13
Marc Klein Essink: ‘Weg met de armoede!’ Jaargang 6 • Nummer 2 • Zomer 2009 Wie zijn de doe-het-zelvers? Boukadali Nientao uit Mali haalt de laatste jaren meer lege dan volle visnetten op. Hij is daarom overgestapt op rijstteelt. Maar ook dat wordt moeilijker. Doordat de regens uitblijven, mislukken de rijstoogsten. ICCO Magazine vroeg hem hoe hij het hoofd boven water houdt. Van VISSER tot boer

ICCO Magazine Zomer 2009

  • Upload
    icco

  • View
    233

  • Download
    3

Embed Size (px)

DESCRIPTION

ICCO Magazine Zomer 2009

Citation preview

Page 1: ICCO Magazine Zomer 2009

Marc Klein Essink: ‘Weg met de armoede!’

Jaargang 6 • Nummer 2 • Zomer 2009

Wie zijn de doe-het-zelvers?

Boukadali Nientao uit Mali haalt de laatste jaren meer lege dan volle visnetten op. Hij is daarom overgestapt op rijstteelt. Maar ook dat wordt moeilijker. Doordat de regens uitblijven, mislukken de rijstoogsten. ICCO Magazine vroeg hem hoe hij het hoofd boven water houdt.

Van VISSER

Boukadali Nientao uit Mali haalt de laatste jaren meer lege dan volle visnetten op. Hij is daarom overgestapt op rijstteelt. Maar ook dat wordt moeilijker. Doordat de regens uitblijven, mislukken

tot boer

Page 2: ICCO Magazine Zomer 2009

2 3MAGAZINE ZOMER 2009

COLOFON

ICCO Magazine verschijnt vier keer per jaar en wordt kosteloos toegezonden. Wilt u voortaan ook een exemplaar ontvangen? Bel dan de servicedesk: (030) 692 79 79 of ga naar www.icco.nl/magazine. Schrijven kan ook: postbus 8190 3503 RD Utrecht.

ICCO is een van de grootste ontwikkelingsorganisaties in

Nederland en heeft 45 jaar ervaring in het bestrijden van armoede en onrecht. Samen met Kerk in Actie werkt ICCO in meer dan vijftig landen.

De opdracht van armoedebe-strijding kan ICCO natuurlijk niet alleen uitvoeren. Onder de naam ICCO-alliantie heb-ben we met Kerk in Actie, Edukans, Oikocredit, Prisma en Share People de handen ineengeslagen.

Hoofdredactie: Cora Jansen (ICCO)Eindredactie: Hanan Nhass (ICCO) Redactie: Jaap ’t Gilde (ICCO) Beeldredactie: Bernd OutAan dit nummer werkten mee: Imke van den Akker, Karin Anema,Jonathan Huseman, Frederika Meijer, Mariken Stolk, Kees Visser, Henk-Jan van Vulpen Coverfoto: Johannes Odé

En verderRUBRIEKEN7 NL Kort6 Op pad22 Column23 Recensie

INTERVIEW14 Sara Kinsbergen onderzocht doe-‘t-zelvers20 Marc Klein Essink over microkrediet

IN BEELD16 Birma: 1 jaar na de cycloon

EN OOK9 Ethiopische rozen12 Puzzel mee!

…en nog veel meer.

Door verschraalde visvangst worden vissers boeren.Lees het verhaal van Boukadali Nientao.

INHOUDIdealen

Idealen. Wie heeft ze nog tegenwoordig? Hebben we het niet veel te druk met onze eigen problemen rond financiële crisis, klimaat en terreurdreiging? Gelukkig niet! Dat zien we aan de dui-zenden doe-het-zelvers die zich met hun projecten inzet-ten voor een rechtvaardiger wereld. Critici zeggen dat deze particuliere initiatieven vooral leiden tot hulpafhan-kelijkheid. Dat risico is zeker aanwezig, maar er zijn ook veel goede voorbeelden van initiatieven die de bevol-king in staat stellen zélf hun omstandigheden duurzaam te verbeteren. Onderzoeker

zomer 2009

Sara Kinsbergen vertelt hier op pagina 14 meer over.

Acteur en tv-presentator Marc Klein Essink was onder de indruk van de positieve werking van microkredieten. Hij besloot daar met zíjn initiatief Day for Change een bijdrage aan te leveren. Hoe? Dat leest u op pagina 20.

Dat zakendoen én duur-zame ontwikkeling hand in hand kunnen gaan, bewij-zen de Nederlandse bloe-men- en fruittelers in Ethio-pië. Een korte omschrijving bij een veelzeggende foto op pagina 9.

Wilt u zélf iets doen met uw idealen? Kom dan naar de Idealendag op 10 oktober. Graag tot dan!

Cora Jansen, hoofdredacteur ICCO Magazine

Opmaak en vormgeving: Zwerver Grafische VormgevingDrukker: De Groot Drukkerij, GoudriaanRedactieraad:Gerbert van Loenen, Mirjam Nieboer,Wieb van de Donk

ICCO Magazine wordt op milieuvriendelijk papier gedrukt.

Wat deed ICCO in 2008?Een overzicht.

BE

ELD

Re

bke K

lok

ke

MAGAZINE ZOMER 2009

Door verschraalde visvangst worden vissers boeren.

18

10

Wie zijn de doe-'t-zelvers?Onderzoeker Sara Kinsbergen vertelt.Wie zijn de doe-'t-zelvers?

14

De angst van burger en politie: jeugdbendes in El Salvador.

Page 3: ICCO Magazine Zomer 2009

gekeken, maar ik was niet bang. Ik heb een goede band met de pastoor daar. Ik gaf hem zakken vol kleding en voedselpakketten die hij uit mocht delen. Pas daarna, toen ik weer vertrokken was, vertelde de pastoor dat alles geschonken was door Kikuyu’s.” De pastoor zette de Kalenjins voor de keus: gooi die kleren weg, of hou ze aan. De eer-ste stap naar vertrouwen tussen de stam-men was gezet. Maar de gevechten gingen door. ”Ik ben in die periode wel vier keer op en neer gereden tussen de gebieden om mensen naar de andere kant te smokkelen. Langs de weg stonden krijgers met kapmes-sen, maar ik heb iedereen veilig overge-bracht.”

De tweede stap was een bijeenkomst voor alle bewoners van het gebied. Samen met twee bisschoppen, Kalenjin en Kikuyu, baden zij voor een betere toekomst. Het succes zorgde voor vertrouwen en er wer-

den vredesgroepen opgericht waarin beide stammen vertegenwoordigd zijn. De leden proberen zo de verstoorde verhoudingen binnen de dorpen te verbeteren.

Samen sportenIn een klein kerkje bij het bergplaatsje Timboroa is zo’n vredescomité bijeengeko-men. De leden zijn getraind als ‘vredeswer-ker’. Kalenjins en Kikuyu’s zitten nu zij aan zij en bespreken problemen. Die worden niet meer ‘opgelost’ met geweld, maar met woorden. ”En dat werkt”, vertelt voorzitter Hezaron Donga, kortweg John genoemd.

”Laatst had een Kikuyu een koe gestolen van een Kalenjin. We hebben het met elkaar besproken en de persoon behandeld als een individu. De rest van de Kikuyu-gemeenschap lieten we met rust.”

De jeugd is de toekomst, vooral in Kenia. Het verkiezingsgeweld werd vooral veroor-zaakt door jongeren. ”Daarom is het heel belangrijk om ook hen bij de vrede te betrekken. We organiseren sportevenemen-ten waarbij gemixte teams partijtjes tegen elkaar spelen”, vertelt Edina, een mede-

werkster van NRIDCCS. ”Ze willen allemaal winnen, maar er valt geen onvertogen woord.” Vanwege de vraag naar meer eve-nementen is ze van plan een jaarlijks terug-kerend festival op te zetten. ”Samen dingen ondernemen zorgt voor vertrouwen in elkaar, dat hebben we nodig!”

Het is Justus’ droom om het vredesproject verder uit te breiden over heel Kenia. ”Het werkt zo goed”, vertelt hij met een trotse glimlach. ”Als de leden van de vredesgroe-pen anderen kunnen leren hoe het wél moet, dan zullen de verschillende volken in dit land in vrede kunnen samenleven.” Maar zover is het nog niet. ”Sommige fami-lies durven nog steeds niet naar huis. De stammen moeten elkaar weer voor honderd procent vertrouwen. Pas dan is ons werk gedaan.” <

’Er moest vrede komen!’

De conflicten in Kenia hebben te maken met de strijd om schaarse natuurlijke hulpbronnen. Landbouwers, etnische minderheden en nomaden raken steeds verder verwijderd van een menswaardig bestaan. ICCO poogt samen met haar partnerorganisaties dit tij te keren. Eén van die partners is *Nakuru Region Inter Diocesan Christian Community Service (NRIDCCS) dat sinds 1998 wordt gesteund.

Verstoorde dorpsverhoudingen worden verbeterd

Rijdend over de vredige bergpaadjes is het nauwelijks voor te stellen wat zich hier ruim een jaar geleden heeft

afgespeeld. Alleen de verbrande huizen her-inneren nog aan het tribale geweld dat uit-brak na de verkiezingen eind 2007. Er vielen meer dan 1.200 doden en 350.000 Kenianen sloegen op de vlucht. De Rift-vallei, waar ICCO-partner NRIDCCS* al jaren actief is, was de brandhaard van dit geweld. Kalenjins en

Kikuyu’s gingen elkaar met stokken, messen en speren te lijf en verbrandden en plunder-den elkaars huizen. Het was de ergste Keniaanse humanitaire crisis van de eeuw en krantenkoppen schreeuwden: ‘Save our beloved country’. ‘Red ons geliefde land!’

PeacemakerDoor de bewoners van het gebied wordt hij liefkozend Peacemaker genoemd. In janua-

ri 2008 baande Justus Kinyua, directeur van NRIDCCS, zich met gevaar voor eigen leven een weg door de gewelddadigheden. Reden?

”Ik was bang dat onze voedsel- en gezond-heidsprogramma’s door al het geweld ver-loren zouden gaan als ik niks zou doen. Er moest vrede komen!”, legt Justus uit.Als eerste Kikuyu durfde hij voet te zetten in het Kalenjingebied om te redden wat mogelijk was. ”Ik werd wantrouwend aan-

‘RED ONSREPORTAGE | Door Imke van den Akker

Kikuyu s en Kalenjins die samen sporten, zingen of bidden. Een jaar geleden, na de verkiezingsrellen, leek dit ondenkbaar. Nu is de rust in de Keniaanse Rift-vallei teruggekeerd.

geliefde land!’

BE

ELD

David

Wil

mo

t

5MAGAZINE ZOMER 2009

Page 4: ICCO Magazine Zomer 2009

I n ‘Help, ik ben blank geworden’ be-schrijft Vermeulen zijn speurtocht naar het waarom van een rascisti-

sche moordaanslag in de Zuid-Afrikaanse krottenwijk Skierlik, die aan vier krotbe-woners het leven kostte. Tegelijkertijd beschrijft hij zijn eigen integratieproces. Zeven jaar lang verbleef Vermeulen in Johannesburg, vanwaaruit hij voor NRC Handelsblad en het NOS Journaal verslag deed van de strubbelingen in Zuid-Afrika én buurland Zimbabwe.De slachtpartij in de township Skierlik was aanleiding voor hem te duiken in de motie-ven van de achttienjarige dader, de boeren-zoon Johann Nel. Het waarom van de haat intrigeert Vermeulen. ”De rassen hebben geleerd elkaar te haten. Het kost veel moei-

te om recht te trekken wat scheef is gegroeid. Het geweld tegen buitenlanders laaide in Johannesburg op en een Mozambikaanse man werd op wrede wijze gelyncht. Ik heb de eerste beelden gezien van ná de lynch-partij. Werkelijk beestachtig. Ik kon toen twee dingen doen: het afdoen als een daad van een monster óf dit beeld in de context zetten van vierhonderd jaar geschiedenis waarin haat en de niet ingeloste belofte van Mandela als een rode draad lopen. De armoede is nog zo alom aanwezig dat de vlam al gauw in de pan slaat. Buitenlanders zijn dan de eerste zondebok. De frustratie is enorm, evenals de criminaliteit.”

”In het hoofd van Johann Nel, die net als velen op het platteland meedere malen met bruut geweld is overvallen, is er iets

geknapt. Dat is geen rechtvaardiging, maar de moordaanslag toonde aan welke tol de criminaliteit eist. Al veertien jaar wordt gezegd dat de armoede in Zuid-Afrika een keer tot een explosie moet leiden.”

”De moord op vier onschuldige krotten-wijkbewoners illustreert dat de regenboog-natie van Mandela nog ver te zoeken is”, constateert Vermeulen. ”Begrijp me niet verkeerd. Het idee van de regenboognatie staat gelijk aan het idee van tolerantie. En dat is iets waar ze in Zuid-Afrika écht in geloven. De bewoners van de wijk waar de afschuwelijke aanslag plaatsvond, willen niets liever dan aan de ouders van Johann vergiffenis schenken. Dat vind ik ontroe-rend. In Nederland is tolerantie een vies woord geworden. Dát vind ik heel jammer. De aanvaarding van het anderszijn is essen-tieel voor een samenleving waarin ieder-een zich thuis kan voelen.”Over zijn eigen integratie velt Vermeulen een hard oordeel. Lachend: ”Die is mislukt. Ik heb Zulu geprobeerd te leren, maar ont-dekte al snel dat ik voor mijn werk met Engels ook prima uit de voeten kon. Zwarte vrienden maken was ook niet gemakkelijk. Nodigde ik ze uit voor een etentje, dan kwam er nooit een wederuitnodiging. Thuis keken we via de schotelantenne ook naar Nederlandse televisie. Tja, je houdt je in den vreemde toch vast aan vertrouwde dingen. Het drong pas na een paar jaar tot me door dat je gewoon moet blijven wie je bent.”<

Fairtrade kerkDelft heeft de primeur: de Vierhovenkerk mag zich de eer-ste Fairtrade kerk van Nederland noemen. Ook andere reli-gieuze instellingen kunnen zich sinds vorige maand kwali-

ficeren. Zo moet een Fairtrade kerk of gebedshuis vol-doen aan criteria als het gebruik van fairtrade koffie en thee tijdens bijeenkomsten. De criteria van Fairtrade School en Fairtrade Dorp zijn ook bekend. Op deze manier wil de Fairtrade Gemeente Campagne kleinscha-lige initiatieven stimuleren. Meer informatie vind je via www.fairtradegemeenten.nl.

Waarom is integreren zo moeilijk? En hoe is het voor een blanke om in een zwarte samenleving mee te draaien? Bram Vermeulen (34), journalist van het jaar, stortte zich in de Zuid-Afrikaanse samenleving en schreef er een boek over.

”Na veertig jaar apartheid zijn de verhoudingen flink scheef.”

'GEWOON blijven wie je bent'

6 MAGAZINE ZOMER 2009 7

ACTUEEL | Door Hanan Nhass NL KORT

RommelHet Over het IJ Festival in Amsterdam-Noord brengt ook deze zomer bijzondere voorstellingen op verrassen-de locaties. In elf dagen zijn er meer dan vijfentwintig voorstellingen, waaronder die van Bert Hana die in De Rommel Hemel de levensverhalen van de medewerkers van de kringloopwinkel in Noord centraal stelt. Ontroerende en verborgen verhalen in een levend decor van fascinerende snuisterijen. En nog veel meer. Mis de stand van ICCO/Kerk in Actie niet, want we vragen dit jaar aandacht voor de Klimaatbelofte.

Waar: Amsterdam-Noord, NDSM-werf, Overhoeks, Amsterdam CentraalWanneer: 2 t/m 12 juli

Over Bram Vermeulen:Geboren in: Wamel (Gelderland)Studeerde: Journalistiek (in Tilburg) en Internationale Betrekkingen (in Amsterdam)Correspondent in: Zuid-Afrika, Zimbabwe en nu IstanboelGenomineerd voor: De Tegel, Dick Scherpenzeelprijs en Gouden PennetjePrijzen: Journalist van het Jaar (2008)

MAGAZINE ZOMER 2009

TreinenMet straatkinderen op het dak van een trein, in supersnelle luxe treinen met televisie aan boord door 26 landen in zes continenten. Future Express is een crossmediaal project waarin webreizigers van over de hele wereld elkaar kunnen ontmoeten. Ze kunnen de personages uit de televisieserie beter leren kennen en meepraten over belangrijke maat-schappelijke onderwerpen. Spirit24, het levensbeschouwelijke digitale themakanaal van de publieke omroep, gaat weke-lijks in op de uitzendingen met diepgaande reportages. Ook je eigen digitale paspoort maken en op de trein springen? Ga naar de interactieve website www.futureexpress.nl.

ficeren. Zo moet een Fairtrade kerk of gebedshuis vol-doen aan criteria als het gebruik van fairtrade koffie en thee tijdens bijeenkomsten. De criteria van Fairtrade School en Fairtrade Dorp zijn ook bekend. Op deze manier wil de Fairtrade Gemeente Campagne kleinscha-lige initiatieven stimuleren. Meer informatie vind je via www.fairtradegemeenten.nl.

Ideaal Voor de derde keer organiseert dagblad Trouw de Idealen-wedstrijd. Iedereen met een ideaal waarvan de samenleving (in binnen- en buitenland) beter wordt, kan nog tot 1 juli meedingen. De twee winnende initiatiefnemers winnen elk een bedrag van 7.500 euro én professionele begeleiding bij de realisatie van hun ideaal door Impulsis, GreenWish en ASN Bank.Nog voor de zomer kan iedereen via de website stemmen, waardoor er een top 3 ontstaat. Vervolgens buigt een profes-sionele jury zich er over. De winnaars worden bekend gemaakt tijdens de Idealendag op 10 oktober in de Passenger Terminal in Amsterdam. Meer informatie op www.trouw.nl/idealen.

realiseer

je ideaal

BE

ELD

NC

RV

BE

ELD

Ove

r h

et

IJ

Page 5: ICCO Magazine Zomer 2009

❀✿Wie: Sofia Gerards (28) uit Leiden

Wat: Uitgezonden door Togetthere

Waar: Filadelfia, Paraguay

Wanneer: Van september 2008 tot juli 2009

9

Waarom een uitzending?

”Mijn ouders reizen graag en die liefde is me met de paplepel ingegoten: ik wil veel zien, ontdekken en leren van andere cul-turen en volkeren.” Met een universitaire taal- en cultuurstudie op zak koos Sofia voor een uitzending naar Zuid-Amerika. Togetthere koppelde haar aan ICCO-partner PCI, in Paraguay.

Wat doet PCI?

”PCI, dat staat voor Pro Comunidades Indígenas, is een ontwikkelingsorganisatie die opkomt voor de rechten van indianen in Paraguay. Het kantoor waar ik werk ligt in Filadelfia – het centrum van een van de drie mennonietenkolonies in het land. Filadelfia ligt in de Chaco, een kurkdroog en voor bewoning onaantrekkelijk gebied. Heel lang leefden daar alleen indianen. Sinds de komst van de mennonieten verliezen de indianen hier steeds meer grondgebied aan grote veeteeltbedrij-ven. Gevolg: gebrek aan water, voedsel

en gezondheidszorg. Op dit moment is er een noodsituatie in het gebied, door extreme droogte. PCI wil de indiaanse gemeenschappen organiseren door ze van binnenuit te versterken. Veel india-nen weten niet wat hun rechten zijn, laat staan hoe ze daarvoor op moeten komen. Het is belangrijk dat de indianen sterk staan en dat er rekening met hen gehou-den wordt.”

Waarom is dat nodig?

”De indianen verliezen steeds meer hun identiteit. Denk aan traditionele kennis van taal, flora en fauna, medische ken-nis, voedselbouw, sjamanisme en zaken als dans en handwerk. Ze zijn genood-zaakt om betaald werk te zoeken. In de nabijgelegen mennonietenkolonies en op de boerderijen werken ze onder slechte arbeidsomstandigheden. Ook worden ze gediscrimineerd. Gefrustreerd grijpen veel mannen naar de fles. Dat creëert spanningen. Vrouwen en kinderen zijn de

dupe. Omdat vrouwen altijd thuis zijn, vormen zij de ruggengraat van de indi-aanse samenleving. Hun rol in het voort-bestaan van de indianen en hun identiteit is essentieel.”

Wat is jouw taak?

”Bij PCI verzorg ik een gedeelte van de interne communicatie, onder meer ver-taalwerk en schrijven voor publicaties en de website. In het contact met de lokale bevolking doe ik elke dag nieuwe indruk-ken op. De bevolking kent de problema-

tiek en het werkveld immers het beste. Door hun kennis en ervaring dragen ze bij aan oplossingen om effectief hulp te kunnen bieden. De situatie van de indi-anen in de Chaco is onbekend bij veel mensen. Daarom deel ik mijn ervaringen en probeer ik mensen bewust te maken van de gigantische problemen. Ook in Nederland.”<

Vrouwen zijn ruggen-graat van indiaanse samenleving

OP PAD | Door Henk-Jan van Vulpen

MAGAZINE ZOMER 20098 MAGAZINE ZOMER 2009

Samen met indianen aan de slag voor mensenrechten. Sofia

Gerards is uitgezonden naar Paraguay. ”Ik voel me hier vanaf

dag één helemaal thuis, en wát een interessante omgeving!”

P < N L DIC C O < < M

A G A ZIN E < < < <

< < < < < < << < < < < < <

< < < < < < << < < < < < <

< < <

< < < < < < << < < < < < <

< < < < < < << < < < < < <

< < < < < < <

N V K 47785999

G JJ K 437854

93499237746

7632871801

3464773284

78

N V K 47785999

G JJ K 437854

93499237746

7632871801

3464773284

78

Verbaasd, ontroerd, verrast

____ _ __ _

_ ___ _______

_

___

_

In deze rubriek vertellen uitgezonden jongeren over hun ervaring in ontwikkelingslanden.

ROZENuit Ethiopië

FOCUS | Door Karin Anema ✿

❀Grote kans dat uw rozen uit Ethiopië komen. Dat land is na Kenia de grootste

Afrikaanse exporteur op Nederlandse bloemenveilingen. Dat is niet raar als je weet

dat ongeveer de helft van de rozenbedrijven in Ethiopië een Nederlandse eigenaar

heeft. De telers dragen hun kennis over aan merendeels analfabete arbeidskrachten.

Voordeel is dat ze werkgelegenheid scheppen. Nadeel is dat rozentelers te veel water,

kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken. Het kweken moet daarom onder fair-

trade condities gaan plaatsvinden. De regels hiervoor werden vorig jaar geïntrodu-

ceerd door milieuorganisatie Forum for Environment dat nauwlettend volgt wat beter

kan, uiteraard met steun van ICCO. Lees verder op: www.icco.nl.

BE

ELD

Kari

n A

ne

ma

Page 6: ICCO Magazine Zomer 2009

11

ACHTERGROND | Door Kees Visser

MAGAZINE ZOMER 2009 MAGAZINE ZOMER 200910

De discussie over geweld tegen bus-chauffeurs in Nederland doet onwerkelijk aan wanneer je de ver-

gelijking trekt met El Salvador. Daar zijn in 2006 en 2007 meer dan 100 buschauffeurs vermoord, omdat ze niet tegemoet wilden

komen aan de eisen van jeugdbendes die geld willen zien van de buschauffeurs in ruil voor veiligheid. Wie weigert, krijgt de kogel. Wie zijn deze jeugdbendes en waar komen ze vandaan?Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig

van de vorige eeuw is El Salvador, maar ook Honduras en Guatemala uitzichtloos. Door burgeroorlogen en armoede vluchten veel jongeren naar de Verenigde Staten. Daar blijkt de situatie niet veel beter. Prima voe-dingsbodem voor jeugdbendens die vers aangespoelde migrantenjongeren broeder-schap, steun, eten en misschien wel het belangrijkste, een identiteit én zelfvertrou-wen bieden. De uitzetting van criminele latino-bendeleden lost het probleem niet op, maar verschuift het slechts. Tot eind jaren negentig leven de jeugdbendes in de marge van de samenleving in El Salvador. Maar na de orkaan Mitch die in 1998 veel schade aanricht neemt de armoede en werkloosheid aanzienlijk toe. Gevolg: machtsuitbreiding voor de bendes ofwel mara’s. Bendeleden houden er een gang-sterlevensstijl op na, met dure kleding, sie-raden en drugs.Wat doen die bendes? Met hun alles-omvattende grip, controleren ze arme wijken volledig. Ze zaaien er dood en

verderf. Rivaliserende bendeleden die hun territorium betreden, moeten dat bekopen met de dood. Maar ook gewo-ne burgers gaan gebukt onder dat juk. Plaatselijke ondernemers worden hard-handig onder druk gezet om exorbitan-te bedragen te betalen in ruil voor ‘vei-ligheid’. Daarnaast houden leden zich

bezig met drugs, diefstal, afpersing en mensensmokkel. De mara’s bestrijden elkaar met geweld. Vanwege de moord-dadige onderlinge afrekeningen en de slachtoffers onder burgers, besluiten de El Salvodoraanse en Hondurese overheid hard op te treden tegen de mara’s. Er is nu niet alleen oorlog tussen de ben-

des, maar ook tussen de politie en de bendes.

HoopDe zware repressie van de politie schrikt niet af. Maar hoe houd je jongeren weg bij de bendes? De Hondurese organisatie Arte Acción probeert met allerhande acti-viteiten jongeren van de straat te houden. Jongeren kunnen zich op artistiek gebied uiten en krijgen de kans om een eigen identiteit te creëren. Johanna Polman, een van oorsprong Duitse die via het uitzen-dingsprogramma Togetthere werkt voor Arte Acción, vertelt: ”De mara’s zijn de eni-ge manier voor jongeren om zelfwaarde en een identiteit te krijgen. Zij worden al van-af hun achtste geronseld door de bendes. We zijn nu tien jaar bezig om deze kinde-ren met artistieke activiteiten een positieve draai aan hun leven te geven. We bereiken daar zo’n achthonderd jongeren per jaar mee. We willen hen een andere toekomst bieden. Een toekomst van hoop.”<

GERED

Ze zijn de angst van burger, politie en politiek: jeugdbendes in El Salvador. De aantrekkingskracht op jongeren is groot. ”Ik geloofde dat zij als familie voor me waren, maar beetje bij beetje vernielen ze je leven.”

’Jongens worden soms op achtjarige leeftijd geronseld’

uit bendeklauwen

”Mijn moeder sloeg me veel en mijn vader speelde helemaal geen rol in mijn leven. Ik leek niet te bestaan voor hen. Ik heb veel op straat rondgehangen, was crimineel, drugsverslaafd en alcoholist. Ik was een pandil-lero (bendelid). Toen ik lid werd, geloofde ik dat zij een familie voor me waren, maar in werke-lijkheid was dit niet zo. Beetje bij beetje vernielen ze je leven. Op een gegeven moment wordt je opgepakt, of zo niet, verlies je je leven… En niet alleen het jouwe: je riskeert ook het leven van je familieleden. Maar dankzij God kwam Arte Acción en heeft mij gered. Ik ben hier zo dankbaar voor. Want zo niet, ik weet het niet… Waar zou ik dan geweest zijn? Ik heb me volledig gestort in de workshops die Arte Acción me aanbood. Zo mocht ik steltlopen, schilderen en maskers maken. Ik ben veranderd. Wanneer ik nu nog bij de bende had gezeten zou ik een hoop mensen hebben vermoord. Ik heb gezien hoe ze mensen in onze wijk vermoor-den – gewoon voor de lol. Ik heb zo’n spijt van wat ik heb gedaan! Daarom probeer ik nu aan ande-re jongeren door te geven dat er ook iets anders bestaat dan het leven in de mara’s.”

Het verhaal van ex-bendelid Denis, sinds acht jaar actief bij Arte Acción.

Ook in Nederland probeert ICCO de bende-problematiek aan de orde te bren-gen. Zo heeft ICCO het Latin American Film Festival (LAFF) gesponsord waar de film Children of a Rape werd vertoond. Deze film verhaalt over jongeren die bij een mara terecht zijn gekomen. Een van de schokkende interviews in de film met een bendelid dat in de gevangenis zit, luidt als volgt:

”Waarvoor ben je veroordeeld?”

” Moord.”

”Wat is er gebeurd?”

” Die klootzak liep op ons territorium en daarom moest hij sterven.”

”Hoe voelde je je?”

” Als een maniak. Fantastisch! Niemand droeg het me op. Ik zag hem zelf lopen en ik vond dat hij moest sterven.”

”Waarom ben je trots?”

” Omdat ik onze gang heb verdedigd.”

BE

ELD

Pie

t d

en

Bla

nke

n (

Ho

llan

dse

Ho

og

te)

Broederschap, identiteit en zelfvertrouwen. De bende heeft veel te bieden. Maar hoe houd je jongeren uit de klauwen van de bende?

Page 7: ICCO Magazine Zomer 2009

MAGAZINE ZOMER 200912 13MAGAZINE ZOMER 2009

Omdat mijn organisatie een belangrijk deel van het buitenlandwerk ook daadwerkelijk naar het buitenland verplaatst, was ik recent in India. In New Delhi openden we een kantoor voor de regio Zuid-Azië. Dat maakt het werk dat wij doen toegankelijker, effectiever en ook meer afgestemd op de wijze waarop de mensen in deze regio hun prioriteiten inzake armoedebestrijding en rechtvaardigheid kiezen. Voor de opening zelf was een dag uitge-trokken. Ik was daarnaast in de gelegenheid een van de belangrijkste programma’s die wij als ICCO steunen, intensief te bezoeken. Dat is het programma van Asha, een lokale maatschappelijke organisatie die actief is in de Indiase sloppenwijken. New Delhi alleen telt, op de veertien miljoen inwoners, 3,5 miljoen sloppenwijkbewoners. Voor wie nog nooit een sloppenwijk of slum heeft gezien of bezocht; het zijn ‘woonoorden’ van de allerarmsten in India. Vaak gesitueerd aan de buitenranden van de binnenstad, aan industriegebieden of spoorlijnen, aan vuilnisbelten of autokerkhoven. De behuizing is geconstrueerd van karton, stukken van auto’s, golfplaten voor de lucky ones, jute en plastic zakken, houtafval en verder alles wat niet bij de eerste de beste regenbui vergaat. De hutten, meestal niet groter dan zo’n vijf vierkante meter, worden meestal bewoond door gemiddeld vier tot acht mensen. Ze staan tegen elkaar aan gebouwd, meestal om er voor te zorgen dat ze niet omvallen. Er is geen stromend water, meestal ook geen stilstaand of het moet de grijze meurende drab in de rioolgoten zijn. Er is geen sanitatie, altijd voedsel- en geldgebrek, veel mensen zijn ziek of hebben infecties, kinderen hebben groeiachterstand en werken zodra zij de leeftijd hebben bereikt dat ze kunnen praten (‘gelukkig’ is dat wat later dan normaal) samen met de ouders op vuilnisbelten, autokerkhoven, in en tussen industrieel afval. Het alternatief is bedelen op plaatsen waar toeristen en de bovenklasse van India vertoeven en als je geluk hebt, word je geen handicap ‘aangemeten’. Iedereen doet zijn behoefte in of nabij de slum, wat alleen voor de ruim aanwezige straathonden en even zo grote ratten voordeel oplevert. De stank is ondraaglijk, de blik in de ogen van de mensen om nooit te vergeten. Niet altijd triest, er wordt ook veel gelachen, maar wel uitzichtloos, hol en vragend. Altijd vragend. Niet direct om geld of steun, wel om hoe lang we dit nog laten bestaan. Hoe lang het leven uitzicht-loos blijft. Onze Indiase partnerorganisatie Asha verbetert met een gedegen programma het leven van sloppenwijkbewoners. Medische behandeling, hygiëne, huisvesting, scholing, man-vrouwverhouding: op alle fronten wordt ingezet op vooruitgang. En dat is te zien. Er staan stenen huisjes, klein weliswaar, maar solide. Drijvende kracht achter Asha is de Indiase kin-derarts Kiran Martin. Zij leidt ons door de slum. Een vrouw om bewondering voor te heb-ben. Twintig jaar geleden kwam ze er voor het eerst omdat er zoveel kinderen aan diarree stierven. Ze is gebleven. En hoe. Dag en nacht is ze beschikbaar. Meer dan eens werd ze uit bed gebeld om bulldozers die de illegale krotten met de grond gelijk wilde maken, lij-felijk tegen te houden. Haar contacten bij ministers konden het tij keren. Ze regelde ook meteen microkredieten voor de sloppenwijkbewoners, want voor een lening kunnen zij bij een gewone bank niet aankloppen. Inspiratie en kracht put ze uit de veerkracht die ze ziet bij de armen, en natuurlijk bij God. Het meest hoopgevende succes: twintig jongeren star-ten dit jaar met een universitaire opleiding! Ze zegt: ”Asha-slums zien er anders uit dan andere slums.” Ik glimlach en realiseer me weer waar ik het allemaal voor doe.<

Jack van Ham, algemeen directeur ICCO

De ‘Asha-slum’

COLUMN | Door Jack van Ham

BE

ELD

Mari

eke V

ierg

eve

r (I

CC

O)

ICCO spec wz mei 2009 Ruiter Puzzel

E V N E L U E M R E V M A R B L G

T R E S E I N D O N E S I E A A N

A E D R T Y A U G A R A P C H E I

M G N I G I D R A A V T H C E R L

I E E C O I H A W F S I U H O E E

L N B D O A F A A G L R C C H H K

C B D I R F T F N H T A A C O T K

R O G E D E R U E A V H O N O T I

I O U H R I E E V N C C P E P E W

A G E M K T N L I I I R B N L G T

F N J A S I A D H S G S O IJ O O N

G A N A R S O U I T R T U T S T O

A T E Z A O L W A A R A W S S H O

M I M R E P L E H N N I E E I O R

B E A U Z I M B A B W E N L N P L

I M S U S A R U D N O H N A G E O

A W E D E R O P B O U W N P G N G© www.ruiterpuzzel.nl In elk woord zit minstens een letter die maar op een manier weg testrepen is. Als alle hieronder opgegeven woorden in het diagram zijn weggestreept, blijft ereen aantal letters over. Lees deze letters regel voor regel van boven naar beneden, zo vindt ude oplossing. Veel puzzelplezier.

AfghanistanAfrikaBram VermeulenChacoCharitasDroogteDuurzaamheidFair climateGambiaHelperHondurasHoopHopen

HuisHulpICCOIndianenIndonesiëIsraelJeugdbendeLachMara SalvatruchaOntwikkelingOorlogOpbouwenOplossing

PalestijnenParaguayPositiefRegenboognatieRechtvaardigingSamenSteunTogetthereVergiffenisWaarWaterWederopbouwZimbabwe

In elk woord zit minstens een letter die maar op een manier weg te strepen is. Als alle hieronder opgegeven woorden in het diagram zijn weggestreept, blijft er een aantal letters over. Lees deze letters regel voor regel van boven naar beneden, zo vind je de oplossing. Veel puzzelplezier.

Hoe kun je meedoen?Stuur de oplossing naar [email protected] of naar ICCO, postbus 8190, 3503 RD Utrecht, en vermeld erbij ‘IM-puzzel’. Zo maak je kans op het boek Ontwikkelingshulp in 2 uur en 53 minuten van Tobias Reijngoud (zie recensie op pagina 23). We mogen 5 exemplaren weggeven. Winnaars krijgen het boek thuisgestuurd.

Puzzel en win!

AfghanistanAfrikaBram VermeulenChacoCharitasDroogteDuurzaamheidFair climateGambiaHelperHondurasHoopHopen

HuisHulpICCOIndianenIndonesiëIsraëlJeugdbendeLachMara SalvatruchaOntwikkelingOorlogOpbouwenOplossing

PalestijnenParaguayPositiefRegenboognatieRechtvaardigingSamenSteunTogetthereVergiffenisWaarWaterWederopbouwZimbabwe

© w

ww

.rui

terp

uzze

l.nl

12

BE

ELD

Mari

eke V

ierg

eve

r (I

CC

O)

Page 8: ICCO Magazine Zomer 2009

Eén ding hebben de meeste doe-het-zel-vers gemeen: het sluimerende gevoel van ‘wat hebben ze het toch slecht in

Afrika’. ”Toeristen boeken een strandvakan-tie naar Gambia en gaan er vanuit enkel zon, strand en blije gezichten te zien. Mis! Nog geen twee kilometer het binnenland

in worden zij getroffen door schrijnende armoede. Het gevolg laat zich raden: bin-nen enkele jaren komen ze terug met ‘geld voor een waterpomp’.” Maar Kinsbergen waarschuwt voor deze vaak impulsieve daad. ”Veel actieve Nederlanders werken samen met een toevallig tegengekomen

contactpersoon en daarmee lopen ze een groot risico dat hun project minder effec-tief is. Neem de waterpomp. Wanneer die kapot gaat, weet niemand in het dorp wat te doen. De Westerse geldschieters zijn dan allang met ‘de noorderzon’ vertrokken.”

”Particulier Initiatief (PI) is vaak zalvende hulp”, betoogt Kinsbergen. ”Dat is geen ont-wikkelingshulp. Maar begrijp me niet ver-keerd. Deze vorm van charitas is absoluut niet per definitie slecht. Het is alleen jam-mer dat de mensen in ontwikkelingslan-den er zo weinig van leren, zij ontwikke-len zich niet. Mensen die actief zijn in het PI zijn teveel bezig met materiële steun. Ze moeten nadenken over het opbouwen van lokale organisaties. Zet een stichting op, neem werknemers op locatie aan en leer hen hoe zij die waterpomp zélf kunnen bouwen, zélf kunnen financieren. Zo kun-nen deze mensen voortaan hun eigen boon-tjes doppen. Door enkel materiële steun houd je ontwikkelingslanden afhankelijk. Geef hen kennis, dan leren ze op eigen benen staan. Op die manier worden je pro-jecten duurzaam.”jecten duurzaam.”

PI is populair. Waar grote ontwikkelings-hulporganisaties rekening houden met fors terugvallende inkomsten door de recessie, groeit het PI als kool. Over de kwaliteit ervan gaf het onderzoek van Kinsbergens collega Lau Schulpen twee jaar geleden al duidelijkheid: er is een gebrek aan ‘lerend vermogen’. Kinsbergen:

”Particulieren die evalueren zijn uitzon-derlijk. Dat is jammer, want het betekent dat ze niets leren van hun fouten. Zowel de PI’ers als hun achterban zijn tevreden wanneer een foto op de website wordt geplaatst. Project afgerond, op naar het volgende, zo wordt gedacht. Men staat er

niet bij stil hoe de plaatselijke bevolking reageert. Hoe ontwikkelen zij zich na de hulp?”

Ze zijn vooral op kleine schaal actief. Een nieuwe tractor, het repareren van het dak van een school. Dit blijven de PI’ers doen.

”Vaak mis je de schaalvergroting, de profes-sionalisering. Het is geen regel, eerder uit-zondering dat je ‘groei’ ziet naarmate de organisatie groter wordt. Je mag moreel verwachten, ja… zelfs bijna eisen dat je je ontwikkelt als je langer bezig bent. En daar-mee ook een blijvend verschil maakt voor de dorpsbewoners. Maar veel PI’ers blijven enkel kleine projecten steunen.”

Hoe is Kinsbergens onderzoek ontvangen door de PI’ers? ”Ik heb veel positieve reac-ties gekregen. Wat daarnaast erg goed is, is de grote openheid van PI’ers. Men geeft aan de kritiek te herkennen. Ik hoop dat ze er iets mee gaan doen.” <

Wie is Sara Kinsbergen? Ze voert haar promotieonderzoek uit in opdracht van het Centre for International Development Issues Nijmegen (CIDIN). Dit academische instituut, dat nauwe banden heeft met de Radboud Universiteit, doet onderzoek naar ongelijkheid, armoede, ont-wikkeling en zelfverwezenlijking (empowerment). Kinsbergens onderzoek is een vervolg op dat van Lau Schulpen die zich in 2007 meer richtte op de effecten van het Particulier Initiatief.

INTERVIEW | Door Kees Visser

PARTICULIER INITIATIEF

Het Particulier Initiatief in de ontwikkelingshulp blijft groeien. Steeds meer Nederlanders willen een steentje bijdragen aan een betere wereld, waardoor meer geld beschikbaar komt. Ondanks de recessie. Maar wie zijn deze doe-het-zelvers? En wat motiveert hen? Een gesprek met onderzoeker Sara Kinsbergen.

MAGAZINE ZOMER 2009 MAGAZINE ZOMER 2009

Impulsis (een initiatief van ICCO, Edukans en Kerk in Actie) steunt zo’n 580 projecten van 350 PI’ers. Volgens Kinsbergen zijn dit de betere projecten. Als verklaring voor de goede resultaten, noemt Gerhard Schuil van Impulsis:

”We zetten sterk in op het ‘lerend vermogen’ van Particuliere Initiatieven (PI) door cursussen aan te bieden en PI’ers bij te staan met advies. Daarin streven we naar een langdurige relatie, zodat we ook aan de organisatie áchter het PI kunnen werken. Het is nagenoeg onmogelijk om kwaliteitsver-betering tot stand brengen in één kortlopend project. Gelukkig ervaren wij net als Kinsbergen, dat veel PI’ers leergierig zijn.”

blijft groeien ondanks recessie

14

Top 5 van landen waar doe-het-zelvers gesteund door Impulsis actief zijn.

Sara Kinsbergen

BE

ELD

: S

tep

he

n H

. P

ad

re (

AC

T I

nte

rnati

on

al)

15

Feiten over PI:• Gemiddelde leeftijd van PI’ers:

>50 jaar• Religieuze motivatie minder

belangrijk • Meer mannen dan vrouwen actief• Aandeel vrouwen groeit• Meeste initiatieven in Afrika.

1. Kenia 2. India3. Nepal4. Malawi/Indonesië

(evenveel initiatieven)5. Oeganda

Page 9: ICCO Magazine Zomer 2009

1716 MAGAZINE ZOMER 2009

IN BEELD

❶ Een boer oogst zijn rijst. Belangrijk voor ICCO’s werk in Birma is het herstel van inkomstenbronnen. In Birma leven relatief veel mensen van landbouw en visserij.

❷ Overlevenden staan voor de resten van hun huis. Daags na de ramp ontvingen de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) via een nationale actie ruim 470.000 euro. Daarnaast is via de kerken een dik-ke 525.000 euro binnengekomen voor de slachtoffers.

Ruim 22.000 doden en honderdduizenden daklozen: de cycloon Nargis trok een spoor van vernieling toen hij vorig jaar mei over het uiterst gesloten Birma raasde. Hulp kwam laat. Internationale hulpverleners kregen pas na een maand toegang tot de rampgebieden. Hoe staan de Birmezen er nu voor?

BIRMA1 jaar na de cycloon

❸ Safe houses, die bescherming moe-ten bieden voor toekomstig natuur-geweld, worden in de Irrawadydelta gebouwd van inheems hout. ICCO-partnerorganisaties besteden op dorpsniveau veel aandacht aan risi-co’s van cyclonen en hoe mensen zich er tegen kunnen beschermen.

❹ De fundering van de school in Mayankyun ligt er, dankzij mannen én vrouwen die de mouwen hebben opgestroopt.

❺ Een boer staat voor een dorsmachine die mede mogelijk is gemaakt door Action By Churches Together (ACT). Van dit internationale (noodhulp)net-werk maken ook ICCO en Kerk in Actie deel uit.

❺ MAGAZINE ZOMER 2009

BE

ELD

EN

AC

T I

nte

rnati

on

al

❶ ❹

Page 10: ICCO Magazine Zomer 2009

19MAGAZINE ZOMER 2009 MAGAZINE ZOMER 200918

Visser en boer Boukadali Nientao (55) uit het Malinese Kouakourou bekijkt de vangst van de ochtend

met tevredenheid. ”Normaal moeten we hier een hele ochtend voor werken, nu hebben we het binnen een uur binnenge-haald.” Een mazzeltje voor Nientao, want over het algemeen loopt de visvangst in Mali terug. Door menselijk handelen en de merkbare klimaatverandering is het voor de bewoners in de Nigerdelta moeilijker geworden om in hun dagelijkse voedsel te voorzien. Omdat de bevolking van de vis-sersdorpen intussen sterk toeneemt, wor-den vissers en hun families gedwongen om naast de verschraalde visvangst, rijst

en andere gewassen te gaan verbouwen. Ze zijn daarbij afhankelijk van de waterstan-den van de rivier en regenval. Maar juist omdat die steeds minder betrouwbaar zijn, vermindert de kans op een goede oogst. Door de grote stuwdammen die stroom-opwaarts zijn gebouwd door de Malinese overheid, is het peil van de Niger in de Nigerdelta aanzienlijk verlaagd. Hierdoor komen minder velden voldoende onder water te staan voor het verbouwen van rijst. Kunstmatige irrigatie van de velden is daar-om van levensbelang.

GelukBoukadali Nientao is van oorsprong vis-ser, net als veel andere inwoners van Kouakourou, een echt Bozodorpje. In Mali staan de Bozo bekend als vissersvolk. Maar tegenwoordig redt bijna geen enkele Bozo het om rond te komen van alleen visse-rij. Ook Boukadali is lang geleden aan rijstteelt gaan doen naast het vissen, om zijn gezin van voldoende voedsel te kun-nen voorzien. ”Als ik vroeger ging vis-sen, ving ik wel een hele kano vol met vis. Maar omdat er steeds minder vis in de rivier zit en ik steeds meer monden te voeden krijg, was de visserij niet meer vol-doende om van rond te komen. Toen ben ik begonnen met rijstbouw op de uiter-waarden. Ik zaaide de rijst in vlak voor de

regentijd. En als ik geluk had, kwam de regen op tijd. Maar steeds vaker regende het later dan ik verwachtte en verpieter-den de jonge rijstplantjes op het land. De regentijd is onvoorspelbaar geworden. En bij rijst komt het er nogal op aan dat je op tijd zaait. Lopen de uiterwaarden te vroeg onder water, dan zijn de rijstplanten niet voldoende ontkiemd en spoelen ze weg. Komt het water te laat, dan drogen de rijst-planten uit.”

SalarisSinds er dammen zijn aangelegd in de Niger is het waterniveau van de rivier niet meer zo hoog als vroeger. Boukadali is daarom nu aangewezen op de irriga-tie van rijstvelden met steun van ICCO-partner GRAT, dat staat voor Groupe de Recherche et d’Applications Techniques. GRAT pompt water uit de Niger op de rijst-velden en geeft daarmee meer zekerheid van een goede rijstoogst. De geïrrigeerde rijstbouw heeft dus zijn intrede gedaan. Door rijst te verbouwen op geïrrigeerde velden zijn de boeren niet meer afhanke-lijk van de regenval en de getijden. Alle boeren uit het dorp die hier aan meedoen, hebben op advies van GRAT een gezamen-lijke lening afgesloten. Daar wordt het onderhoud van de pomp bij de rijstvel-den van betaald, de mest, het zaaigoed, de benzine voor de pomp en het salaris van de pompbeheerder. Ook heeft GRAT vorig jaar een graanschuur neergezet waar de rijstoogst opgeslagen kan worden. De boe-ren lossen hun lening af in rijst. Van de verkoop van deze rijst wordt steeds een deel van de gezamenlijke lening afgelost. De rest van de oogst is voor de boeren zelf. Door hulp van GRAT wordt de opbrengst

van de rijstvelden steeds beter, uiteinde-lijk zullen de boeren niet eens meer geld hoeven te lenen om alles draaiende te houden. En dan kunnen zij wellicht geld gaan verdienen door de verkoop van rijst. Boukadali: ”Dankzij GRAT heb ik nu een geïrrigeerd rijstveld en ben ik niet meer afhankelijk van de regenval en de getij-den van de rivier. Mijn oogst is veel gro-ter dan de oogst die ik op de vlakte had en daarmee is er voor mijn gezin genoeg te eten.”

VoedingslessenIssa Couliboly is de coördinator van het programma voedselzekerheid bij GRAT. Onder dat programma vallen voeding, agronomie, capaciteitsversterking (van de lokale boeren) en natuurlijke omgeving. GRAT is met dit programma actief in de regio’s rond Djenné, Mopti en Tenenkou. Issa wil via zijn werk bij GRAT de bevolking minder afhankelijk maken van de klimato-logische omstandigheden. ”De geïrrigeerde rijstvelden zorgen voor een hogere rijstop-brengst en de groentetuinen en waterput-ten, die we hebben aangelegd voor hun vrouwen, leveren een goede aanvulling op het gezinsinkomen. ”Toch komt er in de regio nog veel ondervoeding bij met name kinderen voor”, legt hij uit. ”Niet omdat er niet voldoende eten zou zijn, maar omdat er onvoldoende kennis bestaat over gezon-de en voedzame voeding. Onze voedings-deskundige geeft daarom sinds kort voe-dingslessen aan moeders met jonge kinde-ren. Daarin leren de moeders hoe zij gezon-de voeding kunnen klaarmaken. De cur-sussen zijn een groot succes, we hebben nu al meer inschrijvingen dan dat er plaat-sen zijn!” <

REPORTAGE | Door Mariken Stolk

De visvangst in Mali loopt snel terug, onder andere door klimaatverandering. Visser Boukadali (links, zie ook coverfoto) heeft monden te voeden en teelt daarom nu ook rijst. Gemakkelijk is het niet. ”De regentijd is onvoorspelbaar geworden.”

MINDER VIS,

De visvangst in Mali loopt snel terug, onder andere door klimaatverandering. Visser Boukadali

MINDER VIS,meer rijst

Zonder water, geen vis en geen rijst

BE

ELD

: Jo

han

ne

s O

Page 11: ICCO Magazine Zomer 2009

20 21

lijkheid. Christelijke normen en waarden, zoals rentmeesterschap, spreken mij aan. Ik heb veel respect voor alles wat groeit en bloeit. Of je nu wel of niet gelooft, we heb-ben een positieve verplichting aan het ver-schijnsel leven. Je kunt je afvragen ‘what’s

in it for me?’, maar het is ook wederkerig. Als we een bijdrage leveren, geeft dat een voldaan gevoel en helemaal als we dat met elkaar doen. Het is toch fantastisch als door jouw hulp iemand in zijn levensonder-houd kan voorzien.”<

MAGAZINE ZOMER 2009 MAGAZINE ZOMER 2009

O nlangs is de derde Klasse!Actie van Day for Change afgerond. Met deze actie wordt de organisatie

steeds bekender in het Nederlandse onder-wijs. ”We zijn dit jaar gestegen van 260 naar 370 deelnemende groepen op de basisscholen. De scholen zijn enthousiast. Het leermoment en de funfactoren zijn ook groot. Het is duidelijk, herkenbaar en mensen snappen snel hoe het werkt!”, ver-telt Marc Klein Essink, initiatiefnemer van Day for Change, de ‘denktank’ van de Klasse!Actie (zie kader). ”En dat is nog niet genoeg, we willen groter en meer: naar 500 tot 1000 groepen. Die doelstelling wil-

len we waarmaken, want we moeten ons steeds bewijzen. Mensen zijn kritisch over microkredieten en dat mag.”

UitdagingHeb je altijd al iets gehad met ‘het goe-de doel’? ”Als acteur ben ik altijd al bezig met verhalen van mensen”, zegt Klein Essink. ”Je probeert het publiek mee te nemen en te laten begrijpen hoe mensen tot bepaalde beslissingen komen en in ver-schillende situaties belanden, zowel goede als slechte. Dat zet mensen aan het den-ken. Iedere generatie staat voor een aan-tal uitdagingen. Wat doe jij? Wat doe jij

met meer dan een miljard mensen die onder de armoedegrens leven? Daar ligt voor ons zo'n uitdaging. Of je het nu uit het hoofd of uit het hart doet, armoede

moet gewoon de wereld uit. Niet dat ik zo'n ‘Joris Goedbloed’ ben, het is een stuk-je morele beschaving. Hoe gaan we hel-pen? Microkrediet is beslist een stap in de goede richting.” BougieWat spreekt je zo aan in microkredieten?

”Met name de impact: ongeveer 80 pro-cent van de ondernemers is nu succesvol-ler dan voor deze kleine lening. Succes is niet eenvoudig te meten, maar die fei-ten liggen er. De mensen hebben veel wils-kracht en ze kunnen het, maar hebben net dat zetje nodig. Ik zie het als de bougie van een motor: een vonk die op gang helpt, dat is microkrediet. En cijfers tonen ook nog aan dat 98 procent van de ondernemers de leningen terugbetaalt.” Day for Change, dag voor verandering?

”Ja, we kunnen dingen veranderen, elke dag. Ik zie het ook als een verantwoorde-

We kennen hem van Medisch Centrum West, de Staats-loterijshow en de Bankgiroloterij. Acteur en presentator Marc Klein Essink nam twee jaar geleden afscheid van de televisie, om zich in te zetten voor microkredieten, met Day for Change. ”Het is fantastisch dat mensen door jouw hulp in hun levensonderhoud kunnen voorzien.”

INTERVIEW | Door Henk-Jan van Vulpen

Marc Klein Essink (49), onder meer acteur en televisiepresentator van de Staatsloterij en Bankgiroloterij, is initiatiefnemer van Day for Change. Deze stichting brengt microkrediet naar het onderwijs door de Klasse!Actie: met een lening zetten leerlingen van groep 7 en 8 een of meer bedrijfjes op, zoals een ‘autowasstraat’, koekjesbakken, etc. Met de winst die zij maken, worden vervolgens microkredieten in ontwikkelingslanden mogelijk gemaakt. Zo maken kinderen actief kennis met het principe van microkrediet en steunen tegelijkertijd microkredietprojecten. ICCO is partner van Day for Change en

deelt, samen met o.a. Oxfam Novib en Oikocredit, in de opbrengst van de Klasse!Actie. Dit jaar gaat de opbrengst bij ICCO naar Nov Credit, een partner in Tajikistan. Nov Credit verstrekt

microkredieten voor de verbouw van agrarische producten en het kopen en vetmesten van (klein)vee, maar ook

aan slagers, bakkers en schoenmakers. Enthousiast geworden? Scholen die mee willen doen, kunnen zich nu al inschrijven voor de Klasse!Actie 2010. Kijk op www.dayforchange.nl voor meer informatie.

Marc Klein Essink:

Uit het hoofd of uit het hart: armoede moet gewoon de wereld uit!

ICCO Magazine legde Marc Klein Essink drie dilemma’s voor:

Amusement of betrokkenheid?

” Amusement is ontzettend belang-rijk, maar als ik moet kiezen: betrokkenheid, dat is belangrijker. Ik ben best een serieus mens en hou van dingen die mooi en fijn in elkaar zitten. Betrokkenheid en lol gaan goed samen, hoor. Zinvol amusement kan mensen laag-drempelig inspireren.”

Regisseur of ambassadeur?

” Ambassadeur, al zou ik daar vroe-ger anders over denken. Nu kan ik als ambassadeur beter het verhaal vertellen, mensen raken en inspi-reren.”

Carrière of gezinsleven?

” Moet ik écht kiezen? Dit is de keuze tussen amputatie van mijn linkerbeen of mijn rechterbeen, want ze zijn beide belangrijk. Het is goed om jezelf te ontplooien, maar gezinsleven heeft ook priori-teit. Mijn advies: eerst twintig jaar hard werken en daarna iets anders gaan doen waar je (ook) enthousi-ast van wordt. Voor mijn werk bij Day for Change krijg ik geen sala-ris, maar de voldoening voor dit werk voelt hetzelfde als in die eer-ste twintig jaar. Natuurlijk heb ik gemakkelijk praten, maar toch is het goed jezelf af te blijven vra-gen: Wat is nu écht belangrijk? Wat kan ik betekenen?”

’WEG MET ARMOEDE’

BE

ELD

Day

for

Ch

an

ge

Page 12: ICCO Magazine Zomer 2009

22 23

Het boekje komt uit op het moment dat het debat over ontwikkelingssamenwer-king volop wordt gevoerd. Reijngoud behandelt acht debatonderwerpen en beschouwt ze vanuit het per-spectief van de ‘ongelovige’ en ‘gelovige’ in ontwikkelings-

samenwerking. Hij geeft stof tot nadenken. Dat geldt ook voor zijn hoofdstuk over de toekomst. Wie dit boekje heeft gelezen, begrijpt het debat beter.

‘Ontwikkelingshulp’ in de titel is een handreiking naar nieuwe

lezers. Bewust, want Reijngoud en ook uitgever Kosmos hopen een breder publiek te interesseren. Wel jammer dat een heldere definitie van het begrip ontbreekt. Zo blijft de indruk achter dat alles wat in de wereld ongelijk is op het stoepje van ontwikkelingshulp ligt. De realiteit is dat ontwik-kelingssamenwerking alleen de armoede in de wereld niet kan bestrijden. Daar moet iedereen zich voor inzetten: overheden, bedrijven, kerken en maat-schappelijke organisaties.

Omdat ICCO de uitgave mede mogelijk heeft gemaakt, geven we enkele exemplaren weg. Kijk op pagina 12.

RECENSIE | Door Jonathan Huseman en Jaap 't Gilde

Is het mogelijk? Na drie uur lezen alles weten over ontwikkelingssamenwerking. Nee, maar Tobias Reijngoud, journalist voor onder andere NRC Next, is er wel in geslaagd in kort bestek en op toegankelijke wijze de belangrijkste actuele feiten en meningen weer te geven.

Ontwikkelingshulp in 2 uur en 53 minuten

Moyo gaat verder dan haar vele voorgangers die de hulp bekritiseerden. Volgens haar is de verleende hulp – ze heeft het dan alleen over de zogehe-ten multilaterale en bilaterale kanalen – de oorzaak van de malheur in Afrika. Het is een ramp voor het continent. Het heeft Afrikanen armer gemaakt en economische groei vertraagd. Het ‘gratis geld’ is een bron van conflict en cor-ruptie en ontslaat overheden van de plicht zich tegenover hun burgers te verantwoorden.Met dat laatste heeft ze beslist een punt. Maar stellen dat hulp de oorzaak van armoede

is, is zoiets als beweren dat de brandweer de oorzaak van de brand is. Want waar de brand-weer is, is brand, nietwaar?Het boek wemelt van te snel getrokken conclusies, waarbij ze volledig vertrouwt op haar ervaringen in het internationa-le bankwezen. Haar stijl is die van de provocatie. Maar ook provocaties kunnen vervelen.

Elke auteur verdient het afge-rekend te worden op zijn bes-te ideeën. En dan heeft Moyo het volgende in petto: zet in op uitgifte van schuldpapie-ren, directe en grootschalige investeringen, daadwerkelijk

vrije handel (vooral met het door haar bewierookte China) en financiële vondsten zoals het verstrekken van micro-kredieten, ruimhartig erken-nen van onderpanden en het vereenvoudigen van overboe-kingen door migranten. Bouw vervolgens in vijf jaar tijd de financiële hulp af tot hooguit 5% van het bruto nationaal product van een ontvangend land. Neem dat nu maar van mij aan, voer mijn plan nauwgezet uit, dan komt het vanzelf goed, schrijft ze vrijwel letterlijk.Dat optimisme en radicalisme zou aanstekelijk zijn, als haar

plan niet ook zo zelfingeno-men, eenzijdig macro-econo-misch en enkel van de financi-ele vrije markt was.

Het boek is op zijn best als radicale oproep tot een andere benadering van Afrika: gelijk-waardiger, harder, met een duidelijk uitzicht op een einde aan de hulp.

Zachtzinnigheid is geen vereis-te, daarin heeft ze gelijk. Wat werkt, dat moet. De vraag is: kán dit wel? Heeft ze vol-doende oog voor de mogelijke gevolgen van haar radicale oproep? In een laboratorium zou het staken van de beta-lingen een aardig experiment zijn. Maar Afrika is geen labo-ratorium. En Afrika overlaten aan de vrije financiële markt, klinkt halverwege 2009 toch niet zo aantrekkelijk.

‘Dead aid. Why aid is not wor-king and how there is another way for Africa’, Dambisa Moyo, 188 blz. Verschijnt binnenkort in het Nederlands bij uitgeverij Contact.

Stop maar met die hulp aan Afrika. Het richt meer kwaad aan dan het goed doet. Hier spreekt geen Europees parlementslid dat de belastingcenten liever in eigen land besteedt, nee, dit komt uit de mond van de Zambiaanse econome Dambisa Moyo. Ze groeide op in Zambia, studeerde in Oxford en Harvard, werkte voor de Wereldbank en Goldman Sachs en heeft een grondige afkeer ontwikkeld van Westerse overheden die miljarden overmaken naar Afrika omdat ze vinden dat het zo hoort.

MAGAZINE ZOMER 2009

Een saaie provocatie

MAGAZINE ZOMER 2009

Daar sta je dan. De officiële opening van het regiokantoor in India is net achter de rug. De collega’s in Utrecht en in de Zuid-Aziatische regio hebben het live kunnen volgen op hun computer. Jan Pronk zette zijn visie op Nederlandse ontwikkelingssamenwer-king helder neer. Onze partners hangen aan zijn lippen. Een kritische noot wordt niet geschuwd. Jack van Ham, speciaal overgevlogen, doet er een schepje bovenop. ICCO heeft een nieuw beleid. Wil ontwikkelingssamenwerking relevant blijven, dan moet het Zuiden medeverantwoordelijk zijn voor de beleidsvorming en -uitvoering.

Met een zorgvuldig geselecteerd team uit alle windstreken mogen we dit nieuwe ICCO-beleid gaan uitvoeren. De lat wordt hoog gelegd, tien individuen die een idealistische regiomanager mogen helpen een rechtvaardiger wereld te verwezenlijken. Nou, veel sterkte!

Personal Safety First was het adagium dat mij werd ingepompt op een securitytraining. De cijfers vlogen over tafel, één gekidnapte Nederlander staat gelijk aan 56 lokale bus-passagiers die in het ravijn vallen. Opende niet onlangs het journaal met een Nederlands stel dat was gekidnapt terwijl de bus vier regels had op pagina 17 in de krant?

Ondertussen kronkelen wij met redelijke snelheid over de smalle scherpe haarspeld-bochten door de Himalaya. Ik probeer alle nieuwsberichten over ongevallen te verge-ten. Onze trainers, voor het eerst in India, worden toch ook wat wit om de neus. Na twaalf uur rijden komen we aan op onze trainingsbestemming. We worden getraind in spannings- en agressiecontrole en worden overspoeld met een flinke dosis team-buildingstechnieken. De trainingsacteur tergt mijn team tot het uiterste. Een heftige hoofdpijn maakt zich van mij meester. Kan het team dit aan, is dit cultureel verant-woord? Het was deze keer aan mij om wit weg te trekken.

De onderdanige jonge Chai wallah, rechtstreeks uit een dorp en die nu koffie rondbrengt op het nieuwe ICCO-kantoor, moet “nee” leren zeggen tegen zijn hoge-kaste-collega. We willen immers een intercultureel team dat respect en rechtvaardigheid voor ieder-een de normaalste zaak van de wereld vindt. Er wordt gekeken, geluisterd en gepraat over ieders twijfels en pijn. Begrip overwint afstandelijkheid, de cursus is een succes!

Na drie intensieve dagen beginnen we uitgeput aan de lange terugreis. En terwijl ieder-een voor pampus ligt, valt de bus stil. Benzine op.

Maandagochtend iedereen weer fris, opgeladen en enthousiast over de teambuildings- en securitytraining. De Chai wallah/coffee boy loopt te zweven. Onder het genot van zijn verkwikkende masala chai en sterke Hollandse koffie worden met opgewonden tevredenheid de verhalen verteld aan een collega die had moeten achterblijven van-wege familieomstandigheden. En ik constateer verheugd dat dit een dream team is. De weg van volledige medeverantwoordelijkheid tussen Noord en Zuid is nog lang, maar de eerste stappen zijn veelbelovend.<

Wat doe ik mijn team aan!

F r e d e r i k a M e i j e r

Frederika Meijer is regiomanager in het ICCO-kantoor in New Delhi.

BE

ELD

IC

CO

Be

eld

Ban

k

COLUMN

Page 13: ICCO Magazine Zomer 2009

MAGAZINE ZOMER 2009

BE

ELD

Arj

an

El

Fass

ed

(U

nit

ed

Civ

ilia

ns

for

Pe

ace

)

Ook uw gedicht publiceren? Of misschien heeft u een vraag of opmerking aan de redactie? Stuur uw bijdrage voor 2/9 naar de redactie via [email protected].

Grenzen gebouwdOm jou van mij te scheiden.

Muren opgeworpenOm jou niet meer te hoeven zien.

Gevangenissen gemaaktOm jou voorgoed weg te stoppen.

Maar ik,Ik wil niet meer hatenIk wil niet meer tegen zijnIk wil de andere weg gaan.

Dan zullen onze voeten grenzen overschrijdenZullen onze handen torenhoge muren afbrekenEn zullen onze ogen elkaar weer ontmoeten.

Vertrouwen zal ik jou weerVertrouwen als enige keuzeVertrouwen om nooit meer af te breken.

Dit gedicht is geschreven door Wilco van Bokhorst (25). Hij reisde vorig jaar zomer met een groep via Togetthere naar Israël en de Bezette Palestijnse Gebieden. Wilco:

” Het boekje, waar dit gedicht in staat, is

niet bedoeld om een kant te kiezen tussen Joden en Palestijnen. Ik denk dat dit gedicht voor beide kanten een betekenis heeft, hoop kan bieden.”

PODIUM | De lezer schrijft