40
Docentenhandleiding Taalsterk VVE

Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

  • Upload
    others

  • View
    6

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding

Taalsterk VVE

Page 2: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding ...................................................................................................................................... 3 2. Kenmerken................................................................................................................................. 4

2.1 Doelgroep............................................................................................................................... 4 2.2 Eindniveau ............................................................................................................................. 4 2.3 Urenlast .................................................................................................................................. 5 2.4 Inhoud ..................................................................................................................................... 5 2.5 Uitgangspunten lesstofkeuze .............................................................................................. 6

3 Opbouw van de methode ........................................................................................................ 8 3.1 Overzicht van de modules ................................................................................................... 8 3.2 Opbouw van een module ..................................................................................................... 8

4 Differentiëren ........................................................................................................................... 11 4.1 Sterrensysteem ................................................................................................................... 12

5 Diagnostische toets ................................................................................................................ 13 6 Eindtoets .................................................................................................................................. 15

6.1 Inhoud ................................................................................................................................... 15 6.2 Uitvoering ............................................................................................................................. 15 6.3 Beoordeling .......................................................................................................................... 15

7 Didactische principes ............................................................................................................. 17 7.1 Algemene didactische principes ....................................................................................... 17

7.1.1 Algemene didactische benadering ........................................................................... 17 7.1.2 Het ABCD-model van Neuner ................................................................................... 17

7.2 Didactische principes per onderdeel................................................................................ 18 7.2.1 Schrijven ....................................................................................................................... 18 7.2.2 Spreken ........................................................................................................................ 18 7.2.3 Lezen ............................................................................................................................ 19 7.2.4 Luisteren ....................................................................................................................... 20 7.2.5 Grammatica ................................................................................................................. 21 7.2.6 Woordenschat ............................................................................................................. 22 7.2.7 Hoe doe je dat? ........................................................................................................... 22

8 De e-learningomgeving van TaalSterk VVE ....................................................................... 24 8.1 Een gebruikersaccount aanmaken .................................................................................. 24 8.2 Inloggen ................................................................................................................................ 25 8.3 Cursussen bekijken ............................................................................................................ 26 8.4 Opdrachten maken ............................................................................................................. 26 8.5 Hoe begint de cursist? ....................................................................................................... 28 8.6 Groepen aanmaken en inschrijven voor een groep ...................................................... 28

8.6.1 Groepen aanmaken .................................................................................................... 29 8.6.2 De cursist voegt zichzelf toe aan de groep ............................................................. 31

8.7 Resultaten van cursisten bekijken.................................................................................... 32 8.8 Resultaten niet mee laten tellen ....................................................................................... 34 8.9 Resultaten exporteren ........................................................................................................ 35 8.10 Eigen resultaten inzien ....................................................................................................... 35 8.11 Systeemvereisten ............................................................................................................... 37 8.12 De helpdesk ......................................................................................................................... 38

9 Bijlage ....................................................................................................................................... 40 Bijlage I: Overzicht van grammatica- en ‘Hoe doe je dat?’-onderwerpen .............................. 40

10 Bronvermelding ....................................................................................................................... 40

Page 3: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 3

1. Inleiding Deze docentenhandleiding hoort bij de lesmethode TaalSterk VVE, dé methode om het taalniveau van pedagogisch medewerkers te verhogen.

Pedagogisch medewerkers hebben een sterke invloed op de taalontwikkeling van jonge kinderen. In de voor- en vroegschoolse educatie is het belangrijk dat ze kinderen zo goed mogelijk ondersteunen in hun taalverwerving. Dat kan alleen als zij zelf de Nederlandse taal voldoende beheersen. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat dit niet altijd het geval is. De Rijksoverheid heeft daarom met de 37 grootste gemeenten van Nederland afspraken gemaakt over het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers. Vanaf 2013 wordt 95 miljoen euro per jaar extra geïnvesteerd in de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie. Doel van deze investeringen is dat kinderen met een risico op een taalachterstand een zo goed mogelijke start maken op de basisschool, en dat de resultaten van deze kinderen op de basisschool omhoog gaan. TaalSterk VVE is gericht op zowel autochtone als allochtone pedagogisch medewerkers met een taalachterstand. Met deze methode maken cursisten de stap van niveau 2F naar niveau 3F voor lezen en spreken, en van niveau 1F naar niveau 2F voor schrijven. Er is veel aandacht voor woordenschatuitbreiding en de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven en spreken. Maar ook grammatica, spelling en studievaardigheden komen uitgebreid aan bod. De cursist oefent met deze onderdelen in de context van het werk. Aan de opbouw van de methode liggen de actuele didactische inzichten ten grondslag:

Er worden 500 woorden aangeboden en geoefend, die elk vijf tot zeven keer terugkomen in teksten en opdrachten. Bij de selectie van de woorden is rekening gehouden met frequentie (3F) en relevantie voor het pedagogisch werkveld.

Alle opdrachten zijn opgebouwd volgens het ABCD-model van Neuner. De opdrachten sluiten inhoudelijk zo veel mogelijk aan bij het werk van pedagogisch medewerkers.

Grammatica heeft een ondersteunende rol en is geïntegreerd in de modules. Hierdoor is de context steeds betekenisvol en zijn de opdrachten functioneel en communicatief van aard. De uitleg volgt het principe van Focus on Form.

Teksten zijn veelal authentiek, onder meer afkomstig uit kranten, vakbladen voor de kinderopvang en pedagogische websites.

TaalSterk VVE is een ‘blended’ lesmethode: teksten en opdrachten in het boek, herhalen en inslijpen via de computer. De methode is geschikt voor leren in lesverband, in kleine groepjes of individueel. De methode bevat zestien lessen van 2,5 uur, met voor iedere les 2,5 uur huiswerk. In het boek staan L-opdrachten voor in de les, en Z-opdrachten om zelf thuis te maken. De online opdrachten kunnen cursisten zelfstandig doen. Het is mogelijk om cursisten trajecten van verschillend niveau aan te bieden, door de sterretjes in het boek. Als een cursist de online diagnostische toets doet, geeft de computer een advies welke opdrachten hij* wel en niet hoeft te maken. Zo kan er eenvoudig en doeltreffend worden gedifferentieerd. De verschillende taalvaardigheden zijn te onderscheiden aan de hand van de pauwen. Er is een eindtoets beschikbaar waarmee de cursist kan aantonen dat hij een aantal belangrijke vaardigheden heeft verworven. Op www.taalsterk.nl zijn alle online opdrachten te vinden die bij het boek horen. Ook staan hier de woordenlijsten per module. Verder zijn hier het antwoordenboek, de docentenhandleiding, de eindtoets en andere informatie te downloaden. Als docent kun je bovendien je cursisten gemakkelijk volgen en de resultaten inzien. * Waar in deze docentenhandleiding met ‘hij’ wordt verwezen naar de cursist, worden zowel mannelijke als vrouwelijke personen bedoeld.

Page 4: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 4

2. Kenmerken

2.1 Doelgroep TaalSterk VVE is bedoeld voor pedagogisch medewerkers in de voor- en vroegschoolse educatie met een taalachterstand. De methode verhoogt het taalniveau van pedagogisch medewerkers voor de vaardigheden spreken en lezen van niveau 2F naar 3F, en voor schrijven van niveau 1F naar 2F. Cursisten leren de Nederlandse taal met deze methode in een functionele context. Het lesmateriaal bevat herkenbare situaties en de cursist kan het geleerde meteen toepassen in de praktijk. Voor cursisten die beschikken over een lager taalniveau dan 2F is er een methode aanwezig van 1F naar 2F, die ook aansluit bij het pedagogisch werkveld. Er is veel aandacht voor taalaspecten waar middenopgeleiden vaak moeite mee hebben, zoals specifieke grammaticaonderwerpen en spelling. Instructies zijn eenvoudig geformuleerd, evenals de grammaticaonderwerpen, waarbij de grammaticale termen niet in het Latijn maar in het Nederlands worden aangeboden. De vier vaardigheden (lezen, luisteren, schrijven en spreken) worden in een vaste structuur aangeboden. De onderwerpen van de modules sluiten aan bij het werkveld van de pedagogisch medewerker. Door het gebruik van ‘blended learning’ is er bovendien een aangename afwisseling tussen boek- en computeropdrachten (60/40). De methode is overigens goed te gebruiken in groepen met verschillende niveaus, omdat er goed gedifferentieerd kan worden met TaalSterk VVE.

2.2 Eindniveau TaalSterk VVE leidt naar niveau 3F van Meijerink voor spreken en lezen en naar 2F voor schrijven: de verplichte taalniveaus voor pedagogisch medewerkers in de voor- en vroegschoolse educatie. Pedagogisch medewerkers hoeven alleen voor de taken die relevant zijn voor het uitoefenen van het beroep van pedagogisch medewerker niveau 3F te hebben. Taaltaken die ook onder 3F vallen maar die niet relevant zijn voor het beroep, zoals debatteren of literaire teksten lezen, worden daarom niet behandeld. Na het afronden van TaalSterk VVE zal de cursist in staat zijn om:

op effectieve wijze deel te nemen aan gesprekken over onderwerpen van maatschappelijke en beroepsmatige aard. De cursist kan actief deelnemen aan discussies en overleg in kleinere of grotere groepen. Hij kan actief deelnemen aan gesprekken in het kader van werk of een project en de evaluatie daarvan;

monologen en presentaties te houden over beroepsgerelateerde onderwerpen waarin ideeën worden uitgewerkt en voorzien van relevante voorbeelden. De cursist kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot. Hij kan informatie verzamelen en een presentatie geven waarbij hij argumenten kan noemen voor of tegen een bepaald standpunt, of voor- en nadelen van diverse opties. Hij kan vragen vloeiend en spontaan beantwoorden;

een grote variatie aan teksten over opleidingen, beroepsgebonden en maatschappelijke onderwerpen zelfstandig te lezen. De cursist leest met begrip voor het geheel en details;

samenhangende teksten te schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende, vertrouwde onderwerpen binnen werk en maatschappij. De cursist kan e-mails of informele brieven schrijven en daarbij meningen en gevoelens uitdrukken. De cursist kan met behulp van standaardformuleringen eenvoudige zakelijke brieven produceren en schriftelijke verzoeken opstellen. Hij kan notities, berichten en instructies schrijven waarin eenvoudige informatie van onmiddellijke relevantie voor ouders, collega’s en anderen wordt overgebracht. Hij kan notulen maken tijdens een werkoverleg.

Page 5: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 5

Hij kan verslagen en werkstukken schrijven met behulp van een stramien en daarbij informatie uit verscheidene bronnen vergelijken, samenvoegen en samenvatten;

de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren tijdens de dagelijkse routines, bijvoorbeeld door vragen te stellen en telkens te benoemen wat er gedaan wordt;

de taalontwikkeling van kinderen expliciet te stimuleren, bijvoorbeeld door interactief voor te lezen en door aandacht voor woordenschatuitbreiding tijdens spel.

Een aantal van deze doelstellingen is terug te vinden in ‘Over de drempels met taal – De niveaus voor de taalvaardigheid’, uit de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen, januari 2008.

2.3 Urenlast Een belangrijk punt voor de lesorganisatie is de urenlast die gemoeid is met het doorwerken van de methode. Het niveau, de leerbaarheid, de aanwezige voorkennis en motivatie van de cursisten spelen hierbij uiteraard een grote rol. De stof is verdeeld over zes modules, met in totaal zestien paragrafen. Iedere paragraaf bevat materiaal voor een les van 2,5 uur. Daarbij heeft de gemiddelde cursist zo’n 2,5 uur per paragraaf nodig voor het huiswerk. De totale studiebelasting is veertig uur in de les en gemiddeld veertig uur thuis. Een gemiddelde cursist zal alleen de Z-opdrachten met één en twee sterren maken. Een cursist die alle opdrachten moet maken, zal ongeveer vijftig uur nodig hebben voor zelfstudie. Een cursist die alleen de opdrachten met twee sterren hoeft te maken, zal ongeveer dertig uur nodig hebben voor zelfstudie. Om effectief en efficiënt met de lesmethode te werken, kan de cursist voorafgaand aan iedere module een diagnostische toets maken. Op basis van de uitkomsten hiervan wordt een advies gegeven over het soort opdrachten dat die cursist het beste kan maken. In hoofdstuk 5 van deze docentenhandleiding staat beschreven hoe deze diagnostische toets werkt en in hoofdstuk 4 staat hoe je met TaalSterk VVE kunt differentiëren.

2.4 Inhoud TaalSterk VVE bestaat uit:

een boek Het boek is onderverdeeld in zes aansprekende modules die aansluiten bij het pedagogisch werkveld. Elke module bevat een aantal lees- en luisterteksten met onderstreepte leerwoorden, gevarieerde opdrachten, grammatica en studievaardigheidstraining. Alle vier de vaardigheden, lezen, luisteren, schrijven en spreken, worden in een vaste structuur aangeboden.

een online leeromgeving Online vindt de cursist onder de knop ‘Wat kun je al?’ de diagnostische toets voorafgaand aan iedere module. Verder bevat de online leeromgeving alle luisterteksten en diverse opdrachten behorende bij de modules uit het boek.

divers online materiaal Verder vind je online het volgende materiaal dat je kunt downloaden en/of printen: o deze docentenhandleiding o het antwoordenboek o diverse printbladen, zoals lijsten met onregelmatige werkwoorden. o de eindtoets

Page 6: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6

Boek Online

Omvang 6 modules (200 pagina’s). Per module 3 tot 6 leesteksten en 1 luistertekst.

Woordenschat Gemiddeld 80 leerwoorden per module.

Opdrachten bij alle 500 woorden (inhoud en meta).

Grammatica en spelling

In elke module verschillende grammaticaonderwerpen.

Opdrachten erbij volgens ABCD-model.

Hoe doe je dat? Studievaardigheden, verdieping van de grammatica en lees-, schrijf- en spreekvaardigheden.

Opdrachten erbij.

Moeilijkheidsgraad Voor lezen en spreken van niveau 2F naar 3F, voor schrijven van niveau 1F naar 2F.

Fig. 1 Overzicht van de inhoud van het boek en de online leeromgeving

2.5 Uitgangspunten lesstofkeuze Teksten De lees- en luisterteksten vormen de basis van iedere paragraaf. De methode bevat voornamelijk authentieke teksten die aansluiten bij het pedagogische vakgebied. De teksten zijn veelal afkomstig uit kranten, vakbladen van de kinderopvang en pedagogische websites. Leerwoorden De methode bevat in totaal ongeveer 500 leerwoorden. Deze woorden zijn onderstreept in de lees- en luisterteksten in het boek. Om te bepalen of de toegevoegde woorden al dan niet 3F waren, zijn het Van Dale Pocketwoordenboek NT2, de website www.zoekeenvoudigewoorden.nl en de frequentielijst van Hazenberg en Hulstijn (1992) geraadpleegd. Als een woord volgens deze bronnen niet hoogfrequent was, was het een potentieel leerwoord. Vervolgens is er een selectie uit deze woorden gemaakt met betrekking tot relevantie en frequentie. Naast de algemene woordenschat is een aantal vaktaalwoorden opgenomen. De woordenlijsten met de leerwoorden zijn te downloaden op www.taalsterk.nl. De woorden staan per module per tekst op alfabetische volgorde. Grammatica en spelling In iedere module worden verschillende grammaticaonderwerpen behandeld die relevant zijn voor niveau 3F. De grammatica wordt middels de didactiek ‘Focus on form’ aangeboden. Dit houdt in dat de grammaticale structuren helder en met visuele kenmerken (zoals cursivering en onderstreping) duidelijk worden gemaakt in een context en niet middels losse rijtjes of regels. In een aantal modules wordt aandacht besteed aan de spelling van o.a. werkwoordsvormen en meervouden. Online staat een aantal printbladen ter ondersteuning van de grammatica, zoals lijsten met onregelmatige werkwoorden. Hoe doe je dat? Speciaal voor de middenopgeleide cursist is er aandacht voor studievaardigheden, in het boek aangeduid met ‘Hoe doe je dat’. Ook wordt er in deze kaders dieper ingegaan op de grammaticaonderwerpen en de vaardigheden lezen, schrijven en spreken. Opdrachten Alle opdrachten zijn communicatief, contextrijk en afwisselend. In iedere paragraaf zijn de opdrachten volgens Neuners ABCD-model opgebouwd (zie paragraaf 7.1 Algemene didactische principes). Verder zijn de opdrachten gemarkeerd met nul, één of twee sterren,

Page 7: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 7

die de moeilijkheidsgraad en de relevantie van de opdrachten aangeven. Hoe het sterrensysteem precies werkt, kun je lezen in paragraaf 4.1 van deze docentenhandleiding. Door middel van ‘blended learning’ is er een aangename afwisseling tussen boek- en computeropdrachten. De vaardigheden lezen, schrijven, luisteren en spreken komen aan bod.

Page 8: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 8

3 Opbouw van de methode

3.1 Overzicht van de modules TaalSterk VVE bevat zes modules. Hieronder zie je een overzicht van de inhoud: 1. Communiceren met kinderen

Teksten en opdrachten over o.a. verbale en non-verbale communicatie, instructies geven, verzorgerstaal en omgaan met conflicten

2. Samenwerken met collega’s Teksten en opdrachten over o.a. communiceren met collega’s en organisatie en overdracht

3. Ouders informeren Teksten en opdrachten over o.a. ouders voorlichten en op de hoogte houden

4. Kinderen en taal Teksten en opdrachten over o.a. Sesamstraat en taal, interactief voorlezen, een tweede taal leren en spel en taal

5. Veilig en verantwoord werken Teksten en opdrachten over o.a. werkoverleg, verantwoord werken en spelen en handelen bij ongevallen

6. Contact met ouders Teksten en opdrachten over o.a. observeren, slechtnieuwsgesprekken en communicatie met ouders

Grammatica en ‘Hoe doe je dat?’ In de inhoudsopgave van iedere module zijn de kaders met grammatica en ‘Hoe doe je dat?’ te herkennen aan het cursieve lettertype. In bijlage I zie je een overzicht welke grammatica- en ‘Hoe doe je dat?’-onderwerpen in welke module behandeld worden. Icoontjes In de boeken staan verschillende opdrachten. Hieronder zie je wat de icoontjes betekenen.

luisteropdracht

opdracht op de computer

schrijfopdracht

woordenschatopdracht op de computer

spreekopdracht

print de tekst uit

buitenopdracht

leesopdracht

denkopdracht

3.2 Opbouw van een module Iedere module is onderverdeeld in twee tot vier paragrafen. Een paragraaf is een afzonderlijke les van 2,5 uur. De methode bevat in totaal 16 paragrafen, oftewel 16 lessen. Iedere paragraaf bevat een tot twee teksten, verschillende grammaticaonderwerpen en een of meer kaders ‘Hoe doe je dat?’. Ieder onderdeel bevat opdrachten, die eveneens volgens een vaste structuur worden aangeboden.

Page 9: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 9

Diagnostische toets Voorafgaand aan iedere module kan de cursist inloggen op www.taalsterk.nl en onder de knop ‘Wat kun je al?’ een diagnostische toets maken. Aan het einde van deze toets krijgt hij een advies over het soort opdrachten dat hij het beste nog kan maken om het gewenste niveau te behalen. Over het sterrensystem en de diagnostische toets kun je meer lezen in respectievelijk hoofdstuk 4 en 5 van deze docentenhandleiding. Teksten en leerwoorden Iedere module bevat drie tot zes leesteksten en een luistertekst. Voorafgaande aan de teksten worden twee open vragen gesteld over het onderwerp van de tekst. Dit wordt gedaan om de voorkennis te activeren en de cursist te prikkelen met betrekking tot het onderwerp. Na elke tekst (dit kan een leestekst in het boek zijn of een luistertekst online) volgen tekstbegripvragen: online staan gesloten vragen, zoals waar/niet waar-vragen en meerkeuzevragen. In het boek staan vervolgens open vragen over dezelfde tekst, die de ene keer mondeling en de andere keer schriftelijk te maken zijn. Na het behandelen van de tekst gaat de cursist met de leerwoorden aan de slag. Hij wordt gestimuleerd om de betekenis van de woorden op te schrijven in de woordenlijst. Er zijn twee manieren om woordenlijsten te maken:

Online staan de woordenlijsten per module. De cursist kan deze woordenlijsten printen. Op de woordenlijsten staan de onderstreepte woorden uit de teksten in het boek. Achter de woorden kan hij de betekenis schrijven. De lijsten bevatten extra schrijfruimte waar hij andere onbekende woorden uit de tekst kan noteren.

Een andere mogelijkheid is dat de cursist zelf woordenlijsten maakt van de woorden die hij niet kent. Dit laatste kan met name goed werken voor cursisten die een groot deel van de aangeboden woorden al voldoende beheersen.

Daarna gaat de cursist oefenen met de woorden. Dit gebeurt zowel online als in het boek en altijd eerst receptief, dan meta en ten slotte productief. De leerwoorden komen daarna nogmaals terug in schrijf- en spreekopdrachten, grammaticaonderwerpen, extra opdrachten en in volgende modules. Iedere tekst wordt volgens de bovengenoemde structuur behandeld. Spreken en schrijven In iedere module staan verschillende schrijf- en/of spreekopdrachten. Dit zijn altijd C- en D-opdrachten volgens het ABCD-model. De opdrachten gaan over het onderwerp van de module waarin ze staan en zijn functioneel en communicatief. In schrijf- en spreekopdrachten worden behandelde leerwoorden, grammatica en ‘Hoe doe je dat?’-onderwerpen geoefend. Grammatica en spelling De grammatica-opdrachten zijn volgens het ABCD-model opgebouwd. Ieder grammaticaonderwerp wordt geïntroduceerd in een kader met uitleg en voorbeelden. Direct na het kader volgt de A-opdracht. Deze opdracht is vaak: zoek de grammatica in de voorgaande tekst. De docent kan het grammaticaonderwerp en de A-opdracht in de les behandelen. De B-, C-, en D-opdrachten staan in de volgende paragraaf. In de inhoudsopgave wordt naar deze opdrachten verwezen met ‘Grammatica (vervolg)’. De B-opdrachten zijn online te vinden en de C- en D-opdrachten kunnen zowel online als in het boek staan. De cursist maakt de online opdrachten thuis en de schrijf- en spreekopdrachten thuis of in de les. In het overzicht in bijlage I kun je zien welke grammaticaonderwerpen waar in het boek behandeld worden. Hoe doe je dat? In de kaders ‘Hoe doe je dat?’ wordt dieper ingegaan op taalvaardigheden en grammatica, zoals leesvaardigheidstechnieken en signaalwoorden. Ook worden soms een of meer

Page 10: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 10

studievaardigheden uitgelicht en geoefend, zoals woorden leren en het gebruik van een woordenboek. Ook de ‘Hoe doe je dat?’-onderwerpen vind je in bijlage I. Soorten opdrachten In het boek staan verschillende soorten opdrachten. De L-opdrachten zijn bedoeld voor behandeling in de les, de Z-opdrachten maakt de cursist zelf thuis. De online opdrachten kunnen cursisten zelfstandig doen, doordat de computer directe feedback geeft. Verder is er een antwoordenboek beschikbaar waarmee cursisten zelfstandig opdrachten kunnen nakijken. De docent kan de open schrijf- en spreekopdrachten naar eigen inzicht nakijken of bespreken.

Fig. 2 Opbouw van een module

Teksten en leerwoorden

Bij elke tekst (lezen/luisteren) zijn begripsvragen, zowel online als in het boek. In elke tekst staan leerwoorden, die volgens een vaste structuur worden geoefend en zodoende ingeslepen.

Spreken en schrijven

Na ieder grammaticaonderwerp volgen 1 of 2 schrijf- en/of spreekopdracht(en) (C- en D-opdrachten volgens het ABCD-model).

Grammatica en spelling

Iedere module bevat meerdere grammaticaonderwerpen. Na elk grammaticaonderwerp volgen opdrachten volgens Neuners ABCD-model.

Hoe doe je dat?

Iedere module bevat 1 of meer kaders ‘Hoe doe je dat?’.

Page 11: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 11

4 Differentiëren Iedere cursist heeft zijn eigen beginniveau en leert in zijn eigen tempo. Lesgeven aan een heterogene groep vraagt daarom om differentiatie. Daarnaast vervult een docent in de huidige tijd meer en meer de functie van taalcoach dan van de leraar die klassikaal lesgeeft. In die coachende rol begeleidt een docent cursisten daar waar nodig. Een voorwaarde voor deze werkwijze is dat cursisten zelfstandig kunnen (leren) werken. De docent loopt de groepjes af en beantwoordt vragen van cursisten, geeft uitleg over een nieuw grammaticaonderwerp of beoordeelt spreekopdrachten. Het is voor een docent niet makkelijk om het lesdoel, het niveau van het taalaanbod en het soort opdracht aan iedere individuele cursist aan te passen. Daarom helpt TaalSterk VVE de docent hier onder andere bij door het aanbieden van diagnostische toetsen voorafgaand aan iedere module. Na het maken van deze toetsen ‘Wat kun je al?’ krijgt iedere cursist advies op maat. Zie voor uitgebreide informatie over de diagnostische toets hoofdstuk 5 van deze docentenhandleiding. Doordat de instructietaal in de hele lesmethode eenvoudig en eenduidig is, kunnen cursisten het grootste deel van de stof zelfstandig doorlopen. Om een module af te sluiten, kan een cursist de toets ‘Wat kun je al?’ nogmaals maken om te zien of hij nu op alle onderdelen voldoende scoort. In figuur 3 is te zien welke opdrachten cursisten zelfstandig, in groepjes of met de docent kunnen maken.

Soort opdracht Zelfstandig In tweetallen / groepjes

Met de docent

Diagnostische toets online X

Voorbereidende vragen bij teksten

X (X)

Lezen X

Luisteren X

Open bespreekvragen bij teksten

(X) X (X)

Betekenis van woorden opzoeken

X (X)

Online opdrachten X

Grammatica X X (X)

Spreken (X) X X (voor feedback)

Schrijven X (X) X (voor beoordeling)

Hoe doe je dat? X (X) (X)

Reflectie X Fig. 3 Overzicht van de opdrachten: zelfstandig, in groepjes of met de docent?

E-learning De docent kan de resultaten en vorderingen van cursisten volgen via het volgsysteem dat aan een docenteninlogcode is verbonden. Je kunt als docent de resultaten bekijken per module, per opdracht of per cursist. In hoofdstuk 8 kun je alles lezen over de e-learningomgeving en het volgen van de cursisten. Antwoordenboek Door middel van het antwoordenboek, dat online te downloaden en te printen is, kunnen cursisten zelf de meeste opdrachten nakijken. De docent heeft daardoor zijn handen vrij om aandacht te geven aan cursisten of groepjes waar dat nodig is. Je vindt het antwoordenboek in de online leeromgeving onder het kopje ‘Antwoordenboek’. In het antwoordenboek staan de antwoorden op de vragen bij de lees- en luisterteksten en op de schrijf- en spreekopdrachten waar maar één antwoord mogelijk is.

Page 12: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 12

De opdrachten die zelfstandig gedaan kunnen worden, zoals aangegeven in figuur 3, kunnen

cursisten thuis, individueel in de klas of in een open leercentrum maken. Je kunt er uiteraard

voor kiezen om deze opdrachten te begeleiden wanneer je daar tijd en ruimte voor hebt. In

de meeste gevallen zul je de tijd echter nodig hebben om grammatica- en ‘Hoe doe je dat?’-

onderwerpen uit te leggen en om schrijf- en spreekopdrachten te beoordelen.

4.1 Sterrensysteem Alle opdrachten zijn voorzien van nul, één of twee sterren. De hoeveelheid sterren geeft de moeilijkheidsgraad en de mate van relevantie voor de beroepspraktijk aan: 0 sterren betekent: niet zo moeilijk; 1 ster betekent: gemiddelde moeilijkheidsgraad; 2 sterren betekent: moeilijk en/of zeer relevant voor de beroepspraktijk. Een cursist die weinig uren beschikbaar heeft of al zeer gevorderd is, zou zich bijvoorbeeld kunnen beperken tot de opdrachten waaraan twee sterren zijn toegekend. In het volgende hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de diagnostische toets gebruikmaakt van de sterren. Dit systeem zorgt ervoor dat de methode flexibel inzetbaar is wat betreft de hoeveelheid uren.

Fig. 4 Aantal sterren per soort opdracht

Voorbeeld uit het boek van opdrachten met nul, één en twee sterren:

0 sterren (Neuner A)

Receptieve opdrachten die vooral gericht zijn op herkenning

Alle overige opdrachten

1 ster * (Neuner B en C)

Online opdrachten bij lees- en luisterteksten

Woordenschat meta

Grammatica Neuner B

2 sterren ** (Neuner C en D)

Open opdrachten bij lees- en luisterteksten

Woordenschat productief

Grammatica theorie

Grammatica Neuner C en D

Hoe doe je dat? – theorie en opdrachten

Eigen productie in schrijf- en spreekopdrachten

Page 13: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 13

5 Diagnostische toets Bij iedere module van TaalSterk VVE hoort een diagnostische toets: ‘Wat kun je al?’. Deze toets toetst per module de vaardigheden en de woordenschat van de cursist en kan hiermee een uitspraak doen over welke opdrachten er wel en niet gemaakt moeten worden binnen een module. Bij het juist toepassen van de diagnostische toets kan er dus veel tijd bespaard worden. De diagnostische toets is voor de cursist te vinden in de online leeromgeving op www.taalsterk.nl. Zie voor informatie over het aanmaken van een gebruikersaccount hoofdstuk 8 ‘De e-learningomgeving van TaalSterk VVE’ van deze docentenhandleiding. Wanneer je bent ingelogd, kom je op de ‘Home’-pagina. Daar zie je een overzicht van de producten (cursussen) waar je toegang toe hebt.

Als je klikt op ‘Taalsterk VVE’, krijg je een boomstructuur die er zo uitziet:

Als je op een module klikt, zie je bovenaan ‘Wat kun je al?’ staan. Dat is de diagnostische toets. Een diagnostische toets bestaat uit twee delen. Deze delen zijn gebaseerd op de verschillende niveaus van de opdrachten die er zijn. Beide delen bestaan uit meerkeuzevragen en worden door de computer nagekeken. In Deel 1 van de diagnostische toets zitten zowel woordenschat- als grammaticavragen. Dit zijn respectievelijk receptieve en Neuner A-opdrachten. Deze opdrachten hebben geen ster in het boek. Deel 2 van de diagnostische toets bevat eveneens woordenschat- en grammaticavragen. De opdrachten hebben één ster in het boek. Daarnaast worden hier vragen gesteld bij lees- en luisterteksten. De cursist kan beide delen zes keer maken. Voordat hij aan een module begint, kan hij toetsen wat hij al kan. Na het maken van een module kan hij de toets opnieuw maken en zo zijn vooruitgang meten. Ten slotte kan de cursist de diagnostische toets gebruiken ter herhaling als hij aan het eind van de methode is gekomen. Doordat het toetsalgoritme iedere

Page 14: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 14

keer dat de toets gemaakt wordt willekeurig vragen selecteert uit een groot bestand, krijgt de cursist telkens een andere toets. Tijd en advies De cursist heeft voor ieder deel van de toets een tijdslimiet overeenkomstig met het aantal vragen in de toets: een minuut per vraag. Voor de meeste woordenschat- en grammaticavragen zal de cursist minder tijd nodig hebben, voor de lees- en luistervragen heeft hij iets meer tijd nodig. In principe bevat ieder deel van de diagnostische toets twintig vragen. Wanneer een bepaald type opdrachten, bijvoorbeeld Neuner A-opdrachten, weinig voorkomt in de betreffende module, is er ook een verminderd aantal vragen van dat type in de diagnostische toets. Aan het eind van beide delen van een diagnostische toets krijgt de cursist een advies, dat in de vorm van een pop-upscherm verschijnt. Deze adviezen gelden alleen voor de Z-opdrachten in het boek. De L-opdrachten moet een cursist te allen tijde maken. Hieronder staat een beschrijving van de verschillende adviezen bij de verschillende scores:

Wanneer de cursist bij Deel 1 minder dan 70% goed heeft, krijgt hij het advies om alle Z- en L-opdrachten in de betreffende module te maken. Wanneer een cursist Deel 1 van de toets niet voldoende maakt, zal hij op Deel 2 van de toets ook onvoldoende scoren. Hij hoeft Deel 2 dus niet meer te maken (advies I)

Wanneer de cursist bij Deel 1 meer dan 70% goed heeft, krijgt hij het advies om Deel 2 van de toets te maken.

Wanneer de cursist bij Deel 2 minder dan 70% scoort, krijgt hij het advies om alle Z-opdrachten met één en twee sterren te maken. De Z-opdrachten zonder ster kan hij dus overslaan. Hij moet wel alle L-opdrachten maken (advies II).

Wanneer de cursist bij Deel 2 boven de 70% scoort, krijgt hij het advies om alleen de Z-opdrachten met twee sterren te maken. Hij moet wel alle L-opdrachten maken (advies III).

Schematisch gezien ziet bovenstaande er zo uit:

Deel 1 <7

0%

>70%

Deel 2

Advies III

Advies I

Advies II

<70

%

>70%

Page 15: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 15

6 Eindtoets Wanneer de cursist aan het eind van de methode is gekomen, kan hij de eindtoets maken. Hiervoor kan een afsluitende les gereserveerd worden. Het doel van de eindtoets is om door middel van een aantal opdrachten de verworven kennis en taalvaardigheden in de praktijk te brengen. Hierdoor kan de cursist laten zien wat hij geleerd heeft.

6.1 Inhoud De cursist kan kiezen uit vijf verschillende taken: het observeren van een kind, een project opzetten, een tienminuten- of slechtnieuwsgesprek voeren met ouders, de inrichting veranderen of een kijkje nemen bij een ander kinderdagverblijf. Het is de bedoeling dat de cursist die optie kiest, die aansluit bij zijn werksituatie en de mogelijkheden die hij heeft. Wanneer geen van de opties aansluit bij zijn mogelijkheden kan hij in overleg met de docent besluiten om zelf een taak te bedenken of een bestaande taak aan te passen. De vaardigheden lezen, schrijven en spreken komen bij iedere taak aan bod. De cursist leest een artikel of andere informatie over het onderwerp dat hij gekozen heeft. Schrijven komt in verschillende vormen aan de orde, bijvoorbeeld: het schrijven van een verslag, het maken van notulen, een stukje voor een nieuwsbrief schrijven of een formulier invullen. Spreken komt op twee manieren aan de orde: de cursist voert een gesprek, bijvoorbeeld met een collega of een ouder, en hij geeft een presentatie.

6.2 Uitvoering De cursist kiest een van de taken en voert deze stap voor stap uit. In totaal zal de cursist ongeveer vijf uur nodig hebben voor het uitvoeren van zijn taak. Daarbij is de presentatie in de afsluitende les niet meegerekend. Het is handig als de cursist al aan het begin van module 6 nadenkt over de taak die hij graag wil doen. Wanneer de cursist bijvoorbeeld een gesprek met ouders moet voeren, kan hij vast een afspraak met hen maken. Als de cursist alle taken tussen de laatste les over het boek en de afsluitende les wil uitvoeren, kan hij in tijdnood komen, doordat hij de taak niet op het door hem gewenste moment kan uitvoeren. De cursist houdt bij wat hij doet. Wanneer hij bijvoorbeeld iets moet zoeken op internet, schrijft hij op waar hij de gevonden informatie vandaan heeft. Tijdens de laatste les geven de cursisten een presentatie van wat zij in hun taak hebben gedaan. Daarin vertellen ze bijvoorbeeld hoe ze zich voorbereid hebben op een tienminutengesprek, hoe het gesprek verliep en wat er besproken is. De tijd die ze voor de presentatie hebben is afhankelijk van het aantal cursisten dat in één les moet presenteren en de tijdsduur van een les. Indien mogelijk is het goed om de presentaties over verschillende afsluitende lessen te verdelen, zodat iedere cursist ruim de tijd krijgt (in een ideale situatie: vijftien minuten presenteren en tien minuten bespreken). Het is aan te bevelen om na de presentatie van de cursist klassikaal door te praten. Daarbij kunnen de cursisten vragen stellen aan de presentator en ervaringen delen.

6.3 Beoordeling Als docent kun je de eindtoets van de cursist op verschillende aspecten beoordelen. Het geschreven materiaal (bijvoorbeeld een verslag of stukje voor een nieuwsbrief) levert de cursist ter beoordeling in bij de docent. Voor de beoordeling van de andere vaardigheden is de docent met name aangewezen op de presentatie van de cursist. Het is de bedoeling dat de presentatie beoordeeld wordt op verschillende zaken:

de manier van presenteren, zoals: gebruik van hulpmiddelen, contact met het publiek, logische opbouw van de presentatie. Dit leert de cursist in ‘Hoe doe je dat? – Een presentatie geven’ (module 2);

Page 16: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 16

in hoeverre de cursist in staat is geweest om de taak uit te voeren. Hij zal bijvoorbeeld aan moeten geven welke informatie hij uit een artikel kon halen of op internet kon vinden, hoe hij een gesprek heeft aangepakt en hoe het gesprek verliep. Bij sommige taken heeft de cursist een collega om feedback gevraagd en kan deze feedback meegenomen worden in de beoordeling. De presentatie van de cursist geeft dus handvatten voor de beoordeling van de inhoudelijke kant van zijn taak: hoe heeft de cursist zijn kennis en vaardigheden in de praktijk gebracht?;

de taalvaardigheid: gebruikt de cursist de geleerde woorden uit Taalsterk VVE op adequate wijze en kan hij zich grammaticaal correct uitdrukken?

De docent kan ervoor kiezen om de presentatie niet alleen zelf te beoordelen, maar ook telkens door een of twee cursisten een feedbackformulier in te laten vullen. Een voorbeeld hiervan is te vinden op pagina 67 van het boek. Hoewel alle bovenstaande aspecten meegenomen moeten worden in de beoordeling, is het niet zinvol iedere stap of ieder aspect afzonderlijk te becijferen. De uiteindelijke beoordeling kan de vorm krijgen van een cijfer of een waardering (goed, voldoende, onvoldoende). Daarbij kan eventueel opgemerkt worden op welke punten de cursist het beste presteerde en welke zaken nog aandacht nodig hebben.

Page 17: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 17

7 Didactische principes

7.1 Algemene didactische principes

7.1.1 Algemene didactische benadering TaalSterk VVE is een blended learningmethodiek die staat voor een communicatieve en praktijkgerichte manier van werken. TaalSterk VVE richt zich namelijk concreet op de taaltaken van een pedagogisch medewerker. Iedere cursist kan op zijn eigen tempo en niveau met de methode aan de slag om zijn niveau te verhogen tot niveau 3F voor lezen en spreken en 2F voor schrijven. TaalSterk VVE is ontwikkeld volgens een communicatieve benadering, waarbij Neuners ABCD-model constant de basis vormt (zie paragraaf 7.1.2). Om de woordenschat te vergroten, is het principe van herhaling toegepast met als doel beklijving en automatisering te bewerkstelligen. Deze automatisering is van belang om vloeiend te communiceren. Ook schenkt TaalSterk VVE aandacht aan grammaticale structuren, uitspraak, spelling en taalhandelingen. Dit alles gebeurt in een zinvolle context van vakspecifieke teksten, en met veelvuldige herhaling in allerlei soorten didactische werkvormen. Om op niveau 3F te leren communiceren, is interactie noodzakelijk. Daarom zijn er naast zelfstandige opdrachten ook veel opdrachten die in kleine groepjes uitgevoerd moeten worden.

7.1.2 Het ABCD-model van Neuner Door het ABCD-model in praktijk te brengen, is er een opbouw in moeilijkheidsgraad binnen de paragrafen, en werkt de cursist geleid van receptief naar productief toe. Er wordt gewerkt van delen naar gehelen. In iedere paragraaf worden als het ware bouwstenen (leerwoorden en grammatica) aangeboden die bij de schrijf- en spreekopdrachten in een geïntegreerde opdracht gebruikt moeten worden. Fase A: Aanbod en uitleg van nieuwe woorden. Opdrachten ter ondersteuning en controle van begrip. Voorbeeld in TaalSterk VVE:

waar/niet waar-vragen en meerkeuzevragen bij lees- en luisterteksten Fase B: Inslijpen. Opdrachten waarbij de aangeboden woorden meerdere keren langskomen in verschillende contexten. Voorbeelden in TaalSterk VVE:

bij elkaar zoeken van woorden en betekenissen

het juiste woord bij een plaatje zoeken

invulopdrachten

teksten

puzzels Fase C: Gestuurde productie. Opdrachten gericht op mondelinge en schriftelijke communicatie, waarbij een groot deel van de inhoud en de structuur vooraf gegeven is. Voorbeelden in TaalSterk VVE:

zinnen maken met gegeven woorden

open vragen beantwoorden

voorgestructureerde rollenspelen Fase D: Vrije productie. Opdrachten die aansluiten bij praktijksituaties. Voorbeelden in TaalSterk VVE:

Page 18: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 18

open rollenspelen

authentieke formulieren zelf invullen

zelf brieven en e-mails schrijven

7.2 Didactische principes per onderdeel

7.2.1 Schrijven Bij de schrijfopdrachten komen zowel de functionele schrijfvaardigheid als wel de instrumentele schrijfvaardigheid aan bod. Bij de instrumentele schrijfopdrachten wordt de cursist uitgedaagd om zijn taalvaardigheid verder te ontwikkelen. De cursist schrijft zinnen en/of teksten om te oefenen met grammaticale regels en spelling en om woorden en woordcombinaties goed te leren gebruiken. Bij de functionele schrijfopdrachten staat vooral het doel van de schrijftaak centraal, zoals het geven van informatie, een verzoek doen en het beschrijven van dingen of zaken. Er is aandacht voor het afmaken van zinnen, briefconventies en het invullen van formulieren. Voorbeelden van schrijfopdrachten uit het boek:

7.2.2 Spreken Bij de spreekopdrachten is rekening gehouden met het onderscheid tussen de vaardigheden ‘spreken’ en ‘gesprekken’, zoals genoemd in ‘Over de drempels met taal’. Zo wordt er gewerkt aan de benodigde woorden, uitdrukkingen en register. Ook wordt aandacht besteed aan gesprekstechnieken en de opbouw van een presentatie. De meeste spreekopdrachten worden in tweetallen of in groepjes in de les uitgevoerd, maar er zijn ook ‘buitenopdrachten’ die in de werksituatie uitgevoerd kunnen worden. De spreekopdrachten zijn ingebed in de woordenschatopdrachten, de grammaticaopdrachten of staan op zichzelf als verwerkingsopdracht.

Page 19: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 19

Voorbeelden van spreekopdrachten uit het boek:

7.2.3 Lezen Lezen wordt geoefend met behulp van een grote variatie aan leesteksten die aansluiten bij onderwerpen in de voor- en vroegschoolse educatie en verwerkingsopdrachten daarbij. Voorafgaand aan elke leestekst zijn voorbereidende vragen te vinden. De inhoudelijke vragen staan online (waar/niet waar-vragen, meerkeuzevragen etc.) en in het boek (open vragen). Er wordt geoefend met diverse leesstrategieën: globaal lezen, intensief lezen en zoekend lezen. Andere onderdelen die aan bod komen zijn: tekstsoorten, de hoofdgedachte, relaties als oorzaak-gevolg, feiten en meningen en het doel van de schrijver. Voorbeeld van een leestekst met voorbereidende vragen uit het boek:

Page 20: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 20

7.2.4 Luisteren Luisteren wordt geoefend met behulp van luisterteksten die aansluiten bij onderwerpen in de voor- en vroegschoolse educatie en verwerkingsopdrachten daarbij. Voorafgaand aan elke luistertekst zijn – net als voorafgaand aan de leesteksten – voorbereidende vragen te vinden. De online opdrachten besteden aandacht aan verstavaardigheid. Cursisten oefenen met diverse luistersituaties: de ene keer zal hij alleen als luisteraar luisteren (denk aan luisterteksten online) en de andere keer als gesprekspartner binnen een dialoog. Binnen de verwerkingsopdrachten wordt gewerkt met intensief luisteren, globaal luisteren en gericht luisteren. Voorbeeld van een luisteropdracht uit het boek:

Page 21: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 21

7.2.5 Grammatica Het aanbieden en oefenen van grammatica is op de volgende didactische principes gebaseerd: Geïntegreerd Grammatica is onderdeel van de methode en zit geïntegreerd in de modules. Er is eerst aandacht voor inslijpen en daarna wordt de grammatica ook toegepast in combinatie met andere vaardigheden en woordenschat. Grammaticaopdrachten zijn zo veel mogelijk communicatief en gericht op het gebruik. Focus on form Er is weinig moeilijke terminologie, maar de structuren worden helder en overzichtelijk getoond, door met visuele kenmerken (cursivering, onderstreping etc.) de aandacht op de structuur te richten. Terminologie In het boek zijn de Nederlandse grammaticale termen gebruikt. Een lijst met Latijnse termen is achter in het boek te vinden. Veel opdrachten Er is een ruime hoeveelheid opdrachten, zodat je als docent geen aanvullend materiaal hoeft in te zetten.

Page 22: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 22

Zorgvuldige selectie onderwerpen Bij de selectie van de te behandelen grammaticaonderwerpen is rekening gehouden met:

hoe frequent een structuur is;

hoe vaak een bepaalde structuur problemen oplevert;

het feit dat compactheid en overzichtelijkheid soms belangrijker zijn dan compleetheid. Voorbeelden van grammaticaopdrachten uit het boek:

7.2.6 Woordenschat In TaalSterk VVE worden 500 nieuwe woorden geleerd. De meest efficiënte manier om kennis te maken met een woord is de betekenis noteren, waarna een inprentfase volgt. Daarom staat er na een lees- of luistertekst, waarin de woorden voor het eerst gehoord of gelezen worden, de opdracht ‘Welke woorden ken je nog niet? Schrijf de betekenis op in je woordenlijst.’ De woordenlijsten zijn online te downloaden. De woordenlijst bevat vervoegingen van onregelmatige werkwoorden en onregelmatige meervouden, en uitdrukkingen en collocaties als ten opzichte van etc. Elke module behandelt ongeveer 80 nieuwe woorden. Online worden veel woordenschatopdrachten aangeboden, zodat de cursist vijf tot zeven keer met het woord in aanraking komt. Zo kan het woord beklijven. 1. Tekst lezen/beluisteren (boek of online) 2. Woordenlijst, betekenis opzoeken en opschrijven (boek) 3. Vragen over de tekst (online en boek) 4. Woordenschatopdrachten receptief (online) 5. Woordenschatopdrachten meta (online) 6. Woordenschatopdrachten productie (boek en/of online) 7. In grammatica / schrijf- en spreekopdrachten / extra opdrachten

7.2.7 Hoe doe je dat? Elke module bevat een of meerder kaders ‘Hoe doe je dat?’ met daarin theorie over een van de volgende onderwerpen:

studievaardigheid

Page 23: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 23

verdieping van de grammatica

taalvaardigheid (lezen, schrijven of spreken) De middenopgeleide taalleerder heeft vaak weinig of beperkte kennis van studievaardigheden. Deze worden daarom geleerd, zodat men ook zelfstandig (zowel tijdens als na het traject) kan (verder) leren. In het overzicht in bijlage I kun je zien welke ‘Hoe doe je dat?’-onderwerpen waar in het boek behandeld worden.

Page 24: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 24

8 De e-learningomgeving van TaalSterk VVE

8.1 Een gebruikersaccount aanmaken Iedere docent of cursist krijgt voor elk product een registratiecode. Met deze registratiecode kan een gebruikersaccount aangemaakt worden. Dit gebeurt eenmalig voor elk product en gaat voor docenten en cursisten op dezelfde manier. Ga naar www.taalsterk.nl, vul je registratiecode in en klik op ‘Registreren’.

Kies ‘Ik wil een nieuwe account maken’ en klik op ‘Volgende’.

Je komt op je persoonlijke pagina. Je kunt hier je gegevens invullen en een gebruikersnaam en wachtwoord kiezen. Klik daarna op ‘Inschrijven’.

Page 25: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 25

Je komt op je ‘Home’-pagina. Daar zie je een overzicht van de producten (cursussen) waar je toegang toe hebt.

Het gebruikersaccount dat je hebt aangemaakt, kun je ook gebruiken wanneer je een nieuw product registreert. Klik in dat geval op ‘Ik wil mijn bestaande account gebruiken’ nadat je de registratiecode hebt ingevoerd.

8.2 Inloggen Een docent of cursist die al geregistreerd is, kan inloggen met behulp van de zelfgekozen inloggegevens. Je vult de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klikt op ‘Aanmelden’.

Page 26: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 26

8.3 Cursussen bekijken Nadat je bent ingelogd, kun je cursussen bekijken en de opdrachten ervan maken. Dit werkt hetzelfde voor cursisten als voor docenten. Klik op het product dat je wilt bekijken.

Je komt nu in het startscherm van de cursus. Hier zie je ook ‘Uitleg voor de docent’. Onder deze kop vind je informatie over de meeste functies van de online leeromgeving.

8.4 Opdrachten maken Om zelf een opdracht te maken, klik je in de linker balk op een module en vervolgens op een opdracht.

Page 27: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 27

Je ziet dan de opdracht en kunt de vragen maken.

Als je het antwoord op een vraag aanklikt, ga je door naar de volgende vraag.

Zodra je een opdracht hebt afgemaakt, kun je in het overzicht zien wat de goede antwoorden zijn.

Page 28: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 28

Als je een opdracht niet afmaakt en op een andere opdracht klikt, worden de resultaten niet opgeslagen. Er verschijnt een vinkje naast de opdracht. De opdracht heeft een score van 0% en oefent dus invloed uit op het gemiddelde resultaat. Sommige opdrachten bevatten een geluidsfragment. Bij een luisteropdracht kun je op de onderstreepte zin of op het muzieknootje klikken.

Dan verschijnt rechtsboven een afspeelbalkje. Het geluid speelt automatisch af. Om het geluid nog een keer te beluisteren, klik je op de afspeelknop.

8.5 Hoe begint de cursist? De cursist heeft een eigen registratiecode. Daarmee kan hij voor zichzelf een gebruikersaccount aanmaken en dit account gebruiken om in te loggen. Dit gaat op dezelfde manier als voor de docent (zie paragraaf 8.1 Een gebruikersaccount aanmaken en 8.2 Inloggen). Na het inloggen kan de cursist een product aanklikken. Hij komt dan in het startscherm met daarop de ‘Uitleg voor de cursist’. In de linker balk kan hij vervolgens op een module klikken om opdrachten te maken.

8.6 Groepen aanmaken en inschrijven voor een groep Als de docent toegang wil krijgen tot de resultaten van een cursist, moet de cursist deel uitmaken een ‘groep’ waar de docent ook deel van uitmaakt. Deze groepen maak je zelf aan. Hier zie je eerst hoe je een groep kunt maken. Daarna zie je hoe de cursist zichzelf kan

Page 29: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 29

toevoegen aan de groep. Ten slotte zie je hoe je cursisten naar een andere groep kunt kopiëren of uit een groep kunt verwijderen.

8.6.1 Groepen aanmaken Klik op het tabblad ‘Studenten’.

Je ziet dan een overzicht van de groepen.

Om een nieuwe groep te maken, klik je op ‘Nieuw’.

Er verschijnt een nieuw schermpje, waar je een naam voor de groep kunt intypen. Klik daarna op ‘OK’.

Page 30: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 30

Nadat je de groep hebt gemaakt, geef je de groep een code. Deze code is later nodig als cursisten zich voor de groep willen inschrijven. Je geeft de groep een code door de juiste groep te selecteren en op de knop ‘Bewerken’ te klikken. Je ziet dan het schermpje ‘Eigenschappen groep’, waar je bij ‘Code’ de code intypt. In het voorbeeld: ‘KR’.

Je hebt nu een groep aangemaakt waar je de eigenaar van bent. Log uit en log opnieuw in om de groep te kunnen bekijken.

Page 31: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 31

8.6.2 De cursist voegt zichzelf toe aan de groep De cursist logt eerst in met zijn zelfgekozen gebruikersnaam en wachtwoord.

Daarna klikt hij op het juiste product.

Dan gaat de cursist naar ‘Profiel’.

Bij profiel gaat de cursist naar ‘Mijn groepen’. Daar vult hij de code van de groep in en klikt op ‘Inschrijven’. Hij gebruikt de code die de docent heeft toegekend aan de groep, zoals uitgelegd in paragraaf 8.6.1. In het voorbeeld: ‘KR’.

Page 32: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 32

De groep verschijnt bij ‘Mijn groepen’ onder ‘U bent lid van de volgende groepen’. De docent kan vanaf nu de resultaten van de cursist zien.

8.7 Resultaten van cursisten bekijken Als docent kun je de resultaten bekijken van je cursisten. Je kunt de resultaten bekijken per module, per opdracht of per cursist. Om de resultaten te zien, log je eerst in en kies je een cursus. Klik daarna op ‘Resultaten’.

Page 33: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 33

In de linker balk kies je een cursus of een module waarvan je de resultaten wilt zien.

Bij ‘Mijn groepen’ kies je een groep.

Je ziet dan de resultaten van alle cursisten in deze groep. Klik op de naam van een cursist om meer details van de cursist te zien.

Page 34: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 34

Je ziet dan alle opdrachten die een cursist gemaakt heeft en kunt per opdracht de resultaten bekijken. Als een cursist de opdracht meerdere keren gemaakt heeft, staat de opdracht meerdere keren in de lijst.

Klik op een opdracht om de resultaten per vraag te bekijken.

8.8 Resultaten niet mee laten tellen Soms heeft een cursist een opdracht wel bekeken, of hij is eraan begonnen, maar hij heeft hem niet afgemaakt. Dan zie je achter de opdracht 0% staan. Om deze opdrachten niet mee te laten tellen bij het gemiddelde, kun je op het vinkje onder ‘Som’ klikken.

Vervolgens klik je op ‘Bereken’, om het nieuwe gemiddelde te berekenen.

Page 35: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 35

8.9 Resultaten exporteren Je kunt de resultaten van een groep exporteren. Daarvoor selecteer je eerst de juiste groep in het tabblad ‘Resultaten’. Daarna klik je op ‘Exporteren’. Het programma maakt een bestand dat de resultaten van alle individuele cursisten bevat, en een samenvatting met het gemiddelde van de cursisten.

8.10 Eigen resultaten inzien De cursist kan zijn eigen resultaten bekijken. Daarvoor logt de cursist eerst in met zijn zelfgekozen gebruikersnaam en wachtwoord. Zie paragraaf 8.1 voor meer informatie over het gebruikersaccount en paragraaf 8.2 voor informatie over het inloggen.

Vervolgens klikt hij op het juiste product.

Page 36: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 36

Daarna klikt hij op het tabblad ‘Resultaten’.

Als hij daarna in de linker balk op de naam van het product klikt, ziet hij alle resultaten voor dat product. Door op de naam van een module of opdracht te klikken, kan hij specifiekere resultaten zien. De cursist klikt bijvoorbeeld op ‘Module 1’.

Dan krijgt hij de resultaten van alle opdrachten die hij van Module 1 gemaakt heeft. Zijn gemiddelde score voor Module 1 is 12%.

Page 37: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 37

Of de cursist klikt op opdracht 5.

Dan ziet hij dat hij opdracht 5 twee keer gemaakt heeft. Eén keer met een score van 0%, en één keer met een score van 86%. Zijn gemiddelde resultaat voor deze opdracht is dus 43%.

8.11 Systeemvereisten Om met de online leeromgeving van TaalSterk VVE te kunnen werken, moet je computer aan een aantal voorwaarden voldoen. Hieronder zie je welk besturingssysteem en welke browser je nodig hebt, en op welke instelling je beeldscherm moet staan. PC - Windows XP of hoger - Internet Explorer 7.0 of hoger / Firefox 3.0 of hoger - Schermresolutie 1024 x 768 of hoger

Page 38: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 38

Macintosh - Mac OS X of later - Firefox 3.0 of hoger - Schermresolutie 1024 x 768 of hoger

8.12 De helpdesk Indien je specifieke inhoudelijke, logistieke en/of didactische vragen over het programma hebt, kun je het beste contact opnemen met de medewerkers op het kantoor van KleurRijker, bereikbaar op tel. 035-5432491. Of door een e-mail te sturen naar [email protected]. De helpdesk helpt bij het oplossen van technische problemen, zoals inlogproblemen, of wanneer een wachtwoord vergeten is. De helpdesk helpt bij het beantwoorden van vragen, zoals vragen over het volgen van de voortgang. Ook vind je op verschillende plaatsen op de website een helpfunctie. Bij het inlogscherm is een helppagina voor het aanmelden en inloggen.

Nadat je ingelogd bent en een product hebt aangeklikt zie je de ‘Uitleg voor de docent’, en daaronder ook een link voor ‘Uitleg voor de cursist’. Hier vind je uitleg over de meeste onderwerpen.

Page 39: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 39

Page 40: Docentenhandleiding Taalsterk VVE - KleurRijkerace.kleurrijker.nl/resources/homepages/fr_FR/docenten... · 2014-02-19 · Docentenhandleiding TaalSterk VVE 6 Boek Online Omvang 6

Docentenhandleiding TaalSterk VVE 40

9 Bijlage Bijlage I: Overzicht van grammatica- en ‘Hoe doe je dat?’-onderwerpen

10 Bronvermelding

Over de drempels van taal, januari 2008, onderdeel van de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen. Bezocht op 16 september 2013 op http://taalunieversum.org/sites/tuv/files/downloads/

MODULE GRAMMATICA HOE DOE JE DAT?

1 Communiceren met kinderen

spelling

meervoud

verkleinwoorden

woordenboek gebruiken

woorden leren

2 Samenwerken met collega’s

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

verkleinwoorden (vervolg)

bijvoeglijk naamwoord

een presentatie geven

3 Ouders informeren

bijvoeglijk naamwoord (vervolg)

werkwoorden tegenwoordige tijd

werkwoorden voltooide tijd

werkwoorden verleden tijd

een presentatie geven (vervolg)

een tekst schrijven

interpunctie en hoofdletters

4 Kinderen en taal

werkwoorden voltooide tijd (vervolg)

werkwoorden verleden tijd (vervolg)

onregelmatige werkwoorden

gebiedende wijs

wederkerend voornaamwoord

vergelijkingen

een tekst schrijven (vervolg)

formeel en informeel

formele brieven en e-mails

een tekst lezen

signaalwoorden

vaste voorzetsels

5 Veilig en verantwoord werken

woordvolgorde

betrekkelijk voornaamwoord

informatie zoeken op internet

6 Contact met ouders

het woordje ‘er’ uitdrukkingen en spreekwoorden

effectief communiceren