24
1 GLV Idun Lifeline 29 Jaargang 7 editie 1 Na-apen in de natuur? Lees meer over: Biomimicry Spiegelneuronen Lyrebird Maar ook: Rondleiding op het oude BC. De Koffietest, de lekkerste filterkoffie? Linked-In, does it link?

Lifeline 29

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De eerste Lifeline van 2012-2013

Citation preview

Page 1: Lifeline 29

1GLV Idun

Lifeline 29 Jaargang 7 editie 1

Na-apen in de natuur?Lees meer over: Biomimicry Spiegelneuronen Lyrebird

Maar ook:Rondleiding op het oude BC.De Koffietest, de lekkerste filterkoffie? Linked-In, does it link?

Page 2: Lifeline 29

2 GLV Idun

Inhoud

Na-apen heeft een negatieve klank. Nadoen, daarentegen, is alsof je probeert een actie of handeling van anderen te repli-ceren, omdat je dat nu eenmaal moet leren. Je doet je best, je oefent ergens op en uiteindelijk is iedereen blij me het resul-taat. Maar bij na-apen is het alsof je zelf gebrekkige creativiteit hebt en stiekem bij anderen spiekt, om vervolgens andermans strategie klakkeloos over te nemen. Als de oorspronkelijke eigenaar van het gedachtegoed je betrapt, wordt dat niet al-tijd gewaardeerd. Kortom, gedrag dat je ten alle tijden wilt vermijden, want het is genant. Toch denk ik dat je geen 21 kunt worden zonder ooit iemand nageaapt te hebben, tenzij je zo’n groot ego hebt dat je dat niet durft toe te geven. Ik zag op een dag dat mijn huisgenoot haar fietslichtjes aan de ring van haar sleutelbos bewaarde, sindsdien doe ik dat ook en heb ik altijd licht op mijn fiets. Nageaapt, maar wel effectief. Wat ik zelf fascinerender vind dan na-apen, is niet-na-apen. Dat woord bestaat niet, maar ik bedoel ermee dat je een si-tuatie onbewust hetzelfde aanpakt als iemand anders, zonder dat je dat van elkaar weet. Zo check ik soms op WhatsApp wanneer iemand voor het laatst online is geweest, omdat dat meestal voorspelbaar is en ik het altijd grappig vind als mijn geschatte tijd klopt. Dit nadert het toppunt van suf, dat vind ik zelf ook, maar toen ik dit onlangs ergens bekende kwam ik er achter dat ik zeker niet de enige ben die dit geregeld doet. Ik zal geen namen noemen, maar blijkbaar zijn er toch echt meer mensen zo suf. En onlangs vertelde een vriendin dat ze in kerken altijd de neiging krijgt op te gaan staan tijdens de officiële ceremonie en keihard te schreeuwen. Iets dat je sowieso nooit zal doen, maar wat altijd door je hoofd suist tijdens zo’n serieuze stilte. Dat gevoel ken ik. Stiekem is het natuurlijk heel erg fijn om daar achter te komen. Enfin, hier voor je ligt de 29e Lifeline waarin we eens kijken naar na-aapgedrag. Dat niet alleen, origineel als we zijn heb-ben we ook een nieuwe rubriek waarin een lopend onder-zoek vanuit iedere majorrichting wordt uitgelicht. Ook heb-ben we een actie bedacht die je ongetwijfeld nooit eerder hebt meegemaakt, zie pagina 17. Want na-apen, nee, dat zien we toch liever alleen bij dieren. Veel leesplezier!

Anouk

Voorwoord

4 Wetenschapsnieuws

5 iGem

6/7 OC Alumnus Marloes

8 Vergeten wetenschapper

9 Regenerative Medicine

10/11 LinkedIn

12 Biomimicry

13 Spiegelneuronen

14 Vogelstudies na-apen

15 Lyrebird & Introductiedag

16 Educatieve minor

17 Iduzzel

18/19 Koffietest

20/21 BC Rondleiding

22 Kunstzinnig

23 Op de koffie & Afscheidsstukjes

Page 3: Lifeline 29

3GLV Idun

De Lifeline is het onafhankelijke tekstueel orgaan van de Groninger Levenswetenschappen Vereniging (GLV) Idun en komt eens in de twee maanden uit.

Oplage: 1520Druk: Drukkerij Weissenbach B.V. Sneek

De redactie:

Anouk BaarsLotti van DrielJoyce LubbersMarijke van MarrewijkAnne Renske MeijerSkander MulderCorinne MulderRenske van RaaphorstIris Voerman

Niets uit deze uitgave mag gekopieerd, vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder schriftelijk toestemming van de redactie.Omdat de redactie voor het grootste gedeelte afhankelijk is van inbreng van derden kan de redactie niet aansprakelijk worden gesteldvoor onjuiste informatie.De redactie en/of GLV Idun hoeft de zienswijze van geplaatste stukken niet te onderschrijven. Auteur dient bij de redactie bekend te zijn.Lidmaatschap GLV Idun:Kijk op www.Idun.nl

Bestuur Colofon

Lieve leden,

De vakantie is helaas alweer achter de rug en het nieuwe col-legejaar aan de RUG is weer begonnen. Hopelijk hebben jullie allemaal een toffe vakantie gehad en zijn jullie voldoende bijge-slapen om fris het nieuwe jaar te beginnen. Op 11 september zijn wij ingeslagen als het zevende bestuur der GLV Idun. Supermooi! Wij hebben er ontzettend veel zin in dit jaar! Op het moment van lezen zijn we waarschijnlijk al een tijdje bezig als bestuur. De introductietijd is inmiddels voorbij. Wat ons betreft is deze zeer goed verlopen. Er zijn veel eerste-jaars en er is weer een grote en zeer leuke groep studenten lid geworden van Idun. Daar zijn wij erg trots op. De commissies hebben hard hun best gedaan om nieuwe leden te werven en zitten waarschijnlijk weer vol voor komend jaar. Voor degene die nog niet bij een commissie zitten en dat wel graag willen, wees gerust, want gedurende het jaar zullen enkele commissies opnieuw sollicitaties houden. Op dit moment lees je de eerste Lifeline van dit studiejaar, met het thema na-apen. Dit thema is speciaal voor biologen erg interessant. Na-apen, nadoen, imiteren of kopiëren komt veel voor in het dierenrijk en is stof voor veel onderzoek. Aller-eerst zijn er natuurlijk de apen die elkaar na-apen met als doel van elkaar leren. Ik ga ervan uit dat het woord ‘na-apen’ hier-van afstamt. Een kameleon is een mooi voorbeeld van een dier dat goed is in kopiëren, namelijk het kopiëren van de kleuren in zijn omgeving. Liervogels zijn buitengewoon goed in het imite-ren van geluiden. Een ander dier dat bekend staat om geluids-imitatie is de papegaai. Net als apen hebben zij een werkwoord toegevoegd aan onze taal, namelijk het woord ‘papegaaien’. Waarschijnlijk maken wij, als mens, ons het meest schuldig aan imiteren. Als nieuw bestuur hebben wij bijvoorbeeld veel mo-gen leren van onze voorgangers en proberen we hen zo goed mogelijk te kopiëren.Wij zullen vele goede dingen van onze vorige besturen na-apen. Daarnaast willen we vooral onze eigen draai aan dit jaar geven. Wij hebben in ieder geval heel veel zin in een Fan(tas)Ties jaar!

Groetjes namens het gehele zevende bestuur der GLV Idun,

Ties van WijkVoorzitter der GLV Idun

A4 scripties printen in kleur

vanaf 0,25 ct.

Studie / bedrijfspresentatie

A0 poster

� 20,-

Page 4: Lifeline 29

4 GLV Idun

WETENSCHAPSNIEUWS

Magnetische switch voor apoptose Een studie van Cho et al, gepubliceerd in Nature Materials, liet

zien dat het mogelijk is om de signaalroute voor apoptose in

cellen aan te zetten door de toepassing van een extern mag-

netisch veld. Ondanks het feit dat de regulatie van cellulaire

activiteiten erg moeizaam te controleren is, hebben de onder-

zoekers in vitro en in vivo gedemonstreerd dat dit mogelijk is

door middel van een non-invasief magnetisch veld. Zn0.4Fe2.6O4

magnetische nanodeeltjes, geconjugeerd met een antilichaam

voor een receptor op colon kankercellen, vormden een switch.

Deze switch promoot (wanneer de switch in de ‘aan-modus’ is

door toepassing van een magnetisch veld) vervolgens apoptose

signaalroutes. Ruim vijftig procent van de gekweekte darmkan-

kercellen werd vernietigd. Helaas is de methode nog niet toe te

passen voor de behandeling van kankerpatiënten.

A magnetic switch for the control of cell death signalling in in

vitro and in vivo systems 2012.

Ontwikkeling van witte stof en leesvaardigheidWeefseleigenschappen van witte stof in de hersenen zijn sterk gecor-

releerd met leesvaardigheid, beweert onderzoek van Yeatman et al.

De onderzoeker pleit voor een schoolmodel dat rekening houdt met

individuele verschillen in de ontwikkeling van witte stof: de ontwikkeling

van cerebrale witte stof omvat meerdere biologische processen en deze

verschilt tussen individuen. Yeatman et al deden drie jaar lang onderzoek

waarbij ze de ontwikkeling van witte stof (tractografie) en het gedrag

(leesontwikkeling) testten bij kinderen in de leeftijd van 7 tot 15). Daarbij

bleek dat kinderen met bovengemiddelde leesvaardigheid eerst een lage

fractionele asinotropie hadden in bepaalde onderzochte regio’s in de her-

senen die vervolgens verhoogde, en dat kinderen met onder gemiddelde

leesvaardigheid daar eerst een hoge(re) fractionele asinotropie hadden

die verminderde met de tijd. Veranderingen in de groei van beide regio’s

konden dus variaties in leesvaardigheid voorspellen. Yeatman vermoedt

dat de oorzaak voor zwakke leesvaardigheid ligt in het feit dat de betref-

fende hersengebieden bij kinderen met minder goede leesvaardigheid zich

ontwikkelen voordat kinderen zelfs beginnen met het leren van lezen.

Development of white matter and reading skills 2012

Samengesteld door Joyce Lubbers

Slijmzwammen gebruiken soort geheugen Ruimtelijk geheugen verbetert het navigatievermogen van een organisme.

Het geheugen bevindt zich normaal gesproken in het brein, maar de

slijmzwam Physarum polycephalum heeft geen brein. Toch heeft deze

slijmzwam een vorm van ruimtelijk geheugen. Het onderzoeksteam van

Reid legde het organisme een test voor waarbij het richting een chemo

attractief doel moest gaan. Om daar te komen moest het een U-vorming

obstakel overwinnen. De U-vorm barrière doorbrak de snelste route dus

de slijmzwam was genoodzaakt een omweg vinden. Tijdens het kruipen

laat het organisme een laag slijm achter. Zonder slijmlaag duurde het voor

een organisme veel langer om het doel te bereiken en werd vaker terrein

betreed dat al eerder gezien was. Blijkbaar gebruikt het organisme de

slijmlaag om zich te herinneren waar hij al geweest is. De data lieten zien

dat dit ruimtelijk geheugen het vermogen om te navigeren in complexe

omgevingen verbetert. Dit was een unieke demonstratie van een vorm

van ruimtelijk geheugen in een non-neuronaal systeem, waardoor de

theorie ondersteund wordt dat een geëxternaliseerd ruimtelijk geheugen

de functionele precursor kan zijn van het interne geheugen van hogere

organismen.

Slime mold uses an externalized spatial ‘’memory’’ to navigate in complex

environments 2012

Muizen zonder DD3R-eiwit willen meer cocaïneNeuro imaging studies laten zien dat een verminderde beschikbaarheid

van dopamine D2-receptor in het neostriatum geassocieerd is met

een verhoogde kwetsbaarheid voor drugsverslaving. De rol van de D3-

receptoren bleef echter onduidelijk. Bij recent onderzoek van Song et al

werd gezien dat dat D3 -/- muizen een verhoogde motivatie vertoonden

voor het nemen en zoeken van cocaïne. Deze verhoogde kwetsbaarheid

voor cocaïne ging gepaard met een verminderde dopaminerespons op

cocaïne. D3-receptor deletie verhoogt waarschijnlijk de kwetsbaarheid

voor cocaïne en verminderde D3-receptor beschikbaarheid in het brein

kan een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van een cocaïneverslaving.

Volgens de onderzoeksleider zijn ook mensen met minder of geen re-

ceptoreiwit (door bv. een genetische afwijking) waarschijnlijk vatbaarder

voor verslavingen aan bijvoorbeeld cocaïne.

Increased vulnerability to cocaine in mice

lacking dopamine D3 receptors 2012

Page 5: Lifeline 29

5GLV Idun

Samengesteld door Joyce Lubbers

gek opveroordeeld totverslaafd aan

onderzoekhet team

nachtwerkiGEM

Ongeveer half september, toen iedereen net terug was van va-kantie en zich met frisse tegenzin in de collegebanken hees, was ik op een verjaardagsfeestje. De eerste vrije avond sinds weken, en het enige wat ik dacht was: “Als we dit experiment nou zo uitvoeren, dan kunnen we een dag sneller klaar zijn”, “Heeft E. die mail al gestuurd? Moet ik dat doen?”, “Ooh, ik hoop dat de post naar de V.S. een beetje snel gaat!!” enzovoort, enzovoort.Ik kon ook niet meer normaal praten met mensen: ik had immers de hele zomer in mijn ivoren toren op het lab geleefd.

Buikpijn, slecht slapen, vrienden en mijn band verwaarlozen, dat zijn de dingen die deze zomer voorbij kwamen. Maar waarom in godsnaam, vraag je je af, wat kan er nou zo belangrijk zijn dat je dat allemaal laat gebeuren?

Het is iGEM.

Een competitie die begint als een vet project, snel als een veel-koppig monster je hele leven opeist en transformeert in iets waar je uiteindelijk zo veel van gaat houden dat het moeilijk is om afscheid te nemen.

De iGEM-helAls er iets is dat je leert tijdens iGEM, is het dat wetenschappe-lijk onderzoek, en biologie in het bijzonder, niet over een nacht ijs gaat. Er gaat meer fout dan dat er goed gaat. Planningen lopen altijd in de soep. Resultaten blijken niet reproduceerbaar. Geluk-kig kom je dan Maarten Linskens tegen in de lift die zegt: “Het klonen gaat zeker mis, of niet dan? Ja, dat hoort erbij. Volhouden he!”

Maar één week voor onze deadline op 27 september (6 uur ‘s ochtends!) hielp geen enkele bemoediging. We werkten al weken 7 dagen per week, op achterlijke tijden, maar we hadden letterlijk nul resultaten. We schroefden een enorm backup-plan in elkaar zodat we als een gek aan de slag konden om nog íets voor elkaar te krijgen. Wat als we het eerste Groningse team zouden zijn dat niet naar Boston mocht? Wat als we niet eens zouden voldoen aan de minimale criteria?

Deze zomer deed Lifeline-verslaggever Renske mee aan de iGEM (international Genetically Engineered Machine) competitie: een wereldwijde zomerwedstrijd waarbij je met behulp van synthetische biologie een organisme een nieuwe functie moet geven. Voor de zomer schreef Renske enthousiast over de plannen van het Groningse team. Inmiddels zijn we alweer aan het einde van 2012 beland en is het tijd voor een vervolg.

iGEM is een synthetische biologie-competitie voor studenten over de hele wereld. Dit jaar

doen er in totaal 190 teams mee. Het doel is om een organisme te modificeren en daarmee een functie te

geven. Hierbij worden biobricks gebruikt en ontworpen: dit zijn functionerende stukken DNA die gestandaarddiseer-

de knip-en-plak-sites hebben. Hierdoor kan je relatief gemak-kelijk functies combineren en je eigen synthetische organisme bouwen. Omdat klooien met het leven niet niks is, moeten iGEM-teams zich ook bezighouden met ethische vraagstukken en met niet-wetenschappers in gesprek gaan over synthetische biologie. Sinds 2011 zijn er continentale voorrondes van iGEM, de beste teams mogen hun project laten zien op MIT in Boston.

Wat is iGEM?

De Food Warden is een systeem dat het rotten van vlees kan detec-teren. We hebben met behulp van een microarray-analyse de genen kunnen opsporen die in Bacillus subtilis zijn omhoog gereguleerd zodra er rottend vlees in de buurt is. De promoters (“aan”-switches) voor deze genen hebben we voor het gen voor een pigment gezet. Op deze manier gaat onze Bacillus subtilis een kleur aanmaken zodra vlees niet

meer goed is. Om te zorgen dat je de Food Warden veilig bij je eten kan doen, hebben we het verpakt in een semi-permeabele folie. ‘Wil je echt weten hoe het werkt? Kijk

dan op 2012.igem.org/Team:Groningen.

Het mooiste wat er isDiezelfde avond ontdekten we dat één van onze bacterie-stammen een kleur produceerde: de allereerste hint dat ons systeem (zie het boxje “Food Warden”) zou kunnen werken. De volgende dag testten we de reactie van deze stam op rot-tend vlees en wonderbaarlijk genoeg werkte het. Een beetje verdwaasd gingen we verder met experimenteren. Met be-hulp van dag- en avondshifts lukte het om genoeg data te verkrijgen voor de deadline.

Op 6 oktober was de Europese voorronde van iGEM in Am-sterdam. 47 teams presenteerden hun verhaal en ik ben in mijn leven nog nooit zo zenuwachtig geweest. Maar het was ook fantastisch. We hebben gepraat met studenten uit al die landen, en zo veel bizarre ideeën en slimme uitvoeringen gezien.

Daardoor hadden we ook nooit verwacht dat we bij de top-3 van Europa terecht zouden komen. Toch was het zo! Ineens stonden we op het podium, ineens stond ik weer te presen-teren (inclusief schorre stem van een erg leuk iGEM feestje). En nog bizarder: ineens werden we eerste, van Europa! Nu ik schrijf zitten we weer in de iGEM-hel van het voorbereiden voor Boston. Maar eigenlijk kan het niet meer stuk. Ik blijf denk ik altijd een beetje verliefd op de zomer van 2012.

het iGEM team (in rood, VLNR): Wlada, Arjan, Alicja, Tom, Renske, Ismaêl, Elbrich, Yonathan, Emeraldo, Nisa, Jonathon. Advisors op foto: Robin Sorg (staand) en Oscar Kuipers. (zittend). In blauw: Roel Bovenberg.

Page 6: Lifeline 29

6 GLV Idun

Vanuit DenemarkenOp het moment zit ik hier alweer anderhalve

maand, de tijd gaat snel zeg! Maar dat is een

goed teken, want ik heb het super naar mijn zin.

Allereerst zal ik iets vertellen over de univer-

siteit en de minor die ik volg. Ik heb vakken

gekozen van biologie en voedingswetenschappen. Beide vind ik heel

boeiend. Op het moment volg ik twee vakken waarvan de tentamens

pas begin november zullen zijn. Daarna volg ik twee andere vakken.

De colleges in het Engels zijn goed te volgen, soms heb je een docent

met een Deens accent, maar dat went. De stof wordt hier uitgebrei-

der behandeld en de groep studenten met wie je de colleges volgt

is kleiner dan in Groningen. Wel is de stof gedetailleerder. Ik moet

bijvoorbeeld alle aminozuren uit mijn hoofd kennen, dus dat wordt

stampen. Tot zover over de vakken die ik volg.

De universiteit beschikt over een aantal campussen. Zelf heb ik

colleges op twee verschillende campussen, redelijk dicht bij elkaar.

Op een van mijn campussen is een bar. Elke vrijdag kun je hier van ‘s

middags 12 uur tot ‘s avonds 12 uur bier drinken. De Denen zijn elke

week present rond het middaguur om zichzelf te verzadigen met bier

tot in de late uurtjes. Als wij aankomen rond 7 uur is de hele bar dus

eigenlijk al dronken en hangt er een gezellig sfeertje. In tegenstelling

tot de kroegen in het centrum van Kopenhagen is het bier hier maar

twee euro per halve liter, goed geregeld dus.

De stad is geweldig. Een echte wereldstad met een bruisend leven.

Ook ‘s nachts is het hier overal nog druk. Elke avond kun je een biertje

doen in de studentenbar, genaamd Studenterhuset (=studentenhuis).

Leuke avonden zijn dat, maar voor de echt goede feesten moet je

toch naar de grote clubs. Meestal moet je voor deze clubs tien euro

entree betalen maar dan heb je wel gratis bier tot 1 uur ‘s nachts. Na

het uitgaan kun je hier prima naar huis fietsen. De vraag is wel of je

dat wilt, want de afstanden zijn niet zo klein als in Groningen. Maar

iedereen zegt dat Kopenhagen een redelijk veilige stad is. Helaas is

dit niet het geval voor fietsen. Ik had een nieuwe fiets gekocht, maar

die was helaas na drie weken al niet meer op

zijn plaats terug te vinden.

De stad heeft een groot en gezellig centrum.

Als je wilt shoppen kun je hier zeker slagen.

Dus dames (en heren), als je een weekendje

goed wilt shoppen moet je zeker even langs komen. Voor een vrouw

is dit echt HET paradijs wat betreft winkels, al zeg ik het zelf. Wel

een nadelig puntje is dat het iets duurder is dan in Nederland. Ook

de kamers zijn duur. Op het moment woon ik in Frederiksberg,

maar helaas heeft m’n huisbazin het huis verkocht en moet ik per 1

november verhuizen. Mijn nieuwe kamer is 8m2 en ik moet helaas

600 euro betalen per maand. Gruwelijk duur, maar helaas heb ik geen

andere optie. Ook in Kopenhagen is er kamernood, dus er zijn geen

andere kamers beschikbaar. Gelukkig is het maar voor drie maanden.

Maar door die prijzen wordt Kopenhagen niet minder leuk! Op het

moment heb ik nog geen enkele keer spijt gehad van mijn keuze om

hier een minor te gaan volgen. Alhoewel ik Idun wel mis...

De plannen voor de komende maand zijn een bezoek aan Stockholm

en misschien nog naar Finland om het noorderlicht te aanschouwen.

Heel veel liefs vanuit het mooie (koude) Kobenhavn!

Marloes

onderwijs van de studies Biologie en LS&T. We maken hierbij gebruik

van enquêtes die bij tentamens ingevuld worden. Deze gaan langs de

docent van het vak dat gegeven is en de docent maakt vervolgens

zijn eigen evaluatie. Door de docentevaluatie en de studentenenquête

naast elkaar te leggen probeert de opleidingscommissie een oordeel

te vormen over het vak en te kijken wat er beter kan of wat er juist

goed ging.

Naast de evaluaties is de opleidingscommissie ook verant-

woordelijk voor de klachten die binnenkomen over de opleiding en

verzorgen we de ‘docent van het jaar’-verkiezing. De opleidingscom-

missie bestaat uit zowel docenten als studenten en we vergaderen

Het nieuwe jaar is begonnen en langzamerhand wordt het

tijd om terug te vallen in het ritme van studeren, tentamens, practica

en de nodige feestjes. De opleidingscommissie is aan het begin van

het jaar al voor het eerst bij elkaar gekomen. Ook dit jaar gaan we

ons inzetten voor de kwaliteit van ons onderwijs!

Voor de zomervakantie zijn er een aantal nieuwe leden

bij gekomen en hebben we afscheid moeten nemen van een aantal

bekende gezichten. Dit jaar bestaat de studentengeleding van de

opleidingscommissie uit Suzanne Bezema, Masja Smidt, Inne Lemstra

en Niels Alberts. We zijn nog druk opzoek naar een eerstejaars lid!

De opleidingscommissie houdt zich bezig met de kwaliteit van het

Vanuit de opleidingscommissie

Door Marloes Sol

Door Annerens Meijer

Even voorstellen: mijn naam is Marloes, ik ben derdejaarsstudent Biomedische Wetenschappen en volg op het mo-ment een minor in Kopenhagen.

Page 7: Lifeline 29

7GLV Idun

iedere tweede dinsdag van de maand, de studentengeleding vergadert

van tevoren een keer extra over de stukken. Zoals eerder al gezegd

zijn we nog hard opzoek naar iemand die het eerste jaar wil vertegen-

woordigen. Dus lijkt het je leuk om je in te zetten voor de opleiding

zonder dat je daar veel tijd aan kwijt bent? Stuur dan een mailtje naar

[email protected] voor extra informatie!

Dit jaar wil de opleidingscommissie zich inzetten voor

meer contact met de studenten. Hiervoor hebben we vorig jaar de

nestorpagina opnieuw ingericht. Hier staat nu informatie over wie

we zijn en wat we precies doen. Daarnaast is er een klachtenforum

aanwezig en kun je er de evaluaties van de afgelopen 2 jaar vinden.

Als je op de grote grijze Feedbackknop klikt, die je kunt vinden op de

“homepage” van nestor, kom je bij ons terecht. Ook zullen we jullie

dit jaar via de Lifeline updates te geven over wat de opleidingscom-

missie aan het doen is en welke vakken er behandeld zijn.

Wij hebben erg veel zin in het komende jaar. En hopelijk

hebben jullie dat ook! Net als vorig jaar kun je altijd klachten, proble-

men, vragen of opmerkingen mailen naar oclevenswetenschappen@

betastuf.nl!

Alumnus aan het woord: Niek van Wiemarschen

Welke studierichting heb je afgerond?Ik ben afgestudeerd met een master in Biomedical Sciences. Dat was

het meest logische gevolg van mijn bachelor Medische Fysiologie

en Farmacologie (vergelijkbaar met de huidige major Biomedische

Wetenschappen) omdat deze het beste op elkaar aansloten. Tijdens

de eerste jaren van mijn studie was ik absoluut niet bezig met een

(mogelijke) carrière, ik koos gewoon de bachelor en de master

die ik zelf het leukst vond. Halverwege mijn master moest ik mijn

afstudeerrichting kiezen. Ik heb toen nog getwijfeld om de kant op

te gaan van de educatieve master, maar uiteindelijk ben ik toch in de

researchvariant gebleven omdat het onderzoek mij meer trok dan

het onderwijs. Op dat punt heb ik ook besloten dat ik het liefst een

baan als PhD student zou willen.

Je bent afgestudeerd en nu ben je aan het werk. Kun je iets vertellen over die overgang?Ik heb het geluk gehad dat ik nooit actief heb hoeven solliciteren naar

een baan. Toen ik een tweede onderzoeksstage moest gaan doen, heb

ik contact opgenomen met de prof. De Haan van de onderzoeksgroep

Stamcelbiologie in het UMCG. Ik kon daar wel een stage lopen, maar

dan kwam ik terecht bij een onderzoeker die vanuit Vancouver naar

voren geschoven was door Peter Lansdorp (mijn huidige baas) om

hier alvast zijn nieuwe lab op te gaan zetten. Die stage beviel van

beide kanten goed en rond de tijd dat ik zou gaan afstuderen, zou het

nieuwe instituut voor verouderingsbiologie ook zijn deuren openen,

dus had mijn baas mensen nodig voor in zijn lab. Op die manier ben

ik eigenlijk vanuit mijn opleiding doorgerold naar mijn huidige baan.

De eerste negen maanden liep ik nog mee in het lab van prof. De

Haan, maar afgelopen juni zijn we verhuisd naar het nieuwe gebouw

en werk ik ook echt in één groep met mijn collega’s.

Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit?Mijn dagelijkse werkzaamheden zijn wel zo’n beetje wat je verwacht

van een aio. Ik ben het grootste deel van mijn tijd bezig op het lab.

Daarnaast ben ik natuurlijk de nodige tijd kwijt aan het uitwerken

van mijn data tot iets wat andere mensen ook snappen. We hebben

momenteel één keer per week een labmeeting, waarbij iedereen even

kort vertelt waar hij of zij momenteel mee bezig is en of er leuke

nieuwe resultaten zijn. Verder zijn er natuurlijk vaak interessante

lezingen en volg ik één of twee keer per jaar een cursus die mij kan

helpen in mijn onderzoek.

Werk je veel alleen, veel in een team, sta je de hele dag op het lab, ben je ook veel aan het overleggen?In principe ben ik verantwoordelijk voor mijn eigen project en doe ik

het gros van mijn experimenten zelf. Soms moet je een nieuw soort

experiment doen waar je zelf geen ervaring mee hebt, maar anderen

wel. Dan vraag je zo’n persoon dus om je de eerste keer te helpen.

Daarnaast is een experiment soms te groot voor één persoon, dus

dan vraag je ook hulp. Er wordt niet meer tijd dan nodig is besteed

aan overleg. Dat gebeurt al tijdens de labmeetings, maar natuurlijk kan

ik altijd bij collega’s terecht als ik vragen of problemen heb.

Over publicaties: wordt er vanuit jullie onderzoeksgroep re-gelmatig gepubliceerd? Welke onderwerpen leven in jullie vakgebied en hoe draagt jullie vakgroep daar aan bij?Onze groep is nog relatief nieuw, dus we hebben niet veel gepubli-

ceerd de laatste tijd. Momenteel zijn we druk bezig om een nieuwe

techniek op te zetten die we Strand Seq noemen, wat inhoudt dat

we het DNA van een enkele cel kunnen sequencen, hierbij is er de

mogelijkheid om van elk chromosomenpaar een exemplaar weg te

knippen, waardoor we dus zelfs een single strand kunnen sequencen.

Die techniek loopt nu goed, dus we zullen binnenkort met enige

regelmatig papers gaan publiceren.

Toekomst: ben je van plan lang te blijven op je huidige plek? Heb je nog ambities die je later wilt realiseren?Als aio heb ik een contract van vier jaar, waarvan ik nu een jaar achter

de rug heb. Ik zal dus nog ruwweg drie jaar hier blijven werken en

daarna zie ik wel wat er op mijn pad komt. Over het algemeen komt

men wel goed terecht na een promotieonderzoek, dus daar maak ik

me ook geen zorgen.

Page 8: Lifeline 29

8 GLV Idun

Min of meer per toeval ontdekte Alexander

Fleming op een schimmige ochtend in 1928 dat er in de

buurt van een bepaalde -toen nog onbekende- schim-

mel geen of weinig van zijn stafylokokken groeiden, de

soort bacteriën waar hij op dat moment mee werkte.

Al een tijdje was hij de eigenschappen van deze stafy-

lokokken aan het onderzoeken, maar plots gebeurde

dit interessante feit. Uiteindelijk kwam hij tot de

conclusie dat de schimmel penicillicum notatum was.

Bij het experimenteren op proefdieren kwam

niet naar boven dat de schimmel schadelijke effecten zou

hebben en hij dacht dat de vloeistof die de schimmel uit-

scheidde wellicht op een dag kon dienen als antibacterieel

geneesmiddel. Hij noemde het penicilline. Fleming kwam

erachter dat het in cultuur laten groeien van penicilline

lastig was, en het isoleren nog moeilijker. Na een aantal

jaar gaf hij het daarom op te pogen, dacht dat de klinische

toepassing van penicilline om voorgenoemde redenen

ingewikkeld zou zijn, en richtte zich weer op ander werk.

Hier komen Howard Florey, Ernst Chain en

Norman Heatley aan bod. Samen waren zij, ongeveer een

decennium na de ontdekking van Fleming, onderdeel van

een team van wetenschappers van de universiteit in Ox-

ford. Een team dat overigens speciaal was opgericht voor

de zaak penicilline. Allen hadden zij het grote potentiaal

gezien in de ontdekking van Fleming. De grootste uitda-

gingen waar het team voor stond was het purificeren van

en het produceren een grote kwantiteit van de werkzame

penicilline. Twee zaken die van groot belang zijn voor een

klinische toepassing.

Norman Heatley (1911- 2004), de jonge bioche-

micus bedacht een manier om de penicilline te extraheren

van de vloeistof. Het team had eerder bedacht dat penicil-

line geïsoleerd kon worden door ether toe te voegen aan

de vloeistof. Het was Heatley die vervolgens bedacht dat

door de pH te veranderen, de penicilline kon worden

geëxtraheerd van deze nieuwe vloeistof.

De volgende uitdaging was het produceren van

grotere hoeveelheden van penicilline, zodat een klinische

toepassing op mensen verder kon worden vervolgd.

Ook in deze stap speelde Heatley een cruciale rol. Na

het uitproberen van allerlei ondergronden, van glazen

en vazen tot tubes en potjes kwam hij tot de conclusie

dat porseleinen ondersteken (een draagbaar toilet voor

bedledigen) een juiste ondergrond hadden voor deze

taak. Aangezien er in het centrale ziekenhuis, Radcliffe

Infarmary, te weinig van deze ondersteken aanwezig wa-

ren, ontwierp hij zijn eigen soort en liet hij deze maken

bij plaatselijke pottenbakker. Deze ontwerpen werden

bekend als de penicilline ondersteken. Hiermee kon er

genoeg penicilline worden geproduceerd voor het eerste

experiment op een mens.

Na dit succes zocht Florey, de leider van

het onderzoeksteam, zijn geluk in de Verenigde

Staten en Heatley vergezelde hem hierbij. Aldaar

werd het mogelijk gemaakt dat penicilline op grote

schaal kon worden geproduceerd. De productie was

net op tijd om de slachtoffers uit de Tweede Wereld-

oorlog nog een laatste hart onder de riem te steken.

Uiteindelijk heeft dit geleid tot de huidige mogelijkheid

om

penicilline in grote hoeveelheden te produceren en

wordt een infectie hedendaags niet meer gezien als een

levensbedreigende aandoening, maar slechts als een klein,

tijdelijk, ongemak.

Vergeten wetenschapperLotti van Driel

Norman Heatley, van theorie naar praktijk

In 1945 kregen Fleming, Florey en Chain, allen hoger in rang ten opzichte van Heatley, de Nobel prijs in de geneeskunde voor de ontdekking van penicilline.Heatley werd niet genoemd. Zijn naam bleef onbefaamd tot 1991, toen zijn cruciale werk door Oxford werd erkend en hij een ere- doctoraat in de geneeskunde kreeg toegewezen, een zeer grote zeldzaamheid voor niet-medici.

Page 9: Lifeline 29

9GLV Idun

Endotheelherstel: de opkomst van vetstamcellen en de ontdekking van kolkend bloed

Iedereen kent ‘de brug’ in het UMCG. Daar is Marco Harm-sen werkzaam op de afdeling Pathologie en Medische Biologie en leidt hij zijn onderzoeksgroep voor Cardiovascular Rege-nerative Medicine (CAVAREM). Inmiddels ben ik erachter wat ze daar doen en waarom hier maandelijks een liter geel vet wordt aangeleverd. De onderzoeksgroep CAVAREM bestaat uit dertien personen die uit allerlei landen komen, zoals Brazilië, Portugal, Polen, Maleisië en Iran. De RUG wil internationaliseren en dat gebeurt hier. Ook wordt er samengewerkt met bijvoorbeeld de universiteiten in Sao Paolo, Mexico, Boston en Heidelberg. Een van de topics van CAVAREM is epigenetica , in het bij-zonder microRNA. miRNA’s zijn slechts 23 basenparen lang en dat kan al genoeg zijn om endotheel wel of niet te laten functioneren, dat is dus van ontzettend groot belang. Centraal in deze onderzoeksgroep staat dit één cellaag dikke endotheel waarmee al onze bloedvaten aan de binnenkant zijn bekleed. Eigenlijk wordt op deze afdeling op twee manieren onderzoek gedaan. Ten eerste worden mole-culaire en cellulaire mechanismen van slecht functionerend endotheel onderzocht, epigenetica en miRNA’s zijn daar een onderdeel van. Deze processen zijn nog niet geheel ontrafeld, fundamenteel onderzoek bekijkt of hier therapeutische toe-komstmuziek in zit. Aan de andere kant is dat op een prag-matische manier, meer van uit het perspectief van de patiënt, bijvoorbeeld hoe vetstamcellen kunnen worden toegepast in de behandeling van hart- en vaatziekten of na een myocard infarct. Endotheel raakt van slag bij een overdosis glucose (met een stoer woord heet dat endotheeldysfunctie), zoals het geval is bij patiënten met Diabetus Mellitus type twee (sui-kerziekte). ‘Het probleem bij onderzoek is dat je niet alleen moet kijken welke cellen potentie hebben om endotheelcel-len te vormen. Ze moeten overleven in een milieu vol gluco-se’, legt Harmsen uit. Momenteel staan de zogeheten ADSC’s

in de belangstelling, dit staat voor ‘adipose derived stem cells’, ofwel vetstamcellen. Deze cellen zijn wel gewend aan een lading glucose, dus dat zit goed. Waar ADSC’s goed voor te gebruiken zijn, is het aansturen van bloedvatvorming in weefsels met bij-voorbeeld ischemische schade. ADSC’s produceren allerlei fac-toren die vaatuitgroei bevorderen, die celdood remmen en die te felle ontstekingsreacties tegen gaan. Verder kunnen ze aan de buitenkant van bloedvaten gaan ‘zitten’ om deze op die wijze te stabiliseren. De hamvraag is nu: hoe krijg je het voor elkaar om deze ADSC’s op de goede plek te plaatsen en ze daar werkend te houden? Misschien lukt dit via biomaterialen. ‘We maken bol-letjes biomaterialen met ADSC’s daaraan gehecht. Afzonderlijke vetstamcellen blijven om onbekende reden niet goed zitten na bijvoorbeeld injectie in een hart na een myocard infarct. De com-binatie van vestamcellen en biomaterialen werkt wel, waarbij de biomaterialen zorgen voor aanhechting. Ze lossen daarna vanzelf op’, vertelt Harmsen. Embryonale stamcellen zijn ook populair vanwege hun multipotentie, maar je kunt je voorstellen dat deze minder makkelijk te verkrijgen zijn vergeleken met vetstamcel-len. Bovendien zullen ze op termijn worden afgestoten, omdat ze lichaamsvreemd zijn. ‘Van vetstamcellen hebben we genoeg op deze wereld’, lacht Harmsen. Vandaar dat eens per maand een grote zak met liposuctievet wordt aangeleverd vanuit een privé-kliniek, waaruit ADSC’s worden geïsoleerd en worden ingezet in experimenten met biomaterialen. Tot zover de benadering vanuit de patiënt. Binnen de CAVAREM groep wordt ook fundamenteel onderzoek verricht, bijvoorbeeld naar fysische krachten in het bloedvat, veroorzaakt door de stroming. Er wordt gekeken naar plaques die zich vaak vormen bij vorksplitsingen in bloedvaten. Op zulke plekken is de bloedstroom verstoord, er ontstaat een kolkpatroon in plaats van een rechte, doorlopende bloedstroom. Endotheel reageert met dysfunctioneren op deze turbulenties in de bloedstroom. Deze ‘bloedvatvorken’ zijn nagebootst in het lab. Daar bleek dat er moleculen bestaan die aanwezig zijn bij gezond en-dotheel (voor de specialisten onder ons: gefosforyleerde MAP-kinases), terwijl deze afwezig bleken te zijn bij de vorkvormingen. De moleculen waren wel aanwezig, maar de fosforylatie ontbrak waardoor deze moleculen hun endotheelondersteunende func-tie verloren. De turbulentie veroorzaakt dus endotheel disfunc-tie. Nu moet worden gecheckt of in vivo dezelfde molecu-len aan- en afwezig zijn bij respectievelijk gezond- en beschadigd endotheel met plaques. Dat is eigenlijk een standaard check bin-nen de wetenschap. Dit model nabootsen in dierproeven is nog erg lastig, want antilichamen tegen de moleculen werken nog niet goed genoeg om hier experimenten mee te doen. Toch is in een intraveneus model al wel gebleken dat inderdaad dezelfde factoren aanwezig zijn als in het labmodel. Dat is op dit moment een belangrijke vinding, op basis hiervan kan vervolgonderzoek worden opgezet.

Principal investigator Marco Harmsen

Anouk Baars

Page 10: Lifeline 29

10 GLV Idun

Does it link?door Anouk Baars & Skander Mulder

Studieresultaten in detail, een scala aan nevenactiviteiten en een professionele foto erbij: het gemiddelde LinkedIn profiel van iemand die hoopt op een dag een baan aangeboden te krijgen. Heeft het zin om mee te doen aan deze netwerkstrategie? Een meerderheid van de Idunleden gaf aan via de LinkedIn-poll op de website van GLV Idun geen account te hebben op dit moment. Als je net aan je studie begint, heeft het hoogstwaarschijnlijk ook geen prioriteit. Maar hoe zit het voor studenten die halverwege hun studie zijn? In dit artikel laten we drie personen aan het woord die ieder werkzaam zijn in een ander vakgebied.

Bewijs je kwaliteit

Een ander voordeel van LinkedIn is de mogelijkheid om

lid te worden van een gesloten groep. ‘Voor verschillende beroeps-

specialisaties bestaan op LinkedIn gesloten groepen waar je alleen

op uitnodiging toegelaten kunt worden. Als je lid bent van zo’n

groep, is dat bewijs voor jouw kwaliteiten en kun je bovendien

deelnemen aan discussies in jouw vakgebied’, legt ze uit. Op deze

manier kun je toch je stem laten horen op een digitaal podium

binnen je sector.

Alexandra Sfintesco is bedrijfs-

en organisatiepsycholoog. Ze werkt als

freelancer bij het Talent & Career Centre

waar je terecht kunt voor bijvoorbeeld

carrièrebegeleiding.

Checked out

‘LinkedIn is niet bestemd voor geboren netwerkers, want

zij komen toch wel aan een baan’, vertelt ze. Toch zou ze alle stu-

denten aanraden om een profiel aan te maken. ‘Als je tegenwoordig

solliciteert voor een baan, word je bijna standaard opgezocht via

internet. Zien recruiters dan jouw profiel, dan is dat toch weer een

stukje bewijs voor je bestaan. Als je geen profiel hebt, kunnen ze

zich af gaan vragen waarom je ervoor kiest deze mogelijkheid niet

te benutten’, legt ze uit. Bovendien komt het voor dat recruiters

via LinkedIn precies de mensen treffen die ze zoeken. De kans

dat dit precies jou overkomt is misschien heel klein, maar volgens

Alexandra is het zeker de moeite waard om zo’n kans te creëren

door je profiel te onderhouden. ‘Hoe relaxed is het als je op die

manier een baan aangeboden krijgt?’, zegt ze vrolijk.

Nu en straks

Tijdens je studie leer je allerlei mensen kennen. Als

iedereen over een tijdje is afgestudeerd en alle kanten op vliegt,

is het de vraag met wie je contact blijft houden. ‘Stel, jij studeert

over vier jaar in Boston. Dan maakt LinkedIn het mogelijk om te

kijken of er toevallig iemand anders uit je netwerk ook in Boston

is beland. Dan kun je diegene even vragen hoe het leven in Boston

er aan toe gaat, waar je moet zijn voor leuke woningen, dat is heel

praktisch’, vertelt Alexandra.

Naast je inhoud..

Ook vertelt Alexandra dat je via LinkedIn niet alleen

een carrière kunt onthullen. ‘Werkgevers willen niet alleen zien

wat je capaciteiten zijn, ze willen ook weten wie je bent. Ze willen

weten met wie ze gaan werken. Zo overkwam het een bekende

van mij, een onderzoekster aan de Universiteit van Wenen, dat ze

via LinkedIn een uitnodiging kreeg voor een samenwerking tijdens

een medisch congres. Haar baas en promotor, die geen LinkedIn-

profiel had, kreeg de uitnodiging niet. Terwijl hij op medisch gebied

inhoudelijk duidelijk meer kwaliteiten bezit’.

Heb jij LinkedIn? Werd gevraagd aan Idunleden via de poll op de website...

Page 11: Lifeline 29

11GLV Idun

Na drie en een half jaar in de farmacie te hebben gewerkt, wilde

ik graag een baan binnen mijn vakgebied ‘sport en gezondheid’. Ik wist

dat dit een uitdaging zou gaan worden. Elk jaar studeren er honderden

studenten af, echter zoveel banen in deze sector zijn er niet.

Ik ben een opleidingstraject gaan volgen binnen het Talent & Career

Center. Hier werden we begeleid in het zoeken naar een baan. Lin-

kedIn was hier een belangrijk onderdeel van. Proactief een netwerk

opbouwen heeft vaak meer effect dan alleen reageren op vacatures. Ik

had mijn oorspronkelijke LinkedIn-profiel nog in het Engels ingesteld.

Dit leidde binnen een paar weken tot een telefoontje van een Engelse

recruiter voor een salesbaan. Deze heb ik afgewezen, omdat ik niet

wilde afwijken van mijn zoektocht naar de ideale baan. Als je je wilt

richten op de internationale markt dan schrijf je dit profiel in het

Engels, is dit niet je bedoeling, dan schrijf je het in het Nederlands.

Binnen je LinkedIn profiel zijn verschillende onderdelen te onderschei-

den. Ik wist dat ik mijn profiel zo compleet mogelijk moest maken om

gevonden te worden door recruiters. Ik begon met het beschrijven

van mijn opleidingen en relevante banen. Ook heb ik gevraagd of een

oud-collega een aanbeveling voor me wilde schrijven. Hierna heb ik

onder het kopje ‘summary’ een pitch geschreven. Een pitch bestaat

uit een paar regels waarin je jezelf en je kwaliteiten beschrijft. Ik be-

schreef waarin ik mij wellicht onderscheidde van andere kandidaten.

Deze heb ik aangevuld met competenties.

Bovendien heb ik geprobeerd om voor mij relevante onderwerpen

zoals sport, gezondheid en leefstijl acht keer te laten voorkomen

in mijn profiel. Zo ben je beter vindbaar op deze onderwerpen via

zoekmachines. Ik ben bedrijven en groepen binnen mijn vakgebied

gaan volgen. Soms mengde ik mij in discussies over een voor mij

relevant onderwerp. Dit is goed om jezelf zichtbaar te maken. Uit-

eindelijk ben ik profielen gaan bezoeken van mensen die werkten bij

bedrijven die mij interesseerden. Dit gaf uiteindelijk de doorslag. Ik

zag dat de eigenaar van een bedrijf teruggekeken had op mijn profiel.

Hij schreef in een email dat hij invulling zocht voor een onderdeel

binnen zijn bedrijf en dat ik wellicht de juiste expertise had. Ik werk

er inmiddels met veel plezier.

‘Ik doe onderzoek naar het fenomeen verenpikken

bij kippen. Daarnaast begeleid ik studenten die bezig zijn

met researchcursussen, bachelorthesis, het Honours Col-

lege of hun (TOP-)master. Daarnaast speel ik een rol in

verschillende practica voor eerste, tweede en derdejaars-

studenten en geef enkele

colleges.

Bernd heeft wel een LinkedIn-account, maar gebruikt deze

niet zo veel op het moment. ‘Ik ben wel eens benaderd

via LinkedIn door iemand, maar die had op onbegrijpe-

lijke wijze een volkomen verkeerd beeld van wat ik doe’,

vertelt hij. ‘Ik ben ook niet zo actief op LinkedIn, er staat

een eigenlijk alleen een standaard cv, geen publicaties of

stageplekken.’ Hij gebruikt geen LinkedIn om studenten

of bedrijven op te zoeken. ‘Ik heb het druk genoeg met

reeële dingen’, aldus Bernd.

Een tip voor studenten wat betreft netwerken is om dat

vooral goed te doen. ‘Het bij elkaar vergaren van zoveel

mogelijk connecties is mijn inziens geen goede strategie.

Kwaliteit gaat boven kwantiteit’, legt Bernd uit.

Zijn advies voor Biologie- en LS&T-studenten als het gaat

om LinkedIn is dat je eerst een goed cv opbouwt en pas

dan gaat netwerken. ‘Ik zou studenten in eerste instantie

aanraden om je in te zetten voor wat je leuk vindt en dat

vooral met veel inzet te doen. Pas daarnaast begin je met

netwerken en vergeet daarbij niet dat kwaliteit belangrij-

ker is dan kwantiteit. Je moet investeren in je connecties

zonder ze te veel lastig te vallen. Dat geldt ook als je een

baan wilt krijgen, het is dan vaak beter meer aandacht te

besteden aan een bepaalde baan waar je voorkeur naar

uitgaat dan in het wilde weg maar wat rond te solliciteren.’

Ja: 28,13% (18 stemmen)Nee: 56,25% (36 stemmen)Dat moet ik nog doen: 3,13% (2 stemmen)Heb ik voorlopig niet nodig: 12,50% (8 stemmen)

Bernd Riedstra is momenteel

werkzaam als postdoc bij de afdeling

Gedragsbiologie aan de RUG.

Merel Fransen studeerde

bewegingswetenschappen en kreeg

een baan aangeboden via LinkedIn.

Heb jij LinkedIn? Werd gevraagd aan Idunleden via de poll op de website...

Page 12: Lifeline 29

12 GLV Idun

Er zijn verschillende soorten mimicry.

De meest bekende soort van mimicry is ver-

noemd naar de Engelse onderzoeker Bates.

Hij beschreef dit verschijnsel in 1862

als eerst. Bij deze vorm van mimicry

bootst een ongevaarlijke soort een

gevaarlijke soort na. Een klassiek

voorbeeld van deze vorm is de

zweefvlieg. De wesp is een gevaarlijke

prooi voor vogels, de vogels hebben de

wesp leren te vermijden (mede door zijn

waarschuwingskleur). Doordat de zweefvlieg

de waarschuwingskleuren en enigszins de vorm

van de wesp over neemt wordt hij ook met rust ge-

laten. Niet alleen de zweefvlieg imiteert de wesp, ook

vlinders en kevers doen hier aan mee. Een ander leuk

voorbeeld van de mimicry van Bates kwam ik laatst

in de serie ‘’Life’’ tegen. Hierin wordt een fragment

getoond waarbij een kleine hagedis een gevaarlijke

kever nadoet, niet zozeer qua kleur maar ook in zijn

manier van lopen. Dit fragment kun je zien op YouTube

onder de zoekterm ‘’the bushveld lizard’’.

Mimicry is het ‘na-aapfenomeen’ van de natuur. Mimicry is het ver-schijnsel waarbij een soort op een niet-verwante soort lijkt en daar voordeel van heeft. Mimicry kan vele vormen aannemen, van een ongevaarlijke slang die bijna een kopie is van een giftige slang tot een wants die perfect op een blad lijkt. Maar hoe komt mimicry nou eigenlijk tot stand? En misschien nog wel belangrijker, hoe gaat het precies in zijn werk? Hier volgt en korte samenvatting.

Biomimicry

Een wesp? Nee hoor, dit is toch echt een vlinder!

Nog een vorm van mimicry is mimicry van

Müller. Hierbij nemen twee of meer niet verwante

niet-eetbare soorten met dezelfde predator(en) el-

kaars waarschuwingssignalen aan. Stel je hebt twee

verschillende giftige soorten die niet op elkaar lijken

maar wel eenzelfde predator hebben. Als de predator

al weet dat je beide niet kan eten is er niks aan de

hand. Maar stel dat de predator nog wel moet leren

welke soort eetbaar is en welke niet. Dan is het

evolutionair gezien voordeliger voor beide

giftige soorten om op elkaar te gaan lijken,

aangezien de predator sneller leert dat

hij van die bepaalde kleurencombinatie

af moet blijven. Mimicry van Müller

zou je daarom kunnen zien als een

collectief afweersysteem van een groep

niet-eetbare soorten.

Dit waren de meest bekende vormen van mimi-

cry. Het mag wel duidelijk zijn dat evolutie de grootste

drijfveer van mimicry is. Door een combinatie van

selectie en aanpassing bij prooidieren en een door-

gaand leerpatroon van predatoren, is het mogelijk dat

soorten onder elkaar een grote gelijkenis kunnen gaan

vertonen. Mimicry is een ontzettend complex proces,

er zijn nog genoeg vragen waar antwoorden op ge-

vonden moeten worden. Dit maakt mimicry niet

alleen verbazingwekkend maar ook mysterieus...

Marijke van Marrewijk

Tot slot is er nog de mimicry van

Peckman (of agressieve mimicry). Bij

deze vorm vermommen predatoren

zich om op die manier hun prooi

te kunnen vangen. Wanneer een

predator de vorm en kleur heeft aan-

genomen van een ongevaarlijk object, zijn

de prooidieren zich van geen kwaad bewust

waardoor ze dichterbij het prooidier komen

en dus gemakkelijker gevangen kunnen worden.

Bijvoorbeeld een bepaalde bidsprinkhaan heeft

bijvoorbeeld op een verbluffende wijze de vorm van

een bloem aangenomen. Roofdieren die een lekker

hapje nadoen vallen ook onder de mimicry van Muller;

bijvoorbeeld de hengelaarsvis uit de diepzee die met

zijn lantaarntje nieuwsgierige visjes naar zich toe lokt.

Of de bijtschildpad die met een rozig aanhangseltje op

zijn tong een wormensnack nadoet.

Page 13: Lifeline 29

13GLV Idun

Per ongeluk werd een interessant fenomeen ontdekt bij apen in een onderzoekslab aan de Universiteit van Parma in Italië, rond 1980. Tijdens het onderzoek detecteerde een groep neurowe-tenschappers, geïnteresseerd in handbewegingen, dat steeds wanneer apen een pinda pakten, een set van neuronen werd aangeschakeld. Nu is een motorische beweging die gepaard gaat met activiteit in een motorisch hersengebied niet echt iets om over naar huis te schrijven als neurowetenschapper. Toen een van de aanwezigen echter vervol-gens een pinda pakte, zagen de onderzoekers dat in de hersenen van de aap dezelfde set neuronen werd aangeschakeld. Dit gaf de onder-zoekers het idee dat deze neuronen niet alleen betrokken waren bij het motorisch uitvoeren van het grijpen naar de pinda, maar tevens bij het uitgevoerd zien worden van deze taak. Zo was dit onderzoek opeens een stuk interessanter dan het aanvankelijk leek. Wat dit namelijk betekende was dat er kennelijk een me-chanisme in het brein van die apen zat wat ervoor zorgde dat als een ander individu, aap of mens, een taak uitvoerde (die zij zelf ook konden uitvoeren) het motorische deel van het brein werd gestimuleerd. Dit kon de basis zijn voor de ontrafeling van het fenomeen na-(g)apen, hoe het (motorische) leerproces werkt, en misschien zelfs voor waarom mensen empathie voor anderen hun belevingen kunnen voelen. Zover zijn we voorlopig echter nog niet…De publicatie van dit onderzoek zorgde voor een golf van populari-teit omtrent het onderwerp en al snel werden de eerste soortgelijke experimenten met mensen uitge-voerd. Daarin bleek dat ook wij over een dergelijk systeem beschik-ken. Dit was niet heel verrassend, vooral omdat de homologie van de geactiveerde gebieden, de pre-motor cortex en de pariëtale kwab, tussen apen en mensen zeer sterk is. Dat in onze hersenen eenzelfde mechanisme huisde bevestigde dus slechts de toenmalige hypotheses. Al eerder onderzoek had aangetoond dat wanneer mensen een pijnprikkel kregen, de hersenactiviteit hetzelfde was als wanneer diezelfde mensen zagen dat de onderzoeker een pijnprikkel toege-diend kreeg. Dit fenomeen is natuurlijk heel herkenbaar. Je voelt de pijn van een ander, maar je voelt hem niet echt. Wat er gebeurt is dat de neuronen in je brein worden aangeschakeld, maar terwijl dit gebeurt de zenuwcellen in je huid aangeven dat er geen pijnprikkel aanwezig is. Als het lichaamsdeel waarin de pijnprikkel wordt gegeven vervolgens wordt verlamt, valt dit laatste signaal weg, en voel je wel de pijn. Professor Vilayanur S. Ramachandran, neurowetenschap-per in de gedragsbiologie en psychofisica, heeft aan de hand van en naar aanleiding van eerder onderzoek zijn welbekende Mirror box ontwikkeld. De spiegeldoos, een geneesmiddel voor mensen met

fantoompijn. Hiermee kan worden gesimuleerd dat het niet aanwezige lichaamsdeel, veelal een hand, ontspannen is. Het brein adopteert deze staat en vervolgens voelt de patiënt geen pijn meer. Allemaal het werk van dezelfde set van neuronen. Spiegelneuronen werden ze ook wel genoemd, de subset van motorneuronen die geactiveerd werden bij het uitgevoerd zien worden van de motorische handeling. Dr. Giacomo Rizzolatti en Dr. Vittorio Gallese zijn twee van de oorspronkelijke groepsleden van de onderzoeksgroep aan de universiteit van Parma rond 1980, en nu nog prominente figuren in het betreffende onderzoeksgebied. Rizzolatti merkte op dat er ondanks de homologie tussen hersengebieden van apen en mensen, er een duidelijk verschil bestaat. De apen deden de handeling van anderen niet daadwerkelijk na. Ze bereikten hetzelfde doel, maar vaak wel met een andere beweging. Hij stelde dat er twee mechanismen waren, het ene voor het doel (de handeling) en het andere voor de manier waarop de handeling moet worden uitgevoerd. Mensen zouden over deze beide mechanismen beschikken. Mensen zijn de echte na-apers. Jaren van onderzoek heeft tot vele nieuwe ontdekkingen

geleid. Zo bevinden spiegelneuronen in mensen zich niet alleen in motorische gebieden. Veel hersengebieden hebben een subset van neuronen die wordt aangeschakeld wanneer iemand anders en zijn handelen worden geobserveerd. Dit is het geval bij het zien van pijn, emotie, waarschijnlijk bij veel -al dan niet al het- sociale contact en wellicht is dit ook de oorsprong achter de ont-wikkeling van taal. De hersengebieden betrokken bij pijn worden geactiveerd bij het zelf voelen en het zien van pijn, de hersengebieden betrokken bij emoties worden geactiveerd bij het zelf voelen en het zien van een dergelijke emotie, en zo geldt dit voor veel andere functies. Onderzoek van Dr. Christian Keyzers aan de RuG heeft ook aange-

toond dat mensen die hoger scoorden op empathie, ook een hogere activiteit hadden van hun spiegelneuronen systeem. Daarbij hebben autistische mensen veelal een lagere activiteit dan gemiddeld van hun spiegelneuronen systeem. Spiegelneuronen zijn een veelbelovend veld in de neuro-wetenschappen. Met zoveel mogelijke functies en zoveel processen in het dagelijkse menselijke gedrag die gebaseerd zijn op na- apen, inspelen op de emoties en belevingswereld van anderen, zouden spiegelneuronen wel eens een heel belangrijke sleutelrol kunnen spelen in het begrijpen van menselijk gedrag. De cellen die gedachten kunnen lezen, worden ze ook wel genoemd. Dit artikel wil in eindigen met een prachtig citaat van professor Ramachandran: ”There is no real independent self, aloof from other human beings, inspecting the world, inspecting other people. You are, in fact, connected not just via Facebook and Internet, you’re actually quite literally connected by your neurons.”.

Na- apen is het grootste complimentLotti van DrielSpiegelneuronen, de neuronen die ons verbinden

Page 14: Lifeline 29

14 GLV Idun

Scholen en zwermenMarijke van Marrewijk

Abstract gezien is een zwerm een collectieve beweging waarin een groot aantal individuen, die zich zelf kunnen voortbewegen, meedoen. Om een zwerm te vormen moeten individuen reke-ning houden met hun soortgenoten om zich heen. Welke regels zijn er nodig om een zwerm succesvol te laten verlopen en waarom vertonen sommige soorten organismen zwermgedrag?Zwermgedrag is goed na te bootsen in computermodellen omdat de individuen zich aan relatief simpele regels moeten houden. Dit gedrag werd voor het eerste gesimuleerd in 1986. De volgende drie regels werden gebruikt: beweeg in dezelfde richting als de buren, blijf dichtbij je buren en probeer botsingen met de buren te vermijden. Nieu-were programma’s gebruiken nog steeds variaties van deze regels, vaak in combinaties van concentrische zones rondom elk individu. (ergens bij dit stuk de afbeelding van de modellen) In het Metric distance model wordt uitgelegd dat er een zone van ‘repulsion’ is. Een dier is hierin te dichtbij een soortgenoot en moet afstand nemen om een botsing te voorkomen. Ook wordt een zone van ‘alignment’ onderscheden, waarbij het dier in de zone probeert te blijven en dezelfde bewegingsrichting van

zijn buurman probeert aan te nemen. In de buitenste zone zal het dier weer proberen dichterbij zijn buurman te komen. Deze zone staat gelijk aan de afstand tot waar de buren elkaar kunnen zien.Een ander model is het Topological distance model. In dit model is de positie van een individu ten opzichte van 6 à7 andere individuen belangrijker dan de precieze afstand tussen het dier en zijn buurman. Het maakt dus niet uit hoe ver de andere organismen van het individu verwijderd zijn, zolang het individu maar tussen de andere organismen ge-positioneerd is. De topologische regel is hierbij dus belang-rijker dan de metrische regel. De twee hierboven genoemde modellen gaan op voor scho-len vissen en zwermen vogels. Een recente studie naar de zwermende spreeuwen boven Rome hebben met behulp van high-speed camerabeelden bevestigd (uitgaande van een simpel model) dat het Metric distance model en het Topological distance model inderdaad juist gesimuleerd zijn.Nu we iets meer weten over het systeem achter het zwerm-gedrag blijft nog altijd de vraag: waarom vertonen sommige or-ganismen zwermgedrag? Er zijn veel verklaringen te vinden die

Deze samenwerking zorgt niet alleen voor meer veiligheid, maar

ook voor meer tijd om te kunnen foerageren.

Het laatste voordeel is dat dieren in een groep energie besparen door samen

te zwemmen of te vliegen. Ganzen vliegen bijvoorbeeld in een v-vorm om op deze manier

door de lucht te ‘snijden’ en zelf zo min moge-lijk weerstand te ondervinden. Vissen ondervinden

minder weerstand doordat ze mee kunnen liften op de stroom die de vinslag van zijn voorganger creëert.

Kortom lijken er genoeg redenen te zijn om in een groep voort te bewegen. Diersoorten die in staat zijn zich behen-

dig voort te bewegen en zwermen te vormen, hebben een veel kleinere kans op te grazen worden genomen dan wanneer deze soorten individueel opereren. Scholen en zwermen kunnen soms bijzondere vormen aannemen. Leuke voorbeelden hiervan zijn te vinden op YouTube onder de zoekterm ‘starling flock’.

uitleggen waarom het vertonen van zwermgedrag voordelig is. Deze zijn in vier belangrijke groepen onder te verdelen; sociaal en genetisch voordeel, anti-predator voordeel, voordeel bij het foerageren en het voordeel van efficiëntere voortbeweging.Sociaal gezien is het een voordeel om dicht in de buurt van je soortgenoten te zijn. Op deze manier gaat het vinden van een partner gemakkelijker. Bij vissen is aangetoond dat ze onrustig worden en sneller gaan ademhalen als ze geïsoleerd worden uit hun groep. Het gedijen in een groep lijkt een kalmerend effect

te hebben op vissen. Schoolvissen zijn kennelijk evolutionair zo geprogrammeerd dat ze niet eens meer alleen kunnen

functioneren.Het predator confusion effect is gebaseerd op het idee

dat predatoren moeite hebben met het uitkiezen van een individu wanneer ze zich in een grote be-

wegende groep bevinden. De bewegingen van de groep zorgen voor een sensorische overbe-

lasting in het visuele gebied van de herse-nen. Verder is het voordelig om je in een

groep te bevinden, omdat in een groep meer ogen aanwezig zijn om mogelijk

gevaar te detecteren. Hoe groter de groep, hoe beter de omgeving in

de gaten kan worden gehouden.

Page 15: Lifeline 29

15GLV Idun

Er was eens een hele grote nootdie verliefd was op een eek-hoornEn toen kwam Henry het zwijn,Samen met Wim het konijn.Ze gingen samen uit etenen bestelden een flesje rode wijn.

Maar de wijn was op.Gelukkig was er nog een laatste pils,een lekkere Heineken nog wel. En toen kwam er een otter op visite. Hij droeg een lange paarse jas en had een geheime boodschap in zijn borstzak.

Hij haalde de boodschap uit zijn zak en liet hem zien, geschokt reageerde de ander:

Dat is mijn geliefde tuinkabout-er!Hij was vorige week weggelo-pen.

Waarschijnlijk naar de myth-ische bossen van Griekenland!Waar het ’s avonds kouder is dan buitenEn de kratten bier altijd klaarsta-an,Met een subtiele doch sublieme toevoeging van..pillen.

Op Lesbos zijn er veel bergen,Elke berg zijn eigen verhaal.En elk verhaal zijn eind is het be-gin van de volgende.Waarbij iemand zijn broek uit doet, op zijn hoofd!

Op de introdag vroegen wij mensen om één zin op te schrijven in ons verhalenboek. De vorige bladzijde mocht nie-mand lezen. Zie hier het resultaat...

De dieren, de drank en de mythische bossen

Heb je weleens verbaasd geluisterd naar een merel die in je achtertuin een politie-sirene na lijkt te doen? Vergeet dat direct en typ “lyrebird” (Engels voor liervogel) in op Youtube. Je ziet het, die vogel kan alles.

Op internet gaat een verhaal rond over een boer die een liervogel als huisdier had in de jaren ’30. Hij speelde graag fluit en de vogel leerde een aantal deuntjes. In New England National Park, waar de na-zaten van deze liervogel nog rondlopen, kun je af en toe nog flarden opvangen van de ooit populaire liedjes “The Keel Row” en “Mosquito’s dance”…

\

Deze vogel combineert eigen werk en andere geluiden tot een compleet num-mer – het instuderen hiervan kan wel vijf jaar duren. Hoewel liervogels wel ge-luiden en liedjes van elkaar overnemen, wordt er vooral solo gezongen. Als een liervogel eenmaal begint met optreden, houdt hij liever niet op totdat zijn routine is afgemaakt. Hier maakte musicoloog David Rothenberg gebruik van toen hij zijn klarinet pakte en met de vogel mee ging spelen. In een interview (te vinden op http://www.newmusicbox.org) vertelt hij: “Interaction is not something they’re used to, but once a lyrebird stars his per-formance, he cannot really stop. It’s like the show must go on. They will alter it in response to you in some odd ways.”

De Liervogel: Koning der Na-apers

Grote LiervogelÁ la Linnaeus: Menura novaehollandiaeImiteert (onder andere): Dierengeluiden, Ketting- zagen, Autoalarm, Huilende babies.Leeft in: AustraliëStatus: Bedreigd (rode lijst)

Page 16: Lifeline 29

16 GLV Idun

De educatieve minor Door Annerens Meijer en Joyce Lubbers

De educatieve minor is ingericht om in een half jaar een tweedegraads bevoegdheid te halen, dit wil zeggen dat je les mag geven aan de

eerste drie klassen van de HAVO en het VWO en aan alle jaren van VMBO TL. Als je de educatieve minor afgerond hebt, krijg je daarvoor

een extra diploma op het moment dat je klaar bent met je bachelor. De minor is een aantal jaar geleden opgezet met het doel om meer

academici voor de klas te krijgen in de onderbouw. Veel mensen kiezen de minor om een een indruk te krijgen van wat lesgeven eigenlijk

inhoud. Daarnaast is zo’n extra bevoegdheid natuurlijk ook niet weg. Tijdens de minor ben je een dag per week op de RuG om vakken te

volgen over effectief les kunt geven en hoe biologie leuk gemaakt kan worden voor de middelbare school. De rest van de week ben je op

je stageschool en geef je les of houd je je bezig met observaties. Bijna ieder jaar bestaat een groot deel van de studenten die de educatieve

minor volgen, uit biologen. Zo ook twee van onze redactieleden, zij vertellen over hun eerste ervaring voor de klas.

Annerens: De voorbereidingen begonnen in de zomer al. Vol enthou-

siasme ben ik gaan winkelen. Nieuwe pennen -speciale pennen waar

je niet op kunt kauwen, want dat kan écht niet als docente- White-

board stiften, een docentenagenda en een map voor de toekomstige

toetsen en werkbladen, want het tijdperk van formulieren verliezen is

voorbij. In een half jaar van studente naar docente, dan moet er nog

beangstigend veel gebeuren, maar ik had er zin in! En dan na twee

weken observeren en colleges volgen is het zover; dan sta je ineens

zelf voor de klas. Oog in oog met dertig brugklassers die je aankijken

of je alles weet en je leven al voorbij is.

Mijn eerste “mevrouw”-momentje had ik op dat moment

al gehad. Tijdens het observeren was een meisje naar me toe geko-

men of ik wist wanneer het brugklassers-cabaret begon. En ik wist

het ook nog! Al was dat alleen omdat ik het in de lerarenkamer had

opgevangen. Maar ik antwoordde met mijn beste docentenglimlach

dat het cabaret begon om vijf over elf in de kantine. En terwijl het

meisje ging zitten en haar boeken uit haar paarse Kiplingtas haalde,

maakte ik in mijn hoofd een stil vreugdedansje.

Lesgeven zelf vind ik erg leuk, ook al is het soms vermoei-

end. Als je merkt dat de klas het leuk vindt, goed

meedoet of alleen al wat opsteekt van wat je ze

probeert te vertellen is mijn dag weer goed. Het

is ook erg vermoeiend, waar je vroeger in de

klas maar op één persoon hoefde te letten moet

je nu dertig in de gaten houden, op het zelfde

moment. Het leukste om te doen zijn proefjes.

Iets als witte bloemen in kleurstof zetten zodat

je een half uur later de bloem ziet verkleuren,

lijkt voor veel brugklassers een tovertruc. En als

je merkt dat ze zo doorkrijgen dat een bloem via

de stengel water opneemt en alle puzzelstukjes

die je de afgelopen les hebt besproken op z’n

plaats vallen, dan ga je met een tevreden gevoel

naar huis.

Joyce: ‘’Mevrouw Lubbers, mag ik even naar het toilet?’’. Ja, ga maar

gauw even. ‘’Mevrouw Lubbers, ik snap er niks van’’. Kom, er is vast

wel iets wat je wel snapt. ‘’Mevrouw Lubbers, hij heeft mijn etui

afgepakt!’’. Jongens, van elkaars spullen afblijven..

Even een greep uit de ‘’Mevrouw Lubbers ,.. ‘’–kreten die ik tot nu

toe naar me toegeworpen heb gekregen. Wwat is er dan ineens veel

veranderd binnen een paar weken. Ik ben van studentikoos meisje, dat

haar laatste lesdag van de middelbare school nog aardig kan herinne-

ren, volgroeid naar Mevrouw Lubbers. Ik heb de macht om te beslissen

of iemand nog wel iets meer rek van zijn blaas mag verwachten. Ik

speel ineens rollen van bioloog tot pedagoog tot agentje. Ík geef nu

de gevreesde onvoldoendes. Waar ik eerst zelf de leraren teisterde

met mijn slechte concentratie en volstrekt ‘natuurlijke’ drang naar

kletsen, ben ik nu de geteisterde.

Natuurlijk vind ik het niet zo vervelend als het nu lijkt. Als ik

een tekening krijg van een brugklasser (zie afbeelding) die mij heeft

nagetekend, compleet met lang vest en krullen (en gelukkig ook met

glimlach), dan smelt ik. Als ik een toets nakijk van een leerling die

een som goed oplost, precies op de manier zoals ik het voorgedaan

had, dan geeft dat een voldaan gevoel. Als een

leerling die niet zo goed is in biologie een goed

cijfer haalt, ben ik trots.

Aan ieder die de ‘vervelende’ leerling niet als

een nachtmerrie ziet maar als een uitdaging, die

plezier beleeft aan het doorgeven van kennis en

die met het ingewikkelde puberbrein om kan

gaan, wil ik de educatieve minor zeker aanbeve-

len. De meest intensieve minor maar vast ook

de meest bevredigende.

‘Zelfportret van Joyce’ gemaakt door één van haar leerlingen

Page 17: Lifeline 29

17GLV Idun

IduzzelDoor Lotti van Driel, Skander Mulder en Anouk Baars

Welkom bij de herkenningspuzzel! Kun jij ontrafelen wat deze non-googlebare objecten voorstellen? De linkerkolom bevat een snelpuzzel voor de drukbezette bijtjes die graag kans maken op twee filmkaartjes, in te wisselen voor een film naar keuze bij ForumImages. De rech-terpuzzel is een uitgebreidere versie voor mensen met meer tijd die houden van een heerlijke High Tea aangeboden door het Feithhuis. Samenwerken mag, mits je het meldt en de prijs met elkaar deelt. Onder de inzendignen wordt via loting een prijswinnaar gekozen. Op onze commissiepagina, te vinden op www.idun.nl, kun je een invulformulier voor de antwoorden vinden. Vul deze digitaal in en mail hem naar [email protected] vóór 26 november. Daarna zetten we de antwoorden online! Succes!

Welke personen zien we hier?

Welke aminozuren zien we hier?

Welke kadootjes van de natuur en we hier?

Van welke landjes zijn deze randjes?

Welke kunstenaar zien we hier?

Page 18: Lifeline 29

18 GLV Idun

Lotti van Driel

Skander

Iris

Anouk

Lotti

Kopje koffie?Op een zonnige vrijdagmiddag werpen wij ons op de taak om filterkoffie te testen. Met gevaar voor eigen leven: mogelijk hoofdpijn, trillende ledematen en wazig zicht, ons eigenbelang opzij zettend voor de goede zaak. Elke bioloog kent natuurlijk in alle uitstekend-heid de effecten van cafeïne en weet daarom ook dat een goed gezet bakje in de ochtend wonderen kan doen. Zeker als de smaak niet verkeerd op de tong ligt en de prijs niet verkeerd is in de portemonnee. In totaal hebben we met vier experts vijf koffiemerken grondig onder de loep genomen.

“De koffie smaakt een beetje zoetig, fleurig en heeft niet heel veel karakter. Alhoewel de kof-fie goed donker is (gezet) proef ik weinig aroma. Na een tijdje werkt de geur licht misselijk-makend. “Cijfer: 5Denkt dat dit de koffie: Markus rood of de Kanis Gunnink is.

“Lekker en niet erg pittig of bitter. Fijne melange van verschil-lende soorten koffie. De koffie maakt ook wel goed wakker. Ik vind dit een goede koffie. Hij heeft ook een behoorlijk stevige nasmaak.”Cijfer: 8,5Denkt dat dit de Kanis & Gun-nink is.

“Deze koffie ruikt naar vroeger, alhoewel de smaak niet erg sterk is. De smaak is een beetje mat en niet erg pittig. Deze koffie is dus niet erg aan te raden als je echt wakker moet worden ’s ochtend. Tot slot is de nasmaak een beetje zoetig.”Cijfer: 7Denkt dat dit de DE (rood) is.

“Ik vind dat deze koffie ruikt naar de koffie die we vroeger thuis hadden. De koffie smaakt niet heel puur en niet heel sterk en is daarom niet bijzonder lek-ker. “Cijfer: 6,5Denkt dat dit de Markus rood is.

“Deze koffie heeft een gebrande smaak en is iets meer bitter dan de vorige. De nasmaak is mild en de koffie heeft een sterke geur. “Cijfer: 8Denkt dat dit de DE (Aroma Excellent) is.

“Ik vind dit echt goede, sterke koffie, alhoewel de koffie wel sterker ruikt dan hij smaakt. De smaak is echter lekker gron-dachtig. Deze koffie heeft een donkerbruine, nootachtige nas-maak die lang aan blijft houden. Hier drink ik meer kopjes van! “Cijfer: 9Denkt dat dit de DE (rood) is.

“Deze koffie is sterk! De smaak gaat echt goed door je mond heen, maar de koffie smaakt niet erg authentiek. Wel denk ik dat je hier ’s ochtends prima mee kan ontwaken.” Cijfer: 7,3Denkt dat dit de DE (rood) is.

“De koffie ruikt sterk, maar smaakt sterker. De kleur is iets minder donker dan de vorige koffie en zelfs de geur is hier nog bloemiger dan die van de eerste ronde. Voor mij is de koffie niet bitter genoeg, maar het aroma is ook lekker. “Cijfer: 6,5Denkt dat dit de AH Perla is.

“Ik vind dit een matige koffie. Er is geen authentieke koffiesmaak of een nasmaak aanwezig. Vol-gens mij is het effect van deze koffie kortdurend en voor mij is de koffie te bitter.”Cijfer: 6 Denkt dat dit de AH Perla is.

“Hmm, ik ruik een sterke –naar mijn idee te sterke- geur. De smaak is echter lekker en zacht, en de nasmaak is mat. “Cijfer: 8,5Denkt dat dit de Kanis & Gun-nink is.

“Dit is een bakje hartaanval! De koffie ruikt sterk en smaakt lek-ker. Ik vind dit een prima koffie. “

Cijfer: 7Denkt dat dit de Kanis & Gun-nink is.

“Deze koffie ruikt heerlijk! Hij heeft een goede kleur, goede smaak en een lekker aroma. Ik denk een vleugje chocolade, iets nootachtigs, te proeven. “Cijfer: 8Denkt dat dit de DE (Aroma Excellent) is.

Page 19: Lifeline 29

19GLV Idun

Conclusie

Meer over Koffie

Lotti van Driel

Kopje koffie?Op een zonnige vrijdagmiddag werpen wij ons op de taak om filterkoffie te testen. Met gevaar voor eigen leven: mogelijk hoofdpijn, trillende ledematen en wazig zicht, ons eigenbelang opzij zettend voor de goede zaak. Elke bioloog kent natuurlijk in alle uitstekend-heid de effecten van cafeïne en weet daarom ook dat een goed gezet bakje in de ochtend wonderen kan doen. Zeker als de smaak niet verkeerd op de tong ligt en de prijs niet verkeerd is in de portemonnee. In totaal hebben we met vier experts vijf koffiemerken grondig onder de loep genomen.

“Is deze koffie smakeloos? Ik ruik ook niet echt een geur. Deze koffie smaakt een beetje goedkoop en het lijkt alsof het enige koffie- achtige aan deze koffie de kleur is.”Cijfer: 6Denkt dat dit de AH Perla is.

“Deze koffie heeft, op een licht zurige smaak na, geen duidelijke smaak. Tevens proef ik niet echt een nasmaak. De koffie lijkt wel wat te waterig. “Cijfer: 6Denkt dat dit de Markus rood is.

“Deze koffie heeft, op een licht zurige smaak na, geen duidelijke smaak. Tevens proef ik niet echt een nasmaak. De koffie lijkt wel wat te waterig. “Cijfer: 6Denkt dat dit de Markus rood is.

“De geur heeft iets licht aroma-tisch, maar er nauwelijks smaak aanwezig. Ik ben niet gechar-meerd van deze koffie. Met mijn ogen dicht zou ik niet herken-nen dat de vloeistof überhaupt koffie zou zijn.”Cijfer: 4Denkt dat dit de Markus rood is.

“Ik vind dat deze koffie een lekker aroma heeft en een bit-tere smaak. Dit wordt mooi af-gerond met een stevige ronde nasmaak. “Cijfer: 7,5Denkt dat dit de DE (rood) is.

“Dit is een sterke koffie, met een goede geur. De smaak is erg lekker en erg vol en rond. Echt lekker romig. In mijn optiek smaakt dit als dure koffie.”Cijfer: 9Denkt dat dit de DE (Aroma Excellent) is.

“Deze koffie vind ik niet ex-treem goed en niet extreem slecht. Dit resulteert in een pri-ma koffie. De koffie heeft geen overheersende nasmaak.”Cijfer: 7Denkt dat dit de DE (Aroma Excellent) is.

“De koffie heeft een goede, donkere kleur. Hij smaakt sterk, bitter, en ruikt heerlijk. “Cijfer: 9Denkt dat dit de koffie: Douwe Egberts Aroma Excellent, de gouden verpakking, is.

Koffie Prijs CijferAH Perla 4,23 €/ 500 g

8,46/ kg 8,1

Markus Rood (Aldi)

2,99 €/ 500 g5,98/ kg 7.7

Kanis en Gunnink 3,49 €/ 500 g6,98/ kg 7.4

Douwe Egberts Aroma Rood

4,98 €/ 500 g9,96/ kg 6.8

Douwe Egberts Aroma Excellent

3,22 €/ 250 g12, 88/ kg 5.5

Voor een niet veel mindere smaak en een kleiner prijsje kun je ’s ochtends heerlijk Markus Rood uit je koffiezetapparaat laten druppelen. Als je toch iets meer kwaliteit wenst, en je portemon-nee het toelaat ga je voor de AH Perla. Tot de grote verbazing van alle experts eindigt de dure Douwe Egberts Aroma Excellent met slechts een magere 5,5 als eindcijfer, en daarmee als laagste van de groep. Duur is niet altijd beter, en merknaam (Douwe Egberts) is geen garantie voor kwaliteit of smaak.

Koffie-spreekwoordengeen zuivere koffie zijn daar is iets niet in orde

koffiedik kijken trachten het onbekende te kennen (de toekomst)op de koffie komen zonder afspraak ergens heen gaanzo helder als koffiedik niet helder, niet duidelijk

Een onderwerp als koffie heeft natuurlijk zijn weg allang ver en breed gebaand in de gedachten van kunstenaars, schrijvers, en eigenlijk iedereen met een beroep.The Oatmeal geeft ons graag nog wat extra gespreksstof. Op zijn website: www.theoatmeal.com zijn 15 dingen te vinden die je moet weten over koffie. Vooral de werking van cafeïne is mooi weergegeven. Ook is een stripje te zien waarin de vijf fasen van het drinken van koffie zijn getekend.

Page 20: Lifeline 29

20 GLV Idun

weggehaald, in de verblijven die er nog staan heeft de planten-groei de ruimte overgenomen. De duivenkooi die eerder al ingestort was is nu een ware ruïne geworden. Het is de bedoeling dat deze wildernis over een tijdje plaatsmaakt voor een parkeerplaats. Hierachter, in het transformatorhuis, bevindt zich nu het atelier van een man van een jaar of dertig die ook wel de kettingzaagkunstenaar wordt genoemd. Zijn werk is echter een stuk verfijnder dan die naam doet vermoeden: we treffen hem aan terwijl hij een sculptuur in de vorm van een vrouwenlichaam, nog half inge-bed in een stuk boomstam, staat te polijsten. Hierna laat Wouter zijn woning aan ons zien. De voormalige laboratoriumruimtes heeft hij omgebouwd tot een uitermate sfeervolle omgeving. Achter de bank in de woonkamer staat plompverloren een losse bad-kuip. Verder hangen de muren vol met eclectische kunst, waar-door we ons bijna in een klein museum wanen. De rondleiding gaat verder. We treffen talloze muren aan met florerende schimmelpopulaties. Andere muren zijn bezaaid met gaten zo groot dat ze er in het centrum van levenswetenschap-pen nog flink wat van kunnen leren. Ten slotte komen we tot de ontdekking dat de intercom het nog steeds doet. Er kan nu onbeperkt en onbestraft in geboerd worden, zoals Wouter vervolgens met volle overgave demonstreert.De gewezen repro is nu het kan-toor van een verhalenverteller geworden. Hij heeft zoveel spul-len dat er een hele bibliotheek mee gevuld kan worden, en dat

Op een grauwe woensdagmiddag trekken we richting Haren. Het dorpje is nog aan het bijkomen van de Project X rellen, de nationale kranten staan nog gevuld met opinieartikelen over het schandaal. Maar ons ramptoerisme is vandaag gericht op het oude Biologisch Centrum, waaraan tot nu toe de sloopko-gel gespaard is gebleven. Voordat de verhuizing naar het Zernike zich twee jaar geleden voltrok, was dit gebouw het centrum voor de biologen. Anti-kraak vereniging Carex en zijn bewoners zijn sinds een jaar bezig om er een verassend leuke plek van te maken.We worden ontvangen door huidig bewoner en beheerder Wouter Nijland. Voor Carex voert hij enkele dagen per week werkzaamheden uit in het pand. Zijn huisvesting bevindt zich op de voormalige afdeling mariene biologie een eindje verderop is zijn atelier. In de eerste plaats is Wouter beeldend kunstenaar. Maar wanneer ik zijn massieve verschijning in levende lijve ont-moet, verbaast het me niet dat hij ook werkzaam is als portier bij onder andere Simplon en het Platformtheater. Woongroep Bonobo heeft zich gevestigd in het oude gedeelte van het BC, dat gebouwd is rond de jaren dertig van de vorige eeuw. Deze woongroep bestaat uit het bestuur van Carex. Dit zijn vrijwel allemaal groene tiepjes, die vanwege onderzoek naar dieren of planten vaak en lang op reis zijn. Daaruit is ook het idee van de woongroep ontstaan; zo kan de één makkelijk voor de planten of dieren van de ander zorgen wanneer diegene weg is.De bewoners hebben hun woongedeelte ingericht met allerlei spullen die heel goed zouden kunnen zijn overgebleven na de verhuizing van de biologen. Aan een klein stukje muur prijkt een gigantisch gewei en in de gang hangt een poster waarop de dwarsdoorsnede van een slang staat afgebeeld. Een hok dat ooit de verblijfplaats was van een stuk of 100 kippen is nu iemands woonkamer. En wat de vroegere snijzaal was voor de studenten, is nu een algemene eet- en spelletjeskamer.Vanaf hier lopen we door naar het terrein waar eerst de buitenverblijven van de dieren zich bevonden. Veel ervan zijn

Was in de kas

Snijzaal is nu een spelletjeskamer

Labzaal is nu gezamelijke ruimte

Een gewei in de gang De vogelverblijven, inclusief onkruid

Wonen in een laboratorium, Het oude BC, het nieuwe ORKZ?

Page 21: Lifeline 29

21GLV Idun

is precies wat hier gebeurd is. Langs de leegstaande kantoren van de studieadviseurs lopen we naar de bibliotheek, waar de we-tenschappelijke literatuur heeft plaatsgemaakt voor massa’s kartonnen dozen, stoelen en administratiemappen. En niet te vergeten een zilveren sofa met knalroze bekleding, die als attri-buut dient wanneer de verhalen-verteller in de rol van de Baron von Munchhausen duikt.Afgezien van de comfortabel ingerichte vertrekken is de rest van het gebouw gevuld met stille leegte. Alles wat niet vastgeschroefd zat of heel erg zwaar was is weggehaald. In het duister van de kelder vinden we de oude suite en het bestuurs-hok van Idun terug. Beide zijn helemaal leeggehaald, ze zijn als kleine, kale hokken achtergela-ten. Muurschilderingen zijn de enige sporen die laten zien dat hier studenten gezeten hebben. Het lijkt een soort moderne versie van een grot met wandte-keningen uit de prehistorie. De sfeer hier doet denken aan het ORKZ. Maar in tegenstel-ling tot het ORKZ is het BC nog lang niet af, noch volledig bewoond. Er kunnen nog zeker honderd mensen bij. En er zijn onder andere plannen om in de kantine een restaurant te vestigen. Er zijn mogelijkheden genoeg om het Biologisch Cen-

trum een tweede leven te geven.

De rondleider: Wouter Nijland

De vliegkooi, inmiddels ingestort

De locatie van studieadviseurs

Was in de kas

Snijzaal is nu een spelletjeskamer

Labzaal is nu gezamelijke ruimte

Met dank aan Wouter Nijland, Skander Mulder en Walter FlapperDe vogelverblijven, inclusief onkruid

Wonen in een laboratorium, Het oude BC, het nieuwe ORKZ?Corinne Mulder

Page 22: Lifeline 29

22 GLV Idun

Kunst, en zo

Kunst zinnig? Peter Callesen, een kunstenaar en auteur uit Kopenhagen, maakt prachtige papierkunst,

anders dan wat je ooit eerder hebt gezien. Callesen houdt zich in veel van zijn werk bezig met de

kunst van het papier. Hij maakt installaties van papier of karton, maar ook kleine tekeningachtige

snijwerken: zijn serie van Papercuts. Hij maakt zulke werken zowel op A4 formaat als Large en

Large Scale. Het meest bijzonder vind ik de Large en de A4 series, waarbij hij de lege en de gevulde

vormen tegelijkertijd tot leven doet komen. De contouren van het uitgesneden papier maken ge-

lijktijdig plaats voor figuratieve vormen. Hij maakt gebruik van positieve en negatieve ruimtes, iets

waar hij in veel van zijn werken om bekend staat. In zijn werken vormen deze beiden uiteindelijk

een samenhangend geheel. Een verhaal wordt verteld.

Vind meer van zijn werken op www.PeterCallesen.com

Lotti van Driel

Naar mijn idee de droomdecoratie voor elke bioloog. Neurowetenschapper,

moleculair, marine of BMT-er, volgens mij vindt iedere bioloog het in zijn hart leuk om

het micro-organisme achter de naam te zien. Met deze prachtige Giant Microbes is dat

mogelijk. Ze zijn er, van salmonella tot een hersencel, van C. Elegans tot een vetcel en van

Antrax tot je eigen stamcel. Deze schattige uitvergrote beestjes van 12 to 18 centimeter

groot, kun je al bestellen vanaf 8,95 dollar. Vanwege de Atlantische Oceaan die tussen de

Verenigde Staten en Nederland ligt moet je echter wel minimaal 30 dollar verzendkosten

betalen.

Als je de stap wilt wagen: je vindt ze op www.giantmicrobes.com.Op www.ravelry.com kun je voor vijf dollar een patroon

kopen om een breinmuts mee te maken. Ietwat vreemd loop

je er wel bij, maar een beetje bioloog is naar mijn idee deze

excentriciteit niet onbekend. Ik begin toch te twijfelen of

deze muts je beschermt tegen een brainfreeze deze winter.

GIANT microbes

.................

.................

.................

Wollige winter!

Page 23: Lifeline 29

23GLV Idun

Na huizen geprobeerd te hebben aan de Nieuwe Ebbingestraat, waar we uit 12 deurbellen de juiste moesten kiezen, of waar we voor een dichte deur bleven staan, eindigen we in een mooi huisje in de Korrewegwijk. Renate kat, 18 jaar, is hier vers komen wonen met haar huisgenootje Manon. Samen komen ze uit Wageningen en hebben ze Groningen op gevoel gekozen. Nog nooit waren ze er geweest, maar de keuze bleek juist, want het bevalt ze tot nu toe erg goed. Renate maakt koffie voor ons, voor het eerst in haar ingebouwde espresso- apparaat. Zelf drinkt ze geen koffie. “Oeps, er gaat nu ineens een groen lampje branden, ik hoop dat die van jullie goed is”, zegt ze tegen degenen onder ons die de eerste kopjes al hadden gekregen. Maar alles is goed, want Norah Jones speelt zachtjes in hun schipperswoninkje. Tot nu toe vindt Renate de studie interessant, maar uitgebreide toekomstplannen heeft ze nog niet. Ze doet vooral deze studie omdat ze wil doen wat ze leuk vindt. En dat doet ze dus. Zij en haar huisgenootje zijn gelijk lid geworden van AEGEE. Renate zingt en speelt gitaar in haar vrije tijd, maar slechts voor zichzelf. Ook heeft ze laten weten interesse te hebben om mee te doen aan het Idiomotor toneelstuk dit jaar. Dat klinkt inderdaad wel alsof ze zich vermaakt. Na het een superroze cupcakeje opgegeten te hebben kunnen we gaan, Renate redt zich wel!

Op de koffie bij...Door Lotti van Driel

Afscheid redactieledenOndanks mijn heldhaftige pogingen om zoveel mogelijk wetenschapsnieuws te presenteren in de

Lifeline, gebeurt er zo veel in de dynamische wereld des wetenschap dat er wel eens wat tussendoor

schiet. Hieronder vallen ook de laatste ontwikkelingen op het gebied van de influenza, in Neêrlands’

hoogsteigen Rotterdam wel te verstaan. In de Maasstad is het enkele onderzoekers gelukt om de

dierlijke H5N1 stam van influenza zover te muteren dat deze overdraagbaar wordt en dus in staat

zou zijn een verschrikkelijke pandemie te veroorzaken. Het valt dus enigszins te begrijpen dat

bepaalde landen, zoals de Verenigde Staten, een kleine paniekspasme vertoonden op het horen van

dit bericht. Het schijnt namelijk dat deze ziekteverwekker ook zou kunnen worden gebruikt door

terroristen. Nou moe! Ondertussen zijn de gemoederen gelukkig al weer bedaard, en werken onze

Hollandse helden lekker door met hun onderzoek. Dezelfde onderzoekers organiseren ook een

masterprogramma, met de specialisatie Infectie & Immuniteit. En toevalligerwijs ben ik sinds vorig

jaar klaar met mijn bachelor, en klaar voor de volgende fase in mijn plan tot wereldoverheersing.

De keuze was snel gemaakt. Groningen zal me altijd nauw aan het hart liggen en zal als

laatste getroffen worden door deze pandemie. Zie het als een afscheidsgebaar.

Hessel

Beste Lifelinelezers,

Met veel plezier heb ik de afgelopen twee jaar aan de Lifeline meegewerkt. Eerst heb

ik stukjes geschreven, maar snel bleek dat ik het werken aan de lay out nog veel leuker

vond. Omdat ik nu in Amsterdam verder ga met de Ecology & Evolution master, moest

ik tot mijn grote spijt afscheid nemen van de Lifelinecommissie. Wat mij betreft een

wat te vroeg einde. Ik weet zeker dat de commissie leuke en inspirerende Lifelines

blijft maken die ik met veel plezier zal blijven lezen!

Oja, dit is nog niet helemaal de laatste keer dat jullie van mij zullen horen, in de tweede

editie van dit jaar zal ik verslag doen van het onderzoeksproject dat ik net gedaan

heb naar de Seychelles warbler op de Seychellen!

Violet

Page 24: Lifeline 29

24 GLV Idun

StudieboekenSimpel besteldSnel geleverdScherp geprijsd

De nieuwe, snuggerestudieboekenwinkel heetstudystore (voorheen selexyz).Ga naar studystore.nl ofstap binnen in het filiaalbij jou in de buurt. Tot snel.