37
Nationale Plantentuin van België Jaarverslag 2013

Jaarverslag 2013 (Nederlands)

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Jaarverslag 2013 - Nationale Plantentuin van België

Citation preview

Page 1: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

NationalePlantentuinvan België

Jaarverslag 2013

Page 2: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

NationalePlantentuinvan België

Jaarverslag 2013

Page 3: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

Met deze nieuwe missie vat de Plantentuin op een kernachtige manier de essentie van zijn op-dracht samen. De Plantentuin heeft een ruimere opdracht dan andere op planten gerichte instel-lingen en is veel meer dan een mooi kasteelpark. Plantentuinen wereldwijd combineren funda-menteel onderzoek zoals taxonomie en fylogenie, met ex situ en in situ conservatieprogramma’s. Ze delen deze plantenkennis om de publieke opinie te sensibiliseren over het belang van planten in ons dagelijks leven.

Onze gespecialiseerde equipe vakkundige me-dewerkers werkt dagelijks samen met heel uiteen-lopende personen en organisaties, zowel lokaal als internationaal, met als doel een echt verschil te maken in de samenleving en om een duurzame toekomst te behartigen. Ons netwerk van samen-werkingen omvat lagere en secundaire scholen, universiteiten, onderzoeksinstellingen en natuur-organisaties.

In het afgelopen jaar hebben onze medewerkers belangrijke bijdragen geleverd aan de inventarisa-tie van de biodiversiteit wereldwijd. Dit werd mo-gelijk door de combinatie van hun ruime expertise en hun toegang tot onze unieke wetenschappelijke collecties, vergaard doorheen de geschiedenis van ons instituut. De voorbeelden in het jaarverslag laten zien hoe traditionele onderzoeksmethoden worden gecombineerd met moderne wetenschap-pelijke methoden om de diversiteit aan planten te beschrijven en de evolutie ervan te ontrafelen.

In 2013 is de Plantentuin ingestapt in een groot EU-project om ecologisch een van de meest kwets-bare Belgische ecosystemen te herstellen. Het belang van het koppelen van in situ en ex situ con-servatie zal verder blijven toenemen aangezien een derde van al het plantenleven met uitsterven bedreigd wordt. Om beleidsmakers wereldwijd te overtuigen planten en de ecosystemen waarin ze leven beter te beschermen, is het essentieel om hun economisch potentieel te onderzoeken. Een uitdagend project van de Plantentuin schat de economische waarde van de Afrikaanse bossen in

voor wat betreft de eetbare paddenstoelen en gaat na hoe het behoud van de bossen kan bijdragen tot het verminderen van voedseltekorten en onder-voeding.

2013 was ook een spannend jaar voor onze medewerkers van de natuurhistorische collecties. Sommige ‘vergeten’ collecties kregen eindelijk de aandacht die ze verdienen en worden nu zorgvul-dig geïnventariseerd en onderzocht. De Planten-tuin versterkte ook zijn levende plantencollecties, zowel onder glas als buiten. Deze collecties wer-den uitgebreid met heel wat nieuwe en boeien-de planten. Vele collecties zijn belangrijk voor wetenschappelijk onderzoek en voor conservatie-programma’s, terwijl andere specifiek gericht zijn op het brede publiek. Het educatieprogramma van de Plantentuin werd verder uitgebreid met onder andere een speciale rondleiding voor blinden en slechtzienden. Er werd voorzien in hun noden, waardoor deze doelgroep nu op zijn geëigende ma-nier mee kan genieten van de Plantentuin.

Met dit jaarverslag sluiten we een episode in onze geschiedenis af. Op 1 januari 2014 werd de Plantentuin overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap en werd hij omgedoopt tot ‘Plan-tentuin Meise’. Het personeel werd toegewezen aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, maar iedereen zal blijven samenwerken om onze missie te verwezenlijken. De voorbereiding voor deze overdracht vereiste veel inzet van alle betrokken administraties: in de eerste plaats van het perso-neel van de Plantentuin, maar ook van verscheide-ne personen van het federale niveau en de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Dankzij de gezamenlijke inspanningen werd de overgang goed voorbereid en zien we uit naar een positieve toekomst.

Tot slot wil ik graag alle medewerkers, vrijwil-ligers, gidsen, de federale overheid, de overheden van de Vlaamse en Franse Gemeenschap en onze vele sympathisanten bedanken voor al het werk dat in 2013 werd gerealiseerd. Ik ben ervan over-tuigd dat we samen klaar zijn om de uitdagingen die voor ons liggen aan te pakken!

Het plantenrijk ontdekken, onderzoeken en beschermen en met deze kennis samen bouwen aan een duurzame toekomst.

Voorwoord

Steven DesseinAdministrateur-generaal

Page 4: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

4 — 5

5 — 11

12 — 16

17 — 19

20 — 24

25 — 29

30 — 35

36 — 40

41 — 66

Biodiversiteit ontdekken en optekenen

Plantendiversiteit veiligstellen

Ecosystemen begrijpen

Planten en mensen (opnieuw) verbinden

Inspireren en informeren

Ons patrimonium valoriseren

Organisatie

De Plantentuin in cijfers

Tot op vandaag blijft het totale aantal soorten van onze planeet onbekend. Veel soorten moeten nog ontdekt worden, vooral in de tropen en in bepaalde groepen, zoals de schimmels en algen. Dit gebrek aan wetenschappelijke kennis draagt een groot risico in zich. Soorten zijn immers de fundamentele bouwstenen van ecosystemen en een grondige kennis van de soorten is essentieel om te kunnen begrijpen hoe onze levende planeet werkt.

Soorten ontdekken, beschrijven, benoemen en classificeren vormt de kern van ons wetenschap-pelijk onderzoek. Onze taxonomen combineren klassieke methodes zoals morfologie, histologie en anatomie met moderne technieken zoals raster-elektronenmicroscopie, digitale beeldvorming en DNA barcodering. Hun werk draagt bij tot een we-reldwijd aanvaarde, stabiele en wetenschappelijke indeling van alle levensvormen in een systeem dat de evolutionaire oorsprong weerspiegelt. De taxo-nomische gegevens en identificatiemiddelen zoals flora’s, ontwikkeld door onze specialisten, zijn cruciaal voor vele andere onderzoeksdomeinen en ook voor commerciële doeleinden.

Biodiversiteit ontdekken en optekenen

Page 5: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

6 — 7

Afronding van de Flora van Midden-Afrika

Een Flora is een publicatie waarmee planten kunnen worden ge-identificeerd. Het is een essentieel stuk gereedschap, niet alleen voor gespecialiseerde taxonomen, maar ook voor ecologen, bosbouwers, natuurbeschermers, etnobotanici en zelfs zoölogen die bijvoorbeeld onderzoeken wat een bepaald dier eet.

In tropisch Afrika is een complete Flora beschikbaar voor het westelijk en oostelijk deel, maar de centrale regio is slechts gedeel-telijk gedekt. Dat is een serieuze belemmering voor wetenschappers en natuurbeschermers in die regio, die nu sterk afhankelijk zijn van een netwerk van specialisten om de soorten te identificeren en aan te duiden welke het minst algemeen en sterkst bedreigd zijn. Sinds 1948 coördineert de Plantentuin de productie van de Flore d’Afrique centrale, die alle planten omvat die voorkomen in de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi. Deze Flora is uitgegroeid tot een serie boeken met meer dan 6000 soorten die behoren tot 180 families. On-danks deze geweldige inspanning dekt dit werk slechts 60% van het totaal aantal soorten.

Gedurende de voorbije twee decennia was de vooruitgang be-perkt. Echter, in 2013 besloot de Plantentuin om zijn verantwoorde-lijkheid te nemen en nieuw leven in dit ambitieuze project te blazen. Vanaf 1 oktober 2013 werd een specialist aangesteld om de inspannin-gen te coördineren die moeten leiden tot de afronding van de res-terende 40% van de Flora. Zijn taak is om een gedegen netwerk van specialisten op te zetten, die bereid zijn om bij te dragen aan de serie Flore d’Afrique centrale. Deze specialisten moeten duizenden artikelen kritisch lezen, honderdduizenden herbariumcollecties nauwkeurig bestuderen en de productie van enkele duizenden tekeningen orga-niseren.

Naast de gedrukte versie wordt een slimme e-omgeving ontwor-pen om de verzamelde data in onder te brengen. Deze online versie faciliteert de toegang tot alle informatie, vereenvoudigt het proces van verbeteren en aanvullen ervan (zelfs met nieuwe soorten), en maakt de ontwikkeling van afgeleide producten, zoals een app voor mobiele telefoons, mogelijk. Voorts zal de Plantentuin proberen extra financiering te verwerven voor het trainen en opleiden van een vol-doende grote groep regionale botanici in Midden-Afrika, die kunnen assisteren bij de Flora-productie en het onderhouden en bijwerken van de e-versie. Het doel is om de Flore d’Afrique centrale en de e-versie in 15 jaar tijd af te ronden. Zeker een nobel streven!

Toen

ame

van

beha

ndel

de s

oort

en in

het

ver

lede

n (g

roen

) en

vo

orzi

ene

verd

ere

afw

erki

ng (

zwar

t) v

an d

e Fl

ore

d’Af

rique

cen

trale

.St

rept

ocar

pus

bind

seilii

bij

Rug

aram

a in

Rw

anda

, een

rec

ent

besc

hrev

en e

n ze

ldza

me

ende

mis

che

soor

t ui

t de

G

esne

riac

eae

fam

ilie,

die

nog

beh

ande

ld m

oet

wor

den

in d

e Fl

ore

d’Af

rique

cen

trale

. Fot

o Eb

erha

rd F

isch

er.

Biodiversiteit ontdekken en optekenen

Nieuw voorde wetenschap

Elk jaar organiseren onze onderzoekers overal ter wereld veld-werk en ontdekken daarbij nieuwe soorten planten en schimmels. Weer in het laboratorium, worden de zorgvuldig verzamelde mon-sters diepgaand bestudeerd met behulp van een reeks wetenschappe-lijke instrumenten, zoals licht- en scanningelektronenmicroscopen, chemische analyses en DNA-onderzoek. In 2013 beschreven onze wetenschappers 18 soorten diatomeeën, 13 soorten korstmossen, 1 schimmelsoort en 21 soorten bloemplanten als nieuw voor de weten-schap.

Door hun studies spelen onze taxonomen een belangrijke rol bij het inventariseren van de biodiversiteit in de wereld. Af en toe worden nieuwigheden zelfs dicht bij huis gevonden: bijvoorbeeld de hybride Magnolia ×nooteboomiana Geerinck. Deze niet eerder beschreven sier-boom werd ontdekt in een laan in Elsene, een voorstad van Brussel. En de ectoparasitaire schimmel Cantharomyces elongatus Haelewaters & De Kesel werd voor het eerst geregistreerd in een essenbos in Ne-derland.

Midden-Afrika, een bekende hotspot van diversiteit, trekt door onze historische connecties met de regio de bijzondere aandacht van onze onderzoekers. Onder de nieuwe diatomeeënsoorten beschre-ven in 2013, is Cavinula lilandae Cocquyt, M.de Haan & J.C.Taylor een vermelding waard als de eerste nieuw beschreven algensoort die re-sulteert uit de Belgische ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ op de Congostroom. Er is vrijwel niets bekend over de diversiteit van algen in de Democratische Republiek Congo; er zullen dus in de komende jaren zeker nog nieuwe soorten beschreven worden uit die regio. Tij-dens de hiervoor genoemde expeditie werd ook een nieuw korstmos ontdekt: Piccollia congolensis Van den Broeck, Aptroot & Ertz.

Korstmossen worden zowel bestudeerd met morfologische stu-dies als met moleculaire analyses. In 2013 uitgevoerde studies in de Plantentuin resulteerden in de beschrijving van drie nieuwe geslach-ten van korstmossen uit Chili, Madagaskar en Brazilië (Austroroccella Tehler & Ertz , Savoronala Ertz, Eb.Fisch., Killmann, Razafin. & Sérus. en Sergipea M.Cáceres, Ertz & Aptroot).

Maar het is niet enkel tijdens expedities dat nieuwe soorten wor-den ontdekt. Het herbarium van de Plantentuin bevat veel ongeïden-tificeerde exemplaren van bloemplanten, die een aantal decennia ge-leden verzameld werden en nog steeds wachten op identificatie. Het onderzoek naar de Afrikaanse flora was in 2013 voornamelijk gericht op de geslachten Justicia (Acanthaceae) en Psychotria (Rubiaceae). Onze wetenschappers beschreven resp. 11 en 8 soorten uit deze ge-slachten als nieuw voor de wetenschap, de meeste ervan endemisch in Midden-Afrika en bedreigd in het wild. Veldwaarnemingen zijn belangrijk om taxonomische problemen op te lossen. Dit bleek het geval voor de nieuwe Afrikaanse soort Kalaharia schaijesii Bamps (La-miaceae), die voorheen werd verward met de enige andere vertegen-woordiger van dat genus. Opmerkingen van de verzamelaars over de groeiwijze en bloemkenmerken toonden aan dat dit een aparte soort is.

Picc

ollia

con

gole

nsis

Van

den

Broe

ck, A

ptro

ot &

Ert

z, ee

n ni

euw

kor

stm

os u

it he

t C

ongo

lese

reg

enw

oud.

Ca

vinul

a lila

ndae

Coc

quyt

, M.d

e H

aan

& J.

C.T

aylo

r, ee

n ni

euw

e di

atom

eeën

soor

t va

n he

t C

ongo

bekk

en.

Boom

stam

bed

ekt

met

kor

stvo

rmig

e

liche

nen

in h

et C

ongo

lese

reg

enw

oud.

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

9000

10000

Vooruitgang Flore d'Afrique centrale (Spermatophytae)

1948

1952

1956

1960

1964

1968

1972

1976

1980

1984

1988

1992

1996

2000

2004

2008

2012

2016

2020

2024

2028

Page 6: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

8 — 9

Protosteloïde amoeben in de Democratische Republiek Congo

Protosteloïde amoeben zijn bacterivore protisten die kunnen voorkomen op plantaardig afval. Ze vertegenwoordigen een kleine groep van 33 soorten en worden traditioneel samen met twee andere groepen vruchtlichaamvormende amoeben, myxomyceten en dicty-osteliden, ondergebracht in de Eumycetozoa. De determinatie van de taxa gebeurt op basis van morfologische kenmerken van de microsco-pisch kleine vruchtlichamen die opgebouwd zijn uit een doorschij-nende steel waarop één of meerdere sporen rusten.

Het voorkomen van protosteloïde amoeben in de Democratische Republiek Congo werd bestudeerd in culturen van substraten die ver-zameld werden tijdens de ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ tus-sen de steden Kisangani and Bumba. Dit is het eerste onderzoek naar protosteloïde amoeben in Midden-Afrika, voorheen waren enkel meldingen bekend uit Egypte, Kenia, Malawi, Tanzania en Uganda.

In de culturen van ingezamelde substraten (dode, nog bevestigde bladeren) kwamen 23 soorten of 70% van het totale aantal wereldwijd gekende soorten tot ontwikkeling. Twee van deze soorten, Schizo­plasmodiopsis reticulata en Schizoplasmodium seychellarum, zijn nieuwe vondsten voor het Afrikaanse continent. Een nog onbeschreven soort LHI05 was voor de eerste maal geobserveerd buiten Hawaï. Daar-naast werden nog 5 onbekende taxa waargenomen en gedocumen-teerd. De hoge soortendiversiteit uit een eerder beperkt aantal stalen laat vermoeden dat de bezochte regio, samen met Hawaï, één van de tropische hotspots is voor protosteloïde amoeben.

Herziening van namen van blauwwieren (Cyanobacteria)

De wetenschappelijke namen van planten moet op een bepaalde manier gepubliceerd worden zoals vastgelegd is in de Internationa-le Code van Botanische Nomenclatuur (ICBN). Dit zorgt voor een duidelijk begrip van geldige namen in de hele wetenschappelijke we-reld en voorkomt onder andere dat twee taxa dezelfde naam krijgen. Soms worden namen niet geldig gepubliceerd. In dat geval moeten correcties worden aangebracht.

Gloeobacter violaceus Rippka et al. werd in 1974 als naam aan een primitief blauwwier (Cyanobacterie) gegeven. Fylogenetisch is dit een belangrijke soort binnen de blauwwieren omdat ze thylakoiden mist, de plek waar de licht-afhankelijke reacties van de fotosynthese plaatsvinden.

Hoewel Gloeobacter violaceus uitgebreid werd geciteerd in de ex-perimentele, taxonomische en fylogenetische literatuur, werd recent vastgesteld dat de naam van het geslacht Gloeobacter niet geldig gepu-bliceerd werd. En dus heeft deze soort geen waarde, noch binnen de Internationale Code van Botanische Nomenclatuur, noch binnen de Internationale Code van de Nomenclatuur van de Prokaryoten.

Als gevolg hiervan werden de namen Gloeobacter en G. violaceus gevalideerd door het toewijzen van een holotype volgens artikel 40 van de ICBN. Tijdens dit onderzoek bleek dat verschillende andere namen prioriteit hadden boven G. violaceus. Meer zelfs, één van deze namen was het type van een ander genus, Gloeothece. Om het toekom-stig gebruik van de namen Gloeobacter violaceus en Gloeothece mogelijk te maken, was het nodig om beide namen te bewaren. Daarvoor wer-den twee voorstellen ter bewaring ingediend in het wetenschapstijd-schrift Taxon. De voorstellen worden onderzocht door het Comité voor de Nomenclatuur van algen en door het Algemeen Comité voor de nomenclatuur. Zij beslissen of beide namen worden opgenomen op de lijst van ‘Nomina conservanda’ of bewaarde namen.

Het

ver

zam

elen

van

dod

e, n

og b

eves

tigde

bla

dere

n vo

or h

et o

pkw

eken

van

pro

tost

eloï

de a

moe

ben.

Diatomeeëndiversiteitin het Congobekken

Eén van de doelstellingen van de ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ was het bestuderen van de diversiteit binnen de diato-meeën in het Congobekken. Op verschillende locaties langsheen de Congostroom werden waterstalen genomen: stroomafwaarts Kisan-gani (Democratische Republiek Congo) ter hoogte van een aantal be-langrijke zijrivieren, namelijk de Lomami-, de Itimbiri- en de Aruwi-mirivier, en in een aantal kleinere rivieren en beekjes zoals de Lubilu en de Lilanda in de omgeving van Yangambi. Voor de identificatie van de aanwezige soorten werden de stalen meegebracht naar de Planten-tuin.

Bij een eerste onderzoek van de monsters blijkt dat een zeer groot aantal diatomeeën nog niet gekend zijn. Dit in tegenstelling tot het geringe aantal waargenomen kosmopolitische soorten waaron-der Navicula rostellata, Staurosirella pinnata en Ulnaria ulna. Afrikaan-se en tropisch Afrikaanse soorten waren ook aanwezig waaronder Fragilariforma strangulata en Gomphonema zairensis. Interessant om mel-den is het feit dat een aantal van de waargenomen taxa voorheen ver-meld en beschreven werden uit Zuid-Amerika. Deze omvatten onder andere Encyonopsis frequentis Krammer en Gomphosphenia tenerrima.

Een aantal van de waargenomen taxa in het Congobekken zijn nauw verwant aan (maar verschillen van) soorten beschreven uit het Amazonebekken in Zuid-Amerika, terwijl andere meer ver-wantschap vertonen met soorten beschreven uit tropisch Azië. Een voorbeeld hiervan is een taxon dat verwant is aan Navicula fuerbornii, beschreven uit Java. Navicula fuerbornii werd ook gemeld uit Ghana, maar bij nadere studie blijkt dat de illustratie afwijkt van de originele typetekening van Java. Dit betekent dat de naam onterecht gegeven werd aan het taxon uit Ghana. Een nieuw taxon dient dus beschreven te worden te meer daar het waargenomen taxon in de Democratische Republiek Congo hetzelfde is als dit gevonden in Ghana.

Veel van de nieuw gevonden taxa behoren tot het genus Eunotia, een typische component van zure kleinere rivieren en beken met een pH-waarde vaak lager dan 5. Deze habitats, normaal met lage soor-tendiversiteit, bevatten ook een andere nieuwe soort die in 2013 werd beschreven en gepubliceerd: Cavinula lilandae Cocquyt, M.de Haan & J.C.Taylor. Deze soort werd genoemd naar de typelocatie, de rivier en het dorpje Lilanda.

De grote zijrivieren van de Congostroom, met een pH-waarde boven de 8, vertoonden een grotere diversiteit aan soorten. Vaak werden meer dan 50 taxa waargenomen in één staal. Er werd gestart met de beschrijving van verschillende andere nieuwe soorten, andere zijn in druk of ingediend bij peer-reviewed internationale tijdschrif-ten.

Deze diatomeeënstudies werden mogelijk gemaakt dankzij de betrokkenheid van de Plantentuin in de ‘Boyekoli Ebale Congo 2010 expeditie’ (http://www.congobiodiv.org/nl/expeditie2010) en dank-zij twee bijkomende projecten gefinancierd door het Federaal Weten-schapsbeleid, nl. COBAFISH (Congo basin: From carbon to fishes) en COZADIMA (Preliminary study of diatoms as potential water quali-ty indicators for the tropical Congo and Zambezi sister basins).

De

rivi

er L

iland

a, te

n no

ordw

este

n va

n Ya

ngam

bi, D

emoc

ratis

che

Rep

ublie

k C

ongo

.

Biodiversiteit ontdekken en optekenen

Page 7: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

10 — 11

Onze bijdrage aande Catalogue of Life

De ‘Catalogue of Life’ is een ambitieus project dat een online register creëert van alle soorten organismen ter wereld en ook de verwantschappen tussen deze organismen verduidelijkt. Dit regis-ter vormt de taxonomische ruggengraat voor andere internationale projecten, zoals de ‘Global Biodiversity Information Facility’ en de ‘Encyclopedia of Life’. In 2013 werkten wetenschappers van de Plan-tentuin via het door de Europese Unie gefinancierde i4life project mee aan de Catalogue of Life. Dit project wil het aantal soorten in de Cata­logue vergroten door wetenschappelijke instellingen te stimuleren om eraan bij te dragen. Gezien zijn expertise in de Afrikaanse flora koos de Plantentuin voor het aanleveren van checklists van endemische of bijna-endemische Afrikaanse families. Sommige van deze ende-mische families zijn taxonomisch slecht gekend. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de Hydrostachyaceae, zeldzame zoetwaterplanten die voorkomen in watervallen en stroomversnellingen, de Grubbiaceae, een 90 miljoen jaar oude familie die enkel voorkomt in het Kaapse Schiereiland in Zuid-Afrika, en de Dioncophyllaceae. Tot deze laatste familie behoort Triphyophyllum peltatum, een ongewone klimmende vleesetende plant, samen met andere zeldzame planten uit tropisch West-Afrika.

Omdat deze plantenfamilies slecht gekend zijn, worden ze vaak over het hoofd gezien in taxonomische onderzoeksprojecten. Noch-thans zijn het belangrijke kandidaten voor conservatie omdat zij di-verse evolutionaire lijnen vertegenwoordigen.

Tot nu toe hebben wetenschappers van de Plantentuin ongeveer duizend geldige plantennamen en synoniemen bijgedragen aan de Ca­talogue of Life. Maar we werken verder aan de checklist en verwachten in de toekomst een extra 800 namen te kunnen leveren.

Dumortiera is voortaaneen gratis digitaal tijdschrift

In vergelijking met 2012 verdrievoudigde in 2013 het aantal abon-nees van Dumortiera, het veldbotanische tijdschrift van de Plantentuin. De reden hiervoor was de beslissing om het tijdschrift gratis online te publiceren.

Gelanceerd in 1975, groeide het tijdschrift uit tot een belangrijke schakel tussen professionele en amateurbotanici. In de voorbije jaren was het aantal abonnees echter gevoelig geslonken. Na het verschij-nen van nummer 100, in 2012, was het tijd voor verandering. Met het nummer 101 begon voor Dumortiera een nieuw, digitaal tijdperk.

De nieuwe formule heeft talrijke voordelen: — geïnteresseerden kunnen de artikels gratis als pdf-document

downloaden; — de auteurs kunnen extra materiaal inlassen, zoals omvangrijke

bijlagen of kleurenillustraties van hoge kwaliteit. Zo kan een in de pdf ingewerkte illustratie van een volledig herbariumvel op scherm uitvergroot worden, waardoor de etiketinformatie of sommige in het artikel beschreven details van de plant beter zichtbaar zijn;

— de auteurs waarderen het sterk verruimde lezerspubliek; — de abonnees ontvangen een e-mail zodra een nieuw nummer be-

schikbaar is.Behalve bijdragen in het Nederlands of het Frans (met een Engelse

samenvatting), publiceert het tijdschrift voortaan ook artikels in het Engels. Artikels uit vroegere nummers kunnen eveneens gedownload worden, wat de inhoud van Dumortiera beter toegankelijk maakt voor een ruimere groep gebruikers.

Sam

enge

stel

d bl

ad v

an d

e A

frik

aans

e pl

ante

nsoo

rt C

nest

is fe

rrug

inea

D

C. (

Con

nara

ceae

), ge

culti

veer

d in

de

serr

es v

an d

e Pl

ante

ntui

n.D

umor

tiera

103

.

Out of Africa: recente trans-oceanische dispersie van plantensoorten naar Madagaskar

Zo’n 160 miljoen jaar geleden brak Madagaskar af van het oude supercontinent Gondwana. Later braken ook Antarctica en Indië af van Madagaskar waardoor het eiland reeds 80 miljoen jaar geïsoleerd ligt in de Indische Oceaan. Deze lange scheiding maakt het volstrekt onmogelijk dat bloemplanten op Madagaskar aanwezig waren voor het zich losmaakte (bloemplanten ontstonden immers veel recenter). Ondanks deze lange isolatie is Madagaskar de thuisbasis van meer dan 12.000 plantensoorten, waardoor het één van de meest diverse flora’s op de planeet heeft. Daarenboven zijn de meeste soorten ende-misch, dat wil zeggen dat ze enkel op Madagaskar voorkomen. Deze studie stelt de vraag waar al die unieke Madagaskische plantensoor-ten vandaan komen.

We voerden een moleculaire studie uit van het pantropische ge-nus Ixora dat met zo’n 530 soorten één van de grootste genera is van de Rubiaceae of koffiefamilie. Er komen veertig Ixora-soorten voor in continentaal Afrika; veertig andere zijn endemisch in Madagaskar. Onze studie toonde aan dat de Madagaskische Ixora-soorten beho-ren tot twee lijnen van verschillende leeftijden. Er heeft minstens één lange afstandsverspreiding plaatsgevonden vanuit Oost-Afrika over het Kanaal van Mozambique naar Madagaskar. Dit gebeurde onge-veer acht miljoen jaar geleden. Eenmaal aangekomen in Madagas-kar, begon Ixora aan de kolonisatie van het grote eiland en paste zich aan aan verschillende ecologische omstandigheden. Dit resulteerde in een snelle radiatie van het genus. De Madagaskische Ixora-soor-ten zijn dus recente endemische soorten, die in situ evolueerden na trans-oceanische dispersie.

De twee afzonderlijke lijnen van Madagaskische Ixora’s vertonen gelijkaardige morfologische innovaties, uniek binnen het genus. Dit suggereert dat de ontwikkeling van de twee groepen gebeurde onder druk van dezelfde factoren. In vergelijking met continentaal Afrika, heeft het genus in Madagaskar een zeldzame differentiatie onder-gaan. Er is een trend tot afname van het aantal bloemen per bloeiwijze van enkele honderden bloemen tot enkele of zelfs één enkele bloem. Bovendien is de bloemgrootte spectaculair variabel, met kroonbuizen die in lengte verschillen van 0,4 tot 23 cm.

Na aankomst in Madagaskar is Ixora gediversifieerd in veertig soorten met unieke morfologische kenmerken, en dit alles in een pe-riode van minder dan acht miljoen jaar. Hoe is deze snelle radiatie te verklaren? Klimatologische schommelingen zijn één van de belang-rijkste sturende krachten van snelle radiatie, en deze zijn aangetoond voor het Plio- en Pleistoceen. Als het klimaat droger wordt, verkleint de oppervlakte ingenomen door tropische bossen, die dan geïsoleerd worden in een droger landschap. Eenmaal geïsoleerd, kunnen popu-laties van eenzelfde soort verschillende kenmerken ontwikkelen en uitgroeien tot verschillende soorten. Bestuivers zijn ook een drijven-de kracht voor radiatie. Het lengteverschil in de bloemen van de Ma-dagaskische Ixora’s heeft ongetwijfeld geleid tot verhoogde bestui-verspecificiteit. Hierdoor werden opnieuw populaties geïsoleerd, zij het dan niet geografisch, waardoor ze evolueerden tot verschillende soorten.

Her

bari

umsp

ecim

en v

an Ix

ora

pecu

liaris

D

e Bl

ock,

een

soor

t m

et la

nge

bloe

men

.

Biodiversiteit ontdekken en optekenen

Page 8: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

12 — 13

Bodemzaadbank van hetzeldzame kruipend moerasscherm

Helosciadium repens (kruipend moerasscherm) is een kleine plant die vroeger gekend was als Apium repens; ze behoort tot de scherm-bloemenfamilie of Apiaceae. Het is een zeldzame soort die voorkomt in moerassen en natte weilanden met een beperkte en in hoofdzaak Europese verspreiding, en wordt door de Europese Habitat Richtlijn vermeld als een prioritair te beschermen soort. Gedurende tien jaar werd in de Plantentuin een onderzoeksproject uitgevoerd over de biologie en ecologie van de soort in Belgische populaties. Hiervoor werden onder ander tellingen gedaan van individuele planten in per-manente proefvlakken. Deze metingen kunnen echter geen beeld geven van de zaden die in de bodemzaadbank aanwezig zijn, hoe-wel deze van cruciaal belang kunnen zijn voor de overleving van een soort. Vermits kruipend moerasscherm in sommige vroegere vind-plaatsen teruggevonden is na meer dan 50 jaar afwezigheid, vermoed-den we dat het een langlevende bodemzaadbank bezit. Dus werd een onderzoek gestart over de bodemzaadbank.

In de drie grootste populaties werden bodemstalen genomen, die vervolgens door zeven gespoeld en gedroogd werden. De beko-men grondfracties werden onder een binoculair bekeken, en toonden een glimp van een vaak verrassend mooie ondergrondse wereld. De aangetroffen zaden van H. repens werden gemeten en gingen voor lange termijnbewaring naar de zaadbank van de Plantentuin. De don-kerbruine zaden bleken moeilijk te onderscheiden van de grond, wat hun telling onbetrouwbaar maakte. Daarom werden de bodemstalen in een dunne laag aangebracht op teilen met potgrond en in serres geplaatst en gegoten. Dit resulteerde in de kieming van honderden zaailingen van H. repens. Van meer dan 500 hiervan werd materiaal in-gezameld en op silicagel bewaard, om later de genetische samenstel-ling van de bodemzaadbank te kunnen analyseren. Enkele zaailingen werden uitgeplant voor de versterking van een bestaande populatie, die sterk achteruitgegaan was door onder meer een onaangepast be-heer.

Zaa

iling

en g

ekie

md

uit

bode

mst

alen

van

pop

ulat

ies

van

krui

pend

moe

rass

cher

m (H

elos

ciadi

um re

pens

). D

e m

eest

e po

pula

ties

van

krui

pend

m

oera

ssch

erm

kom

en v

oor

in p

aard

enw

eide

n.

Naar schatting een derde van alle plantensoor-ten is bedreigd of staat op het punt uit te sterven in het wild, hoofdzakelijk als gevolg van de frag-mentatie en vernietiging van hun habitat, gecom-bineerd met klimaatveranderingen. Elke plant speelt nochtans een cruciale rol in een gezond functionerend ecosysteem. Sommige kunnen bovendien ongekende schatten bevatten zoals moleculen met nuttige medische eigenschappen. Daarom is het veiligstellen van plantensoorten essentieel.

Ons onderzoek draagt bij tot de ontwikke-ling van instrumenten voor in situ conservatie in waardevolle natuurgebieden, zowel nationaal als internationaal. Maar soorten kunnen ook buiten hun natuurlijk verspreidingsgebied, of ex situ, beschermd worden. We verzamelen plantenmate-riaal in het wild om het te bewaren en te vermeer-deren in onze eigen levende collecties of in deze van partnertuinen. Onze zadenbank bevat zaden van verschillende zeldzame en bedreigde soorten waardoor we kritieke genetische variatie van een soort vrijwaren. Door onze expertise en collecties te combineren zijn we in staat om te helpen bij het opnieuw introduceren van soorten in hun natuur-lijke habitat, vandaag al maar ook in de toekomst.

Plantendiversiteit veiligstellen

Page 9: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

14 — 15

De Plantentuin doet mee aan ecologisch herstel

Voedselarme graslanden en een aantal van de hun kenmerkende soorten zijn sterk bedreigd in veel Europese landen, waaronder Bel-gië. De belangrijkste redenen hiervoor zijn habitatversnippering, het opgeven van de traditionele agro-pastorale activiteiten en de inten-sivering van de landbouw. Het is dus noodzakelijk om de overblij-vende graslandfragmenten te beschermen en ze door goed beheer te herstellen. Dit werk omvat o.a. het herstellen van populaties van met uitsterven bedreigde plantensoorten. Deze zouden immers zonder menselijke tussenkomst geen natuurlijke verjonging kennen door het beperkt verspreidingsvermogen van de soorten en doordat er geen zaadbank in de bodem aanwezig is.

Deze uitdagende taken worden uitgevoerd in het zuiden van België in het kader van het EU LIFE-Natuur-project (LIFE11 NAT/BE/001060). De partners in dit project zijn Natagora, de SPWallonie (DEMNA en DNF) en de Plantentuin. Dit zeven jaar durend project (2013-2019) is gericht op het behoud en herstel van 400 ha prioritaire graslanden. De aanpak is geïntegreerd, met zowel in situ als ex situ bewaringstechnieken. LIFE middelen worden gebruikt om 11 ver-schillende typen grasland te herstellen. Hierbij zitten zes prioritaire habitats, zoals droge kalkgraslanden op zand, droge half-natuurlijke graslanden en soortenrijke heischrale graslanden.

Als expertisecentrum voor ex situ conservatie is de Plantentuin verantwoordelijk voor de herintroductie en de versterking van zes doelsoorten: steenanjer (Dianthus deltoides), mantelanjer (Petrorhagia prolifera), strobloem (Helichrysum arenarium), kluwenklokje (Campa­nula glomerata), rozenkransje (Antennaria dioica) en valkruid (Arnica montana). De bedoeling is de effectieve grootte van de bestaande populaties te verhogen (versterking) en uitgestorven populaties te herstellen (herintroductie) teneinde verbindingen in het landschap te verbeteren. Van elk van deze soorten werden zaden geoogst in 3 tot 4 bronpopulaties dicht bij de te herstellen graslanden. Bladeren van elke bron- en doelpopulatie werden bemonsterd om de geneti-sche diversiteit binnen en tussen de populaties in te schatten. Om de zaadbank te kunnen bestuderen werden bodemstalen genomen. Na een paar maanden testen met verschillende substraattypes, werd voor elke doelsoort een vermeerderingsprotocol ontwikkeld. In 2013 wer-den al duizend planten van Dianthus deltoides geplant in twee herstelde sites. Voorafgaand aan het planten werd elk individu onderworpen aan morfometrische metingen (lengte en breedte van het grootste blad). Eenmaal op het terrein worden deze planten nauwkeurig ge-karteerd om langetermijnmonitoring (overleving, vegetatieve groei, bloei, vruchtzetting, kiemkracht, nakomelingen) te vergemakkelij-ken. Andere herintroducties worden gepland naarmate het herstel van de graslanden vordert.

Plantendiversiteit veiligstellen

Ont

wik

kelin

g va

n ve

rmee

rder

ings

prot

ocol

s in

de

kwee

kser

res

van

de P

lant

entu

in.

Tran

spla

ntat

ie v

an s

teen

anje

r (D

iant

hus

delto

ides

) in

een

her

stel

d gr

asla

nd in

het

zui

den

van

Belg

ië.

Zaa

doog

st v

an s

trob

loem

(H

elich

rysu

m a

rena

rium

) in

het

wild

doo

r he

t pe

rson

eel v

an d

e Pl

ante

ntui

n.

Page 10: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

16 — 17

In een wereld waarin het milieu steeds meer on-der druk staat, moeten planten, ecosystemen en de diensten die zij leveren behouden worden om de planeet gezond te houden. Ze spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol in de globale watercyclus, helpen woestijnvorming tegengaan en matigen de effecten van broeikasgassen.

Het werk van onze onderzoekers helpt ons begrijpen hoe ecosystemen functioneren en hoe ze beschreven en opgevolgd kunnen worden. Ook on-derzoeken ze de invloed van invasieve soorten op inheemse soorten. Over heel de wereld, in Afrika zowel als in België, is de mensheid volledig afhan-kelijk van gezonde ecosystemen.

Ecosystemen begrijpen

Heraanleg van het ERAIFT arboretum in de Democratische Republiek Congo

De directie van het ERAIFT (Ecole régionale post universitaire d’Aménagement et de Gestion intégrés des Forêts et Territoires tropicaux) wenste de groene zone rond hun gebouwen te verbeteren. Deze was in het verleden volledig aangeplant met Acacia en Eucalyptus om de effecten van ernstige erosie tegen te gaan.

Onze Plantentuin stelde voor om de beplantingswerkzaamheden te ondersteunen met een gemeenschappelijk project van de Planten-tuin, ERAIFT en UNESCO. De doelstelling van het project was de realisatie van een didactisch arboretum voor de vorming van de stu-denten (van ERAIFT en andere faculteiten) in het identificeren van de typische woudbomen van de Democratische Republiek Congo.

Een eenvoudig beplantingsschema werd ontworpen dat de op-pervlakte opsplitst in verschillende percelen die elk één plantensoort bevatten. Voor de praktische uitvoering van de aanleg van het nieu-we arboretum moest de Plantentuin op zoek naar lokale partners. Hiervoor werd een beroep gedaan op de lokale NGO ‘Vrienden van de Natuur en Tuinen’, die zich toespitst op concrete natuurbehoud-projecten. Zo werden lokale werkers aangeworven als dagloners, vooral vrouwen en jongvolwassenen (de zogenaamde ‘shegues’ die op de straat leven). De eerste aangeplante zone van 2,7 ha groot werd verrijkt met 280 bomen van 30 verschillende soorten die voorzien werden van een etiket (bv. Milicia excelsa, Milletia laurentii, Penthacletra macrophylla, Pericopsis elata en Terminalia superba). Er zijn ook plannen voor een natuurpad dat als educatief instrument moet dienen om het grote publiek te sensibiliseren rond thema’s zoals bescherming van het milieu, bedreigde soorten en het duurzaam beheer van brand-hout. Onze Plantentuin blijft de aanplantingen in 2014 opvolgen om de succesvolle afloop van dit project te verzekeren.

Geb

ruik

van

loka

le p

lant

en

in h

et a

rbor

etum

van

ER

AIF

T.

Plantendiversiteit veiligstellen

Page 11: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

18 — 19

Verk

oop

van

hout

skoo

l en

eetb

are

padd

enst

oele

n in

Kat

anga

(D

emoc

ratis

che

Rep

ublie

k C

ongo

).

Tools voor het behoud en duurzaam gebruik van Afrikaanse bossen: eetbare paddenstoelen

Vanuit natuurbeschermingsorganisaties is er zeer veel aandacht voor de mega-diverse regenwouden van het Centraal-Afrikaan-se Congobekken en hun teloorgang door de houtindustrie. Dat een minstens even groot bosgebied rondom het gehele Congobekken op grote schaal ontbost wordt voor de productie van houtskool, is echter minder goed gekend. Deze bossen (miombo’s en ijle bossen) kennen een lang droog seizoen (minstens 4 maanden) en veel boomsoorten zijn er van nature bestand tegen bosbrand. Het zijn kwetsbare eco-systemen die na kaalkap zelden of niet herstellen tot nieuw bos. De druk op dit open en zeer uitgestrekte bosecosysteem is extreem hoog omdat bijna de helft van de Afrikaanse bevolking ervan afhangt voor voedsel, brandstof, constructiehout en dergelijke.

Onderzoekers van de Plantentuin hebben een methode ontwik-keld die naast taxonomische gegevens ook tools levert ten behoeve van het behoud en duurzaam gebruik van deze bossen. De techniek bestaat erin om de waarde van alle niet-houtige producten uit het woud, in dit geval de eetbare paddenstoelen, nauwkeurig te bepalen. Het is een essentiële stap in de ecosysteemevaluatie van een naar eco-nomische waarde volledig onderschat en bedreigd bosecosysteem.

De jaarlijkse natuurlijke productie van eetbare paddenstoelen werd bepaald in permanente proefvlakken, geïnstalleerd in verschil-lende bostypes. Dit onderzoek werd uitgevoerd in bossen in Bénin (Soedanees gebied) en in het zuidoosten van de Democratische Re-publiek Congo (Zambesisch gebied). In beide regio’s vormen padden-stoelen voor miljoenen inwoners een belangrijke bron van voedsel en inkomsten. De meeste soorten behoren tot de ectomycorrhiza pad-denstoelen. Deze soorten leven allemaal in symbiose met de wortels van levende bomen. De soortensamenstelling blijkt sterk af te hangen van het bostype. Onze studie toont aan dat de cantharellen domine-ren in het Zambesische gebied, terwijl de melkzwammen domineren in het Soedanees gebied.

De jaarlijkse opbrengst wilde paddenstoelen ligt zeer hoog en fluctueert tussen 100 en 300 kg per hectare, afhankelijk van de soort en het bostype. Indien slechts 10% hiervan verkocht kan worden aan de lokale marktprijs van € 1/kg, dan zou 1 hectare bos jaarlijks gemid-deld € 20 opleveren. De houtskoolproductie levert weliswaar € 300 per hectare, maar omwille van de moeizame bosregeneratie kan dit slechts één keer, of hooguit eens in de 30 jaar. Op termijn levert de bij-zonder destructieve productie van houtskool slechts de helft op van de meer duurzame paddenstoelenpluk!

De onderzoekers van de Plantentuin hebben met deze studie aan-getoond dat het behoud van rechtstreekse ecosysteemdiensten, zoals het leveren van niet-houtige producten uit het bos, zowel financieel als cultureel veel voordeliger is voor de lokale bevolking dan de pro-ductie van houtskool. Kortetermijnwinsten wegen niet op tegen de voordelen van duurzaam gebruik.

Cant

hare

llus

rube

r, ee

tbar

e pa

dden

stoe

l en

cou

rant

e so

ort

in Z

ambe

zisc

he b

osse

n.

Ecosystemen begrijpen

Eetb

are

padd

enst

oele

n: e

en b

elan

grijk

e br

on

van

voed

sel e

n in

kom

sten

in t

ropi

sch

Afr

ika.

Page 12: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

20 — 21

Mossen en andere plantenresten uit opgravingen van Romeinse sites:een venster op de pre-industriële flora

Archeologen moeten een brede waaier resten onderzoeken om het leven in het verre verleden te kunnen reconstrueren. Die omvat-ten resten van gebouwen, spectaculaire zuilen, aardewerkfragmen-ten, maar ook dierlijke en plantaardige resten uit de sedimenten. In 2013 hielp de Plantentuin archeologen van het Agentschap Onroerend Erfgoed en vzw Agilas bij de determinatie en interpretatie van plan-tenresten uit verschillende opgravingen in Vlaanderen.

Wij werden met name gevraagd om zaden, vruchten en mossen te bestuderen uit de diepere delen van een Romeinse put in de Romeinse nederzetting van Asse (bij het centrum van het huidige Asse). De ma-croresten werden uit drie sedimentstalen gezeefd. De bewaringstoe-stand sinds de Romeinse tijd was redelijk slecht. Toch konden vijftig vaatplanten en negen mossen op naam gebracht worden, samen met verbrande graanresten.

Het is aannemelijk dat de meeste resten uit de onmiddellijke om-geving van de waterput in Asse kwamen en van natte graslanden in de omgeving. De mossen suggereren de aanwezigheid van bos in de om-geving. Ook een aantal door de Romeinen ingevoerde soorten werd gevonden, waaronder Apium graveolens, Anethum graveolens en Prunus avium. De bramenpitten in het sediment kwamen ongetwijfeld van bramen die in het wild verzameld waren. Op een andere plaats, het Romeinse fort van Oudenburg, leverden twee waterputten heel veel goed bewaarde mosresten op. Het mos werd waarschijnlijk gebruikt als waterfilter.

Plantenmateriaal van archeologische sites levert ons een goed zicht op de flora meer dan duizend jaar voor de enorme veranderin-gen in landgebruik en luchtkwaliteit door de industriële revolutie. Het grootste deel van het mossenmateriaal bestond uit slaapmossen die in grote matten verzameld werden op bomen en op boomvoeten, maar terrestrische soorten werden ook meegenomen. In totaal zijn 45 soorten geïdentificeerd en die geven ons een idee van de mosflora in die periode.

Meerdere soorten waren tot voor kort nooit in Vlaanderen waar-genomen. Verschillende hiervan waren frequent of zelfs dominant aanwezig in de stalen. Door de Europese wetgeving is zwaveldioxi-devervuiling in de lucht sterk afgenomen, waardoor de luchtkwali-teit verbeterd is en verschillende van die soorten zich recent opnieuw gevestigd hebben en zich nu verder uitbreiden. Mettertijd zullen zij weer die soortenrijke mosmatten vormen in onze bossen.

Overal ter wereld voorzien specifieke planten-soorten de lokale bevolking van voedsel, energie, gereedschap en werkinstrumenten, vezels voor kleding en natuurlijke geneesmiddelen. In vele delen van de wereld zijn planten cruciale elemen-ten in de strijd tegen honger, ziekte en extreme armoede. Planten spelen ook vaak een rol in cultuur en religie. Vandaag de dag gaat de cultuur-gebonden kennis van planten verloren en daarmee ook de vitale band die we hebben met planten en paddenstoelen.

Onze onderzoekers registreren hoe planten en paddenstoelen worden gebruikt, zodat deze ken-nis gedeeld en verspreid kan worden. Door het feit dat onze onderzoekers er in slagen planten exact te identificeren, zelfs op basis van minuscule of oeroude overblijfselen, dragen zij bij aan diverse onderzoeksdomeinen zoals forensisch onderzoek en archeologie, waarbij ze constant de banden tus-sen mensen en planten aan het licht brengen.

Planten en mensen (opnieuw) verbinden

Indi

vidu

eel b

lad

van

stru

ikm

os

(Tha

mno

bryu

m a

lope

curu

m).

Een

takf

ragm

ent

van

stru

ikm

os (T

ham

nobr

yum

alo

pecu

rum

) ui

t ee

n w

ater

put

in d

e R

omei

nse

nede

rzet

ting

van

Oud

enbu

rg (

eers

te h

elft

3e eeu

w).

Page 13: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

22 — 23

Capaciteitsversterking rond milieu-educatie in de Democratische Republiek Congo

De resultaten van het partnership van de voorbije acht jaar tus-sen onze Plantentuin en de Democratische Republiek Congo zijn heel positief. De heropbloei van botanische tuinen en de hervatting van ex situ natuurbehoud kwam tegemoet aan de vraag van de nationale instituten.

De duurzaamheid van deze fraaie uitkomsten blijft echter fragiel omdat de technische vorming van het personeel zich nog in een eerste fase bevindt. Om het tekort aan technische vaardigheden te remedi-eren, heeft onze Plantentuin verscheidene sessies georganiseerd voor training in vernieuwende onderwerpen gelinkt aan ex situ natuurbe-houd, plantkunde en milieu-educatie.

Dankzij de samenwerking met de Ecole régionale post universitai­re d’Aménagement et de Gestion intégrés des Forêts et Territoires tropicaux (ERAIFT) en UNESCO werd een succesvolle workshop rond mi-lieu-educatie georganiseerd op de site van het ERAIFT op 23 en 24 september 2013 in Kinshasa. Het hoofddoel hiervan was het promo-ten van milieu-educatie bij instituten die verantwoordelijkheid dra-gen voor natuurbehoud, scholen, verenigingen en de media. De meer specifieke doelstelling was het benadrukken en ondersteunen van het behoud van de biodiversiteit in de Democratische Republiek Congo en het Congobekken. De workshop telde ongeveer 60 deelnemers van verschillende instituten.

Op de eerste dag introduceerden acht nationale en internatio-nale experts de hoofdthema’s van milieu-educatie zoals: Wat is mili-eu-educatie?, natuur in de stad, in situ en ex situ behoud van biodiver-siteit en bedreigde planten. Er werd specifiek de nadruk gelegd op de realiteit van natuurbehoud in de stad Kinshasa.

De tweede dag was gewijd aan groepswerk waarvoor 2 thema’s werden voorgesteld: het belang van het beschermen van de biodi-versiteit en de rol van milieubewustzijn in formele educatie. Bij beide onderwerpen keek men naar de huidige situatie en de vooruitzichten voor de toekomst. De uitwisselingen waren interessant en dynamisch; de verschillende groepen deden sterke voorstellen om deze materie in hun eigen organisaties toe te passen.

De deelnemers toonden een grote interesse in de topics van de workshop en vroegen naar extra technische opleiding en materiaal zoals boeken, handleidingen, brochures en posters. Onze Plantentuin publiceerde het verslag van de workshop en verzorgde een herdruk van een poster met als titel ‘Het belang van planten voor het leven van de mens’ die verspreid wordt onder alle belanghebbenden.

Dee

lnem

ers

aan

de w

orks

hop

mili

eu-e

duca

tie

in K

insh

asa

in s

epte

mbe

r 20

13.

Planten en mensen (opnieuw) verbinden

Bladafdrukken op amforen te Sagalassos (Zuidwest-Turkije)

Amforen zijn een soort van containers met een specifieke vorm en grootte. Binnen het Romeinse Rijk waren ze courant in gebruik voor opslag en transport van vloeistoffen. Tijdens de opgravingen in de archeologische site van Sagalassos in Zuidwest-Turkije (een 100-tal km ten noorden van Antalya) werden bladafdrukken ontdekt op Laat-Romeinse amforen. De kwaliteit van sommige bladafdrukken was voldoende om ze tot op soortniveau te determineren. Bijzonder is dat nog niet eerder bladafdrukken op Romeinse amforen werden aangetroffen.

Tijdens de systematische archeologische opgravingen van deze site (o.l.v. prof. M. Waelkens en zijn medewerkers, KU Leuven) wer-den al vele duizenden potscherven verzameld. Enkele jaren geleden ontdekte Dr. Philip Bes afdrukken van bladeren op een gering aantal van deze scherven. Eerder al, tussen 1997 en 2004, werd binnen de grenzen van het historische Sagalassos herbariummateriaal ingeza-meld en dankzij die referentie-collectie was het mogelijk om twee plantensoorten te identificeren waarvan bladafdrukken te herkennen zijn, met name Styrax officinalis en Vitis vinifera. Beide soorten komen trouwens nog steeds voor in de omgeving van de opgravingssite. Sty­rax was in de Oudheid bekend om zijn welriekende hars.

De bladafdrukken waren steeds te vinden op vergelijkbare zones van de amforen, met name de hals en vooral de vaak wat verdikte bo-venrand ervan. Dit laat vermoeden dat hun aanwezigheid geen toeval is, maar veeleer een gevolg van een bewust productieproces.

Nog veel vragen betreffende de betekenis van de aanwezigheid van bladafdrukken blijven onbeantwoord. Waren ze puur ornamen-teel bedoeld of hadden ze een specifieke functie? En waarom werden ze tot nu toe slechts op één plaats gevonden? Misschien zullen meer opgravingen en vondsten helpen bij het oplossen van die vragen.

Een

deel

van

een

afd

ruk

van

twee

bla

dere

n va

n St

yrax

offi

cinal

is op

een

Laa

t-R

omei

nse

amfo

or (

© S

agal

asso

s Arc

haeo

logi

cal R

esea

rch

Proj

ect;

Brun

o Va

nder

meu

len)

.

Page 14: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

24 — 25

De Plantentuin huisvest 18.000 verschillende soorten planten verspreid over een historisch domein van 92 hectaren. Het is een prachtige en gevarieerde groene zone en een bron van vreugde, bewondering en inspiratie die elk jaar ongeveer 100.000 bezoekers aantrekt.

Door het inzetten van een breed gamma aan plantenpresentaties, tentoonstellingen, webpa-gina’s, wetenschappelijke communicatie-instru-menten, evenementen, informele leeractiviteiten, sensibilisatie-instrumenten en ervaringsgerichte educatieve activiteiten heeft de Plantentuin het potentieel om de opvattingen van mensen over het belang van planten voor het menselijke welzijn te veranderen en het vitale belang van plantensoor-ten te benadrukken. Voortbouwend op dit inzicht kunnen burgers verder gestimuleerd worden om op een duurzame en verantwoorde wijze te hande-len.

Inspireren en informeren

De doder in de hooiberg

De Plantentuin vervult tal van uiteenlopende taken. Wat volgt is een voorbeeld uit vele. Een dierenarts van Dierengezondheidszorg Vlaanderen probeerde uit te zoeken waarom in een kudde schapen plots talrijke dieren stierven. Nadat hij bij meerdere instellingen vruchteloos had aangeklopt, belde hij het Belgische Antigifcentrum. Daar kreeg hij te horen dat ook zij hem niet direct konden helpen, maar ze verwezen hem door naar de Plantentuin.

Kort daarop belandde een grote zak met hooi in de Plantentuin. In de voorgaande dagen had een schapenkweker uit de omgeving van Antwerpen meer dan 30 dieren dood aangetroffen. De dierenarts zocht de vermoedelijke oorzaak in het hooi van een recent geopende baal. Daarom vroeg hij de Plantentuin uit te zoeken of dit hooi giftige planten bevatte.

Het hooi werd uitgespreid op een grote tafel. De kwaliteit ervan was niet erg goed en het rook onaangenaam. Op talrijke plantensten-gels groeide een witte schimmel. Omdat sporangiën ontbraken slaag-de onze mycoloog er niet in de soort te identificeren, maar hij dacht niet dat de schimmel iets te maken had met de sterfte van de schapen. Ondertussen ging de speurtocht naar een andere mogelijke ‘dader’ verder. Behalve diverse grassoorten en een paar stekelige stengel-fragmenten van bramen, bevatte het hooi ook talrijke stengels van iets wat op een wikke (Vicia) leek. Na enig zoeken was er voldoende materiaal voorhanden om de soort op naam te brengen en te verge-lijken met collecties uit het herbarium. Het resultaat was verrassend.

De droge stengels behoorden tot de niet-inheemse plantensoort galega (Galega officinalis). Deze niet onaantrekkelijke overblijvende plant wordt soms gekweekt als sierplant en is afkomstig uit Zuid-, Centraal- en Oost-Europa en Zuidwest-Azië. Galega is in België sinds de 19de eeuw gekend als een zeldzame exoot. Vandaag komen op meerdere plaatsen, verspreid over het hele land, goed standhoudende en zich geleidelijk uitbreidende populaties voor.

Enig bijkomend onderzoek bracht aan het licht dat het hooi van galega, meer dan vers materiaal, levensbedreigend is voor dieren, in het bijzonder schapen. Ook kwamen de door de dierenarts be-schreven symptomen precies overeen met informatie uit de dierge-neeskundige literatuur. Bij verdere navraag bleek tenslotte dat het graslandperceel waar het hooi vandaan kwam in de buurt lag van een enkele jaren geleden door botanici ontdekte groeiplaats van galega. Mogelijks was die wilde populatie ontstaan door het dumpen van af-val uit een nabije tuin.

Alles bijeen stierven op enkele dagen tijd 38 schapen en moest 30 ton hooi worden vernietigd. Het is een triest verhaal, maar het inci-dent bood de ‘verzamelaars van hooi’ – vanouds een pejoratieve om-schrijving voor met herbaria werkende taxonomen – een uitgelezen kans op enig eerherstel.

38 s

chap

en s

tierv

en in

de

buu

rt v

an A

ntw

erpe

n.G

aleg

a (G

aleg

a of

ficin

alis)

(©w

ikip

edia

, Epi

base

).

Page 15: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

26 — 27

Planten die van zich af ‘bijten’: ontwikkeling van een waardevolle referentiecollectie van vleesetende planten in Meise

De Plantentuin ontwikkelde in 2012 en 2013 een levende referen-tiecollectie van vleesetende plantensoorten. Voorheen huisvestte de Plantentuin een eerder bescheiden collectie met planten van voorna-melijk tuinbouwkundige oorsprong.

Vleesetende planten hebben altijd tot de verbeelding gesproken van plantkundigen en plantenkwekers. Deze opmerkelijke planten vangen en verteren ongewervelde dieren en zelfs kleine kikkers en zoogdieren met hun ingenieuze tot vallen omgevormde bladeren.

De meest voorkomende natuurlijke habitat van deze planten zijn venen en moerassen met overvloedig water en weinig voedingsstof-fen. Deze gebieden verdwijnen in ijltempo door grootschalige drai-nagewerken en eutrofiëring. De destructie van hun leefomgeving en overmatige wildroof maken dat vele soorten nu met uitsterven be-dreigd zijn.

De Plantentuin breidde zijn collectie uit met 169 introducties (121 botanische soorten) waarvan 46,7% met een gekende wilde oor-sprong. Levende vertegenwoordigers van Cephalotaceae (Cepha­lotus), Droseraceae (Aldrovanda, Dionaea, Drosera), Drosophyllaceae (Drosophyllum), Lentibulariaceae (Genlisea, Pinguicula, Utricularia), Ne-penthaceae (Nepenthes) en Sarraceniaceae (Darlingtonia, Heliamphora, Sarracenia) vervullen een belangrijke taak als referentiecollectie.

Leren en ontdekken

Kinderen de kans geven om de wereld van de plantkunde te ont-dekken is één van de belangrijke doelstellingen van onze Plantentuin. Onze deelname aan INQUIRE – een Europees project rond onder-zoeksgerichte wetenschapseducatie (IBSE) – bood onze educatieve dienst een ideale gelegenheid om onze samenwerking met het Vlaam-se onderwijsveld te versterken.

Toen INQUIRE in november 2013 ten einde liep, konden we te-rugblikken op 3 jaar experimenteren met de methodologie van het onderzoekend leren, samen met zeer gemotiveerde leerkrachten, leerkrachten in opleiding en NME-educatoren.

Onderzoeksgerichte wetenschapseducatie maakt sinds enkele jaren deel uit van het Vlaamse onderwijscurriculum. Het werd ech-ter al gauw duidelijk dat veel leerkrachten en andere betrokkenen het moeilijk hadden met het toepassen van deze nieuwe methodologie. Daarom besloten we om de ervaringen die we opdeden tijdens het INQUIRE project te delen met pedagogische begeleiders van diverse netten, door hen een portfolio van het project aan te bieden.

Deze contacten leidden onder meer tot een samenwerking met het VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onder-wijs). Zij organiseerden een conferentie rond onderzoekend leren in de Plantentuin. Het programma omvatte onder meer hands­on on-derzoeksactiviteiten in onze serres. We boden een gelijkaardig pro-gramma aan aan de studenten van de lerarenopleiding van diverse hogescholen. Het is onze bedoeling om de contacten met deze instel-lingen in de toekomst te versterken.

Uitbreiding van onzemagnoliaverzameling

Magnolia is een zeer aantrekkelijk plantengeslacht van bloeiende struiken en bomen. We besloten in 2013 om onze bestaande collec-tie, die werd aangelegd in het begin van de jaren 1980, gevoelig uit te breiden omdat het aantal nieuwe cultivars sindsdien enorm is toege-nomen. De merkbare opwarming van ons klimaat biedt ook de kans om minder winterharde Chinese soorten te laten overleven in de Bel-gische winters.

In de loop van 2013 breidde de Plantentuin zijn verzameling uit met 32 nieuwe taxa, tot een totaal van 71 (85 accessies). Nieuwe aan-winsten zijn zeldzame Chinese soorten: Magnolia biondii, M. doltsopa, M. zenii, de schitterende M. sargentiana var. robusta en de vorstge-voelige M. campbellii en M. sprengeri var. sprengeri. Amerikaanse taxa zijn vertegenwoordigd door M. virginiana var. australis, een gevoelige wintergroene soort uit het zuidoosten van de Verenigde Staten van Amerika.

Het magnoliaseizoen lokt steeds heel wat bezoekers naar onze Plantentuin; daarom worden de botanische soorten aangevuld met sensationele nieuwe hybriden en cultivars. Deze omvatten de geel-bloeiende cultivars ‘Limelight’, ‘Sundance’ en ‘Yellow Lantern’, de donkerpurperen ‘Black Tulip, de roze ‘Flamingo’, de ongewone bloemvorm van M. ×loebneri ‘Mag’s Pirouette’, en selecties uit de VS en Nieuw-Zeeland, zoals ‘David Clulow’, ‘Daybreak’, ‘Atlas’, ‘Ga-laxy’, ‘Spectrum’ en ‘Star Wars’.

Al deze magnolia’s kan men bewonderen op de Magnoliawande-ling die de bezoeker doorheen de Plantentuin leidt: van de M. stellata-groep nabij het Herbarium, naar de winterharde hybriden rond het Plantenpaleis, de botanische soorten in het Fruticetum en de vorst-gevoelige hybriden in het Rhododendronbos en de omgeving van de Oranjerie.

Lentelicht in Meise met 40.000 bloembollen

De Plantentuin heeft in totaal honderden verschillende soorten bolgewassen in cultuur. Tot voor 2013 werden deze bloembollen en -knollen meestal in kleine groepen of individueel gepresenteerd. We besloten echter dat er nood was aan een grotere, meer indrukwek-kende presentatie als aanvulling op de massale aanwezigheid van de spontane voorjaarsflora van sneeuwklokjes (Galanthus nivalis), bosa-nemonen (Anemone nemorosa) en daslook (Allium ursinum).

In de herfst hebben vrijwilligers, tuiniers en assistent-curatoren op enkele weken tijd meer dan 40.000 bloembollen met de hand ge-plant. De focus lag op gazons die vanop de grote wandelwegen goed zichtbaar zijn en daarom druk bezocht worden door het publiek. Deze zones omvatten de hoofdingang, het kasteel en de gazons rond het Plantenpaleis. In de lente van 2014 verwachten we een kleurrijke zee van voorjaarsbloemen van Narcissus ‘Carlton’, Crocus chrysanthus ‘Cream Beauty’ en ‘Blue Pearl’, Crocus tommasinianus ‘Ruby Giant’ en ‘Whitewell Purple’, Crocus vernus ‘Flower Record’, ‘Jeanne d’Arc’, ‘Remembrance’, ‘Yellow Mammoth’ en ‘Striped Beauty’, Ornithogalum umbellatum en Fritillaria meleagris waar tal van bezoekers kunnen van genieten.

Inspireren en informeren

Man

uele

aan

plan

ting

van

Croc

us c

hrys

anth

us ‘B

lue

Pear

l’. M

agno

lia ‘L

imel

ight

’, ee

n sc

hitt

eren

d ge

elbl

oeie

nde

mag

nolia

.

Ping

uicu

la ro

tund

iflor

a in

de

Plan

tent

uin.

Foto

synt

hese

-exp

erim

ent

als

voor

beel

d va

n on

derz

oeks

geri

chte

wet

ensc

haps

educ

atie

.

Page 16: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

28 — 29

Het Grundtvigproject ‘Botanische tuinen: nieuwe instrumenten voor milieu-educatie’

In 2013 werd het Grundtvigproject (2011-2013) waarin de Plan-tentuin partner was, succesvol afgerond. Grundtvig kadert in het EU-programma rond levenslang leren. Het project waarbij de Plan-tentuin betrokken was, richtte zich op gidsen en educatoren die een belangrijke educatieve rol spelen in plantentuinen en ‘vertrouwd [zijn] met de missie om enthousiast info over botanisch onderzoek en milieubewustzijn over te brengen op het grote publiek’.

De Plantentuin werkte samen met twee partners: de botanische tuinen van Madrid en Firenze. Via peer-to-peertraining en edu-catieve bezoeken groeide de samenwerking uit tot een vruchtbare kruisbestuiving. Een belangrijke realisatie van het project was de ont-wikkeling van een nieuwe rondleiding, ondersteund met interpreta-tiemateriaal in de tuinen zelf, een website en een toolkit. Deze rond-leiding loopt in de drie partnertuinen maar werd ook ter beschikking gesteld van de verschillende netwerken van botanische tuinen. De in-zet van de gidsen en educatoren werd zeer gewaardeerd. Sommigen legden nieuwe accenten op bestaande rondleidingen, leerden nieuwe vaardigheden of ontwikkelden totaal nieuwe activiteiten, zoals een rondleiding voor blinden en slechtzienden. Bij de afronding werd een VIP-dag georganiseerd voor leerkrachten, mensen uit de sector van natuur- en milieu-educatie, milieuopvoeders, toeristische gidsen en het grote publiek.

Het project werd als ‘excellent’ bestempeld door de beoordelaars van de Europese Unie.

Een nieuwe rondleiding voor blinde en slechtziende bezoekers

Tot op heden was er voor blinden en slechtzienden in de Planten-

tuin geen speciaal aanbod. Maar dankzij het enthousiasme van een van de plantentuingidsen en van de Educatieve Dienst, werd er in 2013 een begeleide wandeling uitgewerkt voor deze specifieke doelgroep. Bovendien kaderde deze ontwikkeling in het Grundtvigproject van de EU rond levenslang leren.

Bij de uitwerking werd via trainingssessies informatie ingewon-nen over de problematiek van personen met een visuele handicap en hoe deze doelgroep museumbezoeken ervaart. Ervaringsdeskundi-gen leren dat dure investeringen zoals een blindenpad, hoe goed ook bedoeld, weinig succes zal kennen omdat blinden zelden zonder be-geleiding instellingen als een plantentuin zullen verkennen. Daarom werd ingezet op een begeleid bezoek.

Tijdens de rondleiding staan voelen, ruiken en luisteren centraal. Er wordt onder meer gebruik gemaakt van een 3D-maquette van het Plantenpaleis, speciale reliëfkaarten met de klimaatzones van de we-reld en vooral goed gekozen voorbeelden van bijzondere planten om te betasten of om aan te ruiken. Try-out sessies met kleine groepjes blinden zorgden uiteindelijk voor de finishing touch.

Deze bijzondere rondleiding werd via de website en een perscam-pagne gecommuniceerd, vooral naar organisaties die specifiek wer-ken met blinden. Ook op de federale Dag van de Diversiteit rond het thema ‘handicap’, werd de rondleiding in de kijker gezet.

De rondleiding voor blinden en slechtzienden belooft alleszins – gelet op de boekingen tot nu toe – een succes te worden.

Een uitzonderlijk botanisch jaar in het Plantenpaleis

Elk jaar groeien en bloeien duizenden plantensoorten in de be-schutte omgeving van het Plantenpaleis. In 2013 werden we echter getrakteerd op drie eerder uitzonderlijke gebeurtenissen. Tijdens de lente ontwikkelde de jaderank (Strongylodon macrobotrys) vruch-ten, dit voor de eerst maal in de Belgische geschiedenis. Onze reu-zenaronskelk (Amorphophallus titanum) bloeide opnieuw in de zomer en op het einde van de herfst kwam ook de zwanenhalsagave (Agave attenuata) in bloei.

De jaderank is een weelderig groeiende liaan afkomstig van de tropische en vochtige Filipijnse dipterocarp-bossen. Door de massale ontbossing van zijn natuurlijk habitat resten er nog maar zeer wei-nig wilde populaties, wat de soort zeer kwetsbaar maakt. In het wild worden de spectaculaire appelblauwzeegroene bloemen bestoven door nectaretende vleermuizen. Deze bijzondere bestuivingswijze maakt zaadvorming bij planten in cultuur zeer uitzonderlijk. Gezien de afwezigheid van de bestuivers, bestoven wij verschillende bloemen met de hand door de bewegingen van de zich voedende vleermuizen zorgvuldig na te bootsen. De succesvolle bevruchting en ontwikke-ling van twee grote peulen met kiemkrachtige zaden is een unieke ge-beurtenis in België. Bij rijpheid werden de zaden onmiddellijk gezaaid omdat ze geen nood hebben aan kiemrust en daarom niet bewaard kunnen worden. De twintig planten die zich ontwikkelden, kunnen nu verdeeld worden naar andere tuinen en instituten.

De bloei van de reuzenaronskelk fascineerde onze bezoekers op-nieuw in 2013. Sinds de eerste bloei in augustus 2008, produceerde deze plant met een regelmaat van ongeveer 30 maanden een specta-culaire bloeiwijze. In juli lokte de enorme bloeiwijze van 2,42 m weer duizenden kijklustigen. Maar zowaar nog verbazingwekkender dan de bloeiwijze was de enorme grootte van de ondergrondse knol met zijn ongelooflijke gewicht van 130 kg in de zomer van 2013. Het lijkt erop dat dit de zwaarste knol ter wereld is die ooit werd geregis-treerd. Voorafgaand aan de eerste bloei in 2008 woog de knol 10 kg en in 2010 nam zijn gewicht toe tot 47 kg. De daaropvolgende enorme groeisnelheid had echter niemand durven vermoeden.

De elegante en eerder zeldzame bloei van onze 105-jarige zwa-nenhalsagave rondde tenslotte het jaar in schoonheid af. Anders dan bij de meeste agaves, bestaan de grote rozetten uit zachte bladeren zonder stekels en is de bloeistengel onvertakt. De plant dankt zijn naam aan de indrukwekkende bloeistengel die, bedekt met een massa geelgroene bloemen, doorbuigt tot een sierlijke boog.

Bloe

mtr

os v

an d

e ja

dera

nk (S

trong

ylodo

n m

acro

botr

ys)

in d

e M

abun

duka

s.Z

wan

enha

lsag

ave

(Aga

ve a

ttenu

ata)

in

blo

ei in

de

Moe

sson

kas.

VIP

-dag

voo

r de

le

raar

s in

Mei

se.

Ron

dlei

ding

van

een

gro

ep s

lech

tzie

nden

on

der

leid

ing

van

de g

ids

die

de t

our

beda

cht.

Inspireren en informeren

Page 17: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

30 — 31

Botanische rariteiten uit de herbariumkelder vanonder het stof gehaald

Al meer dan een halve eeuw herbergt de kelder van het herbari-umgebouw van de Plantentuin een onaangeroerde, omvangrijke, his-torische schat aan botanische objecten en rariteiten. In 2013 werd het werk aangevat om deze verzameling, opgeborgen in glazen bokalen, te onderzoeken, te registreren en te verplaatsen. Elk van de bokalen wordt vanonder het stof gehaald, de inhoud wordt minutieus onder-zocht en de voorhanden zijnde gegevens worden gecontroleerd, ook met archiefgegevens. De informatie en de opmerkingen worden dan opgenomen in de gegevensbank.

Een hoog percentage van de collectie dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw, ingezameld door bevlogen, geïnspireerde individu-en tijdens epische ontdekkingstochten zonder enige vorm van luxe voor wat betreft reizen en communicatie. De kern van de verzameling wordt gevormd door de ‘Verzameling van vruchten en zaden’ en de ‘Verzameling van producten en verdovende middelen’ van Carl von Martius, aangekocht door de Belgische Staat op het moment van de oprichting van onze Plantentuin in 1870. Apothekers, missionarissen en botanici (zoals Peckolt, Wullschlägel, Glaziou, Teijsmann en von Müller) bezorgden von Martius heel wat materiaal uit Brazilië, Suri-name, Azië en Australië. Het tot nu toe oudste materiaal gaat terug tot 1848 en maakt deel uit van een reeks van 52 goed gedocumenteer-de theevariëteiten van Carl von Martius’ broer Theodor.

Deze schatkamer aan plantenobjecten bevat ook specimens van de eerste drie wereldtentoonstellingen in Parijs (1855, 1867 en 1878), van het ‘Musée des Colonies françaises’ in Parijs, van Indiase econo-mische producten, en van Algerijnse geneeskrachtige en industriële items. Daarnaast zijn er ook belangrijke verzamelingen van opmer-kelijke individuen, zoals Bernardin en Delacre. Broeder Bernardin (ca. 1858-1878) was leraar aan de Hogeschool van Melle bij Gent. Hij verzamelde vooral plantaardige vezels, oliën en vetten. Door hun uit-muntende kwaliteit viel hij in de prijzen op internationale tentoon-stellingen en mocht zelfs een onderscheiding ontvangen van koning Leopold II. Ambroise Delacre was een apotheker die geneeskrachtige planten verzamelde. De vader van Ambroise, eveneens apotheker, stichtte de befaamde koekjesfabriek Delacre in Vilvoorde, nadat hij besliste om chocolade niet enkel aan te bieden als versterkend mid-del in zijn apotheek, maar ook te verwerken in lekkernijen die al vlug zeer gegeerd werden in de gegoede middens van die tijd.

Elk op zich zijn de objecten uit deze historische verzameling botanische rariteiten, en ze vertegenwoordigen een weelde aan ver-scheidenheid. Tropische vruchten hebben een plekje naast zaden, plantaardige oliën, vezels, cacaochips, annatto, indigo, theeblaadjes, koffiebonen, een met hout geïmpregneerde fakkel, een gombo-pa-ternoster, harsklompjes opium, wierook en myrrhe. In 2013 werd on-geveer 10% van de verzameling gerehabiliteerd. Wij kunnen nauwe-lijks wachten om te ontdekken welke bijzondere items de komende jaren aan het licht zullen komen.

Scho

rs v

an ‘G

alip

ea o

fficin

alis’

(An

gost

ura

trifo

liata

) ui

t de

von

Mar

tius-

verz

amel

ing.

Extr

act

van

‘Pilo

carp

us p

enna

tifol

ius

del P

arag

uay’

van

A. D

emar

chi,

apot

heke

r in

Bue

nos A

ires,

in d

e or

igin

ele

drie

hoek

ige

fles

(185

6-18

79).

Doorheen zijn lange geschiedenis heeft de Plantentuin constant gewerkt aan het bijeenbren-gen en ontwikkelen van een uitgebreid patrimo-nium van botanische collecties: levende planten, boeken, voorwerpen en instrumenten, maar ook gebouwen, serres en landschappen. Deze elemen-ten spelen tot op vandaag een rol in de werking van de Plantentuin. Boeken en archieven worden door wetenschappers gebruikt, historische serres beschermen plantenverzamelingen en de gebou-wen en het landschap van het Domein worden door onze bezoekers bezocht en gewaardeerd.

Dit unieke patrimonium vraagt een permanen-te gespecialiseerde zorg maar is ook een onver-vangbare bron van nieuwe inzichten om de missie van de Plantentuin uit te voeren in een constant veranderende wereld.

Ons patrimonium valoriseren

Page 18: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

32 — 33

Julie

n H

ouba

, Les

chê

nes

de l’

Amér

ique

sep

tent

riona

le e

n Be

lgiq

ue,

leur

orig

ine,

leur

[sic

] qu

alité

s, le

ur a

veni

r (H

asse

lt, M

iche

l Cey

sens

, 188

7).

Cor

nelia

Pom

pe, a

quar

el o

p pa

pier

, met

sp

ecim

ens

van

dire

ct n

atuu

rged

rukt

e bl

ader

en.

Dit rijk aanbod van natuurdrukmateriaal bood ons de mogelijk-heid onze collecties te valoriseren door twee voordrachten te geven op symposia. Deze presentaties hebben in 2013 geleid tot de redactie van twee artikels over natuurdruk. Op deze manier vindt informatie over deze techniek zijn weg naar een breder publiek.

Het eerste artikel, voorgesteld op het symposium Traces du végétal aan de Universiteit van Angers, is het resultaat van de samenwerking tussen de bibliotheek en Sandrine de Borman, een ‘artist in residence’ van de Plantentuin. De bedoeling was meer inzicht te krijgen in de natuurdruktechniek en de evolutie van wetenschappelijke illustratie naar hedendaagse kunst.

De tweede voordracht vond plaats op het symposium Het geïllus­treerde boek in België (1800­1865) in de Koninklijke Bibliotheek van Bel-gië. Naast een samenvatting van de verschillende gebruikte werkwij-zen door de tijden heen, was het hoofddoel van deze presentatie de grondige studie van een werk uit onze collectie, de enige Belgische vertegenwoordiger van deze techniek, Les Chênes de l’Amérique septen­trionale, geschreven door Julien Houba.

Joha

nn H

iero

nym

us K

niph

of, B

otan

ica in

Orig

inal

i, se

u he

rbar

ium

vivu

m (

Hal

le, J

.G. T

ram

pe, 1

757-

1764

).H

enry

Bai

ldon

, Nat

ure-

prin

ted

fern

s. Pr

epar

ed a

ccor

ding

to

his

new

pat

ente

d pr

oces

s (L

ondo

n, L

. Ree

ve &

Co.

, 186

9).

Trouw aan de natuurNatuurdrukken: een verborgenschat in de bibliotheek

De term ‘natuurdruk’ staat voor een geheel aan technieken die een directe afdruk maken van natuurlijke voorwerpen zoals bladeren en bloemen. De bibliotheek van de Plantentuin bezit een buitengewone collectie natuurdrukken. De meeste ervan zijn al lang in ons beheer. Maar in 2013 is onze collectie aanzienlijk verrijkt met een manuscript van Cornelia Pompe (Den Haag 1901-1902). Deze verzameling van 137 originele botanische tekeningen combineert natuurdrukken van bla-deren (1 tot 3 per pagina) met aquarellen.

In het verleden waren natuurdrukken een alternatief voor herba-riumspecimens omdat het gedroogd materiaal te gevoelig was voor aanvallen door insecten. Het was ook een nauwkeurig en betaalbaar alternatief voor botanische illustraties.

Verschillende technieken zijn door de tijden heen gebruikt. De eerste gekende toepassing vinden we in een 13e-eeuws manuscript van Dioscorides, bewaard in het Topkapi Museum te Istanboel.

Leonardo Da Vinci beschreef de ‘eenvoudigste vorm’ van na-tuurdruk op het einde van de 15e eeuw. Bij dit proces bedekte hij een natuurlijk voorwerp met een koolstofrijke substantie vermengd met een olie gekend als lampzwart. Na het aanbrengen van deze laag, drukte hij het object voorzichtig op papier om een nauwkeurige af-druk achter te laten.

Verschillende voorbeelden van natuurdruk zijn gekend tussen de 15e en de 17e eeuw. Aan het einde van deze periode verving inkt het lampzwart en de drukpers deed zijn intrede om het bedekte object op het papier te drukken. In de 18e eeuw werd de techniek meer en meer toegepast op het gebied van botanische beeldvorming (alhoewel in beperkte uitgave). De Duitse naturalist Kniphof produceerde een breed gamma natuurdrukken en slaagde erin deze activiteit te com-mercialiseren.

In de 19e eeuw nam de complexiteit van de natuurdrukkunst der-mate toe dat specifieke apparatuur en een zeer bekwame uitvoerder absoluut noodzakelijk waren voor het graveerproces. Het ontwer-pen van een matrijs was een nieuw element in het gehele proces. Door deze vorm ontstond een exacte kopie van het beeld dat zo vaak als nodig afgedrukt kon worden. Deze methode resulteerde in de galvano plastiektechniek, ontwikkeld in Oostenrijk door Aloys Auer en in Groot-Brittannië door Henry Bradbury. De lithografische tech-niek daarentegen vond aanhangers in België bij Houba, in Frankrijk bij Ansberque en in Groot-Brittannië bij Baildon.

De indrukwekkende collectie natuurdrukken bewaard in de Plantentuin is van verschillende herkomst. Bepaalde stukken komen van de Société royale d’horticulture de Belgique, de voorganger van de Plantentuin. Sommige andere zijn aangekocht of geschonken door gulle weldoeners.

De laatste jaren heeft de bibliotheek vier belangrijke meesterwer-ken op het gebied van natuurdruk kunnen aanschaffen:

— Ectypa vegetabilium door Christiaan Gottlieb Ludwig, uitgegeven in Halle door Trampe tussen 1760 en 1764;

— Physiotypia plantarum Autriacarum door Constantin van Ettings-hausen, uitgegeven te Wenen in 1855;

— Nature­printed ferns door Henry Baildon, uitgegeven te London in 1869;

— Herbier de la flore française door Louis-Antoine Cusin en Edme Ans-berque, uitgegeven in Villeurbane tussen 1867 en 1876.

Ons patrimonium valoriseren

Page 19: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

34 — 35

Wikipedia: een waardevolle maar onderbenutte encyclopedie

In juni 2013 nam de Plantentuin deel aan de workshop ‘Wikipedia, objet scientifique non identifié’ van het Parijse Institut des sciences de la communication (CNRS). In de aanloop naar die workshop wilden we de houding van het wetenschappelijk personeel van de Plantentuin tegenover Wikipedia in kaart brengen.

Een enquête wees uit dat: — de meeste onderzoekers geregeld Wikipedia raadplegen voor

hun eigen vakgebied en voor andere disciplines; — informatie als ‘betrouwbaar’ wordt bestempeld, maar toch via

aanvullende bronnen wordt gecontroleerd; — hoewel Wikipedia als waardevol gepercipieerd wordt, de weten-

schappers van de Plantentuin zelden zelf bijdragen, omdat ze het als ‘tijdverlies’ zien.Een opvallende houding! Wetenschappers van de Plantentuin

hebben niet alleen de expertise, maar ook een bevoorrechte toegang tot de botanische en wetenschappelijke literatuur. De terughoudend-heid om zelf bij te dragen aan Wikipedia betekent dat onze botanici op zoek zijn naar informatie (geschreven door wetenschappers), zon-der de bedenking te maken dat hun bijdragen ook de bredere weten-schappelijke gemeenschap ten goede zou komen. Door het delen van hun kennis op Wikipedia zouden ze niet alleen kunnen bijdragen aan dit ideaal, maar ook de kans benutten om hun eigen wetenschappelijk werk te presenteren aan een groter publiek en bij te dragen aan een van de missies van de Plantentuin, namelijk het populariseren van de wetenschap.

Voor meer informatie, zie de website van CNRS: http://www.iscc.cnrs.fr/spip.php?article1738

Historisch onderzoek brengt onze collecties tot leven

In 2013 publiceerden de historici van de Plantentuin diverse ar-tikels, gebaseerd op onderzoek in onze rijke archieven. De meeste wetenschappers besteden vooral aandacht aan het heden en de toe-komst, daarbij vaak vergetend dat hun activiteiten en hun werkom-geving diepe wortels hebben in het verleden en tradities. In herbaria opgeslagen gegevens kunnen ons, gecombineerd met andere archief-bronnen en historische publicaties, helpen bij het uitzetten van de krijtlijnen voor de toekomst van de Plantentuin. Geschiedenis staat echter niet alleen in dienst van de botanici. Ze kan ook zinvol aange-wend worden in dienst van de Plantentuinbezoekers en biedt kansen aan onderzoekers uit de menswetenschappen.

De onderwerpen waarover in 2013 gepubliceerd werd, omvatten de gecompliceerde verhouding tussen de Plantentuin en de Konink-lijke Belgische Botanische Vereniging (1862-1875), de weerslag van de democratisering in België op de activiteiten van de Plantentuin (1826-1914), de weerklank van het Darwinisme in België in de late 19de eeuw, het ontluiken van het natuurbehoudsdenken in diezelfde periode en bijdragen over Belgische wetenschappers en plantenverzamelaars voor een historisch woordenboek. Dat de veelzijdige activiteiten van de Plantentuinhistorici in binnen- en buitenland naar waarde worden geschat, blijkt uit vragen voor het beoordelen van manuscripten, ver-zoeken om mee te werken aan academische projecten en publicaties, en uit talrijke presentaties bestemd voor zowel academici als een bre-der publiek.

De

wie

g va

n he

t ec

olog

isch

bew

ustz

ijn in

Bel

gië?

De

jaar

lijks

e ex

curs

ie v

an d

e Ko

nink

lijke

Be

lgis

che

Bota

nisc

he V

eren

igin

g in

189

3, o

nder

leid

ing

van

Fr. C

répi

n (1

830-

1903

).D

irect

eur W

. Rob

yns

houd

t ee

n to

espr

aak

tijde

ns d

e in

huld

igin

g va

n he

t on

afge

wer

kte

Plan

tenp

alei

s (1

958)

.

Afgestofte archieven brengen een verrassende rijkdom aan het licht

De in de voorbije decennia vergaarde archieven hadden gaande-weg de vorm aangenomen van een nauwelijks handelbaar kluwen. Jarenlang bewaarde de instelling haar potentieel belangrijke archief-bestanden in diverse verspreid liggende en weinig geschikte ruimten. Vaak kwamen de documenten pas aan het licht op het moment dat een onderzoeker met pensioen ging en zijn werkruimte opruimde. Tal van archieven werden opgeslagen in totaal ongeschikte lokalen. Vaak wist nauwelijks iemand van hun bestaan af of waren de inven-tarislijsten – indien al aanwezig – gebrekkig samengesteld. Dit leidde tot een onderschatting van de waarde van de archieven en maakte het moeilijk en tijdrovend om ermee te werken. Omdat een dergelijke toestand een hypotheek legt op het toekomstige gebruik, besloot de Plantentuin in 2013 meer aandacht te besteden aan zijn archieven.

De historicus-archivaris van de Plantentuin ging aan de slag en grote volumes archiefbestanden verhuisden naar een opslagruimte met gunstige bewaaromstandigheden qua luchtvochtigheid en tem-peratuur. Veel informatie over de archief vormende personen en diensten was helaas verloren gegaan. De beginnende huisarchivaris stond voor de moeilijke opgave uit te maken wie wat had geprodu-ceerd, en ook hoe en waarom. Het oplossen van die vragen vereist het samenstellen van logische reeksen en categorieën van documenten. Op zijn beurt laat dit vervolgens toe een langverwachte en beter ge-structureerde inventaris tot stand te brengen.

Honderden archiefstukken zijn ondertussen voor langetermijn-bewaring op zuurvrij papier gemonteerd en in zuurvrije archiefdo-zen opgeborgen. Specifieke richtlijnen helpen de Plantentuin om de archieven met de grootste zorg te beheren en het afvoeren van documenten, onbelangrijk voor historici, botanici of derden, te or-ganiseren. Hiertoe beschikt de Plantentuin over een selectielijst, op-gemaakt door een archivaris van het Rijksarchief. Behoud en afvoer dienen met de grootste zorg afgewogen, want alle archieven ouder dan 30 jaar zijn officieel eigendom van het Rijksarchief. Wel is met het Rijksarchief overeengekomen dat de historische documenten in de Plantentuin mogen blijven voor historisch onderzoek.

We voorzien dat de nieuwe inventaris over een paar jaar afge-werkt zal zijn. Dan zullen tal van documenten voor het eerst consul-teerbaar zijn door botanici, historici, kunsthistorici en allerlei andere onderzoekers met belangstelling voor verleden, heden en toekomst van de Plantentuin.

Bringing our heritage to life

Ord

e ui

t ch

aos:

hond

erde

n do

zen

van

zuur

vrij

kart

on b

iede

n ee

n on

derk

omen

aan

doc

umen

ten

die

vroe

ger

stof

fig e

n ov

eral

ve

rspr

eid

opge

slag

en w

aren

. Dit

is e

en e

erst

e st

ap o

p w

eg n

aar

een

mod

ern

en p

rofe

ssio

neel

beh

eer

van

de P

lant

entu

inar

chie

ven.

Page 20: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

36 — 37

In memoriamJean Léonard (1920-2013)

Op 23 april 2013 overleed professor Jean Léonard op 93-jarige leeftijd. Léonard werkte in de Plantentuin van 1968 tot lang na zijn officiële pensionering in 1985. Hij maakte voor het eerst kennis met het herbarium van de Plantentuin toen hij in 1942 werkte aan een licentie in de plantkunde aan de Vrije Universiteit van Brussel. Een jaar later werd hij medewerker van de cel Flore du Congo in het Institut national pour l’Etude agronomique du Congo (INEAC), maar hij werd ge-detacheerd naar de Plantentuin voor het verwerven van een doctoraat over de Afrikaanse flora.

Van 1945 tot en met 1948 werkte Léonard in de botanische tuin van Eala in Belgisch Congo. Later werd hij benoemd tot conservator van het Nationaal Herbarium van Congo in Yangambi. In 1950 keer-de hij terug naar België. Hij was mede-oprichter van het AETFAT (Association pour l’Etude taxonomique de la flore d’Afrique tropicale). Het doel van deze organisatie, waarvan hij later ook secretaris-generaal werd, is het promoten van uitwisseling van kennis tussen Europese en Afrikaanse plantkundigen. In de jaren ’60 werd Léonard aangewor-ven door het Institut royal des Sciences naturelles de Belgique (Brussel) en gedetacheerd naar de Plantentuin waar hij aan Afrikaanse floristiek en vegetatiestudie deed. Zijn interesse ging vooral uit naar de plan-tenfamilie Euphorbiaceae.

In 1964-1965 keerde Léonard, als lid van een Belgische militaire expeditie, terug naar Afrika. Hij stak de Sahara over en bestudeer-de de flora van Libië (in 1969 leidde hij zelf een Libië-expeditie). In Noord-Tsjaad merkte hij vreemde groene cakejes op in het dieet van de lokale bevolking. Microscopisch onderzoek leverde hem het hoofd ingrediënt op: Spirulina platensis (synoniem van Arthrospira pla­tensis), een zeer eiwitrijke cyanobacterie. Door deze ontdekking wer-den zowel Léonard als Spirulina wereldberoemd en de cyanobacterie wordt nu wereldwijd gebruikt als voedingssupplement. Enkele jaren later keerde Léonard samen met het Franse Office de la recherche scien­tifique et technique d’outre­mer (ORSTOM) terug naar het Tsjaadmeer om verder onderzoek te doen op Spirulina. In 1968 werd de cel Flore du Congo, voorheen onderdeel van het Institut royal des Sciences naturel­les de Belgique, officieel overgedragen aan de Plantentuin, en Léonard vond hier zijn nieuwe thuis.

Tussen 1953 en 1976 produceerde Léonard een jaarlijkse biblio-grafie van systematische plantkunde en een index van nieuwe soorten voor tropisch Afrika. Vanaf de vroege jaren tachtig bestudeerde hij de woestijnen van Iran, wat resulteerde in de Contributions à l’étude de la flore et de la végétation des déserts d’Iran (10 volumes: 1981-1992). Dit belangrijke werk vond zijn oorsprong in het door hem ingezamelde plantenmateriaal tijdens een interdisciplinaire expeditie in Iran in 1972. Léonard bleef tot op late leeftijd actief in de studie van de Afri-kaanse Euphorbiaceae en met de publicatie van zijn laatste meester-werk: Flore et végétation du Jebel Uweinat (Désert de Libye: Libye, Égypte, Sudan) (6 volumes: 1997-2001).

Tijdens zijn carrière schreef Jean Leonard meer dan 200 publica-ties. Hij beschreef een nieuwe familie voor de wetenschap (Lepidobo-tryaceae), een dozijn nieuwe geslachten en honderden nieuwe soor-ten. Op 80-jarige leeftijd nam Léonard afscheid van de Plantentuin met de opmerking dat hij wilde vertrekken voor zijn wetenschappe-lijke nauwkeurigheid ‘afgestompt’ geraakte. De Plantentuin koestert de herinnering aan deze bijzondere plantkundige.

Jean

Léo

nard

in

201

2.D

e op

rich

ters

van

het

AET

FAT

in 1

966:

Jean

Léo

nard

(19

20-2

013)

, A

rthu

r Wal

lis E

xcel

l (19

01-1

993)

en

Edga

r M

ilne-

Red

head

(19

06-1

996)

.

De Nationale Plantentuin van België is een steeds veranderende organisatie met ongeveer 180 personeelsleden, 70 vrijwilligers en 20 gidsen. Het Domein beslaat 92 hectaren en herbergt ongeveer 50 gebouwen waar mensen werken, elkaar ontmoe-ten en plantencollecties in stand houden.

Net als de rest van de maatschappij dient de Plantentuin minder afhankelijk te worden van fos-siele brandstoffen om zo zijn impact op het milieu te verkleinen. De Plantentuin doorheen die tran-sitieperiode loodsen is een van de grootste uitda-gingen voor de nabije toekomst en daaraan zal op verschillende niveaus gewerkt moeten worden.

Organisatie

Page 21: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

38 — 39

Ecoteam: een jaar vol actie

Het Ecoteam zet zich verder in om positieve ecologische ver-anderingen in de Plantentuin te creëren. In 2013 hielpen acties rond waterconsumptie, afvalvermindering, compostering met wormen en duurzame mobiliteit het personeel bewust te maken van de ecologi-sche problemen.

Het personeel sorteert nu zijn afval. Naast de ecologische meer-waarde, brengt dit ook economisch voordeel voor de Plantentuin om-dat we minder geld uitgeven aan het afvoeren van ons afval. Nadat het Ecoteam alle opties besproken heeft met de verschillende diensten, is de Plantentuin nu klaar voor het plaatsen van selectieve vuilbakken voor het publiek over het hele domein.

Enkele van de prestaties van 2013: — de installatie van een waterfontein met gefilterd water in de cafe-

taria om het gebruik van petflessen te verminderen; — het testen en in gebruik nemen van groene schoonmaakproduc-

ten door het onderhoudsteam; — het gebruik van gerecycleerd papier voor onze printers en toi-

letten is getest en wacht op de administratieve overeenkomst om toegepast te worden;

— in samenwerking met de keukencommissie zijn de menu’s in de cafetaria gewijzigd om de aankoop van overbeviste soorten te stoppen en werd het aanbod van vegetarische schotels vergroot;

— het Ecoteam liet het personeel verscheidene bakfietsen testen om het aantal verplaatsingen met gemotoriseerde voertuigen te ver-minderen op de site en vroeg offertes aan voor de best scorende fietsen. Deze fietsen zouden weldra beschikbaar moeten zijn voor het personeel;

— er werd ook een online carpoolingplatform opgericht.Het Ecoteam is vooral opgetogen met de positieve respons en de

enthousiaste deelname van het personeel om de ecologische impact van de Plantentuin te verkleinen. We kijken dan ook uit naar meer acties in de toekomst.

De Tuinwinkelbij u thuis

Shoppen in de Plantentuin kon tot op heden enkel via een fysiek bezoek aan de Tuinwinkel, hoewel bestelling via de post ook al mo-gelijk was.

In een wereld die zich meer en meer opent door een simpele muis-klik, kon ook de Tuinwinkel niet langer achterwege blijven om ge-bruik te maken van de digitale snelweg. De online Tuinwinkel werd geboren.

Deze webshop biedt tal van voordelen eigen aan internetshops, zoals handige zoekfuncties, een volledig geautomatiseerd bestel- en betaalsysteem, een beveiligde betaalfaciliteit en korte levertermijn.

Het productengamma van de webwinkel reikt verder dan alleen wetenschappelijke publicaties zoals Scripta Botanica Belgica of de Flora van België. Ook mensen met een meer algemene belangstelling voor planten vinden er allerlei producten: veldgidsen, boeken over tuinie-ren, paddenstoelen, mossen en algen, posters, postkaarten en afbeel-dingen.

De Tuinwinkel is online te bezoeken op: http://shopbotanic garden.weezbe.com

Mob

ilite

itsw

eek:

het

test

en v

an e

en b

akfie

ts.

Euro

pese

Wee

k va

n de

Afv

alve

rmin

deri

ng:

dem

onst

ratie

van

wor

men

com

post

erin

g.D

e w

ebsh

op v

an d

e Pl

ante

ntui

n.

Een groeiend en dynamischnetwerk van vrijwilligers

In 2013 bereikte het aantal vrijwilligers bijna de kaap van 100. Daaruit mag blijken dat hun inspanningen quasi onmisbaar zijn in vrijwel alle geledingen van de Plantentuin.

De start van ons vrijwilligersprogramma dateert alweer van 2006. De eerste vrijwilligers werden ingezet als ondersteuning van de tuiniers en bij de montage van gedroogde planten. Vervolgens hebben we de inzet van het groeiend aantal vrijwilligers gestroomlijnd naar drie categorieën: plantenverzorging, ondersteuning van onderzoek en bezoekersonthaal.

Ter illustratie van hun prominente rol volgt hier een bloemlezing van de activiteiten waarbij de vrijwilligers waren betrokken in 2013.

De hoveniersvrijwilligers ondersteunden de medewerkers vooral in het dagelijkse onderhoud van de plantencollecties. Speciale ver-melding verdient hun inzet in de herfstmaanden bij het planten van liefst 40.000 bloembollen. Een andere groep – ‘de stewards’ – was werkzaam bij bezoekersonthaal; ze voorzagen bezoekers van actuele informatie over de botanische hoogtepunten in de Plantentuin. Vrij-willigers zijn eveneens ingezet bij de ondersteuning van onderzoek, zoals het scannen van herbariumspecimens, het fotograferen van planten en assistentie bij veldwerk. Sommige vrijwilligers assisteren bij laboratoriumproeven of bij de controle van referenties van plan-tensoorten in botanische literatuur.

In 2013 was een team vrijwilligers betrokken bij een omvangrijk inventarisatieproject dat was opgestart door een vrijwilliger die ge-specialiseerd is in informatiesystemen. Door GPS-coördinaten te linken aan de stamomtrek en andere gegevens van bomen, is een es-sentieel instrument ontwikkeld voor het beheer van onze belangrijke collecties in de tuin. Een andere vrijwilliger creëerde een artistieke en educatieve tentoonstelling over de wereld van zaden onder de titel ‘Als zaadjes spreken konden’. Ten slotte was er een groep vrijwilligers actief bij de vertaling van de informatie bij deze expositie en bij het toezicht op de interactieve modules voor de bezoekers.

Deze voorbeelden illustreren hoe de specifieke competenties en individuele belangstelling van de vrijwilligers uitstekend samengaan met de werking van de Plantentuin.

Elk van onze vrijwilligers werkt nauw samen met een medewer-ker van de Plantentuin, die ook optreedt als begeleider. In ruil voor hun inspanningen organiseren we voor hen ontdekkingsactiviteiten, zijn ze uitgenodigd bij botanische lezingen en verwelkomen we hen graag in sociale activiteiten.

Vrijwilligers leveren niet alleen excellent werk, hun enthousi-asme is even aanstekelijk als inspirerend. De Plantentuin is hen daar buitengewoon dankbaar voor.

Organisation

Vri

jwill

iger

en

tuin

ier

plan

ten

bode

mbe

dekk

ers

in h

et F

rutic

etum

.V

rijw

illig

er e

n pe

rson

eels

lid

mon

tere

n ee

n sp

ecim

en.

Vri

jwill

iger

en

tuin

ier

in h

et P

lant

enpa

leis

.

Page 22: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

40 — 41

De Plantentuin in cijfers

Technisch en dienstbaar

Als de techniek niet mee wil, ligt het raderwerk stil. Zo kan, zon-der veel overdrijving, het belang van de technische dienst worden sa-mengevat. De in totaal 18 medewerkers functioneren nochtans vooral op de achtergrond, maar het belang van hun inspanningen kan moei-lijk overschat worden.

Net als voorgaande jaren was ook 2013 voor de technische dienst een druk jaar. Niet enkel voor de interne werking van de Plantentuin zijn verschillende projecten afgewerkt, ook ten dienste van de bezoe-kers van de Plantentuin zijn enkele projecten gerealiseerd.

In dat kader verdient zeker de renovatie van de circa 100 zitban-ken in het park een eervolle vermelding. Het aanzicht van de Planten-tuin is er ontegenzeggelijk door verbeterd. Ook de verfraaiing van de hoofdingang bleef voor geen enkele bezoeker onopgemerkt.

Voor de interne werking van de Plantentuin was vooral de ver-nieuwing van de automatisering (plc’s) van belang, onder meer voor de verwarming van de kassen, de gietwaterpomp, de beneveling en de verluchting van de serres. Om nieuwe medewerkers van de afdeling Museologie en Educatie te kunnen huisvesten, werd lokaal 201 boven-dien grondig gerenoveerd.

Niet alles heeft de technische dienst in eigen beheer uitgevoerd. Sommige projecten zijn gerealiseerd door derden, maar onder super-visie van de dienst. Zo is in dat kader een nieuwe poort geïnstalleerd in serre C – een van de tropische regenwoudkassen die in 2014 zal opengaan voor het publiek – en is de belommering in de kweekkassen vernieuwd, alsook het brandalarm van het oude herbarium.

Sommige projecten overschrijden een jaarwisseling en zullen daarom ook in 2014 nog actueel zijn. We kunnen hier onder meer vermelden: het weer op orde zetten van de elektrische schema’s, de automatisering van de wegenverlichting en de installatie van verwar-ming in de Oranjerie taverne.

Terugkijken is het begin van vooruitkijken. De planning voor 2014 belooft de technische dienst alvast projecten allerhande waarbij vooral herstellings- en opfrissingswerken aan follies in het park en aan het kasteel een belangrijke plaats innemen.

Vern

ieuw

de b

anke

n aa

n de

ho

ofdi

ngan

g va

n de

Pla

nten

tuin

.

Organisatie

Page 23: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

42 — 43De Plantentuin in cijfers

Evol

utie

van

de

nett

oact

iva

van

de R

echt

sper

soon

lijk

heid

De

nett

oact

iva

van

de R

echt

sper

soon

lijkh

eid

blev

en m

in o

f mee

r op

peil.

Uit

spli

tsin

g va

n de

inko

mst

en v

an d

e R

echt

sper

soon

lijk

heid

vo

lgen

s br

on (K

€)

De

inko

mst

en v

an d

e R

echt

sper

soon

lijkh

eid

steg

en in

201

3 met

ong

evee

r 10%

, voo

ral d

oor d

e ho

gere

inko

mst

en u

it tic

ketv

erko

op.

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1.00

0

2009

2010

2011

2012

2013

Net

toac

tiva

2009

2010

2011

2012

2013

Net

toac

tiva

01/0

1/+

1.03

0 86

9 68

9 28

3 26

9

Bala

ns v

an h

et ja

ar +

-161

-1

80

-406

-1

4 -1

6

Net

toac

tiva

31/1

2/+

869

689

283

269

253

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1.00

0

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Exte

rne

proj

ecte

n66

269

689

153

059

2

Tuin

win

kel

9599

114

8299

Verk

oop

publ

icat

ies

4024

5440

45

Verk

oop

ticke

ts23

822

326

820

227

1

Verh

uur

en v

erko

op34

5540

5657

Die

nste

n30

4147

3735

And

ere

inko

mst

en41

3334

5582

Tota

le in

kom

sten

1.14

01.

170

1.44

91.

002

1.18

1

Tot

aal b

udge

t (in

K€

)

Het

bud

get v

oor

de P

lant

entu

in d

aald

e aa

nzie

nlijk

in 2

013.

Dit

wor

dt g

edee

ltelij

k ve

rkla

ard

door

de

eenm

alig

e ve

rhog

ing

van

het p

erso

neel

sbud

get i

n 20

12 z

odat

de

beta

ling

van

de lo

nen

gebo

ekt k

on w

orde

n in

dec

embe

r va

n he

tzel

fde

jaar

in p

laat

s va

n ja

nuar

i van

het

vol

gend

e ja

ar. Z

elfs

indi

en w

e de

ze fa

ctor

in re

keni

ng n

emen

, daa

lde

de d

otat

ie v

oor d

e Pl

ante

ntui

n in

20

13. H

et b

udge

t voo

r inv

este

ring

en e

n op

erat

ione

le u

itgav

en d

aald

e m

et 15

%; h

et p

erso

neel

s-bu

dget

daa

lde

met

2%.

Uit

spli

tsin

g va

n de

uit

gave

n (i

n K

€)

Loon

kost

en v

orm

en d

e be

lang

rijk

ste

uitg

aven

post

voo

r de

Plan

tent

uin.

Ook

de

ener

giek

os-

ten

blev

en o

p ee

n ho

og n

ivea

u in

201

3. H

et g

ered

ucee

rde

inve

ster

ings

budg

et w

erd

in e

ssen

tie

gebr

uikt

om

een

gro

te d

iepv

ries

ruim

te te

inst

alle

ren

om d

e he

rbar

ium

colle

ctie

s te

beha

nde-

len

tege

n in

sect

en.

Fina

ncië

n

0

2.00

0

4.00

0

6.00

0

8.00

0

10.0

00

12.0

00

2009

2010

2011

2012

2013

Budg

et

Ope

ratio

nele

uitg

aven

Ener

gie

Uitr

ustin

g

Inve

ster

inge

n

Pers

onee

l en

soci

ale

dien

st

Ope

ratio

nele

ui

tgav

enEn

ergi

eU

itrus

ting

Inve

ster

inge

nPe

rson

eel e

n so

cial

e di

enst

€K

999

695

200

686.

821

2009

2010

2011

2012

2013

Budg

et8.

913

8.92

29.

008

9.63

18.

767

Page 24: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

44 — 45De Plantentuin in cijfers

Ops

plit

sing

per

sone

el v

olge

ns ta

alro

l (s

itua

tie

op 1

janu

ari v

an e

lk ja

ar)

De

Plan

tent

uin,

gel

egen

in V

laan

dere

n, te

lt on

geve

er 8

0% N

eder

land

stal

igen

en

20%

Fra

nsta

-lig

en. D

eze

situ

atie

is b

ijna

onve

rand

erd

gebl

even

de

voor

bije

40

jaar

.

Lee

ftij

dspi

ram

ide

Bijn

a tw

ee d

erde

van

het

per

sone

el is

oud

er d

an 4

0 en

mee

r da

n éé

n de

rde

is o

uder

dan

50

jaar

. De

med

iane

leef

tijd

is 4

6 ja

ar. O

ngev

eer 4

0% v

an h

et p

erso

neel

is v

rouw

, maa

r de

verd

e-lin

g tu

ssen

de

vers

chill

ende

die

nste

n is

erg

ong

elijk

, zo

zijn

bijv

oorb

eeld

de

mee

ste

tuin

iers

m

anne

n.

2009

2010

2011

2012

2013

Fran

stal

ig33

3837

3638

Ned

erla

ndst

alig

142

145

139

145

139

And

erst

alig

25

34

4

Tota

al17

718

817

918

518

1

020406080100

120

140

160

2009

2010

2011

2012

2013

Fran

stal

ig

Ned

erla

ndst

alig

And

erst

alig

2015

105

05

1015

60-+

55-5

9

50-5

4

45-4

9

40-4

4

35-3

9

30-3

4

25-2

9

20-2

4

Vro

uwen

Man

nen

Vro

uwen

M

anne

nTo

taal

60-+

37

10

55-5

912

1628

50-5

413

1730

45-4

910

1828

40-4

49

918

35-3

912

1931

30-3

46

1218

25-2

94

812

20-2

40

66

Tota

al69

112

181

Uit

spli

tsin

g va

n de

uit

gave

n va

n de

Rec

htsp

erso

onli

jkhe

id

volg

ens

bron

(K€

)

In v

erge

lijki

ng m

et v

oorg

aand

e ja

ren

wer

den

in 2

013

mee

r pe

rson

eels

lede

n be

taal

d op

de

Rec

htsp

erso

onlij

khei

d va

n de

Pla

nten

tuin

. Nie

uwe

pers

onee

lsle

den

wer

den

vaak

bet

aald

op

exte

rn g

efina

ncie

rde

proj

ecte

n.

Ops

plit

sing

per

sone

el

(sit

uati

e op

1 ja

nuar

i van

elk

jaar

)

Het

aan

tal p

erso

neel

sled

en (i

nclu

sief

ver

vang

ings

cont

ract

en) d

aald

e lic

ht.

0

100

200

300

400

500

600

700

800

Pers

onee

l RP

Pers

onee

lex

tern

e pr

ojec

ten

Pers

onee

ltu

inw

inke

len

kas

sa’s

And

ere

kost

entu

inw

inke

lA

nder

eko

sten

RP

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Pers

onee

l RP

475

412

545

206

283

Pers

onee

l ext

erne

pro

ject

en54

567

158

558

469

1

Pers

onee

l tui

nwin

kel e

n ka

ssa’s

151

161

215

238

273

And

ere

kost

en t

uinw

inke

l51

6258

4256

And

ere

kost

en R

P87

8613

170

153

Tota

al1.

310

1.39

21.

533

1.14

01.

456

Pers

onee

l

0102030405060708090

Stat

utai

rew

eten

scha

pper

sSt

atut

aire

nie

tw

eten

scha

pper

sC

ontr

actu

ele

wet

ensc

happ

ers

Con

trac

tuel

e ni

etw

eten

scha

pper

s

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Stat

utai

re w

eten

scha

pper

s18

1716

1413

Stat

utai

re n

iet

wet

ensc

happ

ers

7071

6685

81

Con

trac

tuel

e w

eten

scha

pper

s17

1518

1618

Con

trac

tuel

e ni

et w

eten

scha

pper

s72

8579

7069

Tota

al17

718

817

918

518

1

Page 25: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

46 — 47De Plantentuin in cijfers

2009

2010

2011

2012

2013

Gra

tis23

.812

25.9

8836

.602

30.9

1331

.368

Met

kor

ting

50.6

3548

.973

46.8

2038

.215

38.9

92

Gew

one

prijs

21.5

8319

.257

27.4

8719

.484

20.8

11

0

10.0

00

20.0

00

30.0

00

40.0

00

50.0

00

60.0

00

2009

2010

2011

2012

2013

Gra

tis

Met

kor

ting

Gew

one

prijs

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

2009

2010

2011

2012

2013

Gol

d 1+

3

Gol

d

Indi

vidu

ele

2009

2010

2011

2012

2013

Indi

vidu

ele

1.22

21.

253

1.38

21.

113

1.44

3

Gol

d15

010

699

100

94

Gol

d 1+

363

332

935

338

441

1

Ver

deli

ng v

an h

et a

anta

l bez

oeke

n (g

rati

s / k

orti

ng /

gew

one

prij

s)Ja

ark

aart

en

Vri

jwil

lige

rs

Het

aan

tal v

rijw

illig

ers s

teeg

in 2

013 h

eel s

terk

tot b

ijna

100,

wat

ove

reen

kom

t met

8 v

oltij

dse

equi

vale

nten

(VT

E). Z

e w

erke

n ac

tief m

ee in

de

vers

chill

ende

die

nste

n va

n de

Pla

nten

tuin

.

2009

2010

2011

2012

2013

Aan

tal

6766

8070

98

VT

E 5

56

58

0123456789

020406080100

120

2009

2010

2011

2012

2013

Aan

tal

VT

E

Bez

oeke

rs

Tot

aal a

anta

l bez

oeke

rs

Ond

anks

het

slec

hte

wee

r tijd

ens d

e ee

rste

hel

ft v

an h

et ja

ar, s

teeg

het

aan

tal b

ezoe

ken

licht

-je

s. H

et a

anta

l Jaa

rkaa

rtho

uder

s ste

eg m

et m

eer d

an 2

0%.

0

20.0

00

40.0

00

60.0

00

80.0

00

100.

000

120.

000

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Tota

al a

anta

l bez

oeke

n96

.030

94.2

1811

0.90

988

.612

91.1

71

Page 26: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

48 — 49De Plantentuin in cijfers

De

Plan

tent

uin

in d

e m

edia

en

soci

ale

netw

erke

n

In 2

013

vers

prei

dde

de P

lant

entu

in 2

5 pe

rsbe

rich

ten

(13 in

het

Ned

erla

nds e

n 12

in h

et F

rans

). D

e re

spon

s was

bijn

a ge

lijk

aan

Ned

erla

ndst

alig

e en

aan

Fra

nsta

lige

zijd

e m

et re

spec

tieve

lijk

225

en 2

15 re

port

ages

. Het

blo

eien

van

de

reuz

enar

onsk

elk

op 7

juli

wer

d ve

rsla

gen

door

ver

-sc

hille

nde

pers

agen

tsch

appe

n en

wer

d ge

volg

d do

or m

eer d

an 5

.000

per

sone

n op

Fac

eboo

k.

De

activ

iteite

n va

n de

Pla

nten

tuin

wor

den

syst

emat

isch

opg

enom

en in

de

agen

da v

an d

e be

-la

ngri

jkst

e to

eris

tisch

e w

ebsi

tes.

Onz

e m

edew

erke

rs w

orde

n do

or d

e m

edia

gec

onsu

lteer

d om

will

e va

n hu

n ex

pert

ise

in e

rg v

ersc

hille

nde

dom

eine

n: d

e id

entifi

catie

van

pla

nten

, de

in-

vloe

d va

n he

t klim

aat o

p bl

oeiti

jden

, alg

emen

e pl

ante

nken

nis,

...

Op

de F

aceb

ook

pagi

na v

an d

e Pl

ante

ntui

n w

erde

n 78

ber

icht

en g

epos

t in

beid

e la

ndst

alen

.

In 2

013 w

erd

de si

te v

an d

e Pl

ante

ntui

n ge

cons

ulte

erd

door

640

.046

bez

oeke

rs v

anaf

280

.899

ve

rsch

illen

de c

ompu

ters

van

af 11

7 la

nden

. De

mee

ste

bezo

eker

s kom

en u

it Be

lgië

, Dui

tsla

nd,

Fran

krijk

en

Ned

erla

nd. I

n to

taal

wer

den

6.68

0.08

8 pa

gina

’s va

n on

ze si

te b

ekek

en e

n w

erd

ze 17

.679

.258

kee

r aan

gekl

ikt.

Het

aan

tal a

bonn

ees o

p D

umor

tiera

, een

doo

r de

Plan

tent

uin

gepu

blic

eerd

dig

itaal

tijd

schr

ift

over

flor

istie

k, st

eeg

tot b

ijna

1.000

.

Mom

ente

el z

ijn 2

.715

per

sone

n ge

abon

neer

d op

de

digi

tale

nie

uwsb

rief

Mus

a va

n de

Pla

nten

-tu

in d

ie d

riem

aand

elijk

s wor

dt v

erst

uurd

in h

et N

eder

land

s en

het F

rans

.

3%5% 71

%

21%

Rad

io

Tel

evis

ie

Ged

rukt

e m

edia

Inte

rnet

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

3.00

0

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Mus

a in

schr

ijvin

gen

1.74

92.

108

2.51

52.

640

2.71

5

Dee

lnam

e aa

n ge

orga

nise

erde

edu

cati

eve

bezo

eken

Het

aan

tal b

ezoe

ken

door

scho

len

stee

g ve

rder

. Dit

is v

oora

l toe

te sc

hrijv

en a

an h

et g

este

gen

aant

al v

rije

scho

olbe

zoek

en e

n de

elne

mer

s aan

de

BAM

A-m

odul

e. H

et a

anta

l gew

one

scho

ol-

atel

iers

daa

lde

aanz

ienl

ijk n

a he

t uitz

onde

rlijk

e ja

ar 2

012.

Bez

oeke

rs T

uinw

inke

l

Ong

evee

r 5.2

00 b

ezoe

kers

koc

hten

pro

duct

en in

de

Tuin

win

kel.

De

gem

idde

lde

som

ges

pen-

deer

d pe

r kla

nt w

as ie

ts m

eer d

an €

15. T

ypis

che

Plan

tent

uinp

rodu

cten

, zoa

ls P

lant

entu

inho

-ni

ng e

n Pl

ante

ntui

nkof

fie b

leve

n er

g po

pula

ir.

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

3.00

0

3.50

0

4.00

0

Vri

j bez

oek

Gel

eid

bezo

ekBA

MA

-mod

ule

Scho

olat

elie

r

2009

2010

2011

2012

2013

0

1.00

0

2.00

0

3.00

0

4.00

0

5.00

0

6.00

0

7.00

0

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Vri

j bez

oek

1.99

82.

034

3.06

02.

771

3.52

3

Gel

eid

bezo

ek66

31.

276

1.36

81.

091

989

BAM

A-m

odul

e46

218

720

155

171

3

Scho

olat

elie

r1.

882

913

584

1.76

31.

127

Tota

al5.

005

4.41

05.

213

6.17

66.

361

2009

2010

2011

2012

2013

Bezo

eker

s4.

673

5.95

86.

655

4.72

95.

189

Page 27: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

50 — 51De Plantentuin in cijfers

Evol

utie

van

het

aan

tal z

oeko

pdra

chte

n in

LIV

CO

L

LIV

CO

L is

de

data

bank

die

geb

ruik

t wor

dt v

oor

het d

agel

ijks

behe

er v

an d

e Le

vend

e Pl

an-

tenv

erza

mel

ing

en d

e ge

lieer

de d

ocum

enta

tie. D

eze

data

bank

is o

ok g

edee

ltelij

k to

egan

kelij

k vo

or h

et b

rede

pub

liek

via

de si

te v

an d

e Pl

ante

ntui

n. In

201

3 ste

eg h

et a

anta

l zoe

kopd

rach

ten

op h

et to

egan

kelij

ke g

edee

lte v

an d

e da

taba

nk to

t 3.9

62.

2009

2010

2011

2012

2013

Zoe

kopd

rach

t LI

VC

OL

3.68

12.

664

3.63

33.

734

3.96

2

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

3.00

0

3.50

0

4.00

0

4.50

0

2009

2010

2011

2012

2013

Zoe

kopd

rach

t LI

VC

OL

Inbe

slag

nam

e va

n C

ITE

S pl

ante

n

Het

aan

tal C

ITES

pla

nten

aan

gesl

agen

doo

r de

Belg

isch

e do

uane

en

over

gebr

acht

naa

r de

Na-

tiona

le P

lant

entu

in v

an B

elgi

ë va

riee

rt v

an ja

ar to

t jaa

r. In

201

3 w

erde

n 12

2 in

trod

uctie

s, g

oed

voor

1.15

2 in

divi

duel

e pl

ante

n, b

inne

ngeb

rach

t. Z

e zi

jn h

et re

sulta

at v

an 10

inbe

slag

nam

es.

2010

2011

2012

2013

CIT

ES in

trod

uctie

s27

869

8612

2

020406080100

120

140

2011

2012

2013

CIT

ES in

trod

uctie

s

0

200

400

600

800

1.00

0

1.20

0

1.40

0

2011

2012

2013

Aan

tal a

ange

slag

en p

lant

en

02468101214161820

2011

2012

2013

Aan

tal C

ITES

inbe

slag

nam

es

Lev

ende

Pla

nten

verz

amel

ing

De

Leve

nde

Plan

tenv

erza

mel

ing

van

de P

lant

entu

in t

elt

mom

ente

el 2

5.18

5 in

trod

uctie

s. Z

e ve

rteg

enw

oord

igen

341

fam

ilies

, 3.0

08 g

esla

chte

n, 16

.833

taxa

en

12.5

62 so

orte

n. Z

e zi

jn v

er-

deel

d ov

er d

e se

rres

(57%

) en

de b

uite

ncol

lect

ies (

43%

).

De

best

ver

tege

nwoo

rdig

de p

lant

enfa

mili

es in

de

serr

es z

ijn d

e C

acta

ceae

(2.4

75 in

trod

uc-

ties)

, Orc

hida

ceae

(1.6

51),

Euph

orbi

acea

e (10

06),

Lilia

ceae

(910

), R

ubia

ceae

(578

), C

rass

ulac

eae

(509

), A

race

ae (4

84) e

n A

gava

ceae

(412

).

In d

e bu

itenc

olle

ctie

s zijn

de

best

ver

tege

nwoo

rdig

de fa

mili

es d

e R

osac

eae

(747

intr

oduc

ties)

, Er

icac

eae

(561

), Li

liace

ae (4

70),

Mal

acea

e (4

36) e

n A

ster

acea

e (4

33).

Col

lect

ies

Buite

n20

11Bu

iten

2012

Buite

n20

13Bi

nnen

2011

Binn

en20

12Bi

nnen

2013

Taxa

7.42

87.

551

7.52

68.

898

9.09

19.

307

Soor

ten

4.94

64.

967

4.88

77.

405

7.47

57.

675

Intr

oduc

ties

10.8

9011

.030

10.8

9412

.843

13.9

2914

.291

0

2.00

0

4.00

0

6.00

0

8.00

0

10.0

00

12.0

00

14.0

00

16.0

00

Tax

aSo

orte

nIn

trod

uctie

s

Buite

n 20

11

Buite

n 20

12

Buite

n 20

13

Binn

en 2

011

Binn

en 2

012

Binn

en 2

013

De

evol

utie

van

de

verw

ervi

ng v

an le

vend

pla

nten

mat

eria

al

De

voor

bije

jare

n is

de

leve

nde

colle

ctie

stee

ds v

erde

r aan

gegr

oeid

. In

2013

was

dez

e aa

ngro

ei

eerd

er b

eper

kt.

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

2010

2011

2012

2013

Wild

e oo

rspr

ong

Gek

wee

kt

Gek

wee

ktW

ilde

oors

pron

gTo

taal

2010

614

881

1.49

5

2011

1.02

186

31.

884

2012

1.63

152

82.

159

2013

710

404

1.11

4

Page 28: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

52 — 53De Plantentuin in cijfers

Lan

gete

rmij

nbew

arin

g va

n za

den

De

zade

nban

k is

een

erg

bel

angr

ijk ex

situ

con

serv

atie

mid

del o

m in

situ

con

serv

atie

proj

ecte

n te

ond

erst

eune

n. H

et la

at to

e om

op

lang

e te

rmijn

(mee

r dan

100

jaar

) een

zee

r bre

de g

enet

i-sc

he d

iver

site

it te

bew

aren

in e

en z

eer b

eper

kte

ruim

te. D

e za

denb

ank

van

de P

lant

entu

in b

e-w

aart

mom

ente

el in

het

wild

inge

zam

elde

zad

en v

an 8

90 in

trod

uctie

s van

Bel

gisc

he so

orte

n en

626

kop

erpl

ante

n va

n K

atan

ga. D

e co

llect

ie v

an z

aden

van

wild

e bo

nen

en b

oona

chtig

en

blijf

t de

bela

ngri

jkst

e co

llect

ie m

et 2

.152 i

ntro

duct

ies.

24% 17

%59

%

Belg

isch

e flo

ra

Kop

erflo

ra

Wild

e bo

nen

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

Belg

isch

e flo

raK

oper

flora

Wild

e bo

nen

2011

2012

2013

24% 17

%59

%

Belg

isch

e flo

ra

Kop

erflo

ra

Wild

e bo

nen

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

Belg

isch

e flo

raK

oper

flora

Wild

e bo

nen

2011

2012

2013

Belg

isch

e flo

raKo

perfl

ora

Wild

e bo

nen

2011

772

411

2.14

4

2012

841

536

2.14

4

2013

890

626

2.15

2

Mon

tere

n va

n he

rbar

ium

spe

cim

ens

Het

mon

tere

n va

n sp

ecim

ens

is e

en b

elan

grijk

e en

tijd

rove

nde

stap

die

toel

aat o

m p

lant

en-

mat

eria

al te

bew

aren

op

lang

e te

rmijn

. Het

aan

tal g

emon

teer

de s

peci

men

s st

eeg

in 2

013

tot

mee

r dan

24.

000.

In te

gens

telli

ng to

t 201

0 en

201

1 kon

gee

n ex

tra

tijde

lijk

pers

onee

l wor

den

aang

ewor

ven

om d

e ac

hter

stan

d in

het

mon

tere

n in

te h

alen

.

2009

2010

2011

2012

2013

Gem

onte

erde

spe

cim

ens

BT7.

350

7.90

017

.000

6.50

06.

811

Gem

onte

erde

spe

cim

ens

SP9.

519

13.8

2820

.191

11.5

9617

.500

Tota

al16

.869

21.7

2837

.191

18.0

9624

.311

0

5.00

0

10.0

00

15.0

00

20.0

00

25.0

00

30.0

00

35.0

00

40.0

00

2009

2010

2011

2012

2013

Gem

onte

erde

spe

cim

ens

SP

Gem

onte

erde

spe

cim

ens

BT

2010

2011

2012

2013

Aan

tal a

ange

slag

en p

lant

en2.

205

105

240

1.15

2020406080100

120

140

2011

2012

2013

CIT

ES in

trod

uctie

s

0

200

400

600

800

1.00

0

1.20

0

1.40

0

2011

2012

2013

Aan

tal a

ange

slag

en p

lant

en

02468101214161820

2011

2012

2013

Aan

tal C

ITES

inbe

slag

nam

es

020406080100

120

140

2011

2012

2013

CIT

ES in

trod

uctie

s

0

200

400

600

800

1.00

0

1.20

0

1.40

0

2011

2012

2013

Aan

tal a

ange

slag

en p

lant

en

02468101214161820

2011

2012

2013

Aan

tal C

ITES

inbe

slag

nam

es

2010

2011

2012

2013

Aan

tal C

ITES

inbe

slag

nam

es30

1812

10

Ver

deli

ng v

an le

vend

mat

eria

al

Het

aan

tal v

erst

uurd

e pl

ante

nsta

len

vari

eert

ste

rk v

an ja

ar to

t jaa

r. In

201

3 w

erde

n in

tota

al

1.770

stal

en v

erst

uurd

, waa

rvan

ong

evee

r 75%

als

zad

en.

2009

2010

2011

2012

2013

Verd

elin

g va

n m

ater

iaal

2.15

81.

370

1.88

91.

664

1.77

0

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

2009

2010

2011

2012

2013

Ver

delin

g va

n m

ater

iaal

Page 29: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

54 — 55De Plantentuin in cijfers

Geg

even

sban

k va

n de

bib

liot

heek

Het

aan

tal r

ecor

ds in

de

gege

vens

bank

van

onz

e bi

blio

thee

k gr

oeit

gest

adig

aan

. De

volle

dige

ca

talo

gus,

die

ook

onl

ine

besc

hikb

aar i

s, b

evat

mee

r dan

120.

000

reco

rds.

Aan

win

sten

bib

liot

heek

Het

aan

tal n

ieuw

e aa

nwin

sten

voo

r de

bibl

ioth

eek

daal

t ver

der.

Het

feit

dat m

eer e

n m

eer t

ijd-

schr

ifte

n en

kel n

og o

nlin

e w

orde

n aa

ngeb

oden

bie

dt h

ier

een

verk

lari

ng. H

et a

anta

l nie

uwe

boek

en is

teru

g op

een

nor

maa

l niv

eau;

in 2

010

en 2

011 o

ntvi

ng d

e bi

blio

thee

k va

n de

Pla

nten

-tu

in v

ersc

hille

nde

sche

nkin

gen

van

ande

re b

iblio

thek

en.

0

10.0

00

20.0

00

30.0

00

40.0

00

50.0

00

60.0

00

2009

2010

2011

2012

2013

2009

2010

2011

2012

2013

Art

ikel

s48

.011

48.5

1648

.834

49.0

3049

.150

Col

lect

ies

4.15

14.

475

4.59

64.

695

4.78

9

Cor

resp

onde

ntie

s5.

759

7.30

07.

443

7.44

47.

444

Mon

ogra

fieën

44.8

5447

.500

48.7

9649

.969

50.7

43

Waa

rdev

olle

wer

ken

3.37

63.

383

3.38

53.

386

3.42

1

Tijd

schr

iften

8.21

48.

352

8.74

28.

979

9.11

7

Tota

al11

4.36

511

9.52

612

1.79

612

3.50

312

4.66

4

2009

2010

2011

2012

2013

Mon

ogra

fieën

2.23

83.

124

1.24

41.

035

926

Tijd

schr

iftafl

ever

inge

n3.

018

3.00

03.

025

2.73

32.

500

0

500

1.00

0

1.50

0

2.00

0

2.50

0

3.00

0

3.50

0

2009

2010

2011

2012

2013

Mon

ogra

fieën

Tijd

schr

iftaf

leve

ring

en

0

10.0

00

20.0

00

30.0

00

40.0

00

50.0

00

60.0

00

70.0

00

80.0

00

2009

2010

2011

2012

2013

SP BT

Enco

dere

n va

n de

col

lect

ies

in g

egev

ensb

anke

n

Her

bari

um s

peci

men

s be

vatt

en w

aard

evol

le d

ata

over

de

vers

prei

ding

, eco

logi

e en

het

ge-

brui

k va

n pl

ante

n. D

oor

de d

igita

lisat

ie v

an c

olle

ctie

s en

doo

r ze

te

enco

dere

n in

een

ge-

geve

nsba

nk, w

ordt

dez

e in

form

atie

toe

gank

elijk

gem

aakt

voo

r ee

n gr

ote

groe

p po

tent

iële

ge

brui

kers

. In

2013

wer

den

75.0

00 n

ieuw

e sp

ecim

en re

cord

s gec

reëe

rd d

oor

de tw

ee d

epar

te-

men

ten.

Dit

grot

e aa

ntal

is h

et re

sulta

at v

an ra

pid

data

basin

g in

het

dep

arte

men

t BT

om

zo

een

volle

dige

inve

ntar

is te

heb

ben

voor

dez

e fe

dera

le c

olle

ctie

. Enk

el d

e ba

sisg

egev

ens

voor

elk

co

llect

iest

uk w

erde

n ge

regi

stre

erd.

2009

2010

2011

2012

2013

BT8.

030

21.9

3518

.159

17.4

8749

.341

SP17

.020

23.4

4721

.880

30.3

2426

.105

Tota

al25

.050

45.3

8240

.039

47.8

1175

.446

Len

en e

n ui

twis

seli

ngsp

rogr

amm

a

Het

ove

rbre

ngen

van

her

bari

umsp

ecim

ens t

usse

n he

rbar

ia is

ess

entie

el o

m b

otan

isch

ond

er-

zoek

mog

elijk

te m

aken

. Spe

cim

ens k

unne

n w

orde

n ov

erge

brac

ht n

aar e

en a

nder

her

bari

um

op b

asis

van

een

tijd

elijk

e ov

eree

nkom

st a

ls e

en le

en o

f op

een

perm

anen

te b

asis

als

een

gif

t of

als o

nder

deel

van

een

uitw

isse

lings

prog

ram

ma.

Voo

r 201

3 val

t voo

ral h

et g

rote

aan

tal i

nko-

men

de u

itwis

selin

gen

op.

2009

2010

2011

2012

2013

Inko

men

de u

itwis

selin

gen

2.79

93.

249

11.2

617.

892

15.5

36

Inko

men

de g

iften

2.44

19.

668

2.46

38.

591

3.91

8

Inko

men

de le

nen

535

595

539

2,39

167

8

Uitg

aand

e ui

twis

selin

gen

2.56

91.

426

2.89

71.

655

1.99

1

Uitg

aand

e gi

ften

164

177

221

175

128

Uitg

aand

e le

nen

2.14

92.

012

3.11

41.

701

2.36

6

0

2.00

0

4.00

0

6.00

0

8.00

0

10.0

00

12.0

00

14.0

00

16.0

00

18.0

00

Inko

men

deui

twis

selin

gen

Inko

men

degi

ften

Inko

men

dele

nen

Uitg

aand

eui

twis

selin

gen

Uitg

aand

egi

ften

Uitg

aand

ele

nen

2009

2010

2011

2012

2013

Page 30: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

56 — 57De Plantentuin in cijfers

Gem

idde

lde

impa

ctfa

ctor

De

gem

idde

lde

impa

ctfa

ctor

van

de

man

uscr

ipte

n va

n de

per

sone

elsl

eden

van

de

Plan

tent

uin

daal

de li

chtje

s te

n op

zich

te v

an 2

012

tot 2

,33.

Dit

cijfe

r is

nog

ste

eds

veel

hog

er d

an in

200

9 en

201

0. D

it w

eers

pieg

elt h

et fe

it da

t onz

e w

eten

scha

pper

s bas

ista

xono

mis

ch w

erk,

dat

vaa

k ge

publ

icee

rd w

ordt

in ti

jdsc

hrif

ten

met

een

lage

re im

pact

fact

or, c

ombi

nere

n m

et m

eer t

oege

-pa

st o

nder

zoek

dat

gep

ublic

eerd

kan

wor

den

in to

ptijd

schr

ifte

n.

Det

ails

gep

lubl

icee

rde

man

uscr

ipte

n en

hoo

fdst

ukke

n va

n bo

eken

0102030405060

Inte

rnat

iona

lepu

blic

atie

s m

et IF

Inte

rnat

iona

le o

f na

tiona

le p

ublic

atie

s zo

nder

IF

Boek

en o

f ho

ofds

tukk

enva

n bo

eken

2009

2010

2011

2012

2013

Inte

rnat

iona

le

publ

icat

ies

met

IFIn

tern

atio

nale

of

natio

nale

pub

licat

ies

zond

er IF

Boek

en o

f ho

ofds

tukk

en

van

boek

en

Tota

al

2009

2820

250

2010

3425

564

2011

4736

3111

4

2012

3045

883

2013

4940

2711

6

2009

2010

2011

2012

2013

Gem

idde

lde

IF2,

021,

272,

212,

812,

33

0

0,51

1,52

2,53

2009

2010

2011

2012

2013

Gem

idde

lde

IF

Exte

rne

cons

ulta

ties

bib

liot

heek

De

bibl

ioth

eek

is to

egan

kelij

k vo

or h

et p

ublie

k en

ver

wel

kom

t jaa

rlijk

s 500

ext

erne

en

1.000

in

tern

e be

zoek

ers

per

jaar

. Dit

aant

al z

al in

de

toek

omst

ver

der

dale

n aa

ngez

ien

bota

nisc

he

liter

atuu

r st

eeds

vak

er o

nlin

e be

schi

kbaa

r w

ordt

. De

Plan

tent

uin

neem

t daa

rom

act

ief

deel

aa

n ve

rsch

illen

de d

igita

lisat

iepr

ojec

ten.

Het

aan

tal i

nter

bibl

ioth

ecai

re le

nen

blijf

t min

of m

eer

stab

iel.

0

100

200

300

400

500

600

2009

2010

2011

2012

2013

Inte

rbib

lioth

ecai

re le

nen

Exte

rne

bezo

eker

s

2009

2010

2011

2012

2013

Exte

rne

bezo

eker

s49

249

450

445

744

0

Inte

rbib

lioth

ecai

re le

nen

5458

4961

58

Aan

tal p

ubli

cati

es

Het

aan

tal w

eten

scha

ppel

ijke

publ

icat

ies d

oor p

erso

neel

sled

en n

am v

erde

r toe

. Het

aan

tal b

ij-dr

agen

in ti

jdsc

hrif

ten

met

een

impa

ctfa

ctor

ber

eikt

e zi

jn h

oogs

te n

ivea

u si

nds 2

009.

Man

uscr

ipte

n en

ho

ofds

tukk

en

van

boek

en

Abs

trac

ts v

an

post

ers

of

pres

enta

ties

And

ere

publ

icat

ies

(rap

port

en,

boek

rece

nsie

s,…

)

Tota

al

2009

5063

611

9

2010

6461

513

0

2011

114

2618

158

2012

8372

1416

9

2013

116

5026

192

050100

150

200

250

Man

uscr

ipte

n en

hoof

dstu

kken

van

boek

en

Abs

trac

ts v

an

post

ers

ofpr

esen

tatie

s

And

ere

publ

icat

ies

(rap

port

en,

boek

rece

nsie

s,…

)

Tot

aal

2009

2010

2011

2012

2013

Ond

erzo

ek

Page 31: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

58 — 59De Plantentuin in cijfers

Mol

ecul

ar d

ata

plac

e th

e hy

phom

ycet

ous

liche

nico

lous

gen

us S

clero

cocc

um

clos

e to

Dac

tylo

spor

a (E

urot

iom

ycet

es)

and

S. p

arm

eliae

in C

lado

phia

loph

ora

(Cha

etot

hyria

les).

Fung

al D

iver

sity

58:

61

-72.

(IF:

5,3

19)

• Er

tz D

., Fi

sche

r E.,

Kill

man

n D

., R

azafi

ndra

haja

T. &

Sér

usia

ux E

. (20

13)

Savo

rona

la, a

new

gen

us o

f Mal

mid

eace

ae

(Lec

anor

ales

) fro

m M

adag

asca

r with

stip

es

prod

ucin

g sp

orod

ochi

a. M

ycol

ogic

al

Prog

ress

12: 6

45-6

56. (

IF: 1

,606

)•

Ewal

d J.,

Hen

neke

ns S

., C

onra

d S.

, W

ohlg

emut

h T.

, Jan

sen

F., J

enss

en M

., C

orne

lis J.

, Mic

hiel

s H.G

., K

ayse

r J.,

Chy

trý

M.,

Gég

out J

.C.,

Breu

er M

., A

bs C

., W

alen

tow

ski H

., St

arlin

ger F

. &

God

efro

id S

. (20

13) S

patia

l and

te

mpo

ral p

atte

rns o

f Elle

nber

g nu

trie

nt

valu

es in

fore

sts o

f Ger

man

y an

d ad

jace

nt re

gion

s - a

surv

ey b

ased

on

phyt

osoc

iolo

gica

l dat

abas

es. T

uexe

nia

33: 9

3-10

9.•

Frai

ture

A. &

Di G

iang

rego

rio

M.

(201

3) A

man

ita in

opin

ata,

its e

colo

gy a

nd

expa

nsio

n in

Eur

ope.

Cry

ptog

amie

, M

ycol

ogie

34,

3: 21

2-22

2. (I

F: 1,

044)

• G

odef

roid

S.,

Van

de

Vyv

er

A.,

Lebr

un J.

, Mas

engo

Kal

enga

W.,

Han

djila

Min

engo

G.,

Ros

e C

., N

gong

o Lu

hem

bwe

M.,

Van

derb

orgh

t T. &

M

ahy

G. (

2013

) Ger

min

atio

n ca

paci

ty

and

seed

stor

age

beha

viou

r of t

hrea

tene

d pl

ant s

peci

es fr

om th

e K

atan

ga c

oppe

r be

lt: im

plic

atio

ns fo

r ex

situ

cons

erva

tion.

Pl

ant E

colo

gy a

nd E

volu

tion

146,

2:

183-

192.

htt

p://

dx.d

oi.o

rg/1

0.50

91/

plec

evo.

2013

.745 (

IF: 1

,192)

• G

room

Q.J

. (20

13) E

stim

atio

n of

va

scul

ar p

lant

occ

upan

cy a

nd it

s cha

nge

usin

g kr

igin

g. N

ew Jo

urna

l of B

otan

y 3,

1: 33

-46.

• G

room

Q.J

. (20

13) S

ome

pole

war

d

mov

emen

t of B

ritis

h na

tive

vasc

ular

pl

ants

is o

ccur

ring

, but

the

finge

rpri

nt

of c

limat

e ch

ange

is n

ot e

vide

nt. P

eerJ

, 1,

e77.

doi:1

0.77

17/p

eerj

.77

• H

aele

wat

ers D

. & D

e K

esel

A.

(201

3) A

new

spec

ies o

f Can

thar

omyc

es

(Lab

oulb

enia

les,

Asc

omyc

ota)

from

the

Net

herl

ands

. Myc

otax

on 12

3: 46

7-47

2 (I

F: 0

,709

)•

Heg

er T

., Pa

hl A

.T.,

Bott

a-D

ukát

Z.,

Ghe

rard

i F.,

Hop

pe C

., H

oste

I., J

ax

K.,

Lind

strö

m L

., Bo

ets P

., H

aide

r S.,

Kol

lman

n J.

Witt

man

n M

.J. &

Jesc

hke

J. (2

013)

Con

cept

ual F

ram

ewor

ks a

nd

Met

hods

for A

dvan

cing

Inva

sion

Ecol

ogy.

Am

bio

42,5

: 527

-540

. htt

p://

dx.d

oi.o

rg/1

0.10

07/s

1328

0-01

2-03

79-x

(I

F: 2

,295

)•

Iam

onic

o D

. & V

erlo

ove

F. (2

013)

Pt

ilotu

s spi

catu

s. In

: von

Raa

b-St

raub

e E.

& R

aus T

. (ed

s) N

otul

ae a

d flo

ram

eu

ro-m

edite

rran

eam

per

tinen

tes N

o. 3

0.

Will

deno

wia

43:

152-

153.

(IF:

0,3

28)

• Jü

ttne

r I.,

Ecto

r L.,

Rei

char

dt E

., V

an

de V

ijve

r B

., Ja

rlm

an A

., K

roko

wsk

i J.

& C

ox E

.J. (2

013)

Gom

phon

ema

vari

ored

uncu

m a

new

spec

ies f

rom

no

rthe

rn a

nd w

este

rn E

urop

e an

d re

-exa

min

atio

n of

Gom

phon

ema

exili

ssim

um (G

runo

w) L

ange

-Ber

talo

t &

Rei

char

dt. D

iato

m R

esea

rch

28: 3

03-

316.

htt

p://

dx.d

oi.o

rg/1

0.10

80/0

2692

49X

.201

3.79

7924

(IF:

0,7

50)

• K

opal

ová

K.,

Ned

balo

vá L

., N

ývlt

D., E

lste

r J. &

Van

de

Vij

ver

B. (

2013

) Ec

olog

ical

ass

essm

ent o

f the

fres

hwat

er

diat

om c

omm

uniti

es fr

om U

lu P

enin

sula

(Ja

mes

Ros

s Isl

and,

NE

Ant

arct

ic

Peni

nsul

a). P

olar

Bio

logy

36:

933

-948

. ht

tp://

dx.d

oi.o

rg/1

0.10

07/s

0030

0-01

3-13

17-5

(IF:

2,0

06)

• K

opal

ová

K. &

Van

de

Vij

ver

B. (

2013

) Str

uctu

re a

nd e

colo

gy o

f

fres

hwat

er d

iato

m c

omm

uniti

es o

f Bye

rs

Peni

nsul

a (L

ivin

gsto

n Is

land

, Sou

th

Shet

land

Isla

nds)

. Ant

arct

ic S

cien

ce

25: 2

39-2

53. h

ttp:

//dx

.doi

.org

/10.

1017

/S0

9541

0201

2000

764

(IF:

1,63

0)•

Lac

hen

aud

O.,

Dro

issa

rt V

., D

esse

in

S., S

téva

rt T

., Si

mo

M.,

Lem

aire

B.,

Taed

oum

g H

. & S

onké

B. (

2013

) New

re

cord

s for

the

flora

of C

amer

oon,

in

clud

ing

a ne

w sp

ecie

s of P

sych

otria

(R

ubia

ceae

) and

rang

e ex

tens

ions

for

som

e ra

re sp

ecie

s. Pl

ant E

colo

gy a

nd

Evol

utio

n 14

6,1:

121-

133.

htt

p://

dx.d

oi.

org/

10.5

091/

plec

evo.

2013

.632

(IF:

1,19

2)•

Lahi

ani E

., D

ufaÿ

M.,

Cas

tric

V.,

Le

Cad

re S

., C

harle

swor

th D

., V

an

Ros

sum

F. &

Tou

zet P

. (20

13)

Dis

enta

nglin

g th

e ef

fect

s of m

atin

g sy

stem

s and

mut

atio

n ra

tes o

n cy

topl

asm

ic d

iver

sity

in g

ynod

ioec

ious

Si

lene n

utan

s and

dio

ecio

us S

ilene

otite

s. H

ered

ity 11

1: 15

7-16

4. h

ttp:

//dx

.doi

.or

g/10

.1038

/hdy

.201

3.32

(IF:

4,11

0)•

Lee

S.S.

, Tob

ias F

.A.C

. & V

an d

e V

ijve

r B

. (20

13) E

nvek

adea

met

zelti

nii

sp. n

ov.,

a ne

w d

iato

m (B

acill

ario

phyt

a)

spec

ies f

rom

the

subt

ropi

cal k

arst

ic

wet

land

s of t

he F

lori

da E

verg

lade

s,

U.S

.A. P

hyto

taxa

115:

15-2

4. h

ttp:

//dx

.doi

.org

/10.

1164

6/ph

ytot

axa.

115.

1.2 (I

F:

1,295

)•

Low

e R

.L.,

Koc

iole

k J.P

. & V

an d

e V

ijve

r B

. (20

13) T

wo

new

Ort

hose

ira

spec

ies (

Bacil

lario

phyt

a) fr

om la

va tu

bes.

Phyt

otax

a 11

1: 39

-52.

htt

p://

dx.d

oi.

org/

10.11

646/

phyt

otax

a.11

1.1.3

(IF:

1,29

5)•

Man

gam

bu M

.J-D

., M

uhas

hy H

.F,

Jans

sen

T., D

igge

len

R., R

obbr

echt

E

. & N

taho

bavu

ka H

. (20

13) D

iver

sité

de

s Fou

gère

s et l

eurs

alli

ées l

e lo

ng

du g

radi

ent a

ltitu

dina

l au

sein

de

l’éco

syst

ème

fore

stie

r des

mon

tagn

es

du P

arc

Nat

iona

l de

Kah

uzi-

Bieg

a

(RD

Con

go).

Inte

rnat

iona

l Jou

rnal

of

Envi

ronm

enta

l Stu

dies

70,2

: 259

-283

.•

Man

gam

bu M

.J.-D

., V

an D

igge

len

R.,

Mw

anga

mw

anga

J.-C

., N

taho

bavu

ka

H. &

Rob

brec

ht E

. (20

13) E

spèc

es

nouv

elle

men

t sig

nalé

es p

our l

a flo

re

ptér

idol

ogiq

ue d

e la

Rép

ubliq

ue

Dém

ocra

tique

du

Con

go. I

nter

natio

nal

Jour

nal o

f Bio

logi

cal a

nd C

hem

ical

Sc

ienc

es 7,

1: 10

7-12

4.•

Mar

eš J.

, Kom

árek

J., C

ompè

re P

. &

Ore

n A

. (20

13) V

alid

atio

n of

the

gene

ric

nam

e G

loeo

bact

er R

ippk

a et

al.

1974

, C

yano

phyc

eae.

Cry

ptog

amie

, Alg

olog

ie

34: 2

55-2

62. (

IF: 1

,170)

• M

areš

J., K

omár

ek J.

, Com

père

P. &

O

ren

A. (

2013

) Pro

posa

l to

cons

erve

th

e na

me

Glo

eoba

cter

viol

aceu

s aga

inst

A

phan

othe

ce ca

ldar

ioru

m, G

loeo

thec

e co

erul

ea a

nd G

loeo

thec

e lin

earis

(C

yano

phyc

eae)

. Tax

on 6

2,5:

1055

. (IF

: 2,

782)

• M

areš

J., H

auer

T.,

Kom

árek

J.

& C

ompè

re P

. (20

13) P

ropo

sal

to c

onse

rve

the

nam

e G

loeo

thec

e (C

yano

phyc

eae)

with

a c

onse

rved

type

. Ta

xon

62,5

: 105

6. (I

F: 2

,782

)•

Mer

ckx

V.S

.F.T

., K

issl

ing

J., H

entr

ich

H.,

Jans

sens

S.B

., M

enne

s C.B

., Sp

echt

C

.B. &

Sm

ets E

.F. (

2013

) Phy

loge

netic

re

latio

nshi

ps o

f the

myc

ohet

erot

roph

ic

genu

s Voy

ria a

nd th

e im

plic

atio

ns fo

r the

bi

ogeo

grap

hic

hist

ory

of G

entia

nace

ae.

Am

eric

an Jo

urna

l of B

otan

y 10

0: 7

12-7

21.

(IF:

2,5

86)

• de

Mor

aes P

.L.R

., D

e Sm

edt S

., Es

ser

H.J.

, Gal

lagh

er C

. & G

uglie

lmon

e L.

(201

3) O

n so

me

Braz

ilian

pla

nts

dist

ribu

ted

by M

artiu

s in

1827

and

pu

blis

hed

by C

olla

in 18

33. H

arva

rd

Pape

rs in

Bot

any

18,1:

23-

36.

• de

Mor

aes P

.L.R

., D

e Sm

edt S

., Es

ser

H.J.

, Gal

lagh

er C

. & G

uglie

lmon

e

Plan

t Eco

logy

and

Evo

luti

on

De

Plan

tent

uin

publ

icee

rt sa

men

met

de

Kon

inkl

ijke

Belg

isch

e Bo

tani

sche

Ver

enig

ing

(sin

ds

2010

) het

pee

r-re

view

ed ti

jdsc

hrif

t Pla

nt E

colo

gy a

nd E

volu

tion.

In to

taal

ont

ving

het

tijd

schr

ift

bijn

a 45

0 in

zend

inge

n. I

n 20

13 w

erde

n 12

2 m

anus

crip

ten

ontv

ange

n; 5

5 w

erde

n ve

rwor

pen

zond

er r

evie

w o

m u

iteen

lope

nd e

dito

rial

e re

dene

n; 2

2 w

erde

n ve

rwor

pen;

18 w

erde

n aa

n-va

ard

voor

pub

licat

ie e

n 27

zijn

nog

ond

er re

view

. De

toen

ame

van

kwal

iteits

volle

inze

ndin

-ge

n la

at d

e re

dact

ie to

e en

kel d

e be

ste

man

uscr

ipte

n te

aan

vaar

den

die

pass

en in

de

scop

e va

n he

t tijd

schr

ift.

De

impa

ctfa

ctor

van

het

tijd

schr

ift s

teeg

lich

tjes t

ot 1,

192.

55

22

18

27

Ter

ugge

stuu

rd

Ver

wor

pen

Gea

ccep

teer

d

In r

evie

w

Teru

gges

tuur

dVe

rwor

pen

Gea

ccep

teer

dIn

rev

iew

Tota

al

2013

5522

1827

122

%45

,118

,014

,822

,1

Publ

icat

ies

Peer

-rev

iew

pub

lica

ties

20

13, m

et m

edew

erke

rs v

an

de P

lant

entu

in a

ls a

uteu

r of

co

aute

ur

• A

guia

r B.,

Vie

ira

J., C

unha

A.E

., Fo

nsec

a N

.A.,

Reb

oiro

-Jat

o D

., R

eboi

ro-J

ato

M.,

dez-

Riv

erol

a F.

F., R

aspé

O. &

Vie

ira

C.P

. (20

13) P

atte

rns o

f evo

lutio

n at

the

gam

etop

hytic

self-

inco

mpa

tibili

ty S

orbu

s au

cupa

ria (P

yrin

ae) S

pol

len

gene

s sup

port

th

e no

n-se

lf re

cogn

ition

by

mul

tiple

fa

ctor

s mod

el. J

ourn

al o

f Exp

erim

enta

l Bo

tany

64,

8: 2

423-

2434

. (IF

: 5,2

42)

• A

ptro

ot A

., Er

tz D

., Li

ma

E.L.

, Jes

us

K.A

., M

aia

L.C

. & C

ácer

es M

.E.S

. (2

013)

Tw

o ne

w sp

ecie

s of R

occe

llace

ae

(Asc

omyc

ota:

Art

honi

ales

) fro

m B

razi

l, w

ith th

e de

scri

ptio

n of

the

new

gen

us

Serg

ipea

. Lic

heno

logi

st 4

5,5:

627-

634.

(IF:

1,1

35)

• Bo

khor

st S

., H

uisk

es A

., A

erts

R.,

Con

vey

P., C

oope

r E.J.

, Dal

en L

., Er

schb

amer

B.,

Gud

mun

dsso

n J.,

H

ofga

ard

A.,

Hol

liste

r R.D

., Jo

hnst

one

J., Jó

nsdó

ttir

I.S.

, Leb

ouvi

er M

., V

an d

e V

ijve

r B

., W

ahre

n C

.H. &

Dor

repa

al

E. (2

013)

Var

iabl

e te

mpe

ratu

re e

ffec

ts o

f O

pen

Top

Cha

mbe

rs a

t pol

ar a

nd a

lpin

e si

tes e

xpla

ined

by

irra

dian

ce a

nd sn

ow

dept

h. G

loba

l Cha

nge

Biol

ogy

19: 6

4-74

. (I

F: 6

,910

) •

Car

valh

eiro

L.G

., K

unin

W.E

., K

eil P

., A

guir

re-G

utié

rrez

J., E

lli, W

.N.,

Fox

R.,

Gro

om Q

., H

enne

kens

S.,

Van

La

nduy

t, W

., M

aes D

., V

an d

e M

eutt

er

F., M

iche

z D

., R

asm

on, P

., O

de B

., Po

tts S

.G.,

Ree

me,

M.,

Rob

erts

S.P

.M.,

Scha

min

é, J.

, Wal

lis d

e V

ries

M.F

. &

Bies

mei

jer J

.C. (

2013

) Spe

cies

rich

ness

decl

ines

and

bio

tic h

omog

enis

atio

n ha

ve sl

owed

dow

n fo

r NW

-Eur

opea

n po

llina

tors

and

pla

nts.

Ecol

ogy

Lett

ers

16,11

: 141

6–14

17. (

IF: 1

7,94

9)•

Ch

ampl

uvie

r D

. (20

13) N

ew a

nd

over

look

ed A

cant

hace

ae ta

xa fr

om

the

Dem

ocra

tic R

epub

lic o

f Con

go (2

): th

e ge

nus J

ustic

ia. P

lant

Eco

logy

and

Ev

olut

ion

146,

1: 95

-120

. htt

p://

dx.d

oi.

org/

10.5

091/

plec

evo.

2013

.715

(IF:

1,19

2)•

Coc

quyt

C.,

Jütt

ner I

. & K

usbe

r W.-H

. (2

013)

Rei

nves

tigat

ion

of W

est A

fric

an

Suri

rella

ceae

(Bac

illar

ioph

yta)

des

crib

ed

by W

oodh

ead

& T

wee

d fr

om S

ierr

a Le

one.

Dia

tom

Res

earc

h 28

,2: 1

21-1

29.

http

://dx

.doi

.org

/10.

1080

/026

924

9X.2

012.

7524

11 (I

F: 0

,750

)•

Coc

quyt

C.,

de H

aan

M. &

Tay

lor J

. (2

013)

Cav

inul

a lil

anda

e (Ba

cilla

riop

hyta

), a

new

dia

tom

spec

ies f

rom

the

Con

go

Basi

n D

iato

m R

esea

rch

28,2

: 157

-163

. ht

tp://

dx.d

oi.o

rg/1

0.10

80/0

2692

49X

.201

2.75

3952

(IF:

0,7

50)

• D

e B

lock

P. &

Vri

jdag

hs A

. (20

13)

Dev

elop

men

t of r

epro

duct

ive

orga

ns in

Can

epho

ra m

adag

asca

riens

is (O

ctot

ropi

deae

- R

ubia

ceae

). Pl

ant

Ecol

ogy

and

Evol

utio

n 14

6,3:

310-

327.

http

://dx

.doi

.org

/10.

5091

/pl

ecev

o.20

13.8

44 (I

F: 1,

192)

• D

egre

ef J.

, Am

alfi

M.,

Dec

ock

C. &

D

emou

lin V

. (20

13).

Two

rare

Pha

llales

re

cord

ed fr

om S

ãoTo

mé.

Cry

ptog

amie

, M

ycol

ogie

34,

1: 3-

13. (

IF: 1

,044

)•

Dia

gre

D. (

2013

) Pur

e sc

ienc

e or

pr

actic

al sc

ienc

e: T

he d

ifficu

lt ch

oice

of

the

Brus

sels

Bot

anic

Gar

den

(1826

-191

4).

Stud

ies i

n th

e H

isto

ry o

f Bio

logy

5,4

: 7-

22.

• D

iede

rich

P.,

Ertz

D.,

Law

rey

J.D.,

Sika

rood

i M. &

Unt

erei

ner W

.A. (

2013

)

Page 32: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

60 — 61De Plantentuin in cijfers

Web

bia

68,1:

67-

71.

• V

erlo

ove

F. (2

013)

New

xen

ophy

tes

from

Gra

n C

anar

ia (C

anar

y is

land

s,

Spai

n), w

ith e

mph

asis

on

natu

raliz

ed

and

(pot

entia

lly) i

nvas

ive

spec

ies.

Col

lect

anea

Bot

anic

a 33

: 59-

82.

• V

erlo

ove

F. (2

013)

Non

-nat

ive

vasc

ular

pla

nts f

rom

Can

ary

Isla

nds

(Spa

in):

Nom

encl

atur

al a

nd ta

xono

mic

al

adju

stm

ents

. Lag

asca

lia 3

3: 19

-35.

• V

erst

raet

e B.

, Jan

ssen

s S.

, Lem

aire

B,

Sm

ets E

. & D

esse

in S

. (20

13)

Phyl

ogen

etic

line

ages

in V

angu

eriea

e (R

ubia

ceae

) ass

ocia

ted

with

Bur

khol

deria

ba

cter

ia in

sub-

Saha

ran

Afr

ica.

A

mer

ican

Jour

nal o

f Bot

any

100,

12: 2

380-

2387

. (IF

: 2,5

86)

• V

erst

raet

e B.

, Jan

ssen

s S.

, Sm

ets

E. &

Des

sein

S. (

2013

) Sym

biot

ic

b-pr

oteo

bact

eria

bey

ond

Legu

mes

: Bu

rkho

lder

ia in

Rub

iace

ae. P

LoS

ON

E 8:

e5

5260

. (IF

: 3,7

30)

• W

etze

l C.E

., V

an d

e V

ijve

r B

., H

offm

ann

L. &

Ect

or L

. (20

13) A

ne

w w

idel

y di

stri

bute

d fr

eshw

ater

Pl

anot

hidi

um sp

ecie

s (Ba

cilla

rioph

yta)

. Ph

ytot

axa

138:

43-

57. h

ttp:

//dx

.doi

.or

g/10

.1164

6/ph

ytot

axa.

138.

1.6 (I

F: 1,

295)

Pub

lica

ties

201

3, in

nat

ion

ale

tijd

schr

ifte

n of

zon

der

peer

-re

view

, met

med

ewer

kers

van

de

Pla

nten

tuin

als

aut

eur

of

coau

teur

• C

ocqu

yt C

. & P

lisni

er P

.-D. (

2013

) Fy

topl

ankt

on u

it he

t tan

gany

ika-

mee

r en

Cho

lera

. Dia

tom

eded

elin

gen

37: 2

7-33

.•

De

Beer

D.,

Rey

nier

s J. &

Sti

eper

aere

H

. (20

13) N

ieuw

e en

inte

ress

ante

mos

sen

in V

laan

dere

n. 2

. Mus

cilla

nea

33: 5

5-62

.

• D

e Be

er D

. & S

tiep

erae

re H

. (2

013)

Pol

ytric

hum

com

mun

e: ee

n no

men

clat

oris

ch k

luw

en. M

usci

llane

a 33

: 32-

36.

• D

e Be

er D

. & V

an d

en B

roec

k D

. (20

13) K

ustv

eget

atie

s in

de

Waa

slan

dhav

en: b

ezoe

k aa

n H

aaso

p te

Be

vere

n (2

5 mei

201

3). M

usci

llane

a 33

: 37

-45.

• D

e M

eyer

e D

. (20

13) D

agtr

ip n

aar

Zw

eden

: Aln

arp,

Tro

llsko

gsvä

gen

&

Vra

ms G

unna

rsto

p. In

: Jaa

rboe

k va

n de

Be

lgis

che

Den

drol

ogis

che

Ver

enig

ing

/ Ann

ales

de

la S

ocié

té B

elge

de

Den

drol

ogie

201

2: 14

9-15

7.•

Frai

ture

A. (

2013

) Myc

enas

trum

coriu

m

(Lyc

oper

dales

) ret

rouv

é en

Bel

giqu

e ap

rès 8

0 an

s d’a

bsen

ce. D

ocum

ents

M

ycol

ogiq

ues.

N.S

. 35:

289-

302.

• Fr

aitu

re A

. & V

ande

rwey

en A

. (2

013)

Les

Puc

cinia

des

Pela

rgon

ium

et

leur

pré

senc

e en

Bel

giqu

e. B

ulle

tin d

e la

So

ciét

é de

s Nat

ural

iste

s lux

embo

urge

ois

114:

27-

34.

• G

eeri

nck

D. (

2013

) Que

lque

s con

sidé-

ratio

ns ta

xono

miq

ues e

t nom

encl

atur

ales

au

suje

t de

végé

taux

pla

ntés

ou

natu

rali-

sés e

n Be

lgiq

ue. T

axon

oman

ia 3

4: 2

-7.

• G

eeri

nck

D. (

2013

) Cat

alog

ue ra

ison

des O

rchi

dace

ae d

u C

ongo

-Kin

shas

a: C

dich

otom

ique

des

esp

èces

de

la R

égio

n So

udan

o-Z

ambé

sienn

e, D

omai

nes

Soud

anie

n et

Zam

bésie

n. T

axon

oman

ia

34: 8

-39.

• G

eeri

nck

D. (

2013

) Pol

émiq

ue

conc

erna

nt la

taxo

nom

ie d

ans l

e ge

nre

afri

cain

Mor

aea

Mill

er (I

ridac

eae)

et s

es

cons

éque

nces

. Tax

onom

ania

34:

40-

41.

• H

oste

I. &

Dia

gre-

Van

derp

elen

D.

(201

3) O

mga

an m

et fl

orav

erva

lsin

g en

ex

oten

in d

e 19

de e

euw

. Van

nat

uurs

tudi

e na

ar n

atuu

rbeh

oud.

Nat

uur.F

ocus

12,3

: 10

3-10

8.

• H

oste

I. (2

013)

Olij

fbom

en, p

alm

en

en tu

ince

ntra

: een

inle

idin

g to

t de

cont

aine

rflor

istie

k. D

umor

tiera

102:

10-1

6.

[htt

p://

ww

w.b

r.fgo

v.be

/DU

MO

RT

IER

A/

DU

M_1

02/D

um_1

02_1

0-16

_con

tain

ers_

Hos

te.p

df]

• H

oste

I. (2

013)

Not

es b

iblio

grap

hiqu

es

sur l

e M

anue

l de

la F

lore

de

Belg

ique

de

F.

Cré

pin

et le

Nou

veau

Man

uel d

e la

Flo

re

de B

elgi

que

et d

es R

égio

ns li

mitr

ophe

s de

J. G

offa

rt. D

umor

tiera

102:

49-

53.

[htt

p://

ww

w.b

r.fgo

v.be

/DU

MO

RT

IER

A/

DU

M_1

02/D

um_1

02_4

9-53

_Cre

pin%

20et

%20

Gof

fart

_Hos

te.p

df]

• L

anat

a F.

, Des

sein

S. &

Nsi

mun

dele

L.

(201

3) T

he ro

le o

f Kis

antu

Bot

anic

al

Gar

den

in b

iodi

vers

ity c

onse

rvat

ion:

a

first

eff

ort t

o su

stai

nabl

y m

anag

e us

eful

pl

ants

of B

as C

ongo

. BG

Jour

nal 1

0,2:

8-1

1.•

Man

gam

bu M

.J.-

D.,

Van

Dig

gele

n R

., M

wan

gam

wan

ga J.

-C.,

Nta

hoba

vuka

H.

& R

obbr

echt

E. (

2012

) Che

ck-l

ist d

es

Ptér

idop

hyte

s de

l’éco

syst

ème

fore

stie

r de

s mon

tagn

es d

u Pa

rc N

atio

nal d

e K

ahuz

i-Bi

ega

à l’E

st d

e la

R.D

Con

go.

Cah

iers

du

Cen

tre

de R

eche

rche

s U

nive

rsita

ires

du

Kiv

u 42

,2: 3

63-3

74.

• Sá

nche

z G

ulló

n E.

& V

erlo

ove

F.

(201

3) N

ew re

cord

s of i

nter

estin

g va

scul

ar p

lant

s (m

ainl

y xe

noph

ytes

) in

the

Iber

ian

Peni

nsul

a. IV

. Fol

ia B

otan

ica

Extr

emad

uren

sis 7

: 29-

34.

• St

iepe

raer

e H

. (20

13) D

e m

osse

n va

n he

t Kem

pisc

h ge

deel

te v

an V

laan

dere

n,

het a

rmst

e en

zuu

rste

ged

eelte

van

het

V

laam

s dis

tric

t 3. D

e m

osse

n va

n ee

n fr

agm

ent v

an h

et o

ude

Buls

kam

pvel

d, d

e G

ulke

Put

ten

(Win

gene

). M

usci

llane

a 33

: 12

-28.

• V

an d

en B

roec

k D

. (20

13) E

en

liche

nolo

gisc

he e

xcur

sie

naar

De

Mos

t te

Bale

n. M

usci

llane

a 33

: 4-7

.•

Van

den

Bro

eck

D. &

Hel

lem

ans

K. (

2013

) Een

lich

enen

excu

rsie

naa

r ee

n st

ukje

van

de

Kal

mth

outs

e H

eide

. M

usci

llane

a 33

: 8-1

1.•

Van

den

Bro

eck

D. (

2013

) Oxn

eria

hu

culic

a, n

ieuw

voo

r de

Belg

isch

e lic

heen

flora

. Dum

ortie

ra 10

3: 49

-50.

• V

an d

en B

roec

k D

., D

iede

rich

P.

& E

rtz

D. (

2013

) Rep

ort o

n tw

o

liche

nolo

gica

l fiel

d m

eetin

gs in

Lu

xem

bour

g in

201

1 and

201

2.

Bulle

tin d

e la

Soc

iété

des

nat

ural

iste

s lu

xem

bour

geoi

s. 11

4: 6

5-76

.•

Ver

loov

e F.

& G

uigg

i A. (

2013

) Som

e ne

w x

enop

hyte

s fro

m F

uert

even

tura

(C

anar

y Is

land

s, S

pain

). Bo

utel

oua

13:

38-4

2.•

Ver

loov

e F.

(201

3) V

erde

r ond

erzo

ek

binn

en h

et g

enus

Rum

ex (P

olyg

onac

eae)

in

Belg

ië. D

umor

tiera

102:

3-9.

• V

erlo

ove

F. (2

013)

Vici

a te

nuifo

lia

subs

p. d

alm

atica

(Fab

acea

e) o

ngem

erkt

in

gebu

rger

d in

Bel

gië

en o

mlig

gend

e ge

bied

en. D

umor

tiera

102:

40-

44.

• V

erlo

ove

F. (2

013)

Het

gen

us C

oton

east

er

(Ros

acea

e) in

het

wild

in B

elgi

ë: e

en v

oor-

lopi

g ov

erzi

cht.

Dum

ortie

ra 10

3: 3-

29.

• V

an d

e V

ijve

r B

. (20

13) W

anne

er e

en

naam

een

wet

ensc

happ

elijk

feit

wor

dt:

een

pers

oonl

ijke

men

ing.

Lip

aris

19:

93-1

00.

Sele

ctie

van

pub

lica

ties

201

3 va

n ho

ofds

tukk

en e

n bo

eken

, m

et m

edew

erke

rs v

an d

e Pl

ante

ntui

n al

s au

teur

of

coau

teur

• B

eau

N.,

Des

sein

S. &

Rob

brec

ht

E. (

eds)

(201

3) A

fric

an P

lant

Div

ersi

ty,

Syst

emat

ics a

nd S

usta

inab

le

Dev

elop

men

t – P

roce

edin

gs o

f the

L. (2

013)

On

som

e Br

azili

an p

lant

s di

stri

bute

d by

Mar

tius i

n 18

27 a

nd

publ

ishe

d by

Col

la in

Her

bari

um

pede

mon

tanu

m -

II. H

arva

rd P

aper

s in

Bota

ny 18

,2: 1

97–2

10.

• de

Mor

aes P

.L.R

., D

e Sm

edt S

., Es

ser

H.J.

, Gal

lagh

er C

. & G

uglie

lmon

e L.

(201

3) O

n so

me

Braz

ilian

pla

nts

dist

ribu

ted

by M

artiu

s in

1827

and

pu

blis

hed

by C

olla

in H

erba

rium

pe

dem

onta

num

- II

I. H

arva

rd P

aper

s in

Bota

ny 18

,2: 2

11-2

23.

• M

uluw

a J.K

., Ey

i Ndo

ng H

., D

egre

ef

J. &

Bos

toen

K. (

2013

) Cha

mpi

gnon

s co

nsom

més

par

les P

ygm

ées d

u G

abon

: an

alys

e lin

guis

tique

des

myc

onym

es

baka

et k

óya.

Afr

ican

a Li

ngui

stic

a 19

: 10

5-13

1.•

Njo

uonk

ou A

.-L.,

Wat

ling

R. &

D

egre

ef J.

(201

3) L

entin

us cy

stid

iatu

s sp.

no

v. (P

olyp

orac

eae)

: an

Afr

ican

lent

inoi

d fu

ngus

with

an

unus

ual c

ombi

natio

n of

bot

h sk

elet

on-l

igat

ive

hyph

ae a

nd

pleu

rocy

stid

ia. P

lant

Eco

logy

and

Ev

olut

ion

146,

2: 2

40-2

45. h

ttp:

//dx

.doi

.or

g/10

.509

1/pl

ecev

o.20

13.79

2 (IF

: 2,5

86)

• N

ovai

s M.H

., W

etze

l C.E

., V

an d

e V

ijve

r B

., M

orai

s M.M

., H

offm

ann

L.

& E

ctor

L. (

2013

) New

spec

ies a

nd n

ew

com

bina

tions

in th

e ge

nus G

eissle

ria

(Bac

illar

ioph

ycea

e). C

rypt

ogam

ie,

Alg

olog

ie 3

4: 11

7-14

8. (I

F: 1,

170)

• Pl

a-R

abes

S.,

Toro

M.,

Van

de

Vij

ver

B.,

Roc

hera

C.,

Cam

acho

A. &

Que

sada

A

. (20

13) S

tabi

lity

and

ende

mic

ity

of b

enth

ic d

iato

m a

ssem

blag

es fr

om

diff

eren

t sub

stra

tes i

n a

mar

itim

e st

ream

in B

yers

Pen

insu

la (L

ivin

gsto

n Is

land

, Ant

arct

ica)

: the

role

of c

limat

e va

riab

ility

. Ant

arct

ic S

cien

ce 2

5: 25

4-26

9. h

ttp:

//dx

.doi

.org

/10.

1017

/S0

9541

0201

2000

922 (

IF: 1

,630

)•

Prik

rylo

vá I.

, Van

hove

M.P

.M.,

Jans

sens

S.B

., Bi

llete

r P.A

. & H

uyse

T.

(201

3) T

iny

wor

ms f

rom

a m

ight

y co

ntin

ent:

Hig

h di

vers

ity a

nd n

ew

phyl

ogen

etic

line

ages

of A

fric

an

mon

ogen

eans

. Mol

ecul

ar P

hylo

gene

tics

and

Evol

utio

n 67

: 43-

52. (

IF: 4

,066

)•

Rob

brec

ht E

. & B

eau

N. (

2013

) Som

e fe

atur

es o

f the

edi

tori

al p

olic

y of

Pla

nt

Ecol

ogy

and

Evol

utio

n, a

nd w

elco

min

g ne

w

mem

bers

of t

he e

dito

rial

team

. Pla

nt

Ecol

ogy

and

Evol

utio

n 14

6,1:

3-4.

htt

p://

dx.d

oi.o

rg/1

0.50

91/p

lece

vo.2

013.

840

(IF:

1,1

92)

• R

oche

ra C

., Fe

rnán

dez-

Val

ient

e E.

, V

an d

e V

ijve

r B

., R

ico

E., T

oro

M.,

Vin

cent

W.F

., Q

uesa

da A

. & C

amac

ho

A. (

2013

) Com

mun

ity st

ruct

ure

and

phot

osyn

thet

ic a

ctiv

ity o

f ben

thic

bi

ofilm

s fro

m a

wat

erfa

ll in

the

mar

itim

e A

ntar

ctic

a. P

olar

Bio

logy

36:

1709

-172

2.

http

://dx

.doi

.org

/10.

1007

/s00

300-

013-

1388

-3 (I

F: 2

,006

)•

Souf

frea

u C

., V

anor

mel

inge

n P.

, Van

de

Vij

ver

B.,

Ishe

va T

., V

erle

yen

E., S

abbe

K

. & V

yver

man

W. (

2013

) Mol

ecul

ar

evid

ence

for d

istin

ct A

ntar

ctic

line

ages

in

the

cosm

opol

itan

terr

estr

ial d

iato

ms

Pinn

ular

ia b

orea

lis a

nd H

antz

schi

a am

phio

xys.

Prot

ist 1

64: 1

01-1

15. h

ttp:

//dx

.doi

.org

/10.

1016

/j.p

rotis

.201

2.04

.001

(I

F: 4

,140)

• Te

hler

A.,

Die

deri

ch P

. & E

rtz

D.

(201

3) P

ropo

sal t

o re

ject

the

nam

e Li

chen

co

nspu

rcat

us (R

occe

llace

ae).

Taxo

n 62

,6:

1334

-133

5. (I

F: 2

,782

)•

Tehl

er A

., Er

tz D

. & Ir

este

dt M

. (2

013)

The

gen

us D

irina

(Roc

cella

ceae

, A

rtho

nial

es) r

evis

ited.

Lic

heno

logi

st 4

5(4)

: 42

7-47

6. (I

F: 1,

135)

• Te

hler

A.,

Ires

tedt

M. &

Ert

z D

. (20

13)

Aus

troro

ccell

a, a

new

frut

icos

e ge

nus i

n th

e fa

mily

Roc

cella

ceae

. The

Bry

olog

ist

116,

2: 16

2-16

8. (I

F: 0

,977

)

• To

sh J.

, Des

sein

S.,

Buer

ki S

., G

roen

inck

x I.,

Mou

ly A

., Br

emer

B.

, Sm

ets E

.F. &

De

Blo

ck P

. (20

13)

Evol

utio

nary

his

tory

of t

he A

fro-

Mad

agas

can

Ixor

a sp

ecie

s (R

ubia

ceae

): sp

ecie

s div

ersi

ficat

ion

and

dist

ribu

tion

of k

ey m

orph

olog

ical

trai

ts in

ferr

ed

from

dat

ed m

olec

ular

phy

loge

netic

tr

ees.

Ann

als o

f Bot

any

112,

9: 17

23-1

742.

ht

tp://

dx.d

oi.o

rg/1

0.10

93/a

ob/m

ct22

2 (I

F: 3

,449

)•

Van

den

Bro

eck

D.,

Apt

root

A. &

Er

tz D

. (20

13) T

hree

new

spec

ies i

n th

e lic

hen

genu

s Picc

olia

(Bia

tore

llace

ae,

liche

nize

d A

scom

ycot

a) fr

om th

e Pa

laeo

trop

ics.

Plan

t Eco

logy

and

Ev

olut

ion

146,

3: 38

4-38

8. h

ttp:

//dx

.doi

.or

g/10

.509

1/pl

ecev

o.20

13.9

06 (I

F: 1,

192)

• V

an d

er P

utte

n N

., V

erbr

ugge

n C

., A

lexa

nder

son

H.,

Björ

ck S

. & V

an d

e V

ijve

r B

. (20

13) P

ostg

laci

al se

dim

enta

ry

and

geom

orph

olog

ical

evo

lutio

n of

a

smal

l sub

-Ant

arct

ic fj

ord

land

scap

e,

Stro

mne

ss B

ay, S

outh

Geo

rgia

. Ant

arct

ic

Scie

nce

25,3

: 409

-419

. htt

p://

dx.d

oi.

org/

10.10

17/S

0954

1020

1200

0880

(IF:

1,6

30)

• V

an d

e V

ijve

r B

., C

ocqu

yt C

., de

H

aan

M.,

Kop

alov

á K

. & Z

idar

ova

R.

(201

3) T

he g

enus

Sur

irella

(Bac

illar

ioph

yta)

in

the

sub-

Ant

artic

and

mar

itim

e A

ntar

tic re

gion

. Dia

tom

Res

earc

h 28

,1:

93-1

08. h

ttp:

//dx

.doi

.org

/10.

1080

/026

9249

X.2

012.

7399

75 (I

F: 0

,750

)•

Van

de

Vij

ver

B. &

Cox

E.J.

(201

3)

New

and

inte

rest

ing

smal

l-ce

lled

navi

culo

id d

iato

ms (

Bacil

lario

phyc

eae)

fr

om a

lava

tube

cav

e on

Ile

Am

ster

dam

(T

AA

F, S

outh

ern

Indi

an O

cean

). C

rypt

ogam

ie, A

lgol

ogie

34,

1: 37

-47.

http

://dx

.doi

.org

/10.

7872

/cry

a.v3

4.is

s1.2

013.

37 (I

F: 1,

170)

• V

an d

e V

ijve

r B

., Ja

rlm

an A

., de

Haa

n M

. & C

ompè

re P

. (20

13) T

he

ultr

astr

uctu

re o

f Gom

phon

ema

augu

r and

G

omph

onem

a ga

utier

i (Ba

cilla

rioph

yta)

. C

rypt

ogam

ie, A

lgol

ogie

34,

2: 10

3-11

6.

http

://dx

.doi

.org

/10.

782/

crya

.v34

.is

s2.2

013.

103 (

IF: 1

,170)

• V

an d

e V

ijve

r B

., K

opal

ová

K.,

Zid

arov

a R

. & C

ox E

.J. (2

013)

New

and

in

tere

stin

g sm

all-

celle

d na

vicu

loid

di

atom

s (Ba

cilla

rioph

yta)

from

the

Mar

itim

e A

ntar

ctic

Reg

ion.

Nov

a H

edw

igia

97,

1-2:

189-

208.

htt

p://

dx.d

oi.

org/

10.11

27/0

029-

5035

/201

3/01

01 (I

F:

0,80

9)•

Van

de

Vij

ver

B.,

Mor

avco

vá A

., K

usbe

r W.-H

. & N

eust

upa

J. (2

013)

A

naly

sis o

f the

type

mat

eria

l of

Pinn

ular

ia d

iver

gent

issim

a (G

runo

w in

Van

H

eurc

k) C

leve

(Bac

illar

ioph

ycea

e). F

otte

a 13

,1: 1-

14. h

ttp:

//fo

ttea

.cze

chph

ycol

ogy.

cz/_

cont

ents

/F13

-1-2

013-

01.p

df (I

F: 1,

372)

• V

an d

e V

ijve

r B

., W

etze

l C.,

Kop

alov

á K

., Z

idar

ova

R. &

Ect

or L

. (2

013)

Ana

lysi

s of t

he ty

pe m

ater

ial o

f A

chna

nthi

dium

lanc

eola

tum

(Bac

illar

ioph

yta)

Br

ébis

son

ex. K

ützi

ng w

ith th

e de

scri

ptio

n of

two

new

Pla

noth

idiu

m

spec

ies f

rom

the

Ant

arct

ic R

egio

n.

Fott

ea 13

,2: 1

05-1

17. h

ttp:

//fo

ttea

.cz

echp

hyco

logy

.cz/

_con

tent

s/F1

3-2-

2013

-02.

pdf (

IF: 1

,372

)•

Van

Ros

sum

F.,

Ver

eeck

en N

.J.,

Bréd

at E

. & M

iche

z D

. (20

13) P

olle

n di

sper

sal a

nd fr

uit p

rodu

ctio

n in

Va

ccin

ium

oxyc

occo

s, an

d co

mpa

riso

n w

ith

its sy

mpa

tric

con

gene

r V. u

ligin

osum

. Pl

ant B

iolo

gy 15

: 344

-352

. (IF

: 2,3

20)

• V

erlo

ove

F. (2

013)

A n

ew c

ombi

natio

n in

Oxy

basis

(Am

aran

thac

eae)

. New

Jour

nal

of B

otan

y 3,

1: 59

-60.

• V

erlo

ove

F. &

Mes

terh

ázy

A. (

2013

) C

yper

us g

labe

r L. (

Cyp

erac

eae)

, an

enig

mat

ic sp

ecie

s “ne

w” t

o Sp

ain.

Page 33: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

62 — 63De Plantentuin in cijfers

ww

w.p

ro-i

bios

pher

e.eu

/new

s/43

95_

reco

mm

enda

tions

%20

on%

20ho

w%

20to

%20

mov

e%20

the%

20na

min

g%20

of%

20or

gani

sms%

20fr

om%

20pa

per%

20an

d%20

on%

20to

%20

the%

20in

tern

et/

• K

lebe

r J.

& E

s K

. (20

13)

Ond

erzo

eken

d le

ren,

Nee

rsla

g va

n 3 j

aar

INQ

UIR

E-pr

ojec

t voo

r lee

rkra

chte

n en

ed

ucat

oren

in d

e N

atio

nale

Pla

nten

tuin

van

Belg

ië, M

eise

38

p.

• V

ande

rbor

ght T

. (20

13) –

Nat

iona

l Bo

tani

c G

arde

n of

Bel

gium

, Lis

t of S

eeds

- 2

013:

vers

ion

PDF.

• V

an d

e V

ijve

r B

. (20

13) 4

th N

VK

D

Taxo

nom

ic W

orks

hop.

Fra

gila

rioi

d di

atom

s – a

dditi

onal

not

es. C

ours

eboo

k.

71 p

.

Het

Pla

nten

tuin

team

• A

bdou

l Kad

er F

ofan

a C

heik

h•

Abi

d K

enza

• A

llem

eers

ch L

uc•

Am

alfi

Mar

io•

Ass

elm

an S

abri

na•

Aus

loos

Ger

t•

Baer

t Wim

• Ba

lling

s Pet

ra•

Beau

Nat

acha

• Be

bwa

Bagu

ma

Nes

tor

• Be

llang

er S

ven

• Be

llefr

oid

Elke

• Bo

ckst

ael P

atri

ck•

Boga

erts

Ann

• Bo

rrem

ans P

aul

• Br

ouw

ers E

rwin

• C

aluw

aert

s Hild

a•

Cam

mae

rts T

hom

as•

Cas

saer

Ron

ny•

Cha

rave

l Val

érie

• C

lary

sse

Kat

rien

• C

laus

Lili

ane

• C

nop

Ron

y•

Coc

quyt

Chr

istin

e•

Cre

mer

s Stij

n

• D

’Hon

dt F

rank

• D

arde

nne

Chr

iste

l•

De

Back

er R

ita•

De

Bloc

k Pe

tra

• D

e Bo

ndt H

endr

ik•

De

Bond

t Lee

n•

De

Buys

er W

illia

m•

De

Cos

ter A

n•

De

Gro

ote

Ann

e•

de H

aan

Myr

iam

• D

e Jo

nge

Ger

rit

• D

e K

esel

And

ré•

De

Med

ts S

teve

• D

e M

eete

r Ivo

• D

e M

eete

r Nik

o•

De

Mey

er F

rank

• D

e M

eyer

e D

irk•

De

Pauw

Kev

in•

De

Smed

t Sofi

e•

De

Wit

Mar

ie-H

élèn

e•

Dec

ock

Mar

leen

• D

egre

ef Jé

rôm

e•

Deh

erto

gh D

avy

• D

elco

igne

Dap

hne

• D

enis

Ala

in

Pers

onee

l en

jobs

tude

nten

• D

erae

t Nan

cy•

Der

amm

elae

re S

tijn

• D

eryc

ke M

arle

en•

Des

sein

Ste

ven

• D

iagr

e D

enis

• D

ubro

ca Y

ael

• En

gled

ow H

enry

• Er

tz D

amie

n•

Es K

oen

• Es

sele

ns H

ans

• Et

ienn

e C

hris

toph

e•

Fabr

i Rég

ine

• Fa

ict S

amue

l•

Fern

ande

z A

nton

io•

Four

man

ois F

rédé

ric

• Fr

aitu

re A

ndré

• Fr

anck

Pie

ter

• G

allu

ccio

Mic

hele

• G

erst

man

s Cyr

ille

• G

heys

Rud

y•

Ghi

js D

imitr

i•

God

efro

id S

andr

ine

• G

room

Que

ntin

• H

anqu

art N

icol

e•

Han

ssen

s Fra

ncis

• H

eche

lski

Mar

ie•

Hey

vaer

t Kar

in•

Hey

vaer

t Lou

isa

Mar

ia•

Hid

vegi

Fra

nck

• H

onor

é Ja

cque

line

• H

oste

Ivan

• H

oudm

ont K

arel

• H

uybe

rech

ts S

onja

• In

chev

a D

iana

• Ja

nsse

ns M

arin

a•

Jans

sens

Ste

ven

• Jo

spin

Xav

ier

• K

aïss

oum

i Abd

enna

bi•

Kin

t Ott

o•

Kle

ber J

utta

• K

opal

ová

Kat

erin

a•

Kos

olos

ky C

hris

tine

• La

chen

aud

Oliv

ier

• La

enen

Luc

• La

haye

Cha

ntal

• La

nata

Fra

nces

ca•

Lanc

kman

s Pet

er•

Lani

n Li

eve

• La

nin

Myr

iam

• La

nin

Pete

r•

Le P

ajol

ec S

arah

• Le

keux

Hub

ert

• Le

yman

Viv

iane

• Li

ps A

xel

• Li

ps Ji

mm

y•

Loec

kx Y

entl

• Lo

over

ie M

arle

en•

Mae

rten

Chr

isto

phe

• M

agot

teau

x D

enis

• M

amdy

Gui

llaum

e•

Man

gam

bu-M

okos

o Je

an d

e D

ieu

• M

ato

Kel

enda

Bib

iche

• M

erte

ns M

iche

line

• M

omba

erts

Mar

ijke

• M

oort

gat N

iels

• M

oyso

n Jo

zef

• N

diri

tu G

eorg

e•

Nto

re S

alva

tor

• O

hani

an A

ren

• O

rban

Phi

lippe

• Pe

eter

s Kat

arin

a•

Peet

ers M

arc

• Po

stm

a Su

san

• Pu

tten

aers

Myr

iam

• R

aspé

Oliv

ier

• R

eubr

echt

Guy

• R

euse

ns D

irk•

Rey

nder

s Mar

c•

Rob

bere

chts

Jean

• R

ombo

ut P

atri

ck•

Ron

se A

nne

• R

yken

Els

• Sa

eys W

im•

Salm

on G

érau

d•

Scha

illée

Dav

id•

Sche

ers E

lke

XIX

th A

ETFA

T C

ongr

ess,

hel

d at

A

ntan

anar

ivo,

Mad

agas

car,

26–3

0 A

pril

2010

. Scr

ipta

Bot

anic

a Be

lgic

a 50

. Mei

se,

Nat

iona

l Bot

anic

Gar

den

of B

elgi

um.

• D

e M

eyer

e D

. (ed

.) (2

013)

Bel

gisc

he

Den

drol

ogie

Bel

ge 2

012.

Jaar

boek

van

de

Belg

isch

e D

endr

olog

isch

e V

eren

igin

g / A

nnal

es d

e la

Soc

iété

Bel

ge d

e D

endr

olog

ie. 1

74 p

.•

De

Mey

ere

D. (

2013

) Den

drol

ogis

che

notit

ies:

Nat

iona

le P

lant

entu

in,

Mei

se. I

n: Ja

arbo

ek v

an d

e Be

lgis

che

Den

drol

ogis

che

Ver

enig

ing

/ Ann

ales

de

la S

ocié

té B

elge

de

Den

drol

ogie

201

2:

88-9

2.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) Bo

mm

er C

harle

s (Br

uxel

les,

1814

[sic

, i.e

. 186

6] -

Brux

elle

s, 18

38 [s

ic, i

.e. 1

938]

). In

: Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.) D

ictio

nnai

re

d’hi

stoi

re d

e Br

uxel

les:

104.

Bru

xelle

s,

Éditi

ons P

roso

pon.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13)

Bom

mer

Jean

Édo

uard

(Bru

xelle

s, 18

29 -

Brux

elle

s, 18

95).

In: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Bru

xelle

s: 10

4.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) Bo

tani

que

de B

ruxe

lles,

Jard

in. I

n: S

erge

Ja

umai

n (d

ir.) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Br

uxel

les:

110.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13)

Brés

iers

Fra

nçoi

s (H

obok

en, 1

777

- Sc

haer

beek

, 184

4). I

n: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de

Brux

elle

s: 12

1.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) C

répi

n Fr

anço

is (R

oche

fort

, 183

1 -

Brux

elle

s, 19

03).

In: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Bru

xelle

s: 20

3.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) D

e W

ildem

an É

mile

(Sai

nt-J

osse

-ten

-N

oode

, 186

6 - B

ruxe

lles,

1947

). In

: Ser

ge

Jaum

ain

(dir.

) Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de

Brux

elle

s: 27

0.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13)

Dra

piez

Pie

rre-

Aug

uste

(Lill

e, 17

78 -

Brux

elle

s, 18

56).

In: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Bru

xelle

s: 28

0-28

1.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) D

upon

t Édo

uard

(Din

ant,

1841

- C

anne

s,

Fran

ce, 1

911).

In: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Bru

xelle

s: 28

7.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) D

uran

d T

héop

hile

(Sai

nt-J

osse

-te

n-N

oode

, 185

5 - S

aint

-Jos

se-t

en-

Noo

de, 1

912)

. In:

Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.)

Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de B

ruxe

lles:

288.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13)

Erre

ra L

éo-A

bram

(Lae

ken,

1858

- U

ccle

, 190

5). I

n: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Bru

xelle

s: 30

5.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) Fu

nck

Nic

olas

(Lux

embo

urg,

G

rand

-Duc

hé d

e Lu

xem

bour

g, 18

16

- Lux

embo

urg,

Gra

nd-D

uché

de

Luxe

mbo

urg,

1896

). In

: Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.) D

ictio

nnai

re d

’his

toir

e de

Br

uxel

les:

350.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13)

Gal

eott

i Hen

ri (V

ersa

illes

, Fra

nce,

1814

- Br

uxel

les,

1858

). In

: Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.)

Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de B

ruxe

lles:

354.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13) K

ick

Jean

(Bru

xelle

s, 17

75 -

Brux

elle

s, 18

31).

In: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) Dic

tionn

aire

d’

hist

oire

de

Brux

elle

s: 46

7.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) Li

nden

Jean

-Jul

es (L

uxem

bour

g,

Gra

nd-D

uché

de

Luxe

mbo

urg,

1817

-B

ruxe

lles,

1898

). In

: Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.)

Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de B

ruxe

lles:

502.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13)

Mus

eum

et I

nstit

ut ro

yal d

es sc

ienc

es

natu

relle

s. In

: Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.)

Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de B

ruxe

lles:

573.

• D

iagr

e-V

ande

rpel

en D

. (20

13) P

iré

Loui

s (Br

uxel

les,

1827

- Ix

elle

s, 18

87).

In: S

erge

Jaum

ain

(dir.

) Dic

tionn

aire

d’

hist

oire

de

Brux

elle

s: 62

6.•

Dia

gre-

Van

derp

elen

D. (

2013

) Zoo

de

Bru

xelle

s. In

: Ser

ge Ja

umai

n (d

ir.)

Dic

tionn

aire

d’h

isto

ire

de B

ruxe

lles:

895.

• Fa

bri R

. (20

13) J

ean

Léon

ard

(1920

-20

13),

cofo

ndat

eur e

t che

ville

ouv

rièr

e de

l’AET

FAT.

Scr

ipta

Bot

anic

a Be

lgic

a 50

: 417

.•

Frai

ture

A. &

Alp

ago

Nov

ello

L.

(201

3) À

pro

pos d

e l’o

bser

vatio

n de

St

epha

nosp

ora

chile

nsis

en It

alie

. Scr

ipta

Bo

tani

ca B

elgi

ca 5

1: 13

-16.

• Fr

aitu

re A

. (20

13) S

ynop

sis d

u ge

nre

Lind

tner

ia. S

crip

ta b

otan

ica

Belg

ica

51:

17-3

8.•

Frai

ture

A. (

ed.)

(201

3)

Rus

sula

les-

2010

– P

roce

edin

gs o

f the

co

ngre

ss h

eld

in M

asse

mbr

e (B

elgi

um)

7-12

Sep

tem

bre

2010

. Act

es d

u co

ngrè

s or

gani

sé à

Mas

sem

bre

(Bel

giqu

e) le

s 7-1

2 Se

ptem

bre

2010

. Scr

ipta

Bot

anic

a Be

lgic

a 51

. Mei

se, N

atio

nal B

otan

ic G

arde

n of

Be

lgiu

m. 2

07 p

.•

Gee

rinc

k D

. & L

ecle

rcq

C. (

2013

) A

perç

u de

s arb

res r

emar

quab

les d

e la

gion

bru

xello

ise

– Pr

ésen

t pas

sé e

t av

enir.

In: L

e Pa

trim

oine

écr

it no

tre

hist

oire

. Bru

xelle

s Pat

rim

oine

s, H

ors S

ér.,

2013

: 231

-235

.•

Gee

rinc

k D

. & L

ecle

rcq

C. (

2013

) O

pmer

kelij

ke b

omen

in h

et B

russ

els

Gew

est –

Ver

lede

n, h

eden

toek

omst

. In:

H

et E

rfgo

ed sc

hrijf

t onz

e ge

schi

eden

is.

Erfg

oed

Brus

sel,

extr

a nr

., 20

13: 2

31-2

35.

• L

ache

nau

d O

., D

rois

sart

V.,

Des

sein

S.

, Sté

vart

T.,

Sim

o M

., Le

mai

re B

., Ta

edou

mg

H. &

Son

ké B

. (20

13) N

ew

reco

rds f

or th

e flo

ra o

f Cam

eroo

n,

incl

udin

g a

new

spec

ies o

f Psy

chot

ria

(Rub

iace

ae) a

nd ra

nge

exte

nsio

ns fo

r som

e ra

re sp

ecie

s. Sc

ript

a Bo

tani

ca B

elgi

ca

50: 3

04-3

16. [

Rep

ublis

hed

from

: Pla

nt

Ecol

ogy

and

Evol

utio

n 14

6,1:

121-

133.

]

Sele

ctie

van

rap

port

en

2013

, met

med

ewer

kers

van

de

Pla

nten

tuin

als

aut

eur

of

coau

teur

• A

gost

i D.,

Cat

apan

o T.

, Cor

a J.,

Gün

tsch

A

., G

room

Q.,

Hag

edor

n G

., K

irkup

D

., M

ackl

in J.

, Mie

tche

n D

., M

iller

J.,

Rob

M.,

Pato

n A

., Pe

nev

L., D

avid

P. &

Si

erra

S. (

2013

) Rep

ort o

n th

e st

ate

and

qual

ity o

f bio

syst

emat

ics d

ocum

ents

an

d su

rvey

repo

rts.

Figs

hare

. EU

Se

vent

h Fr

amew

ork

prog

ram

me

Pro-

iBio

sphe

re, h

ttp:

//dx

.doi

.org

/10.

6084

/m

9.fig

shar

e.79

0726

• Br

omle

y G

., R

egan

E.,

Kap

elar

i S.,

Dill

on

J., V

ergo

u A

., W

illis

on J.

, Bon

omi C

., E

s K

. & K

lebe

r J.

(201

3) T

he IN

QU

IRE

Cou

rse

Man

ual,

Nat

iona

l Bot

anic

Gar

den

of B

elgi

um, T

he IN

QU

IRE

proj

ect,

Mei

se, B

elgi

um 6

9 p.

Gro

om Q

., A

gost

i D.,

Gün

tsch

A.,

Hov

enka

mp

P., K

ralt

E., M

ietc

hen

D.,

Pato

n A

. & S

ierr

a S.

(201

3) T

he

Use

of e

-Too

ls a

mon

g Pr

oduc

ers o

f Ta

xono

mic

Kno

wle

dge.

Fig

shar

e. E

U

Seve

nth

Fram

ewor

k pr

ogra

mm

e Pr

o-iB

iosp

here

, htt

p://

dx.d

oi.o

rg/1

0.60

84/

m9.

figsh

are.

7857

38•

Gro

om Q

. & A

gost

i D. (

2013

) Tak

ing

the

data

out

of p

aper

. EU

-BO

N

New

slet

ter O

nlin

e pu

blic

atio

n: h

ttp:

//w

ww

.eub

on.e

u/ne

ws/

1051

6_ta

king

-the

-da

ta-o

ut-o

f-pa

per/

• G

room

Q. (

2013

) Rec

omm

enda

tions

on

how

to m

ove

the

nam

ing

of o

rgan

ism

s fr

om p

aper

and

on

to th

e In

tern

et.

pro-

iBio

sphe

re N

ewsl

ette

r htt

p://

Page 34: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

64 — 65De Plantentuin in cijfers

• K

eres

dedj

ian

And

rée

• K

ozlo

ski E

lisab

eth

• Le

com

te Jo

• Li

pper

t Maï

a•

Loka

di L

a K

embe

Hya

ngo

Val

ère

• M

aes B

art

• M

ager

Ger

trud

e•

Mar

ivoe

t Jos

• M

igno

let V

inci

ane

• M

igue

l Gám

iz B

eatr

iz•

Min

ost C

lair

e•

Moe

sen

Piet

• Pe

eter

s Hen

rica

• Pu

tman

Did

ier

• Pu

ttem

ans B

arba

ra•

Ray

Ann

e•

Ros

e N

atha

lie•

Sala

zar R

enal

do•

Sani

n R

obay

o D

avid

• Sa

sson

Dia

ne•

Sche

ers P

atri

cia

• Sc

heib

a R

ia•

Scho

tte

Mar

leen

• Se

mer

ia C

laud

ia•

Shut

t Ric

hard

• Sp

eeck

aert

Cla

udin

e

• St

erck

x M

arie

-Lou

ise

• St

rack

Van

Sch

ijnde

l Maa

rten

• Su

tter

man

Mar

ina

• Sw

ynco

p M

urië

l•

Tack

Flo

rent

• Ta

nase

Ionu

t•

Thi

elem

ans L

ea•

Thi

elem

ans M

arc

• V

alle

s Mar

ia•

Van

Asc

h So

lang

e•

Van

Ass

che

Hild

e•

Van

Bue

ren

Ger

d•

Van

Cap

elle

n G

isèl

e•

Van

De

Cas

teel

e G

eert

rui

• V

an d

er S

trae

ten

Els

• V

an R

osse

m M

ieke

• V

ande

loo

Rita

• V

erlin

den

Hug

o•

Ver

swyv

el M

yria

m•

Viv

ek R

ao•

Viv

igni

s Pat

rick

• W

agem

ans M

iel

• W

agem

ans P

hilip

• W

ens M

oniq

ue•

Wür

sten

Bar

t

Onb

ezol

dig

de w

eten

sch

appe

lijk

e m

edew

erke

rs

• Bi

lliet

Fri

eda

• C

ham

pluv

ier D

omin

ique

• C

ompè

re P

ierr

e•

Gee

rinc

k D

anie

l•

Jans

sens

Tho

mas

• Jo

ngki

nd C

arel

• M

alai

sse

Fran

çois

• Pa

uwel

s Luc

• R

amm

eloo

Jan

• R

obbr

echt

Elm

ar

• Sa

nín

Dav

id•

Shar

p C

athy

• So

nké

Bona

vent

ure

• So

tiaux

And

ré•

Tari

q St

évar

t•

Stie

pera

ere

Her

man

• V

ande

rwey

en A

rthu

r•

Van

heck

e Le

o•

Ver

stra

ete

Brec

ht•

Vri

jdag

hs A

lexa

nder

Plan

tent

uin

Mei

se

in ee

n no

tend

op

• Sc

hoem

aker

Eri

ka•

Scho

evae

rts J

ohan

• Sc

huer

man

Rie

t•

Serg

eant

Rol

and

• So

sef M

arc

• Sp

elie

rs W

im•

Step

pe E

ric

• St

offe

len

Piet

• St

uer B

enoî

t•

Swae

rts D

anie

l•

Tave

rnie

r Will

y•

Telk

a Br

ando

n•

Telk

a D

omin

ique

• T

hiel

eman

s Tom

• T

illey

Maa

rten

• Ty

tens

Lili

ane

• V

an B

elle

Fer

nand

• V

an C

aeke

nber

ghe

Fran

k•

Van

Cam

penh

out G

eert

• V

an D

e K

erck

hove

Om

er•

Van

de

Vijv

er B

art

• V

an d

e V

yver

Ann

• V

an d

en B

orre

Jero

en•

Van

Den

Bro

eck

Dri

es•

Van

den

Bro

eck

Mar

ia•

Van

Den

Moo

rtel

Jean

• V

an d

en T

roos

t Ger

y•

Van

der

Bee

ten

Iris

• V

an d

er Je

ugd

Cel

ien

• V

an d

er Je

ugd

Mic

hael

• V

an d

er P

lass

che

Thi

erry

• V

an E

eckh

oudt

Joze

f•

Van

Eec

khou

dt K

evin

• V

an E

eckh

oudt

Luc

ienn

e•

Van

Eec

khou

dt R

ita•

Van

Gijs

eghe

m Je

anni

ne•

Van

Gom

pel J

ulie

• V

an G

rim

berg

en D

iete

r•

Van

Ham

me

Luci

enne

• V

an H

erp

Ani

ta•

Van

Her

p M

arc

• V

an H

erp

Mic

hiel

• V

an H

ove

Siem

en•

Van

Hoy

e M

anon

• V

an H

umbe

eck

Joze

f•

Van

Hum

beec

k Li

nda

• V

an L

aeth

em S

teve

n•

Van

Ona

cker

Jean

• V

an O

psta

l Jan

• V

an O

ssel

Anj

a•

Van

Pae

sche

n Bé

nédi

cte

• V

an R

ente

rghe

m K

oen

• V

an R

iet L

aure

ns•

Van

Ros

sum

Fab

ienn

e•

Van

wal

Rita

• V

an W

ambe

ke P

aul

• V

ande

look

Fili

p•

Van

derb

orgh

t Thi

erry

• V

ande

rstr

aete

n D

irk•

Van

win

ghe

Petr

a•

Vek

ens O

dett

e•

Ver

dick

t Joz

ef•

Ver

dick

t Nat

halie

• V

erdo

nck

Car

ina

• V

eris

sim

o Pe

reir

a N

uno

• V

erlin

den

Kev

in•

Ver

linde

n W

illy

• V

erlo

ove

Filip

• V

erm

eerb

erge

n Jo

chen

• V

erm

eers

ch B

art

• V

ersa

en F

ranç

ois

• V

ersa

en Il

se•

Ver

schu

eren

Alic

e•

Vle

min

ckx

Kev

in•

Vle

min

ckx

Sabi

ne•

Vlo

eber

ghen

Jose

ph•

Wet

s Rut

ger

• W

illem

s Ste

faan

• W

ürst

en B

art

• Ya

man

i Kam

al•

Zem

agho

Lis

e•

Zer

ard

Car

ine

• Z

ucka

Ser

ge

Gid

sen

• Ba

illy

Fran

cine

• Be

nit D

anie

lle•

De

Coc

k M

aria

nne

• D

e C

uype

r Jef

• D

e V

rien

dt F

ranc

is•

Gee

rnae

rt In

ge•

Koz

losk

i Elis

abet

h •

Proo

st A

lida

• Si

lver

ans M

iche

l•

Tallo

en P

aul

• Ta

vern

ier P

atri

ck

• T

hiel

eman

s Kat

inka

• V

an A

cole

yen

Rog

er•

Van

Con

kelb

erge

Luc

• V

an d

en B

roec

k M

artin

e•

Van

derh

erte

n Fr

ank

• V

an d

e V

ijver

Mar

tine

• va

n Li

dth

Béné

dict

e•

Ver

schu

eren

Fra

ns

• W

ayem

berg

h Li

sian

e•

Wym

eers

ch M

iet

Vri

jwil

lige

rs

• A

dam

s An

• A

pari

cio

Teje

rina

Osc

ar•

Baill

y Fr

anci

ne•

Bas O

sman

• Ba

stin

Dom

iniq

ue•

Belm

ans L

ucie

• Be

rckx

Mie

ke•

Bock

stae

l Ann

ie•

Bout

et D

idie

r•

Boyk

er V

icto

r•

Buel

ens L

uc•

Cam

mae

rts L

iset

te•

Cap

pelle

man

Ingr

id•

Cha

shan

ovsk

i Zvi

• C

laes

Phi

lippe

• C

laes

sens

Alfo

ns•

Coe

n M

arie

-Lau

re•

Con

nrot

Cla

ire

• C

uvry

Bru

no•

De

Beer

Dirk

• de

Bor

man

San

drin

e•

De

Coc

k M

aria

nne

• de

Con

inck

Han

s•

De

Cuy

per J

osep

hus

• D

e M

eute

r Pas

cale

• D

e Pr

aete

re C

laud

e•

De

Smet

Fra

nçoi

se•

De

Wit

Dan

iël

• D

ehae

s Mim

i•

Del

eu A

nn•

Del

ière

San

dra

• D

evol

der C

hris

• D

outr

elep

ont H

ugue

s•

Dub

ois T

inne

• D

umon

t Ann

e-M

arie

• D

uran

t Dan

iël

• Ex

stee

n W

alte

r•

Eyke

ns Jo

s•

Fabr

é Li

sett

e•

Ghe

ysen

s Lie

ve•

Goo

ssen

s Flo

rent

• H

ardi

ng S

teve

n•

Hor

ions

Chr

is•

Hou

ben

Gui

do•

Hue

t Dim

itri

• H

uria

ux T

hier

ry•

Jaco

bs L

udo

• Je

ssen

Geo

rget

te

Een

Plan

tent

uin

met

een

rijk

e ges

chie

deni

s…D

e ge

schi

eden

is v

an P

lant

entu

in M

eise

gaa

t ter

ug to

t 179

6. D

aarm

ee is

de

inst

ellin

g ou

der d

an

het k

onin

krijk

Bel

gië

en h

ebbe

n w

e du

s al

mee

r da

n tw

ee e

euw

en e

rvar

ing

met

pla

nten

. De

Plan

tent

uin

omva

t 92

hec

tare

n m

et h

eel w

at h

isto

risc

he g

ebou

wen

, waa

rond

er e

en k

aste

el

met

een

tore

n ui

t de

12de

eeu

w.

Met

uni

eke c

olle

ctie

s…D

e Pl

ante

ntui

n he

eft e

en g

root

her

bari

um m

et o

ngev

eer

vier

milj

oen

spec

imen

s w

aaro

nder

he

t gro

otst

e ro

zenh

erba

rium

ter

wer

eld

en b

elan

grijk

e hi

stor

isch

e co

llect

ies

uit B

razi

lië e

n M

idde

n-A

frik

a. D

e Pl

ante

ntui

n he

eft o

ok e

en b

otan

isch

e bi

blio

thee

k m

et m

eer d

an 2

00.0

00

wer

ken,

met

pub

licat

ies v

an d

e 15

de e

euw

tot v

anda

ag.

Met

de m

issi

e om

pla

nten

te b

ewar

en v

oor d

e toe

kom

st…

De

Plan

tent

uin

bew

aart

mee

r da

n 18

.000

ver

schi

llend

e so

orte

n le

vend

e pl

ante

n, w

aaro

n-de

r ve

rsch

illen

de b

edre

igde

soo

rten

, zoa

ls d

e La

uren

tpal

mva

ren

(Enc

epha

lart

os la

uren

tianu

s).

Daa

rnaa

st is

er

een

inte

rnat

iona

al e

rken

de z

aden

bank

met

ond

er a

nder

e za

den

van

talr

ijke

wild

e bo

onso

orte

n.

Om

pla

nten

en fu

ngi t

e bes

tude

ren.

..D

e ac

tivite

iten

van

onze

wet

ensc

happ

ers

om d

e di

vers

iteit

van

plan

ten,

pad

dens

toel

en e

n w

iere

n in

kaa

rt te

bre

ngen

en

te b

estu

dere

n, b

estr

ijken

de

hele

wer

eld,

van

Ant

arct

ica

tot d

e re

genw

oude

n va

n C

ongo

. Het

wet

ensc

happ

elijk

wer

k sp

itst z

ich

toe

op e

en c

orre

cte

en w

e-te

nsch

appe

lijke

iden

tifica

tie v

an p

lant

enso

orte

n. W

at z

ijn d

e ke

nmer

ken

van

een

soor

t? H

oe-

veel

soor

ten

zijn

er?

Hoe

kun

nen

we

soor

ten

van

elka

ar o

nder

sche

iden

? Zon

der a

ntw

oord

en

op d

eze

fund

amen

tele

vra

gen

kan

geen

enk

ele

econ

omis

che

activ

iteit

geba

seer

d op

pla

nten

of

van

pla

nten

afg

elei

de p

rodu

cten

pla

atsv

inde

n. H

et k

enne

n va

n de

wet

ensc

happ

elijk

e na

am

van

een

soor

t is d

e sl

eute

l om

alle

info

rmat

ie o

ver d

ie so

ort t

e on

tslu

iten.

Ee

n co

rrec

te id

entifi

catie

hel

pt b

ijvoo

rbee

ld o

m g

iftig

e so

orte

n te

ond

ersc

heid

en v

an a

an-

verw

ante

med

icin

ale

plan

ten

of o

m b

edre

igde

soo

rten

te id

entifi

cere

n di

e no

od h

ebbe

n aa

n be

sche

rmin

gsm

aatr

egel

en.

Om

ken

nis o

ver p

lant

en te

ver

spre

iden

...Ja

arlij

ks b

ezoe

ken

onge

veer

100.

000

men

sen

de P

lant

entu

in. D

e m

eest

e be

zoek

ers

kenn

en

voor

al d

e pl

ante

nver

zam

elin

gen

en d

e se

rres

, maa

r er

is n

atuu

rlijk

vee

l mee

r. O

nze

wet

en-

scha

pper

s de

len

met

pas

sie

en e

ntho

usia

sme

hun

kenn

is m

et h

et p

ublie

k. D

e Pl

ante

ntui

n on

twik

keld

e ee

n he

le re

eks i

nstr

umen

ten

om d

e ke

nnis

ove

r pla

nten

zo

effic

iënt

mog

elijk

te

vers

prei

den

en o

m h

et p

ublie

k be

wus

t te

mak

en v

an d

e no

odza

ak v

an p

lant

enco

nser

vatie

. O

nze

web

site

ww

w.p

lant

entu

inm

eise

.be

geef

t een

ove

rzic

ht v

an d

e hu

idig

e ac

tivite

iten

van

de P

lant

entu

in.

Page 35: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

66 — 67De Plantentuin in cijfers

De

zes w

aard

en v

an d

e Pl

ante

ntui

n zi

jn a

ls z

uurs

tof n

odig

voo

r onz

e gr

oei e

n bl

oei.

Het

pla

nten

rijk

ont

dekk

en, o

nder

zoek

en en

bes

cher

men

en

met

dez

e ken

nis s

amen

bou

wen

aan

een

duur

zam

e toe

kom

st.

Onz

e mis

sie

Org

anig

ram

Onz

e waa

rden

DIR

ECT

IE

DEP

T.

Bryo

fyte

n en

T

hallo

fyte

n

AFD

ELIN

G

Alg

en e

n M

osse

n

AFD

ELIN

G

Vare

ns,

Gym

nosp

erm

en

en M

onoc

otyl

en

AFD

ELIN

G

Plan

ten-

verz

amel

inge

n en

Par

k

AFD

ELIN

G

Bibl

ioth

eek

en A

rchi

even

AFD

ELIN

G

Mus

eolo

gie

en E

duca

tie

AFD

ELIN

G

Fung

i en

Lich

enen

AFD

ELIN

G

Dic

otyl

en

Adm

inis

trat

ie

Boek

houd

ing

Pers

onee

lsdi

enst

Info

rmat

ica

Veili

ghei

d en

H

ygië

ne

Tech

nisc

hedi

enst

Ont

haal

Wac

hter

s

Ond

erho

ud

DEP

T.

Sper

mat

ofyt

en e

n Pt

erid

ofyt

en

Alg

emee

nbe

heer

Eén

team

, één

mis

sie

Als

med

ewer

kers

van

de

Plan

tent

uin

zijn

we

team

spel

ers

die

onze

tal

ente

n sa

-m

enbr

enge

n om

onz

e m

issie

te v

erw

ezen

lijke

n. W

e be

pale

n in

ove

rleg

de d

oel-

stel

linge

n en

we

zijn

sam

en v

eran

twoo

rdel

ijk o

m z

e te

real

iser

en.

Res

pect

voo

r div

ersi

teit

We

hebb

en a

anda

cht e

n re

spec

t voo

r alle

men

sen

waa

rmee

we

in c

onta

ct k

omen

. W

e w

aard

eren

hun

eig

enhe

id e

n di

vers

iteit.

Onz

e co

llega

’s zi

jn p

rofe

ssio

nele

pa

rtne

rs w

aarm

ee w

e re

spec

tvol

om

gaan

.

Cor

rect

e die

nstv

erle

ning

Bij h

et u

itvoe

ren

van

onze

take

n en

het

ont

wik

kele

n va

n ni

euw

e id

eeën

heb

ben

we s

teed

s de n

oden

en v

erw

acht

inge

n va

n on

ze k

lant

, int

ern

of ex

tern

, voo

r oge

n.

Oog

voo

r duu

rzaa

mhe

idA

ls p

rofe

ssio

nele

n in

het

vak

dra

gen

we

alle

maa

l een

ver

antw

oord

elijk

heid

voo

r ee

n ge

zond

leef

mili

eu v

oor m

ense

n en

pla

nten

. We

oefe

nen

een

voor

beel

dfun

c-tie

uit

en z

ijn e

en re

fere

ntie

bin

nen

en b

uite

n on

ze se

ctor

.

Ope

n co

mm

unic

atie

Zow

el in

ons

dag

elijk

se w

erk

als

bij h

et n

emen

van

bes

lissi

ngen

com

mun

icer

en

we

open

en o

prec

ht. D

e in

form

atie

waa

rove

r we

besc

hikk

en is

een

gem

eens

chap

-pe

lijk

goed

dat

we

dele

n m

et w

ie e

r nut

tig g

ebru

ik v

an k

an m

aken

. We

besp

reke

n on

ze p

robl

emen

en

zoek

en sa

men

naa

r opl

ossi

ngen

; we

zijn

dis

cree

t waa

r nod

ig.

Stre

ven

naar

uitm

unte

ndhe

idW

e re

alis

eren

onz

e do

elst

ellin

gen

op e

en e

ffici

ënte

, int

eger

e en

kw

alite

itsvo

l-le

man

ier.

We

eval

uere

n da

arto

e kr

itisc

h on

s fu

nctio

nere

n en

dur

ven

bijs

ture

n w

aar

nodi

g. W

e st

aan

open

voo

r op

bouw

ende

kri

tiek,

zow

el v

an b

inne

nuit

als

van

buite

naf.

Page 36: Jaarverslag 2013 (Nederlands)

Tekst:Plantentuin MeiseBotanical Values

Dit verslag is ook beschikbaar in het Engels en het Frans en kan worden gedownload van onze website www.plantentuinmeise.be

Gedrukt op gerecycleerd FSC gelabeld papier

© Plantentuin Meise, 2014

Page 37: Jaarverslag 2013 (Nederlands)