INRICHTINGSPLAN BOS UYTERLINDE AMERSFOORT … · DELTAVORMGROEP BV | BOS UYTERLINDE | 3 INRICHTINGSPLAN Voor u ligt het inrichtingsplan van de toekomstige terreininrichting van het

INRICHTINGSPLAN BOS UYTERLINDE AMERSFOORTJANUARI 2015

DELTAVORMGROEP BV | BOS UYTERLINDE | 2

COLOFON

INRICHTINGSPLAN BOS UYTERLINDE AMERSFOORTJANUARI 2015

Opdrachtgever:Utrechtseweg Amersfoort VOFUtrechtseweg 3753818 EL Amersfoort

Landschapsarchitect:Deltavormgroep bvcontactpersoon:ir. J.S. (Jelle) Bennema bnt

Californiëdreef 493565 BK Utrecht

t : 030 2611834m : 06 53834712e : [email protected]


INRICHTINGSPLAN

Voor u ligt het inrichtingsplan van de toekomstige terreininrichting van het project Bos Uyterlinde, dat is gelegen aan de Utrechtseweg te Amersfoort (het voormalige Dyade terrein). Bij de transformatie van dit gebied wordt de bestaande kantoorbebouwing gesloopt. Op de locatie worden vrijstaande en geschakelde bosvilla’s gerealiseerd rond een open middengebied (nummers 379-409) en wordt een vrije kavel gerealiseerd (nummer UW377) ten noorden van de reeds aanwezige kavel nummer 375.

Doel van dit plan is het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit van dit gebied. Het behoud van het boskarakter geldt daarbij als een belangrijk uitgangspunt. Hierdoor zal het beeld van het project aansluiten op de omringende bossen en zullen de toekomstige eigenaren midden in de Utrechtse Heuvelrug komen te wonen.

Binnen dit plan wordt onderscheid gemaakt tussen de inrichting van de individuele kavels en het collectieve gebied. Voor het collectieve deel is een globaal ontwerp vervaardigd dat in dit boekwerk nader wordt toegelicht. Daarnaast is voor de inrichting van de individuele kavels een aantal richtlijnen opgesteld die in dit boekwerk in algemene zin worden beschreven. Deze richtlijnen zijn vervolgens vertaald in een reeks kavelpaspoorten die in een separaat boekwerk aan dit inrichtingsplan zijn toegevoegd.

375 369

UW377

379-409


INRICHTING MIDDENGEBIED

boszone

middengebied

openbare toegangsroute

Bij de functieverandering naar wonen zal een deel van het plangebied worden ingericht als collectief te gebruiken zone. Binnen dit collectieve gebied kan daarbij onderscheid gemaakt worden tussen het centraal gelegen middengebied, de hof, en de omringende boszone.

Bij de functieverandering van het terrein zal, zoals reeds eerder besproken, de huidige kantoorbebouwing worden gesloopt. De nieuw te realiseren woningen zijn vervolgens in een hof rond een centraal open middengebied gesitueerd waarbij ze worden ontsloten via een ontsluitingsroute die rond het middengebied loopt. Om aan te sluiten op het karakter van het omringende bos krijgt deze route een relatief smal profiel en wordt bijvoorbeeld uitgevoerd met zandkleurig/gele gebakken bezande klinkers. Bij de positionering van de route is zoveel mogelijk rekening gehouden met het bestaande bomenbestand. Ondanks dat is de kap van een beperkt aantal bomen toch noodzakelijk. De te behouden bomen bepalen voor een belangrijk deel het karakter van het gebied en sluiten goed aan op het beeld van de omringende bossen. De kap van bomen wordt gecompenseerd op een kavel gelegen aan de overzijde van de Utrechtseweg, in de buurt van Bos Uyterlinde. De woning op nummer 369 wordt ontsloten middels het bestaande half verharde pad.

overgangszone

369


375

UW377

huis

vuila

anbi

edin

gspu

nt

locatie kabels en leidingen

mogelijke opslagruimte gereedschap bosonderhoud

387-409

379-385

MANDELIG

MANDELIG

De woningen rond het middengebied beschikken allemaal over een tweetal parkeerplaatsen op eigen terrein. Bij grotere aantallen bezoekers moet worden geparkeerd op de bestaande parkeervoorziening langs de entreeroute (sortie).

Ten behoeve van huisvuil is een centrale opstelplaats voorzien bij de entree van de hof.

Het plangebied van het gehele terrein beslaat 29.000m2, het mandelig gebied beslaat 16.600m2.

Kabels en leidingen zijn voorzien onder de centrale ontsluiting in het mandelig gebied.

De bestaande betonnen opslagruimte op het terrein kan mogelijk dienen als opslagruimte voor gereedschap bosonderhoud.




Streefbeeld middenterrein

vaste plantenzone

halfverhardingspad

te behouden bomenbestand

banken

grassen

Het middengebied binnen de ontsluitingsroute heeft een collectief karakter en kan dus door alle omwonenden gebruikt worden. In het middengebied bepalen een aantal langgerekte stroken met een bloeiende (bos)beplanting het beeld. De beplantingsstroken worden op een glooiing aangeplant hetgeen aansluit op het reliëf van de omgeving. In de beschutting tussen de glooiingen lopen een aantal half verharde paden (licht split) en zijn een drietal langgerekte banken gesitueerd. Zij bieden de omwonenden en bezoekers de mogelijkheid om echt in de hof te verblijven en te genieten van het met de seizoenen wisselende karakter van de beplanting.

De banken hebben een bijzonder ontwerp. Zij bestaan uit een aantal langgerekte speciaal afgewerkte betonnen elementen die in hoogte aansluiten op het niveau van de aangrenzende glooiing. Door op deze elementen een aantal houten zittingen te monteren wordt de bezoeker de mogelijkheid geboden om ‘in’ de hof plaats te nemen.

Referentie banken



In de langgerekte stroken van de hof wordt een mengsel van vaste planten aangeplant. Het betreft een meer gecultiveerd beeld van de beplanting die het omringende bos aanwezig is. Hierbij wordt gedacht aan een basis van diverse grassen met daarin verspreid planten die in verschillende seizoenen bloeien. De grasbeplanting blijft in de winter staan waarmee ook in dit seizoen een karakteristiek beeld geboden wordt. Het doel is om een aaneengesloten beplanting te krijgen, waarmee het onderhoud van de gezamenlijke hof door de beheervereniging beperkt wordt.


Voorbeeld paaltoparmatuur: Lighttronics type Luz

Indicatieve locatie paaltoparmaturen

Indicatieve locatie bolder

INRICHTING MIDDENGEBIED INRICHTING MIDDENGEBIED

Voorbeeld bolder armatuur: EMFA Atlantis bollard

De toegangsroute naar de hof zal worden verlicht door een aantal paaltoparmaturen die middels indirecte aanlichting de straat aanlichten. Rond en in de hof is gekozen voor een lager bolder armatuur dat aansluit op het bijzondere karakter van deze plek. De lagere bolders zijn gesitueerd ter hoogte van de inritten van de parkeerplaatsen. Bij het definitief bepalen van deze inrit wordt ook de positie van de bolder definitief bepaald.




INRICHTING BOSZONE

0 5 10 15 20 25m

Amersfoortsestraat Utrechtseweg

Streefbeeld boszone

wandelroute (zandpad)

boszone

Boele Staal ecoduct wandelroute d.m.v. zandpad

Aansluiting van de wandelroute op de omgeving

Het noordelijk deel van het plangebied krijgt in de toekomst eveneens een collectief karakter. Dit gebied blijft behouden als bosgebied, en sluit aan op de bossen die zijn gelegen op het militaire oefenterrein. Hiermee wordt een ecologische overgangszone gecreëerd naar dit terrein, dat onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofd Structuur van de Utrechtse Heuvelrug.

In het gebied is een eenvoudig zandpad gesitueerd, dat aansluit op de centrale ontsluiting van het plangebied. In de toekomst sluit dit pad ook aan op de padenstructuur van aangrenzende westelijk gelegen kavel (Soest) en het achterliggende gebied. Hiermee ontstaat in de directe nabijheid van de woning een aantrekkelijke wandelroute voor de bewoners van Bos Uyterlinde.


Ook het meest zuidelijk deel van het plangebied maakt onderdeel uit van het collectief gebied. Het beheer en onderhoud van deze zone van ongeveer 15 m vanaf de rand van de Utrechtseweg (fietspad) is gericht op het behoud en ontwikkeling van het bestaande bos dat hier is gelegen. Op deze wijze is het lommerrijke karakter van het plan ook aan deze zijde gegarandeerd.

Om de geluidbelasting van de aangrenzende woningen te minimaliseren wordt in dit gebied een ongeveer 1 m hoge en brede geluidswering aangebracht van gestapeld hout (stammen). De geluidswering is gesitueerd op de overgang van het mandelig terrein en de privé kavels, over de lengte van de bebouwing parallel aan de Utrechtseweg.

Op kavel 401 is het reeds bestaande transformator gebouwtje gesitueerd dat hier ook in de toekomst zal blijven staan. Dit gebouwtje zal aan het zicht worden onttrokken door middel van het aanplanten van heesters. Het is toegankelijk via kavel 401 middels een recht van overpad.

In dit deel van het gebied zal een infiltratievoorziening in de vorm van een wadi worden gerealiseerd. In deze wadi wordt al het water van de daken en de verharding verzameld. Daarnaast zijn op een aantal locaties in het plan goten opgenomen om afstromend water uit het bosgebied op te vangen. Ook dit komt uiteindelijk in de wadi terecht. Bij een periode van heftige regenval zal de wadi vollopen waarna het vanuit hier geleidelijk in de ondergrond kan infiltreren.

boszone

trafo

locatie houtwal (indicatief)infiltratievoorziening

Referenties houtwal Referentie infiltratievoorziening

INRICHTING BOSZONE

KAVEL 401


INRICHTING BOSZONE


KAVELINRICHTING

hogere heester beplanting

indicatie zone waarbinnen bomen gekapt mogen worden

haag

rand van grassen

indicatieve locatie hellingbaanen parkeren op eigen kavel

boszone

bouwvlak*

* bouwvlak is indicatief voor bouwvlak zie kavelpaspoorten

randzone

Het uiteindelijke beeld en het karakter van het gehele project Bos Uyterlinde zal voor een groot deel afhangen van de inrichting van de individuele kavels. Uitgangspunt voor dit inrichtingsplan is dat de woningen zo veel mogelijk in het bos komen te liggen zonder dat de inrichting van de aangrenzende kavels daarbij het beeld verstoort. Hiervoor is een zone aangegeven waar binnen bomen gekapt mogen worden. Op deze wijze komt het unieke boskarakter van het project optimaal tot zijn recht. Dit betekent dat voor alle kavels een zonering is ontworpen die vastlegt welke mogelijkheden er zijn voor de inrichting. Daarnaast zijn principes vastgelegd ten aanzien van de hoogteligging en de overgangen tussen de woningen en de directe omgeving. Op de volgende pagina’s zijn deze verder uitgewerkt.

De hier beschreven zonering geldt voor alle kavels en wordt in een overeenkomst binnen de beheervereniging vastgelegd. Op deze wijze wordt het eindbeeld van het totale gebied vastgelegd, terwijl er tevens een maximale vrijheid blijft bestaan ten aanzien van de inrichting van de individuele kavel. Op de volgende pagina’s wordt aan de hand van een abstractie van de kavel uitgelegd hoe de zonering werkt.


ZONERING KAVELS

Voor een relatief groot deel van de kavels geldt dat de huidige boombeplanting gekapt moet worden. Dit zal plaats vinden in nauw overleg met de verkoper. Hierbij doet zich de mogelijkheid voor om in relatie tot het ontwerp van de woning een aantal interessante of beeldbepalende bomen te handhaven. Daarnaast kan door middel van het opkronen van bomen een vrij zicht het bos in worden gecreëerd. De kap van de bomen wordt gecompenseerd op een kavel gelegen aan de overzijde van de Utrechtseweg, in de buurt van Bos Uyterlinde.

BOOMBEPLANTINGIn de zone direct rond de woning kan een terras worden ingericht. Hier is in principe alle verharding toegestaan (max 70% van het oppervlak van de zone) en kunnen ook snoeivormen zoals hagen worden toegepast.

In dit deel van de kavel moet het gevoel van het wonen in het bos gemaximaliseerd worden. Hiervoor gelden regels ten aanzien van de toe te passen beplantingen. Zo worden hier alleen heesters toegepast die in het bosgebied veel voorkomen, bijvoorbeeld rodo, taxus, krentenboompje etc. Het toepassen van snoeivormen (hagen) is toegestaan in een zone van 7,5 m vanaf de terraszone. Verder mag op de gehele boszone geen verharding worden toegepast, zodat het gevoel van het bos wordt geoptimaliseerd.

7.5 mtr

<

>

TERRASZONE BOSZONE


ZONERING KAVELS

Bij de overgang van de kavel naar het centrale middendeel moet de individuele inrichting van de kavels niet domineren. Dit verstoort het boskarakter van het project. Om die reden wordt hier een brede zone met een laagblijvende grasbeplanting voorgeschreven die als een groene plint de individuele kavels met elkaar verbindt. Aan dit tapijt van grassen wordt op verschillende plekken een losse bloeiende heesterbeplanting toegevoegd bestaande uit soorten die in het bos thuishoren (zoals bijvoorbeeld een krentenboompje of een rododendron).

Alleen direct aansluitend aan de woning (ter plekke van de terraszone) kan ten behoeve van de privacy over een korte afstand een afscheiding gemaakt worden middels een muur. Deze muur kan, binnen het terras- en bouwvlak, over een afstand tot maximaal 3 meter uit gevel geplaatst worden met een maximale hoogte van 2,2 meter. De materialisatie van de privacy muur sluit aan op de architectuur van de woning. Verder is niet toegestaan om gebouwde terreinafscheidingen (schuttingen, hekwerken of muren) te plaatsen. Hiermee wordt voorkomen dat aangrenzende woningen op de schutting of de muur van de buren uitkijken en wordt het bosbeeld zo veel mogelijk geoptimaliseerd.

Bij iedere woning moeten door de toekomstige eigenaar, op eigen terrein, twee half verdiepte of geheel verdiepte parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De locatie van de toegang naar de garage wordt hierbij bepaald aan de hand van het woningontwerp. De toegang tot de knik van de hellingbaan naar de garage wordt (over minimaal 1 meter) uitgevoerd in dezelfde gebakken klinker als de klinker in de openbare weg. De bestrating naar de woningentree (helling) kan individueel bepaald worden.

RANDZONE AFSCHEIDING TERRASZONE KAVELTOEGANG EN PARKEREN


PARKEREN

bouwvlak

uiterste rand insteek hellingbaan op 0,5 meter van rand weg

zone ten behoeve van inrit op maaiveld, in deze zone is de toegestane breedte maximaal 4 meter

zone ten behoeve van hellingbaan

Het parkeren bij de woningen vindt plaats in een half verdiepte of geheel verdiepte parkeervoorziening. Bij een half verdiepte situatie kan eventueel worden gekozen voor parkeren in de open lucht. Indien de parkeervoorziening geheel verdiept in een gebouwde kelder wordt gemaakt, dan kan deze bijvoorbeeld worden gecombineerd met een verdiepte (woon)ruimte. Ten behoeve van een zorgvuldige inpassing van deze parkeervoorziening, en de hellingbaan er naar toe, is een aantal spelregels opgesteld die hier nader zijn uitgewerkt.De exacte positie van de inrit is niet vastgelegd. Wel is een zone aangegeven waarbinnen de inrit, met een breedte van maximaal 4 meter, moet worden gerealiseerd. Vanaf de rondlopende centrale ontsluitingsweg dient een vlakstand van minimaal 0,5 meter te worden aangehouden om een goede overgang van de weg naar de inrit mogelijk te maken. Dit is in de tekening middels de stippellijn aangegeven. Vanaf deze lijn mag begonnen worden met de helling. Dichterbij het bouwvlak mag de hellingbaan ook worden ingezet.


HOOGTELIGGING KAVELS

De hoogte van de kelderdieping is maximaal 1.5 m boven het oorspronkelijke maaiveld. Uitgangspunt is dat deze kelderverdieping door middel van een grondlichaam aan het zicht wordt onttrokken en in het terrein wordt opgenomen. Het wegwerken van de kelderverdieping in een grondlichaam is mede raadzaam omdat bovengronds maximaal 660 m3 gebouwd mag worden. De maximale hoogte van het nog zichtbare deel van de keldermuur bedraagt hierbij 0,5 m (maat B in bijgaande tekening).

De minimale helling van het grondlichaam dat tegen de kelder wordt aangebracht bedraagt 1:3, bij voorkeur wordt echter gewerkt met een flauwere, natuurlijke helling. Uitgangspunt is daarbij dat binnen de kroonprojectie van bestaande bomen geen grond mag worden opgebracht. Hiermee wordt voorkomen dat meer bomen worden verwijderd dan strikt noodzakelijk, en wordt het gevoel van ‘wonen in het bos’ optimaal.

Om het contrast tussen woning en omgeving te benadrukken wordt de overgang tussen het terras en het aansluitend maaiveld bij voorkeur opgelost door middel van een kleine hoogtesprong. Een zwevend terras is hierbij een interessante mogelijkheid, maar ook een kerend element is mogelijk.

1.5 mtr

talud minimaal 1:3

B = <0.5 mtr

MAXIMALE HOOGTE HELLING OVERGANG TERRAS



Bij het ontwerp van het grondlichaam wordt voor zover mogelijk aangesloten op het grondlichaam van de aangrenzende kavels. De eigenaren dienen dit onderling af te stemmen.

De hellingbaan naar de parkeervoorzienig wordt voor zover mogelijk uitgevoerd met natuurlijke taluds. Daar waar een keerwand noodzakelijk is sluit deze aan de bovenzijde zoveel mogelijk aan op het maaiveld, maximaal hoogteverschil 0,2 m. Indien de keerwand hoger wordt dan 1 meter ten opzichte van de hellingbaan, wordt de keermuur, vanwege het bouwbesluit, voorzien van een transparant hekwerk met een maximale hoogte van 1,2 m die wordt ingepast in een groenelement.

Een keerwand parallel aan de gevel is nooit langer dan 75% van de lengte van die gevel. Bij de afwerking van deze keerwanden bestaat een voorkeur voor een groene beëindiging door middel van bijvoorbeeld een plantenbak.

100%

75%

AANSLUITING KAVELS INPASSING HELLINGBAAN EN TRAP AANZICHT KEERWANDEN



indicatieve hoogteligging

34.00 34.00

34.15 34.15

34.45 34.45

34.80 34.80

35.15 35.15

35.30 35.30

Het terrein van Bos Uyterlinde loopt vanaf de Utrechtseweg ligt op. Het hoogteverschil op de kavel, ter plaatse van het middengebied is ongeveer 1.30 meter, de nieuwe ontsluiting volgt dit hoogteverschil. De kavels zullen aan moeten sluiten op dit niveau. In de tekening hiernaast zijn de indicatieve hoogtes ten opzicht van N.A.P. aangegeven voor de hoekpunten van de kavels grenzend aan het middenterrein.

Documents

INRICHTINGSPLAN BOS UYTERLINDE AMERSFOORT … · DELTAVORMGROEP BV | BOS UYTERLINDE | 3 INRICHTINGSPLAN Voor u ligt het inrichtingsplan van de toekomstige terreininrichting van het