8
HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK Deze handleiding geldt voor de volgende modellen van Walker Maaiers: Model MBV (18,0 PK) Model MCGHS (20,0 PK) Model MDDGHS (20,9 PK) Model MTGHS (23,0 PK) Model MTGHS26 (26,0 PK) Lees en Bewaar Deze Instructies S.V.P. Lees de instructies voor een veilig gebruik van deze machine. P/N 9000-6 DUTCH

HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK

Deze handleiding geldt voor de volgende modellen van Walker Maaiers:

Model MBV (18,0 PK)

Model MCGHS (20,0 PK)

Model MDDGHS (20,9 PK)

Model MTGHS (23,0 PK)

Model MTGHS26 (26,0 PK)

Lees en Bewaar Deze Instructies S.V.P.Lees de instructies voor eenveilig gebruik van deze machine.

P/N 9000-6

DUTCH

Page 2: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

Veiligheidsinstructies

Besteed extra aandacht aan informatie die in dezehandleiding is voorzien van de aanduiding GE-VAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, BE-LANGRIJK en LET OP.

Als u het Let-Op-Veiligheid-Symbool ( ) ziet,lees dan de instructies tot u ze begrijpt en kuntopvolgen. Als de veilgheidsinstructies onvoldoen-de worden toegepast, kan dat tot persoonlijk letselleiden.

Het belang of de mate van belang van elk soort in-formatie wordt als volgt aangegeven:

BELANGRIJK: geeft mechanische informatie aandie extra aandacht vraagt, omdat een onderdeel ofonderdelen van de machine mogelijk kunnen wor-den beschadigd.

LET OP: geeft informatie aan die extra aandachtverdient.

Walker Productgroep kan niet elke situatie voorziendie mogelijk gevaarlijk is. Daarom zijn er situatiesdenkbaar die niet in deze handleiding wordenbehandeld. Iedereen die methoden, gereedschap-pen of controletechnieken gebruikt die niet doorWalker Productgroep worden aanbevolen, dient teaccepteren dat hij volledig verantwoordelijk voorzijn eigen veiligheid is.

De Walker Zitmaaier is met veel veiligheidsvoorzie-ningen uitgerust om de gebruiker tegen persoonlijkletsel of schade te beschermen. De gebruikerdient echter voortdurend veilige werkmethoden toete passen. Als de veiligheidsinstructies uit dezehandleiding niet worden opgevolgd, kan dat totpersoonlijk letsel of schade aan de machine ofgoederen leiden.

Mocht u vragen hebben over de constructie, dewerking, het onderhoud of de veiligheid, neem dancontact op met uw bevoegde Walker maaierdealer.

VOOR HET GEBRUIK

1. Lees de inhoud van deze handleiding tot uhaar begrijpt, voordat u de machine gaat ge-bruiken. Leer alle regelapparatuur van de ma-chine goed kennen, weet hoe u de machinesnel kunt stoppen en het bedieningspaneel snelkunt uitzetten.

2. Geef kinderen nooit de gelegenheid de zit-maaier te gebruiken. Geef onvoldoende geïn-strueerde volwassenen niet de gelegenheidhem te gebruiken.

3. Ontdoe het gebied dat wordt gemaaid, vanalle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt enweggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen,metaaldraden en ander afval op.

4. Hou iedereen, vooral kinderen en huisdieren,op veilige afstand van het gebied dat wordtgemaaid. Maai niet in de buurt van omstan-ders.

5. Bedien de machine niet met blote voeten of metsandalen, tennisschoenen of ander lichtschoeisel. Draag schoenen die degelijke be-scherming bieden.

6. Draag geen loszittende kleren die tussen bewe-gende onderdelen kunnen raken. Bedien dezemachine niet in een korte broek; draag altijdkleren die voldoende bescherming bieden,zoals een lange broek. Het verdient aanbeve-ling een veiligheidsbril, stevige schoenen eneen helm te dragen, wat door sommige plaatse-lijke verordeningen en verzekeringsvoorwaar-den ook verplicht wordt gesteld.

GEVAAR

Een DIRECT risico dat tot ernstig per-soonlijk letsel ZAL leiden of DODELIJKkan zijn, als de waarschuwing wordt gene-geerd en niet de juiste veiligheidsvoorzie-ningen worden getroffen.

WAARSCHUWING

Een MOGELIJK risico dat tot ernstig per-soonlijk letsel KAN leiden of DODELIJKkan zijn, als de waarschuwing wordt gene-geerd en niet de juiste veiligheidsvoorzie-ningen worden getroffen.

VOORZICHTIG

Mogelijke risico’s of onveilige toepassin-gen die tot LICHT persoonlijk letsel of totbeschadigingen van goederen of demachine KUNNEN leiden, als de waar-schuwing wordt genegeerd en niet dejuiste veiligheidsvoorzieningen wordengetroffen.

Page 3: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

Veiligheidsinstructies

7. Wie langdurig aan hard lawaai wordt blootge-steld, kan gehoorbeschadiging of gehoorverliesoplopen. Het verdient aanbeveling het ge-hoor te beschermen, vooral bij veelvuldig ge-bruik van het GHS model vanwege hetgeluidsniveau van de waaier. Draag geschiktebeschermingsmiddelen voor het gehoor, zoalsoorbeschermers of oordopjes.

8. Hou alle beschermingsplaten en veilig-heidsvoorzieningen op hun plaats. Als eenbeschermplaat, een veiligheidsvoorziening ofplakplaatje beschadigd, onbruikbaar of zoekraakt, repareer of vervang het dan alvorens demachine te gebruiken.

9. Ga na of de vergrendelingsschakelaarsgoed functioneren, zodat de motor alleen kanworden gestart als de hendel die de voorwaart-se snelheid regelt, in de NEUTRAAL- standstaat en de PTO-koppeling ONTKOPPELD is.Bovendien behoort de motor te stoppen als degebruiker van zijn zitplaats opstaat terwijl dePTO-koppeling GEKOPPELD is.

10. Wees voorzichtig met benzine of dieselolie.Gasoline is uiterst brandbaar en de dampen er-van zijn explosief:

a. Gebruik een goedgekeurde reservetank.

b. Voeg nooit brandstof toe terwijl de motorloopt of heet is (laat een hete motor enkeleminuten afkoelen).

c. Hou lucifers, sigaretten, sigaren, pijpen,open vuur of vonken uit de buurt van debrandstof- en reservetank.

d. Vul de brandstoftank altijd voorzichtig bui-tenshuis. Vul bij tot ongeveer 2,5 centime-ter van de bovenkant van de tank. Gebruikeen trechter of buis om morsen te voorko-men.

e. Maak de afsluitdop van de brandstof- enreservetank weer goed vast en verwijdergemorste brandstof alvorens de motor testarten.

11. Probeer geen dingen aan te passen terwijlde motor loopt, behalve als dit bij bepaalde in-structies wordt aanbevolen.

12. De batterij van het elektrische systeem bevatzwavelzuur. Vermijd ieder contact met de huid,de ogen en de kleding. Hou de batterij en hetzuur buiten het bereik van kinderen.

GEBRUIK

1. Gebruik de maaier alleen bij daglicht of goedkunstlicht als het te maaien gebied goed zicht-baar is.

2. Zit op de zitplaats als u de motor start en de ma-chine bedient. Hou de voeten voortdurend opde voetenbank als de tractor rijdt en/of de maai-messen van de maaier draaien.

3. Als beginnend gebruiker dient u de tractoreerst met lage snelheid te leren sturen (ma-noeuvreren) voordat u probeert te maaien.Wees u ervan bewust dat, door de constructiemet een verhoogde voorkant, de achterkantvan de tractor in bochten naar buiten zwaait.

4. Denk eraan dat, voor een noodstop, de voor-waartse beweging van de tractor altijd kan wor-den gestopt door de hendel die de voorwaartsesnelheid regelt, in de NEUTRAAL- stand tetrekken.

5. Ontkoppel de meskoppeling en zet de hendeldie de voorwaartse snelheid regelt, in de NEU-TRAAL- stand voordat u de motor start (eenvergrendelingsschakelaar van de ontstekingverhindert normaliter dat de machine kan wor-den gestart als deze hendels GEKOPPELDstaan).

6. Laat de motor niet lopen in een afgeslotengebied met onvoldoende ventilatie. Uitlaat-gassen zijn gevaarlijk en kunnen dodelijk zijn.

7. Vervoer geen passagiers. Er is maximaalplaats voor één (1) persoon.

8. Let op gaten, stenen, wortels en andere verbor-gen gevaren in het gebied. Als u lang gras wiltmaaien, maai het op grotere hoogte dan ge-wenst om onzichtbare obstakels te kunnen ont-dekken. Ontdoe vervolgens het gebied hiervanen maai het op de gewenste hoogte.

9. Start of stop nooit plotseling. Kijk naar deachterkant van de machine als u hem achteruitwilt rijden, om te controleren dat er niemandachter de machine is. Let goed op het verkeerals u rijwegen oversteekt of daarbij in de buurtwerkt.

10. Ontkoppel de tandwielbakken als de machineover rijwegen, stoepen, etc. wordt vervoerd. Tilnooit het maaidek op als de maaimessennog draaien.

Page 4: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

Veiligheidsinstructies

11. De maximum aanbevolen hoek waarop unog kunt werken, is op een zijwaarts hellendoppervlak van 20 graden of bij een stijgings-percentage van 33%. Als met de machine opeen helling wordt gewerkt, dient u de snelheidte verminderen en voorzichtig te starten, testoppen en te manoeuvreren. Vermijd scherpebochten of plotselinge veranderingen van rich-ting om omkantelen of verlies van controle overde machine te voorkomen.

12. Verander nooit de snijhoogte terwijl de mo-tor loopt. Ontkoppel de meskoppeling (PTO),zet de motor af en verwijder het contactsleutel-tje, voordat u de snijhoogte aanpast of de ma-chine een onderhoudsbeurt geeft. Wacht totalle bewegingen zijn gestopt alvorens de zit-plaats te verlaten.

LET OP: Na het remmen van de snijbladen/waaier behoort de draai-aandrijving normaliterbinnen vijf (5) seconden te stoppen als de PTO-koppeling ontkoppeld is.

13. Voor tractors met opklapbare dekken gel-den de volgende aanbevelingen:

a. Gebruik de tractor niet als het dek omhoogstaat.

b. Kantel de laadbak niet als het dek omhoogstaat.

14. Voor GHS modellen geldt dat u de machineniet moet gebruiken als de grasopvangcon-tainer in de STORT- stand of het achterdeur-tje OPEN staat. Uit de afvoerpijp of deachterkant van de grasopvangcontainer kunnengevaarlijke projectielen worden weggeslingerd.

15. Voor GHS modellen geldt dat u het deurtjevan de grasopvangcontainer voorzichtigdient te sluiten. Hou uw vingers en handen uitde buurt van het hengsel en de klempunten alshet deurtje wordt gesloten. Hou uw vingers enhanden ook op enige afstand van het deurko-zijn. Het deurtje wordt met springveren dichtge-houden en kan met aanzienlijke krachtdichtslaan.

16. Als het maaidek of het GHS opvangsysteemverstopt of vol is:

a. Ontkoppel de maaimeskoppeling (PTO) enzet de motor af alvorens de zitplaats te ver-laten.

b. Kijk of de drijfas van de maaimesaandrij-ving en het mechaniek van dewaaieraandrijving tot stilstand zijn geko-men voordat u het systeem probeert te ont-stoppen.

c. Maak de elektrische plug op de afsluitsole-noïde (dieselmotoren) of de bougiekabels(benzinemotoren) los.

d. Kom nooit met uw handen onder de kap ofin de GHS waaier - gebruik een stok of ietsdergelijks om aangekoekt materiaal te ver-wijderen.

17. Als de maaimessen een vast voorwerp raken ofde machine ongewoon begint te trillen, dient ude meskoppeling (PTO) onmiddellijk te ont-koppelen, de motor uit te zetten en te wach-ten tot alle bewegende delen tot stilstand zijngekomen. Maak de bougiekabels los om on-bedoeld starten te voorkomen. Inspecteer demaaier grondig en herstel eventuele schade al-vorens de motor opnieuw te starten en demaaier te gebruiken. Ga na of de maaimessenin een goede conditie verkeren en de bladmoe-ren zijn aangedraaid tot 60 ft-lb (81,3 N·m).

18. Blijf af van de motor of knalpot als de motorloopt of vlak nadat de motor is uitgezet. De-ze onderdelen kunnen zo heet zijn dat ze ern-stige brandwonden kunnen veroorzaken.

19. Gebruik bij koud weer geen ether of anderevloeistof om de motor te helpen starten.

20. Als u de machine onbeheerd achterlaat, ont-koppel dan de meskoppeling (PTO), zet demotor uit en verwijder het contactsleuteltje.

21. Bij met vloeistof gekoelde motoren dient unooit de dop van de radiator te verwijderenzolang de motor heet is.

ONDERHOUD

1. Als de machine een onderhoudsbeurt krijgt ofwordt aangepast, dient u het contactsleuteltje teverwijderen en de bougiekabels los te makenom onbedoeld starten van de motor te voorko-men.

Page 5: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

Veiligheidsinstructies

2. Om brandgevaar te verminderen, dient u teverhinderen dat gras, bladeren, overtollig vet enstof in de motor terechtkomen.

3. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroe-ven stevig vastzitten, waardoor de werkomstan-digheden van de machine veilig blijven.Controleer de moeren op de maaimessen regel-matig om te zien of zij nog vastzitten.

4. Voer alleen onderhoudsinstructies uit die indeze handleiding worden beschreven. On-geoorloofde onderhoudswerkzaamheden kun-nen tot onveilige werkomstandigheden leiden.

5. Als voor een onderhoudsaanpassing de motormoet lopen, hou dan uw handen, voeten en kle-ren uit de buurt van bewegende delen. Draaggeen sieraden of losse kleren.

6. Gebruik altijd de juiste onderhoudshandlei-ding als u met de motor bezigbent. Ongeoorloofde onderhoudswerkzaam-heden of veranderingen aan de motor kunnentot onveilige werkomstandigheden leiden.

7. Als de uitrusting of motor wordt veranderd opeen wijze die de werking, het prestatievermo-gen, de duurzaamheid of het gebruik ervan on-gunstig beïnvloedt, gaat dat ten koste van deveiligheid en kunnen gevaarlijke situaties ont-staan.

8. Probeer nooit veiligheidsvoorzieningen uit teschakelen of het doel van deze voorzieningen tedwarsbomen.

9. Verander de instellingen van de motorregula-teur niet of overbelast de motor niet. De regu-lateur is door de fabriek afgesteld om eenoptimaal veilige snelheid van de motor te waar-borgen.

10. Gebruik oorspronkelijke vervangingsonder-delen van de fabriek. Plaatsvervangende on-derdelen kunnen tot storingen leiden enmogelijk letsel bij de gebruiker en/of anderenveroorzaken.

11. Wees voorzichtig bij het opladen van de bat-terij of bij een onderhoudsbeurt van de batterijen het elektrische systeem:

a. Controleer dat de batterij-oplader niet isaangesloten voordat u kabels met de bat-terij verbindt of hiervan losmaakt.

b. Laad de batterij op in een goed geventi-leerde ruimte, zodat gassen die tijdens hetopladen onstaan, zich kunnen verspreiden.Zorg ervoor dat de luchtgaten in debeschermkapjes van de batterij open zijn.

c. Hou vonken, vuur en rookgerei altijd uit debuurt van de batterij. Wees voorzichtig bijhet verwijderen van de batterijkabels vande contactpunten om vonken te vermijden.

d. Maak beide batterijkabels los alvorensdraadverbindingen uit te schakelen of repa-raties aan het elektrische systeem uit tevoeren.

BELANGRIJK: Hou alle beschikbare handlei-dingen direct bij de hand voor iedereen diedeze machine gebruikt of een onderhoudsbeurtgeeft.

12. Bij dieselmotoren werkt het brandstofinjectie-systeem onder hoge druk; het kan de huid door-dringen en ernstig letsel veroorzaken.Ondeskundige personen moeten niet een pom-pinjector, mondstuk of onderdeel van hetbrandstofinjectiesysteem weghalen of proberenaf te stellen.

Page 6: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

Veiligheidsstickers

1. GEVAAR

Cirkelmaaimessen.• Steek geen handen of voeten onder of in enig

deel van dit maaidek of deze afvoerpijp.• Uit maaier kunnen voorwerpen worden

weggeslingerd.• Ontdoe grasveld van afval en voorwerpen.• Maai niet met omstanders in de buurt.GEEN AFSTAPJE

2. GEVAAR

Cirkelmaaimessen.• Steek geen handen in afvoerpijp. Maaimessen

kunnen blijven ronddraaien nadat koppeling isontkoppeld.

• Gebruik maaier niet met grasopvangcontainer instort-stand - uit afvoerpijp kunnen voorwerpenworden weggeslingerd.

AFVOERPIJP

3. GEVAAR

Motoren produceren koolmonoxide, wat eenreukloos dodelijk gif is.Werk niet in een afgesloten gebied.

4. GEVAAR

Heet oppervlak• Raak.

5. GEVAAR

Draaiende onderdelen• Raak.

6. GEVAAR

Deurtje met springveren.Knelpunt.Hou handen uit de buurt van deurtje, scharnieren endeurkozijn als het deurtje openstaat.

7. GEVAAR

Lees en begrijp handleiding eigenaar alvorens dezemachine te gebruiken.Hou alle beveiligingsmiddelen op hun plaats.Bescherming gehoor gebruiker wordt aanbevolen bijveelvuldig gebruik van GHS model.Werken niet trekker zonder dek of implementerengeïnstalleerd.

1.

8600-4

2.

7.

8600-13

8600-12

3.

6.

8600-5

4.

8600-2

5.

Page 7: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

Veiligheidsstickers

8. GEVAAR

Contact opnemen met roterende onderdelen kan totletsel leiden.Verplaats grendel naar voren vrij te geven aan hetlichaam te verhogen.

9. WAARSCHUWING

Verrichten geen koppeling met aftakas verbroken.

10. VOORZICHTIG

Werken niet met Deck omhoog gekanteldLees en begrijp alle handleidingen voor het gebruikvan deze machine.

11. VOORZICHTIG

Gebruik de machine niet met een scharnierontgrendeld.

12. VOORZICHTIG

Lagere voorkant van de behuizing voor de achter-kant van de behuizing.

13. INSTELLING SNIJHOOGTE

Steunbout dek.Snijhoogte in inches.Bovenste gat.1, 1,5, 2, 2,5, 3, 3,5, 4Onderste gat.VOORZICHTIGZet motor af alvorens snijhoogte in te stellen.

14. GRASVANGER MOET LEEG MET BODY OPGEWORPEN.

15. BELANGRIJK

Draai moeren op maaimes aan tot (81,3 N·m). Voorjuiste schokbescherming dienen moeren niet te vastof te los te worden aangedraaid. Gebruikmomentsleutel.

13.

8600-7

8600-22

14.

8600-14

10.

11.

8600-23

8.

8600-17

9.

8600-9

81 N-m15.

12.

8600-16

Page 8: HANDLEIDING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK · alle vreemde voorwerpen die door de maai-messen kunnen worden opgepikt en weggeslingerd. Ruim alle stokken, stenen, metaaldraden en ander afval

WALKER MFG. CO. 5925 E. HARMONY ROAD, FORT COLLINS, CO 80528 (970) 221-5614

DE KORTEN BRUGGERT 3 ER EETHEN 5255 TEL. 31-416355770

FORMULIER NR. 022511 PRINTED IN USA ©2011 PRODUCT GROEP

ModelVermogenPK (kW)

Maaibreedte (cm)

Gemetengeluidsver-

mogen (dB)

GegarandeerdGeluidPower

Niveau (dB)

Motorto-erental (TPM)

Hand en Arm

Trillingsniv-

eau (m/s2)

HeleLichaam

Trillingsniv-

eau (m/s2)

MBV w/DML42A 13.9 (10.4) 107 97 100 2600 1.1 0.8

MCGHS w/DGHS42E 14 (10.4) 107 98 100 2300 0.7 0.5

MCGHS w/DGHS48RE 18.4 (13.7) 122 104 105 3200 1.2 0.5

MTGHS w/DGHS42E 15.2 (11.3) 107 98 100 2300 0.7 0.6

MTGHS w/DGHS48RE 19.3 (14.4) 122 104 105 3200 1.4 0.7

MTGHS26 w/DGHS42E 14.8 (11.0) 107 95 100 2300 0.5 0.6

MTGHS26 w/DGHS48RE 20.7 (15.4) 122 104 105 3200 0.9 0.7

MDGHS w/DGHS42E 12.7 (9.5) 107 99 100 2300 1.0 0.6

MDGHS w/DGHS48RE 18.4 (13.7) 122 104 105 3200 1.4 0.7