36
c k g & Verslag van het congres Kunst, cultuur & gemeenschapszin opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 1

Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

ckg& Verslag van het congresKunst, cultuur &gemeenschapszin

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 1

Page 2: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Inhoud

Sandra Trienekens Kunst, Cultuur en Gemeenschapszin 5

Philip Houben 'Wij willen de Jantje Beton van de Nederlandse Cultuur worden' 8

Martin Berendse 'Ergens op rij tien pinkte iemand een traantje weg' 11

Paul Schnabel 'Kunst, het is niet nuttig, niet noodzakelijk en nergens goed voor' 15

Jan Franssen 'Het wordt tijd voor een fundamenteel cultuurdebat' 18

Jeanne van Heeswijk 'Ik ben heel eigenwijs en ik ben geen vertegenwoordiger van jullie' 21

De genomineerden voor de Stimuleringsprijs 26

Workshop 1 Community-opera als bindmiddel 32

Workshop 2 Museum maakt mensen mondig 36

Workshop 3 Kunstenaarscollectief in de wijk 40

Workshop 4 Opdracht voor kunstenaar bij herstructurering 43

Workshop 5 Multiculturele wijk werkt aan kunstwerk 48

Workshop 6 Cultuurscouts, -makelaars en -aanjagers 53

Zes workshops over zes succesverhalen 59

Een verrassende prijsuitreiking 62

Community art vangt de zaal in een reusachtig web 64

Sandra Trienekens 'Zie met eigen ogen wat kunst voor de gemeenschap kan betekenen' 67

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 2

Page 3: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

inleiding

sandra trienekens

Kunst, Cultuur en Gemeenschapszin

Ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van het Cultuurfonds BNG en het 10-jarigbestaan van Kunstgebouw, Stichting Kunst en Cultuur Zuid-Holland, vond op 22 sep-tember 2005 in Congrescentrum De Reehorst in Ede het congres Kunst, Cultuur enGemeenschapszin plaats. Het belangrijkste doel van het congres was de positieve wer-king van gemeenschapskunst onder de aandacht van vertegenwoordigers van gemeen-ten, provincies, woningcorporaties en kunstinstellingen te brengen.Voor u ligt het verslag van deze inspirerende dag.

Leeswijzer In deze inleiding wordt ingegaan op de relatie tussen kunst en gemeenschap, waar-bij wordt teruggegrepen op de lezingen van Martin Berendse (directeur Kunsten vanhet ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), Paul Schnabel (directeur Sociaalen Cultureel Planbureau) en Jan Franssen (Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland) en de presentatie door Jeanne van Heeswijk (beeldend kunstenares) van eenaantal van haar projecten.Dit wordt gevolgd door de verslagen van de zes workshops waarin verschillende praktijkvoorbeelden werden gepresenteerd en bediscussieerd.In het slotwoord wordt een aantal conclusies en bevindingen van het congres samengevat.

AssociatiesHoewel gemeenschapskunst niets nieuws is in Nederland en het de laatste jarennadrukkelijk in de schijnwerper is komen te staan, blijven de associaties die men bijgemeenschapskunst heeft sterk uiteenlopen. Dat bleek ook op het congres waar de drieinleiders, alvorens in te gaan op de rol die kunst kan vervullen in de gemeenschap,openhartig spraken over hun associaties met het woord ‘gemeenschapskunst’. Dezevariëerden van het moreel engagement, de liefde en het respect voor de medemens totbepaalde kunst in de openbare ruimte, bij voorbeeld ‘de haas’ in Utrecht. Hiervan vraagteen gemeenschap zich in eerste instantie af wat ze er mee moet, om het object na ver-loop van tijd toch als onderdeel van de stad te beschouwen en in haar hart te sluiten.Associaties variëren van Arbeid en Kunst-initiatieven uit de jaren ’30 van de vorige eeuwbedoeld voor arbeiders tot de rol die bestuurders hebben om met visie in contact te tre-den met de bevolking. Om sámen aan de ontwikkeling van gemeenschapszin te wer-ken, en om tegelijkertijd ambtenaren met enthousiasme te prikkelen om door middelvan kunst die gemeenschapszin verder vorm te geven.

5

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 4

Page 4: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

5| Sociaal-maatschappelijke doelstellingen of effecten.De projecten hebben aandacht voor de persoonlijke, sociale of maatschappelijke ontwikkelingen.

We noemen het vooralsnog een werkdefinitie omdat er op onderdelen controverse bestaat, met name waar het de maatschappelijke doelstellingen betreft. Schnabel ziet bijvoorbeeld als doel het verbeteren van de culturele wereld van de deelnemers en hij wil dit soort projecten graag inzetten omdat ze leuk zijn, niet om problemen op te lossen. Jeanne van Heeswijk daarentegen, wil wel degelijk dat haar projecten op lange termijn iets doen met de sociale structuur in de wijk.

PraktijkvoorbeeldJeanne van Heeswijk presenteerde een aantal van haar projecten waarbij het doel wasde bewoners greep te laten krijgen op de openbare ruimte en niet om te ‘kleien metMarokkanen’. Met haar initiatieven wil ze een tegenhanger bieden aan de steeds verderprivatiserende en segmenterende openbare ruimte, waarin iedereen voornamelijk bezigis met het vertegenwoordigen van zijn eigen (vermeende) identiteit. Van Heeswijk wilbeeldgeven aan deze openbare ruimte, niet alleen aan de fysieke, maar vooral ook aande abstracte openbare ruimte van de communicatie- en omgangsvormen. Dit beeldge-ven is een manier om grip op die ruimte te krijgen en geeft ook aan waarom het eenkunstenaar moet zijn, die in zulke projecten aan de slag gaat, in plaats van een welzijns-werker of een ambtenaar. Van Heeswijk wil ontmoetingen creëren, kunst produceren,consolideren en distribueren, waarbij ze culturele spanningen en competities niet uit deweg gaat. Het gaat erom om de beweging en de energie, die uit zo’n ontmoeting voort-komen, om te zetten naar betrokkenheid bij de veranderingen in de leefomgeving, opeen manier die blijvend wat betekent.

EffectenWat is dan dat blijvende effect? Integratie? Sociale cohesie? Gemeenschapszin? Dat kunst mensen dichter bij elkaar brengt, daarover zijn de meeste mensen het eens,volgens Berendse. Rest alleen de vraag ‘hoe dan precies?’ Hierover ging het onder meerin de zes afzonderlijke workshops, zoals u in het navolgende verslag kunt lezen. <

7

Definitie Maar hoe uiteenlopend de associaties ook zijn, er tekent zich steeds duidelijker eendefinitie af van wat wij in Nederland onder gemeenschapskunst-, community art- ofsociaal-artistieke projecten verstaan. Berendse noemde drie elementen die gemeen-schapskunst van kunst onderscheiden: de samenwerking van professionele en amateurkunstenaars, het engagement en de gemeenschapszin. Schnabel stelde dat of het nuom ‘Gesammtkunst’ of vormingskunst ging, het nadeel is dat het vaak vóór de mensenbedoeld was. En daarin ligt meteen één van de grote verschillen met de huidigegemeenschapskunstpraktijk: het draait om de actief participerende community.Bovendien gaat het, volgens Schnabel, om het aansluiten bij de leefwereld van de deel-nemers en om het centraal stellen van het proces. Uiteraard gaat het ook om hetartistieke aspect en Berendse spoorde de bestuurders op dit vlak aan om het lef te heb-ben van kunstenaars iets te durven vragen: ‘Opdrachtkunst is niet zo vervelend als hetlijkt, maar vraag niet om kunst, hóóp op kunst. Na afloop van het project zal blijken ofhet ook daadwerkelijk kunst is geworden!’

De gedachten die in de inleidingen en de discussies naar voren kwamen kunnen webundelen tot een werkdefinitie van gemeenschapskunst:Kunstprojecten met een sociaal-maatschappelijke doelstelling, die werken vanuit eenproces- en groepsgerichte aanpak.

De vijf kerncomponenten van deze kunstprojecten zijn:1| Actieve participatie door de gemeenschap.

Het mag duidelijk zijn dat niemand meer zit te wachten op een betuttelende of bevoogdende benadering van de deelnemers.

2| De gemeenschap bestaat (grotendeels) uit personen met een grote afstand tot de gevestigde kunsten en kunsteducatie.Zoals Schnabel het zo mooi verwoordde: ‘Je wilt niet kapitaliseren op cultureel kapi-taal, maar cultureel kapitaal aanreiken’. Daarvoor heb je dus mensen nodig die nietuit zichzelf de gevestigde kunsten en kunsteducatie weten te vinden. Bovendien,waar ligt anders de grens met amateurkunst?

3| Artisticiteit.De inzet van professionele kunstenaars, gericht op een artistieke uitkomst.

4| Cultuur in brede zin.Van kunst tot cultuur, mogelijk binnen alle kunstdisciplines en vaak treft men een combinatie van disciplines aan binnen één project.

6

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 6

Page 5: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

9

philip houben

voorzitter van het

cultuurfonds van de

bank nederlandse

gemeenten:

‘Wij willen de Jantje Beton van de Nederlandse cultuur worden’

‘De Bank Nederlandse Gemeenten, dat is net zoiets als de Bank van Engeland, maar danin Nederland.’ Met deze oneliner opent Philip Houben, voorzitter van het Cultuurfondsvan de Bank Nederlandse Gemeenten het congres. Hij noemt de aanleiding voor ditcongres, dat de BNG organiseert samen met Kunstgebouw, Stichting Kunst en CultuurZuid-Holland en de Vereniging Nederlandse Gemeenten, een triviale.Houben: ‘Wij van het Cultuurfonds BNG bestaan 40 jaar en dat wilden we vieren dooreen idee te lanceren. We wilden mensen daarop samenbrengen en wat geld voor datidee in de toekomst vrijspelen. In zo’n drietrap -opstap - formule zijn we overigens sindsons jubileum sterk aan het worden. Want we hebben ons jubileum eveneens aangegre-pen om het Cultuurfonds een toegevoegde koers te geven.’De voorzitter memoreert dat het Cultuurfonds BNG sinds de oprichting in 1964 jaarlijksop zo’n zes- tot zevenhonderd subsidieverzoeken tot financiële steun aan culturele pro-jecten heeft gereageerd, die dan eveneens door gemeenten in het land werdengesteund.‘En dat zullen we natuurlijk maar al te graag blijven doen’, belooft Houben en hij kon-digt aan dat het fonds ook een nieuwe richting wil inslaan: ‘Sinds kort willen we daar-naast vooral ook jong Nederlands talent actief gaan stimuleren. Jong Nederlands talentin muziek, toneel, dans, mime en kleinkunst. Met het toekennen van prijzen en daarmeegemoeide behoorlijke geldbedragen, hebben we voor de categorieën van talentvollejonge musici en talentvolle jonge theatermakers al een eerste begin gemaakt.De andere disciplines zullen in de komende jaren nog volgen. U hoort nog van ons.Wij willen de Jantje Beton van de Nederlandse cultuur worden!’Met die belofte keert Philip Houben terug naar het thema van het congres: Kunst, cul-tuur en gemeenschapszin. Hij stelt dat gemeenschapskunst ervoor zorgt dat bewonersvan een wijk en buurt actief worden betrokken bij culturele projecten en deze vooralzelf aanblazen en inhoud geven. Houben: ‘Als wij vandaag het fenomeen gemeen-schapskunst meer op de kaart kunnen zetten – en als wij meer inzicht krijgen in watgemeenschapskunst kan bewerkstelligen op het vlak van integratie, verbondenheid enhet versterken van sociale structuur – dan hebben ook wij vanuit diezelfde gemeen-schapszin onze doelstelling bereikt. Met U als creatieve vertegenwoordigers vangemeenten, provincies, woningbouwcorporaties en kunstinstellingen heb ik daar hetvolste vertouwen in.’‘Maar’, gaat Houben verder, ‘zonder podium geen voorstelling, zoals er ook zonder geld geen uitvoering kan zijn. Daarom ook wil het Cultuurfonds BNG projecten op het

8

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 8

Page 6: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

martin berendse

directeur kunsten

van het ministerie van

OCW

‘Ergens op rij tien pinkte iemand een traantje weg’

‘Daar sta ik dan als uw troostprijs! Het moet een enorme optimist op het ministerie zijngeweest, die dacht dat de Algemene Beschouwingen maar één dag zouden duren.Nu moet u het met mij doen.’ Aldus verklaart Martin Berendse, directeur Kunsten vanhet Ministerie van OC W zijn aanwezigheid als inleider in plaats van staatssecretarisMedy van der Laan. De staatssecretaris moet verstek laten gaan in verband met denaweeën van de Derde dinsdag van september.Dat Berendse zeker welkom is en zich geen troostprijs hoeft te voelen, heeft dagvoorzit-ter Geert Dales in zijn welkomstwoord eerder al laten weten. Toen verstoutte hij zich opte merken: ‘Uit eigen ervaring weet ik dat je aan de directeur Kunsten meer hebt danaan de staatssecretaris zelf.’Martin Berendse begint zijn betoog met een bekentenis: ‘Toen ik vorige week de brie-fing voor dit congres kreeg, was de sleutelvraag die mij gesteld werd: ‘Wat vindt hetMinisterie van OCW van gemeenschapskunst? En wat is het beleid?’ Ik ben daar maarmeteen heel eerlijk over geweest. Wij hebben van alles, maar in alle eerlijkheid gezegd:geen gemeenschapskunstbeleid. Ik wil vandaag eens met uw nadenken over de vraagof dat nu goed of slecht is.’De eerste associatie die Berendse heeft bij ‘gemeenschapskunst’ is die met het werk vande bekende Amerikaanse theaterregisseur Peter Sellars.Berendse: ‘Toen hij in 1998 uit handen van Prins Bernhard de prestigieuze Erasmusprijsontving, gebeurde dat – ik citeer letterlijk uit de laudatio:“... omdat hij met zijn regie het publiek confronteert met het onbegrip en het onrechtom ons heen en daarmee een moreel engagement afdwingt, ... omdat hij met zijn inter-culturele theaterexperimenten zeer diverse gemeenschappen tot vruchtbare samen-werking weet te brengen, waardoor iedere groep zich van haar eigen cultuur en erfgoedbewust wordt en de ander met respect tegemoet treedt, ... omdat hij met zijn visie opkunst, moraal en politiek het verschil tussen elitaire en populaire cultuur opheft, entevens gevestigde meningen ter discussie stelt, ... omdat tenslotte al zijn activiteitenvoortkomen uit zijn grote liefde voor de medemens, waardoor hij in staat is alle betrok-kenen te inspireren tot grootse prestaties”.’

Dan laat Berendse horen hoe breekbaar glorie kan zijn: ‘Sellars had in zijn festivals helesteden aan het theaterspelen gekregen. Maar toen zijn voorstelling ‘The Children ofHerakles’ laatst in het Holland Festival werd gepresenteerd, werd in de kranten doorbekende critici onder meer geschreven over gênant effectbejag, het misbruiken van

11

gebied van gemeenschapskunst financieel mee mogelijk maken. Daarom ook hebbenwij ter gelegenheid van dit congres een stimuleringsprijs van 20.000 euro ingesteld, dieu overigens goeddeels zelf hebt betaald. Zo gaat dat nu eenmaal bij inspirerendewisselwerkingen!’Hij deelt mee dat er uit de 46 inzendingen drie genomineerden voor deze prijs zijn.Die drie nominaties worden aan het eind van de ochtend gepresenteerd en de aanwezi-gen mogen in de loop van de middag met zijn allen bepalen wie met de eer en hetgeldbedrag gaat strijken. Houben: ‘Een mooi voorbeeld van actieve participatie engetrapte oftewel ‘doortrapte’ democratie!’ <

10

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 10

Page 7: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

13

asielzoekers als trofeeën van zieligheid in een tragedie van niks, een terugval naar ‘hetvormingstheater van de jaren zeventig, toen het minder om stuk of voorstelling dan omde boodschap ging’.‘Peter Sellars misbruikt zijn positie als bekend theatermaker om het publiek aapjes telaten kijken, en al twee jaar lang hobbelen theater- en festivaldirecteuren daar knikke-bollend achteraan, blij dat ze een project met randprogrammering en al in de schootkrijgen geworpen. Politiek geëngageerd? Ammehoela’.Met dit spanningsveld tussen Erasmusprijs en gênant effectbejag laat Martin Berendseweten dat kunstenaars die met ‘gewone mensen’ werken, het altijd moeilijk hebben enargwanend in de gaten worden gehouden.

‘Wat is gemeenschapskunst eigenlijk? Wat maakt dat we over gemeenschapskunst wil-len spreken als iets specifieks, iets bijzonders?’, vraagt Berendse en zijn antwoord is dathet met een aantal aspecten te maken heeft en hij noemt er drie: samenwerking tussenprofessionele kunstenaars en amateurs, engagement en ten derde het maatschappelijkeffect: integratie.Berendse: ‘Als voorbeeld van samenwerking tussen kunstenaars en amateurs zie ik PeterSellars met zijn Los Angeles festivals. Maar ook het Rotterdams Wijktheater van Petervan der Hurk. En laat ik eens een heel ander voorbeeld noemen. In Den Haag werd dePortugese architect De Siza ingeschakeld bij de vernieuwing van de Schilderswijk.Samen met de toekomstige bewoners werden nieuwe ontwerpen bedacht voor dewoningen. Vervolgens werden deze nog aan een kritische toets door toekomstigebewoners, met veelal een andere culturele achtergrond dan de Nederlandse, onderwor-pen. De functionaliteit van de woningen werd daarmee afgestemd op de cultuur vandie toekomstige bewoners. Zo vanzelfsprekend, dat het nauwelijks voorstelbaar is datdit niet vaker zo gebeurt. Maar ook hier geldt dat dit niet altijd een gemakkelijke wegis. Er is lef voor nodig om zaken zo aan te pakken, bij de bestuurders, maar ook bij dearchitect. Het zou mij niet verbazen als ook hem ‘aapjes kijken en gemakkelijk effectbe-jag’ wordt verweten.’Als tweede bijzondere aspect van gemeenschap kunst belandt Berendse bij ‘engage-ment’: ‘Op de meest prestigieuze internationale tentoonstellingen, zoals in Kassel enVenetië, wordt werk getoond van kunstenaars die zich vaak in alle scherpte uitsprekenover de wereld om zich heen. Vaak met werken die niet alleen gaan over, maar diegemaakt zijn met mensen uit alle lagen van de wereldbevolking. Die kunstenaars pro-beren hun ‘autonomie’ van zich af te schudden, ze proberen wezenlijk geëngageerd tezijn.’Ten derde komt Berendse uit bij integratie, ofwel de claim van deze congresdag: dat‘gemeenschapskunst’ bijdraagt aan ‘gemeenschapszin’.Berendse: ‘Daarvan is de staatssecretaris zich ten volle bewust. Iedereen weet dat kunst

12

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 12

Page 8: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

paul schnabel

directeur sociaal en

cultureel planbureau

‘Kunst, het is niet nuttig, niet noodzakelijk en nergens goed voor’

Een beladen woord, vindt hij het: gemeenschapskunst. De Amerikanen spreken vancommunity art en dat klinkt volgens hem veel lichter. Paul Schnabel, directeur van hetSociaal en Cultureel Planbureau, is van mening dat we het in ons land weer eens eenbeetje te zwaar aanzetten. Hij gaat er zelf graag wat lichtvoetiger mee om.Schnabel: ‘Gemeenschapskunst is een sociaal woord, het lijkt of het iets is voor anderendie steun nodig hebben, minder bedeelden. Dat zich richt op bij voorbeeld een achter-standsbuurt. Sociaal, als we dat woord gebruiken, dan gaat het over mensen die daarzelf niet bij betrokken zijn. Daarom hebben we het niet zo graag over ‘sociale kunst’,maar zeggen we: gemeenschapskunst.’Gemeenschapskunst, wil die term aangeven dat het over kunst gaat die voorkomt uitde gemeenschap? Schnabel: ‘Nee, het wil juist zeggen dat die gemeenschap er niet is.Maar het kan wel bijdragen aan het vormen van gemeenschap. Kunst uitgedragen naarde gemeenschap in de hoop dat het ook wat betekent voor die gemeenschap. Dat ver-taal ik naar het bombardement van Rotterdam op dat grote kale toneel van de schouw-burg, waar Martin Berendse over sprak.’‘De eerste associatie die mensen hebben met gemeenschapskunst is anders dan watermee bedoeld wordt. De meesten van ons dachten dat het om kunst in de openbareruimte ging. Aangekochte kunst, dus duur. Want je hoort nooit iemand over kunst zeg-gen “dat was een koopje”.’Dat de gemeenschap niet altijd veel met kunst opheeft, illustreert Schnabel als hijteruggrijpt op de arbeiderskunst van bij voorbeeld Henriëtte Roland Holst: ‘Dat vondende arbeiders te moeilijk en dan wordt het toch overgenomen door de elite, terwijl dearbeiders een andere keuze maken. Ik denk aan het katholicisme: bij de restauratie vande pastorie van de St. Bavo kathedraal in Haarlem komen wandschilderingen tevoor-schijn die de lof van het katholieke geloof uitdragen. Die wil men maar ten dele herstel-len, want om er dagelijks in te moeten leven en mee geconfronteerd te worden…ik denkook aan antroposofische kunst, aan vormingstheater, kunstuitingen die allemaal ietshadden dat het niet haalde.’In de publicatie Gemeenschapskunst in Zuid-Holland van Kunstgebouw ontdekte PaulSchnabel vier aspecten die aanwezig moeten zijn bij gemeenschapskunst. Schnabel:‘Ten eerste is er een kunstenaar bij betrokken, dat is het artistieke element. Op detweede plaats moet het aansluiten bij de wijk waar het om gaat, dat is het cultureleelement. Drie: het moet communicatief actief zijn, dat is het sociale element; en tenvierde moet het gaan om het proces én om het product en de betrokkenheid van de

15

de mensen bij elkaar brengt. Toen de Utrechtse museumdirecteur Sjarel Ex een jaar ofvijftien geleden in de Utrechtse binnenstad een serie neonkunstwerken aan de gevelsliet plaatsen, was het verzet van de bewoners massief en toen het eenmaal hing, gingde actiegroep moeiteloos over in het comité tot behoud en aankoop van dezelfde neon-kunstwerken.’‘Kunstenaars die buurtbewoners weten uit te dagen elkaars verhalen te vertellen,elkaars beelden te bekijken en elkaars muziek te beluisteren zijn de belangrijkste ‘inte-grators’ die je maar kunt bedenken.’Ook noemt Martin Berendse beleidsaspecten vanuit het ministerie in relatie totgemeenschapskunst: ‘Het Rijk probeert kunstenaars te ondersteunen bij het bereikenvan het hoogst haalbare.’ Maar er worden ook verbindingen met de samenlevinggelegd via SKOR, Theaterwerk, de Mondriaanstichting, het Fonds APK.Bij educatie noemt hij cultuur en school en hij geeft een voorbeeld: ‘Neem hetVarendonck College in Asten. Daar is een kunstroute ontwikkeld waarbij leerlingensamen met kunstenaars aan de slag gingen. Het project heeft geleid tot een resultaatdat echter verder gaat dan alleen de school, namelijk een kunstroute waar iedereen vankan genieten.’Als derde beleidsaspect noemt Berendse het indertijd door staatssecretaris Rick van derPloeg ingestelde Actieplan Cultuurbereik, waarbij het rijk lokale initiatieven wil onder-steunen zonder zelf aan het roer te zitten. Berendse: ‘Over de toekomst van hetActieplan wordt zoals bekend op dit moment nog nagedacht, maar zeker is dat de bin-dende functie van cultuur op lokaal niveau behouden blijft.’Dit alles overziende keert Martin Berendse terug bij zijn beginvraag: is het goed ofslecht nieuws dat OCW geen specifiek beleid op het gebied van gemeenschapskunstheeft.‘Ik zou zeggen: goed nieuws. Het laat bestuurders en kunstenaars de volle ruimte omlokaal op het grensvlak van kunst en gemeenschap te opereren en helpt, via specifiekeuitkeringen, hier en daar mee.’ En hij eindigt zijn uiteenzetting met een treffend voor-beeld van gemeenschapskunst:‘Mijn voormalige RO Theater collega Guy Cassiers opende het programma RotterdamCulturele Hoofdstad van Europa met een prachtige voorstelling waarin Rotterdammersop een totaal leeg podium van de Rotterdamse schouwburg vertelden over het bombar-dement op hun stad. Ergens op rij tien pinkte een bezoeker een traantje weg. Vrij naareen bekende televisiereclame zou ik willen zeggen: ‘Dat is de kracht van gemeenschaps-kunst’. Zijn advies aan bestuurders luidt: ‘Durf kunstenaars iets inhoudelijks te vragenen hoop op kunst, maar vraag er niet om.’ <

14

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 14

Page 9: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

17

bewoners, dat is het functionele aspect. Meedoen is belangrijker dan winnen. Hoewel,in de sport zeg je dat alleen als je verloren hebt.’‘Maar wat is nou eigenlijk het doel?’ vraagt Schnabel zich af en hij antwoordt: ‘Het gaatook om een sociaal doel en daarmee is gemeenschapskunst eigenlijk de vierde pijlervan het Grote Stedenbeleid: de verbetering van de wereld in de samenleving. Een veel-gestelde vraag waarmee kunstenaars in gemeenschapskunst worden geconfronteerd,is: “is dit eigenlijk geen welzijnswerk, wat u daar doet?” Is dat nou goed of niet goed?Wel, als je zegt: dit is wel erg welzijnsachtig, dan klinkt dat niet goed.’Schnabel stelt een andere vraag: ‘Er wordt een proces op gang gebracht, is er dan ookeen product op het eind?’ Zijn antwoord: ‘Belangrijk is dat er een sterk beroep wordtgedaan op creativiteit. Het gaat erom iets nieuws te maken, iets anders te gaan invul-len. Dat is anders dan bij voorbeeld bij sport. Daar lopen bij voetbal elf mannen in hetveld, dan zul je niet gauw zeggen: zullen we dat een anders doen, laten we er dertienvan maken.’‘Daarnaast gaat het erom samen iets te maken. Er wordt door de kunstenaar eenberoep gedaan op onvermoede talenten van mensen. Maar bovenal is het met kunstgelukkig zo: het is niet nuttig, het is niet noodzakelijk en het is nergens goed voor.En dát maakt het juist zo leuk!’Naast dit alles is professionele inbreng essentieel, zegt Schnabel: ‘Er moet iemand deleiding hebben die weet waar-ie het over heeft. Niet iemand van we zijn zo gezellig metmekaar aan het zingen. Want daar wil je toch niet bij zijn als je zelf niet meezingt.’En als voorbeeld van traditionele gemeenschapskunst noemt hij het bloemencorso:‘Elke keer weer moeten ze daar iets heel origineels bedenken. Dat lukt alleen als er aleen groep of traditie is.’‘Kunst is voor een groot deel autonoom’, aldus Paul Schnabel, ‘maar bij gemeenschaps-kunst gaat het veel meer om oriëntatie op de samenleving. Als we het dan hebben overintegratie, dan wordt dat juist nu interessant. Omdat er een mogelijkheid is om langsde weg van de kunst iets te laten ontstaan. Tegelijk gaat het erom in talent te blijveninvesteren.’Dagvoorzitter Geert Dales vraagt Schnabel: ‘Is het waar dat individualisme de overhandheeft gekregen en spoort dat wel met gemeenschapskunst?Schnabel: ‘Ik denk dat het een misverstand is te denken dat individualisme op gespan-nen voet staat met gemeenschapskunst. Het juist wat vluchtige, tijdelijke karakterervan past heel goed bij individualisme. Ik acht gemeenschapkunst niet strijdig metindividualisering in de samenleving. Denk maar weer aan dat bloemencorso, of aan diecarnavalswagen. Dat is traditionele gemeenschapskunst.’ <

16

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 16

Page 10: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

19

jan franssen

commissaris van

de koningin in

zuid-holland

‘Het wordt tijd voor een fundamenteel cultuurdebat’

‘In de ambtsinstructie voor de Commissaris van de Koningin staat dat de Commissariszich bij zijn werkbezoeken een voortdurend beeld moet vormen van wat hij aantreft inzijn provincie. Hij moet ontmoetingen hebben met het middenveld.’Zo begint Jan Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland zijn toespraak ophet congres. Tegenover schaalvergroting en globalisering moeten volgens hem activitei-ten blijven die dicht bij de burgers staan. Maar dat valt niet mee. Zo is de sociale pijlervan het Grote Stedenbeleid de moeilijkste. Maar gemeenschapskunst kan een nieuwevorm van binding geven. Franssen kan trots zijn op wat er aan gemeenschapskunst– met provinciale steun – in zijn provincie is bereikt. In Zuid-Holland is een cluster aanprojecten te vinden die alle illustreren dat gemeenschapskunst het product is vanintense samenwerking tussen burgerij, kunstenaars en overheden. Bijna al die projectenstaan beschreven in het boekje Gemeenschapskunst in Zuid-Holland. Bijna allemaal,want de succesvolle kunstzinnige samenwerking waarmee in Wateringen (nu Westland)in 2003 de opera Carmen tot stand kwam, waaraan koren en bewoners uit de hele regiosamenwerkten ontbreekt op het lijstje. Lokale werkgroepen werkten het opera-idee uitmet professionele ondersteuning van het ROC Dario Fo College uit Poeldijk. Het DarioFo college is door de provincie aangewezen als cultuuraanjager van de regio Westlanden Midden Delfland. En voor Midden-Delfland staat voor 2006 eenzelfde soort projectop het programma en dan moet het de opera Turandot van Puccini worden. Waarom?Omdat er veel koordelen in zitten, zodat er veel mensen aan kunnen meedoen.Dat houdt mensen enthousiast.Of zoals Jan Franssen opmerkt: ‘Als je gemeenschapszin wilt bereiken, dan dien je kunsten cultuur te bevorderen. Maar dat lukt alleen als de leiders in zo’n proces enthousi-asme weten op te brengen.’ In zijn toespraak zet Franssen wel even de schijnwerper opCarmen en het enorme aantal mensen uit de samenleving dat daaraan meewerkte.Franssen: ‘Deze community-opera maakte deel uit van het actieplan cultuurbereik“Tussen kunst en cultuur.” De opvoering van de opera Carmen, waaraan een groot aan-tal mensen meewerkte op basis van vrijwilligheid, was één van de achttien projectenbinnen dat actieplan.’ Ook de musical Meekrab noemt hij. Franssen: ‘Een initiatief vanhet eiland Goeree Overflakkee. Daar werkten ze met elkaar aan een heel groot musical-project en van daaruit heeft zich weer een organisatie gevormd voor nieuwe projecten.’Jan Franssen is ook voorzitter van de Raad van Toezicht van Forum, een organisatiegericht op de maatschappelijke ontwikkeling van allochtonen. Hij legt dan ook denadruk op het begrip identiteit: ‘Die staat in onze huidige samenleving heel sterk op de

18

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 18

Page 11: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

jeanne van heeswijk

twee praktijkvoorbeelden

van gemeenschapskunst

‘Ik ben heel eigenwijs en ik ben geen vertegenwoordiger van jullie’

Ze is wars van vrijblijvendheid en ze houdt van concrete opdrachten. Ze komt met tweevoorbeelden van gemeenschapskunst uit haar eigen praktijk. Het ene, ‘De Strip’, voerdezij uit in Vlaardingen het andere, ‘Langs de Lijn van de Toekomst’, kwam in Gorinchemtot stand. Jeanne van Heeswijk, een bevlogen kunstenares, levert een even concrete alsbijzondere bijdrage aan het congres. Niet voor niets is ze één van de drie genomineer-den voor de stimuleringsprijs van het Cultuurfonds BNG, maar dat weten de congres-gangers op het moment van haar presentatie nog niet.De vraag ‘bent u niet een welzijnswerker’, waarover Paul Schnabel al sprak, komt haarbekend voor. Van Heeswijk: ‘Ook is mij wel eens gevraagd: “Bent u niet gewoon eenleuke ambtenaar?” ’Jeanne van Heeswijk zegt wat veel mensen denken. Ze gooit maar meteen de knuppelin het hoederhok als ze een parallel aanbrengt tussen het steeds verder terugdringenvan de openbare ruimte en de problemen rond integratie en identiteit:‘Het is een universeel probleem dat de openbare ruimte steeds verder geprivatiseerdwordt. Het publieke domein slinkt. Het is steeds minder duidelijk wie wat bepaalt. Jeomgeving lijkt dan misschien heel vanzelfsprekend, ze is dat niet. Alles is door iemandbedacht en beslist. Bovendien raakt de openbare ruimte steeds verder gesegregeerd,naar afkomst, religie of gebruik. De verzuiling heeft zich doorgezet naar elke hoek vanonze samenleving en er is schrikbarend weinig uitwisseling tussen culturen. Het zijnallemaal eilandjes en hoe mooi ze soms ook zijn, er is onderling nauwelijks contact. Alsmen al met elkaar in gesprek gaat, is dat er meestal slechts op gericht om de eigen zuilte representeren en wanneer het dan gaat over het presenteren van je eigen cultuur, zieje dat dat niet veel verder komt dan het bakken van baklava, het verzorgen van Turkseof Marokkaanse hapjes en het doen van een volksdans. Het neerzetten van je identiteitwordt soms zelfs een vorm van competitie waarin iedereen krampachtig probeertzoveel mogelijk zichzelf te zijn. En daarnaast zijn ook bestuurders en ambtenaren bezigde openbare ruimte verder te reguleren.’

Met haar projecten wil Jeanne van Heeswijk bewoners de gelegenheid bieden om zoalszij dat noemt ‘zich het publieke domein weer toe te eigenen’. Zij gebruikt liever hetbegrip publiek domein dan openbare ruimte.Van Heeswijk: ‘Als men over de openbare ruimte praat, wordt vaak de fysieke ruimtebedoeld: wegen, pleinen, straatmeubilair. Het publieke domein is meer dan dat. Daarbijgaat het niet alleen om de ruimte waarin mensen zich bewegen, maar vooral ook om

21

voorgrond. Identiteitsbewustzijn, zeker in onze multiculturele samenleving, is essentieelvoor het gevoel van eigenwaarde.Een andere vraag is hoe onze multiculturele samenleving zich verder moet ontwikkelen.Integratie? Waar hebben we het dan over? Betekent dat: vragen aan de mensen die vanbuiten ons land komen te integreren in onze cultuur? Hebben wij er wel een duidelijkemening over? Ook hier is de gemeentelijke overheid het eerste contact om daar werke-lijk inhoud aan te geven’Hij verwijst naar het ‘cultuurrelativisme’ van de jaren ’60 en ’70, ‘toen kunstenaarsgangbare opvattingen kritiseerden, vaak met karikaturen. Het wordt nu tijd dát eenskritisch te bekijken.’ Franssen vindt het hoog tijd om vanuit de overheid een fundamen-teel cultuurdebat te organiseren: ‘Want er is heel veel werk aan de winkel.’Dat het in Zuid-Holland wel goed zit met gemeenschapskunst, tipt Franssen nog evenaan als hij geslaagde en uiterst gevarieerde samenwerkingsprojecten noemt in plaatsenals Gorinchem, Schiedam, Naaldwijk, Delft en Nieuwerkerk aan den IJssel. Het zal danook geen toeval zijn dat Kunstgebouw mede-organisator is van dit congres.Jan Franssen is niet met lege handen naar het congres gekomen. Hij heeft het kersverseboekje Gemeenschapskunst in Zuid-Holland meegenomen, waar alles in staat. Hij over-handigt het eerste exemplaar van dit bewijsmateriaal met gepaste trots aan MartinBerendse. Franssen laat zijn geste vergezeld gaan van de belofte dat ook alle congres-gangers het boekje krijgen. <

20

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 20

Page 12: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

23

de relaties tot elkaar in die ruimte. Het is zowel de fysieke ruimte, de sociale interactieen de wijze van communiceren, die samen iemands leefomgeving bepalen.’Juist omdat steeds minder mensen nog het idee hebben mede-bepaler te zijn van deomgeving waarin zij zich bevinden, ziet de kunstenares het als haar taak mensen instaat te stellen grip te krijgen op hun omgeving.Jeanne van Heeswijk: ‘Om grip te kunnen hebben op je omgeving is het belangrijk ereen beeld aan te kunnen geven. Eén van de belangrijkste eigenschappen van kunst isdat het een beeld kan geven. Vandaar dat ik hier een taak zie voor de kunstenaar omgemeenschapskunst te creëren. De afgelopen jaren heb ik daarom geprobeerd een ant-woord te vinden op de terugkerende vragen: hoe grijp je in een gegeven situatie op zo’nmanier in, dat de betrokken mensen het aantal en de intensiteit van hun banden kun-nen vergroten? En hoe creëer je een beeld van die gedeelde ruimte? Hiertoe probeer ikruimte aan te brengen in de vorm van platforms waar mensen elkaar weer kunnen ont-moeten. De discussies en gesprekken die bij die ontmoetingen ontstaan probeer ik teconsolideren en tegelijkertijd te presenteren en te verspreiden. Door dit proces vormtzich een gemeenschap terwijl tegelijkertijd een beeld ontstaat van die groep mensenen wat ze samen doen of bespreken en daarmee van hun gemeenschapsbeleid.’‘Om dat te bereiken stel ik actieprogramma’s voor, zet ik conversaties op en zorg ik voortentoonstellingsplekken en roulatiesystemen. Zo te interveniëren dat de deelnemershet aantal en de intensiteit van hun banden kunnen vergroten lijkt misschien eenvou-dig, maar in de loop van mijn praktijk heb ik ervaren hoe moeilijk het kan zijn dit voorelkaar te krijgen. Zeker in samenwerking met de gemeenschap tot wie je je richt.Daarbij is het essentieel dat ik in die gemeenschap stap, er deel van ga uitmaken en hetvermogen ontwikkel “te luisteren” hoe ik mijn creatieve energie kan inbrengen. Nou isluisteren een moeilijk begrip en ik ben heel eigenwijs en ik ben geen vertegenwoordi-ger van jullie, overheden en bestuurders.’Omdat het vaak om langdurige projecten gaat, kiest Jeanne van Heeswijk voor werk-plaatsachtige situaties op de plek zelf.‘Ik zet een soort van kamp op en formeer een team van mensen die in staat zijn om deproblematiek op locatie op te lossen. In zo’n team kunnen kunstenaars zitten, architec-ten, maar ook de bakker op de hoek.’

Van Heeswijk begon haar project De Strip in Vlaardingen in 1995. De strip was onder-deel van het kunstproject ‘Until We Meet Again’ in de Vlaardingse Westwijk, die in 2005grote veranderingen zou ondergaan.Jeanne van Heeswijk: ‘De Strip vond plaats van 23 mei 2002 tot 23 mei 2004 in een voor-malige ‘winkelstrip’in de Westwijk. In opdracht van Woningcorporatie Waterweg Wonenen de gemeente Vlaardingen creëerde ik een programmering voor de leegstaande win-kels. Daarvoor nodigde ik Museum Boijmans van Beuningen en Showroom MAMA uit

22

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 22

Page 13: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

van experts. Daarnaast hebben we thematische radioprogramma’s gemaakt. Bij voor-beeld over haardracht en spel, of over het je thuis voelen in een vereniging. Het ging omonderwerpen die in sport en spel aanwezig zijn, maar die ook reflecteren wat in eensamenleving aanwezig is. Bij voorbeeld wat het betekent om te winnen of te verliezen.Of wanneer je je onderdeel voelt van een team en wanneer je je buitengesloten voelt.Je zag in Gorinchem – maar natuurlijk overal elders ook – dat het voor een Turkse jon-gen heel moeilijk was om bij bepaalde voetbalclubs binnen te komen, en voor eenMarokkaanse jongen weer bij andere. In april en mei werden op het sportveld DeToekomst ter voorbereiding van het Tournament workshops en spelmiddagen georgani-seerd. Er werden nieuwe spelen ontwikkeld en die konden elke woensdagmiddag getestworden tijdens de sportmiddagen Gorinchem Beweegt. Op die manier werkten de deel-nemers zelf mee aan de ontwikkeling ervan. Op 31 mei en 1 juni 2003 werd hetTournament Langs de Lijn van de Toekomst gehouden, waarin kracht, kennis, inzicht encultuur met elkaar gemeten werden. Parallel aan deze activiteit is de videodocumen-taire Langs de Lijn gemaakt, die inzicht geeft in het wel en wee van het verenigingsle-ven in Gorinchem.’Jeanne van Heeswijk: ‘De kracht én de zwakte van het project lagen beide in de nietvanzelfsprekende vorm en wijze waarop verschillende partijen elkaar ontmoeten enzich (tijdelijk) verenigen. De hoop is dat dit tijdelijke beeld nog lang in herinneringblijft.’Dit alles overziend zegt ze: ‘Door mijn werk van de afgelopen jaren ben ik er achtergekomen dat wanneer een gemeenschap zichzelf vorm begint te geven, haar eigenstem en esthetiek begint te articuleren, en begint zichzelf te organiseren, het duidelijkwordt dat ze weet wat ze werkelijk wil met haar leefomgeving.’Tenslotte: ‘Als ik een wens zou mogen doen met betrekking tot de praktijk in hetomgaan met het publieke domein, zou ik wensen dat de energie die voortgebrachtwordt door mensen, leidt tot een netwerk van ondersteuning, een kritisch bezien vande eigen omgeving en een actieve betrokkenheid bij de veranderingen die plaatsvin-den.’ <

25

Rotterdam uit. Deze richtten in De Strip een aantal tentoonstellingen in en organiseer-den activiteiten voor wijkbewoners en andere geïnteresseerden. Daarnaast waren ertwee ateliers waar verschillende kunstenaars in periodes van drie maanden werkten.Zij stelden hun atelier twee keer per week open voor het publiek en gaven workshops.Bij Peter Westenberg’s Uit+Thuis Videomagazijn konden video’s bekeken worden en kre-gen wijkbewoners de mogelijkheid hun eigen video’s te leren monteren. Verder was erhet lokale webTV kanaal www.worldwidewestwijk.nl. De jonge Franse architect FrançoisXavier Guillon werd door mij uitgenodigd om De Strip een eigen gezicht te geven.’Niet zonder trots zet Van Heeswijk de feiten nog even op een rijtje: ‘WestwijkVlaardingen: 10 jaar stedelijke vernieuwing van 1995 tot 2005. In 2001 kwam 600 m2winkelruimte leeg in afwachting van sloop. Zes maanden om de verloederde winkelstripom te bouwen tot plekken voor culturele productie, zes maanden om een team te vor-men en samenwerkingsverbanden aan te gaan.De kracht van De Strip zat hem volgens Van Heeswijk in ‘het benutten van het momen-tum’. Het ging er niet om nieuwe instituten op te richten, maar om door het opzettenvan tijdelijke structuren, die snel werden opgezet, op een speelse manier dingen totstand te brengen.Van Heeswijk: ‘Nu zijn we inmiddels bezig om een meer permanente plek in de wijk teontwikkelen voor ontmoetingen van wijkbewoners: de Westerbuitensalon.’‘De zwakte van het project was dat wij niet altijd om de verzuilde presentatie van deeigen groep heen kwamen. Daarom wilde ik in het project erna op zoek naar een vormom de spanning tussen de verschillende culturele competenties op de spits te drijven.Het organiseren van een competitie leek daar een geschikte vorm voor. Zo ontstond hetproject Langs de Lijn van de Toekomst.’

In het kader van Kleurrijke Wijken gaf Kunstgebouw aan Jeanne van Heeswijk in 2002de opdracht om een manier te vinden de bewoners van de Gilden- en Vroedschapwijk inGorinchem dichter bij elkaar te brengen met de inzet van kunst en cultuur. Dat leiddetot Langs de Lijn van de Toekomst, een project over culturele competentie en competi-tie. Het project bestond uit twee delen: een radiostation en het tournament waarin debewoners elkaar sportief ontmoetten.Jeanne van Heeswijk: ‘De centrale locatie voor Langs de Lijn was het voormalige sport-veld De Toekomst in Gorinchem. Het karakteristieke vroegere kleedgebouw aan de randvan het veld werd verbouwd tot radiostudio en workshopruimte. Bewoners en bezoe-kers konden hier van maandag t/m zaterdag tussen 13.00 en 18.00 uur terecht met alhun vragen, opmerkingen en herinneringen over spelen. Iedere maandagavond van20.00 tot 21.00 uur was via Radio Rijnmond de radio-uitzending Langs de Lijn van deToekomst te beluisteren over de rol van de sport- en spelvormen binnen de heden-daagse cultuur. Verhalen van bewoners werden daarin afgewisseld met sportverslagen

24

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 24

Page 14: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

De beweging die nodig is om in een hoog tempo de wijk de kleur en verwondering tegeven komt niet uit een ambtelijke organisatie. Daarvoor is actief betrokken particulierinitiatief nodig. Kunstenaar Tieneke Verstegen pakte het op. Het succes overkwam haar.Exota, het initiatief dat jonge mensen met ideeën over kunst, cultuur en ambacht encreatieve industrie mobiliseerde en ouderen, binnen en buiten de wijk weer naar dewijk terug lokte.’

En Van Leeuwen gaat door, terwijl zij de zaal aan haar lippen weet: ‘We hadden maarliefst zestien bijzondere activiteiten, wekelijkse discussies over de wijk. We kregen twee-maal een minister op bezoek en tweemaal een gedeputeerde! Waar ligt de kracht vanExota? In het particulier initiatief. Het is aanspreekbaar en herkenbaar voor iedereen, dedrempel is laag. Verder: samen doen, enthousiasme, hartelijkheid, transparantie, goedebelangenbehartiging voor de wijk en haar betrokkenen. En belangrijk: een waakhond opde voortgang van de herstructurering. Met alleen vrijwilligers uit /in de wijk, buiten dewijk. Tenslotte: de dialoog aangaan en initiëren, spontaniteit.’Waaraan zou de Stimuleringsprijs in Venlo worden besteed? is de vraag van GeertDales.Anneke van Leeuwen antwoordt: ‘Het opgezette modeproject moet verder worden ont-wikkeld. De wijk Q4 moet merknaam worden. En we willen een filmproject starten metmensen met een uitkering, jongeren verder helpen in de beroepspraktijk.’Geert Dales: ‘Hoe zorg je dat dit wat je nu bereikt hebt niet wegzakt?’Tieneke: ‘Daarvoor is spirit en passie nodig. En intuïtie is heel belangrijk. Wat nu bereiktis moet worden overgedragen, niet mensen nu in werkplaatsen en ateliers laten zitten,maar interactief blijven.’ Dan kijkt ze naar de voorste rij in de zaal en zegt: ‘Ik wil nogwel even zeggen dat Jeanne van Heeswijk voor mij een grote inspiratiebron was.’ <

27

De genomineerden voor de Stimuleringsprijs

Uit in totaal 46 inzendingen heeft de Adviescommissie van het Cultuurfonds BNG driegenomineerden voor de Stimuleringsprijs van € 20.000,- geselecteerd. Alle deelnemersaan het congres hebben een stembiljet gekregen waarop zij hun voorkeur kunnen aan-geven. Aan het slot van de dag wordt de winnaar bekend gemaakt. Of beter gezegd: dewinnares, want alle genomineerden zijn vrouwen.

Exota Q4 in Venlo

Exota Q4 is een particulier cultureel initiatief in Venlo en ligt in het hart van de stads-vernieuwingswijk Q4. Het daar opgezette werkstation functioneert als een ontmoe-tingsplaats voor kunstenaars, bewoners, ondernemers en bezoekers. Het is een broed-plaats voor nieuwe creatieve ideeën.Verantwoordelijk kunstenares is Tieneke Verstegen. Op het podium naast haar staatAnneke van Leeuwen, de projectdirecteur die de gemeente Venlo heeft aangetrokkenom de kar te trekken. En die kar wórdt getrokken, want Van Leeuwen krijgt weldra dezaal in haar ban met een even geestdriftig als vlammend betoog, terwijl de kunstenaresin zwijgzame bescheidenheid terzijde staat.Anneke van Leeuwen: ‘Het project heet dus Exota, u weet wel van de limonade en deflessen die wel eens uit elkaar knalden. Nou, dit is ook een knallend project! Tienekeheeft er een column over geschreven en ik citeer:

‘De gedroomde stad speelt zich in Venlo af op straat. Ze heeft iets met de straat: Asfalt,cement, beton, gebouwen, huizen, alles wat mooi en lelijk is, parkeren, pleinen, uitzicht opde Maas, etalages, aanplakbiljetten, stoepjes en neonreclame Maar veel belangrijker zijnde mensen, die er kleur en verwondering aan geven.’

Van Leeuwen: ‘In 2003 zag ze de wijk Q 4. Alles wat ze noemde was er, maar niet dekleur die ze bedoelde, niet de verwondering. Een verpauperde wijk, overspoeld doordrugsproblemen, malafide eigenaren, overlast op straat en omgeving, Duitse drugstoe-risten. Een “no go area”.’‘Specifieke problematiek, die vraagt om een specifieke aanpak’, zegt Anneke vanLeeuwe. ‘Toen ik hier in 2004 kwam, was mijn beeld: Hier is veel te doen. En dan heb ikhet niet over stenen stapelen. Immers stadsvernieuwen is een sociaal-cultureel proces.Er kwam een actief beleid op de drugsproblematiek. Drugs de wijk uit is een oplossing,maar dan …?

26

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:23 Pagina 26

Page 15: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

De Zaterdagmiddagshows in Veendam

De zogeheten Zaterdagmiddagshows maken deel uit van een community art projectvoor de wijk Veendam-Noord. De onderwerpen die de revue passeren weerspiegelen deontwikkelingen in de wijk van vroeger en nu, het beheer van het water inclusief eenconsult van een waterdokter en typische wijkeigen materiële en immateriële souvenirs.Elke middag bestaat uit acht korte presentaties. Bewonersparticipatie, publieksvoorlich-ting, productinformatie, educatie en entertainment worden samengebald in een lichtverteerbare show.

Hester Keijzer (van Beijerle en Keijzer Kunstenaars) en Floor Haanstra van StichtingBeeldende Kunst Veendam trekken samen de Zaterdagmiddagshows. Floor Haanstralegt het rustig uit: ‘De Zaterdagmiddagshows worden gehouden in de probleemwijkVeendam-Noord. Dat is een wijk met slechte, sterk verouderde woningen, sommigezelfs zonder douche. Een wijk met leegstand, criminaliteit, overlast. Als de politie eenmelding uit de wijk krijgt, nemen ze liever eerst nog even een kopje koffie, dan dat ze ermeteen op af gaan, want dat is veel te gevaarlijk. De herstructurering van de wijk is aljaren aan de gang en kunst speelt hierbij een rol, waarbij we de bewoners actief betrek-ken. Afgelopen jaren is er een aantal tijdelijke projecten geweest, in samenwerking metde Kunstakademie Minerva uit Groningen. Studenten werkten dan samen met groepenbewoners aan bij voorbeeld het schilderen van billboards of ze maakten samen eeninstallatie van puin en sloopmateriaal. Zo is er ook een tuinenzone gerealiseerd metbankjes en verlichting.’De betrokken partijen bij de herstructurering van de wijk zijn de gemeente Veendam,het Waterschap Hunze en Aa’s, de Acantus Woongroep en de Stichting Compaen.Omdat de wijk veel met water te maken heeft, is gekozen voor het thema ‘Water Bindt’en dat staat ook op de groene T-shirts die Haanstra en Keijzer bij hun presentatie dra-gen. Ze vertellen dat het er in de procesfase om ging ‘waterbewustzijn’ bij de bewonerste creëren en aandacht te geven aan de geschiedenis van de wijk. En dan vandaaruitverder praten over de herstructurering.De achterliggende gedachte is om bij de bewoners betrokkenheid te creëren bij deeigen woonomgeving. Verder het zoeken en wellicht vinden van een nieuwe identiteitvan de wijk en haar bewoners. En tens lotte het in kaart brengen van wat er leeft in dewijk, waaraan men behoefte heeft en dat laten uitmonden in een permanent kunst-werk.Voor dat blijvende kunstwerk is gekozen voor het kunstenaarsduo Beijerle en Keijzer.

Haanstra: ‘De Zaterdagmiddagshows zijn het vehikel waarmee veranderingen die metherstructurering gepaard gaan op positieve wijze ter sprake worden gebracht en vanuit

29

Face Your World in Amsterdam

De interactor is speciaal voor het project Face Your World ontwikkelde multi-user soft-ware. Door dit unieke product worden kinderen en jongeren in staat gesteld om in eenfotorealistische weergave van hun wijk met behulp van onderhandeling, creativiteit enargumentatie, hun eigen wereld opnieuw in te richten en direct het resultaat te zien.Hierin gaan stedelijke ontwikkeling, beeldende kunst, vormgeving, communicatie enfilosofie hand in hand. Het zogeheten Stedelijk Lab is een educatief praktijkmodelwaarbinnen de Face Your World interactor op meerdere stedelijke vernieuwingsgebie-den kan worden toegepast. Een cultureel model, ontwikkeld voor participatie in stede-lijke vernieuwing.

Van Heeswijk verwoordt het kort en bondig: ‘Face Your World’, ofwel Kijk naar je wereldis eigenlijk een project dat uit twee onderdelen bestaat. Het eerste bestaat uit multi-user software en dat maakt het voor jongeren mogelijk om per computer hun eigenwijk opnieuw in te richten. Dus, als zij het voor zeggen zouden hebben, hoe zouden zijhet dan doen. Het mooie is dat ze het resultaat van hun daden meteen kunnen zien.’Het tweede onderdeel is het zogeheten Stedelijk Lab. Jeanne van Heeswijk: ‘Hierbij gaathet om een manier om de bewoners direct te betrekken bij veranderingen van de eigenbuurt. Er zijn twee Mbo-scholen bij betrokken en met een team, gevormd door de leer-lingen, werd gewerkt aan de herontwikkeling van een gebied, in dit geval een park. DatStedelijk Lab was ondergebracht in een omgebouwde gymnastiekzaal. Zes maandenlang kwamen de leerlingen vier uur in de week naar dat Stedelijk Lab. Die leerlingenhebben moeten leren wat ontwerpen is, wat dat precies inhoudt. Ze moesten schetsenleren maken, argumenteren. Ook broertjes en zusjes speelden als toekomstige bewo-ners een rol. De afgelopen zes maanden zijn er zeshonderd mensen bij betrokkengeweest. Wat zou ik met het beschikbare geld van de prijs gaan doen, vraagt Jeannevan Heeswijk zich voor de zaal af. Van Heeswijk: ‘Want dat is niet gemakkelijk. Ik wil hetgraag gebruiken om een vervolgtraject mogelijk te maken. Nu is het zo: het ontwerpligt er, maar het moet ook uitgevoerd worden. Daarvoor willen we een stedelijke werk-plaats vormen en er een leerwerkproject voor jongeren van maken.’

Dagvoorzitter Geert Dales vraagt haar na de presentatie: ‘Die jongeren in dat StedelijkLab, hoe doen ze dat?’

Jeanne van Heeswijk: ‘Ze namen hun broers en vaders uit de moskee mee naar datStedelijk Lab en daar moesten ze hun ideeën permanent presenteren. Dat werkte, hetwas voor hen al gauw een vertrouwde omgeving.’ <

28

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 28

Page 16: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

31

verschillende kanten worden belicht. De Zaterdagmiddagshows bieden een onortho-doxe mogelijkheid voor communicatie tussen overheid en burger: de verschillendeopdrachtgevers krijgen zelf een rol in de shows, om daarmee hun betrokkenheid tetonen aan de burgers.’

Hester Keijzer vertelt dat de wijk een lange geschiedenis kent: ‘We merkten al gauw datde bewoners weinig vertrouwen hadden in de overheid. Wat we dus hebben gedaan issociale cohesie in de wijk brengen. Dat kan, maar dan moet ook de overheid integrerenin de wijk. Dat betekent luisteren naar elkaars verhalen. Vechten om dingen voor elkaarte krijgen. Daarvoor hebben we een platform gecreëerd en dat heetZaterdagmiddagshow, voor mensen van acht tot tachtig. We behandelen er thema’s diete maken hebben met de wijk. Aan de hand van vijf middagen testen wij waar de voor-keuren van de wijk liggen en daar gaan we dan samen met de mensen over nadenken.’Wat voegt 20.000 euro hier aan toe? Keijzer: ‘Het gaat om de consolidering van wat ernu bereikt is. Wijzelf willen de katalysator zijn en zorgen dat mensen het allemaal zelfvoortzetten als wij weer weg zijn. En we willen de shows professioneel op dvd zetten,zodat het materiaal ook voor anderen toegankelijk is, voor mensen die er niet bij waren.Het moet een beeldregistratie worden die verder reikt dan alleen vastleggen.’ <

30

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 30

Page 17: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Opera Carmen

> gespreksleider

charles linssen,

portefeuillehouder cultuur

van de gemeente goes

> sprekers

wilma sekrève,

directeur dario fo college

in poeldijk en cultureel

aanjager voor de provincie

zuid-holland

hen keijzer,

portefeuillehouder welzijn,

kunst en cultuur van de

gemeente midden-delfland,

coördinator werkgroep

turandot

piet van den berg,

koorlid en vrijwilliger bij

de opera carmen

workshop 1 | Community - opera als bindmiddel

‘Er heerste een soort Carmenvirus in Westland’

Voorzitter Charles Linssen introduceert de sprekers en vertelt wat er in de workshopkomen gaat.Wilma Sekrève begint te vertellen over Carmen van Georges Bizet, die als community-opera is uitgevoerd in de gemeente Wateringen in het Westland. Zij vertelt over de velekunst- en cultuurverenigingen die er al waren in het Westland, maar die allemaal heelindividualistisch bezig waren. Tot de productie van Carmen ontstond. Er kwam eensamenwerkingsverband tussen de theaterverenigingen; niet alleen omdat het leuk was,maar ook voor kwaliteitsverbetering.Om een productie als Carmen op poten te krijgen moet gewerkt worden aan:• Kwaliteit;• Onbevangenheid. Dat houdt in deze context in dat er geen waardeoordelen mogen

zijn (vooral bij de professionals over de amateurs), maar dat alles in het teken van dienstbaarheid staat;

• Het verleggen van grenzen van bepaalde tradities bij verenigingen. Sekrève noemtdat ‘ontschotten’;

• Er moet passie zijn voor opera en/of gemeenschapszin.

Ook het gemeentebestuur was betrokken bij de productie van Carmen. Niet alleen inbestuurlijke zin, maar raadsleden hebben ook daadwerkelijk meegedaan.Er volgt een kort filmpje om een beeld te krijgen van de orde van grootte van de pro-ductie. Een korte weergave van de betrokkenen, het aantal kostuums, vrijwilligers enwaar en hoe de productie tot stand is gekomen. Carmen is een onderdeel van het regio-nale project ‘Tussen Kust en Kunst’ dat uit 16 projecten bestaat.

Gespreksleider Charles Linssen vraagt Piet van den Berg wat hem nou heeft bewogenom mee te doen. Van den Berg vertelt hoe hij op een gegeven moment in contact kwammet een medewerker van de productie en een keer meeging om te kijken. Hij was toenerg onder de indruk van het grootschalige project (dat toen al een maand of zes bezigwas) en is mee gaan doen. Terwijl hij in eerste instantie niks met opera had vooral toenhij hoorde dat hij in het Frans moest gaan zingen. Hij had in zijn middelbare schoolperi-ode dat vak nou juist laten vallen. Wat Van den Berg zo aantrok in het project was hetsamenwerkingsverband en het moment dat alle onderdelen één geheel gingen vormen.Hij merkte dat hij niet de enige was die het geweldig vond.

32

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 32

Page 18: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Hoe zijn de gemeentelijke muziekscholen in het geheel betrokken?Charles Linssen geeft aan dat in zijn ervaring de samenwerking met muziekscholenheel soepel gaat, en dat ze bij de projecten in zijn gemeente (Goes) met ondersteuningvan professionals veel hebben bereikt samen met de muziekscholen. Maar WilmaSekrève heeft de samenwerking met muziekscholen als stroef ervaren. Alsof de mede-werking met de opera een bedreiging vormde voor de muziekschool.

Hoe lang zijn jullie met het project Carmen bezig geweest?Mevrouw Sekrève zegt er anderhalf jaar mee bezig te zijn geweest. Laatste half jaar eenstuk intensiever, de laatste zes weken elke dag. Maar zij benadrukt dat het heel dank-baar werk is.

In hoeverre wordt een project aangepast aan de deelnemers aangezien het geen profes-sionals zijn?Mevrouw Sekrève antwoordt dat het verschilt per project. Bij een operaproject dat inNaaldwijk heeft plaatsgevonden, ging de opera ook over Naaldwijk. De mensen haddenhier veel invloed en er werden aanpassingen gemaakt.Carmen is echter compleet uitgevoerd volgens de compositie van Bizet. Ze vindt het eenhele overwinning dat mensen zoveel kwaliteit voor elkaar krijgen en daarmee een voorhen vaak nieuwe cultuurvorm leren kennen. Dus er wordt eigenlijk niks aan aangepast,wel zijn er wat professionals die het geheel ondersteunen. De hoofdrol in Carmen is bijvoorbeeld niet gespeeld door een amateur, dat is technisch bijna onmogelijk.

Kunt u meer vertellen over het leven na Carmen?’Van den Berg vertelt dat hij nog veel contact met mensen uit die tijd heeft. En dat dedrempel voor hem, om naar mensen uit de gemeente toe te stappen die hij niet kent,ook kleiner is. Hij heeft nu altijd een onderwerp waar iedereen uit die gemeente overkan praten.

Charles Linssen voegt hier aan toe dat ook in zijn gemeente de effecten van zo’n projectblijven. En dat dit dus een ontzettend goed voorbeeld is van kunst, cultuur en gemeen-schapszin! <

35

Van den Berg: ‘Er heerste een soort ‘Carmenvirus’ in het Westland waar iedereen meebesmet raakte, je hoorde niks anders meer in de omgeving en dat bevorderde desamenwerking weer.Hen Keijzer is wethouder van de nieuwe gemeente Midden- Delfland. Deze gemeentebestaat uit drie kernen ofwel hoofddorpen. Hoewel er geen problemen waren vanuit dedorpen om deze nieuwe gemeente te vormen, voelen mensen zich er nog niet echt bijbetrokken. De nieuwe gemeente heeft nog een onbekende identiteit. En daarom is degemeente ook met zo’n opera-project begonnen. Er werd een werkgroep gevormdsamengesteld uit vertegenwoordigers uit de drie kernen. Die werkgroep verdeelt alletaken ook weer over de drie kernen, om steeds dat samenwerkingsverband te accentu-eren. Het thema, erg toepasselijk, is: ‘Drie Dorpen, Eén Opera’.Op markten, festivals en feesten probeert de werkgroep vrijwilligers op alle vlakkenenthousiast te krijgen. De locatie was gauw gevonden in de plaatselijke sporthal.Wethouder Hen Keijzer constateert nu al de samenwerking, het contact en de bedrijvig-heid tussen de kernen die er voorheen niet waren.

Charles Linssen haakt op het verhaal in door te zeggen dat men het dus ‘vanzelf’ gaatregelen en iedereen ‘vanzelf’ gaat participeren. Hij vindt dat de overheid op dit frontzich er zo weinig mogelijk mee moet bemoeien. Dat die alleen bij wettelijke zaken devoortgang moet vergemakkelijken zoals regels met de brandweer, hekken die niet openmogen enzovoort.

vragen van deelnemers

Loop je niet het risico door zo’n ‘virus’ verenigingen leeg te zuigen?Hen Keijzer: ‘Het is juist de bedoeling dat verenigingen meedoen en dat doen zemeestal ook. In het na-traject vindt er vaak wel een wisselwerking plaats. Bijvoorbeeldmensen van een koor gaan het specifieker op opera gooien, maar daar komen dan vaakook weer mensen voor in de plaats die eerst nooit wat aan zingen deden maar na deopera bij een koor gaan zingen.Dus ik zou eerder willen zeggen dat het verenigingen stimuleert.

Hoe zijn de financiën geregeld? Waar komt het geld zoal vandaan?Wilma Sekrève: ‘Van lokale overheden, vaak onder voorwaarde dat we eerst een bepaaldbedrag aan sponsoring binnenhalen. Ook van het bedrijfsleven. Door geldbijdragen,maar soms ook in natura. Zo was de productiehal waarin Carmen werd opgevoerd gratister beschikking gesteld. Verder van cultuurfondsen en van eigen bijdrage van de men-sen die eraan meededen. Van dat geld is 99% besteed aan de ‘infrastructuur’ om deopera heen, zoals licht, geluid, wc’s, tribunes.

34

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 34

Page 19: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Een van de projectkamers ingericht door kunstenaar Federico d'Orazio binnen de tentoonstelling Ossensia- in the meanwhile, 2002/2003

> gespreksleider

helmer koetje,

burgemeester van de gemeente

twenterand

> sprekers

edwin jacobs,

directeur museum jan cunen

hans boerboom,

portefeuillehouder cultuur

van de gemeente oss

peter van engelen,

projectadviseur kunst en

cultuur van het vsb fonds,

utrecht

workshop 2 | Museum maakt mensen mondig

‘Jonge kinderen zijn de doelgroep bij uitstek’

Direct na het welkomstwoord van gespreksleider Helmer Koetje komt Edwin Jacobs meteen soort reclamestunt. Bedoeling van de workshop is de deelnemers iets te verkopen,het triggeren tot het trekken van de portemonnee. Er is na afloop de mogelijkheid omhet boekje Blauwdruk te kopen voor maar vijf euro! En daar krijg je gratis én het boekjeHet nieuwe museum én het VSB verslag bij! Die vijf euro is een investering! Er wordtgelachen en nog een keer herhaald dat het slechts vijf euro kost en wat de deelnemerdaar allemaal voor terug krijgt!

Jacobs vertelt dat het Museum Jan Cunen, het gemeentemuseum van Oss, een zelfstan-dige organisatie is met een actief verzamelbeleid. Het museum kent drie hoofdtaken:collectioneren, educatie en presentatie. Op initiatief van het VSB fonds is het projectBlauwdruk ontwikkeld. Het Amsterdams Historisch Museum, Natuurmuseum Brabant,Zcala in Den Haag en Museum Jan Cunen volgden elkaar bij verschillende ontwikkelin-gen die nieuw publiek bij het museum betrekken. Deze musea zijn verschillend vanaard, plek en bezoekers; juist daarom zijn zij gekozen. Zij voerden hun eigen activiteitenuit en de resultaten ervan zijn uitgewisseld. Hierbij gaat het om ‘social inclusion’, degemeenschapskunst staat centraal.

Hoe gaat dit nu onderling? Waar staat het publiek? Hoe wordt met het aanbod aanactiviteiten omgegaan? En hoe gaat de organisatie van het Museum Jan Cunen met dedrie hoofdtaken om? Het verslag van deze ontwikkelingen staat in het boekjeBlauwdruk, dat na afloop gekocht kan worden.

De Osse wethouder Hans Boerboom zet de geschiedenis en de ontwikkelingen in Ossuiteen: ‘In 1978 vond de gemeenteraad van Oss het belangrijk om een eigen museum tehebben, dat voor iedereen toegankelijk was. Voorwaarde was dat er geen entree gehe-ven werd. De gemeente draagt hiervoor de kosten. Dat is nog steeds het geval. Zo laatde gemeenteraad de trots van Oss zien. Essentieel was dat het museum ook een educa-tieve functie moest hebben. Hoe bereik je dit? Door het personeel goed op te leiden ineducatief beleid. Kunst en cultuur moeten met de paplepel worden ingegoten.’Boerboom vertelt dat hij als kind vroeger in een museum nergens mocht aankomen endat dat snel verveelde. Om dat te voorkomen worden kinderen uitgenodigd met de heleklas projecten te bezoeken waaraan ze kunnen meewerken. Van jongs af aan. Dan komt

36

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 36

Page 20: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Maar komt het vmbo met het museum aan de school, dan nog wel naar het museumzelf? Dat gebeurt door projecten. Scholieren denken vaak, dat als je eenmaal in het museumgeweest bent, je het voor altijd gezien hebt. Het bewustzijn dat het museum eenlevend programmeringinstituut is wekt enthousiasme op. Het museum zet dan ookveel in op het trekken van bezoekers. Er komen ongeveer 48.000 bezoekers per jaar.

‘Toch moeten er spanningen zijn met deze manier van werken. Hoe breng je kunst metkwaliteit in projecten? Wanneer is iets kunst?

Hans Boerboom komt met een leuk voorbeeld: ‘We hadden het thema voetbal en kunst.Sporters en kunstenaars namen deel aan het project. In opdracht van ons was er eenenorme houten bak getimmerd door de lokale timmerclub, waarin gevoetbald kon wor-den. Die bak met kunstgras erin was in een park geplaatst. Edwin Jacobs mocht de bakechter niet aankopen van de conservator van zijn museum. De reden: als je alles te mak-kelijk ziet als beeldende kunst ondergraaf je jezelf als museum. Maar vertaald naar eenvolgende keer dat zoiets gebeurt is het vastgelegd in een collectiebeleid. En zo wordengrenzen steeds opgerekt.’De conservator merkt op vanuit het publiek: ‘Dus die bak is geen beeldende kunst.’ <

39

de jeugd enthousiast thuis en vertellen ze trots aan hun omgeving waar ze aan hebbenmeegewerkt.Boerboom: ‘Maar dit is niet alleen van toepassing op het museum. Ook OsseKunstinstellingen voor het onderwijs (Okvo), het Centrum voor de kunsten, de biblio-theek en het gemeentearchief worden er bij betrokken. Deze instellingen worden door16.000 scholieren bezocht. Jonge kinderen doen projecten met het archief.’Het lyceum in Oss doet ook actief mee. Er zijn zalen aangebouwd bij het lyceum die zijningericht als museum, er is een directe lijn met Museum Jan Cunen.Hans Boerboom: ‘Op deze manier leren de kinderen zowel educatief als op speelse wijzehet museum kennen. Wanneer je jonge kinderen dit met de paplepel ingiet en ze naarmusea trekt, blijven ze hun hele leven lang komen. De jonge kinderen zijn dus de doel-groep bij uitstek.’

vragen van deelnemers

‘Die lokalen bij de school, is dat een echte dependance van het museum?’Boerboom: ‘Het is een museumschool, ja dus. Een vorm van vergaande integratie.De kinderen kiezen zelf de collectie uit. Er is een digitale collectie en vanuit de eigeninventarisatie ontstaat er een collectie op eigen niveau. De school kan zelf kiezen waarzij dit inpast. Ook staat er een groot team van vrijwillige ouders achter.Edwin Jacobs voegt toe dat er zo’n vijf jaar geleden onderzoek is gedaan naar de relatio-nele afkomst van Ossenaren. De vmbo-leerlingen zijn afkomstig van een generatie dieOss heeft gemaakt. Men blijft er wonen of komt er weer terug en de kinderen gaannaar dezelfde school. Men noemt deze mensen, de kernbewoners van Oss. Het vmbomoet dus een speerpunt zijn. Er is 20% bezoekerstoename vanuit die groep.Hans Boerboom: ‘De manier van creatief zijn van het vmbo wordt geëxposeerd in deschool. Hierdoor gaat een kind anders tegen kunst aankijken. Een vriendje heeft ietsgemaakt en dat maak jij niet kapot en daar heb jij waardering voor. Deze benaderingmaakt de kinderen enorm enthousiast. Er zijn zelfs voorbeelden van spontane exposi-ties.’

Peter van Engelen vertelt dat het VSB-fonds het project tot bepaalde hoogte onder-steunt. Op een gegeven moment moesten we tegen hen zeggen probeer het nu zelfmaar. Probeer je product te verkopen en dat is gelukt! Ze hebben zelf ook geld gegene-reerd. Op het centrale VSB-kantoor in Utrecht krijgen we 4000 à 5000 aanvragen perjaar binnen. De aanvraag van Museum Jan Cunen sprak ons aan vanwege het projectOns vader& Ons Moeder, onder leiding van David Baden. Het is een spannend project,omdat in de negentiende eeuwse zalen een setting van takken en piepschuim is tezien.

38

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 38

Page 21: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Openveld O.T.T. | het continue kunstwerk en haar toepassing op tijdelijke braaklanden in Charlois (Rotterdam)

> gespreksleider

lex pouw,

directeur woningcorporatie

ymere in amsterdam

> sprekers

kamiel verschuren,

kunstenaar en initiatiefnemer

van stichting b.a.d. in deelge-

meente charlois in rotterdam

wim lenssink,

hoofd ruimtelijke ordening,

buitenruimte en wijkvisies van

de deelgemeente charlois in

rotterdam

workshop 3 | Kunstenaarscollectief in de wijk

Een liefdesrelatie tussen deelgemeente en kunstenaars

In deze workshop behandelen Kamiel Verschuren en Wim Leusink het aandeel van stich-ting B.a.d. in de gemeenschapszin in de deelgemeente Charlois in Rotterdam. B.a.d. ishet kunstenaarscollectief dat sinds 1988 bestaat. Het zet in samenwerking met de deel-gemeente tal van projecten op om de openbare ruimte in Charlois te verfraaien. Hoe isdie bijzondere samenwerking ontstaan en hoe verloopt deze?

Het kunstenaarscollectief B.a.d. zet zich in om kunstenaars te voorzien van ateliers enadvies. Ook verzorgt het exposities. Verder wil het een belangrijke speler zijn in het soci-ale, culturele en economische gebeuren in de wijk. Inmiddels heeft de stichting tal vanlocaties opgezet en werkt zij samen met onder andere de cultuurscouts, het welzijns-werk en de wijkgebouwen.Sinds 1991 is B.a.d. gevestigd in een voormalig schoolgebouw. De kunstenaars kraaktendit gebouw en tot op de dag van vandaag opereren zij van hier uit. Al die jaren lang ishet gebouw goed onderhouden. In de begintijd dat B.a.d. in het gebouw zat hield zijzich nog wel koest. De kunstenaars waren bang dat de gemeente hen al snel zoudendwingen het gebouw te verlaten als er teveel ruchtbaarheid aan hun aanwezigheidwerd gegeven.Het tegenovergestelde bleek waar. Juist de gemeente zette de eerste stap naar eenvruchtbare samenwerking. De bestuurders vonden dat als kunstenaars wilden blijven,zij daar wel wat tegenover moesten stellen. Actief participeren in de deelgemeente wasde inzet om zo hun bestaansrecht af te dwingen. Een positieve manier van denken vande deelgemeente Charlois. Sindsdien zijn er door B.a.d. allerlei projecten op touw gezetvoor het welzijn van Charlois. Om te beginnen hebben zij in het project SWAFB003, insamenwerking met de bewoners van de wijk, de schooltuin een opknapbeurt gegeven.Iedereen kon meedenken om de tuin zo goed mogelijk aan te passen aan de wensen dieer in de buurt leefden. Zo kwamen er allerlei inventieve oplossingen. Zo werd bij voor-beeld een hangplek gecreëerd voor scholieren die wat overlast veroorzaakten.De gemeente stelde voor dit project een half miljoen ter beschikking, dat direct werdovergemaakt op de rekening van B.a.d. Zij mochten naar eigen inzicht het geld beste-den. Een genereus gebaar dat de trant zette voor verdere samenwerking. Behalve hetvernieuwen van de schooltuin heeft B.a.d. tal van andere projecten opgezet. Zo werd inhet Zuiderpark een kunstmanifestatie gehouden die bijdroeg aan het op gang brengen

40

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 40

Page 22: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

> gespreksleider

jan de vletter,

directeur woningstichting

groene stad in almere

> sprekers

ida van der lee,

kunstenaar uit amsterdam

robert oosterhuis,beleidsadviseur cultuur van

de gemeente zaanstad

ria dirkx,gebiedsmanager

herstructurering van

woningcorporatie zvh in

zaanstad

workshop 4 | Opdracht voor kunstenaar bij herstructurering

Een schatkist vol verhalen als afscheidsritueel

Jan de Vletter geeft aan dat woningcorporaties vanuit het Ministerie van VROM deopdracht hebben de leefbaarheid en sociale cohesie te bevorderen. Zij staan voor devraag hoe hier uitvoering aan te geven. Bij nieuwbouw is de keuze van de architectdeels een culturele opgave. Veelal ontbreken oude panden om kunstenaars woon- enwerkruimte te bieden. De gemeente moet hier zorg voor dragen. De Vletter vertelt datde gemeente in Almere-Haven veel muurschilderingen heeft laten aanbrengen. Er isveel mogelijk als je het maar probeert. Over de muurschilderingen weet hij te vertellendat ze het idee voor een bepaalde locatie voorlegden aan de Welstandscommissie.Die zei: ‘Daar gaan wij niet over’. Wie dan wel? Niemand wist het. Dus: pak je kans!, ishet motto van Jan de Vletter.

Deze workshop geeft een toelichting op het project Sloophamer schatkamer inZaanstad. Aan de orde komen: rolverdeling van de spelers; de gedachte achter hetsloopbeleid; de relatie tussen huurders en woningcorporatie.

Ida van der Lee vertoont eerst enkele beelden van eerdere projecten die zij realiseerde,zoals ‘Wasgoed is goed’ uit 1999, dat zij in haar eigen straat, de Vrolijkstraat inAmsterdam uitvoerde. De straat had een slechte reputatie gekregen door de moord opeen meisje in 1994. De kunstenares bedacht een project waarbij de huizen over straatheen door waslijnen met wasgoed eraan met elkaar werden verbonden. Uiteindelijkhingen er 175 stukken wasgoed in de straat en de mensen werden allengs enthousi-aster.Ze laat ook zien hoe zij bij een ander project alle onderdelen van een sloophuisgebruikte. Bij iedere fase bedacht zij een nieuw idee. Eerst heeft zij het huis van binnenbeschilderd. In het laatste stadium heeft zij ‘ritueel’ de schoorsteen verbrand. Het sloop-materiaal heeft zij later voor andere projecten gebruikt. Ida licht toe dat zij gefascineerdis door plekken en hun historie.

Ze vertelt hoe het haar letterlijk pijn doet als de ‘ziel’ van plekken beschadigd raakt.Onder de ziel verstaat zij de samenhang tussen de fysieke ruimte en de sfeer in de zinvan herinneringen en de geschiedenis van de plek. Een rode draad in haar projecten isdan ook het werken met rituelen. Rituelen maken veranderingen zichtbaar, verdriethanteerbaar en herinneringen blijven bewaard. Zo kunnen gevoelens van onmacht

43

van gedachten en denkwijzen over hoe het park in de toekomst zijn functie moest ver-vullen, werden er samen met bewoners soundtracks en hoorspelen over Charloisgemaakt en werden er ter verfraaiing van de erfscheiding van de school tuinhuisjesgemaakt. Bovendien zijn er ook andersoortige projecten gerealiseerd. Een voorbeelddaarvan is de loopbrug voor gehandicapten tussen een dijk en een kliniek. De brugmaakte het mogelijk voor de gehandicapten om sneller bij de bushalte op de dijk tekomen. Dit geeft aan wat een kunstenaarscollectief aan een wijk kan bijdragen: veelcreatieve oplossingen voor betrekkelijk weinig geld.

Rotterdam Zuid heeft een belangrijke invloed op Charlois. Het bepaalt grotendeels deidentiteit van de deelgemeente. De laatste jaren zijn er veel problemen geweest enmoest er erg veel aan herstructurering gedaan worden. De haven die vroeger hetbelangrijkst was, loopt langzaam leeg. Het probleem was dat de bewoners met demiddeninkomens, die belangrijk zijn voor een stabiele wijk, vertrokken. Er wordt nugewerkt aan een vitale deelgemeente, waarbij de gemeente en de woningcorporatiesde handen ineenslaan.

De politieke veranderingen van de afgelopen jaren hebben een aandeel gehad in de tot-standkoming van de samenwerking tussen kunstenaars en gemeente. Den Haag heefttijden geleden besloten om het beheer van het activiteitengeld dat beschikbaar is voorcultuur aan de lokale overheden over te laten. Die zouden beter weten hoe ze de geldenzouden moeten besteden.Een bepalende factor in het geheel is de ‘open mind’ denkwijze van de deelgemeente.Deze is, ook doordat zij zelf het geld kan beheren, beter in staat de initiatieven te kun-nen beoordelen. Het belangrijkste is dat de gemeente de samenwerking niet in debestaande structuur van regels en protocollen wil duwen. Dit schept de broodnodigeruimte en mogelijkheden die er anders niet zouden bestaan. Zo komen gelden nietalleen uit het kunstpotje maar ook uit andere geldbronnen.In Charlois bestaat een netwerk met sleutelfiguren, dat belangrijk is voor het tot standkomen van nieuwe projecten. Onder de kunstenaars zijn er altijd ideeën, maar door deinformele kanalen te combineren met de formele, kan er daadwerkelijk aardig wat wor-den gerealiseerd. Er is ruimte om te experimenteren. Helemaal als er een tijdelijk pro-ject wordt aangeboden. Er bestaat eigenlijk een soort liefdesrelatie tussen de gemeenteen de kunstenaars van B.a.d. Want voor een goed lopende samenwerking is vertrouwenen liefde nodig voor het werk. Deze premissen zijn aanwezig en dragen bij aan eenvruchtbare samenwerking, waarbij een kunstenaarscollectief haar steentje bijdraagtaan de vormgeving en verbetering van het publieke domein in Charlois. <

42

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 42

Page 23: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Project Sloophamer Schatkamer | Vissershop, Zaandam 2003

gegenereerd worden naar een positieve kracht die uiteindelijk leidt tot een blik dieweer gericht is op de toekomst.In 2002 zag Van der Lee een advertentie in de regionale krant waarin de gemeenteZaanstad een kunstenaar zocht om vorm te geven aan gemeenschapsgevoel bij her-structurering van een woonwijk, het Vissershop.

Voor zij verder vertelt, geeft Robert Oosterhuis eerst een toelichting op het gemeente-lijk beleid in Zaanstad. In de Cultuurnota 2005-2008 wordt onder meer de nadrukgelegd op het bevorderen van cultuurbereik en het bevorderen van sociale cohesie enintegratie. In Zaanstad is een actieve Adviescommissie Beeldende Kunst die de opdrach-ten onder de loep neemt en die zorgt voor een goede opdrachtformulering. Ook de kun-stenaar moet aan een bepaald profiel voldoen. Die moet professioneel zijn, affiniteithebben met betrokkenheid en participatie van bewoners. De kunstenaar moet overtui-gingskracht hebben en sociale vaardigheid. Verder moet hij beschikken over organisato-risch vermogen ofwel de functie van projectleider kunnen uitoefenen.

De kernpunten van de opdracht luidden:• herstructurering van de karakteristieke volksbuurt Het Vissershop;• er is behoefte aan een kunstobject met herinneringswaarde;• kunst kan een rol spelen om bewoners bij het proces te betrekken en het voor hen

betekenis te geven.

Ria Dirkx geeft een historische schets van het Vissershop en daarmee ook een ‘profiel’van de inwoners. Het Vissershop is een arbeiderswijk aan de Zaan met zo’n 240 wonink-jes waar generaties zijn opgegroeid. De arbeiders waren oorspronkelijk erg slechtgehuisvest. Het Vissershop was aan het begin van de vorige eeuw een van de eersteverbeteringsprojecten van de woningcorporatie. De bevolking was rood, strijdbaar, kongoed voor de eigen belangen opkomen en was niet bang voor autoriteit. Mensen methet hart op de tong. Thuis houdt niet op bij de voordeur, mensen bivakkeerden graagvoor het huis en ook de rivier was een belangrijke ontmoetingsplek.Eind vorige eeuw waren de huisjes niet meer te redden, de funderingen waren dusda-nig aangetast dat er geen sprake meer kon zijn van renovatie. Na een uitvoerige strijdmet bewoners voor behoud werd de knoop doorgehakt: sloop van het Vissershop wasde enige optie.

In juni 2002 had Ida van der Lee haar eerste ontmoeting met bewoners in een kleinhuisje in het Vissershop. Het werd haar meteen duidelijk dat de relatie tussen dewoningcorporatie en de bewoners ernstig was verstoord in hun strijd voor behoud,maar ook al vanuit een historie van ontevredenheid over de wijze waarop de corporatie

44

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 44

Page 24: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Tenslotte kreeg Ida van der Lee de opdracht het opleveringsritueel te bedenken.In samenwerking met de bewoners, architect Bas Liesker en de Zaanse Woningbouw-vereniging leidde dit in 2003 tot een indrukwekkende mars door de nieuwbouwstratenwaarbij de bewoners de ‘oude ziel’ overbrachten naar het nieuwe Hop. Deze gezamen-lijke ervaring is ook het moment geweest dat bewoners en de woningbouwcorporatienader tot elkaar kwamen. Dirkx was erbij en bevestigt dit.Het terugzien van de beelden van de mars wekt ook bij haar nog altijd ontroering op.

Ida van der Lee stipt aan dat de keuze van de architect belangrijk is in dit soort situa-ties. Bas Liesker heeft sterk rekening gehouden met de wensen van de bewoners.Zo heeft hij huizen ontworpen met rode daken, een verwijzing naar vroeger.

Tenslotte concludeert gespreksleider Jan de Vletter dat deze workshop een zeer interes-sant voorbeeld was van een spin off van een zoekende gemeente die nu structureelgebruik maakt van kunstenaars bij herstructurering. WoningcorporatieZaanse Volkshuisvesting heeft ingezien dat er gemeenschappelijke belangen liggen endat het zaak is om een weerbarstig proces van sloop vlot te trekken. Het project laatzien dat er vaker op een onorthodoxe wijze coalities zijn aangegaan om tot een procesvan acceptatie te komen. De komende decennia staan er veel projecten van herstructu-rering op de rol. Tenslotte geeft de voorzitter nog zijn persoonlijke idee weg. Waaromniet structureel 1% van het budget aanwenden voor dit soort projecten? De meestedeelnemers aan de workshop vinden dit een goed idee. <

47

haar onderhoud zou hebben uitgevoerd. Van der Lee kwam al snel op het idee om ietste doen met de emoties van de bewoners.In januari 2003 presenteerde Ida haar voorlopige plan. Maar in plaats van een gesprekover het kunstproject, spuiden de bewoners hun grieven over de woningcorporatie. Veeloud en recent zeer kwam op tafel. Het lukte niet meer om het gesprek op gang te krij-gen. Het project kwam in een impasse: wilden de bewoners nog wel verder met haar?De kunstenares bleek het vermogen te hebben om dusdanige aanpassingen in haarplan te verwerken dat dit uiteindelijk in juni 2003 leidde tot de acceptatie ervan.

Ida van der Lee bedacht een afscheidsritueel: voor de sloop verzamelde zij met bewo-ners oude materialen voor een ‘Schatkist met verhalen’. Aangestoken door anderenkwamen steeds meer bewoners aandragen met materialen, zoals een raam met opdrukvan de oude dorpskapsalon, bijzondere paaltjes, molentjes enzovoort. Deze materialenverwerkte zij in een object op een draagbaar. In het object was een brievenbusgemaakt, waar iedere bewoner zijn of haar geschreven verhaal in kon ‘posten’.Van der Lee: ‘Die verhalen waren soms echte documenten met bijvoorbeeld herinnerin-gen uit de Tweede Wereldoorlog. Steeds meer bewoners werden gemobiliseerd; er ont-stonden steeds meer ideeën. Op de dag van het afscheidsritueel werd de schatkist doordorpsbewoners naar de Zaan gedragen en met twee sleepboten naar het Museum vanZaandam gebracht. Al lopend gooiden bewoners hun “afscheidsbrief” in de schatkist.Op de sleepboten zong een koor heimweeliedjes en oude vissersliederen.’

Los van dit kernonderdeel bedacht Ida van der Lee in de loop van de tijd nog veel meer:Zij richtte een slooppand in als ‘onderduikpand’ als verwijzing naar de 2e Wereldoorlogmet kruipdoor-sluipdoorgangetjes, bedacht een wand met ‘ordners’ van oude schroot-jes: iedere ordner had op het etiket zogenaamd een hele grote inhoud. Zo was er bij-voorbeeld te lezen: ‘de eerste kus in het Steegje’ of ‘Juffrouw Barends’, een verwijzingnaar de verhalen van de bewoners van het Vissershop. Ze lichtte citaten uit de verhalenen maakte daar tegels van. Bewoners konden zogenaamd de sleutel van hun oude huisinleveren door deze in een speciaal gemaakt wandrek in een van de panden op te han-gen. Ze maakte een boek met panelen van oude deuren. Er is een brochure uitgekomenmet een selectie van de verhalen: ‘De Hoppers’. Eén pand is als praathuis ingericht.Al deze ideeën brachten mensen op de been die hun bijdrage leverden en met elkaargingen samenwerken.De verhalen van bewoners zijn ook als uitgangspunt gebruikt voor een educatief pro-gramma: kinderen van de basisschool kregen de opdracht om een ‘diepte-interview’ afte nemen bij de mensen die een verhaal hadden geschreven. Het bleek een groot suc-ces.

46

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 46

Page 25: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Delftse kleden

> gespreksleider

angelique jonker,

portefeuillehouder welzijn,

kunst en cultuur van de

gemeente ede

> sprekers

tonny van sommeren,

kunstenaar uit rotterdam

nathalie van der hak,

freelance projectcoördinator

in delft

jorien kaper.

senior beleidsadviseur cultuur

van de gemeente delft

monique peltenburg,

hoofd wijkzaken van de

gemeente delft

workshop 5 | Multiculturele wijk werkt aan kunstwerk

Delftse Kleden brengt vrouwen van 28 nationaliteiten samen

In het eerste deel van deze workshop vertellen Reinier Weers en Monique Peltenburgvan de gemeente Delft in grote lijnen over de aanleiding en achtergronden van hetopzetten van hun project Kunst in de wijken. In het tweede deel zullen Nathalie van derHak en Tonny van Sommeren de deelnemers op creatieve wijze kennis laten maken methet project Delftse Kleden en, als vervolg daarop, De jurk van Delft.

Het eerste deel bestaat uit een presentatie om zo op een snelle en beknopte maniereen beeld te schetsen van de aanleiding en totstandkoming van het Delftse project.Reinier Weers vertelt iets over Kunst in de wijken, een programma van kunstprojecten,waarin kunstenaars en wijkbewoners samenwerken. De doelen van Kunst in de Wijkenzijn: bewoners in contact brengen met kunst en cultuur; een samenhang en betrokken-heid onder de bewoners bewerkstelligen en cultureel ondernemerschap aanjagen.

Monique Peltenburg vertelt hoe het begon. Er was een volksraadpleging over het beste-den van de zogenoemde EZH-gelden (Elektriciteitscentrale Zuid-Holland) in 1999.De bewoners bleken een duidelijke mening te hebben over het besteden van dit geld:investeren in de wijken. Dit gaf het startsein tot ‘Kunst in de Wijken’, wat leidde totsamenwerking tussen verschillende gemeentelijke afdelingen: Cultuur, Kennis &Economie (CKE), Wijkzaken en Leefbaarheid (Integratie). Kunstgebouw geeft vorm aanKunst in de Wijken. Belangrijk uitgangspunt was dat zowel allochtone als autochtonebewoners van de wijken Voorhof en Buitenhof de kans kregen samen kunst te makenen elkaar zo goed te leren kennen.Over de toekomst van Kunst in de Wijken zegt Peltenburg: ‘Samenleven blijft eenbelangrijk thema. Doel blijft: zorgen dat men op laagdrempelige wijze in contact kankomen met kunst en cultuur.’ Peltenburg en haar collegae zien de toekomst zonnig in.

Reinier Weers: ‘Belangrijk is om doelstellingen af te stemmen en veel “integraliteit” tebereiken. Er moet één iemand zijn die de regie op zich neemt, en zo voor initiatief, gelden coördinatie kan zorgen. In dit geval lag de regierol bij de gemeentelijke afdeling CKE,net als het opdrachtgeverschap. Er was een programmacoördinator en twee projectlei-ders. De projectleiders zorgen voor het aanjagen van de projecten, creëren de voor-waarden en ruimte die een kunstenaar nodig heeft om goed te kunnen werken, hebben

48

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 48

Page 26: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

met de thema’s Aarde, Water, Vuur en Lucht. Er is 20 weken lang één keer per week aande kleden gewerkt. Het Vuur-kleed is te bezichtigen in de zaal. Tonny van Sommeren:‘Wat heel bijzonder is, de kleden liggen opgeslagen in het Delfts Historisch Museum,zodat ze over 50 jaar in perfecte staat weer tevoorschijn kunnen worden gehaald.’Van Sommeren tot de workshopdeelnemers: ‘Als je niet kan borduren is het helemaalniet erg, de meditatieve functie werkt dan ook door. Zo hoeven jullie even niet aanbeleid te denken.’Ze legt uit dat de naam van iemand anders borduren tijdens een eerste ontmoeting eengoede ijsbreker was. Zo begin je gemakkelijker een gesprek en kom je iets over iemandte weten. Is mijn buurvrouw getrouwd of heeft ze een andere nationaliteit? Er isbewust gekozen voor een project met alleen maar vrouwen zodat ook islamitischevrouwen konden meedoen. Gedurende het project gingen steeds meer vrouwen mee-doen. Het streven was 100 vrouwen mee te laten doen aan het project, maar gaande-weg werd dit aantal verdubbeld. Er waren 28 nationaliteiten vertegenwoordigd metdeelnemers in bijna elke leeftijdscategorie.Terwijl de deelnemers aan het borduren zijn, stellen ze steeds meer vragen over het pro-ject, waarop Van Sommeren en Van der Hak antwoord geven.

Na het succes van Delftse Kleden en De Jurk van Delft, is er een aantal deelneemsters datnog altijd wil doorgaan. Plan is nu om een textielatelier in te richten, maar dit staat nogin de kinderschoenen. Reinier Weers vertelt dat er nu al een textielatelier is in Delft,waar scholieren en jongeren na schooltijd terecht kunnen. Het zou ideaal zijn als devrouwen er tijdens schooltijd gebruik van kunnen maken.

Er komt een vraag van de deelnemers over het waarborgen van de kwaliteit en deartisticiteit. Van Sommeren vindt dat het om het proces gaat. De inbreng van verschil-lende mensen met elk hun eigen achtergrond is het belangrijkste. Ze wilde in het beginheel graag een soort Delftse tegeltableaus. Dus eerst had ze heel veel verschillendekleuren blauw garen neergelegd en maar een paar strengetjes rood, geel en groen.Iedereen begon echter met rood en geel te borduren, dus toen besloot ze van dat ideeaf te stappen. De binnenkant bestaat uit 9 lappen en is met veel samenwerking tusseniedereen ontstaan. Ze wilden het gebruik van vlaggen en religieuze thema’s vermijden.Van Sommeren vertelt hier nog een leuke anekdote bij. Er was een Nederlandse vrouw,die een blote Eva had geborduurd. Volgens een Turkse vrouw kon dat echt niet. De tweedames overlegden en kwamen tot een compromis: de Nederlandse vrouw zou harenover de borsten heen borduren.

Dan neemt één van de deelnemers het woord: de woordvoerster van woningcorporatieWoonbron. Deze woningcorporatie heeft de kunstenares Ulrike Bartels een woning

51

een brugfunctie tussen het project en de gemeente, en zorgen dat het proces vooruit-gang boekt.Zowel binnen als buiten de gemeente wordt goed samengewerkt met verschillendepartijen. Gemeentelijke afdelingen zoals Wijkzaken, Leefbaarheid (Integratie) en de VrijeAkademie. Daarbuiten onder meer de welzijnsorganisatie BreedWelzijnDelft en dewoningcorporaties.Een sleutelrol in dit project, en ook in andere projecten van deze aard, is weggelegd voorde ‘bewonersbeminnende’ kunstenaars. Zij hebben een leidende rol, vooral op hetartistieke vlak en waarborgen zo de kwaliteit.’

De financiering komt uit EZH-gelden, cultuurgelden, integratiegelden, wijkbudgetten,en fondsen en een budget van woningcorporaties, zoals van Woonbron Delft, die ookvoor personele ondersteuning zorgt.

Uit het project Delftse Kleden ontstond het project De Jurk van Delft. Deelnemers uit heteerstgenoemde project waren zo enthousiast, dat zij graag door wilden. Hieruit groeideweer het project De groeten uit Delft. Vrouwen uit verschillende culturen hebben ouder-wetse klederdracht vernieuwd. Hier hoorde een modeshow bij en een pakketje metansichtkaarten.Verder is er het project Gaat zitten. Duidelijk werd uit gesprekken met de buurt dathonden tot veel irritaties leidden. Honden werden daarom geportretteerd en tentoon-gesteld bij speciaal gemaakte bankjes.Kunstenares Ulrike Bartels leidde het project De Tussenwereld. Zij adopteerde deBeethovenflat, en nam er later ook haar intrek. Zij liet bewoners gordijnen maken voorde ramen aan de galerijkant. Deze gordijnen waren zeer persoonlijk van onderwerp endienden zodoende als ‘tussenwereld’ tussen galerij en huiskamer. Iedereen heeft zijngordijnen altijd stijf dicht aan galerijkant, maar op deze manier kan men toch eenstukje van hun buren zien, ook al zijn de gordijnen stijf dicht.

‘En nu “The proof of the pudding is in the eating ” ’, zegt Monique Peltenburg bij deeltwee van de workshop en zij zet de deelnemers aan de workshop aan het borduren!Tonny van Sommeren en Nathalie van der Hak nemen dit deel voor hun rekening. Iederedeelnemer krijgt een borduurlapje, waar ze hun naam op moeten schrijven. Een naam iserg persoonlijk. Nathalie van der Hak: ‘Er deden ook vrouwen aan ons project mee diehun naam hebben moeten veranderen, omdat ze op de vlucht waren.’Als iedereen de lapjes heeft beschreven, moeten ze het doorgeven aan hun buurman of -vrouw. Dit leidt direct tot hilariteit tussen de deelnemers. Nu al wordt duidelijk datdoor iets samen te maken, gemakkelijk contacten worden gelegd.Intussen wordt over Delftse Kleden verteld. Totaal zijn er vier Delftse Kleden gemaakt,

50

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 50

Page 27: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

> gespreksleider

rob gast,

portefeuillehouder cultuur

van de gemeente arnhem

> sprekers

sikko cleveringa,

cultuurmakelaar van

kunstcircuit uit deventer

(projectbureau van centrum

voor de kunsten leeuwenkuil)

jos haarman,

beleidsadviseur cultuur

van de gemeente deventer

nazime arslan,

bestuurslid van de turkse

vrouwenvereniging birlik

workshop 6 | Cultuurscouts, -makelaars en -aanjagers

Deventer Blik, achttien meter geschiedenis Turkije-Deventer

Rob Gast: ‘De workshop Deventer Blik, een uitdagende naam, gaat over het aanjagenvan cultuur, cultuurscouts, cultuurmakelaars, cultuurbemiddelaars. Het project DeventerBlik dient daarbij als voorbeeld. Het project verhaalt de geschiedenis van de arbeidsmi-granten van Deventer en dan in het bijzonder van de medewerkers die werkzaam warenbij de Blikfabriek in de periode 1950-1990.’ Hij geeft het woord aan Jos Haarman.

Jos Haarman vertelt dat Deventer in 2001 begon met de cultuurmakelaar: ‘Dat liepparallel met het denken over het Actieplan Cultuurbereik van staatssecretaris Rick vander Ploeg. Dat was voor ons een kans, we hadden al langer een idee dat onder groepenvan de samenleving allerlei dingen gebeurden die je als cultuur kunt definiëren, kunst-uitingen dus. Gevestigde instellingen doen allemaal hun best om in hun aanbod anderedoelgroepen te bereiken, maar dat lukt niet altijd. Zo ontstond het idee om die klooftussen vraag en aanbod te dichten. Dan kom je in de makelaarsfunctie terecht: iemandin de stad zien te krijgen die ambulant opereert buiten de instellingen om. Iemand dieinitiatieven neemt, signalen oppakt en de weg openbreekt om zaken van de grond tekrijgen. Het Actieplan Cultuurbereik sloot daar mooi bij aan.’

Maar de gemeente Deventer had geen geld. Dus stapte zij naar de provincie. Haarman:‘Wij hadden ook weinig middelen, maar er kwam wel een geldstroom aan via het GroteStedenbeleid. We kregen het voor elkaar dat zowel de provincie als de gemeente voorvier jaar geld beschikbaar stelde voor een professional, de kunstmakelaar, voor 32 uurper week met zakgeld. Het ging om 50.000 euro per jaar. De opdracht: zoek contact metjongerenwerkers, migrantenorganisaties, welzijnswerkers in de wijk, met scholen enzoek aanknopingspunten. Eerst vindt er een brede verkenning, een nulmeting en eenveldanalyse plaats. Sikko is benoemd en heeft in een korte tijd een gigantisch netwerkkunnen opbouwen.’

Sikko Cleveringa kreeg drie opdrachten hij mee:• initiatieven ondersteunen;• daarmee bijdragen aan beter leefklimaat van groepen in de samenleving;• culturele instellingen proberen open te breken en samenwerkingsprojecten te

bevorderen.

53

gegeven in de Gilleswijk voor het project ‘Binnen voor buiten.’ Zij bouwde in een kortetijd een zeer goede band op met haar medebewoners en bezocht 80 van de 96 flats.Er wonen enorm veel nationaliteiten in het flatgebouw, met wie ze allemaal goedomging, en dit leidde tot gesprekken van soms wel uren lang. De bewoners begonnenniet alleen Ulrike Bartels te kennen, maar ook elkaar. Het ultieme doel is nu nog steedsom een benedenwoning met tuin in het flatgebouw als ontmoetingsplek in te richten.

Overigens worden de lapjes die tijdens de workshop zijn geborduurd, later als ver-jaardagsgeschenk aan het Cultuurfonds BNG geschonken. <

52

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:24 Pagina 52

Page 28: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Blik op zondag en maandag | een van de 10 deelprojecten van Deventer Blik

Is er een vraag in de samenleving waar het antwoord op gericht is, komt de vraag nietmanifest naar boven, dan zorgt de cultuurmakelaar dat die vraag duidelijk wordt. Metdie opdracht is de cultuurmakelaar gestart, begeleid door een klankbordgroep van men-sen uit verschillende organisaties, die problemen, knelpunten en dilemma’s aan de ordestelde.

Haarman: ‘Sikko heeft dat 4 jaar gedaan. En dat leidde ertoe dat het nu weer voor 4 jaargeldt. Zowel de provincie Overijssel als Deventer is zeer tevreden over de voortgang.Er is gesproken met de werkgever van de cultuurmakelaar, dat is het Leeuwenbrug, cen-trum voor de kunsten in Deventer. Het centrum krijgt ook gemeentelijke subsidie voorondersteuning van amateurverenigingen. Bij de gesprekken over de voortgang na deeerste periode komt ook het financiële draagvlak aan bod. De instellingen gaan numeebetalen aan deze functie. Het is ook een marketinginstrument voor groepen.Het leidt tot nieuwe producten en groepen en daar wil men in investeren. Instellingengaan mee investeren.’

Sikko Cleveringa omschrijft zijn doelstellingen zoals hij die vanaf het begin zag: ‘Hetging om verbetering van het sociaal en cultureel leefklimaat in de stad; het bevorderenvan samenwerking tussen culturele en maatschappelijke instellingen; en het bevorde-ren van actieve deelname van burgers aan culturele activiteiten.’Cleveringa werkt vanuit het Centrum voor de kunsten, als los projectbureau, binnen hetcentrum, dat een intermediair doel heeft.‘Een cultuurmakelaar moet onafhankelijk zijn en voor alle partijen in de stad kunnenbemiddelen. Hij zorgt voor het bundelen van deskundigheid, beleidsondersteuning. Ikwerk aan het optimaliseren en verankeren van zowel het artistieke als het sociale velden ben bezig met het ontwikkelen van nieuwe praktijken en overdraagbare werkmetho-den, zodat partijen het later zelf kunnen doen.’

Enige voorbeelden uit het makelaarschap van Cleveringa in Deventer:• Een kunstenprogrammering door burgers voor burgers in de achterstandwijken, een

jeugdtheater met eigen talenten op het podium, een museumcafé in één van de her-structureringwijken, waarin bewoners de geschiedenis van de naoorlogse wijk in beeld brengen, met verhalen en een verhalentafel;

• Het project Thuis. Het eerste huis in een multiculturele herstructureringsbuurt datdichtgemetseld is, wordt door kunstenaars en mensen uit de buurt bewerkt met verhalen over het verliezen van je huis en het opbouwen van een nieuw thuis;

• Buitengebied. Een kunstroute waar in de dorpen rondom Deventer, met kunstenaars gereflecteerd wordt over de verhouding stad- platteland, en over de toekomst van het platteland en hun plek daarin;

54

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 54

Page 29: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Het project Deventer Blik is aanleiding geweest voor het maken van een 18 meter langstuk geborduurde geschiedenis. De inspiratiebron was het project Delftse kleden (zieook workshop 5).Nazime Arslan: ‘Per persoon was er 1 meter bij 1 meter om te borduren. Veel werk, maarde kunstenaar had net zoveel werk als wij, hij moest 18 meter gaan tekenen en de kleu-ren erin aangeven. Deze geschiedenis ging over de migratie en migranten uit Turkije.De grootste groep immigranten in Deventer bestaat uit Turkse mensen. Meer dan 40jaar is het nu geleden dat de eerste gastarbeiders naar Nederland kwamen en ze heb-ben hier dag en nacht gewerkt, soms onder miserabele omstandigheden. Met de bedoe-ling om uiteindelijk voorgoed naar hun geboorteland terug te gaan. We weten dat hetanders is verlopen. Het borduurkleed geeft een ‘Blik’ op de leefwereld van de migranten.Waar komen ze vandaan, hoe zijn ze hier naartoe gekomen, en waar zijn ze nu meebezig.

Op een doek van 18 meter kon je niet alles afbeelden en het mocht niet een heel inge-wikkeld doek worden. Dus moesten we selecteren. De selectie bestond uit 18 Turksevrouwen en samen met de ontwerper, de kunstenaar, hebben we eerst gebrainstormd,over wat de bedoeling is. We moeten iets over gastarbeiders doen, met de handen maarhoe doe je dat? Uiteindelijk hebben we besloten om het door middel van borduren tedoen, dat was voor iedereen bekend. Het resultaat was overweldigend. We stonden metopen mond: hebben wij dit tot stand gebracht. Na een periode van twee maandenbrainstormen, ontwerpen en plannen maken, konden we met borduren beginnen.Er was zelfs iemand die met de naaimachine kon borduren. Zij heeft twee meter in driemaanden tijd geborduurd. Terwijl wij maar één meter met moeite af konden krijgen.Iedereen was enthousiast en vastberaden om dit werk netjes en op tijd af te krijgen.Wij moesten in zeer korte tijd heel veel presteren. Maar we hebben ervan genotenondanks de deadline die we moesten halen. De zomervakantie stond voor de deur.Iedereen wilde op vakantie gaan, mijn bevalling naderde en ondanks kleine kinderen,werk en gezin hebben we er dag en nacht aan geborduurd en ik ben heel erg trots ophet resultaat. Ik wil zeggen dat het heel erg educatief is geweest, we hoeven niet veelte vertellen, de beelden spreken voor zich. Het was net een open boek maar dan alleenmaar met beelden. Je kunt het op scholen gebruiken voor de geschiedenis lessen omdatconcreet materiaal meer zeggingskracht heeft dan alleen maar lezen of luisteren. Hetallerbelangrijkste is het gemeenschappelijke, het is laagdrempelig en bevordert de com-municatie tussen de allochtone en autochtone bevolking. Wat ik ook heel belangrijkvind is dat de geschiedenis van de gastarbeiders, de geschiedenis van Europa is. Mijnouders zijn een levend monument. 40 jaar geleden is er wat gebeurd, een stroom vanarbeiders, maar de consequenties zien we nu.’

57

• Betrokkenheid bij het ontstaan van de Kulturhusen in Overijssel;• Deventer heeft een grote Turkse gemeenschap: Daar is het project Deventer Blik

ontstaan en wordt een jaarlijks Turkije festival georganiseerd door verschillende moskeeverenigingen, in samenwerking met culturele instellingen;

• Jeugd en jongerenproject Schuttingtaal, waarbij jongeren hun eigen talenten op schuttingen lieten zien. (Hooligans van Go Ahead Eagels). Daarnaast is er een grooteducatief project voor het vmbo, Brede Scholen, en het mbo. Projecten die meteen variatie aan organisaties tot stand zijn gekomen.

Cleveringa: ‘Ik wil eindigen met de aanjaagfunctie. Een aanjager heeft leiderschapnodig met lef. Je moet twee volstrekt verschillende werelden; culturele instellingen enwelzijnsinstellingen bij elkaar brengen. Die werelden willen dat uiteindelijk zelf ookwel, maar men moet koudwatervrees overwinnen. Je moet in het uitvoeren en aanstu-ren van activiteiten slagvaardig zijn en vooral heel intuïtief. Je moet voelen waar decrux zit in een proces. Verder gaat het om heel veel mensen, van de mensen op de vloertot en met bestuurders van organisaties. Je moet ze kunnen motiveren en inspireren.En zorgen dat zij andere mensen gaan motiveren en inspireren. Je moet steeds nieuwevormen zoeken en verbeeldingkracht hebben om te kunnen voorstellen hoe dingen erkunnen uitzien die er nu nog niet zijn. Dat zijn kwaliteiten die een aanjager moetinbrengen.De burger die actief wordt, motiveert en inspireert weer andere mensen. Het is het uit-vinden van een nieuwe manier van samenleven, de huidige situatie anders maken.Het is uiteindelijk de burger zélf die dat bewerkstelligt.’

Na Cleveringa vertelt Nazime Arslan over Deventer Blik. Ze stelt zichzelf eerst voor: ‘Ikben 32 jaar oud, heb drie kinderen en woon dertien jaar in Nederland, in Deventer. Mijnberoep is lerares basisonderwijs. Ik ben een kind van een gastarbeider uit Duitsland endaar ben ik opgegroeid.’Dan leest zij voor: ‘De mens wordt geboren als onbeschreven schoon blad, sommige din-gen kunnen baby’s meteen al na de geboorte. Zoals huilen, drinken, vasthouden. Maar demeeste dingen moet je als mens leren. Het hele leven is een leerproces en houdt pas op alsje doodgaat. Kennis is niet aangeboren, het is iets dat je moet leren. Zonder schrift te lerenweet je een heleboel niet. Het vak geschiedenis is bij voorbeeld zoiets, als je iets wilt wetenover de Tweede Wereldoorlog, dan moet je het leren en wil je het begrijpen dan moet je jeerin verdiepen. Met de geschiedenis van de gastarbeiders is het net zo. Want daarovergaat het project Deventer Blik. En wil je dit fenomeen dat in de jaren zestig heeft plaats-gevonden en tot nog in deze eeuw de vruchten afwerpt echt begrijpen, dan moet je je erinverdiepen en dat heb ik gedaan met een heel groot clubje.’

56

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 56

Page 30: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Zes workshops over zes succesverhalen

In het tweede deel van de middag spreekt dagvoorzitter Geert Dales met de gespreks-leiders die in het kort hun bevindingen kenbaar maken.

‘Het lokale bestuur moet openstaan voor faciliteren en inspireren. Er moet vertrouwenzijn in de organisatie en bevlogenheid van de betrokken bestuurders.’ Helmer Koetje,door Geert Dales gevraagd naar de uitkomst van zijn workshop Museum Jan Cunen inOss, lijkt met een open deur aan te komen. Maar niets is minder waar, want hij voegt ermeteen richting zaal aan toe: ‘En schrikt u niet: geen toegangsprijs voor hetmuseum…dan kan de opbrengst ook niet meer tegenvallen!’Koetje vertelt hoe met actief inspelen op nieuwe publieksgroepen, vooral jongeren, leer-lingen van het vmbo, de weg naar het museum wisten te vinden. Dat gebeurde ondermeer door het museum ‘naar de school te halen’. Bij het lyceum in Oss werden zalen bij-gebouwd die als museum werden ingericht en zo ontstond de Museumschool, die goedis voor een blijvende belangstelling onder de jongeren van Oss.

Dales gaat naar Charles Linssen, gespreksleider bij de workshop Carmen in Wateringenen Turandot in Midden-Delfland. Sprankelende geestdrift kenmerkt ook hier de uit-komst. Linssen over de uitvoeringen van Carmen en het bereikte resultaat: ‘Het enthou-siasme straalde eraf, hier is sprake van een goed voorbeeld van samen iets opbouwenop een geweldige manier en waar heel veel mensen aan konden meewerken.’Dales: ‘Maar hoe is het met de risico’s bij zo’n omvangrijk project als een opera?’Linssen: ‘Weinig risico’s, heb ik begrepen. Als je het goed organiseert, met een paar gek-ken erbij, dan lukt het wel, dan maak je veel mensen enthousiast. Zelfs mensen dieniets met opera hadden, denken er nu heel anders over.’

‘Zorg dat de communicatie goed is, pluk mensen van de straat. Daar heb je bewogenkunstenaars voor nodig, die halen mensen gewoon van het schoolplein.’ AngeliqueJonker, gespreksleider van de workshop Delftse Kleden in Delft, vertelt over een uniekproject waarbij vrouwen uit tal van nationaliteiten en verschillende culturen samenkwamen om een kleed te borduren, hoe dat zelfs een vervolg kreeg. Ze vertelt ook hoeer in haar workshop in een minimum van tijd ook echt gewerkt werd: ‘Aangemoedigddoor de kunstenaars, zat iedereen bij ons te borduren. Wat duidelijk werd, is dat je voorzoiets een goede projectleider nodig hebt en een inspirerende kunstenares, zoals hierhet geval was.’In Zaanstad werkt kunstenares Ida van der Lee in opdracht van de gemeente in de her-

59

Tussen haar betoog door laat zij de videoregistratie Herinnering in borduursteken,18 Turkse vrouwen, 18 meter borduursels, 18 meter geschiedenis Turkije-Deventer zien.Daarin vertellen enkele Turkse vrouwen hun eigen verhaal.

Sikko Cleveringa: ‘Deventer Blik heeft verschillende producten opgeleverd. Een kinder-boek, een wijkproject waarbij kunstenaars de wijk in gingen, een expositie in de buurt,op 10 verschillende manieren is de geschiedenis van de migranten in Deventer aan dehand van de Deventer Blikfabriek in beeld gebracht en verteld. Dit tapijtproject is doorhet Historisch Museum getrokken. De video is door een videoproductiebedrijf inDeventer begeleid. Op negentien november wordt het laatste project afgerond. Er is eenboek, van een historicus in opdracht van de IJssel Academie, over de hele geschiedenisvan de Blikfabriek en er is gebruik gemaakt van het bedrijfsarchief. Daardoor kun je ookde hele strategische besluitvorming van de fabriek volgen, wat voor invloed het heeftgehad op de economie en de samenleving, en niet alleen op migranten maar ook opautochtone Deventernaren.’Hij vindt het project van Nazime Arslan hét voorbeeld van een goed georganiseerdevrouwengroepering van de moskee. Maar zij heeft voor dit project gebruik gemaakt vanprofessionele culturele voorzieningen in de stad, wat voorheen niet gebeurde. Een kun-stenaar heeft de vrouwen geholpen om hun verhaal dat ze zelf goed kenden, te vertel-len op een manier dat heel Nederland er kennis van kan nemen. En op een vernieuwdemanier kan men naar zichzelf kijken en een breder publiek kan dit verstaan. <

58

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 58

Page 31: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

61

structurerings- lees sloop- wijk Vissershop. Sloophamer Schatkamer, zo heet het project.‘Rituelen en afscheid nemen, slooprenovatie van een wijkje waar generaties mensenwaren opgegroeid. Hoe pak je dat aan?’ Gespreksleider Jan de Vletter vertelt hoe dekunstenares uiterst zorgvuldig met emoties omging en goed aanvoelde hoezeer hethier ging om afscheid nemen. De Vletter: ‘Er moesten grote weerstanden worden over-wonnen. In het begin was er geen sprake van commitment tussen alle partijen. Maardoor de manier van aanpak van de kunstenares zag ook de woningcorporatie in dat hetweerbarstige proces van slopen via een rouwproces en afscheid nemen door de mensenuit de wijk te accepteren was.’

In Deventer woont een grote Turkse gemeenschap. Veel Turken uit de eerste en tweedegeneratie streken er neer om werk te vinden, bij onder meer de blikfabriek Thomassenen Drijver. Er werd een cultuurmakelaar in de arm genomen met de opdracht degeschiedenis te activeren. Cultuurmakelaar Sikko Cleveringa vertaalde dat naar dehistorie van de blikfabriek en degenen die er werkten in het project Deventer Blik.Gespreksleider Rob Gast: ‘De bestuurlijke houding speelde een belangrijke rol: diestraalde enthousiasme uit. Dat gebeurde ook bij de kunstenaar. Er werd een vertaalslaggemaakt naar bredere groepen mensen en zo ontstond ook een 18 meter lang borduur-werk.’ De rol van de cultuurmakelaar is duidelijk: aanjagen, doorzetten en bewonerssamenbrengen via kunst en cultuur."

Geert Dales: ‘Ik hoor hier alleen maar succesverhalen. Gaat er dan nooit iets mis?’

Er komt een reactie vanuit de zaal van een beleidsmedewerkster uit Hoorn. Daar zou alskunstobject een ‘Glazen Huis’ komen. De bewoners konden meedenken, er zouden alle-maal foto’s komen, onder meer van vondsten in de wijk en van bewoners die nooit naarbuiten komen. Het leek allemaal voorspoedig te gaan, tot de bewoners zeiden:‘No way, in deze wijk geen glazen huis.’ En het project ging niet door.

Geert Dales: ‘Wat is daar verkeerd gegaan?’Het antwoord luidt: er was een bevlogen college van B en W, een bevlogen ambtenaar,een bevlogen kunstenaar en dat leek ook zo bij de bewoners. Maar het ging om eennieuwe wijk en er waren toch té veel tegenstellingen. <60

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 60

Page 32: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

63

De prijswinnaars van links naar rechts Jeanne van Heeswijk, Tineke Verstegen en Hester Keijzer

Een verrassende prijsuitreikingBijna aan het slot van de dag, nadat de gespreksleiders van de zes workshops hun con-clusies uit de workshops aan de zaal hebben verteld, breekt het spannende momentaan waarop bekend wordt gemaakt wie van de drie genomineerden met deStimuleringsprijs van 20.000 euro thuis gaat komen.Aan Mat Meijs, secretaris van het Cultuurfonds BNG valt de op dat moment nog twij-felachtige eer één van de drie blij te maken en de andere twee met lege handen naarhuis te sturen. Meijs begint meteen de spanning erin te houden als hij zegt: ‘Toen ikvanochtend van huis ging had ik drie cheques bij me, waarvan er maar één kon wordenuitgereikt. Vanmiddag hebben we hier op de eerste rij een soort ingelaste bestuursver-gadering gehad, omdat we als bestuur vonden dat het gat tussen 20.000 euro en hele-maal niets toch wel erg groot was. Daarom hebben we besloten vandaag drie prijzenuit te reiken, maar niet alle drie van 20.000 euro. Er zijn nu twee prijzen van 5000 euroen één van 20.000.’Dan deelt hij bloemen uit, houdt de spanning voelbaar…om dan met het hoge woord te komen. ‘Wilt u dat de spanning nog verder wordt opgevoerd’, vraagt hij de zaal eerstnog even. In de wandelgangen kon je deze dag horen dat een aantal congresgangersmeende dat de kaarten tevoren geschud waren. Immers de kunstenares Jeanne vanHeeswijk, één van de drie gegadigden had door haar eerdere presentatie veel meerbekendheid bij de stemmende deelnemers kunnen neerleggen dan de andere twee.Dat riep vragen op.Mat Meijs maakt een eind aan alle twijfels als hij uitroept: ‘De eerste prijs gaat naarExota!’.Een totaal verraste Tieneke Verstegen neemt haar cheque nog vol ongeloof in ontvangsten zwaait ermee naar de opgetogen Anneke van Leeuwen, die met haar spetterendebetoog het project van de kunstenares mede tot winnaar had gemaakt. En door de roy-ale geste van het Cultuurfonds hoefden de twee overige genomineerden niet hun bestte doen enige teleurstelling te verbergen, immers nu gingen ook zij zeker niet met legehanden huiswaarts. <

62

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 62

Page 33: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

6564

Community Art vangt de zaal in een reusachtig web

De Britse entertainer Adam Fields betreedt het podiummet de vlotheid van een zelfverzekerde, vrolijke zaken-man, met zijn diplomatenkoffertje. Hij blikt metschelmse uitdaging de zaal in en begint zijn ‘verkoop-praatje’. In rappe woorden predikt hij de gemeen-schapskunst, de Community Art. Daarover ging het tochvandaag? Hij polst zijn publiek en met spiedende ogenlijkt hij de zwakke plekken te zoeken. Het is duidelijkdat we nog niet van hem af zijn. En dan komt de aap uitde mouw, of liever: het garen uit zijn koffertje. Hoogwerpt hij een kluwen wol de zaal in en de wollen draadverbindt hem nu met de zaal. Fields spoort de mensenaan de kluwen verder te gooien en opeens lijken overalnieuwe bollen wol door de de zaal te vliegen. De vro-lijkheid groeit en het wolwerpen krijgt een omvangwaardoor in korte tijd een kleurrijk spinrag over dehoofden van het publiek gaat groeien. Het gaat maardoor en de artiest op het toneel geniet er zichtbaar van.Na enige tijd komt zijn volgende idee: het ontstane‘Gesammt Kunstwerk’ moet langzaam over de hoofdenvan het publiek heen naar het podium komen. Ook datroept hilariteit op, want zoals het in een goed web ookbij de spinnen gaat, blijft er van alles in dit wollenweefpatroon achter. Weldra kan Fields met de eerstebril zwaaien die met het kunstwerk is meegekomen.Degene die het niet meer ziet zal de eigenaar wel zijn.Zo eindigt de dag waarin heel veel besproken is enwaarop tal van ervaringen zijn uitgewisseld overgemeenschapskunst, in een vrolijke apotheose. <

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 64

Page 34: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

slotwoord

sandra trienekens

‘Zie met eigen ogen wat kunst voor de gemeenschap kan betekenen’

De rol van bestuurders en kunstenaarsDe conclusies uit de workshops met betrekking tot de rol van bestuurders en kunste-naars in gemeenschapskunstprojecten werden met de volgende steekwoorden samen-gevat:

Lokale bestuurders moeten:• openstaan voor nieuwe ideeën;• faciliteren en inspireren;• vertrouwensbanden smeden tussen organisaties, bewoners en bestuurders;• concurrerende partijen samenbrengen in één project;• vooral ook de scholen en lokale kunstinstellingen aan de projecten verbinden.

Maar gemeenschapskunst vergt volgens de deelnemers vooral bevlogenheid en passie: Verdedig de kunst(projecten) met verve in de strijd tussen cultuur en welzijn.En moet dat ene hek, dat volgens de voorschriften dicht moet zijn, werkelijk dicht blij-ven tijdens de voorstelling?

Kunstenaars moeten:• goede kunstenaars zijn;• communicatief sterk zijn;• goede projectleiders zijn;• bewoners over hun drempels weten heen te helpen;• zich gesteund weten vanuit de gemeente.

Maar gemeenschapskunst vergt volgens de deelnemers vooral flexibiliteit:Gaat een project niet zoals gepland, zoek dan ter plekke en samen met de deelnemersnaar iets wat beter aansluit op hun leefwereld en beleving.

Effecten Een aantal voorbeelden die in de workshops aan bod kwamen richt zich op stedelijkevernieuwing, zoals Sloophamer Schatkamer in Zaandam, en liet zien dat je mensen bijzo’n ingrijpend proces kunt betrekken en hen over hun weerstand tegen sloop heenkunt helpen. Andere projecten hadden als direct doel het ontwikkelen van gemeen-

67

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 66

Page 35: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

extra gereedschap vormt in de ‘toolkit’ van de bestuurder om af en toe wat aan degemeenschap te kunnen sleutelen. Want als we het met elkaar eens zijn dat ‘kunstmensen bij elkaar brengt’, dan geldt: grijp die kans, zet (gemeenschaps)kunst doelge-richt in en vrees niet voor de ondergang van de autonome kunsten, want zoals Jeannevan Heeswijk zei, kunstenaars doen uiteindelijk toch wat ze willen!

Tot besluit zou ik me willen richten tot de bestuurders en willen zeggen: faciliteer nietalleen, neem zelf actief deel aan gemeenschapskunstprojecten in uw gemeente of pro-vincie. Verleg uw eigen grenzen, leer de inwoners kennen en zie met eigen ogen watkunst voor de gemeenschap kan betekenen. <

69

schapszin of het anderszins creëren van samenhang, zoals Delftse Kleden, Carmen inWaterland of Stichting B.a.d. in Rotterdam. Eén deelnemer aan zo’n project, die hetworkshoppubliek over zijn ervaringen vertelde, vatte het effect als volgt samen: ‘Je blijftelkaar zien en spreken, je valt van de ene reünie in de andere. Het mooie is dat er eengezamenlijke taal is ontstaan met mensen, die je anders waarschijnlijk niets te zeggenzou hebben’. De doelstellingen, en daarmee ook de effecten, worden hier dus vooralgezocht op het vlak van de betrokkenheid bij de leefomgeving en het creëren van eennetwerk tussen mensen en organisaties. Tenslotte waren er voorbeelden gericht op‘sociale insluiting’ van groepen (Deventer Blik) of individuen (het mondig maken vanmensen door Museum Jan Cunen in Oss).De verschillende effecten roepen vragen op met betrekking tot de opzet en de evaluatievan gemeenschapskunstprojecten. Moet het om gemeenschapszin in de zware beteke-nis van het woord gaan of zijn we al heel tevreden als we mensen persoonlijk hebbenkunnen raken? Bij de effecten op het persoonlijke vlak valt te denken aan het ontwikke-len van sociale en culturele vaardigheden of het opdoen van werkervaring door het meeorganiseren van een project. Deze persoonlijke effecten zijn om meerdere redenenbelangrijk. Ten eerste is het de vraag hoe duurzaam de effecten op het niveau van net-werken tussen groepen zijn als projecten een eenmalig karakter hebben. Ten tweede issociale cohesie in de zwaardere betekenis van het woord, de verbondenheid met denationale staat, nog nooit als effect aangetoond. Ten derde gaat het bij gemeenschaps-zin of sociale cohesie niet alleen om de groepsdynamiek, maar ook om de persoonlijkevaardigheden – het leren openstaan voor anderen of het over je eigen grenzen en(voor)oordelen heen leren kijken, want het zijn tenslotte deze vaardigheden die de basisvormen voor een sterke gemeenschap gebaseerd op een krachtige, doch luchtige vormvan gemeenschapszin.

Ter overweging Tevens roept de discussie over de effecten de verschillende opvattingen over de sociaal-maatschappelijke doelstellingen van gemeenschapskunst in herinnering die in de inlei-ding werden aangestipt. Bij wijze van conclusie kunnen we stellen dat we bij voorkeur,met een gezonde polder-nuchterheid, tussen de twee extremen in zouden willen zitten:tussen het streven naar een benauwde vorm van gemeenschapszin en het onverbeter-lijke verlangen naar autonome kunst. Want dat laatste is ook traceerbaar in het debatover kunst en gemeenschap, in de roep ‘maar het moet wel kunst zijn!’ en in degedachte dat kunst er niet is om problemen op te lossen.Maar waarom zouden we – nu we een instrument hebben waarmee dat kan – kunstniet bewust inzetten in bepaalde wijken? We interveniëren toch hoe dan ook in die wij-ken met beleid? En waarom zou je (hang)jongeren alleen proberen te bereiken metsport en niet met kunst? Het positieve van de gemeenschapskunst is nu juist dat het

68

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 68

Page 36: Kunst,cultuur hetcongres Verslagvan · Kunst,Cultuur en Gemeenschapszin Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum van hetCultuurfonds BNG en het10-jarig bestaan van Kunstgebouw,Stichting

Redactie Het verslag van het congres Kunst, cultuur en gemeenschapszin is van de hand van Ko van Leeuwen.De verslagen van de zes workshops zijn gemaakt door de studentenIsabelle Hegeman, Carolien Holst, Jan Willem Keizer,Pauline Koning, Louise Kranenburg en Janneke van Lisdonk.Ko van Leeuwen heeft deze geredigeerd.Sandra Trienekens, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en freelance onderzoeker op het gebied van burgerschap, culturele diversiteit en community arts, schreef de inleiding en het slotwoord.

Eindredactie: Mat Meijs.

FotografieJeroen Bouman, Emy Barendse (Dario Fo College), Peter Cox,Gonnie Kleine, Max LinssenFoto omslag: ‘Met andere ogen’, deel van het project De Stripfotografie: Tamar de Kemp

Grafisch ontwerp Bertine Colsen, Den Haag

Drukwerk Drukkerij Ando, Den Haag

Met dank aan Ton van Gestel, Truus Gubbels, Frank van der Hulst, Lydia Jongmans,Fieke Krikhaar, Gusta Lebbink, Peter Maissan, Angelique van Motman,Dirk Noordman, Annette Piket, Pieter Prick, Tom van Vliet, Ina Westerveen,Karel Winterink, Francis de Zeeuw, Michiel Zonnevylle.

Colofon

CongresHet Cultuurfonds van de Bank Nederlandse Gemeenten en Kunstgebouw,Stichting Kunst en Cultuur Zuid-Holland, hebben op donderdag 22 september 2005 een congres georganiseerd met als thema: Kunst,cultuur en gemeenschapszin.Aanleiding hiervoor was het 40-jarig jubileum van het Cultuurfonds BNGen het 10-jarig bestaan van Kunstgebouw.

Cultuurfonds BNG Kunstgebouw Postbus 30305 Broekmolenweg 16 2500 GH Den Haag 2289 BE Rijswijk (070) 3750523 (015) 2154515 www.bng.nl www.kunstgebouw.nl

Voor vragen over projecten op het gebied van gemeenschapskunst:Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus61 3500 AB Utrecht(030) 2361216 www.cultuurnetwerk.org

opmaak bngboekje def 05-11-2005 16:25 Pagina 70