125
Aanspreking: de stereotiepe formulering van het begin van een Latijnse brief ziet er altijd uit als volgt: - in de nominativus staat de naam van de briefschrijver - gevolgd door de naam van de geadresseerde in de dativus. Vaak wordt die naam nog gevolgd door suo, wat wijst op de vertrouwelijke omgang die beide mannen (meestal) met elkaar hadden (de weergave kan luiden "mijn beste"). - tot slot eindigt de aanspreking met de afkorting s.d., wat staat voor salutem dicit / dat: groet, begroet Het is duidelijk dat wij in een vlotte vertaling deze formulering niet letterlijk kunnen overnemen, maar moeten aanpassen aan ons moderne taalgebruik, een voorbeeld: "Mijn beste Caninius," of: "Mijn goede vriend Caninius,"

Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    2

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Aanspreking: de stereotiepe formulering van het begin van een Latijnse brief ziet er altijd uit als volgt:

- in de nominativus staat de naam van de briefschrijver

- gevolgd door de naam van de geadresseerde in de dativus. Vaak wordt die naam nog

gevolgd door suo, wat wijst op de vertrouwelijke omgang die beide mannen (meestal)

met elkaar hadden (de weergave kan luiden "mijn beste").

- tot slot eindigt de aanspreking met de afkorting s.d., wat staat voor salutem dicit / dat:

groet, begroet

Het is duidelijk dat wij in een vlotte vertaling deze formulering niet letterlijk kunnen overnemen, maar moeten aanpassen aan ons moderne taalgebruik, een voorbeeld:

"Mijn beste Caninius," of: "Mijn goede vriend Caninius,"

Page 2: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Uit: Duurzamer dan Brons blz. 282-285, Amsterdam 1991

Inleiding epistolografie – Inleiding Plinius

DE BRIEF IN DE GRIEKSE OUDHEID Al in de teksten van Homerus (5e eeuw v. Chr.) en Herodotus (5e eeuw v. Chr.) is er sprake van brieven. Van alle brieven die in de Griekse oudheid zijn geschreven, is maar een zeer klein deel bewaard gebleven. Alleen als de brief afkomstig was van een beroemd of historisch belangrijk persoon, werd hij bewaard en soms gepubliceerd:

1. Politieke brieven. De Atheense filosoof Plato (427-347 v. Chr.) kreeg de kans op Sicilië zijn ideeën omtrent de beste staatsvorm in praktijk te brengen. De onderneming mislukte. In brieven rechtvaardigde hij zich tegenover zijn opdrachtgevers voor de politieke opzet. De politieke brief werd ook gebruikt als een soort 'open brief', met adviezen aan leidende politici. De invloedrijke Atheense redenaar Isocrates (436-338) richtte zich in dergelijke brieven tot de vorsten van zijn tijd.

2. Filosofisch-wetenschappelijke brieven. In de filosofenscholen van de 5e en 4e eeuw v. Chr. ontstond de gewoonte dat de leider van de school door middel van brieven in contact bleef met zijn volgelingen die 'in het buitenland' verbleven. Plato schreef als leider van de Akademie dergelijke brieven. Van Epicurus (342-271 v. Chr.) zijn drie lange 'leerbrieven' bewaard gebleven. In de retorenscholen van de Hellenistische tijd werd professioneel aandacht geschonken aan het schrijven van brieven. De retorenscholen waren wat wij universiteiten zouden noemen, met als voornaamste vak retorica. De bestudering van de regels en toepassingsmogelijkheden van de retorica ging vergezeld van talrijke oefeningen. Tot de oefenstof behoorde ook de brief. De studenten schreven brieven uit naam van politieke figuren (zoals Alexander de Grote) of liefdesbrieven uit naam van legendarische helden en heldinnen. Soms heeft de wetenschap er moeite mee een overgeleverde brief op naam van een bekend persoon (Plato bijvoorbeeld) als echt aan te merken of als een oefening uit Hellenistische tijd. In de 1e eeuw v. Chr. (of de 1e eeuw n. Chr., dat is niet met zekerheid te zeggen) mondde de Griekse retorische traditie van het brieven schrijven uit in een tractaat van een verder onbekende auteur, Demetrius. In zijn verhandeling Over de stijl wijdde hij ook aandacht aan de brief. Hij onderscheidde liefst 21 soorten brieven en gaf van elk voorbeelden. 'De brief', aldus Demetrius, 'geeft een beeld van je persoonlijkheid. In een brief ben je als het ware in gesprek met de ander. Je moet dan ook gewone taal hanteren, als in een gewone conversatie. Je hebt het over simpele dingen in simpele bewoordingen'.

CORRESPONDENTIE IN HET ROMEINSE RIJK In de Romeinse wereld was het aanvankelijk niet anders dan in het oude Griekenland. Er werden brieven geschreven en als ze afkomstig waren van bekende personen, werden ze bewaard en soms gepubliceerd. Historisch voorbeeld hiervan is de brief die moeder Cornelia schreef aan haar zoon Gaius Gracchus, de volkstribuun van 123 en 122 v. Chr.; in emotionele bewoordingen probeerde zij hem ertoe te bewegen met zijn politieke activiteiten op te houden. In de 1e eeuw v. Chr. hebben twee ontwikkelingen ertoe bijgedragen dat de brief een belangrijke plaats kreeg in het dagelijks leven van de (leidende) Romeinen. In de politieke machtsstrijd van die tijd fungeerde de brief als 'politiek pamflet'. Politici rechtvaardigden zich in hun privé-correspondentie voor hun daden. Voorbeeld hiervan zijn de brieven van M. Tullius Cicero, waarin hij zich verdedigde voor zijn consulaat van 63. Anderen gaven goede raad aan leidende politici. Aan de latere geschiedschrijver Sallustius worden twee van dergelijke 'open brieven' toegeschreven, waarin hij (in 49) Caesar suggesties aan de hand deed voor sociale en politieke hervormingen. Verder kreeg de brief in het steeds groter wordende rijk een steeds belangrijker functie als communicatiemiddel. De brief werd het transportmiddel bij uitstek voor alle officiële richtlijnen en orders, nodig voor het bestuur van Italië en de provincies.

BRIEVEN IN DE LATIJNSE LITERATUUR Van M. Tullius Cicero (106-43 v. Chr.), groot politicus en redenaar, zijn ruim 900 brieven bewaard gebleven. Met zijn brieven had Cicero geen literaire pretentie. Ze zijn direct, openhartig en op conversatietoon geschreven, soms zelfs in telegramstijl. De brieven van Cicero geven een goed inzicht in de grote en kleine zorgen van een actief politicus in een woelige tijd. Aan het eind van zijn leven speelde Cicero met de gedachte een deel van zijn brieven voor publicatie te bewerken. Het kwam er niet van. Cicero werd in 43 wreed vermoord. Zijn secretaris Tiro wilde de herinnering aan zijn meester levend houden. Daartoe schreef hij een biografie van Cicero en hij begon de te brieven verzamelen die Cicero in de loop der jaren aan zijn familieleden en aan belangrijke Romeinen had geschreven. Kopieën van Cicero zelf en teruggevraagde exemplaren legden de basis voor de publicatie. Tussen 43 en 23 v. Chr. gaf Tiro de brieven uit; in de 5e eeuw n. Chr. werden ze in 16 boeken gebundeld, onder de titel Ad Familiares.

Page 3: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Ca. 60 n. Chr., een eeuw na de dood van Cicero, werd een tweede bundel gepubliceerd: 16 boeken Ad Atticum. Deze verzameling brieven bevatte de correspondentie die Cicero met zijn vriend, de bankier en uitgever T. Pomponius Atticus, had gevoerd. Na de dood van Atticus in 32 v. Chr. hadden diens nabestaanden de publicatie van deze privé-correspondentie lang tegengehouden. Wat de aanleiding tot de (late) publicatie was, is niet bekend. De dichter Q. Horatius Flaccus (65-8 v. Chr.) verkeerde na zijn terugkeer in Italië in Epicureïsche kringen, bevriend als hij raakte met Octavianus' naaste medewerker Maecenas en met de dichter Vergilius. Toen Horatius de veertig gepasseerd was en zijn leven overzag, wilde hij als een wijze leermeester zijn levenslessen doorgeven. In 20 v. Chr. publiceerde Horatius de Epistulae, literaire brieven in dichtvorm, met bespiegelingen over het leven en met onder andere ook een 'wetenschappelijk essay' over de stand van zaken in de Latijnse letteren. De dichter P. Ovidius Naso (43 v. Chr.-18 n. Chr.) was de grootmeester van de literaire fictie. Maar al te graag wendde hij zich tot het genre van de gefingeerde liefdesbrieven. Ca. 1 v. Chr. publiceerde hij de Heroides, literaire brieven in dichtvorm van legendarische en mythische vrouwen die allen één ding gemeen hebben: een wanhopige liefde. Aan het eind van zijn leven wekte Ovidius een nieuw genre tot leven: de brief in ballingschap geschreven. In 8 n. Chr. werd, volgens de traditie, Ovidius door keizer Augustus verbannen naar Tomi, het huidige Constanza aan de Zwarte Zee (Roemenië). Vanuit zijn verre ballingsoord schreef Ovidius brieven vol treurigheid: Tristia en Epistulae ex Ponto.De Stoïsche filosoof-politicus Seneca (ca. 5 v. Chr.-65 n. Chr.) gebruikte de briefvorm (in proza) voor zijn moralistische adviezen. Aan het eind van zijn leven (in 63, dus zo'n drie jaar na de publicatie van Cicero's brieven Ad Atticum) publiceerde Seneca de Epistulae Morales, die waarschijnlijk meteen al voor een groter publiek bestemd waren. De briefvorm maakte het Seneca mogelijk gevarieerde gedachten in een beknopte en levendige vorm uit te werken. Als leerling en adressaat in deze schriftelijke 'cursus Stoa' fungeerde de jeugdige Lucilius. PLINIUS

C. Plinius Caecilius Secundus (61 of 62 - kort vóór 114 n. Chr.) was een gevierd redenaar en een geslaagd politicus. Hij streefde niet alleen naar politieke successen en maatschappelijke waardigheid; bovenal wilde hij literaire roem. Op veertienjarige leeftijd schreef hij een tragedie, hij schreef gedichten en publiceerde redevoeringen. Na een rijke politieke carrière bundelde hij tenslotte de brieven die hij in de periode 97 tot 108 aan vrienden en bekenden had geschreven. Voordat de brieven - die aanvankelijk voor één persoon bestemd waren geweest - voor een breder publiek gepubliceerd werden, zorgde Plinius voor een zorgvuldige compositie en fraaie formuleringen. Groot literair voorbeeld voor Plinius waren de brieven van Cicero, rijke tijdsdocumenten van een illuster man. Plinius betreurde het dat hij zich in zijn onderwerpen niet kon meten met Cicero, die deel had uitgemaakt van historische ontwikkelingen. 'Wij leven niet in dezelfde tijd als Cicero', verzuchtte Plinius. 'Hij had een enorm talent en een grote variëteit aan onderwerpen ter beschikking. Ik hoef je niet te vertellen binnen welke enge grenzen ik me moet bewegen', aldus Plinius aan zijn vriend Sabinus. 'Ik kan alleen maar stijloefeningen schrijven en brieven uit de luwte van het politieke leven'. Zoals Plinius al aangeeft ('stijloefeningen'), vormen zijn brieven een typisch product van de universitaire cultuur van die tijd. Plinius' brieven zijn essays in briefvorm, waarvoor de basis werd gelegd in de lessen aan de retorenscholen. Daar leerden de studenten onder meer in het kader van de uitweiding (digressio) afgebakende thema's op een amusante manier te behandelen, om enige ontspanning te brengen in het strenge betoog van de redevoering. In de brieven van Plinius vinden we de geschikte onderwerpen voor dergelijke 'excursen' terug: anekdotes, behandeling van personen en gebeurtenissen, en beschrijvingen van bouwwerken en streken. Voordat Plinius zijn privé-correspondentie (bijna 250 brieven in negen boeken) publiceerde, zorgde hij voor een laatste redactie. Zoals het bij literaire brieven past, werden de antwoorden niet opgenomen - zo die er al geweest zijn.

Het leven van Plinius P. Caecilius Secundus werd geboren in Comum, in het Noorden van Italië. Hij was de zoon van een rijke grootgrondbezitter, L. Caecilius Cilo, die stierf toen de kleine Caecilius nog heel jong was. Na de dood van vader namen moeder en zoon hun intrek bij een oom, C. Plinius Secundus, die tijdens de onzekere jaren van Nero's bewind Rome had verruild voor het rustige Comum. Daar wijdde hij zich geheel aan studie en aan wetenschappelijk werk. Na de dood van Nero in 68 keerde de familie terug naar Rome, waar oom een vooraanstaande rol ging spelen in het bestuur van het rijk. Zo was hij in 79 vlootcommandant van het vlootstation in Misenum (bij Napels), toen zich de historische uitbarsting van de Vesuvius voordeed. Zijn zuster en haar toen zeventienjarige zoon maakten van nabij mee, hoe oom Plinius een hulpactie op touw zette en daarbij om het leven kwam. Bij testamentaire beschikking werd neef Plinius geadopteerd en hij werd naar zijn overleden oom genoemd: C. Plinius Caecilius Secundus. Later werd oom ook aangeduid als Plinius Maior, ter onderscheiding van zijn neef Plinius Minor. Overigens kreeg Plinius (Minor) niet alleen de náám van zijn oom; ook diens bezittingen werden zijn deel. Met het vermogen van zijn vader en dat van zijn oom, was Plinius op jeugdige leeftijd al zeer rijk. Zoals gebruikelijk in de hoogste kringen, kreeg Plinius een veelzijdige opvoeding. In Rome bezocht hij een (Griekse) retorenschool, hij volgde de lessen van Stoïsche filosofen en hij werd student van Quintilianus, de beste leraar in de retorica die Rome in die dagen had.

Page 4: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius als redenaar

Op achttien- à negentienjarige leeftijd kwam Plinius terecht in de juridische wereld. Lang werkte hij voor de speciale rechtbank van de centumviri, eerst als advocaat, later als rechter. De centumviri vormden een rechtbank van (ruim) honderd leden, die zich vooral bezighield met erfenissen en eigendomskwesties. De processen waren voor publiek toegankelijk, zodat Plinius' vaardigheden op retorisch gebied niet onopgemerkt bleven. Hij werd bekend en beroemd in de stad. Met trots vertelt Plinius in één van zijn brieven, hoe hij zeven uur aan één stuk sprak, terwijl een grote menigte aandachtig luisterde; een jongeman wiens kleding in het gedrang gescheurd was, bleef ondanks het mankement al die tijd op zijn moeizaam verworven plaats staan. Plinius' politieke carrière voerde hem langs verschillende officiële functies. Door zijn benoeming tot quaestor werd hij lid van de senaat, waar hij (o.a. bij politieke processen) met evenveel verve zijn redevoeringen hield als bij de rechtbank van de centumviri. Plinius beschouwde zijn redevoeringen niet alleen als juridische of politieke bijdragen aan een debat; hij wilde vooral dat het literaire kunstwerken werden. Na afloop van een proces of een senaatszitting werkte hij zijn rede om en hield dan een voorlezing voor een kleine kring van kenners. Met behulp van hun kritische opmerkingen bracht hij wijzigingen in de tekst aan. Daarna werd de rede voor een groter publiek voorgelezen tijdens een zogeheten recitatio. Na een laatste serie wijzigingen ging Plinius over tot publicatie. Politicus in Rome Plinius behoorde tot de elite van Rome. Hij was puissant rijk en invloedrijk. Met zijn niet aflatende belangstelling voor kunst en (vooral de literaire) cultuur werd hij een echte 'Maecenas'. Hij nam enige minder vermogende dichters onder zijn hoede, zoals de Spaanse Romein Martialis. Martialis wijdde een epigram aan zijn weldoener, de 'welsprekende Plinius'. 'Zijn werk zal het nageslacht op één lijn stellen met dat van de man uit Arpinum, Cicero!'. Als dank voor deze loftuiting ontving Martialis van Plinius een geldbedrag dat hij goed kon gebruiken bij zijn terugkeer naar Spanje. Ook betoonde Plinius zich een behulpzaam vriend voor zijn oude leermeester Quintilianus; hij leverde met genoegen een bijdrage aan de bruidsschat van diens dochter. Voor zijn geboortestad Comum was Plinius een ideale patronus. Hij schonk de stad een openbare bibliotheek, hij liet beelden uit Griekenland halen om ze in Comum te plaatsen en hij deed een forse donatie aan de onderwijsbegroting van de stad om zo de beste leraren aan te kunnen trekken voor de plaatselijke scholen. Plinius als consul In de jaren negentig naderde Plinius de top van zijn politieke carrière. Hij was in de dertig en kennelijk soepel genoeg om onder de gevreesde keizer Domitianus het ambt van praetor te vervullen, een topfunctie in de rechtspraak. Helemaal ongevaarlijk waren Plinius' activiteiten niet, want toen Domitianus in 96 vermoord werd, vond men op zijn bureau een aanklacht tegen Plinius. Dit soort aanklachten leidde doorgaans rechtstreeks tot de dood. In de jaren daarna deed Plinius weer andere bestuurlijke ervaring op. Onder keizer Trajanus, in 100, werd Plinius consul. Bij het aanvaarden van zijn ambt sprak hij een lofrede (Panegyricus) uit op keizer Trajanus, die hij vervolgens op de voor hem gebruikelijke wijze voor publicatie bewerkte; de recitatio nam drie dagen in beslag.Na zijn consulaat bleef Plinius actief in de (stedelijke) politiek. Hij kreeg het toezicht op de Tiber en de riolering van de stad en hij nam de verdediging op zich van twee ex-gouverneurs van de provincie Bithynië in Klein-Azië. De kennis van zaken die hij bij die zaak opdeed en zijn geweldige bestuurlijke ervaring, maakten hem geschikt voor de functie van legatus pro praetore in de provincie Bithynië en Pontus, waarvoor Trajanus hem in 111 uitkoos. Plinius werd gouverneur in het verre gebied. Kort voor 114 stierf hij, nog in Bithynië - of na zijn terugkeer in Rome.

De ambtelijke correspondentie van Plinius De provincie Bithynië stond bekend als een roerige en opstandige provincie. Vanuit zijn verre standplaats schreef Plinius brieven naar zijn directe chef, de keizer van Rome. Per brief werden de keizer plaatselijke problemen voorgelegd en per brief maakte de keizer zijn oordeel en beslissing bekend. Plinius vroeg om advies in allerlei zaken. Opmerkelijk is hoe hij zelfs in weinig belangrijke aangelegenheden niet zonder het advies van zijn keizer wil opereren. Uit de antwoorden van Trajanus blijkt, dat die pijnlijk nauwgezet alles wat er in zijn rijk omging, in de gaten hield en beoordeelde. Ruim honderd brieven van de gouverneur Plinius kregen als Tiende Boek een plaats in de brievenverzameling; de antwoorden van Trajanus werden eveneens gepubliceerd.

Page 5: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Artikel Rudi van der Paardt, Rijksuniversiteit Leiden (zonder kritische noten)

Uit: Lampas 1991, 24.1, 54-65

Slechts weinig brieven uit de verzamelde Epistulae van C. Plinius Caecilius Secundus zijn in de loop der tijden zo vaak bestudeerd en vertaald en zoveel geprezen als de nrs. 6.16 en 6.20. Hierin geeft Plinius, op verzoek van zijn vriend Tacitus, een uitvoerige beschrijving van de uitbarsting van de Vesuvius op 24 augustus, 79 na Christus, waardoor de steden Pompeii, Herculaneum en Stabiae werden weggevaagd. De reden dat Tacitus, die in zijn Historiae, die de periode 69-96 zouden behandelen, dit 'Hiroshima van de oudheid' op enigerlei wijze uiteraard ter sprake wilde brengen, juist aan Plinius om informatie vroeg, lag hierin dat deze als jongen van zeventien jaar de ramp zelf had meegemaakt. In 6.16 geeft Plinius weer hoe zijn oom, Plinius Maior, die als vlootcommandant te Misenum aan de Golf van Napels vertoefde, ter plaatse reddingswerkzaamheden verrichtte, waarbij hij het leven liet; in 6.20 beschrijft Plinius zijn eigen wederwaardigheden tijdens de ramp: hoe hij met zijn moeder na een bange vlucht uit Misenum het leven wist te redden. Alleen al uit deze korte aanduiding van de inhoud van deze brieven blijkt dat ze elkaar spiegelen èn complementeren; ze vormen een perfecte eenheid en ze verdienen dan ook als zodanig gelezen te worden. Wat Tacitus er als bron mee heeft gedaan, weten we niet: het gedeelte van de Historiae waarin de gereleveerde gebeurtenissen aan de orde moeten zijn gekomen, is niet bewaard gebleven.De aanduiding 'Hiroshima van de oudheid' is geen vondst van mijzelf: ik ontleen die aan Bertus Aafjes’ bekende reisverslag Dag van gramschap in Pompeji (1960). Tussen de vele populair-wetenschappelijke boekjes over de dodenstad (en alles wat daarmee samenhangt) valt het nog steeds op, in positieve zin, door de toon van sterk persoonlijke betrokkenheid. Dat geldt ook en misschien wel vooral voor Aafjes' bespreking van de genoemde brieven van Plinius, die hij in een eigen, soepele vertaling in zijn boekje heeft opgenomen. Hij noemt Plinius een 'verslaggever van grote allure' (p. 39), en met name 6.20 'een meesterstuk van antieke journalistiek' (p. 62). Plinius' beschrijvingen zijn soms 'bijna even realistisch als een moderne fotoreportage' (p. 60). Het projectiemechanisme speelt hier onmiskenbaar een rol en ik moet toegeven dat men moeite zal moeten doen ergens een grotere bewonderaar van Plinius te ontdekken dan Aafjes, die zijn verre voorganger en passant op ingenieuze wijze vrij pleit van de vaak geuite beschuldigingen van 'ijdelheid' en 'weifelmoedigheid' (men heeft bij dit laatste bijvoorbeeld zijn brief aan Trajanus over de christenvervolgingen op het oog; Epp. 10.97). Toch berust Aafjes' bewondering voor de genoemde brieven op toedichting van dezelfde kwaliteiten die anderen erin hebben ontdekt en nog steeds naar voren halen. Zo staat in een artikel, waarin de verworvenheden van de moderne vulkanologie worden gebruikt voor een doorlichting van Epp. 6.16 en 20, te lezen dat hun reputatie 'is due not only to the art which he (Plinius, dus, RvdP) describes the natural phenomena, but also to the fact that he was an eye witness of much that happened those memorable days'. Nu geldt dit laatste eigenlijk alleen voor 6.20, waarin Plinius verslag doet van wat hem en zijn moeder was overkomen. Voor 6.16 ligt de situatie anders: al krijgt de lezer door de levendige verteltrant de indruk van een ooggetuigenverslag van de ramp en de laatste dagen van Plinius Maior, uit het feit dat Plinius zelf te Misenum was achtergebleven volgt al dat het grootste deel van zijn relaas berust op mededelingen van anderen, de vrienden en slaven van Oom die hem het laatst hadden gezien. Aan het eind van zijn brief (§ 22) verklaart Plinius met nadruk tegenover Tacitus dat hij statim, cum maxime vera memorantur ('onmiddellijk na afloop, wanneer de gegeven informatie het betrouwbaarst is') zijn gegevens heeft ingewonnen; de brief is echter ruim een kwart eeuw na dato geschreven.Is het in het licht hiervan al geraden enige reserve in acht te nemen, als men de brieven als historische bron wil gebruiken, er zijn meer redenen voor een kritische opstelling. De eerste is van principiële aard. Een antieke historiograaf - en als zodanig is Plinius in 6.16 en 6.20 bezig; de zelfdepreciatie aan het eind van beide brieven is volstrekt topisch - is niet primair uit op 'historische betrouwbaarheid'; in de eerste plaats maakt hij een leerzame literaire tekst. Plinius zegt in een andere brief aan Tacitus wel dat een geschiedschrijver de waarheid geen geweld mag aandoen (een allusie overigens op de befaamde brief van Cicero aan Lucceius over de principes van geschiedschrijving), maar verfraaien mag, ja moet. Het ligt dus a priori voor de hand, dat Plinius het optreden van zijn oom en ook wel degelijk zijn eigen avonturen zo heeft voorgesteld dat de lezers van zijn 'open brieven aan Tacitus' een zo gunstig mogelijke indruk daarvan zouden krijgen. Een tweede reden voor voorzichtigheid is dat bij zorgvuldige lezing de brieven - dit geldt speciaal voor 6.16 - een aantal onduidelijkheden en 'open plekken' bevatten. Het opsporen daarvan kan m.i. goed dienen als richtlijn bij de beantwoording van de vraag wat Plinius nu eigenlijk met deze brieven voorhad, d.w.z. hoe hij Oom (en zichzelf) in de Historiën geportretteerd had willen zien. Ik begin met de problemen die 6.16 bij kritische lezing oproept.Plinius opent (na een nog ter sprake te brengen inleiding) met een vastlegging van personen, plaats en tijd: op 24 augustus, omstreeks het zevende uur van de dag, wijst Plinius' moeder haar broer - die aan de studie was in zijn huis te Misenum - op een enorme rookwolk die (naar later bleek, zegt Plinius) uit de Vesuvius kwam. Ooms wetenschappelijke belangstelling was onmiddellijk gewekt; hij wilde het fenomeen van dichtbij bekijken en liet een liburnica (een lichte, snelle boot) in gereedheid brengen. 'Aan mij', zegt Plinius, 'Vroeg hij of ik hem wilde vergezellen; ik antwoordde dat ik liever aan de studie bleef; hij had me zelf een

Page 6: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

onderwerp ter behandeling opgegeven.' E.T. Merrill merkt in het commentaar van zijn bloemlezing ter plaatse op: 'the reply is a good commentary upon the characteristics of the man to whose estate this boy of seventeen grew' - maar dit terzijde.In dit fragment ontbreekt de vermelding van het jaar (79 dus) van de gebeurtenis. Dat komt uit een andere bron: Cassius Dio 66.21-24, uit het excerpt van Xiphilinus. Wie de twee beschrijvingen van het begin van de ramp naast elkaar legt, ziet trouwens een veel opvallender verschil: Dio/Xiphilinus begint met de vermelding van een enorme explosie en die zou men ook bij Plinius verwachten. Sherwin-White schrijft in zijn commentaar: 'None of Pliny's household appears to have noticed the noise' (p. 372) en Francis Sullivan, die op grond van vulkanologische gegevens berekent dat die explosie om ongeveer elf uur in de ochtend moet hebben plaatsgevonden, bekent: “why the Plinys did not hear the explosion we do not know.” Begrijpelijke, maar logisch gesproken volstrekt onverantwoorde reacties! Dat men in huize Plinius de explosie niet had gehoord, staat nergens; het is, aangenomen dat daar geen sprake was van collectieve doofheid, eigenlijk heel onwaarschijnlijk, dat niemand van de Plinii iets van die ontploffing zou hebben gemerkt. De vraag die zich opdringt is van een heel andere orde: waarom begon Plinius, die bovendien niet alleen was aangewezen op eigen waarnemingen, maar ook die van anderen had vergaard, zijn relaas met Ooms reactie op die befaamde wolk en niet met de donderende klap waarmee Dio/Xiphilinus z'n exposé opende? Alvorens die vraag te beantwoorden volg ik eerst Oom op z'n tocht.Bij het verlaten van zijn huis kreeg Oom een briefje van Rectina, de echtgenote van Cascus of Tascius (dit tekstkritische en prosopografische probleempje laat ik voorlopig even liggen), wier villa subiacebat ('aan de voet van de berg lag'). Zij kon alleen per schip nog weg en vroeg Oom haar uit haar benarde positie te bevrijden. Die herzag onmiddellijk zijn plannen. Hij liet vierriemers gereed maken en voer om Rectina en anderen te redden recht op het gevaar af (§ 10: rectum cursum recta gubernacula in periculum tenet), zo verstoken van vrees, zegt Plinius, 'dat hij alle verschijnselen die zich bij de ramp voordeden liet noteren, dan wel zelf opschreef, - in een brief gewijd aan de carrière van zijn oom had Plinius al meegedeeld dat Maior altijd en overal een notarius bij zich had om opvallende zaken vast te leggen. As en stenen vielen inmiddels op de schepen; men bevond zich plotseling in ondiep water, de tocht voortzetten leek onmogelijk. De stuurman adviseerde om terug te keren, maar Oom riep (§ 11): 'Fortes fortuna iuvat. Pomponianum pete' ('Het geluk is met dapperen; op naar Pomponianus! '). Deze vriend van Plinius bevond zich te Stabiae, waar hij boten klaar had liggen om weg te komen; door tegenwind werd hij gedwongen in zijn villa te blijven. Oom had die wind mee en bereikte Pomponianus en de zijnen.Ook deze passage vertoont een merkwaardige open plek. Ik denk hierbij niet in de eerste plaats aan de vraag die sommigen hebben gesteld hoe men zich de door Plinius aangenomen windrichting moet denken. Als Oom last had van vallende as en stenen op de boot, moet er een oostenwind hebben gestaan; als Pomponianus Stabiae niet uit kon en Oom vento secundissimo arriveerde, moet er sprake zijn geweest van een noordwestenwind. Alle deskundigen wijzen er op dat door de enorme hitte-ontwikkeling rond de Vesuvius inderdaad een storm vanuit zee moet zijn ontstaan, omdat de lucht vandaar werd weggezogen. Die ablativus van de begeleidende omstandigheden kunnen wij als lezers dus vrij gemakkelijk aanvullen. Maar veel opvallender is dat Rectina spoorloos uit het verhaal is verdwenen! Wat is er van haar geworden? De eerder genoemde Sherwin-White pakt in zijn commentaar (1966) deze kwellende vraag als volgt aan. Het zinloze recti netasci (M) in § 8 leest hij als Rectinae Tasci, 'Rectina, de echtgenote van Tascius'. Deze Tascius is z.i. dezelfde als Pomponianus, de zoon van Pompeius Secundus, vriend van Plinius Maior, 'who had changed his name by an act of adoption and become Tascius Pomponianus' (p. 373). Als deze suggestie juist zou zijn, betekent dit - tenzij Sherwin-White een lat-relatie aanneemt - dat Rectina bij Pornponianus in Stabiae zou moeten zijn en Pomponianum pete dus een voortzetting van de voorgenomen tocht zou impliceren, wat de eenheid van handeling uiteraard ten goede komt. Maar de veronderstelling kan onmogelijk juist zijn. Nog daargelaten dat er behalve as en stenen nu ook nog een naamsverandering uit de lucht komt vallen, zijn er op zijn minst twee gegevens in de tekst die niet kloppen met deze constructie. Uit de parenthese van § 8: nam villa eius subiacebat, nec ulla nisi navibus fuga blijkt dat Rectina's huis aan de voet van de Vesuvius lag, in of bij Herculaneum naar alle waarschijnlijkheid, maar in ieder geval niet in Stabiae; zij had ook geen boten ter beschikking en Pomponianus wel: hij had zijn bagage al aan boord gebracht (§ 12: sarcinas contulerat in naves). Men is tegenwoordig trouwens geneigd Rectinae Casci te lezen (in γ staat recti necasci) en deze Cascus is dan mogelijkerwijze een uit andere bronnen bekende consul suffectus uit 71. Hoe dan ook, de identificatie van de echtgenoot van Rectina met Pomponianus is onmogelijk.In de noten bij zijn bloemlezing uit Plinius' Brieven heeft Sherwin-White zijn prosopografische suggestie achterwege gelaten. In plaats daarvan geeft hij bij het begin van § 12 (Stabiis erat diremptus sinu medio) de volgende aantekening (p. 129): 'An inner bay, now filled in by the advance of the coast, separated Pomponianus at Stabiae from Secundus at or near Herculaneum. Pliny does not make it clear whether Secundus abandons the attempt to help Rectina at this point, or whether she bas heen already picked up by a detachment without further mention.' Van de twee hier gedane suggesties is de laatste helaas alweer in strijd met de context. Hoe men ook de lang niet onproblematische wending uit § 11: iam vadum subitum ruinaque montis litora obstantia wil interpreteren, een ding is duidelijk: Plinius Maior kon ter plekke (in de buurt van Herculaneum, ook volgens Sherwin-White) niet landen, dus ook dat eventuele 'detachment' van de vloot niet! Ik vrees dat inderdaad de enige zinnige invulling van de open plek is: kennelijk heeft Oom de poging om Rectina te redden opgegeven. Wat er van haar geworden is, laat zich wel raden.

Page 7: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Maar Pomponius dan? Bij hem heerste paniek die Oom tegen ging door securitas te demonstreren. Hij nam een bad en een diner. In de verte spuwde de Vesuvius vuur, maar Oom zei dat het brandende boerenhoeven waren, door boeren bij hun overhaaste vlucht achtergelaten. Hij trok zich terug om te gaan slapen en men hoorde zijn gesnurk. Maar omdat de plaats waar zijn kamer op uit kwam vol as en puimsteen was komen te liggen, zodat hij opgesloten zou raken, werd hij wakker gemaakt. Men besloot de villa te verlaten en via het open veld te ontsnappen - in paniek, zegt Plinius, maar bij zijn oom was het een kwestie van zorgvuldige afweging van de gevaren (§ 16: apud illum quidem ratio rationem, apud alios timorem timor vicit). Inmiddels werd het ochtend, maar het bleef duister als de nacht, met fakkels lichtten zij zich bij. 'Toen men ging kijken of de zee inmiddels bevaarbaar was, bleek die nog te onstuimig. Oom werd op het strand onwel en ging liggen. Vuur en zwaveldampen joegen de anderen op de vlucht, maar brachten hem weer op de been. Meteen stortte hij weer neer. Toen hij werd teruggevonden, had hij nog steeds zijn kleren aan; hij deed meer denken aan een slapende dan aan een dode’. Het verslag in eigenlijke zin is hiermee ten einde.Ook dit fragment vertoont bij nader inzien een aantal merkwaardigheden. Opvallend is de manier waarop Plinius de dood van zijn oom en de vondst van zijn lijk ter sprake brengt. Ut ego colligo, zegt hij, crassiore caligine spiritu obstructo, clausoque stomacho qui illi natura invalidus et angustus et frequenter aestuans erat. ('Naar mijn mening is door de dichte rook hem het ademhalen onmogelijk geworden; zijn luchtpijp was zwak, nauw en vaak geprikkeld en moet verstopt zijn geraakt.') Oom, kennelijk een cara-patiënt, is dus volgens Plinius gestikt. Dat iemand die op zo'n manier aan zijn einde komt, de dag daarop, als in vredige doodsslaap verzonken, wordt gevonden, is nauwelijks waarschijnlijk. Wat dat betreft zou als doodsoorzaak 'kolendampvergiftiging' veel meer voor de hand liggen, maar de vraag die dan rijst is waarom er geen andere slachtoffers zijn gevallen - Plinius noemt ze althans niet. In de literatuur van medische zijde over deze passage wordt vooral aan een hartaanval gedacht; een der auteurs stelt, nogal cynisch: 'ein Herzschlag hätte Plinius an demselben Tage und zu derselben Stunde auch in seiner Villa in Misenum ereilt.' Wat hier ook van zij, Plinius vond het kennelijk geraden met een eigen diagnose te komen en nadruk te leggen op de ongeschondenheid van Ooms lichaam.Nu wijst Sherwin-White er in zijn commentaar (p. 374) op, dat Suetonius een traditie kent dat Maior zich op het strand van Stabiae door een van zijn staven had laten doden. In het licht hiervan krijgen Plinius' opmerkingen extra kleur: men moet die dan mede begrijpen als bestrijding van de later door Suetonius geboekstaafde geruchten, die in de Historiae geen plaats mochten krijgen. In het kader van de brief als geheel is de betekenis van de laatste paragrafen duidelijk genoeg. Plinius legt een ondubbelzinnig causale relatie tussen de uitbarsting van de Vesuvius en de dood van zijn oom: hij tekent hem als slachtoffer van zijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid en daadkrachtige menslievendheid.Door zich aan het einde van zijn relaas geheel op de ervaringen van zijn oom te concentreren, maskeert Plinius dat er van diens reddingswerkzaamheden niets is terechtgekomen. Evenals Rectina verdwijnen Pomponianus en de zijnen geheel uit beeld: als ze aan de ramp zijn ontkomen (en er moeten overlevenden zijn geweest anders had Plinius geen 'bronnen'), kan dit toch moeilijk op het conto van Oom worden geschreven. Maar zijn gedrag was toch voorbeeldig? In de belichting van zijn neef wel, ja. Van wat hij echter werkelijk te Stabiae deed: eten en snurken, terwijl de wereld om hem heen in brand stond; opzettelijk verkeerde interpretaties geven van natuurwetenschappelijke fenomenen; gaan liggen op het strand, als anderen wegrennen - daarmee zou men ook een portret kunnen schetsen van een recalcitrante man met een wat merkwaardig gevoel voor humor. Hoezeer Plinius retorisch manipuleert blijkt bijvoorbeeld uit het genoemde zinnetje apud illum quidem ratio rationem, apud illos timorem timor vicit, met zijn flonkerende stijlfiguren.Maiors keuze voor ontsnapping aan het gevaar, de vlucht over land, was dezelfde als van de anderen ter plaatse, maar volgens Plinius stond wat psychologen zijn motivatie noemen haaks op die van Pomponianus en de zijnen. Een narratoloog (uit de school van Stanzel) zal hier fronsend opmerken dat de grenzen van het gelimiteerde perspectief worden doorbroken en de ik-verteller auctoriale trekken krijgt. Zonder dit jargon: Plinius kon natuurlijk helemaal niet weten wat Oom had bewogen Pomponianus' villa te verlaten. Maar hij gebruikte de tegenstelling ratio - timor om Oom als de sapiens die in alle gevallen zijn temperantia demonstreert, te kenschetsen.Ik kom nu terug op de vraag die ik eerder stelde: waarom begon Plinius niet á la Cassius Dio met een vermelding van de explosie van de Vesuvius. Welnu, met een dergelijke inzet zou Plinius de ramp centraal lijken te stellen. Dat het hem daar niet om ging, blijkt alleen al daaruit, dat in de loop van het verhaal de Vesuvius zelf, net als andere 'bijfiguren', uit het beeld verdwijnt en er maar één slachtoffer van de ramp met name wordt genoemd: Plinius Maior ! Met hem zet de narratio dan ook in, en wel op het moment dat zijn zuster hem uit de studie haalt: dan komt hij in actie. Dat is geen irrelevant detail, maar een aankondiging van het leidmotief van de brief, de unieke combinatie van de vita contemplativa en de vita activa, die het fraaist wordt verbeeld in de beschrijving van de tocht van Oom naar Rectina: regelrecht voer hij het gevaar tegemoet (het polyptoton van rectus in § 10 heeft een expressieve functie), maar hij bleef zijn stiel trouw door wetenschappelijke notities te (laten) maken. Daarom zegt Plinius in het exordium van zijn brief, dat zij beati mogen heten, aan wie het door de goden gegeven is aut facere scribenda aut scribere legenda, maar acht hij hen beatissimos (....) quibus utrumque ('te doen wat het schrijven of te schrijven wat het lezen waard is, maar het allergelukzaligst acht ik hen aan wie het een zowel als het ander is vergund'). Op de immortalis gloria die Plinius van Tacitus' behandeling van de figuur van zijn oom

Page 8: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

verwachtte (§ 1) heeft hij aan het eind van zijn brief, die qua beeldend vermogen en manipulatie-techniek wel taciteïsch mag heten, geanticipeerd: corpus inventum integrum inlaesum (.....): habitus corporis quiescenti quam defuncto similior. Een beter symbool voor het beoogde voortleven van Plinius Maior is nauwelijks denkbaar.Interim Miseni ego et mater - sed nihil ad historiam: zo luidt het begin van de peroratie van brief 6.16. Op verzoek van Tacitus heeft Plinius in 6.20 de aposiopesis doorbroken en wederwaardigheden van de in Misenum achtergeblevenen geschetst. Aan het eind van zijn vervolgbrief verklaart hij opnieuw dat het materiaal ongeschikt is voor behandeling in een historisch werk. Als Tacitus zou vinden dat het zelfs niet in een brief thuishoort, moet hij zich daarvoor zelf verantwoordelijk stellen (§ 20).Op het eerste gezicht is Plinius er in deze brief op uit geweest de heroïsche daden van Maior extra te accentueren door het oproepen van een serie tegenstellingen. Hij begint met wat hij zelf deed toen zijn oom was vertrokken: hij bleef in zijn hoek lezen (§ 2), ging na het eten naar bed, sliep kort en onrustig - activiteiten die haaks staan op respectievelijk het opgeven van de studie voor het verrichten van reddingswerkzaamheden en het onbekommerd zagen in de villa van Pomponianus door Oom. Tegenover diens altruïsme stelt Plinius het gedrag van een gast, een vriend van Maior uit Spanje, die met moeder en zoon en andere inwoners van Misenum het stadje verlaat, maar als het hem niet snel genoeg gaat, 'zich ijlings uit de voeten maakt om aan het gevaar te ontkomen' (§ 11). Tegenover Oom als sapiens perfectus, die in levensgevaar de ratio blijft hanteren, staat een angstige menigte, waaronder lieden, 'die het werkelijke gevaar vergrootten door allerlei schrikaanjagende leugens en verzinsels' (§ 15).Plinius verbergt niet dat hij die gevoelens van angst ook had gekend, tijdens de omzwerving buiten Misenum (§17) en eenmaal weer in huis teruggekeerd (§ 19). Maar van een tweede keer het huis verlaten hadden zijn moeder en hij niet willen weten, men wilde eerst berichten hebben over Oom. Met het pregnante de avunculo nuntius sluit de narratio af, die met profecto avunculo was begonnen: de ring accentueert de grote rol die de afwezige Plinius Maior bij de achtergeblevenen had gespeeld.Vormt het gedrag van de jonge Plinius, zoals beschreven in het begin van 6.20, een tegenstelling met dat van zijn oom, het slot getuigt toch ook van het bezit van constantia (ne tunc quidem abeundi consilium), een eigenschap die Plinius Maior - als stoïsche held beschikte hij trouwens over alle virtutes - in zijn laatste uren zozeer had gekenmerkt. Ook elders in de brief ontwerpt Plinius een niet ongunstig beeld van zijn optreden. Zo tekent hij bijvoorbeeld wat er volgde op het besluit van hem en zijn moeder Misenum te verlaten (§ 7): sequitur vulgus attonitum, quodque in pavore simile prudentiae, alienum consilium suo praefert ('De bevolking kwam in paniek achter ons aan. Men handelde niet naar eigen inzicht, maar volgde dat van een ander - wat bij angst het verstandigst lijkt.'). Daarmee wordt de jonge Plinius, ongewild, de leider van een willoze massa; de situatie lijkt precies op die bij de villa van Pomponianus te Stabiae, waar ook iedereen vertrok, maar slechts één dat deed op grond van rationele overwegingen. Tussen de regels door moet dus blijken dat Plinius meer met zijn oom gemeen had dan hij zelf wel leek te beseffen.Pas werkelijk tot Ooms-hoogte stijgt de jonge Plinius in het gedeelte van het relaas waarop de literator Plinius door de plaatsing in het geheel - in het midden, tussen twee massa-scènes in - en door verheven woordgebruik het volle licht laat vallen. Het volgt op het al ter sprake gebrachte moment dat de anonieme Spaanse vriend de familie in de steek heeft gelaten en vormt daarmee, zoals we zullen zien, een scherp contrast. Voor moeder en zoon begint het, in letterlijke en figuurlijke zin, er hoe langer hoe donkerder uit te zien. Op dat moment, vertelt Plinius (ik geef de vertaling van Bertus Aafjes): “begon Moeder te huilen, zij smeekte, bad, beval mij om te vluchten, nu het nog mogelijk was. Ik was jong, ik kon nog vluchten, meende zij. Maar zij was niet jong meer en kon zich moeilijk bewegen. Maar, zei ze, - ze zou een zachte dood sterven, als zij mijn dood maar niet op haar geweten had. Ik weigerde resoluut. Als ik gespaard wil blijven, zei ik, dan samen met U. Ik greep haar bij de arm en dwong haar harder te lopen. Ze gaf toe, maar onwillig. Ze verweet zich dat zij mij ophield. Toen kwam de asregen. Eerst licht. Een zware nevel volgde ons dreigend, als een waterval omlaag stortend. Kom, zei ik, laten we terzijde van de weg gaan, nu we nog iets kunnen zien. Want straks, als we in het donker vallen, worden we door de massa vertrapt. In deze dramatische scène manifesteert zich bij moeder en zoon de pietas, een eigenschap die de vriend des huizes volstrekt vreemd was geweest. Plinia, wier optreden, achteraf bezien, al was voorbereid in de eerste scène van 6.16, wil zich opofferen om het leven van haar zoon te kunnen redden - een spiegeling van de tocht van haar broer naar Rectina: hij moest die actie uiteindelijk met zijn dood bekopen, maar zij wordt door haar eigen zoon uit het gevaar gered. Plinius zelf slaagt er dus in dat te doen, wat zijn oom niet was vergund: het redden van een mensenleven!Brief 6.16 is niet de enige tekst die de scène in herinnering roept: we worden geacht, zoals F. Lillge voor het eerst heeft opgemerkt, hier ook te denken aan de beroemde passage uit Vergilius’ Aeneis II, waar de oude Anchises zijn zoon maant hem achter te laten in het brandende Troje en zelf te vluchten. Tum mater orare hortari iubere quoquo modo fugerem, posse enim iuvenem (§ 12) komt inhoudelijk overeen met Aen. 2.638 e.v. 'vos, o, quibus integer aevi / sanguis,' ait, 'solidae suo stant robore vires / vos agitate fugam' (vert. M.A. Schwartz: 'Gij', zo sprak hij, 'nog jeugdig van bloed, nog krachtig van lichaam, gij moogt denken aan vlucht.'). Plinia wil liever sterven (se ... bene morituram) net als Anchises: ipse manu mortem inveniam (645) en het argument dat zij daarvoor geeft - ze is annis et corpore gravis - komt overeen met inutilis annos demoror (648/9: 'doelloos rek ik mijn jaren') bij Vergilius. De reactie van de jonge Plinius is die van Aeneas, als hij de woorden van zijn vader heeft aangehoord (657/8): mene efferre pedem, genitor, te posse relicto / sperasti? ('Dacht ge werkelijk, vader, dat ik het over me kon verkrijgen te vluchten en u achter te

Page 9: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

laten?'). Het brandende Troje, verwoest door toedoen van een paard zo groot als een berg (instar montis, Verg. Aen. 2.15), is in de parallel dus Misenum, door de Vesuvius bedreigd, dat men verlaat, maar opnieuw zal vinden. Het wat men tegenwoordig graag noemt 'intertekstuele' karakter van de brief had Plinius trouwens in het exordium zelf aangegeven. Quamquam animus meminisse horret, ... incipiam (Aen. 2.12/13), een rechtstreeks citaat, zijn de slotwoorden ervan en het daaraan voorafgaande cognoscere ... non solum metus verum etiam casus pertulerim ('te horen, niet alleen welke angst en vrees ik heb gekend, maar ook wat ik voor gevaren heb verduurd') is een variatie van een ander vergiliaans vers (Aen. 2. 10): sed si tantus amor casus cognoscere nostros ('maar als u zo zeer begeert te horen wat wij hebben moeten verduren'). Zoals Vergilius zijn Aeneas Dido liet vertellen over rampzalige gebeurtenissen waarbij zijn held aanwezig was geweest en waarin hij een rol van betekenis had gespeeld (Aen. 2.5/6), zo schrijft Plinius aan Tacitus over dé dramatische gebeurtenis in zijn leven.Wie deze twee brieven van Plinius puur 'referentieel' leest, als stukjes 'antieke journalistiek' om Aafjes' kenschets nog eens aan te halen, loopt het gevaar dat hij geen onderscheid maakt tussen 'feit' en 'versiering' en zo tot onjuiste conclusies omtrent de historische werkelijkheid van die beruchte augustusdagen van 79. Wie gefascineerd is door het retorisch-literaire spel van Plinius loopt ook een risico: dat hij het postmodernistische standpunt voor juist gaat houden, dat literaire teksten alleen naar andere teksten verwijzen en niet naar een buitentalige realiteit. Hij zou dan de visie van H.L. Gokel kunnen gaan delen dat hier sprake is van 'fiktive Briefe mit dem Anschein aktueller Echtheit'. Dat is uitgesloten, alleen al vanwege de persoon van de adressaat. Voor het grensgebied tussen reportage en roman heeft de literaire kritiek in de jaren zestig een nieuwe term uitgevonden: 'faction'. Dat stempel lijkt me heel toepasselijk voor de Epistulae van Plinius.Wat Plinius vóór alles wilde is ons bekend: hij wilde roem vergaren, door zijn daden en zijn werken. Uit een al eerder aangestipte brief aan Tacitus blijkt dat hij een plaatsje in de Historiae het aangewezen middel vond om die daden vereeuwigd te krijgen. Het eervolst zou voor hem zijn dat Tacitus hem in één adem zou noemen met zijn vereerde oom, die hem per testament tot zijn zoon had gemaakt, - niet als zijn gelijke, maar ook niet als zijn tegenpool. Er bestond maar een kleine kans dat Tacitus dat ook zou doen, maar we kunnen niet zeggen dat Plinius de hem geboden mogelijkheid niet met beide handen heeft aangegrepen.

Page 10: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VI,16 De dood van Plinius’ oom

De uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.C

Modern vulkanologisch onderzoek in de verschillende afzettingslagen die zich als gevolg van de eruptie hebben gevormd, maakt het mogelijk een beeld te vormen van de verschillende fasen van de uitbarsting. Het verslag van Plinius, gebaseerd op ooggetuigen in Stabiae en eigen waarneming in Misenum, klopt in grote lijnen met het geologische onderzoek.De eerste aanwijzingen van de komende ramp waren aardschokken die vanaf 20 augustus steeds heftiger werden. Op 24 augustus, omstreeks één uur 's middags, vond de uitbarsting van de Vesuvius plaats. Een eruptiezuil vol puimsteen en as rees 20 km boven de krater uit. Hiermee begon wat de vulkanologen de 'Pliniaanse' fase noemen, die 18 uur zou gaan duren. In deze periode produceerde de Vesuvius ongeveer 2,6 km3 as en puimsteen, die een totale duisternis tot gevolg had in Pompeii en de andere steden aan de zuidkant van de vulkaan, waar de noordwestenwind de wolk heen dreef. Door deze windrichting viel er geen puimsteen in Misenum, slechts weinig in Herculaneum, maar groeide in Pompeii de laag puimsteen gestaag (15 cm per uur), totdat hij ten slotte 2,80 m. hoog was. Stabiae, dat 17 km van de vulkaan verwijderd lag, maar precies in de windrichting, kreeg een laag van 2,5 m.

Deze steeds zwaarder wordende laag dreigde de daken te doen instorten, maakte het waden door puimsteen en as in het pikdonker tot een nachtmerrie, maar veroorzaakte geen direct levensgevaar, afgezien van de brokken kalksteen en vulkanische rots die, losgescheurd van de wanden van de kraterpijp, mee naar beneden kwamen. Waarschijnlijk heeft een groot deel van de 20.000 Pompejanen in deze Pliniaanse fase de stad heelhuids kunnen verlaten. De puimsteenregen duurde de hele nacht van 24 op 25 augustus en ging in de ochtenduren door, zodat de morgenzon verduisterd bleef. In de ochtenduren van 25 augustus waarschuwden hevige schokken voor hernieuwde activiteit van de vulkaan. De zee trok zich als gevolg van verschuivingen van de zeebodem terug en er ontstond een vloedgolf. Nu begon de fase van het 'Mont Pelée-type', gekenmerkt door een reeks gloeiend hete met as beladen gaswolken, die langs de hellingen van de Vesuvius naar beneden raasden en grote verwoestingen aanrichtten in Pompeii in het zuiden en in Herculaneum aan de westkant van de helling. Deze gloeiende aslawines met een sterke zwavellucht bereikten Misenum, 30 km ten westen van de Vesuvius en brachten ontsteltenis teweeg in Stabiae in het zuidoosten. Ze gingen gepaard met een asregen die zo dicht werd dat hij een totale duisternis veroorzaakte. Misenum bevond zich aan de rand van de actieradius van de hete aslawines; Pompeii, dat al grotendeels begraven lag in puimsteen en as, lag er midden in. Voor degenen die achtergebleven waren was er geen kans meer op ontsnapping; zij kwamen om door verstikking in de hete gassen van deze voortrazende gaswolk en werden onmiddellijk daarna bedekt door een laag vulkanische gesteenten, die door de enorme hitte vergruisd waren, die tot twee meter hoog werd en de lichamen met een fijne, poederachtige aslaag luchtdicht afsloot. Deze hield de contouren van de lichamen zo intact, dat de gipsfiguren, die Fiorelli sinds 1863 verkreeg door vloeibaar gips in de holten te gieten, de slachtoffers tot in details laten zien. Er zijn in het opgegraven gebied van Pompeii ongeveer 2000 slachtoffers geteld. In de loop van de 25ste augustus nam de activiteit van de Vesuvius af. Het gebied dat door de uitbarsting getroffen was, was veranderd in een woestijnlandschap.

Page 11: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius Epistula VI,16

Toen de geschiedschrijver Tacitus in de jaren 106-109 bezig was met het schrijven van de Historiën, waarin hij de Romeinse geschiedenis van de periode 69-96 behandelde, vroeg hij zijn vriend Plinius om informatie over de dood van zijn oom C. Plinius Secundus Maior. Plinius Maior was ten tijde van de uitbarsting van de Vesuvius commandant van de vloot in Misenum en verloor tijdens deze gebeurtenis het leven. Plinius Minor, zijn neef, logeerde op dat moment met zijn moeder bij zijn oom en maakte de gebeurtenissen van nabij mee. Epistula VI, 16 is Plinius' verslag aan Tacitus over de dood van zijn oom. Epistula VI, 20 is Plinius' verslag aan Tacitus over wat hij zelf meemaakte op het moment van de uitbarsting.

Epistula VI, 16 De dood van Plinius’ oom

C. PLINIUS TACITO SUO S.

1 Petis ut tibi avunculi mei exitum scribam, quo verius tradere posteris possis. Gratias ago; nam video morti eius si celebretur a te immortalem gloriam esse propositam.

2 Quamvis enim pulcherrimarum clade terrarum, ut populi ut urbes memorabili casu, quasi semper victurus occiderit, quamvis ipse plurima opera et mansura condiderit, multum tamen perpetuitati eius scriptorum tuorum aeternitas addet.

1 suo s. lees: suo (amico) s(alutem dicit)petĕre, ut + coni vragen omavunculus oom exitus,-us einde, afloop, doodquo verius = ut eo verius

eo + comparativus = des teverus natuurgetrouw, waarheidsgetrouwposteri (mv) nageslachtcelebro, celebrare h.l. verheerlijkenpropono, proponĕre in het vooruitzicht stellen

2 quamvis + coni hoewelclades, cladis ondergangterra h.l. landstreek ut h.l. net zoals populi, urbes : Pompeii, Herculaneum, Stabiaememorabilis gedenkwaardig casus,-us ramp, ongevalmemorabili casu : de uitbarsting van de Vesuviusvicturus : PFA van viverequasi semper victurus : in zekere zin is hij al onsterfelijk, omdat hij de

dood vond bij de uitbarsting van de Vesuvius en de ondergang van Pompeii

occido, occidĕre omkomencondo, condĕre h.l. samenstellen, schrijvenplurima opera et mansura : Naturalis Historiaperpetuitas, -atis het voortleven aeternitas, -atis eeuwigheid, onsterfelijkheid: dit deel van Tacitus'

Historiën is verloren gegaan

Page 12: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 Equidem beatos puto, quibus deorum munere datum est aut facere scribenda aut scribere legenda, beatissimos vero quibus utrumque. Horum in numero avunculus meus et suis libris et tuis erit. Quo libentius suscipio, deposco etiam quod iniungis.

4 Erat Miseni classemque imperio praesens regebat. Nonum Kal. Septembres hora fere septima mater mea indicat ei apparere nubem inusitata et magnitudine et specie.

5 Usus ille sole, mox frigida, gustaverat iacens studebatque; poscit soleas, ascendit locum ex quo maxime miraculum illud conspici poterat. Nubes — incertum procul intuentibus ex quo monte; Vesuvium fuisse postea cognitum est — oriebatur, cuius similitudinem et formam non alia magis arbor quam pinus expresserit.

3 equidem …. vero weliswaar ….. maarbeatissimos vul aan: puto quibus vul aan: datum estnumerus categoriequo (= et eo) + comparativus en des telibens met genoegendeposco, deposcĕre opeisen iniungo, iniungĕre opleggen

4 Miseni : locativus (naamval van plaats):in de haven van Misenum lag een divisie van de keizerlijke vloot; omdat de Middellandse Zee inmiddels 'Mare Nostrum' was, had de vloot een transportfunctie en was het een soort waterpolitie.

imperio rego, regĕre + acc. het commando voeren over praesens, -ntis h.l. persoonlijknonum kal. Septembres 24 augustus septima hora : ca. één uur ’s middagsindico, indicare er op wijzenapparēre nubem : Plinius' observaties beginnen na de eerste

fase: de explosie heeft hij niet gehoordnubes, nubis wolkinusitatus ongewoon

5 sol, solis h.l. zonnebadfrigida vul aan: aqua = koudwaterbadgusto, gustare iets etensolea sandaalmiraculum wonderlijke schouwspelincertum vul aan: eratintueor, intuēri toekijken, bekijkenex quo monte vul aan: orireturorior, oriri oprijzencognosco, cognoscĕre vernemensimilitudo,-inis gelijkenispinus, -us pijnboomexpresserit coni.potentialis

Page 13: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

6 Nam longissimo velut trunco elata in altum quibusdam ramis diffundebatur, credo quia recenti spiritu evecta, dein senescente eo destituta aut etiam pondere suo victa in latitudinem vanescebat, candida interdum, interdum sordida et maculosa prout terram cineremve sustulerat.

7 Magnum propiusque noscendum ut eruditissimo viro visum. Iubet liburnicam aptari; mihi si venire una vellem facit copiam; respondi studere me malle, et forte ipse quod scriberem dederat.

8 Egrediebatur domo; accipit codicillos Rectinae Tasci imminenti periculo exterritae — nam villa eius subiacebat, nec ulla nisi navibus fuga -: ut se tanto discrimini eriperet orabat.

6 truncus stam(nubes) elata in altum (de wolk) die zich verhief de hoogte in

(nubes): femininum!quibusdam ramis in een soort takkendiffundor, diffundi zich uitbreidenrecens,-ntis nieuwspiritus, -us h.l. luchtstroomeveho, evehĕre naar buiten drijvensenescente eo abl. abs omdat die (luchtstroom) zwakker werd destitutus beroofd (van haar opwaartse druk)latitudo,-inis breedtevanesco, vanescĕre ijler worden, vervluchtigencandidus wit sordidus vuilmaculosus vlekkerig prout al naar gelangcinis, cineris astollo, sustuli, sublatum omhoog tillen

7 magnum ….. visum lees: (ei) visum (est) (id) magnum propiusque noscendum (esse)videor, vidēri schijnenmagnus h.l. belangrijknosco, noscĕre onderzoekenut …. … als hij was ... eruditus geleerdLiburnica vul aan: navis = Liburniër, een snelvarend

zeiljachtapto, aptare in gereedheid brengenuna (bijwoord) met hem meecopiam facio, facĕre gelegenheid gevenquod + coni. in relatieve BZ = ut id + conj. = (iets ) om te

8 codicilli (mv) briefjeTasci (de vrouw) van Tascus; Rectina was een

kennis van Plinius Maiorimminenti abl.sing. PPA van imminēre: bijvoeglijk

gebruikt!exterritus hevig geschrokken subiaceo, subiacēre aan de voet (van de berg) liggen fuga h.l.. mogelijkheid om te vluchten discrimen, -inis kritieke situatie, gevaar

Page 14: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

9 Vertit ille consilium et quod studioso animo incohaverat obit maximo. Deducit quadriremes, ascendit ipse non Rectinae modo sed multis — erat enim frequens amoenitas orae — laturus auxilium.

10 Properat illuc unde alii fugiunt, rectumque cursum recta gubernacula in periculum tenet adeo solutus metu, ut omnes illius mali motus omnes figuras ut deprenderat oculis dictaret enotaretque.

11 Iam navibus cinis incidebat, quo propius accederent, calidior et densior; iam pumices etiam nigrique et ambusti et fracti igne lapides; iam vadum subitum ruinaque montis litora obstantia. Cunctatus paulum an retro flecteret, mox gubernatori ut ita faceret monenti 'Fortes' inquit 'fortuna iuvat: Pomponianum pete.'

9 verto, vertĕre h.l.. veranderen studiosus animus wetenschappelijke instellingincoho, incohare beginnenobeo, obire tegemoet gaan maximus (animus) edelmoedige instelling deduco, deducĕre in zee laten trekkenquadriremis (navis) vierriemers, schip met vier rijen roeiersfrequens, -ntis h.l. druk bezocht, dicht bevolktamoenitas,-atis bekoorlijkheidlaturus PFA: om te ……

10 gubernaculum roer motus,-us fasefigura aspectdeprendo, deprendi, deprensum waarnemendicto, dictare dicteren; Plinius had altijd een slaaf bij zich

om aantekeningen te makenenoto, enotare opschrijven

11 quo = cum eo + conj. = omdat ….ercalidus warmdensus dicht(opeen)pumex, pumicis puimsteen; steen domineert i.t.t. lavaniger, nigri zwartambustus geblakerdvadum subitum (incidebat) een plotselinge ondiepte (ontstond)ruina ineenstorting; ruina is ablativusobstans geblokkeerd (waarschijnlijk door een dik tapijt van

as en puimsteen dat voor de kust dreef) cunctor, cunctari aarzelenretro flecto, flectĕre terugkerengubernator,-oris stuurmanPomponianus vriend van Plinius Maior

Page 15: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

12 Stabiis erat diremptus sinu medio — nam sensim circumactis curvatisque litoribus mare infunditur -; ibi quamquam nondum periculo appropinquante, conspicuo tamen et cum cresceret proximo, sarcinas contulerat in naves, certus fugae si contrarius ventus resedisset. Quo tunc avunculus meus secundissimo invectus, complectitur trepidantem consolatur hortatur, utque timorem eius sua securitate leniret, deferri in balneum iubet; lotus accubat cenat, aut hilaris aut — quod aeque magnum — similis hilari.

12 dirimo,-emi -emptum scheiden, afsnijden; Pomponianus was in Stabiae van Plinius in Herculaneum gescheiden door de baai met zijn steeds verder zeeinwaarts oprukkende kust. Of Plinius de redding van Rectina nu laat voor wat het is of besloten heeft alles en iedereen te redden, wordt niet duidelijk.

sinus,-us baaimedius die ertussen lagsensim (bijwoord) lichtcircumactus gekromdcurvatus gebogeninfundor, infundi + dat. binnenstromenconspicuus duidelijk zichtbaarcresceret subject: periculumsarcinae (plur) bagagecontulerat subject: Pomponianuscertus +gen. vastbesloten totresido, resedi, resessum gaan liggenquo ... secundissimo (vento) met deze (voor hem) zeer gunstige (wind):

noordenwind, want Stabiae ligt zuidelijker invehor, invectus sum binnenvaren compector, complecti omhelzen trepido, trepidare trillen van angstconsolor, consolari troosten securitas,-tatem onbezorgdheid lenio, lenire verlichtendeferor, deferri h.l. zich laten brengenbalneum badlotus = lautus (PPP van lavare) gewassenaccubo, accubare aan tafel gaanhilaris vrolijk, opgewektmagnum h.l. moedig

Page 16: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

13 Interim e Vesuvio monte pluribus locis latissimae flammae altaque incendia relucebant, quorum fulgor et claritas tenebris noctis excitabatur. Ille agrestium trepidatione ignes relictos desertasque villas per solitudinem ardere in remedium formidinis dictitabat. Tum se quieti dedit et quievit verissimo quidem somno; nam meatus animae, qui illi propter amplitudinem corporis gravior et sonantior erat, ab iis qui limini obversabantur audiebatur.

14 Sed area ex qua diaeta adibatur ita iam cinere mixtisque pumicibus oppleta surrexerat, ut si longior in cubiculo mora, exitus negaretur. Excitatus procedit, seque Pomponiano ceterisque qui pervigilaverant reddit.

13 reluceo, relucēre oplichten fulgor,-is gloed claritas,-tatis helderheid tenebrae (mv) duisternisexcito, excitare h.l. accentueren agrestes,-ium landvolk trepidatio,-onis panieksolitudo, -inis eenzaamheidin remedium + gen als middel tegen formido, -inis vreesdictito, dictitare herhaaldelijk zeggenquidem ongetwijfeld, zekermeatus,-us animae ademhalingamplitudo, -inis omvang sonans, -ntis luidruchtiglimen, liminis drempel obversor, obversari +dat heen en weer lopen bij

14 area binnenplaatsdiaeta woonkamer (subject)adeo, adire bereikenoppleo,opplēre opplevi, oppletum vullen surgo, surgĕre, surrexi, surrectum h.l. omhoog komen cubiculum slaapkamermora verblijf: mora vul aan: eratnego, negare h.l. onmogelijk makense reddo, reddĕre + dat zich weer voegen bij pervigilo, pervigilare wakker blijven

Page 17: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

15 In commune consultant, intra tecta subsistant an in aperto vagentur. Nam crebris vastisque tremoribus tecta nutabant, et quasi emota sedibus suis nunc huc nunc illuc abire aut referri videbantur.

16 Sub dio rursus quamquam levium exesorumque pumicum casus metuebatur, quod tamen periculorum collatio elegit; et apud illum quidem ratio rationem, apud alios timorem timor vicit. Cervicalia capitibus imposita linteis constringunt; id munimentum adversus incidentia fuit.

15 in commune gemeenschappelijkconsulto, consultare overleggenconsultant vul aan: utrum ….(an)intra tecta binnenshuissubsisto, subsistĕre blijvenin aperto in de open luchtvagor, vagari ronddwalen subsistant, vagentur coni. dubitativusvastus hevig tremor, tremoris schok nuto, nutare heen en weer zwaaien emota sedibus suis van hun plaats los getrildvideor, vidēri schijnenreferor, referri teruggebracht worden

16 sub dio onder de blote hemelrursus daarentegenexesus poreuscollatio, -onis vergelijkingeligo, eligĕre verkieslijker makenquidem ongetwijfeldratio,-onis argumentcervical, -alis kussenlinteum stuk linnenconstringo, constringĕre vastbinden munimentum bescherming incidentia, -ium alles wat viel

Page 18: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

17 Iam dies alibi, illic nox omnibus noctibus nigrior densiorque; quam tamen faces multae variaque lumina solabantur. Placuit egredi in litus, et ex proximo adspicere, ecquid iam mare admitteret; quod adhuc vastum et adversum permanebat.

18 Ibi super abiectum linteum recubans semel atque iterum frigidam aquam poposcit hausitque. Deinde flammae flammarumque praenuntius odor sulpuris alios in fugam vertunt, excitant illum.

19 Innitens servolis duobus assurrexit et statim concidit, ut ego colligo, crassiore caligine spiritu obstructo, clausoque stomacho qui illi natura invalidus et angustus et frequenter aestuans erat.

17 alibi elders fax, facis fakkel solor, solari verlichtenplacet, placuit (ei) hij besluitegredior, egredi een uitweg zoekenecquid of .. ietsvastus woest adversus h.l. gevaarlijk

18 abicio, abieci, abiectum afgooien recubo, recubare achterover gaan liggenfrigidam vul aan: aquam praenuntius voorbode odor, odoris geursulpur, sulpuris zwavelexcito, excitare doen opspringen

19 innitor, inniti + abl leunen opservolus slaafjeadsurgo, adsurrexi, adsurrectum overeind komencolligo, colligĕre h.l. concluderencrassus dik caligo, inis walmspiritus,-us adem(haling)obstruo, obstruxi, obstructum versperren stomachus luchtpijp invalidus zwak aestuans, -ntis ontstoken

Page 19: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

20 Ubi dies redditus — is ab eo quem novissime viderat tertius -, corpus inventum integrum illaesum opertumque ut fuerat indutus: habitus corporis quiescenti quam defuncto similior.

21 Interim Miseni ego et mater — sed nihil ad historiam, nec tu aliud quam de exitu eius scire voluisti. Finem ergo faciam.

22 Unum adiciam, omnia me quibus interfueram quaeque statim, cum maxime vera memorantur, audieram, persecutum. Tu potissima excerpes; aliud est enim epistulam aliud historiam, aliud amico aliud omnibus scribere. Vale.

20 eo vul aan: dietertius : 26 augustus, want een Romein rekent

inclusief illaesus ongeschonden; er bestond een lezing dat

Plinius Maior zich door slaven had laten dodenoperio, operui, opertum bedekkeninduo, indui, indutum aankleden habitus, -us houdingdefungor, defungi, defunctus sum overlijden

21 nihil ad + acc. vul aan pertinet = het heeft niets te maken met22 adicio, adicĕre eraan toevoegen

audieram = audiverampersequor, persecutus sum h. l. op de voet volgenpotissima (mv) het belangrijksteexcerpo, excerpĕre eruit selecteren aliud ..aliud een ding ... een ander ding, het een … het

ander

Page 20: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit
Page 21: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit
Page 22: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius’ brieven aan vrouwen

Epistula IV,19 Plinius verkondigt de lof van zijn vrouw aan haar tante

Epistula VI,4 Plinius’ vrouw vertoeft om gezondheidsredenen in Campanië

Epistula VI,7 Antwoord op een brief van Calpurnia

Epistula VII,5 Aan zijn afwezige vrouw

Epistula VIII,10 De miskraam van Calpurnia

Epistula VIII,11 De miskraam van Calpurnia

Louis van Nueten Vrouwen in de Brieven van Plinius, Hermeneus XXV/III blz.190-207

Page 23: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IV,19 Plinius verkondigt de lof van zijn vrouw aan haar tante

Uit een van de eerste jaren van Plinius’ huwelijk met Calpurnia dateert de brief die hij aan de tante van zijn vrouw, Calpurnia Hispulla schrijft. De brief maakt goed duidelijk hoe Plinius zijn relatie tot zijn echtgenote ziet.Hispulla is de dochter van Calpurnius Fabatus, een lokale magnaat en raadslid in Como. Plinius is net getrouwd met haar nicht, ook Calpurnia geheten, van wie de vader, de zoon van Fabatus, dood is. Dit was blijkbaar Plinius’ derde huwelijk, gesloten na 100 n.C., hoewel van zijn tweede vrouw weinig en van zijn eerste vrouw niets bekend is.Plinius beschrijving wordt door moderne lezers veroordeeld als neerbuigend en koel. Romeinse huwelijken waren niet gebaseerd op romantiek, maar op geriefelijkheid en de voortplanting van de familie. Maar Plinius verwacht meer van zijn huwelijk dan geriefelijkheid. Hij wil graag interesses delen en hoopt – in een eeuw van scheidingen - op een duurzaam huwelijk.

C. PLINIUS CALPURNIAE HISPULLAE SUAE S.

1 Cum sis pietatis exemplum, fratremque optimum et amantissimum tui pari caritate dilexeris, filiamque eius ut tuam diligas, nec tantum amitae ei affectum verum etiam patris amissi repraesentes, non dubito maximo tibi gaudio fore cum cognoveris dignam patre dignam te dignam avo evadere.

2 Summum est acumen summa frugalitas; amat me, quod castitatis indicium est. Accedit his studium litterarum, quod ex mei caritate concepit. Meos libellos habet lectitat ediscit etiam.

1 pietas, -tatis toewijdingoptimus voortreffelijkamans + gen. obiectivus tui liefhebbendcaritas, -tatis liefdediligo, diligĕre beminnenamita tanteaffectus, us genegenheidrepraesento, repraesentare vertegenwoordigenfore = futurum esseevado zich ontwikkelen

sc. illam (als A van de AcI)2 acumen, -minis scherpzinnigheid

frugalitas, -tatis zuinigheidcastitas, -tatis kuisheidindicium bewijs, aanwijzingaccedo, accedĕre komen bijstudium belangstellingconcipio, concipĕre opvattenlibellus boekjelectico, lecticare dikwijls lezenedisco, ediscĕre uit het hoofd leren

Page 24: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 Qua illa sollicitudine cum videor acturus, quanto cum egi gaudio afficitur! Disponit qui nuntient sibi quem assensum quos clamores excitarim, quem eventum iudicii tulerim. Eadem, si quando recito, in proximo discreta velo sedet, laudesque nostras avidissimis auribus excipit.

4 Versus quidem meos cantat etiam formatque cithara non artifice aliquo docente, sed amore qui magister est optimus.

5 His ex causis in spem certissimam adducor, perpetuam nobis maioremque in dies futuram esse concordiam. Non enim aetatem meam aut corpus, quae paulatim occidunt ac senescunt, sed gloriam diligit.

3 illa nominativussollicitudo, -dinis bezorgdheid(causam) ago, agĕre pleidooi houdenafficio, afficĕre treffendispono, disponĕre regelenassensus, -us bijvalclamor, -is toejuichingexcito, excitare opwekken, losmakeneventus, -us uitkomst, aflooprecito, recitare voordragenproximum dichtstbijzijnde plaatsdiscerno, discernĕre afzonderenvelum gordijnavidus gretigexcipio, excipĕre opvangen

4 formo, formare begeleidenartifex, -ficis kunstenaar

5 perpetuus voortdurendin dies van dag tot dagconcordia goede verstandhoudingoccido. occidĕre aftakelensenesco, senescĕre oud worden

Page 25: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

6 Nec aliud decet tuis manibus educatam, tuis praeceptis institutam, quae nihil in contubernio tuo viderit, nisi sanctum honestumque, quae denique amare me ex tua praedicatione consueverit.

7 Nam cum matrem meam parentis loco vererere, me a pueritia statim formare laudare, talemque qualis nunc uxori meae videor, ominari solebas.

8 Certatim ergo tibi gratias agimus, ego quod illam mihi, illa quod me sibi dederis, quasi invicem elegeris. Vale.

6 decet + acc. het past (acc. zit in de PPP’s)educo, educare opvoedenpraeceptum lesinstituo, instituĕre onderwijzencontubernium omgang, gezelschapsanctus eerbiedwaardigpraedicatio, -onis voorspraak

7 loco alsvereor, verēri ontzag hebben voorvererere = verererispueritia kinderjarenominor, ominari voorspellen

8 certatim wedijverend, om strijdinvicem voor elkaareligo, eligĕre uitkiezen

Page 26: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VI,4

Plinius’ vrouw vertoeft om gezondheidsredenen in Campanië

C. PLINIUS CALPURNIAE SUAE S.

1 Numquam sum magis de occupationibus meis questus, quae me non sunt passae aut proficiscentem te valetudinis causa in Campaniam prosequi aut profectam e vestigio subsequi.

2 Nunc enim praecipue simul esse cupiebam, ut oculis meis crederem quid viribus quid corpusculo apparares, ecquid denique secessus voluptates regionisque abundantiam inoffensa transmitteres.

3 Equidem etiam fortem te non sine cura desiderarem; est enim suspensum et anxium de eo quem ardentissime diligas interdum nihil scire.

1 occupatio, -onis verplichting: Plinius was toen curator alvei Tiberis et riparum et cloacarum urbis, een zeer drukke werkkring m.b.t. onderhoud van bedding en oevers van de Tiber en het stadsriool

queror, queri zich beklagen overpatior, pati toestaanvaletudo, -dinis gezondheidgen. + causa vanwegeprosequor, prosequi begeleidene vestigio terstondsubsequor, subsequi op de voet volgen

2 praecipue in het bijzondersimul tegelijkertijdcorpusculum lichaampjeapparo, apparare voorbereidenecquid en of … welsecessus, -us afzonderingabundantia overvloed: Campanië was bekend om het

zachte klimaat en de vruchtbare grond, maar ook berucht om de weelde, die de daar voor hun genoegen vertoevende Romeinen ten toon spreidden

inoffensus zonder hindernissentransmitto, transmittĕre doorlópen

3 equidem wat mij betreftsuspensus spannendanxius beangstigendardens vuriginterdum een poosje

Page 27: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

4 Nunc vero me cum absentiae tum infirmitatis tuae ratio incerta et varia sollicitudine exterret. Vereor omnia, imaginor omnia, quaeque natura metuentium est, ea maxime mihi quae maxime abominor fingo.

5 Quo impensius rogo, ut timori meo cottidie singulis vel etiam binis epistulis consulas. Ero enim securior dum lego, statimque timebo cum legero. Vale.

4 cum … tum niet alleen … maar ookinfirmitas, -tatis zwakheidratio, -onis gedachte aanvarius wisselendsollicitudo, -dinis bezorgdheidimaginor, imaginari zich inbeeldenabominor, abominari verwensenquo + comparativus des te

5 impensus vurigbini, -ae, -a twee (bij plurale tantum litterae)consulo, consulĕre zorgen voorsecurus gerust

Page 28: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VI,7 Antwoord op een brief van Calpurnia

C. PLINIUS CALPURNIAE SUAE S.

1 Scribis te absentia mea non mediocriter affici unumque habere solacium, quod pro me libellos meos teneas, saepe etiam in vestigio meo colloces.

2 Gratum est quod nos requiris, gratum quod his fomentis acquiescis; invicem ego epistulas tuas lectito atque identidem in manus quasi novas sumo.

3 Sed eo magis ad desiderium tui accendor: nam cuius litterae tantum habent suavitatis, huius sermonibus quantum dulcedinis inest! Tu tamen quam frequentissime scribe, licet hoc ita me delectet ut torqueat. Vale.

1 non mediocriter in hoge matesolacium troostlibellus boekjevestigium meum h.l. de plaats waar ik mij gewoonlijk ophoud

< voetspoorcolloco, collocare leggen

2 gratus tot dankbaarheid stemmendrequiro, requirĕre missenfomentum kalmering, pijnstillend middelacquiesco, acquiescĕre + abl. rust /troost vinden ininvicem op mijn beurtlectico, lecticare dikwijls lezenidentidem herhaaldelijk

3 eo + comparativus des teaccendo, accendĕre aanvurensuavitas, -tatis aangenaamheid, liefelijkheiddulcedo, -dinis bekoorlijkheidlicet + conj. hoeweldelecto, delectare plezier doentorqueo, torquēre folteren

Page 29: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VII,5 Aan zijn afwezige vrouw

C. PLINIUS CALPURNIAE SUAE S.

1 Incredibile est quanto desiderio tui tenear. In causa amor primum, deinde quod non consuevimus abesse. Inde est quod magnam noctium partem in imagine tua vigil exigo; inde quod interdiu, quibus horis te visere solebam, ad diaetam tuam ipsi me, ut verissime dicitur, pedes ducunt; quod denique aeger et maestus ac similis excluso a vacuo limine recedo. Unum tempus his tormentis caret, quo in foro et Samicorum litibus conteror.

2 Aestima tu, quae vita mea sit, cui requies in labore, in miseria curisque solacium. Vale.

1 in causa est is er de schuld vaninde est quod dat is de reden datin imagine tua denkend aan jouvigil, vigilis slapeloosexigo, exigĕre doorbrengeninterdiu over dagdiaeta kamerexcludo, excludĕre buitensluitentormentum folteringlis, litis procescontero, conterĕre passief zich afbeulen

2 solacium troost

Page 30: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VIII, 10 De miskraam van Calpurnia

Omstreeks het jaar 102 trouwde de toen veertigjarige Plinius met Calpurnia, die toen een meisje van een jaar of twaalf moet zijn geweest; het was zijn derde huwelijk. Uit een aantal brieven blijkt dat Plinius erg op zijn jonge vrouw gesteld was en datzelfde gevoel spreekt uit de twee brieven waarin hij bericht over een miskraam die Calpurnia kort tevoren (ze is dan ongeveer zeventien jaar) gehad heeft. De eerste brief is gericht aan Lucius Calpurnius Fabatus, Calpurnia’s grootvader en, zoals uit andere brieven blijkt, een nogal opvliegend heerschap, de tweede aan Calpurnia Hispulla, een zuster van Calpurnia’s vader, die waarschijnlijk kort voor het huwelijk van zijn dochter overleden is.

C. PLINIUS FABATO PROSOCERO SUO S.

1 Quo magis cupis ex nobis pronepotes videre, hoc tristior audies neptem tuam abortum fecisse, dum se praegnantem esse puellariter nescit, ac per hoc quaedam custodienda praegnantibus omittit, facit omittenda. Quem errorem magnis documentis expiavit, in summum periculum adducta.

1 prosocer, -i grootvader van zijn vrouwpronepos, -otis achterkleinzoonhoc + comparativus des teneptis, -is kleindochterabortus, -us miskraamdum h.l. doordatpraegnans, -ntis zwangerpuellariter jong als zij iscustodio, custodire h.l. in acht nemenomitto, omittĕre achterwege laten, nalatenerror, -oris vergissingdocumentum waarschuwingexpio, expiare + acc. boeten voor, gestraft worden vooradduco, adducĕre brengen tot

Page 31: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Igitur, ut necesse est graviter accipias senectutem tuam quasi paratis posteris destitutam, sic debes agere dis gratias, quod ita tibi in praesentia pronepotes negaverunt, ut servarent neptem, illos reddituri, quorum nobis spem certiorem haec ipsa quamquam parum prospere explorata fecunditas facit.

3 Isdem nunc ego te quibus ipsum me hortor moneo confirmo. Neque enim ardentius tu pronepotes quam ego liberos cupio, quibus videor a meo tuoque latere pronum ad honores iter et audita latius nomina et non subitas imagines relicturus. Nascantur modo et hunc nostrum dolorem gaudio mutent. Vale.

2 ut … sic hoewel … tochgraviter accipio, accipĕre het doet me verdrietsenectus, -tutis ouderdomparatus h.l. gereedstaandposteri nakomelingendestituo, destituĕre + abl. beroven vandestitutam sc. essegratias ago, agĕre dank betuigenita … ut weliswaar … maarin praesentia voor het ogenbliknego, negare ontzeggenreddo h.l. geven, schenkenquorum genitivus obiectivus bij spemcertiorem facio, facĕre inlichten overprosperus voorspoedigexploro, explorare h.l. beproevenfecunditas, -tatis vruchtbaarheid

3 moneo, monēre waarschuwenconfirmo, confirmare h.l. bemoedigenardens vurigquibus dativus bij relicturusvideor sc. mihi ik stel mij voor, ik meenlatus, lateris kantpronus gemakkelijkhonores ereambtenauditus h.l. bekendnon subitus oud d.w.z. vele generaties teruggaandimago, -ginis vooroudermasker: de adellijke families

van Rome hadden de gewoonte wassen dodenmaskers van hun voorouders te bewaren

nascor, nasci geboren wordenmodo slechts

Page 32: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VIII, 11 De miskraam van Calpurnia

C. PLINIUS HISPULLAE SUAE S.

1 Cum affectum tuum erga fratris filiam cogito etiam materna indulgentia molliorem, intellego prius tibi quod est posterius nuntiandum, ut praesumpta laetitia sollicitudini locum non relinquat. Quamquam vereor ne post gratulationem quoque in metum redeas, atque ita gaudeas periculo liberatam, ut simul quod periclitata sit perhorrescas.

1 adfectus, -us genegenheiderga + acc. jegensmaternus van een moederindulgentia toegevendheidmaterna indulgentia abl. comparationismollis zachtprius (onzijdig / bijwoord) eerderposterius (onzijdig / bijwoord) laterquod est posterius onderwerp van de A.c.I. nuntiandum sc. essepraesumo, praesumĕre eerder voelenlaetitia blijdschapsollicitudo, -dinis bezorgdheidgratulatio, -onis gevoel van vreugdeita … ut weliswaar … maarliberatam sc. eam esselibero, liberare + abl. bevrijden vanpericlitor, periclitari in gevaar verkerenperhorresco, perhorrescĕre hevig geschokt zijn

Page 33: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Iam hilaris, iam sibi iam mihi reddita incipit refici, transmissumque discrimen convalescendo metiri. Fuit alioqui in summo discrimine, — impune dixisse liceat — fuit nulla sua culpa, aetatis aliqua. Inde abortus et ignorati uteri triste experimentum.

3 Proinde etsi non contigit tibi desiderium fratris amissi aut nepote eius aut nepte solari, memento tamen dilatum magis istud quam negatum, cum salva sit ex qua sperari potest. Simul excusa patri tuo casum, cui paratior apud feminas venia. Vale.

2 hilaris opgewektreficior, refici intransitief herstellentransmitto, transmittĕre doorstaandiscrimen, -minis gevaarconvalesco, convalescĕre gezond wordenmetior, metiri afmeten, beoordelenalioqui overigensimpune (bijwoord) ongestraftnulla sua culpa ablativusaliqua sc. culpaabortus, -us miskraamignoro, ignorare niet weten, h.l. onbekenduterus zwangerschapexperimentum ervaring

3 proinde daarometsi hoewelcontingo, contingĕre ten deel vallennepos, -potis kleinzoonneptis, neptis kleindochtersolor, solari troosten, verzachtendiffero, differre uitstellendilatum, negatum sc. essesalvus nog in levenexcuso, excusare verontschuldigencasus, -us ongevalcui antecedent casumparatior h.l. eerder, gemakkkelijkervenia vergiffenis

Page 34: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius en zijn correspondentie met keizer Traianus

Epistula X 15-16 Verslag van de zeereis naar Klein-Azie

Epistula X 29-30 Hoe op te treden tegen slaven in het leger

Epistula X 33-34 Over het vormen van een vrijwillige brandweer

Epistula X 37-38 Over het voltooien van een waterleiding

Epistula X 94-95 Over het toekennen van het ius trium liberorum aan de kinderloze Suetonius

Epistula X 96-97 Hoe tegen de Christenen opgetreden moet worden

Recensie van Jona Lendering, Een interim-manager in het Romeinse Rijk. Plinius in Bithynië

Page 35: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 15 Verslag van de zeereis naar Klein-Azië

C. PLINIUS TRAIANO IMPERATORI

Quia confido, domine, ad curam tuam pertinere, nuntio tibi me Ephesum cum omnibus meis 'hyper Malean' navigasse quamvis contrariis ventis retentum. Nunc destino partim orariis navibus, partim vehiculis provinciam petere. Nam sicut itineri graues aestus, ita continuae navigationi etesiae reluctantur.

Epistula X 16 Het antwoord van Traianus

TRAIANUS PLINIO

Recte renuntiasti, mi Secunde carissime. Pertinet enim ad animum meum, quali itinere provinciam pervenias. Prudenter autem constituis interim navibus, interim vehiculis uti, prout loca suaserint.

15 pertinēre iemand aangaan, tot iets strekkenEphesus : volgens een vast gebruik moest de stad-

houder op weg naar Klein-Azië het eerst in Ephesus landen

hyper Malean uJpe;r Malevan d.w.z. om kaap Malea, berucht vanwege de gevaarlijke passage

destino, destinare zich vast voornemenorarius kust-provincia : Bithynia, een provincie in Klein-Azië, waar

Plinius in 103 tot stadhouder was benoemd door Traianus, niet als gewone proconsul, maar als gouverneur met bijzondere volmachten

iter, itineris reis over landaestus, -us hitteetesiae ejthsivai (a[nemoi) = passaatwinden, in de

hondsdagen uit het noordwesten waaiend,beginnend in juli en aanhoudend tot eind augustus, soms midden september, en alleen overdag opstekend

reluctor, reluctari tegenwerken

16 renuntio, renuntiare rapporterenanimus aandachtprudens verstandiginterim … interim nu eens … dan weerprout al naar gelangsuadeo, suadēre aanraden

Page 36: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 29 Hoe op te treden tegen slaven in het leger?

Het beleid van de Romeinen was slaven uit te sluiten van militaire dienst. Als zij zich toch hadden laten recruteren en later ontdekt werd dat zij slaven waren, werden zij ter dood veroordeeld. Alleen als de nood hoog was, werden slaven toegelaten, maar zij werden dan wel eerst vrijgelaten. Na de fatale slag bij Cannae was de nood zo hoog dat zelfs voor vrijlating geen tijd was.Dat slaven niet werden toegelaten tot het leger gebeurde waarschijnlijk om veiligheidsredenen. Ze vormden een te grote groep binnen de samenleving.

C. PLINIUS TRAIANO IMPERATORI

1 Sempronius Caelianus, egregius iuvenis, repertos inter tirones duos servos misit ad me; quorum ego supplicium distuli, ut te conditorem disciplinae militaris firmatoremque consulerem de modo poenae.

2 Ipse enim dubito ob hoc maxime quod, ut iam dixerant sacramento, ita nondum distributi in numeros erant. Quid ergo debeam sequi rogo, domine, scribas, praesertim cum pertineat ad exemplum.

1 egregius voortreffelijk, uitstekendtiro, -onis rekruutsupplicium terechtstellingconditor, -oris grondvesterfirmator, -oris bevestiger

2 maxime vooralut … ita hoewel … tochdico, dicĕre sacramento de krijgseed afleggennumerus h.l. afdeling (van soldaten)quid t/m scribas = rogo ergo (ut) scribas, quid debeam sequipraesertim vooralpertinet ad het gaat om

Page 37: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 30 Het antwoord van Traianus

TRAIANUS PLINIO

1 Secundum mandata mea fecit Sempronius Caelianus mittendo ad te eos, de quibus cognosci oportebit, an capitale supplicium meruisse videantur. Refert autem, voluntarii se obtulerint an lecti sint vel etiam vicarii dati.

2 Lecti <si> sunt, inquisitio peccavit; si vicarii dati, penes eos culpa est qui dederunt; si ipsi, cum haberent condicionis suae conscientiam, venerunt, animadvertendum in illos erit. Neque enim multum interest, quod nondum per numeros distributi sunt. Ille enim dies, quo primum probati sunt, veritatem ab iis originis suae exegit.

1 secundum + acc volgenscognosco, cognoscĕre h.l. onderzoekencapitalis dood-refert het is van belangvoluntarius vrijwilliglego, legĕre h.l. lichten (werven van soldaten)vicarius plaatsvervanger

2 inquisitio, -onis onderzoek, wervingpecco, peccare fout zijn, falenpenes + acc bijcondicio, -onis h.l. situatieconscientia bewustzijnanimadverto, animadvertĕre optredeninterest het doet er toeprobo, probare goedkeurenexigo, exigĕre verlangen van

Page 38: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 33 Over de vorming van een brandweercorps

C. PLINIUS TRAIANO IMPERATORI

1 Cum diversam partem provinciae circumirem, Nicomediae vastissimum incendium multas privatorum domos et duo publica opera, quamquam via interiacente, Gerusian et Iseon absumpsit.

2 Est autem latius sparsum, primum violentia venti, deinde inertia hominum quos satis constat otiosos et immobiles tanti mali spectatores perstitisse; et alioqui nullus usquam in publico sipo, nulla hama, nullum denique instrumentum ad incendia compescenda. Et haec quidem, ut iam praecepi, parabuntur;

1 diversus h.l. afgelegenNicomedia : hoofdstad van Bithynië vastus = ontzaglijk: hoewel natuursteen en baksteen

de voornaamste bouwmaterialen waren, was brand een voortdurende bedreiging voor de steden van het Romeinse Rijk. Rome zelf was herhaaldelijk afgebrand ondanks het bestaan van een grote, professionele brandweerbri- gade

privatus (gewoon) burgerinteriaceo, interiacēre er tussenin liggenGerusia Gerusia: gebouw van de Raad van OudenIseon Isistempel: Egyptische godin, van wie de

cultus een populaire vorm van persoonlijke religie was door het hele Romeinse Rijk heen

absumo, absumĕre verwoesten2 sparsum subject: incendium

violentia geweld, krachtinertia = traagheid, loomheid: er was grote sociale

onrust tussen de rijken en de armen, die niet hard zouden lopen om de huizen van de rijken te beschermen tegen het vuur

otiosus werkeloosimmobilis onbeweeglijkpersto, perstare erbij blijven staanalioqui bovendien, overigensin publico in de stadsipo, -onis brandspuit (sivfwn)hama brandemmer (a[mh)instrumentum : ladders, stokken en grote lakens, onder-

gedompeld in water, waren het gereedschap van de brandweer. In Italië waren de vak- lieden die dit gereedschap bezaten of maakten, door de steden georganiseerd in vrijwillige brandweerkorpsen

compesco, compescĕre bedwingenpraecipio, praecipĕre voorschrijven, bevelen

Page 39: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 tu, domine, dispice an instituendum putes collegium fabrorum dumtaxat hominum CL. Ego attendam, ne quis nisi faber recipiatur neve iure concesso in aliud utantur; nec erit difficile custodire tam paucos.

3 dispicio, dispicĕre bekijkencollegium fabrorum = gilde van timmerlieden:

volgens de Lex Iulia mocht een dergelijk collegium slechts onder goedkeuring van de senaat en de keizer opgericht worden. In Italië en de westelijke provincies waren de vrijwillige brandweerkorpsen zo georgani- seerd. In het Oosten bestonden zulke gilden van handwerkers niet. Bovendien had Traianus Plinius geïnstrueerd alle sociale genoot

schappen af te schaffen, omdat zij georganiseerde centra van politiek opstand (factiones) werden. De

geheime genootschappen (sodalicia) waren om die reden verboden

dumtaxat slechts, niet meer danattendo, attendĕre letten oprecipio, recipĕre opnemen: om subversieve elementen te werenconcedo, concedĕre verlenenin aliud voor iets anderscustodio, custodire : dergelijke gilden werden gemakkelijk

politieke groeperingen

Page 40: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 34 Het antwoord van Traianus

TRAIANUS PLINIO

1 Tibi quidem secundum exempla complurium in mentem venit posse collegium fabrorum apud Nicomedenses constitui. Sed meminerimus provinciam istam et praecipue eas civitates eius modi factionibus esse vexatas. Quodcumque nomen ex quacumque causa dederimus iis, qui in idem contracti fuerint, hetaeriae eaeque brevi fient.

2 Satius itaque est comparari ea, quae ad coercendos ignes auxilio esse possint, admonerique dominos praediorum, ut et ipsi inhibeant ac, si res poposcerit, accursu populi ad hoc uti.

1 mihi venit in mentem het komt bij mij opcomplurium sc. aliarum urbiumNicomedensis, -is bewoner van Nicomediaconstituo, constituĕre vaststellenpraecipue vooralfactio, -onis partij, kliekquodcumque / quacumque welke ook maarin idem voor een bepaald doelcontraho, contrahĕre samentrekken, bijeenbrengenhetairiae hetairiae: geheime genootschappen /

verenigingen met een politiek of religieus doelbrevi in korte tijd

2 satius betercoerceo, coercēre beteugelenadmoneo, admonēre aansporenpraedium onroerend goedinhibeo, inhibēre tegenhouden, bedwingen (nl. incendia)accursus, -us toeloop, hulp

Page 41: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 37 Over het voltooien van een waterleiding

Plinius had veel aandacht voor problemen i.v.m. waterbevoorrading en drainering van gronden. Hij had hierin ervaring opgedaan toen hij van 104 tot 107 zetelde in het bestuur van de Water- en Draineringscommissie van de rivier de Tiber in Rome. In Bithynia bleek de stad Nicomedia er maar niet in te slagen zijn waterhuishouding te regelen.

C. PLINIUS TRAIANO IMPERATORI

1 In aquae ductum, domine, Nicomedenses impenderunt HS XXX CCCXVIII, qui imperfectus adhuc omissus, destructus etiam est; rursus in alium ductum erogata sunt CC. Hoc quoque relicto novo impendio est opus, ut aquam habeant, qui tantam pecuniam male perdiderunt.

1 aquae ductus, -us waterleidingNicomedensis, -is bewoner van Nicomedia, de hoofdstad van

Bithyniëimpendo, impendĕre (aanvragen en) bestedenHS XXX CCCXVIII sc. (milia) = 3.318.000 sestertiënimperfectus onvoltooidadhuc tot nog toeomitto, omittĕre stilleggenerogo, erogare uitgeven, aanbestedenCC sc. (milia) = 200.000 sestertiënimpendium uitgaveopus est + abl iets is nodigperdo, perdĕre verkwisten

Page 42: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Ipse perveni ad fontem purissimum, ex quo videtur aqua debere perduci, sicut initio temptatum erat, arcuato opere, ne tantum ad plana civitatis et humilia perveniat. Manent adhuc paucissimi arcus: possunt et erigi quidam lapide quadrato, qui ex superiore opere detractus est; aliqua pars, ut mihi videtur, testaceo opere agenda erit, id enim et facilius et vilius.

3 Sed in primis necessarium est mitti a te vel aquilegem vel architectum, ne rursus eveniat quod accidit. Ego illud unum affirmo, et utilitatem operis et pulchritudinem saeculo tuo esse dignissimam.

2 perduco, perducĕre op de plaats van bestemming brengenarcuatus boog-: volgens het systeem waarbij de leiding

op bogen rustopus, operis werk, structuurplanus vlakhumilis laag liggendarcus, -us boogerigo, erigĕre bouwen, oprichtenlapis quadratus natuursteen, blokken steensuperior voorgaand, vorigdetraho, detrahĕre verwijderentestaceus gemaakt van baksteenopus testaceum baksteenvilis goedkoop

3 aquilex, -legis waterbouwkundig ingenieurevenio, evenire gebeuren, voorvallenaccido, accidĕre gebeurenaffirmo, affirmare benadrukken, verklarensaeculum regeerperiode, tijdvak dignus + abl waardig

Page 43: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 38 Het antwoord van Traianus

Trajanus vindt dat Plinius alle lof verdient met zijn bezorgdheid voor de watertoevoer van Nicomedia, maar hij moet dringend actie ondernemen i.v.m. een even zorgwekkend aspect van deze zaak.

TRAIANUS PLINIO

Curandum est, ut aqua in Nicomedensem civitatem perducatur. Vere credo te ea, qua debebis, diligentia hoc opus aggressurum. Sed medius fidius ad eandem diligentiam tuam pertinet inquirere, quorum vitio ad hoc tempus tantam pecuniam Nicomedenses perdiderint, ne, dum inter se gratificantur, et incohaverint aquae ductus et reliquerint. Quid itaque compereris, perfer in notitiam meam.

perduco, perducĕre op de plaats van bestemming brengen vere werkelijkdiligentia nauwgezetheidaggredior, aggredi ondernemen, beginnen aanmedius fidius = me Dius Fidius (iuvet) = waarachtig,

zo waarlijk helpe mij God!pertinet ad (toe)behoren aaninquiro, inquirĕre onderzoekenvitium tekortkoming, schuldinter se gratificor, gratificari elkaar een profijtje gunnenincoho, incohare beginnencomperio, comperire ontdekkennotitia aandacht

Page 44: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 94 Over het toekennen van het ius trium liberorum aan de kinderloze Suetonius

Suetonius Tranquillus was geleerde, geschiedschrijver en grammaticus. Hij schreef De Vita Caesarum (levens van de eerste 12 keizers tot en met Domitianus) en De Grammaticis et Rhetoribus (onderdeel van De Viris Illustribus), en andere, verloren gegane werken. Hij was een contubernalis van Plinius, die hem herhaaldelijk diensten bewees. Onder Hadrianus viel hij tegelijk met zijn beschermheer Septicius Clarus in ongenade.

C. PLINIUS TRAIANO IMPERATORI

1 Suetonium Tranquillum, probissimum honestissimum eruditissimum virum, et mores eius secutus et studia iam pridem, domine, in contubernium assumpsi, tantoque magis diligere coepi quanto nunc propius inspexi.

2 Huic ius trium liberorum necessarium faciunt duae causae; nam et iudicia amicorum promeretur et parum felix matrimonium expertus est, impetrandumque a bonitate tua per nos habet quod illi fortunae malignitas denegavit.

3 Scio, domine, quantum beneficium petam, sed peto a te cuius in omnibus desideriis meis indulgentiam experior. Potes enim colligere quanto opere cupiam, quod non rogarem absens si mediocriter cuperem.

1 probus rechtschapeneruditus geleerdmores, -um karaktersequor, sequi zich interesseren voor, bewondereniam pridem al lang (geleden)contubernium kameraadschap, vriendschapassumo, assumĕre opnemendiligo, diligĕre waarderen, hoogachten, liefkozenpropius van dichterbij, nader

2 ius trium liberorum : tot de bepalingen, die Augustus in de Lex Iulia et Papia Poppaea (9 na C.) vaststelde, om het geboortecijfer te doen stijgen, behoorden verschillende voorrechten voor hen die drie of meer kinderen hadden

iudicium sc. supremum = uiterste wilbeschikking, testament: zij die geen kinderen hadden, mochten slechts van hun naaste verwanten erven

promereor, promerēri verdienenparum felix d.w.z. kinderloos: felix = (letterlijk) vruchtbaarimpetrandum … habet = impetrandum ei estimpetro, impetrare door middel van een verzoek verkrijgenmalignititas, -tatis wreedheiddenego, denegare ontzeggen

3 indulgentia gunst, goedgunstigheid,genadecolligo, colligĕre beoordelen < verzamelenquanto opere hoe zeermediocriter slechts een beetje

Page 45: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X 95 Het antwoord van Traianus

TRAIANUS PLINIO

Quam parce haec beneficia tribuam, utique, mi Secunde carissime, haeret tibi, cum etiam in senatu affirmare soleam non excessisse me numerum, quem apud amplissimum ordinem suffecturum mihi professus sum. Tuo tamen desiderio subscripsi et dedisse me ius trium liberorum Suetonio Tranquillo ea condicione, qua assuevi, referri in commentarios meos iussi.

parcus spaarzaamtribuo, tribuĕre verlenen, toekennenhaeret tibi sc. in memoria = heeft zich vastgezet in jouw

geheugenexcedo, excedĕre overschrijden, te boven gaanamplissimus edelachtbaaramplissimus ordo : vaste term voor de senaatprofiteor, profitēri openlijk verklarensufficio, sufficĕre voldoende zijnsuffecturum sc. essesubscribo, subscribĕre onderschrijven, steunenassuesco, assuescĕre + abl zich aan iets wennenrefero. referre registreren, opnemencommentarius officieel register, aantekeningen

Page 46: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X,96 Plinius vraagt Trajanus advies inzake de christenen

Epistula X,97 Antwoord van Trajanus

Afgezien van de beruchte passage bij Tacitus over Nero’s christenvervolging en een bericht over vervolgingen onder Domitianus wordt door profane schrijvers nauwelijks of niet melding gemaakt van het christendom, totdat Plinius in 109 na Chr. als gouverneur van de provincie Bithynia-Pontus met het probleem van deze nieuwe religie wordt geconfronteerd.

Een groot aantal christenen is bij Plinius aangeklaagd. Degenen die de offertest weigerden, heeft hij laten terechtstellen, anoniem aangeklaagden heeft hij na de offertest vrijgelaten, maar wat moet hij doen met het grote aantal dat bekend heeft christen te zijn geweest, maar nu bereid is van het geloof af te vallen? Moeten zij gestraft worden of mag hij genade voor recht laten gelden? De brief waarin hij Trajanus om raad vraagt en diens ‘rescript’ zijn belangrijke documenten over de houding van de Romeinse overheid tegenover de christenen in de beginperiode.

Hoewel vreemde godsdiensten over het algemeen in het Romeinse Rijk geduld werden, bijvoorbeeld de Isis-dienst, ontmoette het Christendom al in het begin tegenwerking. De diepere inhoud ervan bleef onbekend bij de leidende persoonlijkheden, die slechts oog hadden voor het gevaar, dat het nieuwe geloof opleverde voor de staat, omdat de christenen de keizer niet als godheid wilden erkennen. De filosofisch denkenden beschouwden het als een vorm van bijgeloof , die zij met het Jodendom verwarden. De vervolging onder Nero was niet van principiële aard. Hij wilde de verdenking van zich afschuiven, die wegens de brand van Rome op hem rustte, en koos de weinig populaire christenen als zondebokken. Trajanus blijkt , juist omdat hij zijn taak als heerser zo ernstig opvatte, de verbreiding van het christendom een gevaar voor de staat te achten. Voor hem vielen de christelijke gemeenten onder de geheime ‘hetaeriae’, waar hij tegen gekant was. Niettemin wenste hij, in overeenstemming met zijn edel karakter en de verlichte tijdgeest (zie de laatste woorden van zijn rescript) zachtmoedigheid te betrachten.

Page 47: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X,96 Plinius vraagt Trajanus advies inzake de christenen

C. PLINIUS TRAIANO IMPERATORI

1 Sollemne est mihi, domine, omnia de quibus dubito ad te referre. Quis enim potest melius vel cunctationem meam regere vel ignorantiam instruere? Cognitionibus de Christianis interfui numquam: ideo nescio quid et quatenus aut puniri soleat aut quaeri.

2 Nec mediocriter haesitavi, sitne aliquod discrimen aetatum, an quamlibet teneri nihil a robustioribus differant; detur paenitentiae venia, an ei, qui omnino Christianus fuit, desisse non prosit; nomen ipsum, si flagitiis careat, an flagitia cohaerentia nomini puniantur. Interim, <in> iis qui ad me tamquam Christiani deferebantur, hunc sum secutus modum.

3 Interrogavi ipsos an essent Christiani. Confitentes iterum ac tertio interrogavi supplicium minatus; perseverantes duci iussi. Neque enim dubitabam, qualecumque esset quod faterentur, pertinaciam certe et inflexibilem obstinationem debere puniri.

1 sollemnis gebruikelijkcunctatio, -onis aarzelingrego, regĕre sturen, de juiste weg wijzenignorantia onwetendheidinstruo, instruĕre onderrichtencognitio, -onis gerechtelijk onderzoekintersum, interesse bijwonen, aanwezig zijn bijquatenus in hoeverrequaero, quaerĕre (gerechtelijk) onderzoeken

2 mediocriter matighaesito, haesitare aarzelen, twijfelen:

hiervan zijn drie tweeledige vragen afhankelijk

discrimen, -minis onderscheidaetas, -tatis h.l. leeftijdsgroepenquamlibet + bijv.nw. hoe … ooktener, teneri jongrobustus volwassendiffero, differre verschillen: wat de straf betreftpaenitentia berouwvenia kwijtscheling van straf < vergiffenisomnino zonder meer, nu eenmaalprosum, prodesse + dat. voordelig zijndesisse = desiisse: sc. Christianum essesi = etiamsi = zelfs alsflagitium schanddaadcareo, carēre + abl. vrij zijn vancohaereo, cohaerēre + dat. samenhangen metdefero, deferre aanbrengen, aangevenmodus regel

3 confiteor, confitēri bekennensupplicium (dood)strafminor, minari + acc. dreigen metpersevero, perseverare hardnekkig volhoudenduco wegleiden: voor de terechtstellingqualecumque wat ook maarfateor, fatēri bekennenpertinacia halsstarrigheidinflexibilis onbuigzaamobstinatio, -onis koppigheid

Page 48: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit
Page 49: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

4 Fuerunt alii similis amentiae, quos, quia cives Romani erant, adnotavi in urbem remittendos. Mox ipso tractatu, ut fieri solet, diffundente se crimine plures species inciderunt.

5 Propositus est libellus sine auctore multorum nomina continens. Qui negabant esse se Christianos aut fuisse, cum praeeunte me deos appellarent et imagini tuae, quam propter hoc iusseram cum simulacris numinum afferri, ture ac vino supplicarent, praeterea male dicerent Christo, quorum nihil cogi posse dicuntur qui sunt re vera Christiani, dimittendos putavi.

6 Alii ab indice nominati esse se Christianos dixerunt et mox negaverunt; fuisse quidem sed desisse, quidam ante triennium, quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti. <Hi> quoque omnes et imaginem tuam deorumque simulacra venerati sunt et Christo male dixerunt.

4 amentia waanzinquia cives Romani erant : zij mochten alleen te Rome en niet zonder beroep op het volk terechtgesteld

wordenadnoto, adnotare (laten) registrerenremitto, remittĕre wegzendentractatus, -us (het in) behandeling (nemen)diffundo, diffundĕre verbreidenspecies, -ei bijzonder gevalincido, incidĕre zich voordoen

5 propono, proponĕre voorleggenlibellus h.l. aanklachtauctor, -is schrijver: sine auctore = anoniemcontineo, continēre bevattenqui = eos, qui: verbinden met dimettendos

esse putavipraeeo, praeire voorzeggen (van gebed of formule)appello, appelare aanroepenimago, -ginis beeld: de goddelijke verering van de

keizers was in het Oosten al lang in gebruik en werd daar ook door het bestuur verlangd; in Rome zelf was dit nog niet het geval

numen, -minis godtus, turis wierooksupplico, supplicare + dat. smeken totmaledico, maledicĕre + dat. vervloekenquorum nihil tot niets waarvandimitto, dimittĕre wegsturen

6 index, indicis aanklagernomino, nominare noementriennium drie jaarnon nemo een enkelingveneror, venerari aanbidden

Page 50: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

7 Affirmabant autem hanc fuisse summam vel culpae suae vel erroris, quod essent soliti stato die ante lucem convenire, carmenque Christo quasi deo dicere secum invicem seque sacramento non in scelus aliquod obstringere, sed ne furta ne latrocinia ne adulteria committerent, ne fidem fallerent, ne depositum appellati abnegarent. Quibus peractis morem sibi discedendi fuisse rursusque coeundi ad capiendum cibum, promiscuum tamen et innoxium; quod ipsum facere desisse post edictum meum, quo secundum mandata tua hetaerias esse vetueram.

7 adfirmo, adfirmare de verklaring afleggensumma hoofdzaakerror, erroris dwalingstatus vastgesteld: die stato: de zondagante lucem : de viering van de vigilia: de nachtwakesecum invicem = om beurten: tussen voorganger en

gemeentesacramentum doopeed: Plinius denkt aan een eed van

trouw zoals in het leger en bij geheime politieke groeperingen

se obstringo, obstringĕre + acc. zich verplichten totfurtum diefstallatrocinium roofmoordadulterium echtbreukfidem fallo, fallĕre woordbreuk plegendepositum nego, negare iets wat aan iemand is toevertrouwd (bij

terugvordering) weigeren terug te gevenappello, appellare aanmanen (tot teruggave), sommerenperago, peragĕre volbrengen, voltooiencoeo, coire samenkomencibus hier wordt gedoeld op de maaltijd die de

armen werd aangeboden door de rijkere gemeenteleden de agapè, het liefdemaal.Dit moet worden onderscheiden van de eucharistieviering, het heilig avondmaal, dat waarschijnlijk in de eerste bijeen- komst plaatsvond en die aanleiding gaf tot gruwelverhalen over rituele moorden, het slachten en opeten van kinderen. De woorden promiscuus en obnoxius willen dit onkennen.

promiscuus gewoon, normaalinnoxius onschuldigquod ipsum en zelfs ditedictum verordeningsecundum + acc. volgenshetaeria genootschap, vereniging: met politiek of

godsdienstig doel

Page 51: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

8 Quo magis necessarium credidi ex duabus ancillis, quae ministrae dicebantur, quid esset veri, et per tormenta quaerere. Nihil aliud inveni quam superstitionem pravam et immodicam.

9 Ideo dilata cognitione ad consulendum te decucurri. Visa est enim mihi res digna consultatione, maxime propter periclitantium numerum. Multi enim omnis aetatis, omnis ordinis, utriusque sexus etiam vocantur in periculum et vocabuntur. Neque civitates tantum, sed vicos etiam atque agros superstitionis istius contagio pervagata est; quae videtur sisti et corrigi posse.

10 Certe satis constat prope iam desolata templa coepisse celebrari, et sacra sollemnia diu intermissa repeti passimque venire <carnem> victimarum, cuius adhuc rarissimus emptor inveniebatur. Ex quo facile est opinari, quae turba hominum emendari possit, si sit paenitentiae locus.

8 quo en daarom (vanwege uw verbod) des teancilla slavinministra diakones: helpster bij de eredienstquid esset veri wat ervan waar waset en weltormentum foltering: een getuigenis van slaven was

pas rechtsgeldig als het verhoor onder folteringen plaats vond

quaero, quaerĕre onderzoekensuperstitio, -onis bijgeloofpravus slechtimmodicus mateloos, grenzeloos

9 differo, differre uitstellencognitio, -onis gerechtelijk onderzoekdecurro, decurrĕre er toe overgaanconsultatio, -onis raadplegingpericlitantes, -ium degenen die het risico van veroordeling

lopensexus, -us geslachtvoco in periculum, vocare aanklagenvicus dorpagri plattelandcontagio, -onis besmetting metpervagor, pervagari + acc. zich verspreiden oversisto, sistĕre tot staan brengen, stoppencorrigo, corrigĕre verbeteren

10 desolatus verwaarloosdcelebro, celebrare in groten getale bezoekensacra sollemnia offerfeestenintermissus in onbruik geraaktrepeto, repetĕre h.l. weer opvattenveneo, venire < venum ire verkocht wordenvictimarum sc. carnememptor, -oris koperopinor, opinari h.l. concluderenemendo, emendare tot beter inzicht brengenpaenitentia berouw

Page 52: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula X,97 Antwoord van Trajanus

TRAIANUS PLINIO

1 Actum quem debuisti, mi Secunde, in excutiendis causis eorum, qui Christiani ad te delati fuerant, secutus es. Neque enim in universum aliquid, quod quasi certam formam habeat, constitui potest.

2 Conquirendi non sunt; si deferantur et arguantur, puniendi sunt, ita tamen ut, qui negaverit se Christianum esse idque re ipsa manifestum fecerit, id est supplicando dis nostris, quamvis suspectus in praeteritum, veniam ex paenitentia impetret. Sine auctore vero propositi libelli <in> nullo crimine locum habere debent. Nam et pessimi exempli nec nostri saeculi est.

1 actus, -us handelwijzedebuisti sc. sequimi vocativius van meusexcutio, excutĕre onderzoeken causa zaak, motief (waarom zij voor de

verboden religie gekozen hadden)defero, deferre aanbrengenfuerant = erantin universum in het algemeen, voor iedereen geldendcertam formam habeo, habēre een vaste regel bevattenconstituo, constituĕre vaststellen

2 conquiro, conquirĕre opsporenarguo, arguĕre schuldig verklarenmanifestus duidelijksupplico, supplicare + dat. smeken totsuspectus verdachtin praeteritum ten aanzien van het verledenimpetro, impetrare verkrijgenauctor, -oris schrijver: sine auctore = anoniempropono, proponĕre voorleggenlibellus schriftelike aanklachtlocum habeo in, habēre een geldige grond vormen voorest + gen. het hoort bij, het is eigen aanpessimi exempli = pessimum exemplumexemplum h.l. precedentsaeculum h.l. tijd

Page 53: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Een interim-manager in het Romeinse Rijk. Plinius in BithyniëJona Lendering, Een interim-manager in het Romeinse Rijk. Plinius in Bithynië (1998 De Roo interim; 90.802729.2.2).

Bespreking in Hermeneus 71 (1999)

Omstreeks 110 n.Chr. verbleef Plinius Minor een aantal jaren in Bithynië-Pontus. Hij moest orde op zaken stellen in deze Romeinse provincie (gelegen in wat nu Turkije heet), en wel in opdracht van keizer Trajanus, met wie hij, zo blijkt uit de van Plinius bewaard gebleven brieven, in geregeld contact stond. Bekend is vooral de correspondentie met de keizer over de vraag hoe moest worden opgetreden tegen Christenen in het door Plinius bestuurde gebied. Plinius was naar Bithynië-Pontus gestuurd 'krachtens een besluit van de senaat'. Dat lezen we in een ter ere van hem in de thermen van zijn geboorteplaats Novum Comum aangebrachte inscriptie (Corpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit was genomen op instigatie van Trajanus. Plinius werd immers, zo blijkt uit de al genoemde inscriptie, naar Bithynië gezonden als legatus Augusti pro praetore consulari potestate, dat wil zeggen, als gevolmachtigde des Keizers met de rang van praetor en de bevoegdheid van consul. Legatus Augusti, zo legt Jona Lendering uit in zijn Een interim-manager in het Romeinse rijk, was niet de gewone benaming voor de gouverneur van Bithynië. Normaliter heette zo iemand proconsul. Bithynië was namelijk geen keizerlijke, maar een senatoriale provincie - het onderscheid tussen beide soorten provincies bestond al sinds de tijd van keizer Augustus en werd onder andere tot uitdrukking gebracht in de titulatuur van de gouverneur. Dat Trajanus het nodig vond Plinius als keizerlijk gevolmachtigde naar de senatoriale provincie Bithynië te sturen, wijst op het bestaan van een crisis in het betreffende gebied. Men had daar, aldus Lendering, behoefte aan een 'interimmanager avant la lettre'. Lenderings voor een algemeen publiek bestemde boekje over Plinius in Bithynië is de uitgewerkte tekst van een lezing die hij in februari 1998 heeft gehouden op verzoek van een bureau dat interim-management verzorgt voor organisaties als de overheid, het verzekeringswezen en de banken. Dit laatste verklaart het veelvuldig gebruik van de termen 'manager' en 'management' in de tweeënnegentig bladzijden die het boekje telt (meer dan dertig keer, met bijvoorbeeld op p.41: 'Het proces tegen Jezus is een voorbeeld van crisismanagement'.) Dit had best wat minder gekund. Over Plinius' doen en laten in Bithynië komt Lendering pas op p.70  te spreken. In de bladzijden daarvoor behandelt hij de verschillende aspecten van de Romeinse cultuur die noodzakelijk zijn om Plinius' optreden in het verre Bithynië te begrijpen. De aandacht gaat vooral uit naar de praktijk van het rijksbestuur. De auteur gaat soms wat kort door de bocht, maar alles bijeengenomen is het een aardig, vlot geschreven boekje. Niet alleen managers kunnen er het een en ander uit leren.

H.C. Teitler

Hoe werd het Romeinse Rijk bestuurd? Daarmee bedoel ik niet de formele structuur van de staatsinstellingen, maar de dagelijkse praktijk van hoor- en rechtszittingen, bemiddeling en interventie in lokaal bestuur, de afhandeling van correspondentie, de praktijk van de belastinginning en de vervulling van ceremoniële verplichtingen door bestuurders en machthebbers. De geschiedschrijver Cassius Dio (± 164-na 229) klaagde erover dat met het einde van de Republiek en de vestiging van het keizerrijk door Augustus de besluitvorming door en in de omgeving van de keizer in het geheim plaats vond en zo ook aan het zicht van de latere geschiedvorser onttrokken was. Helemaal gelijk had hij niet. De brieven van Plinius de Jongere (± 61-na 112) die in de eerste plaats om hun literaire betekenis gepubliceerd en bewaard gebleven zijn, laten iets zien van de dagelijkse beslommeringen van een hoge Romeinse bestuurder en hoe en waarover hij zijn keizer raadpleegde. Plinius werd door keizer Traianus (97-117) als gouverneur met zeer bijzondere volmachten -formeel waren zij gelijk aan die van de keizer zelf- naar de provincie Bithynië, in het noordwesten van het huidige Turkije, gezonden. Hier moest hij als 'interimmanager', zoals wij tegenwoordig zouden zeggen, het puin ruimen van jarenlang corrupt bestuur en financieel wanbeheer. Hij bleef er misschien achttien maanden en stelde er, vooral op financieel gebied, krachtig orde op zaken. Het boekje dat Jona Lendering hierover geschreven heeft, Een interim-manager in her Romeinse Rijk. Plinius in Bithynië, is bijzonder aardig. Het is voortgekomen uit een lezing die de auteur voor een bureau voor interim-management hield en is dus op een breed publiek gericht. Het is goed opgebouwd. In een reeks korte hoofdstukjes wordt de lezer vertrouwd gemaakt met de agrarische bestaansbasis en de renteniersmentaliteit van de Romeinse samenleving, de positie van de keizer ('eenzaam aan de top' is een mooie karakterisering), de taken die hij uitvoerde (veel luisteren en reageren op correspondentie en verzoekschriften) en de tegengestelde kringen van senatoren en keizerlijke vrijgelatenen waaruit de keizer zijn bestuurders en ambtenaren koos. Ook het bestuur op het niveau van de provincie komt aan de orde. Centraal staat het proces dat Pontius Pilatus als stadhouder van Judaea tegen Jezus van Nazareth moest voeren. Verder wordt de lokale elite geportretteerd waarmee de gouverneur te maken had ('management by speech' is weer een mooie karakterisering, evenals: 'zij waren elkaars gevangene') om ten slotte uit te komen bij de bijzondere situatie in Bithynië en Plinius' optreden aldaar en de correspondentie die hij met de keizer voerde over de te nemen maatregelen. Daaruit blijkt weer hoe een vertrouwd bestuurder toch ook voorzichtig met deze machtige persoon moest omgaan. Daarnaast wijst Lendering er terecht steeds op hoe belangrijk het gesproken woord in de communicatie was en wat de rol was van het optreden van beroemde 'concertredenaars'. Ed van der Vliet

Page 54: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius’ landhuis / landhuizen

Epistula II 17 Plinius’ landhuis aan zee- plattegrond en afbeelding bij de tekst van Epistula II 17- ‘Beste Plinius’: brief van Stan aan Plinius (incl. spelfouten)

Epistula IX,7 De landhuizen van Plinius aan het meer van Como

Page 55: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula II 17 Plinius’ landhuis aan zee

Al in de oudheid bezaten vele Romeinen, die het zich konden veroorloven, buitenhuizen en zomerverblijven o.a. op de kust van de Tyrrheense zee. In deze brief beschrijft Plinius zijn op ongeveer 25 km van Rome iets ten zuiden van Ostia gelegen villa, Laurentinum of Laurens genoemd naar het nabij gelegen dorpje Laurentum. De beschrijving is zo levendig dat het is alsof Plinius ons zelf in zijn huis rondleidt . Als niet alle technische details, met name van de centrale verwarming, even duidelijk zijn, moet je bedenken dat het ook niet Plinius’ bedoeling was een technische uiteenzetting te geven en dat bovendien vele dingen die voor ons duister zijn bij zijn lezers bekend verondersteld mogen worden.

C. PLINIUS GALLO SUO S.

1 Miraris cur me Laurentinum vel - si ita mavis -, Laurens meum tanto opere delectet; desines mirari, cum cognoveris gratiam villae, opportunitatem loci, litoris spatium.

2 Decem septem milibus passuum ab urbe secessit, ut peractis quae agenda fuerint salvo iam et composito die possis ibi manere. Aditur non una via; nam et Laurentina et Ostiensis eodem ferunt, sed Laurentina a quarto decimo lapide, Ostiensis ab undecimo relinquenda est. Utrimque excipit iter aliqua ex parte harenosum, iunctis paulo gravius et longius, equo breve et molle.

1 Laurentinum landgoed bij LaurentumLaurens sc. praedium = landgoedtanto opere zozeerdelecto, delectare vermaken, verblijdenopportunitas, -tatis gunstige ligging spatium uitgestrektheid

2 secedo, secedĕre perf. verwijderd zijnperago, peragĕre volbrengensalvo iam et composito die na de dag goed en volledig benut te hebbenfero, ferre leiden (onderwerp viae)lapis, -pidis mijlsteenexcipio, excipĕre aansluiten opharenosus zandigaliqua ex parte voor een (of ander) deeliunctis sc. equisiungo, iungĕre inspannen (voor een wagen)paulo een beetje, wat

mollis aangenaam

Page 56: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 Varia hinc atque inde facies; nam modo occurrentibus silvis via coartatur, modo latissimis pratis diffunditur et patescit; multi greges ovium, multa ibi equorum boum armenta, quae montibus hieme depulsa herbis et tepore verno nitescunt. Villa usibus capax, non sumptuosa tutela.

4 Cuius in prima parte atrium frugi, nec tamen sordidum; deinde porticus in D litterae similitudinem circumactae, quibus parvola sed festiva area includitur. Egregium hac adversus tempestates receptaculum; nam specularibus ac multo magis imminentibus rectis muniuntur.

3 occurro, occurrĕre in de weg staancoarto, coartare versmallendiffundo, diffundĕre passief zich verbredenpatesco, patescĕre zich uitbreidenarmentum kudde (van grote dieren)tepor vernus zachte lenteluchtnitesco, nitescĕre er welgedaan uit gaan zienusus, usus gebruikcapax + dat. omvangrijk (in)sumptuosus kostbaar, duurtutela onderhoud

4 atrium voorzaal, hal (omgeven door een overdekte gaanderij)

frugi degelijk, eenvoudig < dat.finalis van frux, frugis = tot nut

sordidus sjofelporticus, -us (vrl) zuilengangsimilitudo, -dinis vorm < nabootsingcircumago, circumagĕre (in een kring) ronddraaienfestivus genoegelijkarea binnenplaatsegregius uitstekendhae sc. porticustempestas, -tatis stormreceptaculum toevlucht(soord)specular, -is onder lapis specularis verstonden de Romeinen

een soort natuurlijk glasimmineo, imminēre erboven uitstekentectum dakmunio, munire versterken

Page 57: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

5 Est contra medias cavaedium hilare, mox triclinium satis pulchrum, quod in litus excurrit ac si quando Africo mare impulsum est, fractis iam et novissimis fluctibus leviter alluitur. Undique valvas aut fenestras non minores valvis habet atque ita a lateribus a fronte quasi tria maria prospectat; a tergo cavaedium porticum aream porticum rursus, mox atrium silvas et longinquos respicit montes.

6 Huius a laeva retractius paulo cubiculum est amplum, deinde aliud minus quod altera fenestra admittit orientem, occidentem altera retinet; hac et subiacens mare longius quidem sed securius intuetur.

5 cavaedium binnenplaatshilaris vrolijkexcurro, excurrĕre uitlopenAfrico sc. vento = Zuidenwindimpello, impellĕre in beweging brengenalluo, alluĕre bespoelenvalvae dubbele deurenlatus, -eris zijkantfrons, -ntis voorkantprospecto, prospectare uitkijken optergum achterkantlonginquus ver afgelegenrespicio, respicĕre de blik richten op

6 laevus linksretractius (comparativus) meer naar achteren gelegenorientem, occidentem sc. solem: de zon bij haar opkomst /de zon bij

haar ondergangsubiaceo, subiacēre onder iets liggensecurus rustig, veilig

Page 58: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

7 Huius cubiculi et triclinii illius obiectu includitur angulus, qui purissimum solem continet et accendit. Hoc hibernaculum, hoc etiam gymnasium meorum est; ibi omnes silent venti, exceptis qui nubilum inducunt, et serenum ante quam usum loci eripiunt.

8 Annectitur angulo cubiculum in hapsida curvatum, quod ambitum solis fenestris omnibus sequitur. Parieti eius in bibliothecae speciem armarium insertum est, quod non legendos libros sed lectitandos capit.

7 intueor, intueri uitkijken opobiectus, -us het er vóór liggenpurus vol < helderaccendo, accendĕre doen gloeienhibernaculum winterverblijfexcipio, excipĕre uitzonderennubilus bewolkt, sc. caeluminduco, inducĕre aanvoerenserenus helder, sc. caelumusus, -us nut, bruikbaarheid, voordeel

8 annecto, annectĕre verbindenhapsis = absis halve cirkelcurvo, curvare krommen, buigenambitus, -us baanparies, parietis muurin speciem + gen. lijkend oparmarium kastinsero, inserĕre invoegenlectito, lectitare dikwijls lezen

capio, capĕre bevatten

Page 59: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

9 Adhaeret dormitorium membrum transitu interiacente, qui suspensus et tubulatus conceptum vaporem salubri temperamento huc illuc digerit et ministrat. Reliqua pars lateris huius servorum libertorumque usibus detinetur, plerisque tam mundis, ut accipere hospites possint.

10 Ex alio latere cubiculum est politissimum; deinde vel cubiculum grande vel modica cenatio, quae plurimo sole, plurimo mari lucet; post hanc cubiculum cum procoetone, altitudine aestivum, munimentis hibernum; est enim subductum omnibus ventis. Huic cubiculo aliud et procoeton communi pariete iunguntur.

9 adhaereo, adhaerēre grenzen aandormitorium slaap-membrum vertrektransitus, -us overloop: deze was centraal verwarmd, zowel

onder de op lage zuiltjes gebouwde vloer (suspensus) als door pijpen in de wanden (tubulatus), waardoorheen de warme lucht (vapor) uit de benedenruimte optrok

interiaceo, interiacēre liggen tussensuspensus zwevendtubulatus van buizen voorzienconcipio, concipĕre opvangenvapor, -oris hete luchtsalubris gezondtemperamentum verhoudingdigero, digerĕre verspreidenministro, ministrare verschaffendetineo, detinēre in beslag nemen, bestemmenplerisque sc. cubiculismundus net

10 politus smaakvol ingerichtgrandis groot, omvangrijkmodicus niet te grootcenatio, -onis eetkamerluceo, lucēre schitterenprocoeto, -onis voorkamer (voor personeel)aestivus geschikt voor de zomermunimentum beschuttinghibernus geschikt voor de wintersubductus beschut tegen

Page 60: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

11 Inde balinei cella frigidaria spatiosa et effusa, cuius in contrariis parietibus duo baptisteria velut eiecta sinuantur, abunde capacia si mare in proximo cogites. Adiacet unctorium, hypocauston, adiacet propnigeon balinei, mox duae cellae magis elegantes quam sumptuosae; cohaeret calida piscina mirifica, ex qua natantes mare aspiciunt,

12 nec procul sphaeristerium quod calidissimo soli inclinato iam die occurrit. Hic turris erigitur, sub qua diaetae duae, totidem in ipsa, praeterea Chianti quae latissimum mare longissimum litus villas amoenissimas possidet.

11 balneum badinrichtingcella kamerspatiosus ruimeffusus uitgestrektbaptisterium badkuipvelut eiecta sinuantur met een bocht als het ware naar voren

springenabunde meer dan genoegcapax, -acis ruimadiaceo, adiacēre erbij liggenunctorium zalfkamerhypocauston vertrek met hete/luchtverwarmingpropnigeon stookplaatselegans smaakvol, keurigsumptuosus kostbaar, weelderigcohaereo, cohaerēre samenhangen metcalidus warmpiscina zwembadmirificus buitengewoon, bewonderenswaardig

12 sphaeristerium baan voor balspelinclino, inclinare ten einde lopen occurro, occurrĕre ontmoetenturris, -is torenerigo, erigĕre passief zich verheffendiaeta appartementamoenus lieflijk, bekoorlijkpost (bijwoord) erachter, achteraan

Page 61: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

13 Est et alia turris; in hac cubiculum, in quo sol nascitur conditurque; lata post apotheca et horreum, sub hoc triclinium, quod turbati maris non nisi fragorem et sonum patitur, eumque iam languidum ac desinentem; hortum et gestationem videt, qua hortus includitur.

14 Gestatio buxo aut rore marino, ubi deficit buxus, ambitur; nam buxus, qua parte defenditur tectis, abunde viret; aperto caelo apertoque vento et quamquam longinqua aspergine maris inarescit.

13 apotheca wijnkelderhorreum provisiekamerturbo, turbare onstuimig makennon nisi alleenfragor, -is geraaspatior, pati toelatenlanguidus zacht kabbelendgestatio, -onis laan (waar men in draagstoelen gedragen een

luchtje schepte)14 buxus buksboom

ros marinus zeedauw < rozemarijndeficio, deficĕre beginnen te ontbrekenabunde meer dan genoegvireo, virēre groen zijnaspergo, -ginis het spatteninaresco, inarescĕre verdorren

Page 62: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

15 Adiacet gestationi interiore circumitu vinea tenera et umbrosa, nudisque etiam pedibus mollis et cedens. Hortum morus et ficus frequens vestit, quarum arborum illa vel maxime ferax terra est, malignior ceteris. Hac non deteriore quam maris facie Chianti remota a mari fruitur, cingitur diaetis duabus a tergo, quarum fenestris subiacet vestibulum villae et hortus alius pinguis et rusticus.

16 Hinc cryptoporticus prope publici operis extenditur. Utrimque fenestrae, a mari plures, ab horto singulae sed alternis pauciores. Hae cum serenus dies et immotus, omnes, cum hinc vel inde ventis inquietus, qua venti quiescunt sine iniuria patent.

15 interior meer naar binnen gelegencircumitus, -us omloopvinea tenera bedoeld wordt: een met wijnranken begroeide

pergola umbrosus schaduwrijkcedens begaanbaarmorus moerbeiboomficus vijgeboomvel zeker wel (ter versterking van een

superlativus)ferax vruchtbaarmalignus schraalhac sc. facie = aanblikvestibulum ingangpinguis vruchtbaarrusticus landelijk

16 cryptoporticus, -us overdekte gang (hybridisch woord, samengesteld uit kruvpto~ en porticus)

publici operis gen. qualitatis van de afmetingen van een …extendo, extendĕre passief zich uitstrekkenscilicet namelijkalternis singulae één op de twee: d.w.z. tegen telkens twee

ramen aan de zeezijde is er telkens één aan de kant van de tuin

immotus zonder windinquietus onrustigquiesco, quiescĕre rustig zijn iniuria h.l. beschadigingpateo, patēre open staan

Page 63: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

17 Ante cryptoporticum xystus violis odoratus. Teporem solis infusi repercussu cryptoporticus auget, quae ut tenet solem sic aquilonem inhibet summovetque, quantumque caloris ante tantum retro frigoris; similiter africum sistit, atque ita diversissimos ventos alium alio latere frangit et finit. Haec iucunditas eius hieme, maior aestate.

18 Nam ante meridiem xystum, post meridiem gestationis hortique proximam partem umbra sua temperat, quae, ut dies crevit decrevitve, modo brevior modo longior hac vel illa cadit.

19 Ipsa vero cryptoporticus tum maxime caret sole, cum ardentissimus culmini eius insistit. Ad hoc patentibus fenestris favonios accipit transmittitque nec umquam aere pigro et manente ingravescit.

17 xystus terras met bloembeddenviola violierodoratus geurig, welriekendtepor, -oris zachte warmteinfundo, infundĕre passief binnenvallenrepercussus, -us weerkaatsingaquilo, -onis noordenwindinhibeo, inhibēre tegenhoudensubmoveo, submovēre verwijderd houdenretro aan de achterzijdeAfricus zuidwestenwindsisto, sistĕre tot staan brengen

18 tempero, temperare in de juiste temperatuur brengen

ut al naargelangdecresco, decrescĕre ten einde lopen

19 culmen, -minis hoogste puntinsisto, insistĕre op iets gaan staan Favonius (zoele) zuidwestenwindpiger bedompt, mufingravesco, ingravescĕre zwaar worden

Page 64: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

20 In capite xysti, deinceps cryptoporticus horti, diaeta est amores mei, re vera amores: ipse posui. In hac heliocaminus quidem alia xystum, alia mare, utraque solem, cubiculum autem valvis cryptoporticum, fenestra prospicit mare.

21 Contra parietem medium zotheca perquam eleganter recedit, quae specularibus et velis obductis reductisve modo adicitur cubiculo modo aufertur. Lectum et duas cathedras capit; a pedibus mare, a tergo villae, a capite silvae: tot facies locorum totidem fenestris et distinguit et miscet.

20 caput, capitis kop, bovenkantdeinceps in aansluiting met dat vandiaeta appartementamor, -oris h.l.. lievelingsvertrekre vera werkelijkheliocaminus zonnebadalia sc. parteutraque sc. partevalvae dubbele deuren

21 zotheca serre, erkerperquam zeerspecular, -is onder lapis specularis verstonden de Romeinen

een soort natuurlijk glasvelum gordijnobduco, obducĕre iets voor iets schuivenreduco, reducĕre wegtrekkenadicio, adicĕre toevoegenlectus bedkathedra (gemakkelijke) leunstoelcapio, capĕre bevattena pedibus sc. iacentistotidem evenveel

Page 65: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

22 Iunctum est cubiculum noctis et somni. Non illud voces servolorum, non maris murmur, non tempestatum motus non fulgurum lumen, ac ne diem quidem sentit, nisi fenestris apertis. Tam alti abdicitque secreti illa ratio, quod interiacens andron parietem cubiculi hortique distinguit atque ita omnem sonum media inanitate consumit.

23 Applicitum est cubiculo hypocauston perexiguum, quod angusta fenestra suppositum calorem, ut ratio exigit, aut effundit aut retinet. Procoeton inde et cubiculum porrigitur in solem, quem orientem statim exceptum ultra meridiem oblicum quidem sed tamen servat.

22 servulus slaafjemurmur, -uris geruistempestas, -tatis stormfulgur, -is bliksemabdo, abdĕre verbergensecretum afzonderingratio, -onis redenandron mannenvertrekinanitas, -tatis lege ruimteconsumo, consumĕre h.l. smoren

23 applico, applicare, PPP applicitum toevoegenhypocauston vertrek met hete-lucht-verwarmingperexiguus zeer kleincalor, -oris hitteexigo, exigĕre eisen, verlangeneffundo, effundĕre loslatenprocoeton voorvertrek (voor personeel)porrigo, porrigĕre passief-reflexief zich uitstrekkenorior, oriri opkomenexcipio, excipĕre opvangenultra langer danmeridies, -ei middagobliquus schuin

Page 66: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

24 In hanc ego diaetam cum me recepi, abesse mihi etiam a villa mea videor, magnamque eius voluptatem praecipue Saturnalibus capio, cum reliqua pars tecti licentia dierum festisque clamoribus personat; nam nec ipse meorum lusibus nec illi studiis meis obstrepunt.

25 Haec utilitas haec amoenitas deficitur aqua salienti, sed puteos ac potius fontes habet; sunt enim in summo. Et omnino litoris illius mira natura: quacumque loco moveris humum, obvius et paratus umor occurrit, isque sincerus ac ne leviter quidem tanta maris vicinitate corruptus.

24 me recipio, se recipĕre zich terugtrekkenpraecipue in het bijzonderSaturnalia feest ter ere van Saturnus van 17-24 december

waarop de slaven vrij waren ter herinnnering aan de algemene gelijkheid van de mensen onder Saturnus

capio, capĕre krijgen, ondervindenlicentia vrijheidpersono, personare weerklinken vanlusus, -us spel, schertsobstrepo, obstrepĕre storen

25 utilitas, -tatis voordeelamoenitas, -tatis bekoringdeficio, deficĕre in de steek gelaten worden door ietssalio, salire spuiten, opspringen, klaterenputeus putac potius of eerder, of lieverin summo aan de oppervlakteomnino geheel en alnatura natuurlijke gesteldheidobvius tegemoetoccurro, occurrĕre (tegemoet) komensincerus zuivervicinitas, -tatis nabijheidcorrumpo, corrumpĕre bederven

Page 67: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

26 Suggerunt affatim ligna proximae silvae; ceteras copias ostiensis colonia ministrat. Frugi quidem homini sufficit etiam vicus, quem una villa discernit. In hoc balinea meritoria tria, magna commoditas, si forte balineum domi vel subitus adventus vel brevior mora calfacere dissuadeat.

27 Litus ornant varietate gratissima nunc continua nunc intermissa tecta villarum, quae praestant multarum urbium faciem, sive mari sive ipso litore utare; quod non numquam longa tranquillitas mollit, saepius frequens et contrarius fluctus indurat.

26 suggero, suggerĕre leverenaffatim voldoendecopia mv. voorradencolonia Ostiensis : Ostia was iets noordelijker aan de

Tibermonding gelegen en door Claudius en Trajanus van grote havenwerken voorzien

ministro, ministrare verschaffenfrugi degelijk, eenvoudig < dat.finalis van frux,

frugis = tot nutquidem althans: benadrukt hominisufficio, sufficĕre voldoende zijndiscerno, discernĕre scheidenmeritorius openbaar < voor entrée toegankelijkebalneum badadventus, -us komstmora verblijfcalfacio, calfacĕre warm makendissuadeo, dissuadēre afraden

27 varietas, -tatis verscheidenheidgratus aangenaam, bevalligcontinuus onafgebrokenintermissus onderbrokenpraesto, praestare verschaffenfacies, -ei aanblikutare = utaristranquillitas, -tatis windstiltemollio, mollire glad makencontrarius ongunstiginduro, indurare tot een onaangename verblijfplaats maken

Page 68: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

28 Mare non sane pretiosis piscibus abundat, soleas tamen et squillas optimas egerit. Villa vero nostra etiam mediterraneas copias praestat, lac in primis; nam illuc e pascuis pecora conveniunt, si quando aquam umbramve sectantur.

29 Iustisne de causis iam tibi videor incolere inhabitare diligere secessum? quem tu nimis urbanus es nisi concupiscis. Atque utinam concupiscas! ut tot tantisque dotibus villulae nostrae maxima commendatio ex tuo contubernio accedat. Vale.

28 non sane niet bijzonderpretiosus kostbaarpiscis, -is visabundo, abundare overvloed hebben solea tongsquilla kreeftegero, egerĕre voortbrengenmediterraneus binnenlands (i.t.t. maritimus)copiae levensmiddelenin primis vooral, in het bijzonderlac, lactis melkpascua, -orum weidepecora veesector, sectari streven naar

29 incolo, incolĕre bewonen, leven ininhabito, inhabitare bewonen, wonen indiligo, diligĕre liefhebbensecessus, -us eenzaam oord, afzonderingurbanus steeds, stedelijkconcupisco, concupiscĕre hevig verlangen naardos, dotis voortreffelijkheidvillula klein landgoedcommendatio, -onis aantrekkelijkheidcontubernium gezelschap, omgangaccedo, accedĕre toenemen, er nog bijkomen

Page 69: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IX,7 De landhuizen van Plinius aan het meer van Como

Kenmerkend voor de verkwisting van de rijke Romeinen was hun onbeteugelde bouwwoede. Nauwelijks was een landhuis opgetrokken, of het voldeed niet meer en werd door een nieuw vervangen. Cicero bezat wel acht grote landhuizen!

C. PLINIUS ROMANO SUO S.

1 Aedificare te scribis. Bene est, inveni patrocinium; aedifico enim iam ratione quia tecum. Nam hoc quoque non dissimile quod ad mare tu, ego ad Larium lacum.

2 Huius in litore plures meae villae, sed duae maxime ut delectant ita exercent.

3 Altera imposita saxis more Baiano lacum prospicit, altera aeque more Baiano lacum tangit. Itaque illam tragoediam, hanc appellare comoediam soleo, illam quod quasi cothurnis, hanc quod quasi socculis sustinetur. Sua utrique amoenitas, et utraque possidenti ipsa diversitate iucundior.

1 patrocinium bescherming, rechtvaardigingratio overlegratione weloverwogenLarius lacus Lago di Como

2 ut …, ita … zoals …, zo … /weliswaar …, maar …exerceo, exercēre bezighouden

3 more Baiano : van de villa’s bij Baiae aan de golf bij Napelswaren sommige gedeeltelijk in zee uitgebouwd, andere daarentegen lagen hoog op de rotsen

cothurnus, socculus de toneelspelers bedienden zich bij de opvoering van een tragedie van hoge laarzen (cothurni), die hun gestalte groter deden schijnen, bij een komedie hoorden lage schoenen (socci)

sustineo, sustinēre dragen, steunen, staande houdenutrique dativus possessivus sc. estamoenitas, -tatis bekoorlijkheiddiversitas, -tatis verscheidenheidiucundus aangenaam, prettig

Page 70: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

4 Haec lacu propius, illa latius utitur; haec unum sinum molli curvamine amplectitur, illa editissimo dorso duos dirimit; illic recta gestatio longo limite super litus extenditur, hic spatiosissimo xysto leviter inflectitur; illa fluctus non sentit haec frangit; ex illa possis despicere piscantes, ex hac ipse piscari, hamumque de cubiculo ac paene etiam de lectulo ut e naucula iacere. Hae mihi causae utrique quae desunt astruendi ob ea quae supersunt.

5 Etsi quid ego rationem tibi? apud quem pro ratione erit idem facere. Vale.

4 utor, uti h.l. profijt trekken vansinus, sinus baaicurvamen, -inis kromming, rondingeditus hoog, uitstekenddorsum bergkamdirimo, dirimĕre scheidengestatio, -onis laan (waar men in een draagstoel gedragen

een luchtje schepte)limes, -itis afstand, baanextendo (passief-reflexief) zich uitstrekkenspatiosus van grote omvangxystus (xustov~) terras met bloembeddeninflecto, inflectĕre buigendespicio, despicĕre op iets neerzienpiscor, piscari vissenhamus vishaaklectulus (aanlig)bednavicula bootjeutrique sc. villae desum, deesse ontbrekenastruo, astruĕre + dat. bijbouwen

5 etsi quid ego rationem sc. afferam (coniunctivus): aanvoeren, voorleggenratio, -onis argumentpro ratione ?

Page 71: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

1 vestibulum. 28 sphaeristerium.2 atrium. 29 -30 diaetae sub turri priore. 3 porticus 31-32 diaeta in turrl priore.4 area. 33 cenatio.5 cavaedium. 34 cubiculum in turri altera.6 triclinium. 35 apotheca.7 cubiculum amplum. 36 horreum.8 cubiculum minus. 37 triclinium sub turri altera.9 gymnasium. 38 gestatio.10 cubiculum in hapsida. 39 vinea tenera.11 dormitorium membrum. 40-41 diaetae a tergo trlclinii12 transitus. 42 hortus rusticus.13 cubiculi servorum libertorumque. 43 cryptoporticus.14 cubiculum politissimum. 44 xystus15 cubiculum grande vel cenatio. 45 heliocaminus16-17 cubiculum cum procoetone. 46 cubiculum.18-19 aliud cublculum cum procoetone 47 zotheca.20 cella frigidaria. 48 lectus.21 baptisteria. 49 cubiculum noctis.22 unctorium. 50 andron.23 hypocauston. 51 hypocauston.24 propnigeon. 52-53 cubiculum et procoeton.25-26 cellae.27 piscina.

Page 72: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit
Page 73: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius Privé (verschillende onderwerpen)

Epistula I,9 Ontvlucht de drukte van de stad, zoek de rust van het platteland

- P. Lauwers, Leven in een drukke stad of op de rustige buiten? Hermeneus 43, 5-6 (1972), 229-241

Epistula I,19 Plinius helpt een oude vriend hogerop

Epistula IV,6 De oogst van het veld kan mislukken, de oogst van de geest nooit

Epistula IX, 36 Plinius’dagindeling in de zomer

- P. Lauwers, Leven in een drukke stad of op de rustige buiten? Hermeneus 43, 5-6 (1972), 229-241

Epistula IX,40 Plinius’dagindeling in de winter

- P. Lauwers, Leven in een drukke stad of op de rustige buiten? Hermeneus 43, 5-6 (1972), 229-241

Epistula VIII, 16 Plinius’ verhouding tot zijn slaven

Page 74: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula I,9 Ontvlucht de drukte van de stad, zoek de rust van het platteland

Tegenover de talloze sociale verplichtingen van het leven in de stad stelt Plinius de rust van het leven op zijn buitenverblijf. De brief is gericht aan Gaius Minucius Fundanus, een filosofiestudent en junior-senator. Thema is hoe drukkend het dagelijkse stadsleven kan zijn .

C. PLINIUS MINICIO FUNDANO SUO S.

1 Mirum est quam singulis diebus in urbe ratio aut constet aut constare videatur, pluribus iunctisque non constet.

2 Nam si quem interroges 'Hodie quid egisti?', respondeat: 'Officio togae virilis interfui, sponsalia aut nuptias frequentavi, ille me ad signandum testamentum, ille in advocationem, ille in consilium rogavit.'

1 ratio constat = de rekening klopt, m.a.w. het is in de haak:de rekening van het leven wordt bedoeld, waarvan de balans in orde moet zijn zoals in real business

iungo, iungĕre verbinden, h.l. samennemen2 officium plechtigheid

op hun 14e werden Romeinse jongens meerderjarig en kregen ze de toga virilis, een geheel witte toga, terwijl de jongenstoga die ze daarvoor droegen een purperen zoom had

sponsalia (mv) verlovingnuptiae (mv) bruiloftfrequento, frequentare + acc. aanwezig zijn bij, vierensigno, signare bezegelen (als getuige)advocatio, -onis juridische bijstandconsilium h.l. jury:

senatoren met juridische kennis werden vaak als assessor gevraagd door magistraten, die omdat ze voor een jaar gekozen werden, niet veel van de wet afwisten. In het consilium amicorum besprak men gewichtige particuliere aangelegenheden

Page 75: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 Haec quo die feceris, necessaria, eadem, si cotidie fecisse te reputes, inania videntur, multo magis cum secesseris. Tunc enim subit recordatio: 'Quot dies quam frigidis rebus absumpsi!'

4 Quod evenit mihi, postquam in Laurentino meo aut lego aliquid aut scribo aut etiam corpori vaco, cuius fulturis animus sustinetur.

5 Nihil audio quod audisse, nihil dico quod dixisse paeniteat; nemo apud me quemquam sinistris sermonibus carpit, neminem ipse reprehendo, nisi tamen me cum parum commode scribo; nulla spe nullo timore sollicitor, nullis rumoribus inquietor: mecum tantum et cum libellis loquor.

3 quo die = eo die quonecessaria sc. videnturreputo, reputare bedenkeninanis nutteloossecedo, secedĕre zich terugtrekken (op het platteland)subeo, subire opkomenrecordatio, -onis herinneringfrigidus onbenullig, geestdodend absumo, absumĕre verbruiken

4 postquam + praesens sinds, wanneerLaurentinum = landgoed (van Plinius) bij Laurentum; in

Latium, aan zee, 18 km van Rome bij Ostia vaco, vacare + dat. tijd hebben voorcorpus lichaam, h.l. oefeningfultura steunsustineo, sustinēre in stand houdenaudisse = audivisse

5 paenitet me ik heb spijtsinister ongunstigcarpo, carpĕre + acc. afgeven op, kwaad spreken overreprehendo, reprehendĕre berispenparum te weinigcommode behoorlijk, goedsollicito, sollicitare verontrusteninquieto, inquietare ongerust makenlibellus boekje

Page 76: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

6 O rectam sinceramque vitam! O dulce otium honestumque ac paene omni negotio pulchrius! O mare, o litus, verum secretumque 'mûseion', quam multa invenitis, quam multa dictatis!

7 Proinde tu quoque strepitum istum inanemque discursum et multum ineptos labores, ut primum fuerit occasio, relinque teque studiis vel otio trade.

8 Satius est enim, ut Atilius noster eruditissime simul et facetissime dixit, otiosum esse quam nihil agere. Vale.

6 rectus juistsincerus oprecht, zuiverdulcis aangenaamotium vrije tijdpaene bijnanegotium bezigheidsecretus afgelegenmouseion h.l. bibliotheek, studeervertrek: heiligdom der

Muzen: bibliotheek in Alexandriëdicto, dictare dicteren

7 proinde daaromdiscursus, -us ronddraven, gerenineptus dwaasoccasio, -onis gelegenheidtrado, tradĕre overgeven

8 satius betereruditus geleerdfacetus geestigotiosus esse niets te doen hebbennihil niets (van belang)

Page 77: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula I,19 Plinius helpt een oude vriend hogerop

Als vermogend Romein ontkomt Plinius er niet aan de rol van ‘patronus’ op zich te nemen. In deze brief is sprake van financiële steun aan Romatius Firmus, een stadgenoot en schoolkameraad. Firmus is ‘decurio’, gemeenteraadslid van Comum, maar blijkbaar is zijn vermogen ontoereikend om op te klimmen tot de hogere stand van de ‘equites’. Plinius stelt nu, door het ontbrekende bedrag te schenken, Firmus in de gelegenheid hoger op de maatschappelijke ladder te komen.

C. PLINIUS ROMATIO FIRMO SUO S.

1 Municeps tu meus et condiscipulus et ab ineunte aetate contubernalis, pater tuus et matri et avunculo meo, mihi etiam quantum aetatis diversitas passa est, familiaris: magnae et graves causae, cur suscipere augere dignitatem tuam debeam.

2 Esse autem tibi centum milium censum, satis indicat quod apud nos decurio es. Igitur ut te non decurione solum verum etiam equite Romano perfruamur, offero tibi ad implendas equestres facultates trecenta milia nummum.

3 Te memorem huius muneris amicitiae nostrae diuturnitas spondet: ego ne illud quidem admoneo, quod admonere deberem, nisi scirem sponte facturum, ut dignitate a me data quam modestissime ut a me data utare.

4 Nam sollicitius custodiendus est honor, in quo etiam beneficium amici tuendum est. Vale.

1 municeps, -cipis stadgenoot (dus inwoner van Comum)condiscipulus medeleerlinginiens, ineuntis jeugdigcontubernalis, -is kameraadavunculus oomquantum h.l. voorzoverdiversitas, -atis verschilpatior, pati toestaanfamilaris, -is vriend, bekendesuscipio, suscipĕre h.l. ondersteunen

2 mille, mv milia duizendcensus, -us geschat vermogenindico, indicare aantonenquod …. es subject van indicatdecurio, -onis raadsliddecurione … equite Romano predicatief bij ´te´perfruo, perfrui + abl. genieten vanoffero, offerre aanbiedenimpleo, implēre volledig makenequester, -tris van een ridderfacultates, -um h.l. vermogennummum = nummorum (gen.mv) = sestertium (gen.mv)

3 memor, memoris + gen. denkend aante memorem sc. futurum essemunus, muneris geschenkdiuturnitas, -atis lange duurspondeo, spondēre instaan vooradmoneo, admonēre iemand aan iets herinnerensponte uit eigen bewegingsponte facturum = sponte (te id) facturum (esse)modestus bescheidenquam + superlativus zo … mogelijkut (a me data) h.l. juist omdatutare = utaris

4 sollicitus zorgvuldigtueor, tuēri h.l. intact laten, respecteren,

rekening houden met

Page 78: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IV,6 De oogst van het veld kan mislukken, de oogst van de geest nooit

De brief is gericht aan Julius Naso, een jongeman die aan het begin van zijn carrière staat. De oude rot Plinius heeft nog wel een wijze raad voor hem.

C. PLINIUS IULIO NASONI SUO S.

1 Tusci grandine excussi, in regione Transpadana summa abundantia, sed par vilitas nuntiatur: solum mihi Laurentinum meum in reditu.

2 Nihil quidem ibi possideo praeter tectum et hortum statimque harenas, solum tamen mihi in reditu. Ibi enim plurimum scribo, nec agrum quem non habeo sed ipsum me studiis excolo; ac iam possum tibi ut aliis in locis horreum plenum, sic ibi scrinium ostendere.

3 Igitur tu quoque, si certa et fructuosa praedia concupiscis, aliquid in hoc litore para. Vale.

1 Tusci (mv) landgoed in Etruriëgrando, -inis hagelexcutio, excutĕre teisterenTranspadanus aan de overzijde van de Poabundantia overvloedpar, paris h.l. gelijk op, daarmee gepaard gaandevilitas, -atis lage prijzenLaurentinum landgoed bij Laurentumin reditu esse iets opleveren

2 tectum huisstatim h.l. verder alleenharena zandexcolo, excolĕre bewerkenhorreum graanschuurscrinium boekenkist

3 fructuosus vruchtdragendpraedium landgoedparo, parare zich verschaffen

Page 79: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IX, 36 Plinius’dagindeling in de zomer

In twee brieven aan zijn jongere vriend Gnaeus Pedanius Fuscus Salinator vertelt Plinius met welke bezigheden hij gewoonlijk de dag doorbrengt op zijn landgoederen. Aangezien Plinius voor Fuscus als begeleider optreedt bij zijn carrière als advocaat en politicus, heeft Fuscus zijn grote voorbeeld kennelijk gevraagd hoe hij zijn dagen besteedt, wanneer hij zich heeft teruggetrokken op het platteland: het is daar immers dat Plinius zich volledig kan wijden aan zijn literaire en retorische arbeid.

C. PLINIUS FUSCO SUO S.

1 Quaeris, quemadmodum in Tuscis diem aestate disponam. Evigilo cum libuit, plerumque circa horam primam, saepe ante, tardius raro. Clausae fenestrae manent; mire enim silentio et tenebris ab iis quae avocant abductus et liber et mihi relictus, non oculos animo sed animum oculis sequor, qui eadem quae mens vident, quotiens non vident alia.

1 quemadmodum hoeTusci (mv) = landgoed in Etruriëaestas, -tatis zomerdispono, disponĕre indelen

de dag is onderverdeeld in twee delen:§ 1-3 ochtendactiviteiten§ 4-6 siesta, exercitio, cena

evigilo, evigilare wakker wordencirca primam horam : het uur na zonsopkomstlibet (me) ik heb zinmire op wonderlijke wijzeavoco, avocare de aandacht afleidenabduco, abducĕre + abl afsnijden van, afsluiten voor animum oculis sequor : hij visualiseert zijn gedachten

Page 80: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Cogito, si quid in manibus, cogito ad verbum scribenti emendantique similis, nunc pauciora nunc plura, ut vel difficile vel facile componi tenerive potuerunt. Notarium voco et die admisso quae formaveram dicto; abit rursusque revocatur rursusque dimittitur.

3 Ubi hora quarta vel quinta — neque enim certum dimensumque tempus -, ut dies suasit, in xystum me vel cryptoporticum confero, reliqua meditor et dicto. Vehiculum ascendo. Ibi quoque idem quod ambulans aut iacens; durat intentio mutatione ipsa refecta. Paulum redormio, dein ambulo, mox orationem Graecam Latinamve clare et intente non tam vocis causa quam stomachi lego; pariter tamen et illa firmatur.

2 in manibus esse sc. mihi est: onder handen hebben, bezig zijn met

ad verbum woord voor woord (alsof hij het opschrijft en verbetert)

emendo, emendare verbeterenut h.l. naargelangteneo, tenēre sc. memoria: onthouden-ve of, of ook notarius secretaris: slaaf bekend met stenografieformo, formare in gedachten vormendicto, dictare dicteren

3 ubi wanneerubi hora … sc. estcertus vastdimetior, dimetiri afmetenut dies suasit : afhankelijk van het weerxystus terrascryptoporticus (overdekte) galerij

(half ondergrondse gang)me confero, se conferre zich begevenmeditor, meditari bedenkenvehiculum rijtuigibi quoque idem sc. ago/facioquod sc. egi/feciduro, durare standhoudenintentio, -onis concentratie, aandachtreficio, reficĕre herstellen

refecta congrueert met intentioredormio, redormire weer slapen (siesta)clarus duidelijk: men las hardopintentus zorgvuldig+ gen. causa ter wille vanilla nl. voxfirma, firmare versterken

Page 81: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

4 Iterum ambulo ungor exerceor lavor. Cenanti mihi, si cum uxore vel paucis, liber legitur; post cenam comoedia aut lyristes; mox cum meis ambulo, quorum in numero sunt eruditi. Ita variis sermonibus vespera extenditur, et quamquam longissimus dies bene conditur.

5 Non numquam ex hoc ordine aliqua mutantur; nam, si diu iacui vel ambulavi, post somnum demum lectionemque non vehiculo sed, quod brevius quia velocius, equo gestor. Interveniunt amici ex proximis oppidis, partemque diei ad se trahunt interdumque lasso mihi opportuna interpellatione subveniunt.

6 Venor aliquando, sed non sine pugillaribus, ut quamvis nihil ceperim non nihil referam. Datur et colonis, ut videtur ipsis, non satis temporis, quorum mihi agrestes querelae litteras nostras et haec urbana opera commendant. Vale.

4 ungor, ungi zich inwrijven (met olijfolie)exerceor, lavor reflexief vertalencomoedus toneelspelerlyristes, -ae lierspelermei : familiaribus: slaven en vrijgelateneneruditus ontwikkeldextendo, extendĕre uitrekken, verstrijkencondo, condĕre afsluiten

5 velox, -ocis snel, vluggestor, gestari rijdenintervenio wel eens langskomenlassus vermoeidopportunus gunstig, geschiktinterpellatio, -onis onderbrekingsubvenio, subvenire te hulp komen

6 venor, venari op jacht gaanaliquando somspugillares (mv) notitieboekje: uit plankjes, met was

bestreken, samengesteldquamvis + coni. ook al, hoewelnonnihil ietsrefero, referre mee terugbrengendatur sc. a mecolonus pachteragrestis plattelands, boers, boeren-querela ruzie, klachtlitterae literatuururbanus stads-, bij de stad horend (in Rome)

beschaafdcommendo, commendare bemind maken

Page 82: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IX,40 Plinius’dagindeling in de winter

C. PLINIUS FUSCO SUO S.

1 Scribis pergratas tibi fuisse litteras meas, quibus cognovisti quemadmodum in Tuscis otium aestatis exigerem; requiris quid ex hoc in Laurentino hieme permutem.

2 Nihil, nisi quod meridianus somnus eximitur multumque de nocte vel ante vel post diem sumitur, et, si agendi necessitas instat, quae frequens hieme, non iam comoedo vel lyristae post cenam locus, sed illa, quae dictavi, identidem retractantur, ac simul memoriae frequenti emendatione proficitur.

3 Habes aestate hieme consuetudinem; addas huc licet ver et autumnum, quae inter hiemem aestatemque media, ut nihil de die perdunt, de nocte parvolum acquirunt. Vale.

1 pergratus zeer aangenaamquem ad modum hoeexigo, exigĕre doorbrengenrequiro, requirĕre naar iets vragen, willen wetenLaurentinum landgoed bij Laurentumpermuto, permutare veranderen

2 meridianus middag-eximo, eximĕre schrappensumo, sumĕre nemenago. agĕre h.l. voor de rechtbank optredeninsto, instare aandringencomoedus komediespelerlyristes, -ae lierspeleridentidem herhaaldelijkretracto, retractare weer doornemenproficitur + dat. het is goed vooremendatio, -onis verbeteringfrequenti emendatione : ablativus hier als subject vertalen

3 huc h.l. hieraanlicet het is geoorloofd, het magde nocte h.l. ita de nocteparvulum slechts zeer weinigadquiro, adquirĕre erbij winnen

Page 83: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VIII, 16 Plinius’ verhouding tot zijn slaven

Voor iedere Romein was het bestaan van slavernij de gewoonste zaak van de wereld en de rechtmatigheid ervan is gedurende de oudheid nooit in twijfel getrokken. Slaven golden als bezit, zoals goederen of vee, en de leefomstandigheden van sommigen van hen, vooral degenen die zwaar werk verrichtten, bijvoorbeeld op het land of in de mijnen, waren daar dan ook naar. Toch werden ook veel slaven goed behandeld; daar konden economische motieven aan ten grondslag liggen, in het geval van goed opgeleide, dus dure slaven, bijvoorbeeld artsen of schrijvers, maar ook kon een dergelijke behandeling voortkomen uit de persoonlijke overtuiging van de meester, zoals in het geval van Plinius of van Seneca. Plinius richt deze brief aan Plinius Paternus, waarschijnlijk afkomstig uit Comum, van wie verder weinig bekend is.

C. PLINIUS PATERNO SUO S.

1 Confecerunt me infirmitates meorum, mortes etiam, et quidem iuvenum. Solacia duo nequaquam paria tanto dolori, solacia tamen: unum facilitas manumittendi — videor enim non omnino immaturos perdidisse, quos iam liberos perdidi -, alterum quod permitto servis quoque quasi testamenta facere, eaque ut legitima custodio.

1 conficio, conficĕre h.l. diep treffeninfirmitas, -atis ziektemeorum sc. servorum et libertorummors, mortis h.l. sterfgevalet quidem en dat nog welsolacium (reden tot) troostsolacia duo sc. suntpar, paris opgewassen tegenfacilitas, -atis gemakmanumitto, manumittĕre vrijlaten (van slaven)videor sc. mihi: = ik heb het idee, ik vindomnino geheel en alimmaturus te vroeglegitimus wettigcustodio, custodire h.l. in acht nemen

Page 84: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Mandant rogantque quod visum; pareo ut iussus. Dividunt donant relinquunt, dumtaxat intra domum; nam servis res publica quaedam et quasi civitas domus est.

3 Sed quamquam his solaciis acquiescam, debilitor et frangor eadem illa humanitate, quae me ut hoc ipsum permitterem induxit. Non ideo tamen velim durior fieri. Nec ignoro alios eius modi casus nihil amplius vocare quam damnum, eoque sibi magnos homines et sapientes videri. Qui an magni sapientesque sint, nescio; homines non sunt.

4 Hominis est enim affici dolore sentire, resistere tamen et solacia admittere, non solaciis non egere.

5 Verum de his plura fortasse quam debui; sed pauciora quam volui. Est enim quaedam etiam dolendi voluptas, praesertim si in amici sinu defleas, apud quem lacrimis tuis vel laus sit parata vel venia. Vale.

2 mando, mandare h.l. beschikkenmandant rogantque : hun instructies, zoals geformuleerd in

hun testament, bijvoorbeeld de bouw van een graftombe, de stichting van een liefdadigheidsfonds, een schenking aan een tempel, alles op kosten van de erfgenamen

quod visum sc. est eis: naar eigen goeddunkendumtaxat wel te verstaan

3 acquiesco, acquiescĕre tot rust komen, gerustgesteld wordendebilito, debilitare verzwakt wordeninduco, inducĕre brengen totalios sc. hominesamplius (bijwoord) meerdamnum schade, geldelijk verlieseo daardooran of

4 est + gen. het is eigen aan egeo, egēre+ abl. nodig hebben

5 plura sc. scripsivoluptas, -atis genotin sinu aan de borst, in de armendefleo, deflēre uithuilenlaus, laudis goedkeuringvenia sympathie, vriendelijkheid

Page 85: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Plinius Varia (verschillende onderwerpen)

Epistula III,16 Arria, een heldhaftige Romeinse vrouw

Epistula IV,13 Op zoek naar een leraar

- Secundaire literatuur bij Epistula IV,13.doc

Quintilianus, Institutio Oratoria 2.2

Martialis Epigr. 9.68

luvenalis, Satiren 7.150-177

Iuvenalis, Satiren 7.215-243

Epistula IX,6 Wagenrennen

Epistula IX,33 Een tamme dolfijn

Epistula VII, 27 Spoken

Page 86: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula III,16 Arria, een heldhaftige Romeinse vrouw

C. PLINIUS NEPOTI SUO S.

1 Adnotasse videor facta dictaque virorum feminarumque alia clariora esse alia maiora.

2 Confirmata est opinio mea hesterno Fanniae sermone. Neptis haec Arriae illius, quae marito et solacium mortis et exemplum fuit. Multa referebat aviae suae non minora hoc sed obscuriora; quae tibi existimo tam mirabilia legenti fore, quam mihi audienti fuerunt.

3 Aegrotabat Caecina Paetus maritus eius, aegrotabat et filius, uterque mortifere, ut videbatur. Filius decessit eximia pulchritudine pari verecundia, et parentibus non minus ob alia carus quam quod filius erat.

Nepoti onbekende senator: Maecilius Nepos

De brief vertelt drie anekdoten om één thema te illustreren volgens de lex scholastica

1 adnoto, adnotare opmerkenadnotasse = adnotavissevideor : sc. mihi; mihi videor = ik meen

2 hesternus van gisterenhesterno (bijwoord) gisterenFanniae : dochter van Thrasea Paetus en Arrianeptis haec sc. estneptis kleindochter Arria : echtgenote van Caecina Paetus, gaf haar man

het voorbeeld, toen deze aarzelde zich van het leven te beroven, na aan de mislukte opstand van Scribonianus te hebben deelgenomen (42 n.C.)

solacium troost, verlichtingmulta referebat zij vertelde vele (daden)avia grootmoederhoc : abl. comparationis

nl. het verhaal dat nu volgtobscuriora minder bekendfore = futura esse

3 aegroto, aegrotare ziek zijnmortifere (bijw.) dodelijkdecedo, decedĕre overlijdeneximia pulchritudine pari verecundia : abl. qualitatiseximius buitengewoonverecundia bescheidenheidnon minus ob alia evenzeer om andere redenen

Page 87: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

4 Huic illa ita funus paravit, ita duxit exsequias, ut ignoraret maritus; quin immo quotiens cubiculum eius intraret, vivere filium atque etiam commodiorem esse simulabat, ac persaepe interroganti, quid ageret puer, respondebat; 'Bene quievit, libenter cibum sumpsit.'

5 Deinde, cum diu cohibitae lacrimae vincerent prorumperentque, egrediebatur; tunc se dolori dabat; satiata siccis oculis composito vultu redibat, tamquam orbitatem foris reliquisset.

6 Praeclarum quidem illud eiusdem, ferrum stringere, perfodere pectus, extrahere pugionem, porrigere marito, addere vocem immortalem ac paene divinam: 'Paete, non dolet.' Sed tamen ista facienti, ista dicenti, gloria et aeternitas ante oculos erant; quo maius est sine praemio aeternitatis, sine praemio gloriae, abdere lacrimas operire luctum, amissoque filio matrem adhuc agere.

4 exequias duco, ducĕre de uitvaart regelenquin immo ja zelfsquotiens zo dikwijls alscubiculum slaapkamercommodior (comparativus) wat beterquid ageret hoe hij het maaktequiesco, quiescĕre rusten, slapen

5 cohibeo, cohibēre bedwingenperrumpo, perrumpĕre doorbreken, h.l. opwellenegredior, egredi naar buiten gaan, uit de kamer gaansatio, satiare verzadigen, h.l. als ze uitgehuild wascomposito vultu met kalm gelaatorbitas,-atis verlies, kinderloosheidforis buiten

6 praeclarum quidem illud ja, dat was wel een schitterende daad. Hiermee anticipeert Plinius op het einde van het verhaal, de zelfmoord van Arria en Paetus, die volgde op de gebeurtenissen in 7 t/m 12

ferrum stringo, stringĕre het zwaard trekkenperfodio, perfodĕre doorborenpugio,-onis dolkporrigo, porrigĕre toereikenquo maius quo + comparativus = des teabdo, abdĕre verborgen houdenoperio, operire bedekkenluctus,-us rouw, verdrietmatrem adhuc ago, agĕre zich nog als moeder voordoen

Page 88: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

7 Scribonianus arma in Illyrico contra Claudium moverat; fuerat Paetus in partibus, et occiso Scriboniano Romam trahebatur.

8 Erat ascensurus navem; Arria milites orabat, ut simul imponeretur. 'Nempe enim' inquit 'daturi estis consulari viro servolos aliquos, quorum e manu cibum capiat, a quibus vestiatur, a quibus calcietur; omnia sola praestabo.'

9 Non impetravit: conduxit piscatoriam nauculam, ingensque navigium minimo secuta est. Eadem apud Claudium uxori Scriboniani, cum illa profiteretur indicium, 'Ego' inquit 'te audiam, cuius in gremio Scribonianus occisus est, et vivis?' Ex quo manifestum est ei consilium pulcherrimae mortis non subitum fuisse.

7 Sribonianus : consul in 32, kwam in 42 als legatus in Dalmatatië tegen Claudius in opstand, maar werd door zijn troepen in de steek gelaten endoor een soldaat gedood

arma moveo, movēre in opstand komenClaudius : keizer van 41-54in partibus sum, esse zich bij zijn partij aansluiten

8 impono, imponĕre inschepennempe enim … jullie zullen toch zeker wel …consularis vir oud-consulservulus : verkleinwoord, met enige minachtingvestio, vestire kledencalcio, calciare iemand de schoenen aantrekkenpraesto, praestare verrichten

9 conduco, conducĕre hurenpiscatoria naucula vissersbootjeminimo sc. navigioapud Claudium : in de senaat, Claudius was aanwezig, maar

de consuls waren voorzitterindicium profiteor, profitēri aangifte doen

(van Scribonianus’ medeplichtigen):zij was bij haar man, werd beschuldigd van medeplichtigheid, bood informatie aan over haar vrienden, maar werd verbannen

audiam con. deliberativus/dubitativusgremium schootvivis lees: quae vivisnon subitum niet spontaan d.w.z. te voren overdacht

Page 89: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

10 Quin etiam, cum Thrasea gener eius deprecaretur, ne mori pergeret, interque alia dixisset: 'Vis ergo filiam tuam, si mihi pereundum fuerit, mori mecum?', respondit: 'Si tam diu tantaque concordia vixerit tecum quam ego cum Paeto, volo.'

11 Auxerat hoc responso curam suorum; attentius custodiebatur; sensit et 'Nihil agitis' inquit; 'potestis enim efficere ut male moriar, ut non moriar non potestis.'

12 Dum haec dicit, exsiluit cathedra adversoque parieti caput ingenti impetu impegit et corruit. Focilata 'Dixeram' inquit 'vobis inventuram me quamlibet duram ad mortem viam, si vos facilem negassetis.'

13 Videnturne haec tibi maiora illo 'Paete, non dolet', ad quod per haec perventum est? cum interim illud quidem ingens fama, haec nulla circumfert. Unde colligitur, quod initio dixi, alia esse clariora alia maiora. Vale.

10 quin etiam ja zelfsdeprecor, deprecari bezweren, trachten over te halenmori pergo, pergĕre blijven bij haar besluit zich te dodensi mihi pereundum fuerit als ik eens zal moet sterven:

deze situatie deed zich voor in 66 toen Thrasea Paetus werd veroordeeld wegens verzet tegen Nero en hij Arria, de dochter van Arria, ervan overtuigde omwille van Fannia, niet met hem de dood in te gaan

11 cura bezorgdheidnihil ago, agĕre niets bereiken

12 exsilio, exsilire opspringencathedra leuningstoeladversus paries de muur waar ze voor stond,

de tegenoverliggende muur impetus, -us vaartimpingo, impingĕre tegen iets aanslaan, stotencorruo, corruĕre ineenstortenfocillo, focillare opwarmen, h.l. bijbrengenquilibet hoe (duram) ooknegassetis = negavissetis

13 tibi videntur vind jij …illo dat woord (nl. Paete, non dolet)per haec langs deze wegperventum est men is gekomen, h.l. zij is gekomenillud quidem dat woord welhaec deze dadennulla sc. famacolligo opmaken, een gevolgtrekking maken

Page 90: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IV,13 Op zoek naar een leraar

Plinius legt aan zijn literaire vriend Tacitus (hij kan het dan ook niet laten even over zijn 'opusculum', een gedichtenbundel, te spreken) een probleem voor: hij heeft gemerkt dat zijn vaderstad Comum het zonder hoger onderwijs moet stellen. Als vooraanstaand burger van Comum acht Plinius het zijn plicht in dat gemis te voorzien en ervoor te zorgen dat er een retor aangesteld kan worden. Weet Tacitus misschien een geschikte kandidaat?

C. PLINIUS CORNELIO TACITO SUO S.

1 Salvum in urbem venisse gaudeo; venisti autem, si quando alias, nunc maxime mihi desideratus. Ipse pauculis adhuc diebus in Tusculano commorabor, ut opusculum quod est in manibus absolvam.

2 Vereor enim ne, si hanc intentionem iam in fine laxavero, aegre resumam. Interim ne quid festinationi meae pereat, quod sum praesens petiturus, hac quasi praecursoria epistula rogo. Sed prius accipe causas rogandi, deinde ipsum quod peto.

1 salvus veilig en welvenisse sc. te si quando zo ooit alias bij andere gelegenhedenmihi : dat. auctoris pauculi pl. = paucipauculis diebus : abl. van tijdsduur (meestal acc) Tusculanum = de villa in Tusculum, in de heuvels

buiten Rome (waarschijnlijk van een vriend van Plinius)

commoror, commorari verblijvenopusculum werkje (gedichten)in manibus onder handenabsolvo, absolvĕre voltooien

2 intentio, -onis concentratie iam h.l. bijna laxo, laxare laten verslappen resumo, resumĕre hervinden ne quid festinationi meae pereat om geen tijd verloren te laten gaan quod ... petiturus : object van rogosum + PFA 1 ik ben van plan te

2 ik sta op het punt te3 ik ben voorbestemd te

praesens h.l. in eigen persoon praecursorius in de rol van voorbode

Page 91: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 Proxime cum in patria mea fui, venit ad me salutandum municipis mei filius praetextatus. Huic ego 'Studes?' inquam. Respondit: 'Etiam.' 'Ubi?' 'Mediolani.' 'Cur non hic?' Et pater eius - erat enim una atque etiam ipse adduxerat puerum -: 'Quia nullos hic praeceptores habemus.'

4 'Quare nullos? Nam vehementer intererat vestra, qui patres estis' - et opportune complures patres audiebant - 'liberos vestros hic potissimum discere. Ubi enim aut iucundius morarentur quam in patria aut pudicius continerentur quam sub oculis parentum aut minore sumptu quam domi?

3 proxime (bijwoord) onlangs, laatst patria geboorteplaatsmuniceps, -cipis stadgenoot praetextatus gekleed in de toga praetexta: jongens tot

15 à 17 jaar uit de betere kringen droegen de toga praetexta, een toga met een brede purperen rand

studes Plinius informeert naar de schoolfase waarin door een rhetor Latinus retorica werd onderwezen. Plinius had zelf in Comum bij een grammaticus lessen in Latijn, Grieks en literatuur gevolgd. De retorica-cursus die getrainde advocaten moest afleveren ontbrak op dit moment in Comum.

etiam h.l. ja Mediolanum Milaan: de belangrijkste stad in het

westen van Gallia Cisalpina in Noord Italiëuna (bijwoord) h.l. erbij praeceptor, -oris leraar

4 vehementer (bijwoord) ten zeersteinterest vestra het zou in jullie belang zijn (indicativus,

maar als irrealis vertalen)ablativus: vestra (re) i.p.v. vobis

opportune (bijwoord) gelukkigpotissimum (bijwoord) het liefstiucundus prettig, aangenaammoror, morari vertoevenpudicus fatsoenlijkcontineo, continēre h.l. in het gareel houden: (in ep.III,5

maakt Plinius zich zorgen over het gedrag op de retorenscholen in Rome en beveelt een strenge directeur aan.

sumptus,-us (on)kosten

Page 92: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

5 Quantulum est ergo collata pecunia conducere praeceptores, quodque nunc in habitationes, in viatica, in ea quae peregre emuntur - omnia autem peregre emuntur - impenditis, adicere mercedibus? Atque adeo ego, qui nondum liberos habeo, paratus sum pro re publica nostra, quasi pro filia vel parente, tertiam partem eius quod conferre vobis placebit dare.

6 Totum etiam pollicerer, nisi timerem ne hoc munus meum quandoque ambitu corrumperetur, ut accidere multis in locis video, in quibus praeceptores publice conducuntur.

5 quantulum hoe weinig (moeite)conduco, conducĕre h.l. in dienst nemen; een school was niet

meer dan een kamer of een stukje van een zuilengalerij waar een leraar voor een bepaald bedrag per hoofd les gaf. Soms huurde een stadsbestuur een leraar in, maar particulier initiatief was de regel

habitatio, -onis woning, onderdakviaticum reisgeldperegre (bijwoord) in den vreemdeimpendo in, impendĕre + acc besteden aanmerces, -edis loon; door het salaris te verhogen kon

een betere leraar worden aangetrokken. Een beroemde professor kon in Rome 2000 sestertiën per persoon vragen en zo 40.000 sestertiën per jaar verdienen.

atque adeo sterker nogpro re publica nostra : d.w.z. voor mijn stad, vergelijk patria

6 quandoque eens, ooitambitus, -us vriendjespolitiekpublice (bijwoord) van gemeentewege (d.w.z. zonder dat de

ouders er in gekend worden). Plinius vreest vriendjespolitiek, als de keuze van de leraren wordt overgelaten aan het stadsbestuur en een faillissement van zijn fonds, als de stad het beheer erover krijgt.

Page 93: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

7 Huic vitio occurri uno remedio potest, si parentibus solis ius conducendi relinquatur, isdemque religio recte iudicandi necessitate collationis addatur.

8 Nam qui fortasse de alieno neglegentes, certe de suo diligentes erunt dabuntque operam, ne a me pecuniam non nisi dignus accipiat, si accepturus et ab ipsis erit.

9 Proinde consentite conspirate maioremque animum ex meo sumite, qui cupio esse quam plurimum, quod debeam conferre. Nihil honestius praestare liberis vestris, nihil gratius patriae potestis. Educentur hic qui hic nascuntur, statimque ab infantia natale solum amare frequentare consuescant. Atque utinam tam claros praeceptores inducatis, ut in finitimis oppidis studia hinc petantur, utque nunc liberi vestri aliena in loca ita mox alieni in hunc locum confluant!'

7 occurro, occurrĕre + dat. tegengaanremedium middelreligio, -onis h.l. gewetensplichtcollatio, -onis bijdrage

8 neglegens, -ntis nonchalantnon nisi slechts; non versterkt de eerste

ontkenning neaccepturus sit : omschrijving van con.fut.

9 proinde daaromconsentio, consentire tot overeenstemming komenconspiro, conspirare afspraken makenanimus h.l. geestdriftex meo = ex meo animosumo e(x), sumĕre + abl. ontlenen aanquam + superlativus zo .. mogelijkpraesto, praestare iem. iets bewijzeneduco, educare opleideninfantia kindertijdnatalis,-is geboorte-frequento, frequentare regelmatig bezoekenconsuesco, consuĕscere gewend zijnutque en zoalsloca : plur. van locusalieni alieni (liberi)confluo, confluĕre samenvloeien

Page 94: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

10 Haec putavi altius et quasi a fonte repetenda, quo magis scires, quam gratum mihi foret si susciperes quod iniungo. Iniungo autem et pro rei magnitudine rogo, ut ex copia studiosorum, quae ad te ex admiratione ingenii tui convenit, circumspicias praeceptores, quos sollicitare possimus, sub ea tamen condicione ne cui fidem meam obstringam. Omnia enim libera parentibus servo: illi iudicent illi eligant, ego mihi curam tantum et impendium vindico.

11 Proinde si quis fuerit repertus, qui ingenio suo fidat, eat illuc ea lege ut hinc nihil aliud certum quam fiduciam suam ferat. Vale.

10 fons, fontis bronrepeto, repetĕre ophalenquo = ut eo; eo + comparativus = des te ….foret = essetiniungo, iniungĕre op de schouders leggenpro + abl. h.l. in verband metcopia h.l. menigtestudiosus ontwikkeld, geletterd: voorname

advocaten, zoals Tacitus, gaven geen lessen, maar hadden een schare volgelingen, die in rechtszaken het nodige opstaken en van informele discussies met de advocaten leerden.

admiratio, -onis bewonderingcircumspicio, circumspicĕre rondkijkensollicito, sollicitare h.l. uitnodigencui = (ali)cuifidem meam obstringo, obstringĕre zijn woord geven aliquid liberum servo, servare (de zaak) overlatenimpendium kostenvindico, vindicare voor zijn rekening nemen

11 fido, fidĕre + dat. op iets vertrouwenlex, legis voorwaardefuerit repertus = sit repertus fiducia zelfvertrouwen

Page 95: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IX,6 Wagenrennen

Calvisius is een rijke vriend uit Comum en ontvangt meerdere brieven van Plinius

C. PLINIUS CALVISIO SUO S.

1 Omne hoc tempus inter pugillares ac libellos iucundissima quiete transmisi. 'Quemadmodum' inquis 'in urbe potuisti?' Circenses erant, quo genere spectaculi ne levissime quidem teneor. Nihil novum nihil varium, nihil quod non semel spectasse sufficiat.

1 pugillares, -ium (tabulae) schrijftafeltjes libellus boekjeinter pugillares ac libellos : d.w.z. in mijn studeerkameriucundus aangenaamtransmitto, transmittĕre doorbrengen (van tijd)quemadmodum hoe?Circenses (ludi) Circusspelen: paardenraces

De Circus Maximus kon 200.000 toeschouwers bevatten. Hij lag in het dal tussen de Palatinus en de Aventinus en is nu niet meer herken- baar

genus, -eris soortteneo, tenēre boeiennihil novum nihil varium : d.w.z. snobisme van de intellectueelsemel eenmaalspectasse = spectavissesufficio, sufficĕre voldoende zijn

Page 96: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Quo magis miror tot milia virorum tam pueriliter identidem cupere currentes equos, insistentes curribus homines videre. Si tamen aut velocitate equorum aut hominum arte traherentur, esset ratio non nulla; nunc favent panno, pannum amant, et si in ipso cursu medioque certamine hic color illuc ille huc transferatur, studium favorque transibit, et repente agitatores illos equos illos, quos procul noscitant, quorum clamitant nomina relinquent.

3 Tanta gratia tanta auctoritas in una vilissima tunica, mitto apud vulgus, quod vilius tunica, sed apud quosdam graves homines; quos ego cum recordor, in re inani frigida assidua, tam insatiabiliter desidere, capio aliquam voluptatem, quod hac voluptate non capior.

4 Ac per hos dies libentissime otium meum in litteris colloco, quos alii otiosissimis occupationibus perdunt. Vale.

2 quo + comparativus des tepuerilis kinderachtigidentidem herhaaldelijkinsisto, insistĕre (gaan) staan in / opcurrus, -us renwagenvelocitas, -tatis snelheidars, artis vaardigheid, behendigheidtraho, trahĕre aantrekkenratio, -onis reden, grondfaveo, favēre steunen, toejuichenpannus lap: de wagenmenners (agitatores) droegen

tunica’s van verschillende kleuren (wit, blauw, rood en groen) en werden zo in groepen (factiones) onderscheiden

cursus, -us wedren, koersstudium enthousiasmefavor, -is steunagitator, -is wagenmennernoscito, noscitare herkennenclamito, clamitare luid roepen

3 gratia invloedauctoritas, -tatis gezagvilis waardeloosmitto, mittĕre niet willen spreken van, overslaan

(het gewone volk daar gelaten)vilius tunica = vilius quam tunica recordor, recordari aan iets denkeninanis nutteloosfrigidus h.l. geestdodendassiduus eindeloosinsatiabilis onverzadigbaar, enthousiastdesideo, desidēre werkeloos neerzittenvoluptas, -tatis genoegen

4 libenter graagotium vrije tijdlitterae literatuurcolloco, collocare doorbrengenotiosus nutteloosoccupatio, -onis bezigheid: otiosis occupationibus stijlmiddel: oxymoron: bezigheden die

helemaal geen bezigheden zijn

Page 97: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula IX,33 Een tamme dolfijn

Plinius biedt een poëtisch onderwerp aan aan zijn literaire vriend Caninius uit Como, die hij al langer had aangespoord eens een compositie te schrijven, inclusief een dichterlijke weergave van de Dacische oorlogen van Trajanus.

C. PLINIUS CANINIO SUO S.

1 Incidi in materiam veram sed simillimam fictae, dignamque isto laetissimo altissimo planeque poetico ingenio; incidi autem, dum super cenam varia miracula hinc inde referuntur. Magna auctori fides: tametsi quid poetae cum fide? Is tamen auctor, cui bene vel historiam scripturus credidisses.

Dit verhaal staat in verkorte vorm bij Plinius Maior (N.H. IX,8.28). Hij vertelt ook van een tamme dolfijn, die ten tijde van Augustus zich vertoonde in de Lacus Lucrinus bij Puteoli.Al bij Herodotus (I,23 vv.) is te lezen over de dolfijn die de zanger Arion over zee droeg.Pausanias (ten tijde van Hadrianus) beweert dat hij zelf een dolfijn had gezien, die naar een jongen luisterde en hem op zijn rug nam, als dank voor het feit dat de jongen hem genezen had van wonden die hem waren toegebracht door vissers (III,26,7).In de jaren dertig van de 20e eeuw werd bericht in de Indische Courant dat te Tandjong Loear een doejong (zeezoogdier) door vissers was grootgebracht en zo tam was dat de badende kinderen erop gingen zitten (NRC 17 jan. 1934)

1 incido, incidĕre toevallig komen opmateria onderwerpfictus gefantaseerd

sc. materiaeisto … ingenio dat talent van u: d.w.z. een man van uw

talent. Caninius Rufus staat als dichter bekendlaetus h.l. creatiefaltus verhevenplane volkomenlaetissimo, altissimo, planeque poetico tricolon

de nadruk waarmee Plinius het poëtische talent van zijn vriend bejubelt doet wat overdreven aan; het is wat ál te nadrukkelijk om nog gemeend over te komen.

super cenam aan tafelhinc inde van hier en daarrefero, referre vertellenauctor, -is bron, zegsman

sc est; auctori is dativus possessivustametsi hoewel, en toch … van de andere kant

m.a.w. de dichterlijke fantasie wordt door wetenschappelijke nauwkeurigheid geschaad

tametsi quid poëtae cum fide sc. est; poëtae is dativus possessivusis …, cui … credidisses de bron / zegsman is iemand, dievel scripturus ook al zou je … schrijven, zelfs als je van plan

zou zijn … te schrijven

credo, credĕre + dat. irrealis

Page 98: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Est in Africa Hipponensis colonia mari proxima. Adiacet navigabile stagnum; ex hoc in modum fluminis aestuarium emergit, quod vice alterna, prout aestus aut repressit aut impulit, nunc infertur mari, nunc redditur stagno.

3 Omnis hic aetas piscandi navigandi atque etiam natandi studio tenetur, maxime pueri, quos otium lususque sollicitat. His gloria et virtus altissime provehi: victor ille, qui longissime ut litus ita simul natantes reliquit.

2 Hipponensis colonia : de nederzetting Hippo ten noordwesten van Carthago

adiaceo, adiacēre in de buurt liggenstagnum kreek, lagunein modum fluminis als een rivieraestuarium vaargeul (tussen het meer en de zee)emergo, emergĕre te voorschijn komenvice alterna beurtelingsprout naar mateaestus, -us branding, golfslag, tijreprimo, reprimĕre terugdringen

: dus de situatie bij eb, wanneer de zee devaargeul terug naar de lagune dringt en ze (een tijdlang) ontoegankelijk maakt

impello, impellĕre opstuwen: dat is het tegengestelde: de situatie bij vloed, want dan drijft de zee de vaargeul weer naar de zee, ze maakt de geul weer toegankelijk omdat ze meer diepgang krijgt

infertur mari : als de vaargeul weer in zee wordt geleid, moet dat wel bij vloed zijn

redditur stagno : en ook hier is duidelijk de toestand bij eb bedoeld: de geul wordt opnieuw aan de lagune gegeven, dus is ze niet toegankelijk

3 omnis hic aetas mensen van elke leeftijdpiscor, piscari vissenpiscandi, navigandi atque etiam natandi : tricolon met climaxotium vrije tijdlusus, -us spel, spelensollicito, sollicitare ertoe opwekkenaltissime provehor, provehi zo ver mogelijk in het diepe te gaanut … ita zowel … als

Page 99: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

4 Hoc certamine puer quidam audentior ceteris in ulteriora tendebat. Delphinus occurrit, et nunc praecedere puerum nunc sequi nunc circumire, postremo subire deponere iterum subire, trepidantemque perferre primum in altum, mox flectit ad litus, redditque terrae et aequalibus.

5 Serpit per coloniam fama; concurrere omnes, ipsum puerum tamquam miraculum aspicere, interrogare audire narrare. Postero die obsident litus, prospectant mare et si quid est mari simile. Natant pueri, inter hos ille, sed cautius. Delphinus rursus ad tempus, rursus ad puerum. Fugit ille cum ceteris. Delphinus, quasi invitet et revocet, exsilit mergitur, variosque orbes implicat expeditque.

4 audentior (comparativus) meer durvend danulterior verdertendo, tendĕre gaan, komen

imperfectum de conatu, te vertalen met ‘proberen’

occurro, occurrĕre tegemoet komenpraecedere … perferre allemaal infinitivi historici: vertalen als

imperfectumpraecedo, praecedĕre vóórgaansubeo, subire onder (hem) duikendepono, deponĕre afzetten (van zijn rug)trepido, trepidare verschrikt zijnaltum volle zeeflectit na zeven historische infinitieven nu plots een

breuk in de constructie, om de bevrijdende ommekeer te suggereren: eindelijk raakt het avontuur en het gevaar gedaan!

aequalis, -is leeftijdgenoot5 serpo, serpĕre zich verbreiden < kruipen

concurrĕrre etc. infinitivus historicustamquam als een …obsideo, obsidēre geheel vullensiquid est mari simile bijvoorbeeld het aestuarium (vaargeul)caute (bijwoord) voorzichtigad tempus voor een korte tijd, op het juiste ogenblikquasi + coni. net alsofexsilio, exsilire omhoog springenmergo, mergĕre passief onderduikenorbes implico, implicare in elkaar grijpende kringen beschrijvenexpedio, expedire ontwarren

Page 100: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

6 Hoc altero die, hoc tertio, hoc pluribus, donec homines innutritos mari subiret timendi pudor. Accedunt et alludunt et appellant, tangunt etiam pertrectantque praebentem. Crescit audacia experimento. Maxime puer, qui primus expertus est, adnatat nanti, insilit tergo, fertur referturque, agnosci se amari putat, amat ipse; neuter timet, neuter timetur; huius fiducia, mansuetudo illius augetur.

7 Nec non alii pueri dextra laevaque simul eunt hortantes monentesque. Ibat una — id quoque mirum — delphinus alius, tantum spectator et comes. Nihil enim simile aut faciebat aut patiebatur, sed alterum illum ducebat reducebat, ut puerum ceteri pueri.

8 Incredibile, tam verum tamen quam priora, delphinum gestatorem collusoremque puerorum in terram quoque extrahi solitum, harenisque siccatum, ubi incaluisset in mare revolvi.

6 hoc sc. fitinnutritus vertrouwd metsubeo, subire bij iemand opkomenadludo, adludĕre plagenpertracto, pertractare aaienpraebentem hem (die daartoe gelegenheid) geeftexperior, experiri kennismaken metannato, annatare ergens heen zwemmennanti = natantiinsilio, insilire springen opfertur referturque laat zich dragen en nog eens dragenfiducia zelfvertrouwenmansuetudo, -dinis vriendelijkheid

7 necnon ookdextra laevaque links en rechtsuna samen (met het dier )

8 incredibile sc. esttam … quam even … alsgestator, -is dragercollusor, -is medespelergestatorem, collusoremque bijstelling bij delphinumextraho, extrahĕre passief-reflexief zich laten trekkensoleo, solēre gewoon zijnharena zandsicco, siccare opdrogenincalesco, incalescĕre zich warmenrevolvo, revolvĕre terugrollen

Page 101: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

9 Constat Octavium Avitum, legatum proconsulis, in litus educto religione prava superfudisse unguentum, cuius illum novitatem odoremque in altum refugisse, nec nisi post multos dies visum languidum et maestum, mox redditis viribus priorem lasciviam et solita ministeria repetisse.

10 Confluebant omnes ad spectaculum magistratus, quorum adventu et mora modica res publica novis sumptibus atterebatur. Postremo locus ipse quietem suam secretumque perdebat: placuit occulte interfici, ad quod coibatur.

11 Haec tu qua miseratione, qua copia deflebis ornabis attolles! Quamquam non est opus affingas aliquid aut astruas; sufficit ne ea quae sunt vera minuantur. Vale.

9 constat het is bekend datlegatus proconsulis plaatsvervangend stadhoudereducto (in litus) toen het (dier op het strand) was gebrachtreligione prava uit bijgeloof < uit misplaatste eerbiedunguentum heilige oliecuius relatieve aansluiting: slaat op unguentum terugnovitas, -tatis nieuwheid, ongewonealtum volle zeerefugio, refugĕre vluchten voorlanguidus zwaklascivia dartelheidsolitus gewoonministerium kunststukje < bezigheid

10 mora verblijfmodicus bescheidensumptus, -us onkosten, uitgavenattero. atterĕre uitputtensecretum afzonderingmihi placet ervoor stemmen

11 copia rijke taaldefleo, deflēre bewenenattollo, attollĕre verheffenquamquam trouwensnon est opus het is niet nodigadfingo, adfingĕre erbij fantaserenadstruo, adstruĕre toevoegensufficit het is voldoendeminuo, minuĕre afbreuk doen aan

Page 102: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Epistula VII, 27 Spoken

Deze brief is geschreven aan Licinius Sura, consul in 102 en onderbevelhebber van keizer Traianus in de strijd tegen de Daciërs.Het thema van de brief is:'...ik zou heel graag willen weten, of je denkt dat spoken bestaan en een eigen uiterlijk en een soort goddelijke macht hebben, of dat ze, leeg en ijl, hun voorstelling aannemen op grond van onze angst'

C. PLINIUS SURAE SUO S.

1 Et mihi discendi et tibi docendi facultatem otium praebet. Igitur perquam velim scire, esse phantasmata et habere propriam figuram numenque aliquod putes an inania et vana ex metu nostro imaginem accipere.

1 disco, discere leren (als leerling)discendi, docendi gerundia, afhankelijk van facultatemfacultas, -tatis gelegenheid, mogelijkheidotium vrije tijd, nietsdoenperquam heel graagvelim scire (utrum) putes de a.c.i.'s esse phantasmata enz. zijn

afhankelijk van putes phantasma, -matis spookfigura gestalte, vorm, uiterlijknumen, numinis goddelijke macht, - wil, "bovenaardse macht"inanis leeg, ijdel, vergeefsvanus ijdel, hol, inhoudsloosinania et vana predicatief bij het subject van accipere

construeer : an putes phantasmata (subj.) inania et vana (predicatief) ... imaginem (obj.) accipere

imago, -ginis beeld, verschijning, gedaante

Page 103: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

2 Ego ut esse credam in primis eo ducor, quod audio accidisse Curtio Rufo. Tenuis adhuc et obscurus, obtinenti Africam comes haeserat. Inclinato die spatiabatur in porticu; offertur ei mulieris figura humana grandior pulchriorque. Perterrito Africam se futurorum praenuntiam dixit: iturum enim Romam honoresque gesturum, atque etiam cum summo imperio in eandem provinciam reversurum, ibique moriturum.

2 ego ut esse... construeer : ego ducor (word er toe gebracht) ut credam (phantasmata) esse in primis ex eo (op grond van dat), quod …

in primis in de eerste plaats, vooralaccido, accidĕre overkomen, gebeurenCurtius Rufus : consul in 45, later proconsul van Africatenuis h.l. onaanzienlijkobscurus h.l. onbekendobtinenti Africam : de magistraat die Africa bestuurdecomes, comitis metgezel, begeleidercomes : predicatief bij het subject van haeserathaereo, haerēre + dat. h.l. zich aansluiten bij,inclinor, inclinari ten einde lopenspatior, spatiari wandelenporticus, -us zuilengangoffero, offerre passief zich vertonenhumana sc. figura: abl. comparationisgrandis groot, enormperterrito dativus, afhankelijk van dixit

perterrito kan worden beschouwd als een gesubstantiveerd participium, of als een predicatief participium bij een weggelaten ei: “ze zei tegen de dodelijk verschrikte man” of “ze zei tegen hem, nadat hij zich doodge- schrokken was...”

futurum betekent nooit, maar hier wel: = toekomstpraenuntius voorbodedixit subject: figura

van figura dixit hangt een a.ci. af: Africam (predikaatsnomen) se (subject) bij weggelaten esse

iturum sc. esse, dan heb je de inf. fut. act. van irehonorem gero, gerĕre een ereambt bekleden revertor,reverti terugkerenmorior, mori sterven

Page 104: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

3 Facta sunt omnia. Praeterea accedenti Carthaginem egredientique nave eadem figura in litore occurrisse narratur. Ipse certe implicitus morbo futura praeteritis, adversa secundis auguratus, spem salutis nullo suorum desperante proiecit.

4 Iam illud nonne et magis terribile et non minus mirum est quod exponam ut accepi?

3 fio, factus sum, fieri gebeurenpraeterea bovendienaccedo, accedĕre gaan naaraccedenti sc. ei: Rufo, dativus afhankelijk van occurrisse egredior, egredi van boord (nave) gaanoccurro, occurrĕre tegemoet komen, verschijnennarratur N.c.I. : nominativus cum infinitivocerte hoe het ook zij: in tegenstelling tot het

voorafgaande is dat wat nu komt in ieder geval gebeurd

implicor, implicari morbo ziek worden < in iets verwikkeld worden praetereo, praeterire voorbijgaan

praeterita = het verledenauguror, augurari aliquid ex iets voorspellen op grond van ietsspem proicio, proicĕre de hoop opgeven

4 iam en verder …illud verwijst naar het volgende verhaalexpono, exponĕre uiteenzetten, vertellen

Page 105: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

5 Erat Athenis spatiosa et capax domus sed infamis et pestilens. Per silentium noctis sonus ferri, et si attenderes acrius, strepitus vinculorum longius primo, deinde e proximo reddebatur: mox apparebat idolon, senex macie et squalore confectus, promissa barba horrenti capillo; cruribus compedes, manibus catenas gerebat quatiebatque.

6 Inde inhabitantibus tristes diraeque noctes per metum vigilabantur; vigiliam morbus et crescente formidine mors sequebatur. Nam interdiu quoque, quamquam abscesserat imago, memoria imaginis oculis inerrabat, longiorque causis timoris timor erat. Deserta inde et damnata solitudine domus totaque illi monstro relicta; proscribebatur tamen, seu quis emere seu quis conducere ignarus tanti mali vellet.

5 spatiosus ruimcapax omvangrijkinfamis met een slechte reputatie, beruchtpestilens verpest, besmetsonus klank, geluidferrum ijzerattendo, attendĕre oplettenacer scherpreddo, reddĕre voortbrengenidolon spook, spookverschijningmacies, -ei magerheid, uitgemergeldheidsqualor, -oris vervuilingconfico, conficĕre h.l. verterenpromissa barba een lange baardcapillus hoofdhaarhorreo, horrēre ruig zijn, overeind staan, huiverencrus, cruris beencompes, compedis voetboeicatena keten, kettingquatio, quatĕre schudden, rammeleninde daarna

6 inhabitantibus dativus auctoris dirus afgrijselijkvigilo, vigilare waken, wakend doorbrengenvigilia het waken, de slapeloosheidformido, -dinis angstinterdiu overdagabscedo, abscedĕre weggaan imago , imaginis beeld, verschijninginerro, inerrare ronddwalen in, rondspoken incausis ablativus comparationisdesero, deserĕre verlatendamno, damnare + abl. veroordelen tot, “gedoemd tot”deserta & damnata sc. estsolitudo, solitudinis eenzaamheidmonstrum monster, gedrochtelijk wezenproscribo, proscribĕre h.l. te koop/huur aanbiedenseu ... seu hetzij dat ... hetzij dat …

om te zien of … of …quis = aliquis conduco, conducĕre hurenignarus + gen. onbekend met, niet wetend vanmalum gesubstantiveerd: ongeluk, ellende

Page 106: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

7 Venit Athenas philosophus Athenodorus, legit titulum auditoque pretio, quia suspecta vilitas, percunctatus omnia docetur ac nihilo minus, immo tanto magis conducit. Ubi coepit advesperascere, iubet sterni sibi in prima domus parte, poscit pugillares stilum lumen, suos omnes in interiora dimittit; ipse ad scribendum animum oculos manum intendit, ne vacua mens audita simulacra et inanes sibi metus fingeret.

8 Initio, quale ubique, silentium noctis; dein concuti ferrum, vincula moveri. Ille non tollere oculos, non remittere stilum, sed offirmare animum auribusque praetendere. Tum crebrescere fragor, adventare et iam ut in limine, iam ut intra limen audiri. Respicit, videt agnoscitque narratam sibi effigiem.

7 titulus opschrift: d.w.z. het bordje "TE KOOP" vilitas, -tatis lage prijs, goedkoopheidpercunctor, percunctari navragen, navraag doendoceo, docēre aliquem aliquid iemand van iets op de hoogte stellennihilo minus niettemin, desondanksimmo ja zelfs, nee integendeel (verbetering van het

voorafgaande)immo tanto magis ja zelfs met meer enthousiasmeadvesperascĕre avond wordensterno, sternĕre uitspreiden, opmaken

sc. lectum = bedpugillares, -ium (met was bestreken) schrijftafeltjestilus schrijfstift, peninterior meer naar binnen gelegen, binnenste(animum) intendo, intendĕre (de aandacht) richten opvacuus h.l. inactief, zonder met iets bezig te zijnaudita simulacra “de spoken waarover hij gehoord had”mihi fingo, sibi fingĕre zich inbeelden

8 initium beginquale ubique zoals overalsilentium noctis sc. eratconcutio, concutĕre schudden, schokken, tegen elkaar slaanconcuti en volgende infinitivi : infinitivi historici remitto, remittĕre loslatenanimum offirmo, offirmare zich vermannenpraetendere animum auribus sc. hij sloot zijn oren af door te denkencrebrescĕre talrijker worden, toenemenfragor, -ores rumoer, geraasadvento, adventare naderenut sc. alsof, alslimen, limina drempelrespicio, respicĕre omkijkenagnosco, agnoscĕre herkenneneffigies, -ei verschijning, schimsibi narratam waarover hem verteld was

Page 107: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

9 Stabat innuebatque digito similis vocanti. Hic contra ut paulum exspectaret manu significat rursusque ceris et stilo incumbit. Illa scribentis capiti catenis insonabat. Respicit rursus idem quod prius innuentem, nec moratus tollit lumen et sequitur.

10 Ibat illa lento gradu quasi gravis vinculis. Postquam deflexit in aream domus, repente dilapsa deserit comitem. Desertus herbas et folia concerpta signum loco ponit.

9 innuo, innuĕre wenkendigitus vingersimilis + dat gelijk aan, gelijkend opcontra bijwoord daarentegenut paulum ... afhankelijk van significatpaulum een weinig, eventjessignificare een teken geven, beduidencera was (waarmee het schrijftafeltje bestreken is)incumbo, incumbĕre + dat. zich toeleggen opinsono, insonare + dat. rammelen boven iets/iemandrespicit … construeer :

respicit (Athenodorus) rursus (illam effigiem) idem (object), quod prius (innuebat), innuentem.

moror, morari talmen, wachtennec moratus participium + ontkenning = zonder ...

10 lentus langzaamgradus, -us tred, stapdeflecto, deflectĕre afbuigen area binnenplaatsrepente plotselingdilabor, dilabi uiteenvallen, oplossenfolium bladconcerpo, concerpĕre bijeen plukkensignum predicatief

Page 108: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

11 Postero die adit magistratus, monet ut illum locum effodi iubeant. Inveniuntur ossa inserta catenis et implicita, quae corpus aevo terraque putrefactum nuda et exesa reliquerat vinculis; collecta publice sepeliuntur. Domus postea rite conditis manibus caruit.

12 Et haec quidem affirmantibus credo; illud affirmare aliis possum. Est libertus mihi non illitteratus. Cum hoc minor frater eodem lecto quiescebat. Is visus est sibi cernere quendam in toro residentem, admoventemque capiti suo cultros, atque etiam ex ipso vertice amputantem capillos. Ubi illuxit, ipse circa verticem tonsus, capilli iacentes reperiuntur.

11 magistratus, -us overheidspersoon, magistraat, ambtenaarmoneo, monēre herinneren aan, waarschuwen, aansporeneffodio, effodĕre uitgravenos, ossis botinsero, inserĕre invoegen, invlechten, “vastmaken in”implico, implicare in iets vouwen, verstrikkenaevum de (onbegrensde) tijdputrefacio, putrefacĕre verteren, doen verrottenexedo, exedĕre uitvreten, wegvretenreliquerat subject is corpus ; vinculis is dativuscolligo, colligĕre verzamelenpublice (bijwoord) officieel, van staatswegesepelio, sepelire begravensepeliuntur subject : ossarite volgens de godsdienstige gebruiken, plechtigcondo, condere opbergen, “begraven”manes (plurale tantum) schimmen van de gestorvenencareo, carēre + abl. missen, zonder zijn

12 haec :verwijst naar het voorgaande en het is object bij adfirmantibus: wat déze dingen betreft vertrouw ik op mensen die het mij verzekeren

affirmo, affirmare bevestigen, verzekerencredo, credĕre alicui iemand gelovenillud : slaat weer op het volgende verhaallibertus vrijgelatene (diende dus eerder als slaaf)mihi dat. possessivusillitteratus onontwikkeldcum hoc cum is hier een voorzetsel (met de abl.)minor (natu) jongervisus est sibi cernere hij droomde dat bij zag ...torus bed, divanresido, residĕre gaan zittenadmoveo, admovēre + dat. bewegen/brengen naar iets/iemandculter, cultri mesvertex, -icis kruinamputo, amputare (rondom) afsnijdencapillus haarillucescit het wordt dagtondeo, tondēre scherentonsus sc. erat

Page 109: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

13 Exiguum temporis medium, et rursus simile aliud priori fidem fecit. Puer in paedagogio mixtus pluribus dormiebat. Venerunt per fenestras — ita narrat — in tunicis albis duo cubantemque detonderunt et qua venerant recesserunt. Hunc quoque tonsum sparsosque circa capillos dies ostendit.

14 Nihil notabile secutum, nisi forte quod non fui reus, futurus, si Domitianus sub quo haec acciderunt diutius vixisset. Nam in scrinio eius datus a Caro de me libellus inventus est; ex quo coniectari potest, quia reis moris est summittere capillum, recisos meorum capillos depulsi quod imminebat periculi signum fuisse.

13 exiguum klein, gering, weinigexiguum tempus medium enige tijd (was) er tussenin, enige tijd verliepfidem facere + dat. geloofwaardigheid verlenen, geloofwaardig

maken paedagogium opleidingsschool, -barak (voor jonge slaven)misceo, miscēre mengen, verenigenfenestra venster, raamtunica tunica, wollen onderkleedalbus witcubare liggen, slapendetondeo, detondēre scherenqua (via de route) waarlangsspargo, spargĕre verstrooien, verspreidencirca (bijwoordelijk) rondom, in het rond

14 notabilis opmerkelijknisi forte tenzij wellicht, of het moest zijnreus aangeklaagdefuturus si wat ik geweest zou zijn, als…..Domitianus : tijdens het bewind van Domitianus (81-96)

liep men bij het minste geringste de kans om te worden aangeklaagd; de meest gebruikte aanklacht was 'majesteitsschennis' ; Domitianus' opvolgers Nerva (96-98) en Trajanus (98-117) betekenden in dit opzicht een verademing voor de Romeinen

scrinium brievenkistdatus “ingediend”Caro : Mettius Carus was een berucht

beroepsaanklager die tijdens het terreurbewind van Domitianus deze keizer hielp bij het uit de weg ruimen van politiek verdachte personen

libellus aanklachtconiecto, coniectare vermoeden, gissen, opmakenreis van reus moris est het behoort tot de gewoontesummitto, summittĕre laten groeienrecido, recidĕre afsnijdendepello, depellĕre verdrijven, afwendendepulsi periculi depulsi is hier een dominant participium

Page 110: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

15 Proinde rogo, eruditionem tuam intendas. Digna res est quam diu multumque consideres; ne ego quidem indignus, cui copiam scientiae tuae facias.

16 Licet etiam utramque in partem — ut soles — disputes, ex altera tamen fortius, ne me suspensum incertumque dimittas, cum mihi consulendi causa fuerit, ut dubitare desinerem. Vale.

15 proinde daaromrogo intendas sc. (rogo) ut (intendas) eruditio, -onis geleerdheidintendere inspannen, inzettendignus esse qui + con. het waard zijn dat …considero, considerare beschouwen, onderzoekenindignus esse qui + con. het onwaardig zijn dat …copiam facio, facĕre + gen. iemand ter beschikking stellenscientia kennis, wijsheid

16 licet + con. het is geoorloofd omutramque in partem in elk van beide richtingen (dus zowel voor

als tegen het bestaan van spoken)disputo, disputare betogen, redenerenex altera sc. parte alter één van beidesuspensus in spanning, onzekerdimitto, dimittĕre heen sturen, laten gaanconsulo, consulĕre raadplegen, om raad vragenconsulendi gerundium bij causacausa reden, motief

Page 111: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Ter vergelijking ...

Quintilianus, die zelf Plinius en Tacitus onder zijn leerlingen heeft geteld, zet in het volgende fragment zijn ideeën over een goede retor uiteen.

Wanneer een jongen zover is gevorderd dat hij wat ik de eerste retorischelessen noemde aan kan, moet hij worden toevertrouwd aan leraren in dat vak. Van hen moeten we in de eerste plaats het karakter onderzoeken. Dat ik daar nu pas over begin, betekent niet dat ik vind dat dat bij de andere leraren

5 niet hoeft te gebeuren - het tegendeel blijkt trouwens al uit mijn eerste boek- maar omdat de leeftijd van de leerlingen vermelding van dit punt hier wel bijzonder noodzakelijk maakt. Want niet alleen zijn de jongens al bijna volgroeid, als ze aan deze leraren worden toevertrouwd, maar ze blijven ookhierna nog een tijd bij hen; daarom moet nog meer dan anders erop gelet

10 worden dat de eerbaarheid van de docent hen beschermt tegen bederf, zolang ze nog jong zijn, en zijn strengheid hen weerhoudt van uitspattingen, zodra ze wat brutaler geworden zijn. Het is beslist niet voldoende, als hij

zelf de grootste zelfbeheersing in acht neemt, hij dient ook het gedrag vanzijn leerlingen door strenge discipline te leiden.

15 Dus bovenal moet hij zich tegenover zijn leerlingen opstellen als een vader, hij moet zich de plaatsvervanger voelen van hen die hun kinderen aan hem toevertrouwen. Zelf mag hij geen fouten bezitten en ze ook niet toestaan bij anderen. Maar zijn strengheid moet niet drukkend zijn en zijn vriendelijk- heid niet joviaal: het ene leidt anders tot haat en het andere tot minachting.

20 Laat hij het vooral hebben over het eerzame en het goede: want hoe vaker hij waarschuwt, hoe minder hij hoeft te straffen. Hij mag zeker nooit kwaad

worden; dat wil echter niet zeggen dat hij dingen die niet door de beugel kunnen, moet negeren. Hij moet duidelijk zijn in zijn uitleg, bestand tegen werkdruk, ijverig maar niet buitensporig. Leerlingen die vragen stellen,

25 moet hij graag te woord staan; tot leerlingen die zich stil houden, moet hij zelf vragen richten. Hij moet niet karig zijn in zijn lof bij spreekbeurten,

maar ook weer niet te overdreven: het een maakt afkerig van werken, het ander nonchalant. Bij het corrigeren van fouten mag hij niet sarcastisch zijn en zeker niet krenkend; want dat sommigen fouten afstraffen, alsof zij de

30 maker ervan haten, beneemt velen de lust om nog verder te studeren. Zelf moet hij elke dag een aantal (zeker niet te weinig) uitspraken doen, die zijn toehoorders mee naar huis kunnen nemen. Want al biedt de behandelde lectuur voldoende voorbeelden ter navolging, toch blijft de viva vox, zoals dat heet, hen meer bij, met name van die leraar, voor wie de leerlingen, als

35 zij maar goed onderricht hebben gekregen, genegenheid en ontzag voelen. Wij proberen immers het allerliefst hen na te volgen, die ons idool zijn.

Wat wij zeker afkeuren is de praktijk die langzamerhand gaat overheersen,dat de leerlingen mogen opstaan en juichen ten teken van bijval; de reacties van de toehorende leerlingen moeten juist binnen de perken blijven. Dan zal

40 de leerling die de voordracht houdt, aangewezen zijn op het oordeel van de leraar; dan zal hij geloven dat van wat bij gezegd heeft alleen datgene

geslaagd is, dat diens goedkeuring wegdraagt. Maar het allerergste is de praktijk, ze wordt zelfs al humanitas genoemd, om beurtelings van elkaar alles zonder onderscheid te prijzen. Dit is niet alleen ongepast, theatergedoe,

45 onverenigbaar met een serieus ingestelde school, maar bovendien de ergste vijand van alle studie. Want zorg en inspanning lijken dan onnodig, omdat, wat je ook uitkraamt, bijval verzekerd is. De toehoorders moeten dus, net zo goed als de spreker, letten op het gezicht van de leraar; want zo leren ze te onderscheiden tussen wat goed is en wat

50 afgekeurd moet worden. Zo zullen ze door te schrijven hun vaardigheid ontwikkelen en door te luisteren hun oordeel.

Page 112: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

Maar nu staan ze, gespitst op elke slotzin, niet alleen op van hun zitplaats, maar lopen ook op de spreker toe en barsten los in onbeheerst gejuich. Dit gebeurt wederzijds; daarvan hangt het succes af van de voordracht. En het

55 gevolg is: verwaandheid en opgeblazen eigendunk, zozeer dat zij, overmoe- dig geworden door de bijval van hun medeleerlingen, het hun leraar zelfs kwalijk nemen, als die hen te weinig prijst. De leraar moet echter eisen dat ook naar hem aandachtig en ingetogen wordt geluisterd; want bij moet zijn voordracht niet aanpassen aan de smaak van

60 zijn leerlingen, maar de leerlingen aan die van hem. Ja zelfs moet een leraar, voorzover mogelijk, proberen te ontdekken, wat iedere leerling afzonderlijk aanspreekt en hoe hij dat uit; heeft hij succes met een goede uitspraak, dan moet hij niet zozeer blij zijn voor zichzelf als voor degenen, die blijk geven van het juiste inzicht.

65 Ik vind het niet goed, als jong en oud door elkaar heen zitten. Want al is de leraar die op zijn taak is berekend, in staat om ook de oudere jeugd in de hand te houden, toch moeten de zwakkeren apart blijven van de sterkeren: men dient ook de verdenking van oneerbaarheid te vermijden, niet alleen de beschuldiging.

70 Dit meende ik in het kort te moeten opmerken. Want dat de leraar zelf en zijn school vrij moeten zijn van ernstige wantoestanden, ik geloof niet dat dat nog gezegd hoeft te worden. En is er iemand die bij de keuze van een leraar voor zijn zoon voor onmiskenbare wandaden de ogen sluit, laat hij dan weten dat ook al het andere dat wij hier in het belang van onze jeugd

75 proberen op te schrijven, verloren moeite zal zijn, als bij dat aspect verwaarloost.

Quintilianus, Institutio Oratoria 2.2

Opdracht

Karakteriseer in het kort de vijf delen van dit betoog: r. 1-36, 37-57, 58-64, 65-69, 70-75.

Page 113: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

In het onderstaande gedicht geeft Martialis een karikatuur van een Romeinse schoolmeester.

Schoolmeester, Wat moet jij eigenlijk van ons, mislukte pedagoog, elke knaap en jonge dame een doorn in het oog?

De ochtendstilte is nog niet voor 't haangekraai gevlucht, 5 of jouw karwats en bulderstem donderen door de lucht.

Even zwaar weergalmt het aambeeld door de slagen van de smid, totdat de advocaat van brons recht op z'n rijpaard zit1.

Minder oorverdovend tiert het grote Colosseum, wanneer supporters hun idool naar de zege schreeuwen.

10 Wij buren2 vragen om wat slaap, niet eens de hele nacht;een tijdje waken is niet erg, wèl de hele nacht.

Laat jij je leerlingen toch gaan. Wil jij soms van ons krijgen,wat jij met je geschreeuw verdient, maar dan wel om te zwijgen?

Iuvenalis, de laatste grote Romeinse satiricus, leefde van ca. 55-130.Over zijn leven is weinig bekend. Er bestaat een verhaal dat hij eerst zijnbrood verdiende als declamator, maar door Domitianus werd verbannenvanwege een spotschrift op een keizerlijke gunsteling. In de tijd van Trajanus en Hadrianus publiceerde hij 16 lange satiren.Daarin schildert hij in felle kleuren het morele verval van het keizerlijke Rome. Vooral Domitianus en zijn hofhouding moeten het ontgelden. In onderstaande twee fragmenten pakt hij het onderwijs aan.

U, Vettius3, bent leraar retoriek? Dan is uw hart van staal. Een volle klas

oefent zich in het redeneren tegen wrede tirannen. Wat ze eerst nog zittend

5 hardop gelezen hebben, wordt herhaald terwijl ze staan, en dan hetzelfde liedje,

dezelfde regels nog eens. Arme leraar, almaar dezelfde kooi, om dood te gaan! Ze moeten juiste toon, genre en thema

10 precies bepalen; welke tegenwapens wellicht te wachten staan - de hele klas leert plichtsgetrouw, maar niemand komt betalen!

'U wilt uw loon? Wat heeft mijn zoon geleerd?' - en 't is de schuld - natuurlijk - van de leraar

15 als bij een boerenzoon geen vonk gaat gloren in 't lichaamsdeel onder de linkertepel. 'Toch vult hij elke week mijn arme oren met Hannibal4, verweert zich de docenttegen de vader, 'wat die schurk bedenkt,

20 of hij van Cannae5 door moet gaan naar Rome,of na veel nood- en onweer beter maar

naar elders zwenkt met zijn verwaaide leger -,meneer, ik geef u wat, noem maar een prijs,als u als vader even vaak als ik

25 uw kind wilt overhoren. 'Zulke woorden

1 Succesvolle advocaten lieten vaak ruiterstandbeelden voor zich oprichten2 Er werd les gegeven op straat, in de open lucht3 Verder onbekend4 Carthaags veldheer in de Tweede Punische Oorlog.5 Plaats waar Hannibal de Romeinen een zware nederlaag had toegebracht

Page 114: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

roepen die professoren eensgezind, wanneer ze met hun zessen of wel meer nog echte in plaats van schijnprocessen voeren - nu zonder gif of lui die meisjes roven,

30 boze verwaande echtgenoten, poeders die blinde stakkers een nieuw zicht beloven ...

Zo'n leraar, als hij luistert naar mijn raad, moet gauw zichzelf ontslaan en andere wegen zien op te gaan in plaats van in een duister

35 leraarsbestaan te vechten voor zijn loon, dat schertsbedrag, waarvan je net één portie

derderangs koren koopt, want ach, dat ishun topsalaris! Vergelijk dat eens met wat een citerleraar vraagt voor lessen

40 aan rijke jongelui. Dan scheur je toch jouw Oefenboek voor Retoriek aan flarden?

luvenalis, Satiren 7.150-177; vert. M. d'Hane-Scheltema

En onderwijzers dan! Wie vult de buidel van zo'n wijze meester met wat hem toekomt voor zijn taalgeduld?En van dat beetje - en dat is nog minder

5 dan van die leraar in de retoriek - knabbelt de begeleider van de kinderen

ook nog wat af, zo'n asociale Griek, en ook de uitbetaler. Maar, Palaemon6,daar wen je aan, dus laat je prijs maar dalen

10 net als een stoffenventer met zijn wollenwintertextiel, als je maar niet voor nietsles zit te geven vanaf drie uur 's nachts, een uur waarop geen werkman werkt, geen wever je uitlegt boe je met een scheve kam

15 de wol moet kaarden; en zolang je niet voor niets de walm van al die lampepitten van zoveel jongetjes, waardoor de tekst van

Horatius volstrekt verpietert en Vergilius7 onder het roet gaat zitten,

20 hebt opgesnoven. 't Onderwijzersgeldwordt zelden zonder rechterstribunaal aan jou voldaan, maar ondertussen stelt menwel strenge eisen: meester moet van taal elk woordje kennen, van geschiedenis

25 kunnen vertellen, alle schrijvers kennen gelijk de nagels aan zijn eigen hand, zodat hij zelfs op straat, op weg naar 't badhuis,

als iemand erom vraagt, direct de naam vande voedster van de vader van Aeneas8

30 of naam èn afkomst van de tweede moeder van Joost-mag-weten-wie plus van Acestes9

de leeftijd en het aantal vaten wijn die de Trojanen van hem kregen, opnoemt;

en dat hij al die tere zieltjes kneedt 35 zoals men met een duim een kop van was maakt,

een vader voor zijn klas, die elk obsceen jongensgedoe verbiedt en zorgt dat dit

6 Bekende Romeinse grammaticus7 Op school veel gelezen schrijvers8 Hoofdpersoon van de Aeneis van Vergilius9 Koning op Sicilië, die bij Vergilius Aeneas en zijn Trojaanse volgelingen gastvrij ontvangt

Page 115: Extra zenderpakketten bij Interactieve TV van KPN | KPNhome.planet.nl/~hoon0064/JDW-Latijn/documenten/auteurs/... · Web viewCorpus Inscription Latinarum V.5262). Het bewuste senaatsbesluit

zich niet herhaalt. 'Maar 'k kan van zoveel knapen niet alle handen zien, niet elke knipoog!'

40 'Dat is uw zorg,' is 't antwoord, 'en misschien dat u aan 't eind van 't jaar voor uw publiek een soort van held bent en wat geld verdient. . .

Iuvenalis, Satiren 7.215-243; vert. M. dHane-Scheltema

Vragen

1 Over welke twee onderwijsfasen heeft Iuvenalis het? 2 Wie wordt/worden in het eerste fragment gehekeld, wie in het tweede? 3 Waarom koestert Iuvenalis voor de ene leraar geen sympathie

en voor de andere wel, denk je?