, zelfs niet anoniem, omdat ze bang waren dat het de onderhandelingen met hun gemeente zou schaden. Een zorgwekkend teken, ook al ontkennen de gemeenten dat er sprake is geweest van enige druk. Cliënten tenslotte, waren zo in het ongewisse over wat er komen gaat, dat ze vooral angstig voor de toekomst waren. In tijden van onduidelijkheid is het lastig een visie te vormen. Natuurlijk konden we de veranderingen die op het ogenblik plaatsvinden in de GGZ niet ongemerkt voorbij laten gaan. We hadden er zelfs voor gekozen een themanummer te maken: er verandert zo veel, dat één artikel volstrekt onvoldoende is. Voor wie het afgelopen jaar verstoken is geweest van enige nieuwsbron: de jeugdzorg gaat naar de gemeenten, het aantal bedden gaat omlaag, de regels voor het PGB veranderen. En voor wie daar niet wakker van ligt, liggen er ook nog wat losse eindjes van de vorige jaarwisseling die afronding behoeven, zoals de basis- en de gespecialiseerde GGZ, de eerdere transities naar de gemeenten en de kwestie van het hoofdbehandelaarschap. De drie hoofdartikelen geven een beeld van de visie van de drie hoofdrolspelers in deze omwentelingen: de aanbieders, de cliënten en de gemeenten. Waarbij het opvallend is dat de geluiden minder negatief zijn dan die in de afgelopen maanden in de landelijke pers. De gemeenten lijken positief en goed voorbereid, de aanbieders die wij spraken zien startproblemen maar vooral mogelijkheden. Dat veel cliënten daar anders tegenaan kijken, is niet zo verwonderlijk. Als je na een aantal psychoses een fragiel evenwicht hebt opgebouwd, met een goedwerkende constructie van hulpverleners en mantelzorgers, maak je je zorgen. Dan denk je niet: “Er zullen wat startproblemen zijn, maar uiteindelijk gaan we er op vooruit.” Die startproblemen betekenen namelijk een angstige kans op terugval, met alle gevolgen van dien. Geen prettig vooruitzicht. Voor wie op zoek is naar feitelijke informatie over de GGZ in 2015: dat is te vinden in ons achtergrondartikel: “Alles wat je altijd wilde weten over de GGZ in 2015, maar nooit dorst te vragen.”Voor wie nostalgisch aan die goede oude tijd denkt: de kranten van twintig jaar geleden lijken, anders dan nu, wat meer over de inhoud van de GGZ te gaan en wat minder over de organisatie en de financiën. Maar ook in januari 1995 sprak de Jeugdzorg al over de noodzaak van een grondige reorganisatie.

De GGZ in 2015: naderende ramp of nieuwe kansen?

3- GGZTotaal

Page 4: Magazine januari

Aanbieders

Page 5: Magazine januari

5- GGZTotaal

ARTI

KEL

Yael Meijer, psychotherapeut met een eigen praktijk én werkzaam voor twee instellingen: “De beeldvorming was dat de gemeentes laag gingen inkopen. Daardoor schoot iedereen in een kramp. Mijn angst is dat de hulpverlening meer achteruitgaat door die kramp dan door de feitelijke bezuiniging. Iedereen is met zijn eigen toekomst bezig. In mijn ervaring is de beeldvorming niet terecht gebleken. Bij de drie gemeenten waar ik bij betrokken was, is de houding me enorm meegevallen. Eén instelling is zelfs gegroeid. En hoewel er vooral aanbodgericht werd ingekocht, kwam één gemeente ook met de vraag om een aanbod te ontwikkelen voor een specifiek probleem in die gemeente. Zelf dorst ik het niet aan om een zelfstandige praktijk te voeren met maar één opdrachtgever, in mijn geval Amsterdam. Dat is voor een zelfstandige een te groot risico. Als ik nu zie hoe Amsterdam het heeft gedaan, had ik het misschien wel kunnen doen.Natuurlijk gaat de transitie gepaard met bezuinigingen, de opdracht is dat de specialistische GGZ moet krimpen. De gemeenten voeren dat uit en dat gaat vooral ten koste van de grote instellingen.”

Aanbieders

Gemeenten

“De transities passen wel bij mijn visie”Jacobine Geel, voorzitster van GGZ Nederland, ruim een jaar geleden: “Er staan 13.000 arbeidsplaatsen in de GGZ op de tocht, bijna 20% van de totale 70.000. Een banenverlies van deze omvang brengt de continuïteit van zorg in gevaar”. Sinds deze uitspraak in december 2013 zijn we opgeschrikt door, of misschien wel gewend geraakt aan, ontslagen bij GGZ Drenthe (250); Arkin (300); GGZ Friesland (120); Rivierduinen (‘honderden’) en nog een aantal anderen. De vraag is of ’13.000 banen op de tocht’ hetzelfde betekent als ‘het verlies van 13.000 banen’. Het getal mag sowieso wel wat genuanceerd. Veel ontslagen zullen vallen in de overhead, veel personeel vindt een andere baan op een andere plek in de GGZ. Maar dat er minder zorg geleverd gaat worden in de GGZ, zoveel is duidelijk. Al lijken de grotere instellingen meer klappen te krijgen dan de kleine.

De veranderingen in de GGZ door de ogen van aanbieders - Willem Gotink

Page 6: Magazine januari

6- GGZTotaal

Cliënten “Ik maak me zorgen dat het nu allemaal te snel en te onzorgvuldig gaat.”

Joost Walraven, circuitmanager

Ook Ina Punt, zelfstandig GZ-psycholoog én kinder- en jeugdpsycholoog, is gematigd positief. “Op dit moment is het hectisch, alle dossiers moeten worden afgerond voor de verzekering en aangemeld voor de gemeenten. Dat is behoorlijk wat werk. Maar ik ben nooit tegenstander geweest van deze transities. Ik ben destijds weggegaan bij een grote instelling. Daar liep ik tegen veel bureaucratie aan door de grootschaligheid van de instelling en er viel moeilijk in te spelen op wat er plaatselijk nodig was. Met de gemeentes als gesprekspartner kan dat makkelijker. In die zin past de jeugdtransitie wel bij mijn eigen visie op de zorg.”

Niet dat het allemaal probleemloos verloopt. De vergoedingen zijn behoorlijk verminderd. Ina Punt: “Voor mij, met nog een paar jaar te werken en een praktijk aan huis, is daar wel overheen te komen. Psychologen die net beginnen en een ruimte moeten huren, hebben het veel zwaarder.” Ook Ina Punt klaagt niet over de gemeentes waar zij mee te maken heeft. “Alle aanbieders uit 2014 hebben een contract voor 2015. Dat zal in de loop van de tijd waarschijnlijk wel veranderen. Maar we wisten in september al waar we aan toe waren. En de gemeentes hebben zich terdege in de problematiek verdiept, ik had niet met ambtenaren te maken die nergens van af wisten.”

Bas Wijffels, beleidswerker bij het NIP, is kritischer. “Op papier is het allemaal goed geregeld, maar de gemeenten zijn niet goed voorbereid en stellen in sommige gevallen rare eisen. Bijvoorbeeld de eis dat 5% van de werknemers onder de ‘social return’ moeten vallen. Bij een eenpitter is dat natuurlijk onmogelijk. Of de eis dat het jaarverslag in januari aangeleverd moet zijn. En uiteraard speelt de kwestie van het aanleveren van privacygevoelige gegevens. Dat laatste is best een heikel punt. Mensen die daar iets over zeiden weten achteraf vaak niet of ze niet zijn ingekocht omdat ze daar kritische vragen over stelden, of om een andere reden. Voor aanbieders die met meerdere gemeenten te maken, is de administratieve rompslomp gigantisch. Elke gemeente heeft een andere werkwijze en andere voorwaarden. Sommige aanbieders zijn 20 uur per week kwijt met de aanbestedingen.

Page 7: Magazine januari

7- GGZTotaal

Psychiatrische Aandoening.(EPA) bij Dimence: “Het aantal ontslagen bij Dimence valt mee, we hebben een organisatie die financieel gezond is. Dat is een kwestie van goed anticiperen, maar het gaat hier wel vóórtdurend over geld. Natuurlijk moest er beweging komen in de GGZ en helaas moet de GGZ daar vaak ook toe gedwongen worden, maar het gaat nu allemaal te snel en te onzorgvuldig. Daar maak ik me wel zorgen over. Neem de ROM (Routine Outcome Monitoring). Het idee is goed, er mag best wat meer gekeken worden of een behandeling effect heeft, maar ROM staat wetenschappelijk nog in de kinderschoenen. Het is een slecht idee om er nu al grote conclusies uit te trekken. Ander voorbeeld. Een gevolg van de veranderingen van vorig jaar is bijvoorbeeld de veranderingen in de specialistische GGZ. Omdat die specialistische GGZ steeds kleiner wordt, komen alleen de hele ingewikkelde problemen daarvoor in aanmerking. Daar hebben we onze specialistische GGZ op aangepast. Zodra het complexe voorbij is, moet iemand weer terug naar de basis-GGZ. Het is dan wel erg omslachtig als we iemand eerst naar de huisarts moeten sturen om die weer door te laten verwijzen naar de basis-GGZ. Maar zo gáát het wel. Dat levert vaak boze huisartsen op en moet echt soepeler geregeld worden. Walraven vindt het lastig dat de zorgverzekeraars steeds meer de werkwijze in de behandelkamer bepalen. “Controle is goed, maar het aantal vinkjes dat ik op een dag moet zetten is eindeloos. Die zorgverzekeraars bepalen ook allemaal wat anders. Van de één mag een GZ-psycholoog binnen de Specialistische GGZ wél hoofdbehandelaar zijn, van de andere niet. Bij een grote organisatie als de onze valt dat wel te regelen of te onderhandelen, maar ik vraag me af hoe een kleine organisatie dat oplost.”

Veel dingen zijn ook nog steeds onduidelijk. Bijvoorbeeld weten veel aanbieders die niet zijn ingekocht of ze de behandeling van bestaande cliënten mogen afmaken. En zo ja,, door wie dat dan betaald wordt. Er zijn vandaag, twee weken vóór het einde van het jaar, mensen die niet weten of ze 1 januari met een cliënt verder kunnen of niet. Natuurlijk is het een grote overheveling en dan weet je dat er veel dingen onduidelijk zijn en zelfs verkeerd gaan, maar toch.”

De winkel blijft tijdens de verbouwing gewoon open. Wie minder te maken heeft met de transities moet de verbouwing van voorgaande jaren nog afmaken. Joost Walraven, circuitmanager langer durende behandeling voor mensen met een Ernstig

Page 8: Magazine januari

De veranderingen zijn helemaal zo gek nog niet, lijkt de algehele

tendens. Maar het is wel veel in korte tijd. In 2015

moet dan ook nog veel uitkristalliseren.

Voorbeelden genoeg, vooral, maar niet alleen,

als het over de onderlinge afspraken

tussen gemeenten gaat.

Over de houding van de gemeenten hoort hij van zijn collega’s geen slechte verhalen. “Nog niet alles is af of duidelijk, maar ze werken er samen met de zorgorganisaties hard aan. De meesten proberen in 2015 een overgangsjaar te maken waarbij de huidige afspraken door lopen. Maar alle voorzieningen die naar de gemeenten gaan hebben op de één of andere manier met een korting te maken”.

De veranderingen zijn helemaal zo gek nog niet, lijkt de algehele tendens. Maar het is wel veel in korte tijd. In 2015 moet dan ook nog veel uitkristalliseren. Voorbeelden genoeg, vooral, maar niet alleen, als het over de onderlinge afspraken tussen gemeenten gaat. Yael Meyer: “Als kinderen uit huis geplaatst worden via de William SchrikkerGroep, bijvoorbeeld. De gezagshouder zit dan in Amsterdam. Ik vraag me af of Amsterdam voor al die kinderen dan ook de zorg gaat betalen. Zoals het nu geregeld is zou dat wel moeten.’ Joost Walraven: “Het is volstrekt onduidelijk wat er gebeurt als iemand verhuist van de ene naar de andere gemeente. Het kan zomaar zijn dat dan het recht op zorg vervalt.”Ina Punt: “De ICT is soms wel problematisch. Iedere gemeente heeft zijn eigen programmatuur. Bij mij zijn dat er gelukkig maar twee, maar anderen hebben te maken met wel vijftien gemeentes en dus vijftien verschillende programma’s. Het was handiger geweest als ze de programmatuur van de zorgverzekering hadden overgenomen.”Bas Wijffels, aanhakend aan de opmerking van Jacobine Geel over het verlies van arbeidsplaatsen: “Veel van onze leden zullen niet meer in de GGZ werkzaam blijven en samen met de krimp van de specialistische GGZ is er een behoorlijke kennisuitstroom. Ik ben benieuwd of de gemeentes dat kunnen oplossen”.

Noot van de redactie: voor dit artikel hebben we meerdere aanbieders benaderd. Een aantal van hen wilden niet meewerken, ook niet anoniem, uit angst dat het negatieve gevolgen zou hebben voor hun onderhandelingen met de gemeente.

8- GGZTotaal

Cliënten

Page 9: Magazine januari

Cliënten

Page 10: Magazine januari

10- GGZTotaal

ARTI

KEL

De veranderingen in de GGZ door de ogen van cliënten - Sigrid Starremans

“De bestaande constructie die zo effectief is, dreigt als een kaartenhuis in elkaar te zakken”.

Waar maken jullie je zorgen over als het gaat om de veranderingen in de ggz in 2015? Zijn er ook pluspunten, lichtpuntjes, in de nieuwe situatie te ontdekken? Dat waren, in hoofdlijnen, de vragen die we een aantal (vertegenwoordigers van) cliënten voorlegden. Op de tweede vraag kregen we nauwelijks antwoorden, op de eerste des te meer.

Mirjam Drost, woordvoerder van het Landelijk Platform GGZ (een koepel van twintig cliënten- en familieorganisaties), benoemt begin december een aantal zorgelijke punten. Bijvoorbeeld als het gaat om de dagbesteding en de persoonlijke begeleiding. Beide voorzieningen komen onder de Wmo te vallen en worden dus overgeheveld naar de gemeenten. ‘Wat we merken is dat nog maar weinig gemeenten de informatievoorziening voor GGZ-cliënten op orde hebben. Dat betekent dat cliënten die dagbesteding en/of begeleiding hebben niet weten waar ze terecht kunnen. En ook niet weten niet op hoeveel uur zorg ze recht hebben.’

Dagbesteding breed georganiseerd De zorgen over de dagbesteding en de persoonlijke begeleiding reiken verder. Drost: ‘In sommige gemeenten wordt de persoonlijke begeleiding mogelijk wegbezuinigd. Er wordt vanuit gegaan dat dagbesteding voldoende is voor deze cliënten. Het gevolg is dat een aantal mensen zal vereenzamen en hun situatie mogelijk weer verergert, waardoor de kans op een opname groter wordt. Dan krijg je de zogeheten “draaideur GGZ-cliënt”. Cliënten

Page 11: Magazine januari

Terug naar de huisarts Saskia Storimans (56): ‘Ik heb een bipolaire stoornis met psychoses, manische fases en

depressies. Vroeger ben ik vaker opgenomen geweest. Nu ben ik al jaren vrij stabiel. Ik sta

onder behandeling van een psychiater, een sociaal verpleegkundige en een psycholoog.

Maar omdat het al jaren goed gaat, sta ik op de lijst om overgeheveld te worden naar de

huisarts. Die mogelijk verandering roept bij mij en mijn

familie ontzettende angst op. De constructie die wij in al die jaren hebben opgebouwd en

die zo effectief is, dreigt als een kaartenhuis in elkaar te zakken. Dat het nu zo goed gaat, komt voornamelijk door mijn psychiater bij wie ik nu al een jaar of tien in behandeling ben. Die man heeft mijn leven gered. Hij is gespecialiseerd in bipolaire stoornissen en toont echte interesse. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat ik mijn

medicatie slik, iets dat echt vreselijk moeilijk is. De bijwerkingen zijn enorm. Je wordt dik, je voelt je als een zombie… Zeker als het een

tijdje goed gaat, denk je al snel: ik stop ermee. Het is een hele geruststelling voor mij dat ik

altijd contact kan opnemen met mijn psychiater. Dat ik weet dat hij me meteen

terugbelt. Soms passen we in overleg mijn medicatie aan. Dan neem ik tijdelijk

bijvoorbeeld een wat lagere dosis. Ook met de SPV’er en de psycholoog kan ik altijd bellen of

mailen als de spanning te hoog oploopt. Ik heb er al over gesproken met mijn huisarts.

Hij heeft zelf ook al gezegd dat hij niet zou weten hoe hij mij moet behandelen. Een

bipolaire stoornis is een ernstige aandoening, niet zomaar een depressie. Een huisarts heeft

daar de capaciteiten niet voor. Hij heeft al gezegd dat hij me zal doorsturen naar de

psychiater als dat nodig is. Maar dan weet ik niet of ik bij mijn oude psychiater terechtkan.

Ik heb een vertrouwensband met die man. Dat is zo belangrijk voor mij. Ik begrijp niet dat er niet wordt gedacht: ze doet het goed met een aantal professionals om haar heen. Dus laten

we dat vooral zo houden.’

Aanbieders

Gemeenten

Gaat het om de dagbestedingen, dan merkt het platform dat veel gemeentes bezuinigen op de kwaliteit. Dagbesteding zal veelal breed georganiseerd worden voor verschillende doelgroepen tegelijk, bijvoorbeeld voor (verstandelijk) gehandicapten en GGZ-cliënten. Ook wordt veelvuldig gewerkt met (alleen) vrijwilligers. Bij het Platform vindt men deze ontwikkelingen op zich nog niet zo problematisch. Wel maakt men zich zorgen over het ontbreken van mogelijke professionals en ervaringsdeskundigen. Drost: ‘Vrijwilligers moeten ondersteund worden door professionals. Het kan zijn dat cliënten op een gegeven moment dringend hulp nodig hebben. Dan moet er iemand zijn die professioneel en adequaat kan handelen. Gaat het om vrijwilligers, dan ziet het Platform het liefst ook een aantal ervaringsdeskundigen, dus mensen die te maken hebben (gehad) met GGZ-problematiek.’

11- GGZTotaal

Aanbieders

Gemeenten

Page 12: Magazine januari

12- GGZTotaal

Zelfregiecentra Ook op het gebied van de langdurige zorg zijn er veel zorgen. Gemeenten moeten Beschermd Wonen voorzieningen inkopen maar bij het Platform ziet men dat er bij veel gemeenten nog steeds veel onduidelijkheid is over de budgetten en het aantal te verwachten cliënten. Hetzelfde geldt voor de Jeugd-GGZ. Gemeenten hebben nog weinig zorg ingekocht. Ouders en kinderen verkeren in onzekerheid en weten niet of ze bij dezelfde instelling en hulpverlener kunnen blijven. Drost: ‘Wij vinden dat de staatsecretaris, daar waar het niet goed gaat, moet ingrijpen en zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Bijvoorbeeld door uitstel te verlenen en met overgangsjaren te gaan werken. Verder zijn wij bezig om samen met VWS, VNG en de gemeenten een regionale infrastructuur op te zetten van zelfregiecentra. Gemeenten kunnen hier terecht voor advies over het goed regelen van hun inkoop. En ook over hoe ze aan de vraag van GGZ-cliënten kunnen voldoen. Voor de cliënten is het een plek waar ze terecht kunnen met vragen.’

‘De beslissing hangt af van één persoon’Anke-Elze Rietstap (48) heeft twee kinderen met autisme. Ze is initiator van een regionaal ouderplatform en

belangenbehartiger voor ouders/kinderen die gebruik maken van Jeugdhulp. ‘Sinds een paar weken staat de telefoon bij het ouderplatform roodgloeiend. Er is grote paniek uitgebroken. Veel

moeders die ik aan de telefoon krijg, zijn in tranen. Vooral mensen die een PGB hebben, verkeren in grote onzekerheid. Wat zijn de nieuwe regels? Hoe groot is de kans dat we een PGB krijgen? Dat zijn veel gestelde

vragen. Wij moeten echter het antwoord schuldig blijven. De nieuwe regels voor het aanvragen van een PGB zijn nog steeds niet bekend. Voorheen was er een wettelijk kader voor het aanvragen van een PGB. In de nieuwe

situatie ontbreken deze regels. In de toekomst is het de gemeente die de hoogte van het budget bepaalt. En dat kan in iedere regio anders geregeld zijn. In mijn regio Zuid-Holland Zuid komt een jeugdprofessional van het

jeugdteam bij de mensen thuis om te bespreken welke hulp nodig is. Ik vind dat een zeer zorgwekkende situatie. Die beslissing hangt dan af van één persoon. Bovendien heb ik mijn twijfels over de deskundigheid van deze

medewerkers. In eerste instantie was ik enthousiast over de plannen voor een nieuw stelsel. Het zou fantastisch zijn als je als ouders en gezin zelf kunt aangeven waar de pijnpunten zitten en met zorgverleners kunt

bespreken welke zorg nodig is. De eerste twee jaar heb ik samen met de gemeente en de instanties dan ook met plezier hard meegewerkt aan de vormgeving van het nieuwe stelsel. Maar uiteindelijk zijn wij

belangenbehartigers niet betrokken geweest bij de besprekingen van de uitvoeringsregels. De cliëntenparticipatie is echt onvoldoende geweest. Waar wij als ouders van het platform onder andere tegen

ageren, is dat de cliëntondersteuning niet onafhankelijk is. Deze professionals maken deel uit van het jeugdteam. Een ander pijnpunt is dat mensen bij wie het PGB voor 1 januari 2015 afliep vóór het einde van 2014 nog een

nieuwe indicatie moesten aanvragen. Maar die brief is pas eind november verstuurd. En bij het CIZ en veel Bureaus Jeugdzorg werd in december de telefoon al niet meer opgenomen. En zo kan ik nog wel meer

voorbeelden noemen. Het is een chaos. En er is nog steeds heel veel onduidelijkheid.’

Cliënten

Page 13: Magazine januari

Gemeenten

Page 14: Magazine januari

“Het moet zich nog bewijzen. Ik ben ook wel bang dat er de eerste jaren, in de experimentele fase, forse problemen ontstaan, maar het uitgangspunt is goed”. Sjaak Boon, mede-eigenaar van bureau ‘Onder Boven’, adviseerde de afgelopen jaren een groot aantal gemeenten op GGZ-gebied, trainde Wmo-loket-medewerkers en voerde aan de transitie gerelateerde projecten uit. Hij kon zo in de keuken van veel gemeenten kijken. “Op dit moment zeggen gemeenten zelf dat ze bijvoorbeeld nog moeten investeren in achterstandswijken, waar veel problemen zijn. Hóe ze dat moeten gaan, dat wordt nog onderzocht. Ze zijn er nog niet klaar voor. Het is ook best problematisch, er zijn heel veel verschillende doelgroepen.” Hij verwacht de komende jaren een toename van OGGZ-problematiek, daklozen en zorgmijders, want bij mensen met ernstige psychiatrische problematiek hoeft er niet zo heel veel fout te gaan om de grip volledig kwijt te raken. En ook in de jeugdzorg zal heus wel wat misgaan. “Maar de gemeenten die ik ken houden daar rekening mee en hebben een vangnet gecreëerd.” Behalve aanloopproblemen in de startfase ziet hij vooral voordelen. “In het sociale domein liggen volop kansen voor participatie, herstel en anti-stigma van deze doelgroep”, zegt hij.

ARTI

KEL

De veranderingen in de GGZ: door de ogen van gemeenten - Jeannet Appelo

Met stoom en kokend water, anders gebeurt het niet.

Vele jaren waren het de regionale GGZ-instellingen, betaald uit de AWBZ, die de dienst uitmaakten in alles wat met de GGZ te maken had. Dat is binnenkort voorgoed verleden tijd. Eerst was het de ‘knip in de AWBZ’ die de macht van de grote instellingen aantastte, toen de privatisering. Per 1 januari krijgen de gemeenten de regie over jeugdzorg en met de Wet Langdurige Zorg gaan ook veel verantwoordelijkheden rond de chronische cliënt naar de gemeenten. En die gemeenten doen het, als je de kranten mag geloven, niet zo best. De gemeente heeft de expertise niet, mantelzorgers van de GGZ zijn nauwelijks in beeld, de deadline voor de inkoop van de jeugdzorg is tot driemaal toe niet gehaald. Om maar wat krantenberichten van het afgelopen jaar aan te halen. En de gemeenten zelf? Die zien dat het niet makkelijk zal worden, maar bereiden zich daar terdege op voor.

14- GGZTotaal

Cliënten

“Het moet zich nog bewijzen, maar het uitgangspunt is goed” Sjaak Boon, mede-eigenaar bureau Onder Boven

Page 15: Magazine januari

“De GGZ en de gemeenten zaten allebei vastgeroest in vaste patronen, met de nieuwe wetgeving ontstaat er nieuwe ruimte. De Wmo is bedoeld om ‘mee te doen’, de gedachte van de maakbare samenleving komt er in terug. Misschien is dat wat al te idealistisch, maar laten we eerlijk zijn, de GGZ, uitzonderingen daargelaten, heeft het echt niet zo goed gedaan als het over deze onderwerpen gaat. Participatie van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening is nog steeds minimaal. De herstelbeweging is nog steeds hard nodig. Een mooi voorbeeld is misschien wel dat sommige FACT-teams niet in de wijk zitten, waar ze eigenlijk horen, maar gepositioneerd zijn in een GGZ-instelling.

In veel gemeenten zijn per 1 januari in één en dezelfde wijk verschillende wijkteams actief: het sociale wijkteam, het jeugdzorgteam, buurtzorgteam, het FACT-team etc: hoe stemmen die de zorg op elkaar af? De kanteling krijgt de komende jaren pas echt vorm als de gemeente regie neemt bij het ontwikkelen van samenlevingsopbouw. Als we niet oppassen gaan alle nieuwe teams weer hetzelfde doen als wat er altijd al gebeurde: oplossen van problemen, de burgers worden gezien als dragers van problemen. De kanteling beoogt nu juist burgers met hun problemen te zien als dragers en eigenaren van hun eigen oplossingen! Juist in deze fase van verandering liggen er veel kansen om oude patronen te vervangen voor nieuwe praktijken.”

Het beeld dat Marian Kramer, beleidsambtenaar in de gemeente Urk, over de jeugdzorg daar schetst, heeft ook een positieve insteek. “We zijn blij met die transitie, want gemeenten beschikken nu over het totale pakket. We kunnen kijken naar wat het kind nodig heeft. Of dat dan uit de Jeugd-GGZ moet komen of ergens anders vandaan, is niet zo belangrijk meer. Professionals hoeven niet meer met kinderen te gaan leuren langs allerlei instanties. Het vroeg inhoudelijk veel voorbereiding, de GGZ is natuurlijk nieuw terrein voor ons. Er is veel overleg geweest met de huisartsen, met aanbieders en met andere betrokkenen. Veel informatie is (en wordt) pas erg laat aangeleverd. Dat maakte het allemaal niet eenvoudig. Bovendien moest de aanbesteding van de Jeugd-GGZ regionaal, je hebt het dan over 270 jeugdzorgaanbieders. Daarvan hebben er ongeveer 80 gereageerd. Die zorgaanbieders hebben een verschillend aanbod en verschillende tarieven, dat heb je niet snel uitgezocht.

Aanbieders

15- GGZTotaal

Gemeenten

Page 16: Magazine januari

“Het gaat om grote veranderingen, die ook nog eens gepaard gaan met bezuinigingen. Dan kan je verwachten dat dingen anders lopen dan je had verwacht. De gemeenten lijken zich daarvan bewust.”

Wat het iets makkelijker maakt is dat Urk een kleine gemeente is. De lijnen zijn kort en we hebben de meeste kinderen wel in beeld. Bij alle gemeenten lag natuurlijk de druk om het 1 januari rond te hebben. Maar als het niet met stoom en kokend water moet, dan gebeurt het ook niet”.

Stoom en kokend water. Het heeft bij veel gemeenten zijn tol geëist. Niet eerder leverde een belrondje zo vaak antwoorden op als: “Daar heb ik nu echt geen tijd voor. Kan het over een maand?”, “Mijn collega zit ziek thuis, zijn vervanger zal je niet veel kunnen vertellen” en “Degenen die dat zouden kunnen vertellen zijn dermate overbelast dat ik geen contactpersoon kan aanleveren”.

Een ambtenaar van een middelgrote gemeente beneden de rivieren “kan vijf minuten vrijmaken, niet langer”. Hij schetst: “De helft van mijn collega’s is overspannen. Ik weet best dat het zonder deadline niet gebeurt, maar we hebben het afgelopen halfjaar noodgedwongen veel slagen in de lucht gemaakt. Ik word dan niet vrolijk als dat onder het mom van kwaliteitsverhoging gebeurt.” Hij wil anoniem blijven, want: “Niet iedereen hier stelt mijn mening op prijs.”

Ook in Amsterdam is geen tijd voor een interview. Maar de afdeling communicatie wil mijn vragen wel rondsturen. Anders dan Urk is Amsterdam niet bepaald een kleine gemeente. Maar de antwoorden bevestigen wat verschillende zorgaanbieders al suggereerden: Amsterdam heeft zich grondig voorbereid en heeft zijn zaakjes op orde. Over de langdurige zorg: “We hebben al in een vroeg stadium in 2013 een uitvraag gedaan bij alle Beschermd Wonen instellingen. Zodoende wist Amsterdam welke instellingen in aanmerking kwamen voor de subsidiëring van Beschermd Wonen, waar het Beschermd Wonen uit bestaat en wat de opvattingen en gevoelens van partijen zijn. Er was in een vrij vroeg stadium een redelijk draagvlak onder instellingen voor deze transitie.

Cliënten

16- GGZTotaal

Page 17: Magazine januari

Toen we later de gegevens van het Rijk kregen, hebben we die kunnen aanvullen of corrigeren met de gegevens die we al hadden. Voor de extramurale zorg zijn we na verschillende gespreksrondes met de instellingen tot inkoop gekomen. We hebben het tekort van 25 miljoen aan budget dat we van het Rijk ontvingen aangevuld met gemeentemiddelen.”

Ook in Urk zijn gemeentegelden aangewend voor uitbreiding van de zorg. Zo is geïnvesteerd in extra uren voor de huisartsondersteuner, de POH-JeugdGGZ. En de middelgrote gemeente beneden de rivieren “heeft een aantal oplossingen bedacht die goed bij onze gemeente passen. Omdat het budget van de overheid daar niet in voorzag, is ook daar bijgesprongen uit de algemene middelen “.

Het gaat om grote veranderingen, die ook nog eens gepaard gaan met bezuinigingen. Dan kan je verwachten dat dingen anders lopen dan je had verwacht. De gemeenten lijken zich daarvan bewust.Marian Kramer: “De continuïteit van zorg gaan we waarborgen. Voor jeugdzorg geldt dat tot het moment van herindicatie of tot uiterlijk 1 januari 2016, voor pleegzorg tot het 18-de jaar. Maar we houden er in financieel opzicht rekening mee dat we moeten inspringen als er mensen tussen wal en schip vallen. Er is een noodfonds en we hebben met omliggende gemeenten een solidariteitsprincipe: als iemand dure en minder frequent-voorkomende, specialistische zorg nodig heeft, vangen we dat met elkaar op. We zullen goed moeten monitoren, maar we zien de toekomst met vertrouwen tegemoet.”Amsterdam stelt de PGB-houders gerust met de landelijke overgangsregeling van maximaal een jaar. Daarnaast is Amsterdam niet bang voor een uitbreiding van de OGGZ: “Sinds jaar en dag beschikken wij over een afdeling bij de GGD die SPV ’n in dienst heeft die deelnemen aan overleggen in stadsdelen, samen met stadsdeel en politie. Hier komen de signalen binnen over mensen met wie het niet goed gaat en kan men met elkaar afspreken wie wat doet.” Sjaak Boon: “Ik ken eigenlijk geen enkele gemeente waar het een rommeltje is, of waar je kan spreken van een onverantwoorde situatie”. De anonieme ambtenaar: “Iedereen houdt zijn hart vast. Maar dat kan je ook positief uitleggen: we zullen er als de kippen bij zijn als er iets fout loopt. Daar vertrouw ik wel op. Niemand wil op zijn geweten hebben dat er mensen buiten de boot vallen.”

Aanbieders

Gemeenten •

17- GGZTotaal

Page 18: Magazine januari

19- GGZTotaal

“De ambulantisering is in volle gang en daarvoor zijn aanpassingen nodig.”

Page 19: Magazine januari

Elke maand zoekt de redactie in de kranten van twintig jaar geleden naar artikelen over de GGZ. Is er vooruitgang? Achteruitgang? Of doen we eigenlijk nog steeds hetzelfde, maar noemen we het anders? Aan de beurt is januari 2015.

De kranten in januari 1995 zijn, althans op GGZ-gebied, rustig als je het vergelijkt met de huidige roerige tijden. Maar de trouwe lezer van deze rubriek weet wellicht nog dat het vorige maand, december 1994, over omwentelingen en revoluties ging.Niet dat er niets gebeurt, deze maand. De ambulantisering is in volle gang en daarvoor zijn aanpassingen nodig. Zo bericht Trouw over IEP, een verzameling projecten om psychiatrische patiënten buiten de instelling vooruit te helpen: ‘Vriendendienst’, dat een vrijwilliger koppelt aan iemand met een psychiatrische achtergrond en ‘Diep Water Collectief’, dat kunstenaars met een psychiatrisch verleden ondersteunt. Het Parool komt met een artikel over De Schieman, dat ook al maatjes regelt voor mensen die eerder uit een inrichting zijn ontslagen. (de term ‘inrichting’ komt van het Parool, tegenwoordig spreken we van ‘instelling’). Een ander gevolg van de ambulantisering: Trouw laat op 31 januari Majoor Bosma van het Leger des Heils in Dordrecht aan het woord. Hij probeert een fatsoenlijke opvang te organiseren voor verslaafde en psychotische daklozen. Perron Nul in Rotterdam is kort daarvoor gesloten. "Maar gelukkig is er dan nog het Leger des Heils met zijn containerfunctie”, zegt de Majoor cynisch.

Meer passend bij onze tijd is de aangekondigde reorganisatie van de Jeugdzorg, waarmee het Algemeen Dagblad op 12 januari komt. Reorganisatie en een publiekscampagne moeten een einde maken aan de niet aflatende stroom van kritiek op het functioneren van de raden voor de kinderbescherming en de (gezins-)voogdij-instellingen. Er blijken meerdere containers te bestaan: in navolging van Majoor Bosma noemt ook de Directeur Jeugdbescherming zijn instelling het vuilnisvat van de maatschappij. Verder gebeurt er deze maand in de pers van alles rondom psychiatrie. De discussie (met bijbehorende rechtszaak) loopt nog over de zaak Chabot, de arts die hulp verleende bij de zelfdoding van een depressieve vrouw. Er wordt verslag gedaan van onderzoek naar het ontstaan van schizofrenie. Een artikel over psychiatrische hulpverlening aan niet-westerlingen. Veel inhoudelijks, weinig organisatorisch en helemaal niets financieels. Of toch, met een knipoog naar minister Plasterk: op 6 januari, iets meer dan twintig jaar geleden, vertelt de Volkskrant ons van de protesten van het personeel van Het Groot Graffel, een psychiatrisch Ziekenhuis in Gelderland. Ed van Thijn wordt interim-manager. Het personeel vindt zijn beloning veel te hoog, zeker in ‘deze tijden van bezuiniging’. Hoe hoog die beloning is, dat wil of kan niemand zeggen. Gelukkig zijn dat soort cijfers tegenwoordig openbaar….

GES

CHIE

DEIN

S

Omwentelingen: de GGZ in de pers, januari 1995

19- GGZTotaal

De G

GZ in

de

kran

t van

twin

tig ja

ar g

eled

en

Page 20: Magazine januari

Kijk voor meer informatie op onze website: www.ggztotaal.nl

ontw

erp

e-m

agaz

ine:

Ingr

id H

uism

ans

JA

NUAR

I 201

5