Upload
natuurpunt
View
220
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
In deze map vindt u een korte voorstelling van het project en meer uitleg over de drie complementaire stappen: het infomoment, het doemoment en het evaluatiemoment
Citation preview
Educatief Natuurbeheer Educatief Natuurbeheer Educatief Natuurbeheer Educatief Natuurbeheer Samen werken we aan een kleurrijke natuur!
Infomap project
‘EDUCATIEF NATUURBEHEER’
2
Beste leerkracht, directie,
In deze map vindt u een korte voorstelling van het project en meer uitleg over de drie complementaire stappen:
het infomoment, het doemoment en het evaluatiemoment.
Educatief Natuurbeheer vertrekt vanuit de beleveniswereld van het kind; het is een ervaringsgericht en
leergebiedoverschrijdend project. Heel wat eindtermen voor het basisonderwijs (en ook secundair onderwijs)
kunnen via dit project gerealiseerd worden. Onder punt 6 zal u ontdekken dat het project Educatief Natuurbeheer
een rijke aanvulling en verdieping van uw leerstof is!
Tot slot vindt u in deze map extra informatie over Natuurpunt als organisatie en enkele concrete acties, ook voor
u van toepassing.
Heel veel plezier ermee!
We hopen alvast op een fijne samenwerking!
Het ENB-team
EEN PROJECT VAN
MET DE STEUN VAN EN IN SAMENWERKING MET
PARTNERS VOOR NATUUR
3
INHOUDSOPGAVE 1. EVEN KORT VOORSTELLEN ....................................................................................................... 4
2. EDUCATIEF NATUURBEHEER IN DETAIL .................................................................................. 5
2.1. Inleidende stap ......................................................................................................................... 5
2.1.1 PowerPointpresentatie ....................................................................................................................... 5 2.1.2 Natuurbeheerspel .......................................................................................................................... 6
2.2. Werkdag ................................................................................................................................... 9
2.3. Natuurontdekkingstocht ......................................................................................................... 10
3. EDUCATIEF NATUURBEHEER OP MAAT ................................................................................. 11
4. ONDERSTEUNING ...................................................................................................................... 12
4.1. Ondersteuning voor leerkrachten ........................................................................................... 12
4.2. Ondersteuning voor vrijwillige natuurgidsen ........................................................................... 12
4.3. Uitleenbaar materiaal ............................................................................................................. 13
4.4. Ondersteuning door (groot)ouders ......................................................................................... 13
4.5. Ondersteuning bij vergroening van de speelplaats ................................................................ 13
5. ENKELE AFSPRAKEN ................................................................................................................ 14
6. EINDTERMEN ............................................................................................................................. 16
7. WAT IS NATUURPUNT? ............................................................................................................. 25
8. ACTIES VAN NATUURPUNT ...................................................................................................... 26
9.1. Vogels voeren en beloeren .................................................................................................... 26
9.2. Vlinder mee ............................................................................................................................ 27
9. WORD LID ................................................................................................................................... 28
10. GROENE PARTNERS ................................................................................................................. 29
11.1. MOS ....................................................................................................................................... 29
11.2. Boeboeks en Marc de Bel ...................................................................................................... 29
11. CONTACT .................................................................................................................................... 30
4
1. EVEN KORT VOORSTELLEN
Educatief Natuurbeheer is een project van Natuurpunt dat kinderen en jongeren ‘warm’ wil maken voor
de natuur en het milieu. Het project is in de eerste plaats gericht op scholen (vooral de derde graad
basisonderwijs) en jeugdverenigingen. Het project is ontstaan in 1996 toen Natuurpunt Oost-Brabant
vaststelde dat er interesse was in natuurbeheer als educatieve schoolactiviteit. Het project werd in 1999
uitgebreid tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en bestaat sinds 2001 ook in de provincie Limburg.
Het wordt financieel gedragen door de provinciale overheden, de Vlaamse Gemeenschapscommissie
en de Vlaamse overheid.
Educatief Natuurbeheer voor scholen: drie complementaire stappen
Inleidende stap in de school
De leerlingen krijgen in de school achtergrondinformatie over natuur en milieu, en natuur- en
milieubescherming (met het accent op natuurbeheer) door middel van een interactieve
PowerPointpresentatie of het Natuurbeheerspel.
Werkdag in het natuurgebied
Op de ‘werkdag’ maken de leerlingen al doende kennis met het natuurgebied en het beheer ervan.
Natuurontdekkingstocht in het natuurgebied
Op de afsluitende natuurontdekkingstocht kunnen de leerlingen de resultaten van hun werk bewonderen
en worden er leuke natuuronderzoekjes uitgevoerd.
5
2. EDUCATIEF NATUURBEHEER IN DETAIL
2.1. Inleidende stap
Educatief Natuurbeheer is in de eerste plaats een belevingsgericht project, maar heeft ook een hoge
educatieve waarde. In dat opzicht geven wij de deelnemers een stevige dosis achtergrondinformatie
over het hoe en vooral het waarom van natuurbescherming en natuurbeheer, nog vóór we de natuur
intrekken. Maar deze inleidende stap heeft ook als doel de leerlingen warm te maken voor een dagje
natuurbeheer.
Er zijn twee mogelijkheden:
2.1.1 PowerPointpresentatie
Een PowerPointpresentatie is een moderne, multimediale en flexibele lesvorm die jongeren sterk
aanspreekt.
Multimediaal, omdat we sprekende natuurfoto’s of korte filmpjes van het internet kunnen gebruiken om
de leerlingen te boeien. Flexibel, want inhoud en beelden kunnen vlot aangepast worden aan actualiteit
of specifieke situaties. Tel daarbij op dat we zo’n natuurles zeer belevingsgericht en interactief
aanpakken, en u zal begrijpen waarom leerlingen en leerkrachten zeer enthousiast zijn na ons bezoek.
De inhoud van deze PowerPointpresentatie ziet er als volgt uit:
Eerst tonen we de kinderen hoe de natuur in Vlaanderen veranderd is sinds het einde van de laatste
ijstijd. We beschrijven de overgang van natuurlijk naar half-natuurlijk landschap en benadrukken dat niet
alleen veel natuur, maar ook goede natuur belangrijk is. Goede natuur, dat is voor Natuurpunt kleurrijke
natuur, natuur met veel verschillende planten- en diersoorten. Zo benaderen we het concept
‘biodiversiteit’ op een kindvriendelijke manier en doen we inzien dat natuur geen vaststaand iets is.
Maar dan komen we bij de ‘natuur van vandaag’. We bespreken een aantal milieuproblemen met
duidelijke gevolgen voor onze natuurgebieden: versnippering, vermesting, verdroging, het gebruik van
pesticiden en de klimaatsverandering. Hierbij hebben we ook aandacht voor mogelijke oplossingen.
Nadat we de kinderen even zelf doen nadenken óf en waarom ze natuurbescherming nodig vinden,
stellen we Natuurpunt voor als natuurbeschermingsvereniging in Vlaanderen. We bespreken kort vier
6
werkingsgebieden: natuurbehoud (‘aankopen van natuurgebieden’), natuurbeleid (‘samenwerken met
de overheid’), natuureducatie (‘mensen iets bijleren over natuur’) en last but not least natuurbeheer
(‘werken aan betere of kleurrijkere natuur’). Vervolgens zoomen we in op natuurbeheer en bespreken
we het hoe en waarom van natuurbeheer in vier Vlaamse biotopen: bos, hooiland, heide en
watergebied.
We sluiten de PowerPointpresentatie af met de vraag aan de leerlingen of ze zin hebben om een dagje
mee te komen helpen bij het beheer van een natuurgebied in de schoolbuurt. Er wordt benadrukt dat ze
moeten denken aan aangepast schoeisel, werkkledij en werkhandschoenen. Als afsluiter wordt de
Potloodfolder (zie punt 2.1.2) uitgedeeld.
2.1.2 Natuurbeheerspel
In 2006 werd het Natuurbeheerspel gemaakt als actief alternatief voor de PowerPointpresentatie, in
2010 werd het spel in een nieuw jasje gestoken. Het spel kan gespeeld worden als inleidende stap en
het bevat ongeveer dezelfde inhoudelijke elementen als de PowerPointpresentatie.
Twee teams spelen tegen elkaar, met als doel hun eigen stukje natuur-op-speeldoek te leren kennen en
zo goed mogelijk te beschermen. Het Natuurbeheerspel bestaat uit drie afzonderlijke delen:
Biotopenspel
Elk team vertrekt van een speeldoek dat de ongerepte natuur in het Vlaanderen van ‘VROEGER’
voorstelt. Hierin zijn verschillende biotopen te herkennen: bos, heide, hooiland, kleinschalig akkerland,
kust, poldergebied en watergebied. Alleen planten en dieren ontbreken voorlopig nog. Die kunnen
gewonnen worden door het spelen van duels (bv. vlaggenroof). Het team dat als eerste alle planten- en
dierkaartjes bij elkaar heeft, wint dit eerste spel.
De volgende opdracht is om de planten en dieren in het juiste biotoop te plaatsen; hierbij worden de
spelers geholpen door een tekstje op de achterkant van elk kaartje en door hints op het speeldoek.
Afsluitend wordt een tweede speeldoek over het eerste gelegd. In de ‘NATUUR van VANDAAG’ wordt
een totaal ander landschap zichtbaar. Dorpen zijn steden geworden, wegen werden aangelegd, bossen
gerooid, water vervuild, rivieren rechtgetrokken enz. Hier en daar zijn er ronde uitsparingen in het doek
die nog wat van de oorspronkelijke natuur tonen: kleine stukjes natuur met daarin planten- en
diersoorten die nog algemeen zijn. Jammer genoeg zijn heel wat planten- en diersoorten ondertussen
7
uitgestorven in Vlaanderen of heel zeldzaam geworden: je ziet ze niet meer in het landschap en zijn hier
dan ook onder het tweede speeldoek verdwenen.
Ministerspel
De natuur is dus minder kleurrijk geworden en daar moet dringend iets aan gedaan worden! De spelers
kunnen d.m.v. een tweede bewegingsspel (bv. trefbal of Chinese voetbal) ‘groene ideeën’ winnen. Met
dit ‘groen idee’ kunnen ze naar de ‘minister van natuur’ gaan. Als de spelers de minister kunnen
overtuigen van hun ‘groen idee’, kunnen ze natuurbeschermingsmaatregels bekomen. Deze worden
even aan de kant gelegd totdat het ministerspel uitgespeeld is, namelijk wanneer één team alle of
voldoende natuurbeschermingsmaatregels gewonnen heeft.
Beheerspel
Na het ministerspel moeten de spelers de natuurbeschermingsmaatregels op de juiste plaats op het
speeldoek weten te plaatsen. Zo kunnen ze ‘bedreigde’ planten- en diersoorten beschermen = terug
winnen.
Aan de hand van een controlelijst kan nagegaan worden welke planten en dieren elk team terug ‘op de
kaart’ kan zetten. Op deze manier wordt op het einde van het spel terug gefocust op het verhogen van
de biodiversiteit of het kleurrijk maken van het eigen stukje natuur-op-speeldoek. Hoewel er in twee
teams gespeeld wordt om het spel competitief en uitdagend te maken, zijn er dus geen verliezers.
Praktisch:
Doelgroep: 10-14 jarigen
Grootte: 10 tot 35 spelers
Speelduur: halve lesdag (2 à 3 uur)
Het Natuurbeheerspel is ook een onderdeel van onze natuurbelevingsformule voor jeugdbewegingen:
de Natuurdag Deluxe (zie punt 3). Maar dit spel kan ook probleemloos gespeeld worden buiten het
kader van Educatief Natuurbeheer, als op zichzelf staande, leerrijke maar vooral plezante
natuuractiviteit. Het kan gespeeld worden op speelplaatsen, sportterreinen, bij slecht weer in sporthallen
en turnzalen maar ook op een minder kwetsbaar stukje natuurgebied. We organiseren geregeld
vormingsdagen voor de begeleiding van het Natuurbeheerspel. Als u hierin interesse heeft, kan u uw
contactgegevens alvast aan ons doorgeven en dan brengen wij u op de hoogte van een volgende
vorming. De rugzak kan ook ontleend worden bij de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Limburg en
8
de educatieve medewerkers van Natuurpunt (zie punt 11). Alles wat u als begeleider nodig heeft,
inclusief een gedetailleerde spelhandleiding, zit er bij. De spelhandleiding kan ook gratis gedownload
worden op onze website www.natuurpunt.be/educatiefnatuurbeheer.
Dienst Leefmilieu, Provincieplein 1, 3010 Leuven, tel 016-26 74 26, www.vlaamsbrabant.be/uitleendienst (kies
categorie 14 en subcategorie 3; vraag tijdig een paswoord aan).
Bezoekerscentrum Domein Kiewit, Putvennestraat 112, 3500 Hasselt, tel 011-24 60 20,
Enkel ontleenbaar na afspraak. Reserveren is noodzakelijk. U kan het Natuurbeheerspel 2 weken gratis
lenen.
DE POTLOODFOLDER Op het einde van de PowerPointpresentatie of het Natuurbeheerspel krijgen de deelnemers de Potloodfolder. Deze folder stelt het project in het kort voor aan kinderen en ouders en geeft enkele interessante links. Binnenin werd er plaats voorzien voor de data van de volgende stappen. Dit kan als geheugensteuntje voor zowel kinderen als ouders gebruikt worden. De folder is ook zo gemaakt dat er een kleurpotlood mee geknutseld kan worden. Hiermee maken we een link met onze slogan ‘samen
werken aan een kleurrijke natuur!’ en ons streven naar een kleurrijke natuur.
9
2.2. Werkdag
Op de afgesproken dag komt de klas onder begeleiding van de leerkracht (eventueel geruggensteund
door natuur(groot)ouders, zie punt 4.4) naar het natuurgebied, meestal (op ons aanmoedigen) met de
fiets of te voet. De medewerker van Natuurpunt staat in voor de organisatie en begeleiding van deze
natuurbeheerdag. Indien mogelijk gebeurt de begeleiding door vrijwillige medewerkers. Wij zorgen voor
het nodige werkmateriaal, een EHBO-kit én warme chocomelk (bij winterse werkdagen). Na een
woordje uitleg over hoe er op een efficiënte en vooral veilige manier gewerkt kan worden en een korte
opfrissing over het waarom van het uit te voeren werk, gaan we aan de slag.
De klussen die door de leerlingen kunnen worden uitgevoerd, zijn:
maaisel afvoeren van een hooiland (met rieken, harken en draagberries)
afvoeren van takhout na kapwerken
bouwen van houtstapel of takkenwal
hakselen (indien hakselaar en terreinploeg beschikbaar)
opbranden van takken (bij gunstige wind en indien conform met het beheerplan)
aanplanten van hagen en houtkanten
kapbeheer heide (met handzaagjes en takkenscharen)
uittrekken Amerikaanse vogelkers
bouwen van insectenhotels
…
10
2.3. Natuurontdekkingstocht
De afsluitende natuurontdekkingstocht wordt georganiseerd wanneer de natuur op haar kleurrijkst is,
d.w.z. in de lente (na de Paasvakantie). Een eerste doelstelling is dat de kinderen heel concreet de
positieve resultaten van hun bijdrage aan het natuurbeheer kunnen vaststellen. Een hooiland dat zij
hielpen afruimen, is bv. ondertussen veel kleurrijker geworden (nu ook letterlijk door de bloeiende
koekoeksbloemen!). Maar deze lentewandeling is ook een moment voor de kinderen om op een
boeiende, aangename manier de natuur te ontdekken en erover te leren. We willen de kinderen de kans
geven eens te kunnen leren over de natuur in de natuur, door de natuur te beleven.
Wij doen voor de begeleiding van deze natuurontdekkingstochten graag beroep op vrijwillige gidsen.
Lokale natuurgidsen kennen het terrein en de historiek vaak het best. De groep wordt vaak in twee
gesplitst; waarbij de ene helft op pad gaat met de natuurgids om het gebied beter te leren kennen, en
de andere helft van de groep met behulp van het nodige materiaal een wateronderzoekje gaat doen en
de biologische waterkwaliteit gaat bepalen. We streven er wel steeds naar na een tijdje te wisselen,
zodat iedereen het verhaal/de activiteit van elke begeleider heeft kunnen ervaren.
Tijdens de natuurontdekkingstocht maken we gebruik van onze educatieve tassen:
Bloementas
Bostas
Insectentas
Mysterieuze tas
Sporentas
Viezebeestjestas
Watertas
Als afsluiter van deze natuurontdekkingstocht en van het project in zijn geheel krijgt elke deelnemer nog
een diploma van ‘Natuurbeheerder’ met zijn of haar naam erop. Een blijvende herinnering aan een toffe
kennismaking met de natuur die hopelijk heel wat kinderen op het ‘groene’ spoor zet!
11
3. EDUCATIEF NATUURBEHEER OP MAAT
Het project zoals het hierboven beschreven werd, is onze ‘standaardformule’ voor de derde graad van
het lager onderwijs. Maar daarnaast doen ook secundair onderwijs, bijzonder onderwijs,
jeugdbewegingen, dagcentra voor mentaal gehandicapten, speelpleinwerkingen,
kinderopvangverblijven, volwassenenverenigingen en zelfs bedrijven beroep op onze begeleiding. Voor
hen organiseren wij een formule op maat. Meestal wordt er alleen een beheerdag georganiseerd –
eventueel afgesloten met een korte wandeling – waarbij we dan wel op het terrein zelf wat meer tijd
besteden aan het informeren van de werkers en het omkaderen van de activiteit.
We bieden ook de ‘Natuurdag Deluxe’ aan: een programma dat speciaal afgestemd is op
jeugdbewegingen. In de voormiddag wordt het Natuurbeheerspel gespeeld, ’s namiddags volgt het
‘echte’ beheerwerk en eventueel een korte natuurontdekkingstocht – dit alles samengebald tot één dag
natuurbeleving in de buurt van de lokalen of kampplaats.
12
4. ONDERSTEUNING
4.1. Ondersteuning voor leerkrachten
Omdat er meestal enkele weken tot maanden tussen de drie hierboven besproken momenten zitten,
bieden wij u als deelnemende leerkracht educatieve ondersteuning aan in de vorm van deze
leerkrachtenmap. Zo kunnen de inhouden opgefrist worden in de aanloop naar de werkdag, wordt de
motivatie van de leerlingen op scherp gesteld én kunnen werkdag en natuurontdekkingstocht nog eens
worden herbeleefd!
4.2. Ondersteuning voor vrijwillige natuurgidsen
Gidsen voor kinderen vereist een andere aanpak dan gidsen voor volwassenen. Daarom hebben wij in
het verleden al vormingsdagen rond ‘Gidsen voor Kinderen’ georganiseerd. Als u hierin interesse heeft
en u wil zich engageren om in het kader van Educatief Natuurbeheer te gidsen, kan u uw
contactgegevens alvast aan ons doorgeven en dan brengen wij u op de hoogte van een volgende
vorming (contactgegevens zie punt 11).
Enkele aandachtspunten zijn:
zo weinig mogelijk ‘stilstaan en luisteren’
gebruik een voor kinderen begrijpbare taal
kies eenvoudige onderwerpen (bekende planten en dieren) en vertel daarover boeiende
weetjes
laat kinderen zoveel mogelijk zelf ontdekken via zoveel mogelijk zintuigen: laat ze luisteren,
voelen, proeven (waterpeper), ruiken (watermunt, robertskruid)
maak het boeiend door hetgeen wat je vertelt maar ook door de manier waarop
laat kinderen iets aan elkaar vertellen
…
‘Last but not least’: laat merken dat u de gids bent, dat u ‘de baas’ bent. Dit kan door bij het begin van
de wandeling te melden dat u verwacht dat het even stil wordt van zodra u ergens blijft stilstaan zodat u
uw verhaal kan doen; onderweg – tijdens het stappen – kan er gebabbeld worden. Doe dit op een
aangename en grappige manier, de boodschap zal wel overkomen …
Leerkrachten kunnen voor de wandeling gebruik maken van onze educatieve tassen (zie punt 4.3).
13
4.3. Uitleenbaar materiaal
Wegens de beperkte agendaruimte van de educatieve medewerkers, is het voor nieuwe scholen niet
altijd mogelijk om begeleiding te krijgen bij alle stappen. De PowerPointpresentatie of het
Natuurbeheerspel kan dan altijd door de leerkracht zelf begeleid worden. Ook de
natuurontdekkingstocht kan met behulp van een aantal educatieve tassen gemakkelijk zelf begeleid
worden.
Als u één of meerdere stappen zelf begeleidt, dan kan u hiervoor het nodige materiaal bekomen bij de
educatieve medewerkers. Het Natuurbeheerspel en de verschillende educatieve tassen zijn uitleenbaar
maar ook ander materiaal, bijvoorbeeld voor de werkdag kan ontleend worden. Zo is er naast het
materiaal dat gebruikt wordt voor het afdragen van hooi ook de mogelijkheid om materiaal te ontlenen
om insectenhotels te bouwen (boor en zaagjes), wilgenhutten te bouwen (snoeischaren en schoppen) of
om een speelbos in te richten (contactgegevens zie punt 1111).
4.4. Ondersteuning door (groot)ouders
Het kunnen rekenen op enkele extra begeleiders tijdens de wandel-of fietstocht van en naar het
natuurgebied is vaak noodzakelijk. Vele (groot)ouders hebben wel een paar uurtjes tijd om zo’n groep
mee te begeleiden. Achteraf zijn ze natuurlijk ook welkom om een handje mee te helpen of mee te
wandelen. Ze kunnen misschien nog leuke verhalen vertellen over het natuurgebied, waarin ze vroeger
zelf nog gespeeld hebben.
(Groot)ouders die interesse hebben in het begeleiden van het Natuurbeheerspel of de
natuurontdekkingstocht, kunnen resp. een kijkje nemen onder punt 2.1.2, 2.3 en 4.2.
4.5. Ondersteuning bij vergroening van de speelplaats
Natuur beperkt zich niet tot een natuurreservaat. Vaak kan je met enkele kleine ingrepen op de
speelplaats de natuur ook een plaatsje geven in de school. Eenvoudig maar doeltreffend zijn
nestkastjes, insectenhotels, wilgenhutten… Voor ondersteuning op maat, kan je steeds bij onze
educatieve medewerkers terecht. Zo kunnen we ervoor zorgen dat niet enkel de natuur nieuwe kansen
krijgt, maar dat ook de kinderen leren hoe zij thuis zelf de natuur kunnen helpen (contactgegevens zie
punt 11).
14
5. ENKELE AFSPRAKEN
Graag maken wij enkele afspraken met u als leerkracht, dit om misverstanden te vermijden. Wat
verwachten wij van u en wat kan u van ons verwachten.
WIJ:
nemen contact met u op bij het einde van het schooljaar of begin van het nieuwe schooljaar om
nieuwe data-afspraken te maken
rekenen erop dat gemaakte data-afspraken bindend zijn omwille van de voorbereidende
organisatie en planning van de activiteiten in het kader van het project Educatief Natuurbeheer.
zorgen ervoor dat de deelnemers gewapend zijn met de nodige achtergrondinformatie
zorgen voor de voorbereiding van de werkdag, door de terreinploeg of vrijwillige medewerkers
zorgen op de werkdag voor voldoende werkmateriaal
verzorgen de begeleiding en veiligheid op de werkdag
zorgen voor warme chocomelk op winterse werkdagen
zorgen voor voldoende gidsen voor de natuurontdekkingstocht
zorgen voor het nodige EHBO-materiaal op de werkdag
beslissen graag in samenspraak met u om de werkdag eventueel te verzetten omwille van
weersomstandigheden
15
U:
zorgt voor een (verduisterd) lokaal waar de PowerPointpresentatie gegeven kan worden of een
plaats waar het spel gespeeld kan worden (ook bij slecht weer)
neemt actief deel aan de werkdag en natuurontdekkingstocht, en motiveert de leerlingen
blijft nog steeds de begeleider van uw klas tijdens de activiteiten
mag steeds de plaatselijke pers contacteren om de werkdag en/of natuurontdekkingstocht in de
krant te brengen
vindt in deze map nog heel wat extra materiaal om -buiten de drie stappen van het project- ook
in de klas te kunnen werken rond Educatief Natuurbeheer
mag best met ons contact opnemen om de data vast te leggen voor het nieuwe schooljaar
bezorgt ons tijdig –en per mail- de namenlijst van de klas(sen)
16
6. EINDTERMEN
Het project Educatief Natuurbeheer vertrekt in alle stadia (beeldverhaal of spel, werkdag,
natuurontdekkingstocht) vanuit de belevingswereld van de leerlingen. Het project werkt
ervaringsgericht en leergebied-overschrijdend. Heel wat eindtermen voor het basisonderwijs (zoals
vermeld op de overheidswebsite http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/index.htm) kunnen
met dit project gerealiseerd worden.
Hieronder volgt een overzicht: eerst wordt een eindterm gegeven, dan de concrete invulling ervan met
tussen haakjes het stadium/de stadia van het project waarin dit gebeurt. Enkele concrete realisaties van
eindtermen die wij alvast superbelangrijk vinden, hebben we onderlijnd.
B = beeldverhaal
WD = werkdag
WA = natuurontdekkingstocht
SP = Natuurbeheerspel
Grasduin even door deze lijst en u zal ontdekken dat Educatief Natuurbeheer een rijke aanvulling op uw
curriculum en verdieping van uw leerstof kan zijn! U zal misschien verbaasd vaststellen dat er veel meer
dan alleen maar Wereldoriëntatie bij komt kijken!
1. Wereldoriëntatie - Natuur
1.1. Levende natuur
In een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en verschillen kunnen
ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden;
planten en dieren thuisbrengen in verschillende biotopen of leefgebieden (B/SP)
algemene bloemen in de natuur op naam brengen m.b.v. een eenvoudige bloemengids (WA)
voorbeelden kennen van zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en insecten (B/WA/SP)
bomen herkennen a.h.v. bladvorm, -nerven en -rand (WA)
17
In de omgeving een paar biotopen kennen en erin enkele veel voorkomende dieren en planten kunnen
herkennen en benoemen;
planten en dieren thuisbrengen in biotopen bos, grasland, heide en/of water(gebied) (B/SP)
biotopen bos, grasland, heide en/of water(gebied) herkennen in een natuurgebied in de buurt
en enkele voor het biotoop typische planten en dieren waarnemen en herkennen (WD/WA)
Bij organismen kenmerken kunnen aangeven waaruit hun aangepastheid blijkt aan hun voeding, aan
bescherming tegen vijanden en aan omgevingsinvloeden;
Enkele voorbeelden:
bouw van bloemen aangepast aan insectenbestuiving (B/WA)
ademhalingswijze van waterbeestjes aangepast aan waterkwaliteit (WA)
aanpassing aan leven in nabijheid van mens (vb. huismus, boerenzwaluw, …) (B)
winterrust of -slaap als aanpassing aan koude en voedselschaarste (WD)
lichaamsbouw van specht aangepast aan voedingswijze (WA)
mimicry bij zweefvlieg als bescherming tegen vijanden (WA)
Kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving beïnvloedt;
evolutie schetsen van natuurlijk over half-natuurlijk naar cultuurlandschap met het effect van de
steeds groter wordende menselijke beïnvloeding op de biodiversiteit (B/SP)
door de mens veroorzaakte milieuproblemen (vermesting, versnippering, verdroging) bondig
omschrijven (B/SP)
positief effect van natuurbeheer op de biodiversiteit zelf in de natuur vaststellen (WA)
enkele woekersoorten kennen die door de mens zijn geïntroduceerd (B/WD/WA)
De wet van eten en gegeten worden kunnen illustreren a.h.v. de voedselketen;
voedselkringloop uitleggen met een voorbeeld (B)
voedselkringloop vaststellen in de levende natuur door een waterbeestjesonderzoek (WA)
voorbeelden van roofdier-prooirelaties kennen (B/WA/SP)
18
1.2. Niet-levende natuur
Het verband kunnen illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven;
opwarming van de aarde zien als het gevolg van vervuilende industrie en verkeer (B/SP)
1.3. Algemene vaardigheden natuur
Gericht waarnemen met alle zintuigen en waarnemingen op een systematische wijze kunnen noteren;
algemene bloemen in de natuur op naam brengen m.b.v. eenvoudige bloemengids door kijken,
ruiken, voelen, … en naam noteren in veldboekje (WA)
waterbeestjes op naam brengen m.b.v zoekkaart en naam noteren in veldboekje (WA)
alle zintuigen gebruiken op natuurwandeling (WA)
vb. aandachtig luisteren en geluiden herkennen tijdens stiltemoment
vb. boom terugvinden a.h.v. de (blind betaste) schors en stamvorm
vb. ruiken aan watermunt en bessen van Gelderse roos, proeven van waterpeper, …
1.4. Milieu educatie
Zich in gedrag bereid tonen om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met papier, water,
afval en energie;
enkele tips kennen en toepassen om zuinig om te gaan met water (B)
een afvalarm lunchpakket meebrengen (WD/WA)
op milieuvriendelijke manier (te voet, per fiets) naar natuurgebied willen komen (WD/WA)
Met concrete voorbeelden uit eigen omgeving kunnen illustreren hoe mensen op negatieve maar ook op
positieve wijze omgaan met het milieu en kunnen illustreren dat aan een milieuprobleem vaak
tegengestelde belangen ten grondslag liggen;
door de mens veroorzaakte milieuproblemen (vermesting, versnippering, verdroging,
zwerfafval, watervervuiling) zelf in een natuurgebied in de buurt vaststellen (WD/WA)
positieve gevolgen van natuurbeheer zelf in een natuurgebied in de buurt vaststellen (WA)
19
2. Wereldoriëntatie - Mens
2.1. Ik en mezelf
In een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen
spontaan uitdrukken;
De persoonlijke inbreng en spontaniteit wordt in alle stappen van het project sterk aangemoedigd.
Enkele voorbeelden:
veel ruimte voor vragen, eigen ervaringen, gevoelens en waarderingen van de leerlingen bij
inleidend beeldverhaal (B)
persoonlijk antwoord formuleren op vragen als ‘wat is natuur voor jou?’ en ‘hoe kan jij genieten
van de natuur?’ (B)
zelf kiezen welke bedreigde planten en dieren prioritair beschermd moeten worden (SP)
time-out tijdens beheermoment met vraag naar suggesties of opmerkingen (WD)
In concrete situaties voldoende zelfvertrouwen tonen gebaseerd op kennis van het eigen kunnen;
met ijver en zelfvertrouwen aan de slag gaan en samenwerken op de werkdag (WD)
met enthousiasme opdrachten uitvoeren als wateronderzoek en bloemendeterminatie (WA)
2.2. Ik en de ander
In concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar kunnen herkennen, erover praten
en aangeven dat deze op elkaar inspelen;
met respect en zorg voor elkaar samenwerken op de werkdag (WD)
met respect en waardering voor elkaar groepsopdrachten uitvoeren (WA/SP)
ongelijk of onmacht toegeven, kritiek aanvaarden en eruit leren (WD/WA/SP)
hulp vragen of zich laten helpen wanneer nodig (WD/WA/SP)
20
3. Wereldoriëntatie - Ruimte
3.1. Verkeer en mobiliteit
De belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik kennen en de voor- en nadelen van mogelijke
alternatieven kunnen vergelijken;
negatieve impact inzien van verkeer op milieu en voordelen zien van korte verplaatsingen te
voet of met de fiets (B/SP/WD/WA)
4. Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties
4.1. Lichaams- en bewegingsbeheersing
De motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze kunnen aanwenden in
gevarieerde en complexe bewegingssituaties;
Enkele voorbeelden:
over grachtjes springen (WD/WA)
overeind blijven op modderig parcours (WD/WA)
op lichamelijk verantwoorde manier harken, draagberrie optillen, hout dragen, … (WD)
4.2. Verantwoord en veilig bewegen
Veiligheidsafspraken kunnen naleven;
afspraken rond veilig werken met materiaal (harken, rieken, draagberries, …) naleven (WD)
De gevaren en risico's van bewegingssituaties kennen en deze kunnen inschatten en signaleren;
gezond verstand gebruiken en eigen, verantwoorde keuzes maken op de werkdag (WD)
gevaren inschatten en anderen ervoor waarschuwen op de werkdag (WD)
21
4.3. Voorkeurslichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef
In bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de
eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -beperkingen;
mogelijkheden en beperkingen van eigen lichaam aanvoelen en verkennen op werkdag (WD)
4.4. Spel en sportspelen
Fundamentele bewegingsvaardigheden beheersen die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel
zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties;
Eenvoudige spelideeën kunnen uitvoeren in eenvoudige bewegingsspelen;
Zich in een spel kunnen inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen;
Elementaire tactische principes kennen, ze kunnen toepassen in verwante spelen en een eenvoudig
tactisch plannetje kunnen afspreken en uitvoeren;
De afgesproken spelregels toepassen en de sancties aanvaarden bij overtredingen;
Al deze eindtermen komen aan bod in het Natuurbeheerspel. We schrijven hier niet uit hoe al deze
eindtermen in detail worden gerealiseerd, dat zal duidelijk worden bij het spelen zelf
4.5. Bewegen in verschillende milieus
Op een aangepaste manier bewegen in de vrije natuur;
Enkele voorbeelden:
stil en onopvallend bewegen bij benaderen van een dier (WA)
bewegen zonder bloemen, bomen, paddenstoelen, dieren, … te beschadigen (WA/WD)
22
5. Lichamelijke opvoeding - Gezonde en veilige levensstijl
Notie hebben over eigen constitutie en ontwikkelen van een correcte lichaamshouding;
mogelijkheden en beperkingen van eigen lichaam aanvoelen en verkennen op de werkdag
(WD)
gezonde lichaamshouding aanhouden tijdens het beheerwerk (WD)
Uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning ontwikkelen om de motorische competenties te
bereiken;
kracht en uithouding opbouwen door fysieke inspanning op de werkdag (WD)
lenigheid, kracht en snelheid ontwikkelen tijdens het Natuurbeheerspel (SP)
Voldoening beleven aan fysieke inspanning en het langetermijneffect ervan kennen;
geestelijk ontspannende en fysiek opbouwende effect van werken in de natuur ervaren (WD)
6. Lichamelijke opvoeding - Zelfconcept en sociaal functioneren
Bereid zijn een opdracht vol te houden en af te werken;
het uit te voeren beheerwerk tot op het einde volhouden (WD)
een (groeps)opdracht zoals gevraagd en tot op het einde uitvoeren (WA)
Eigen inspanning en die van anderen kunnen inschatten en waarderen;
fier zijn op het individueel én collectief geleverde werk (WD)
Deelnemen aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair play;
het Natuurbeheerspel eerlijk spelen met respect voor de tegenpartij (SP)
23
Spontaniteit, expressiviteit en echtheid tonen op een sociaal aanvaarde wijze;
Enkele voorbeelden:
(in groep) een lied zingen tijdens het werken (WD)
cake meebrengen voor de klasgenoten voor tijdens de pauze (WD)
verwondering over natuur of bepaalde planten of dieren in het bijzonder uiten (WD/WA)
Ongecontroleerde en ongewenste uitingen bij zichzelf inzien en rechtzetten;
negatieve commentaar op het werk van klasgenoten terugnemen of rechtzetten (WD)
7. Muzische vorming - Beeld
Door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies kunnen opdoen, verwerken
en erover kunnen praten;
door luisteren, voelen, ruiken, proeven en kijken de natuur verkennen (WA)
openstaan voor alle mogelijke zintuiglijke ervaringen in een natuurgebied (WA)
zintuiglijke waarnemingen onder woorden brengen en delen met medeleerlingen (WA)
8. Taal
De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en
schrijven de volgende attitudes:
spreek- en luisterbereidheid;
plezier in luisteren en spreken;
bereidheid tot het naleven van luister- en spreekconventies;
weerbaarheid;
In alle stadia, maar nog het meest tijdens het inleidend beeldverhaal, worden de leerlingen uitgenodigd
om op actieve wijze te luisteren maar vooral ook zelf ideeën, gevoelens, ervaringen, enz. te delen met
hun klasgenoten en de educatieve medewerker van Natuurpunt.
24
9. Sociale vaardigheden - Domein Relatiewijzen
In omgang met anderen respect en waardering kunnen opbrengen;
met respect en waardering met elkaar omgaan tijdens werk en Natuurbeheerspel (WD/SP)
Zorg kunnen opbrengen voor iets of iemand anders;
zorg willen opbrengen voor de natuur door milieubewust te leven en aan natuurbeheer mee te
werken (B/WD)
Kritisch kunnen zijn en een eigen mening formuleren;
tijdens het inleidend beeldverhaal worden de leerlingen aangemoedigd een eigen mening naar
voren te brengen en de natuurbehoudgedachte in vraag te durven stellen (B)
10. Sociale vaardigheden - Domein Samenwerking
Kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische
origine;
met respect en zorg voor elkaar samenwerken op de werkdag (WD)
11. ICT
ICT gebruiken op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier;
zelfstandig kunnen oefenen en leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving;
webquest volbrengen als onderdeel van het naverwerkingspakket (B)
25
7. WAT IS NATUURPUNT?
Natuurpunt is een vereniging die zich inzet voor de bescherming van natuur en landschap in
Vlaanderen, daarbij gesteund op vier pijlers.
Door natuurstudie krijgen we een beter beeld van de biodiversiteit (= de verscheidenheid aan planten-
en diersoorten en hun leefgebieden in de natuur), maar ook van de bedreigingen van de biodiversiteit.
De natuur heeft onze bescherming meer dan ooit nodig!
Maar hoe drukker het leven wordt, hoe meer nood ook wij hebben aan rust en ontspanning. Veel
mensen vinden die in de groene natuur … . Wij hebben de natuur dus ook nodig!
Om iedereen de kans te geven met volle teugen van de natuur te genieten, wil Natuurpunt niet alleen
meer natuur, maar ook betere natuur. Door deskundig natuurbeheer slagen we erin de soortenrijkdom
in de natuurgebieden weer te verhogen. De vereniging beheert nu ruim 17000 hectare natuur, verspreid
over meer dan 500 natuurgebieden in Vlaanderen. Deze zijn toegankelijk voor iedereen!
Met natuureducatie willen we beantwoorden aan de individuele behoeften en interesses van alle
natuurliefhebbers (jong én oud), maar we willen vooral ook een breed maatschappelijk draagvlak
creëren voor onze ideeën en inspanningen.
Al jarenlang vormen 1000’en enthousiaste vrijwilligers het kloppende hart van de vereniging. Meer dan
87000 gezinnen zijn nu al lid van Natuurpunt vzw. Geruggensteund door deze achterban proberen we
door overleg - en desnoods actie - ook het natuurbeleid van de overheid de goede richting uit te
sturen.
26
8. ACTIES VAN NATUURPUNT
9.1. Vogels voeren en beloeren
‘Vogels voeren en beloeren’ is een actie van Natuurpunt die iedere winter opnieuw plaatsvindt.
De doelstelling van de actie is een beter beeld te krijgen over de verscheidenheid en hoeveelheid aan
vogels in Vlaamse tuinen. Iedereen die interesse heeft, kan zijn gegevens maandelijks invoeren, of één
keer per jaar meedoen met het nationale telweekend tijdens het 1e weekend van februari. Vogels tellen
en herkennen is immers niet zo moeilijk, zo vindt u op de invulformulieren foto’s met de meest
voorkomende tuinvogels.
Meer informatie over deze actie en de invulformulieren vindt u terug op www.natuurpunt.be doorklikken
naar Vogels (onder Biodiversiteit), in de Natuur.winkel of in de winkels van Tom & Co. Posters en
folders over deze actie kan u ook aanvragen via de educatieve medewerkers.
Waarom tuinvogels voederen?
Vogels hebben het in de winter moeilijk om aan eten te geraken. Door een ruggensteun aan te bieden
helpt u hen doorheen een moeilijke periode en krijgt u tevens een prachtig schouwspel in uw tuin. Zo
kan u dagelijks de vogels in al hun pracht bewonderen.
Wat kan uw school doen in het kader van ‘Vogels voeren en beloeren’?
U kan in uw school de vogels helpen door voedertafels te plaatsen of vetbollen in een boom of tegen
een muur te hangen. Het maken van vetbollen is trouwens een leuke activiteit om samen met kinderen
te doen. Verder kan u in uw klas aandacht besteden aan de verschillende soorten vogels, evenals hun
voorkeur voor voedsel. U kan uw klas allerlei weetjes laten opzoeken over de vogels. Of een opdracht
laten maken waarbij de kinderen de vogels a.d.h.v. een foto moeten herkennen.
Als u meetelt kan u uw gegevens invoeren via bovenvermelde link. Speciaal voor scholen start het
vogeltelweekend een dagje eerder, zij kunnen tellen op vrijdag.
Tot slot een leuke tip.
Als u een vetbol of voederplank voor uw raam zet, komen er maar zelden vogels eten. Ze worden
immers snel opgeschrikt door bewegingen. U kan dit oplossen door een folie of een stuk karton met
kijkgaten aan te brengen op het raam. Hierdoor wordt het zicht van buitenaf beperkt en zullen de vogels
minder snel wegvliegen, zo kunnen jullie toch vogels beloeren!
27
9.2. Vlinder mee
De actie ‘Vlinder mee’ is een actie van Natuurpunt, die plaatsvindt tijdens het 1e weekend van augustus.
Daar vlinders belangrijke indicatoren vormen voor de kwaliteit van ons leefmilieu, kunnen we, door ze te
tellen, een beeld krijgen over hoe het gesteld is met onze omgeving.
Vlinders hebben altijd al een grote aantrekkingskracht gehad op kinderen, maak hiervan gebruik en trek
er op een mooie, zonnige voorjaarsdag eens op uit. Gewapend met een vlindernetje kan u op een
bloemrijk hooilandje prachtige vlinders vangen. Wees echter voorzichtig, want bij aanraking van de
vleugels kan u ze beschadigen. Na het vangen van de vlinders kunnen de kinderen ze benoemen
a.d.h.v. eenvoudige zoekkaarten (verkrijgbaar in de natuur.winkels in Mechelen en Hasselt – Domein
Kiewit).
Wat kan u op school doen rond vlinders.
Heeft u ergens op school nog een verloren hoekje? Heeft u er dan al eens aan gedacht dit
vlindervriendelijk in te richten? Dit kan door het aanplanten van waardplanten voor vlinders. Voor meer
informatie over het vlindervriendelijk inrichten van de speelplaats kan u steeds terecht bij de MOS
coördinator van uw school. Zij zullen u met raad en daad bijstaan. Verdere informatie hierover kan u
vinden op http://www.vlindermee.be/tuintips.aspx en http://www.vlindermee.be/scholen.aspx, hier vindt
u tevens lespakketten over vlinders.
Leuk weetje:
Zaait u wilde peen en wortel dan heeft u veel kans op rupsen van de koninginnepage. Bekijk eens hoe
ze uitgroeien tot een prachtige vlinder.
28
9. WORD LID
Wist u dat ook uw school een steentje kan bijdragen aan de natuur? Zo kan u met uw school lid worden
van Natuurpunt. Hiermee steunt u de werking van Natuurpunt en het aankopen van natuurgebieden. Als
bijkomend voordeel ontvangt u vier keer per jaar een leuk boekje met informatie over de natuur en
lokaal nieuws uit uw afdeling.
Een lidmaatschap levert u ook vele voordelen op, zo neemt u gratis deel aan afdelingsactiviteiten en
krijgt u tal van kortingen in bepaalde winkels (zie op www.natuurpunt.be, doorklikken naar Lid worden
onder Doe mee). Hier vindt u ook meteen hoe u lid kan worden.
Natuurpunt steunen kan door een jaarlijkse bijdrage van 24 euro (lidgeld) te storten. Als u dit lidgeld
verdeelt onder de leerlingen van de school, wordt de hele school met een kleine bijdrage lid van
Natuurpunt.
29
10. GROENE PARTNERS
11.1. MOS
MOS staat voor ‘Milieuzorg op school’, een initiatief van de Vlaamse overheid dat scholen aanzet tot en
begeleidt bij milieuzorg in de school of klas.
In de vorm van een aantal infomappen, met thema’s zoals afval, water, energie en natuur op school,
krijgen directie en leerkrachten duidelijke stappen aangereikt om op hun school aan milieuzorg te doen.
Elke bundel voorziet in uitgewerkte lesideeën voor stimulerend en uitdagend onderwijs. De lesbundels
zijn bovendien zo uitgewerkt dat er leergebiedoverschrijdend gewerkt kan worden.
Scholen die een MOS-logo willen behalen, moeten aantonen dat de eigen MOS-werking schoolbreed
wordt uitgevoerd en dat de inbreng van de kinderen centraal staat. In iedere provincie en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest staat er bovendien een MOS-ploeg klaar om de school te ondersteunen.
11.2. Boeboeks en Marc de Bel
Natuur, beestjes en plantjes, milieuproblemen: ze spelen een zeer prominente rol in heel wat boeken
van jeugdauteur Marc de Bel. Vooral zijn Boeboeks (zie voorpagina) zijn echte natuurbeschermers en
daarom de gedroomde Natuurpunt-ambassadeurs naar kinderen toe. Een samenwerking tussen Marc
de Bel en Natuurpunt kon dan ook niet uitblijven. Het Pimpelpaarse Polderspook en De Gele Gifsmurrie
vertellen de avonturen die de Boeboeks beleven in enkele van onze natuurgebieden. In enkele
bezoekerscentra ontvangen de Boeboeks ondertussen ook alle ‘kinderen met gezinnen’, om ze met een
boekje en rugzakje de natuur in te sturen.
Het project Educatief Natuurbeheer kiest het spoor van de twee jonge Boeboeks, Piepel en Soeza. Zij
zijn de mascottes van ons project. Ze hebben immers groene vingers, zijn avontuurlijk aangelegd en
moedigen kinderen aan om zelf op ontdekking te gaan in de natuur, onder het motto ‘volg je kriebels’!
30
11. CONTACT
Educatief Natuurbeheer Limburg
Michael Huygen (West-Limburg)
0473 / 55 16 24
Liselotte Bollen (Oost-Limburg)
0478 / 33 52 40
Secretariaat:
Natuurpunt Limburg
Putvennestraat 112
3500 Hasselt (Kiewit)
Educatief Natuurbeheer Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Gerd Van Thienen (Oost-Brabant)
0477 / 88 08 26
Rosan Heremans (West-Brabant & Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
0477 / 82 38 00
Secretariaat:
Natuurpunt Vlaams Brabant
Leuvensestraat 6
3010 Kessel-Lo
Algemene informatie over Educatief Natuurbeheer vindt u ook terug op
www.natuurpunt.be/educatiefnatuurbeheer en op www.natuurpuntlimburg.be.
Alles duidelijk? Heeft deze infomap al uw vragen beantwoord of zijn er nog hiaten? Laat het ons weten
via bovenstaande coördinaten en maak samen met ons van deze infomap een volledig, betrouwbaar en
zeer bruikbaar informatiemiddel.
Graag tot gauw!
Het ENB-team