152
Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER ZIJN LEVEN EN WERKEN

Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

  • Upload
    others

  • View
    10

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER ZIJN LEVEN EN WERKEN

Page 2: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 3: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 4: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 5: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

DR. F. VAN GHEEL GILDEMEESTERZIJN LEVEN EN WERKEN GESCHETST

DOOR ZIJN VRIENDEN

Page 6: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 7: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 8: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Foto Betssenbrugge

Page 9: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

DR. F. VAN GHEELGILDEMEESTERZIJN LEVEN EN WERKEN GESCHETST

DOOR ZIJN VRIENDEN

TWEEDE DRUK

N. V. A. W. SI JTHOFF'S UITGEVERSMI J, LEIDEN

Page 10: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 11: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

INLEID ING.

Na het plotseling overlijden van Dr. F. van GheelGildemeester, werd van vele zijden gevraagd om eenherinneringsboekje. e.

Wij trachten hierbij dit te geven.Van den beminden leeraar zelf namen wij op:

zijn laatste woord, den dag vóór zijn heengaan, doorvelen aangehoord en een preek over „Het Konink-lijk bruiloftsmaal", die, door haar bijzonderen vormen treffenden inhoud, het beeld van den ontslapeneals prediker ons gemakkelijk voor oogen roept.

Enkelen uit de vele vrienden, leerlingen en mede-arbeiders zeggen iets van wat dominee Gildemeestervoor hen was. Wat door- hen gezegd wordt, teekenthet innerlijke en daarom het eigenlijke van zijn leven.Mij viel de taak ten deel voor dat alles een kader tegeven in een schets van zijn uiterlijken levensgang.Niemand duide het mij euvel als ik somtijds buitenmijn bestek ben gegaan en iets liet zien van watleefde in dat groote, liefhebbende hart. 't Is nietgemakkelijk bij het uiterlijke te blijven als menspreekt over een, dien men zeer liefhad.

Op volledigheid maakt deze schets geen aanspraak.Getracht heb ik den beminden doode te laten

spreken in zijn eigen taalMoge dit boek het beeld oproepen van een man,

die, door God gezegend, velen ten zegen was.

J. R. CALLEN BACH.

Page 12: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 13: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

OUDEJAARSAVONDPREEKVAN Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER

LITURGIE : Ps. ioa : i, 2.Gelezen werd 1 Petr. i : 17-25.Gezongen werd Gezang 25o : I,2, 3 ; Ps. 13o : 2, daarna orgel-spel en als slotzang Gez. 16o : 6.

Zacharia 14 : 7c : en het zal geschie-den ten tijde des avonds dat het lichtzal wezen.

Dat is immers een wonderwoord; dat immers eenwonderbare belofte: „het zal geschieden ten tijde desavonds dat het licht zal zijn". Dat gaat tegen allenregel in. Des avonds wordt het donker; maar Godbelooft aan Zijn volk: „des avonds zal het licht zijn".Midden in de duisternis zal een licht opgaan dat denavond licht maakt, zoodat het mag heeten : „de nachtlicht als de dag". Deze wondere belofte heeft deHeer den Zijnen gegeven voor den avond der wereld.Wanneer het avond wordt in de wereld en de dagverzinkt in nacht en duisternis, dan zal het voor Godskinderen geen nacht worden; maar dan zal het voorhen heeten „ten tijde van den avond licht". En wataan Gods volk beloofd is voor den avond der wereld,dat mag ook gelden voor den avond van het schei-dende jaar -- die ons nu met zijn schaduwen omvangt :

3

Page 14: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

„des avonds zal het licht zijn". Dat willen we alseen belofte aanvaarden. Wij vragen:

waarom is de Oudejaarsavond donker ?wanneer wordt de Oudejaarsavond licht ?

I

De Oudejaarsavond is een donkere avond. Waarom ?Wanneer de laatste dag van het jaar ten avond

neigt en de schaduwen van den laatsten nacht dalen,dan komen nog andere schaduwen; ze komen aange-kropen als grillige slangenfiguren; donkere schaduwen,en toch zoo afgeteekend; zwijgende schaduwen en zespreken toch zoo luid.

Daar zijn de schaduwen der zware zorgen, die metons medegaan en medegegaan zijn het heele oudejaar door. Daar is algemeene onrust en algemeenezenuwachtigheid; en tien jaren na den vrede vreestiedereen voor een nieuwen oorlog, die nog veel ver-schrikkelijker zal zijn. In Engelands hoofdstad isin een der drukste straten een gat van 800 Metergeslagen, en 't is daar aan de verschrikte bewonersduidelijk geworden, dat zij eigenlijk leven op eenheel dun en zwak en onbetrouwbaar stukje aarde;ach, het is het beeld van den bodem van heel onzebeschaving straks. Gerommel en ontploffing, wan-trouwen en vrees voor het onbekende; in de grootewereld daarbuiten kronkelen de schaduwen der vreesals zwarte slangen op den Oudejaarsavond aan.Donkere schaduwen ; donkere avond.

En in ons eigen lieve vaderland ? Veel stof totdanken, en ook veel stof tot bezorgdheid. In zaken,een heel langzaam herstel, en nog veel gedruktheid.

4

Page 15: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

In onze vaderlandsche kerk beminde voormannenopgeroepen ; in den zomer prof. Jonker ; eenige wekengeleden ds. van der Brugghen. In onze eigen gemeenteeen jaar dat ons heugen zal. Vier voorgangers dievan ons gingen, wier namen wij nog eens met liefdeen dank willen noemen: onze voorgangers Troelstra,Vermeer, De Groot en Welter — en een wiens gezond-heid nog reden tot bezorgdheid geeft. In menigopzicht schijnt de Oudejaarsavond toch donker vooronze mooie, groote, belangrijke Haagsche gemeente.

En naast die schaduwen komen daar nog andereaangekronkeld en maken het donker voor onzen blik,en liggen als een last op ons hart. Daar zijn de herin-neringen aan uw moeiten en uw verdriet, aan denroes, waarin een groot deel van ons volk leeft; aande verwildering die de zedelijke atmosfeer verduistert.In dit opzicht is de Oudejaarsavond duister.

En naast dat algemeens leed is er het bijzondere.Gij denkt aan de uren, die gij doorgebracht hebt aanhet ziekbed van geliefden; en uw gebed om herstelwerd niet verhoord. Toen hebt ge een zwaren gangnaar het kerkhof moeten maken, en kwaamt eenzaamterug in uw vereenzaamd huis. En dat a l les staatu weer levendig voor den geest op den Oudejaars-avond, en leeg is duister. En bij u zijn het weer andereschaduwen, daar zijn groote tijdelijke zorgen. Watkost het u een moeite om het hoofd boven waterte houden; 't is dit jaar nog net even gelukt — maargij ziet de toekomst donker in; een donkere Oude-jaarsavond. Of gij denkt aan een kind, dat den breedenweg bewandelt, die ten verderve leidt, en hij blijftdoof en lichtzinnig. Och, hoe donker! Ja zeker, daarzijn schaduwen genoeg en meer dan genoeg, die het

5

Page 16: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

vanavond donker maken voor uw oogen en als eenlast liggen op uw hart.

Zijn er echter ook niet rijk gezegenden in onsmidden ? Ongetwijfeld. Wij zouden ondankbaar zijnen erger dan ondankbaar, wanneer wij het vergaten.De io3e psalm mag aangeheven op ons Kerstfeest;mag ook aangeheven op den Oudejaarsavond. Gijzit vanavond in uwen kring en daar is geen plaatsledig. Uw kinderen waren gezond en vlijtig en voor-spoedig. De Heer heeft Zijne vleugelen beschermendover u uitgebreid; heeft u uit gevaren gered, en umet zegeningen beweldadigd. Weest er dankbaarvoor, geliefden, en sluit uw hart niet door zelfgenoeg-zaamheid.

Maar, luistert eens ! Wanneer gij behoort tot hen,die de Heer langs glooiende paden geleid heeft, isdaarom de Oudejaarsavond voor u zonder schaduw ?Ik gelocf het niet. De Oudejaarsavond is donkervoor ieder, die mensch heet en zondaar is en deeeuwigheid tegengaat.

Wanneer gij op den Oudejaarsavond stil neerziten het hoofd in de hand laat rusten ; wanneer gijin de kamer niets hoort dan het tikken van de klokaan den wand, en het kloppen van het hart in deborst, dan hoort gij het rhythme: „de tijd gaat voort,de dood komt aan! de tijd gaat voort, de dood komtaan !" De tijd gaat voort, en onophoudelijk voort.Zooals het water van den berg nedervliet, zonderrusten, zoo gaat de tijd onophoudelijk voert. Hebtgij wel eens zoo'n bergbeek gadegeslagen ? Dichtbij haar oorsprong daar stort zij omlaag; maar straksop de vlakte, daar ziet gij niet dat de bedding daalt;maar zij daalt en het water stroomt omlaag. Zoo

6

Page 17: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

onze levensstroom. De eerste levensjaren brengengroote verandering ; kijk dat kind, kijk dien jongengegroeid zijn in één jaar. Maar straks schijnt de tijdwat meer stil te staan; mis ! hij stroomt en stuwt zijnewateren voorwaarts en neerwaarts : de tijd gaat voort.

En vanavond tikt de Oudejaarsklok: de tijd gaatvoort — de dood komt aan. En dat rusteloos vlietenvan den tijd spreekt ons van het einde ; spreekt onsvan sterven. Is dat donker ?

Voor menigeen, ja!Maar — als wij eerlijk zijn, wat maakt den Oudejaars-

avond dan donker ? Waarom ontvlucht gij die som-bere gedachten en waarom zijn ze somber ? Watmaakt het denken aan het sterven zwaar ? Omdat gijdenkt aan wat er komt na den dood. Een van diewreede Spanjaarden in Zuid-Amerika, die gevangenIndianen door zijn hond had laten verscheuren, werdzelf doodelijk gewond. „Waar hebt gij pijn ?" vroegzijn makker. En hij antwoordde : „aan mijne ziel".

Gij behoeft geen wreede onbeschaafde Spanjaardte zijn, om dat gevoel te kennen: bij ieder, die nogde blijdschap der vergeving niet kent, doet het pijnaan de ziel op Oudejaarsavond.

En misschien zijn er ook hier, die wel wat bijzondersop hart en geweten voelen drukken op Oudejaars-avond; en zij zouden het gaarne achterlaten in hetOudejaar. Van sommige oude kasteelen vertelt devolksmond, dat het er in bepaalde nachten spookt.In den Oudejaarsavond dwalen inderdaad de geestenrond, evenwel geen waanbeelden, maar werkelijk-heden — en dat zijn de bleeke schaduwen onzerzonden, en de herinneringen aan onze misdaden. Zijdwalen om ons. Zij dringen zich in ons gebed. Zij

7

Page 18: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

licht van Zijn vertroostend aangezicht in uwe ziellaat stralen, dan vluchten de schimmen uwer schuld,en leert gij verstaan wat het woord beteekent : „en hetzal geschieden des avonds dat het licht zal wezen".

Sommigen uwer waren misschien op den eerstendag van dit jaar in de Willemskerk, waar wij het jaarbegonnen met de belofte: „Gij hebt mijn rechterhandgevat ; Gij zult mij leiden". 0, hoeveel dankstof hebbenwij aan het einde van dit jaar, wanneer wij die zaligeervaring gesmaakt hebben. En heeft Hij niet Zijnebelofte vervuld ? Heeft Hij ons niet geleid en gedragenmet teerheid en zachtheid ? Bij ons is de beschaamd-heid des aangezichts, wanneer wij bezien, wat wijwaren en gaven tegenover zooveel goedertierenheiden barmhartigheden. Maar wanneer wij in JezusChristus het genadelicht over onze ziel en ons levenvoelden stroomen, en het Wonder aan ons voltrok-ken zien : „ten tijde des avonds zal het licht zijn", danlaten we ons ook niet meer door onze zorgen terneer-slaan. Dan zeggen wij ook van onze rampen en beproe-vingen : „die moeten goed zijn, want zij komen van mijnVader — en zij werken mede aan mijn heerlijk heil".

Geliefden ! Het is avond geworden dit jaar ; en hetzal nog eens avond worden in ons leven, wie weet hoespoedig ; en avond in de wereld. Maar dat kan hen nietverschrikken, die het woord verstaan hebben : „tentijde des avonds zal het licht wezen". Broeders enZusters, die Jezus liefhebt, die Jezus' eigendom zijt,het heidendom spreekt van den jongsten nacht,maar Christus spreekt van den jongsten dag. Hetgaat niet naar den nacht; het gaat naar het Licht ennaar het Vaderhuis. Halleluja,

AMEN.

I0

Page 19: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

PREEK VANDr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER OVER

HET KONINKLIJK BRUILOFTSMAAL

Liturgie : Ps. 125 : I, 2, 3, 4.Gelezen werd Luk. 14: 16-24.Gezongen werd : Ps. 89 : 3 ;Ps. 2: 2a, 5b, 6; Gez. 274: 2.

Tekst: Matth. 22 : 1-14.

Ik wil u vertellen van een Koning, die niet enkelkoning, die ook vader is. Hij is niet alleen vader ; hij isook koning. Vader over zijn zoon, en koning van zijnvolk ; maar koning met een vaderlijk hart. Want wanneerde hooge tijd is aangebroken, waar onze geschiedenisbegint, en den koningszoon zijne bruiloft bereid wordt,daar wil de vader dat dit heuchelijk feest niet gevierd zalworden zonder dat het volk in al zijn rangen en standendaarin zal deelen. Zoo vaderlijk dacht deze koning;zoo koninklijk handelde deze vader. Onder de hove-lingen waren er, die dit nooit hadden kunnen denken;maar zij hadden ook nog nimmer de diepte van ditkoningshart gepeild. Koninklijke majesteit haddenzij gezien in zijne trekken, en koninklijke waardigheidin zijne houding; dat dit nog alléén de buitenzijdevan zijn persoon gold, zij vermoedden het niet. Maartoen zijne oogen straalden en schitterden als de zon,toen de vreugde van zijn welbehagen over zijn gelaatuitgespreid lag, als het zonnelicht over den zomerdag,

II

Page 20: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

paleis verhalen : daar kon nooit anders gesprokenworden dan de waarheid; en wel de waarheid in haareenvoudigsten vorm. Hoe dat zoo kwam, weet ikniet, misschien wel dat er bij de fundeering geenvalsche leuzen gebruikt waren, waaraan de bouw-meesters zelf niet geloofden. En zoo komen dan dedienstknechten terug op het paleis, en brengen hunbericht : en de eerste komt, bleek en met bevendelippen : „ik heb uwe uitnoodiging overgebracht ;maar zij willen niet !" En de tweede komt, en de derde,en straks heel de rij der dienstknechten, herhalendehun verschrikkelijk, eentonig maar verschrikkelijk:„zij willen niet !"

Gij kunt begrijpen welk eene verslagenheid dieboodschap wekt op het paleis. Zij willen niet komen ?Heeft ons oor het goed gehoord? Heeft onze koning datantwoord verdiend en had hij dat kunnen verwachten ?

De koning denkt na. Aan iedere mogelijkheiddenkt hij. En nu, hij wil zijne dienstknechten nietbedroeven; hij wil hun niet zeggen: „het heeft zekeraan u gelegen, dat gij de uitnoodiging niet duidelijkgenoeg, niet eenvoudig genoeg, niet warm genoeghebt overgebracht." Maar hij sluit de mogelijkheidniet uit ; — ook wil hij den genoodigden nog éénseene kans geven; — de koning zendt „andere dienst-

knechten" ; maar met dezelfde boodschap; en hij zelfgeeft hun de boodschap over ; kort en kernachtig;maar al wat er nodig is : zegt den genooden tweedingen : „ziet" en „komt". — Ziet ! Gij kunt hetzien. Daar zijn uitgangen der wegen, vanwaar gij eenvergezicht hebt op het paleis ; en in iedere stad en vanelke woning en voor ieder hart zijn er de plaatsen waarhet paleis zich toont, en de majesteit en de goedheid

14

Page 21: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

van den koning; zegt den genooden, ga dit nietvoorbij ; acht dit niet gering; ga eerlijk daarmede om:„ziet!" Durf te zien, dat daar nog iets anders is danuw akker en uw ossen, en de gelijkvloersche dingenvan uw dagelijksch bedrijf. Leer het zien; oefen u indit zien; verblijd u over dat heerlijke gezicht; enwanneer het dan tot het diepst van uw wezen is doorge-drongen dat „alle dingen zijn gereed", dan, komtot de bruiloft!

De stad waarheen zich die dienstknechten nubegeven, heet in ons verhaal de „stad der doodslagers" ;maar de inwoners weten het niet. Als gij het hungezegd hadt, zij hadden u met verontwaardigingweerlegd. „Wie is er hier een doodslager ? Gij zijtuitzinnig" ; zoo hadden zij u geantwoord. En, inder-daad, de eerste indruk van die stad is een indruk vanwelvaart en vooruitgang. Uit duizend monden wordthet lied van den arbeid aangeheven; noeste vlijtgeeft het wachtwoord; inspanning en ijver fonkelenu tegen bij lederen tred. Het vliegwiel snort : „voor-uitgang, vooruitgang !" En de machine dreunt : „divi-dend, dividend!" Met onzekere vraagpunten laatmen zich niet in, in de stad der doodslagers; menheeft ei aan de tastbare, meetbare, weegbare groot-heden genoeg. Toch zijn daar zekere waarhedenalgemeen erkend, en het zijn de regels, waarnaarzich de overgroote meerderheid gedraagt. Een iederweet den naam van het kleedingstuk dat nader dande rok is. Niet vergeten is het ernstige woord van eenhunner profeten: „twee maal twee is vier; wat daar-buiten is, is uit den booze !" En een derde woordvindt toepassing in veler leven, dat oude woord

15

Page 22: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

vol voordeel en wijsheid: „een levende hond is beterdan een doode leeuw." Overigens wordt in die grooteen welvarende stad aan een ieder volle vrijheid gelatenof hij iets of niets gelooven wil ; de beschaving staatin het teeken der verdraagzaamheid; met een enkeleuitzondering : wanneer daar een dienstknecht uithet paleis zou komen, die kan niet worden toegelaten.Dat gaat niet; -- en ronduit stemt men u dit toe.„Wij zijn onverdraagzaam", zoo wordt er gezegd;maar wij zijn het alléén uit vrees voor de onverdraag-zaamheid van die anderen."

Wanneer gij pas in die stad der doodslagers waartaangekomen, zoo was uw eerste indruk: „hier bekom-mert men zich nu eens heelemaal niet om het paleis;ja, men weet er niet van; het bestaat niet voor dezemenschen". Doch als gij hier wat langer vertoefdet,dan werdt gij getroffen door twee dingen. Tn de eersteplaats, dat er niet één enkel huisgezin was, waar niethet een of ander lid aanraking had gehad met hetpaleis. En in de tweede plaats, als de menschen aandiepere gevoelens, aan hoop of verwachting uitdruk-king geven willen, dan naderen zij den rijkdom, hetterrein, het „klimaat der gedachten" van het paleis.Ja, wanneer zij, moe van den arbeid, het hoofd ver-trisschen willen, dan eerst, dan eerst recht komtdit uit. Hunne kunstenaars hebben voor den opmerk-zamen beschouwer een zeker „ick en weet niet wat",dat aan het paleis herinnert. Hun schilders leenenlicht en kleuren, hun dichters nemen hun motieven, enhun zangers borgen tonen, die aan het paleis herin-neren of met krachtigen vleugelslag wijzen op hetpaleis. Die wijs zijn, merken het op; die nadenken,vinden hier wijsheid ; — maar de meesten denken

16

Page 23: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

niet diep na in de stad der doodslagers, want datzou hunne gerustheid maar verstoren en hun pleiziermaar bederven.

Daar naderen de dienstknechten met de boodschapvan hunnen koning. Daar heffen zij met ernst engroote vreugd de stem op; het is toch de boodschapvan den koning; het is toch de uitnoodiging tot hetbruiloftsfeest. Zij komen de stad der doodslagersbinnen ; zij spreken de genooden aan; zij zeggenwat de koning bevolen had : „ziet, heft uwe oogen op!aanschouwt; daar is aan u gedacht; daar is op u gere-kend; daar wordt u zeer groote eer aangedaan engroote gunst bewezen ; merkt het op, alle dingenzijn gereed; weest ook gij gereed; komt tot de brui-loft !"

Maar als de voormannen in de stad der dood-slagers dat hooren, ontstaat er groote onrust onderhen. Dat is niet onverschillig -- zoo zeggen zij;onze rust wordt bedreigd; onze welvaart is in gevaar.Straks zal men komen en nemen „beide onze plaatsen ons volk". Wij kunnen dit niet dulden; wij moetenons verdedigen. En zij laten het niet bij woorden. Zijgrijpen de dienstknechten; — als zij vat aan henkunnen krijgen. Zij doen hun smaadheid aan; — zóózijn de manieren in de stad der doodslagers ! — zijdooden van de dienstknechten; alsof de boodschaponwaar wordt, wanneer een boodschapper wordtdoodgeslagen!

Daar, tegen het vallen van den avond, daar komennu de „andere dienstknechten" terug. Ontsteld enbedroefd, want zij waren gesmaad en gegriefd ; en ... .sommigen ontbreken. En als de koning dat hoort

Page 24: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

mends in zijne houding, alsof hij tot orde-commissarisaangesteld was.

Straks zijn van alle uitgangen der wegen de men-schen bijéén. Daar zijn zij aangekomen bij het voor-plein van het paleis ; — en nu, op het beslissendeoogenblik, maakt zich de twijfel van die hartenmeester ? Niemand durft de eerste te zijn; tot daareen kind met kloek vertrouwen het voorplein over-stapt, en binnengelaten wordt. Vlak daarna volgtde moeder ; ja de dienstknechten verzekeren datmenig ouderenpaar daar binnen het paleis is gekomenomdat hun kind hun vóórgegaan was.

Nu zijn de deuren wijd geopend; en de saamge-vloeide menigte stroomt binnen; altijd maar door.Kwaden en goeden stroomen binnen; en wonderlijk,als een der goeden een kwade aantreft, dan ergerthij zich niet ; en hij verwondert zich niet ; — maar hijverheugt zich.

Het was de ware gastvrijheid in dit vorstelijk paleis,dat aan ieder der genooden een feestkleed vanwegeden koning geschonken werd. Daarbuiten mochtonderscheid zijn van rijk en arm, hier op het paleisgold at onderscheid niet. Allen genoodigd; allengelijkelijk welkom, en allen gelijk geëerd. En daa rom,éér men de feestzaal betrad, waren daar de kleed-kamers, links voor de vrouwen, rechts voor de mannen.Hier worden de eigene, bestovene, oude kleederenafgelegd ; hier wordt het bruiloftskleed aangedaan.En, merkwaardig ; die kleederen, die eerst nog heel watgeschenen hadden ; als zij afgelegd waren, bleek het hoezij vol vlekken zaten, vol kale plekken en scheuren. Neen,die ze eens had afgelegd, verlangde deze niet terug.

Maar — daarginds in de zaal rechts — aan de

20

Page 25: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

uiterste rechterzijde -- zien wij daar niet een oudenkennis ? Inderdaad, het is die gewichtige meneer,die zulk een beschermende houding over zijne mede-genooden had aangenomen. Hij praat met een derdienstknechten; _._ hij wijst hem op zijn mooiezondagsche pak. Hij wij tnege van dan dat bruilofts-kleed veel vóór had, ja hoogst welkom mocht wezenvoor „dat soort van menschen" ; maar hij was in eenander geval. Zijn jas was van het beste laken. Hijhad haar eerlijk verdiend; hij had hard zijn bestgedaan om zoover te komen. Hij kan er geen afstandvan doen. Hij was er van overtuigd, de koning zouhet hem niet kwalijk nemen ! — Maar op het gelaatvan den dienstknecht staat heel wat anders te lezen:„mijnheer versmaadt toch het feestkleed van denkoning niet ?" — Nu, hij is niet halsstarrig. Hij wilhet dan wel aandoen; — maar: over zijn eigenzondagskleed heen ! — Doch, zie, dat gaat niet. Datheerlijke feestkleed, dat zich schikte naar zijn drager,dat hem dekte, kleedde, sierde; dat soepele feestkleedwerd stroef en hard als het over een ander kleed moestheengetrokken worden ; — het ging niet. — „Hetgaat niet !" zegt onze voorname bruiloftsgast; — „nu,gij ziet dat ik het eerlijk geprobeerd heb" ; .... enhij geeft het feestkleed aan den bedroefden dienst-knecht terug.

De tijd van beraad is voorbij. De feestzalen gaanopen; — de vleugeldeuren worden wijd terzijdegeslagen; de gasten gaan de feestzaal binnen. Hoor,daar in de verte klinkt de muziek; — kennen wijde melodie niet ? „Het Lam voor ons op aard geslacht"— ja, ja, dat is het. Een lied Hamaáloth; hunnevoeten zijn staande in de poorten van het paleis. Nu

2I

Page 26: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

LEVENSSCHETSVAN Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER

DOOR Dr. J. R. CALLENBACH

Te Breda, waar zijn vader tapijtfabrikant was, werdFrancis van Gheel Gildemeester geboren, den 29enJanuari 1855, als oudste zoon uit het huwe lijk vanGeorge van Gheel Gildemeester en Catherine QuirineTwiss.

In zijn geboorteplaats bezocht hij de lagere schoolen de Hoogere Burgerschool. De vacanties, althansde zomervacanties, werden, met de aangroeiendefamilie, doorgebracht in Cleve, in het mooie huis vangrootmama Gildemeester. Het mooiste oogenblikwas voor den jongen Francis, als aan de kade te Nij-megen, het station te Emmerik of te Goch, het rijtuigmet de schimmels klaarstond, dat de familie naar degrootmoederlijke woning bracht en hij naast denkoetsier op den bok mocht zitten.

Zijn leven lang heeft hij Cleve liefgehad. Herhaalde-lijk ging hij er later met zijne kinderen logeeren . Eenzijner laatste plannen was er een zomer met zijn klein-kinderen heen te gaan. Aan dat herhaald verb lijf teCleve dankte hij zijn liefde voor Duitschland en degemakkelijkheid, waarmede hij de Duitsche taalbeheerschte.

Lang toefde hij niet in de ouder lijke woning.Onder den invloed der prediking van Ds. Hasebroek

24

Page 27: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

was zijne moeder van een vormelijk Christendomgekomen tot een levend geloof in Christus. Met haaroprecht karakter, haar vriendelijken en diepen ernstoefende zij grooten invloed in haar gezin. Aan hetleven zijner moeder en hare zuivere vroomheid ishet wel te danken, dat deze zoon uit een oud-Amster-damsch koopmansgeslacht, met volle overtuigingkoos predikant te worden. De Hoogere Burgerschoolmoest daarom verwisseld worden voor het Gymnasium.Zijne ouders kozen voor hem het Christelijk gym-nasium te Zetten, dat stond onder leiding van Dr.F. P. L. C. van Lingen.

Een zijner toenmalige mede-gymnasiasten schrijftmij : „hij was daar „facile princeps" niet alleen doorzijn helder hoofd, er waren meer knappe jongens,maar vooral door de vrijmoedigheid van zijn optreden.Was er iets te klagen of te vragen, Gildemeester deedhet woord. Van den rector en de docenten was hijniet „l'enfant chéri"." Kwam dit wellicht door zijnvrijmoedigheid ? Met een anderen leerling, Godde-froy, verhuisde hij 't laatste jaar naar Zalt-Bommel.Het gymnasium aldaar verliet hij om, 16 jaar oud, alsstudent in de theologie te worden ingeschreven aande Utrechtsche Universiteit.

Als novitius trok hij de aandacht door zijn vlotheiden onbeschroomdheid; zijn latere collega., Welter,toen lid van den Senaat, herinnert .het zich nog zeergoed. Bij zijne Hoogleeraren, inzonderheid bij VanOosterzee en Beets, stond de jonge student in hoogaanzien. Zijn medestudenten kozen hem, die toenlid was van het gezelschap E. A. Borger, tot lid vande Almanak-redactie en van den Senatus veteranorum.

Op 22-jarigen leeftijd slaagde hij, nadat hij zijn

25

Page 28: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

zee ging op zijn vriendelijke, maar zeer breedsprakigewijze betoogen, dat deze stelling geen stelling was;men kon evengoed zeggen : ,,ach waren alle menschenwijs en wilden daarbij wel". Toen Van Oosterzee ziinbetoog begon, haalde Gildemeester zijn horloge tevoorschijn en legde dat voor zich neer. Zijn antwoordluidde ongeveer : „Hooggeleerde Promotor, door hetauditorium en door U is mij het antwoorden welgemakkelijk gemaakt. Deze stelling zou geen stellingzijn; maar nauwelijks wordt zij voorgelezen of dezeachtbare vergadering is over haar in twee kampen ver-deeld en uzelf, hooggeachte Promotor, hebt een vijfdedeel van den ons zoo karig toebedeelden tijd gebruiktom haar te weerspreken. Het is ondenkbaar, dat uzoovele kostbare minuten zoudt besteden aan eenstelling, die geen stelling is."

Een hartelijk gelach klonk door 't groot auditorium.Van Oosterzee lachte mede, terwijl hij zacht, maarvoor de omgeving goed verstaanbaar, zei : „Rakker!"

Na drie jaren arbeid in Wilhelminadorp kwamende beroepen. Tegelijk ontving hij die naar Driebergen,Dalfsen en Maastricht. Veel was er wat naar Drie-bergen trok; maar Dalfsen had het meest iemandnoodig, die de gemeente kon opbouwen en zoo werdDalfsen aangenomen.

Bij den nieuwen predikant werd weldra geïnfor-meerd of een vermaard preekproever hem reeds hadbezocht. Sommigen waagden het niet ter kerk tekomen voor deze zijn oordeel had gegeven. Op eenZaterdagavond belt de keurmeester aan ; hij wordtbinnengelaten in de huiskamer en begint zijn geeste-lijk onderzoek. Twee volle uren duurde het. Eindelijkbukt hij zich om zijn pet onder den stoel op te rapen;

28

Page 29: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

daar pakt Gildemeester hem op, plaatst hem, totgeen kleine ontsteltenis van zijn vrouw, boven op detafel: „Doomnei ! Doomnei ! !" „ja, mijn vrind, jebent mij komen wegen, nu doe ik 't jou, en om je dewaarheid te zeggen, je valt me niet mee."

De preekproever hield zich een paar weken afzijdig.Toen hij bemerkte, dat de dominee tot zijn ouderlingenalleen maar had gezegd : „de man is niet zoo zwaarals van hem gezegd wordt," trok hij bij. In de kerkkwam hij niet, maar zijn oordeel luidde: „al heb ikwat gemist, de man is best te hooren."

In de zeer uitgestrekte gemeente van Dalfsen ver-keerde Gildemeester zooals wij het ons van eenEngelsch dorpsgeestelijke voorstellen; vèrafgelegenenwerden te paard of in zijn tilbury bezocht.

Spoedig kreeg hij hier een sociaal werk te doen.De postbode moest eiken dag, ook des Zondags, vanZwolle naar Dalfsen wandelen en daar zijn brievenbestellen. Aan dien Zondagsarbeid moest een eindkomen. Gildemeester verzamelde een groot aantalhandteekeningen onder een verklaring dat onder-geteekenden geen bestelling hunner brieven op Zon-dag begeerden. Hij schreef naar het Ministerie, naarde hoogere postautoriteiten en einde lijk wordt de bodevrijgesteld van Zondagsdienst. Veertien dagen latermoet de dominee in Zwolle preeken. Hij stalt in debuitensociëteit. Wie komt daar in rok op hem af ?De postbode om hem hartelijk te bedanken voor zijnbemoeienis, hij kon nu den ganschen Zondag zichvoor kellner verhuren.

Dergelijke ervaringen hebben hem nooit weer-houden denzelfden weg in te slaan als hij dien goedachtte.

29

Page 30: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Hoe kort zijn verblijf in Dalfsen ook was, hij bleefer weinig meer dan twee jaren; toch liet hij er eenspoor en vele vrienden achter, evenals in het nabij-gelegen Zwolle.

Op Dalfsen volgde Den Haag, waar hij de laatstevijf en veertig jaren van zijn leven doorbracht enwaar het groote terrein van zijn werkzaamheid heeftgelegen.

Met maar één stem meerderheid was hij in deHofstad beroepen; bijna de helft der stemmen wasuitgebracht op Ds. G. H. van Kasteel, die weldra totde Gereformeerde kerken overging.

Het beroep naar Den Haag woog hem zwaar. Hijvoelde zich te jong en te onervaren voor het grootewerk, dat daar hem wachtte. Het was de sterke aan-drang van den tot Hoogleeraar benoemden Gunning,wiens opvolger hij zou worden, van Dr. L. R. Beynen,den welbekenden Haagschen rector en van Mr.0. W. Star Numan, die hem besluiten deed hetberoep aan te nemen.

Den Oen November 1883 werd Gildemeester inDen Haag bevestigd door Prof. J. H. Gunning, metden tekst „Hij moet wassen" (Joh. 3 : 3oa). Zijn entree-tekst was : 2 Cor. 4 : 13 Ik heb geloofd, daarom heb ikgesproken; zoo gelooven wij ook, daarom spreken wij ook.

In Den Haag vond hij als collega's de predikanten:Moll, Oort, Van Koetsveld, Hoevers, Bryce, Gerthvan Wijk, Knottnerus, Van Hoogstraten, Rademaker,Van der Flier. Hoewel hij met allen op goeden voetstond, voelde hij zich bijzonder aangetrokken totVan Koetsveld. Dit scheen sommigen vreemd; Gilde-meester was orthodox, wat kon hij zien in Van Koets-veld, die liberaal was ? Gildemeester had vereerders,

30

Page 31: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

die hunnen pupillen beslist verboden bij Van Koetsveldter kerk te gaan. Deze stond tegenover de orthodoxen,hoewel hij hen niet vleide, anders dan de meestenhunner tegenover hem. Zijn geestverwanten riep hij toe :„niemand achte mijne andere broeders minder omdathij mij hoogacht. Allen zijn wij dienstknechten vanChristus. Allen zoeken wij het heil uwer zielen".

Van de orthodoxie verklaarde hij : „ik zie in deorthodoxie van deze dagen niet meer -iet streng kerke-lijk begrip van Bilderdijk, maar levend Christendom;geloof door de liefde werkende". Zulk een breedekijk was naar Gildemeester's hart.

Toch was het dit niet alleen wat hem aantrok inVan Koetsveld; veel meer was dat een zekere conge-nialiteit. In Van Koetsveld's „Snippers van de Schrijf-tafel" staan definities, waarvan niemand vreemd zouophogen als men zeide dat zij van Gildemeesterwaren; uitspraken, die hij dan ook gaarne en dikwijlsaanhaalde. B.v.

Adem. Het eenige wat niemand vergeet terug tebrengen waar hij het gehaald heeft.

Apen. Een diersoort, die het meest op den menschgelijkt, maar niet zoo wijs en op verre na zoo dwaasniet is.

Beschaving. Iets dat gladde, maar dunne plankengeeft en veel krullen.

Declaratie. Een overdreven ding, hetzij van eenvrijer of van een advocaat.

Meest trok hem aan in Van Koetsveld diens moeden waarheidszin, die hem, bij de begrafenis van KoningWillem III, deden zeggen: „Ik heb den Koning bijzijn leven nooit gevleid, ik zal het na zijn heengaanook niet doen."

31

Page 32: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Gildemeester verhaalde gaarne en menigmaal tref-fende staaltjes, waaruit de kloekheid bleek van zijnouderen ambtgenoot. Laat mij er hier nog één mogenovernemen.

De jonge prins Maurits was gestorven, heel onver-wacht. Zijn ziekte had niemand verontrust en deKoningin had geen ander geneesheer bij den krankegeroepen dan den ouden chirurgijn Hoek. Daar komthet kind plotseling te sterven. De Koning was bedroefden verbitterd. Van Koetsveld moet, als praeses vanden kerkeraad, met een commissie van rouwbeklagnaar het paleis en spreekt een hartelijk woord vandeelneming. „Dank je wel dominee," zegt de Koning;,,maar wat zou jij doen als een onverstandige moedermedegewerkt heeft aan den dood van haar zoon, doorin plaats van een knappen dokter, een vroedmeesterbij het kind te roepen ?"

Groote stilte.Van Koetsveld antwoordt : „Majesteit, ik kom

juist van een catechisatie, waar ik mijn jongens verteldheb, dat Koning Asa door een profeet bestraft werd,omdat hij in een geval van ernstige ziekte meer opde medicijnmeesters vertrouwd had dan op den leven-den God."

Van Koetsveld zwijgt. Het zou hem niet verbaasdhebben als eenig blijk van koninklijk misnoegenover deze vrijmoedige uitspraak gevolgd ware.

Integendeel, de Koning klopt hem op den schou-der en zegt: „'t kon wel beuren dat jij gelijk hebt,dominee, maar — met een traan in het oog — het iszoo hard!"

Wij zouden haast vergeten, dat wij niet over VanKoetsveld schrijven maar over Gildemeester, doch

32

Page 33: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

teekent het met liefde bewaren van deze herinneringenniet ook den man, die ze bewaarde ?

De wijk, aan Gildemeester's zorg toevertrouwd,bevatte een zeer groot en aangroeiend stuk volks-buurt. Hij kwam daar in aanraking niet werkmans-kringen van Den Haag. Hij hoorde van zware arbeids-tijden en lage loonen. Hij hoorde ook hoe velen vanhen, die tegen ernstige en onmiskenbare socialemisstanden opkwamen, daarbij uitspraken lieten hoo-ren als : „wie nog met een vezeltje aan den hemelvastzit, kan hier op aarde geen waarachtig gelukvinden." Ook, hoe deze bewering van Domela Nieu-wenhuis de ontevredenheid sterk opwekte : „geef mijdrie maanden de macht en ik lever u een socialistischemodelmaatschappij ; in die maatschappij zal er genoegbrood zijn voor allen, bij een werktijd van vijf kwartier."

Gildemeester voelde : hier wordt aan een grootdeel van ons volk -- en aan een deel dat terecht overonrecht mag klagen — het allerbeste ontnomen.

Wat er tegen te doen ?Hij begreep, dat de kerk dichter bij de menigte

moest gebracht worden. Het wijkgebouw Pniël gaf hemdaartoe gelegenheid. Daar stond de prediker nietboven, maar op één hoogte met zijn toehoorders;daar werd het onderwerp van zijn proefschrift toege-past : Populaire Evangelieprediking. Zoo er ooit popu-lair over geestelijke vraagstukken is gesproken, danin het wijkgebouw Pniël. Dat populaire had nooitiets gemeen met het grove, onverzorgde. De bijbel-lezingen werden zeer zorgvuldig voorbereid. Hijstelde de groote levensvraagstukken, zooals eengehoor van arbeiders ze zag en voelde, en stelde zedan in eeuwigheidslicht.

Page 34: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Toen hij als oudste predikant geen wijk meer had,viel hem het opgeven der bijbellezingen zwaar.Voor deze in de plaats kwamen zijn Zondagmiddag-bezoeken in het Ziekenhuis aan het Slijkeinde, waarhij dan op verscheidene zalen tot de kranken sprak.Toen zijn collega Schuller ziek werd, nam hij diensbijbellezing in het lokaal Bethel over. Den eerstenkeer dat de 73-jarige daar stond, zeide hij : „Ge zietvoor u een zeer gelukkig men sch, gelukkig, omdathij dit werk weer eens mag doen." Hij deed het totaan zijn dood toe, voor een overgroot aantal hoorders,die naar den ouden prediker met niet minder trouwluisterden, dan vroeger naar den jongen was geschied.Op zijn loste jaar reed hij door een tol in een andergedeelte van ons land. De auto moet stoppen en detolbaas roept : „Ds. Gildemeester, wat ben ik b lij,dat ik u zie ! Aan u dank ik, dat ik mijn Heiland hebgevonden. Als jongen moest ik naar de kerk, ik vondhet gruwelijk vervelend; ik begreep er niets van;moeder was Luthersch, ziet u. 'k Wou niet langergaan. Toen nam moeder mij mee naar het kerkjevan Pniël en wat u daar zei, heb ik verstaan, en hetEvangelie is een schat in mijn leven geworden;maar -- ziet u — ik ben Luthersch gebleven."„Dat je Luthersch bent, mijn beste vriend," ant-woordde Gildemeester met een stralend gezicht,„dat zal je wel vergeven worden ; maar weet je wel, datje vandaag een armen, ontmoedigden dominee hebtgegeven heiligen moed en goddelijke vertroosting ?Hartelijk, hartelijk dank!"

Er moest meer worden gedaan dan het houden vanbijbellezingen.

In 1887 kwamen vele werkzoekenden naar Den

34

Page 35: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Haag; meest lieden van te lande. Zij moesten wordengeholpen en gebracht in een goede omgeving. Opde Nieuwe Haven werd, Mei 1888, in een gehuurdewoning een gelegenheid hun geboden om, voornagenoeg niets, enkele nachten te logeeren. Aan hethoofd stond de heer Braaksma, een vriendelijk, ernstigman, die een v room en wijs woord wist te sprekenmet de bezoekers. Na zeven jaar werd deze tak vanarbeid overgebracht naar het „Ho fje van Sas", aanden Zuid-Oostbuitensingel. Het karakter was weleenigszins veranderd. Meest, hoewel niet uitsluitend,werd van deze „Toevlucht voor Behoeftigen", zooalsde officieele naam luidde, gebruik gemaakt doorkleine venters. De som, die zij te betalen hadden,was één stuiver per nacht, waarvoor zij logies, avond-brood met koffie en ontbijt kregen.

De heer Braaksma kan verhalen van menschen,die maatschappe lijk verloren schenen en in „DeToevlucht" vonden hun God en een nieuw krachtigleven, dat hen in staat stelde een goede plaats in demaatschappij in te nemen.

Sinds twee jaren is de heer De Zwart daar huis-vader. Gildemeester bleef al die jaren de geestelijkedrijfkracht, die moed schonk en bezwaren oploste.

Dat dit geen voldoende bestrijding was van degevaren, die wij zooeven noemden, begreep Gilde-meester allerbest. Hij sloeg een nieuwen weg in,ging de bijeenkomsten in Walhalla bezoeken, omdaar met de voorstanders van het socialisme tedebatteeren. 't Ging er warm toe. Langs achter-wegen moest het podium bereikt en verlaten worden.Velen oordeelden, dat Gildemeester, door zijn optre-den aldaar, zijn leven in gevaar bracht.

35

Page 36: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Hij toonde op die avonden, dat hij een open ooghad voor de grieven van den arbeider, maar tevens,dat elke winst, die verkregen werd ten koste vangeloof in de heerlijkheid van het Evangelie, schrome-lijk verlies bracht. Op zijn eigenaardige wijze liethij de liefhebbers van holle phrasen voelen hoe holzij waren. Toen een debater, met veel gegalm, hadgedeclameerd : „de maatschappij kan niet genezenvoor de laatste priester aan den laatsten darm vanden laatsten koning in het laatste kerkportaal isopgehangen," keek Gildemeester hem oolijk aan envroeg : „man, waarom neem je toch van alles 't laatste,dat wordt bij jou een versleten boel."

Terecht zag hij in, dat een eigen terrein van werk-zaamheid moest worden gevonden en dat meeropbouwend werk moest worden verricht. In die mee-ning werd hij versterkt door zijn vriend Bastiaan P.Huurman, een kloek en stoer karakter, voortge-komen uit de kringen der arbeiders en bedeeldmet een helder oordeel.

Hij besloot te beginnen met een debat-avond opeigen terrein, waartoe Diligentia werd afgehuurd,waar hij trachten wilde een Vereeniging te stichtenten bate van de arbeiders. Zijn collega's, Van Hoog-straten en Heinecken, wisten er van, maar geen derandere predikanten. Daar hij het on-collegiaal vondzulk een werk zonder hun medeweten te beginnen,deelde hij, op 4 Dec. 1889, zijn plannen in het minis-terie mede. Hij herinnerde aan zijn debatten in 1888en hoe hij daardoor gebracht was tot een nieuwentak van werkzaamheid. Hij zeide te begrijpen, dater waren, die zijn optieden niet zouden goedkeuren,die er hunne bezwaren tegen hadden, „maar," zoo

36

Page 37: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

eindigde hij „wij behoeven ook niet allen dezelfdemanier van werken te hebben; anderen doen anderedingen of hetzelfde op andere wijze. Er is ver-scheidenheid van gaven, laat er zijn één geest enéén doel."

Aan bedenkingen ontbrak het niet. Toen dezegeuit waren, zei Van Koetsveld : „zóó heb ik nualtijd het Calvinistische leerstuk der uitverkiezingopgevat : dat God iemand een werk aanwijst en erhem den lust voor geeft. Het verheugt mij, wan-neer ik een jongen man zie doen, wat de oude ookwel noodig vindt en wel gaarne zelf doen zou, maarwaarvoor hij de krachten niet meer heeft. Daaromzeg ik : ik juich het toe, wat gij doen wilt. God zegeneer u in en doe er veel goeds uit voortkomen."

Van Koetsveld werd de peetvader van de nieuweVereeniging. Er was gedacht over den naam:„Christelijk-socialen Bond". Dat wordt niet begre-pen, zei hij, waarom niet eenvoudig : „Christe lijkeVolksbond". Zoo werd het en zoo bleef het tot opdezen dag.

Dat is wel merkwaardig, „tot op dezen dag".Voorspeld werd: „dat loopt uit op een ziekenfondsjeen een plezier-potje en is in drie jaar dood."

Geen woord van waar.De Christe lijke Volksbond, den 11en Dec. 1889

gesticht, bleef bestaan en breidde zijn werkzaamhedenuit.

De barre winter van 189o/'91 leidde tot de koffie-en brooduitdeelingen en tevens tot de werkverschaf-fing, eerst op kleine, later op belangrijk grooter schaal.Bij dit alles ondervond hij den grootsten steun vanzijn vriend Bastiaan Huurman en trouwe mede-

37

Page 38: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

werking van het dagelijksch Bestuur : de heeren baronBentinck, Harte en Kruyt. Later kwam de Dienst-verrichting, waarbij een 7o huisvaders werk vonden.

De cursussen van den Volksbond waren aanvan-kelijk debat-avonden, waarop de tegenstanders ruimgelegenheid kregen zich te doen hooren en Gilde-meester zijn talent als voorzitter kon ontplooien. Opeen avond, toen hij zelf spreken zou, hadden zich eenaantal jonge menschen achter in de zaal gezet, methet voornemen den spreker het leven zuur te maken.Zoodra hij met spreken aanving, begonnen zij te trap-pelen, niet elk voor zich zoo heel luid, maar zóódat het gerommel ter dege hinderlijk was. Gildemeesterhoudt op, kijkt glimlachend de zaal in en zegt : „diejongelui daar achteraan doen mij denken aan mijnevrouw." 't Wordt een oogenblik heel stil. „ Ja, alsde dienstbode iets vergeten heeft, zegt zij : die zijnhersens niet gebruikt, moet zijn been gin maar gebrui-ken. Zoo denken de heeren er ook over." Een heerlijkgelach volgde, maar 't getrappel was uit.

Gold het niet hemzelf, dan kon hij echt veront-waardigd zich uiten.

Op een avond had Professor Gunning gesprokenover de puinhoopen van Volnay. Aan het slot was hij,bij wien elke rede Evangelieprediking werd, warmgeworden en had een kleur gekregen.

Een jong socialist begroet hem en zegt : „jij, met jerooien kop, iedereen kan wel zien, dat jij je vet mest."De goede, nobele, sobere Gunning, een voorbeeldvan eenvoud, vond het niet beneden zich dienschreeuwer te antwoorden : „mijn vriend, ik heb aljarenlang geen vleesch gegeten." -- „Ik ook niet,"riep zijn opponent. „Ik heb toen," zoo zegt Gilde-

38

Page 39: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

meester, „tot den goeden professor Gunning gezegd:„kom, Professor ! U is veel te goed voor zoo'n schreeuw-leelijk. Laat ik het hem maar eens aan zijn verstandbrengen." Toen heb ik hem zijn kindsdeel gegeven,weinig, maar uit een goed hart. Ik zei tot dien hoog-geachten opposant : zeg eens, ik kan je aanraden omtegen dien meneer een toontje lager te praten. Wan-neer je een beetje begreep, wat dat voor een man is,zou je inzien, dat jij nog niet waard bent om in deschaduw van zijn demi-saison rotte appels te staaneten. Dat meende ik eerlijk en de vergadering scheenhet er niet mede oneens." De opponent keek veront-waardigd. Gunning stond verstomd. Eerst terwijl eender bestuursleden hem in een vigilante naar het stationbracht, vroeg hij opeens : „hoe kwam uw voorzitteraan die rotte appels ?"

Deze soort vergaderingen werden niet lang voort-gezet. Zij waren onvruchtbaar ; vele werklieden zeiden:wij willen liever iets leeren. Zoo ontstonden de cursus-avonden, vergaderingen, waarin allerlei onderwerpenop het gebied van beschaving, kunst en socialepolitiek behandeld werden, met gelegenheid tot hetstellen van vragen. Ook daar had de voorzitter nogwel eens moeite, een enkelen keer met een spreker eneen paar malen ook met een vragensteller, die maarsteeds zijn stokpaardje, de onzuinigheid van denwerkman, kwam berijden.

Gildemeester maakte ook behoorlijk studie vanhet socialisme, getuige zijn artikelen over CharlesFourier, over Socialistische poëzie en vooral zijnartikel in de „Bouwsteenen" over den Volksbond. Ookraadpleegde hij mannen van zeer onderscheideninzicht als Kerdijk en N. G. Pierson.

39

Page 40: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Hoofdzaak bleef hem de persoonlijke aanrakingmet den arbeider.

Toen in de „Dienstverrichting" zwarigheden warenvoorgekomen, en aan een drietal ontslag moest wordengegeven, sprak hij al de mannen toe en zond daarnaden volgenden brief aan elk persoonlijk.

Waarde Vriend,

Gij moet mij toestaan eens een oogenblik Uwe aandachtte vragen. Als voorzitter van den Chrl. Volksbond gaat mijnatuurlijk de Dienstverrichting zéér ter harte, en al ken ik velebestellers niet persoonlijk, ik draag allen een goed hart toe, enwat in mijne macht ligt, zal ik altijd gaarne voor U doen.

Toen ik U onlangs toesprak, naar aanleiding van de treurigezaak, die tot het ontslag van drie bestellers had geleid, had ikeen levendigen indruk van Uwe zorg en Uw strijd. Zeker, velenUwer hebben het niet gemakkelijk; het leven is voor menigeen,ja, voor de meeste menschen niet gemakkelijk. juist daarom zouik U willen vragen: doet gij wel alles wat gij kunt om geestelijkgezond en sterk te worden ?

Weet gij, mijn vriend, dat de genade Gods Uw hart metkracht, met vrede, met blijdschap wil vervullen ? Weet gij, datdie genade op het gebed verkregen wordt ? Bidt gij, 's morgensvóór gij naar Uw werk gaat; en bidt gij des avonds vóór gijgaat rusten ? Is Uw bijbel een gesloten boek voor U of leest gijdaarin en vindt gij er troost en moed in voor Uw dagelijkschetaak ?

Komt gij in de Kerk ?Maakt gij gebruik van de wekelijksche bijbellezing, die in

bijna iedere wijk gehouden wordt ? Een enkelen Uwer zie ikwel eens Dinsdagsavonds in „Pniël" ; maar het is er maar eenenkele, af en toe. Zie eens, mijn waarde vriend, als gij zwaarwerk hebt en gij krijgt niet genoeg te eten, dan kunt gij het nietvolhouden op den duur. En wanneer Uw ziel geen voedselontvangt, dan kan die op den duur ook haar werk niet doen.Zorg dan dat gij geestelijk geen armoe lijdt, maar gebruik degelegenheden, die hier zijn. Er is veel gelegenheid om goedgeestelijk voedsel te ontvangen, en ik zou U vriendelijk vragen:

40

Page 41: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

„maak daar toch gebruik van!” Het is in Uw eigen belang datik het U vraag.

Ik weet wel, dikwijls zijt gij blij als gij des avonds naar huismoogt. Maar — wat dunkt U van onze Cursusvergaderingen ?Meer dan twee malen in de maand worden die niet gehouden;gewoonlijk Maandags om de veertien dagen. Het zijn de ver-gaderingen van Uw eigen bond. Gij kunt er meestal wel watleeren.

Gij zult er zéér welkom zijn!Ik kon nog lang met U praten, en nog verscheidene onder-

werpen aanroeren; maar dit is voorloopig genoeg. Kan ik U,voor wat de geestelijke belangen, zoo van U zelven of van Uwhuisgezin betreft, in iets dienen, dan zal mij dit een grootevreugde zijn.

Geloof mij, dat ik mij gaarne teeken

20 Nov. 1909.

Uw vriend

F. V. G. GILDEMEESTER.

Voorzitter v. d. Chrl. Volksbond.

Is dat niet een uitnemende brief, die den pastor enden vriend van den werkman eert ?

Bij al dezen arbeid werd het huisbezoek trouwwaargenomen; voor de catechisaties ijverig gewerkten nooit verzuimd zich ernstig tot de prediking voorte bereiden.

Daar waren menschen, die zeiden : „0, Ds. Gilde-meester schudt het zoo maar uit zijn mouw!" Ja, zooscheen het, als men een preek van hem hoorde. Het gingzoo vanzelf ; het was zoo logisch; het liep zoo licht;maar achter dien lichten gang stak zware arbeid. Zijnpreeken — tot de laatste toe — zijn alle opgeschrevenvan het begin tot het eind. Vóór het kwam tot datopschrijven, was de tekst nauwkeurig en eerlijkbekeken. Dan werd de schets gemaakt en menigmaaldriemaal omgewerkt. Voelde hij dan, dat in de voor-

41

Page 42: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

dracht iets stokte, zoo werd opnieuw de pen ter handgenomen : „wat niet goed is voor te dragen, is nietgoed doorgedacht," zei hij mij eens. Ten slotte kwamhet opschrijven, dagen, liefst een week, voordat depreek werd uitgesproken.

Toen hij de halve beurt kreeg, zeide hij : „heerlijk,nu kan ik wat meer tijd aan mijn preeken geven."

Tijd voor al dien arbeid vond hij in vroeg opstaan;de kracht er toe in het dagelijks, vóór het ontbijt, gaanzwemmen. Toch hield, na de zware campagnes van1888 en 1889, de moeilijke debat-avonden metDomela Nieuwenhuis, de stichting van den Chr.Volksbond, enz. zijn sterke lichaam het niet uit. Eenlange vacantie bleek noodig. Met zijne jongste zusterging hij geruimen tijd in Zwitserland doorbrengen,waar hij de kennis hernieuwde met Samuël Zellervan Maennedorf ; een dier geeste lijk sterken, diemet Otto Stockmayer uit Hauptweil, grooteninvloed heeft geoefend op zijn geestelijk leven.Naar zijn eigen dankbaar getuigenis heeft hijaan den omgang met hen, vooral met Stockmayer,die ook wel in zijn woning vertoefde, zeer veeg tedanken.

Gesterkt keerde hij terug en vatte zijn werk metnieuwen moed op. De gemeente heeft dien arbeidkrachtig gesteund, harte lijk gewaardeerd en tot heteinde toe getoond, hoezeer zij zijn kanselarbeid opprijs stelde.

Een enkele proeve van dien arbeid vindt men indezen bundel. Hoeveel meer wordt daarvan bewaardin menig hart !

Onder zijn preeken is een groot aantal gewijd aanVaderlandsche gedenkdagen. Op zulke dagen preekte

42

Page 43: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

hij, de warme Vaderlander en vereerder van het huisvan Oranje, zeer gaarne.

Zijn preek bij het 25-jarig jubileum onzer bemindeKoningin, is bij duizenden exemplaren onder onsvolk verspreid, opgenomen als zij was onder de zooge-naamde groene preeken, een eenling in haar oranjeomslag.

In deze preek over Psalm 103:21) „vergeet geenevan zijne weldaden", herhaalt hij uit Harer Majesteitsproclamatie de woorden : „Ik stel mij tot levensdoelhet voorbeeld van mijne innig geliefde Moeder tevolgen en te regeeren zooals van een vorstin uit hethuis van Oranje wordt verwacht. Aan de Grondwetgetrouw, wensch Ik den eerbied voor den Nederland-schen naam en de Nederlandsche vlag te bevestigen."

Dan gaat Gildemeester voort:„Dat heeft Zij gedaan, dat heeft Zij in Gods kracht

gedaan."Ze heeft de trouw en 't recht betracht;

Ze heeft niet aan zichzelv' gedacht;Niet naar der menschen lof gevraagd

En ook zichzelve niet behaagd;Maar heeft gehoorzaamd, al den dag,

De Vaderlandsche vlag.

„En juist omdat Zij zichzelve niet gezocht heeft,daarom zoeken wij Haar, geven Haar eene eereplaatsin ons hart, en gedenken Haar in onze gebeden."

„Zij is een Christelijke vorstin. „Christus vóór alles;Christus bovenal !" Maar met welk een liefde omringenHaar hare Israëlietische onderdanen! Zij is eeneprotestantsche vorstin; Haar dierbaar kind noemdeZij naar de stammoeder der Oranjes. Maar wordteen roomsche, of een jood, of een ongeloovige ooit

43

Page 44: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

haren echtgenoot door haar onderwijs op de Zondags-school, haar inrichten van Kerstfeesten, haar zendenvan versterkende middelen aan zieken. Zij is indat werk blijven deelen. Ja, toen het aangroeiendkindertal het directe medewerken, dat de menschenzagen, onmogelijk maakte, heeft zij voor de gemeentehet krachtigst gearbeid. Met haar denken en biddenen zorgen leefde zij mede in alles. Om den arbeid moge-lijk te maken, heeft zij nooit iets voor zichzelvegevraagd. De belangen der Gemeente gingen vóóralles. Zoo sterk soms, dat lieve vrienden wel eensvraagden : is dat wel noodig ? is het wel goed ?

Zij is geweest de goede genius van de pastorie en alklaagde Gildemeester niet, al bleef hij zijn kinderen,die een deel van de taak der Moeder overnamen,zeer dankbaar, haar heengaan, den 27 November1927, heeft hem een zeer, zeer diepe wonde toege-bracht, waarvan hij nooit geheel is hersteld.

Die twee menschen hebben het huis op de Tous-saintkade tot Pastorie gemaakt. Altijd was er iemandthuis. Was de studeerkamer ledig, dan was er in dehuiskamer ook een hart, dat medeklopte en mede-voelde.

En die studeerkamer ! Wat zijn daar een zorgenuitgestort ! Hoeveel benauwde harten klommen detrap op en daalden bemoedigd, geholpen of met eenrustiger blik op hun zorgen haar weer af!

De groote uitbreiding van Den Haag, tijdens zijnwerkzaamheid aldaar, deed bij hem de vraag rijzen: hoete voorzien in de geestelijke behoeften der duizenden,die in de nieuwe wijken kwamen wonen.

Meer predikanten, meer kerken!Meer predikanten zijn er gekomen: tijdens zijn

46

Page 45: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

verblijf steeg hun aantal van i 1 tot 17 en meer kerkenkwamen er ook. Op 23 Sept. 1888 mocht Dr. VanKoetsveld de Zuiderkerk, op zijn initiatief gesticht,inwijden. Maar in andere deelen van de gemeentewaren kerken evenzeer noodig.

Zoo begon hij de noodzakelijkheid van meer kerkente bepleiten. En zie, daar kreeg hij op zekeren dagbezoek van den heer Goekoop, eigenaar van uitge-breide bouwterreinen. Deze kwam hem aanbieden eenruim en goed gelegen terrein, waar omheen stratenzouden verrijzen, om daarop een kerk te bouwen.„Hartelijk dank, maar wat doet u er bij ?" was Gilde-meester's eerste vraag.

„Er bij ? Is dit geschenk niet mooi genoeg ?"„Heel mooi; maar ook voordeelig .... voor u.

U kunt niet eindelooze stratenreeksen bouwen ; eenplein met een mooie kerk daarop is in uw voordeel.En dan, als er een kerk staat, rijst mede daardoor dewaarde der bouwterreinen. Het moet u ook ietswaard zijn als de Hervormde Gemeente daar eenmooie kerk sticht."

„U is een zakenman, dominee!" Bij het mooiegeschenk van het bouwterrein voegde de heer Goekoopnog, ik meen f 40.000 op voorwaarde, dat het eenmooie kerk moest worden, die er na korten tijd zou staan.

Toen is door Gildemeester vooral een propagandagemaakt, waardoor het mogelijk werd, dat hij de doorVerheul gebouwde Regentessekerk, den zen Maart1901, in bijzijn van H. M. de Koningin-Regentes koninwijden. Als hij er van vertelde, verzuimde hij nooitden naam te noemen van zijn knappen ambtgenootZeydner, aan wiens practischen zin de bouwcommissiezoo menigen goeden raad te danken had.

47

Page 46: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Krachtig heeft hij ook medegewerkt tot de stich-ting van de Wilhelminakerk in het Bezuidenhout-kwartier, die hij den Sen Mei 1908 inwijden mocht.

Schier ongemerkt werkte hij ook voor het verbete-ren van het gehalte der predikanten. Hiertoe stichttehij op verzoek het gezelschap „Forum", waarvanstudenten in de Theologie, meest uit Leiden, lidwaren, wien hij college gaf in practische Theologie,predikkunde en debatteeren. Dezen arbeid hieldhij vol tot aan zijn dood. Leden van dit gezelschaphadden zich aangeboden als slippendragers bij zijnbegrafenis.

Bij al dien arbeid gaf hij met overtuiging zijn krach-ten aan de Tentzending en aan tal van conferenties,tot opbouwing van het geestelijk leven. Het was hemzeer aangenaam daar samen te werken met mannenuit andere kerken of uit het Heilsleger, met Ds.M. Mooy, baron Van Doorn van Westcapelle. Ds.Van Petegem, lord Radstock en hoevelen meer!Gewaardeerd werd die medewerking ook. Op dendag, waarop hij 45 jaar geleden in Den Haag geves-tigd was, begroette het Heilsleger hem met muziek.Hij heeft dat op hoogeen prijs gesteld.

Als in Amsterdam de Hervormde Stadszendingis opgericht en de leiders volkslezingen met debatorganiseeren, is de eerste, wien men vraagt daar opte treden, Gildemeester.

Hij behandelde achtereenvolgens : „Is het ver-standig aan God te gelooven ?" „Zijn onze Evange-liën betrouwbaar ?" -- „Wie was Jezus."

Dr. R. Dijkstra zegt in zijn „Gedenkboek derNed. Herv. Gemeente van Amsterdam" van dezelezingen : „Er was groote belangstelling en de

48

Page 47: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

spreker was ongetwijfeld zeer berekend voor zijntaak ! Populair, geestig en toch diep-ernstig."

Wie in staat zou zijn Gildemeester als catecheet,prediker, pastor volmaakt te teekenen, zou toch nogmaar half werk hebben gedaan.

Wilt ge hem kennen, dan moet ge hem zien in denomgang met zijn vrienden.

Wat hij voor hen was, zullen anderen u verhalen.Laat mij dit alleen zeggen : zeldzaam trouw. Hij vergatzijne vrienden noch hunne betrekkingen. Was nietzijn laatste bezoek, op zijn sterfdag 1 Januari 1929,aan de dochters van een man, die hem met zijnvriendschap had vereerd ?

Waar ik niet heb te spreken over het innige vandien omgang met zijne vrienden, daar mag ik dit weldoen over den geestigen vorm, die aan dien omgangiets zeer opwekkends gaf.

Wat heeft hij menigmaal met een vriendelijk,geestig vers of rijmpje een zonnestraal laten vallenin de harten zijner vrienden en als hij dan een geestigweerwoord kreeg, kon hij er niet van zwijgen, dat moes-ten anderen ook hooren.

Meester Van der Haas, een man, dien hij zeerhoogachtte, hoofd van, naar ik meen, een diaconie-school, had een vergissing begaan in een der statenvoor subsidie aanvraag. 't Betrof leeftijd of aanstel-lingsjaar van een onderwijzeres, mejuffrouw Wilhel-mina Haas.

Gildemeester krijgt, als voorzitter, de stukken meteen aanmerking van het ministerie terug. Hij hadze met een droog, ook wel met een boos briefje,aan meester Van der Haas kunnen terugzenden.Dat lag echter niet in zijn karakter ; bovendien,

Page 48: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

hij geloofde niet, dat de stipte man zich kon vergisthebben. Het terugzenden gaat gepaard met ditversje :

Waarde Heer en Vriend en Broeder,Schoolbeschrijver en behoeder!Zie deez' stillen kwaadvermoeder!Slijp uw pen, en toon u vroeder,

Prent hem diep in zijn geheugenDat uw cijfers altijd deugen!

Maar meester Van der Haas had zich vergist enaanstonds volgt dit antwoord van hem:

Ongenoemde, mij bekendeMoedinspreker, hooggeëerd;

Nu toch zit ik in ellende,Wat ik schreef, dat was verkeerd.

„Vroed" of „Vroeder" mag niet baten;'k Heb daarvan mij vergewist;

't Is onmooglijk goed te praten,'k Heb mij radicaal vergist.

Per keerende post ontvangt meester Van derHaas dit antwoord:

Wat doet in 't veld 't natuurlijk slimme haas, datHet opmerkt hoe een koe het achterna zat ?

Hij sliept haar uit; hij laat haar rustig azen,Zet tusschen hare beenen zich te grazen ;

Soms beurt het, dat het logge dier zijn baas dankt,Je kunt nooit weten hoe een koe een haas vangt.

Wat doet op school een accurate Haas, dieMoet lijden onder over-educatie ?

Hij slijpt zijn pen; schrijft tot den vroegen morgen;Behoudt zijn humor en verdrijft zijn zorgen.

En welgemoed en schitt'rend als een zeester,Schrijft hij een aardig vers aan Gildemeester.

50

Page 49: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

De heer Van der Haas laat het hierbij niet zitten,maar antwoordt:

Niet om het laatste woord volg ik uw dichterschredenWaar gij, mijn vriend, den Helicon bestijgt,

Neen, wat mij thans u na doet tredenIs dankbaarheid, die 't harte tot u neigt.

Dat gij in mij, die haas geborenEn zeker haas wel blijven zal,

't Vertrouwen nog niet hebt verloren,Trots d'administratieven val.

Dat gij, als meester van het gilde,Van hen die 's naasten leed verstaan,

Door uw moedgevend woord, zoo mildeMijn zorgvol hart hebt goed gedaan.

Zelfs in de rij der strandplanetenAls „zeester" mij een plaats beschikt,

Dat zal ik nimmermeer vergeten,Dat heeft nog 't meest mijn hart verkwikt.

Ten leste komt de kennisgeving der regeering,dat de zaak in orde is. Gildemeester zendt die aanden heer Van der Haas, met dit bijvoegsel:

Nu het vast staat, zwart op wit,Dat dit been is in het lid;

Deze Haas kwam op haar plaatsZonder officieele praats;

Deze Juffrouw WilhelmienNu genoegzaam is bezien;

Nu 't geval er toe gaat leiden,Dat twee groote dicht'ren scheiden,

Lijkt 't mij niet zoo incorrectDat die schrijffout was ontdekt.

't Was een foutje, wit op zwart;„Met de pen, niet met het hart"

(Zooals eertijds werd gezeidDoor Van Lennep's keukenmeid.)

Maar door middel van die fout,Bleek uw hart een hart van goud.

5 I

Page 50: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Als de oude dominee Buytendijk vereerd wordtmet het ridderkruis van Oranje-Nassau, schrijft Gilde-meester hem:

Die heel zijn leven lang een ridder is geweest,Wordt door zijn Koningin tot ridder nu geslagen.De Oranjezon beschijnt zijn late najaarsdagen,

De Oranjeliefde gloeit en tintelt in zijn geest.Als hij Oranje zag, dan werd er iets bewogen

In 't binnenst van zijn hart en geen, die 't wraken dorst:Wij allen zien het aan met vroolijk lachende oogen,

Oranje voelt zich thuis aan Simons breede borst.

Mr. J. C. de Marez Oyens, toen ter tijde minister,vertelt hem in een brief, hoe hij mejuffrouw H. S. S.Kuyper had hooren vertellen, dat een vereerder vanhaar vader tot haar zeide : „Juffrouw Kuyper, numoeten zelfs de tegenstanders toch wel erkennen,dat uw vader een koolos is !" Gildemeester ant-woordt ietwat ondeugend: „dit beteekent zeker.: hijis, en heeft met kool gevoerd ?" Fijntjes antwoordtdaarop Mr. Oyens:

Ja ! gij hebt groot gelijk, mijn waarde!Der hoogren geesten licht, hun dichterlijke gloed

Zijn werking van een kool, die (niet van onder de aarde)Den vuurhaard van 't genie, en daardoor and'ren voedt.

Waarop dit antwoord volgt:

Uw vers is excellent als Excellenties past.Gij hebt mijn geest en mijn verbeelding saam verrast;

Gij bouwt een brug van „kool" naar „hoogere aspiratie";Wat geen particulier nog in een kool-os zag,Ontdekt uw scherpziend oog, zelfs op een winterdag.

Ik strijk de vlag, meneer! voor Uw „gemeen gratie"!

Menschen vol deftig- en plechtigheid konden hetniet hebben, dat hij in een beoordeeling of bij een

52

Page 51: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

correspondentie, die de kerk raakte, een grapje maakteen hij kon het niet laten.

Als in 1911 „de Beukelaar" verschijnt, een bladwaarvan gezegd kon worden „zijn hand was tegenallen", geeft Gildemeester, bij wijze van beoordeelingdit motto:

In dit land van mest en mist,Land van Duymaer en van twist,Land van Cool en van Colijn,Land van vrijheid en haar schijn,Land van kuipers en van knechten,Land van hoepels en oprechten,Midden in het krijgsgevaar,Doe ik dienst als beukelaar.

Sommigen liepen er in en vraagden: op welkepagina van het blad dit motto stond ?

De Haagsche collectanten hadden geklaagd, datzij wel geregeld bericht zonden van wisselingen inhun college, maar nooit daarop antwoord ontvingen.

De eerste maal, dat weer zulk een kennisgevinggezonden was, antwoordde Gildemeester :

AAN HET COLLEGE VAN COLLECTANTEN DERNED. HERV. GEMEENTE.

Met veel pleizier heb ik vernomen,Dat gij weer zijt compleet gekomen;

Gij broed'ren van den bedelzak;En dat een vijftal nieuwe leden,Tot uw college toegetreden.U zullen steunen op Uw schreden,

En beed'len in hun beste pak.

Ware onze tijd niet vol van leuzen,Waarin een mensch haast raakt verdwaald,

'k Gaf u den naam van „kerke-geuzen",Waarbij geen and're titel haalt.

53

Page 52: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Die naam toch roept in Uw memorieEen heldentijdvak der historie;

Maar is „in vorm van dezen tijd";Geen bosch- of watergeuzen zijt gij ;Geen priester-oor of neuzen snijdt gij;Alleen een zwarten rok verslijt gij,

Wijl gij gerokte geuzen zijt!

Zoo laat ons dan te saam verwachten,Dat in het jaar, dat weldra naakt,

Gij broed'ren, met vereende krachten,Weer menig hengeltochtje maakt.Ik wensch, dat ge op uw wandelingenVeel visschen, die Uw netten vingen,

Ziet aangebracht ter veil'ge reê.En gij, bij 't klimmen Uwer jaren,Een groot getal Egyptenaren

Moogt redden uit de roode zee!

Dat de belangstelling van dezen man naar velekanten uitging, spreekt vanzelf. In den tijd van denboerenoorlog was hij met hart en ziel de zaak der Zuid-Afrikaansche republieken toegedaan. Tijdens de jachtop De Wet, door het leger uit Engeland, Canada,Australië naar het oorlogsveld gezonden, vond hij ineen Engelsch tijdschrift deze twee uitspraken : „Ourrace, the finest of humanity" en „ .... bringingthe Gospel of Englands Christ". Toen schreef hijeen vers, waarin zijn verontwaardiging tot het kook-punt stijgt, maar in dien kokenden ketel b lijft zijngeestigheid leven, zooals men ziet uit het laatstecouplet :

Dat ge Englands Christus komt verkondenEn Christenbloed bij stroomen stort,

U boos maakt over andrer zonden,En Gods brutaalste huichlaars wordt.

54

Page 53: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

In eigen oog blank als de lelie,Voor heel de wereld vuil besmet,

Verheft ge U op het Evangelie,Maar .... niemand uwer vat de Wet!

Al zag hij in later jaren in, dat de Boeren door hemgeïdealiseerd waren, toch bleef zijn verontwaardigingover Engelands politiek van de Jameson raid af, totden Vrede van „Vereeniging" toe, onverminderd.

In 1896 woonde hij de vergadering van de Evan-gelische alliantie te Londen (Mildmay) bij. In 1922vertegenwoordigde hij de Nederlandsche Hervormdekerk, die hij ook als lid en praeses van het ClassicaalBestuur van 's Gravenhage vele jaren diende, bij deinwijding eener Duitsch-Evangelische kerk te Rome.

Na zijn dissertatie heeft hij, behalve tijdschrift-artikelen, niet veel meer uitgegeven. Wij noemenhier zijn dagboek „Morgendauw" ; zijn mooie studieover Carlyle; zijn studie over Efeze 6 :11-20 : Degeheele wapenrusting Gods. Hoewel redacteur vande Theologische Studiën, verscheen weinig van zijnpen in dat tijdschrift : een mooie beoordeeling vanDe Hartog's „Predikkunde"; nu en dan een aardigevaria. De tijd voor grondigen arbeid op dit terreinontbrak en voor oppervlakkig werken bezat hij teveel zelfrespect. In het Eeuwig Evangelie van Crameren Lamers, gaf hij een studie over Genesis XXX : 3o.In 1899 verscheen van zijn hand een werkje : „Devierde stand, zijn nooden en zijn zonden". Sindsdat jaar zijn de toestanden wel veel veranderd ; wiedit boekje echter leest als een boekje uit 1899, wordtgetroffen door den ruimen blik, dien Gildemeesterhad op het sociale vraagstuk, zijn eerlijkheid, zijnliefde voor den vierden stand, zijn geestigheid en

55

Page 54: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

zijn sterk vertrouwen in de macht van het toegepasteEvan

Zijn tijdschriftartikelen doen ons zien, dat zijngeest zich bewoog op velerlei terrein, wat trouwensook wel bleek uit zijn „Gemeentebelangen" in deHaagsche kerkbode.

Die artikelen handelen over : Charles Kingsley(in Vragen van den Dag). Elise van Calcar en haartijd (in Stemmen voor Waarheid en Vrede). VanOosterzee in het honderdste jaar zijner geboorteherdacht (in Stemmen voor W. en V.); Crisislectuuren kerkelijke crisislectuur, een paar artikelen, waaruitzulk een echt medeleven met de jongeren spreekt(in Stemmen voor W. en V.) J. J. L. ten Kate, bij denhonderdsten verjaardag van zijn geboorte, (in Stem-men des Tijds) een artikel waaruit blijkt, dat hij, dieTen Kate's verzen lief had om hun zangerigheid, tochgeenszins alles van dien dichter critiekloos bewon-derde. Hij wijst wel degelijk de gebreken in dienspoëzie aan; Kleine comedianten (Bibliotheek voorBijbelsche opvoedkunde). De Protestantsche Gemeen-ten in 's-Gravenhage gedurende de i 9 de eeuw (inHaagsch Jaarboekje).

Wat hij in 192o ter Diaconale conferentie sprakover : „Geestelijke waarden" is zeker lezenswaard.

Preeken verschenen van hem meer dan men weet.Behalve die, welke zijn naam dragen, zag heel eenreeks het licht in de zoogenaamde „Groene Preeken".Het jaar 1929 dezer serie begint met een vijftal van zijnhand over „de liefde Gods". Hij was een trouwmedewerker bij het uitgeven dezer naamloos ver-schijnende toespraken.

Merkwaardig mag het heeten, dat hem, die geen

56

Page 55: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

lid was van „Oefening kweekt Kennis", gevraagdwerd de feestrede te houden bij het negentigjarigbestaan van dit genootschap.

Die feestrede begint Gildemeester met:

Nu heb ik last van mijn bescheidenheid!Nurks zegt : „dat 's vast voor 't eerst in heel je leven!"

Maar — 'k let niet veel op wat neef Nurks zoo zeit;'k Weet ook niet of hem 't woord wel is gegeven;

Hij noemt dat trouwens een formaliteit;Het woord ? Dat vraagt of neemt hij, om het even;

En zegt: „Kom! uwer hoorderen genegenheidDie overwint vandaag wel uw verlegenheid."

Daarop volgt een keurige lezing over de voorbij-gegane 90 jaren, een lezing, waarin hij het geestige„Servetje" van Gerard Keller niet enkel prijst, maarook aantoont welke vergissingen daarin gemaakt zijn.Hij brengt dan vooral drie groote mannen uit „Oefe-ning kweekt Kennis" naar voren n.l.. Dr. L. R. Beynen,C. van Koetsveld, Mr. J. C. de Marez Oyens.

Deze man, die zich bewoog op zoo velerlei ter-rein, kende geen grooter vreugde dan een huiselijkfeest.

0, die gloriedagen als, om de oude tafel, die reedsin het Amsterdamsche huis van zijn grootvader hadgestaan, de gansche familie en enkele vrienden aan-zaten! Dat waren dagen van groote b lijdschap. Hoeschitterde dan de geestigheid van den gastheer, vooralals hij „weerwoord" kreeg. Hoe wist hij het gevoel tewekken, dat allen hem zoo heel hartelijk welkomwaren. Daar zweefde een geest van mooie herinne-ring langs den disch, als hij de oude tafel liet spreken:

Die resideerde in 't schoone CleveEn had in Amsterdam gestaan.

57

Page 56: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Waaraan gezeten hadden zooveel deftige, wijzeheeren:

Die 'k hoorde en voelde demonstreerenSomtijds tot 't holle van den nacht.

Ja, dat waren dagen waarvan hij genoot en ... .nooit klonk het als iets onnatuurlijks wanneer na zulkeen feestmaal, de vader de „Losung" der broeder-gemeente opnam en tekst en lied voorlas.

Daar waren ook tijden van zorg; oogenblikken ook,toen de kinderen uitvlogen en het weer leek of hetoude paar zat in de eerste pastorie. Bij den eerstenmaaltijd dien zij zoo samen gebruikten, zeide hij totzijne vrouw:

„Doen we onze oogen dicht, dan zienWij nog de kleine soepterrien,Waarmee we op 't Zeeuwsche dorp begonnen."

Die kleine soepterrien was gauw te klein geworden.„De grootste soeptrien uit de kast,De ruimste schotels, grootste schalen,

Zij zijn gevuld en opgetastEn ook geledigd vele malen."

Maar daar verschijnt de kleine zilveren soepterrienweer ; het huis is ledig geworden. In Beetsiaanschentrant vraagt de huisvader aan zijn echtgenoote:

„Komt ooit de schoone dag weer aan,Dat, over korte of lange jaren,Weer allen om den disch zich scharen,En geen zijn plaats laat ledig staan ?

God weet het: en Hij mag het weten,Maar wat mijn hart, mijn beste schat,

Op dezen dag voor u bevat ?„Moog maar daarboven geen ontbreken,„Van die gij hier hebt liefgehad!"

58

Page 57: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Wat heeft deze vader genoten van zijn Grootvader-schap. De kleinkinderen, zij waren hem een kostelijkbezit. Hoe heeft hij medegeleefd in het leven zijnerkinderen. Dat zijn oudste en later zijn jongste dochtereen mooi werk van inwendige zending volbrachtenin Nederlandsch Oost-Indië, was hem een oorzaakvan groote vreugde. Om dat werk te bevorderen, deedhij, wat hij kon en meer dan dat. Hij leefde er inmet heel zijn hart.

Toen is gekomen het laatste Kerstfeest, gevierdmet vijf zijner kinderen, zijn kleinkinderen, een schoon-zoon en een schoondochter. Na de drukke kerk-diensten, op beide dagen en vieringen buitenshuis,kwam de mooie Kerstavond. Heerlijk, de zijnenrondom zich.

Hij voelde zich sterk, welgemoed en dankbaar.Op Oudejaarsmorgen ging hij naar gewoonte zwem-

men in de overdekte zweminrichting.'s Avonds sprak hij die onvergetelijke preek, Zach.

14:7. En het zal geschieden ten tilde des avonds, dathet licht zal wezen", in de Groote kerk uit.

Nieuwjaarsmorgen 1929 zit hij in de kerk onderhet gehoor van zijn collega Gravemeyer, bidt mee,zingt mee, komt opgewekt thuis, ontvangt zijn colle-ga's, neemt vroolijk deel aan den maaltijd, gaat nogeen jarigen medewerker aan den Chr. Volksbond,den heer Kruyt, opzoeken, teekent het felicitatie-register ten paleize; bezoekt ten slotte de freulesElout van Soeterwoude en, naar huis terugkeerend,neemt de Heer hem weg, opeens, in de tram; zonderbenauwdheid, zonder pijn, midden uit zijn werk.

Des Vrijdags sprak Ds. Welter, die reeds desDinsdagsavonds terstond naar het sterfhuis was gesneld,

59

Page 58: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

woorden van troost en dankbaarheid tot de familieen bijzonderste vrienden.

Zaterdags werd het stoffelijk overschot overge-bracht naar de Groote kerk. Daar sprak Dr. Schokkingeen in zijn soberheid aangrijpend woord over II Kon.2:12. Mijn Vader, mijn Vader ! wagen Israels en zijneruiteren!

Onder het zingen van:

Als wij de doodsvallei betreênLaat ons elk aardsche vriend alleen;Maar Hij, de beste vriend in nood.Verzelt ons over graf en dood,

werd de kist gedragen uit de kerk, die hij liefhad enwaarin hij trouw had gediend.

Op Oud-Eik en Duinen werd hij ter ruste besteld.Een kort woord van Dr. Schokking, een gebed en

zegenbede van Ds. W elter; toen ging een groote schareheen; vele bedroefde harten, honderden, die beseften,dat een goed man was weggenomen.

Het zal geschieden ten tijde des avonds dat hetlicht zal wezen. Het gaat niet naar den nacht ; hetgaat naar het Licht en naar het Vaderhuis. Halleluja!

6o

Page 59: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

IN MEMORIAM.

Mij is verzocht in dit boekje een woord te wijdenaan de nagedachtenis van mijn besten vriend Dr. VanGheel Gildemeester. Een woord zal het zijn van meerpersoonlijken aard. Met weemoed en dankbaarheidschrijf ik het. Alles aan en in mij dringt er mij toe.

En toch, wat zal ik zeggen ? Ik weet het haast niet.Er zijn oogenblikken, dat de diepe, diepe ontroeringdaar binnen schier ieder woord naar buiten bij onsterugdringt. En zóó is het in deze oogenblikkenmet mij.

Hem u te schetsen, wie en wat hij geweest is ophet verschillendst gebied en welk gebied is er, waarophij niet iets en veel is geweest, dat blijft aan anderen,daartoe meer bevoegd, overgelaten. Hier is thansenkel de vriend, die zoo lange jaren met hem ophet innigst is verbonden geweest, en die o zoo veelaan hem heeft te danken, aan het woord.

En als ik dan in één enkel woord dat gansche rijkeleven wil samenvatten, dan geloof ik dit niet beter tekunnen dan in het zelfde woord, waarmede ik eenmaalhet leven van een ander, ons beiden lief, heb trachtente karakteriseeren, het woord trouw.

Ja, trouw, zeldzaam trouw, dat is hij geweest. Trouwallereerst tegenover zijn God, zijn Heiland en Heer,dien hij kende en liefhad en in Wiens gemeenschaphij dicht leefde. En daarom trouw ook tegenover

6i

Page 60: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

zich zelven, die zich zelven niet spaarde. Trouw nietminder tegenover een ieder, die het groote voorrechthad nader met hem in aanraking te komen. Een trouwvriend, een trouw hart. Een man, die zich zelven wistte vermenigvuldigen, die zoo menig leven wist medete leven, zoo menig lijden wist mede te lijden. Ik zoudaar tal van roerende trekken van kunnen mededeelen.Wat ging er een warmte van hem uit, maar ook welkeen kracht. Hoe kon hij in dagen van droefheid teer,vrouwelijk teer troosten. Maar ook hoe kon hij, waarhij onrecht en onwaarachtigheid zag, opbruischenen hoe kon er dan in zijne stem iets van edele veront-waardiging trillen. Eén, die voor hetgeen hij eenmaalals zijn roeping had ingezien, alles overhad en danterugdeinsde voor niets en voor niemand. En dit allesgeheiligd door het geloof. Die als een kind wist te geloo-ven, als een kind zich liet dragen en leiden door denarm en de hand van zijn Heer. Een vroom man inden besten en schoonsten zin van het woord. Eenlouter karakter. Een rijk en diep gemoed; om eenuitdrukking van hemzelven te gebruiken, „een rijkbe-weldadigd eeuwigheidskind".

Zóó hebben wij allen, althans allen, die hem nietenkel uitwendig, maar inwendig kenden, allen, diezijn hart kenden, hem gezien en hem liefgehad. Allesbij hem tintelend van leven, van geest, van humor.En daarom door anderen, die nu eenmaal van humorniet het minste begrip hebben, niet altijd begrepen,maar al te dikwijls miskend zelfs.

0, nog eens, die hem kenden, wezenlijk kenden,die, het kon wel niet anders, moesten hem wel lief-hebben. Eén van die menschen, zooals er slechtsweinigen zijn, die, ik kan dit uit eigen dankbare

62

Page 61: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

ervaring getuigen, niet tegenvallen. Hoe meer menhem kende, hoe meer men hem lief kreeg. Hoe nadermen met hem in aanraking kwam, hoe meer menin hem ontdekte. Een man, bij wien alles echt was.

En nu heengegaan. Neen, binnengegaan. Nu dit allesweg. Neen alweer, niet weg. De verheerlijkte gestalte,in welke wij alles, alles kunnen liefhebben, b lijft.

0, ik kan het haast niet begrijpen, dat het werkelijkzóó is. Het was mij een droom, toen ik daar 's avondsbij hem stond en mijne hand op zijn nog niet geheelkoud hoofd legde.

Nog zie ik hem vóór mij op dien Oudejaarsavond.Die nog krachtige gestalte. Nog hoor ik dat warmeen tegelijk ontroerend ernstige woord. Dat woordvan zóó groote liefde getuigend. Liefde voor onzegansche Gemeente. Liefde voor ons dierbaar Vor-stenhuis ook. Dat woord van zoo diepe vereeringvoor de Hooge Gestalte onzer beminde Koningin-Moeder in deze voor Haar schoone gedenkdagen.Wij allen, die het voorrecht hadden hem dien avondte zien en te hooren, zullen het zeker nimmer vergeten.Nimmer dat woord: Het zal geschieden ten tijde desavonds dat het licht zal wezen.

En thans, — de avond is daar. Maar het licht is erook. God heeft op wondere en liefderijke wijze voorde blijde aanschouwing er van zijn oog geopend. Zooveel moeilijks en pijnlijks is hem bespaard gebleven.Op eens is het volle licht voor hem opgegaan. En wij.— wij danken God voor al het goede en schoone onsin dit rijke leven geschonken. En in ons is iets vaneen stille bede : Mime ziel sterve den dood des oprech-ten, en mijn uiterste zij als het ziine.

W. L. WELTER.

63

Page 62: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER. t

Op den Nieuwjaarsdag van 1929, verspreidde zicheensklaps hec ontstellende bericht door de Haagschegemeente, dat haar oudste leeraar Dr. Van GheelGildemeester plotseling was overleden. Dubbel ont-roerend was dit voor hen, die hem in zijne vollekracht op den Oudejaarsavond op den kansel derGroote kerk het Evangelie hadden hooren verkon-digen en die hem op den Nieuwjaarsmorgen alshoorder in de kerk aantroffen. Nog hooren wij hem opden laatsten avond des jaars, naar aanleiding van hettekstwoord : „Ten tijde als het avond zal zijn, zalhet licht wezen," het wonderbare bespreken van eenlicht, dat helder straalt in den donkeren nacht, enzoo heerlijk getuigen, dat dit toch waarheid is in hethart en op het pad der kinderen Gods. De geheelèprediking dien avond was als doorgloeid van de erva-ring der oneindige liefde Gods in Jezus Christus, dieals wijd uitstralend licht de schaduwen verdrijften de gemeente heenleidt tot den vollen, zonnigendag. Wie had kunnen denken, dat den volgendenavond voor hem reeds die volle dag zou zijn aange-broken en Zijn Heer tot hem zeggen zou : Wel, gijgoede en getrouwe dienstknecht -- ga in in de vreugdeuws Heeren."

Hoe ontzettend broos is toch ons leven ! Hoe dunhet voorhangsel dat de eeuwigheid scheidt van den tijd !

64

Page 63: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Van Gheel Gildemeester was als student reeds eenjongeling van veel verwachting. In alle faculteitendoor de jongelui geëerd; in onzen Borgerkring bijzon-der geliefd ; door de hoogleeraren ter Haar, Doedes,Oosterzee zeer geprezen, ja, wellicht de meest bemindediscipel van Van Oosterzee, vertrok hij 7 Juli 1878als predikant naar Wilhelminadorp in Zeeland, na dendoctorstitel te hebben verwon en op een dissertatieover : „Populaire Evangelieprediking". Reeds in dekeuze van dit onderwerp toonde zich de practische zinvan den wetenschappelijken theoloog. In diezelfde lijnheeft zich zijn geheele verdere leven, later in Dalfsenen sinds 1883 in Den Haag, bewogen. Al zijn gaven,zijn geheele geloof, zijn geheele persoonlijkheid heefthij tot zijn laatste levensure toe gesteld in den dienstvan de gemeente, van de kerk, van het KoninkrijkGods. In allerlei vormen, door woord, door schrift,door daad, diende hij deze met onbezweken trouw.Voor die belangen, hetzij het in- of uitwendige zending,hetzij het philanthropischen of socialen arbeid betrof,had hij altijd tijd over. Niemand klopte ooit te vergeefsbij hem aan. Zelfs zijne vroegere en latere ambtge-nooten niet. Hoe menigeen hunner heeft in moeilijkeuren hem gedankt voor zijn trouw ! De liefde Godsin Christus straalde letterlijk van hem uit.

Juist daarom zag hij de dingen breed. In hetgetuigen overvloedig, was hij zeer sober in het oor-deelen. Zelden of nooit critiseerde hij menschen.Over zijne ambtgenooten sprak hij altijd met lof. Vanhem ging een zekere teederheid uit ; hij leed mede metanderer leed; eene groote aandoenlijkheid was hemeigen. En dit was een te schooner trek bij een man, diezulk een ontzaglijk zelfstandig, ja hoog karakter had

Page 64: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

en zich door niemand van de plaats liet afdringen,die hij oordeelde dat God hem had toevertrouwd.Vandaar dat hij zich nooit bij eenige partij aanslootof zich daar zou hebben thuis gevoeld, hoewel hij zijnebesliste overtuiging had, zoowel op kerkelijk als opstaatkundig gebied. Hij wilde zichzelf zijn en hij waszichzelf. Daarom liet hij zich steeds gaan zooals hijwenschte te gaan, wellicht soms ietwat te ver gaand,wanneer zijn speelsch vernuft, zijn humor hem partenspeelden. Ook kon hij zijn fantasie soms ongebrei-deld bot vieren en lachten wij weleens om de kinder-hike naïveteit, waarmede hij verhalen deed, waar-van hij zelf de waarheid geloofde, maar waarbij iedergevoelde dat zijne verbeelding in het spel was. Maardit alles was de vrucht van zijn onbedorven, zelfstan-dige, in den grond der zaak kinderlijke, vrome natuur.Indien van iemand, dan geldt van Van Gheel Gilde-meester : „Hij was een man, omdat hij een kind Godswas."

Wie zou niet weenen, nu hij van ons ging ?De Haagsche gemeente wordt wèl zwaar beproefd I

Maar het pijnlijkst kruis dragen zijn kinderen, die,na hun brave moeder te hebben verloren, nu ookzoo plotseling dezen vader missen. God moge hentroosten en als weezen koesteren! En ons allen klinkternstiger dan ooit bij den ingang van het jaar de roep-stem in de ooren : „Memento mori", die een wekstemmoge zijn om Hem te dienen, die gesproken heeft:„Een iegelijk die leeft en in Mij gelooft, sterft niet ineeuwigheid !"

Dr. J. TH. DE VISSER.

66

Page 65: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

„Met Dominee Gildemeester is uit de Residentieeen figuur verdwenen, populair als weinigen. Iederkende hem en wist zijn eenvoud en hartelijkheid tewaardeeren. Wie nauwer met hem in aanraking kwam,had het onschatbaar voorrecht een fijn besnaardeziel, gevoelig voor anderer leed, toegerust met eenkennis en humor zonder gelijke, te aanschouwen.Welk een geheugen sierde bovendien dezen bemin-nelijken grijsaard, die ellenlange verzen, zonder eenigaarzelen, voor mijn kleedkamer in de zweminrichtingpacht te citeeren! Zijne boutaden en bon mots indiezelfde inrichting ten beste gegeven, zijn reedsmeermalen door de pers wereldkundig gemaakt.

Zij blijven leven in de herinnering van de velen,voor wie de komst van den Dominee steeds een gereedeaanleiding was om zich aan zijn scherpen geest en rijkekennis te vergasten. Het moet een ongekende weldaadzijn geweest voor de duizenden, die hij in zijn prachtigleven heeft getroost, verkwikt te worden door dewoorden van een man, wiens woorden welden uit eennobel gemoed, uit een medeleven met zijne talloozevrienden. Waarlijk weinigen is het gegeven voetsnappenin het zand van den tijd achter te laten ; maar tot de zoo-danigen heeft stellig Dominee Gildemeester behoord.”

Mr. J. B. KAN.

67

Page 66: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER

DOOR

PROF. DR. J. A. CRAMER.

Wanneer ik over mijn lieven vriend Frank vanGheel Gildemeester ga schrijven, van wien ik zelf,gelijk zoovele anderen, in moeilijke omstandighedenhartelijkheid en vriendelijke hulp heb ondervonden,wat kan ik dan anders doen dan herhalen, wat reedszoo vaak is gezegd en vertellen, wat iedereen weet ? Enals ik het niet deed uit vrees voor die herhaling, ach,dan zou ik het gevoel hebben te kort te zijn geschotenin liefde. Eénzelfde lied kan toch wel door een grootkoor worden gezongen, als het maar zuiver gezongenwordt.

Ja, zuiver moet het worden gezongen. Mijn vriendvan Gheel Gildemeester kon geen onzuiverheid inbedoeling, woord of daad gedogen. Trof hij die aan,dan kon hij verontwaardigd zijn, al kleedde hij dieverontwaardiging in den vorm van een grap. Hijzag zeer spoedig den humoristischen kant der dingen,de lachverwekkende zijde der zonde en dat hielphem over vele smartelijke ervaringen heen. Want dieheeft hij in menigte gehad. Omdat hij zelf nooitandere bedoelingen had, dan die, welke zich in zijndaden openbaarden, kon hij ook niet veronderstellen,

68

Page 67: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

dat dit meer dan eens wel het geval was bij hen, diezijn hulp of voorspraak inriepen. Hij was eigenlijkveel te goed van vertrouwen, niet ten gevolge vanoppervlakkigheid, want als één door veeljarigen om-gang de menschen kende, dan was hij het ! maar uitkracht van een onverwoestbaar geloof in het goedein den mensch.

Van Gheel Gildemeester was een goed psycholoog.Wie zijn preeken gevolgd heeft en zijn lezingengehoord heeft, weet dat. Zij muntten uit doordiepte van inzicht, klaarheid van blik, fijnheidvan ontleding en rijkdom van kennis van tijd enomstandigheden, waarin de personen leefden, diehij in zijn lezingen behandelde of over wie hijin zijn preeken sprak. Vandaar dat zijn preekendat ontdekkend karakter droegen, waardoor zoomenigeen zich als zondaar voor God heeft leerenkennen, tot zijn behoud ! We zullen moeilijk kunnennagaan voor hoevelen hij tijdens zijn lange loopbaanals predikant ten zegen is geweest. Het hoeft ook niet.Hij zelf vroeg niet naar de vrucht van zijn werk, alwas hij o! zoo dankbaar, wanneer hij die zag, vaak opplaatsen, waar hij die niet had vermoed.

Hij was en bleef in alles Evangeliedienaar, op denkansel, waar hij de vertroostende prediking brachtvan Gods liefde in Christus, zoodat de zondaar, aanzichzelven ontdekt, nooit aan zichzelven behoefdete wanhopen, maar leerde begrijpen, dat het juistGods genade was, die hem de zondigheid van zijnhart leerde kennen, maar hij was ook Evangelie-dienaar, wanneer hij in „Walhalla" met sociaal-democraten debatteerde. Hij is één van de eerstengeweest, die het heeft aangedurfd hun theorieën,

69

Page 68: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

voor zooverre deze met het Christendom in strijd warenen den menschen steenen voor brood gaven, openlijkmet den Bijbel in de hand tegemoet te treden. Hijwas handig en gevat in het debat en wist soms dooreen kwinkslag, ook onder zijn tegenstanders, de lachersop zijn hand te krijgen, maar nooit debatteerde hijom voorbijgaand succes te behalen, al versmaaddehij dat in die kringen niet, zijn hoofdmotief, de inner-lijke drijfkracht, die hem voorwaarts stuwde, wasliefde tot al diegenen, die door de materialistische,sociaal-democratische theorieën dier dagen tot geeste-lijke armoede en gebrek werden gebracht. Van GheelGildemeester had den werkman lief. Hij had zeer zekereen open oog voor de stoffelijke en geestelijke ellende,waarin hij leefde, hij was waarlijk niet de man, diehet Christendom wilde verdedigen door alles maartot „ongeloof" te stempelen, wat van de zijde dersociaal-democratie kwam, maar hij wilde den werkmaneen anderen weg wijzen dan dien, welke hem doorzijn Marxistische leiders werd getoond.

Want dat hij niet negatief wilde afbreken, maarpositief wilde opbouwen, niet den opkomenden stroomwilde afdammen, maar leiden in goede banen, datbewijst zijn arbeid voor den Christelijken Volksbond,door welke stichting hij zich een blijvend monumentheeft gesticht.

Van Gheel Gildemeester is door zijn werken in dierichting steeds een man van den nieuwen tijd gebleven.We hadden nooit het gevoel, wanneer we tegenoverhem stonden en hij de vingers door zijn grijze bakke-baarden liet spelen, dat wij met een oud man te doenhadden, die zijn tijd niet meer verstond en in zijneigen wereld van gedachten leefde. Integendeel,

70

Page 69: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

hij leefde met het jongere geslacht mede, hij begreephun wenschen, hun verlangens, hun behoeften. Zoobleef hij jong. Toch behoorde hij aan een tijd, dieons jongeren predikanten vreemd was, aan den tijd vanVan Oosterzee en Ten Kate. Met welk een vereeringkon hij van beide mannen spreken en hoe hadden zijnpreeken een tikje Oosterzeeaansch accent zonderdat hij ooit in het gewild oratorische verviel. Hijhield van goed verzorgde, goed gestyleerde preekenen kon zich wel eens grappig uitlaten over die loslip-pige manier van preeken, die aan uitwendigen vormgeen waarde hechtte. Neen, Gildemeesters preekenwaren goed verzorgd en wanneer hij nu en dan eenhumoristischen inval niet kon binnenhouden, wist hijtoch dadelijk tot de hoogte van den juisten preek-toon terug te keeren.

Menschen, die geen flauw besef van humor hebben,hebben hem zijn „grappen" wel eens euvel geduid.Een kerkeraadslid vroeg eens op een vergadering,of Ds. Gildemeester nu nooit eens iets kon zeggenzonder grap. „Och man", antwoordde hij, „als jewist, hoeveel ik er binnen hield, zou je dat nietvragen !" Zóó was hij. Wie hem goed kenden,wisten, dat zijn oog 't meest voor de humoristischezijde van het leven open stond, wanneer hij innerlijk't meest, strijd en verdriet had. We kunnen nietzeggen, dat weinigen hem slechts goed kenden.Daarvoor gaf hij zich aan te velen in liefde en open-heid. Van Gheel Gildemeesters leven was een lusthofmet „vrije wandeling". Maar hij wist lastige en indrin-gerige bezoekers al wandelende heel vriendelijk naarden uitgang te krijgen, zoodat ze, éér zij het wisten,buiten het hek stonden! Hij was en bleef onder

71

Page 70: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

alles de gentleman, die, als 't noodig was, den afstandwist te bewaren. Hij was een type in de predikanten-wereld, dat niet veel wordt gevonden en dat wij o!zoo noode zullen missen. Heel Den Haag kende hem.Duizenden in Den Haag missen hem. En veel meer-deren, dan men denkt, zullen nu en dan op hun kamerhet portret van Ds. v. Gheel Gildemeester in dehand nemen en met een traan int oog zeggen: „watwas 't toch 'n beste man, mijn lieve dominee!"

72

Page 71: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

IN MEMORIAMVAN DR. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER.

GEBOREN 29 JANUARI 1855. --- OVERLEDEN

I JANUARI 1929. - PREDIKANT TE 'S-GRAVENHAGESINDS 4 NOVEMBER 1884.

„Dominee Gildemeester is plotseling overleden".In snellen gang liep, ongeveer 10 uur, nieuwjaars-avond, dit bericht langs de telefoonlijnen in Den Haag,van mond tot mond, op straat en in de huisgezinnen.

W ààr ook deze tijding gehoord werd, viel het oogen-blik van stilte in. Droefheid, tot verslagenheid toe;ontroering van diepen weemoed en stil opzien naarGod ; bij den wijderen, maar dan ook zéér breeden,kring van wie hem slechts uit de verte kenden, tochook een aangrijpend gevoel van gemis.

Er is over het heengaan zelf weinig te verhalen : hijwas nog uitgegaan 's avonds om, trouwe pastor envriend als hij was, een paar bezoeken te brengen; watdan ook gebeurd is. Hij keerde met lijn 5 van den kantvan het Bezuidenhout terug naar het zoo bekende huisaan de Toussaintkade : dat mooie, breede huis, waar„onze nestor" woonde, waar rijk en arm binnenkwam,wel geen officieele „pastorie", maar wel echt het huis,midden in de stad, waar „dominee" woonde ; tot voorgoed een jaar ook nog „de mevrouw van den domi-

73

Page 72: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

nee", en het geheele gezin ...., waar altijd iemandthuis was, en — ieder zich thuis ging voelen.

In de tram is hij niet goed geworden, en toen dewagen, door vriende lijk bestel spoedig ontruimd was,en dokter Mulder, bij wiens huis ze stonden, den pa-tiënt op de bank vond liggen, was het reeds afgeloo-pen. Door de zorgen van den eerste-hulp-dienst isDominee Gildemeester toen naar de Waldeck Pyr-montkade gebracht, en weldra —, o zoo onverwachts,o hoe ongeloofelijk snel ! — werd de man, die enkeleuren geleden opgewekt zijn woning verlaten had, daarweer binnengedragen.

Dit is 't heele verhaal van zijn heengaan.Zoo heeft de Heere God hem weggenomen uit den

kring der zijnen, tot Zich genomen in Zijne heerlijk-heid.

Het is heel moeilijk, het woord ter herdenkingte schrijven, omdat er zoovéél te zeggen is.

Onwillekeurig denken wij aan het woord dat Davidbij Abner's sterven sprak : „weet gij niet dat een vorst,ja een groote in Israël gevallen is ?"

Een vorst, een groote in Israël.Maar dan allereerst groot in hartelijkheid en trouw.

Of moet voorop staan groot in geloof, in oprechtheid,moed en teederheid ? Hij was een zeer bijzonder be-gaafd prediker; wie hoort niet nèg die klankrijke,scherpe, eigenaardig getimbreerde stem ? Hij waszeer scherpzinnig, slagvaardig in gesprek en debat;een rappe geest, een onvergelijkelijk sterk geheugen;— hij improviseerde gemakkelijk, maar heel velendachten dat hij zoo maar voor de vuist uitsprak, watpas na drie, vier keer omwerken van letter tot letterop papier stond. Maar hij schreef ook in zoo

74

Page 73: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

vlotten stijl — trouwens dat weten allen die deKerkbode, de Gemeentebelangen, lazen. En wat washij belezen; hij reciteerde Ten Kate, Ter Haar enheele brokstukken van Saussaye Sr. en van VanOosterzee, maar vertelde óók den inhoud van delaatste Duitsche brochure over den voortgang van hetEvangelisatie-werk in Sovjet-Rusland, en gaf z'noordeel over een kritiek van Shaw. Nihil humane ame alienum puto — niets menschelijks achtte hijbuiten zijn belangstelling.

Hij was in den zuiveren zin des woords populair.Rijk en arm kwam aan zijn huis. Geleerd en ongeleerdzat bij hem in de kerk. Vriend èn tegenstander lazenwat hij schreef. Wie in verlegenheid en nood zat, dachtaan — en dorst te gaan naar Ds. Gildemeester.

Als eens bijeenkwamen degenen, die hij gehólpenheeft — welk een heir zou dat wezen ! Geholpen inmaatschappelijk opzicht, en niet minder in geeste-lijken zin.

De Heer vergist zich niet, ook niet nu Hij zoo plot-seling dezen predikant van ons wegnam — maar hetis geen menschen-vergoding, doch alleen erkenningvan het heel aparte, dat God in onzen nestor gescha-pen had, als wij zeggen : zulk 'n man is niet te ver-vangen.

Maar natuurlijk komen we weer terug op wat wehet eerst noemden : zijn groote hartelijkheid en zijngeloofsvertrouwen.

Hij heeft veel liefgehad. — En velen.Hij kon zijn liefde ook tóónen.Die moedige, sterke, onverschrokken, onversaagde

man was ook aandoenlijk zacht en bewogen van hart.Als ge ongesteld waart — Ds. Gildemeester was de

75

Page 74: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

eerste om u op te zoeken. Wie bad met u en had eenBijbelwoord ? Zeker Ds. Gildemeester. Wie had defrissche hand om op 'n warm voorhoofd te leggen,„alleen maar even mijn hand op hem leggen" ; wiehad den raad, het geneesmiddel, den weg naar finan-cieele hulpbronnen, wie den humor om toch nog tekunnen en te laten glimlachen, wie den tijd om heelestukken preek te zitten vertellen, alsof er niets be-langrijkers in de heele wereld was dan dat deze éénezieke een goed uur zou hebben ?

Van gebeden spreekt men niet. Neen, maar we ge-denken ze wel. Van gebedsverhooringen, van wonder-bare bekeeringen kan hij dankbaar gewagen. Van zijnmoed in 't optreden, toèn ter tijd in Walhalla, wevenwe legenden, met 'co % waarheid; als jongen hoordeik hem 't eerst in Amsterdam over Kingsley dieuit de zaal Op het podium sprong, en we voel-den „dat kàn hij en doet hij ook!" En nooit, nooitschaamde hij zich 't Evangelie van den Heiland JezusChristus.

Welk een kinderlijke dankbaarheid voor een woordvan waardeering. Ik geloof, dat er wel misbruik vanzijn hulpvaardigheid is gemaakt; — hij geloofde hetzelf van wel, en — was alleen bedroefd als 't uitkwamdat een ander hem misleid had. Wel kon hij toornen,als hij, naar meening huichelarij bespeurde. Vooralop geestelijk terrein. Hij was wel eens scherp, maarnooit bitter.

Levendig van geest, warm van hart, rijk in ervaring.God had hem groote vitaliteit meegegeven en hij

heeft zijn talenten wèl besteed.„Een man singulier in alles".Een vroom man; een man des gebeds; een die den

76

Page 75: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Heiland liefhad ; die vertrouwde op God, die uit-reddingen, wonderen kende en beleefde, —

een man vol humor, die nauwelijks begreep dat eenander dat niet bezat; en in zijn gezegend, maar ookdikwijls zoo heel zwaar beproefd leven, de veer-kracht des geloofs, de ervaring van Gods liefde enhulp rijkelijk ontvangen heeft.

„Een vorst, een groote in Israël";ja waarlijk, hij had niets kleins,behalve dat hij klein voor God was,een vorst in geestes-gaven en geestelijke ervaring:

gelijk Israël, gebroken in leed, met God worstelend,door God gezegend, en zeker: velen ten zegen !

Het is zeer moeilijk, ons de gemeente 's-Graven-hage zonder Ds. Gildemeester voor te stellen.

Wij zijn nu reeds zonder Ds. Troelstra en Vermeer,zonder Ds. De Groot en nu 't laatst, zoo pas, heeftDs. Welter zijn ambt neergelegd.

En nu Ds. Gildemeester weg .... 't is wel héél leeg.Natuurlijk, er zullen wel nieuwe dominees komen, —voortreffelijke mannen naar wij hopen, maar wij kun-nen de ouderen zoo moeilijk missen, vooral wanneerzij zulk een aparte plaats innamen.

Na Ds. Welter, den oudste van jaren,nu Ds. Gildemeester, de oudste in dienstjaren

in Den Haag .... ja, het is wel heel pijnlijk, heelleeg.

Maar wij zijn daarvoor dankbaar, dat onze nestor,die voor allen als een vader was, niet heeft geleden.Die hartkwaal had hij al lang, en hij heeft er welmeer hinder van gehad dan hij heeft willen toonen —maar hij is niet als het ware stuk na stuk afgebroken;

77

Page 76: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

neen, in eens, weggerukt, naar den troon der heer-lijkheid Gods:

„die den Heere verwachten, zullen de kracht ver-nieuwen, opvaren met vleugelen gelijk een arend".

Het is wel hèèl onverwachts gegaan.Op Oudejaarsavond had hij nog gepreekt, in de

Groote Kerk. Echt een beurt voor hem : in het hartvan zijn gemeente, in de centrale kerk — al is hij ookde man geweest, die aan den omtrek, die aan dennieuwen uitbouw dacht : geestelijk èn uiterlijk : Re-gentessekerk en Wilhelminakerk zijn onder zijn initia-tief gesticht ....,

in de Groote Kerk, met dien prachtigen tekst : „hetzal geschieden ten tijde des avonds dat het lichtzijn zal .... ,

met die mooie toespraak voor de Koningin-Moeder,die trouwens zelf tegenwoordig was. Dr. v. GheelGildemeester was een groot vriend van het huis vanOranje, een trouw vaderlander, en zeer bijzonder ishet voor ons gevoel, dat de Koningin-Moeder zijnlaatste preek heeft gehoord,

— en wij zijn samen, vele collega's, zoovelen als ermaar konden, op Nieuwjaar in de Groote Kerk ge-weest, waar ook Ds. Welter en Ds. v. Gheel Gilde-meester meeluisterden en we hebben op de Toussaint-kade 's morgens de Nieuwjaarswenschen gewisseld —en 's avonds hem in de kamer naast die groote ont-vangkamer, stil neergelegd gezien.

Wel heel verootmoedigend — wel heel heerlijk ook.Gelijk het gras — zoo de mensch.„'s morgens bloeit het — 's avonds afgesneden",maar ook heerlijk:

door de rust, de zekerheid in Jezus Christus:

78

Page 77: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

„wie in Mij gelooft heeft het eeuwige leven, enkomt in de verdoemenis niet, maar is overgegaan uitden dood in het leven".

„Ten tijde des avonds -- licht",de nacht des doods -- de poort der eeuwigheid.„Ds. Gildemeester is plotseling overleden",zoo vloog het bericht langs de telefoons in Den

Haag, dien avond ... .het bericht ging ook naar het buitenland, naar

kinderen in Indië en Zwitserland, niet : DomineeGildemeester, maar „vader" is overleden ... .

Daaraan gedenken we ook hier .... aan het gezin,het groote gezin.

God sterkt. Ook wel door gezegende herinneringen.Maar bovenal door Zijn verborgen kracht en Zijnmachtig Woord, door Zijn vertroostingen, die nooitte klein zijn.

Hiermede brèken wij dit stuk af. Het is alles immersplotseling uit geweest. Maar het opééns ophouden metspreken over hem beteekent, dat wij de ruimte krijgenom, ieder naar dat hij hem gekend heeft, met grootedankbaarheid aan hem voort te denken

en stil te bidden, dat God ons gevegeloof altijd, in alles;liefde, liefde tot Hem bovenal en tot den naaste,hoop — de hoop die niet beschaamt maar de voor-

smaak der heerlijkheid van Christus is, omdat deliefde Gods in de harten uitgestort is door denHeiligen Geest.

DR, H. SCHOKKING,

79

Page 78: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

ALS CATECHEET.

Wanneer de lagere door de middelbare schoolwordt vervangen, komt ook de tijd om bij den domineeop catechisatie te gaan ; een belangrijk moment inhet leven van een jongen, die mede daardoor tot„grooten jongen" wordt bevorderd. Ik gevoel noghet belangrijke van dat moment. De keus van predikantzal in mijn ouderlijk huis wel niet veel moeite hebbengekost. Mijn vader, die een trouw volgeling van Ds.Gunning geweest was, werd het niet minder van diensopvolger, Ds. Van Gheel Gildemeester, een nog jongenman, die geestdrift wekte en zijn menschen aan hetwerk wist te zetten.

Naar Ds. Gildemeester dus ! Op een goeden dag mochtik met vader mee om toelating tot de catechisatie tevragen. Met kloppend hart volgde ik hem, toen dedeur der studeerkamer geopend werd. 0, die goede,zonnige, een tikje rommelige en zoo gezellige studeer-kamer ! De dominee achter zijn schrijftafel en dwarsdaarvoor twee gemakkelijke stoelen. Hoevele heerlijkeuren heb ik er later doorgebracht, maar op dat momentkon ik mij niet indenken, dat ik daar 40 jaren langzou in- en uitgaan om er door een vaderlijken vriendbemoedigd en gesterkt te worden. Dien eersten keergevoelde ik mij heel klein; zoolang het gesprek niettot mij gericht werd, had ik gelegenheid om onder den

8o

Page 79: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

indruk te komen van al de geleerdheid in die veleboeken tegen de wanden. Onafwendbaar was echter hetoogenblik, dat die donkere, strenge oogen zich op mijzouden vestigen, die oogen, die je zoo konden doorvor-schen. Het bleek nog niet zoo gemakkelijk om opcatechisatie te komen. De heele geschiedenis van dekoningen van Israël kwam er bij te pas. Maar ookdie had een einde. Ik kreeg toestemming om op catechi-satie te komen, 's Maandagsmiddags om half 5. „Ga datnu eens aan je moeder vertellen en probeer dan eensde deur aan den anderen kant dicht te doen.." Hetdrong tot mij door, dat ik er dan buiten stond. „Envader dan ?" Die zou nog even blijven napraten. Alheel gauw was ik thuis om moeder van al deze weder-waardigheden verslag te doen. Pas vele jaren laterheb ik vernomen, dat in dat uur de grondslag gelegdis van mijn latere loopbaan. De „koningen van Israël"hebben mij later bij het proponents-examen nog eensden weg gebaand tot het predikambt in onze Her-vormde kerk. Zoo ben ik hun veel dankbaarheid ver-schuldigd.

Naar catechisatie dus. Maandagmiddag half 5. Eengroep jongens van gymnasium, burgerschool, nor-maalschool. De gewone ervaringen van een nieuwe-ling onder een groepje van al wat oudere jongens.Veel rumoer en lawaai. Maar opeens valt de stilte in,als men bemerkt, dat dominee, den tuin door, hetlokaal nadert. Een vroolijke groet, een kort gebed,de presentielijst en dan de vragen uit het boekje vanDoedes of uit „de leer der zaligheid" van Roozemeyer.Enkele leerlingen werden uitgezocht om de geleerdevragen en antwoorden op te zeggen en dan werd deles voor de volgende maal verklaard. Er werd veel

Page 80: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

en goed geleerd, want men waagde het niet om deles niet te leeren. Waarom niet ? Ja, ik weet geenandere reden dan deze : dat de dominee je zoo aan-kijken kon. Tuchtmaatregelen werden niet toegepast;straf werd niet opgelegd. Maar hij kon je zoo aan-kijken. Je werd er verlegen onder. Je stamelde de eenof " andere verontschuldiging, maar als hij maar kijkenbleef, voelde je zelf wel, dat die geen steek hield.Je zat op spelden. En het voornemen rees vanzelfom dat een volgenden keer te voorkomen.

Ja, die oogen! Welk een kracht is daarvan uitge-gaan. Door de sterke brilleglazen leken ze grooteren strenger dan ze' waren. Maar, als men hem naderleerde kennen, hoeveel vriendelijkheid en liefde eninnig meeleven lag er dan ook in die oogen. Als hijje ontmoette, kon hij je soms eenige oogenblikkenlang aankijken zonder wat te zeggen. Maar dan wistmen ook wat hij zeggen zou. En als er een lichtjetintelde, dan begreep men, dat er een geestigheidkomen zou ; of ook wel, dat er een aan zijn geest voorbij-ging, die hij voor later wilde bewaren. Het kostte hemvaak strijd om niet geestig te zijn. En meermalen zeihij het een of ander op zoo'n manier, dat allen in deomgeving in lachen uitbarstten zonder dat 'hij ditbedoelde. Ook kon hij je zitten aankijken zonder datje begreep wat hij wilde, totdat men tot de ontdekkingkwam, dat hij jè heelemaal niet zag, maar aan iets ofiemand anders zat te denken. Aan die oogenblikkenmoest men ook op de catechisatie gewennen.

Uit den eersten catechisatietijd herinner ik mijhem meer als een strengen leermeester, die de tuchtoefende met zijn oogen en die met een enkelen oog-opslag op een heele schaar van woelige jongens

82

Page 81: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

beslag legde. Het resultaat was, dat de leerlingenhun lessen leerden; en dat is iets, dat men in hetlatere leven pas leert waardeeren. De catechisatiewerd niet beschouwd als quantité-négligeable. Ermoest voor gewerkt worden. Nu en dan moest zelfsover het een of andere onderwerp een opstel wordengeleverd. Als de dominee eens een enkelen keerverhinderd was om zelf les te geven, was het voor eenplaatsvervanger niet gemakkelijk om de orde te hand-haven, gelijk ik in later jaren zelf wel ervaren heb, wantdan kwam er een onvermijdelijke reactie. Het rustigekijken zonder boos te worden kon ook dan wel eensde situatie redden.

Levendiger zijn natuurlijk de ervaringen van de„groote" catechisatie. De jonge mensch gaat uit-groeien en komt met allerlei levensvragen in aanra-king. Hij gaat meeleven in de gebeurtenissen vanden dag en begint zich een opinie te vormen. Hij gaatvragen naar het hoe en waarom. Welk een voorrechtis het dan een leermeester te hebben, die ontzaginboezemt door zijn verschijning en dien men alsheld kan vereeren.

Ds. Van Gheel Gildemeester had bij ons, jongens,het pleit spoedig gewonnen. Die vierkante figuurmei zekeren stap ! We waren overtuigd van zijn fysiekekracht. We zagen hem met Ds. Van Hoogstratenmeermalen in het zwembad en wisten, dat hij in hetzwemmen een baas was. Welk een andere verschijningdan de meeste oude, deftige dominees, waaraan deHaagsche Gemeente toen nog rijk was. Maar danvooral zijn strijd tegen de ,socialen". Het was eenfelbewogen tijd. Domela Nieuwenhuis was nog ophet hoogtepunt van zijn leven en zijn invloed op de

83

Page 82: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

arbeidersklasse was groot. Het was niet de tijd voorkatheder-voordrachten over socialisme, maar van wild-opruiende toespraken, waarbij de vuisten vaak alsargumenten dienst deden. In Walhalla vierde hetsocialisme zijn triumfen en meermalen zaten wijjongens mee in het gedrang, als de politie de Wester-baenstraat ontruimde. Elders in dit Gedenkboekzal hierover wel breeder worden gesproken.

Welnu, wij jongens wisten, dat onze dominee open-lijk den strijd tegen de socialisten had aangebonden.Wij wisten, dat hij trots den raad van voorzichtigevrienden alleen naar Walhalla durfde stappen omdaar in openbaar debat te treden. Wat een kerel isdie veertigjarige dominee geweest ! Wat een durfwas er in hem ! Wat een diepe geloofsovertuiging !

Dat alles deed hij niet om te veroordeelen, ofuit zucht om te debatteeren. Hoe had hij dat volklief! Hoe begreep hij die ruwe kerels, die hem inde rede vielen of hem een pak slaag in uitzicht stelden.Hoe begreep hij de zorgen van die krijschende moeders,die brood vroegen voor haar kinderen ! Met grootennadruk moest hij het hun zeggen, dat de mensch bijbrood alleen niet zal leven en dat zij door leiderszonder verantwoordelijkheidsbesef hoe langer hoedieper in het moeras werden gevoerd. Maar tevensbegreep hij, dat er dan toch ook brood moest zijn voormenschen, die hun strijd in dit aardsche leven haddente strijden. En hij zorgde voor brood. Hij zorgde voorarbeidsmogelijkheid. De Chr. Volksbond werd in hetleven geroepen. Daarbij werden rijken en armen totelkander gebracht als voor God gelijkwaardige men-schen.

Dat was een nieuwe tijd en een nieuw geluid ! Chris-

84

Page 83: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

tus, de verlosser van den mensch. Niet alleen van deziel, maar van den geheelen mensch. In hoeveelvlugschriften is dat neergelegd, die 's avonds in destille straten gevent werden en tal van koopers enlezers vonden. In hoeveel preeken werd daaropgewezen. Hoe liep het storm in de kerken, waar hijzou optreden.

Welnu, de man, die in het middelpunt van dienstrijd stond, de aangewezen leider, was onze dominee.Met hem kwamen wij een uur per week in nauwe aan-raking. Dan vertelde hij ons wat die redenaar inWalhalla gezegd had en wat hij daarop had geantwoord ;of wat hij had gezegd en hoe anderen hem van repliekhadden gediend. Of hij vertelde van ontmoetingenen gesprekken met verschillende personen. Hoeleefden wij mee in dien strijd ! Waren wij niet zelfmeebetrokken in deze worsteling ?

Op de catechisatie namen de vraagboekjes langza-merhand minder plaats in. Het ging nu om een breedebespreking. De rollen werden verdeeld. De domineezou het standpunt der socialisten verdedigen en wijmoesten aanvallen en een anderen keer moesten wijdat standpunt verdedigen en hij viel aan. Dat verhel-derde het inzicht. Over personen werd niet gesproken,maar alleen over de beginselen, over verschil inwereldbeschouwing en in levenshouding. En als erover personen gesproken moest worden, dan was hetniet veroordeelend, maar waardeerend. Men moestleeren begrijpen; men moest zich leeren stellen ophet standpunt van den tegenstander. Men mochtgeen laffe scheldwoorden voor argumenten aanzienen gebruiken. Ook in Domela Nieuwenhuis en zijnmedestanders moest men waardeeren hun liefde voor

85

Page 84: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

het volk, hun bekommering over het rampzaligelot van zoovele mannen en vrouwen. Was daarinniet iets van wat Christus bedoelde ? Zou Hij vredegehad hebben met vele toestanden en verhoudingenin deze zondige wereld ? Wanneer men echter metHem niet rekende, dan liep het verkeerd, dan namde zorg voor het lichaam den mensch zoo in beslag,dat hij niet meer aan zijn ziel kon denken. En zoowerden de vraagstukken gezet in het licht der eeuwig-heid en werd Christus de maatstaf.

Geen wonder, dat er vormende kracht van dielessen uitging. Waarom vooral ? Het waren geenmooie theorieën, maar er stond een persoonlijkheidachter, die een ernstige poging deed om in practijkte brengen wat hij leerde. Een persoonlijkheid ook,die het niet bij halve maatregelen kon laten, maar diezijn doel wilde bereiken. Die persoonlijkheid was het,die de leerlingen vormde; vormde zonder er specialemoeite voor te doen, maar eenvoudig door te zijn.Hoe trotsch kon ik zijn op mijn leermeester, als inlater tijd Prof. Gunning in zijn Ethiek het socialewerk van Ds. Van Gheel Gildemeester te 's-Graven-hage ten voorbeeld stelde van wat op dit gebiedbereikt kan worden.

Het socialisme van die dagen had een sterkenanti-godsdienstigen inslag. Ds. Gildemeester bestreedhet in zijn wortels en bestreed daarom ook het atheïsme.In die dagen was hij een krachtig apologeet. Op decatechisatie ging dat weer door rol-verdeeling. Deleerlingen moesten zich indenken het standpunt vaneen atheïst of omgekeerd.

„Komen jelui wel met ongeloovige menschen inaanraking ?" „Ja, dominee." „Nu, wat zeggen die

86

Page 85: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

dan ? Wat zijn hun bezwaren tegen het Christendom ?"En dan kwam het van het een op het ander. „Ja, domi-nee, er zijn menschen, die veel moeite hebben met degeboorte van Christus." Op dat teere onderwerpwerd dan met teerheid ingegaan. De vraag werdgedaan, of wij onze eigen geboorte begrepen ? Neen.Dat spreekt immers vanzelf. Elke geboorte is steedseen daad van Gods liefde. De verheven geboorte vanChristus was de hoogste daad van Gods liefde.

Jezus, de God-mensch, God èn mensch. Verstaanwij, wie God is ? Verstaan wij, wie de mensch is ? Ver-staan wij onszelve of verstaan wij anderen ? Neen.Hoe zouden wij dan den God-mensch verstaan ? Hem,die God was en mensch werd.

Begrijpen wij het licht der zon ? De geleerden, diehun geheele leven aan de studie der zon wijden,verstaan haar nog niet. Zullen wij dan de luikensluiten en in de duisternis zitten, omdat wij de zonniet begrijpen ? Als de Zonne der gerechtigheid dezewereld beschijnt, zullen wij ons dan voor haar lichten warmte toesluiten, omdat wij haar met ons ver-stand niet kunnen begrijpen ?

De uitverkiezing Gods is het plechtanker onzerziel. Onze zaligheid verwerven wij niet door eigenverdienste, maar wij ontvangen haar alleen uit genade.Maar let er wel op, dat God er nooit een rekensomvan maakt, zooals sommige menschen, die alles beterwillen weten dan God. God heeft nog nooit iemanduitverkoren ten koste van een ander, maar 21s Godiemand uitverkiest, is het altijd ten bate van een ander.Denk maar aan Abraham, die wordt uitverkoren omvoor vele volken ten zegen te zijn.

Spreek daarom nooit kwaad van uwen hemelschen

87

Page 86: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Vader. Dat zoudt ge toch ook niet doen van uw aard-schen vader ? Zoudt gij denken, dat die hemelscheVader menschen in het leven roept om ze dan vooreeuwig te verdoemen ? Zou Hij daartoe ooit in staatzij n .

Een ander maal was het thema : hoe beschouwtde Christen den dood ? En in verband hiermee : deeeuwigheid. Zoo'n les werd dan zeer persoonlijktoegespitst : als je de eeuwigheid wilt beërven, zorgdan, dat er eeuwigheids-kwaliteiten in je zijn; kweekdan in het aardsche leven die eigenschappen aan, dieeeuwig zullen duren.

Hoe persoonlijk was ook het onderwijs over dezonde. Jongens, jelui moet nooit redeneeren met dezonde, want als je aan de zonde je vinger geeft, neemtzij je geheele hand. Werp de zonde van je. En durfdat doen ook in het gezelschap van je vrienden.

Vele menschen hebben moeilijkheden met teksten.„De haren Uws hoofds zijn alle geteld". Is het nuvan zooveel belang om te weten hoeveel haren jeop je hoofd hebt ? Ach, neen, dat kan ons weinigschelen. Maar zie nu eens : wat wij heelemaal nietbelangrijk vinden, dat vindt God wel belangrijk.

Twee muschjes worden voor één penning verkocht,en als je ze koopt, krijg je er nog één toe. Toch zegtde Heiland, dat er niet een op aarde zal vallen zonderden wil van God. Als het met Gods wil is, zou ikook wel willen vallen.

God dienen. Ja, hoevelen willen God dienen ? Alszij tot God naderen, willen ze vaak alleen zichzelvedienen. Ze dienen God om loon. Maar let er maar op:wie God dient om loon, dient straks den duivel omloonsverhooging.

88

Page 87: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Hoevelen hebben in hun leven steun ontvangen uitde opmerking : God weet weg ook met het onher-stelbare.

De catechisaties waren prediking van het Evangelie,zonder dat men ooit den indruk kreeg, dat hij preekte.Hij leefde zoo in de heerlijkheid van het kindschapGods. dat hij daar als vanzelf over sprak. De indrukervan bleef achter en werkte na. Het zal wel velerervaring zijn geweest wat een zijner leerlingen aldusuitsprak : „Als Ds. Van Gheel Gildemeester er nietgeweest was, zou ik mijn geloof al lang over boordhebben gezet." Maar men deed het niet, ook nietin uren van twijfel en mismoedigheid, omdat menbij hem ervaren had, dat het geloof een realiteit was.Zonder twijfel had ook deze groote man zijn zwak-heden en in de beoordeeling ', an menschen tastte hijwel eens mis, maar wie met hem in aanraking kwam,kwam onder den indruk van zijn oprechtheid enwaarheidsliefde. Bij hem vond men niet het valschegebaar, niet den uiterlijken schijn, geen zalvendepraatjes, geen groote woorden. Wat hij anderen voor-hield, hield hij zichzelven voor. Hij kende de moeilijk-heden van anderen bij eigen ervaring en daaromkon hij helpen, kon hij soms met een enkel woord overde moeilijkheden heen helpen.

Daar kwam dan bij zijn zin voor humor en de leukemanier, waarop hij de dingen zeggen kon en tegelijkde waardeering voor wat anderen op dat gebied tenbeste gaven. Een zijner catechisaties begon 's morgensom 7 uur, zomer en winter; het was in den tijd, toen dewerkjongens nog geen achturendag hadden. Domineewas er op tijd, maar een der jongens kwam te laat.„Zoo vriend, weet jij niet, hoe laat de catechisatie

89

Page 88: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

begint ?" „ Ja, dominee, 's nachts om 7 uur." Algemeengelach, waarmee de dominee hartelijk instemde.

Op de middag-catechisatie waren er niet alleenschooljongens; ook kwam er een enkele werkjongen,die misschien „'s nachts om 7 uur" al aan het werk was.Op een warmen zomermiddag valt een van die J on-gens in slaap; al dieper en dieper zakte het hoofd. Dejongeheeren hadden er grootelijks pleizier in; metarmbeweging waarschuwde ieder zijn buurman omvan het schouwspel te genieten. Ook de domineekreeg het in de gaten. Daar opeens schrikt de jongenwakker, ziet al die grinnekende gezichten en zit erover in wat dominee nu zeggen zal.

„Wel beste jongen, hoe laat ben jij vanmorgen welopgestaan ?"

„Vijf uur, dominee." „Nou kerel, toen sliepenwij nog allemaal; slaap dij dan nu maar even." Dejongeheeren kregen zoo meteen een blik in het levenvan een werkjongen en een lesje in sociale rechtvaar-digheid.

Als de catechisaties het belangrijkst gaan worden,als zij zelfs verdubbeld worden met het oog op het„aannemen", dan naderen zij ook het einde. Maarvóór de aanneming had er een gesprek plaats ondervier oogen. Er zijn er onder zijne catechisanten, diedat gesprek hun geheele verdere leven niet hebbenvergeten. Het was zoo recht op den man af. Hetdrong door in het geweten. Maar dan wist men ook,dat men precies kon en mocht zeggen, wat er in dediepte van het hart omging. Dan was de verhoudingzoo, dat men samen kon bidden.

Tegenwoordig bevestigt iedere predikant zijn eigenleerlingen. Daar is veel voor te zeggen, omdat, als

90

Page 89: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

het goed is, er tusschen den predikant en zijn leerlin-gen een persoon lijke betrekking bestaat en de leeftijdvan 18, 19 jaar bizonder op dat persoonlijke gesteldis. In vroeger jaren werd meer de uitwendige eenheidder gemeente naar voren gebracht en kwamen alleaannemelingen samen bij den predikant, die debeurt had. Ik trof een goede prediking, maar voeldehet toch als gemis niet door Ds. Gildemeester te wor-den bevestigd. Toch heb ik enkele malen zijne beves-tiging bijgewoond. Dan gevoelde men zich één metdie jongere leerlingen.

Hoe nuchter klonk eens de vraag : waarom wordtgij nu hier als lidmaten der Hervormde kerk bevestigd ?Was dat uw eigen keuze ? Of komt het ook daar van-daan, dat uw Ouders Hervormd waren ? Als dieDoopsgezind waren geweest, zoudt gij naar allewaarschijnlijkheid ook Doopsgezind zijn geworden. OfRemonstrant. Of Gereformeerd. Het was zoo goed omjuist in zoo'n oogenblik de aannemelingen te stellenvoor de nuchtere werkelijkheid. Maar dan ging hethooger op. Dan werd gewezen op Gods genade, die onsonze ouders had geschonken en die ons ook onzekerk had gegeven, waarin wij Hem volkomen kondendienen en waarin tal van mogelijkheden gebodenwerden om voor anderen tot zegen te zijn.

De jonge soldaten onder de aannemelingen haddenin bizondere mate zijn hart. Eens bevestigde hij henmet den tekst : Geeft acht op uzelven. „Geeft acht"was natuurlijk het inleidende woord. Hoe dikwijlshoorden zij het in de kazerne, maar nu was het deKoning der koningen, die het gebood. Ja, het wasmoeilijk om dat te doen te midden van spotters ofvan onverschilligen, maar daar in de kazerne een man

91

Page 90: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

te zijn en moed te toonen, was zeker evenveel waardals in den oorlog te gaan.

Enkelen zijner leerlingen zijn hem gevolgd in hetpredikambt en het kan niet anders, of zijn beeld heefthen in de bediening van het Evangelie voor oogengestaan. Hoeveel hadden zij hem ook in dit opzichtte danken ! Mij heeft hij twee malen in het ambt beves-tigd, te Aduard en te Beilen. De beide bevestigings-preeken liggen thans voor mij. Geheel uitgeschreven ;denk u in met hoeveel trouw en nauwgezetheid ookdeze arbeid werd voorbereid door een redenaar vangrooten naam, die wist voor een eenvoudige plattelandsgemeente te zullen optreden. Die eerste maal was hetook voor hem „een oorzaak van groote dankbaarheid,nu mij vergund is een vriend zijn doel te zien bereiken,een leerling aan de Gemeente te mogen overgeven".De tekst der bevestiging was I Petrus 5 : 2 : ,,Weid dekudde Gods, die onder U is." Deze apostel, „totden oppersten Herder der zielen" bekeerd, wijst aanwat een opziener der Gemeente zijn moet. Dit woordwijst achtereenvolgens op : I. den eisch en de plaats;I I . de taak en den geest ; I I I. de kracht en de vreugdvan den waren dienaar des Heeren. Die preek isdaarom merkwaardig, dat zij geheel weergeeft hetideaal van den prediker, het ideaal, dat hij zichzelvenheeft gesteld en dat hij tot op den Nieuwjaarsdagvan 1929 heeft nagestreefd met alle kracht, die inhem was.

Iemand, die de kudde zal weiden, moet op die weidezelf geen vreemdeling zijn. Wie de gemeente vanChristus wil bedienen, moet eerst Jezus Christus zelfkennen, moet een verlost eeuwigheidskind zijn, of zoo-als Petrus zegt : „getuige des lijdens en aanschouwer

92

Page 91: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Zijner heerlijkheid". Wie dat mist, mist het voor-naamste. Wie zelf verlost is, kent het Evangelie derverlossing. Zelf bekeerd is men gered ter bekeering.Deware weide is : Jezus Christus te brengen. Wie Hemkent, mag Hem brengen.

De plaats : weid de kudde Gods. Wel aan het hoofdder kudde, maar onder den Heer ; het is Zijne kudde.Dan : de kudde Gods, die de Heer U heeft toebe-deeld ; Uwe gemeente ; Uwe geheele gemeente ; niet degeestverwanten in de eerste plaats, veel minder uit-sluitend. Ook dwalende schapen zijn er, die de HeerU heeft toevertrouwd ; ook weerbarstige. Onttrek Uniet aan hen. Een bescheiden plaats, maar tochook een eervolle.

De taak : weid die kudde. Voer ze naar de groeneweide, naar de weide des Woords. Leid ze tot Jezus.Meer doen kunt gij niet ; minder doen moogt gij niet.In de prediking, op de catechisatie, op huisbezoek, inden omgang. Eigenlijk altijd, zoo breed, zoo heerlijk,zoo hoopvol.

De geest waarin : niet uit bedwang, maar gewillig-lijk. Drieërlei kenmerken : een liefhebbend hart, eeneerlijk hart, een nederig hart. Gaarne, zonder bijoog-merken, niet om gewin, zonder aanmatiging. Eenvoorbeeld der kudde, met liefde, met een eerlijkhart, met een louter geweten.

In het bevel ligt Uwe kracht. Tegenover al de krach-ten van beneden : de macht van onkunde. Is de akkereen rotsgrond ? Neen, de Heer spreekt van oogst.De macht van ongeloof, de macht van dwaling enbijgeloof. Gebruik de kracht van Boven. Verwachtden oversten Herder ! Welk een prikkel tot ijver,tot moed, tot hopen.

93

Page 92: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Dan komt de vreugde. Zeker ook de teleurstellin-gen ; menige stille landspastorie is het graf van velerleiillusies geweest. Maar toch heerlijke vreugde. Niet inde vrucht alleen, maar in den arbeid zelf. Niet hetwerk alleen, maar het werken zelf. Welk een vreugd,dat ik mag preeken, dat ik mag catechiseeren, dat ikmag huisbezoek en ziekenbezoek doen. Zalig die lee-raar, aan wien de Gemeente het bemerkt : het is hemeen blijdschap. Pastor, herder, is men veel meer in dekleine landgemeente dan in de groote stad.

Voorts : de gelegenheid om zelf op te wassen. Denkdaarover niet gering. Er is geen gering gevaar in hetuiterlijk omgaan met het heilige. Het gevaar van eenonbekeerd gemoed. Maar ook : acht den zegen nietgering van een aanvankelijk bekeerd gemoed, van temogen zijn in de dingen des Vaders.

Eindelijk : de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid.Toch zeer bepaald een uitzicht voor den Evangelie-dienaar geopend. Onverdiend, onverwelkelijk. Gijzijt de heerlijkheid Gods. Gij laat zien wat Hij vanarme, zondige menschenkinderen kan maken. „oVader, om met jubelklanken Uwer waardig U te dan-ken is een eeuwigheid te kort."

Het was een voorrecht om op deze wijze tot hetambt te worden ingeleid; en menigmaal heeft diepreek mij in moeilijke uren geholpen. Maar nu,nu Ds. Van Gheel Gildemeester is heengegaan, zieik haar als zijn eigen levensprogram. Van hem geldthet, dat de leeraren zullen blinken als de sterren. Hijlaat een lichtspoor na in de harten van velen, die erGod voor danken, dat zij hem in hun leven mochtenontmoeten. Na deze korte scheiding verwachten zijeen weerzien in onverderflijkheid.

Ave pia anima ! JoH. RAUWST

94

Page 93: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Ds. GILDEMEESTER ALS PLEITBEZORGER.

Waar velen zich er thans toe zetten om in ditboek iets ten beste te geven uit hun persoonlijkeherinnering aan Ds. F. van Gheel Gildemeester,kan het niet anders, of er ontstaat een gansche serieverschillende portretten van dezen buitengewonenmensch.

Afgezien van de subjectiviteit van eens iedersoordeel en de ondoenlijkheid in het algemeen omeen menschelijk karakter met één enkele lijn te schetsen,is het in dit geval bijzonder moeilijk, een beeld tegeven van een zóó veelzijdig man als Ds. Gilde-meester was, terwijl iedere poging om hem te teekenenbovendien zal falen, wanneer men niet aan den achter-grond dezelfde aandacht schenkt als aan de hoofdfiguur.Die achtergrond was zijn Gemeente, waarin hij metzooveel liefde werkte.

Het is mij evenwel allereerst een behoefte, Godte danken voor de liefde, vriendschap en trouwehulp, die ik zoovele jaren van Ds. Gildemeestermocht ondervinden. Reeds als catechisant ontvingik een diepen indruk van zijn groote gaven als herderen leeraar, en in mijn verdere leven is die indrukversterkt, toen ik in nauwere samenwerking metGildemeester een inzicht kreeg in de practijk vanzijn waarachtige menschenliefde, die hem er toeleidde, zelfs bij de diepst gevallenen naar hetgoede en Goddelijke in den mensch te zoeken.

95

Page 94: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Wanneer ik dan ook een kleine bijdrage tot degeestelijke beeltenis van Ds. van Gheel Gildemeesterzou willen leveren, dan zou ik iets willen vertellenvan een specialen vorm zijner menschenliefde, zijnsterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel.

Het is genoeg bekend, hoe deze door en dooroprechte man geen onrecht dulden kon. Hoe hijsteeds de verdrukten en beleedigden ter zijde stond,en hoe geen moeite hem te veel en geen tocht hemte lang was om recht te verschaffen, waar dit zwakkenontnomen of onthouden werd. Zijn imposante figuurheeft menige moedige reis tegen het onrecht onder-nomen en voor den doordringenden ernst van zijnheldere oogen en dwingende stem zijn vele maskersgevallen en is veel vermeende grootheid tot bedroe-vende kleinheid ineengeschrompeld.

Bij zijn uitgebreide herderlijke taak was het bren-gen van recht en rechtvaardigheid hem een geliefdewerkzaamheid, en als antwoord op zijn eenvoudig endankbaar verhaal, hoe hij een armen stumperd aanzijn recht had kunnen helpen, hebben zijn vriendenhem menigmaal half ontroerd, half schertsend „advo-caat" genoemd.

Het lijdt dan ook geen twijfel, dat Gildemeestereen uitstekend advocaat zou zijn geweest. Waar eengroot rechtsgevoel samengaat met scherp verstand,met zin voor humor, met schrijf- en redenaarstalenten een ijzeren geheugen, daar zou men zeker eenadvocaat mogen verwachten, die een eereplaats in zijnstand innam en den eerbied en de bewondering dermenschen in hooge mate zou afdwingen. Maar tothun harten zou hij niet gesproken hebben en duizendenzouden niet bedroefd aan zijn groeve hebben gestaan.

96

Page 95: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Want pas waar een rijk begaafd verstand gepaardgaat met een hart vol liefde, wordt méér dan bewon-dering en eerbied ingeboezemd, en juist het bezitvan een warm gemoed, een gemoed dat naar de eeuwigedingen uitging, deed Ds. van Gheel Gildemeesterde loopbaan kiezen, waar hij zijn aangeboren rechts-gevoel op een hooger plan kon heffen en waar hij eenoneindig grooter aantal menschen van den zegenzijner gaven kon mededeelen dan de beste advocaatbij machte ware te doen.

Advocaat. Wat beteekent dat woord ? Het betee-kent „de ingeroepene", degeen, dien men inroept bijdreigend onrecht. En in dien zin zie ik Ds. Gildemeestervoor mij in de lange, lange jaren, die achter hemliggen en waarin materialisme, intellectualisme enwaanwijsheid de kerk haar goed recht trachtten teontzeggen. In dien tijd behoorde Gildemeester tothaar groote pleitbezorgers en geroepenen en hijstelde zijn warm, bezielend woord in dienst van hetRecht der Kerk en haar aanspraak op een plaats inmaatschappij en zieleleven.

Doch als ik bedenk, hoe deze beminde prediker eenuitvaart had als een vorst en hoe de kerk te kleinwas voor den indrukwekkenden rouwdienst, danbegrijp ik, dat hier niet alleen een Advocaat der Kerkter aarde werd besteld. De ziel van dezen menschmoet nog op andere wijze tot de schare gesprokenhebben, hier kwamen ontelbare vrienden een per-soonlijken afscheidsgroet brengen aan één, die hunontzaglijk veel beteekend had. •

Het werd mij duidelijk, dat Ds. Gildemeester,de advocaat zijner verdrukte schapen, de advocaatzijner geliefde kerk, een nog hoogere advocatuur had

Page 96: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

beoefend en dat hij boven zijn aardsche gaven enboven zijn aardsche liefde de hemelsche genade hadgekend, in de harten der menschen een advocaatvan Christus te zijn geweest.

Deze man, wien duizenden dankbaar zijn, moethet Evangelie der Liefde in al deze harten hebbengelegd. Hij moet in zijn gesprekken van mensch totmensch met zijn beste overtuigingskracht gepleithebben tegen de duivelen van zonde, onwetendheid,wanhoop en onverschilligheid. Welk een overwinnin-gen in naam van Christus moeten daar zijn behaalden hoeveel troost moet daar zijn gebracht, om teworden betreurd door allen samen en door elk alleenop een wijze als een predikant zelden is beschoren.

Wij staren hem na met groote dankbaarheid in hethart.

L. F. CARRIÈRE.

Den Haag, Januari 1929.

98

Page 97: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Ds. GILDEMEESTER ALS „FORENS."

„Een vader, een held" typeerde de Voorgangerin den uitvaartdienst Dr. Francis van Gheel Gilde-meester.

Alle Forenses zullen het beamen: van dat vaderlijkein zorg en trouw zijn wij in bijzondere mate het objectgeweest.

Even een toelichting.Den zesden September 1913 werd F.O.R.U.M.

opgericht als Collegium Theologicum Haganum, methet doel, de welsprekendheid te bevorderen, en datniet door uitsluitend, (gelijk bij andere collegia usanceis) in een der beide Kunstvormen anderer werk voorte dragen, maar door eigen werk van zijn leden tevragen, waarin aesthetische vorm en wezenlijke inhoudgepaard gaan.

Tal van studenten uit 's Gravenhage en omgevinghebben aan F.O.R.U.M. meegebouwd, terwijl zijzelf er door werden opgebouwd.

Veel hebben wij hierbij te danken aan het Haagscheministerie, op welke Keurgarde wij altijd hoog gin-gen bij de homiletische debatten in de Leidschecollegekamer; en niet het minst geldt onze dankbaar-heid Ds. Gildemeester, jarenlang de Haagsche Nestoren onze Patriarch.

Op Hervormingsdag 1913 deed hij bij ons zijn

99

Page 98: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

„blide incoemste” in de kerkekamer der „Regentes",als eerst-genoodigde predikant. En een jaar latervroegen wij hem onze Eere-voorzitter te zijn, wathij aanvaardde, al wist hij zichzelf „eenmaal per dagde diepstgezonken Hagenaar", nl. in het zwembassinaan de Mauritskade.

Sinds heeft hij veertien jaren lang ons gezelschapin vele vergaderingen gediend met het brood van zijnkennis en het zout van zijn humor; met den schatzijner memorabilia en den schijnwerper zijner pasto-rale levenswijsheid, deze Man, singulier in alles.

Geen wonder, dat de huidige praeses van F.O.R. U. M.hem met zeer opzette lijke woorden huldigde op hetderde lustrum, voor zijn trouw, waarmede hij steedsaan de studenten dacht, zijn liefde en vriendelijk-heid, waarmede hij altijd voor hen klaar stond, zijngeloofsoptimisme, waarmede hij telkens de verga-deringen doorstraalde.

Ds. Gildemeester zelf had dien dag gezorgd vooreen kistje sigaren, merk „Forum" ... .

Ik roep hem mij voor den geest, zooals hij binnen-kwam: „Mógge Heeren ! ", (allen vlogen op van hunstoelen) „nee, nee, blijft U allen rustig zitten!",dan een paar vroolijke, guitige opmerkingen of eeninteressante mededeeling ; en straks zat hij stil inhet hoekje naast den praeses, twinkelende oogen achter(eerst zorgvuldig schoongeveegde en tegen 't lichtgehouden) brilleglazen, de fijne lippen op elkaar,met dien geestigen trek om den mond. En daarnain de kerk, ergens in het ruim, de oogen dicht, schijn-baar slapend, maar klaar wakker en scherp luisterend,dat bleek wel onder voordracht of preek, wanneer hijplots opkeek bij een onduidelijk uitgesproken zin,

I00

Page 99: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

en hardop vroeg : „wat zegt-ie daar ?" En bij de cri-tiek : geen woord of gebaar was hem ontgaan.

Er is een boek vol te schrijven over de gedenkwaar-digheden van Ds. Gildemeester, — dat weet iederHagenaar wel. Hier is het mijn bescheiden taak, die ikmet dankbaren weemoed vervul, om, uitschakelendallerlei andere stemmen, in te stellen op dat brokjeleven, dat hij in en voor F.O.R. U. M. leefde. Aanenkele commilitones van vroeger en nu heb ik hunindrukken gevraagd, om er de mijne door te retou-cheeren en te completeeren.

Eigenaardig, — het eerst komt bij ons boven zijnsprankelende humor. Ernest Renan moet gezegdhebben : „als ik tusschen twee woorden moet kiezen,het een waar, het ander mooi, dan kies ik het mooie."

Zoo zijn er geestige naturen, die de verleiding nietkunnen weerstaan, om vóór alles humoristisch tezijn, zelfs ten koste van de waarheid. Ds. Gildemeesterwas geestig ; maar in zijn humor bleef hij zichzelf, —dus : altijd open en waarachtig. Nooit galgenhumor !Maar een zet, waardoor ook een bij gelegenheid„neergezette" zelf het hartelijkst meelachte.

Wie weet geen bon-mots, woordspelingen, toe-spelingen van hem!

Terecht schreef Hoek in het Alg. Weekblad : „Hijbloesemde van geestigheid. Maar de stam van dezenboom was blijde, hooge geestelijkheid."

Er was een kopje gebroken, vlak voor een meeting;hij legde de scherven op elkaar en wees er den binnen-tredenden praeses op : „ziehier de ingekomen stukkenvoor vanmiddag."

Aan een Engelschman, die naar hem (bij gelegenheidvan zijn radio-rede voor de Zeemanscentrale van uit

I0I

Page 100: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

de Haagsche Groote Kerk) informeerde, duidde ikhem aan, als „something like Dean of St. JamesCathedral". Maar hij was verre van een „gloomydean" als die van St. Paul's ! Hij had een zonnigenatuur, geheiligd in Christus, die Zon der gerechtig-heid ; en door zijn milde blijdschap en vriende lijkenoogopslag tooverde hij ook op uw gelaat en in uwinnerlijk een zonnestraal te voorschijn.

Wat deed hij ons genieten van zijn ontelbare erva-ringen ! Als hij tijdens een vergadering aan het ver-tellen ging, dan lei de praeses zijn hamer maar neer . . .

Van dien man (was het niet in de Van der Neer-straat) die, leunend tegen zijn deurpost, hem onderhet voorbijgaan begroette met een „zoo, volksver-dommer !" — „Wel, zoo heet ik niet, maar je bedoeltmij zeker ! Wat heb je ?" En dan kwam de man los,met het bekende Dageraadsboekje vol „tegenstrijdig-heden" in de hand. „Jullie weten niet eens, , wààrJezus ten hemel is gevaren. Het staat in den Bijbelop drie verschillende plaatsen aangegeven !" „Kijkeens, vrind, kom nu morgen eens bij me ; dan beloofik je drie dingen : allereerst, ik zal je niet op de matlaten staan, zooals gij mij ; dan, ge krijgt een fijnesigaar van me ; en ten slotte : ik zal je de zaak haarfijnuitleggen !" — En de man kwam; kreeg op de bekendestudeerkamer een stoel; een sigaar in het hoofd;en toen zag hij zich bepaald bij den vrede van Rijswijk.„Zie je, de Spaansche gezanten logeerden toen inDelft; de Franschen logeerden in Den Haag. Zijkenden de aardrijkskunde van Nederland zoo niet;daarom spreekt de Spaansche geschiedenis van denvrede „van Delft" en de Fransche van den vrede„van Den Haag" ; maar wij weten de plaats precies

IO2

Page 101: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

en zoo vindt je in onze boeken hem genoemd „devrede van Rijswijk". Je weet wel, waar de Naald staat.Zie je nu, drie verschillende aanduidingen, maar eenen dezelfde plaats. En zoo is het nu ook met denOlijfberg ...."

Of ook van de debatvergaderingen tegen de Dage-raders en soci's in lang vervlogen dagen, waar hij„zijn man stond en gold voor een heel leger" zooalshet door zijn Rouwredenaar werd gezegd. Daar, in„Walhalla" had een slungel van achttien jaar onhebbe-lijke dingen tegen wijlen Dr. Gunning gezegd, en dezekon, in zijn tegenrede, de sfeer van zijn „geachtenopponent" maar niet bereiken. Maar Ds. Gilde-meester zeide : „Professor, laat dat maar eens aanmij over". En tot den tegenspreker : „lieve jongen,het is goed, dat je hier, op deze vergaderingen komt.Je bent aan fatsoenlijk gezelschap niet gewoon, dathebben we allen wel gemerkt; maar hier kun je eenen ander aanleeren." Vervolgens een climax van opmer-kingen, onder groeiende spanning in de stampvollezaal. Dan, de klap op den vuurpijl: „als je wist, tegenwelk een heilig man je je onbeschaamde woordengesproken hebt, zou je jezelf schamen, om in deschaduw van zijn demi-saison een rotten appel opte eten." Daverend gelach ! „Da's nou een argumentuit het ongerijmde !" — 's Avonds laat werd Prof.Gunning per rijtuig teruggebracht naar het stationdoor Ds. Gildemeester en Ds. Van Nes. Gunningaarzelde, en vroeg dan schuchter : „één ding is mijnog niet duidelijk, Gildemeester : wat is eigenlijkhet logisch verband tusschen mijn onderwerp en —en die vrucht, die niet geheel in conditie meer was ?"„Deze, uit hoogere sfeer „verdwaalde" geest," zei

103

Page 102: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Ds. Gildemeester tegen ons, „vatte niet, dat dit eenpractische sisser was, waarmede ik de zaak stopzette." — „Ach, professor, dat is nu Haagsche pasto-rale logica" antwoordde hij — . Op deze wijze fun-geerde Ds. Gildemeester wel bij ons als onbezoldigdhoogleeraar in de practische Theologie ! Ook, doorzijn critische opmerkingen, geestig en zake lijk. Hijbepaalde meestal zich tot het formeele; hij liet hetmaterieele meest over aan den hospiteerenden pre-dikant.

Scherp-critisch was hij, maar tegelijk vaderlijk-zachtmoedig, dus opbouwend. Dan kwamen er vandie glitterend-goedmoedige opmerkingen : „in dezepreek heeft de geachte referent alles neergepend wathij weet," of: ,.hè, wat een vreeselijk stijf preekje, zeghoe zit dat jongenlief ?" (dit privatim tegen dendelinquent).

„Ik heb me bijzonder vermaakt", zei hij eens, „metdie waarschuwing van den stoel tegen de Mormonen;een van mijn zwemkennissen is juist met vrouw endrie kinderen naar Utah toe."

Een anderen keer : „Geloof mij, de gemeente heefthet meest aan preeken, waar het minst in zit. Je moeter geen pakhuis van maken!" Of ook: „Niet in depreek kibbelen met je gehoor ! Zorg, dat de menschennaar je blijven luisteren!"

Hoe stelde hij met gloed ons het exempel vooroogen van Van Oosterzee ! Ik heb hem eens evenverontwaardigd zien worden, toen een onzer ditnoemde een rhetoriek van wolken, lucht en winden!„Laat dat breed deftige in den stijl dan verouderdzijn, vrienden; maar leert van Van Oosterzee omeen scherp-geformuleerd thema te hebben en te

104

Page 103: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

zor gen voor een goedgebouwd geraamte van gedachte-punten; dan komt het vleesch vanzelf."

Ook Van Koetsveld's jeugdpreeken werden ons tenvoorbeeld gesteld. Maar hoe kon Ds. Gildemeesterzelf de jeugd grijpen en vasthouden in de (oude)Bethlehemskerk ! Weet ge het nog, hoe hij (in delijdensweken) eens aldus inzette : „Dag, Marietj e !"Onmiddellijk riepen tien Marietjes in de kerk : „Dagdominee !" Dan : „Dag, Jantje !" En wel twintigjongens van dien naam antwoordden : „Dag, dominee !"„Nu opletten, kinderen, wien ik nu ga noemen!"„En dan met „groote" stem : „Dag, Judas !" — Plotsdiepe stilte. Honderden kindergezichtjes in gespannenernst opgeheven. „Neen, nietwaar, zoo heet hierniemand ! En zoo wil ook hier niemand heeten ! Entoch, kinderen, de naam van dien vreeselijken man iseigenlijk zoo schoon ...."

En de preek ging door, ademloos aangehoord.Tegen een Forum-spreker, die zich verstout had

om te lezen over het onderwerp „Kerk en Staat" :„Nu, hij heeft zijn papier goed gecamoufleerd. Datde Staat = de hand en de Kerk = de mond is onjuist,hoewel de Roomsche kerk een grooten mond heeft.Voorts schijnt dit jongmensch niet vrij van Roomschebacillen ...."

Na een preek over Jes. 40: I, 2 „de uitlegging wasgoed ; maar je manier vriend, van preeken dreigt teworden meer naar den mond, dan naar het hart vanJeruzalem."

Eens had een lid een preek gehouden over hetKoninkrijk Gods als een zuurdeesem. Veel te langen te breedsprakig had hij de zaak opgezet, behande-lend den aard van het zuurdeeg, de werking van het

105

Page 104: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

zuurdeeg, de verhouding van zuurdeeg en meel enz.enz. — De critiek was fel. Maar de dominee legdeeen pleistertje op de wond : „bewaar dat gedegenpreekje goed, hoor ! Het kan je later nog eens te paskomen, als je een jubileumtoespraak moet houdenvoor een Christelijken bakkersgezellenbond."

Na een preek over de wonderbare vischvangst,vermeldde Ds. Gildemeester bij de critiek de uitleg-ging van een oefenaar, die bij hem gekomen was,toen hij er zelf eens over had gepreekt: „aan derechter zijde van het schip", zoo zeide de oefenaar,„moesten ze het net uitwerpen, d.w.z. wij moetensteeds naar rechts visschen, om de waarheid te vangen,men kan nooit rechts genoeg zijn," waarop Ds. Gilde-meester opmerkte : „je moet het net uitwerpen aande rechter zijde, d.w.z. onder diegenen, die het schiplinks laten liggen."

Op zekere vergadering, zoo verhaalde Ds. Gilde-meester begon een spreker heel zwaarwichtig en lang-zaam: „Onze Gereformeerde vaderen, geachte ver-gadering, ...." en eensklaps vulde Gildemeestersnel en met hoog geluid aan : „hadden Gereformeerdekindertjes ...." Allen schoten in den lach — despreker incluis. En hij pakte zijn onderwerp meerrechtstreeks en flinker aan. Humor werkt saneerend.

,,Ik laat mijn licht schijnen", zei hij toen hij eenonzer een brandende lucifer voorhield, om dienssigaar aan te steken en gewis, hij hééft zijn licht latenschijnen, ook in de kostelijke wenken, de kansel-vormen betreffend. Sleur en slordigheid in den dienstdes heiligdoms noemde hij kerke lijke doodzonden.

„Let op uw kleeding, als ge eens zonder den „mantelder liefde", die veel bedekt, moet optreden : geen

i o6

Page 105: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

fantasiekleuren of kleeren op den kansel. Zorg vooruw gebaren : spreid niet alle vingers uit, alsof ge aanden ouderling van dienst wildet demonstreeren uwwelverzorgde nagels. Let bij het voorlezen op deonzichtbare interpunctie : één tel wachten bij eenkomma, twee tellen bij een komma-punt en drietellen bij een punt. Spreek zuiver Nederlandsch enlaat nooit merken, dat een Hagenaar „bekeurd"wordt door een mooie schilderij, en „bekoord" dooreen agent van politie. Zeg nooit : „laat ons zingenvers I en 2, want dan gaat de gemeente misschienoptellen en zingen vers 3 ; zeg dus de verzen z en zof het eerste en het tweede vers. Pas op voor valschezalving, die sommige woorden kan maken tot melk-witte vloeken. Let op de verzorging, ook van kleinig-heden in den preekvorm en de kanselmanieren; want,al zult gij natuurlijk nooit opgeven ons winkeliers-gezang, Gezang 177 (nering voor den winkelier,voor den koopman druk vertier), dit is toch waarheid;de rechte prediker is altijd een echte heer, gentle-manlike in al zijn manieren. Snoei uw preeken; menzegt meestal te veel; er is moed toe noodig ombepaalde gedachten te schrappen, opdat de preekniet te vol, te warenhuisachtig worde ! Hoed U voorvalsche beeldspraak. Hier, onze spreker van van-middag zeide : „God zit in den wereldtroon, en houdthet roer in Zijn almachtige handen." Nu, dat is waarnatuurlijk; maar de zegswijze is valsch. Een troonis geen stuurstoel. Zoo had deze vrind het bij zijneerste punt over den zoeten dommel der wereld,en bij zijn tweede punt over den helschen dommelder wereld. De wereld dommelt, dat is in zekeropzicht waar ! Maar zijn belichting er van is slordig.

107

Page 106: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Zoo'n inleiding over de tijdsomstandigheden is ookaltijd goedkoop. Daarmede kunt ge elke preek begin-nen : „Wij leven in veelbewogen dagen", enz. ! Alsge zoo'n inzet neemt, maak er dan door een beeld ofcitaat wat bijzonders van. Zorg ook naar je gehoortoe te komen, want het gehoor moet niet tot den pre-diker komen. De inleiding moet de sfeer scheppenvoor het textverband. Zijt ge klaar, lees dan de preeknog eens duchtig over met de pen in de hand ! Endenk er om : de preek mag nooit een causerie wezen,zoo, dat je om 10.2o van wal steekt in de vage hoop,na een uur „land" ontdekt te hebben. Heb steeds eenthema, een bepaalde gedachte, die als in een fugahet geheel beheerscht. Dan neemt de gemeente diemee naar huis."

Een wolkje van misnoegen betrok een enkelenkeer zijn gelaat, als hij meende onwaarachtighedente ontdekken. Maar voorts : zake lijk-bondig, nuchter-critisch en in alles : vaderlijk-mild ! Wij genoten inonze studentenjaren van veel machtige preeken enfijne welsprekendheid ; bij den eenen Voorganger was't marmeren beeldhouwwerk, bij den ander geciseleerdzilver. Wij kozen ons onder de predikers onzen eik,langs welken ons klimop kon opranken. En zoo gebeurdehet wel, dat uit de windselen van onze preeken zich deeen of andere bekende gestalte losmaakte. Ook eldersgrepen sommigen 't homiletisch ideaal, kenbaar aanhun Jonkeren of hun Hartogelijke allures. Kostelijk konDs. Gildemeester hiertegenwaarschuwen. „Weest altijdje zelf, vrienden ; leert van je Voorbeelden, maar volgtze niet blindelings na; anders zal het van jullie gelden :„de Egyptenaren verzochten het ook, en zij ver-dronken." Hoe kon hij prijzen den eenvoud in

Io8

Page 107: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

het lezen, het optimisme in iemands stem; en,als er eens hevig bestookt werd over een „beeld,"dat ergens „geleend" zou zijn, zei Ds. Gilde-meester : „ik vind het heel origineel, hoor ! Je kunter gerust patent op nemen." Zoo kostelijk kon hijzeggen : „kijk eens, vriend, u moet bij de voorlezinguw hééle stem gebruiken, en niet maar zóó lezen,dat de gemeente het voor kennisgeving aanneemt."

Herhaalde lijk droeg hij zelf losse verzen voor uitde Schrift, om ons de schoonheid van den Bijbelte doen opmerken. Vaak hadden wij gelegenheid,ook op F.O.R.U.M., om zijn phenomenaal geheugente bewonderen ; gansche stukken uit Van Oosterzeeof uit Ten Kate droeg hij voor; na een preek overMatth. 8 vs. 26 reciteerde hij spontaan een gedichtvan Geibel, dat er verrassend-schoon bij paste.

Hij kende het geheim der eeuwige jeugd en toondedit, óók in zijn bij-blijven ten opzichte van de littera-tuur van den dag; hoe vaak kon men hem aantreffen,terwijl hij een pas-verschenen werk over de „Leben-Jesu-Forschung" of van godsdiensthistorischen aardaan het opensnijden en doorloopen was ; en op onzesamenkomsten kwam dan uitgepuurde honing tevoorschijn, of signaleerde hij gif.

Diep-ernstig was hij steeds, als er gehandeld werdover de werkelijkheden des geloofs; zooals in zijnpreeken, zoo kon ook op onze vergaderingen eens-klaps een laaie vlam van heiligen hartstocht slaanuit zijn ziel, als de verschijning van Jezus Christuscentraal stond in de besprekingen. Hij had ookslechts ééne passie, en dat was Hij!

Typisch voor zijn levenshouding is zijn wenschin de voorrede van zijn huisboek geuit, dat ieder

109

Page 108: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

„daarin een woord Gods moge ontmoeten, dat hijgehoorzaamt en daardoor leert verstaan.”

De benadering van Gods heilsmededeeling inChristus van uit de práctijk der geloofsgehoorzaam-heid ; ook weer niet eenzijdig; want hoe viel er van demystieke meditatie van dezen fijnen geest te genieten!

In de laatste tijden miste hij de vergaderingen nogal eens, door de donkere wederwaardigheden in zijnhuiselijk leven : de ziekte en het heengaan van Me-vrouw Gildemeester. Maar steeds was er een afschrij-ving ter tafel. Altijd correct ! Altijd alles op tijd en mettrouw!

Door de huidige leden van • F.O.R.U.M. werdde kist met zijn stoffelijk overschot ten grave gedra-gen : ons voorrecht en onze laatste, eerbiedige groet!

De muziek speelde (en het zong in ons hart) :

„Als wij de doodsvallei betreên,Laat ons elk aardsche vriend alleen;Maar Hij, de beste vriend in nood,Verzelt ons over graf en dood."

Wat blijft ons van onzen vaderlijken vriend over ?Zijn Christus-getuigenis.De som van zijn prediking, gelijk hij zelf deze

telkens opnieuw formuleerde: „Hij weet weg, ookmet het onherstelbare!"

Hij wandelde met God; en hij was niet meer;want God nam hem weg.

Maar hij liet een lichtspoor ons na en zijn gedach-tenis is ons gezegend.

L. D. PooT.

1I0

Page 109: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

VAN GHEEL GILDEMEESTER ALSGEZ IN SPRED I KANT.

Wat was het geheim van dezen merkwaardigenman ? een geheim, dat, wanneer zijn naam maar evengenoemd werd, de oogen tintelen deed ? en dat nietalleen om de laatste grap, die van hem werd rondver-teld (al zijn grappen deden de ronde door bijna hetgansche land), hoewel de blijdschap en goede stem-ming, die de grappen van dominee Gildemeester onderde menschen brachten, op zichzelf reeds een geschenkvan hooge waarde was, dat wij missen zullen. —Maar de tinteling in het oog kwam bij hen, die hembeter kenden, toch nog door iets anders. Anderen,die hem nader stonden, zullen voor zijn geheim eenbetere omschrijving vinden. Ik wil het eens pro-beeren met het woord „hartelijkheid". Maar dandat woord genomen in zijn volle beteekenis, datbegrip gevuld met den passenden inhoud tot denuitersten rand. Want de tinteling in de oogen, diezijn naam bij zoo velen wakker riep, was eigenlijkalleen een weerschijn van die wonderbaarlijke tinte-ling in zijn eigen vriendelijke oogen. En die oogenstraalden niet alleen van geest, maar ook van harte-lijkheid. De Engelschen gebruiken een woord, datminder afgesleten is en spreken van good will. Zijgebruiken dat woord ook in hun vertaling van Lucas 2 :4good will toward men. Ik heb vaak gedacht, dat de

III

Page 110: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

tinteling in zijn oogen, waarvan wij bij het hoorenvan zijn naam den weerschijn in elkanders oogenzagen, op haar beurt een weerschijn was van diengood will, die goddelijke hartelijkheid, waarvande engelen zongen.

Dat welbehagen in de menschen straalde vooralvan hem af, wanneer hij kwam in hun huizen, inhun gezinnen. Dominee Gildemeester was een echtgezinspredikant. Er zijn, dunkt mij, vele Hagenaarsvan mijn generatie, die reeds als kind onder denklank van zijn stem hebben gezeten en hebbenopgezien naar den gouden bril en de bakkebaarden,die, maar half begrijpend, hebben meegelachen,wanneer de ouderen naar aanleiding van een of anderegrap meesmuilden : die Gildemeester toch! en dielater den bril en de bakkebaarden in hun huis hebbengezien met een groot gevoel van rust en veiligheid,wanneer het leed was binnengetreden. Want danstraalde het welbehagen op ons af, dat reeds metliefde op onze jeugd had neergezien en wij voeldenons geborgen. Dominee Gildemeester wist in dehuizen het licht te brengen van zijn eigen grooteblijdschap. Dat kwam uit bij alle gelegenheden, diehem in aanraking brachten met de gezinnen : wiezou u op uw trouwdag ernstiger en welwillenderaanzien dan hij ? wie zou uw kind met grooter liefdedoopen dan hij, die zijn eigen kinderen zoo liefhad entoch altijd weer in de liefde van den hemelschen Vaderhet ééne vond, dat echte vreugde kan brengen ? Maarvooral : wie kon met grooter teerheid komen en spre-ken in het huis, waar de dood zooeven was binnen-gegaan ? Van alle herinneringen, die ik aan domineeGildemeester heb, zijn mij deze wel de meest kostbare:

II2

Page 111: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

de oogenblikken, waarin hij sprak tot bedroefdenvan de groote blijdschap, van „de hemelsche keer-zijde der aardsche droefenis". Dan voelde men, dathij wist wat verdriet was, maar dat hij een onuitputte-lijke bron van blijdschap kende en men kon gelooven,hoe machtig de weemoed ook scheen : het laatstewoord is Welbehagen.

De goddelijke good will straalt niet alleen verwar-mend en koesterend over de menschen, maar hijbl tij f t stralen. Daarom was de hartelijkheid van domi-nee Gildemeester meer dan welwillendheid. Hij wastrouw. En ook is de goddelijke good will niet beperkt.Daarom was Gildemeester zoo ruim. Trouw en ruimtegaan niet altijd samen. Er zijn menschen, die juistomdat ze trouw zijn, maar één ding kunnen zien enhoogstens één ding liefhebben. En anderen zijn zooruim, omdat ze eigenlijk niemand of niets wezenlijktrouw zijn. Dominee Gildemeester was in deze beideopzichten heelemaal de gezinspredikant: als eenVader trouw en open voor de behoeften van allekinderen. Deelde hij niet tot het laatste toe de vreug-den en nooden van de geheele gemeente als een vaderdie van zijn kinderen ? En het mooiste was de wijze,waarop trouw en ruimheid elkander aanvulden. Erwas niets, heelemaal niets bekrompens aan dezenman. Er was in de Haagsche gemeente, zooals wij diein mijn jeugd kenden, wel niemand, die minder opdominee Gildemeester leek dan mijn leermeesterGerretsen. Twee menschen, twee werelden. En wijweten allen, met welk een aandoenlijke trouw hij zijnvriend Gerretsen heeft bijgestaan, hem gedacht, voorhem gebeden. Wij weten het allen, hoe hij juist opdezen man telkens weer in woord en geschrift terug-

Page 112: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

kwam, alsof hij vreesde, dat er over dezen worstelaar,dezen zwaarbeproefde niet genoeg van het Welbe-hagen stralen zou. En wij hebben het allen metontroering gelezen, hoe de laatste Gemeentebelangenvan zijn hand weer spreken van dien „veelgeliefdenleeraar". -- Als dominee Gildemeester iets was, danwas hij wel goed orthodox; niet alleen zijn prediking,maar zijn heele wezen, hoewel nimmer star of dogma-tistisch, straalde de heerlijkheid uit van het Christus-geloof der eeuwen. En omdat hij den waren Schatder Kerk zoo goed kende, kon hij ook zoo veel voorliturgie voelen en die, ook in dat opzicht Gerretsenstrouwe vriend, tot het laatste toe verdedigen. Maarwat stond die orthodoxe man met een fijnheid vanoordeel, met een voorzichtigheid en .... ja, weermoet ik het zeggen: vriendelijk welbehagen, tegenovervrijzinnigen. Wat deed hij altijd zijn best om hun alleeer te geven en zoo mogelijk ook alle ruimte. Hijsprak en handelde juist alsof onze vrij- en rechtzin-nigheden er ten slotte niet veel toe deden, maar allesvan Gods welbehagen afhing. En alsof dat vanzelfsprak ... .

En dat brengt mij ten slotte weer tot den gezins-predikant terug. Trouw en ruim, zoo was het welbe-hagen, dat zijn hemelsche Vader in zijn oog en harthad gelegd. Hij had aandacht voor kleine nooden enkleine luiden : troost voor een waarlijk bekommerdeen een grapje ' — maar een welbehaaglijk grapje —voor den eigenwijzen vrome. De humor hoorde erbij,tot midden in de droefenis toe. Er waren er, die datniet verstonden en hem weinig serieus of ergervonden. Zij begrepen niet, dat de tintelende blijdschap,waarover wij zoo mooi preeken kunnen, bij dezen

114

Page 113: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

man in hart en nieren was overgegaan. Die humorgaf aan zijn heele wezen iets barmhartigs, zelfs dan,wanneer de plagerij soms bijna onbarmhartig was,iets, dat de dingen tot hun rechte proportie terug-bracht en ze mildelijk in het zonnetje zette. Juistzooals God dat ook doet met onze menschelijkedingen. Er was in Gildemeesters humor vooral zooveel van den goddelijken good will, die een tikjebelachelijk doet schijnen en toch vol is van barmhar-tigheden. Wij weten hoezeer hij Gerretsen waardeerde.Ik herinner mij, dat deze eens had gepreekt in deGroote Kerk, profetisch, machtig en met geweldiggeluid. Zooals Gerretsen dat kon. Gildemeesterzat in zijn bank en kwam na afloop den prediker dehand drukken. „Dat was mooi, en .... ze hebbenhet in den hemel kunnen hooren." Zie, daarin ligt hetheele wezen van dezen wonderlijken man : hij neemtu er tusschen (wie is er, dien hij er niet tusschengenomen heeft ?) en tevens straalt zijn good willu in het gelaat. Wij zullen de oogen achter den goudenbril niet licht vergeten.

Groningen G. VAN DER LEEUW.

I15

Page 114: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

DOMINEE VAN GHEEL GILDEMEESTER.

Met bepaalde bedoeling kiezen wij dit opschrift.Want het is de voorganger en in den voorgangerbijzonderlijk de prediker, aan wien dit woord vanherdenking is gewijd.

Anderen zullen te bestemder plaatse met woordenvan weemoed en dankbaarheid herinneren, wat dezemensch in maatschappelijk opzicht voor zijn mede-mensch is geweest; wederom anderen zullen nietnalaten in het licht te stellen, wat zijn geschrevenwoord in kracht van overtuiging, in raakheid vantreffen, in pittigheid van fijnen geest en tintelendenhumor voor zijn Gemeente en haar belangen en voorduizenden daarbuiten heeft beteekend. Hier zullenwij het over het gesproken woord hebben ; het woordvan mensch tot mensch, van ziel tot ziel, het gesprokenwoord, dat dikwijls in nog veel zuiverder vorm de ver-tolking brengt van het innerlijke leven van hem,die het spreekt, omdat het vergezeld gaat van factoren.:het timbre, de klank der stem, het gebaar, de gelaats-uitdrukking, die met elkaar en ieder afzonderlijkzooveel tot verhooging van het bedoelde effect deswoords kunnen bijdragen.

Kunnen bijdragen, wij herhalen met opzet.Want wat wij daar zeggen, gaat volstrekt niet

altijd op : er zijn sprekers, en niet weinigen ook, bij

I16

Page 115: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

wie die factoren zoo niet bepaald tegenwerken, dantoch niet medewerken en den indruk verzwakken,ten minste de aandacht afleiden -- en dan is wellichtnog zoo rijke oratorische begaafdheid niet bij machteom dat gebrek geheel te vergoeden.

Maar bij hem, dien wij thans gedenken, was vandat „kunnen" geen sprake. Bij den man, om wienslaatste rustplaats hier op aarde wij ons Zaterdagden Sen Januari verzamelden, bestond tusschen degedachte en den vorm, waarin zij zich uitte, tusschenhet woord en de wijze, waarop daaraan uitdrukkingwerd gegeven, dat zekere onmiddellijke en innigeverband, die stellige harmonie, die vanzelfsprekendeovereenstemming, die alleen bij den geboren rede-naar wordt aangetroffen. Bij dezen uitverkorene onderde uitverkorenen werkte letterlijk alles mede om denindruk van het gesproken woord te verhoogen : eenmelodieuze klankrijke tot op hoogeren leeftijd steedseven gemakkelijk aansprekende en dragende stem, eenabsoluut accentvrije uitspraak van onze taal, eenlenig overtuigend gebaar, een ongedwongen pose,en niet het minst de fijn besneden trekken van hetgelaat, de aristocratisch afgeronde snit van het hoofd,tot welks smakelijke afwerking de steeds keurigonderhouden bakkebaarden niet weinig bijdroegen:boven alles die trek van fijnen geest om den mond,die aan het geheele gelaat iets boeiends, iets apartsgaf, die trek van ironie, van héél-even glimlachen, dienooit week uit dat wezen, maar welken zij, die Gilde-meester van vroeger kenden, in den loop der jarenhoe langer hoe zachter van uitdrukking hebbenzien worden, een bewijs van de waarheid van hetschoone woord van Goethe, dat men maar ouder

I17

Page 116: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

behoeft te worden om zachter over de wereld te gaandenken.

* **

Een geboren redenaar, inderdaad, dat was onzegroote vriend.

Intusschen behooren tot de hoedanigheden vanden geboren redenaar nog andere dan de uiterlijke vaneen klankrijke stem of een welsprekend gebaar.

Er behooren ook innerlijke kwaliteiten toe. En dieinnerlijke zijn van nog oneindig hoogere beteekenis,ja, zij zijn het, die aan het geheele beeld zijn eigenlijkewaarde geven. Wij bedoelen : warmte van eigen ge-moedsleven, scherpte van eigen zien, breede sceptischgetinte milde vergevensgezinde opvatting van dewereld der dingen en der menschen. Zonder dieeigenschappen krijgt het woord, ook het welsprekend-ste, iets oppervlakkigs, iets innerlijk kouds en ver*koelends.

Onzen Vriend was die kostelijke innerlijke rijkdombeschoren : hij voelde diep, hij zag breed en scherp,hij oordeelde mild en edel. (Wij laten hier ter plaatseden religieuzen achtergrond van zijn wezen, welliwaarachtigheid boven eiken twijfel verheven was t

onbesproken).En nu was het bijzondere in hem, dat de harmonie,

waarvan wij boven gewaagden, zich ook uitte in dezenzin, dat de vorm van zijn voordracht en zijn innerlijkwezen zich volkomen bij elkaar aansloten.

Die twee waren één. Vandaar dat zekere natuurlijke,dat aan zijn geheele optreden als kanselredenaar, maarook buiten den kansel, zulk een eigenaardige bekoringgaf: dat kuchje, dat doodkalme afvegen van den bril,

I18

Page 117: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

zoo tusschen de rede door, dat ongezochte zoekennaar het juiste woord zonder de minste verlegenheidof agitatie, dat beetje zalvend ouderwetsche lezen vangezangen en psalmen.

Vandaar ook die heerlijke rust en dat was iets zeerbijzonders, die van zijn prediking uitging en zichaan zijn gehoor mededeelde, en die in niets anders danin die harmonie tusschen zijn eigen wezen en zijnwoord, in de daaruit voortvloeiende beheerschingvan zichzelf en de absolute meesterschap over denvorm, haar oorzaak vond.

* **

Maar in nog heel andere en voor hem als kansel-redenaar waardevoller beteekenis, dan in dat natuur-hike en in die rust, kwam die harmonie tusschen inner-lijk en uiterlijk, tusschen inhoud en vorm, bij Gilde-meescer tot uiting.

Zij toch opende hem de mogelijkheid om wat in zijnbinnenste leefde aan humor, aan spirit, aan zonnigvertrouwen, op de ongezochtste wijze in zijn predikingten beste te geven. Zij was hem het middel om zijnwoord, zijn zeer ernstig, zijn teeder woord zelfs, tekruiden met dat niet slechts in de residentie, maar inwelhaast geheel ons land, bekende korreltje Attischzout, recept Gildemeester.

Aan haar had hij die zekere losheid in toon en voor-stelling te danken, die zijn woord zoo aantrekkelijkmaakte, dat zekere familiaar-huiselijk omspringen metzijn onderwerp, dien schitterenden verhaaltrant „ofhij er zelf bij was geweest."

En hoe heeft hij van die vrijheid en die .... vrij-moedigheid gebruik gemaakt: hoe genoot hij zelf, als

119

Page 118: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

hij zoo voor den neus weg tusschen andere dingen doorverhaalde van die juffrouw onder zijn gehoor, die haar„lorrejet" kwijt was !

Van kostelijke staaltjes, voor wie ze mochtenmedemaken onvergetelijk, vloeien de annalen zijnerprediking over.

Wie herinnert zich niet die schildering van datbezoek der quasi-meewarige vrienden aan Job opzijn mestvaalt, die vrienden, wien het er alleen om tedoen was om Job nog wat akeliger te maken : eerstdat medelijdende kijken over den rand van den preek-stoel, toen dat bedenkelijke kuchje, toen dat dehanden in elkaar slaan, ten laatste dat diep treurige:„Maar Job .... Maar Job .... hoe kom je nu tochzóó in die narigheid .... nee Job .... dat vinden wenu toch wezentlijk (met een t) heel en heel akeligvoor je .... heusch ...." En wien, die het mochtmedemaken, staat het nog niet steeds helder voor dengeest (maar toen was de toon heel anders, diep aan-grijpend en toch weer precies diezelfde „losheid"in de voorstelling), dat gedeelte uit die preek van nogslechts eenige weken geleden in de Willemskerk,toen hij vertelde, dat hij per radio met zijn dochterin Indië had gesproken en daar plotseling de stemvan zijn kind had herkend : wie hoort nog niet dieninnigen toon, waarop hij dat woord „Dag Vader"herhaalde ... .

Dat alles lijkt nu achteraf heel gewoon, maar wiehet mocht bijwonen, vergeet het nooit. Het blijft voorhem leven. Dat is het wat wij bedoelden, toen wijspraken van het woord van ziel tot ziel.

En wie zoo van dat woord het geheim bezat als

I20

Page 119: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Gildemeester, wie dat woord zoo beheerschte, metzooveel gemak, zoo spelenderwijs hanteerde — vandien kan worden getuigd, dat hij de gave der welspre-kendheid bezat in haar edelsten, maar ook zeldzaam-sten vorm, omdat voor hem het woord niet slechtswas middel tot uitdrukking van de gedachte, maar inde eerste plaats middel, om van het oneindig dieperedan de gedachte, namelijk van wat leefde op den bodemvan eigen ziel en geest, een echo in het hart van dentoehoorder wakker te roepen.

* **

„Dag Vader" — er school dus profetie in dienaandoenlijken groet.

En wij allen, die in zijn woord verkwikking entroost en sterking hebben mogen vinden, wij allen,voor wie een morgen onder het gehoor van Gilde-meester steeds een zonnestraal beteekende, en ookeen straal van hooger Licht : wij allen herhalen diengroet.

Want wat zijn eigen kinderen in hem verliezen,verliezen ook wij: een effenaar van het pad des lei ens.

En datzelfde verliest ook eigenlijk de heele wereldin figuren als deze, al erkent zij het wellicht niet,al is zij het zich misschien niet eens bewust.

Want veel verder dan de enge kring van het eigengezin en de kring der vrienden reiken, strekte zichde stille invloed ten goede uit, dien zijn vaderlijk woordder wereld bracht en in dienzelfden veel wijderenomvang zal zijn Geest als stille zegenende krachtblijven leven.

I2I

Page 120: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Zoo wordt ook in dezen doode bewaarheid, watvan de waarlijk goeden der menschenkinderen pleegtte worden getuigd: dat met hun stoflijk omhulselhet Edelste van hen niet ten grave daalt.

Mr. A. J. VAN WAVEREN.

(Uit „Het Vaderland".)

I22

Page 121: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

ALTIJD DE EERSTE.

Op het wintersche kerkhof zagen we door de naaktetakken heen den ledigen dag, en achter ons was DenHaag met haar volle straten ledig. Immers wij begroe-ven onzen Gildemeester en de leegte die in ons hartwas, staarde ons overal bleek aan.

Nu hebben we nog maar alleen de herinneringaan dat tintelend oog, dien warmen handdruk, diefiere gestalte. Doch de herinnering aan zoo'n menschis iets groots en sterks, is als een schat die niet ont-vreemd kan worden. Hij heeft door zijne vriendschapvelen rijk gemaakt en dat kostbare goud verblijdt mijnog na zijn dood.

Ondertusschen is er nu uit Den Haag wel heel veelweg. Voor mijn besef is een wijd-uitwaaiende wimpelnaar beneden gehaald. Want zoo was hij, als een hoogewimpel, die kleurig en fleurig vlamt in de lucht verboven de huizen aan den trans van een ouden trouwentoren. Zoo'n wimpel heeft een verren, wijden horizonom zich heen, en dien had hij ook. Zoo'n wimpelweet altijd het eerst, dat en van welken kant de windzal waaien. Beneden vermoedt nog niemand watkomen zal; in de straten en in de kerk is alles nogstil; maar zoo'n hooge wimpel heeft een fijn voorge-voel en begint te rimpelen bij de nadering van hetnieuwe, heel in de verte.

Zoo was hij. Nieuwe bewegingen voelde hij naderen

I23

Page 122: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

als wij nog zelfs niet bij geruchte daarvan haddengehoord. Hij was altijd de eerste, en met scherpenblik speurde hij de gevaren en voordeelen die daarinlagen voor het Koninkrijk Gods en voor de Kerk.

Hij was boven ons allen.Hij was

„wie eine Fahne, von Fernen umgeben".

Hij was in onzen kring de eerste.De eerste in jeugd. Jongen vonden hem niet ouder-

wetsch, maar jonger dan vele jongeren.De eerste in het preeken. Zou er een andere predi-

ker in Den Haag geweest zijn die menschen van zoovelerlei richting en schakeering, van zoo verschil-lenden stand boeide, en een sterken staf medegafop den levensweg ? Voor zeer velen was hij de eerste.

De eerste in vertellen. Op vergaderingen van denChristelijken Volksbond, op Kerstfeesten en in zie-kenhuizen, bij debatavonden, maar bovenal in zijngezellig tehuis, in huis- of eetkamer te midden vanluisterende getrouwen, hoe boeide en bond hij onsdaar door zijn humor, zijn geest, zijn verhalen waarinfantasie en werkelijkheid een voor beiden voordeeligverbond hadden gesloten! Dikwijls heb ik er bij hemop aangedrongen zijne herinneringen op te schrijven.Hij gevoelde daarvoor veel. Maar of het gebeurd is ?Ik ben er benieuwd naar wat liefdevolle handen nogzullen vinden. Hij zou velen, die iets soortgelijksvóór hem ondernamen, hebben overtroffen door eenkaleidoscopische veelsoortigheid van zijn schetsenen door raakheid van karakteristiek van velen zijnertijdgenooten. Wie over anderen spreekt is gewoonlijkontzettend vervelend, maar Gildemeester was dat

I24

Page 123: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

nooit. Wie van zichzelf vertelt, is gewoonlijk inte-ressant ; Gildemeester was daarin onovertroffen.

De eerste in ontwikkeling, die tegelijk breed endiep, horizontaal en vertikaal was. Er zijn, heeftiemand gezegd, maar twee soorten menschen, diewerkelijk fascineeren, namelijk zij die letterlijk allesweten en zij die heelemaal niets weten. Hij benaderdede eerste soort heel dicht, en inderdaad : hij fasci-neerde. Wij specialiseeren in onze wetenschappenop onrustbarende wijze, waardoor de afstand tusschengeleerden en leeken grooter wordt dan ze zou zijn,indien de geleerden meer op Gildemeester geleken,die met helderen blik en een hart vol belangstellingmenig terrein der wetenschap overzag. Geleerdenwerden bij hem bescheiden, eenvoudigen gevoeldenhoe hij den afstand verkortte.

De eerste in liefde en toewijding. Dat weten velen,die daarvan niet kunnen spreken. En dat is het aller-belangrijkste, want dat is regelrecht uit God. Hij.had ook zijn fouten, les défauts de ses qualités, maarindien er ooit één is geweest, die er recht op hadslechts zwijgend te worden bekritiseerd en gecorri-geerd, dan was hij het.

Omdat hij zoo was, als hij was, werd hij altijd de eerstevóór anderen om te helpen, te troosten, op te beuren,te bestraffen. Hij was een echte pastor die naar Oos-terschee trant vóór de schapen uitgaat. En hij ging ookvóór de andere herders uit.

Altijd de eerste.Daar ergens, niet N er van zijn huis, doet de zoon

van vrienden een belangrijk examen. Gildemeesterzou de eerste willen zijn om de ouders geluk te wen-schen. Hij zal de eerste zijn. Hij wacht met vader en

125

Page 124: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

moeder in hun eigen huis het telefonisch bericht af.En dan is hij de eerste om met die b lijden blijde te zijn.

In het ministerie op Maandagmorgen is er eencollega die om een of andere reden den volgendenZondag niet kan preeken. Aarzelend zoekt hij iemanddie helpen kan. Dan was onze nestor altijd de eersteom te zeggen: ik zal het doen. Zijn zeventig jarenverminderden zijne hulpvaardigheid niet.

Er is in Den Haag iemand beroepen, wiens komsthij buitengemeen toejuicht (ge merkt, ik spreek overhet verleden). Van wien zal die dominee het eersthooren dat zijn naam door den scriba op den beroeps-brief is ingevuld ? Natuurlijk van Gildemeester,wiens hart den snellen weg van een hartelijk telegramkiest. Hij was de eerste.

Als een vriend een verre reis gaat doen en hetstation van vertrek nadert, wie was de eerste die hemop het perron tegemoettrad om hem de hand te druk-ken en Gods bijstand te wenschen onderweg ? Natuur-lijk hij.

Hij was de eerste die sprak als zijn geweten ergens,waar ook, onwaarachtigheid speurde. Dan mochteen ander weifelen. Hij niet. Als zijn geweten reageerdemoest hij spreken .... met zijn hart en zijn stem,die van metaal was. Hij was ons geweten.

Was iemand in nood en Gildemeester wist het,hij ging; hij kwam ; hij hielp. Hij sloeg een brug overwat eerst een onpeilbare afgrond van verderf geleek,hij stond als eerste aan den rand van den nacht en alshij er was, begon de dag.

Hij was onder de eersten, die in dit jaar werdenopgeroepen door den Heer van leven en dood, door

126

Page 125: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

den Heer, dien hij in zijn leven heeft gediend metsterke liefde, warm geloof, onkreukbare trouw. Daaromzal hij ook onder de eersten geweest zijn, die in dit jaarplaats mochten nemen aan de bruiloft van het Avond-maal des Lams. Daar is hij immers héélemaal op zijnplaats; bij een bruiloft — en bij het Avondmaal.

Zijn sterven werd leven.Zijn inslapen ontwaken.Zijn einde een nieuw begin.Zijn vertrek een thuiskomst.Ons verlies was zijn winst.

Neen, de wimpel is niet néér-, maar opgehaald.

Groningen, Januari 1929. JoH. DE GROOT.

127

Page 126: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

MIJN VADERLIJKE VRIEND.

Het is mij een voorrecht, nog eens wat over mijnvaderlijken vriend Van Gheel Gildemeester te mogenzeggen, want veel meer dan toen hij nog leefde, ishij bij mij, nu hij is heengegaan.

Hij had ons allemaal zoo verwend. Bij zijn 50-jarigpredikantschap preekte hij een nieuwe intree ; eikenmorgen nog ging hij zwemmen ; wie veel op straat kwam,zag hem altijd ergens ; hij preekte zooveel hij maarkon (een beurt afstaan, zei koster Vader mij nogonlangs, deed hij o zoo ongaarne en voor een extra-beurt was hij altijd te vinden) ; geen gebeurtenis inDen Haag van welken aard ook, of Gildemeesterdook uit eenig verschiet op ; tot het laatst kortom werktehij, of hij niet de oudste, maar de jongste der Haagschepredikanten was.

En omdat hij zoo onmisbaar was en wegens de crisis,welke de Haagsche Gemeente op het oogenblik doormaakt, -- vier vacatures en een nauwelijks hersteldezieke —, dachten we, dat we hem nog lang zoudenmogen houden en we zeggen niet te veel, als we beweren,dat Gildemeester op Nieuwjaarsdag aan duizendenhet grootste en misschien eenige verdriet in zijn levenheeft aangedaan, door een vijfde vacature te makenen van het Licht te gaan genieten, dat hij den vorigenavond nog zoo profetisch-welsprekend als de eenigegtroost van den Christen in de donkerte had geschetst.

I 28

Page 127: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Met hem is de oude garde der Haagsche predi-kanten uitgestorven of heengegaan, maar in den bijnatachtigjarigen Welter leeft toch nog officieus ietsvan haar voort. Het halve afscheid wordt nu werke-lijk een pleistertje — hoe klein ook — op de wondvan de helaas, helaas zoo droevig mislukte intree en delaatste heerlijke vondsten van den Christen met hetspeelsch vernuft, zooals Dr. De Visser Gheel Gilde-meester eens genoemd heeft.

Met dat al, we zijn hem voorgoed kwijt en het iszoo heel moeilijk, zich met deze gedachte te verzoe-nen, hoeveel onze onvergetelijke doode ook daarvoornog gedaan heeft. Zelden zagen we op het gelaat vaneen gestorvene zoo'n volmaakten vrede, zoo'n blijvendegelijkenis met den levende. Wij hebben een slapendeonder den preekstoel gebracht, waarop hij nog lutteledagen geleden welsprekender en ontroerender danooit stond en wij hebben een slapende in zijn bed ophet kerkhof neergelegd onder het zingen van zijnlievelingslied. Hard hebben we gezongen door onzetranen heen en ik weet nog niet, of die kracht nietvoortkwam uit de hoop in menig hart, hem misschiennog wakker te kunnen zingen. Zóó als een levendelag hij op zijn laatste sponde, dat het was, alsof Godhem dadelijk weer gebruiken wilde voor nieuw werkin andere oorden.

Maar wij zijn hem kwijt en iederen dag wordt hetgemis grooter.

Een gemis, dat zooveel verschillende kanten heeft.Den Haag mist zijn decoratieve straatfiguur, wantdecoratief was hij ; 's winters in den korten pels,'s zomers in een lustren jasje. Na Van Koetsveld heeftDen Haag niet meer zoo'n typische predikants-

9

129

Page 128: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

figuur gehad. En toch welk een verschil ook weertusschen den kaarsrechten, mageren Van Koetsveldmet de hooge vadermoorders en den ook rechten maargezetten, modern gekleeden Gildemeester, doch hungeheel gelijk, warm zieleherdershart heeft beiden tottypische en typeerende, door iedereen gekende en ge-waardeerde dragers van het wonderlijke ambt gemaakt.

Veel meer mist de Ned. Hervormde gemeente enhet meest missen de vele, vele vrienden, jong en oud,welke hij min of meer in zijn gezin had opgenomen;in ieder geval in zijn grootë hart en niet mindergroot geheugen, want hij wist je soms dingen te zeggen,welke je zelf al half vergeten was. Wat was hij trouwin zijn vriendschap. Tot zijn taak op Nieuwjaarsdagbehoorde den secretaris van den Chr. Volksbond, denheer A. Kruyt, die dien dag verjaart, te gaan geluk-wenschen. Hij kwam juist van zijn 37e verjaarsvisiteterug, toen de Dood hem in de tram kwam opeischen.Een van zijn zwemvrienden schreef: Als er een vanons op het morgenappèl ontbrak, kon je er zekervan zijn — Christen, Jood of Heiden — dat je Gilde-meester een uur later aan je huis of aan je bed had,om te vragen, wat er aan schortte. Ja, als er wat aanschortte, dan was Gildemeester in zijn element enhet is voor mij een van zijn groote aantrekke lijkhedengeweest, dat hij altijd den zondaar veel beter kon begrij-pen dan den brave en dat dit geen oppervlakkig in hetgevlij komen is geweest, wordt het best bewezendoor het feit, dat een man als de ernstige Welter,die hem van de academie af kende, Gildemeestereen van zijn beste vrienden heeft genoemd en ver-klaard, dat hij ontzag lijk veel aan dezen zondaar-begrijper heeft gehad en v an hem geleerd.

130

Page 129: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Zeker, zijn onbedwingbare lust tot humor, zijn grootevoorliefde voor het woordspel, zijn meesleependejoligheid, in den grond allemaal een gevolg vande mooie, vertrouwende, altijd het goede zoekendeChristenziel — waren wel eens misleidend en zijdeden menigeen wel eens vragen : Dominee, meentU het nou of houdt U me voor de mal. Het is mogelijk,dat hij daardoor niet altijd begrepen werd en zelfsmisverstaan, maar het was dan ook een zeldzaamheid,zoo'n door alle omstandigheden heen en onder alleomstandigheden blijmoedig Christen tegen te komen,die ernst maakte van Christus' geboden : VerblijdtU ten allen tijden, Draagt elkanders lasten en vervultaldus mijn wet!

Zoo heeft hij mijn moeder eens een halfuur in zorggestoken. Op een goeden morgen kwam hij binnengevallen, den herderstaf in de hand en hij zei : Nuheb ik toch vanmorgen zoo'n langdradig gesprek metje jongen gehad. De oogen achter de brilleglazenbleven gesluierd, de bakkebaarden schenen van mee-warigheid slap neer te zakken. Moeder wist geen ant-woord. Gildemeester praatte dan over andere dingen,maar moeder trachtte het telkens weer op het lang-dradig gesprek te brengen en haar verbazing overden omkeer in haar toch altijd zoo vlot gedachtenjongen te uiten. Gildemeester praatte door, maar bijeen derde poging tot verzachting der minder vlottehoedanigheden, zei hij : wees maar gerust hoor, het wasdoor de telefoon en toen glinsterden zijn oogen vanpret en zijn bakkebaarden rezen overeind. Tableau!

Maar toen schrijver dezes bevestigd moest worden,en toen zijn vader dat niet doen kón wegens diep-gaand leerverschil en er een wolk drukte op deze

131

Page 130: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

gebeurtenis, toen kwam wel op den ZondagmorgenGheel Gildemeester in het dorpskerkje naast denvader van den jongen predikant staan, om mee dehand op te leggen en een stille, o zoo'n weldoendekracht voor vader en zoon te zijn.

Zie, zulke dingen vergeet je nooit en evenmin, dater telkens tegen het midden der week een Haagsche \

brief in de pastorie kwam met .... een schets vooreen preek er in en de boodschap: Een jonge domineeheeft wel eens last met zijn preek in den eersten tijd.J e bent het wel niet met mij eens, maar misschienkan j e er wat van gebruiken. Dag kerel.

Wie zou dat kunnen vergeten.Van zulke dingen zat Gildemeester nu altijd boorde-

vol, voor den laagste had hij evenveel als voor denhoogste en daarom ook was een Minister van Staat alsMr. Van Karnebeek even ontroerd op den tweedenJanuari als het arme vrouwtje, dat al om zeven uurwas opgestaan om den lijkdienst in de Groote Kerk bijte wonen en zoo bitter schreide, omdat zij van haar„Gheel" niet afscheid had kunnen nemen.

Neen, Gildemeesters wonderbaar zonnige ziele-blijdschap, zijn soms schier blind optimisme, zijnaltijd keurig verzorgde persoonlijkheid sloten nooit,nooit het gevoel voor anderen uit. Juist het tegendeel.Daarom ging hij in den barren winter 1890-9Ikoffie zetten en een boterham snijden voor allen, diehonger leden, in den Chr. Volksbond werk ver-schaffen aan allen die werkloos waren en in hetHofje van Sas maakte hij bedden op voor de dakloozenen hij vond in „toeheertje" iemand, die ook deeigenschap had en nog heeft, dat hij veel beter zon-daars en verlorenen en verschoppelingen begrijpt

132

Page 131: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

dan den zelfvoldane van welke soort ook. En daardoorkwam het ook, dat de zoo deftige, goed verzorgdepredikant — ik heb de bewijzen — door de bankabsoluut platzak op de Toussaintkade terugkeerde,hoe vol zijn portemonnaie ook bij het uitgaan geweestmocht zijn. Als de in stilte door Gildemeestergeholpenen hun naam eens mochten opgeven, zoudit gedenkboek, vermoed ik, enkel met namen zijngevuld. En toch was hij ook weer kinder lijk blij metzijn mooie kamerjapon, waarin we hem op de stu-deerkamer in de dagen van het nietgevierde 50-jarigjubileum aantroffen en die men hem cadeau had ge-daan. Ik maakte hem mijn haast verbouwereerd compli-ment over het bisschoppelijk paarskleurig kleedingstuk— och wat tintelden de oogen — en toen vernam ik heteerst, dat de feestpreek in de richting van een nieuweintree zou gaan. Het is eigen lijk mijn laatste rustigeonderhoud geweest en ik kreeg een extra fijne sigaar,omdat ik de kamerjapon zoo mooi vond, mooier nog danhet plan om de dissertatie over Populaire Evangelie-prediking nog eens uit te geven. Zij, die dit geschenkhem gaven, mogen nu wel weten, hoe goed ze daarmeehebben gedaan. Zoo zou ik nog lang door kunnen ver-tellen en vertellende een oogenblik het verlies ver-geten. Struisvogelpolitiek en misschien zou ik inzwakheid daarvoor bezwijken, indien ik niet éénding had, 'dat mij troost.

Welk een goede beschikking, wat heeft hij het ver-diend, dat hij heen mocht gaan, zooals hij ging.In zijn volle kracht, op zijn volle geestelijke hoogte.

Wie zal zeggen, wat hij bij de aangrijpende Oude-jaarsavondpreek, toen hij den Dood inluidde, gevoeldheeft, maar de schare hing aan zijn welsprekenden

133

Page 132: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

mond en hij heeft door zijn heengaan nauwelijksvier en twintig uur later de aangrijpendste predikingvan zijn heele leven achtergelaten. Nieuwjaarsmorgenzat hij op zijn eereplaats in de predikaatsbank enhet was de oude, den goddelijken humor getrouweGildemeester, die zijn collega complimenteerde, omdathij hem uit den slaap gehouden had, een bijzondereprestatie na een slechten nacht.

Niemand heeft iets aan hem gemerkt aan deNieuwjaarsfeesttafel met kind en kleinkind. In denvooravond kweet hij zich van zijn zóóveel jaarschenieuwjaarsplichten en daarna deed hij zijn laatste reisper tram, welke een reis naar de Eeuwigheid isgeworden.

Zoo stierf hij, heelemaal zooals hij geleefd heeft,in het harnas van den Christenkrijgsman, middenin zijn veelzijdig werk, tot het laatst toe een brengervan zon in menschenharten en dit is mijn dankbaretroost, dat de Dood geen oogenblik een kans heeftgekregen, om dezen mooien mensch door ziekte teschenden en door zijn kouden vleugelslag ook maaréén oogenblik siddering op het lijf te jagen.

Ik gun hem van harte dien schoonen zachtendood, omdat hij zooveler leven heeft schoon gemaakten zooveler lijden verzacht.

Vaderlijke Vriend .... ik dank U en ik bid voorU de vervulling van de Evangeliewoorden : Zaligzijn de dooden, die in derf Heer sterven, opdat zijrusten mogen van hunnen arbeid en hunne werkenvolgen met hen.

L. A. RADEMARER.

134

Page 133: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

BEGRAFENIS VAN Dr. F. VAN GHEELG ILDEMEESTER.

ZATERDAG 5 JAN. 1929.

Den Oen Januari had Ds. W. L. Welter, de oudstevriend van den overledene, ten sterf huize naar aan-leiding van Rom. VIII, een woord van diepen ernst,van dankbaarheid aan God en ook van vermaningen vertroosting gesproken.

Op Zaterdag 5 Januari was het stoffelijk overschotovergebracht naar de Groote Kerk, waar de kistin het midden-schip tusschen kansel en hofbankwas opgebaard, overdekt met zwart kleed en enkelekransen. De genoodigden schaarden zich met denfamiliekring in de opengehouden zitplaatsen daarom-heen.

Het orgel speelde vooraf, en toen de Hofprediker,die H. M. de Koningin vertegenwoordigde, naar zijnplaats was geleid, begon de voorganger Dr. H. Schok-king, met het votum uit te spreken. Daarna las hijPs. go en Openb. 7 : 9-17 en sprak het gebed uit.Gemeenschappelijk werd aangeheven Ps. go : r, 2:

Gij zijt, o Heer! van d'allervroegste jaren,Voor ons geweest een toevlucht in gevaren.Eer berg en rots uit niet geboren waren,Eer d' aarde rustt' op hare grondpilaren;

Van eeuwigheid, o God, die eeuwig leeft!Zijt Gij de God, die eind noch oorsprong heeft.

135

Page 134: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Uw oppermacht, die wij ootmoedig eeren,Kan door een' wenk den mensch zijn broosheid leeren:Uw wenk alleen, al schijnt ons niets te deren,Verbrijzelt ons, doet ons tot aarde keeren:

Want in uw oog zijn duizend jaren, Heer,Een enkle dag, een nachtwaak en niets meer.

De toespraak luidde als volgt:Maandag, den eersten dag van deze week, op Oude-

jaarsavond '28, stond Ds. v. Gheel Gildemeesterop dezen kansel en zijn preek eindigde aldus:

„Geliefden! Het is avond geworden dit jaar; en„het zal nog eens avond worden in ons leven,

„wie weet hoe spoedig;„en avond in de wereld".„Maar dat kan hen niet verschrikken, die het

„woord verstaan hebben :„ „ten tijde des avonds zal het licht wezen" ".„Broeders en Zusters, die Jezus liefhebt, die Jezus'„eigendom zijt, het heidendom spreekt van den„jongsten nacht, maar Christus spreekt van den„jongsten dag". Het gaat niet naar den nacht ! ;„het gaat naar het Licht en naar het Vaderhuis.„Hallelujah. Amen".Met deze woorden besloot onze geliefde leeraar

zijn laatste prediking, in ditzelfde kerkgebouw. Denvolgenden morgen zat hij nog hier in zijn hoekje, deplaats van den oudsten predikant. Nu staat zijn rouw-baar in ons midden.

Het is heel moeilijk, nu voor hem over hem te spreken.Het is tèch niet zijn stem en zijn persoonlijkheid

staat er toch niet achter, al herhaalde ik zijn, hemzelf onbewust profetische woorden : „wie weet hoespoedig".

136

Page 135: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Maar noodzakelijker is het, te merken dat Godspreekt — juist door dit oogenblik.

.... Willen wij luisteren, ieder voor zich, of hijde sprake Gods verstaat ?

Het is toch wel heel goed, dat wij naar uw begeerte,kinderen van den geliefden doode, nu hier bijeen zijn.

't Is hier rustiger gedenken, makkelijker denken,dan in dezen tijd op 't kerkhof te staan.

Dit is dan nu zijn afscheidsdienst -- hij sprekenog nadat hij gestorven is, in de machtiger taal deszwijgens dan zijn metalen stem ooit in zijn leven konlaten hooren ... .

't Is een lieflijke herdenking, zijn stoffelijk overschotin ons midden op den grond, beneden, te hebben,maar immers, langs pijlers en bogen, de gedachtennaar Boven te laten gaan, boven balken en bintenuit, — waar hij des Heeren heerlijkheid aanschouwt,vanwaar de Heiland Zelf op ons nederzie in troos-tende en vernieuwende genade.

Het is warmer, hier den dank uit te spreken tot deaanwezigen, in het bijzonder tot den vertegenwoor-diger van de Landsvrouwe, onze geëerbiedigde Konin-gin, de vorstelijke omgeving, welke niet alleen nuin de hofbank Haar hooge belangstelling toonde.

Hier worde iets gesmaakt van de gemeenschapder strijdende kerk hier beneden met de triomfeerendedaarboven, om, met de „duizendtallen hier vergaard",eerbiedig voor den God van leven en dood, voor denHeer der heerlijkheid, ootmoedig onzen dank op tezenden;

ja te gevoelen: bij het scheiden hier — toch géénscheiden voor eeuwig!

137

Page 136: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Maar toch — het is scheiden.Toch blijft het vreeselijk, die breuk door den dood.Hoe goed dan ook — Heere, maak het voos ons

waar ! —, zóó te kunnen begraven .... Paulus spreektons geen vreemde taal, als hij zegt : liever niet ont-kleed worden, liever met lichaam en ziel samen in eensin de heerlijkheid te zijn, zooals 't gaan zal bij Jezus'wederkomst.

Het zou mij niets verbazen, dat alles wat gezegdwordt, als ijdele klanken aan menige ziel voorbij gaat.

Het is toch alles zoo vreemd, zoo opeens — hoeval en stemmig nu alles moge zijn —: dood en begra-ven: het is toch zoo leeg en zoo pijnlijk.

Het eerste Bijbelwoord, dat zich vasthaakte inmijn ziel — toen ik heen en weer stapte om den tekstte hooren; dat voor mij groeide in kracht en betee-kenis; is het woord van Elisa, toen hij Elia verloor.

De Heer had hem bekend gemaakt, dat Hij hemwegnemen zou (2 Kon. z). De profetenzonen teBethel kwamen Elisa tegemoet : weet gij, dat de Heere

. Rheden uw heer van uw hoofd wegnemen zal ? En hijzeide : ik weet het ook, zwijgt gij stil. En nog eens,te Jericho: en alweer, maar nu wat scherper, bijnabarsch: ik weet het óók wel, zwijgt gij stil.

....wij wisten 't niet.Niemand had 't ons gezegd, geen één heeft het

vermoed, nog op den Nieuwjaarsmorgen, dat wijhem 's avonds zouden kwijt zijn. —

En als dan de wagen met de vurige paarden henscheidde, Elia met een onweder ten hemel voer,

Elisa verstond dat niet de dood, maar de heerlijk-heid Gods zijn ziel en zijn lichaam ineens transfor-

138

Page 137: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

meerde — toen brak hij uit — tèch in een klacht :„mijn vader, mijn vader, wagen Israëls en zijne

ruiteren".

„Mijn vader, mijn vader!"Dat staat ge wel toe, gij zijn kinderen, dat wij, in zoo

breeden kring dien heel aparten naam overnemen.En gij wilt het allen verstaan, waarom wij, nu en

hier, niet die pijnlijke snaar aanraken, wàt zijn eigenkinderen in hem verliezen .... wij zitten thans stilom u heen, die nu èn moeder èn vader mist,

maar met dien u zoo dierbaren naam van „vader"roepen wij uit, wat hij voor ons, voor zoovele honderdengeweest is, en wilde zijn.

0, dat ruime, warme vaderlijke hart voor zijngemeente, zijn ambtsbroeders, de armen, de zieken,de niet-armen maar toch berooiden, voor de rijkenook, die toch ook de ziele-armoede doormaken.

Het wordt zoo leeg in onzen kring nu ook hij onsontvalt.

„Smart heeft het land geslagen en de zee,Smart zwerft met storm en wilde wolken mee".

„Wagen Israëls en zijne ruiteren",waarlijk iets daarvan klinkt er ook door in onze

uiting van beroofd te zijn : was hij niet 'n held ?Een vroom en geloovig, trouw man in al de stormen

des levens;een muur en schuilplaats voor wie geknauwd

werden.Hij stènd zijn man -- hij gold voor een heel leger.

In zijn jeugd nam hij 't op, feitelijk hij alleen tegenwie de kostbare bezittingen van geloof en Gods ver-

139

Page 138: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

trouwen, van eerbied voor gezag, heiligheid van hethuwelijk, trouw aan vorstenhuis en vaderland belaagden.

En hij oefende zijn leerlingen — velen uwer wetenhet, velen lazen het, in vaardigheid om te antwoordenaan de smaders van het Evangelie van Jezus Christus.Hij heeft een breede schare „jonge strijders"gekweekt.

God had hem vele talenten gegeven : hij heeft 'ermee gewoekerd : voor de zielen der rijken, voor harten verstand en verweer der arbeiders, voor zending enschool en kerkbouw, en evangelisatie en literatuuren theologie, voor het bewaren der eenheid, derliefde en onderlinge trouw —

vele gaven, vele talenten —onvermoeid heeft hij er mede gewoekerd,gezegend en velen ten zegen, ja in eeuwigen zegen.Vaderlijk en mannelijk,met bijna vrouwelijke teederheid (de uitdrukking

is door Ds. Welter ons gegeven), met zachtheid, maarevenzeer met onversaagden moed stond hij op de bres.

Zijn lange leven — het heeft niet alleen de langelijn horizontaal, maar ook de verticale : hij kendede diepten, hij leefde van Omhoog. En zoo zie ik hemniet alleen als den gezegende in jaren van ongebrokenkracht, die twee, drie generaties meemaakte en sa men-bond, maar ook als den man van het leven uit 't geloof,„uit de diepte roep ik tot u"; die ervoer sterke ver-troostingen Gods, wonderen daalden van Omhoogvoor hem neer.

De kruisverbinding is sterk, zegt de timmerman:in zijn leven is ook die gekruiste lijn, — en hij leefdedicht bij het kruis van Jezus Christus;

in Wien hij geloofde, als zijn Zaligmaker;

140

Page 139: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

dien hij heeft liefgehad, en nu mag aanschouwen.Een vader, een held,omdat hij was door genade een kind Gods met een

kinderlijk geloof; en bij alle wederwaardigheden wist:In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hemdie ons heeft liefgehad.

En nu komt het tweede Bijbelwoord met machtop ons aan : uit Openbaring 7.

„Zij hebben hunne lange kleederen wit gemaaktin het bloed des Lams,

zij zullen niet meer hongeren en zullen niet meerdorsten, want het Lam zal ze weiden,

en God zal alle tranen van hun oogen afwisschen".

De kleederen wit gemaakt — 't rouwkleed op debaar is zwart — 't zwart ènzer smart.

mààr : hèt kleed is wit.Hier zijn de zonden, de zorgen, de tranen.Zij waren er ook bij hem.Ook zonden, ook zorgen, veel meer dan iemand

weet; ook tranen: velen onzer hebben ze in zijntintelende, straks weer lachende oogen gezien,

èn, hij heeft er ook geschreid die niemand weet.Maar nu: „vrede" -- „alles wel" :De Heere nam hem weg — nu moet 't ook wèg zijn.Dit is de veerkracht des geloofs. De goddelijke

genade heiligde den humor in zijn leven, het leedhad niet 't laatste woord, maar Gods liefde.

Zonden, zorgen, tranen — die zijn er ook nu noghier.

Geen breed vermaan thans van den kansel, maar

141

Page 140: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

wel het sterke woord : Zoekt ge de reiniging uwerzonden bij Christus, het Lam ?

Niets over onze zorgen, en geen opwekken vantranen, ze zijn er toch wel —, maar wèl: God leeft, deGod, die wonderen doet. Jezus troost -- die eenmaal alde tranen van de oogen Zijner kinderen zal afwisschen.

Toen Ds. Gildemeester sprak bij het graf van eentachtigjarig ouderling, die ook opeens doodgeblevenwas, zeide hij : „Nu heeft de Heer hem weggenomen,„zonder hem den dood te laten zien. Maar voor wie„overbleven, was de schrik, en groote droefheid„heeft hen bevangen. De Heiland heeft geweend„bij Lazarus' graf. Wij mogen weenen .... een hart„door tranen gewasschen wordt dikwijls vatbaar om de„heerlijkheid van Jezus Christus te weerspiegelen".

Zóó zag hij de mogelijke vrucht der droefheid —droefheid naar God, een onberouwelijke bekeeringtot zaligheid.

Zaligheid, die geniet hij in de heerlijkheid —; wijblijven nog in den strijd,

met het gemis en 't leed, en onze zonde, maar ookom te weten en te zeggen:

„0 Sion, gij verkondigster van goede boodschap,hef uw stem op met macht,zeg, zie hier is uw God;"èn: ons thuis is daar", waar Jezus een plaats bereidt.

Zijn laatste woord in de laatste preek was : Halle-lujah, Amen.

Bij zijn uitvaart in de kerk zien we nog even dóórhet rouwkleed heen,

sluiten we onze oogen, om nog eens zijn sprekendoog voor ons te zien —,

142

Page 141: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

hèffen wij het hoofd op om te zeggen:de Heere heeft gegeven -- zoo héél veel,de Heere heeft genomen — zoo héél veel,de Naam des Heeren zij geloofd.

AMEN.

Na een dankgebed zongen wij Gez. zo : 8:

Als wij de doodsvallei betreên,Laat ons elk aardsche vriend alleen;Maar Hij, de beste vriend in nood,Verzelt ons over graf en dood.

Daaronder werd de lijkkist uitgedragen, een zeeraangrijpend oogenblik. De groote klok luidde van nuaf tot twaalf uur.

Het koor Te Deum Laudamus van de Stadszendingzong het plechtige:

Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven ;zij rusten van hunnen arbeid en hunne werken volgenmet hen.

De aanwezigen hieven aan Gez. 201 : I, 4, 5, onge-twijfeld een van de lievelingsliederen van den over-leden leeraar:

Mijn goede Herder is de Heer !Hij stelt zijn leven voor zijn schapen,Hij doet des nachts mij veilig slapen

En 's morgens wekt zijn stem mij wêer.Mij zal geen goede weid' ontbreken;

Mij spijzigt Hij met overvloed,En zachtkens leidt Hij mijnen voet

In 't lieflijkst oord aan frissche beken,Die Hij uit rotsen vloeien doet.

143

Page 142: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

Wees, goede Herder! wees geloofd!Uw hand is nimmer inoê des gevens;Gij voedt mij met het brood des levens

En kroont en zegent mij het hoofd.Gij doet mijn hart uw goedheid smaken

In alle ding, dat mij ontmoet;Mij volgt, mij achterhaalt het goed;

Gij weet mij, arme, rijk te maken;Uw liefde maakt het bittre zoet.

Hoe zal 't mij zijn, als ik betreedHet huis, waar Gij mij plaats bereidde,En uwe hand mij binnen leide

Ten dage, die uw wijsheid weet!Och dat mijn ziele stil verbeide

Het heil, uw vrienden toegezeid,Vóór 's werelds grondslag was geleid,

Als elk der schapen uwer weideU volgen zal in eeuwigheid!

Het koor zong nog de twee liederen:

Verlangen naar den Hemel.

(Lied, waarmede op verzoek van Ds. Gildemeesterde zieken in het ziekenhuis Slijkeinde meermalenwerden verkwikt.)

Naar den Hemel smacht mijn harte,Naar mijn heerlijk Vaderland!

Daar is vreugde zonder smarte,Waar Gods liefd' elk leed verbant.

In den Hemel woont een vrede,Als op aard niet wordt gekend.

'k Zing daar met Gods eng'len mede,'t Lied van vreugde zonder end.

144

Page 143: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

In den Hemel woont de vreugde,Waar geen traan meer 't oog ontvliedt.

Wat mijn hart op aard verheugde,Zulk een vreugde woont hier niet.

3. Het voorrecht des Christens.

Naar den zaal'gen HemelVoert mijn pelgrimsreis.

Uit het aardsche stofgewemelReis 'k naar 't hemelsch Godspaleis.

Eens zal ik daar bovenDankend, juichend, mijnen Heiland loven.

Wat mij hier moog deren,Dáár is 't leed gedaan.

In het Hemelsch Huis des HeerenKwelt geen smarte, vloeit geen traan.

Daar is smart noch lijden,Maar een eeuwig, ongestoord verblijden.

De rouwstoet werd inmiddels buiten de kerkopgesteld. Nadat de aanwezigen in de kerk nog gezon-gen hadden uit Ps. 103, werd de apostolische zegenuitgesproken en verlieten wij het kerkgebouw.

Op het kerkhof van Oud Eik en Duinen werdde stoet opgewacht door de Jonge-mannen-Vereeni-ging met hare bazuinen, die de melodie bliezen vanGez. 22 : Rust mijn ziel, uw God is Koning.

De voorzitter van den Kerkeraad las bij de opengroeve II Kor. 4 en 5 en sprak een zeer kort woordvan herdenking en droefheid. Toen zongen de talrijkeaanwezigen, terwijl de kist werd neergelaten Ps.118 : I0:

Dit is, dit is de poort des Heeren;Daar zal 't rechtvaardig volk door treên,

Om hunnen God ootmoedig t' eeren,Voor 't smaken zijner zalighan.

I0

I 45

Page 144: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

ik zal uw' naam en goedheid prijzen,Gij hebt gehoord; Gij zijt mijn geest,

Door Uw . ontelb're gunstbewijzenTot hulp, en heil en vreugd geweest.

De oudste zoon dankte voor de hartelijke deel-neming, waarna Ds. Welter de plechtigheid metgebed en zegenspreuk besloot.

146

Page 145: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

INHOUD.Bladz.

Dr. J. R. CALLENBACH, Inleiding . . . iDr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER, Oudejaars-

avondpreek 19 2 8 . . . . . . . . . . 3Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER, Het Koninklijk

Bruiloftsmaal . . . . . . . . . . . IIDr. J. R. CALLENBACH, Levensschets van Dr. F.

van Gheel Gildemeester . . . 24

W. L. WELTER, In Memoriam . . . . 61Dr. J. TH. DE VISSER, Dr. F. van Gheel Gilde-

meester . . . . 64Z. Ex. Mr. J. B. KAN, Bijdrage . . . . 67Prof. Dr. J. A. CRAMER, Dr. F. van Gheel Gilde-

meester . . . . 68Dr. H. SCHOKKING, In Memoriam Dr. F. van

Gheel Gildemeester . . . . • 73Ds. JOH. RAUWS, Als catecheet . . . 8oL. F. CARRIÈRE, Ds. Gildemeester als pleit-

bezorger . . . . . . . . . • • • 95Ds. L. D. PooT, Ds. Gildemeester als

„Forens . • • • • • • • • 99Prof. Dr. G. v. D. LEEUW, van Gheel Gildemeester

als gezinspredikant . . • • • • i I I

Mr. A. J. VAN WAVEREN, Dominee van GheelGildemeester . . . . I I 6

Prof. Dr. JOH. DE GROOT, Altijd de eerste . . 123Dr. L. A. RADEMAKER, Mijn vaderlijke vriend . 128Begrafenis van Dr. F. van Gheel Gildemeester 135

Page 146: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 147: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

UITGAVEN VAN N.V. A. W. SIJTHOFF'S UITG.MIJ, LEIDEN

DE BIJBELOPNIEUW UIT DEN GRONDTEKST VER-TAALD DOOR EN ONDER LEIDING VAN

PROF. DR. H. TH. OBBINK„Het is een heel werk om den tekst, vooral van het Oude

Testament, werkeljf goed verstaanbaar te maken voor Neder-landsche lazers; het eischt de volle toewijding van een soliden,eerlaken linguist en Theoloog. Daarom verheugt het ons datProfessor Obbink dit mooie werk heeft ondernomen."

Dr. F. van Gheel Gildemeester.

„Moge het woord des Evangelies met zaligmakende krachtvelen bereiken, die deze uitgave in handen nemen."

Dr. H. Schokking, Predikant te 's-Gravenhage.

„De bekwame vertaler geeft een mooien tekst; velen zullener veel nut van hebben."

Dr. J. R. Callenbach, Predikant te Rotterdam.

,,Alteen om het boek Job zou ik reeds deze uitgave willenbezitten. Wie is in staat om lob. zooals de Staten-Vertaling hetgeeft, in een paar uur achtereen door te lezen ? Al spoedig rakenwe verward en vermoeid ; Prof. Obbink geeft zin uitnemendeen duidelijke vertaling in een bitonder overzichterken vorm."

Ds. H. G. W. Briedé, Predikant te Amsterdam.

HET OUDE TESTAMENT (PROF. OBBINK) 2 deelenin linnen banden compleet f 21.

HET NIEUWE TESTAMENT (PROF. A. M. BROUWER)1 deel gebonden in linnen band f 11.75.

DE BIBEL compleet, te zamen in één deel gebondenin halfleeren band f 32.50.

DE BIJBEL compleet, te zamen in één deel gebondenin heel leeren band f 42.50.

Page 148: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

UITGAVEN VAN N.V. A. W. SIJTHOFF'S UITG.MIJ, LEIDEN

DE GELIJKENISSENGEÏLLUSTREERD

DOOR

EUGÈNE BURNAND

„Een keurig verzorgde uitgave I Menigeen zal ditboek met liefde en eerbied doorlezen en doorzien."

Dr. S. P. H. J. Berkelbach v. d. Sprenkel.

„Verlucht op een fijne wijze; en alles in een fraaileeren band. Het is werkelijk een prachtboek enuitnemend geschikt voor geschenk. Ik kan dit nietgenoeg aanbevelen". Dr. P. Stegenga Az.

STEMMEN DES T1JDS: „Burnand is een van demeest evangelische talenten, die onze tijd op kunst-gebied heeft opgeleverd. Hij heeft zeer bijzonder zijneigen trant."

NIEUWE ROTTERD. COURANT: „Een keurigverzorgde uitgaaf. De platen zijn poétisch en sugges-tief en de tekst is .... de Bijbel."

DE WAARHEIDSVRIEND : „Een juweeltje 1 Prachtigvoor een cadeau. De illustraties bijzonder fijn enmooi en duidelijk en sprekend. De tekst is: De HeiligeSchrift. De uitgever leverde prachtwerk."

Prijs, gebonden in donkerrood leeren band met goudentitel f 4.25.

Page 149: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

UITGAVEN VAN N.V. A. W. SIJTHOFF'S UITG.MIJ, LEIDEN

KERK EN STAATDOOR

Da. J. TH. DE VISSEROUD-MINISTER

De prijs van dit voorname standaardwerk in drie flinkedeelen is : ingenaaid f 7.50 per deel en in fraaielinnen stempelbanden f 9.— per deel.De pers in Nederland heeft groote belangstellinggetoond voor Dr. De Visser's magistrale boek en denauteur lof toegezwaaid voor zijn gedegen arbeid.

Dr. De Visser zal er een getal bewonderaars bijkrijgen wanneer zij kennis zullen maken met deze reus-achtige studie. Dr. De Visser schaft zoo he 1 de r l Hijtrekt de lijnen zoo zuiver I Hij voorspelt hoe het gaanmoet en men zegt met genoegen : „ja, zóó moest het."Mogen we den geëerden schrijver nu reeds hartelijken hartelijk gelukwenschen metdezenzoo mooivolbrachte n arbeid. hij mag er van verzekerd z ijndat hij talloozen door dit zijn levenswerk totdank heeft verplicht.Ons volk heeft wel kostbaarder boeken ingroote getallen gekocht.

Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTERin de „'s-Gravenhaagsche Kerkbode".

Dr. De Visser moge de overtuiging hebben dat hij zichdoor dit standaardwerk een rerezuil heeft opgerichtdoor de tijden heen ....

„CHR. VOLKSONDERWIJS".

Page 150: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten

UITGAVEN VANN.V. A. W. SIJTHOFF'S UITG.MIJ, LEIDEN

DR. J. TH. DE VISSERZIJN BETEEKENIS VOOR LAND

EN VOLK

MET 14 ILLUSTRATIES OP KUNSTDRUKPAPIER

INHOUD

PROF. DR. J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE —I nleiding.

PROF. MR. C. W. DE VRIES --- Altijd dezelfde.

DR. P. A. KLAP -- Over de AmsterdamscheJaren.

Ds. J. GOUVERNEUR -- Over de Rotterdamsche Jaren.

Ds. E. M. SCHALLENBERG — De Leusden:sche tijd.

Ds. L. E. VAN ZWET --- De Almelosche jaren.STAAT VAN DIENST.

SCHRIFTtIREN VAN DR. J. TH. DE VISSER.

Pros f 0.95.

Page 151: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten
Page 152: Dr. F. VAN GHEEL GILDEVIEESTER · INLEID ING. Na het plotseling overlijden van Dr. F. van Gheel Gildemeester, werd van vele zijden gevraagd om een herinneringsboekje. e. Wij trachten