98
Leskist 8.3 Anne Frank Groep 8 Schatgraven

Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

  • Upload
    others

  • View
    12

  • Download
    2

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Leskist 8.3Anne FrankGroep 8

Schatgraven

Page 2: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst
Page 3: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

3

Algemene handleiding thema ‘Anne Frank’.

In alle leskisten die de methode omvat, wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de woordenschat en aan begrijpend lezen. Van de leerkrachten die met de methode aan de slag gaan, wordt verwacht dat ze kennis hebben van de onderstaande punten en die ook toepassen in de lessen. Uitbreiding van de woordenschat van kinderen gebeurt niet door incidentele lessen, maar gaat de hele dag door. Ook tijdens andere lessen is het raadzaam en nuttig de woorden die aangeboden worden door de methode, te herhalen en in een andere context terug te laten komen (zie 1). Daarnaast is het belangrijk dat de genoemde strategieën van begrijpend lezen (zie 2) tot de bagage van de leerkracht behoren. Niet bij iedere les staan de strategieën expliciet benoemd; het behoort tot het vakmanschap van de leerkracht om ze toe te passen en ze ook de kinderen ‘eigen’ te laten maken. In de derde plaats is het model Directe Instructie (zie 3) een uiterst effectief handvat om de les vorm te geven. De lessen zijn zo opgebouwd dat het model toepasbaar is.

1. Woordenschat / viertaktDe leskist bevat een viertal teksten. Rondom iedere tekst worden drie lessen gegeven. Een eerste les, waarin een ervaringscontext wordt aangebracht; een tweede les waarin de tekst wordt behandeld en een derde les waarin het geleerde wordt toegepast. Bij iedere tekst is een woordenlijst samengesteld, met woorden die gedurende de drie lessen voortdurend de aandacht van de leerkracht en de leerlingen vragen. Het didactische model dat ten grondslag ligt aan de methode Schatgraven is de viertakt. De viertakt bestaat uit vier fasen:

1. Voorbewerken. In deze fase wordt de voorkennis geactiveerd en worden de leerlingen betrokken gemaakt op het onderwerp.

2. Uitleggen. De betekenis van de woorden wordt verduidelijkt waarbij aandacht is voor de context waarin het woord aan de orde is.

3. Consolideren. De woorden moeten ook worden ingeoefend om ze te kunnen onthouden.

4. Controleren. Ten slotte controleren we of de kinderen de woorden ook daadwerkelijk passief en actief kunnen gebruiken.

In de lesbeschrijvingen kunt u deze vier fasen steeds terugvinden.

2. Strategieën Begrijpend lezenOnderstaande strategieën zijn het advies van de stichting ‘Taalpilots’. Het zijn tien algemene regels die bijna op bijna iedere tekst van toepassing zijn. Tussen haakjes staan de kerndoelen, waaronder deze strategieën vallen. Het is aan de leerkracht om gedurende de lessenserie van twaalf lessen deze strategieën aan de orde te laten komen.

1. Leesdoel bepalen: Waarom ga ik deze tekst lezen? (4.1.5) 2. Voorspellen: Waar zou de tekst over gaan? (4.1.5) 3. Gebruik maken van voorkennis over het onderwerp: Wat weet ik hier al van?

(4.1.5) 4. Jezelf vragen stellen tijdens het lezen: Begrijp ik het nog? Wat kan ik doen als ik

het niet begrijp? (4.1.5) 5. Visualiseren van de tekst: voorstellingen maken bij de tekst en schema’s of

woordwebben maken. (6.1.1) 6. Samenvatten van de tekst: Waar gaat de tekst over? Wat is het belangrijkste

thema? Wat is de hoofdgedachte? (6.1.1) 7. Jezelf vragen stellen na het lezen van de tekst: Ben ik te weten gekomen wat ik

wilde weten? (7.1.1) 8. Als ik de informatie uit de tekst vergelijk met andere bronnen, klopt het dan?

(7.1.2) 9. Is de informatie in de tekst betrouwbaar? (7.2.1) 10. Wat vind ik van de tekst? Wat weet ik nog niet? (7.2.2)

Page 4: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

4

PictogrammenIn deze handleiding wordt een aantal pictogrammen gebruikt.

De doelen van een hoofdstuk/les

Benodigde materialen

Geschatte tijd

Instructie leerkracht

3. Model directie instructie

Fase 1Terugblik• Voorkennis ophalen• Voorkennis indien nodig onderwijzen• Leerlingen motiveren voor de komende les.

Fase 2 Presentatie• Vertel het doel van de les. Soms is een lesoverzicht ook heel nuttig.• Leg de lesstof uit. Stel in deze fase geen vragen, maar leg uit, doe voor en denk hardop,

gebruik voorbeelden, schema’s, enz. Gebruik kleine stapjes en houd het kort. Leg een verband met de voorkennis. Anticipeer op moeilijkheden.

• Controleer d.m.v. korte opdrachten of de leerlingen de uitleg begrepen hebben.

Fase 3Begeleide inoefening• De leerlingen oefenen onder begeleiding.• Gebruik afwisselende werkvormen.• Zorg voor hoge succesfactor.

Fase 4Zelfstandige verwerking• Gebruik dezelfde stof als tijdens de inoefening.• Laat leerlingen elkaar eventueel helpen.• Geef snelle feedback.

Fase 5Terugkoppeling• Ga samen met de kinderen na wat zij deze les geleerd hebben.

4. OverigeIn deze handleiding wordt regelmatig verwezen naar bijlagen. De bijlagen zijn te vinden op teamdocumenten/schatgraven/naam thema. In de digitale versie van de handleiding staan ook de links naar Teleblik e.d. De werkbladen zijn rechtstreeks vanuit de bijlagen te kopiëren. Tevens is het mogelijk om per thema een werkboekje te maken.

De leskist heeft ook een eigen toetsprogramma. Voor kinderen die moeilijk leren is er een eenvoudige toets. Bij de toetsen is vaak een lesstofoverzicht te vinden. De kinderen kunnen deze stof thuis leren.

De makers van de methode wensen de kinderen en leerkrachten een leerzame tijd toe met deze leskist.

Expertgroep Team School met de Bijbel Bleskensgraaf

Tips/aanvullingen

Werk-/kopieërblad

Leestekst

Bijlage

Page 5: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

5

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst verwerken 21

Hoofdstuk 2 Jodenvervolging en concentratiekampen 27 Les 2.1 Context aanbrengen 32 Les 2.2 Tekst behandelen 34 Les 2.3 Tekst verwerken 39

Hoofdstuk 3 Racisme 53 Les 3.1 Context aanbrengen 57 Les 3.2 Tekst behandelen 62 Les 3.3 Tekst verwerken 67

Hoofdstuk 4 Het Achterhuis 71 Les 4.1 Context aanbrengen 75 Les 4.2 Tekst behandelen 77 Les 4.3 Tekst verwerken 81

Hoofdstuk 5 Toetsing 87 Leerblad Toets A 88 Leerblad Toets B 90

Toets A 92 Toets B 94 Antwoorden Toets A 96 Antwoorden Toets B 97

Page 6: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

6

Page 7: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

7

1. Anne Frank, haar dagboek

Page 8: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

8

Verantwoording hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek

De essentie Anne Frank, haar dagboek en onderduiken.

Te behandelen woorden

Themawoorden Andere woorden Uitdrukkingen

Adolf HitlerDe naziDe capitulatieHet dagboekOnderduikenDe onderduikerHet Achterhuis

EmigrerenDe crisis De zondebokDe zwager Heimwee Het geruchtHumoristisch De roman Beschouwen als

Een nieuw bestaan opbouwenVan onschatbare waarde zijn

Page 9: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.1 Anne Frank, haar dagboek – 9

WoordenschatdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 12 12.1 De kinderen leren de woorden van de woordenlijst en kunnen de woorden in de context van Anne Frank begrijpen.

2 12 12.2 De kinderen kunnen de woorden van de woordenlijst begrijpen, maar ook toepassen.

3 12 12.2 De kinderen kunnen nieuw geleerde woorden onthouden, ophalen uit het geheugen en actief toepassen bij het maken en geven van een presentatie.

Begrijpend leesdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 - - -

2 6 6.1 Leerlingen kunnen een fragment uit de tekst samenvatten in een hoofdgedachte.

3 4 4.1 De kinderen leren informatie te achterhalen die nodig is om zelf informatie door te kunnen geven aan hun klasgenoten.

TaaldoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 1. 1.1 De kinderen maken kennis met het dagboek van Anne Frank. Ze weten wat een dagboek is. Ze leven zich in in de situatie van de schrijfster.

2 1 1.1 Leerlingen herkennen de humoristische ondertoon bij het lezen van het dagboekfragment.

3 1 1.2 De kinderen kunnen duidelijk verstaanbaar hun werk presenteren aan de groep.

ZaakvakdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 52 52/53.9 De kinderen weten wie Anne Frank was, wat ze globaal heeft meegemaakt en waarom ze zo beroemd geworden is.De kinderen weten wat een dagboek is, wat dit voor Anne Frank heeft betekend en waarom dit dagboek zo beroemd geworden is. De kinderen weten wat onderduiken betekent en vooral waarom mensen in WO II moesten onderduiken.

2 52 52/53.9 De kinderen weten wie Anne Frank was, wat ze globaal heeft meegemaakt en waarom ze zo beroemd geworden is.De kinderen weten wat een dagboek is, wat dit voor Anne Frank heeft betekend en waarom dit dagboek zo beroemd geworden is. De kinderen weten wat onderduiken betekent en vooral waarom mensen in WO II moesten onderduiken.

3 52 52/53.9 De kinderen weten wie Anne Frank was. Ze hebben een beeld van haar leven en de omstandigheden waaronder ze moest leven.

Page 10: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Themawoorden

Adolf Hitler

De nazi

De capitulatie

Het dagboek

Onderduiken

De onderduiker

Het Achterhuis

Andere woorden

Emigreren

De crisis

De zondebok

De zwager

Heimwee

Het gerucht

Humoristisch

De roman

Beschouwen als

Uitdrukkingen

Een nieuw bestaan

opbouwen

Van onschatbare waarde

zijn

Anne Frank – Tekst 1 – Woordenlijst A3

Page 11: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

11

Anne Frank – Tekst 1Woordenlijst

Themawoorden

Adolf Hitler

De nazi

De capitulatie

Het dagboek

Onderduiken

De onderduiker

Het Achterhuis

Andere woorden

Emigreren

De crisis

De zondebok

De zwager

Heimwee

Het gerucht

Humoristisch

De roman

Beschouwen als

Uitdrukkingen

Een nieuw bestaan opbouwen

Van onschatbare waarde zijn

Page 12: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

12

5 min

D

Na

5 min

A

30 min

B, C

Voor

Tijdens

Les 1.1 Context aanbrengen Anne Frank, haar dagboek

Lestijd40 minuten

Woordenschatdoelen:De leerlingen begrijpen de woorden van de woordenlijst.

TaaldoelenDe kinderen maken kennis met het dagboek van Anne Frank. Ze weten wat een dagboek is. Ze leven zich in in de situatie van de schrijfster.

Zaakvakdoelen- De kinderen weten wie Anne Frank was, wat ze globaal heeft meegemaakt en waarom ze zo

beroemd geworden is.- De kinderen weten wat een dagboek is, wat dit voor Anne Frank heeft betekend en waarom dit

dagboek zo beroemd geworden is. - De kinderen weten wat onderduiken betekent en vooral waarom mensen in WO II moesten

onderduiken.

MaterialenA. Het achterhuis, dagboekbrieven van Anne Frank 21 aug. 1942B. PowerPoint ‘Anne Frank’C. Werkblad ‘Woorden aanvinken’D. Filmpje http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050127_annefrank02

Lees een dagboekfragment voor, zonder de kinderen van tevoren te vertellen uit welk boek het komt. Geef de opdracht om te raden uit welk boek het afkomstig is.

Laat de PowerPoint over Anne Frank zien. Vertel hierbij over de aanleiding van de emigratie van de familie Frank naar Amsterdam. Plaats het thema hiermee in een historisch kader. Geef de kinderen door middel van de PowerPoint gelegenheid om zich in te leven in de situatie waarin de familie Frank was beland. Geef de opdracht om de woordenlijst paraat te houden en de woorden die worden genoemd aan te vinken. Bewerk de woorden door middel van deze activiteit voor.

Laat het filmpje over het dagboek van Anne Frank zien en praat vervolgens met de leerlingen over de volgende stelling:‘Het bijhouden van een dagboek is een goede manier om alle verschrikkelijke dingen die er gebeuren te verwerken.’

Tips/aanvullingen

Page 13: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

13

Anne Frank – les 1.1 – A.Dagboekfragment 8 juli 1942

Page 14: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst
Page 15: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

15

 

Anne Frank – les 1.1 – C.Werkblad

Woorden aanvinken

Hoor je één van deze woorden ? Kruis dan het hokje aan.

Adolf Hitler ¨

Nazi ¨

capitulatie ¨

dagboek ¨

onderduiken ¨

onderduikers ¨

Achterhuis ¨

emigreren ¨

crisis ¨

zondebok ¨

zwager ¨

heimwee ¨

geruchten ¨

humoristisch ¨

roman ¨

een nieuw bestaan opbouwen ¨

van onschatbare waarde zijn ¨

beschouwen als ¨

Page 16: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

16

Les 1.2 Tekst behandelen Anne Frank, haar dagboek

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenLeerlingen begrijpen de woorden van de woordenlijst binnen de context van de tekst.

Begrijpend leesdoelenLeerlingen kunnen een fragment uit de tekst samenvatten in een hoofdgedachte.

Taaldoelen Leerlingen herkennen de humoristische ondertoon bij het lezen van het dagboekfragment.

Zaakvakdoelen- De kinderen weten wie Anne Frank was, wat ze globaal heeft meegemaakt en waarom ze zo

beroemd geworden is.- De kinderen weten wat een dagboek is, wat dit voor Anne Frank heeft betekend en waarom dit

dagboek zo beroemd geworden is. - De kinderen weten wat onderduiken betekent en vooral waarom mensen in WO II moesten

onderduiken.

MaterialenA. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20040426_onderduiken02B. Tekst 1 ‘Anne Frank haar dagboek’C. Werkblad 1.2D. Dagboekfragment 29 september 1942

Page 17: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.1 Anne Frank, haar dagboek – 17

Laat het filmpje van Anne Frank zien en vraag de kinderen om de woorden van de woordenlijst bij te houden. Welke woorden komen wel voor in het filmpje en welke niet?

Geef opdracht om de tekst zelfstandig te lezen en hierbij de woorden van de woordenlijst met kleur te onderstrepen.Vraag aan de leerlingen wie de onderstreepte woorden kan uitleggen.Geef opdracht om de tekst hardop te lezen. Geef hierbij leesbeurten en wees alert op de intonatie waarmee gelezen wordt. Laat vervolgens per tweetal de hoofdgedachte van ieder fragment formuleren. Laat de kinderen hierbij minimaal twee woorden van de woordenlijst gebruiken. Geef opdracht de hoofdgedachte te presenteren.

Leest het fragment van 29 september 1942 voor. Vraag vooraf om goed op te letten waarom juist dit stukje is gekozen (i.v.m. de humoristische ondertoon van het fragment).

Tips/aanvullingen

5 min

D

Na

5 min

A

30 min

B, C

Voor

Tijdens

Page 18: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

18

Anne Frank – Tekst 1

Het dagboek.

Anne Frank wordt geboren op 12 juni 1929 in de Duitse stad Frankfurt am Main. Ze is de tweede dochter in het gezin van Otto en Edith Frank. Haar zus Margot is drie jaar ouder dan Anne. Belangrijk om te weten is dat de familie Frank Joods is.

Op 12 juni 1929 wordt Anne Frank geboren Als Adolf Hitler met zijn nazipartij in 1933 in Duitsland aan de macht komt, voelt de familie Frank zich niet meer veilig en besluiten ze te emigreren. ‘Waarom wilde de familie Frank weg?’ zal je je wellicht afvragen. Het kwam omdat de nazi’s (de aanhangers van Hitler) de Joden haatten en hen ervan beschuldigden de oorzaak te zijn van de grote economische crisis waarin Duitsland op dat moment in verkeerde. De Joden waren de zondebok in de ogen van de Nazi’s.

Een nieuw bestaan in Nederland In de zomer van 1933 krijgt Otto Frank via zijn zwager Erich Elias een aanbod om in Amsterdam een bedrijf te beginnen. Otto en Edith Frank aarzelen niet en gaan meteen weg uit Duitsland. In Amsterdam begint Otto Frank een handel in Opekta, een middel waarmee je zelf jam kunt maken. Otto moet hard werken om een nieuw bestaan op te bouwen, terwijl Annes moeder heimwee heeft naar Duitsland. Anne en haar zus Margot voelen zich echter al snel thuis in Nederland.De familie Frank vindt een huis aan het Merwedeplein in Amsterdam-Zuid. In die buurt komen steeds meer Joden wonen. Veel van hen zijn net als de familie Frank gevlucht uit Duitsland, waar het steeds gevaarlijker wordt.

Nederland capituleertOp 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. Vijf dagen na de Duitse inval tekent de Nederlandse generaal Winkelman de capitulatie: Nederland geeft zich over en Duitsland is de baas over Nederland. Na mei 1940 lijkt het lange tijd alsof er niets aan de hand is. Anne en Margot gaan gewoon naar school. In de zomer van 1941 heeft Anne vakantie en gaat ze een paar weken naar Beekbergen. In september van dat jaar gaat ze een paar dagen met haar vader naar een hotel bij Arnhem. Zonder dat ze het beseft is dat de laatste keer dat ze weggaat uit Amsterdam, want de nazi’s verbieden steeds meer dingen voor de Joden. Wil je een voorbeeld? De Joden mogen niet meer met de tram reizen, ze mogen alleen nog maar op bepaalde tijden boodschappen doen en ze mogen niet meer op bezoek bij niet-Joodse vrienden, familie en kennissen. Overal hangen bordjes waarop staat: ‘voor Joden verboden’.

“Voor Joden Verboden”

Na de zomervakantie van 1941 moeten Joodse leerlingen naar aparte scholen. Anne moet afscheid nemen van haar niet-Joodse vriendinnetjes. Vanaf mei 1942 moeten alle Joden die ouder zijn dan 6 jaar, een ster op de kleren dragen, een davidsster. Otto en Edith maken zich grote zorgen. Ze weten nog hoe bedreigend het voor hen in Duitsland was voordat ze besloten te emigreren. Er zijn geruchten dat alle Joden naar Duitsland moeten gaan om daar te werken

Page 19: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

19

voor de nazi’s. Ze laten echter niets merken aan Anne en Margot.

Het dagboekOp 12 juni 1942 wordt Anne dertien jaar oud. Voor haar verjaardag krijgt ze een dagboek, dat zij zelf een paar dagen daarvoor heeft uitgezocht in een boekwinkel. Dit dagboek wordt al snel van onschatbare waarde voor Anne.

OnderduikenOp 5 juli 1942 krijgt Margot een brief. Ze moet zich melden om in Duitsland te gaan werken voor de nazi’s. Haar ouders laten haar echter niet gaan. Meteen de dag daarna duiken ze onder. De schuilplaats is in het kantoor van Otto Frank aan de Amsterdamse Prinsengracht. Een gedeelte van het kantoor, het achterhuis, staat leeg en is ingericht met meubels. Later komen er nog vier onderduikers bij.

Tijdens de jaren dat Anne ondergedoken zit, besluit ze haar dagboek als vriendin te beschouwen. Ze noemt haar dagboek Kitty. Ze mist in het Achterhuis een echte vriendin. In haar dagboek schrijft Anne Frank lange brieven aan Kitty. Tijdens de onderduikperiode wordt haar dagboek steeds belangrijker. Daarin kan ze haar hart luchten. Op 16 maart 1944 schrijft ze: ‘Het fijnste van alles vind ik nog dat ik dat wat ik denk en voel tenminste nog op kan schrijven, anders zou ik compleet stikken.’

Kitty, het dagboek van Anne Frank

Ruim twee jaar zit de familie Frank ondergedoken in ‘het Achterhuis’. Tijdens deze jaren houdt Anne in het Achterhuis niet alleen een dagboek bij, ze schrijft ook korte verhalen en verzamelt mooie zinnen van andere schrijvers in een schrift. Anne wil graag dat haar dagboek na de oorlog als roman wordt uitgegeven. Ze begint daarom met herschrijven. Ergens in haar dagboek schrijft ze: ‘Ik weet dat ik kan schrijven. Een paar verhaaltjes zijn goed, m’n Achterhuisbeschrijvingen humoristisch, veel uit mijn dagboek spreekt, maar... of ik werkelijk talent heb, dat staat nog te bezien.’

Anne wordt opgepaktMaar Anne krijgt het herschrijven van haar verhalen niet af. Voordat ze klaar is, wordt ze ontdekt en gearresteerd. Op 4 augustus 1944 stopt er ineens een auto voor de deur van het bedrijfspand. Onder leiding van een Duitse agent gaan drie Nederlandse politieagenten het pand binnen. Ze gaan naar de schuilplaats. De onderduikers zijn verraden! Anne krijgt niet eens de tijd om haar dagboek mee te nemen. Het dagboek blijft achter in het Achterhuis. Wie hen verraden heeft, is nog steeds niet duidelijk.

Page 20: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

20

Anne Frank – les 1.2 – C.Werkblad

Anne Frank en haar dagboek

Nog even de woordenlijst:

Themawoorden:Adolf HitlerDe naziDe capitulatieHet dagboekOnderduikenDe onderduikerHet Achterhuis

Andere woorden:EmigrerenDe crisis De zondebokDe zwager Heimwee Het geruchtHumoristisch De roman Beschouwen als

Uitdrukkingen:Een nieuw bestaan opbouwenVan onschatbare waarde zijn

Wat moet je doen?– Schrijf eerst de titel op van het fragment waar jij een hoofdgedachte over opschrijft.– Lees het stukje nog een keer voor jezelf.– Welke thema woorden kun jij gebruiken bij het schrijven van jouw hoofdgedachte?– Schrijf de hoofdgedachte op en probeer in ieder geval twee woorden van de woordenlijst te

gebruiken.

De titel van mijn stukje is:

De hoofdgedachte van dit stukje is:

Page 21: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.1 Anne Frank, haar dagboek – 21

Les 1.3 Tekst verwerken Anne Frank, haar dagboek

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen begrijpen de woorden van de woordenlijst en passen ze toe bij de opdracht.

TaaldoelenDe kinderen kunnen duidelijk verstaanbaar hun werk presenteren aan de groep.

ZaakvakdoelenDe kinderen weten wie Anne Frank was. Ze hebben een beeld van haar leven en de omstandigheden waaronder ze moest leven.

MaterialenA. Kaartjes met woordenB. Opdrachtkaarten (3x)C. A3-papier voor tijdbalkD. Werkblad voor het schrijven van de brief

Laat de kinderen een kaartje trekken en het woord dat op het kaartje staat uitbeelden. De groep raadt welk woord er is getrokken.

Leg de opdrachten waartussen de kinderen mogen kiezen uit:

– Maak een tijdbalk van 1929 tot 1945 (zie opdracht kaart).

– Schrijf een brief aan Anne (zie opdrachtkaart).

– Speel een toneelstuk waarin je uitlegt wat er gebeurde op 8 juli 1942.

Geef bij elke opdracht aan dat er zo veel mogelijk woorden wan de woordenlijst moeten worden gebruikt en dat daar tijdens de presentaties op zal worden gelet.

Geeft opdracht om te presenteren wat is voorbereid.

Tips/aanvullingenDvd Anne Frank: laat kinderen tijdens het kijken van de dvd vragen maken en organiseer met deze vragen een quiz.

10 min

A

30 min

B, C, D

15 min

-

Voor

Tijdens

Na

Page 22: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

22

Anne Frank – les 1.3 – A.Kaartjes met woorden

Emigreren De zondebok

Heimwee Vluchten

De crisis De capitulatie

De zwager Het gerucht

Het dagboek Onderduiken

Humoristisch Het Achterhuis

Hoe uitbeelden?Het is de bedoeling dat de leerlingen de moeilijke woorden uitbeelden zonder auditieve hints te geven: laat ze maar raden. Degene die het goede antwoord geeft,moet ook kort in eigen woorden uitleggen wat het woord betekent. Je kunt als leerkracht ook een beloningsysteem koppelen aan dit spel: wie het meeste woorden geraden heeft, die…

Page 23: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

23

Anne Frank – les 1.3 – B.Opdrachtkaarten

Opdrachtkaart brief

Schrijf een brief aan Anne Frank: neem de volgende situatie in gedachten.Anne zit inmiddels 1,5 jaar ondergedoken in het Achterhuis. Het is winter aan het worden, buiten schaatsen de kinderen op de grachten. Soms sneeuwt het en houden de kinderen sneeuwballengevechten. Maar Anne niet. Anne moet zich met de andere onderduikers de hele dag stilhouden, want beneden en in het voorhuis werken werknemers van Opekta die niet mogen weten dat er onderduikers in het achterhuis verstopt zitten. Dat is natuurlijk erg moeilijk voor Anne, ze verveelt zich soms best wel. Ze schrijft heel vaak in haar dagboek. Ze heeft haar dagboek zelfs een naam gegeven, ‘Kitty’. Eigenlijk zou ze ook graag een penvriendin willen hebben. Stel je nu eens voor dat je zou leven in de tijd van Anne en dat je haar via via zou kennen. Zij heeft jou een brief geschreven waarin ze zich voorstelt, iets vertelt over haar angst om verraden te worden en jou een aantal vragen stelt. Hieronder staat een fragment (een deel) uit de brief:

Page 24: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

24

Waar moet je allemaal aan denken?Je kunt je wel voorstellen dat ze veel dingen wil weten over wat er ‘buiten’ allemaal gebeurt.Waarom worden Joden eigenlijk lastig gevallen, wat gebeurt er met hen, zijn er nog andere mensen/volken die vervolgd worden en hoe denk jij dat de oorlog verder gaat lopen?Laat ook aan Anne merken dat je met haar meeleeft en dat je wel snapt hoe moeilijk het voor haar is.

Waar moet je verder nog op letten?– Vertel aan het begin van de brief wie jij bent.

– Leg aan Anne uit wat er allemaal gebeurt met de Nazi’s.

– Laat merken dat je met Anne meeleeft.

– Zorg ervoor dat je goede zinnen schrijft. Begin de zinnen met een hoofdletter en eindig met een punt, uitroepteken of vraagteken. Let ook op de spelling. Het moet een goedlopende zin zijn. Anne is kritisch!

– Het is de bedoeling dat je minimaal acht van de woorden onderaan de opdracht gebruikt in jouw brief.

• Adolf Hitler • Emigreren • Nazi• Crisis • Zondebok • Zwager• Een nieuwe bestaan opbouwen• Heimwee• Capitulatie • Geruchten • Dagboek• Onderduiken• Onderduiker• Achterhuis• Humoristisch• Van onschatbare waarde zijn• Beschouwen als• Roman

Page 25: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

25

Opdrachtkaart tijdbalk

Wat heb je nodig?– A3-papier– Stiften/kleurpotloden/pen/potlood/liniaal– De leestekst voor de informatie– Internet voor de plaatjes

Wat moet je doen?– Teken op je blad een tijdbalk van 1929 tot 1945. Bedenk vooraf hoe jouw balk eruit komt te zien.

Is het een lijn of is het een balk met vakjes?

– Vertel een paar belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Anne en illustreer dit met plaatjes.

– Wees alert op je spelling.

– Zorg ervoor dat je aan de klas uit kunt leggen wat er op je tijdbalk staat.

Page 26: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

26

Opdrachtkaart toneelstuk

Wat moet je doen?– Lees eerst met elkaar het dagboekstukje van 8 juli 1942.

– Praat er met elkaar over, zodat je goed weet wat er toen is gebeurd.

– Denk met elkaar na over hoe je het stukje kunt spelen in een toneelstuk.

– Verwerk in het toneelstuk minstens vier woorden van de woordenlijst.

– Denk even na welke spullen je nog nodig hebt. Overleg met de juf of je die mag pakken.

• Adolf Hitler • Emigreren• Nazi• Crisis• Zondebok• Zwager• Een nieuw bestaan opbouwen• Heimwee• Capitulatie

• Dagboek• Onderduiken• Onderduiker• Achterhuis• Humoristisch • Van onschatbare waarde zijn• Beschouwen als• Roman• Geruchten

Page 27: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

27

2. Jodenvervolging en concentratiekampen

Page 28: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

28

Verantwoording hoofdstuk 2 Jodenvervolging en concentratiekampen

De essentie De gruwelen van concentratiekampen komen aan de orde, waarbij uitgelegd wordt wat Untermenschen en Ubermenschen zijn.

Te behandelen woorden

Themawoorden Andere woorden Uitdrukkingen

De nationaal socialist De naziÜbermenschenUntermenschenDe ariërDiscriminatieRacismeDe razzia Het werkkampDe holocaustHet concentratiekampHet vernietigingskamp

De economische crisis Het mensenrasHet kenmerkMinderwaardig UitroeienDe registratieplichtHet tussenstationDe uitputting

Beterschap beloven

Page 29: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.2 Jodenvervolging en concentratiekampen – 29

WoordenschatdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 12 12.1 De kinderen begrijpen de woorden van de woordenlijst.

2 12 12.2 De leerlingen begrijpen de woorden die in de tekst voorkomen.

3 12 12.2 De kinderen passen de woorden toe in eigengemaakte teksten.

Begrijpend leesdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 -

2 4 4.1 De kinderen voorspellen welke informatie er in de tekst te vinden is. De kinderen kunnen na het lezen van de tekst w-vragen en h-vragen bedenken over de tekst. De kinderen kunnen na het lezen van de tekst w- en h- vragen beantwoorden.

3 4 4.1 De kinderen kunnen zelf informatie halen uit gegeven teksten en die verwerken in een presentatie.

TaaldoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 1 1.1, 1.2 De leerlingen luisteren naar een dagboekstuk van Anne Frank.De kinderen kunnen aantekeningen maken bij een PowerPointpresentatie.

2 11 11.4 De kinderen kunnen een correcte vraag formuleren.

3 5, 6, 8 5.1, 6.1, 8.1 De kinderen kunnen een gedicht (rondeel) schrijven waarin emotie onder woorden wordt gebracht.De kinderen lezen een artikel en bereiden aan de hand van dit artikel een presentatie voor.De kinderen kunnen een tekst in de ik-vorm schrijven.

ZaakvakdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 52 52/53.9 De kinderen weten wat concentratiekampen zijn en ze beleven iets van de verschrikkingen van zo’n kamp.

2 52 52/53.9 De kinderen weten wat het gevolg was van de economische crisis in Duitsland. De kinderen weten dat Hitler de leider was van de Nationaal Socialistische Partij. Ze weten wat zij wilden bereiken.De kinderen weten dat de nazi’s racistische gedachten hadden. De kinderen kunnen iets vertellen over de Holocaust en over de concentratiekampen.

3 52 52/53.9 De kinderen weten hoe de situatie in kamp Westerbork was.

Page 30: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Themawoorden

De nationaal socialist

De nazi

Übermenschen

Untermenschen

De ariër

Discriminatie

Racisme

De razzia

Het werkkamp

De holocaust

Het concentratiekamp

Het vernietigingskamp

Andere woorden

De economische crisis

Het mensenras

Het kenmerk

Minderwaardig

Uitroeien

De registratieplicht

Het tussenstation

De uitputting

Uitdrukkingen

Beterschap beloven

Anne Frank – Tekst 2 – Woordenlijst A3

Page 31: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

31

Anne Frank – Tekst 2Woordenlijst

Themawoorden

De nationaal socialist

De nazi

Übermenschen

Untermenschen

De ariër

Discriminatie

Racisme

De razzia

Het werkkamp

De holocaust

Het concentratiekamp

Het vernietigingskamp

Andere woorden

De economische crisis

Het mensenras

Het kenmerk

Minderwaardig

Uitroeien

De registratieplicht

Het tussenstation

De uitputting

Uitdrukkingen

Beterschap beloven

Page 32: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

32

Les 2.1 Context aanbrengen Jodenvervolging en concentratiekampen

Lestijd40 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen begrijpen de woorden van de woordenlijst.

TaaldoelenDe leerlingen luisteren naar een dagboekstuk van Anne Frank.De kinderen kunnen aantekeningen maken bij een PowerPointpresentatie.

ZaakvakdoelenDe kinderen weten wat concentratiekampen zijn en ze beleven iets van de verschrikkingen van zo’n kamp.

MaterialenA. Dagboekfragment zaterdag 20 juni 1942B. PowerPoint bij tekst 2 les 1C. Werkblad ‘Aantekeningen maken’D. Woordenlijst (groot)E. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20091214_vernietiging01

Leest het dagboekfragment voor. Vervolgens maakt ze met de leerlingen een woordveld rondom de woorden Jodenvervolging en concentratiekampen.

Laat de PowerPointpresentatie zien en geef informatie. Zorg ervoor dat de woorden van de woordenlijst aan de orde komen. Geef aan de kinderen opdracht om tijdens de PowerPointpresentatie aantekeningen te maken van de belangrijkste dingen.Wees er alert op dat de woorden van de woordenlijst al aan de orde komen binnen de context. Op die manier is er sprake van voorbewerken.Vraag ten slotte naar de gemaakte aantekeningen en kijk in hoeverre er al woorden van de woordenlijst zijn toegepast.

Laat het filmpje zien en geeft de opdracht om te onthouden wat het meest indruk op hen maakt.

Tips/aanvullingen

15 min

A

20 min

B, C, D

5 min

E

Voor

Tijdens

Na

Page 33: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

33

Anne Frank – les 2.1 – C.Werkblad

Mijn aantekeningen

Onderwerp: ……………………………………………………………………………………………………

Woordenlijst:

De nationaal socialist

De nazi

Übermenschen

Untermenschen

De ariër

Discriminatie

Racisme

De razzia

Het werkkamp

De holocaust

Het concentratiekamp

Het vernietigingskampv

De economische crisis

Het mensenras

Het kenmerk

Minderwaardig

Uitroeien

De registratieplicht

Het tussenstation

De uitputting

Beterschap beloven

Deze dingen wil ik graag onthouden:

Page 34: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

34

Les 2.2 Tekst behandelen Joden vervolging en concentratiekampen

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe leerlingen begrijpen de woorden die in de tekst voorkomen.

Begrijpend leesdoelen– De kinderen voorspellen welke informatie er in de tekst te vinden is. – De kinderen kunnen na het lezen van de tekst w-en h-vragen bedenken over de tekst. – De kinderen kunnen na het lezen van de tekst w en h vragen beantwoorden. TaaldoelenDe kinderen kunnen een correcte vraag formuleren.

Zaakvakdoelen– De kinderen weten wat het gevolg was van de economische crisis in Duitsland. – De kinderen weten dat Hitler de leider was van de Nationaal Socialistische partij. Ze weten wat zij

wilden bereiken.– De kinderen weten dat de nazi’s racistische gedachten hadden. – De kinderen kunnen iets vertellen over de Holocaust en over de concentratiekampen.

MaterialenA. Flipchart ‘Husselwoorden’B. Tekst ‘Jodenvervolging en concentratiekampen’C. Kaartjes met w-vragen (zie bijlage)

Page 35: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.2 Jodenvervolging en concentratiekampen – 35

Legt de bedoeling van de opdracht uit. Laat steeds een ‘husselwoord’ van de woordenlijst zien. De kinderen raden welk woord het is en leggen uit wat de betekenis van het woord is.

Vraagt de leerlingen de tekst globaal te bekijken en vervolgens vraagt ze te voorspellen wat ze zullen lezen in de tekst.Leest vervolgens met de leerlingen de tekst en vraagt of er nog onduidelijkheden zijn.Geef de opdracht om op ieder kaartje een vraag te schrijven, waarvan het antwoord in de tekst terug te vinden is.

Verdeel de groep in groepjes van ongeveer zes personen. Leg uit dat de leerlingen een spel gaan doen. Het doel van de opdracht is om van iedere vraag een kaartje in bezit te krijgen. Wie heeft als eerste zes kaartjes?

Spelregels: – Je vraagt aan een van de groepsgenoten om jou een vraag te

stellen. – Je zegt erbij met welk woord de vraag moet beginnen. – Je geeft antwoord op de vraag. Is het antwoord goed, dan mag

jij het kaartje hebben. Is het niet goed, dan blijft het kaartje bij de eigenaar. Daarna is de volgende leerling aan de beurt.

Tips/aanvullingen

10 min

C

Na

5 min

A

30 min

B, C

Voor

Tijdens

Page 36: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

36

Anne Frank – Tekst 2

Jodenvervolging en concentratiekampen.

Een economische crisis in DuitslandIn de jaren na de Eerste Wereldoorlog (die duurde van 1914 tot en met 1918), was er een grote economische crisis in Duitsland. De problemen in het land waren groot: door de crisis konden de banken het geld dat de mensen op hun spaarrekening hadden staan, niet meer terugbetalen. Er was veel werkloosheid en daardoor veel armoede en honger. De Duitse bevolking was moedeloos en boos: hoe moest dit verder?

Adolf Hitler de nieuwe leiderIn deze moeilijk jaren kwam Adolf Hitler als leider van de nationaalsocialisten aan de macht. Hij beloofde beterschap en wilde de Duitse bevolking weer trots maken op hun land. Je kent de term nazi’s waarschijnlijk wel. ‘Nazi’ komt van Nationalsozialist, het Duitse woord voor nationaal socialist.

Hitler als de redder van Duitsland: hij zou Duitsland weer machtig maken

Übermenschen en UntermenschenOnder leiding van Adolf Hitler, hadden de nazi’s een verschil gemaakt tussen de (in hun ogen) beste mensenrassen (de Übermenschen) en de laagste rassen (de Untermenschen). Dit moet even uitgelegd worden:

In de ogen van de nazi’s kon je de hele mensheid (alle mensen die op aarde leven) verdelen in verschillende rassen: zo had je onder andere het Duitse, het Hollandse en Engelse mensenras. Ieder mensenras had volgens de nazi’s zijn eigen kenmerken. Het beste mensenras waren de blonde Duitsers, ook wel Ariërs genoemd. De Ariërs waren de Übermenschen. ‘Über’ betekent ‘de beste’ en ‘menschen’ betekent ‘mensen’, dus de blonde Duitsers waren de beste mensen, volgens de nazi’s. De Joden waren de minst goede mensen, de Untermenschen. ‘Unter’ kun je vertalen met ‘de minste’ en ‘menschen’ weer met ‘mensen’. Untermenschen waren dus de mensen die volgens de nazi’s het minst waard waren.Als nu de Ariërs de Übermenschen waren, wie waren de Untermenschen dan precies? Volgens de nazi’s waren onder andere de Joden, zigeuners, Slavische volkeren, Aziaten, homoseksuelen en mensen met een aangeboren handicap. De Joden waren het allerminste mensenras. Al de Untermenschen mensen waren volgens de nazi’s zo weinig waard (minderwaardig) dat ze zo snel mogelijk uitgeroeid moesten worden. Ze vormden een gevaar voor de Übermenschen. Ook andere groepen hadden het zwaar, hierbij kun je onder andere denken aan Jehova’s getuigen, katholieken, verzetsstrijders en politieke gevangenen.

De HolocaustDe vervolging van deze begon in het klein. Vooral de Joden werden geniepig tegengewerkt en gediscrimineerd: ‘voor Joden verboden’. Het begon met een registratieplicht voor alle Joden, maar langzamerhand worden de maatregelen ingrijpender. Denk bijvoorbeeld aan een verbod voor Joden om naar gewone (algemene) scholen te gaan, een verbod voor Joden om aan sport te doen, een verbod om in allerlei winkels, parken en zwembaden te komen. In 1942 vindt de eerste razzia plaats in Amsterdam en worden de eerste Joden naar speciale werkkampen in Nederland gebracht. Dit is het begin van ‘de vernietiging van de Joden’, ook wel de Holocaust genoemd.

Page 37: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

37

ConcentratiekampenIn Nederland waren er vier kampen: Westerbork, Amersfoort, Vught en Ommen. Deze kampen waren slechts tussenstations, meestal werden de mensen in deze kampen na enkele dagen of weken doorgestuurd naar andere kampen, vooral in Duitsland en Polen. In het totaal waren er zeven vernietigingskampen waar tegenstanders en slachtoffers van de Nazi’s werden omgebracht.

In deze kampen moest vaak hard gewerkt worden. De meeste doden in de concentratiekampen vielen dan ook door de zware werkzaamheden, ziekten, te weinig eten en uitputting. Daarnaast zijn er ook vele honderdduizenden mensen omgebracht in de gaskamers.

Als we alleen al naar de Joden in Nederland kijken, komen we tot de verschrikkelijke ontdekking dat er ruim 100.000 Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog zijn omgebracht. Wanneer we naar heel Europa kijken, zien we dat er ruim 6.000.000 Joden zijn vermoord door de Nazi’s.

Page 38: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

38

Anne Frank – les 2.2 – C.Kaartjes met w-vragen

Wie Wat

Waarom Wanneer

Waar Hoe

Page 39: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.2 Jodenvervolging en concentratiekampen – 39

5 min

Na

5 min

A

35 min

B, C, D, E, F, G

Voor

Tijdens

Les 2.3 Tekst verwerken Joden vervolging en concentratiekampen

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen passen de woorden toe in eigengemaakte teksten.

Begrijpend leesdoelenDe kinderen kunnen zelf informatie halen uit gegeven teksten en die verwerken in een presentatie.

Taaldoelen– De kinderen kunnen een gedicht (rondeel) schrijven waarin emotie onder woorden wordt

gebracht.– De kinderen lezen een artikel en bereiden aan de hand van dit artikel een presentatie voor.– De kinderen kunnen een tekst in de ik-vorm schrijven.

ZaakvakdoelenDe kinderen weten hoe de situatie in kamp Westerbork was.

MaterialenA. Verhaal AnneB. Instructie bij monument en rondeelC. Bijlage ‘Kladblaadje maken rondeel’D. Werkblad ‘Gedicht’E. Opdrachtkaart ‘Antisemitisme nu’F. Tekst ‘Jodenvervolging nu’G. Mini-dagboekje voor schrijven van een dagboekfragment

Lees verhaal voor en breng leerlingen op die manier in de sfeer van de les. Hoe was het om te leven in een concentratiekamp?

Geef uitleg over de drie keuze-opdrachten:1. Maak een mini-dagboekje waarin je vertelt over het leven als

Jood in het kamp Westerbork.2. Maak een presentatie waarin je duidelijk maakt dat antisemitisme

ook nu nog voorkomt.3. Maak een rondeel en ontwerp een monument rond het thema

Jodenvervolging. Gebruik bij alle opdrachten minimaal vier woorden van de woordenlijst.

Laat van elke opdracht een leerling een presentatie geven. Controleer welke woorden de leerlingen toepassen.

Tips/aanvullingen http://www.entoen.nu/annefrank/beeld-en-geluid/schooltv-beeldbankclip-jodenvervolging#beeld

Page 40: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

40

Anne Frank – les 2.3 – A.Verhaal Anne

De lange trein

‘De Engelsen staan bij de Nederlandse grens...’ Zou het waar zijn? Anne kan het niet geloven. Iedereen in Westerbork heeft het erover. Ook in de strafbarak wordt er fluisterend over gesproken. Hier zitten gevangenen die zich in het kamp misdragen zouden hebben. Ook de betrapte Joodse onderduikers worden in de ‘S-barak’ gestopt. Het is er propvol. De bedden zijn vies en het werk is zwaar. Op 8 augustus 1944 zijn vader en moeder Frank er met hun twee dochters ondergebracht. Vier Amsterdamse onderduikers zijn strafgevangenen geworden. Als zij in één dag van Amsterdam naar het kamp op de heide kunnen reizen, dan moet het voor de bevrijders toch een fluitje van een cent zijn om binnen een week de moffen uit Westerbork te verjagen? Maar vandaag vertrekt er een trein. Elke treindag is een rotdag. Straks komen de barakleiders met hun lijsten. Die lezen de namen op. Wie erop voorkomt moet zijn boeltje pakken en gaat de trein in. Bevrijders en Auschwitz: hoop en wanhoop op één dag. Het is vroeg in de morgen als ze naast elkaar staan: vader, moeder, Margot en Anne.

‘Abrams Judith...’ Naam na naam klinkt door de barak. En dan haar vonnis: ‘Frank Anne...’ Voor hun viertjes is Westerbork voorbij. De bevrijding is opeens niet belangrijk meer. Op transport. Waarheen? Auschwitz? Over dit kamp gaan de meest vreselijke verhalen. In de barak wordt gehuild, geschreeuwd, gevloekt. Anderen zijn doodstil, alsof de boodschap niet tot hen wil doordringen.

Dan is er chaos. Oud en jong zoeken hun spullen bij elkaar. Buiten staan de mannen van de joodse ordedienst. Hun namen zijn niet opgeroepen... De reizigers worden afgemarcheerd. Anne houdt de hand van haar vader vast. Daar is het brede modderperron. De ‘Boulevard des Misères’ noemen de kampbewoners het. Samen lopen ze nu op de ‘Laan van de Ellende’.

Zou de Almachtige er ook staan? SS-Obersturmführer Albert Konrad Gemmeker is de hoogste baas. Hij woont in een houten villa aan de rand van het kamp. Meestal komt hij eerst opdagen als de trein zich in beweging heeft gezet. Dan controleert Koning Konrad of de leden van de ordedienst precies hebben gedaan wat hij wil. Zonder al te veel tumult moeten zij de slachtoffers in de wagons zien te krijgen. Hoeft hij de trein alleen maar na te kijken. Ook nu laat hij zich niet zien, de ploert! Ze moeten opschieten. Ze lopen de ene volle wagon na de andere voorbij. Dan zijn ze er. Anne kijkt naar binnen. De deuren staan half open. Een grauwe wagon vol mensen. Stro op de grond. Vader helpt haar bij het instappen.

Page 41: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

41

Er is weinig ruimte. Wel zeventig reizigers zitten, liggen of staan. In de hoek een oude emmer. Hij is al half vol. De stank vult de wagen. Bovenin hangt een blikje met een brandend kaarsje erin. Vader Frank gaat zitten. Anne vlijt zich tegen hem aan. Ze voelt hoe moe ze is. Ze doet haar ogen dicht en hoort hoe de trein op stoom wordt gebracht. De locomotief puft en steunt. De deuren worden dichtgeschoven. Met een klap valt de grendel in het slot. ‘Zurück!’ De ordemannen hebben hun werk erop zitten. De wagon trilt. De beestentrein vol mensen verdwijnt piepend en knarsend naar het oosten.

Page 42: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

42

Anne Frank – les 2.3 – B.Instructie bij monument en rondeel

Teken een monument en schrijf hierbij een rondeel.

Wat heb je nodig?– werkblad– potloden en kleurpotloden– kladblaadje– pen

Wat moet je doen?– Denk nog een na over de concentratiekampen waarover we hebben gelezen. Lees eventueel tekst

2 nog een keer door.– Bedenk een toepasselijk monument dat ons herinnert aan de kampen.– Denk goed na waar je op je blad dit monument gaat tekenen.– Teken dit monument op het werkblad. Doe dit met kleurpotlood.– Bedenk welke woorden van de woordenlijst je kunt gebruiken in je rondeel.– Schrijf een rondeel wat van toepassing is op het monument, gebruik hierbij minimaal vier

woorden van de woordenlijst.

Wat is een rondeel?

Een rondeel is een gedicht dat bestaat uit acht regels. Regel 1 is precies hetzelfde als regel 4 en 7. Regel 2 is precies hetzelfde als regel 8.Het is dus niet zo’n moeilijk gedicht.

Hoe maak je een rondeel?

Schrijf eerst regel 1, 4 en 7. Dat is de zin die je steeds herhaalt.Dan worden regel 2 en 8 ingevuld. Let er op dat regel 8 meteen de laatste regel van het gedicht is! Die moet wel pakkend zijn.

Voorbeeld van een rondeel:

O, was ik toch maar onze katDe hele dag lekker kunnen slapenNooit hoeven werken voor je etenO, was ik toch maar onze katNooit in lange rijen voor de kassaEn nooit hoeven opruimenO, als ik toch onze kat was….De hele dag lekker kunnen slapen!

 

Page 43: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

43

Anne Frank – les 2.3 – C.Kladblaadje maken rondeel

Oefenzinnen voor regel 1, 4 en 7:

Oefenzinnen voor regel 2 en 8

Mijn rondeel

1

2

3

4

5

6

7

8

Mijn gedachten bij het onderwerp:

Page 44: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

44

Anne Frank – les 2.3 – D.Werkblad gedicht

Page 45: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

45

Anne Frank – les 2.3 – E.Opdrachtkaart antisemitisme nu

Presentatie over Jodenvervolging in onze tijd

Maak een groepje van twee of drie kinderen.

Wat heb je nodig?– tekst ‘Antisemitisme neemt toe in Amsterdam’– woordenboek– pen en papier– eventueel computer met PowerPoint

Wat moet je doen?– Lees de tekst ‘Antisemitisme neemt toe in Amsterdam’

• Zoek de woorden die je niet begrijpt op in het woordenboek. • Als er nog meer dingen zijn die je niet begrijpt, vraag je uitleg aan je juf of meester.

Praat met elkaar over de tekst.– Hoe merk je dat Jodenvervolging nog steeds voorkomt?

• Wat vind je van Jodenvervolging? • Worden er ook andere groepen mensen gediscrimineerd? • …………………………

Wat wil je vertellen aan de klas?– Schrijf de belangrijke punten alvast op.– Is de volgorde logisch?

Welke woorden van de woordenlijst gebruik je in je presentatie? Gebruik er minimaal vier.

Bereid een presentatie voor.– Kies een geschikte manier (spreekbeurt, PowerPoint, samenspraak….).– Maak de presentatie– Wie doet wat?

Houd de presentatie voor de klas.

Page 46: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

46

Anne Frank – Les 2.3 – F.

Tekst Jodenvervolging nu

Antisemitisme neemt toe in Amsterdam

In 2009 is het aantal antisemitische incidenten in Amsterdam verdubbeld ten opzichte van het jaar daarvoor. De Joodse gemeenschap voelt zich in het nauw gedreven.

Ber van HalemOp een avond tijdens het 7 dagen durende Joodse Loofhuttenfeest steekt Ber van Halem (22 jaar) een straat over in het welgestelde deel van Amsterdam−Zuid. Hij hoort een groep jongens een Nederlands scheldwoord roepen (Kankerjood). Niet één keer, maar meerdere keren. Van Halem spreekt de jongens aan op hun gedrag en vervolgt zijn weg. Plotseling hoort hij het geluid van fietsen achter zich, hij draait zich om en daarna gaan de gebeurtenissen in een stroomversnelling: uit het niets voelt hij hoe iemand hem slaat, hij valt op de grond… “Ik werd geschopt in mijn maag en op mijn schouder, terwijl ik daar lag”, aldus Van Halem. Van Halems mishandeling, die plaatsvond in oktober 2008, blijft één van de meest beruchte uitingen van antisemitisme in Nederland van de afgelopen jaren. Het incident (de gebeurtenis) leidt tot publieke verontwaardiging toen de plaatselijke politie geen tijd bleek te hebben om Van Halems aangifte op te nemen. Pas dagen later wordt zijn verhaal aangehoord. De zaak is inmiddels gesloten en niet één dader werd gepakt.

Antisemitische incidenten verdubbeldIn 2008 werden er veertien antisemitische incidenten in Amsterdam gemeld, waarmee het een relatief rustig jaar was in een stad die de thuishaven is van het grootste gedeelte van de Nederlandse Joden. Er wonen zo´n 40.000 Joden in de hoofdstad van Nederland. In 2009 blijkt het aantal incidenten te zijn gegroeid tot dertig. Wanneer we naar de cijfers kijken van heel Nederland, blijkt dat ook het totale aantal meldingen in Nederland verdubbeld is ten opzichte van 2008. Israëls militaire offensief in de Gaza−strook in januari van 2009 is de drijvende kracht achter de flinke groei van het aantal incidenten. ‘In die maand alleen al hadden we een hondertal meldingen, bijna hetzelfde aantal als in het hele jaar 2008. Je merkt dat wanneer de media, bijvoorbeeld de kranten, het nieuws verspreiden dat Israël een oorlog is begonnen, het

antisemitisme de kop nadrukkelijker opsteekt en er meer gevallen gemeld worden.’ De ervaring leert dat het vooral Marokkaanse jongeren zijn die de Joden beledigen en aanvallen. ‘Hun redenering gaat ongeveer als volgt: Israëliërs zijn Joden, Palestijnen zijn Arabieren, dus wij Marokkaanse ‘Arabieren’ in Nederland nemen het op tegen de Nederlandse Joden,’ zegt Menno ten Brink, een rabbijn van de liberaal Joodse gemeenschap in Amsterdam.

Meer en meer onder vuurOp het moment dat Van Halem wordt geslagen, is het in Israël echter vrij rustig. ‘Ze zagen mijn keppeltje en begonnen te vloeken op mij,’ vertelt hij. Van Halem draagt het traditionele hoofddeksel, voorgeschreven door het Joodse geloof, sinds hij zes was. ‘Sindsdien ben ik regelmatig vervloekt. Toen ik acht jaar was raakte ik gewond omdat ik tegen een fiets werd geduwd. Mijn been moest gehecht worden,’ zei hij. Veel mensen zijn getuige geweest van de mishandeling en konden de politie goede beschrijvingen van de aanvallers geven. Van Halem was verrast toen de politie hem een brief stuurde, om hem te laten weten dat de daders nooit gevonden waren. Rabbi Ten Brink vraagt zich af of de politie echt zijn best heeft gedaan. ‘Al deze getuigen en de politie kan de man niet vinden die dit gedaan heeft?’ vraag hij zich af. Een woordvoerder van de Amsterdamse politie verzekert dat ze alles gedaan hebben wat binnen hun mogelijkheden lag. ‘We hebben agenten in burger het gebied voor dagen laten afbakenen, op zoek naar de jongens. Maar we konden niemand vinden,’ zei de woordvoerder. De zaak werd uiteindelijk gesloten in mei 2009. Ten Brinks sceptische houding ten opzichte van de politie illustreert het gevoel van de Amsterdamse Joodse gemeenschap in het algemeen. Joden hier voelen zich meer en meer onder vuur genomen omdat zij worden blootgesteld aan een toenemend spervuur van scheldwoorden, haat-mails, rotjes in hun brievenbus, graffiti en – soms – fysieke mishandeling. Zij menen dat de overheid meer moet doen, door harder op te treden tegen de daders, maar ook door meer te investeren in hun veiligheid.

‘Hitler is er één vergetenDe liberale Joodse gemeenschap in Amsterdam bouwt aan een nieuwe synagoge. ‘Veiligheid kost ons honderdduizenden euro’s,’ zegt Ten Brink. “In Antwerpen en Parijs worden synagogen aangevallen.

Page 47: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

47

Hetzelfde kan hier gebeuren. Op de sabbat, de Joodserustdag, bewaken beveiligers de synagogen. Angst heeft zich vastgezet,’ zei Max Engelander, voorzitter van het Joodse netwerk van de Amsterdamse politie, dat vorig jaar werd opgericht. ‘Dat is waarom we niet lichtvaardig doen over antisemitisme en andere vormen van discriminatie,’ zei hij. Hoe groot is het antisemitisme echt in Amsterdam? ‘Het is een ernstig probleem, maar het doet zich niet voor op dagelijkse basis,’ zegt Ten Brink. Rabbijn Raphaël Evers, rabbijn van de orthodoxe gemeenschap van Amsterdam, vindt dat het probleem ernstiger is. ‘Ik ga niet veel naar buiten, maar als ik dat doe word ik bijna altijd beledigd in de trant van ‘Hitler heeft er eentje laten ontkomen’. Mijn moeder zegt dat het nu erger is dan het was voor de Tweede Wereldoorlog,’ zei hij. Bloeme Evers -Emden, een 83-jarige overlevende van de concentratiekampen, verloor het grootste deel van haar familie tijdens de Holocaust. ‘In 1939 was ik 13. De NSB (de Nederlandse fascistische partij) verspreidde toen veel anti-Joodse propaganda, maar ik kan me niet herinneren dat joden werden mishandeld zoals nu.’ Evers-Emden woont in het deel van Amsterdam dat de thuisbasis is van veel Marokkanen. ‘Ik zag een jongen van ongeveer acht jaar oud, die iets riep over ‘het doden van joden’. Ik vroeg hem: ‘Weet je wat je zegt?’ Hij zei: ‘Ja,’ en herhaalde wat hij gezegd had.’ Van Halem weet niet zeker of antisemitisme in opkomst is. ‘Het gaat op en neer, voornamelijk onder invloed van gebeurtenissen in Israël,’ zei hij. Hij en zijn vrienden voelen een drang om terug te slaan. ‘Veel van mijn vrienden zijn opgeleid in het Israëlische leger. Ik heb jarenlang vechtsporten beoefend. Af en toe zeggen we: ‘Kom op, we pakken ze terug’. Maar uiteindelijk willen wij niet een militie vormen of zoiets. ‘

Page 48: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

48

Dag

boek

Anne Frank – les 2.3 – G.Mini-Dagboekje

Page 49: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

49

Page 50: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

50

Page 51: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

51

Page 52: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

52

Page 53: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

53

3. Racisme

Page 54: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

54

Verantwoording hoofdstuk 3 Racisme

De essentie Het begrip racisme staat centraal. Hierbij leren de leerlingen verschillende uitingen van racisme, ook vanuit de geschiedenis. Ze vormen zichzelf een mening rondom racisme.

Te behandelen woorden

Themawoorden Andere woorden Uitdrukkingen

Het racisme Het antisemitisme De antisemietDe JodenvervolgingDe Holocaust Übermenschen Untermenschen De apartheid Multicultureel

MinachtingVijandigheidHaatWaardevolVervolgenHet dieptepuntDe zondebokVerkroppenDe slavernijAutomatischMinderwaardigImporterenReserverenDe moedertaalDe religieDe cultuurDe nationaliteitHet thema

Uit de hand lopen De kop opstekenOp grote schaal

WoordenschatdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 12 12.1 De kinderen begrijpen de woorden van de woordenlijst.

2 12 12.2 De kinderen begrijpen de woorden van de tekst en kunnen de woorden ook zelf aan een ander uitleggen.

3 12 12.2 De kinderen gebruiken de woorden van de woordenlijst in eigen teksten.

Begrijpend leesdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 -

2 4 4.1 De kinderen kunnen informatie opzoeken uit de tekst.

3 -

TaaldoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 4 4.1 De kinderen kunnen gebruik maken van een woordenboek.

2 7 7.1, 7.2 De kinderen geven in eigen woorden hun mening over racisme.

3 5, 8, 9 5.1, 8.2, 9.1 De kinderen schrijven ‘elfjes’.

ZaakvakdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 52, 37 52/53.937.1

De kinderen weten wat racisme is en ze kennen de achtergrond van de internationale dag tegen Racisme en Discriminatie.

2 52, 37 52/53.937.1

De kinderen kunnen uitleggen wat racisme is. Ze kennen verschillende vormen van racisme.

3 52, 37 52/53.937.1

De kinderen kunnen het geleerde over racisme toepassen.

Page 55: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Themawoorden

Het racisme

Het antisemitisme

De antisemiet

De Jodenvervolging

De Holocaust

Übermenschen

Untermenschen

De apartheid

Multicultureel

Andere woorden

Minachting

Vijandigheid

Haat

Waardevol

Vervolgen

Het dieptepunt

De zondebok

Verkroppen

De slavernij

Automatisch

Minderwaardig

Importeren

Reserveren

De moedertaal

De religie

De cultuur

De nationaliteit

Het thema

Uitdrukkingen

Uit de hand lopen

De kop opsteken

Op grote schaal

Anne Frank – Tekst 3 – Woordenlijst A3

Page 56: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

56

Anne Frank – Tekst 3Woordenlijst

Themawoorden

Het racisme

Het antisemitisme

De antisemiet

De Jodenvervolging

De Holocaust

Übermenschen Untermenschen

De apartheid

Multicultureel

Andere woorden

Minachting

Vijandigheid

Haat

Waardevol

Vervolgen

Het dieptepunt

De zondebok

Verkroppen

De slavernij

Automatisch

Minderwaardig

Importeren

Reserveren

De moedertaal

De religie

De cultuur

De nationaliteit

Het thema

Uitdrukkingen

Uit de hand lopen

De kop opsteken

Op grote schaal

Page 57: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.3 Racisme – 57

Les 3.1 Context aanbrengen Racisme

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen begrijpen de woorden van de woordenlijst.

TaaldoelenDe kinderen kunnen gebruik maken van een woordenboek.

ZaakvakdoelenDe kinderen weten wat racisme is en ze kennen de achtergrond van de internationale dag tegen Racisme en Discriminatie.

MaterialenA. Spel ‘wie is wie’B. PowerPointpresentatieC. Achtergrondinformatie bij de PowerPointD. WoordenlijstE. Werkblad ‘Galgje’F. Woordenboek

Verdeel de kinderen in groepjes. Speel met hen het spel ‘Wie is wie’. Lees alleen de eerste tekst voor van dit spel en geef de leerlingen de opdrachten de juiste kaartjes neer te leggen. Op die manier wordt duidelijk dat wij allemaal vooroordelen hebben over mensen. Deze wetenschap slaat een brug naar het onderwerp racisme.

Maak voordat de PowerPoint bekeken wordt met de leerlingen een woordveld rondom het woord racisme. Vertel de kinderen dat er jaarlijks op 21 maart een internationale dag is tegen racisme. Leg aan de hand van de PowerPoint uit wat de reden is van de ‘viering’ van deze dag op 21 maart.Gebruik zo veel mogelijk woorden van de woordenlijst bij de uitleg van de PowerPoint. Bewerk op deze manier de begrippen binnen de context van de geschiedenis in Sharpeville voor.

Leg uit dat de kinderen in tweetallen het spel ‘galgje’ spelen. Bij het kiezen van een woord mogen ze gebruik maken van de woordenlijst. Bij het raden mag dit niet.Een geraden woord wordt aan elkaar uitgelegd en eventueel opgezocht in een woordenboek.

Tips/aanvullingen

15 min

E

Na

5 min

A, D

25 min

B, C, D

Voor

Tijdens

Page 58: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Een bloedbad in Sharpeville

Waarom vieren we juist op 21 maart de Internationale Dag tegen Racisme en Discrimina tie? Het antwoord ligt in Zuid-Afrika.

In Zuid-Afrika wonen blanken van Nederlandse en Engelse afkomst, Aziaten, mensen van gemengde afkomst en zwarten. De zwarte groep bestaat uit Zoeloes, Xhosa’s en nog een aantal andere volken.In 1910 richten de blanken de Unie van Zuid-Afrika op. Al snel na de oprichting van de Unie mogen zwarten in de industrie en de mijnbouw alleen de laagstbetaalde banen krijgen. Ze zouden anders als arbeidskracht te duur worden. De achterstelling van zwarten wordt op gegeven moment zelfs in de wet opgenomen en krijgt een aparte naam: apartheid, het apart of gescheiden van elkaar leven.Zwarten mogen niet aan parle ments verkiezingen meedoen. Ze mogen niet komen op plaatsen die voor blanken bedoeld zijn (‘Slegs vir blanke’), zoals delen van parken en stranden, sommige treinwagons en sommige zitplaatsen in bussen.

Apartheid in de sport: blanke toeschouwers zitten links van het lijntje, zwarte toeschouwers moeten rechts zitten.

In 1948 begint de regering met de invoering van de apartheid, de scheiding van etnische groepen. Tot welke groep je hoort, hangt af van je huidskleur. De Zuid-Afrikaanse regering onderscheidt blanken, Aziaten, zwarten en kleurlingen (mensen met ouders van verschillende groepen). De blanken worden bevoorrecht. Zij krijgen alle goede banen, wonen in luxe wijken en kiezen hun eigen, blanke regering. De andere groepen zijn minder bevoorrecht. De zwarten zijn er het slechtst aan toe.

Iedere groep krijgt in 1950 eigen woon gebieden toegewezen. Er komen dan ‘thuis landen’ voor zwarten en ‘groepsgebieden’ voor de verschil lende groepen in gebieden waar blanken wonen. In steden moeten de groepen in aparte wijken wonen (zwarten vaak in krottenwijken zonder water en elektriciteit). De thuislanden nemen 13% van het hele land in beslag terwijl ongeveer 80% van de bevolking zwart is. Eveneens in 1950 wordt de zogenaamde Pasjeswet ingevoerd. Iedere zwarte moet altijd een pas bij zich hebben waarop zijn etnische afkomst vermeld staat. Als hij buiten zijn thuisland wil wonen en werken, moet hij daarvoor een vergunning aan vragen en die moet hij altijd bij zich hebben.

Om iets tegen deze discriminatie te doen richt de zwarte advocaat Pixley Seme het African National Congress of ANC op. Deze beweging protesteert bij de regering, maar zonder resultaat.

Op 21 maart 1960 houdt het Pan African Congress, een afsplitsing van het ANC, een demonstratie in

58

Anne Frank – Les 3.1 – C.

Achtergrondinformatie bij PowerPoint

Page 59: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Sharpeville. Duizenden zwarten protesteren daar tegen de Pasjeswet. Dan opent de politie het vuur op de ongewapende demonstranten; er vallen 69 doden.

De Verenigde Naties protesteren fel tegen dit bloedbad en tegen de discriminatie in Zuid-Afrika. In 1966 roept zij de dag waarop dat bloedbad plaatsvond uit tot Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. In december 1967 neemt de Algemene Vergadering van de VN Resolutie 2703 aan waarin zij alle lidstaten oproept jaarlijks deze dag te houden. Deze dag is niet alleen bedoeld om Zuid-Afrika aan te pakken. De VN wil racisme en discriminatie waar ook ter wereld bestrijden. De Algemene Vergadering heeft het jaar 2001 uitgeroepen tot het Internationale Jaar tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en andere soorten onverdraagzaamheid.

Ook in Nederland wordt de dag tegen racisme en discriminatie gehouden. Sommige mensen doen dat omdat ze merken dat er nog steeds allochtonen (mensen die van buiten Nederland komen of één of twee buitenlandse ouders hebben) gediscrimineerd worden en dat er allochtonen worden mishandeld. Anderen doen dat om de Joden te herdenken die zijn gediscrimineerd en ten slotte weggevoerd en vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog.

1. Bij welke uiting van racisme (zie werkblad 3) kun je apartheid onderbrengen? En het bloedbad van Sharpeville?

2. Soms gaan verschillende etnische groepen in aparte gebieden wonen zonder dat ze daartoe gedwongen worden. In Miami in de Amerikaanse staat Florida bijvoorbeeld wonen Cubaanse immigranten in een wijk die ‘Klein Havanna’ heet. Kun je een voorbeeld in Nederland noemen?

3. Stel: je wilt op 21 maart meedoen aan een optocht tegen racisme en discriminatie. Maak een spandoek met een pakkende slagzin die je bij de optocht kunt laten zien.

59

Page 60: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

60

Anne Frank – les 3.1 – E.Werkblad

Werkblad galgje

Wat moet je doen?1. Kies allebei een woord van de woordenlijst.2. Tel hoeveel letters het woord heeft en zet net zoveel puntjes onder in het vakje.3. Leg dan een blad opzij en speel eerst voor het woord van de ene speler.4. Kies een letter van het alfabet. Komt de letter voor in het woord, dan schrijf je die letter op het

goede puntje. Komt hij niet voor in het woord, dan zet je een streepje van de galg.

5. Heb je het woord goed geraden, dan krijg je twee punten. 6. Als het woord geraden is ga je aan elkaar uitleggen wat het woord betekent. Weet je het allebei

niet zo goed, dan zoek je het op in het woordenboek. Schrijf de betekenis erbij in het vakje.7. Ga nu verder met het woord dat de ander had gekozen.

Zet in dit vak genoeg stipjes. Schrijf in dit vak de betekenis van het woord.

Teken in dit vakje de galg.

Zet in dit vak genoeg stipjes. Schrijf in dit vak de betekenis van het woord.

Teken in dit vakje de galg.

Page 61: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

61

Zet in dit vak genoeg stipjes. Schrijf in dit vak de betekenis van het woord.

Teken in dit vakje de galg.

Zet in dit vak genoeg stipjes. Schrijf in dit vak de betekenis van het woord.

Teken in dit vakje de galg.

Zet in dit vak genoeg stipjes. Schrijf in dit vak de betekenis van het woord.

Teken in dit vakje de galg.

Naam: ………………………………………..

Page 62: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

62

Les 3.2 Tekst behandelen Racisme

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen begrijpen de woorden van de tekst en kunnen de woorden ook zelf aan een ander uitleggen.

Begrijpend leesdoelenDe kinderen kunnen informatie opzoeken uit de tekst.

TaaldoelenDe kinderen geven in eigen woorden hun mening over racisme.

ZaakvakdoelenDe kinderen kunnen uitleggen wat racisme is. Ze kennen verschillende vormen van racisme.

MaterialenA. PowerPoint ‘Racisme en discriminatie’B. Tekst 3C. VragenbladD. http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/2202065/werkstukken/item/2291629/de-februaristaking/

Laat de PowerPoint over racisme en discriminatie zien en praat hierover met de leerlingen. Op deze manier komt een heel aantal woorden van de woordenlijst nog een keer aan bod.

Lees de tekst allereerst een keer voor. Geef de opdracht om tijdens het lezen alle onbekende woorden te onderstrepen. Leg na het lezen de onbekende woorden uit. Geef de opdracht om in tweetallen de vragen van het vragenblad te maken.

Laat het filmpje zien als een voorbeeld van racisme. Hierbij is een duidelijke link naar de tijd en omstandigheden van Anne Frank.

Tips/aanvullingen

10 min

A

30 min

B, C

5 min

D

Voor

Tijdens

Na

Page 63: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

63

Anne Frank – Tekst 3

Racisme.

Wat is racisme?De geschiedenis van Anne Frank en de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog is niet zomaar een gebeurtenis. Dit gebeurde niet toevallig door een uit de hand gelopen ruzie. Dit heeft alles te maken met het woord ‘racisme’. Racisme is een woord dat je vast wel eens hebt horen vallen. Maar wat betekent het nu precies? Laten we eens kijken wat het Van Dale-woordenboek over dit woord zegt: racisme is een uiting van minachting, vijandigheid en/of haat van het ene ras tegenover het andere ras. Dit is best wel een moeilijke uitleg; even wat duidelijker: bij racisme ziet het ene mensenras zichzelf als veel waardevoller dan het andere ras. En als gevolg daarvan maakt het ene ras het leven van het andere ras zuur. Elkaar het leven zuur maken, kan op verschillende manieren. Denk bijvoorbeeld aan het uitvaardigen van wetten, zoals tijdens de Apartheid in Zuid-Afrika, of het uitmoorden van het andere ras, zoals tijdens de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog.

AntisemitismeEen heel bekend voorbeeld van racisme is de haat tegen Joden. Haat tegen de Joden wordt antisemitisme genoemd. Anti betekent ‘tegen’ en een semiet is een Jood. Antisemitisme betekent dus ‘tegen Joden’.

Een anti-Israël betoging: “Upgrade to Holocaust Version 2.0”, deze betogers hopen op een nieuwe Holocaust omdat ze de Joden haten.

De haat tegen de Joden is niet iets wat voor het eerst de kop opstak in de Tweede Wereldoorlog. Door de eeuwen heen zijn de Joden steeds vervolgd, vooral door christenen die de Joden zagen als de

moordenaars van de Heere Jezus. De Joden werden vaak van allerlei dingen beschuldigd. Was er een ziekte uitgebroken? Dan hadden de Joden gif in het water gestopt. Ging het economisch niet goed? Dan kregen de Joden de schuld. Vele duizenden Joden zijn in de Middeleeuwen onschuldig vermoord.

De HolocaustHet absolute dieptepunt in de Jodenvervolging was de Holocaust, de geplande vernietiging van de Joden. De nazi’s in Duitsland zagen zichzelf als voorbeeld van de Übermenschen en de Joden als Untermenschen. De Joden werden al eeuwen vervolgd en werden ook nu weer als de zondebok gezien. Dit had alles te maken met jaloezie van Duitsers ten opzichte van de joden: veel Joden waren vrij rijk en hadden grote economische macht. Dat konden veel Duitsers door de steeds slechter wordende omstandigheden niet verkroppen.Er zijn echter nog andere voorbeelden van racisme te noemen, bijvoorbeeld de slavernij.

SlavernijHalverwege de zeventiende eeuw (zo rond 1660) ontstond er op de tabaks- en suikerrietplantages in de Verenigde Staten een tekort aan arbeiders. De boeren waren op zoeken naar nieuwe arbeiders, maar konden die niet vinden onder hun landgenoten. Daar moest een oplossing voor worden gezocht! Het oog van de boeren viel op ‘immigranten’, mensen die vanuit een ander land in de Verenigde Staten waren komen wonen. Ze bedachten een plan: de wetten van de Verenigde Staten werden zo aangepast dat ‘zwarten’ die in hun geboorteland geen christen waren, automatisch als slaaf werden gezien. Zwarten werden als minderwaardig beschouwd ten opzichte van de blanke Amerikanen. Niet veel later ging met op grote schaal slaven importeren uit Afrika. Met schepen tegelijk werden de zwarte mensen uit Afrika naar Amerika gebracht, waar ze verkocht werden als slaaf. Tussen 1500 en 1850 werden ongeveer elf miljoen Afrikanen als slaaf verkocht. Mensen die verkocht werden als een product uit de supermarkt: ‘het zijn maar zwarten…’

Page 64: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

64

Nieuwe slaven op weg naar de plantage: vastgeketend als criminelen.

De Apartheid in Zuid-AfrikaEén van de beroemdste voorbeelden van racisme is de ‘Apartheid’ in Zuid-Afrika. De Apartheid was het officiële systeem dat door middel van wetten en regels onderscheid maakte tussen verschillende rassen: blanken, kleurlingen en zwarten. Deze wetten zorgden ervoor dat de verschillende rassen gedwongen gescheiden van elkaar leefden. Hierbij werden de blanken vaak bevoordeeld: de beste onderwijsmogelijkheden en de beste banen waren gereserveerd voor de blanke Zuid-Afrikaners.

Racisme vandaagNederland is een multiculturele samenleving, wat betekent dat de Nederlandse bevolking bestaat uit allerlei verschillende nationaliteiten, met ieder hun eigen moedertaal, religie, cultuur en gewoontes. En al die verschillende rassen wonen dicht bij elkaar, in dezelfde dorpen, in dezelfde steden, in hetzelfde kleine landje.

In een multicultureel land als Nederland is het gevaar van racisme heel groot, juist omdat er zoveel verschillende nationaliteiten naast elkaar leven. Probeer je eens voor te stellen wat er zou gebeuren als Surinaamse Nederlanders plotseling een hekel zouden krijgen aan Marokkaanse Nederlanders. Het zou kunnen beginnen met scheldpartijen en pesterijen, waardoor beide groepen een hekel krijgen aan elkaar. Als de scheldpartijen en pesterijen erger worden, kunnen er vechtpartijen, of nog erger, moordpartijen ontstaan. Dan zou er zomaar een burgeroorlog tussen de verschillende bevolkingsgroepen kunnen uitbreken. Alleen daarom al is ‘racisme’ zo’n belangrijk thema voor een land als Nederland.

Ook de FIFA is tegen racisme: ‘Say, no to racism’

Page 65: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

65

Anne Frank – les 3.2 – C.Vragenblad

Werkblad racisme

Vertel in je eigen woorden wat racisme betekent:

Omschrijf in je eigen woorden wat het woord ‘antisemitisme’ betekent.

Als je kijkt naar de wereldgeschiedenis, kun je dan twee voorbeelden geven van antisemitisme?

Wat heeft slavernij met racisme te maken?

Vertel in je eigen woorden wat een multiculturele samenleving volgens jou is.

Page 66: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

66

Leg in je eigen woorden uit waarom racisme voor een multiculturele samenleving als Nederland zo gevaarlijk is.

Op de eerste foto staat een man met een Engels actiebord in de handen, waarop staat: ‘Upgrade to Holocaust Version 2.0’. Wat denk je wat de man bedoelt? Wat zou zijn boodschap zijn? Probeer ook informatie uit de omgeving te halen: hoe ziet de man eruit en wat staat er op de andere borden?

Page 67: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.3 Racisme – 67

Les 3.3 Tekst verwerken Racisme

Lestijd40 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen gebruiken de woorden van de woordenlijst in eigen teksten.

TaaldoelenDe kinderen schrijven ‘elfjes’.

ZaakvakdoelenDe kinderen kunnen het geleerde over racisme toepassen.

MaterialenA. Doosje met lettersB. Opdrachtkaart posterC. Blanco A4 voor poster

Leg de opdracht uit. De leerlingen trekken een letter uit het doosje. Met die letter krijgen de leerlingen om de beurt de opdracht om een woord te noemen dat te maken heeft met het thema racisme. Is het woord goed geraden, dan mag de letter gehouden worden. Is het woord niet goed geraden, dan moet de letter terug in het doosje en gaat de beurt door naar de volgende van de groep.Wie verzamelt de meeste letters?

Leg de opdracht uit. Geef instructie over het schrijven van een ‘elfje’. Vertel dat de kinderen een poster gaan maken tegen racisme. Op deze poster worden drie elfjes geschreven rondom het thema. De leerlingen consolideren hierbij de geleerde woorden. De leerkracht heeft de gelegenheid om te controleren welke woorden bekend zijn.

Laat de leerlingen hun opdracht presenteren.

Tips/aanvullingen

10 min

A

30 min

B, C

5 min

Voor

Tijdens

Na

Page 68: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

68

Anne Frank – les 3.3 – A.Letters

a b c d e

f g h i j

k l m n o

p q r s t

u v w x y

z

Page 69: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

69

Anne Frank – les 3.3 – B.Opdrachtkaart poster

Opdrachtkaart voor het maken van een poster met “ elfjes”

Wat moet je doen?Ontwerp een poster met daarop drie elfjes over het thema racisme.

Wat heb je nodig?– A4-tje– knutselspullen– schrijfspullen

Wat is een “ elfje” ?Een elfje bestaat uit elf woorden.Die elf woorden staan op vijf regels.Regel 1: eerste woord= daarin schrijf je een kleur of eigenschap (hard, zacht enz.)Regel 2: twee woorden= Over wat of wie gaat het elfje?Regel 3: drie woorden= gebruik een werkwoord (roepen, zitten enz.)Regel 4: vier woorden= leg regel drie beter uit.Regel 5: slotwoord= een duidelijk woord wat veel zegt; bijv. gaaf, goed, slecht.

Voorbeelden van elfjes;

GeelDe ogenTussen de bomenIs er een tijger?Bang!

RoodDie bloemEr vliegt iesHet lijkt een wespAuw!

BlauwDe luchtMet veel wolkenVerder dan mijn blikeindeloos

Wat ga je doen?Maak eerst drie elfjes.Denk na over je poster. – Wat wil ik erop hebben?– welke kleuren gebruik ik?– hoe deel ik het blad in?

Page 70: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

70

Page 71: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

71

4. Het Achterhuis

Page 72: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

72

Verantwoording hoofdstuk 4 Het Achterhuis

Te behandelen woorden

Themawoorden Andere woorden Uitdrukkingen

Het achterhuis Het grachtenpand Het voorhuis De draaikastHet museumDe musea

Uitsluitend Het magazijn De voorzieningOrigineel

Iets horen vallen

Iets onder de loep nemen

De publieke verontwaardiging

De oorspronkelijke staat

Vakkundig restaureren

WoordenschatdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 12 12.1 De kinderen maken kennis met de woorden van de woordenlijst. Aan het eind van de les weten ze de betekenis van de woorden.

2 12 12.2 De kinderen begrijpen de woorden in de context van de tekst. Ze kunnen de woorden duidelijk maken door middel van het uitbeelden van een woord.

3 12 12.2 De kinderen passen de geleerde woorden toe.

Begrijpend leesdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 -

2 1, 4 1.1, 1.2, 4.2 De kinderen lezen de tekst met begrip en ze zijn in staat om voor iedere alinea een subtitel te kiezen die de inhoud van het stukje dekt.

3 1, 4 1.1, 4.1 De kinderen begrijpen de informatie over de Anne Frank Boom.

TaaldoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 -

2 2 2.1 De kinderen kunnen gekozen titels beargumenteren.

3 5, 9 5.1, 9.1 De kinderen kunnen een pakkende spreuk of wens schrijven.

ZaakvakdoelenLes Nr. kerndoel Nr. indicator Lesdoel

1 52 52/53.9 De kinderen weten wat een museum is en wat de waarde hiervan is. De kinderen maken kennis met het Achterhuis in Amsterdam.

2 52 52/53.9 De kinderen weten hoe het museum Het Achterhuis is ontstaan.

3 52, 37 52/53.9, 37.1

De kinderen kennen het maatschappelijk belang van het Anne Frank Huis.De kinderen weten dat de kastanjeboom voor het Achterhuis van groot belang was voor Anne. Ze weten ook dat hij is omgevallen en dat hij tot op de dag van vandaag een belangrijke rol speelt.

Page 73: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Themawoorden

Het achterhuis

Het grachtenpand

Het voorhuis

De draaikast

Het museum

De musea

Andere woorden

Uitsluitend

Het magazijn

De voorziening

Origineel

Uitdrukkingen

Iets horen vallen

Iets onder de loep nemen

De publieke

verontwaardiging

De oorspronkelijke staat

Vakkundig restaureren

Anne Frank – Tekst 4 – Woordenlijst A3

Page 74: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

74

Anne Frank – Tekst 4Woordenlijst

Themawoorden

Het achterhuis

Het grachtenpand

Het voorhuis

De draaikast

Het museum

De musea

Andere woorden

Uitsluitend

Het magazijn

De voorziening

Origineel

Uitdrukkingen

Iets horen vallen

Iets onder de loep nemen

De publieke verontwaardiging

De oorspronkelijke staat

Vakkundig restaureren

Page 75: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.4 Het Achterhuis – 75

Les 4.1 Context aanbrengen Het Achterhuis

Lestijd45 minuten

Woordenschatdoelen:De kinderen maken kennis met de woorden van de woordenlijst. Aan het eind van de les weten ze de betekenis van de woorden.

Zaakvakdoelen:– De kinderen weten wat een museum is en wat de waarde hiervan is. – De kinderen maken kennis met het Achterhuis in Amsterdam.

MaterialenA. PowerPoint over musea.B. http://www.annefrank.org/nl/Subsites/Home/C. http://www.annefrank.org/nl/Subsites/Home/Over-het-huis/D. http://ls1.annefrank.org/nl/Subsites/Home/Virtueel-huis/#/map/E. Woordenlijst voor de leerlingenF. Woordenlijst grootG. Verbinden van woorden met betekenissen.

Laat de PowerPoint over musea zien en spreek met de leerlingen over musea. Vraag of kinderen graag naar een museum gaan of niet. Praat over de waarde van een museum.

Laat de filmpjes en 3D-voorstelling van het Anne Frank Huis zien. Geef de leerlingen de opdracht om tijdens het kijken en luisteren alert te zijn op de woorden van de woordenlijst. Op die manier worden de woorden voorbewerkt. Geef de opdracht om de woorden die ze horen aan te strepen. Licht de woorden die nog niet aan bod geweest zijn toe.

Geef opdracht om de woorden van de woordenlijst te verbinden met de juiste betekenis.

Tips/aanvullingen

15 min

A

20 min

B, C, D, E, F

5 min

G

Voor

Tijdens

Na

Page 76: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

76

Anne Frank – les 4.1 – G.Verbinden van woorden met betekenissen

Achterhuis Zo zag het eruit toen het werd gebouwd.

Voorhuis Boosheid van een groep mensen

De oorspronkelijke staat Meervoud van museum

De publieke verontwaardiging De kast waarachter de onderduikplaats van de familie Frank was

Voorzieningen Herenhuis, gebouwd aan een gracht

Musea Een huis achter een ander huis

De draaikast Gebouw waar waardevolle spullen worden bewaard

Museum Je hebt er iets van gehoord

Iets horen vallen Het voorste deel van een huis

Grachtenpand Hulpmiddelen voor mensen met een handicap

Iets onder de loep nemen Oorspronkelijk

Origineel Iets met kennis van zaken maken

Vakkundig restaureren Iets heel goed bekijken

Page 77: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.4 Het Achterhuis – 77

Les 4.2 Tekst behandelen Het Achterhuis

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen begrijpen de woorden in de context van de tekst. Ze kunnen de woorden duidelijk maken door middel van het uitbeelden van een woord.

Begrijpend leesdoelenDe kinderen lezen de tekst met begrip en ze zijn in staat om voor iedere alinea een subtitel te kiezen die de inhoud van het stukje dekt.

TaaldoelenDe kinderen kunnen gekozen titels beargumenteren.

ZaakvakdoelenDe kinderen weten hoe het museum Het Achterhuis is ontstaan.

MaterialenA. Woorden in een doosjeB. Tekst

Legt uit dat de kinderen om de beurt een woord van de woordenlijst mogen uitbeelden. Ze mogen een woord trekken uit het doosje. Als het woord geraden is, leggen ze uit wat de betekenis van het woord is of ze gebruiken het woord in een zin.

Leest de tekst voor en vraagt de kinderen om alert te zijn op woorden die ze nog niet kennen.Vervolgens maakt iedere leerling op een kladblaadje een voorstel voor de subtitels. Vervolgens gaan ze in het groepje overleggen over de gekozen subtitels. Ze beargumenteren waarom de ene titel beter is dan de andere.

Geeft de verschillende groepen de opdracht om te vertellen welke subtitels ze hebben gekozen en geef opdracht om te beargumenteren wat er is gekozen.

Tips/aanvullingen

5 min

A

30 min

B

10 min

Voor

Tijdens

Na

Page 78: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

78

Anne Frank – les 4.2 – A.Woordkaartjes

achterhuis grachtenpand voorhuis

draaikast museum musea

achterhuis Iets horen vallen iets onder de loep nemen

uitsluitend magazijn publieke verontwaardiging

voorzieningen de oorspronkelijke staat origineel

vakkundig restaureren

Page 79: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

79

Anne Frank – Tekst 4

Het Achterhuis.

Het Achterhuis, misschien heb je de naam wel eens horen vallen. Maar weet je eigenlijk wel wat een achterhuis is? In deze tekst zullen we een aantal dingen onder de loep nemen. Allereerst gaan we kijken naar wat een achterhuis eigenlijk is. Daarna gaan we kijken naar Het Achterhuis, ook wel het Anne Frank Huis genoemd.

1. …………………………………… Eigenlijk kun je de naam ‘achterhuis’ letterlijk opvatten: het is een huis achter een ander huis. Een uitbreiding of aanbouw, zou je kunnen zeggen. Een achterhuis is een uitbreiding van een Amsterdams grachtenpand, maar dan wel een heel bijzondere. Wat gebeurde er namelijk: in de zeventiende en achttiende eeuw werd er vaak achter een al bestaand huis, in de achtertuin, nóg een huis gebouwd. Deze aanbouw werd een achterhuis genoemd. Dit achterhuis was via een gang met het voorhuis verbonden. Zo hadden de eigenaren van de panden extra woon− of opslagruimte.

2. …………………………………… Zonder twijfel is het beroemdste achterhuis, het achterhuis aan de Prinsengracht nummer 263. Dit is het achterhuis waarin het gezin Frank een lange tijd heeft ondergedoken. Hieronder zie je een afbeelding van het voor- en achterhuis van de familie Frank: links het voorhuis, met de deur aan de straat en rechts het achterhuis.

Een dwarsdoorsnede van het voor- en achterhuis van Anne Frank

3. …………………………………… In de eerste jaren nadat Otto Frank het voor- en achterhuis had gekocht, werd het pand uitsluitend gebruikt voor zijn bedrijf Opekta, maar in de loop van het jaar 1942 wordt begonnen aan de inrichting van een schuilplaats op de eerste en tweede verdieping van het Achterhuis. Voor de Joden wordt het steeds moeilijker om een gewoon leven te leiden, want de Duitsers maken hen het leven steeds moeilijker en steeds meer Joden worden gearresteerd en weggevoerd naar kampen. Als Margot op 5 juli 1942 een brief van de nazi’s krijgt dat ze moet gaan werken in Duitsland, besluiten haar ouders onder te gaan duiken. Zo betrekt de familie in juli 1942 het Achterhuis als onderduikadres.

Op 13 juli komt er nog een gezin in het Achterhuis wonen, familie van Pels. In augustus van dat jaar wordt er een draaikast tussen het voorhuis en achterhuis aangebracht. Deze moet de toegang tot de onderduikruimte verbergen.

Achter deze draaikast zit de toegangsdeur naar het achterhuis

Page 80: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

80

Ondertussen wordt de rest van het gebouw gewoon gebruikt voor Opekta. Slechts enkele medewerkers zijn op de hoogte van de aanwezigheid van de onderduikers. Nu moet je weten dat op de begane grond van het achterhuis zich een magazijn bevindt, waar producten voor de bedrijven liggen opgeslagen. De onderduikers in het achterhuis moeten zich daarom overdag muisstil houden om hun aanwezigheid niet te verraden. Even de wc doortrekken kan bijvoorbeeld niet, want dat zou hun aanwezigheid in het achterhuis verraden.

Op 4 augustus 1944 gebeurt waar alle onderduikers bang voor waren: de Duitse politieagent Karl Silberbauer valt met drie Nederlandse helpers het pand binnen na een telefonische tip. De onderduikers zijn verraden en worden gearresteerd. Wie de onderduikers precies verraden heeft, is nooit echt duidelijk geworden. De onderduikers zijn weggevoerd, het dagboek van Anne Frank wordt gered door twee medewerkers van Otto Frank: Bep Voskuijl en Miep Gies.

4. ……………………………………Na de Tweede Wereldoorlog keert Otto Frank als enige overlevende terug naar Amsterdam. Hij zet daar zijn bedrijfje, Opekta, voort. In 1953 trekt hij zich terug uit het bedrijf, een ander neemt het bedrijf over. Deze nieuwe eigenaar besluit het bedrijf te verhuizen naar een andere locatie en het pand dreigt gesloopt te worden. De publieke verontwaardiging is echter zo groot dat de eigenaar besluit het pand te schenken. Op 3 mei 1957 wordt de Anne Frank Stichting opgericht met het doel het pand te herstellen. Na een grote inzamelingsactie kan het pand volledig worden gerestaureerd. Op 3 mei 1960 wordt het Anne Frank Huis als museum geopend. Het museum trekt bijna een miljoen bezoekers per jaar, waarvan de meeste uit het buitenland komen.

5. …………………………………… In het museum komen allerlei museale voorzieningen, zoals een goede in- en uitgang, toiletten, een informatiebalie, educatieve ruimtes, een boekhandel en een café. Het interieur van het voor- en achterhuis wordt weer gemaakt zoals het was in Annes tijd. Het voorhuis is in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Het magazijn van Opekta is weer terug, de vloer is weer van klinkers en ook de muren zijn in de oude

staat teruggebracht. Het kantoor van Otto Frank in het achterhuis heeft nog de originele meubels, zoals de brandkast en de archiefkasten. De plaatjes die Anne op de muren van haar slaapkamer heeft geplakt, zijn vakkundig gerestaureerd en achter glas te zien. Ook de andere vertrekken van het Achterhuis zijn helemaal gerestaureerd. Zo geeft het Anne Frank Huis een goed beeld van de tijd dat Anne en de andere onderduikers er ondergedoken zaten.

6. …………………………………… Het Anne Frank Huis is een druk bezocht museum. Vooral tijdens de vakantieperiode staan er lange rijen bezoekers voor de deur. Sinds het museum in 1960 voor het publiek openging, is de belangstelling voor een bezoek aan het museum bijna onafgebroken gegroeid. Waren er in de eerste jaren nog ‘slechts’ enkele tienduizenden bezoekers per jaar, tegenwoordig zijn het er een miljoen.

Anne in haar Dagboek:‘Het achterhuis is als schuilplaats ideaal, hoewel vochtig en scheefgetrokken, zal men in heel Amsterdam, ja in heel Holland misschien, voor schuilers niet meer zoiets gerieflijks ingericht hebben.’

Page 81: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

H.4 Het Achterhuis – 81

Les 4.3 Tekst verwerken Het Achterhuis

Lestijd45 minuten

WoordenschatdoelenDe kinderen passen de geleerde woorden toe.

Begrijpend leesdoelenDe kinderen begrijpen de informatie over de Anne Frankboom.

TaaldoelenDe kinderen kunnen een pakkende spreuk of wens schrijven.

Zaakvakdoelen– De kinderen kennen het maatschappelijk belang van het Anne Frank Huis.– De kinderen weten dat de kastanjeboom voor het Achterhuis van groot belang was voor Anne. Ze

weten ook dat hij is omgevallen en dat hij tot op de dag van vandaag een belangrijke rol speelt.

MaterialenA. Woordenlijst grootB. Woordenlijst leerlingenC. Dagboekfragmenten over de Anne Frankboom D. Blad met Informatie over de Anne FrankboomE. PowerPoint met illustraties bij de Anne FrankboomF. Opdrachtkaart ‘Blaadje schrijven’G. Groen papier voor bladerenH. ‘Boom’ van papier (zelf maken)

Lees de dagboekfragmenten voor die over de Anne Frankboom gaan. Praat met de kinderen door over de waarde van de boom voor Anne.

Lees met de kinderen de informatie over de Anne Frankboom en maak hierbij gebruik van de PowerPoint waarin de plaatjes in kleur zijn opgenomen.

Leg uit dat er op de website van het Anne Frank Huis de mogelijkheid is om een spreuk of wens te schrijven op een virtueel blaadje van een kastanje blad. Deel de opdrachtbladen uit en geef aan alle kinderen een groen papier waaruit ze zelf een blad kunnen knippen. Geef aan de kinderen de opdracht om op het zelf geknipte blad een tekst te schrijven. Laat de blaadjes voorlezen en ophangen aan een ‘boom’ in de groep.

Tips/aanvullingen

10 min

C

20 min

C

10 min

F, G

Voor

Tijdens

Na

Page 82: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

82

De Anne Frankboom

Op 23 augustus 2010, rond 13.30 uur, ging de kastanjeboom waar Anne Frank in haar dagboek over schreef samen met de stalen steunconstructie, om.

In de ruim twee jaar dat Anne Frank in het Achterhuis zat ondergedoken (6 juli 1942 - 4 augustus 1944) begon de natuur en haar verlangen naar vrijheid een steeds grotere rol te spelen. Vanuit het niet geblindeerde zolderraam kon Anne de lucht, de vogels en de kastanjeboom zien. In haar dagboek schrijft ze drie keer over de boom, de laatste keer op 13 mei 1944: “Onze kastanjeboom staat van onder tot boven in volle bloei, hij is vol met bladeren en veel mooier dan verleden jaar.”

De ruim 170 jaar oude kastanjeboom (een witte paardenkastanje) stond in de binnentuin van perceel Keizersgracht 188 en is een van de oudste kastanjebomen in Amsterdam. Toen in 2005 bekend werd dat de kastanjeboom ernstig ziek was, heeft de Anne Frank Stichting, met toestemming van de eigenaar, kastanjes laten rapen en opkweken om te kunnen schenken aan onder andere Anne Frank Scholen. Inmiddels hebben veel Anne Frank Scholen in heel Europa een boompje, evenals andere organisaties en plaatsen wereldwijd. In 2009 zijn 150 nazaten van de boom aan het Amsterdamse Bos geschonken.

VerzorgingDe kastanjeboom is jarenlang verzorgd door Pius Floris Boomverzorging Amsterdam, in opdracht van de gemeente Amsterdam. De nazaten zijn opgekweekt en verzorgd door Bonte Hoek kwekerijen. Sinds 2008 wordt de kastanjeboom beheerd door de stichting Support Anne Frank Tree.

SteunconstructieIntensief overleg tussen stadsdeel Centrum, bewoners, de Bomenstichting, de Anne Frank Stichting en de eigenaar heeft geleid tot overeenstemming over het behoud van de kastanjeboom. In april 2008 heeft de boom een bokconstructie gekregen en is de kroon verankerd. Daarmee zou de kastanjeboom minimaal 5 tot 15 jaar kunnen blijven staan. De stichting Support Anne Frank Tree was verantwoordelijk voor uitvoering van deze maatregelen.

Op 23 augustus rond 13.30 uur ging tijdens een harde windstoot de boom, samen met de stalen steunconstructie, om. De boom is ongeveer een

meter boven de grond compleet afgebroken. Gelukkig is niemand gewond geraakt.Donderdag 26 en vrijdag 27 augustus werd de omgewaaide kastanjeboom in stukken gezaagd en afgevoerd. De Anne Frank Stichting is niet de

Anne Frank – les 4.3 – D.Blad met informatie over de Anne Frankboom

Page 83: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

83

eigenaar van de kastanjeboom en heeft dan ook geen zeggenschap over wat er met de boom gebeurt, hier gaat de stichting Support Anne Frank Tree over www.

support-annefranktree.nl/. Wat er op de plek van de Anne Frankboom gaat komen, is nog niet bekend. De boom stond in de tuin van een particulier en het is aan hem om te beslissen wat hij er neer wil zetten.

De dagboekfragmentjes:

23 februari 1944 Wij keken alle twee naar de blauwe hemel, de kale kastanjeboom aan wiens takken kleine druppeltjes schitterden, naar de meeuwen en de andere vogels die in hun scheervlucht wel van zilver leken. Dat alles ontroerde en pakte ons alle twee zo, dat we niet meer konden spreken.

18 april 1944 April is inderdaad schitterend, niet te warm en niet te koud met zo nu en dan een regenbuitje. Onze kastanje is al tamelijk groen, hier en daar zie je zelfs al kleine kaarsjes.

13 mei 1944 Onze kastanjeboom staat van onder tot boven in volle bloei, hij is vol met bladeren en veel mooier dan verleden jaar.

Page 84: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

84

Anne Frank – les 4.3 – F.Opdrachtkaart blaadje schrijven

Opdrachtblad

Op de website van het Anne Frank Huis, kun je een blaadje achterlaten voor Annes boom.Als je dit doet, kies je uit een van de volgende thema’s:

Vrijheid

Betekenis

Menselijkheid

Geluk

Moed

Geven

Goedheid

Kies een van deze thema’s en schrijf een blaadje voor de boom. Alle bladeren van de klas worden verzameld aan de boom in jullie klas.

Page 85: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

85

Anne Frank – les 4.3 – C.Opdrachtkaart tv programma

Opdrachtkaart TV programma

Binnenkort komt er op TV. een programma over het Achterhuis. De bedoeling van dit programma is dat aan kinderen informatie wordt gegeven over het Achterhuis.

Welke informatie moet er in ieder geval in het programma zitten?– Wat is het Achterhuis– Waarom is het leuk om een bezoek te brengen aan het Achterhuis.– Waarom is het goed om een bezoek te brengen aan het Achterhuis.

Wat moet je doen?Maak zelf het TV programma en denk na hoe je het best de informatie aan de kinderen kunt doorgeven. Wie komen er aan het woord? Wat zegt wie? En wat je er zelf nog bij verzint.

Page 86: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

86

Page 87: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

87

5. Toetsing

Page 88: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

88

Leerblad ‘Anne Frank’ Toets A – H.1 & 2

Vragen bij tekst 1: Het dagboek.

1. Waar is Anne Frank geboren? In de Duitse stad Frankfurt am Main.

2. Wanneer is Anne geboren? Op 12 juni 1929

3. Wie zijn haar ouders? Otto en Edith Frank.

4. Hoe heet haar oudere zus? Margot

5. Waarom emigreert het gezin naar Amsterdam? Omdat het gezin Joods is voelt het zich niet meer veilig toen Adolf Hitler met zijn Nazipartij aan de macht kwam.

6. Waarom voelden ze zich niet meer veilig? Omdat de nazi’s de Joden haatten. Zij werden gezien als de oorzaak van de economische crisis in Duitsland.

7. Hoe ziet hun nieuwe bestaan in Amsterdam eruit? Otto Frank begint een handel in Opekta (een middel om zelf jam mee te maken). Dit doet hij in een huis in Amsterdam. In deze wijk wonen veel Joden.

8. Wanneer verandert de situatie? Als op 15 mei 1940 generaal Winkelman de capitulatie tekent. (Dit betekent dat Nederland zich overgegeven heeft aan Duitsland.)

9. Waaraan merk je dat de Duitsers het voor het zeggen hebben in Nederland?

De nazi’s verbieden steeds meer dingen voor de Joden.Sommige parken en winkels zijn verboden voor Joden. Ze mogen niet meer met de tram reizen.

10. Wanneer krijgt Anne haar dagboek? Op haar 13e verjaardag.

11. Wanneer duikt het gezin onder? Als Margot op 5 juli 1942 een brief krijgt waarin staat dat ze in Duitsland moet gaan werken.

12. Waar duiken ze onder? In het kantoor van vader Frank aan de Prinsengracht in Amsterdam. Ze gaan wonen in het achterhuis.

13. Wat weet je over het dagboek van Anne? Toen Anne ondergedoken zat schreef ze in het dagboek brieven aan Kitty. Ze beschouwde haar dagboek als het ware als haar vriendin.

14. Hoe komt het dat haar dagboek verhalen niet af zijn?

Op 4 augustus 1944 wordt ze opgepakt en meegenomen. Ze krijgt niet de kans om haar dagboek mee te nemen.

Page 89: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

89

Vragen bij tekst 2: Jodenvervolging en concentratiekampen.

1. Hoe is de situatie in Duitsland na de eerste wereldoorlog?

Er was een economische crisis. Hierdoor was er veel werkloosheid, armoede en honger.

2. Wat gebeurt er in deze situatie? Adolf Hitler komt aan de macht als de leider van de Nationaal Socialistische partij.Zij beloven dat Duitsland weer een machtig land zal worden.

3. Hoe kijken de Nazi’s aan tegen de mensen in Duitsland?

Ze maken onderscheid tussen Untermenschen en Übermenschen. De Übermenschen waren de beste mensen. In Duitsland waren dit blonde Duitsers. Ze noemden hen ook wel Ariërs.Untermenschen waren mensen die niet veel waard waren. Bij deze groep hoorden de Joden, mensen met een handicap, homoseksuelen en Zigeuners.

4. Wat wilde Hitler bereiken? Hij wilde de Untermenschen uitroeien.

5. Wat betekent het woord “Holocaust”? Het vernietigen van de Joden.

6. Wat gebeurde er met Joden die werden opgepakt?

Ze werden naar concentratiekampen gestuurd. Vaak werden ze doorgestuurd naar vernietigingskampen, met de bedoeling dat ze daar zouden worden omgebracht.

Page 90: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

90

Leerblad ‘Anne Frank’ Toets B – H.3 & 4

Vragen bij tekst 3: Racisme.

1. Wat betekent het woord racisme? Dat is het minachten van een ander mensenras. Hierdoor ziet het ene ras zichzelf als waardevoller dan het andere ras.

2. Een bekend voorbeeld van racisme is antisemitisme. Wat betekent dit?

Letterlijk betekent dit “ tegen Joden”.

3. Geef eens voorbeelden van antisemitisme. Het haten van de Joden komt al eeuwen voor. In het Bijbelboek Esther wil de koning de Joden al uitroeien. De Joden werden in de Middeleeuwen vaak beschuldigd als er een ziekte uitbrak.In de tweede Wereldoorlog worden miljoenen Joden gedood.

4. Een andere vorm van racisme is de slavernij. Leg dit eens uit.

Toen er aan het eind van de 17e eeuw te weinig arbeiders waren op de plantages in de Verenigde Staten werden er ‘zwarten’ als slaaf verkocht.De zwarte mensen werden als minderwaardig gezien.

5. Vertel eens iets over de apartheid in Zuid-Afrika?

In Zuid-Afrika zijn er wetten die ervoor zorgden dat blanken en zwarten in aparte wijken leefden. De blanken hadden het veel beter dan de zwarten. De goede banen, de mooie huizen en de beste scholen waren voor de blanken.

6. Wat gebeurde er op 21 maart 1960 in Sharpeville?

In deze Zuid-Afrikaanse stad wordt door veel zwarten geprotesteerd tegen het racisme. Bij deze demonstratie vallen veel doden.

7. Waarom is 21 maart een bijzondere datum geworden?

Op die datum wordt ieder jaar in de hele wereld de Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie gehouden.

Page 91: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

91

Vragen bij tekst 4: Het achterhuis.

1. Wat is een achterhuis? In de 17e en 18e eeuw werd er in Amsterdam achter een grachtenpand in de achtertuin vaak nog een huis gebouwd. Door een gang was zo’n huis verbonden met het voorhuis.

2. Waar staat het beroemdste Achterhuis? Aan de Prinsengracht 263 in Amsterdam.

3. Waarvoor werd het huis eerst gebruikt? Otto Frank gebruikte het huis voor zijn bedrijf Opekta.

4. Sinds wanneer werd het huis een schuilplaats? In de loop van 1942 werd er een schuilplaats gemaakt op de eerste en tweede verdieping van het achterhuis.

5. Waarom is dit huis zo bijzonder? In dit huis zat de familie Frank ondergedoken.

6. Hoe zorgden ze ervoor dat het achterhuis verborgen bleef?

Er werd een draaikast gemaakt tussen het voor en het achterhuis.

7. Vertel eens wat over het leven in het achterhuis. De familie Frank woont hier samen met nog andere onderduikers. Op de begane grond in het achterhuis is een magazijn wat bij het bedrijf hoort. In het voorhuis wordt er gewoon gewerkt. De onderduikers moesten overdag dus heel erg stil zijn. Anders zouden ze zichzelf verraden. Ze konden bijvoorbeeld de wc nog niet doortrekken.

8. Wat gebeurt er op 4 augustus 1944? Een Duitse politieagent vals met drie Nederlandse helpers het pand binnen. Ze worden gearresteerd en weggevoerd.

9. Wat gebeurt er na de tweede wereldoorlog? Alleen vader Otto heeft de oorlog overleefd. Hij keert terug naar Amsterdam. Later verkoopt hij het bedrijf.Op 3 mei 1957 wordt de Anne Frank Stichting opgericht.

10. Wat is het doel van de Anne Frank Stichting? Ze willen het Achterhuis restaureren. In 1960 wordt het Anne Frank huis als museum geopend.

Page 92: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

92

Toets A ‘Anne Frank’ H.1 & 2 – Deel 1

Naam: .................................................... Cijfer:

1. Het woord capitulatie betekent………. 0 het land van de vijand bezetten. 0 je verzetten tegen de vijand. 0 je overgeven aan de vijand. 0 je verstoppen voor de vijand.

2. De familie Frank ………………………. van Duitsland naar Amsterdam.

0 exporteerde 0 emigreerde 0 immigreerde 0 importeerde

3. Een zondebok is ………. 0 iemand die veel zonde gedaan heeft. 0 een opstandig dier. 0 iemand die vrijgesproken wordt. 0 iemand die overal de schuld van krijgt.

4. Een voorbeeld van Übermenschen zijn 0 Joden 0 Ariërs 0 Zigeuners 0 Aziaten

5. In februari 1941 werd in Nederland de eerste razzia gehouden.

0 Jacht op een groep mensen. 0 Bespreking met Joden. 0 Oproep om onder te duiken. 0 Oproep om je te registreren.

6. Het gepland vernietigen van de Joden noemen we ………………….

0 antisemitisme 0 slavernij 0 racisme 0 de Holocaust

7. Dit verhaal is erg humoristisch. 0 verdrietig 0 grappig 0 ontroerend 0 fantastisch

8. Otto Frank wordt door zijn zwager geholpen 0 neef 0 oom 0 man van zijn zus 0 vader van zijn zus

9. De Joden waren verplicht zich te laten registreren.

0 zich te laten zien. 0 hun naam op een lijst te laten schrijven. 0 zich te verstoppen 0 om binnen te blijven.

10. In concentratiekampen stierven veel mensen door ………………………………..

0 uitputting 0 minderwaardigheid 0 discriminatie 0 geruchten

Page 93: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

93

Toets A ‘Anne Frank’ H.1 & 2 – Deel 2

Naam: .................................................... Cijfer:

1. Wanneer is Anne Frank geboren? 0 Op 12 juni 1814 0 Op 24 augustus 1906 0 Op 12 juni 1929 0 Op 24 augustus 1937

2. Welke zinnen zijn waar? 0 De ouders van Anne zijn Otto en Edith Frank. 0 Anne is geboren in de Duitse stad Frankfurt am

Main. 0 Margot is de oudere zus van Anne. 0 Anne verhuist naar Nederland als ze 13 jaar is.

3. Waarom verhuist het gezin van Anne Frank naar Amsterdam?

0 Vader Frank wil hier graag een bedrijf beginnen. 0 Omdat het in Duitsland verboden is om als Jood

een bedrijf te beginnen. 0 Omdat Nederlands de moedertaal was van de

familie Frank. 0 Omdat het Joodse gezin zich niet meer veilig voelt

in Duitsland.

4. Wanneer is de familie Frank ook in Nederland niet meer veilig is?

0 Als Anne naar school gaat. 0 Als Hitler in 1933 aan de macht komt. 0 Als generaal Winkelman de capitulatie tekent. 0 Als het bedrijf overvallen wordt.

5. Welke zinnen zijn waar?A. Op 10 mei 1940 tekent generaal Winkelman de

capitulatie.B. Na 10 mei 1940 hebben de Duitsers het voor het

zeggen in Nederland.C. De familie Frank duikt in 1940 onder.

0 Alle zinnen zijn waar. 0 Zin b en c zijn waar. 0 Zin a en b zijn waar. 0 Zin a en c zijn waar.

6. Welke zinnen zijn juist? Kleur de rondjes voor die zinnen.

0 Anne krijgt haar dagboek voor haar 13e verjaardag. 0 Anne schreef in dit boek brieven aan Kitty. 0 Anne beschouwt het dagboek als haar vriendin. 0 Als Anne opgepakt wordt neemt ze haar dagboek

mee.

7. In welke zin wordt een goede omschrijving gegeven van Duitsland naar de Eerste Wereldoorlog?

0 Duitsland was een machtig land en had over de hele wereld veel te zeggen.

0 Duitsland was na Amerika het machtigste land ter wereld.

0 Er heerst een economische crisis in Duitsland waardoor er veel werkloosheid en armoede is.

0 Er is wel een economische crisis, maar doordat Hitler aan de macht gekomen is zijn er niet veel werklozen.

8. Adolf Hitler belooft dat Duitsland een machtig land zou worden. Wat is het gevolg hiervan?A. Het land komt in een economische crisis.B. Adolf Hitler wil de Untermenschen uit laten roeien.

0 Alleen zin a is waar. 0 Alleen zin b is waar. 0 Zin a en b zijn allebei waar. 0 Zin a en b zijn allebei niet waar.

9. Bij welk antwoord staan voorbeelden van Untermenschen?

0 Ariërs, joden, homoseksuelen 0 Zigeuners, Ariërs, gehandicapten 0 Zigeuners, Joden, gehandicapten 0 Zigeuners, Duitsers, Joden

10. Wat gebeurde er met Joden die werden opgepakt?

0 Zij werden naar een concentratiekamp gestuurd. 0 Zij kregen een forse bekeuring. 0 Zij werden direct gedood. 0 Zij mochten niet meer reizen met de tram.

Page 94: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

94

Toets B ‘Anne Frank’ H.3 & 4 – Deel 1

Naam: .................................................... Cijfer:

1. Welke woorden zeggen iets over racisme? 0 apartheid, verkroppen en moedertaal 0 apartheid, minachting en haat 0 slavernij, antisemitisme en automatisch 0 antisemitisme, verkroppen en gevolgen

2. Iemand die Joden haat is een ………….. 0 Ariër 0 Antisemiet 0 zondebok 0 deserteur

3. Een zondebok is ………. 0 iemand die veel zonde gedaan heeft. 0 een opstandig dier. 0 iemand die vrijgesproken wordt. 0 iemand die overal de schuld van krijgt.

4. Zigeuners, Joden, homoseksuelen en mensen met een handicap worden door de Nazi’s ……………………………genoemd.

0 Untermenschen 0 Ariërs 0 Übermenschen 0 Antisemieten

5. In ons land zijn verschillende religies. 0 rassen 0 culturen 0 godsdiensten 0 nationaliteiten

6. Wij leven in een multiculturele samenleving. 0 met een economische crisis 0 met veel gebouwen van grote waarde. 0 met mooie musea. 0 met verschillende bevolkingsgroepen

7. Het museum heeft veel waardevolle spullen. 0 Spullen die van iemand anders zijn. 0 Spullen die te koop zijn. 0 Spullen die kostbaar zijn. 0 Spullen die binnenkort opgeruimd worden.

8. De betekenis van het spreekwoord “Iets onder de loep nemen” is:

0 lang ergens naar zoeken. 0 iets vergroten. 0 je hebt een bril nodig. 0 iets nauwkeurig bekijken.

9. Publieke verontwaardiging betekent…….. 0 boosheid van een groep mensen. 0 de mening van een groep mensen. 0 ontevredenheid van de gemeenteraad. 0 een tevreden groep mensen.

10. Het Anne Frankhuis heeft de originele meubels. 0 waardevolle 0 gerestaureerde 0 creatieve 0 oorspronkelijke

Page 95: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

95

Toets B ‘Anne Frank’ H.3 & 4 – Deel 2

Naam: .................................................... Cijfer:

1. Welke zinnen zijn waar? 0 Antisemitisme is een vorm van racisme. 0 Antisemitisme komt in Nederland niet voor. 0 Antisemitisme is ontstaan in de tweede wereld

oorlog. 0 Als gevolg van het antisemitisme worden miljoenen

Joden gedood in de tweede wereldoorlog.

2. Welke zinnen over apartheid zijn waar?A. De apartheid is een vorm van racisme in Amerika. B. Apartheid wil zeggen dat blanken en zwarten apart

(gescheiden) leven.

0 Alle zinnen zijn waar. 0 Zin a is waar. 0 Zin b is waar. 0 Zin a en b zijn allebei niet waar.

3. In welke zin wordt een voorbeeld van Antisemitisme genoemd?

0 Negers uit Afrika worden als slaaf naar Amerika vervoerd.

0 Christenen worden vervolgd in Noord-Korea. 0 Als er in de Middeleeuwen een ziekte uitbrak, dan

was dat de schuld van de Joden. 0 In Israël wonen veel Joden.

4. Welke zinnen over slavernij zijn waar?A. slavernij is een vorm van racisme.B. zwarte mensen werden als minderwaardig gezien.C. aan het eind van de 9e eeuw werden Afrikaanse

slaven aan plantage-eigenaren in de Verenigde Staten gehaald

0 Zin a, b en c zijn waar. 0 Zin a en b zijn waar. 0 Zin a en c zijn waar. 0 Zin b en c zijn waar.

5. In welke Zuid-Afrikaanse stad werd door zwarten geprotesteerd tegen racisme?

0 Kaapstad 0 Pretoria 0 Soweto 0 Sharpeville

6. Op welke dag wordt de Internationale dag tegen racisme en discriminatie gehouden?

0 21 maart 0 5 december 0 4 oktober 0 21 mei

7. Welke zinnen over het achterhuis zijn waar? 0 Het bekendste Achterhuis staat aan de

Prinsengracht 263 in Amsterdam. 0 Het bekendste Achterhuis staat aan de Houtgracht

261 in Amsterdam. 0 Terwijl de familie Frank ondergedoken zit in het

achterhuis, wordt er in het voorhuis gewoon gewerkt.

0 Vanaf juli 1944 wordt het huis gebruikt voor onderduikers.

8. Wat gebeurde er op 4 augustus 1944? 0 De zus van Anne, Margot, krijgt een brief waarin

staat dat ze naar Duitsland moet. 0 Het bedrijf van Otto gaat failliet. 0 De familie Frank duikt onder. 0 Een Duitse politie-agent valt het huis binnen en de

familie Frank wordt gearresteerd.

9. Welke zinnen zijn waar?A. Vader en moeder Frank hebben de oorlog

overleefd.B. Op 3 mei 1957 wordt de Anne Frank Stichting

opgericht.

0 Zin a is waar. 0 Zin b is waar. 0 Zin a en b zijn allebei waar. 0 Zin a en b zijn allebei niet waar.

10. Wat is het doel van de Anne Frank Stichting? 0 De mensen bewust maken van racisme. 0 Het restaureren van het Achterhuis. 0 Het uitgeven van het dagboek van Anne Frank. 0 Het museum voorzien van museale voorzieningen.

Page 96: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

96

Antwoorden toets ‘Anne Frank’ Toets A

Deel 1

1. Het woord capitulatie betekent………. 0 je overgeven aan de vijand.

2. De familie Frank ………………………. van Duitsland naar Amsterdam.

0 emigreerde

3. Een zondebok is ………. 0 iemand die overal de schuld van krijgt.

4. Een voorbeeld van Übermenschen zijn 0 Ariërs

5. In februari 1941 werd in Nederland de eerste razzia gehouden.

0 Jacht op een groep mensen.

6. Het gepland vernietigen van de Joden noemen we ………………….

0 antisemitisme

7. Dit verhaal is erg humoristisch. 0 grappig

8. Otto Frank wordt door zijn zwager geholpen 0 man van zijn zus

9. De Joden waren verplicht zich te laten registreren. 0 hun naam op een lijst te laten schrijven.

10. In concentratiekampen stierven veel mensen door ………………………………..

0 uitputting

Deel 2

1. Wanneer is Anne Frank geboren? 0 Op 12 juni 1929

2. Welke zinnen zijn waar? 0 De ouders van Anne zijn Otto en Edith Frank.

3. Waarom verhuist het gezin van Anne Frank naar Amsterdam?

0 Omdat het Joodse gezin zich niet meer veilig voelt in Duitsland.

4. Wanneer is de familie Frank ook in Nederland niet meer veilig is?

0 Als generaal Winkelman de capitulatie tekent.

5. Welke zinnen zijn waar? 0 Zin a en b zijn waar.

6. Welke zinnen zijn juist? Kleur de rondjes voor die zinnen.

0 Anne beschouwt het dagboek als haar vriendin.

7. In welke zin wordt een goede omschrijving gegeven van Duitsland naar de Eerste Wereldoorlog?

0 Er heerst een economische crisis in Duitsland waardoor er veel werkloosheid en armoede is.

8. Adolf Hitler belooft dat Duitsland een machtig land zou worden. Wat is het gevolg hiervan?

0 Alleen zin b is waar.

9. Bij welk antwoord staan voorbeelden van Untermenschen?

0 Zigeuners, Joden, gehandicapten

10. Wat gebeurde er met Joden die werden opgepakt? 0 Zij werden naar een concentratiekamp gestuurd.

Page 97: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

97

Antwoorden toets ‘Anne Frank’ Toets B

Deel 1

1. Welke woorden zeggen iets over racisme? 0 apartheid, minachting en haat

2. Iemand die Joden haat is een ………….. 0 Antisemiet

3. Een zondebok is ………. 0 iemand die overal de schuld van krijgt.

4. Zigeuners, Joden, homoseksuelen en mensen met een handicap worden door de Nazi’s ……………………………genoemd.

0 Untermenschen

5. In ons land zijn verschillende religies. 0 godsdiensten

6. Wij leven in een multiculturele samenleving. 0 met verschillende bevolkingsgroepen

7. Het museum heeft veel waardevolle spullen. 0 Spullen die kostbaar zijn.

8. De betekenis van het spreekwoord “Iets onder de loep nemen” is:

0 iets nauwkeurig bekijken.

9. Publieke verontwaardiging betekent…….. 0 boosheid van een groep mensen.

10. Het Anne Frankhuis heeft de originele meubels. 0 oorspronkelijke

Deel 2

1. Welke zinnen zijn waar? 0 Antisemitisme is een vorm van racisme. 0 Als gevolg van het antisemitisme worden

miljoenen Joden gedood in de tweede wereldoorlog.

2. Welke zinnen over apartheid zijn waar? 0 Zin b is waar.

3. In welke zin wordt een voorbeeld van Antisemitisme genoemd?

0 Als er in de Middeleeuwen een ziekte uitbrak, dan was dat de schuld van de Joden.

4. Welke zinnen over slavernij zijn waar? 0 Zin a en b zijn waar.

5. In welke Zuid-Afrikaanse stad werd door zwarten geprotesteerd tegen racisme?

0 Sharpeville

6. Op welke dag wordt de Internationale dag tegen racisme en discriminatie gehouden?

0 21 maart

7. Welke zinnen over het achterhuis zijn waar? 0 Het bekendste Achterhuis staat aan de

Prinsengracht 263 in Amsterdam. 0 Terwijl de familie Frank ondergedoken zit in het

achterhuis, wordt er in het voorhuis gewoon gewerkt.

8. Wat gebeurde er op 4 augustus 1944? 0 Een Duitse politie-agent valt het huis binnen en

de familie Frank wordt gearresteerd.

9. Welke zinnen zijn waar? 0 Zin b is waar.

10 Wat is het doel van de Anne Frank Stichting? 0 Het restaureren van het Achterhuis.

Page 98: Groep 8 - Schatgraven op School · 2015. 3. 18. · 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Anne Frank, haar dagboek 7 Les 1.1 Context aanbrengen 12 Les 1.2 Tekst behandelen 16 Les 1.3 Tekst

Colofon© 2015 | Schatgraven, Bleskensgraaf

Deze handleiding is bestemd voor gebruikers van 'Schatgraven'. Lessenpakket Schatgraven is ontwikkeld door SmdB Bleskensgraaf. Alle rechten voorbehouden.

8-3_Anne Frank_D | Laatste wijziging: 23 januari 2015, 14:31 | ontwerp: Doordacht.nu