(Interactieve) borden

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Cursus over interactieve borden en Smart Notebook software

Citation preview

  • (Interactieve) borden

    1 Algemeen ............................................................................................ 2

    2 Soorten borden ................................................................................... 2

    3 Didactisch gebruik ............................................................................. 5

    4 interactieve borden ............................................................................ 6

    5 Praktisch gebruik van een SMARTboard .......................................... 9

    6 Werken met SMART notebook ......................................................... 13

    7 Bordboeken ...................................................................................... 27

  • 2

    1 ALGEMEEN Het bord is een onderwijsmedium dat sinds jaar en dag een vaste plaats verworven heeft in het klaslokaal. Het is een medium dat tot de minimumuitrusting van een klas behoort. Het is tevens het meeste gebruikte medium in de lagere school. Iets wat veel gebruikt wordt, krijgt een centrale plaats. Meestal hangt het bord vooraan in het midden van de klas. Naast het klassieke schoolbord zijn er nog heel wat borden die functioneel gebruikt worden in de klas.

    Naargelang het type bord dat gebruikt wordt, zijn er ook meer of minder functies beschikbaar. Globaal gezien zijn borden op te splitsen in 3 grote groepen: schrijfborden, hechtborden en interactieve borden, waarbij er tussen de verschillende groepen overlappingen kunnen optreden.

    2 SOORTEN BORDEN

    2.1 SCHRIJFBORDEN

    2.1.1 Krijtbord Een klassiek groen krijtbord is meestal van hout of van metaal. De duurdere variant in metaal heeft als voordeel dat het bord magnetisch is en minder onderhoud vraagt. Naarmate de kostprijs is het bord al dan niet verplaatsbaar in hoogte. Dit is zeker een praktische en didactische meerwaarde. Het centrale bord is in veel gevallen een bord met een groot middenvalk en twee draaibare zijvlakken. Sommige borden zijn kleiner, maar tevens verplaatsbaar en kantelbaar.

    Meest gebruikt

    Centraal

    soorten

    functies

    3 groepen

    Varianten

    Hoogte variren

    vlakken

    Klein, flexibel

  • 3

    Het bord wordt beschreven met meerdere kleuren krijt. Tegenwoordig wordt stofarm krijt gebruikt. Krijt kan makkelijk afgeveegd worden met een bordwisser. Om het bord volledig proper te maken kan het afgewassen worden met een vochtige doek.

    2.1.2 Stiftenbord Een stiftenbord is qua gebruik vergelijkbaar met een krijtbord. Hier wordt gebruik gemaakt van uitwisbare whiteboardmarkers. Witte borden zijn in de regel altijd magnetisch. Ze bestaan ook in meerdere uitvoeringen.

    Stiften kunnen uitgewist worden met een doek of met een bordenwisser. Let op dat je niet met een alcoholstift op een whiteboard schrijft, want dit is heel moeilijk uitwisbaar.

    2.1.3 Flipover Soms wordt ook gebruik gemaakt van een klein bord waar beschrijfbare bladen ophangen, die wanneer ze vol geschreven staan kunnen overgedraaid worden. Leuk is dat je nog kan terugkeren naar een vorige notitie.

    Om de papieren op een flipover te beschrijven wordt meestal gebruik gemaakt van niet-uitwisbare alcoholstiften. OPDRACHT

    Aan welk schrijfbord geef jij de voorkeur?

    Welke eigenschappen moet het schrijfbord hebben.

    Krijt

    Whiteboardmarkers

    Geen alcoholstift

    Beschrijfbaar blad

    Niet uitwisbaar

  • 4

    2.2 HECHTBORDEN

    2.2.1 Magneetbord De meeste schrijfborden zijn tegenwoordig ook magneetborden. Door gebruik te maken van magneten kunnen afbeeldingen, kaarten, schemas, didactische platen tijdelijk aan het bord gehecht worden.

    2.2.2 Prikbord Een prikbord bestaat meestal uit zachte kurk. Door gebruik te maken van punaises, spelden en dergelijke worden fotos, schemas, brieven, op het bord bevestigt.

    2.2.3 Andere Andere vormen van hechtborden zijn flanelborden en nylonborden, waarbij de objecten die op het bord komen voorzien zijn van een hechtlaag die makkelijk aan te brengen is op en te verwijderen is van het bord. Een andere manier om kaartjes, fotos, tekeningen en dergelijke vast te hechten is aan een touw met wasknijpers. In dat geval spreken we uiteraard niet van een bord.

    OPDRACHT

    Geef 2 toepassingen voor het gebruik van een hechtbord.

    Tijdelijk hechten

    Punaises

    Flanelbord

    Waslijn

  • 5

    3 DIDACTISCH GEBRUIK

    3.1 BORD Het bord is een essentieel hulpmiddel om structuur aan te brengen in een les. Een centraal bord is een ideaal medium om geleidelijk aan een synthese van een les te op te bouwen. Het vooraf opstellen van een duidelijk bordschema is voor de meeste lessen in de lagere school een noodzaak. Een bord bevat meestal 6 werkvelden: het middenbord, het linker zijbord, het rechter zijbord en de 2 achterpanelen. Het middenbord wordt bij voorkeur ook in twee velden gesplitst. Het is aangewezen om je bordschemas ongeveer altijd op eenzelfde manier op te bouwen en de inhoud op een vergelijkbare manier te structureren. Een vaste manier van werken is handig voor jou als leerkracht en duidelijk voor de leerlingen. Naargelang het lesonderwerp kan dit uiteraard wat afwijken. Om tijdverlies te vermijden is het een meerwaarde om voor een les reeds bepaalde informatie aan te brengen op het bord (vb. oefeningen, tekening,). Zorg dat je niet de hele les aan het noteren bent. Dit veroorzaakt immers minder oogcontact en het stemgeluid wordt eveneens gedempt. Praat niet teveel als je aan het schrijven bent. Belangrijke dingen vertel je met oogcontact en volledig naar de klas gericht. Overdrijf niet met kleuren. Kleuren worden gebruikt om iets te beklemtonen of te onderscheiden. Beperk je tot een drietal kleuren. Andere manieren om items te beklemtonen zijn tekst onderlijnen en tekst omkaderen. Verzorg je bordschrift. Schrijf niet te groot en niet te klein. Het bord kan eveneens gebruikt worden als interactief instrument om de leerlingen actief te laten participeren aan de les. Je kan ze oefeningen laten oplossen of je kan een bordgesprek of brainstormsessie organiseren met de leerlingen. Informatie die gedurende een langere tijd zichtbaar moet zijn kan je best aanbrengen op een hechtbord of een kleiner bordje in de klas. Wanneer je deze informatie aanbrengt op je centraal schrijfbord verlies je immers gedurende lange tijd heel wat schrijfruimte.

    3.2 DIDACTISCHE PLATEN Een didactische plaat is een grote, tweedimensionale, van extra informatie voorziene voorstelling van de werkelijkheid. Er zijn didactische platen verkrijgbaar in de handel, maar een didactische plaat kan eveneens gecreerd worden door de leerkracht. Bij het evalueren of creren van een didactische plaat is het essentieel om ervoor te zorgen dat alles goed zichtbaar is tot achteraan in de klas. In leereenheid 6, verder in de cursus, maak je kennis met andere, modernere, opties om voorstellingen van de werkelijkheid uitvergroot en gedocumenteerd weer te geven.

    Les structureren

    Werkvelden

    Eenduidig

    Voorbereiden

    Spreken

    Kleuren

    Bordschrift

    Interactief

    Langdurig

    Wat

    Zichtbaarheid

    Projectiemiddelen

  • 6

    4 INTERACTIEVE BORDEN

    4.1 WAT Een interactief bord is een aanraakgevoelig bord dat aangesloten is op een computer die verbonden is met een projector. De projector geeft het beeld van de computer weer op het bord. Vervolgens kan de computer bestuurd worden via het interactief bord. Op het bord kan geschreven worden met speciale stiften. En van de doelen van het gebruik van interactieve borden in klaslokalen is toegang krijgen tot en gebruik maken van een breed arsenaal aan digitale bronnen. Bij het gebruik van een interactief bord treedt de leerkracht op als ontwerper van de leeromgeving en begeleider van het leerproces.

    Het gebruik van een interactief bord vormt een bundeling van allerlei voorgaande didactische technologien, zoals een krijtbord, een witbord, een televisie, een video, een overheadprojector, en computer en projectie met als toegevoegde waarde het aspect interactie. Twee vaak gebruikte borden in het Vlaamse onderwijs zijn SmartBoard en ActivBoard. De belangrijkste basisvaardigheden van een SmartBoard komen aan bod tijdens de lessen OMI2. In semester 3 wordt nog uitgebreider ingegaan op het praktisch en didactisch gebruik van een Smartboard en andere interactieve borden. OPDRACHT

    Verklaar: een interactief bord is een digitaal schrijf- en hechtbord.

    Digitaal

    Evolutie

    Smart & Activ

    Semester 3

  • 7

    4.2 VERSCHILLENDE TECHNOLOGIEN De meeste digitale schoolborden maken gebruik van n de van volgende technologien.

    4.2.1 Druksensitief

    Dit bord bestaat uit een indrukbare plastic toplaag en een harde achterlaag. Beide lagen zijn aan de binnenkant van het bord gecoat met een filmlaag. Tussen deze twee lagen zit een heel dun laagje lucht. Als je nu met de vinger of met een pen de toplaag indrukt raken de twee lagen elkaar en wordt dat door de computer geregistreerd als een commando.

    Voorbeeld: SMART board (http://www.smartboard.nl/)

    4.2.2 Elektromagnetisch Dit bord bestaat uit twee harde kunststof lagen met daar tussenin een kernlaag met daarin een gevoelig rooster. Je kan het bord bedienen met een speciale pen die contact maakt met het gevoelige rooster. Deze aanraking wordt door de computer geregistreerd als een muisbeweging. Voorbeeld: Activeboard (http://www.activboard.nl/)

    4.2.3 Infrarood, ultrasoon en laser

    Deze laatste categorie borden maakt gebruik van infrarood, ultrasoon, laser of een combinatie daarvan. Bij deze borden wordt de positie van de pen doorgegeven aan de computer en niet de aanraking van het scherm. Om die reden kan je met deze technieken ook van een witte muur of een gewoon whiteboard een digitaal schoolbord maken.

    Voorbeeld: Mimio I-board (http://www.mimio.com)

    4.2.4 DViT technologie

    De nieuwste technologie is de SMARTs Digitale Vision Touch technologie. Deze technologie werkt met cameras en bijhorende software. Hiermee wordt gezien of iemand het vlak aanraakt met de vinger of een pen. De cameras zitten op iedere hoek van het bord. Ze geven signalen door naar de digitale signaalprocessor wat voor een exacte locatiebepaling op het bord zorgt.

    Voorbeeld: SMART board 885ix (http://www.smartboard.nl/)

  • 8

    4.3 VERSCHILLENDE OPSTELLINGEN In combinatie met een interactief bord kan gebruik gemaakt worden van 3 types beamers: een standaard beamer, een shortthrow beamer en een ultrashortthrow beamer.

    Bij het eerste type hangt de beamer op ongeveer 3 meter van het bord. Standaard beamers hebben als voordeel dat ze erg goed meevallen qua prijs. Ze hebben echter een ergonomisch en een didactisch nadeel. Het is voor de lesgever niet aangenaam om een hele tijd in de brandende beamerlamp te kijken. Daarnaast heeft het feit dat de beamer relatief ver van het bord hangt tot gevolg dat de schaduw van wie aan het bord staat invalt op

    het bord. De plaatsing aan het bord is dus erg belangrijk. Naarmate je gebruik maakt van een beamer die dichter tegen het bord hangt heb je geen last meer van de voornoemde nadelen. De prijs van het toestel wordt echter duurder naarmate het dichter bij het bord hangt in combinatie met een bordvullende projectie. Interactieve touchschermen beginnen ook op te komen.

    4.4 MULTITOUCH Bij de eerste generatie interactieve borden kon je slechts met 1 gebruiker tegelijk het bord bedienen. Deze borden worden nog steeds verkocht. De nieuwste generatie borden ondersteunt multitouch, je kan met meerdere gebruikers tegelijkertijd aan het bord werken.

    4.5 WAT KAN JE DOEN MET EEN DIGITAAL SCHOOLBORD? Alle handelingen die je met een computer kan verrichten, kan je ook op een digitaal schoolbord uitvoeren. Dat betekent dat je (educatieve) software kan gebruiken, websites kan bezoeken, filmpjes kan bekijken enzovoorts. Maar een digitaal schoolbord kan meer. Zo kan je tekst en plaatjes manipuleren, dus als losse objecten verschuiven over het scherm. Je kan aantekeningen maken met zogenaamde digitale inkt en deze aantekeningen ook weer opslaan of uitprinten. Je kan multimediafragmenten zoals filmpjes, geluidsfragmenten en animaties naadloos integreren binnen je lessen.

    Standaard

    (ultra)shortthrow

    Computeracties

    en veel meer

  • 9

    5 PRAKTISCH GEBRUIK VAN EEN SMARTBOARD

    5.1 INLEIDING Aan de hand van een hands-on workshop onder begeleiding maak je kennis met het praktische gebruik van het SMART board. Er wordt in wat volgt een samenvatting gegeven van de belangrijkste zaken. Er wordt voor dit onderdeel van uitgegaan dat de SMART Board drivers (en SMART Notebook) genstalleerd zijn (info zie verder).

    5.2 OPSTELLING EN WERKING * De computer stuurt beeld naar de projector. * De projector geeft beeld weer op het SMART board. * Het SMART board is verbonden met de computer met een USB-kabel en vormt

    zo een groot touchscreen. * Vooraleer het SMART board kan gebruikt worden met je het nog orinteren

    zodat een bepaald punt op het computerscherm overeenkomt met het overeenkomstige punt op het Smart board.

    * Klik hiervoor tegelijkertijd op de

    toetsenbordknop en rechter muisknop op de pennenbalk. Wanneer je deze loslaat duidt je achtereenvolgens de rode kruisjes aan. Doe dit bij voorkeur met een pen om nauwkeurig te werken.

    5.3 MUISFUNCTIE * De vinger fungeert als muiscursus en muisklik. * Vinger verslepen over het bord = cursor verslepen. * 2 keer snel na elkaar met de vinger op het bord klikken = dubbelklik. * Rechter muisknop: de vinger 4 seconden op het bord houden of de

    rechtermuisknop aan de pennenbak klikken en vervolgens op het bord tikken. Wanneer je werkt met een SMART Board van de 800 reeks zijn er nog enkele extra multitouch sleepopties. * Herschalen van een object of zoomen: 2 vingers naar/uit elkaar slepen.

    * Naar een volgende pagina swipen: 4 vingers op het bord en opzij bewegen. * Een object draaien: sleep 2 vingers in de draairichting.

    Workshop

    Multitouch

  • 10

    5.4 SCHRIJFFUNCTIE * De pennenbak met 4 pennen die kleursensoren

    activeren of 2 pennen en kleurknoppen. * Bordenwisser met sensor. * Volledig bord wissen: cirkel rond

    selectie met bordenwisser en daarin klikken.

    * De pen die je laatst opneemt is

    actief. * Wanneer je iets geschreven hebt kan je op de pijl klikken en het woord

    herkennen. In dat geval wordt het omgezet in getypte tekst. Wanneer de aanraakherkenning ingeschakeld is heb je onderstaande extra optie die het schrijven op een SMART Board even intutief maakt dan het schrijven op een krijt- of witbord. Ga naar de SMART-instellingen door op de helpknop van de pennenbak te klikken en plaats een vinkje voor Aanraakherkenning inschakelen. * Wanneer je een stift in je hand hebt kan je hiermee schrijven en tegelijkertijd iets

    wissen door met de achterkant van je hand over geschreven tekst te slepen.

    5.5 TOETSENBORD * Je activeert het toetsenbord via de linker knop aan de pennenbak. * Meerdere weergaves mogelijk. * Bij voorkeur het toetsenbord verbonden met de

    computer gebruiken.

    5.6 ZWEVENDE HULPMIDDELEN De zwevende hulpmiddelen is een werkbalk met allerlei tools zoals pennen, fluorstiften, vormpennen, magische penen * Je activeert de zwevende hulpmiddelen

    via de taakbalk. Vervolgens kan je de deze in- en uitklappen.

    * Je stelt een hulpmiddel in door het aan te

    klikken en vervolgens op de configuratieknop te klikken en de gewenste opties (lijnstijl, transparantie) in te stellen.

    * Je past de objecten in de balk aan door op de configuratieknop helemaal

    onderaan de balk te klikken. Vervolgens sleep je de gewenste objecten naar de balk of weg uit de balk.

    Aanraakherkenning

    Aanpassen

  • 11

    Indien je gebruik wenst te maken van veel hulpmiddelen kan je werken met meerdere kolommen. In wat volgt worden enkele hulpmiddelen besproken. * Met de vormpen kan je met de vrije hand een rechte lijn, rechthoek,

    ellips, tekenen. De getekende lijn wordt omgezet in de corresponderende vorm.

    * Met de magische pen kan je een deel van je bordschema (vb. een

    deel van een wereldkaart) in de verf zetten door er in n vlotte beweging een ellips of rechthoek rond te trekken. Wanneer je er een ellips rondtekent zal alles buiten de ellips verborgen worden. Bij het tekenen van een rechthoek met de magische pen zal wat zich binnen de rechthoek bevindt uitvergroot worden.

    * Wanneer je de gebiedafdruk activeert kan je een deel van een

    screenshot maken door een rechthoek te slepen rond het deel van je scherm dat je wenst vast te leggen als foto. De screenshot wordt automatisch op een nieuwe dia in je bordschema (SMART Notebook) geplaatst. Wanneer je gebruik maakt van de vrije stijl kan je een afgesloten lijn slepen rond wat je wenst vast te leggen en zal je als het ware een gescheurde figuur vastleggen.

    * Met de schijnwerper plaats je een deel van je venster in de verf

    door de rest van het scherm te bedekken met een (transparant) zwart vlak.

    * Met de recorder neem je de handelingen die je uitvoert op (een zone

    van) je bord op. Vervolgens kan je de opname opslaan als filmbestand. Dit kan handig zijn om instructies op te nemen.

  • 12

    5.7 SMART INK Wanneer je in een ander programma dan Notebook gebruik maakt van een pen, wordt de zogenaamde SMART Ink actief. Je herkend dit aan nevenstaand werbalkje rechts bovenaan het scherm. Wanneer je een pen opneemt kan je beginnen tekenen of schrijven. Wat je schrijft verschijnt als object bovenop het venster. Het blijft op een vaste plaats staan, ook als je bijvoorbeeld scrollt in het venster.

    Wanneer aanraakherkenning is ingeschakeld kan je met de vinger een andere kleur instellen dan met de stift. De actieve kleuren worden ook

    getoond naast het SMART Ink venstertje. Je verwijdert geschreven topics met de bordenwisser of via de opties van SMART Ink.

    Desgewenst kan je ook je scherm vastleggen vooraleer je de getekende objecten wist. Het resultaat komt dan terecht in je bordschema (SMART Notebook). In Powerpoint blijft wat je geschreven hebt staan in de dia waarin je het geschreven hebt. Je merkt dat je ook nog wat extra opties krijgt.

    SMART Ink in Word is net als in Powerpoint ook wat intelligenter dan in andere programmas.

    Ander programma

    Object

    2 kleuren

    Verwijderen

    Vastleggen

    Powerpoint

    Word

  • 13

    6 WERKEN MET SMART NOTEBOOK

    6.1 DOWNLOADEN EN INSTALLEREN Smart notebook kan je downloaden via de site van Smart http://www.smartboard.be. Klik op Support Download software (meer info).

    Download vervolgens de gewenste versie van SMART Notebook collaborative learning software.

    Vervolgens kan je Smart Notebook installeren door de installatiewizard te volgen. De versie die je installeert is standaard 30 dagen bruikbaar. Wanneer je als school over n of meerdere interactieve borden beschikt kan je op basis van het serienummer van een bord een productcode aanvragen om onbeperkt gebruik te maken van de software. TOLEDO

    Voor bijkomende informatie zie:

    Een productcode vind je op Toledo.

    6.2 INTERFACE Een Smart Notebook bestand is qua opbouw en uitzicht in grote lijnen te vergelijken met Powerpoint. Er wordt ook hier gebruik gemaakt van een reeks van slides. De belangrijke delen zijn de menubalk en toolbalk bovenaan, de paginasorteerder en de actieve dia. Links staan nog een aantal tabbladen om te switchen van paginasorteerder naar galerie (afbeeldingen en objecten), bijlagen en eigenschappen.

    Smartboard.be

    Productcode

    Powerpoint

  • 14

    6.3 SMART NOTEBOOK INZETTEN ALS WIT SCHRIJFBORD

    6.3.1 Inleiding SMART Notebook is het ideale programma om live een bordschema te maken tijdens een les. Je kan hierbij starten met een leeg bestand of een bestand waar reeds allerlei objecten op voorhand op aangebracht zijn (zie verder). Wanneer je het SMART Board gebruikt als digitaal wit bord, in combinatie met je stiften is het aangewezen om je scherm fullscreen weer te geven via nevenstaande optie. Wanneer de pagina vol staat en je de inhoud wenst bij te houden kan je onderaan op pagina uitbreiden klikken, maar het is meer aangewezen om een nieuwe lege

    dia te gebruiken. Dit doe je door op de pijl naar rechts te klikken. Met de pijl kan je ook terugkeren naar een voorgaand deel op je bord.

    6.3.2 Stiften Naast de pennen en de zwevende hulpmiddelen heb je ook de toolbalk in SMART Notebook ter beschikking om tijdens je les aan bord te werken. Neem een pen op of gebruik je hand en klik op de pennen knop, selecteer de gewenste pen en instellingen en begin te schrijven/tekenen.

    Bordschema

    Fullscreen

    Pijlen

  • 15

    6.3.3 Meethulpmiddelen

    Wanneer je op de knop meethulpmiddelen klikt heb je 4 hulpmiddelen ter beschikking: liniaal, gradenboog, geodriehoek en passer. Bij elk van de tools is het zo dat de plaats waar je het object vastneemt het hulmiddel op uiteenlopende manieren zal benvloeden. Klik n van de

    opties aan om het hulpmiddel weer te geven op de actieve dia. Wanneer je uiterst rechts op de meetlat klikt en sleept kan je deze groter of kleiner maken. Door op het donkerblauwe deel in het midden van de meetlat te verslepen, verplaats je de meetlat. Wanneer je het lichtblauwe deel langs de boven- of onderkant versleept draai je de lat. Wanneer je nu met een stift in de buurt van de rand van de lat een rand trekt zal er automatisch een rechte lijn tegen de lat getrokken worden. Met de groene dubbele pijl keer je de lat om.

    De Geodriehoek verplaats je door te slepen onder de gele halve boog. Je maakt het meetmiddel groter of kleiner door te slepen op de gele halve boog. Je draait dit meetmiddel door te slepen buiten de gele halve boog. Net als bij de liniaal kan je een rechte lijn tekenen tegen n van de zijden van de meetlat.

    Je verplaatst de passer door het been met de punt te verslepen. Je past de straal aan door het been met de pen te verplaatsen. Je tekent een cirkel door de pen vast te nemen en rond te slepen.

    Liniaal

    Geodriehoek

    Passer

  • 16

    6.3.4 Objecten opvullen Je vult een (gesloten) object (vb. een cirkel) op door het object te selecteren en vervolgens de vulkleur en eventueel de mate van transparantie in te stellen en vervolgens in het object te klikken.

    6.3.5 Lijnen teken Klik op de lijnen knop, stel de gewenste eigenschappen in en sleep de lijn. Je kan ook een lijn selecteren en vervolgens de eigenschappen van de reeds getekende lijn aanpassen.

    6.4 INTERACTIEF OEFENMATERIAAL BOUWEN MET NOTEBOOK

    6.4.1 Voorbeeld OPDRACHT

    Download het voorbeeld dat je op Toledo vindt. Neem het door.

    In wat volgt worden de nodige handelingen uitgelegd om een uitgewerkte oefenles (of de voorbereiding van een bordschema) uit te werken in Smart Notebook.

    6.4.2 Opslaan Een bestand wordt opgeslagen via Bestand Opslaan als. De extensie van een notebookbestand is .notebook. Je hebt dus Smart Notebook nodig om het bestand te kunnen bekijken.

    6.4.3 Paginas

    Oefenles

    Pagina toevoegen

  • 17

    Wanneer een nieuw Smart Notebookbestand wordt aangemaakt bestaat dit standaard uit 1 lege pagina. Je maakt een pagina bij door op Pagina

    toevoegen te klikken. De pagina wordt ingevoegd na de pagina die op dat moment actief is.

    Wanneer je rechts klikt op een dia (in de paginasorteerder) verschijnt een snelmenu waarmee je een dia kan verwijderen. Het is onder andere ook mogelijk om een pagina te klonen. Dit is vooral interessant

    wanneer je een pagina wil maken die sterk gebaseerd is op een voorgaande pagina. Via dit snelmenu kan je ook de naam van een pagina wijzigen. Het is aangewezen om te kiezen voor een betekenisvolle naam.

    Om de achtergrond van een pagina op te maken, selecteer je de gewenste pagina en klik je links op

    de eigenschappen-tab. Vervolgens heb je 4 opties om de achtergrond van de pagina in te stellen. De laatste optie biedt je de mogelijkheid om een figuur in te stellen als achtergrond. In wat volgt leer je nog hoe je standaard Notebook-achtergronden kan gebruiken. Meestal is het aangewezen om voor een oefenfile dezelfde achtergrond in te stellen. In dat geval is het aangewezen om een thema te creren (zie verder). Paginas kunnen verplaatst worden door ze te verslepen in de paginasorteerder.

    6.4.4 Basisobjecten Aan een dia kan je met behulp van de toolbalk basisobjecten toevoegen. Zo kan je bijvoorbeeld een titel creren.

    Via nevenstaand symbool voeg je tekst in. Vervolgens klik je in de dia en kan je de gewenste tekst intypen.

    Je maakt gebruik van de contextgevoelige werkbalk om de tekst op te maken.

    Je past tekst aan door er dubbel op te klikken. Een ander veelgebruikt basisobject is een vorm of een regelmatige polygoon.

    Verwijderen

    Naam wijzigen

    Achtergrond

    Thema

    Verplaatsen

    Vb. titel

    Tekst

    Vorm

  • 18

    Klik de gewenste vorm aan en sleep deze in een pagina.

    Om basisobjecten te selecteren klik je in de werkbalk op de pijl,vervolgens kan je het object aanklikken, verplaatsen, verschalen en aanpassen.

    Om een object aan te passen klik je het aan en maak je gebruik van de contextgevoelige werkbalk. Vervolgens kan je kleur, stijl, aanpassen. Wanneer je objecten op elkaar stapelt is het soms nodig om de volgorde aan te passen. Selecteer een object en selecteer Volgorde Naar grond uit het snelmenu (rechts klikken op het object).

    Een topic dat opgebouwd is uit meerdere basisobjecten kan je samenvoegen tot n object door de basisobjecten allen te selecteren (door er een kader rond te slepen) en vervolgens onderstaande optie te selecteren in het snelmenu.

    Je kan de selectie ook snel van links naar rechts schudden om te groeperen. Objecten die niet moeten verplaatst worden door de gebruiker vergrendel je bij voorkeur op hun plaats opdat ze niet per ongeluk versleept worden. Selecteer hiervoor onderstaande optie uit het snelmenu van het object.

    Slepen

    Selecteren

    Aanpassen

    Volgorde

    Groeperen

    Vergrendelen

  • 19

    6.4.5 Inhoud geleidelijk aan weergeven

    Met nevenstaande tool kan je de inhoud op een dia tijdelijk verbergen. Je geeft de inhoud geleidelijk aan weer door n van de bolletjes te verslepen.

    6.4.6 Galerie-essentials Galerie-essentials zijn figuren, animaties en achtergronden die deel uit maken van Smart Notebook. De galerie-essentials staan geordend in een mappenstructuur per vakgebied. Onderaan krijg je telkens de verschillende categorien te zien waarvoor er bestanden (naargelang de map of zoekopdracht) beschikbaar zijn. Door op de pijl te klikken klap je de categorie open en krijg je de items te zien. Wanneer je bovenaan een zoekopdracht ingeeft wordt de lijst gefilterd op de zoekopdracht. Opmerking: je kan zowel Nederlandstalig als Engelstalig zoeken. Wanneer je Engelstalig zoekt krijg je over het algemeen echter meer items te zien. Om een object uit de galerie-essentials in een pagina te plaatsen sleep je het naar de pagina. Figuren en interactieve elementen kan je verplaatsen, vergschalen, Eigen aan interactieve elementen is dat dat ze interactie toelaten of animatie aan boord hebben. Een voorbeeld is een dobbelsteen die kan geworpen worden door er op te klikken.

    Achtergronden en themas en Notebook-bestanden en paginas zijn elementen die worden vastgezet als niet-verplaatsbare achtergrond. Voorbeelden hiervan zijn de kaart van Europa of lijnen om op te schrijven. Bij figuren is het mogelijk om de achtergrond (of een andere dominante kleur transparant te maken door er met de rechter muisknop op te klikken en Transparantie afbeelding instellen aan te klikken.

    O.a. figuren

    Zoeken

    Engels

    Verslepen

    Interactief

    Achtergronden

    Transparantie

  • 20

    ` Vervolgens kan je de zones die transparant moeten gemaakt worden aanklikken en op OK klikken om de wijzigingen te bevestigen.

    Bij sommige oefeningen kan het zinvol zijn om een object meerdere keren te kunnen gebruiken. Dit is bijvoorbeeld relevant wanneer leerlingen een bepaald bedrag moeten samenstellen met een aantal euromunten. Ook hier maak je gebruik van het snelmenu, meer bepaald van de optie Oneindig dupliceren.

    6.4.7 Afbeeldingen Naast afbeeldingen uit de galerie-essentials is het ook mogelijk om afbeeldingen van je computer of afbeeldingen van het internet toe te voegen aan een pagina.

    Om een afbeelding in te voegen die op je computer staat selecteer je Invoegen Figuurbestand. Vervolgens blader je naar de afbeelding die je wenst in te voegen en klik je op Openen.

    Om een afbeelding van op een webpagina in te voegen, kopieer je ze en plak (ctrl + v) je ze op de gewenste pagina.

    6.4.8 Objecten animeren Het is mogelijk om objecten (o.a. afbeeldingen) te animeren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een object pas te laten verschijnen wanneer erop geklikt wordt.

    Om een objectanimatie in te stellen selecteer je het object en vervolgens open je de 4de zijtab waarmee je eigenschappen instelt. Selecteer Objectanimatie. Hieronder zie je bij wijze van voorbeeld de instelling om het

    geselecteerde object pas te laten verschijnen wanneer erop geklikt wordt.

    Oneindig dupliceren

    Van computer

    Internet

    Eigenschappen

  • 21

    6.4.9 Hyperlink / geluid

    Op een object kan je een link leggen. Dit doe je door het object te selecteren en vervolgens Koppeling uit het snelmenu te selecteren.

    Vervolgens kan je linken naar een website of een andere pagina in het bestand.

    Onderaan kan je nog selecteren of de link moet geactiveerd worden via een wereldbolletje als hoekpictogram of door op een willekeurige plaats op het object te klikken.

    Koppeling

  • 22

    Wanneer objecten, waarop een link ligt ook versleept moeten kunnen worden, is het noodzakelijk om voor de optie Hoekpictogram te kiezen. Wanneer het onduidelijk kan zijn dat er een link ligt op een object is het ook aangewezen om voor deze optie te kiezen. Op een vergelijkbare manier kan je geluid toevoegen aan een object.

    6.4.10 Lesson Activity Toolkit

    Met de Lesson Activity Toolkit kan je interactieve elementen, spelletjes en volwaardige (zelf te configureren) interactieve oefeningen bouwen en invoegen in een pagina. Onder Tools vind je interactieve elementen waarmee je bijvoorbeeld, na erop te

    klikken een object dat erachter zit tevoorschijn kan toveren. In wat volgt worden exemplarisch enkele toepassingen uitgelegd. De Balloon pop is n van de objecten waarmee je een object dat je achter dit object geplaatst hebt kan verbergen/weergeven. Om de tekst op de ballon aan te passen klik je op het blauw symbooltje links onderaan van de ballon. Om de aanpassing te bevestigen herhaal je deze handeling.

    De Random Image Chooser is een ideale tool om een Chinese vrijwilliger aan te duiden. Stel het aantal figuren in. Plaats figuren van fotos van je leerlingen op de dia en sleep deze vervolgens naar de vakjes. Wanneer je wil dat eenzelfde leerling niet aan de beurt komt vooraleer iedereen geweest is vink je No repeat aan. Vervolgens klik je op Select om iemand te selecteren.

    Hoekpictogram

    Geluid

    Tools

    Balloon pop

    Random Image Chooser

  • 23

    De Random group picker is een tool die op dezelfde manier werkt en zich o.a. leent om de klas in willekeurige groepen te verdelen.

    Een information button is een knop waar je informatie m.b.t. tot de dia kan instoppen (vb. een opdracht, hoe de info op de dia moet gebruikt worden).

    De Question Flipper is een tool waarmee je op de voorkant een vraag en op de achterkant het antwoord zet. Wanneer iemand er aan bord op klikt verschijnt het antwoord. Om de inhoud in te voeren klik je op de pijl links bovenaan. Vervolgens kan je de inhoud en stijl voor de voor- en achterkant instellen.

    Er zijn heel wat opties om kant en klare zelf te configureren interactieve oefeningen met autocorrectie in te voegen in een pagina. De verschillende toepassingen vind je onder Activities waaronder je een aantal subcategorien vindt.

    In wat volgt worden exemplarisch 2 representatieve oefeningen uitgelegd.

    Random Group Picker

    Information button

    Question Flipper

    Activities

    Voorbeelden

    Draaikolk figuren

  • 24

    De eerste activiteit die uitgelegd wordt is een draaikolk oefening waarbij het de bedoeling is om een aantal figuren te verdelen over 2 draaikolken (categorien). Om een oefening op te starten maak je een lege pagina aan en sleep je de activiteit (in dit geval Blue Vortex Sort (image)) naar de pagina.

    Rechts van een oefening vind je steeds een vraagteken. Wanneer je daarop klikt krijg je uitleg over het doel van de oefening en hoe je deze kan aanpassen.

    Door op de Edit knop te klikken kan je de oefening aanpassen. Bij deze oefening moet je 2 categorien (Vortex labels) ingeven en aangeven hoeveel figuren de oefening moet bevatten. Om de items toe te voegen sleep je de figuren naar een Drag image Here velden. Daarnaast geef je via de keuzelijst aan bij welke categorie het item hoort. Wanneer je figuren van het internet wil toevoegen aan de Drag image Here velden moet je figuur eerst plakken op de pagina en vervolgens naar de figuurzone slepen. Via de optie Rotate vortices kan je aangeven of de draaikolken, wanneer de oefening opgelost wordt, moeten draaien.

    Het resultaat ziet er als volgt uit. Leerlingen kunnen de items naar een draaikolk slepen. Als het antwoord juist is wordt het item opgeslorpt anders teruggeworpen.

    Er zijn ook activiteiten waarbij wanneer je ze op een dia sleept ook een Watch video knop. Wanneer je de knop aanklikt kan je een filmpje bekijken van hoe je met de toepassing aan de slag moet.

    Slepen

    Vraagteken

    Aanpassen

    Resultaat

    Watch Video

    Hot Spots

  • 25

    Een voorbeeld van een activiteit waarbij dit verschijnt is de activiteit Hot spots waarbij leerlingen achtereenvolgens een aantal topics moeten aanklikken op de juiste plaats op een foto. Standaard verschijnt er een wereldkaart. Wanneer je op Edit klikt kan je zoals bij elke activiteit, de oefening aanpassen. Zo kan je onder andere de achtergrond waarop leerlingen hot spots moeten aanduiden wijzigen. Wanneer je voor Custom kiest kan je zelf een achtergrond instellen. Plaats dan zelf een achtergrond in de klikzone en zet deze op de achtergrond.

    Om de aanwezige labels te verwijderen, klik je op de Delete knop en klik je achtereenvolgens op alle labels. Om labels toe te voegen klik je op de Add knop en klik je vervolgens op een plaats waar je een label wenst in te voegen. Geef nu de gewenste naam in. Met de Move knop kan je een hot spot na het invoegen nog nauwkeuriger plaatsen. Selecteer Score by region om in te stellen hoe groot de zone is waarop de leerlingen mogen klikken. Klik op OK en vervolgens op Start om de oefening te starten. Onder Examples vind je uitgewerkte oefeningen ter inspiratie.

    OPDRACHT

    Bouw een interactieve bordles.

    6.5 NOTEBOOK BESTANDEN MEENEMEN Wanneer je een Smart Notebook bestand gemaakt hebt kan je het meenemen op USB geheugen om het vervolgens af te spelen via een andere computer (die aangesloten is op een SmartBoard) waarop de software genstalleerd staat.

    6.6 EXPORTEREN

  • 26

    Wanneer je als leerkracht je bordschema digitaal wil delen met leerlingen zonder dat zij Smart Notebook moeten installeren kan je het via Bestand Exporteren opslaan als pdf-bestand of eventueel als Powerpoint-bestand.

    6.7 AFDRUKKEN De paginas binnen een Smart Notebook bestand druk je af via Bestand Afdrukken. Vervolgens kan je aangeven of je de paginas op afzonderlijke bladzijden wil afdrukken of, vergelijkbaar met Powerpoint, als hand-outs of miniaturen.

  • 27

    7 BORDBOEKEN Een bordboek is een digitale versie van een schoolboek dat je via een projector op een (interactief) bord projecteert en waarmee je je leerlingen op een eigentijdse manier uitdaagt en stimuleert. Het is een tekstboek, werkboek, verbeterboek, internetboek, en het kenmerkt zich door gebruiksvriendelijkheid en efficintie.

    Het bordboek bevat ook meer informatie dan de gedrukte tegenhanger. Met het bordboek kan je moeiteloos doorklikken naar allerhande interactieve (multi-)media en naar het internet. Het gebruik van een bordboek is eenvoudig: * tekstboek, werkboek n oplossingen samen; * uiterst gebruiksvriendelijk; * geen technische beslommeringen; * geen investering in software en updates; * je moet geen ICT-wonder zijn. Het gebruik van een bordboek bespaart kostbare tijd: * oplossingen van de leerkracht simultaan aan de oplossingen van de leerlingen; * vervullen een ondersteunende rol bij het lesgeven en het leren; * je kan je volledig richten op het lesgeven; * meer tijd voor uw leerlingen. Bordboeken zijn multifunctioneel en interactief: * extra koppelingen naar afbeeldingen, audiovisuele middelen, powerpoints,

    animaties, internet, etc.; * mogelijkheid tot interactief lesgeven in combinatie met een interactief bord; * je kan inzoomen en eigen notities toevoegen en opslaan. OPDRACHT

    Raadpleeg en gebruik een interactief bordboek. Je vindt demoboeken op Toledo.

    Definitie

    Eenvoudig

    Tijdsbesparend

    Interactief