109
Jaarverslag 2015

Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

Jaarverslag 2015

Page 2: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 3

Voor u ligt het jaarverslag van Drenthe College over 2015. Zoals blijkt uit de volgende hoofd-stukken, heeft Drenthe College in de loop van het verslagjaar een nieuwe missie en visie geformu-leerd waarbij zowel studenten als ook medewerkers worden uitgedaagd op zoek te gaan naar de beste versie van zichzelf.

In 2015 heeft Drenthe College een volledige vervanging van het College van Bestuur meege-maakt. Voor de zomervakantie 2015 is Ineke Donkervoort als voorzitter afgetreden, haar dienstverband is doorgelopen tot 1 september. In de tussenliggende periode heeft zij als Lid CvB nog werkzaamheden voor DC verricht. Haar plaats als voorzitter CvB is ingenomen door Albert Bruins Slot. Medio december heeft Gini Coutinho Drenthe College verlaten; zij is met pensioen gegaan. De organisatie is hen beiden veel dank verschuldigd voor het vele werk dat is verricht om de school een gezonde financiële en organisatorische basis te bezorgen. Met niet aflatende energie is gewerkt aan het verbeteren van de processen en resultaten en het professionaliseren van de organisatie. De vacante positie van het Lid CvB wordt naar verwachting in 2016 ingevuld. Daarnaast is in 2015 de sectordirecteur DC Start (Carla Terhell) vertrokken. In oktober 2015 is Renate Renkema als haar vervanger van start gegaan.

In november 2015 heeft Drenthe College een tevredenheidsonderzoek onder (BPV-)bedrijven uitgevoerd. De resultaten daarvan tonen aan dat de tevredenheid in grote lijnen gelijk is gebleven ten opzichte van de vorige meting. Aandachtspunt is wel dat de waardering van bedrijven voor kwaliteit van de afgestudeerde BOL-student licht is gedaald.

HoogtepuntenBelangrijke bereikte mijlpalen in 2015 zijn zonder twijfel de oplevering en opening van het leer-restaurant Stones en de oplevering van het Centrum Innovatief Vakmanschap Duurzame Chemische Technologie (CIV). De formele opening van het CIV staat gepland voor 21 juni 2016. Een ander hoogtepunt is zonder twijfel de verkiezing van Diederick de Vries tot mbo-leraar van het jaar 2015. Nadat hij in februari gekozen was tot Drentse Kei, heeft hij de nominatie en alle selectiegesprekken met glans doorstaan. Inmiddels heeft Diederick zich niet alleen ontwikkeld tot een echte ambassadeur voor het mbo, met een passie voor wat hij zijn corebusiness noemt: de student. Daarnaast heeft hij zich opgeworpen tot ambassadeur van het rekenonderwijs.

Een ander hoogtepunt: het TT-Instituut tekende woensdag 27 mei voor de ontvangst van minis-ter-president Rutte en viceminister-president Asscher. Beide bewindspersonen brachten die dag een werkbezoek aan Noord-Nederland op uitnodiging van de drie noordelijke provincies. Met bedrijfsbezoeken en ontmoetingen met mbo-studenten en ondernemers stond het werkbezoek in het teken van de arbeidsmarkt. Naast gesprekken met de drie noordelijke commissarissen van de Koning namen de bewindspersonen ruim de tijd om tijdens een rondleiding door het TT-Instituut kennis te maken met het moderne onderwijs én met een groot aantal studenten.

Onderwijs in het politieke speelveldOok in 2015 heeft het mbo in de politieke belangstelling gestaan. Daarbij toont de politiek zich niet altijd van haar meest standvastige kant: nog middenin de invoering van het nieuwe reken- onderwijs (inclusief centrale examinering) tonen sommige politici zwakke knieën en pleiten

Voorwoord

Page 3: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

4 DC | JAARVERSLAG 2015

voor een vertraagde invoering van het centrale examen. Daarnaast heeft de minister eind 2015 plannen gelanceerd om “de menselijke maat” versterkt in het mbo te borgen. Alhoewel Drenthe College het eens is met de uitganspunten van “aandacht” en “menselijke maat” ziet Drenthe College niets in de wijze waarop de minister dit denkt te realiseren.

Terugkijkend kunnen we constateren dat 2015 een goed jaar is geweest. We willen dan ook alle medewerkers hartelijk bedanken voor de energie die ze in Drenthe College, de studenten en het (Drentse) bedrijfs- en instellingsleven hebben gestoken. Zij maken het mogelijk dat de studenten hun ontdekkingsreis naar de beste versie van zichzelf kunnen maken. Wat de uitdagingen gedurende het jaar ook mogen zijn, welke zeer uitdagende eisen ook aan een instelling als de onze worden gesteld; samen mogen bijdragen aan de ontwikkeling van onze studenten, aan de ontwikkeling van bedrijven en instellingen en het bijdragen aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt van inactieven, maakt werken bij Drenthe College voor ons allemaal heel waardevol.

Albert Bruins Slot Voorzitter College van Bestuur

Page 4: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 5

Met het jaarverslag 2015 legt Drenthe College verantwoording af over het gevoerde beleid en de bereikte resultaten. Het verslag is geschreven voor studenten en ouders, medewerkers, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de provincie Drenthe, gemeenten in de provincie Drenthe en scholen in het voortgezet onderwijs en het hoger beroepsonderwijs. Dit jaar pakt Drenthe College een oude traditie op en wordt ook een digitale, publieksvriendelijke versie van dit jaarverslag geproduceerd.

Dit jaarverslag bestaat uit negen hoofdstukken. Vanzelfsprekend wordt u uitgenodigd om het hele jaarverslag te lezen. Op www.drenthecollege.nl/overdc/jaarverslag presenteren we onze resultaten op een beeldende manier in de vorm van infographics, filmpjes en korte teksten.

Mocht u delen uit dit verslag willen lezen, dan hebben we hieronder een aantal interessante onderwerpen voor u op een rijtje gezet.

Studenten en oudersIn hoofdstuk drie wordt een beschrijving gegeven van de kwaliteit van het onderwijs. In hoofdstuk vier leest u het verslag van de Studentenraad en in hoofdstuk vijf behandelen we de resultaten van het onderwijs van Drenthe College. Tenslotte gaan we in hoofdstuk zes onder andere in op de tevredenheid van onze studenten.

MedewerkersVoor een overzicht van de missie, visie en strategie verwijzen we graag naar hoofdstuk twee. De uitkomsten van de Onderwijsinspectie zijn te lezen in hoofdstuk drie. In hoofdstuk vier kunt u het verslag lezen van de Ondernemingsraad en de Studentenraad. In hoofdstuk zeven gaan we onder andere in op professionalisering en scholing binnen Drenthe College.

Bedrijven en instellingenDe kwaliteit van het onderwijs (voor zowel de reguliere mbo-studenten als volwassenen) beschrijven we in hoofdstuk drie. In hoofdstuk vijf gaan we dieper in op voortijdig schoolverlaten en welke acties ter voorkoming hiervan worden ondernomen.

Gemeenten, provincie en het ministerie van OCWIn het eerste hoofdstuk gaan we onder andere in op de organisatie, governance en de horizontale dialoog. In hoofdstuk drie beschrijven we de onderwijskwaliteit en in de laatste hoofdstukken van dit verslag behandelen we de financiën.

ContactHeeft u vragen over het jaarverslag of wilt u meer informatie over Drenthe College dan kunt u bellen met het gratis nummer 0800 88 12345 of mailen naar [email protected].

Leeswijzer

Page 5: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

6 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 6: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 7

InhoudsopgaveVoorwoord 3Leeswijzer 5Profiel Drenthe College 91.1 Verklaring bevoegd gezag 91.2 Organisatie Drenthe College 111.3 Verslag Raad van Toezicht 12

Beleidskaders 2015 152.1 Missie, visie en strategie 152.2 Stakeholders en samenwerking 182.3 Huisvesting 20

Onderwijskwaliteit 213.1 Onderwijsinspectie 213.2 Kwaliteitszorg 213.3 Taal en rekenen 223.4 Klachten 223.5 Vertrouwenscommissie 243.6 Voortgangsrapportage kwaliteitsplan 253.7 Instroom- en toelatingsbeleid 253.8 Doorstroom mbo-hbo 26

Ondernemingsraad en Studentenraad 274.1 Verslag Ondernemingsraad 274.2 Verslag Studentenraad 29

Onderwijsresultaten 315.1 Jaar- en diplomaresultaat 315.2 Studentenaantallen 335.3 Voorlopig aantal VSV'ers 2014-2015 355.4 Uitval voorkomen 355.5 Schoolmaatschappelijk werk 35

Tevredenheid stakeholders 376.1 Samenvattend overzicht beoordelingen 376.2 Tevredenheid studenten 376.3 Tevredenheid medewerkers 386.4 Tevredenheid bedrijfsleven 39

Medewerkers Drenthe College 417.1 Personeel in relatie tot strategie 417.2 Kengetallen personeel 457.3 Ziekteverzuim 47

Continuïteitsparagraaf 2016-2018 498.1 Ontwikkeling deelnemersaantallen 498.2 Personeel 508.3 Meerjarenbegroting 518.4 Meerjarenbalans 2015 - 2018 528.5 Intern risicobeheersings- controlesysteem 538.6 Risicoparagraaf 548.7 Raad van Toezicht 55

Jaarrekening 2015 57

Financiën 599.1 Inleiding 599.2 Financiële situatie op balansdatum 599.3. Financiële beschouwing 609.4 Analyseresultaat 2015 629.5 A.1.1. Balans per 31 december 2015 689.6 A.1.2. Staat van baten en lasten 2015 699.7 A.1.3. Kasstroomoverzicht 2015 709.7.1 Grondslagen voor de Jaarrekening 719.8 Toelichting Jaarrekening 759.8.1. Toelichting staat van baten en lasten 859.9 A.1.8 Wet Normering Topinkomens 889.10 Ruimte voor verklaring PWC 909.10.1 Voorstel bestemming exploitatiesaldo 959.10.2 Gebeurtenissen na balansdatum 959.11 Gegevens over de rechtspersoon 959.12 Nota Helderheid in bekostiging van BVE 969.13 Vaststelling Jaarrekening 97

Bijlage 1 99Nevenfuncties RvT en CvB 99Bijlage 2 101Organogram 101Bijlage 3 102Jaaroverzicht taal en rekenen 2015 102Bijlage 4 103Verantwoording kosten SchoolmaatschappelijkWerk en VSV-projecten 103Bijlage 5 104Jaar- en diplomaresultaat 104Bijlage 6 105Aantal medewerkers per functieschaal 105

Organisatie Drenthe College 2016 107Adressen 108Verklarende woordenlijst 109Colofon 110

Page 7: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

8 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 8: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 9

1.1 Verklaring bevoegd gezagHet ministerie van OCW verplicht het bevoegd gezag, het College van Bestuur (CvB), tot een verklaring dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De wettelijke vereisten definieert Drenthe College als alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Hierbij verklaren wij dat Drenthe College al het mogelijke doet om daaraan te voldoen. Hieronder volgt een verbijzon-dering op een aantal punten:

> Bekostigingsdossiers. Drenthe College beijvert zich om van elke student een getekende onderwijsovereenkomst en een BPV-overeenkomst in bezit te hebben. Ook is van elke student een identiteitsbewijs gecontroleerd.

> Onderwijstijd. Drenthe College spant zich in dat alle opleidingen voldoen aan de eisen van onderwijstijd.

> Examinering. De examinering verloopt conform geldende regelgeving en kwaliteitseisen. > Helderheid. Drenthe College voldoet in de uitvoering van het onderwijs aan de uitgangspunten

die daarvoor in de notitie Helderheid zijn gesteld. > Branchecode. Drenthe College voldoet aan alle eisen die de Branchecode stelt.

Uitzonderingen onderwijstijdMet ingang van het schooljaar 2014 - 2015 is er een nieuwe regeling voor de onderwijstijd in het mbo van kracht: de Wet Modernisering bekostiging beroepsonderwijs. Vanaf dat moment geldt een minimum-urennorm. Het gaat daarbij vooral om de zogenaamde begeleide onderwijstijd. Met de inwerkingtreding van de wet heeft de minister echter een afwijking van de urennorm mogelijk gemaakt.

Het CvB heeft, naast de Ondernemingsraad en de Studentenraad in schooljaar 2013 - 2014 ingestemd met een beperkt aantal afwijkingen aangezien deze gebaseerd waren op een onder-wijsinhoudelijke visie over de kwaliteit in relatie tot de doelgroep. De opleidingen voldoen verder alle aan de vooraf vastgestelde voorwaarden: ze zijn kwalitatief goed, betrokkenen zijn tevreden en de onderwijsrendementen zijn goed. Afwijking van de onderwijstijd geldt bij deze opleiding dus ook nog voor het schooljaar 2015 - 2016.

Extra ondersteuning en begeleidingStudenten met een handicap of functiebeperking krijgen extra ondersteuning en begeleiding volgens een individueel handelingsplan. Studenten die bij de intake aangeven dat zij een studie-belemmering hebben of voor wie dat blijkt uit de overdracht van het v(mb)o, krijgen een extra intakegesprek met een studentadviseur over eventuele extra maatregelen om de opleiding succesvol te laten verlopen.

Ten aanzien van onze docenten spannen wij ons in om te voldoen aan de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO). Indien een docent niet bevoegd is, worden heldere afspraken gemaakt om binnen een bepaalde tijd die bevoegdheid te halen. Drenthe College investeert en faciliteert jaarlijks in het bekwaam houden van docenten, management en onderwijsonder-steunende medewerkers. Er is een Drenthe College Academie die opleidingen aanbiedt voor alle medewerkers. De cyclus functioneren en beoordelen voorziet erin dat met alle medewerkers

HOOFDSTUK 1

Profiel Drenthe College

Page 9: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

10 DC | JAARVERSLAG 2015

jaarlijks een functionerings- en een beoordelingsgesprek wordt gevoerd. Mede op basis van die gesprekken worden individuele afspraken gemaakt over ontwikkeling. Inmiddels (2015) hebben 54 docenten een mastergraad en volgen vijftien een mastertraject. Managers van het Centraal Management Team hebben ook een masteropleiding gevolgd. Opleidingsmanagers hebben een collectief ontwikkeltraject gevolgd bestaande uit leergangen; coaching, intervisie en bijeenkomsten deskundigheidsbevordering op specifieke onderwerpen. Dit traject is in het voorjaar 2015 afgerond.

Drenthe College kent klachtenregelingen, een klokkenluidersregeling en de regeling integriteit. De klachtenregelingen, met uitzondering van klachten rond seksuele intimidatie en examinering, zijn samengevoegd in een algemene klachtenregeling voor studenten/deelnemers, ouders, werknemers en derden. Het uitgangspunt is klachten snel en direct op een zo laag mogelijk niveau in de organisatie te behandelen door docenten of opleidingsmanagers.Zwaardere klachten, klachten die meer zijn dan een opmerking voor verbetering of een wens, of snel af te handelen opmerkingen of klachten, worden op school- of locatieniveau geadminis-treerd en hiervan wordt de afhandeling nauwgezet gevolgd. Als de indiener niet tevreden is met de afhandeling, kan de klacht ingediend worden bij de daartoe ingestelde klachtencommissies. Drenthe College houdt zelf toezicht op de kwaliteit van het onderwijs door risico- inventarisaties op basis van het volgen van een aantal prestatie-indicatoren en door interne en externe audits. Drenthe College is aangesloten bij het Kwaliteitsnetwerk mbo. De externe audits worden als colle-giale visitatie door dit netwerk uitgevoerd.

De Onderwijsinspectie heeft in november 2015 aangekondigd een onderzoek te houden naar ‘De staat van de Instelling’. In december 2015 heeft het eerste gesprek plaatsgevonden. Begin 2016 zullen de onderwijsteams op locatie bezocht worden. De Jaarrekening vormt volgens de verklaring van de accountant een getrouwe weergave van de financiële verantwoording over 2015. De Jaarrekening en het Jaarverslag over 2015 zijn door de Raad van Toezicht op 19 mei 2016 goedgekeurd.

Horizontale dialoogDrenthe College ziet als belanghebbenden: studenten (voor studenten onder de achttien jaar ook hun ouders of verzorgers), bedrijven en instellingen in de regio, gemeenten in Drenthe en de provincie Drenthe en uiteraard medewerkers. Drenthe College vraagt periodiek de mening van belanghebbenden, met uitzondering van ouders. Deze enquêtes worden door externe bureaus uitgezet. In hoofdstuk zes wordt verslag gedaan van de uitkomsten van die diverse enquêtes. Ook wordt aangegeven wat er gedaan is of wordt met de uitkomsten.

In aanvulling op deze enquêtes worden studenten, na een of meerdere lesblokken, gevraagd naar hun ervaring (middels panelgesprekken of enquêtes). Voor ouders van studenten worden ouder-bijeenkomsten georganiseerd. Opmerkingen die tijdens deze bijeenkomsten worden gemaakt, worden geëvalueerd en zo mogelijk aangepakt. Verder heeft het lid van het College van Bestuur bezoeken gebracht aan toeleverende scholen, zo mogelijk met de regioverantwoordelijke sector-manager. Bij het verschijnen van dit jaarverslag was de vacature voor een nieuw lid CvB nog niet ingevuld. Naar verwachting zullen deze contacten, na invulling van de vacature, in de tweede helft van 2016 weer worden opgepakt. Dialoog met de scholen vindt ook plaats in regionale decanenbijeenkomsten die eenmaal per jaar worden gehouden. Verder vindt met toeleverende scholen door de regioverantwoordelijke sectormanager onder meer periodiek overleg plaats over doorlopende leerroutes, keuzevakken, over stages, en voorkomen van voortijdig school-verlaten. Met bedrijven en instellingen is er contact in het kader van begeleiding van de Beroepspraktijkvorming (BPV).

Op opleidingsniveau worden informatiebijeenkomsten georganiseerd en vindt met bedrijven en instellingen structureel overleg plaats in regionale platforms. Bij alle opleidingen van Zorg & Welzijn en Techniek is het gelukt om stuurgroepen (boards) in te stellen. Deze kunnen dan nadrukkelijker meedenken bij de vormgeving en uitvoering van een opleiding. Een voorbeeld hiervan is de board bij de opleiding AOT. Een ander voorbeeld is het directie-overleg Kinderwerk waarin er overleg plaatsvindt tussen het sectormanagement en bestuurders uit de kinderopvang en het basisonderwijs. In de zorg vindt veel overleg plaats binnen het Netwerk ZON (netwerk

Page 10: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 11

van zorg- en welzijnsopleidingen in Groningen, Drenthe en Noord-Overijssel). Daardoor zijn werkveld en opleidingen goed op elkaar aangesloten. Overigens is dat niet voor alle branches even makkelijk. Met name in de sector Economie en Dienstverlening waar veel kleine bedrijven zijn, is de opkomst en/of de bereidheid in een stuurgroep zitting te nemen soms beperkter.

Leden van het Centrale Management Team (CMT) hebben elk een aantal sleutelaccounts (bedrijven en instellingen) waar zij contact mee onderhouden. De voorzitter van het College van Bestuur is de eerstverantwoordelijke voor de provincies en gemeenten op bestuurlijk niveau. De voorzitter en het lid van het CvB maken deel uit van diverse raden en commissies die gaan over de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en het aanbod van opleidingen in relatie tot economische ontwikkelingen (of keuzes) in het gebied. Vanuit DC Start is veel overleg met gemeenten over re-integratietrajecten, bijscholing of – recentelijk sterk toenemend – inburgering en is er jaarlijks ook structureel overleg met beleidsambtenaren en wethouders. Tenslotte heeft ook de Raad van Toezicht een omvangrijk netwerk. Relevante signalen vanuit de Raad worden meegenomen in beleid en beleidsontwikkeling. Drenthe College is een open organisatie, die midden in de regio staat en signalen van omgeving meeneemt in beleid.

Drenthe College heeft een nieuw strategisch plan voor de periode 2015 - 2018 geformuleerd. Begin 2015 is dit plan getoetst bij een vertegenwoordiging van bedrijven en bij de colleges van B&W van Emmen, Assen en Meppel.

1.2 Organisatie Drenthe CollegeDrenthe College is een Stichting. De officiële naam is ROC Drenthe College. Onder deze stichting vallen alle activiteiten. Drenthe College kent geen andere (neven)stichtingen. Drenthe College heeft formeel bij één partij onderwijs uitbesteed; Stichting Vakcentrum te Assen. Deze Stichting verzorgt voor de noordelijke provincies de opleidingen schilderen en stukadoren. De sectorma-nager Techniek van Drenthe College is voorzitter van de Stichting Vakcentrum.

Drenthe College heeft drie beroepssectoren: Zorg & Welzijn, Economie en Dienstverlening en Techniek. De sector DC Start is per 1 augustus 2013 gevormd uit de sector Educatie, Vavo, en de opleidingen op niveau 1 (BKA en AKA) van de beroepssectoren. Daarmee is DC Start het gezicht naar stakeholders met opleidingen voor mensen die een duwtje in de rug nodig hebben. Naast de sectoren zijn er twee stafdiensten: Finance en Control en Operations.

De besturing van Drenthe CollegeDe Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het College van Bestuur, fungeert als klankbord en vervult de werkgeversfunctie voor het College. De Raad heeft jaarlijks een overleg met de Ondernemingsraad, de Deelnemersraad en de managers van het Centraal Management Team van Drenthe College. De Raad heeft een voorzitter en vijf leden. In de code Goed bestuur in de BVE-sector en de statuten is bepaald dat de zittingsperiode van een lid van de Raad vier jaar is. Daarna kan een lid nog een keer worden herbenoemd. De maximale zittingsperiode is acht jaar. In 2015 zijn de heer Klarus, de heer Zwiers en de heer Kleinhuis herbenoemd. Mevrouw Van As-Kleijwegt is als voorzitter van de RvT afgetreden vanwege het bereiken van de maximale zittingstermijn. De heer Zwiers volgt haar als voorzitter op en de heer M. Boumans zal vanaf 2016 als nieuw lid aan de RvT worden toegevoegd.

De Raad van Toezicht1 bestond in 2015 uit de volgende leden:

Naam Startdatum Tweede termijn Einddatum Taak

Dineke van As - Kleijwegt 01-01-2008 01-01-2012 31-12-2015 Voorzitter en lid RemuneratiecommissieRuud Klarus 01-01-2011 01-01-2015 31-12-2018 Lid Commissie OnderwijskwaliteitLambert Zwiers 01-01-2011 01-01-2015 31-12-2018 Secretaris en lid RemuneratiecommissieRudi Kleinhuis 01-01-2012 01-01-2016 31-12-2019 Vicevoorzitter en lid AuditcommissieAstrid-Odile de Visser 01-04-2013 01-04-2017 31-03-2021 Lid AuditcommissieJanneke Hadders 01-05-2013 01-05-2017 30-04-2021 Lid Commissie Onderwijskwaliteit

Page 11: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

12 DC | JAARVERSLAG 2015

Het College van Bestuur (CvB)2 bestaat uit een voorzitter en een lid. In juli 2015 is het voorzit-terschap van het College van Bestuur door mevrouw H. Donkervoort beëindigd, haar dienst-verband is per 1 september gestopt. De heer A. Bruins Slot is haar opgevolgd. In december 2015 heeft ook het lid CvB, mevrouw G. Coutinho, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, afscheid genomen van Drenthe College. In 2015 heeft de RvT een vacature geplaatst voor een nieuw lid CvB.Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de gehele organisatie. De voorzitter en het lid hebben een taakverdeling afgesproken. Bij verschil van mening binnen het College van Bestuur is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Het CvB vergadert om de twee tot drie weken, met als doel onderlinge afstemming te bereiken en besluiten te nemen over aangelegenheden die het Centraal Management Team (nog) niet raken. Het College van Bestuur vormt samen met de sectormanagers en dienstenmanagers het CMT. De voorzitter van het College van Bestuur zit de vergadering voor.

In het Centraal Management Team (CMT) worden nagenoeg alle belangrijke besluiten genomen die Drenthe College op het gebied van beleid en besturing raken. Het CMT vergadert om de veertien dagen een dagdeel en heeft driemaal per jaar tweedaagse themavergaderingen.

Het Managementteam (MT) wordt gevormd door alle leidinggevenden van Drenthe College. Het MT komt om de zes tot acht weken bij elkaar en wordt dan over actuele aangelegenheden geïnfor-meerd door het College van Bestuur. Het MT levert in deze vergaderingen tevens een bijdrage in actuele beleidsaangelegenheden.

De Ondernemingsraad (OR) van Drenthe College bestaat uit dertien leden. De OR vergadert om de vier tot zes weken met de voorzitter van het CvB. De vergaderingen worden twee weken van tevoren voorbereid door het Dagelijks Bestuur van de OR (voorzitter, vicevoorzitter en secretaris) met de voorzitter CvB. Jaarlijks zijn er twee bijeenkomsten van de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht.

De Studentenraad (SR) van Drenthe College heeft vijftien leden (de leden van de drie deelraden). De deelraden zijn regionaal georganiseerd rond de locaties in Emmen, Assen en Meppel. De deelraden hebben periodiek overleg, minimaal om de tien weken, met de voor de regio verant-woordelijke sectormanager. Minimaal twee keer per jaar heeft de voorzitter van het College van Bestuur overleg met de voltallige Studentenraad. De Studentenraad heeft ook twee keer per jaar overleg met de Ondernemingsraad en een keer per jaar met de Raad van Toezicht.

1.3 Verslag Raad van ToezichtDe Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen Drenthe College en staat het College van Bestuur met raad terzijde. Conform de branchecode Goed bestuur in het mbo (branchecode) waaraan de Raad van Toezicht zich heeft verbonden, houdt ze hierbij niet alleen rekening met het instellingsbelang, maar ook met het publieke belang. De toezichthouders zien zich als ambassadeur van de instelling. Dit jaarverslag is gebaseerd op de principes van deze branchecode.

CommissiesDe leden van de Raad van Toezicht zijn allen lid van een commissie. Deze commissies bespreken meerdere malen per jaar relevante onderwerpen ter advisering van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur en ter voorbereiding op de bespreking en de besluitvorming in de volledige Raad van Toezicht.1. De Remuneratiecommissie bestaat uit mevrouw Van As-Kleijwegt en de heer Zwiers. Deze commissie richt zich op de volgende onderwerpen:

> De benoeming van leden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. > Het functioneren van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. > De arbeidsvoorwaarden en de beloning van het College van Bestuur en de honorering van de

Raad van Toezicht. > De evaluatie van het eigen functioneren Raad van Toezicht.

1 Nevenfuncties RvT en CvB bijlage 12 Organogram bijlage 2

Page 12: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 13

2. De auditcommissie bestaat uit de heer Kleinhuis en mevrouw De Visser. De auditcommissie heeft een voorbereidende taak met betrekking tot:

> De periodieke financiële rapportages. > De jaarrekening en de begroting. > De werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. > Financiële informatieverschaffing. > Naleving van de aanbevelingen van de externe accountant. > Belangrijke investeringen. > Bewaking Treasury-statuut

3. De commissie onderwijskwaliteit bestaat uit mevrouw Hadders en de heer Klarus. Deze commissie ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en de daarmee verbonden organisatie en personeelsaspecten. In de vergadering komen de volgende thema’s of documenten aan de orde:

> Rapportages van de Onderwijsinspectie. > Rapportages van interne en externe audits. > Het kwaliteitsplan. > Om invulling te geven aan de branchecode is door de werking van deze verschillende

commissies een goed evenwicht tussen de hard en soft controls.

BijeenkomstenIn 2015 heeft de Raad van Toezicht zes keer samen met het College van Bestuur vergaderd. Daarnaast is gedurende het jaar sprake van overleggen met een wat informeel karakter waarbij enkel de leden van de Raad van Toezicht betrokken zijn. De agenda van de vergaderingen van de Raad van Toezicht wordt grotendeels bepaald door activiteiten en rapportages zoals die zijn opgenomen in de Planning en Controlcyclus, waarin naast financiën ook onderwijskundige aspecten van Drenthe College centraal staan.

InformatiebronnenDe Raad van Toezicht krijgt haar informatie in de eerste plaats van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht vindt het belangrijk om de informatie ook via andere bronnen te verkrijgen en hiermee tegenspraak te organiseren zoals genoemd in de branchecode. Twee keer per jaar heeft ze daarom overleg met de Ondernemingsraad en jaarlijks spreekt ze ook met de Studentenraad en de leden van het Centraal Management Team. Daarnaast legt de Raad van Toezicht een of meerdere keren per jaar een werkbezoek af bij een (onderwijs)team en is een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht aanwezig bij evenementen, openingen et cetera. De Raad van Toezicht bracht in 2015 een bezoek aan het team Economie & Dienstverlening in Meppel. Daarnaast krijgt ze haar informatie via de accountant en externe stakeholders.

ZelfevaluatieDe Raad van Toezicht heeft in 2015 een professionaliseringsaanvraag bij het MBO Platform Raden van Toezicht ingediend. Deze is gehonoreerd. In 2015 is daarom een bijeenkomst geweest, onder leiding van een externe deskundige, die inging op governance ontwikkelingen. Een tweede sessie zal in maart 2016 plaatsvinden waarbij het eigen evalueren van de Raad van Toezicht meer centraal staat.

De Raad van Toezicht heeft in 2015, conform de Wet Normering Topinkomens per 1 januari 2015 de honorering van de leden van de Raad van Toezicht aangepast. De RvT is verder van mening, conform advies WNT, dat de RvT zich moet blijven professionaliseren en ontwikkelen. Ook worden hogere eisen aan toezichthouders gesteld. In dit licht is de beloning van de RvT leden aangepast en heeft de RvT afgesproken hiervoor een apart professionaliseringsbudget in te stellen.De Raad van Toezicht is tevens verantwoordelijk voor haar eigen budget. De Raad van Toezicht heeft besloten de vergoeding te verhogen naar € 7.500 voor leden en € 10.000 voor de voorzitter. Het onderscheid in de vergoeding op basis van deelname aan commissies vervalt hiermee aangezien alle leden RvT in een commissie actief zijn. Deze verhoging geldt vanaf 1 januari 2015. De verhoging is mede ingegeven door het feit dat de vergoeding van Raad van Toezicht al een aantal jaren op hetzelfde niveau gebleven is.

Page 13: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

14 DC | JAARVERSLAG 2015

Externe accountantNa een selectie van een nieuwe accountant in 2014 is PricewaterhouseCoopers (PWC) na de zomervakantie 2015 gestart met de interim-controle. PWC concludeert dat de interne beheersing van de administratieve processen van voldoende niveau is. Dit is overeenkomstig de bevindingen van het vorige jaar. Enkele aandachtspunten zijn: betalingen (met name facturering) beter inregelen, Europese aanbesteding is een risico omdat kennis bij één persoon is belegd, inkoop-proces optimaliseren met behulp van Mediusflow en de ICT-organisatie. In 2016 zal Drenthe College verbeteringen op bovenstaande thema’s doorvoeren.

Overige thema’s Raad van Toezicht vergaderingenIn 2015 heeft de Raad van Toezicht goedkeuring gegeven aan de Jaarrekening en het Jaarverslag 2014, het Jaarplan 2015, de Begroting 2015, het strategisch plan 2015-2018, voorlopig koop- contract voor pand aan de Flintstraat Emmen en de Meerjarenbegroting 2015-2017. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek, het kwaliteitsplan, de onderwijskwaliteit aan de hand van risico-indicatoren, verdere positionering van de locatie in Meppel en de managementreview 2015 besproken.

De Raad van Toezicht heeft in 2015 afscheid genomen van de voorzitter College van Bestuur mevrouw H. Donkervoort. De heer A. Bruins Slot werd na een zorgvuldige procedure als opvolger benoemd. In december 2015 is tevens, als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, afscheid genomen van het lid CvB; mevrouw G. Coutinho. De Raad van Toezicht heeft besloten deze functie opnieuw in te willen vullen. De werving is in 2015 aangevangen en zal in 2016 zijn beslag krijgen.Tot slot heeft de Raad van Toezicht afscheid genomen van mevrouw D. van As, vanwege het aflopen van haar benoemingstermijn. De heer L. Zwiers is benoemd als nieuwe voorzitter. Na een openbare procedure en een zorgvuldige selectie is de heer M. Boumans als nieuw lid van de Raad van Toezicht benoemd.

Bij al haar besluiten neemt de Raad van Toezicht de volgende uitgangspunten in acht: > De Raad van Toezicht houdt toezicht op alle aspecten van Drenthe College waarbij de kwaliteit

van het primaire proces leidend is. > De Raad van Toezicht houdt toezicht op het waarborgen van de grondslag en het doel van

Drenthe College, zoals verwoord in de statuten. > De Raad van Toezicht ziet toe op naleving van de wet- en regelgeving en de branchecode Goed

bestuur in het mbo. > De Raad ziet toe op de vraag of Drenthe College haar strategie en beleidskeuzes in een goede

dialoog afstemt op de behoeften van belanghebbenden en hierbij inhoud geeft aan haar maatschappelijke opdracht.

WerkgeversrolIn 2015 is met de leden College van Bestuur, zoals elk jaar, een functionerings- en beoordelings-gesprek gevoerd. De inhoud van deze gesprekken wordt in een besloten vergadering met de andere leden van de Raad van Toezicht besproken.

Lambert ZwiersVoorzitter Raad van Toezicht

Page 14: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 15

2.1 Missie, visie en strategieDrenthe College stelt zich ten doel goed beroepsgericht onderwijs te bieden in de regio Drenthe binnen de financiële randvoorwaarden die het ministerie van OCW daarvoor stelt. Om dat te realiseren heeft Drenthe College voor de periode 2015-2018 de volgende missie en visie geformuleerd:

MissieSamen op ontdekkingsreis gaan naar de beste versie van jezelf

VisieEen opleiding met ruimte om te groeien vanuit je eigen passie en talent is een belangrijke pijler voor een waardevolle en betekenisvolle toekomst

Drenthe College onderscheidt in de realisering van haar missie en visie de komende vier jaar de volgende vier strategische hoofdlijnen:

> De ontwikkeling van inspirerende opleidingen die recht doen aan de visie en missie. Dat betekent dat curricula de student als uitgangspunt nemen. Voor hen ontwerpt Drenthe College uitdagende opleidingsprogramma’s die passie en talent van studenten aanspreken en ontwikkelen. Meer opdrachten en ontdekkingsgerichte leerprogramma’s, waarin kruisbestuiving mogelijk is, en keuzevrijheid, flexibiliteit en excellentie aandachtspunten zijn.

> De professionalisering van medewerkers om studenten te begeleiden in de richting van de visie en missie, maar ook om zichzelf te ontwikkelen. Met het oog op studenten is een prioriteit; het waar nodig aanleren van coachingsvaardigheden, het leiding geven aan integrale projecten en LOB. Verder aandacht voor de eigen professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het team, zodat teams verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de vormgeving van het onderwijs.

> Het oog houden op ontwikkelingen in onze omgeving. De wereld verandert snel. Drenthe College vindt het belangrijk de komende jaren steeds te blijven zoeken naar mogelijkheden waar zij naast het opleiden van studenten ook een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en de economische groei van de regio. Zij houdt daarvoor actief contact met overheden, bedrijven/instellingen en maatschappelijke organisaties in de regio.

> Bewaken van de financiële continuïteit. Dit vraagt in ieder geval aandacht voor: de rationalisatie van onderwijsprocessen en een niet te groot aanbod aan opleidingen. Met deze randvoorwaarden wordt echter maximaal gestreefd naar een positieve en stimulerende leeromgeving. Verder vraagt de financiële continuïteit een voldoende mate van flexibiliteit in huisvesting en personeel.

HOOFDSTUK 2

Beleidskaders 2015

De ontwikkeling van inspirerende

opleidingen

De professionalisering van medewerkers

Het oog houden op ontwikkelingen in

onze omgeving.

Bewaken van de financiële continuïteit

Een opleiding met ruimte om te groeien vanuit je eigen passie en talent is een belangrijke pijler voor een waardevolle & betekenisvolle toekomst

VISIE

Samen op ontdekkingsreis gaan naar de beste versie van jezelf

MISSIE

Page 15: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

16 DC | JAARVERSLAG 2015

In aanvulling op bovenstaande heeft Drenthe College in 2013 ook een visie op leren en onder-wijzen geformuleerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: student, docent/leraar en organisatie.

Uitgangspunt voor het realiseren van motiverend en uitdagend onderwijs voor de student is: > Het aansluiten op achtergrond, begin niveau en motivatie van de student. > Een positieve benadering van studenten door betrokken docenten. > Zorgen dat studenten ervaring kunnen opdoen in de praktijk van het gekozen beroep. > Realiseren van een opleidingscultuur die aansluit bij de cultuur van het gekozen beroep. > Laten groeien van inzicht van studenten in eigen kwaliteiten en mogelijkheden. > Via uitdagende doelen, inspirerende werkvormen en eigentijdse hulpmiddelen. > Zorgen dat studenten op school bij een groep horen.

Dat vraagt van docenten binnen Drenthe College dat zij zorgen voor: > Een pedagogisch klimaat dat wordt gekenmerkt door: respect, veiligheid, verantwoordelijkheid,

dialoog en een positieve benadering. > Een didactiek die gericht is op groei in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. > Inzicht in het totale opleidingsplan en de plaats die zijn “vak” daarin inneemt. > Het geven van een effectieve feedback waardoor studenten worden aangezet tot leren. > Uitdagende doelen en inspirerende en goed gestructureerde werkvormen en lessen. > Beschikken over actuele kennis op het eigen vakgebied. > Input vanuit zijn vak naar de loopbaan- en oriëntatiebegeleider om de student optimaal te

kunnen begeleiden in zijn persoonlijke ontplooiing. > In staat zijn tot het geven en ontvangen van feedback van collega’s en studenten. > Kunnen aansluiten bij de cultuur, wijze van leren en communiceren van de studenten. > Drenthe College als organisatie moet zorgen voor: > Beroepsonderwijs dat is gericht op het ontwikkelen van toekomstige beroepsbeoefenaren,

actieve burgers en zelfbewuste mensen met een eigen identiteit. > Goede contacten met voorbereidend en vervolgonderwijs, bedrijven en instellingen en met

belangrijke stakeholders in de regio. > Een cultuur waarin het geven van feedback over het professionele gedrag vanzelfsprekend is. > Goede ondersteuning en facilitering in tijd en geld van teams en docenten bij hun professionele

ontwikkeling en collegiale samenwerking. > Begrijpelijke informatie voor studenten en hun ouders/opvoeders over het onderwijs en de

eisen die er gesteld worden. > Contact met ouders over de opleiding en

ontwikkeling van hun kind. > Goed georganiseerd onderwijs. > Een klimaat waarin iedereen bijdraagt

aan een positieve leeromgeving voor de studenten.

StrategieDrenthe College realiseert haar missie en visie volgens onderstaand denkmodel. Ook het kwaliteitssysteem dat Drenthe College hanteert is op dit denkmodel gebaseerd. Op elk niveau van de organisatie worden ontwikkelingen in de buitenwereld bezien op gevolgen en vervolgens worden op elk van de aspecten prioriteiten bepaald; uiteraard in relatie met DC-brede prioriteiten.

De buitenwereld

Cultuur en communicatie

Structuur en sturing

Financiën

Personeel

Bedrijfsvoering, administratie en systemen

Kern processen

Missie en strategie

Page 16: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 17

Op basis van dit denkmodel is het Strategisch plan Drenthe College 2015 - 2018 ontwikkeld. Op basis van dit plan worden elk jaar strategische prioriteiten benoemd. In 2015 waren dit de volgende punten:

> Teams van de beroepsopleidingen: ontwikkelen visie op leren en onderwijzen, ontwerpen curricula op basis van nieuwe kwalificatiedossiers en vormgeven aan de intensivering. Zij houden bij ontwerp en invulling rekening met de nieuwe missie en visie en de waarden uit het nieuwe strategisch plan. Speciale aandacht voor de inbreng van studenten (co-creatie), keuzemogelijkheden, LOB en het ontwikkelen van realistische projecten met bedrijven/instellingen.

> Om op termijn te voldoen aan de nieuwe eisen voor het mbo-onderwijs worden in 2015 onder verantwoordelijkheid van het CMT plannen van aanpak gemaakt voor de volgende DC brede projecten: invulling excellentie, internationalisering, onderwijs in de gele weken, keuzedelen, invoegstrook, zorg en techniek, niveau 2, aansluiting vmbo-mbo en gebruik digitale technieken

> Om studenten beter en sneller in een hen passende opleiding te kunnen krijgen, en vanaf de start een betere begeleiding te kunnen geven, wordt verder gewerkt aan professionalisering van de intake.

> Bijzondere aandacht verdienen in 2015: - Start Horeca-opleiding met Stenden - Uitwerking CIV duurzame chemische technologie met lectoraat - Uitwerking van Lectoraat sensortechnologie - Aanvraag Innovatie Werkplaats Zorg en Technologie.

> De nieuwe missie en visie vraagt van de medewerkers van Drenthe College dat zij samen met studenten een leergemeenschap vormen, en de DC-waarden uitdragen. Leden van onderwijsteams moeten in staat zijn talenten van studenten te herkennen en studenten te coachen. Er zal een aanbod gecreëerd worden om medewerkers en teams daarbij te ondersteunen.

> Het zijn van een leergemeenschap vraagt ook dat medewerkers het leuk vinden zich te ontwikkelen. De cyclus functioneren en beoordelen zal worden aangepast. Er zal ervaring in een pilot worden opgedaan met een profscan voor docenten. Er zal plan van aanpak worden gemaakt voor invulling lerarenregister bij Drenthe College. Het opleidingsaanbod voor OBP zal worden vernieuwd. Bevorderd zal worden dat het OBP stage gaat lopen in het onderwijs.

> Voor een positieve leergemeenschap is het ook belangrijk dat medewerkers in algemeenheid tevreden zijn over het werk bij Drenthe College. In januari 2017 wordt een medewerkerstevredenheidsonderzoek gedaan. Op basis van de uitkomsten zal een plan van aanpak worden opgesteld.

> Zoals het strategisch plan aangeeft is de omgeving van het mbo in beweging. Het gaat dan om de toekomstige ontwikkelingen in bedrijven/instellingen, de ontwikkeling van beroepen en een nog niet altijd heldere inschatting van noodzakelijke kennis en vaardigheden. Een leven lang leren zal noodzakelijk zijn. Niet duidelijk is wie daarin welke rol moeten en kunnen spelen. In ieder geval is belangrijk dat Drenthe College zich in deze veranderingen goed positioneert. In dat licht zijn de volgende prioriteiten wenselijk:

- Met een extern bureau ontwikkelen van een vlaggenschip/kristallisatiepunt in Meppel - Onderzoek onder alumni. Op basis van de uitkomsten zal plan van aanpak worden opgesteld - Waar al mogelijk keuzes maken in leven lang leren - Werkende werkveldadviescommissies en Boards bij de opleidingen - DC Start heeft een rol in DC brede contracten en contracten die afgesloten worden met gemeenten om voor hen werklozen of mensen aan onderkant van de arbeidsmarkt te scholen of via cursussen meer bij de arbeidsmarkt te betrekken. In dat licht zijn de volgende prioriteiten wenselijk: - Goed aan tafel komen in de drie arbeidsmarktregio’s - Ontwikkelen van een hernieuwd aanbod voor gemeenten - Drenthe College is een klein/middelgroot ROC. De nieuwe bekostiging kost Drenthe College 1,4 miljoen euro aan reguliere bekostiging. Vanaf 2023 wordt forse krimp verwacht. De omvang van het ROC, de regionale spreiding en de bekostiging zorgen voor grenzen aan aanbod en flexibiliteit. Het is aan de hele organisatie om bij het maken van plannen met deze grenzen vanuit betaalbaarheid en organiseerbaarheid rekening te houden. Mede in dat licht zijn er de volgende strategisch prioriteiten in 2015 in deze lijn.

Page 17: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

18 DC | JAARVERSLAG 2015

- Voorstellen en kaders onderwijslogistiek met oog op implementatie focus op vakmanschap - Onderzoek doelmatigheid aanbod opleidingen - Kiezen en implementeren simulatietool

Van deze punten zal de ontwikkeling naar de nieuwe kwalificatiedossiers in 2016 verder zijn voortgang vinden. Het ontwikkelen van inspirerende opleidingen zal ook voor 2016 een prioriteit blijven. Het vormgeven van een lectoraat Sensortechnologie is in 2015 niet gelukt. De vertraging ligt bij de Hanzehogeschool waarmee Drenthe College dit zal vormgeven. Strategisch personeels-beleid is een belangrijk thema voor 2016. Bovenstaande punten met betrekking tot de profes-sionalisering van medewerkers hangen hiermee samen. Het CMT zal hierin nog keuzes moeten maken. De overige punten zijn in 2015 gerealiseerd.

2.2 Stakeholders en samenwerkingZorg & WelzijnDe sector Zorg & Welzijn werkt samen met de stakeholders op een wijze waarbij de lagen in de verschillende soorten instellingen elkaar vinden. De sector ontmoet in Netwerk ZON de noorde-lijke ROC’s en de zorg- en welzijnsinstellingen van Groningen en Drenthe (noord, midden en zuidoost). Rond de regio Zuidwest wordt samengewerkt in de Zorgcampus Noorderboog. De sector werkt samen met hbo-instellingen en ROC’s binnen het Centre of Expertise van het Noorden. Kennis wordt hier gebundeld in Innovatiewerkplaatsen.

De sectoren Zorg & Welzijn van de Drentse ROC’s werken samen met het basisonderwijs en kinderopvang in het Directieoverleg Kinderwerk. Het management van de sector doet mee aan De Ronde Tafel Zorg en Innovatie (provincie Assen) en de Kopgroep Assen waarin respectievelijk overheid, instellingen en onderwijs vertegenwoordigd zijn. Per regio zijn er platformbijeenkomsten waar het opleidingsmanagement in gesprek is met hoofden van de instellingen.

TechniekBinnen Techniek kent Raden van Advies. De Raden van Advies bestaan uit bedrijven op het specifieke vakgebied die samen met het onderwijs onder andere spreken over toekomstige ontwikkelingen in het vakgebied, het verwerven van projecten, het goed in kaart brengen van de regio en de behoeften om onderwijs en bedrijfsleven goed op elkaar aan te laten sluiten.Binnen het TT-Instituut werd in 2015 veel aandacht besteed aan samenwerking met bedrijven waarbij studenten exclusieve masterclasses konden volgen en waar men kans maakte om binnen een raceteam werkervaring op te doen. Samenwerkingen die er in 2015 al waren (of zijn opgezet) zijn:

> Ten Kate Racing, eerste masterclass zal plaatsvinden in 2016 > Het TT-circuit bemiddelt tussen Drenthe College en de raceteams voor bijvoorbeeld de British

Superbike en het TT-evenement. > Motul, een groot internationaal bedrijf in olie- en smeermiddelen gaf in 2015 binnen

TT-Instituut een masterclass.

Vanuit de sector is Centrum voor Innovatief Vakmanschap voor duurzame chemische technologie opgericht. Hierin werken lokale overheden, bedrijfsleven en onderwijs (mbo/hbo) samen.

Samenwerking hogescholenDe sector Techniek heeft in 2015 ook geïnvesteerd in de samenwerking met hogescholen, zoals Stenden en de Hanzehogeschool in Groningen. Niet alleen op het gebied van innovatie, maar ook om de doorstroom van studenten te bevorderen. Voorbeelden hiervan zijn:

> Vanuit het TT-Instituut is er contact het Hanze Institute for Technology. Hierbij wordt de link gelegd met Sensor City, domotica en andere innovatieve ontwikkelingen.

> Media en ICT en ook AOT hebben een aansluitingsoverleg met Stenden en de Hanzehogeschool. In dit overleg wordt gekeken naar gezamenlijke projecten die opgepakt kunnen worden, zodat mbo-studenten in projecten samenwerken met hbo-studenten en zij van elkaar kunnen leren.

Page 18: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 19

Verder heeft techniek in 2015: > De week van de techniek georganiseerd samen met VO-scholen in de regio. Leerlingen volgen

lessen, krijgen informatie over de opleiding en doen een opdracht. > Geparticipeerd in de IT Academy Noord. Door middel van open samenwerking tussen

kennisinstellingen, bedrijven en organisaties, state-of-the-art onderwijs en onderzoek wil de IT-Academy in Noord-Nederland het innovatief vermogen versterken, werkgelegenheid in de IT stimuleren en een aantrekkelijke landingsplaats zijn voor talent.

> Deelgenomen aan de BIO Based Economy waarin ondernemers, kennisinstellingen en overheden in Drenthe zich in zetten om uit te blinken in (groene) materialen in de

> voedings-, farmaceutische- en chemische industrie. > Zitting in de begeleidingsgroep Techniekpact. > Meegewerkt in Techniek In Bedrijf. Dit moet zorgen voor een goede doorlopende leerlijn tussen

het vmbo en mbo.

Economie & DienstverleningDe sector Economie & Dienstverlening heeft in 2015 met regelmaat contact gehad met bedrijven in de regio. Die contacten zijn vooral belegd bij alle branches binnen de sector en passen binnen de kaders van bedrijfstakadviesgroepen om ontwikkelingen in de branches en het onderwijs met elkaar te delen, om ontwikkelingen te sturen en eventueel te beïnvloeden. Daarnaast heeft Economie & Dienstverlening in 2015:

> Samenwerking en afstemming georganiseerd met leerlijnen in VO en in het hbo: - aansluitingsprojecten samen ontwikkelen met noordelijke hbo en mbo-instellingen - uitwisselen van programmaonderdelen met VO-instellingen om studieduur te verkorten of studies te verdiepen.

> In Assen een nauwe samenwerking met Werkplein Baanzicht op het gebied van gastlessen, projecten met betrekking tot de positie van de student als aankomend beroepsbeoefenaar.

> Acties ondernomen om, in het kader van ‘Meppel op de kaart’ samen met Fresh Forward Drenthe College fysiek meer zichtbaar te maken in de regio Meppel. Inmiddels is een eigen leerbedrijf actief in Meppel, is er een start gemaakt met een DC-locatie in het centrum van Meppel waar ondernemers en Drenthe College elkaar treffen in allerlei vormen van samenwerking. Daarnaast participeert Drenthe College (al dan niet met collega ROC’s) in regionale samenwerkingsorganen met gemeentes, bedrijfsleven en (zorg-)instellingen.

> Veel energie gestoken in de relatie met relevante partners in de uniformberoepen. Ondanks dat leiden landelijke en regionale (politieke) beslissingen er met name toe dat defensie-opleidingen verdwijnen. Voor andere veiligheidsopleidingen is het erg lastig voldoende en goede BPV-plaatsen te benutten. De sector blijft hier ook in de komende tijd met onze relaties aan werken om studenten te bedienen en om de branche van gekwalificeerd personeel te voorzien.

> In het kader van aanbodprofiel van opleidingen gebruik gemaakt van landelijk onderzoek en zijn gesprekken gevoerd met regionale bedrijven in het kader van BPV-vraagstukken en de arbeidsmarktrelevantie van bepaalde opleidingen.

DC Start DC Start heeft het afgelopen jaar vooral geïnvesteerd in het bijdragen aan het terugdringen van laaggeletterdheid; DC Start participeert daartoe in de stuurgroep laaggeletterdheid binnen de verschillende arbeidsmarktregio’s. De sector werkt zeer nauw samen met de Drentse gemeenten, zowel met het onderwijsdomein als wel met het Sociale Domein. Daarnaast vindt er een nauwe samenwerking plaats met Vluchtelingenwerk en het COA.

Page 19: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

20 DC | JAARVERSLAG 2015

2.3 HuisvestingHet beleid om de kwaliteit van de huisvesting te verhogen is in 2015 voortgezet. Daarbij wordt gestuurd op een aantal aspecten:

> Afstoten van verouderde locaties en het vernieuwen van bestaande locaties of het betrekken van nieuwe locaties.

> Voorbereiden op een krimp van het aantal studenten door flexibiliteit in te bouwen in de verhouding eigendom en huur van gebouwen. Het beleid is erop gericht twee derde van de gebouwen in eigendom te hebben en de rest te huren.

> De kwaliteit van de gebouwen te verhogen passend bij de vragen van het onderwijs.

Het afgelopen jaar zijn de volgende resultaten bereikt:Kwalitatief:

> De verouderde locatie Flintstraat is afgestoten. > De horeca-opleidingen zijn ondergebracht bij Stenden, zodat er kan worden samengewerkt met

de daar gevestigde hbo-opleidingen op onder andere het gebied van de associate degree. > Het Technomatch gebouw is grondig gerenoveerd om plaats te bieden aan een Centrum voor

Innovatief vakmanschap op het gebied van duurzame procestechnologie. > De laatste fase van de renovatie van de Ubbekingecamp is afgesloten.

Kwantitatief > Er zijn veertien locaties in gebruik in 2015. > De totale omvang van panden die in gebruik zijn ligt rond de 61.500 vierkante meter. In 2016

wordt een verdere daling verwacht tot rond de 56.000 vierkante meter. > Het aantal huurpanden is vergroot. Momenteel wordt qua vloeroppervlak 33 procent gehuurd. > De kosten voor huisvesting zijn 145 euro per vierkante meter bedrijfsvloeroppervlak (inclusief

afschrijving, ICT en facility management). De stijging van de huisvestingskosten per vierkante meter komt met name door afstoot van panden welke zijn afgeschreven (lage vierkante meter prijs). Naar verwachting zullen deze kosten oplopen tot 161 euro in 2017. De bezetting per vierkante meter gaat in 2017 aanzienlijk omhoog.

De cijfers over 2015 zijn gerealiseerd. De overige cijfers zijn opgenomen uit de meerjarenbe-groting. In 2015 zijn de huisvestingslasten hoger vanwege een versnelde afschrijving van de locatie Fokkerstraat. In 2016 vallen die grotendeels weg.

2015 2016 2017 2018

Huisvestingslasten € 4.998.030 € 4.901.000 € 4.638.000 € 4.638.000Afschrijvingslasten € 4.253.178 € 3.897.000 € 3.900.000 € 3.900.000Totaal € 9.251.208 € 8.798.000 € 8.538.000 € 8.538.000

Page 20: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 21

3.1 OnderwijsinspectieEind oktober kondigde de Onderwijsinspectie het onderzoek aan naar de staat van de instelling. Dit onderzoek vindt eens per drie jaar plaats en heeft bij Drenthe College voor het laatst in 2013 plaatsgevonden. In december vond het voorbereidende gesprek op dit onderzoek plaats en werden de vijf opleidingen bekend gemaakt waar de steekproef zou worden gehouden. Bij de sector Techniek betreft het de opleidingen: operator B (BBL 3 in Emmen) en autotechniek (autotechnicus, BOL 2, TT-Instituut). Bij de sector Economie en Dienstverlening gaat het om de opleidingen: junior kapper (BOL 2 in Emmen), zelfstandig werkend kok (BBL 3 in Emmen) en sport- en bewegings-coördinator/bewegingsagoog (BOL 4 in Assen). Het onderzoek naar de staat van de instelling vindt begin 2016 plaats.

3.2 KwaliteitszorgVoor wat betreft de borging van de kwaliteit en het structureel werken aan doelen heeft Drenthe College gekozen voor het systeem van: een strategisch vierjarenplan, jaarplannen, sectorplannen en teamplannen. Om gericht aan de organisatiedoelen te werken, worden jaarlijks centraal een aantal prioriteiten benoemd. Deze vinden hun weerklank in sectorplannen die een deel van deze prioriteiten overnemen op basis waarvan de teamplannen kunnen worden opgesteld. Drenthe College is van mening dat naast het opstellen van bovenstaande kwaliteitsdocumenten het gesprek hierover van even groot belang is. Daarom worden op alle functieniveaus deze kwaliteits-documenten in verschillende overleggen besproken. Daarnaast wordt de stand van zaken van de prioriteiten enkele malen per jaar met de RvT, OR en het (C)MT besproken. Bij het vaststellen van de nieuwe prioriteiten worden CMT, OR en RvT betrokken. Op deze wijze ontstaat een cyclisch kwaliteitsproces.

Drenthe College zet verschillende instrumenten in om goed zicht te houden op de (onderwijs-)kwaliteit, waaronder een risico-analyse, interne audits, inspectiebezoek en audits uitgevoerd door het Kwaliteitsnetwerk mbo. Eén keer per jaar worden de rendementen, uitkomsten van diverse tevredenheidonderzoeken, jaarverslagen van examencommissies, inspectietoezicht, ziekteverzuim en klachten per opleiding op een rij gezet om te beoordelen of er sprake is van risico’s voor de kwaliteit van het onderwijs in een bepaald team. Deze analyse is onder meer de basis voor de planning van interne audits. In 2015 heeft Drenthe College de volgende audits uitgevoerd:

> Drie integrale audits De opleidingen uiterlijke verzorging (niveau 3 en 4) en allround operationeel technicus (niveau 4) scoorden hierbij een voldoende. De opleiding medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) in Meppel had een onvoldoende score.

> Drie thema-audits kwaliteitsborging Vakschool Techniek (niveau 2) scoorde goed, de opleiding helpende zorg en welzijn (niveau 2) in Assen scoorde voldoende en de Entree-opleiding in Emmen scoorde onvoldoende. Vooral de onderdelen verbetering en verankering behoeven aandacht.

> Een thema-audit nakomen resultaatafspraken teams Geconcludeerd wordt dat de zes onderzochte teams in grote mate voldoen aan de resultaatafspraken zoals het CvB in 2012 met de teams heeft gemaakt.

HOOFDSTUK 3

Onderwijskwaliteit

Page 21: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

22 DC | JAARVERSLAG 2015

> Een thema-audit opleidingsplannen Van de sectoren Techniek, Zorg & Welzijn en Economie & Dienstverlening zijn elk drie opleidingsplannen bestudeerd. Van DC Start is een opleidingsplan bestudeerd. De opleidingsplannen zien er over het algemeen goed uit (helder en duidelijk). Enkele opleidingsplannen zijn qua toon niet consistent en in sommige opleidingsplannen is geen consistentie in termen. Ook in kwantitatieve zin is naar de opleidingsplannen gekeken. Geconcludeerd werd dat voor cohort 2015 half november niet alle opleidingsplannen in het systeem beschikbaar waren, ook ontbraken een aantal toets- en examenbomen.

Drenthe College hecht belang aan goed geschoolde auditoren. In mei heeft daarom voor de tweede maal een auditorentraining plaatsgevonden. Totaal hebben nu 24 personen binnen Drenthe College deze training gevolgd. De auditoren bekleden verschillende functies, zodat op basis van verschillende expertises een evenwichtige auditcommissie kan worden samengesteld.

3.3 Taal en rekenenTaal en rekenen was ook in 2015 een speerpunt binnen Drenthe College. De nadruk lag dit jaar vooral op de examenorganisatie, de ontwikkeling van instellingsexamens en scholing. Vooral het vak rekenen heeft uitgebreid in de belangstelling gestaan. Drenthe College kiest ervoor om met dit vak door te gaan op de ingeslagen weg, ondanks het wegvallen van de slaag- zakregeling.

De implementatie van centrale afname van examens voor de generieke vakken heeft vorm gekregen door het inzetten van de commissie Generieke examens Engels, Rekenen en Taal. Deze commissie heeft een uitvoerende taak met betrekking tot de organisatie van de centrale examens en de ontwikkeling van de instellingsexamens voor taal. In 2015 zijn de eerste centrale examens afgenomen bij de studenten (niveau 4) voor Nederlands 3F. Geen enkele student is gezakt als gevolg van een onvoldoende voor het centraal examen Nederlands (bijlage 3 Jaaroverzicht taal en rekenen).

Op twee werkconferenties is gewerkt aan didactische scholing van docenten. De rekendo-centen hebben uitgewisseld hoe zij omgaan met niveauverschillen tussen studenten. Daarbij lag de nadruk op een gedifferentieerde aanpak in de lessen. De taaldocenten hebben zich op de werkconferentie vooral beziggehouden met de didactiek en de beoordeling van schrijfvaardigheid. Voor rekenen is ongeveer de helft van de docenten (dertig) geschoold tot gevorderd rekendocent mbo. Daaropvolgend is een tiental van hen doorgegaan met de scholing tot rekenexpert, zodat er op ieder locatie van Drenthe College een medewerker is die meer kennis heeft over de aanpak van rekenproblemen. Deze scholingen zijn uitgevoerd in samenwerking met Hogeschool Windesheim.

De projectgroep Engels heeft in samenwerking met de docenten de examinering voor dit vak vormgegeven. De eerste groep studenten heeft meegedaan aan de pre-pilot en de eerste pilot-ex-amens. De resultaten daarvoor geven een geruststellend beeld; deze examens komen overeen met de overige resultaten die de studenten op andere toetsen en examens haalden. Voor Engels was scholing ook een belangrijk onderwerp. Een groep van twaalf docenten heeft deelgenomen aan een studiereis naar Engeland. Daarbij lag de nadruk op het opfrissen van de eigen vaardigheid en kennis. Verder zijn er door Bureau ICE diverse trainingen verzorgd voor het beoordelen van spreekvaardigheid.

3.4 KlachtenIn totaal zijn er in 2015 zevenentwintig klachten ingediend (2014: 40). Het aantal klachten is daarmee nog wat lager dan in voorgaande jaren. Aangezien alle klachten na overleg met de sector of dienst zijn opgelost, lijkt Drenthe College opnieuw resultaat te boeken ten aanzien van verbe-tering van de kwaliteit van haar onderwijs. De klachten in 2015 zijn als volgt onder te verdelen:

Page 22: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 23

Klachten over examinering/toetsing/Reglement Commissie van Beroep voor de ExamensEr is een bezwaar (klacht) ingediend bij de examencommissie van de sector Zorg & Welzijn (2014: twee) en een bij die van de sector Economie & Dienstverlening (2014: geen). Alle bezwaren zijn (naar tevredenheid) afgehandeld, want in geen enkel geval is beroep aangetekend tegen de uitspraak van de examencommissie(s) bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Bij de examencommissie(s) van de andere sectoren zijn geen bezwaren ingediend.

Klachten in het kader van de Algemene klachtenregelingKlachten van studenten/ouders In totaal zijn, exclusief vragen/klachten over facturering en vragen/klachten ingediend bij de dienst Operations 22 klachten binnengekomen. Bij de sector Economie & Dienstverlening zijn in dit kader twaalf klachten binnengekomen, bij de sector Techniek vijf, de sector Zorg & Welzijn vijf en bij de sector DC Start geen. Er is (in beroep) geen enkele klacht voorgelegd aan de onafhankelijke klachtencommissie.

Daarnaast zijn bij de dienst Finance & Control zeven vragen/klachten ingediend over (onduide-lijkheden ten aanzien van) de facturering. Na overleg met de betreffende sectoren zijn deze naar tevredenheid afgehandeld. Bij de dienst Operations zijn geen klachten ingediend. Wel werden bij het Infoteam van Drenthe College een aantal meer praktische vragen voorgelegd zoals ten aanzien van boeken, leermiddelenlijsten en inlogcodes. In 2014 werden in deze categorie 34 klachten ingediend (exclusief vragen/klachten over facturering, boeken/leermiddelenlijsten, inlog-codes et cetera). Ten aanzien van deze categorieën geldt dat via de Ombudslijn drie klachten zijn gemeld, waarvan uiteindelijk een is ingetrokken. De Ombudslijn komt met name in beeld als een student (of ouder) vindt dat de school niet accuraat reageert op een ingediende klacht.

Klachten van derdenDeze klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over het niet aanbieden van een opleiding, het niet goed begeleiden door Drenthe College op een stage-adres, of over overlast veroorzaakt door studenten in de omgeving van de school. In 2015 werden door derden drie klachten ingediend (2014: ook drie). De klachten zijn na overleg met de betreffende sectoren/diensten naar tevredenheid afgehandeld.

Algemene klachtenregeling Drenthe College per 17 maart 2014Per 17 maart 2014 is de Algemene klachtenregeling Drenthe College in werking getreden. Voor derden/externen had Drenthe College formeel nog geen klachtenregeling. Ook zij kunnen gebruik maken van de Algemene klachtenregeling.

De Algemene klachtenregeling gaat ervanuit dat klachten in eerste instantie worden aangepakt (op- gelost) daar waar ze zijn ontstaan. Als dat niet tot het door de klager gewenste resultaat leidt, kan de klager terecht bij de Onafhankelijke klachtencommissie (die volledig uit externen bestaat). Klachten over ongewenst gedrag Op elke locatie heeft Drenthe College een docent als intern vertrouwenspersoon aangesteld. Deze zijn voor hun werk gecertificeerd. Verder maakt Drenthe College ter begeleiding van eigen medewerkers met klachten gebruik van de diensten van drie externe vertrouwenspersonen van het GIMD. Een van hen is coördinator en treedt op als adviseur van het College van Bestuur. De inzet van externe vertrouwenspersonen is bedoeld om te voorkomen dat interne vertrouwensper-sonen in een loyaliteitsconflict kunnen komen. De externe inzet moet tevens de deskundigheid borgen, naast de certificering van de eigen vertrouwenspersonen.

Klachten-/geschillencommissies

Onafhankelijk klachtencommissie van Drenthe College in het kader van de Algemene klachtenre-geling Drenthe CollegeDe Onafhankelijke klachtencommissie is ingesteld conform de bepalingen van de branchecodes “Goed bestuur in de bve-sector” resp. “Goed bestuur in het mbo” (in werking getreden per 1 augustus 2014). Er is in 2015 geen klacht voorgelegd aan de commissie.

Page 23: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

24 DC | JAARVERSLAG 2015

De commissie heeft geconstateerd dat er in 2015 in het kader van de Algemene klachtenregeling in totaal 25 klachten zijn ingediend bij de sectoren. In geen enkel geval is een klacht ingediend/ beroep ingesteld bij de commissie. Dat wijst erop dat de klachten (naar tevredenheid) zijn afgehandeld daar waar ze zijn ontstaan, bij de opleidingen/sectoren.

Commissie van Beroep voor de Examens van Drenthe CollegeDe commissie is ingesteld conform de bepalingen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De commissie heeft vastgesteld dat er in 2015 twee bezwaren zijn ingediend bij examencom-missies (een bij de sector Economie en Dienstverlening en een bij de sector Zorg en Welzijn). In geen enkel geval is beroep bij de commissie ingesteld. Dat wijst erop dat de bezwaren (naar tevre-denheid) zijn afgehandeld daar waar ze zijn ontstaan, bij de opleidingen/sectoren.

Interne Geschillencommissie Drenthe College (in het kader van de CAO-BVE/MBO)Er is in 2015 geen enkel bezwaarschrift voorgelegd aan de commissie. Dat wijst erop dat eventuele geschillen (naar tevredenheid) zijn opgelost daar waar ze zijn ontstaan, bij de sectoren/diensten.

Samenstelling commissiesDe hierboven genoemde onafhankelijke commissies bestonden in 2015 uit de volgende externe leden:

> mevrouw T. Slagman - Bootsma (voorzitter) > mevrouw mr. S. Smink (lid) > de heer mr. drs. J.A. van ’t Slot (lid) > mevrouw mr. M.J.C. Schutte (plaatsvervangend lid) > mevrouw mr. M.H.H. Hermans MPM (plaatsvervangend lid)

3.5 VertrouwenscommissieVoor de sociale veiligheid is binnen Drenthe College een vertrouwenscommissie actief. De commissie bestaat uit zeven interne vertrouwenspersonen. Een interne vertrouwenspersoon is verbonden aan een of meerdere locaties van Drenthe College. De vertrouwenscommissie is in 2015 zes keer bijeengeweest. Tijdens deze vergaderingen is de actualiteit besproken, zijn voorvallen uit het werk gedeeld en vond intervisie plaats onder leiding van de coördinator externe vertrouwenspersonen. Het antipestbeleid is meermaals besproken en ook het cyberpesten heeft de volle aandacht van de commissie. De coördinator externe vertrouwenspersonen woont het overleg bij ter ondersteuning van de externe en interne vertrouwenspersonen en is tevens adviseur van het CvB.

Meldingen op het gebied van ongewenst gedrag worden door de commissie behandeld. Te denken valt aan ongewenste intimiteiten en seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, fysieke agressie en verbale agressie. Dit gaat om meldingen door en over medewerkers, studenten, stagiairs of anderen betrokken bij Drenthe College.

MeldingenIn 2015 hebben de interne vertrouwenspersonen in 39 situaties gesprekken gevoerd; in 2014 waren dit 41. Hierbij zijn de gesprekken niet meegeteld die gevoerd zijn naar aanleiding van een melding via het digitaal meldformulier. In veertien situaties vonden de gesprekken plaats op verzoek van de betrokkene. Het merendeel van de meldingen van ongewenst gedrag kwam echter van een derde.

Een deel van de gesprekken en de mailwisseling was van informatieve aard, waarbij de interne vertrouwenspersoon advies gaf (onder andere bij een mogelijke klacht) of doorverwees. Eén situatie leidde tot aangifte wegens fysieke agressie. In enkele gevallen werd maatschappelijk werk erbij betrokken. In één situatie werd de externe vertrouwenspersoon van GIMD ingeschakeld.

Het aantal situaties waarin gesprekken werden gevoerd of melding werd gedaan van ongewenst gedrag varieert sterk per locatie. Ook varieert de ernst van het aantal meldingen. Op enkele

Page 24: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 25

locaties werden vooral gesprekken gevoerd waarin informatie verstrekt werd of om een mogelijke klacht jegens een werknemer weg te nemen, op andere locaties was de aanleiding voor het contact met de vertrouwenspersoon vooral gebaseerd op pesten. Met name op de locaties Cicero en Ubbekingecamp hebben de meeste gesprekken plaatsgevonden. Het merendeel van de meldingen van ongewenst gedrag had betrekking op (mede)studenten. In vier gevallen was het ongewenste gedrag gericht tegen een medewerker (2014: dertien).

Sinds december 2014 wordt binnen Drenthe College ook de mogelijkheid geboden aan studenten om ongewenst gedrag (anoniem) digitaal te melden. Dit gebeurt via een formulier op de startpagina voor studenten. Via het digitaal meldformulier kwamen 48 meldingen binnen; 27 meldingen betroffen cyberpesten, enkele meldingen betroffen seksuele intimidatie, buiten-sluiten en/of discriminatie. Dit is een behoorlijke stijging ten opzichte van 2014 (drie) waarbij opgemerkt moet worden dat het melden via het meldformulier wat dit betreft vergemakkelijkt wordt en dat een aantal meldingen via het meldformulier geen juiste of onvolledige informatie bevat.Bij 23 meldingen was de vertrouwenspersoon niet in staat actie te ondernemen. Deze meldingen waren anoniem en enkele ervan werden bij navraag betiteld als ‘grap’ (tien). Geen van de meldingen heeft geleid tot een traject waarbij de klachtencommissie moest worden ingeschakeld. Hierbij moet de kanttekening worden geplaatst dat nog niet alle zaken zijn afgerond.

3.6 Voortgangsrapportage kwaliteitsplanIn het kader van de Regeling Kwaliteitsplan MBO heeft Drenthe College op 1 april 2015 een integraal Kwaliteitsplan opgeleverd. Dit Kwaliteitsplan bevat de zes door het ministerie van OCW benoemde thema’s, te weten:

> studiewaarde > VSV > taal en rekenen > professionalisering > BPV > excellentie

In dit plan heeft Drenthe College de besteding van extra middelen afkomstig van het ministerie van OCW verantwoord. Het plan is goedgekeurd, met de aantekening dat doelstellingen meer SMART zouden kunnen worden geformuleerd. Drenthe College wijt het open karakter van het plan met name aan de wisseling van het CvB in 2015. Op basis van het Kwaliteitsplan, dat een looptijd heeft tot 2018, wordt jaarlijks aan het ministerie gerapporteerd. Drenthe College grijpt het eerste rapportagemoment op 1 maart 2016 aan om – naast te rapporteren op voortgang – een aanscherping van het totale plan in te dienen.

3.7 Instroom- en toelatingsbeleidMet de invoering van het Actieplan Focus op Vakmanschap heeft het ministerie van OCW de toelatingseisen voor het mbo aangescherpt: vmbo’ers met een diploma en havisten met een overgangsbewijs van klas drie naar klas vier hebben recht op toelating en het recht om ingeschreven te worden in de opleiding van zijn of haar voorkeur. Bij twijfel of een gekozen opleiding geschikt is voor een kandidaat-student, bestaat de mogelijkheid om door middel van een verlengde intake (gesprekken en/of capaciteitentoetsen) een studiekeuzecheck uit te voeren. Hierdoor kan de student met meer zekerheid bepalen of de juiste keuze wordt maakt of dat een andere opleiding een betere optie is. Slechts in uitzonderingsgevallen kan het bevoegd gezag, bij opleidingen op niveau 2, 3 en 4, besluiten om studenten te weigeren.

De taak van mbo-instellingen is om te zorgen voor toegankelijk onderwijs, ook voor moeilijke doelgroepen. Als uit de intake kan worden afgeleid dat de student wegens persoonlijke factoren,

Page 25: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

26 DC | JAARVERSLAG 2015

ziekte of handicap de opleiding naar verwachting niet kan afmaken binnen de gestelde oplei-dingsduur, treft Drenthe College naar redelijkheid maatregelen zodat de student de opleiding kan volgen en kan afronden. De wet geeft aan dat het bevoegd gezag het nemen van de beslissing over de toelating kan opdragen aan een door haar in te stellen toelatingscommissie. Binnen Drenthe College is de Centrale Commissie voor Bijzondere Toelating geïnstalleerd. Deze commissie besluit op basis van gesprekken en aangeleverde informatie om wel of geen vrijstelling van de toelatingseis te verlenen.

Centrale Commissie voor Bijzondere ToelatingDrenthe College is verplicht om studenten die voldoen aan de toelatingseisen toe te laten. Gelijktijdig wordt in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) voorzien in de mogelijkheid om aspirant studenten die wettelijk niet toelaatbaar zijn via een toelatingsonderzoek alsnog toe te laten. Binnen Drenthe College is een Centrale Commissie voor Bijzondere Toelating actief die aanvragen van aspirant studenten beoordeelt en besluit over het wel of niet verlenen van een vrijstelling van de vooropleidingseis.De toelatingsprocedure is in eerste instantie gericht op aspirant studenten van achttien jaar en ouder die door diverse omstandigheden geen diploma hebben behaald of die het ooit behaalde diploma niet kunnen overleggen. Er vindt een toelatingsonderzoek te plaats om te bepalen of ze potentieel in staat zijn om een opleiding op niveau 2, 3 of 4 te volgen en succesvol af te ronden. Een aspirant student die jonger is dan achttien wordt zo mogelijk terugverwezen naar het vmbo. Bij uitzondering worden zij toegelaten als ongediplomeerde instromer in een Entrée-opleiding.

In 2015 zijn 59 verzoeken tot vrijstellingen aangevraagd; achttien verzoeken zijn gehonoreerd en vijf afgewezen. De overige 36 aanvragers hebben tijdens het onderzoekstraject besloten:

> zich aan te melden bij een Entrée-opleiding > over te stappen naar een ander ROC > hun schoolloopbaan in het vmbo voort te zetten > af te haken vanwege te grote afstand tot het onderwijs > te stoppen met de procedure zonder hun vervolgstap aan te geven.

3.8 Doorstroom mbo-hboRuim 40 procent van de gediplomeerde studenten op niveau 4 van Drenthe College studeert verder in het hbo. Dit is iets boven het landelijk gemiddelde. Van de mbo-studenten die aansluitend een studie aan een hbo-instelling beginnen, haalt gemiddeld 21 procent geen hbo-diploma. De uitval is het grootst in de propedeusefase. De landelijke cijfers laten eenzelfde beeld zien. Voornaamste redenen van uitval zijn het niveau van Nederlands en rekenen/wiskunde en Engels en het verschil in studievaardigheden (bijvoorbeeld tempo en hoeveelheid lesstof).

Drenthe College heeft binnen verschillende opleidingen een doorstroomprogramma opgenomen. Daarnaast zijn er aparte trainingen ‘Studievaardig naar het hbo’ ontwikkeld die buiten schooltijd worden aangeboden op drie locaties. Drenthe College werkt in het kader van het project ‘Succesvolle doorstroom mbo-hbo’ samen met zeven ROC’s en AOC’s en vier hbo-instellingen in Groningen, Friesland en Drenthe. Doel van de samenwerking is om de aansluiting te verbeteren en de uitval te verminderen. In 2015 zijn de deelnemende instellingen gestart met de ontwikke-lingen van doorstroomprogramma’s waarin de opleidingsdomeinen van het mbo en de sectoren van het hbo op elkaar worden afgestemd. Deze programma’s zullen bij de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers binnen Drenthe College worden aangeboden als zogenoemde keuzedelen voor studenten die na het mbo een hbo-opleiding willen volgen.

Page 26: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 27

4.1 Verslag OndernemingsraadDe ondernemingsraad telt dertien leden. In januari heeft de Ondernemingsraad reguliere verkie-zingen gehouden; enkele leden hebben vrijwillig hun functie neergelegd en enkelen hebben zich herkiesbaar gesteld. Vanaf 10 februari 2015 bestaat de OR uit de volgende leden: Janny Keizer (voorzitter; sector Techniek), Marjan van der Meer (vice-voorzitter; sector Zorg & Welzijn), Ger de Jonge (secretaris; sector Zorg & Welzijn), Jennie de Boer (sector DC Start), Jan Hazelhoff (sector Economie & Dienstverlening), Jannes Jan Mulder (sector Economie & Dienstverlening), Jan Meijerink (OBP), Jan Paul Pietersma sector Economie & Dienstverlening), Luuk Smit (sector Techniek), Margriet Stap (sector Zorg & Welzijn), Albert Stevens (OBP), Bennie Veldstra (OBP) en Dita Wiersma (sector Techniek).

De OR voert wekelijks overleg op verschillende locaties van Drenthe College. In 2015 heeft tussen de OR en het College van Bestuur negen keer een formeel overleg plaatsgevonden en twee keer informeel via een zogenaamd benen-op-tafel-overleg. Tevens heeft er één keer een Artikel 24 overleg plaatsgevonden met het CvB, de Raad van Toezicht en de OR en één keer was er een ander overleg met deze partijen. Eén keer heeft een overleg met Studentenraad en CvB plaats- gevonden. Daarnaast heeft de voltallige OR overleg gehad met de sectormanagers van de sectoren, de coördinator P&O, de manager financiën en de gezamenlijke vakbonden (AOb, CNV, ABVAKABO en Unienfto). De HRM-commissie heeft gesproken met de adviseur Arbo en Milieu.

De OR kent commissies op de volgende terreinen: Financiën; HRM; Communicatie en Onderwijs. Deze commissies voeren indien gewenst gesprekken met managers en projectleiders en externe deskundigen.

Via een Nieuwsflits, die digitaal verspreid wordt naar alle personeelsleden, wordt de achterban op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen. Tevens gebruikt de OR de Nieuwsflits als vraagbaak om te peilen wat de mening van de achterban is over bepaalde thema’s. De OR onder-houdt een eigen sectie op intranet waar nieuws en wetenswaardigheden geplaatst worden. Daarnaast nemen personeelsleden regelmatig schriftelijk of telefonisch contact op met de OR met vragen en opmerkingen. De OR probeert zo goed mogelijk vragen en opmerkingen van het personeel af te handelen, adviseert of verwijst personeelsleden door, met in achtneming van het algemeen belang van Drenthe College.

Sinds oktober hebben zich na een oproep van de OR een aantal personeelsleden gemeld die als contactpersonen optreden. Zij nemen contact op met de OR bij zaken die leven op de werkvloer en de OR informeert hen over waar de raad mee bezig is.

De Ondernemingsraad heeft in 2015 gebruik gemaakt van haar instemmingsrecht en heeft instemming gegeven op:

> De toevoeging van de functie Project Assistent aan het functiebouwwerk > De registratie van het seniorenverlof OBP per kalenderjaar

HOOFDSTUK 4

Ondernemingsraad en Studentenraad

Page 27: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

28 DC | JAARVERSLAG 2015

De OR heeft gebruik gemaakt van adviesrecht en positief advies uitgebracht op de volgende onderdelen:

> Meerjarenbegroting 2016-2019 > Begroting 2016 > Het Strategisch Plan 2015-2018 > De benoeming van de voorzitter CvB > Ten aanzien van de meerjarenbegroting 2016-2019 is er veelvuldig overleg geweest en heeft

de OR begin 2016 een positief advies uitgebracht.

Naast bovengenoemde onderwerpen, waarop de OR advies en instemming heeft uitgebracht, zijn in het formeel overleg met het CvB de volgende zaken aan de orde gekomen:

> Jaarverslag 2014 > Jaarrekening 2014 > Jaarverslag Maetis Ardyn – Bedrijfsarts > Jaarplan 2015 > Voortgang professionaliseren van docenten > Doorstroom mbo-hbo > Project ProfScan > Interpretatie cao > Kwaliteitsplan en kwaliteitsborging > Excellentieplan > Positionering Drenthe College in Meppel > Intake-instrumenten > Vakantieschema 2015-2016 > Medewerkerstevredenheidsonderzoek > Planning en roostering > Strategisch huisvestingsplan > Seniorenverlof > Start JOB/KTO > Numerus fixus opleidingen > Vakantieplanning 2016-2017 > Drenthe College personeelsplanning 2013-2032 > Maraps > Functioneren en Beoordelen; lesbezoek en leerlingenenquête > Werving lid CvB > Handreiking pensioen > Brieven van de minister van OCW > Instroomanalyse > Managementreview 2015 > Strategisch plan 2015-2018

De OR is op de hoogte gehouden door het CvB op bovenstaande punten. Met name is er extra aandacht geweest het nieuwe intake-instrument NOA, de consequenties van de intensivering van het onderwijs en het Kwaliteitsplan

Extern onderhoudt de OR contacten met de Ondernemingsraden van noordelijke ROC’s. Hiervoor komen de raden viermaal per jaar bijeen om informatie en kennis uit te wisselen. Tevens is de OR aangesloten bij het landelijk Platform OR voor het mbo. Bij de landelijke tweedaagse zijn vijf vertegenwoordigers van de OR aanwezig geweest in het kader van deskundigheidsbevor-dering. Regelmatig nemen OR- leden deel aan voorlichtingsavonden voor MBO-OR georganiseerd door de AOb in het kader van bijscholing (deskundigheidsbevordering). Enkele OR-leden hebben scholing gevolgd gerelateerd aan de taak die zij hebben in een commissie; de voltallige OR heeft een scholing gevolgd op het gebied van financiën.

Janny KeizerVoorzitter Ondernemingsraad

Page 28: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 29

4.2 Verslag StudentenraadDe Studentenraad bestond in 2015 uit vijftien leden (de leden van de drie deelraden Assen, Emmen en Meppel tezamen). Het instellen en functioneren van de deelraden met ingang van oktober 2013 wordt nog steeds als zeer positief ervaren. De deelraden konden regionale zaken bespreken met de regioverantwoordelijke sectormanagers. Ook werden de vergaderingen van de Studentenraad met het College van Bestuur (drie keer in 2015), de Raad van Toezicht en de Ondernemingsraad beter bezocht dan in de jaren ervoor. De Studentenraad bespreekt in deze overleggen zaken die heel Drenthe College aangaan.

De samenstelling van de deelraden en de Studentenraad is, na de verkiezingen voor de regio’s Assen en Meppel in mei en in tweede instantie de regio Emmen in november, sterk veranderd. Negen leden zijn in juni geslaagd voor hun opleiding en hebben Drenthe College en daarmee ook de deelraden en de Studentenraad verlaten. Vier leden zijn om andere redenen gestopt.

De samenstelling van de deelraden en de Studentenraad is in schooljaar 2015 - 2016:

Emmen: Assen: Meppel:Mariëtte Fischer Jesca Andringa Sümeyye ErsoyMark Goos (secretaris) Daniek Dussel Lester FerdinandusDion Soedarmo Doaa Hashem (secretaris) Mary Nielson (voorzitter)Wesley Tabak (voorzitter) Wendy de Jong (voorzitter) Maaike de Roo (secretaris)Mellany Vos (vicevoorzitter) Erik Veldhuis Aimee Wubkes

Dagelijks bestuur Studentenraad:Wesley Tabak: voorzitterMellany Vos: vicevoorzitterMark Goos: secretaris

Alle deelraden en de Studentenraad worden ondersteund door een begeleider. De leden krijgen een vergoeding en kunnen vrijstellingen krijgen voor onderdelen van Burgerschap. De leden worden ook in staat gesteld om cursussen te volgen.

In 2015 zijn onder meer de volgende punten aan de orde geweest (waarvan een aantal ter advies of instemming):

> Numerus fixus voor een aantal BOL-opleidingen > Wijzigingen (algemene voorwaarden) onderwijsovereenkomst, deelnemersstatuut en BPV-

overeenkomst > Zwangerschapsprotocol > Klachtenregistratie 2014 > (Evaluatie) verkiezingen deelraden/Studentenraad in mei respectievelijk november > Strategisch plan Drenthe College 2015 - 2018 > Kwaliteitsplan Drenthe College > Profiel lid Raad van Toezicht > Wijzigingen intake(procedure) > Stoppen/afbouwen opleiding commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen per 2016 > Profiel lid College van Bestuur

Wesley TabakVoorzitter Studentenraad

Page 29: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

30 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 30: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 31

5.1 Jaar- en diplomaresultaat

Rendement Zorg & WelzijnDe resultaten van de sector Zorg & Welzijn liggen in de buurt van het voorgaande succesvolle diplomajaar. Het jaarresultaat, dat ook de studenten meetelt die gediplomeerd doorstromen naar een andere mbo-opleiding (of niveau) is op een vergelijkbaar niveau als eerdere jaren gebleven en is ook dit verslagjaar weer hoger dan de gemiddelde score in Nederland. Het diplomaresultaat, dat aangeeft hoeveel studenten met een diploma van school gaan, is wederom gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren (naar meer dan tachtig procent).

Tussen de drie mbo-niveaus die de sector uitvoert, zijn verschillen zichtbaar ten opzichte van de voorgaande jaren. Niveau 4 opleidingen scoren op jaar- en diplomaresultaat hoger dan de afgelopen twee jaren, terwijl niveau 3 wat tussen beide jaren in schommelt. Op niveau 2 is dit

HOOFDSTUK 5

Onderwijsresultaten

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1

Techniek DC Start Economie & Dienstverlening Zorg & Welzijn Vakcentrum

Jaarresultaat per sector/niveau

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1

2014-2015 2013-2014 2012-2013

Diplomaresultaat per sector/niveau

Techniek DC Start Economie & Dienstverlening Zorg & Welzijn Vakcentrum

Jaarresultaat per sector/niveau

Diplomaresultaat per sector/niveau

Page 31: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

32 DC | JAARVERSLAG 2015

gelijk aan vorig jaar en onverminderd ver boven de gehanteerde normen voor niveau 2. Voor de bepaling van het rendement moet ook gekeken worden naar de resultaten van de afzonderlijke opleidingen. Alle opleidingen zijn, volgens de geldende normen, van voldoende resultaat.

Rendement Economie & Dienstverlening De sector Economie & Dienstverlening heeft kans gezien de stijgende lijn ten aanzien van het jaarresultaat voort te zetten. Hier kan inmiddels wel van een stijgende trend worden gesproken. Het gemiddelde ligt boven het landelijk gemiddelde. Het diplomaresultaat op sectorniveau laat, hoewel minder sterk dan het diplomaresultaat, ook een stijgende trend in 2015 zien.

In 2015 is binnen de sector niet meer op niveau 1 gediplomeerd. Er worden alleen nog oplei-dingen op niveau 2, 3 en 4 uitgevoerd. Voor alle opleidingsniveaus geldt dat ruimschoots wordt voldaan aan de landelijke normen voor het jaar- en diplomaresultaat.

Ten aanzien van het diplomaresultaat van niveau 3 en 4 opleidingen kan worden opgemerkt dat die stabiel is in vergelijking met 2014. Oorzaak hiervan ligt onder andere in het feit dat studenten van enkele opleidingen verplicht aan verzwarende landelijke examens mee moeten doen. Alle opleidingsniveaus in de sector hebben desondanks in 2015 een beduidend beter jaarresultaat behaald dan in 2014. Vooral niveau 2 scoort beduidend beter op beide resultaatgebieden. Dat kan onder andere worden verklaard vanuit het feit dat binnen Economie & Dienstverlening op alle uitvoeringslocaties een specifiek team is ingericht voor deze doelgroep. Daarnaast bestaat ook de indruk dat de intensivering van LOB-lessen en -gesprekken en het voortzetten van Positive Action een positieve invloed heeft op het studiesucces van studenten.

Rendement TechniekHet diplomaresultaat van de sector Techniek is gestegen met 1,2 procent ten opzichte van 2013 - 2014. Dit betekent dat een groter aantal Techniek-studenten Drenthe College met een diploma heeft verlaten.Het jaarresultaat van de sector techniek is ten opzichte van vorig jaar gedaald met 0,4 procent. Dit heeft te maken met een ongediplomeerde uitstroom van niveau 3 en 4 studenten bij procestechniek. Dit is onder andere veroorzaakt door de economische situatie in de regio en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Rendement VavoDe afgelopen jaren heeft de Vavo te maken gehad met wijzigingen op het gebied van de financiering en Passend Onderwijs. Ook beleidsveranderingen van gemeenten hebben soms geleid tot verschuivingen in de studentenpopulatie. Het slagingspercentage bij de havo is gedaald van 87 procent naar 79 procent en bij vwo van 86 procent naar 82 procent.

OnderwijsinspectieVoor de beoordeling van het rendement van de Vavo zijn voor de Onderwijsinspectie twee cijfers van belang:

> Het gemiddelde cijfer voor het Centraal Examen (CE): het gewogen gemiddelde van de resultaten op alle examenvakken. Het CE-cijfer in het afgelopen jaar was 6,2 voor de havo en 5,9 voor het vwo.

> Het gemiddelde cijfer voor het Schoolexamen (SE).

Het verschil tussen CE en SE mag niet meer zijn dan 0,5. De onderstaande tabel toont een overzicht van de afgelopen jaren. Hieruit blijkt dat Drenthe College aan deze norm voldoet.

Verschil tussen CE en SE

2014 - 2015 2013 - 2014 2012 - 2013havo 0,09 0,01 -0,17vwo 0,44 0,46 0,37

Page 32: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 33

Studiesucces

Zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat van Drenthe College ligt bij alle niveaus boven de norm van de Inspectie en het landelijk gemiddelde. Het succes van de eerstejaars studenten is het afgelopen jaar sterk verbeterd. Voor wat betreft het behalen van een diploma binnen de nominale studieduur, blijkt dat Drenthe College onder de norm scoort. De belangrijkste indicatoren waarbij Drenthe College achterblijft bij andere ROC’s zijn de kwalificatiewinst en de opstroom na het behalen van een diploma.

5.2 StudentenaantallenOnderstaande tabellen tonen de ontwikkeling van de studentenaantallen binnen Drenthe College over de laatste drie jaren (teldatum 1 oktober). Het niveau nieuwe instroom ligt in 2015 op een totaal van 2.382. Het aantal studenten komt in 2015 uit op 7.946 (50 minder dan in 2014). Binnen de beroepssectoren wordt de teruggang volledig verklaard door een afname van het aantal BBL-studenten; hier heeft Drenthe College in 2015 steeds te kampen gehad met de effecten van de economische crisis. De eerste signalen voor 2016 geven aan dat het aantal BBL’ers zich enigszins lijkt te herstellen. Het aantal BOL-studenten neemt in 2015 iets toe. In totaal hebben 962 cursisten en studenten gebruik gemaakt van het opleidingsaanbod van DC Start. DC Start kenmerkt zich door een zeer heterogene populatie: naast relatief jonge sprinthavo/-vwo leerlingen behoren bijvoorbeeld ook inburgeraars (in toenemende mate), laaggeletterden en Entree-leerlingen tot de studentenpopulatie.

Jaarresultaat

Diplomaresultaat

Succes eerstejaars

Diploma na 4 jaar

Diploma nominale opleidingsduur

Kwalificatiewinst

Opstroom na behalen diploma

Doorstroom mbo-hbo

Studiesucces t.o.v. sectorgemiddelden

3

ROC Drenthe College ten opzichte van sectorgemiddelden * Er ontbreekt een aantal instellingen (zie inleiding). ▲ = positie instelling met gemiddelde score mbo Ligt de positie op de denkbeeldige ‘schuif’ links van het driehoekje, dan heeft uw instelling een lagere score dan het gemiddelde voor het mbo. Een positie rechts van het driehoekje betekent een hogere score.

Jaarresultaat pag. 5

Diplomaresultaat pag. 11

Succes eerstejaars pag. 13

Diploma na 4 jaar* pag. 16

Diploma nominale opleidingsduur* pag. 19

Kwalificatiewinst pag. 21

Opstroom na behalen diploma pag. 24

Doorstroom mbo – hbo* pag. 26

Page 33: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

34 DC | JAARVERSLAG 2015

Deelnemers beroeps en educatie Beroepsdeelnemers per leerweg

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

Beroepsdeelenemers per niveau Deelnemers totaal naar geslacht

Deelnemers Educatie per leeftijdsopbouw Deelnemers Beroeps per leeftijdsopbouw

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

0

2000

4000

6000

8000

10000

Beroepsopleiding Educatie0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

bol bbl bol dt

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

niveau 1 niveau 2 niveau 4niveau 30

1000

2000

3000

4000

5000

Mannen Vrouwen

0

50

100

150

200

250

300

350

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

75+65-7455-6445-5435-4425-3415-24

01-10-12

01-10-13

01-10-14

01-10-15

Page 34: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 35

5.3 Voorlopig aantal VSV'ers schooljaar 2014-2015Van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) is sprake als een student jonger dan 23 jaar geen startkwa-lificatie op minimaal mbo-niveau 2 heeft behaald en niet meer ingeschreven staat bij een onder-wijsinstelling. Drenthe College werkt samen met partijen in de regio, waaronder: de provincie Drenthe, gemeenten, jeugdzorg, UWV, onderwijsinstellingen et cetera aan het verder verminderen van het aantal VSV’ers. Daarvoor worden verscheidene gezamenlijke activiteiten in de regio uitge-voerd. De landelijke doelstelling is om het aantal VSV’ers terug te dringen tot maximaal 25.000. Voor Drenthe College gelden daarvoor per niveau verschillende normpercentages.

Het aantal VSV’ers van Drenthe College ligt op elk niveau onder het landelijk gemiddelde. Daarnaast is aantal VSV’ers op niveau 2 en niveau 3 en 4 in schooljaar 2014-2015 gedaald ten opzichte van schooljaar 2013-2014.

5.4 Uitval voorkomenNaast de regionale projecten in het kader van VSV zet Drenthe College zich in om voortijdige uitval van studenten te voorkomen. Enkele preventieve acties zijn de verlengde intake, vroeg-tijdige verzuimsignalering, inzet van verzuimcoördinatoren en studentenbegeleiding. Vaak wordt een verkeerde beroepskeuze aangegeven als voornaamste reden voor uitval. Na een testfase bij enkele opleidingen wordt met ingang van schooljaar 2015 - 2016 bij alle opleidingen gebruik gemaakt van een nieuw intake-instrument. Drenthe College gebruikt de intake om samen met de kandidaat-student een reëel beeld te krijgen van zijn capaciteiten, motieven en beroepsbeeld zodat deze een opleiding kiest die het beste bij hem past. Daarnaast gebruikt Drenthe College de intake om samen met de kandidaat-student inzicht te krijgen in de (extra) begeleiding die de student nodig heeft om de studie met succes te doorlopen.

5.5 Schoolmaatschappelijk werkJaarlijks wordt structureel vijftien miljoen euro beschikbaar gesteld door het ministerie van OCW met als doel studenten met psychosociale problemen die een voorspoedige schoolloopbaan in de weg staan, tijdig en professioneel te helpen of door te verwijzen naar gespecialiseerde hulp. Binnen Drenthe College wordt Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) gezien als een aanvulling op de al aanwezige interne zorgstructuur. SMW wordt uitgevoerd met een aantal gespecialiseerde externe welzijnsinstellingen in de regio’s Assen, Emmen en Meppel.

Voorlopig aantal vsv’ers schooljaar 2014-2015

norm categorie deelnemers vsv’ers vsv % landelijk norm vsv % gemiddelde vsv%

mbo niveau 1 116 33 28,45% 31,05% 27,50%

mbo niveau 2 1443 97 6,72% 9,06% 11,50%

mbo niveau 3/4 4611 105 2,28% 3,01% 2,75%

Page 35: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

36 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 36: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 37

6.1 Samenvattend overzicht van beoordelingen

* medio juni 2016 resultaten nieuwe JOB Monitor bekend** mei 2016 resultaten nieuwe tevredenheidsmeting door KBA bekend

6.2 Tevredenheid studentenJob-monitor 2014De tevredenheid van studenten wordt elke twee jaar gemeten in de Job-monitor; een initiatief van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB). In dit grootschalig onderzoek stelt JOB alle mbo-studenten in de gelegenheid om hun oordeel te geven over het opleidingsinstituut en de opleiding. Aspecten zoals communicatie, kwaliteit, veiligheid en sfeer spelen in dit oordeel een

HOOFDSTUK 6

Tevredenheid stakeholders

Overzicht van beoordelingen

Stakeholder Aspect Cijfer Datum Uitgevoerd door

Personeel Tevredenheid 7,5 2015 ( januari) Effectory

Studenten Instelling* 6,5 2014 ( juni) JOB

Studenten Opleiding* 7,1 2014 ( juni) JOB

Deelnemers inburgering Tevredenheid 8,2 2014 (december) Blik op werk

Opdrachtgevers inburgering Tevredenheid 7,8 2014 (december) Blik op werk

Bedrijven/instellingen Afgestudeerden BOL 7,1 2015 (december) KBA

Bedrijven/instellingen Afgestudeerden BBL 7,6 2015 (december) KBA

Bedrijven/instellingen Stages BOL 6,8 2015 (december) KBA

Bedrijven/instellingen Leer/werkperiode BBL 6,7 2015 (december) KBA

Gemeenten Tevredenheid** 7,7 2013 (december) KBA

Gemeenten Kwaliteit onderwijs** 7,7 2013 (december) KBA

Gemeenten Kwaliteit samenwerking** 7,8 2013 (december) KBA

Gemeenten Kwaliteit partnership in 7,1 2013 (december) KBA maatschappelijke vraagstukken**

Page 37: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

38 DC | JAARVERSLAG 2015

belangrijke rol. In december 2015 is een nieuwe Job-monitor opgestart; de enquêteperiode loopt tot 12 maart en de rapportage is begin juni te verwachten. Ten behoeve van dit jaarverslag moet Drenthe College daarom terugvallen op de resultaten van 2014. Aan dat onderzoek heeft binnen Drenthe College 56 procent van alle studenten deelgenomen (was 53 procent in 2012). De uitslag toont verder aan dat de studenten van Drenthe College hun opleiding en hun school beter hebben beoordeeld dan in eerdere onderzoeken. Er is sprake van een duidelijk stijgende lijn op vrijwel alle onderzochte onderdelen. Het algemene oordeel van de studenten over de school is positief: het rapportcijfer dat DC als instelling krijgt is een 6,5 (was 6,4 in 2012 en 6,1 in 2010). De waardering voor de opleiding laat een vergelijkbare stijgende lijn zien: een 7,1 in 2014 tegen een 7 in 2012 en een 6,8 in 2010.

StageplekkenOpvallend en positief is de constatering dat studenten (zowel BOL als BBL) tevreden is over leer/werk- dan wel stageplek. De scores voor beide leerwegen liggen in het onderzoek van 2014 boven het landelijk gemiddelde. Van de BBL-studenten geeft 77 procent aan tevreden te zijn met hun leerwerkplek(landelijk: 69 procent) Van de BOL-studenten geeft 63 procent aan tevreden te zijn over de stage (landelijk: 57 procent). Ook zijn meer DC-studenten tevreden over hun loopbaanbegeleiding dan het landelijk gemiddelde (51 tegenover 47 procent).

ConclusieUit de Job-monitor komt duidelijk naar voren dat Drenthe College goed scoort op BPV. Daarbij wordt specifiek het aspecten “hulp bij het vinden van de stageplaatsen” als positief genoemd. De studenten geven verder aan tevreden te zijn over de toetsing en de veiligheid in en om school. Begeleiding van studenten met een handicap is licht verbeterd, maar verdient onverkort de aandacht. Studentbetrokkenheid bij beleidsontwikkeling binnen Drenthe College scoort laag; dat is in lijn met de landelijke situatie.

Keuzegids Mbo 2016In december 2015 is de Keuzegids Mbo 2016 verschenen. In deze editie van de keuzegids staat Drenthe College op een achtste plaats met 66 punten. Drenthe College continueert daarmee een top tien klassering.

De kappersopleiding en de opleiding laboratoriumtechniek scoren landelijk gezien een eerste plaats met respectievelijk 78 en 90 punten. Voor de kappersopleiding is dit het tweede jaar op rij dat ze een eerste plaats behalen. Daarnaast scoren de opleidingen publieke beveiliger (90 punten), recreatie en toerisme (80 punten) en weg- en railtransport (80 punten) een tweede plaats. In totaal heeft Drenthe College acht Top-opleidingen: naast de vijf hiervoor genoemde opleidingen hebben ook de oplei-dingen schilders/stukadoors, procestechniek en verpleging het predicaat Top-opleiding gekregen. De overige opleidingen van Drenthe College bezetten in de Keuzegids over het algemeen een plek in de middenmoot.

6.3 Tevredenheid medewerkersDe medewerkerstevredenheid wordt elke twee jaar in kaart gebracht. Het laatste onderzoek is eind 2014 uitgevoerd. Daarmee vormt het onderzoek de basis voor deze paragraaf. Eind 2016 wordt een nieuw onderzoek opgestart. Het onderzoek van 2014 toonde een verbetering aan voor Drenthe College als organisatie. Vooral de score op een thema als ‘betrokkenheid’ is fors verbeterd. Ten opzichte van de benchmark scoort Drenthe College op vrijwel alle aspecten ook beter, met een positieve uitschieter op ‘rolduidelijkheid’; daar scoort Drenthe College zelfs beter dan de top drie uit de benchmark. Aandachtspunt is ‘werkdruk’. Drenthe College scoort daar onder de benchmark: met name het percentage dat de werkdruk te hoog vindt, is hoger dan in de benchmark (44,3 procent ten opzichte van 40,7 procent). Echter: bij het percentage dat aangeeft dat de werkdruk veel te hoog is, ligt Drenthe College lager dan de benchmark (7 procent ten opzichte van 10,5 procent).

Page 38: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 39

6.4 Tevredenheid bedrijfslevenEind oktober is het tweejaarlijkse onderzoek naar de tevredenheid van stakeholders uitgevoerd door bureau KBA uit Nijmegen. De methodiek is enigszins aangepast: voor stakeholders uit het bedrijfsleven is een volledig kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Voor bestuurlijke (met name gemeentelijke) stakeholders is gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Dit onderzoek is in de tijd wat naar achteren verplaatst en de rapportage is medio april te verwachten. Het onderzoek maakt onderscheid tussen leerbedrijven (bedrijven waarmee een BPV-relatie bestaat) en niet-leer-bedrijven (geen BPV-relatie aanwezig).

Waardering leerbedrijvenHet onderzoek toont aan dat leerbedrijven in 2015 grosso modo even positief zijn over Drenthe College als in 2013. Drenthe College doet het op veel terreinen goed. Het levert doorgaans kwali-tatief goede gediplomeerden af, heeft een goed imago als het aankomt op bijvoorbeeld deskun-digheid en bereikbaarheid. De verbeterpunten zijn: meer ontzorging rondom de BPV-periodes, meer informatieverstrekking vooraf en tijdens de BPV en betere matching van BPV’er en het leerbedrijf. Los van de BPV mag Drenthe College volgens de respondenten wat ondernemender en proactiever worden, door sneller te reageren op ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt en zelf vaker en sneller initiatief te nemen richting bedrijven.

De BBL zit in de lift. De kwaliteit van de gediplomeerde BBL’ers wordt door respondenten als goed beoordeeld en wordt bovendien steeds beter beoordeeld sinds 2011. De rol van Drenthe College tijdens de BBL-leerwerkperiode wordt gestaag iets beter. Dat is vooral te danken aan de inhaalslag die er bij de economische en technische opleidingen is behaald. De kwaliteit van de gediplomeerde BOL’ers is ruim voldoende, maar iets minder dan in 2013. Leerbedrijven zijn met name kritisch over (het gebrek aan) de beroepshouding van alumni en hun vermogen bij te leren in het vak. Over de inzet van Drenthe College bij overleg in georganiseerd verband en bij samen-werking rondom diverse onderwijsactiviteiten zijn leerbedrijven onveranderd positief.

Tevredenheid gediplomeerden

Tevredenheid Beroeps-praktijkvorming BOL en BBL

Tevredenheid samenwerkingen overleg

Jaarresultaat 2010Totale instelling

Jaarresultaat 2012Totale instelling

Jaarresultaat 2014Totale instelling

Tevredenheid bedrijven

partijen is verwaterd. Op een enkele uitzondering na zijn deze niet-leerbedrijven bereid om de samenwerking weer nieuw leven in te blazen.

partijen is verwaterd. Op een enkele uitzondering na zijn deze niet-leerbedrijven bereid om de samenwerking weer nieuw leven in te blazen.

Gemiddelde Drenthe College IJkpunt als norm

Positie eigen instelling Positie instelling met gemiddelde score mbo

Bron: Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2010/2012/2014. Bouwsteen studiesucces. Instellingsrapportage ROC Drenthe College, juni 2011/mei 2013/mei 2015.

Page 39: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

40 DC | JAARVERSLAG 2015

Waardering niet-leerbedrijvenDe niet-leerbedrijven zijn bevraagd naar diverse aspecten van Drenthe College. Aangezien de meeste bedrijven nooit eerder contact hebben gehad met de instelling en nooit hebben samen-gewerkt, geeft het oordeel van niet-leerbedrijven vooral een oordeel over het imago. En dat imago is minder positief onder niet-leerbedrijven dan onder leerbedrijven, waarbij vooral aspecten als “Drenthe College is niet ondernemend” en “Drenthe College neemt weinig initiatief richting bedrijven” als aandachtspunten naar voren komen. Een deel van de niet-leerbedrijven geeft aan in het verleden wel met Drenthe College te hebben samengewerkt. Het merendeel van deze relaties is geëindigd omdat het contact tussen beide partijen is verwaterd. Op een enkele uitzondering na zijn deze niet-leerbedrijven bereid om de samenwerking weer nieuw leven in te blazen.

Page 40: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 41

7.1 Personeel in relatie tot strategieProfessionalisering en scholingHet actieplan Focus op Vakmanschap 2011 - 2015 stimuleert en ondersteunt de professio-nalisering van medewerkers en management. In dit plan stond het verhogen van de kwaliteit centraal. Meerdere jaren stond professionalisering centraal. Drenthe College heeft het ingezette beleid inzake professionalisering en de daaraan gekoppelde scholing dit jaar gecontinueerd.Ook het nieuwe strategisch plan met nieuwe visie en missie zal een verankering moeten krijgen in de teams. Er is in 2015 een start gemaakt met het verkennen van de belangrijkste thema’s uit het strategisch plan op afdelings- en teamniveau evenals het maken van een eerste aanzet wat dit voor het personeel betekent.

Individuele scholingEen deel van de scholing betreft individuele trajecten gebaseerd op de gesprekscyclus in het kader van het functioneren en beoordelen. Veelal wordt dit type scholing bij een externe partij gevolgd. Daarnaast is er voor het onderwijzend personeel en het OBP (ondersteunend personeel) een ruim scholingsaanbod dat gedurende het schooljaar in de roostervrije weken wordt aangeboden.

Deze opleidingsweken organiseert Drenthe College incompany, het aanbod is gevarieerd en medewerkers kunnen zich hiervoor online aanmelden. In verband met een toename van het aantal verplichte scholingen, die ook in de roostervrije weken plaatsvonden, is het opleidings-aanbod open inschrijvingen in 2015 teruggebracht. Ruim 180 medewerkers hebben een of meerdere scholingen gevolgd. Het totale aanbod is met een ruime voldoende gewaardeerd.

De volgende scholingen zijn aangeboden in de scholingsweken: > helder schriftelijk communiceren > zakelijk schrijven > ICT-vaardigheden (Outlook, Excel, Powerpoint, Prezi) > timemanagement > ICT-vaardigheden in de klas > klassenmanagement > omgaan met agressie > omgaan met geweld > signalering (kinder-)mishandeling en (huiselijk) geweld > wet- en regelgeving verzorgd door DUO > kwaliteitsborging > excellentieprogramma’s > herziening kwalificatiestructuur en examinering herziening kwalificatiedossierverzorgd door

MBO Raad

De afgelopen jaren is het volgen van een masteropleiding voor docenten gestimuleerd. Het aantal master opgeleide docenten binnen DC is door de jaren heen gestegen. Eind 2015 volgden vijftien docenten een masteropleiding en het aantal masteropgeleide docenten in 2015 is 54 (in 2014 was dit 49).

HOOFDSTUK 7

Medewerkers Drenthe College

Page 41: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

42 DC | JAARVERSLAG 2015

De jaarlijkse opleidingsdag DC.GO, die voor alle medewerkers wordt georganiseerd, stond in het teken van ‘werken aan de beste versie van jezelf’. Het thema van het nieuwe strategisch plan 2015 - 2018. DC.GO werd door de medewerkers goed beoordeeld.

Management DevelopmentDe opleidingsmanagers hebben in 2015 de incompany opleiding leidinggeven afgerond en drie CMT-leden hebben een vervolg gegeven aan de masterleergang passend bij hun persoonlijke ontwikkeling.

Professionalisering in het kader van specifieke onderwijskundige thema’s Van Drenthe College als onderwijsinstelling wordt een aantal zaken geëist. Daarnaast heeft Drenthe College eigen ambities en doelstellingen op het gebied van scholing. Naast het meer facultatieve en individuele scholingsaanbod leidt Drenthe College daarom ook specifieke groepen op in lijn met organisatiedoelstellingen.

LOB en IntakeLoopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) en de intake binnen Drenthe College zijn belangrijke speerpunten. Evenals in 2014 zijn dit jaar grote groepen geschoold op deze thema’s. In 2015 hebben 176 loopbaanbegeleiders de training ‘LOB werkt’ gevolgd, uitgevoerd door een externe partij. De training is in samenwerking met Drenthe College ontwikkeld en bestond uit drie scholingsdagen, een individuele begeleidingslijn en intervisie met een totale studiebelasting van 60 uur. Ook in 2016 blijft LOB een belangrijk scholingsthema. Voor wat betreft Intake hebben 88 medewerkers de interpretatietraining NOA Startmeter gevolgd. De NOA Startmeter wordt binnen Drenthe College gebruikt als instrument bij de intake van studenten.

Kwaliteit, Audits en ProjectenDrenthe College werkt volgens een kwaliteitssysteem. Ook in 2015 zijn management en medewerkers hiermee weer meer vertrouwd geraakt. Onderdeel van het systeem zijn interne audits. In 2015 is een groep van vijftien managers, beleidsmedewerkers en docenten tweedaags geschoold om interne audits uit te kunnen voeren binnen Drenthe College. Drenthe College inves-teert al een aantal jaren in Projectmatig werken. Periodiek wordt deze training aangeboden om deze werkwijze te professionaliseren en stimuleren. Ook in 2015 is een groep van achttien medewerkers, (hoofdzakelijk docenten) geschoold in projectmanagement.

Taal, rekenen en EngelsVoor de algemeen vormende vakken binnen Drenthe College (taal, rekenen en Engels) wordt soms gezamenlijk, soms afzonderlijk geschoold. In 2015 is een gezamenlijke conferentie gehouden, waarbij de groepen delen van het programma apart van elkaar volgden. Voor Engels zijn er in 2015 twee cursusdagen ‘spreken en gesprekken voeren’ gehouden. Voor Nederlands ging het om een dag ‘Didactiek van schrijfvaardigheid’ en een dag ‘Beoordelen schrijfvaardigheid Nederlands’. Voor het vak Rekenen is – gelet op de resultaten van pilotexamens – de uitdaging het grootst. Vandaar dat bij Rekenen alle docenten een leergang ‘gevorderd rekendocent mbo’ van 52 uur hebben gevolgd. Voor een kopgroep is aansluitend een leergang ‘Rekenexpert mbo’ gestart van 76 uur.

ExamenfunctionarissenVoor examenfunctionarissen was 2015 een scholingsluw jaar. In 2013 en 2014 waren alle functi-onarissen geschoold. 2015 stond in het teken van het inbedden van de functie examensecretaris bij alle examencommissies binnen Drenthe College. Vanaf 2016 zal weer geschoold worden op dit thema.

TeamontwikkelingIn 2015 is er vervolg gegeven aan teamontwikkeling. Vanuit de (zelf)evaluatie van voorgaande teamplannen, tevredenheidsonderzoeken en JOB leggen teams acties en scholingsaccenten vast in het opleidingsplan. Voor een aantal teams geldt dat zij professionaliseringsdoelstellingen hebben waarin tijdens overleggen en op teamdagen gewerkt wordt aan de realisatie van deze doelstellingen; bijvoorbeeld door workshops en lezingen te organiseren. Een aantal teams werkt met een coach om de eigen professionaliseringsdoelstellingen te realiseren.

Page 42: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 43

Functioneren en beoordelenDrenthe College voert al meerdere jaren functionerings- en beoordelingsgespreken. In de gesprekscyclus staan resultaatafspraken over werk én individuele ontwikkeling centraal. Ook in 2015 is de voortgang, de realisatie van het aantal gespreken, periodiek besproken. Het streven is om met alle medewerkers jaarlijks deze cyclus te doorlopen. De inzet om de gesprekscyclus aan te vullen met feedback van zowel de manager aan de hand van een lesbezoek en de leerlin-genenquête is in 2014 besproken in het formeel overleg met de ondernemingsraad. In 2015 is dit onderwerp niet opnieuw geagendeerd, besloten is dit thema in 2016 wederom aan de orde te laten komen.

Beheersing kosten na ontslagHet aannamebeleid is zodanig ingericht om te voorkomen dat Drenthe College grote bedragen aan WW en bovenwettelijke WW moet betalen. Medewerkers die bij Drenthe College uit dienst treden en in een uitkeringssituatie terecht komen worden actief begeleid van werk naar werk.

Wet openbaarmaking uit publiekelijke middelen gefinancierde topinkomensZie volgende pagina.

Toelichting beloning voorzitter College van BestuurDe beloningen 2015 vallen onder de regeling WNT. De beloning van mevrouw Donkervoort bedraagt € 97.918. Specificatie: salaris € 94.224 plus toelage € 3.694. De Belaste reiskostenver-goeding bedraagt € 2.531. De pensioenbijdrage werkgever bedraagt € 11.071. In verband met de beëindiging van het dienstverband is € 75.000 uitbetaald.

De beloning voor de heer Bruins Slot bedraagt: € 64.050. Specificatie: Salaris € 63.000 plus belaste bedrijfsauto € 1.050. De pensioenbijdrage werkgever bedraagt € 7.603. Toelichting beloning lid van College van BestuurDe beloning 2015 valt onder de regeling WNT en bedraagt € 115.865. Specificatie: salaris € 85.564 plus € 22.451 (toelage € 2.931, VU € 11.136, EU € 7.372, eenmalige uitkering € 500 en werkgeversbijdrage ZKV € 512) plus belaste bedrijfsauto € 7.850. De pensioenbijdrage werkgever bedraagt € 14.011.

Toelichting beloning Raad van ToezichtHet basisbedrag voor de beloning voor de leden van de Raad van Toezicht conform de beloningscode BVE bedraagt € 7.500 per jaar, voor leden en € 10.000 voor de voorzitter. Per 1 januari 2013 is de regeling btw-ondernemerschap voor toezichthouders van toepassing. Dit houdt in dat de beloning met 21 procent btw wordt belast.

Page 43: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

44 DC | JAARVERSLAG 2015

Wet

ope

nbaa

rmak

ing

uit

publ

ieke

lijke

mid

dele

n g

efina

ncie

rde

topi

nkom

ens

Ver

mel

ding

alle

bes

tuur

ders

met

die

nstb

etre

kkin

g

Func

tie

Voo

rzit

ter

Naa

m

Inga

ngs-

Ei

ndda

tum

O

mva

ng in

M

axim

um

Bel

onin

g B

elas

tbar

e V

oorz

ieni

ngen

U

itke

ring

en

Tota

al

Tota

al

J/N

datu

m

dien

stve

rban

d di

enst

verb

and

bezo

ldig

ing

va

ste

en

belo

ning

be

eind

igin

g 20

15

2014

di

enst

-

in F

TE

vari

abel

e

beta

alba

ar

van

het

ve

rban

d

on

kost

en-

op t

erm

ijn

dien

stve

rban

d

ve

rgoe

ding

en

Voo

rzit

ter

J H

. Don

kerv

oort

23

-8-2

00

9

1-9

-201

5

1.0

00

0

€ 1

78.0

00

97.

918

2.5

31

€ 1

1.07

1

€ 7

5.0

00

18

6.5

20

€ 1

60

.26

8

Voo

rzit

ter

J A

.H. B

ruin

s Sl

ot

1-7-

2015

1.0

00

0

€ 1

78.0

00

64

.05

0

€ 0

7.6

03

€ 0

71.

653

0

Lid

N

G

. Cou

tinh

o-

1-10

-20

05

1-

1-20

16

1.0

00

0

€ 1

78.0

00

115

.865

0

€ 1

4.1

60

0

€ 1

30

.02

5

€ 1

19.1

26

G

root

huis

Func

tie

Voo

rzit

ter

Naa

m

Inga

ngs-

Ei

ndda

tum

O

mva

ng in

M

axim

um

Bel

onin

g B

elas

tbar

e V

oorz

ieni

ngen

U

itke

ring

en

Tota

al

Tota

al

J/N

datu

m

dien

stve

rban

d di

enst

verb

and

bezo

ldig

ing

va

ste

en

belo

ning

be

eind

igin

g 20

15

2014

di

enst

-

in F

TE

vari

abel

e

beta

alba

ar

van

het

ve

rban

d

on

kost

en-

op t

erm

ijn

dien

stve

rban

d

ve

rgoe

ding

en

Func

tie

Voo

rzit

ter

Naa

m

Inga

ngs-

Ei

ndda

tum

O

mva

ng in

M

axim

um

Bel

onin

g B

elas

tbar

e V

oorz

ieni

ngen

U

itke

ring

en

Tota

al

Tota

al

J/N

datu

m

dien

stve

rban

d di

enst

verb

and

bezo

ldig

ing

va

ste

en

belo

ning

be

eind

igin

g 20

15

2014

di

enst

-

in F

TE

vari

abel

e

beta

alba

ar

van

het

ve

rban

d

on

kost

en-

op t

erm

ijn

dien

stve

rban

d

ve

rgoe

ding

en

Voo

rzit

ter

J D

. van

As-

Kle

ijweg

t 1

-4-2

01

1-

1-2

016

€ 2

5.7

00

12

.10

0

12

.10

0

€ 8

.71

2

Lid

N

R. K

laru

s 1

-1-2

011

17.

80

0

€ 9

.07

5

9.0

75

4.5

00

Lid

N

A. d

e V

isse

r 1

-4-2

01

3

€ 1

7.8

00

9.0

75

€ 9

.07

5

€ 4

.80

0

Lid

N

L. Z

wie

rs

1-1

-20

11

€ 1

7.8

00

9.0

75

€ 9

.07

5

€ 5

.80

8

Vic

e vo

orzi

tter

N

U. K

lein

huis

2

6-1

-20

12

17.

80

0

€ 9

.07

5

9.0

75

7.2

60

Lid

N

J. H

adde

rs

1-5

-20

13

17.

80

0

€ 9

.07

5

9.0

75

4.3

56

Ver

mel

ding

alle

inte

rim

-bes

tuur

ders

Ver

mel

ding

alle

toe

zich

thou

ders

Page 44: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 45

7.2 Kengetallen personeel

Er is sprake van een lichte groei in aantallen fte’s. De oorzaak ligt in een groei van het aantal tijddeelnemers (dit in tegenstelling tot daling van absolute aantallen), die zich met name vertaalt in een groei van het OP.

De verhouding voltijd/deeltijd is in 2015 ongeveer een derde – twee derde. Hierbij is een verschil tussen mannen en vrouwen. Bij de mannen werkt ongeveer twee derde fulltime. Bij de vrouwen is dat ongeveer een vijfde.

Aantal fte aanstelling OBP/OP man/vrouw Aantal medewerkers naar geslacht en voltijd/deeltijd

OBP OP

0

50

100

150

200

250

manvrouwmanvrouwmanvrouwmanvrouw

2015 2013 2012

Techniek

DC Start

2015 2014 2012

0

50

100

150

200

250

Economie & Dienstverlening

Zorg & Welzijn

Diensten

Vakcentrum

vast tijdelijk flex vast tijdelijk flex vast tijdelijk flex

Deeltijd Voltijd

0

100

200

300

400

500

600

manvrouwmanvrouwmanvrouwmanvrouw

2015 2013 2012

2014

2014

2013

vast tijdelijk flex

OBP OP

0

50

100

150

200

250

manvrouwmanvrouwmanvrouwmanvrouw

2015 2013 2012

Techniek

DC Start

2015 2014 2012

0

50

100

150

200

250

Economie & Dienstverlening

Zorg & Welzijn

Diensten

Vakcentrum

vast tijdelijk flex vast tijdelijk flex vast tijdelijk flex

Deeltijd Voltijd

0

100

200

300

400

500

600

manvrouwmanvrouwmanvrouwmanvrouw

2015 2013 2012

2014

2014

2013

vast tijdelijk flex

Drenthe College heeft een relatief oud personeelsbestand, waarbij bijna de helft van de medewerkers ouder is dan 55 jaar, terwijl het aantal jonge medewerkers ondervertegenwoordigd is. In de komende jaren zal Drenthe College moeten werken aan een verjonging van het personeelsbestand. Anderzijds is aandacht voor duurzame inzetbaarheid van groot belang. Dit geldt overigens voor alle leeftijdscategorieën.

Aantal medewerkers OBP/OP per leeftijdscategorie

2015 2014 2013

Categorie OBP OP Eindtotaal OBP OP Eindtotaal OBP OP Eindtotaal

<25 12 4 16 12 3 15 5 7 12

25-34 24 64 88 20 56 76 21 45 66

35-44 70 78 148 76 70 146 74 66 140

45-54 125 135 260 118 138 256 123 155 278

55-59 69 134 203 62 137 199 65 152 217

>=60 67 134 201 73 130 203 65 107 172

Eindtotaal 367 549 916 361 534 895 353 532 885

Page 45: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

46 DC | JAARVERSLAG 2015

Het beleid van Drenthe College is erop gericht om rond de vijftien procent flexibele schil te hebben, zowel binnen OP als OBP. Hiermee wil Drenthe College de wendbaarheid behouden om te kunnen inspelen op een veranderende vraag. De vraag hierbij is of Drenthe College kan vasthouden aan dit beleid, gegeven de grote uitstroom van oudere docenten in de komende jaren en de verwachte krimp op de arbeidsmarkt.

De verhouding BVE 1 - BVE 2 schommelt rond de verhouding 70 - 30. In het afgelopen jaar is daar weinig in veranderd. In 2016 wordt een start gemaakt met de ontwikkeling van een carrière pad voor docenten, waarbij de verwachting is dat het percentage docenten in schaal 11 iets zal toenemen.

Aantal medewerkers per soort aanstelling

OBP OP

0

50

100

150

200

250

manvrouwmanvrouwmanvrouwmanvrouw

2015 2013 2012

Techniek

DC Start

2015 2014 2012

0

50

100

150

200

250

Economie & Dienstverlening

Zorg & Welzijn

Diensten

Vakcentrum

vast tijdelijk flex vast tijdelijk flex vast tijdelijk flex

Deeltijd Voltijd

0

100

200

300

400

500

600

manvrouwmanvrouwmanvrouwmanvrouw

2015 2013 2012

2014

2014

2013

vast tijdelijk flex

Aantal medewerkers in functie BVE-docent 1 en 2

Aanstelling DC

Flex

2015 2014 2012

0

50

100

150

200

250

300

350

BVE 1 BVE 2 BVE 1 BVE 2 BVE 1 BVE 2

2013

BVE 1 BVE 2

Page 46: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 47

Het aantal deelnemers aan de seniorenregeling is iets teruggelopen ten opzichte van 2014, vanwege de pensionering van een aantal medewerkers. Ook is de nieuwe regeling in de CAO minder aantrekkelijk in vergelijking met de oude BAPO-regeling, waardoor de instroom is afgenomen.

7.3 Ziekteverzuim

2015 2014 2013 2012 2011

Aantal deelnemers seniorenregeling 212 226 207 158 146

Gemiddelde fte deelname seniorenregeling 27,7 30,3 23,2 17,1 15,5

Aantal fte's deelname seniorenregeling 31-12 29,3 30,6 27,0 20,8 18,0

Deelname seniorenregeling

2015 20132014

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

8%

decnovoktsepaugjuljunmeiaprmrtfebjan

4%

5%

6%

decnovoktsepaugjuljunmeiaprmrtfebjan

2012

0,6%

0,8%

1,0%

decnovoktsepaugjuljunmeiaprmrtfebjan

Voortschrijdend verzuimpercentage

Voortschrijdend verzuimfrequentie

Page 47: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

48 DC | JAARVERSLAG 2015

De gepresenteerde cijfers zijn conform de afspraken binnen de BVE-sector. Drenthe College hanteert als uitgangspunten ten aanzien van het ziekteverzuim:

> Het voortschrijdende netto verzuimpercentage is lager dan 4,5 procent en > De voortschrijdende verzuimfrequentie is lager dan 1,0.

Het voortschrijdende verzuimpercentage is in 2015 gemiddeld 5,4 procent. Dit is boven de gewenste 4,5 procent. De verzuimfrequentie is in 2014 (verder) gedaald naar 0,73. Mogelijke oorzaken over de stijging van het verzuimpercentage ten opzichte van 2014 zijn lastig te duiden.

Page 48: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 49

In het kader van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) wordt in deze continuïteitspara-graaf drie jaren vooruitgekeken naar ontwikkelingen op belangrijke punten van beleid en organi-satie en ook de financiële gevolgen van deze toekomstige ontwikkelingen voor het verwachte exploitatieresultaat en voor de ontwikkeling van de vermogenspositie in de komende drie jaren.

8.1 Ontwikkeling deelnemersaantallenOnderstaand zijn de ontwikkelingen opgenomen die de komende jaren van invloed zijn op het verwachte aantal deelnemers Drenthe College:

> Demografische ontwikkeling in het verzorgingsgebied van Drenthe College laat tot en met 2018 een stijging zien van het aantal vijftien tot en met negentienjarigen. Na 2020 zet een daling van deze populatie in. Deze daling is naar verwachting groter dan de landelijke trend.

> Het aantal jongeren dat naar het vmbo gaat is afgelopen jaren gedaald van 60 procent naar minder dan 50 procent, wat hoogstwaarschijnlijk een negatief effect zal hebben op de instroom in het mbo.

> Het aantal deelnemers van 24 jaar en ouder is de afgelopen jaren drastisch afgenomen. Deze trend zet zich naar verwachting door. De afname wordt veroorzaakt door de sterk verminderde instroom in BBL-trajecten.

Op grond van bovenstaande ontwikkelingen zal in de periode 2015-2020 het aantal mbo-deel-nemers bij Drenthe College nog licht stijgen. Op langere termijn, na 2020, zal een daling van het aantal deelnemers inzetten.

Ontwikkeling deelnemersaantallen Drenthe College

HOOFDSTUK 8

Continuïteitsparagraaf 2016-2018

Peildatum 1-10- 2015 2016 2017 2018

BOL 6.341 6.381 6.451 6.510

BBL 1.605 1.641 1.659 1.674

Totaal 7.946 8.022 8.110 8.184

Tijddeelnemers 6.903 6.955 7.031 7.096

% BOL 80% 80% 80% 80%

% BBL 20% 20% 20% 20%

Kengetallen ontwikkeling deelnemers

Page 49: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

50 DC | JAARVERSLAG 2015

8.2 PersoneelDe exploitatielasten van Drenthe College bestaan voor het grootste deel uit personele lasten (gemiddeld 72 procent). De veranderingen in de omgeving zoals hierboven geschetst, vragen om wendbaarheid ten aanzien van het personeel. De leeftijdsopbouw van het huidig personeelsbe-stand is zodanig dat 44 procent van het personeel zich in de leeftijdscategorie van 55 jaar en ouder bevindt, de gemiddelde leeftijd is 51 jaar. De totale uitstroom op basis van pensionering in de periode 2016 tot en met 2018 is 48 fte.

Naast de uitstroom door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is er ook sprake van vertrek om andere redenen. In de periode 2012 tot en met 2015 ging het gemiddeld om 12 fte per jaar.

In 2014 is beleid ingezet om de flexibele formatie binnen Drenthe College op een minimaal niveau van 15 procent te brengen. Ultimo 2015 bedraagt deze flexibele schil negentien procent. Begin 2016 is daarom besloten meer personeel een vast dienstverband aan te bieden om richting de beoogde 15 procent te komen.

De aantallen in bovenstaande tabel zijn gebaseerd op de verwachte gemiddelde inzet in de komende jaren. De totale formatie blijft in de periode 2015-2018 nagenoeg gelijk, waarbij ernaar wordt gestreefd om de flexibele schil naar 15 procent te brengen. Lange termijn analyse heeft uitgewezen dat de uitstroom door pensionering op lange termijn voldoende is om de gevolgen van demografische krimp op te vangen.

Kengetallen 2015 2016 2017 2018

Management/directie 31,4 31,4 31,4 31,4

Onderwijzend Personeel 415,6 419,0 418,2 419,4

Overige medewerkers 192,7 192,7 192,7 192,7

Personele bezetting (aantal fte) 639,7 643,1 642,3 643,5

Ontwikkeling Personele bezetting DC

Page 50: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 51

8.3 Meerjarenbegroting

Totale omzet in de periode 2015 – 2018 daalt van € 67,5 miljoen in 2015 naar € 65,0 miljoen in 2018. Een afname van € 2,5 miljoen. Omzetdaling wordt veroorzaakt door:

> Afname rijksbijdrage als gevolg van kortingen op macro-budget mbo > Afname inkomsten Vavo > Geleidelijk vervallen van overgangsbekostiging Focus op Vakmanschap > Afname inkomsten WEB

Marktaandeel Drenthe College (in 2015 1,72 procent) is belangrijk bij de raming van de inkomsten in de meerjarenbegroting. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een lichte stijging van het marktaandeel Drenthe College van 1,72 procent in 2015 naar 1,74 procent in 2018.De prognose van de deelnemersaantallen, de verhouding BOL/BBL en de referentieramingen van het ministerie OCW liggen hieraan ten grondslag.

Voorzien mutaties huisvesting: > Vertrek uit Fokkerstraat in Assen per september 2016 > Extra huur Aziëweg vanaf augustus 2016 > Vertrek uit Flintstraat per 1-8-2015 > Opleiding Horeca Emmen is vanaf 1-8-2015 ondergebracht bij Hogeschool Stenden

De lasten ontwikkelen zich in totaliteit in lijn met de verwachte omzet.Jaarlijks wordt een positief exploitatieresultaat verwacht van € 0,4 miljoen.

Meerjarenbegroting 2015-2018 Drenthe College (x € 1.000)

Baten 2015 2016 2017 2018

Rijksbijdrage OC&W 61.468 60.833 60.261 60.687

Overige overheidsbijdragen en subsidies 881 915 585 320

College-, cursus- en/of examengelden 1.267 1.273 1.279 1.284

Baten w erk in opdracht van derden 2.356 1.647 1.600 1.650

Overige baten 1.495 1.097 1.111 1.111

TOTAAL BATEN 67.467 65.764 64.835 65.051

Lasten 2015 2016 2017 2018

Personeelslasten 48.375 49.154 48.476 48.739

Afschrijvingen 4.253 3.897 3.900 3.900

Huisvestingslasten 4.998 4.901 4.638 4.638

Overige lasten 7.786 7.185 7.209 7.182

TOTAAL LASTEN 65.412 65.136 64.223 64.459

Saldo baten en lasten gewone bedrijfsvoering 2.055 628 612 593

Saldo financiële bedrijfsvoering -240 -228 -212 -193

TOTAAL RESULTAAT 1.815 400 400 400

Page 51: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

52 DC | JAARVERSLAG 2015

8.4 Meerjarenbalans 2015 - 2018 (x € 1.000)

Bovenstaand is beknopt de balans weergegeven behorend bij de meerjarenbegroting. Het jaarlijkse exploitatiesaldo wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met het resultaat op verkoop van panden. Hierdoor neemt de solva-biliteit toe van 47,6 procent in 2014 tot 54,3 procent in 2018. De liquiditeitsratio schommelt in de periode 2015-2018 rond de 0,8. (zie onderstaande tabel) In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met het resultaat op verkoop van panden.

Bij de vaste activa is rekening gehouden met een investeringsniveau van € 3 miljoen per jaar. Langlopende schulden nemen conform het aflossingsschema af. De ratio’s ontwikkelen zich de komende jaren positief. Er is geen reden om nieuwe leningen aan te trekken. Het beleid is erop gericht de organisatie en middelen zo in te richten dat verwachte daling van studenten vanaf 2020 voor Drenthe College geen problemen geeft voor de continuïteit. Daaraan lijkt vooralsnog voldaan te kunnen worden. Aangezien ook politiek bestuurlijke ontwikkelingen grillig kunnen zijn en arbeidsmarkt en onderwijs slecht te voorspellen zijn is en blijft nauwkeurige monitoring noodzakelijk.

Activa 2015 2016 2017 2018

Immateriële vaste activa 40 - - -

Materiële vaste activa 33.483 32.628 31.727 30.827

Financiële vaste activa - - - -

Totaal vaste activa 33.523 32.628 31.727 30.827

Voorraden - - - -

Vorderingen 3.677 3.288 3.242 3.253

Effecten - - - -

Liquide middelen 9.097 5.347 5.979 6.754

Totaal vlottende activa 12.774 8.635 9.220 10.007

Totaal activa 46.297 41.262 40.947 40.834

Passiva 2015 2016 2017 2018

Algemene Reserve 20.219 22.034 22.434 22.868

Bestemmingsreserves - - - -

Overige reserves / fondsen - - - -

Exploitatiesaldo 1.815 400 434 434

Totaal Eigen Vermogen 22.034 22.434 22.868 23.302

Voorzieningen 1.564 1.564 1.564 1.564

Langlopende schulden 6.339 5.754 5.169 4.584

Kortlopende schulden 16.359 11.510 11.346 11.384

Totaal passiva 46.297 41.262 40.947 40.834

Meerjarenbalans 2015 -2018 ( x € 1.000)

Page 52: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 53

8.5 Intern risicobeheersings- controlesysteemOm te waarborgen dat de Drenthe College doelstellingen effectief en efficiënt worden gerea-liseerd in een steeds meer dynamische en complexe omgeving met toenemende risico’s, zijn sturing, verantwoording en toezicht belangrijk. Drenthe College hanteert als leidraad voor goed bestuur de Governancecode BVE. Op 1 augustus 2014 is de nieuwe Branchecode goed bestuur in het mbo in werking getreden. Drenthe College voldoet aan de negentien geformu-leerde lidmaatschapseisen zoals verwoord in hoofdstuk 3 van de Branchecode goed bestuur in de BVE-sector.

Risico- en prestatiemanagement vormen belangrijke bouwstenen van goed bestuur. Bij prestatiesturing gaat het om het formuleren van concrete doelen, het monitoren van behaalde prestaties en waar nodig bijsturen. Drenthe College stuurt op basis van het Strategisch plan 2015-2018. Per jaar wordt vervolgens een jaarplan gemaakt met de priori-teiten voor dat jaar. Input voor het jaarplan zijn onder meer resultaten van enquêtes onder studenten, bedrijven, instellingen en gemeenten en medewerkers en inschatting van actuele relevante ontwikkelingen voor de instelling. Het DC-brede jaarplan wordt vastgesteld in het CMT en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Het DC-brede jaarplan werkt vervolgens door in de jaarplannen van sectoren en opleidingsteams en in de jaarplannen van de diensten. Het College van Bestuur rapporteert tweemaal per jaar over de voortgang aan de Raad van Toezicht in aanvulling op de financiële kwartaalrapportages. Bron voor die rapportages zijn de resultaat- en beheergesprekken die het College van Bestuur voert met de leden van het CMT.

De leden van het CMT voeren dezelfde type gesprekken met hun managers. Onderdeel van de gesprekken is de door de afdeling Finance & Control voor elke organisatorische eenheid opgestelde resultatenmonitor die onder meer informatie bevat over: financiën, studenten-aantallen, bekostigingsdossiers, aantallen voortijdig schoolverlaters, gebruik onderwijsonder-steunend systeem Magister, het aantal gevoerde functionerings- en beoordelingsgesprekken en rendementen. Verder is uitgangspunt van de cyclus van functioneren en beoordelen dat met iedere manager en medewerker functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd. Onderdeel van de functioneringsgesprekken zijn de resultaatafspraken. Die resultaatafspraken hebben een relatie met het voldoen aan Drenthe College kaders en het realiseren van de prioriteiten. Op deze wijze realiseert Drenthe College het in control zijn.

Verder is uitgangspunt van de cyclus van functioneren en beoordelen dat met iedere manager en medewerker functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd. Onderdeel van de functioneringsgesprekken zijn de resultaatafspraken. Die resultaatafspraken hebben een relatie met het voldoen aan Drenthe College kaders (ook financieel) en het realiseren van de prioriteiten. Op deze wijze realiseert Drenthe College het in control zijn.

Financieel

Kengetallen 2015 2016 2017 2018

Resultaat bedrijfsvoering (* € 1.000) 1.815 400 400 400

Totale baten (* € 1.000) 67.467 65.764 64.835 65.051

Rentabiliteit 2,7% 0,6% 0,6% 0,6%

Omzet private activiteiten als% totale omzet 3,5% 2,5% 2,5% 2,5%

Solvabiliteit (eigen vermogen in % van balanstotaal) 47,6% 54,4% 55,8% 57,1%

Liquiditeit (verhouding vlottende activa 0,8 0,8 0,8 0,9t.o.v. kortlopende schulden)

Page 53: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

54 DC | JAARVERSLAG 2015

Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd die het behalen van de doelstellingen kunnen bedreigen. Deze risico’s worden beoordeeld, beheerst en bewaakt als onderdeel van de planning- en controlcyclus. Het gaat daarbij om een verantwoordelijkheid van alle managers samen, ondersteund door staf en diensten.

8.6 RisicoparagraafOntwikkeling deelnemersaantallenVoor de meerjarenbegroting is de ontwikkeling van de deelnemersaantallen een belangrijk issue. Hiervan wordt de rijksbijdrage afgeleid. Deelnemersaantallen zijn ook bepalend voor de in te zetten onderwijsformatie en ondersteuning en huisvestingsbehoefte.De aannames ten aanzien van de ontwikkeling van het totaal aantal deelnemers zijn afgeleid van de demografische prognoses van het CBS. De MBO Raad heeft een inschatting gemaakt van de verhouding tussen BOL/BBL deelnemers. Hierop zijn onze aannames gebaseerd. Deze inschatting blijft echter een lastige, omdat deze samenhangt met overheidsbeleid en de econo-mische situatie. Jaarlijks wordt de deelnemersontwikkeling geactualiseerd op basis van de meest recente bevolkingsgegevens gecombineerd met de aanname van het aantal deelnemers dat zal kiezen voor Drenthe College.De verwachting is dat het aantal deelnemers vanaf 2020 sterk zal dalen. In het personeels– en huisvestingsbeleid wordt hier rekening mee gehouden. Dit betekent voldoende flexibiliteit inbouwen, waarbij een balans moet worden gezocht tussen stabiliteit en continuïteit met een langere termijn krimp situatie.

Ontwikkeling rijksbijdrageDe ontwikkeling van de te ontvangen rijksbijdrage voor de komende jaren is eveneens onzeker. De rijksbijdrage voor Drenthe College hangt af van de hoogte van het macrobudget voor het mbo en het relatieve aandeel van het Drenthe College hierin. Beide onderdelen laten zich lastig te voorspellen. Het macrobudget voor het mbo is afhankelijk van overheidsbeleid. Voor het relatieve aandeel zijn naast het aantal deelnemers Drenthe College ook de landelijke ontwikkelingen van het aantal deelnemers van belang. De termijn waarop de rijksbijdrage helder wordt vormt ook een risico. De laatste jaren wordt pas ver in het jaar duidelijk welke bedragen nog ontvangen gaan worden, waardoor geen optimaal beleid gevoerd kan worden.

Marktwerking EducatieEr is rekening gehouden met de afname van WEB gelden als gevolg van vrijemarktwerking. Gemeenten zijn niet meer verplicht educatietrajecten bij Drenthe College onder te brengen. Het effect van de introductie van vrije marktwerking is moeilijk in te schatten. De geraamde omzet blijft onzeker. Ook hier is flexibiliteit in personeelsomvang en huisvesting belangrijk.

KwaliteitsafsprakenVanaf 2015 zijn middelen toegekend onder de noemer “kwaliteitsafspraken”, onderverdeeld naar een vast en een variabel deel. Het variabele deel wordt slechts toegekend wanneer voldaan wordt aan de gestelde criteria. Voor 2015 geldt dit voor het criterium VSV. Vanaf 2016 wordt hier studiesucces aan toegevoegd. En vanaf 2017 wordt BPV ook een prestatie-criterium. Het macro-budget voor het resultaatsafhankelijke deel van de kwaliteitsafspraken loopt op van € 37 miljoen in 2015 naar € 211 miljoen in 2017 en 2018. Ter indicatie: 1,7% (marktaandeel Drenthe College) van de extra beschikbare midden (€ 174 miljoen) is ongeveer € 3 miljoen.

Personele kostenDe financiële gevolgen van het loonruimte - akkoord 2015 zijn vertaald in de meerjarenbegroting. Eventuele andere, toekomstige loon- en prijsaanpassingen zijn niet in de cijfers verwerkt. Ook de aanpassing, compensatie via de rijksbijdrage is niet opgenomen in de cijfers. De ervaring leert dat meestal een klein deel voor rekening van de instelling komt. Drenthe College heeft een flexibele schil van 19%. Dit is nu voldoende om de inzet te kunnen matchen met de verschuiving van deelnemers naar andere opleidingen.

Page 54: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 55

HuisvestingskostenVoor de komende vier jaar wordt er geen onderbezetting in de huisvestingssituatie verwacht. Drenthe College heeft in elke regio voldoende huurpanden om terug te kunnen in m2. Hierbij zullen wel de huurcontracten, doorgaans met een looptijd van 10 jaar, in acht genomen moeten worden. Momenteel staan diverse panden, terreinen van Drenthe College te koop. Emmen: Terrein Hagedoorn, terrein Sleedoorn en vanaf augustus 2015 de Flintstraat.Meppel: WerkhorstDe inschatting is dat de verkoop meer dan de boekwaarde van de terreinen opbrengt.

De waardering van de panden geschiedt tegen historische uitgaveprijs minus afschrijvingen. De te koop staande panden zijn afgeschreven tot terreinwaarde. Hierop loopt Drenthe College geen financieel risico. Door aardbevingen in het Noorden zal nadrukkelijk de stand van de huisvestingsportefeuille (waardering en onderhoudssituaties) in de gaten worden gehouden.

8.7 Raad van ToezichtIn 2015 heeft de Auditcommissie de Jaarrekening 2014, de Managementletter 2015 en de Begroting 2016 kritisch en gedetailleerd besproken ter voorbereiding van bespreking in de Raad van Toezicht en het gesprek met de accountant. Verder heeft de commissie zich onder andere gericht op de werking van interne risicobeheersing- en controlesystemen en naleving van aanbe-velingen van de externe accountant. De commissie Onderwijskwaliteit verdiept zich in de wijze waarop de Drenthe College de kwaliteit van het onderwijs bewaakt en ontwikkelt. De commissie bespreekt resultaten van enquêtes, audits en de rapporten van de Inspectie van het onderwijs. Op basis van deze stukken doet de commissie ook suggesties voor verbetering.

Page 55: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

56 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 56: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 57

Jaarrekening 2015

Page 57: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

58 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 58: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 59

9.1 InleidingVoor u ligt de jaarrekening van Stichting ROC Drenthe College over het jaar 2015. De jaarrekening is de financiële aanvulling op het jaarverslag. Het jaarverslag schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar en beschrijft alle daarop van invloed zijnde interne en externe ontwikkelingen. De jaarrekening geeft inzicht in de waarderingsgrondslagen, de presentatie van- en toelichting op de balans, de staat van baten en lasten, waarbij een vergelijking met voorgaand jaar en de begroting wordt gegeven en het kasstroomoverzicht. Verder wordt in de jaarrekening ingegaan op niet uit de balans blijkende verplichtingen en overige informatie zoals de gegevens over de rechts-persoon en een toelichting op de aanwezige voorzieningen en reserves met bijhorende voorstellen tot de verdeling van het resultaat.

Het positieve resultaat van het boekjaar 2015 wordt voornamelijk gevormd door extra baten in het kader van werk voor derden en door een onderschrijding op de personele lasten en de overige materiele lasten. Het totale bedrijfsresultaat voor Drenthe College komt daarmee op € 1,8 miljoen.

In hoofdstuk 9.4 is een nadere analyse van het resultaat van Drenthe College opgenomen.

9.2 Financiële situatie op balansdatumGang van zaken gedurende het verslagjaarHet jaarresultaat over het kalenderjaar 2015 bedraagt € 1,8 miljoen. Dit is inclusief de vrijval/extra dotatie van € 0,6 miljoen aan personele voorzieningen en de passivering van € 1,0 miljoen aan subsidies van ministerie OCW voor kwaliteitsafspraken. Deze middelen zullen worden besteed in 2016. In hoofdstuk 9.4 is een analyse opgenomen van de gerealiseerde cijfers 2015 ten opzichte van de begroting 2015. De vergelijking van de gerealiseerde cijfers 2015 ten opzichte van de gerealiseerde cijfers 2014 is opgenomen in hoofdstuk 9.6.Vanuit de begroting 2015 zijn budgetten aan sectoren en diensten toegekend. Per maand is infor-matie verstrekt over de uitputting van deze budgetten. De financiële voortgang en de voortgang in de te behalen resultaten is in de loop van het jaar aan de orde geweest in resultaatgesprekken en beheersgesprekken die het College van Bestuur voert met de managers van sectoren en onder-steunende diensten.

Eigen VermogenHet totaal aan eigen vermogen van Drenthe College ultimo 2015 bedraagt € 22 miljoen.De solvabiliteitsratio (ratio I: eigen vermogen/balanstotaal) in 2015 is 47,6 procent ten opzichte van 47,5 procent in 2014.Het ministerie van OCW hanteert voor solvabiliteitsratio II (eigen vermogen + voorzieningen / balanstotaal) als signaleringsgrens 30 procent. Bij een lagere ratio komt de instelling onder verscherpt toezicht te staan. Solvabiliteitsratio II Drenthe College is 51 procent. Overige kenge-tallen vindt u in hoofdstuk 9.4.

HOOFDSTUK 9

Financiën

Page 59: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

60 DC | JAARVERSLAG 2015

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT)De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipu-blieke sector. Deze wet is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden en kent een openbaarmakingsregime en een maximale bezoldigingsnorm. De topfunctionarissen van Drenthe College ontvangen een beloning die voldoet aan de kaders die de WNT stelt.

TreasuryDrenthe College voldoet aan de OCW-regeling “beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs”. Deze regeling verplicht, in artikel 3, tot het vastleggen op hoofdlijnen van de adminis-tratieve organisatie/interne controle van de treasury-functie. Drenthe College heeft genoemde zaken vastgelegd in een treasury statuut. Met behulp van een periodieke liquiditeitsprognose worden de inkomsten en uitgaven zo goed mogelijk op elkaar af gestemd. Daarbij wordt onder-scheid gemaakt tussen geldstromen op de korte termijn (< 1 jaar) en geldstromen op de langere termijn (>1 jaar).

InvesteringsbeleidDe investeringen in gebouwen zijn gedaan op basis van het (meerjaren) huisvestingsbeleidsplan. De overige investeringen in ICT en onderwijsleermiddelen (machines en dergelijken) worden gedaan op basis van een goedgekeurd investeringsplan.

Interne risicobeheersing- en controlesystemenDe afdeling Planning & Control bewaakt systematisch de naleving van de AO/IC ten einde een rechtmatige en doelmatige besteding van publieke middelen te borgen en voert systema-tisch interne controles uit op de bekostiging kritische aspecten van de onderwijsbedrijfsvoering (voldoen aan de 850-urennorm, deelnemersdossiers op orde, diplomatellingen, et cetera).

9.3. Financiële beschouwingAlgemeenBekostiging beroepsonderwijsDe instelling ontvangt één totaal lumpsum bedrag opgebouwd uit vier componenten:

> Een input-deel op basis van ingeschreven deelnemers > Een output-deel op basis van uitgereikte diploma’s > Een deel voor voorbereidende en ondersteunende activiteiten (VOA) > Een deel voor huisvestingskosten

De hoofdkenmerken van het model zijn de volgende: > Met ingang van het bekostigingsjaar 2009 gelden twee tel data (1 oktober en 1 februari) > Voor specifieke doelgroepen wordt, afhankelijk van de vooropleiding, op de opleidingsniveaus 1

en 2 een aanvullende vergoeding verstrekt, de zogenaamde. VOA-opslag > De t-2 systematiek wordt gehanteerd, dat wil zeggen dat de hoogte van de vergoeding

in enig jaar gebaseerd wordt op de telgegevens zoals die twee jaar voorafgaande aan het bekostigingsjaar gemeten en vastgesteld zijn.

> Er is sprake van een verdeelmodel, dat wil zeggen dat het landelijk beschikbare budget gelimiteerd is en naar rato van deelnemers- en diploma-aantallen verdeeld wordt over de instellingen.

Met ingang van het kalenderjaar 2015 is de nieuwe bekostigingssystematiek van kracht geworden. Het landelijk beschikbaar onderwijsbudget wordt op een andere wijze toegekend aan de instellingen. De bekostiging blijft wel gebaseerd op het aantal inschrijvingen en behaalde diploma’s over 2014 (t-2).De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oude bekostiging zijn:

> Invoering cascademodel > Afschaffen diplomastapeling > Afschaffen bekostiging deeltijd-BOL > Afschaffen bekostiging BBL-deelnemers zonder BPV > Invoering Entree-onderwijs

Page 60: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 61

Om de effecten van de nieuwe bekostiging in te kunnen regelen bij de instellingen is gekozen voor een geleidelijke invoering. Vanaf 2015 start voor een periode van vier jaar een overgangs-bekostiging, waarin met stappen van 20 procent per jaar geleidelijk het verschil wordt bijbetaald (voor scholen die erop achteruitgaan) of wordt ingehouden (voor scholen die erop vooruitgaan). Drenthe College zal er in het nieuwe bekostigingsmodel ruim € 1 miljoen op achteruitgaan en dus is de overgangsregeling op Drenthe College van toepassing.

Bekostiging Educatie vanaf augustus 2014 DC StartDC Start kent sinds 2008 twee opleidingsstromen: de opleidingen voor de volwasseneneducatie die bekostigd worden uit de “Regeling rijksbijdrage educatie” en de opleidingen - van met name het volwassenenonderwijs en meer specifiek de markt van inburgeringcursussen - die gefinancierd worden door derden op basis van de vrije marktwerking.

De “Regeling rijksbijdrage educatie” wordt jaarlijks gepubliceerd. Per gemeente wordt in deze regeling aangegeven welke bedragen de gemeenten van de rijksoverheid ontvangen ter bekostiging van de volwasseneneducatie. De gemeenten zijn daarbij vrij in de keuze door welke onderwijsinstituten zij de onderwijsvraag laten beantwoorden. De vergoeding die de instellingen voor de door hen geleverde onderwijsprestatie ontvangen is inclusief bedragen voor huisvesting en exploitatie.De bekostiging en wijze van financiering is per 1 januari 2015 veranderd. Vanaf die datum is stapsgewijs marktwerking ingevoerd. Marktwerking wil zeggen dat gemeenten vanuit het rijk een bepaald bedrag krijgen dat zij moeten besteden aan educatieve trajecten. Zij zijn vrij om te bepalen bij welke instellingen zij deze trajecten willen inkopen en zij zijn ook vrij om te bepalen wat zij onder educatieve trajecten verstaan. Wat wel bepaald is dat genoemde middelen binnen het sociale domein van het participatiebudget besteed moet worden. Tot 2015 zijn aan de besteding van de gelden voor educatieve trajecten nog, bij wet bepaalde, restricties verbonden. Beschreven staat wat wel en niet onder educatieve trajecten wordt verstaan en gemeenten zijn verplicht deze gelden te besteden bij een ROC. De Vavo-opleidingen worden sinds 2015 bekostigd door het ministerie van OCW.

InkomstenDe inkomsten van het ministerie van OCW zijn voor het mbo-gedeelte gerelateerd aan leerling- aantallen en diploma’s. Daarnaast zijn er nog diverse doelsubsidies die in de loop van het jaar worden ontvangen en die vaak aan een door de subsidieverlener bepaald doel moeten worden besteed.Door de DC Start worden contracten met gemeenten gesloten voor het uitvoeren van opleidings- en scholingstrajecten. De omzet van contractactiviteiten is afhankelijk van de mate waarin bedrijven en instanties behoefte hebben aan scholing en van acquisitie en onderhoud van bestaande relaties.

UitgavenDe uitgaven bestaan voor het grootste gedeelte uit personele lasten. Hierin zijn alle primaire en secundaire personele lasten opgenomen. De materiële lasten vormen de andere grote post. Deze overige uitgaven bestaan uit diverse posten zoals automatisering, kantoor- en bureaubenodigd-heden, leermiddelen, licenties/contributies et cetera. Tot de huisvestingslasten behoort ook de volledige afschrijvingscomponent van de gebouwen en inventaris.

Page 61: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

62 DC | JAARVERSLAG 2015

9.4 Analyseresultaat 2015

Toelichting realisatiecijfers 2015 ten opzichte van begroting 2015

AlgemeenHet jaarresultaat uit normale bedrijfsvoering bedraagt € 1,8 miljoen. Dit is inclusief de vrijval/extra dotatie van € 0,6 miljoen aan personele voorzieningen en de passivering van € 1,0 miljoen aan subsidies van het ministerie van OCW voor kwaliteitsafspraken. Het resultaat in totaal komt € 1,4 miljoen hoger uit dan begroot. Het verschil tussen begroting en realisatie op de diverse posten wordt verklaard door:

Realisatie Begroting Realisatie(Bedragen x € 1.000) 2015 2015 2014

Rijksbijdragen 61.468 61.240 56.238

Overige overheidsbijdragen -en subsidies 881 974 1.611

College-, cursus-, les- en examengelden 1.267 1.414 1.571

Baten werk in opdracht van derden 2.356 1.396 1.702

Overige baten 1.495 1.283 2.063

Totaal baten 67.467 66.307 63.185

Personele lasten 48.375 48.572 44.226

Afschrijvingslasten 4.253 4.279 4.143

Huisvestingslasten 4.998 4.636 4.390

Overige materiële lasten 7.786 8.170 7.925

Totaal lasten 65.412 65.657 60.684

Saldo baten en lasten 2.055 650 2.501

Financiële baten & lasten -240 -250 -242

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 1.815 400 2.259

Belastingen 0 0 0

Resultaat na belastingen 1.815 400 2.259

Recapitulatie resultaat t.o.v. begroting Voordelig Nadelig Verschil

Rijksbijdrage OCenW 0,2 0,2

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 0,1 -0,1

College-, cursus-, les- en examengelden 0,1 -0,1

Baten werk in opdracht van derden 1,0 1,0

Overige baten 0,2 0,2

Personele lasten 0,2 0,2

Afschrijvingen 0,0

Huisvestingslasten 0,4 -0,4

Overige materiële lasten 0,4 0,4

Financiële baten/lasten 0,0

Exploitatieresultaat 2 0,6 1,4

Page 62: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 63

In de toelichting wordt nader ingegaan op de afwijkingen tussen de begroting 2015 en realisatie over 2015. De vergelijking tussen de realisatie van 2015 en de realisatie van 2014 is opgenomen in hoofdstuk 9.6.

Rijksbijdrage OCWDe rijksbijdrage is in 2015 per saldo € 0,2 miljoen hoger dan begroot door extra ontvangen middelen voor cao-afspraken (€ 0,8 miljoen), middelen voor excellentie € 0,1 miljoen, een niet begrote afrekening school-ex regeling 2014 (€ 0,1 miljoen), VSV-middelen (€ 0,2 miljoen) en extra middelen voor onder andere studieverlof en mbo-investeringsfonds van € 0,1 miljoen. Daarnaast zijn minder middelen dan begroot voor kwaliteitsafspraken mbo (€ 1,0 miljoen; wordt doorgeschoven naar 2016), middelen voor modernisering mbo en schoolmaatschappelijk werk van € 0,1 miljoen.

Overige overheidsbijdragen- en subsidiesDe realisatie van de WEB-bijdragen van gemeenten is € 0,2 miljoen lager dan begroot. Daarnaast ontvangt Drenthe College middelen in het kader van de ‘subsidieregeling vaccinatie stage-plaatsen zorg’ van het ministerie van VWS en middelen van diverse overheidsinstanties voor een totaal van € 0,1 miljoen. College-, cursus-, les- en examengeldenHet ministerie van OCW berekent op basis van de t-2 oktober telling het te innen bedrag aan cursusgeld BBL voor het jaar. Dit bedrag wordt ingehouden op de rijksbijdrage. Drenthe College int in de loop van 2015 het cursusgeld bij studenten. Er vindt geen verrekening plaats tussen het werkelijk geïnde bedrag en de ingehouden subsidie. De werkelijke cursusgelden vallen voor 2015 lager uit door een verschuiving van BBL- naar BOL-deelnemers en op deze post zijn dan ook minder baten gerealiseerd dan begroot (€ 0,1 miljoen). De overige aan de deelnemer in rekening gebrachte (school)kosten zijn gerelateerd aan de uitgaven voor leermiddelen in 2015.

Baten werk in opdracht van derdenDe totale opbrengst van werk voor derden bedraagt € 2,4 miljoen. Per saldo is dit € 1,0 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere inkomsten uit cursussen in het kader van inburgering (€ 0,9 miljoen). Op overige contracten zien we ook meer baten dan begroot (€ 0,1 miljoen).

Overige batenDe overige baten zijn € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Dit is gerealiseerd op detacheringsin-komsten (€ 0,1 miljoen) en opbrengsten verhuur (€ 0,1 miljoen).

Page 63: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

64 DC | JAARVERSLAG 2015

Personele lasten

De totaal begrote inzet 2015 (vast én flexibel) is 630,6 fte en de gemiddelde inzet tot en met ultimo december 639,7 fte. Een groeiend aantal tijddeelnemers voor het cursusjaar 2015-2016, de uitvoering van projecten met eigen personeel en de intensivering van het onderwijs in het kader van ‘Focus op vakmanschap’ leidt tot extra personele inzet en lasten. De totale personeels-lasten laten ten opzichte van de begroting echter een onderschrijding zien van € 0,2 miljoen.

Lonen en SalarissenOp lonen en salarissen is € 1,4 miljoen onderschreden.

Loonkosten personeel niet in loondienstDe lasten van de inzet van flexibel personeel (tijdelijk personeel in dienst van Drenthe College en inleen) zijn € 2,1 miljoen hoger dan begroot. Uitzendkrachten € 1,4 miljoen, freelancers (ZZP’ers) € 0,1 miljoen, Detacheringen € 0,2 miljoen en inhuur overig personeel € 0,3 miljoen. Met het oog op toekomstige krimp en de afname van Rijksmiddelen heeft Drenthe College een flexibele en tijdelijke schil nodig. De flexibele schil is in 2015 gemiddeld 19,6 procent. Per jaar wordt mede op basis van verloop bezien hoeveel vaste aanstellingen Drenthe College kan verstrekken.

2015 BEGROTING 2015 2014 (in €) (in €) (in €)

Loonkosten 38.223.883 39.367.700 37.715.113

Bapokosten 1.152.975 1.450.000 1.300.636

Totaal lonen en salarissen 39.376.859 40.817.700 39.015.749

Loonkosten flexibel personeel 6.646.868 4.752.200 4.426.536

Detacheringskosten 289.141 135.000 453.906

Gastdocenten 12.586 9.300 10.054

Totaal personeel niet in loondienst 6.948.595 4.896.500 4.890.496

Dotaties/vrijval personele voorzieningen -93.490 490.000 -1.371.216

Overige personeelslasten 2.365.638 2.367.400 1.898.486

Af: uitkeringen -222.311 - -207.523

Totaal personele lasten 48.375.291 48.571.600 44.225.992

FTE's gemiddeld

Aanstelling 514,1 519,6

Tijdelijk 56,1 49,7

Inleen 69,5 56,3

Totaal 639,7 630,6 625,6

FTEs op peildatum 31 december

Aanstelling 513,3 513,4

Tijdelijk 57,9 55,7

Inleen 82,9 69,6

Totaal 654,1 630,6 638,7

Page 64: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 65

Dotaties personele voorzieningenIn verband met de herziening van de uitgangspunten inzake de vorming van de personele voorzieningen is in 2015 € 1,1 miljoen vrijgevallen. Daarnaast is een extra dotatie gedaan in het kader van een aantal in december opgestelde vaststellingsovereenkomsten (€ 0,5 miljoen). Per saldo is daardoor € 0,6 miljoen vrijgevallen op de post waar ook de lasten gerealiseerd worden. In dit geval op de dotaties personele voorzieningen, waardoor er in 2015 een negatieve dotatie is ontstaan.

Overige personeelslastenDe overige personeelslasten (reiskosten, scholing, personele fricties en overige vergoedingen) zijn een fractie lager dan begroot. De uitgaven voor scholing bedragen 2,3 procent van de totale loonsom.De ontvangen uitkeringen (€ 0,2 miljoen hoger dan begroot) bestaan uit WAO-uitkeringen en diverse loonkostensubsidies (onder andere levensloop).

AfschrijvingenDe afschrijvingslasten lopen in de pas met de begroting. In 2013 is in het kader van taal en rekenen een subsidie ontvangen om het onderwijs in deze vakken op niveau te brengen gezien de verzwaarde eisen. Een deel van deze subsidie is gebruikt om de kosten van bouwkundige aanpas-singen te financieren. In verband met de start van het TT-instituut per augustus 2014 was reeds in 2013 werkplaatsuitrusting aangeschaft. Inmiddels wordt ook op deze component afgeschreven en wordt een deel van de subsidie die wordt ontvangen van financierende partijen gebruikt om de afschrijvingslasten te financieren.

HuisvestingslastenDe gerealiseerde huisvestingslasten zijn € 0,4 miljoen hoger dan begroot, voornamelijk voor klein onderhoud, huur en schoonmaak (totaal € 0,5 miljoen). Op de post energie is een onderschrijding van € 0,1 miljoen).

Overige materiële lastenDe uitgaven op deze post onderschrijden het begrotingsbedrag met € 0,4 miljoen. Aan inven-taris, apparatuur en leermiddelen wordt meer uitgegeven dan begroot (€ 0,4 miljoen; materialen, excursies, overige activiteiten). Op de post advieskosten wordt € 0,3 miljoen onderschreden. Deze middelen zijn gebruikt om projecten uit te voeren met eigen of flexibel personeel. Op diverse andere posten wordt in totaliteit € 0,5 miljoen onderschreden (onder andere contributies en de arbodienst).

Financiële baten en lastenDe rentelasten zijn iets lager dan begroot door een verlaging van het rentepercentage van langlopende leningen.

Page 65: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

66 DC | JAARVERSLAG 2015

Kerngegevens Drenthe College

Kengetallen 2015 2014 2013

Financiën

Resultaat bedrijfsvoering (* € 1.000) 1.815 2.258 1.599

Totale baten (* € 1.000) 67.467 63.184 63.425

Solvabiliteit I 47,6% 47,5% 40,4%(eigen vermogen in % van balanstotaal)

Solvabiliteit II 51,0% 52,5% 50,1%(eigen vermogen + voorzieningen in % van balanstotaal)

Liquiditeit (current ratio) 0,8 0,8 0,8(verhouding vlottende activa t.o.v. kortlopende schulden)

Rentabiliteit 2,7% 3,6% 2,5%(exploitatiesaldo in % van totale baten)

Investeringen in materiële vaste activa (* € 1.000) 3.197 3.867 3.840

Personeel

Aantal medewerkers in fte op peildatum (ultimo jaar) 654 639 625

Entree

Deelnemerswaarde 240,81

Correctiefactor deelnemerswaarde 246,98

Niveau 2 t/m 4

Deelnemerswaarde 8.040,77

Correctiefactor deelnemerswaarde 7.920,88

Diplomawaarde 7.180,00

Bekostigingsparameters 2015

Page 66: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 67

Onder solvabiliteit I wordt het eigen vermogen als percentage van totaal vermogen verstaan, de norm is 30 procent. Het solvabiliteitspercentage per ultimo 2015 komt uit op 47,6 procent, een stijging van 0,1 procent ten opzichte van 31 december 2014.

De rentabiliteit, het nettoresultaat uitgedrukt als percentage van de totale baten, is ten opzichte van 2015 als gevolg van de stijging van het saldo op de vlottende activa (liquide middelen en vorderingen) met 0,8 procent gedaald en ligt op het niveau van 2,8 procent.

De liquiditeit is de mate waarin de onderneming op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen (vlottende activa/kort lopende schulden). Het ministerie van OCW hanteert als signaleringsgrens 0,5. De liquiditeit is per 31 december 2015 0,8 en wordt voor een groot deel beïnvloed door het relatief hoge bedrag aan nog te besteden middelen van OCW.

De begrippen solvabiliteit 2 en current ratio spelen bij de beoordeling van het weerstandsvermogen een belangrijke rol. Wijzigingen in deze kengetallen worden voornamelijk veroorzaakt door investeringen, resultaat en financiering.

Solva

0%

10%

20%

30%

40%

50%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

Renta

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

2,0%

2,5%

3,0%

3,5%

4,0%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

0,0%

0,1%

0,2%

0,3%

0,4%

0,5%

0,6%

0,7%

0,8%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

Liqui

Solvabiliteit I

Solva

0%

10%

20%

30%

40%

50%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

Renta

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

2,0%

2,5%

3,0%

3,5%

4,0%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

0,0%

0,1%

0,2%

0,3%

0,4%

0,5%

0,6%

0,7%

0,8%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

Liqui

Rentabiliteit

Solva

0%

10%

20%

30%

40%

50%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

Renta

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

2,0%

2,5%

3,0%

3,5%

4,0%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

0,0%

0,1%

0,2%

0,3%

0,4%

0,5%

0,6%

0,7%

0,8%

31 dec 201331 dec 201431 dec 2015

Liqui

Liquiditeit (cr)

Page 67: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

68 DC | JAARVERSLAG 2015

31 december 2015 31 december 2014 (in €) (in €)

1 Activa

Vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa 40.335 70.174

1.2 Materiële vaste activa 33.483.094 34.509.799

Totaal vaste activa 33.523.429 34.579.973

Vlottende activa

1.5 Vorderingen 3.676.713 3.271.847

1.7 Liquide middelen 9.096.805 4.749.666

Totaal vlottende activa 12.773.519 8.021.512

Totaal activa 46.296.948 42.601.486

2 Passiva

2.1 Eigen vermogen 22.034.364 20.219.429

2.2 Voorzieningen 1.564.087 2.133.122

2.3 Langlopende schulden 6.339.091 9.924.356

2.4 Kortlopende schulden 16.359.406 10.324.579

Totaal passiva 46.296.948 42.601.486

9.5 A.1.1. Balans per 31 december 2015 (Inclusief resultaatsverwerking)

Page 68: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 69

2015 Begroting 2014 (in €) 2015 (in €) (in €)

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 61.468.089 61.240.400 56.237.746

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 880.972 974.000 1.611.098

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 1.266.828 1.414.000 1.571.143

3.4 Baten werk in opdracht van derden 2.355.790 1.396.000 1.701.526

3.5 Overige baten 1.495.217 1.282.600 2.062.516

Totaal baten 67.466.896 66.307.000 63.184.028

4 Lasten

4.1 Personele lasten 48.375.291 48.571.600 44.225.991

4.2 Afschrijvingen 4.253.178 4.279.200 4.142.561

4.3 Huisvestingslasten 4.998.030 4.635.900 4.390.089

4.4 Overige materiële lasten 7.785.520 8.170.300 7.924.665

Totaal lasten 65.412.018 65.657.000 60.683.305

Saldo baten en lasten 2.054.878 650.000 2.500.723

5 Financiële baten en lasten -239.943 -250.000 -242.274

Totaal resultaat 1.814.935 400.000 2.258.449

9.6 A.1.2. Staat van baten en lasten 2015

Page 69: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

70 DC | JAARVERSLAG 2015

Kasstroomoverzicht 2015 2015 2014 (Bedragen x € 1.000) (in €) (in €)

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo van baten en lasten 2.055 2.501

Aanpassingen voor:

4.2 Afschrijvingen 4.253 4.143

Mutaties voorzieningen -569 -2.160

Veranderingen in vlottende middelen:

1.5 Vorderingen* -647 -177

2.4 Schulden* 6.011 -1.359

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 11.103 2.948

5.1 Ontvangen interest* 31 23

5.5 Betaalde interest* -255 -283

-224 -260

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 10.879 2.688

1.1/ Kasstroom uit investeringsactiviteiten

1.2 Investeringen (im)materiële vaste activa -3.422 -3.867

Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa 475 285

-2.947 -3.582

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.947 -3.582

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

2.3 Nieuw opgenomen leningen - -

2.3 Aflossing langlopende schulden -3.585 -585

-3.585 -585

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -3.585 -585

1.7 Mutatie liquide middelen 4.347 -1.479

9.7 A.1.3. Kasstroomoverzicht 2015

*inclusief overlopende rentebaten en lasten

Page 70: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 71

9.7.1 Grondslagen voor de JaarrekeningWaarderingsgrondslagen van de activa en passivaDe jaarrekening is opgesteld conform de “Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs”. Vanaf het verslagjaar 2008 gelden voor de inrichting van de jaarrekening de inrichtingsvereisten van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de adviezen van de Raad voor de Jaarverslaggeving die worden gepubliceerd in de zogeheten RJ-bundel. Deze RJ-bundel bevat voorschriften en modellen voor het jaarverslag van zowel commerciële bedrijven als niet-commerciële organisaties en instellingen. In het hoofdstuk RJ 660 zijn specifieke modellen voor onderwijsinstellingen en universiteiten opgenomen.

AlgemeenActiva en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Verbonden partijenAls verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggen-schap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechts-personen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.

Vergelijking met voorgaand jaarDe gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

Stelsel- en schattingswijzigingenIn 2015 hebben zich geen stelsel- en schattingswijzigingen voorgedaan.

SchattingenOm de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

Financiële instrumentenDrenthe College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende primaire financiële instrumenten die renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s met zich meebrengen. Deze betreffende instrumenten zijn in de balans opgenomen en de reële waarde benadert de boekwaarde.Drenthe College beschikt over een rentecap die op pagina 84 is toegelicht. De instelling past hedge accounting toe. Het ineffectieve deel van de waardeverandering wordt verantwoord in de staat van baten en lasten onder de financiële baten en lasten.

ActivaDe waardering van de (im)materiële vaste activa geschiedt op basis van verkrijgingprijs of vervaardigingprijs onder aftrek van toegepaste afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving vindt maandelijks plaats op basis van de geschatte levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Onderhoudsuitgaven worden geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen.

Page 71: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

72 DC | JAARVERSLAG 2015

Activum Afschrijvingstermijn in jaren Percentage

Gebouwen 40 2,5%

Uitbreidingen 20 5%

Verbouwingen 10 10%

Verbouwingen 5 20%

Schilderen buiten 7 14,3%

Schilderen binnen 5 20%

Inventaris 10 10%

Audiovis. middelen & apparatuur 5 20%

Software/implementatie 7 14,3%

Software/implementatie vanaf 1/1/-2012 4 25%

Computerapparatuur 4 25%

Computerapparatuur vanaf 1/1/-2012 3 33,3%

Bedrijfsauto's 5 20%

De levensduur en het afschrijvingspercentage van de (im)materiële vaste activa is als volgt:

De gebouwen en terreinen zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs minus de afschrijvingen. De boekwaarde van de gebouwen en terreinen bedraagt ultimo 2015 respectievelijk € 23.084.247 en € 4.322.398.

Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de staat van baten en lasten onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief.

Vlottende Activa

VorderingenDe vorderingen en overlopende activa worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen wegens oninbaarheid.

Liquide middelenLiquide middelen bestaan uit kasgelden, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Passiva

Eigen Vermogen

Algemene ReserveDe Algemene reserve is gevormd uit de resultaten tot en met het boekjaar 2015.

Page 72: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 73

BestemmingsreservesDe bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht. Het betreft een reserve inzake de huisdrukkerij met als doel het opvangen van eventuele exploitatietekorten en een in 2004 gevormde reserve in het kader van de scheiding van private en publieke gelden.

VoorzieningenHoofdstuk RJ660 geeft aan dat indien er sprake is van een feitelijke verplichting of in rechte afdwingbaar en die leidt tot een uitstroom van middelen en indien het mogelijk is om een goede schatting te maken van de noodzakelijke bedragen, de mogelijkheid bestaat tot het treffen van voorzieningen. Drenthe College heeft een tweetal van deze voorzieningen getroffen; voorziening WW & personeel en een voorziening jubileumgratificaties. De voorziening WW & personeel is opgenomen tegen contante waarde en berekend op basis van een reële inschatting van het naar verwachting in de toekomst verschuldigde bedrag. De jubileumvoorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijf kans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. Per voorziening zijn de uitgangspunten in de toelichting bij de voorziening opgenomen.

Langlopende schuldenSchulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. De langlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld. In 2014 heeft Drenthe College een financieel derivaat aangekocht wat tot doel heeft de opwaartse renterisico’s op een aangetrokken lening af te dekken (zie pagina 84).

Operationele leasingBij Drenthe College is er een leasecontract waarbij de voor- en nadelen die aan eigendom verbonden zijn, niet bij Drenthe College liggen. Dit leasecontract wordt verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.

Kortlopende schuldenSchulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Schulden worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.

Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.

ResultaatbepalingAlgemeenBaten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Financiële instrumentenDe stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende primaire financiële instrumenten. Dit betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen.

Page 73: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

74 DC | JAARVERSLAG 2015

Rijksbijdragen en overige overheidsbijdragen en -subsidiesNiet geoormerkte (overheids-)subsidies worden als baten in de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar waarin ze zijn toegekend. Geoormerkte (overheids-)subsidies worden als baten verantwoord in het jaar waarin de daarmee samenhangende lasten worden verantwoord.

DeelnemersbijdragenDe deelnemersbijdragen, bestaande uit cursus-, les- en examengelden, worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid.

Baten werk in opdracht van derdenHieronder worden de opbrengsten uit niet onder de primaire bekostiging vallend onderwijs verantwoord.Baten van werk in opdracht van derden worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in de periode waarin deze baten gerealiseerd zijn. Vooruit ontvangen financiering wordt als kortlopende schuld gepresenteerd. PersoneelsbeloningenPeriodieke beloningenLonen, salarissen, sociale lasten, vakantiegeld en dergelijken worden op grond van de arbeids-voorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten.

PensioenenDe instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basispremies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

AfschrijvingenOp (im)materiële vaste activa, behoudens terreinen, wordt afgeschreven op basis van de verkrijgings-/ vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen evenals afboekingen in verband met een duurzame waardevermindering.

Financiële baten en lastenRentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt.

KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Page 74: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 75

Vas

te a

ctiv

a aa

nsc

hafp

rijs

af

schr

ijvin

gen

boek

waa

rde

inve

ster

inge

n de

sinv

este

ring

en

over

ige

afsc

hrijv

inge

n aa

nsc

hafp

rijs

af

schr

ijvin

g bo

ekw

aard

e

1-

1-20

15

cum

ulat

ief

01-0

1-20

15

mu

tati

es

31

-12-

2015

cu

mul

atie

f 31

-12-

2015

1-

1-20

15

31-1

2-20

15

1.1

Im

mat

erië

le v

aste

act

iva

1.1

.2

Con

sess

ies,

ver

gunn

inge

n

99

4.8

82

9

24

.70

8

70

.174

-

- -

29

.83

9

99

4.8

82

9

54

.54

7

40

.33

5

en

rec

hte

n v

an

in

tele

ctu

ele

eige

ndo

m

Imm

ater

iële

vas

te a

ctiv

a 9

94

.882

92

4.7

08

70

.174

-

- -

29

.83

9

40

.33

5

1.2

M

ater

iële

vas

te a

ctiv

a

1.2

.1

Geb

ouw

en e

n t

erre

inen

1.2

.1.1

G

ebou

wen

5

2.0

81

.88

1

28

.53

6.9

72

2

3.5

44

.90

9

2.0

75

.91

9

- -

2.5

36

.58

1

54

.15

7.8

00

3

1.0

73

.55

3 2

3.0

84

.24

7

1.2

.1.2

Te

rrei

nen

6

.16

2.4

67

1

.49

0.5

67

4

.67

1.9

00

-

- -3

49

.50

2

- 6

.16

2.4

67

1

.84

0.0

69

4

.32

2.3

98

1.2

.2

Inve

nta

ris

en a

ppar

atu

ur

1.2

.2.1

In

ven

tari

s 9

.58

8.6

21

6

.211

.69

6

3.3

76

.92

5

48

0.0

64

-

- 6

33

.18

5

10.0

68

.68

5

6.8

44

.88

1

3.2

23

.80

5

1.2

.2.2

A

ppar

atu

ur

91

5.4

22

5

62

.49

5

35

2.9

27

11

7.8

05

-

- 1

29

.79

8

1.0

33

.22

7

69

2.2

93

3

40

.93

4

1.2

.2.3

H

ardw

are

7.9

67.

70

5

7.0

30

.417

9

37.

28

8

68

3.4

44

-

- 7

11.9

63

8

.65

1.1

49

7.

742

.38

0

90

8.7

68

1.2

.2.5

Im

plem

enta

tie

2.2

76

.80

8

1.9

62

.43

8

314

.37

0

13

6.5

04

-

- 2

01

.616

2

.41

3.3

12

2

.16

4.0

54

2

49

.25

8

1.2

.3

An

dere

vas

te b

edri

jfsm

idde

len

1.2

.3.1

A

uto

's

78

.66

0

34

.19

2

44

.46

8

- -

- 10

.19

5

78

.66

0

44

.38

7

34

.27

3

1.2

.4

In u

itvo

erin

g en

voo

ruit

beta

linge

n

1.2

.4.1

G

ebou

wen

in a

anbo

uw

-

- -

- -

- -

- -

-

1.2

.4.2

V

ooru

itbe

talin

gen

7

1.9

38

-

71

.93

8

-71

.93

8

- -

- -

- -

1.2

.5

Nie

t aa

n h

et p

roce

s di

enst

bare

1

.19

5.0

75

-

1.1

95

.07

5

- 2

25

.16

6

34

9.5

02

-

1.1

95

.07

5

-12

4.3

36

1

.31

9.4

11

mat

erië

le v

aste

act

iva

Mat

erië

le v

aste

act

iva

80

.33

8.5

77

4

5.8

28.7

77

3

4.5

09

.80

0

3.4

21.7

99

2

25

.16

6

- 4

.22

3.3

39

8

3.7

60

.376

5

0.2

77.

281

3

3.4

83

.09

4

9.8

Toe

licht

ing

Jaar

reke

ning

9.8

.1 T

oelic

htin

g ba

lans

(in

€)

Page 75: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

76 DC | JAARVERSLAG 2015

Verzekerde geïndexeerde (vervangings)waarde gebouwen en inventaris € 104.168.400.De WOZ-waarde (peildatum januari 2015) van de panden bedraagt € 40.384.000. Eind 2014 is een bedrag van € 71.938 opgenomen onder 1.2.4.2 Vooruitbetalingen voor WIFI-modules. Begin 2015 is dit opgenomen onder inventaris en is er gestart met het afschrijven op deze post.

Onder ‘Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa’ zijn de boekwaarden van de niet meer in gebruik zijnde panden opgenomen. De boekwaarde bestaat alleen nog uit de waarde van het terrein waarop het gebouw staat of stond. Hier waren de terreinen aan de Sleedoorn en Hagedoorn in Emmen, het pand aan de Stuifzandseweg in Hoogeveen en het pand aan de Werkhorst in Meppel al opgenomen. In 2015 is het gebouw aan de Flintstraat leeg komen te staan. De waarde van dit terrein is hieraan toegevoegd. Het pand aan de Stuifzandseweg is in 2015 verkocht en de waarde van dit terrein is op deze post in mindering gebracht.(1-1-2015 € 1.195.075 + Flintstraat € 349.502 -/- Stuifzandseweg € 225.166 = € 1.319.411).

De voorziening dubieuze debiteuren wordt op statische wijze bepaald op basis van een indivi-duele beoordeling van alle uitstaande vorderingen waarbij per vordering op objectieve wijze een inschatting wordt gemaakt van het risico op oninbaarheid.

1.5 Vorderingen 31 december 2015 31 december 2014

1.5.1 Debiteuren 74.852 205.162

1.5.5 Studenten/deelnemers/cursisten 765.762 885.691

1.5.6 Overige overheden 1.272.435 1.160.616

1.5.7 Overige vorderingen 572.082 370.035

1.5.8 Overlopende activa 1.055.608 719.592

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -64.025 -69.248

Vorderingen 3.676.713 3.271.848

Uitsplitsing

1.5.7.1 Personeel 0 0

1.5.7.2 Overige 572.082 370.035

Overige vorderingen 572.082 370.035

1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 1.055.608 719.592

1.5.8.2 Verstrekte voorschotten 0 0

1.5.8.3 Overige overlopende activa 0 0

Overlopende activa 1.055.608 719.592

1.5.9.1 Stand per per 1 januari 69.248 88.746

1.5.9.2 Onttrekking -5.223 -19.498

1.5.9.3 Vrijval/dotatie 0 0

Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid 64.025 69.248

1.563.665 1.020.379

Vlottende activa

Page 76: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 77

Het saldo van de vorderingen is met € 0,3 miljoen gestegen. Per ultimo maart 2015 is op de posten debiteuren (1.5.1) en overige overheden (1.5.6) € 0,8 miljoen ontvangen. Per ultimo maart 2015 is op de post vorderingen op deelnemers (1.5.5) € 0,3 miljoen ontvangen. Onder de overige vorderingen (1.5.7) staan onder andere vorderingen inzake een tegoed van de Studieboekencentrale, de jaarrente van een van de spaarrekeningen, een tegoed aan pro rata en loonbelasting, teruggave OZB en energielasten. Overlopende Activa (1.5.8) bestaat uit diverse vooruitbetaalde kosten zoals licenties en dergelijken. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar.

De liquide middelen zijn voornamelijk door de toename van de kortlopende schulden gestegen in 2015 (zie kasstroomoverzicht). De liquide middelen staan ter vrije beschikking van Drenthe College.

ToelichtingHet exploitatiesaldo 2015 is € 1.814.935. In hoofdstuk 9.8.2 wordt een voorstel gedaan over de bestemming van dit resultaat. Ten gunste van de Algemene reserve wordt een bedrag geboekt van € 1.783.222 en aan de bestemmingsreserve drukkerij is het exploitatieresultaat 2015 van de drukkerij van € 31.713 toegevoegd. Het eigen vermogen is daarmee toegenomen met het resultaat over 2015. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmoge-lijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht.

2.1.2 Bestemmingsreserve:Dit is een reserve inzake de huisdrukkerij (€ 477.701). Het resultaat uit bedrijfsvoering van de drukkerij wordt ten gunste of ten laste van deze reserve geboekt. Het doel van deze reserve is een buffer voor onverwachte negatieve resultaten.

2.1.3 Bestemmingsreserve private gelden:In het kader van de scheiding van private en publieke gelden is in 2004 de bestemmingsreserve private gelden gevormd. In 2015 zijn er geen toevoegingen of onttrekkingen. Deze reserve wordt buiten het publieke domein gehouden om eventuele negatieve resultaten op private activiteiten te kunnen afdekken.

1.7 Liquide middelen 31 december 2015 31 december 2014

1.7.1 Kasmiddelen 8.949 8.204

1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 9.079.245 4.736.178

1.7.4 Overige (kruisposten) 8.612 5.284

Liquide middelen 9.096.805 4.749.666

2.1 Eigen vermogen Saldo per Bestemming Mutaties EV Saldo per 1/1-2015 resultaat 2015 31/12/2015

2.1.1 Algemene reserve 19.179.585 1.783.222 0 20.962.807

2.1.2 Bestemmingsreserve 445.988 31.713 0 477.701

2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat) 593.856 0 0 593.856

Eigen vermogen 20.219.429 1.814.935 0 22.034.364

Passiva

Page 77: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

78 DC | JAARVERSLAG 2015

Van de voorzieningen is:< 1 jaar € 674.8711-5 jaar € 652.046> 5 jaar € 237.171

ToelichtingRJ660 geeft aan dat indien er sprake is van een feitelijke of een in rechte afdwingbare verplichting, die leidt tot een uitstroom van middelen waarvan de omvang betrouwbaar is vast te stellen, een voorziening getroffen dient te worden. Drenthe College heeft de volgende voorzieningen getroffen:

A. Voorziening WW & personeelDrenthe College kent reeds vanaf de oprichting een voorziening voor aanspraken voor in rekening te brengen werkloosheidsuitkeringen. Drenthe College dient als instelling binnen de BVE-sector bij te dragen aan de uitkeringslasten van iedere medewerker die een werkloosheidsuitkering ontvangt op grond van de beëindiging of vermindering van zijn benoeming.

De aanspraken binnen Drenthe College betreffen drie verschillende periodes en bijbehorende regimes:

1. 100 procent collectiviteit (1 januari 1997 tot 1 augustus 1998) Op basis van de verdeelsleutel van de relatieve omvang van Drenthe College binnen de BVE- sector (aandeel bekostigde deelnemers en diploma’s) betaalt Drenthe College mee aan de totale lasten van de sector voor deze aanspraken. Gezien de leeftijd van deze groep uitkerings- gerechtigden gaat het aandeel van deze component in de komende jaren afnemen.

2. 60 procent Drenthe College en 40 procent collectiviteit (1 augustus 1998 tot 1 juli 2006) De groep van oud-medewerkers van Drenthe College die een werkloosheidsuitkering ontvangen op basis van de regeling uit deze periode is bekend. De lengte van deze uitkering is ongewis.

3. 100 procent Drenthe College (1 juli 2006 tot nu) Inschatting van de kosten voor de werkloosheidsuitkeringen is lastig. Deze is nu gebaseerd op de huidige maximale uitkeringslasten van de huidige en oud-medewerkers van Drenthe College vanaf 1 juli 2006.

Een aantal oud-medewerkers van Drenthe College - onder andere van de sector Educatie - ontvangen sinds 2014 een bovenwettelijke uitkering. Indien men werkzaam is bij een BVE-instelling kan men bij ontslag, op basis van bepaalde voorwaarden, recht hebben op een bovenwettelijke WW-uitkering bovenop de WW-uitkering tot maximaal de pensioengerechtigde leeftijd.

De uitgangspunten voor de berekening van de voorzieningen WW & personeel en jubileum-gratificaties zijn in 2014 aangepast. Dit leidt ook in 2015 na herijking tot een vrijval van de voorziening WW & personeel voor een totaalbedrag van € 1.053.869 Dit bedrag is ten gunste gebracht van het resultaat 2015. In de oorspronkelijke berekening (2013 en voorgaande jaren) van de voorziening WW & personeel werd rekening gehouden met bestaande en toekomstig te verwachten WW-verplichtingen. Deze bedragen werden vervolgens forfaitair berekend en gewaardeerd op basis van nominale waarde. Omdat uitsluitend voorzieningen dienen te worden

2.2 Voorzieningen Saldo per Saldo per Kortlopend Langlopend 1/1/2015 Dotaties Onttrekking Vrijval 31/12/2015 deel <1 jr deel >1 jr

2.2.1 WW & personeel 1.728.123 924.925 -432.464 -1.053.869 1.166.715 653.789 512.926

2.2.3 Jubileumgratificaties 404.999 40.000 -43.926 -3.700 397.373 21.082 376.291

Voorzieningen 2.133.122 964.925 -476.391 -1.057.569 1.564.088 674.871 889.217

Page 78: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 79

getroffen voor op balansdatum bestaande verplichtingen, behoren de toekomstig te verwachten WW-verplichtingen niet in de voorziening te worden verantwoord. Daarnaast dient de voorziening te worden verantwoord op basis van de best mogelijke schatting. Aangezien de duur van de verplichtingen in tijd is gelimiteerd, is de maximale aanvulling goed te berekenen en is een forfaitaire bepaling minder opportuun. De huidige WW-voorziening 2015 voldoet aan boven-staande eisen en bedraagt in totaliteit € 1.166.715.

B. Voorziening jubileumgratificatiePersoneelsleden die een vijfentwintigjarig of veertigjarig ambtsjubileum behalen krijgen een gratificatie van respectievelijk een half of een heel bruto maandsalaris conform de CAO BVE vermeerderd met 8 procent vakantie-uitkering die netto mag worden uitbetaald.

Gehanteerde uitgangspunten:1. Van het huidige personeelsbestand wordt op grond van ervaringscijfers geprognosticeerd wat de blijf kans is per categorie duur van het dienstverband.2. Uitgangspunt is het huidige salaris van de betrokken medewerkers.3. Uitgegaan wordt van de huidige duur van het dienstverband van betrokkenen.4. De berekening van de individuele medewerker is tot aan de leeftijd van 67 jaar.5. Er wordt rekening gehouden met een jaarlijkse loonkostenstijging van twee procent.6. De voorziening wordt berekend op basis van de netto contante waarde waarbij de marktrente is gesteld op twee procent.

Herijking van de voorziening leidt in 2015 tot een vrijval van € 3.700. Dit bedrag is ten gunste gebracht van het resultaat 2015. Het saldo van de voorziening jubileumgratificaties per ultimo 2015 komt uit op € 397.373.

De aflossingsverplichting in 2016 voor de langlopende leningen bedraagt € 3.585.265. Deze zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.

Euroflex lening INGIn 2012 heeft Drenthe College een Euroflexlening van € 2 miljoen aangetrokken bij ING. Deze lening hoeft niet tussentijds afgelost te worden. Het is een doorlopende lening met de mogelijkheid om de lening boetevrij af te lossen. Er is gekozen voor een variabel rentetarief. In 2016 zal worden beoordeeld of deze lening per november zal worden geherfinancierd.

RabobankIn 2002 is een drietal leningen afgesloten voor de financiering van het pand aan de Anne de Vriesstraat in Assen. Per ultimo 2015 is het saldo van deze leningen € 5.256.408. Op deze leningen is geen pandrecht van toepassing. Om de opwaartse renterisico’s op lening

2.3.3 Kredietinstellingen Schuldrest Aangegane Aflossing Saldo Looptijd Looptijd Rente- Looptijd

01-01-2015 leningen 2015 31-12-2015 >1 jaar >5 jaar voet tot

2015

ING Bank Euroflex 675118417 2.000.000 0 0 0 0 0 variabel 01-11-2016

Rabobank 3028968495 1.915.144 0 163.008 1.752.136 652.032 1.100.104 5,16% 30-09-2027

Rabobank 3028968002 1.915.144 0 163.008 1.752.136 652.032 1.100.104 variabel 30-09-2027

Rabobank 3028968037 1.915.144 0 163.008 1.752.136 652.032 1.100.104 3,01% 30-09-2027

OKF-lening ING 673712583 1.178.924 0 96.241 1.082.683 384.789 697.894 4,70% 01-03-2033

ING Bank Euribor Optimaal 650327985 1.000.000 0 0 0 0 0 variabel 01-01-2016

Langlopende schulden 9.924.356 0 585.265 6.339.091 2.340.885 3.998.206

2.3 Langlopende schulden

Page 79: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

80 DC | JAARVERSLAG 2015

3028968002 (variabele rente) af te dekken is een financieel derivaat (cap) aangekocht. De cap is in 2015 niet geëffectueerd in de zin dat de spilrente hoger ligt dan de marktrente.

OKF-lening INGEen groot aantal onderwijsinstellingen is in de jaren negentig - in het kader van de operatie Omkering Kapitaaldienst Financiering (OKF) – door het ministerie van OCW integraal verantwoor-delijk gemaakt voor het aan deze instellingen in volledig eigendom overgedragen vastgoed.De lening bij ING is de lening in het kader van de OKF-operatie van € 1.082.683. Deze lening is overgenomen van de rechtsvoorgangers van Drenthe College en op deze lening is geen pandrecht van toepassing.

Euribor optimaal lening INGIn 2013 heeft Drenthe College een Euribor optimaal lening aangetrokken bij ING. Deze lening hoeft niet tussentijds afgelost te worden. Het is een doorlopende lening met de mogelijkheid om de lening boetevrij af te lossen. In januari 2016 zal deze lening volledig worden afgelost.

2.3 Kortlopende schulden 2015 2014

2.4.1 Kredietinstellingen 3.585.265 585.265

2.4.2 Vooruitgefactureerde en - ontvangen 924.424 460.684

termijnen OHW

2.4.3 Crediteuren 3.481.697 1.842.520

2.4.4 OCenW 0 0

2.4.7 Belastingen en premies Soc. Verz. 1.890.520 1.758.913

2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 457.942 531.484

2.4.9 Overige kortlopende schulden 500.340 647.311

2.4.10 Overlopende Passiva 5.519.218 4.498.401

Kortlopende schulden 16.359.406 10.324.578

Uitsplitsing

2.4.7.1 Loonheffing 1.850.368 1.805.225

2.4.7.2 Omzetbelasting 40.152 -46.312

Belastingen en premies Soc. Verz. 1.890.520 1.758.913

2.4.9.1 Werk door derden 0 0

2.4.9.2 Overige 500.340 531.484

Overige kortlopende schulden 500.340 531.484

2.4.10.1 Vooruitontvangen college- en lesgelden 118.942 151.292

2.4.10.2 Vooruitontvangen OCenW geoormerkt 969.316 1.151.267

Vooruitontvangen OCenW 1.538.602 313.715

2.4.10.3 Vooruitontvangen investeringssubsidies 214.046 243.514

2.4.10.4 Vooruitontvangen Gemeenten 603.680 537.584

2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.017.310 1.976.808

2.4.10.8 Overige 57.321 124.222

Overlopende passiva 5.519.218 4.498.402

Page 80: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 81

De aflossingsverplichting 2016 op de langlopende schulden bedraagt € 3.585.265 (zie 2.3). > De post Crediteuren loopt volledig af in januari 2015. > Belastingen en pensioenpremies zijn betaald in januari 2015. > De overige kortlopende schulden bestaan uit diverse leerling fondsen en nog te betalen lasten. > Onder de overlopende passiva vinden we:

- Vakantiegeld verplichting € 1,3 miljoen. - Verplichting verlofdagen OBP/Verplichting opgeschorte vakantiedagen OP € 0,6 miljoen: Conform richtlijnen verslaglegging jaarrekening onderwijsinstellingen zijn de restsaldi van verlofdagen van het OBP van het ene naar het volgende kalenderjaar als verplichting opgenomen evenals de niet opgenomen vakantiedagen van het onderwijzend personeel wegens ziekte. - Verplichting bindingstoelage € 0,1 miljoen.

Page 81: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

82 DC | JAARVERSLAG 2015

G1

Su

bsid

ies

zon

der

verr

eken

ings

clau

sule

O

msc

hrijv

ing

Toew

ijzin

g ke

nmer

k To

ewijz

ing

Bed

rag

Ont

van

gen

Pre

stat

ie

datu

m

toew

ijzin

g t/

m

afge

ron

d?

vers

lag

jaar

Ja

/Nee

Le

rare

nbe

urs

6

742

98

-1

27-1

0-1

5

€ 1

36

.08

4

€ 1

36

.08

4

N

Zij i

nst

room

7

00

75

6-1

3

1-0

3-1

5

€ 2

0.0

00

20

.00

0

N

Tota

al

€ 1

56

.08

4

€ 1

56

.08

4

G2

Su

bsid

ies

met

ver

reke

nin

gscl

ausu

leG

2A

A

flop

end

per

ult

imo

vers

lag

jaar

O

msc

hrijv

ing

Toew

ijzin

g ke

nmer

k To

ewijz

ing

Bed

rag

Ont

van

gen

Tota

le

Te

datu

m

toew

ijzin

g t/

m

kost

en

verr

eken

en

vers

lag

jaar

Sch

oolm

aats

chap

pelij

k w

erk

20

14

60

23

54

-1

16-0

1-14

28

5.0

14

€ 2

85

.014

28

5.0

14

€ 0

To

taal

28

5.0

14

€ 2

85

.014

28

5.0

14

€ 0

G2

B

Doo

rlop

end

tot

in e

en v

olge

nd

O

msc

hrijv

ing

Toew

ijzin

g ke

nmer

k To

ewijz

ing

Bed

rag

Sald

o O

ntva

nge

n in

la

sten

in

Tota

le k

oste

n

Sald

o n

og t

e

datu

m

toew

ijzin

g 1-

1-2

015

ve

rsla

gja

ar

vers

lag

jaar

21

-12-

201

4

best

eden

31

-12-

201

5

VSV

20

13

-20

15

Plu

svoo

rzie

nin

g R

MC

9

ON

D/O

DB

-20

15/

197

8 M

0

8-1

0-1

2

€ 2

25

.00

0

€ 9

3.2

58

75

.00

0

€ 9

3.2

58

13

1.7

42

€ 7

5.0

00

V

SV 2

01

3-2

01

5 P

lusv

oorz

ien

ing

RM

C8

O

ND

/OD

B-2

01

5/18

53

5U

0

8-1

0-1

2

€ 6

00

.00

0

€ 3

26

.99

0

€ 2

00

.00

0

€ 3

26

.99

0

€ 2

27.3

60

20

0.0

00

V

SV 2

01

3-2

01

5 P

lusv

oorz

ien

ing

RM

C7

O

ND

/OD

B-2

01

5/17

80

8U

0

8-1

0-1

2

€ 7

5.0

00

3.6

40

25

.00

0

€ 3

.64

0

€ 7

1.3

60

25

.00

0

VSV

20

13

-20

15

VSV

RM

C9

O

ND

/OB

D-2

01

2/4

93

99

U

08

-10

-12

52

5.0

00

10

7.7

81

17

5.0

00

29

0.8

81

242

.219

€-

8.1

00

V

SV 2

01

3-2

01

5 V

SV R

MC

8

ON

D/O

BD

-20

12

/49

39

8U

0

8-1

0-1

2

€ 9

00

.00

0

€ 1

9.9

66

30

0.0

00

27

8.9

58

58

0.0

34

41

.00

8

VSV

20

13

-20

15

VSV

RM

C7

O

ND

/OB

D-2

01

2/4

93

97

U

08

-10

-12

90

0.0

00

27

5.7

35

30

0.0

00

26

8.9

38

324

.26

5

€ 3

06

.79

7

Taal

en

Rek

enen

MB

O 2

014

5

92

01

2-2

16

-12

-13

80

0.7

75

15

5.2

88

0

€ 3

9.1

62

68

4.6

49

116

.12

6

MB

O In

vest

erin

gsfo

nds

6

46

85

9-1

0

8-1

0-1

4

€ 4

14.0

00

95

.55

6

€ 8

2.8

00

48

.110

56

.05

4

€ 1

30

.24

6

Sch

oolm

aats

chap

pelij

k w

erk

20

15

6

66

49

1-1

2

0-1

0-1

4

€ 2

57.

20

3

€ 0

25

7.2

03

17

3.9

64

0

€ 8

3.2

39

To

taal

4.6

96

.978

1.0

78.2

14

€ 1

.415

.003

1.5

23

.901

2.3

17.6

83

96

9.3

16

Toel

icht

ing

doel

subs

idie

s vi

nd u

in h

et ja

arve

rsla

g

2.5

Doe

lsub

sidi

es O

CW

(Mod

el G

)

Page 82: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 83

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Regeling duurzame inzetbaarheid en werktijdvermindering seniorenDe regeling duurzame inzetbaarheid is bedoeld om werknemers in de gelegenheid te stellen afspraken te maken die hen helpen om ook op langere termijn het werk goed, gezond en met plezier te blijven doen. Eigen verantwoordelijkheid en keuze van de werknemer staan daarbij voorop.

De werknemer heeft recht op een persoonlijk (basis)budget van 50 uur ten behoeve van zijn duurzame inzetbaarheid. Indien de werknemer gebruik maakt van de Regeling seniorenverlof dan wel van één van de overgangsregelingen, dan vervalt het recht op het persoonlijk budget. Aangezien deze uren niet kunnen worden gespaard zal ultimo boekjaar geen sprake zijn van een saldo te waarderen verlofuren.

Oudere werknemersDe werknemer heeft recht op seniorenverlof indien hij voldoet aan de volgende voorwaarden:a. de werknemer is 57 jaar of ouder;b. de werknemer is direct voorafgaand aan de ingangsdatum van het verlof gedurende ten minste 5 jaren aaneengesloten in dienst bij een werkgever die valt onder de werkingssfeer van deze cao;c. de werknemer heeft een werktijdfactor van ten minste 0,4 bij de werkgever.

Omdat de extra uren voor seniorenverlof zijn gekoppeld aan een aantal dienstjaren is hier sprake van een regeling met opbouw van rechten. De aanspraak op seniorenverlof wordt opgebouwd in de 5 dienstjaren voorafgaand aan het jaar waarin de werknemer 57 jaar of ouder wordt. De werknemer, die voldoet aan de gestelde voorwaarden, heeft bij een normbetrekking recht op 170 uur verlof per cursusjaar. Het recht op verlof ontstaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt.Drenthe College heeft in 2015 geen voorziening gevormd voor Duurzame Inzetbaarheid. In 2015 hebben zich geen medewerkers aangemeld om daadwerkelijk voor de regeling seniorenverlof in aanmerking te willen komen. Ook is er op dit moment geen betrouwbare schatting te maken voor wat betreft medewerkers die mogelijk in de toekomst gebruik gaan maken van de regeling.

VorderingIn 1991 is door het ministerie van OCW bij de invoering van de lumpsum systematiek een kasschuifmanoeuvre verricht, waarbij de instituten de vergoeding voor de loonheffing en pensioenpremies misliepen. Voor de betreffende fusiepartners is dit bedrag in de jaarrekening 1994 of 1995 afgeboekt.De vordering op het ministerie van OCW, die dus niet meer in de balans zichtbaar is, blijft wel bestaan:

> oud-00OP € 251.025 > oud-23HZ € 193.837 > oud-18HW € 141.809 > oud-20MB PM

Het bedrag van de vordering van het Dag/Avond College Drenthe (20MB) is ingeschat op €113.445. De financiële administratie werd gedaan door de gemeente Emmen en het exacte bedrag van de vordering kon niet meer worden achterhaald. Volgens de correspondentie rond de invoering van de regelgeving destijds zal het rijk bij opheffing van de school deze vordering afwik-kelen. Bij de ROC-vorming is tot nu toe gebleken dat het rijk fusie niet ziet als het opheffen van de oude scholen. Men is tot nu toe niet genegen deze vorderingen op titel van fusie af te wikkelen.

Zakelijke zekerhedenDrenthe College is aangesloten bij de stichting Waarborgfonds BVE. Het waarborgfonds stelt zich borg ten gunste van geldgevers van geldleningen die voor huisvesting worden verstrekt aan bve-instellingen. Drenthe College heeft drie geldleningen bij het fonds geborgd voor het pand aan de Anne de Vriesstraat te Assen. Alle aangesloten instellingen hebben een aansluitovereen-komst getekend, waarin is bepaald dat indien het waarborgdepot onder het startkapitaal van

Page 83: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

84 DC | JAARVERSLAG 2015

Meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten

Verhuurder Expiratie- Verlengings- Huurlast Huurlast Huurlast datum termijn < 1 jaar >1 jaar >5 jaar

A.H.G. Fokkerstraat 7-9, Assen De Boer Vastgoed / New Dutch Estate sep-16 - 136.700 0 0

Stadionplein 5, Emmen De Boer Vastgoed / New Dutch Estate aug-19 per 5 jaar 390.880 1.009.773 0

Atlantis 2, Emmen Vereniging Opleidingen Bouw nov-21 per jaar 13.417 53.668 11.181

Vledderstraat 3d, Meppel Gemeente Meppel aug-16 per 1,5 jaar 39.215 0 0

Ambachtsweg 2, Meppel Woonconcept onroerend goed BV aug-24 per 5 jaar 579.257 2.317.028 2.075.671

De Haar 17, Assen L.J. Kreeft aug-34 per 5 jaar 366.184 1.464.736 4.973.999

Meerjarige overige verplichtingen

Verplichting Verplichting Verplichting <1 jaar >1 jaar >5 jaar

Kopieermachines Konica Minolta BV feb-19 - 95.709 199.394 0

€ 9,9 miljoen mocht dalen de scholen verplicht zijn dit aan te vullen naar evenredigheid van de door de Staat der Nederlanden verstrekte rijksbijdrage tot een maximum van 2 procent daarvan op jaarbasis. Op deze wijze beschikt het Waarborgfonds over een aanvullende zekerheid van maximaal € 80 miljoen op jaarbasis.

HuurovereenkomstenDe volgende panden worden op 31 december 2015 gehuurd via meerjarige contracten van derden:

Operational leaseDe voorzitter van het College van Bestuur heeft de beschikking over een leaseauto (€ 8.788 per jaar) via Noordlease BV.

Rente CAP RabobankIn 2014 heeft Drenthe College een financieel derivaat (cap) aangekocht met als doel de opwaartse renterisico’s op een aangetrokken lening af te dekken. De afgesloten cap heeft een directe hedge-relatie met de onderliggende lening zowel in bedrag als in looptijd. De cap is derhalve niet speculatief van aard. Drenthe College heeft geen financiële verplichtingen met betrekking tot deze cap. De cap is in 2015 niet geëffectueerd in de zin dat de spilrente hoger ligt dan de marktrente.

Page 84: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 85

9.8.1. Toelichting staat van baten en lasten (in €)

Baten

De parameters die bepalend zijn voor de Rijksbijdrage en de bedragen per deelnemer en diploma zijn hoger dan in 2014. Daarnaast zien we een verschuiving van overige subsidies naar de reguliere rijksbijdrage. In 2014 was de post overige subsidies OCW verdeeld in geoormerkte en niet-geoormerkte subsidies. Sinds het boekjaar 2015 verstrekt het ministerie middelen voor kwaliteitsafspraken en overige subsidies.

De WEB-bijdragen van gemeenten zijn fors lager dan in het jaar 2014 en in 2014 ontving Drenthe College subsidies van diverse overheidsinstanties die te maken hebben met het in 2014 gestarte TT-Instituut.

Er zijn minder schoolkosten (materialen, excursies et cetera) gefactureerd in 2015. Het cursusgeld voor BBL- deelnemers wordt door het ministerie van OCW gekort op de rijksbijdrage (€ 945.686)

3.1 Rijksbijdragen 2015 Begroting 2015 2014

3.1.1 Rijksbijdrage OCenW 58.004.333 57.205.500 52.150.654

Kwaliteitsafspraken Ocen W 1.979.215 2.820.000 75.000

Overige subsidies OCenW 1.445.380 1.175.700 3.972.930

Toerekening investeringssubsidies 39.162 39.200 39.162

3.1.2 Overige subsidies OCenW 3.463.757 4.034.900 4.087.092

Rijksbijdragen 61.468.089 61.240.400 56.237.

3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies

3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 753.828 914.000 1.007.490

3.2.2 Overige overheidsbijdragen 127.145 60.000 603.607

Overige overheidsbijdragen en subsidies 880.972 974.000 1.611.097

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden

3.3.2 Cursusgelden sector BVE 733.031 837.700 819.317

3.3.5 Examengelden 533.797 576.300 751.826

College-, cursus-, les- en examengelden 1.266.828 1.414.000 1.571.143

3.4 Baten in opdracht van derden

3.4. Contractonderwijs 709.680 496.000 516.434

3.4.1.1 Contracten t.b.v. inburgeringsvoorzieningen 1.176.979 275.000 540.581

3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden 469.131 625.000 644.511

Baten in opdracht van derden 2.355.790 1.396.000 1.701.526

3.5 Overige baten

3.5.1 Verhuur 202.022 121.500 565.543

3.5.2 Detachering personeel 403.887 312.300 419.758

3.5.6 Overig 889.308 848.800 1.077.215

Overige baten 1.495.216 1.282.600 2.062.516

Page 85: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

86 DC | JAARVERSLAG 2015

op basis van deelnemersaantallen (t-2). Drenthe College factureert op basis van de deelnemers-aantallen van lopend cursusjaar (t) en daarnaast zien we een verschuiving van BBL naar BOL. Hierdoor ontstaat op de post cursusgelden dit boekjaar een negatief verschil van € 212.655.

De opbrengst van werk voor derden is in 2015 hoger dan in 2014. De activiteiten voor bedrijven en instellingen zijn geïntensiveerd en we zien een forse stijging voor wat betreft de inburgerings-trajecten. De overige baten werk voor derden zijn daarentegen lager dan in 2014.

Daling van de overige baten in 2015 komt vooral doordat de kantines sinds februari 2015 zijn uitbesteed aan een cateraar en door het vertrek van een huurder uit het pand aan de Fokkerstraat te Assen.

Specificatie Overige baten (3.5.6): > Kantines & Drukkerij 130.988 > Projecten/samenwerkingstrajecten

- Scholing werkt 66.566 - Diverse projecten/leerbedrijven 385.400

> Overig 306.353 -------------- 889.308

LastenIn 2015 is sprake van hogere lonen en salarissen. Eind 2015 is de vaste formatie met 15,4 fte gestegen ten opzichte van eind 2014. De tijdelijke formatie en formatie inleenpersoneel zijn met respectievelijk 2,2 fte en 13,3 fte toegenomen ten opzichte van 31 december 2014. Het gemiddeld aantal werknemers is met 14,1 fte toegenomen van 625,6 naar 639,7 in 2015. In beide jaren is geen sprake geweest van werknemers die werkzaam zijn geweest in het buitenland. Drenthe College treft uitsluitend voorzieningen voor op balansdatum bestaande verplichtingen. Dit leidt in 2015 enerzijds tot een extra dotatie (naast de regulier begrote dotatie) en anderzijds tot een vrijval van de voorziening; gesaldeerd -/- € 93.490 (zie pagina 78). Daarnaast zijn onder andere de uitgaven voor scholing (overig) gestegen.

De afschrijvingslasten waren in 2015 hoger ten opzichte van 2014 doordat er meer geïnvesteerd is dan begroot. Dit leidt tot hogere afschrijvingslasten.

De Huisvestingslasten laten een stijging zien voor wat betreft huur, onderhoud, schoonmaak, heffingen en overige huisvestingslasten. Energie & waterlasten zijn gedaald.

Specificatie overige huisvestingslasten: > Beveiliging etc. € 91.946 > Ledigen containers € 66.839 > Dienst & werkkleding € 17.458 > Huur lockers € 40.500 > Klein inventaris € 43.117 > Verhuiskosten € 40.850

De Administratie- en beheers lasten zijn per ultimo 2015 lager dan in 2014 door lagere advieskosten en lagere lasten op contributies en de arbodienst. De PR- en licentiekosten waren daarentegen hoger dan in 2014 evenals de uitgaven op inventaris, apparatuur en leermiddelen.

Specificatie Overige lasten (4.4.4): > Drukkerij € 303.553 > Kantines € 368.584

------------ € 672.137

Page 86: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 87

4.1 Personeelslasten 2015 Begroting 2015 2014

4.1.1. Lonen en salarissen 39.376.859 40.817.700 39.015.748

4.1.2 Overige personele lasten 9.220.743 7.753.900 5.417.766

4.1.3 Af: uitkeringen -222.311 0 -207.523

Personeelslasten 48.375.291 48.571.600 44.225.991

Uitsplitsing

4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 31.375.490 40.817.700 30.547.946

4.1.1.2 Sociale lasten 3.952.880 0 3.859.755

4.1.1.3 Pensioenpremies 4.048.489 0 4.608.049

Lonen en salarissen 39.376.859 40.817.700 39.015.750

4.1.2.1 Dotaties/vrijval personele voorzieningen -93.490 490.000 -1.371.216

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 6.948.595 4.896.500 4.890.496

4.1.2.3 Overig 2.365.638 2.367.400 1.898.486

Overige personele lasten 9.220.743 7.753.900 5.417.766

4.2 Afschrijvingen

4.2.1 Immateriële vaste activa 29.839 0 43.623

4.2.2 Materiële vaste activa 4.223.339 4.279.200 4.099.939

Afschrijvingen 4.253.178 4.279.200 4.143.562

4.3 Huisvestingslasten

4.3.1 Huur 2.034.164 1.925.000 1.453.379

4.3.2 Verzekeringen 50.782 50.000 50.018

4.3.3 Onderhoud 566.882 411.000 471.196

4.3.4 Energie en water 773.474 894.100 934.054

4.3.5 Schoonmaakkosten 1.033.984 850.100 964.257

4.3.6 Heffingen 238.034 255.000 234.143

4.3.8 Overige 300.710 250.700 283.043

4.998.029 4.635.900 4.390.090

4.4 Overige lasten

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.346.504 5.163.400 4.674.445

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 2.766.880 2.363.500 2.573.924

4.4.4 Overige 672.137 643.400 676.295

Overige lasten 7.785.520 8.170.300 7.924.664

Specificatie honorarium

4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 56.458 30.000 68.002

4.4.1.2 Andere controleopdrachten 8.773 18.000 10.902

4.4.1.3 Fiscale adviezen 14.187 12.000 6.363

4.4.1.4 Andere niet-controlediensten 4.477 0 15.046

Accountantslasten 83.895 60.000 100.313

Page 87: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

88 DC | JAARVERSLAG 2015

Daling van te betalen rentepercentages op langlopende leningen en spaarrekeningen zorgt voor minder rentelasten en baten.

9.9 A.1.8 Wet Normering TopinkomensZie tabel op pagina 89. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT)De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Deze wet is met ingang van 1 januari 2014 in werking getreden en kent een openbaarmakingsregime en een maximale bezoldigingsnorm. De maximale bezoldiging-snorm is van toepassing op topfunctionarissen die in dienstbetrekking werkzaam zijn en topfunctionarissen die niet in dienstbetrekking werkzaam zijn (maar worden ingehuurd op basis van een overeenkomst van opdracht) indien zij binnen een periode van achttien maanden meer dan zes maanden werkzaam zijn voor de (semi)publieke instelling. Daarnaast kent de WNT een verbod op het verstrekken van winstdelingen, bonussen of andere vormen van variabele beloning aan topfunctionarissen. Voorts verbiedt de WNT het om aan topfunctionarissen ontslagvergoedingen toe te kennen die meer bedragen dan € 75.000 of indien lager, maximaal eenmaal de som van de jaarbeloning en de jaarbeloning betaalbaar op termijn en daarnaast mag het salaris niet meer worden doorbetaald gedurende een periode waarin de (gewezen) topfunctionaris geen arbeid meer levert (non-activiteit).Voor zover deze regels niet worden nageleefd dan wel afspraken worden gemaakt die uitgaan boven het door de WNT opgelegd maximum, is op grond van de WNT sprake van een onverschuldigde betaling. Het teveel ontvangen bedrag dient door de topfunctionaris te worden terugbetaald aan de (semi-)publieke instelling. De Raad van Toezicht stelt haar eigen vergoeding vast voor voorzitter en leden en zorgt ervoor dat daarbij de maxima die zijn vastgesteld door middel van het ‘Beloningsclassificatiesysteem bestuurders mbo’ niet worden overschreden. Het basisbedrag voor de beloning van de voorzitter van de Raad van Toezicht Drenthe College bedraagt € 10.000 per jaar, de leden van de Raad van Toezicht ontvangen € 7.500 per jaar.

De bezoldiging van de topfunctionarissen en de vergoeding voor de Raad van Toezicht van Drenthe College vallen geheel binnen de kaders van de WNT.

5 Financiële baten en lasten 2015 Begroting 2015 2014

5.1 Rentebaten 38.645 70.000 66.756

5.5 Rentelasten -278.589 -320.000 -309.030

Financiële baten en lasten -239.944 -250.000 -242.274

Page 88: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 89

Wet

ope

nbaa

rmak

ing

uit

publ

ieke

lijke

mid

dele

n g

efina

ncie

rde

topi

nkom

ens

Ver

mel

ding

alle

bes

tuur

ders

met

die

nstb

etre

kkin

g

Func

tie

Voo

rzit

ter

Naa

m

Inga

ngs-

Ei

ndda

tum

O

mva

ng in

M

axim

um

Bel

onin

g B

elas

tbar

e V

oorz

ieni

ngen

U

itke

ring

en

Tota

al

Tota

al

J/N

datu

m

dien

stve

rban

d di

enst

verb

and

bezo

ldig

ing

va

ste

en

belo

ning

be

eind

igin

g 20

15

2014

di

enst

-

in F

TE

vari

abel

e

beta

alba

ar

van

het

ve

rban

d

on

kost

en-

op t

erm

ijn

dien

stve

rban

d

ve

rgoe

ding

en

Voo

rzit

ter

J H

. Don

kerv

oort

23

-8-2

00

9

1-9

-201

5

1.0

00

0

€ 1

78.0

00

97.

918

2.5

31

€ 1

1.07

1

€ 7

5.0

00

18

6.5

20

€ 1

60

.26

8

Voo

rzit

ter

J A

.H. B

ruin

s Sl

ot

1-7-

2015

1.0

00

0

€ 1

78.0

00

64

.05

0

€ 0

7.6

03

€ 0

71.

653

0

Lid

N

G

. Cou

tinh

o-

1-10

-20

05

1-

1-20

16

1.0

00

0

€ 1

78.0

00

115

.865

0

€ 1

4.1

60

0

€ 1

30

.02

5

€ 1

19.1

26

G

root

huis

Func

tie

Voo

rzit

ter

Naa

m

Inga

ngs-

Ei

ndda

tum

O

mva

ng in

M

axim

um

Bel

onin

g B

elas

tbar

e V

oorz

ieni

ngen

U

itke

ring

en

Tota

al

Tota

al

J/N

datu

m

dien

stve

rban

d di

enst

verb

and

bezo

ldig

ing

va

ste

en

belo

ning

be

eind

igin

g 20

15

2014

di

enst

-

in F

TE

vari

abel

e

beta

alba

ar

van

het

ve

rban

d

on

kost

en-

op t

erm

ijn

dien

stve

rban

d

ve

rgoe

ding

en

Func

tie

Voo

rzit

ter

Naa

m

Inga

ngs-

Ei

ndda

tum

O

mva

ng in

M

axim

um

Bel

onin

g B

elas

tbar

e V

oorz

ieni

ngen

U

itke

ring

en

Tota

al

Tota

al

J/N

datu

m

dien

stve

rban

d di

enst

verb

and

bezo

ldig

ing

va

ste

en

belo

ning

be

eind

igin

g 20

15

2014

di

enst

-

in F

TE

vari

abel

e

beta

alba

ar

van

het

ve

rban

d

on

kost

en-

op t

erm

ijn

dien

stve

rban

d

ve

rgoe

ding

en

Voo

rzit

ter

J D

. van

As-

Kle

ijweg

t 1

-4-2

01

1-

1-2

016

€ 2

5.7

00

12

.10

0

12

.10

0

€ 8

.71

2

Lid

N

R. K

laru

s 1

-1-2

011

17.

80

0

€ 9

.07

5

9.0

75

4.5

00

Lid

N

A. d

e V

isse

r 1

-4-2

01

3

€ 1

7.8

00

9.0

75

€ 9

.07

5

€ 4

.80

0

Lid

N

L. Z

wie

rs

1-1

-20

11

€ 1

7.8

00

9.0

75

€ 9

.07

5

€ 5

.80

8

Vic

e vo

orzi

tter

N

U. K

lein

huis

2

6-1

-20

12

17.

80

0

€ 9

.07

5

9.0

75

7.2

60

Lid

N

J. H

adde

rs

1-5

-20

13

17.

80

0

€ 9

.07

5

9.0

75

4.3

56

Ver

mel

ding

alle

inte

rim

-bes

tuur

ders

Ver

mel

ding

alle

toe

zich

thou

ders

Page 89: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

90 DC | JAARVERSLAG 2015

9.10 Ruimte voor verklaring PWC

Page 90: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 91

Page 91: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

92 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 92: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 93

Page 93: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

94 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 94: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 95

9.10.1 Voorstel bestemming van het exploitatiesaldoStatutaire bepaling inzake resultaatbestemmingIngevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de Reserve van Drenthe College.

Drenthe College heeft over het verslagjaar 2015 een positief resultaat behaald van € 1.814.935Hiervan wordt € 31.713, zijnde het positieve resultaat van de huisdrukkerij, ten gunste van de Bestemmingsreserve Drukkerij gebracht. Het verschil ad € 1.783.222 wordt ten gunste gebracht van de Algemene reserve. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.

9.10.2 Gebeurtenissen na balansdatumEr zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de jaarrekening.

9.11 Gegevens over de rechtspersoonStichting Regionaal Opleidingen Centrum Drenthe CollegeStadionplein 57825 SG Emmen

Postbus 1737800 AD Emmen

Telefoon: 088-1884444Fax: 088-1884688Website: www.drenthecollege.nl

Bestuursnummer: 40872

Contactpersoon: R.H.M. HeesbeenTelefoon: 088-1884665E-mail: [email protected]

Brinnummer: 25PW

Onafhankelijke accountant:PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.Postbus 80609702 KB GroningenTelefoon: 088-7920050

Page 95: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

96 DC | JAARVERSLAG 2015

9.12 Nota Helderheid in de bekostiging van het BVEPer thema wordt een korte toelichting gegeven op welke wijze Drenthe College invulling heeft gegeven aan de Nota Helderheid.

1. UitbestedingDrenthe College heeft een overeenkomsten afgesloten met de Stichting Schilderen, Stukadoren, Afbouw en onderhoud Noord-Nederland te Assen voor de uitvoering van de oplei-dingen schilderen en stukadoren. De ingeschreven deelnemers per 1/10-2015 (158) bij Drenthe College volgen hun opleiding bij deze Stichting.

2. Investeren van publieke middelen in private activiteitenDrenthe College investeert geen publieke middelen in private activiteiten.

3. Het verlenen van vrijstellingenDrenthe College kent geen eigen fonds voor les- en cursusgelden. De opleidingen zijn zodanig opgezet dat minimaal moet worden voldaan aan de 850 uren-norm. Via interne audits wordt er op toegezien of de geldende uren norm wordt gehaald. Voor het verlenen van vrijstellingen in het kader van Eerder Verworven Competenties zijn EVC-procedures opgesteld om aan de plaatsing van deelnemers volgens de geldende regels te kunnen voldoen.

4. Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelfUitgangspunt is dat de deelnemers zelf het cursusgeld betalen. Indien derden het cursusgeld betalen wordt dit schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de betreffende deelnemer en de betreffende derde.

5. Uitstroom deelnemers relatief kort na 1 oktober en 1 februari

6. Deelnemers die tijdens het schooljaar veranderen van opleiding

Deelnemers worden in alle gevallen ingeschreven en voor bekostiging in aanmerking gebracht op de opleiding die op dat moment daadwerkelijk wordt gevolgd. Het is niet te voorkomen dat deelnemers tussentijds van opleiding veranderen. Op basis van de twee tel data (1 oktober 2015 en 1 februari 2016) zijn in totaal 358 deelnemers veranderd van opleiding (vorig jaar 222)

Uitstroom deelnemers oktober t/m december Uitstroom deelnemers februari

0%

30%

60%

90%

120%

150%

Doorstroom met diploma

Uitstroom zonder diploma

Uitstroom met diploma

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Doorstroom met diploma

Uitstroom zonder diploma

Uitstroom met diploma

2015

2014

0%

30%

60%

90%

120%

150%

Doorstroom met diploma

Uitstroom zonder diploma

Uitstroom met diploma

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Doorstroom met diploma

Uitstroom zonder diploma

Uitstroom met diploma

2015

2014

0%

30%

60%

90%

120%

150%

Doorstroom met diploma

Uitstroom zonder diploma

Uitstroom met diploma

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

Doorstroom met diploma

Uitstroom zonder diploma

Uitstroom met diploma

2015

2014

Page 96: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 97

7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijvenVoor enkele bedrijven zijn maatwerktrajecten georganiseerd. Hierbij brengt Drenthe College een bedrag in rekening dat in overeenstemming is met het onderliggende contract. Het betreft uitsluitend meerwerk ten opzichte van het reguliere onderwijsprogramma.

8. Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenlandPer 1 oktober 2015 staat 1 deelnemer met de Duitse nationaliteit ingeschreven voor een opleiding bij Drenthe College.

9.13 Vaststelling JaarrekeningDe jaarrekening is vastgesteld op 19 mei 2016.

A. Bruins Slot Voorzitter College van Bestuur

De jaarrekening is goedgekeurd door de voltallige Raad van Toezicht op 19 mei 2016

L. Zwiers Voorzitter Raad van Toezicht

U. Kleinhuis Vicevoorzitter

R. Klarus

A.O. de Visser

J. Hadders

M. Boumans

Page 97: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

98 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 98: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 99

Bijlage 1Nevenfuncties RvT en CvB

Nevenfuncties Raad van Toezicht

Dineke van As-KleijwegtVoormalig Burgemeester van Assen

> Voorzitter Stichting Vermogens Beheer > Voorzitter Gezamenlijke Klachten Commissie (van de Zijlen, Noorderbrug, Vanboeijen, NOVO

Zonnehuizen en Nieuw Woelwijck)

Janneke HaddersDirecteur DACOM BV

> Bestuurslid AgroConnect > Lid Beoordelingscommissie SIA - RAAK

Rudi KleinhuisFinancieel directeur ProStair Holding BV/De Vries Trappen BV

> Voorzitter investeringscommissie Drenthe Holding BV / MKB fonds Drenthe > Lid Raad van Commissarissen Noordlease Holding BV > Lid Raad van Toezicht/voorzitter auditcommissie Tinten Welzijnsgroep > Bestuurslid Maggie’s Centres Nederland > Penningmeester Maria Elisabeth Linhoffstichting, Groningen > Examinator/extern deskundige Executive Master of Accountancy (EMA) aan de Rijksuniversiteit

Groningen

Ruud KlarusLector Hogeschool Arnhem Nijmegen Faculteit Educatie

> Voorzitter Paritaire Commissie Ecabo > Lid Raad van Advies Schoevers Hogeschool > Voorzitter Sectorale Vernieuwingscommissie VMBO Economie en Ondernemen > Lid NRO beoordelingscommisie

Astrid-Odile de VisserVoorzitter Raad van Bestuur Interzorg Noord-Nederland

> Lid Bestuur Stichting Assen voor Assen

Lambert ZwiersDirecteur VNO-NCW Noord en MKB Noord

> Voorzitter Raad van Toezicht Noorderbrug > Lid Raad van Toezicht O2G2 > Voorzitter Raad van Toezicht Tinten Welzijnsgroep

Mark BoumansWaarnemend burgemeester gemeente Ommen

> Voorzitter commissie van advies behandeling bezwaren waterschap Vechtstromen > Voorzitter Raad van Toezicht O2G2 > Lid Raad van Toezicht Martinizorg > Lid Raad van Toezicht Drenthe College > Lid Mijnraad > Examinator NCOI Hogeschool > Voorzitter VVD Haren > Voorzitter Stichting Topvolleybal Groningen > Vice-voorzitter Dagelijks en Algemeen Bestuur Bestuursdienst Ommen-Hardenberg > Lid Algemeen Bestuur Veiligheidsregio IJsselland > Aandeelhouder Rotbrink B.V.

Page 99: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

100 DC | JAARVERSLAG 2015

> Lid Algemeen Bestuur Euregio > Lid kernbestuur Regio Zwolle (portefeuillehouder vrijetijdseconomie) > Vice-voorzitter Dagelijks en Algemeen Bestuur Regionale Uitvoeringsdienst IJsselland

Nevenfuncties College van Bestuur

Albert Bruins Slot Voorzitter College van bestuur Drenthe College (vanaf medio 2015)

> Lid Raad van Commissarissen GvB Amsterdam > Lid Noordelijke Investeringsboard > Bestuurslid VNO-NCW Drenthe

Ineke DonkervoortVoorzitter/Lid College van bestuur Drenthe College (tot september 2015)

> Lid Raad van Commissarissen Woonborg > Lid Raad van Toezicht Jeugdhulp Friesland > Lid Raad van Commissarissen Lefier > Lid Raad van Toezicht Stichting Route Development Groningen Airport > Lid Council Drenthe Beweegt > Directeur ID mangement & advies BV

Gini CoutinhoLid College van Bestuur Drenthe College

> Voorzitter Raad van Toezicht ICO, centrum voor Kunst en Cultuur Assen > Bestuurslid van De Maatschappij, ondernemend netwerk, departement Drenthe > Waarnemend voorzitter Ondernemersfonds Assen > Lid Regiegroep Kennis & Arbeidsmarkt Drenthe > Lid Bestuurlijk netwerk ZorgpleinNoord

Page 100: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 101

College van BestuurVoorzitter CvB - Lid CvB

Finance & Control Operations

DC StartSector

Economie & DienstverleningSector

TechniekSector

Zorg & Welzijn

Bestuursondersteuning

Bijlage 2Organogram

Page 101: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

102 DC | JAARVERSLAG 2015

Bijlage 3Jaaroverzicht taal en rekenen 2015

Jaaroverzicht COE-examens Nederlands en rekenen 2F 2015

Nederlands aantal gem. aantal <4,5 proc <4,5 aantal <5,5 proc <5,5

Drenthe College 1949 6,1 209 0,11 433 0,22

Techniek 400 6,4 33 0,08 62 0,16

EDI 852 6,1 101 0,12 209 0,25

Zorg & Welzijn 696 6,1 75 0,11 162 0,23

Rekenen landelijk gemiddelde 5,05

aantal gem. aantal <5 proc <5 aantal <6 proc <6

Drenthe College 2025 5,3 673 0,33 1113 0,55

Techniek 426 6,0 81 0,19 170 0,40

EDI 824 5,2 239 0,29 424 0,51

Zorg & Welzijn 775 4,5 354 0,46 518 0,67

Jaaroverzicht COE-examens Nederlands en rekenen 3F 2014-2015

Nederlands landelijk gemiddelde 6,6

aantal gem. aantal <5,5 proc <5,5 aantal <4, proc <4,5

Drenthe College 1567 6,46 439 28% 91 6%

Techniek 324 6,45 87 27% 16 5%

EDI 560 6,49 156 28% 36 6%

Zorg & Welzijn 683 6,46 196 29% 39 6%

Rekenen landelijk gemiddelde 5,05

aantal gem. aantal <6 proc <6 aantal <5 proc <5

Drenthe College 1710 5,10 1148 67% 448 26%

Techniek 347 5,59 183 53% 57 16%

EDI 594 5,16 390 66% 137 23%

Zorg & Welzijn 779 4,85 585 75% 254 33%

Page 102: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 103

Bijlage 4Verantwoording kosten Schoolmaatschappelijk Werk en VSV-projecten

Realisatie

Vaart Welzijn € 72.600

Tinten Welzijngroep € 117.600

Welzijn Mensenwerk € 56.800

Totaal € 247.000

Schoolmaatschappelijk werk

Projectnaam Kosten

Kosten contactsch. 10-11 € 85.606

VSV ZO 1 RMC MBO € 50.676

VSV ZO 2 VO-MBO € 23.085

VSV ZO 3 MBO 1&2 € 19.845

VSV ZO 4 MBO 3&4 € 30.285

VSV ZO 5 Plusvoorziening € 6.481

VSV ZW 3 MBO 1&2 € 34.642

VSV ZW 4 MBO 3&4 € 46.485

VSV ZW 5 Plusvoorziening € 21.060

VSV NM 3 MBO 1&2 € 900

VSV NM 4 MBO 3&4 € 20.567

VSV NM Toekomstloket € 24.390

Totaal € 364.021

Kosten projecten VSV bij Drenthe College in 2015

Page 103: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

104 DC | JAARVERSLAG 2015

Bijlage 5Jaar- en diplomaresultaat

Jaarresultaat per sector/niveau

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1

Techniek DC Start Economie & Dienstverlening Zorg & Welzijn Vakcentrum

Jaarresultaat per sector/niveau

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1

2014-2015 2013-2014 2012-2013

Diplomaresultaat per sector/niveau

Techniek DC Start Economie & Dienstverlening Zorg & Welzijn Vakcentrum

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1

Techniek DC Start Economie & Dienstverlening Zorg & Welzijn Vakcentrum

Jaarresultaat per sector/niveau

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1Niveau 4Niveau 3Niveau 2Niveau 1

2014-2015 2013-2014 2012-2013

Diplomaresultaat per sector/niveau

Techniek DC Start Economie & Dienstverlening Zorg & Welzijn Vakcentrum

Diplomaresultaat per sector/niveau

Page 104: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 105

Bijlage 6Aantal medewerkers per functieschaal

Dip

lom

ares

ulta

at p

er s

ecto

r

201

5

201

4

201

3

201

2

201

1

Pri

mai

r pr

oces

A

anst

ellin

g

Flex

Ei

ndt

otaa

l A

anst

ellin

g

Flex

Ei

ndt

otaa

l A

anst

ellin

g

Flex

Ei

ndt

otaa

l A

anst

ellin

g

Flex

Ei

ndt

otaa

l A

anst

ellin

g

Flex

Ei

ndt

otaa

l

<= 1

1

49

3

3

82

4

5

18

6

3

41

13

5

4

38

6

4

4

42

5

47

12

+ 1

3

9

0

9

9

0

9

11

0

11

11

11

11

11

B

25

7

98

3

55

2

56

8

0

33

6

25

8

63

3

21

2

60

5

9

319

2

80

3

8

31

8

C

171

1

17

2

179

0

17

9

18

7

1

18

8

196

1

19

7

199

1

2

00

D

5

0

5

7

0

7

9

0

9

12

12

1

3

1

3

LIO

0

0

1

0

1

1

1

Subt

otaa

l 4

91

132

62

3

49

6

98

5

94

5

07

77

5

84

51

8

66

5

84

5

45

44

5

89

Ove

rig

Aan

stel

ling

Fl

ex

Ein

dtot

aal

Aan

stel

ling

Fl

ex

Ein

dtot

aal

Aan

stel

ling

Fl

ex

Ein

dtot

aal

Aan

stel

ling

Fl

ex

Ein

dtot

aal

Aan

stel

ling

Fl

ex

Ein

dtot

aal

01

0

0

0

2

0

2

2

0

2

2

2

2

2

02

1

3

0

13

14

4

1

8

15

6

2

1

18

7

2

5

19

6

25

03

2

0

2

2

0

2

2

0

2

2

2

2

2

04

3

0

7

37

2

9

10

39

3

3

6

39

3

4

3

37

3

6

6

42

05

5

9

6

65

6

1

5

66

6

3

1

64

6

4

2

66

6

7

2

69

06

3

5

1

36

14

0

14

3

2

0

32

3

0

3

0

31

1

3

2

07

1

3

0

13

10

2

1

2

19

0

19

19

19

1

5

1

16

08

17

1

1

8

22

1

2

3

17

0

17

16

1

17

17

17

09

10

2

1

2

15

4

19

10

0

10

10

10

10

10

10

24

1

2

5

32

2

3

4

21

1

2

2

21

21

2

3

1

24

11

15

3

1

8

17

1

18

1

3

4

17

13

1

14

1

2

1

13

12

3

7

4

41

36

4

4

0

38

3

41

3

7

3

7

39

2

41

13

4

0

4

5

0

5

6

0

6

6

6

7

7

14

7

0

7

7

0

7

7

0

7

7

7

7

7

16

1

0

1

1

0

1

1

0

1

1

1

1

1

CvB

1

0

1

1

0

1

1

0

1

1

1

1

1

Subt

otaa

l 2

68

25

2

93

26

8

33

3

01

280

21

3

01

281

14

2

95

28

9

20

3

09

Tota

al D

C 75

9

157

91

6

764

13

1

89

5

787

9

8

88

5

799

8

0

879

8

34

6

4

89

8

* Pri

mai

r pr

oces

hee

ft b

etre

kkin

g op

de

fun

ctie

s do

cen

t, o

nde

rwijs

assi

sten

t, in

stru

cteu

r en

sch

olin

gstr

ajec

tbeg

elei

der

Page 105: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

106 DC | JAARVERSLAG 2015

Page 106: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 107

Organisatie Drenthe College 2016Raad van ToezichtVoorzitter - De heer L. Zwiers De heer R. KlarusDe heer R. KleinhuisMevrouw A. O. de Visser Mevrouw J. HaddersDe heer M. Boumans

College van BestuurVoorzitter - de heer A. Bruins SlotLid - vacature

SectormanagersDC Start - mevrouw R. RenkemaSector Economie & Dienstverlening - mevrouw H.W.M. Doosje Sector Techniek - mevrouw A. DijkstraSector Zorg & Welzijn - mevrouw J.A. Lorijn

DienstenmanagersOperations - de heer P.A. Santema Finance en Control - de heer J.B.W. Platzer

OndernemingsraadVoorzitter - mevrouw J.C. KeizerVice-voorzitter - mevrouw M.J. van der Meer Secretaris - de heer G. de Jonge

LedenMevrouw J. de Boer, de heer J. Hazelhoff, de heer J. Meijerink, de heer J.J. Mulder, de heer J. Pietersma, de heer L. Smit, mevrouw M. Stap, de heer A. Stevens, de heer B. Veldstra en mevrouw D. Wiersma.

Dagelijks bestuur StudentenraadVoorzitter - Wesley TabakVicevoorzitter - Mellany VosSecretaris - Mark Goos

DeelradenEmmen: Assen: Meppel:Mariëtte Fischer Jesca Andringa Sümeyye ErsoyMark Goos (secretaris) Daniek Dussel Lester FerdinandusDion Soedarmo Doaa Hashem (secretaris) Mary Nielson (voorzitter)Wesley Tabak (voorzitter) Wendy de Jong (voorzitter) Maaike de Roo (secretaris)Mellany Vos (vicevoorzitter) Erik VeldhuisAimee Wubkes

Page 107: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

108 DC | JAARVERSLAG 2015

Adresseninfolijn: 0800 - 88 12345e-mail: [email protected]

AssenAnne de Vriesstraat 70, 9402 NT Assen; DC Start, Facilitaire dienstverlening, Handel en Commercie, Horeca, Toerisme, Voeding, Zakelijke dienstverlening, Zorg en WelzijnA.H.G. Fokkerstraat 7-9, 9403 AM Assen; TechniekAziëweg 2, 9407 TG Assen; Techniek (schilderen en stukadoren)De Haar 17, 9405 TE Assen; TT-Instituut (auto- en motorfietstechniek)

EmmenAnna Paulownalaan 1, 7822 JJ Emmen; DC Start, TechniekAtlantis 2, 7821 AX Emmen; TechniekEmmalaan 25-26, 7822 JB Emmen; Haar- en schoonheidsverzorging Stadionplein 5, 7825 SG Emmen; DC StartUbbekingecamp 1, 7824 EH Emmen; Handel en Commercie, Leisure en Hospitality, Sport en Bewegen, Toerisme & Recreatie, Zakelijke dienstverleningVan Schaikweg 98, 7811 KL Emmen; TechniekVeldlaan 2, 7824 VH Emmen; Zorg en WelzijnVan Schaikweg 94, 7811 KL Emmen; Facilitaire dienstverlening, Horeca

MeppelAmbachtsweg 2, 7943 AE Meppel; Facilitaire dienstverlening, Handel en Commercie, Horeca, Techniek, Zakelijke dienstverlening, Zorg en WelzijnVledderstraat 3d, 7941 LC Meppel; DC Start

SteenwijkStationsplein 1, 8331 GM Steenwijk; DC Start

Page 108: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

DC | JAARVERSLAG 2015 109

Verklarende woordenlijstAKA Arbeidsmarktkwalificerende Assistentenopleiding AOC Agrarisch OpleidingscentrumAO/IC Administratieve Organisatie en Interne Controle BBL Beroepsbegeleidende LeerwegBHV Bedrijfshulpverlening BIO (project) Betaalbaar en inspirerend onderwijs BIO (Wet) Wet op de beroepen in het onderwijs BOL Beroepsopleidende LeerwegBPV BeroepspraktijkvormingBron Basisregister OnderwijsBTO BedrijfstakoverlegBVE BeroepsvolwasseneneducatieBW Burgerlijk WetboekCE Centraal ExamenCfi Centrale Financiën InstellingenCMT Centraal Management TeamCrebo Centraal Register BeroepsopleidingenCvB College van BestuurDC Drenthe CollegeDiOr Diagnose en OriëntatieprogrammaDUO Dienst Uitvoering OnderwijsEVC Erkennen Verworven CompetentiesFPU Flexibel Pensioen en UittredenFte Fulltime equivalentHbo Hoger beroepsonderwijsJOB Jongerenorganisatie BeroepsonderwijsLGF Leerling Gebonden FinancieringLOB Loopbaanoriëntatie en begeleidingMbo Middelbaar BeroepsonderwijsMT ManagementteamOBP Onderwijsondersteunend Beheerspersoneel OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OOD Onderwijsondersteunende DienstOP Onderwijzend PersoneelOR OndernemingsraadPWC PricewaterhouseCoopersROC Regionaal OpleidingscentrumRvT Raad van ToezichtSE SchoolexamenSMW Schoolmaatschappelijk WerkSR StudentenraadSW Sociale WerkvoorzieningUnienfto Fusie van de bonden: de UNIE (vakorganisatie voor BVE-veld en voortgezet onderwijs) en de NFTO (een vakbond voor het hbo-personeel)Vavo Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs Vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijsVO Voortgezet OnderwijsWAN Wide Area NetworkWIFI Wireless FidelityWEB Wet Educatie en BeroepsonderwijsWEV Wet Evenredige VertegenwoordigingWMEB Wet Medezeggenschap Educatie en BeroepsonderwijsWNT Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sectorWOPT Wet Openbaarmaking Publieke Topinkomens WW WerkloosheidswetZAT ZorgadviesteamZD Zakelijke DienstverleningZ&W Zorg & Welzijn

Page 109: Lees hier het volledige Digitaal jaarverslag 2015

110 DC | JAARVERSLAG 2015

ColofonDrenthe College Postbus 1737800 AD Emmen

Meer informatieT. 088 188 4444I. www.drenthecollege.nlE. [email protected]

RedactieCommunicatie en PR Drenthe College Concept en tekst Axel Kolthof

Vormgeving en drukCentrale Repro Drenthe College

Assen, juni 2016