82
DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma Staelens Stamnummer: 01300103 Promotor: Prof. Dr. Koen De Temmerman Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de richting Taal- en Letterkunde: Nederlands – Latijn Academiejaar: 2016 – 2017

DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

DE KARAKTERISERING VAN

LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN

AGRIPPINA DE JONGERE IN DE

ANNALES VAN TACITUS

Emma Staelens

Stamnummer: 01300103

Promotor: Prof. Dr. Koen De Temmerman

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de richting Taal- en

Letterkunde: Nederlands – Latijn

Academiejaar: 2016 – 2017

Page 2: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma
Page 3: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

Voorwoord

Met deze masterproef neem ik afscheid van de opleiding Taal- en Letterkunde. Zoals het cliché

inderdaad wil, zijn de vier jaren op de Blandijn voorbij gevlogen. De opleiding heeft mijn blik

op literatuur, op taal, maar ook op de wereld verruimd. Het voelt raar en onwezenlijk om dit

hoofdstuk in mijn leven af te sluiten, maar ik verlaat het studentenleven nog niet helemaal.

Volgend jaar volg ik immers de Specifieke lerarenopleiding. Ik hoop om mijn passie voor de

talen te kunnen overbrengen aan leerlingen uit het middelbaar onderwijs.

Maar eerst moet natuurlijk de masterproef nog geschreven worden. Reeds in het

middelbaar werd duidelijk dat de feministe in mij naar bovenkwam bij onderzoek. In mijn

onderzoekscompetenties bestudeerde ik Helena in de Ilias en Livia in de Annales. Ook in mijn

papers voor Nederlandse letterkunde tijdens mijn bachelor richtte ik mij op vrouwelijke

schrijvers of vrouwelijke personages. Ik wist meteen dat ik in mijn bachelorproef een vrouw

zou bestuderen. Zo kwam ik opnieuw terecht bij Livia. In mijn masterproef voeg ik daar twee

vrouwen aan toe: Agrippina de Oudere en Agrippina de Jongere.

Mijn dankbaarheid gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotor, prof. dr. Koen De

Temmerman, die enthousiasme toonde voor mijn onderwerp. Hij hielp me om mijn vage

ideeën naar concrete analyses om te zetten en hij gaf me advies bij mijn schrijfproces. Ik

bedank ook mijn ouders, die mij steeds de keuze hebben gelaten om te studeren wat ik wou. Ik

kan ook altijd op hen rekenen. Graag bedank ik ook mijn vrienden, bij wie ik telkens

terechtkon: Lien, Stef, Stijn, Kirsten en Eline.

Page 4: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

Inhoud

1. Inleiding .................................................................................................................................. 2

2. De Annales van Tacitus .......................................................................................................... 4

3. De Annales van Tacitus: positie tegenover vrouwen ............................................................. 6

4. Methode.................................................................................................................................. 9

5. De karakterisering van Livia ................................................................................................. 12

6. De karakterisering van Agrippina de Oudere ...................................................................... 25

7. De karakterisering van Agrippina de Jongere ...................................................................... 39

8. Conclusie .............................................................................................................................. 64

Referentielijst ........................................................................................................................... 66

Bijlage: vertalingen................................................................................................................... 69

1. De karakterisering van Livia ............................................................................................. 69

2. De karakterisering van Agrippina de Oudere ................................................................... 72

3. De karakterisering van Agrippina de Jongere .................................................................. 75

Woordenaantal (zonder citaten): 28958

Page 5: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

2

1. Inleiding

Vrouwen en macht blijken geen goede combinatie te zijn. Zeker mannen blijken hier een

probleem mee te hebben. Vrouwen die topfuncties bekleden blijven in de minderheid. Ook de

Romeinse mannen hadden problemen met machtige vrouwen, waarvan de neerslag te vinden

is in hun teksten. De oudheid wordt klassiek voorgesteld als een mannenbastion, maar enkele

vrouwen konden toch macht uitoefenen. Één van de bekendste voorbeelden is Cleopatra, maar

ook Olympias en de keizersvrouwen zijn voorbeelden. In mijn masterproef richt ik me dan ook

op enkele belangrijke vrouwen van het imperium. Mijn interesse voor hen werd aangewakkerd

tijdens mijn bachelorproef, waarin ik een plotanalyse presenteerde van Livia in Tacitus’

Annales. In mijn masterproef breid ik mijn visie uit en ik bespreek naast Livia ook Agrippina

de Oudere en Agrippina de Jongere.

Wat we weten over Tacitus is zeer beperkt. Bovendien kennen we de informatie enkel

uit zijn eigen geschriften. Zijn geboortejaar is vermoedelijk 55, maar verder weten we weinig

over zijn afkomst, behalve dat hij een homo novus is. Dudley (1968) geeft een kort overzicht

van zijn politieke en literaire carrière. Tacitus schrijft dat zijn carrière gelanceerd wordt door

Vespasianus. Tacitus is getrouwd met een dochter van Agricola en hij schrijft ook over zijn

schoonfamilie. Tijdens de regeerperiode van Domitianus raakt het rijk in verval en

waarschijnlijk vat Tacitus in deze periode het idee op om historiografische werken te schrijven.

In 98 verschijnen Germania en Agricola. De Historiae verschijnen rond 108 en vertellen over

de Flavische dynastie. Hierna is hij gouverneur in Azië en wanneer hij bijna zestig is, keert hij

terug naar Rome, waar hij werkt aan de Annales. Hij had het plan om ook te schrijven over de

regeerperiode van Augustus, maar dit project is nooit tot stand gekomen (Dudley 1968:13-15).

Syme zegt over Tacitus: “for the arrangement of facts and the build of a plot Cornelius Tacitus

has no equal” (1967:306). Dat zal een belangrijk element zijn in de bespreking van de vrouwen.

Volgens Syme zijn de Annales bovendien een werk zonder licht en hoop. Humanitas en

integritas zijn niet meer aan de orde, maar de tirannen vieren hoogtij (1967:545).

De visie op geschiedenis was toen helemaal anders dan vandaag. Geschiedenis is nu een

academische discipline, die zich bijvoorbeeld amper bezighoudt met moraal. Tacitus

daarentegen schenkt aandacht aan moraal en aan hoe het menselijk karakter bepalend is bij

gebeurtenissen (Dudley 1968:10). Zijn visie is natuurlijk wel beperkt tot Rome en de hogere

laag van de bevolking. In de Annales beschrijft hij de Julisch-Claudische dynastie, die volgens

Fischler (1994) een periode van transitie is. Er moet een evenwicht gezocht worden tussen de

absolute monarchie en de republikeinse instellingen. Geschiedschrijvers schrijven over de

sociale en politieke ontwrichting in deze periode. In de literaire traditie worden de

keizersvrouwen negatief beschreven. Zij komen immers dicht bij de macht te staan, wat

voorheen in de republiek nooit mogelijk was geweest (1994:120-122). In de geschiedschrijving

Page 6: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

3

wordt de beschrijving van vrouwen dus een standaardmotief en ze worden gebruikt om de

kwaliteit van de keizers te bepalen (1994:127). In de gouden eeuw krijgen de vrouwen dus een

grotere rol in het publieke leven. Politiek gezien krijgen ze echter geen macht of toch althans

niet openbaar. Tacitus toont hoe achter de schermen de vrouwen de touwtjes in handen

hadden. Want wat doen vrouwen die zelf niet openlijk macht kunnen hebben? Ze ijveren voor

politieke macht voor hun zonen. De drie vrouwen die ik bespreek zijn alle drie moeders van

een keizer.

In deze masterproef onderzoek ik hoe Tacitus Livia, Agrippina de Oudere en Agrippina

de Jongere karakteriseert. Veel onderzoekers hebben deze vrouwen al apart bestudeerd of Livia

met Agrippina de Jongere vergeleken. Ik heb echter geen enkel onderzoek gevonden die deze

drie vrouwen met elkaar verbindt. Op het eerste zicht lijkt de opvallendste gelijkenis tussen

hen dat ze alle drie moeders zijn van de keizers. De vrouwen staan dus dicht bij de macht en

proberen elk op hun manier invloed uit te oefenen. Tacitus gebruikt gelijke

karakteriseringstechnieken om deze vrouwen negatief weer te geven. Toch zijn er ook heel wat

verschillen. Ik geef dan ook een vergelijking van deze technieken en ik probeer een voorzichtige

reden hiervoor aan te bieden.

In de eerste twee hoofdstukken bespreek ik de Annales en de positie van de vrouwen in

dit werk. Na deze status quaestionis zet ik de methode uiteen en geef ik aan wat de voornaamste

karakteriseringstechnieken zijn van Tacitus. Vervolgens presenteer ik mijn analyses via een

close reading van de passages over Livia, Agrippina de Oudere en Agrippina de Jongere. Ik

bestudeer welke methodes typisch zijn voor ieder personage en welke methodes Tacitus

gebruikt om hen te verbinden.

Page 7: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

4

2. De Annales van Tacitus

De Annales schetsen de periode vanaf het einde van Augustus tot het einde van Nero. Het werk

kan in drie delen verdeeld worden, die telkens zes boeken bevatten. Opvallend is dat er telkens

enige hoop is aan het begin van een nieuwe regeerperiode, maar in het tweede deel toont de

keizer zijn ware gelaat. Syme zegt dat dit niet louter een literaire opzet is, maar het

correspondeert met de feiten uit de geschiedenis die we kennen (1967:253). Van de tweede

hexade zijn er echter een aantal boeken verloren gegaan. Daardoor kunnen onderzoekers zoals

Syme nu enkel volledig de eerste en derde hexade vergelijken. De eerste zes boeken volgen de

traditie van de annalen, maar bij de laatste zes springt Tacitus losser om met de traditie.

Schrijven per jaar levert immers ook restricties op. Zo moet Tacitus soms verhaallijnen

onderbreken en in een volgend jaar weer oppikken. In de laatste zes boeken groepeert Tacitus

vaker gebeurtenissen (1967:305). Syme probeert hier een verklaring voor te vinden. Tiberius

zou nog gezien kunnen worden als een voortzetting van de republiek, maar de breuk is bij Nero

compleet. De verandering in geschiedenis doet Tacitus dus op een andere manier omgaan met

geschiedschrijving (1967:267-270). Deze verklaring van Syme lijkt me zeer plausibel. Tacitus

benadert geschiedenis immers op een literaire wijze. Wanneer er zich een verandering in het

ene element voordoet, lijkt het aannemelijk dat hij ook het andere element mee laat

veranderen.

De Annales zijn een historiografisch werk, maar de literaire kracht van het werk mag

dus zeker niet onderschat worden. Ryberg (1942) maakt een duidelijk onderscheid tussen

Tacitus de historiograaf en Tacitus de literaire schrijver, die impressies bij de lezer wil nalaten.

Hoewel het op het eerste zicht minder eloquent en vlot lijkt dan de Historiae, beschrijft Syme

Tacitus’ stijl in de Annales als: “swift and splendid, intense and majestic” (1967:341). Wat

hedendaagse leerlingen Latijn echter het vaakst associëren met Tacitus’ stijl zijn de ellipsen.

Tacitus schrijft met veel weglatingen, die het tempo van zijn verhaal moeten opdrijven, die

aandacht vragen bij de lezer en die antitheses bewerkstelligen. Bovendien kan Tacitus goed

wisselen van stijlregister naargelang de situatie (1967:347-349). Syme somt zijn belangrijkste

literaire technieken op: structuur, uitweiding, speeches, commentaar en weglating (1967:304).

Zijn woordkeuze is poëtisch, archaïsch, gevarieerd en hij heeft duidelijk een voorkeur voor

zeldzame woorden (1967:342). De stijl van Tacitus staat natuurlijk niet in het ijle. Zo baseert

hij zich sterk op Sallustius en hij speelt intertekstueel met Horatius, Livius en zelfs Vergilius

(Dudley 1968:36-37). Tacitus gebruikt niet alleen dezelfde woorden als Vergilius, maar ook het

muzikaal effect. Enkele keren loopt Tacitus in de val en schrijft hij ritmisch, stelt Syme

(1967:357-358). Zijn stijl komt het beste tot zijn recht in de langere verhaallijnen, zoals bij de

moord op Agrippina.

Page 8: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

5

Dudley meent dat de eerste zes boeken van de Annales, het beste zijn wat Tacitus ooit

geschreven heeft (1968:36). Dat Dudley dit zegt over de eerste zes boeken is opmerkelijk, want

wat met de andere boeken in de Annales? Ik heb al besproken dat er structureel een verschil is

tussen de hexades, maar blijkbaar is er dus ook een verschil in stijl. Syme (1967) bespreekt het

verschil in de eerste zes boeken tegenover de andere. Tacitus wijzigt zijn vocabularium, schrijft

minder directe redes en geeft ook minder directe karakteriseringen. Syme beschrijft zijn stijl

in de laatste boeken als “copious, vivid, and elevated; not so tight and ferocious”. De

verandering in stijl wordt net als de verandering in structuur verklaard door de gewijzigde

geschiedenis. De archaïsche grandeur in bijvoorbeeld woordenschat is niet meer passend bij

Nero, die als contemporain werd gezien. Syme vindt ook dat de laatste boeken de indruk

hebben van een gehaaste schrijfstijl en hij meent dat de boeken misschien nog niet volledig

klaar waren voor publicatie (1967:358-361).

Tacitus is natuurlijk niet alleen een historiograaf en literair schrijver, maar ook een

retor. Volgens Utard (2004) heeft retoriek twee grote voordelen voor de historische schrijver.

Ten eerste kan hij zijn retorisch talent tonen. Ten tweede kan de schrijver zo de monotonie van

het verhaal doorbreken (2004:3). Mambwini Kivuila-Kiaku (2004) wijst ook op de retorische

achtergrond van Tacitus. Het belangrijkste gevolg van die achtergrond zou de invloed zijn op

de verhaallijnen. Zo is de moord op Agrippina niet louter een feitenrelaas, maar hij gebruikt

retorische technieken om op te bouwen naar de moord zelf. Tacitus denkt na over hoe hij zijn

publiek moet overtuigen van het discours dat hij aan het brengen is. De grote verdienste

volgens Mambwini Kivuila-Kiaku is dat Tacitus de lezers aanzet tot reflectie. De lezer

reflecteert niet enkel over de historische personages, maar ook over hoe geschiedenis tot stand

komt (2004:100). Santoro L’Hoir (2006) geeft een uitgebreid overzicht van deze retorische

technieken. Ze focust vooral op Tacitus’ vocabularium: herhaling van exacte woorden, variatio,

thematische woordclusters. Bovendien bespreekt ze de retorische stereotypes, zoals de

gifmengster, en ze legt de linken met zowel Griekse als Romeinse tragedies. Bij de eigenlijke

tekstbespreking zal ik terugkeren naar deze bespreking van de retorische Tacitus.

Page 9: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

6

3. De Annales van Tacitus: positie tegenover vrouwen

Na deze algemene inleiding tot Tacitus, spits ik me in mijn status quaestionis meer toe op de

vrouwelijke personages. Hoe staat de verteller Tacitus nu tegenover vrouwen in de Annales?

Sommige onderzoekers verwijten Tacitus van misogynie, maar McHugh (2012) vindt het

verkeerd om Tacitus zo te bestempelen. Tacitus denkt niet in extremen, maar geeft net

genuanceerde, psychologische schetsen van zijn personages. Zo toont hij dat zowel mannen als

vrouwen hun goede en slechte kwaliteiten hebben (2012:74). Bovendien geeft Tacitus net meer

ruimte aan vrouwen dan andere antieke geschiedschrijvers. Baldwin beschrijft Tacitus’ ideale

vrouw als getrouwd, trouw, loyaal en ze heeft gunstige familieverbanden voor haar man

(1972:83). Dit vertaalt zich in de termen pudicitia, constantia en fides1, die Syme aanhaalt

(1967:535). Ze bereiken echter het hoogtepunt hiervan pas wanneer ze hun vrouwelijke

genderrol afleggen en zich de mannelijke aanmeten. Baldwin verwijst dan ook naar de frases

muliebribus lamentis2 en muliebriter fremere3 die dat aangeven (1972:90). Tacitus lijkt dus

geen problemen te hebben met vrouwen in het algemeen, maar wel met vrouwen die hun macht

misbruiken om de politiek naar hun hand te zetten (Barrett 2002:239). In vergelijking met

Suetonius schrijft Tacitus wel minder over seksuele uitspattingen, maar dat betekent niet dat

Tacitus dit niet handig gebruikt bij karakteriseringen (Baldwin 1972:85). Dat zullen we zien bij

Agrippina de Jongere.

Om over de machtige vrouwen bij Tacitus te spreken gaan onderzoekers vaak

verschillende vrouwen met elkaar vergelijken. Dat doen Santoro L’Hoir (1994) en Rutland

(1978), maar het is Foubert (2010) die hier een heel artikel over schrijft. Volgens Foubert maakt

Tacitus parallellen tussen vrouwen, zodat de lezers het hele vrouwennetwerk afwegen

tegenover het beeld van de traditionele matrona (2010:345). Een goede matrona controleert

de mannen in haar leven niet, maar ze laat zich door hen controleren. Hier loopt het fout bij de

vrouwen in de Annales. Het is belangrijk om in de Annales te beseffen dat Tacitus zijn

vrouwelijke personages tegenover dit frame van de matrona plaatst en dat hij zich zo in een

literaire traditie plaatst (2010:349). Tacitus stelt zijn vergelijking van vrouwen vaak op door

de herhaling van woorden of ideeën, maar maakt de vergelijking zelf amper expliciet

(2010:350).

Swindle (2003) heeft een andere focus. Swindle ziet immers de vrouwen als

spiegelbeeld van de mannen. Wanneer Tacitus vrouwen in een slecht daglicht plaatst, is dat

om de mannen in een slecht daglicht te plaatsen. De vrouwen bij Tacitus zijn dan wel meer

rounded characters dan bij andere historiografen, ze blijven altijd gelinkt aan een man. Elke

1 Kuisheid, bestendigheid, trouwheid 2 Vrouwelijk gejammer (Voor deze korte vertalingen heb ik de Pinkster geraadpleegd) 3 Vrouwelijk razernij

Page 10: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

7

vrouw is een moeder, een minnares of een getrouwde vrouw (2003:105-106). De Romeinse

realiteit in het achterhoofd houdend, lijkt me dit echter een normale opvatting van Tacitus.

Een vrouw is niets zonder een man, maar Tacitus beschrijft echter ook hoe een vrouw invloed

heeft op een man. Slechte moeders kunnen hun zonen op een slechte manier beïnvloeden.

Tacitus lijkt van mening dat een keizer enkel goed kan zijn als ook de vrouwen rondom hem

goed zijn (2003:115). Voor Swindle zijn vrouwen dus niet echt volwaardige personages op

zichzelf.

Rutland (1978) beschrijft wel de vrouwen als volwaardige personages in het verhaal van

Tacitus. Zo blijken vrouwen voornamelijk diegene te zijn die bepalen wie de volgende keizer

wordt (1978:15). Livia en Agrippina de Jongere zijn hier een uitstekend voorbeeld van. Rutland

focust verder op het woordgebruik van Tacitus. Enkele terugkerende woorden zijn: lubido,

impotentia, blandimenta, superba4. Dat zijn geen woorden die we positief kunnen

interpreteren. Daarom zegt Rutland dat vrouwen voornamelijk sluw en bedrieglijk zijn in de

Annales. Daarop wijst het woord inlecebra5 en ook muliebris op zich heeft deze slechte

connotatie. Santoro L’Hoir benadrukt dat muliebris bijna uitsluitend voor vrouwen van de

keizersfamilie gebruikt wordt (1992:123). De vrouwen manipuleren tot ze de situatie en de man

onder hun controle hebben (Rutland 1978:16-17). Verder haalt Rutland ook de optie aan om

de vrouwen van de Julisch-Claudische dynastie te zien als Fortuna Ludens (1978:28). Tacitus

spreekt over Fortuna tijdens belangrijke momenten in het rijk: Claudius als keizer (3.18.4), de

tanende regering van Tiberius (4.1.1) en Nero (16.1.1.). Waar het lot Claudius een handje helpt,

helpen de moeders Tiberius en Nero. Deze link voor Tacitus tussen lot en vrouw wordt slechts

terloops aangehaald door Rutland, maar zou in de toekomst nog een interessant uitgangspunt

kunnen zijn voor verder onderzoek over Tacitus.

Er zijn heel wat vrouwelijke stereotypes die ruim de aandacht krijgen. Vrouwelijke

gifmengsters komen doorheen het hele werk terug, waarvan Locusta de belangrijkste is. Zij

wordt dan ook uitgebreid gekarakteriseerd door Tacitus. Santoro L’Hoir (2006) besteedt een

heel hoofdstuk aan dit stereotype. Daarnaast is er ook het stereotype van de stiefmoeder, die

het vaakst verbonden wordt met de keizerlijke vrouwen (Baldwin 1972:89). Ik bespreek dit in

het vervolg van de masterproef bij Livia en Agrippina de Jongere. Een ander stereotype is de

jaloerse vrouw, die vaak probeert een vrouwelijke rivale uit te schakelen (1972:95).

Santoro L’Hoir (1994) liet zich inspireren door Rutland’s analyse van het woordgebruik

om het stereotype van de dux femina6 uit te werken. Tacitus linkt vrouwen met dominatio,

servitium en auctoritas7. Deze termen zijn normaal voor mannen, maar heel ongewoon voor

vrouwen. Op deze wijze vermannelijkt Tacitus de vrouwen en kan hij hen zo thematisch met

4 Begeerte, overmoed, vleierij, arrogant 5 Verleiding, betovering 6 Vrouwelijke leider 7 Tirannie, slavernij, macht

Page 11: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

8

elkaar verbinden (1994:5). Ook barbaarse vrouwen grijpen militaire macht, maar voor Tacitus

is dit gelegitimeerd (1994:6-7). Het begrip dux femina is pejoratief. Een vrouw krijgt

mannelijke kenmerken, maar er worden ook vrouwelijke kenmerken toegedicht aan dux

(1994:8). Dat vrouwen de macht grijpen zien we bijvoorbeeld bij Livia die het paleis en de

omliggende straten beveiligd met bewakers (1.5.4) of bij Agrippina de Oudere die een muiterij

oplost (1.69.1). Santoro L’Hoir ziet in tegenstelling tot Swindle de vrouwen dus als volwaardige

individuen, die soms zelfs een mannelijk statuut krijgen en dus niet langer als volledig vrouw

worden beschouwd.

Een andere belangrijke woordcombinatie is muliebris impotentia8. Dat verwoordt

volgens Santoro L’Hoir hoe de macht van de vrouw te ver gaat, maar het verbindt opnieuw ook

Livia en Agrippina de Jongere (1994:18). Tacitus wil impliceren dat regerende vrouwen

onnatuurlijk zijn, wat hij neerpent in “quod contra vertit” (14.31.1). Santoro L’Hoir stelt wel

dat Tacitus’ commentaar op duces feminae en muliebris impotentia hoogstwaarschijnlijk

literair en retorisch zijn, in plaats van historisch gegrond (1994:19). Het was een topos in de

literatuur dat eerder al gebruikt werd door Cicero, Livius en Vergilius. Muliebris impotentia

werd gezien als de belangrijkste eigenschap van de dux femina en werd gelinkt met

Clytemnestra en Cleopatra (Santoro L’Hoir 2006:125). Wanneer een vrouw een dux wordt,

worden de genderrollen op zijn kop gezet (1994:24). Een vrouw die militaire macht heeft, is

slechts een literaire variatie op een vrouw die de keizer in haar macht heeft. Tacitus wil via deze

vrouwelijke stereotypen suggereren dat de ondergang van het rijk te wijten is aan deze

veranderende genderrollen. Wanneer vrouwen de macht krijgen, is het einde nabij volgens

Tacitus. Agrippina wordt gezien als de triomf van de impotentia muliebris en dit is dan ook de

complete destructie van de Julische-Claudische dynastie (1994:25).

Tacitus’ visie is allesbehalve uniek in deze tijd. De werken van Juvenalis en Martialis

worden immers vaak vergeleken met Tacitus. Baldwin geeft aan dat Tacitus erkent hoe

belangrijk vrouwen waren in het politieke spel bij de beginperiode van het keizerrijk. Hun

jaloezie en hun capabiliteit om emoties te manipuleren onderscheiden hen van de mannen,

maar in deugd en ondeugd zijn ze gelijk aan de mannen. Baldwin vindt Tacitus geen misogyne

man, zoals Syme, maar beschouwt hem als gematigd. Zijn visie is “very male, human and

credible” besluit Baldwin (1972:97).

8 “Vrouwelijke overmoed”, met connotaties zoals begerig naar macht, overschrijden van grenzen en macht tentoonstellen (Santoro L’Hoir 2006:113).

Page 12: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

9

4. Methode

In deze masterproef worden dus de drie moeders van de keizers besproken. De methode die

gebruikt wordt, is de karakteriseringsanalyse. Deze technieken zijn gebaseerd op de antieke

retoriek en kunnen gebruikt worden om prozaliteratuur te analyseren (De Temmerman

2010:23-24). Er zijn drie grote categorieën: benoemen/antonomasia, directe karakterisering

en indirecte karakterisering. De indirecte karakterisering valt uiteen in metaforische

karakterisering en metonymische karakterisering. Metaforische karakterisering gebeurt door

een vergelijking of een exemplum. Er zijn ook verschillende mogelijkheden om metonymisch

te karakteriseren: emotie, deel van een specifieke groep, actie, taal, focalisatie, uiterlijk en

setting (2010:28-43).

Welke technieken Tacitus gebruikt om de vrouwen te karakteriseren zal de rode draad

zijn in het vervolg van de masterproef. Tacitus besteedt immers veel aandacht aan de opbouw

van zijn personages, waardoor hij vaak vergeleken wordt met een schilder. Dudley vergelijkt

hem ook met een dramaturg: hij heeft aandacht voor hoe zijn personages opkomen en afgaan

en hoe de dialoog tussen hen werkt (1968:54). Dat is een reden waarom Tacitus opvallend

weinig over het bovennatuurlijke schrijft. Syme linkt dat aan Tacitus’ uitgebreide beschrijving

van personages. Hij hecht belang aan zijn personages en hij verklaart dus ook gebeurtenissen

via zijn personages, zodat hij het bovennatuurlijke niet hoeft in te passen in zijn verhaal als

verklarende factor (1967:521).

Het belangrijkste kenmerk van de karakteriseringen in de Annales is dat de meeste

indirect zijn. Syme geeft aan dat dit veel minder het geval is in de Historiae. In de Annales

geeft Tacitus niet vaak een lijnrechte karakterschets, maar hij verweeft de personages zo met

de verhaallijnen om hun karakter aan te tonen (1967:314). Zelfs directe karakteriseringen zijn

soms niet eenduidig, omdat ze deel uitmaken van een groter netwerk dat Tacitus opstelt.

Daitz (1960) schrijft een volledig artikel over hoe Tacitus het karakter van zijn

personages ontwikkelt. Alles is gelinkt aan de gebeurtenissen uit de geschiedenis. Die zijn

immers wreed, dus het kan niet anders dan dat de mensen die deze gebeurtenissen in het werk

stellen ook wreed zijn (1960:32). De eerste techniek om te karakteriseren is natuurlijk de

directe beschrijving. Belangrijk hierbij is de afkomst van een personage in tegenstelling tot

fysieke beschrijvingen, die door Tacitus amper gebruikt worden. Een belangrijk onderdeel van

directe karakterisering is het beschrijven van de persoonlijkheid. Deze nadruk op

persoonlijkheid brengt volgens Daitz de personages tot leven (1960:34-35). Een andere

techniek die Tacitus vaak gebruikt, zijn de acties weergeven. Acties tonen immers iemands

persoonlijkheid, maar ook hier kan Tacitus mee spelen. Zo kan hij goede acties beschrijven,

maar door een scherpe opmerking erbij kan hij dit goede in vraag stellen. Tacitus gaat bij deze

acties vaak op zoek naar een verklaring voor de emotionele toestand (1960:37-39). Natuurlijk

Page 13: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

10

worden deze technieken ook samen gebruikt, bijvoorbeeld bij de dood van een personage

Tacitus geeft bij het overlijden een laatste opsomming en evaluatie van het personage

(1960:41). Dat zullen we zien bij de bespreking van Livia. Vaak wordt een personage ook

gekarakteriseerd wanneer het personage geïntroduceerd wordt. Soms gebeurt dat in slechts

één zin, wat het epigrammatisch talent van Tacitus toont, volgens Daitz (1960:42).

Naast de verteller die de personages karakteriseert, laat Tacitus vaak personages elkaar

karakteriseren. Dit zorgt voor afwisseling, maar geeft ook iets meer authenticiteit aan de

uitspraak, volgens Daitz (1960:43).

Behalve de verteller en andere personages kan ook het personage zijn persoonlijkheid

laten zien in een speech. Volgens Dudley worden speeches net daarom gebruikt; de vertelling

zelf zou tekortdoen aan de karakterisering (1968:52). Retoriek is sowieso in de Annales

belangrijk. Utard schrijft dat retoriek en historiografie onafscheidelijk zijn (2004:3).

Redevoeringen kunnen zowel direct, indirect of als combinatie van beide voorkomen. Utard

geeft aan dat onderzoekers de indirecte redes vroeger als minderwaardig beschouwden. Hier

wil Utard komaf mee maken. De indirecte redes hebben dezelfde waarde in het discours van

Tacitus om de lezer te overtuigen (2004:6). Syme geeft ook aan dat de redevoeringen in de

Annales opmerkelijk korter zijn dan in de Historiae (1967:317). Hoe waarheidsgetrouw zijn de

redevoeringen nu eigenlijk? Natuurlijk is het Tacitus die de speeches neerpent, maar Daitz

meent dat Tacitus niet de achterliggende ideeën van de redevoeringen veranderde (1960:44-

45). Dat geldt zeker voor publieke redevoeringen. Syme daarentegen legt meer nadruk dan

Daitz op hoeveel Tacitus dergelijke speeches aanpaste. Hij paste ze zodanig aan dat het klopte

met het beeld dat hij van de spreker doorheen de Annales aan het schetsen was. Personages

die onder elkaar spreken in privésfeer, diens woorden zijn volgens Syme grotendeels zelf

verzonnen (1967:316-319).

Een andere voorkomende techniek, die Daitz bespreekt, is contrastwerking. Het zorgt

voor nadruk en een gevoel van symmetrie. Tacitus contrasteert direct personages met elkaar

of gebruikt een dramatische wisselwerking. Een voorbeeld van direct contrast zijn de acties van

Tiberius en Germanicus. Een wisselwerking van personages werkt subtieler. Het licht van de

vertelling valt nu eens op de ene dan op de andere, maar de aanwezigheid van de ander is altijd

te voelen (1960:47-51).

Een andere methode die Tacitus vaak gebruikt, en die ik later in deze masterproef ook

aanhaal, is het weigeren van een rechtstreekse beschuldiging. Die aarzeling is volgens Ryberg

(1942) contrasterend met zijn uitvoerige beschrijving van motieven en analyses van

gebeurtenissen en gevoelens. Het zwaktepunt van de historiograaf is voor sommigen dat hij

zoekt naar een diepere betekenis door psychologische analyse, maar het maakt Tacitus als

literair schrijver des te beter (1942:384-385). Daitz ziet Tacitus dan ook als de eerste die

persoonlijkheid introduceert in historiografie. Verschillende verklaringen zijn mogelijk: een

Page 14: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

11

verderzetting van Sallustius, de literaire atmosfeer van Tacitus’ tijd, een invloed van theater of

zijn retorische achtergrond (1960:30-31).

Tacitus geeft daarom niet vaak verwijten en kritiek in zijn naam, maar hij zal dat

presenteren als de mening van een ander personage, een gerucht of wat algemeen bekend is.

Dit komt bijvoorbeeld aan bod bij de dood van Augustus, waarvan Livia beschuldigd wordt.

Een beschuldiging kan ook als een alternatief worden weergegeven, waarvoor de historiograaf

geen verantwoordelijkheid opneemt, volgens Ryberg (1942:388). Ook dat is een techniek die

Tacitus gebruikt bij Livia. Deze technieken verdwijnen echter naar de achtergrond in de laatste

zes boeken. Tacitus gebruikt geen literaire spelletjes om Claudius’ vrouwen te veroordelen

(1942:398). Waarom insinueert Tacitus nu minder in de laatste zes boeken? Ryberg linkt dit

met het verhaal van het Romeinse Rijk dat Tacitus wil schetsen: de absolute neergang. Tiberius

was een tiran, maar Tacitus vindt vaak geen gegronde bewijzen om dit te kunnen zeggen. De

historiograaf zit hier vast en daarom komt de literaire Tacitus op de proppen. Hij kan als

historiograaf geen verkeerde feiten meegeven, maar de literaire Tacitus kan de feiten zo

formuleren dat de lezer zelf de juiste conclusies kan nemen (1942:404).

Daitz (1960) gaat echter niet volledig akkoord met deze stelling. Het zou mogelijk

kunnen zijn, maar Ryberg hecht te veel waarde aan de historiografische integriteit van Tacitus.

Zou Tacitus echt een verschil gemaakt hebben tussen de feiten en wat hij geloofde dat er

gebeurd was? De techniek van insinueren hangt inderdaad wel samen met het literair inzicht

van Tacitus. Bij een keizer als Nero kan hij een levendige beschrijving van de wreedheid geven

en hoeft hij niet delicaat te werk te gaan. Dat is anders bij Tiberius. De hypocrisie en misleiding

van Tiberius vragen om een subtielere aanbreng. Tacitus kiest zijn technieken op basis van het

literaire, niet op basis van de historische feiten (1960:47).

Dergelijke technieken doen dus vragen rijzen of Tacitus inderdaad sine ira et studio

schrijft. Dudley linkt deze uitspraak met Tacitus’ positie als homo novus. Er zijn geen enkele

voorouderlijke herinneringen of afgunst die zijn verhaal zullen kleuren (1968:23). Bovendien

kleurt zijn politieke achtergrond zijn werk. Als senator heeft hij het politieke spel van dichtbij

meegemaakt en hij voelt dat de senaat steeds minder macht krijgt. Daarom voelen de Annales

ook nostalgisch aan (1968:24-26). Ondanks de vooroordelen biedt Tacitus toch een compleet

beeld van zijn personages. Hij toont alle kantjes die er zijn. Het resultaat is inderdaad geen

historiografisch werk, zoals moderne lezers dat definiëren, maar zoals Daitz aangeeft is het een

literaire tour de force (1960:52). Via een close reading van de verhaallijnen rond Livia,

Agrippina de Oudere en Agrippina de Jongere zal ik bestuderen hoe Tacitus deze vrouwen

karakteriseert. Welke gelijkenissen en verschillen zijn op te merken?

Page 15: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

12

5. De karakterisering van Livia

Livia zal de eerste Romana princeps zijn in Rome, maar die toekomst lijkt heel veraf in de

eerste twee decennia van haar leven. Ze is de eerste Romeinse vrouw, die van historisch belang

is, waarvan we de geboortedag weten: 30 januari 59 of 58 v.C. De wereld waarin ze geboren

wordt, is de onstabiele wereld van het einde van de Romeinse Republiek (Hillard 2013:6-8).

Haar vader en haar man steunen de moordenaars van Caesar. Na de slag bij Philippi pleegt

haar vader zelfmoord en is haar man, Tiberius Claudius Nero, een vijand van Octavianus. In

40 v.C. reizen Livia, haar man en hun tweejarige zoon Tiberius, naar Marcus Antonius, maar

ze moeten naar het buitenland vluchten wanneer Octavianus hen dood wil. Ze komen

uiteindelijk terecht in Sparta, waarover Suetonius een anekdote schrijft. Octavianus’ mannen

vinden hen in Sparta en ze moeten vluchten door het bos. Terwijl ze vluchten, begint het bos

te branden, waardoor Livia’s kledij en haar verbrand zouden zijn. Deze gebeurtenissen kunnen

volgens Burns ervoor zorgen dat Livia zich kant tegen de republiek (Burns 2007:6). In 39 v.C.

kunnen Livia en haar gezin terugkeren naar Rome. In dat jaar ontmoet ze voor het eerst

Octavianus, die volgens de bronnen meteen verliefd wordt op haar. Octavianus was op dat

moment getrouwd met Scribonia, die zwanger was. De coup de foudre van Octavianus zou veel

te maken hebben met de schoonheid van Livia, die zelfs geprezen werd door Ovidius. Maar

Octavianus moet ook het politiek voordeel ingezien hebben van een huwelijk met Livia. Ze

stamde namelijk af van een elitefamilie: de Livii aan haar vaderzijde en de Claudii aan haar

moederszijde. In 38 v.C. huwen Octavianus en Livia. Drie maanden na het huwelijk bevalt Livia

van haar tweede zoon, Drusus. Hoewel er geruchten waren dat dit misschien Augustus’ zoon

was, is Drusus heel waarschijnlijk de zoon van haar eerste man (Burns 2007:7).

In 31 v.C. verslaat Octavianus Marcus Antonius. Vier jaar later verandert hij zijn naam

naar “Imperator Caesar Augustus”. Augustus wil de moraliteit in het rijk opnieuw versterken.

Om dit programma kracht bij te zetten, moeten de vrouwen in zijn familia zich hiernaar

gedragen. Vrouwen, waaronder Livia dus, moeten spinnen en allerlei huiselijke taken

uitvoeren. Dergelijke taken houden de vrouwen binnenshuis, maar door de instelling van het

keizerrijk is het echter onvermijdelijk dat vrouwen ook publieke figuren worden (Hillard

2013:10). Bovendien is het wat ironisch dat Augustus net de moraliteit wil verhogen, hoewel

hij zelf ontrouw is. Desondanks zijn amoureuze misstappen, zijn Livia en Augustus wel een

goed politiek team. Tijdens hun huwelijk zou Augustus vaak Livia’s mening gewaardeerd

hebben over staatszaken (Burns 2007:9).

Augustus had een slechte gezondheid en hij besefte dus hoe belangrijk het was om een

goede mannelijke opvolger te hebben. Zoals Burns stelt, stierven veel van zijn mannelijke

erfgenamen op jonge leeftijd (Burns 2007:10). Enkele van die sterfgevallen zullen later aan bod

komen in mijn masterproef. In 12 v.C. trouwt Livia’s zoon Tiberius met Augustus’ dochter,

Page 16: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

13

Julia. Julia is echter opstandig en wordt uiteindelijk verbannen door haar vader. Tiberius

verlaat Rome en verzaakt aan zijn taken. Livia’s andere zoon, Drusus, sterft in 9 v.C.

Uiteindelijk keert Tiberius terug en hij wordt geadopteerd door Augustus. Zijn opvolger zal dus

geen bloedband hebben (Burns 2007:11-13).

In het jaar 14 sterft Augustus en wordt Tiberius de nieuwe keizer. Livia krijgt vanaf nu

de titel Augusta. De relatie met haar zoon vertroebelt echter snel. Onder andere Suetonius en

Dio schrijven dat Livia zich nog dezelfde privileges en macht wil toe-eigenen zoals voorheen

(Burns 2007:16-17). Tiberius maakt zichzelf echter niet populair bij het volk en waarschijnlijk

verminderde ook de populariteit van Livia. Tiberius verhuist uiteindelijk naar Capri in 26.

Ofwel omwille van zijn moeders bemoeienissen volgens Tacitus, ofwel wilde hij dat gewoon

zelf (Balsdon 1962:94). Hij keert zelfs niet terug voor de dood van zijn moeder in het jaar 29

en hij verhindert ook enkele eerbewijzen.

In de overlevering wordt Livia allesbehalve positief omschreven. Een grote oorzaak

hiervoor is de beschrijving die Tacitus biedt van Livia. Dennison schrijft hierover:

Met zijn revisionistische Annales die minder dan een eeuw na haar dood verschenen, verbande Tacitus haar voor eeuwig naar het griezeltheater. Zijn portret van de vrouwelijke beul, kwaadaardige stiefmoeder en overheersende moeder (…) werd ten slotte de inspiratiebron voor de Livia van Graves’ meeslepende I, Claudius (2010:16, vertaling Posthuma 2015).

Ik bekijk nu in detail hoe Tacitus Livia zo negatief voorstelde.

Livia wordt voor het eerst beschreven in I.3. en wordt dus meteen aan het begin van het verhaal

vermeld. I.1. is namelijk een inleiding over Rome en over wat Tacitus zal schrijven. I.2. gaat

over hoe Augustus aan de macht komt. In I.3. schrijft Tacitus over de opvolgingskwestie. In

I.3.1. schrijft Tacitus dat Livia’s zonen, Tiberius Nero en Claudius Drusus, de titel van

imperator krijgen. Augustus adopteert ook zijn kleinzonen, Gaius en Lucius en zij worden

princeps van de jongeren genoemd.

9ut Agrippa vita concessit, L. Caesarem euntem ad Hispanienses exercitus, Gaium remeantem Armenia et vulnere invalidum mors fato propera vel novercae Liviae dolus abstulit, Drusoque pridem extincto Nero solus e privignis erat, illuc cuncta vergere: filius, collega imperii, consors tribuniciae potestatis adsumitur omnisque per exercitus ostentatur, non obscuris, ut antea, matris artibus, sed palam hortatu. (I.3.3.)10

Tacitus geeft twee redenen voor de dood van Lucius Caesar en Gaius: het lot of hun stiefmoeder

Livia. Een techniek die Tacitus veel gebruikt, is om de meest waarschijnlijke reden als laatste

te presenteren, waardoor Tacitus meteen insinueert dat Livia een moordenares is (Daitz

1960:46). Zoals Barrett opmerkt geeft Tacitus wel geen verder bewijs of een uitweiding hierop.

9 De gebruikte teksteditie is Tacitus, P. Cornelius, & Koestermann, E. (1963). Annalen. Heidelberg: Winter. 10 De vertalingen van de fragmenten bevinden zich in de bijlage en zijn overgenomen uit Wes (1999) en Wes (2000).

Page 17: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

14

Het is voldoende dat hij erop alludeert om twijfels te zaaien bij zijn lezerspubliek (2002:53).

Dio vermeldt ook de mogelijkheid dat Livia hen vermoord heeft, maar Suetonius dan weer niet.

Barrett vermoedt dat deze geruchten zijn ontstaan wanneer de geruchten begonnen over haar

mogelijke inmenging bij de dood op Germanicus (2002:54). Ze heeft natuurlijk wel een motief:

van de vier mogelijke opvolgers blijft nu enkel haar eigen zoon Tiberius over. Ook noemt

Tacitus haar meteen een noverca, wat op niet veel goeds wijst. Stiefmoeders hebben door alle

eeuwen heen een slechte connotatie. Tiberius wordt dus na hun dood als zoon geadopteerd en

krijgt verscheidene bevoegdheden. De laatste zin van deze passage is veelzeggend: vroeger

moest Livia dit heimelijk doen, maar nu kan het openlijk. Hierdoor ziet de lezer de macht van

Livia en hij verwacht dat ze nog openlijk zal meespelen in intriges. Maar wat kan Livia dan

vroeger in het geheim gedaan hebben? Tacitus biedt hier geen antwoord op. Deze opmerking

dient er voornamelijk voor om Livia voor te stellen als een vrouw van intrige. Livia wordt ook

meteen voorgesteld als een moeder, “matris”, wat natuurlijk belangrijk is in de verhaallijn,

omdat dit haar acties stuurt. De reden waarom ze immers zou moorden, is voor haar zoon. Dat

moederliefde als resultaat niet iets positiefs heeft, toont het tweede woord “artibus”. “artibus”

is trouwens een bewoording die ook bij Agrippina de Jongere te zien is om naar de intriges te

verwijzen. Livia wordt dus meteen verbonden met zowel heimelijke als openlijke complotten

en door de link met Agrippina de Jongere gelden deze implicaties ook voor haar. Ook Agrippina

de Oudere zou complotten gesmeed hebben, althans toch volgens onderzoekers (Shotter

2000), maar Tacitus zwijgt hier opvallend over. Toch hangt ook de sfeer van intrige rond

Agrippina de Oudere in de Annales.

In de eerste kennismaking met Livia karakteriseert de verteller haar negatief: een

stiefmoeder, een moordenares en een vrouw die heimelijk maar ook openlijk manipuleert.

Tacitus introduceert dus onmiddellijk de negatieve visie waarmee hij de vrouwen in de Annales

zal benaderen. Dit is belangrijk, omdat de neergang van het rijk voor Tacitus mede veroorzaakt

wordt door de machtige vrouwen (Santoro L’Hoir 1994:25). Daarom is het mogelijk dat hij

meteen Livia aan het begin introduceert, omdat de inmenging van vrouwen een constante zal

zijn in zijn werk en hij dit thema dus vroeg wil aanbrengen bij de lezer. Een andere reden is dat

Livia de eerste keizersvrouw is en de lezer alle andere vrouwen tegenover haar zal afwegen.

Livia zo vroeg introduceren bewijst hoe belangrijk zij en haar eigenschappen zullen zijn.

Lucius en Gaius vormen echter niet het enige probleem voor Livia. Augustus heeft nog

een kleinzoon, Agrippa Postumus. Volgens Barrett zijn de lotgevallen van Agrippa Postumus,

die ook later in het verhaal nog aan bod zal komen, de meest dramatische episodes van Livia

in de Annales (2002:243).

nam senem Augustum devinxerat adeo, uti nepotem unicum, Agrippam Postumum, in insulam Planasiam proiecerit, rudem sane bonarum artium et robore corporis stolide ferocem, nullius tamen flagitii compertum. (I.3.4.)

Page 18: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

15

Livia manipuleert Augustus zodat Agrippa verbannen wordt naar Planasia. Agrippa Postumus

heeft niets verkeerd gedaan, “nullius flagitii”, maar hij is enkel hier omdat Livia dat wil.

Volgens Suetonius is het Augustus die deze beslissing neemt, omdat Agrippa te uitbundig leeft

(Barrett 2002:58). Het belangrijkste woord hier is: “devinxerat”. Tacitus gebruikt devincere,

“vastbinden, omwinden”, vaak in een negatieve betekenis en hij verbindt het met “controle

achter de schermen”. Santoro L’Hoir (2006) zegt dat “devinxerat” hier nog onheilspellender

klinkt, omdat in I.3. ook dolus en artes gebruikt worden. Bovendien heeft devincere een link

met duistere magie (2006:148). Tacitus’ werk baadt dus meteen in een duistere, sinistere sfeer.

Hij noemt Livia hier niet bij naam, maar doordat deze passage onmiddellijk na de moorden

van Lucius en Gaius komt, weet de lezer dat Livia hier ook de instigator is. Het zal nog enkele

malen gebeuren dat Tacitus niet naar Livia verwijst via haar naam. Daarnaast wijst Barrett op

het woord “senem”. Augustus wordt voorgesteld als oud en dus eigenlijk ongeschikt om

dergelijke beslissingen te nemen. Hij is dan ook een gemakkelijke prooi voor een sluwe vrouw

(2002:58). Agrippa is tijdelijk uitgeschakeld, maar zolang hij leeft, blijft hij wel een bedreiging

vormen. Door haar acties leren we in I.3. Livia kennen als een manipulatieve vrouw, die

machtig is en haar man om haar vinger kan winden. Indien een vrouw de keizer kan

manipuleren, bezit ze dus de eigenlijke macht over het keizerrijk. Volgens Fischler moet het

ook tonen dat zwak de mannen waren en dat ze niet goed regeerden (1994:127). Livia is de

eerste vrouw die dat kan en alle vrouwen na haar proberen ook invloed uit te oefenen op de

keizer. Agrippina de Oudere wil Tiberius overtuigen van haar zienswijze en Agrippina de

Jongere beïnvloedt haar man en probeert dat, tevergeefs, ook bij haar zoon.

In I.4. geeft Tacitus een schets over Tiberius, waarin hij noteert:

accedere matrem muliebri impotentia: serviendum feminae duobusque insuper adulescentibus qui rem publicam interim premant quandoque distrahant.

Tiberius zal de slaaf zijn van zijn moeder en twee jonge mannen, Germanicus en Drusus.

Tacitus schrijft een variant van mater om naar Livia te verwijzen en hij verbindt dit net zoals

in I.3. met iets negatiefs. Tacitus gebruikt hier de term “impotentia”, die hij ook bij andere

vrouwen gebruikt. Ook “muliebri” wil er nog eens de nadruk op leggen dat Livia een vrouw is,

wat niet past bij macht. Rutland schrijft dat telkens wanneer Tacitus muliebris gebruikt, hij

associaties wil leggen met emotie en bedrog (1978:15). Dat is hier zeker het geval: deze vrouw

deinst voor niets terug als het om macht gaat. In de volgende passages gebruikt Tacitus dit

woord niet meer, maar het keert wel terug bij Agrippina de Oudere en haar dochter.

“serviendum feminae” is het hoogtepunt van alle passages tot nu toe volgens Rutland. In deze

context kan het dubbel opgevat worden: is Tiberius de slaaf van een vrouw of is het hele

Romeinse Rijk dat (1978:18)? Wat het ook zij, de slaaf zijn van een vrouw is in de reële sociale

context van het Romeinse Rijk nooit goed. Deze zin is in de eerste plaats bedoeld als een zwakke

karakterisering van Tiberius, maar het karakteriseert ook Livia als een dominante moeder. We

Page 19: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

16

hebben tot nu toe nog niets positiefs over Livia gelezen. Daardoor kunnen de gebeurtenissen

in I.5. aannemelijk zijn voor de lezer.

I.5. is misschien wel de belangrijkste passage over Livia in de hele Annales en de

negatieve karakteriseringen hebben hiernaar opgebouwd.

Haec atque talia agitantibus gravescere valetudo Augusti, et quidam scelus uxoris suspectabant. quippe rumor incesserat paucos ante mensis Augustum, electis consciis et comite uno Fabio Maximo, Planasiam vectum ad visendum Agrippam; multas illic utrimque lacrimas et signa caritatis spemque ex eo fore ut iuvenis penatibus avi redderetur. quod Maximum uxori Marciae aperuisse, illam Liviae. gnarum id Caesari; neque multo post extincto Maximo, dubium an quaesita morte, auditos in funere eius Marciae gemitus semet incusantis quod causa exitii marito fuisset. utcumque se ea res habuit, vixdum ingressus Illyricum Tiberius properis matris litteris accitur; neque satis compertum est, spirantem adhuc Augustum apud urbem Nolam an exanimem reppererit. acribus namque custodiis domum et vias saepserat Livia, laetique interdum nuntii vulgabantur, donec provisis quae tempus monebat simul excessisse Augustum et rerum potiri Neronem fama eadem tulit.

De gezondheid van Augustus verslechtert. Sommigen, “quidam”, vermoeden een misdaad van

Livia. Naar Livia wordt trouwens verwezen met “uxoris”, om nog eens extra in de verf te zetten

dat ze zijn vrouw is. Tacitus gaat dus niet zo ver om zelf te beweren dat Livia Augustus

vermoord heeft. “Utcumque se ea res habuit” wijst erop dat de verteller er zelf niet veel in

gelooft, maar hij geeft de lezer toch wel dit gerucht mee. Dit is bovendien de tweede maal dat

Livia geassocieerd wordt met moord in het verhaal. Waarom zou ze nu haar eigen man willen

vermoorden? Ze zou gehoord hebben dat Augustus Agrippa heeft bezocht. Er is dus het gevaar

dat Augustus genade schenkt aan hem en hij zo opnieuw een opvolger wordt. Tacitus geeft wel

de reden niet mee van de tocht, dus het is helemaal niet zeker dat Augustus dit van plan was.

De verhaallijn past gewoon bij het stereotype van de noverca. De stiefmoeder doet er alles aan

om haar zoon aan de macht te krijgen, zelfs haar man vermoorden. Santoro L’Hoir (2006) wijst

ook op het gebruik van “valitudo”. Tacitus heeft al dergelijke woorden gebruikt tot nu toe. Zo

werd Gaius beschreven als “invalidum” in I.3. en Augustus als “validus” in I.4., waardoor de

lezer kon beginnen twijfelen of hij wel gezond zou blijven. “valitudo” wordt hier omringd door

“gravescere” en “scelus uxoris”, die Livia als oorzaak voor de verslechterde gezondheid in de

verf zetten. Santoro L’Hoir meent dat dit een metafoor is voor het Romeinse Rijk dat ziek wordt

(2006:184). Livia maakt het rijk ziek en elke vrouw die in haar voetsporen treedt, maakt het

zieker en zieker.

Na de dood van Augustus is Livia een dux femina: ze sluit de wegen af en plaatst

bewakers. Opvallend is dat Tacitus hier voor het eerst in I.5. Livia bij haar naam noemt. Dit

contrasteert met “uxor” en de talloze keren dat er naar haar verwezen wordt via “mater”. In de

tussenperiode dat haar man sterft en haar zoon de keizer wordt, is Livia even zelfstandig in de

macht die ze kan uitoefenen. Ze beschikt dus duidelijk over militaire macht om deze ingrepen

te doen en zo de opvolging vlot te kunnen laten verlopen. Santoro L’Hoir (2006) wijst erop dat

het afzetten van de wegen een duidelijk teken is dat Livia haar vrouwelijke grenzen aan het

Page 20: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

17

overschrijden is. Ze heeft controle over de grenzen van het huis, maar er wordt geïmpliceerd

dat ze ook controle heeft over de grenzen van het rijk (2006:55-56). Volgens Santoro L’Hoir is

deze zin bovendien een gemeenplaats in zowel de Griekse als Latijnse literatuur en retoriek. Zo

zou controle hebben op de toegangswegen een retorische link hebben met een familiemoord

en vergiftiging (2006:48-50).

Barrett (2002) vergelijkt Tacitus’ versie met die van Dio en Suetonius. Over het plot

rond Agrippa, wijkt Suetonius af. Maar beschuldigen de andere historiografen ook Livia? Dio

schrijft meer in detail over de misdaad, maar is er zelf niet helemaal van overtuigd. Volgens

Dio zou Livia enkele vijgen vergiftigd hebben en zou zo Augustus gestorven zijn. Suetonius

noteert echter dat Augustus een natuurlijke dood sterft en afscheid neemt van Livia (2002:66-

67). Tacitus durft duidelijk de moord niet als een feit weer te geven, maar door het gerucht neer

te pennen na reeds een negatieve karakterisering van Livia, zaait hij genoeg twijfel bij de lezer,

zodat de sympathie voor deze vrouw begint te wankelen.

Ook in I.6. staat moord centraal. De eerste misdaad onder de nieuwe keizer is de moord

op Agrippa Postumus. In amper zes hoofdstukken wordt Livia driemaal met moord

geassocieerd. Tacitus schrijft:

propius vero Tiberium ac Liviam, illum metu, hanc novercalibus odiis, suspecti et invisi iuvenis caedem festinavisse.

Tiberius’ motief is dat hij bang is voor Agrippa, maar Livia’s motief is enkel stiefmoederlijke

haat. Volgens Barrett vertelt Tiberius echter de waarheid wanneer hij zegt dat de moord op

instigatie van Augustus was (2002:71). Tacitus wil dus enkel weer Livia – en Tiberius – in een

slecht daglicht plaatsen via hun acties.

Deze twee hoofdstukken zullen resoneren bij de moord op Claudius. Dit doet Tacitus

woordelijk door de herhaling van: “scelus”, “exanimis”, en de beide vrouwen die de wegen

afsluiten en bewakers plaatsen. Tacitus noemt trouwens Tiberius anachronistisch “Nero” in

I.5. Dat doet hij enkel om de link met de latere keizer Nero nog te verduidelijken (Barrett

2002:246). De link die Santaro L’Hoir (2006) aangeeft tussen het afzetten van de wegen met

familiemoord en vergif is misschien nog duidelijker bij Agrippina de Jongere. De moord wordt

immers niet voorgesteld als een gerucht, maar een feit, en er wordt ook beschreven hoe

Claudius vergiftigd wordt.

Door de rest van het boek heen wordt Livia sporadisch vermeld, meestal om naar haar ambities

te verwijzen. In I.7. wil Tiberius duidelijk maken dat hij niet via een sluipweg, “per uxorium

ambitium et senili adoptione inrepsisse” aan de macht is gekomen. Livia wordt opnieuw

voorgesteld als “vrouw van”. Bovendien had Tacitus hier ook naar Livia kunnen verwijzen als

moeder. In het tweede deel van de zin wordt er wel verwezen naar Augustus, dus dat kan een

verklaring zijn om de link te maken. Het kan er echter ook op wijzen dat ze ambities heeft die

verder reiken dan enkel haar zoon. Bovendien wordt met deze uitspraak een link gemaakt naar

Page 21: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

18

Agrippina de Oudere, “ambitiose” in I.69. en Agrippina de Jongere, “ambigat” in XII.65. Dit is

een voorbeeld van de variatio die Tacitus in zijn herhalingen gebruikt. Hij herhaalt niet

letterlijk hetzelfde woord, maar maakt kleine variaties, maar het idee blijft wel in het

achterhoofd van de lezer sluimeren: dit zijn ambitieuze vrouwen (Santoro L’Hoir 2006:23-24).

In I.8. is er een voorbeeld van deze ambities. In het testament van Augustus staat:

“Livia in familiam Iuliam nomenque Augustum adsumebatur.” Livia krijgt de titel van

Augusta11, wat een enorme eer moet zijn geweest. Kolb (2010) probeert te analyseren wat deze

titel precies inhield. Volgens hem wou Augustus dezelfde unieke titel, die voor hem een sacrale

betekenis had en hem verhief boven de normale stervelingen, nu schenken aan Livia. Dat zou

immers de reputatie van het Julische huis vergroten en ook de positie van Tiberius legitimeren.

Bovendien brengt deze titel de vrouw dichter bij de sociale en ideologische positie van de

keizer. Dat betekent niet dat dit een politieke titel was, wel is het een eer, die door de mannen

aan de vrouw wordt gegeven, die dient om de (mannelijke) dynastieke heerschappij te

versterken. Het had dus een stabiliserend effect. De Augusta-titel krijgen was decennialang het

hoogst mogelijke wat een vrouw kon bereiken (2010:14-17).

Er is echter kritiek op Livia, waarbij Tacitus niet specifieert van wie die afkomstig is:

“Livia gravis in rem publicam mater, gravius domui Caesarum noverca” (I.10.). Tacitus

gebruikt voor de derde keer het concept noverca, maar hij heeft het nog geen enkele keer in

dezelfde vorm herhaald. In I.3. lazen we “novercae”, in 1.6.2. “novercalibus”, en hier “noverca”.

Santoro L’Hoir (2006) schrijft dat Tacitus hier heel goed heeft over nagedacht. Hij creëert zo

immers een terugkerend thema, maar door de kleine variaties camoufleert hij zijn retorische

bedoeling. Toch maakt de lezer nu in zijn onderbewustzijn een link tussen stiefmoeders en

wreedheid (2006:24-25). Let ook op het gebruik van gravis en gravius.12 Livia is een moeder

en een stiefmoeder en als beide drukt ze haar stempel op het keizerrijk. Als stiefmoeder

vermoordt ze immers Gaius, Lucius en Agrippa en ze bepaalt zo dat zij niet de opvolgers

worden van Augustus. Als moeder bepaalt ze dat Tiberius geadopteerd wordt en na de moorden

de keizer van het Romeinse Rijk wordt. Ryberg (1942) wijst erop dat Tacitus in I.3. de moorden

niet als feit weergaf, maar als een mogelijkheid, maar hier beschrijft Tacitus ze wel als een feit.

Lezers die twijfelden tussen Livia en het lot, krijgen hier geen twee opties meer. Tacitus doet

hetzelfde in III.19. waar hij schrijft dat Vipsania het enige kind is van Agrippa dat een

natuurlijke dood sterft. Hiermee verwijst hij opnieuw naar de moorden op Gaius en Lucius

(1942:389). In I.10. staat er ook “abducta Neroni uxor”. Het globaal beeld van Livia, mag dan

wel dat zijn van een trouwe, kuise vrouw, deze opmerking herinnert eraan dat ze dat toch ook

11 Livia is de eerste die deze titel verkrijgt en na haar zullen nog 59 vrouwen deze titel krijgen (Kolb 2010:23-35). 12 In de Loeb editie staat er: “Livia gravis in rem publicam mater, gravis domui Caesarum noverca” waardoor de anafoor sterker is. (Tacitus, P. Cornelius, Moore, C. Herschel, & Jackson, J. (1962). Histories, books IV-V; Annals, books I-III. Repr. London: Heinemann.)

Page 22: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

19

niet helemaal is. Ze was immers zwanger van een andere man toen ze met Augustus trouwde

(Santoro L’Hoir 2006:174-175). Kuisheid is een eigenschap die al dan niet terugkeert bij

Agrippina de Oudere en haar dochter en waar Tacitus ook meer aandacht zal aan besteden dan

hier bij Livia.

Livia’s macht slinkt echter snel door haar zoon. Dat wordt aangegeven in I.14. De

senatoren vleien Augusta en willen haar een titel toekennen, zoals “mater patriae”. De

meerderheid stelt voor om bij de officiële naam van Caesar “Iuliae filius” toe te voegen. Tiberius

vindt echter dat er matigingen moeten zijn bij het toekennen van onderscheidingen aan

vrouwen. Dat is een eerste teken van een vertroebelde relatie tussen moeder en zoon. Barrett

schrijft dat we het conflict tussen moeder en zoon ook niet moeten overdrijven. Een reden dat

de bronnen zo veel aandacht aan Livia geven, is omdat ze ook geen andere machtige vrouw in

het leven van Tiberius de schuld konden geven van problemen. Een andere reden waarom het

zo moeilijk vlotte, is volgens Barrett niet door persoonlijke problemen, maar door het zoeken

van de posities na de dood van Augustus. Wat zijn nu Livia’s rechten nu ze geadopteerd werd

(2002:147-149)? Tiberius’ problemen met zijn moeder moeten dan ook niet als persoonlijk

geïnterpreteerd worden, maar hebben te maken met Tiberius’ visie op hoeveel macht vrouwen

mogen hebben, ongeachte welke vrouw (2002:162). Maar hoe Barrett het ook analyseert, dit is

niet de indruk die de lezer krijgt bij Tacitus. De lezer ziet enkel een zoon die zich kant tegen de

macht van zijn moeder. In I.33. wordt Livia een laatste keer vermeld in het eerste boek. Tacitus

schrijft hier over de spanningen tussen Livia en Agrippina de Oudere, waarbij Tacitus het niet

kan laten om haar toch weer te typeren als noverca. In I.72. schrijft Tacitus dat er anonieme

spotverzen de ronde doen over Tiberius’ arrogantie, maar ook over de gespannen relatie met

zijn moeder.

In het eerste boek leren we dus Livia direct kennen via de verteller als noverca en een

ambitieuze vrouw. Indirecte karakterisering over de acties, namelijk de moorden, gebeurt

echter via geruchten. Moorden plannen is trouwens het enige wat we Livia zien doen.

De eerste vermelding van Livia in boek II. is in II.14. Hierin verschijnt ze in een soort religieuze

rol in een droom van Germanicus. Zij biedt hem een purperen toga aan, wat voor hem het

signaal is om ten strijde te trekken tegen de Germanen. Dat is de eerste keer dat Livia positief

beschreven wordt, misschien net omdat het een droom is en geen realiteit. Het positieve wordt

echter ook weer snel tenietgedaan. Piso uit in II.34. kritiek op de rechtsgang. Hij roept

Urgulania ter verantwoording, maar “supra leges amicitia Augustae extulerat”. Piso wijkt

echter niet, hoewel “Augusta se violari et imminui quereretur”. Uiteindelijk mengt ook Tiberius

zich: “Tiberius hactenus indulgere matri civile ratus, ut se iturum ad praetoris tribunal,

adfuturum Urgulaniae diceret”. Tiberius mengt zich omwille van “matris preces”. Dit toont dat

de moeder invloed heeft op haar zoon. “preces” is trouwens een woord dat zal terugkeren en is

Page 23: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

20

het enige emotionele kantje dat we van Livia leren kennen. Livia wordt in II.34. nadrukkelijk

beschreven via haar titel Augusta. Dat lijkt logisch in deze context. Deze titel verhief haar en

gaf haar dus de mogelijkheid om zich te mengen met rechtszaken. Het plaatst namelijk haar

en haar vrienden boven de normale rechtspraak. Urgulania wordt immers gered door haar

amicitia met Livia. Barrett wijst erop dat amicitia ook betekent “wederzijdse verplichtingen”.

In deze betekenis is het een woord met associaties die typisch mannelijk zijn: de mannen

helpen elkaar politiek. Impliciet plaatst Livia zich zo op het niveau van de mannen, en zelfs op

het niveau van de keizer volgens Barrett (2002:166). Dit toont dat ze denkt dat ze machtig is.

Toch moet Tiberius zijn moeder hulp bieden, vooral uit de overweging dat dit zijn reputatie

verbetert. Dat Livia ook Tiberius helpt, staat in II.42. Koning Archelaüs wordt door middel van

een brief van Livia naar Rome gelokt. Tacitus noemt hier Livia enkel “matris”.

Livia wordt opnieuw met een moord geassocieerd in III.3., namelijk op Germanicus.

Dit zou haar vierde moord zijn. De precieze omstandigheden bespreek ik later bij Agrippina de

Oudere, maar Livia zou een hand in de moord hebben gehad. Dit is dus een groot contrast met

de helpende Livia die de lezer in Germanicus’ dromen heeft gezien. Wanneer Agrippina de

Oudere terug in Rome is, vertonen Livia en Tiberius zich niet openbaar. De reden hiervoor is

volgens Tacitus:

inferius maiestate sua rati si palam lamentarentur, an ne omnium oculis vultum eorum scrutantibus falsi intelleg<er>entur.

Opnieuw wil Tacitus de lezer meer van de tweede reden overtuigen: hun verdriet zou maar nep

zijn. Tacitus noteert ook dat Antonia, de moeder van Germanicus, niet aanwezig was op de

begrafenis. Misschien was dit door ziekte of door het enorme verdriet. Tacitus geeft echter een

eigen mening, wat hij amper doet in de Annales. Het toont dat deze passage belangrijk is.

facilius crediderim Tiberio et Augustae, qui domo non excedebant, cohibitam, ut par maeror et matris exemplo avia quoque et patruus attineri viderentur.

Tiberius en Livia zouden haar hebben tegengehouden, zodat het lijkt alsof ze alle drie

overmand zijn door verdriet. Ut met de conjunctief is hier te vertalen door “alsof” en wijst er

dus opnieuw op dat het verdriet van Livia en Tiberius niet gemeend is. Doen alsof is een

kenmerk die ook bij Agrippina de Oudere terugkomt. Deze vrouwen kunnen zich hypocriet

opstellen. Tacitus last hier zijn eigen stem in om de lezer erop te wijzen dat Livia zeker geen

positief personage is.

Plancina en Piso staan terecht voor de moord op Germanicus. Plancina wordt echter

beschermd door Livia: “secretis Augustae precibus” (III.15.). Opnieuw verwijst Tacitus naar

Livia via haar titel Augusta wanneer het gaat over haar macht. Ze kan er immers voor zorgen

dat Plancina niets overkomt. Deze situatie is dus parallel aan II.34. Er is ook een link met I.3.

Daar waren de intriges van Livia “obscuris”, maar kon ze uiteindelijk “palam” te werk gaan.

Hier is het echter weer “secretis”. Livia heeft inzicht in wat ze openlijk kan doen en wat ze

heimelijk moet doen. Tiberius moet uiteindelijk tot een uitspraak komen:

Page 24: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

21

pro Plancina cum pudore et flagitio disseruit, matris preces obtendens, in quam optimi cuiusque secreti questus magis ardescebant (III.17.).

Net zoals in II.34. verwijst Tacitus daarna naar haar statuut als moeder. Livia heeft blijkbaar

gesmeekt bij haar zoon. Tacitus gebruikt letterlijk dezelfde woorden: “matris preces” om te

wijzen op de parallelie van deze gebeurtenissen. Livia gebruikt dus opnieuw haar emotionele

kant om iets gedaan te krijgen bij haar zoon. Agrippina de Oudere zal dit ook proberen bij

Tiberius, maar faalt. De “optimi” beginnen echter wel te morren over deze macht. Dit toont aan

dat de Romeinen vonden dat Livia, als vrouw, haar boekje te buiten ging. Uiteindelijk haalt

Livia haar slag thuis en Plancina wordt vrijgesproken.

Een ander voorbeeld van Livia’s macht is terug te vinden in III.64. Livia is ziek en

Tiberius moet terugkeren naar Rome. Tacitus noemt Livia hier “Iuliae Augustae”, wat hij nog

niet eerder heeft gebruikt. De reden waarom kan misschien enkele zinnen verder gevonden

worden. Tacitus verwondert zich over de goede verstandhouding tussen moeder en zoon, want

toen ze een beeld aan Augustus had gewijd, had ze de naam van Tiberius en haar eigen naam

op de inscriptie vermeld. Tacitus schrijft hier: “divo Augusto Iulia dicaret”. Dit is een van de

weinige keren dat Tacitus haar Iulia noemt en er is dus een chiasme tussen de twee namen.

Er zijn enkele korte passages in boek IV. waarin Livia kort vermeld wordt: Tiberius verwijst

naar haar leeftijd (IV.8.8.), de provincie Asia die een tempel voor haar, maar ook voor Tiberius

en de senaat, mag bouwen (IV.15.) en Livia mag plaatsnemen tussen de Vestaalse Maagden op

het theater (IV.16.). Livia komt dus veel minder aan bod in het vierde boek, maar Agrippina de

Oudere krijgt een prominentere rol in dit boek. Haar conflicten met Tiberius zijn dus

belangrijker voor Tacitus. Livia is bovendien op leeftijd en Tacitus verschuift zijn blik

begrijpelijk op de jongere generatie. De enige merkwaardige opmerking over Livia in boek IV.

is in hoofdstuk 57. Tiberius vertrekt uit Rome, waarvoor Tacitus enkele redenen geeft. Één

daarvan is:

traditur etiam matris impotentia extrusum quam dominationis sociam aspernabatur neque depellere poterat, cum dominationem ipsam donum eius accepisset. nam dubitaverat Augustus Germanicum, sororis nepotem et cunctis laudatum, rei Romanae imponere, sed precibus uxoris evictus Tiberio Germanicum, sibi Tiberium adscivit. idque Augusta exprobrabat, reposcebat.

Livia wordt opnieuw verbonden met “impotentia”, maar nu ook met “dominatio”, wat Tacitus

ook bij Agrippina de Jongere zal gebruiken. Dit is een duidelijke link die moet tonen hoe

machtig beide vrouwen zijn. Tacitus noteert dit wel niet als zijn uitspraken, maar “traditur”,

“er wordt zo gezegd”. Dio en Suetonius noteren ook deze reden, maar volgens Barrett is het

slechts speculatie (2002:97). Opnieuw wordt enkel naar Livia verwezen via “matris”, “uxoris”

en “Augusta”. Telkens past het binnen de context. In relatie met Tiberius wordt ze moeder

genoemd, wanneer Augustus vermeld wordt, wordt ze beschreven als zijn vrouw en bij het

werkwoord “reposcebat” wordt haar titel vermeld. Barrett wijst op de verschillen tussen

Page 25: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

22

Tiberius en Nero. Tiberius beseft dat hij inderdaad wat te danken heeft aan zijn moeder en

ondanks de problemen tussen hen, vermoordt hij haar niet (2002:154). De spanningen tussen

Nero en Agrippina de Jongere zullen echter eindigen in haar dood.

Livia sterft in het jaar 29. Haar dood wordt beschreven aan het begin van boek V:

Rubellio et Fufio consulibus, quorum utrique Geminus cognomentum erat, Iulia Augusta mortem obiit, aetate extrema, nobilitatis per Claudiam familiam et adoptione Liviorum Iuliorumque clarissimae. primum ei matrimonium et liberi fuere cum Tiberio Nerone, qui bello Perusino profugus pace inter Sex. Pompeium ac triumviros pacta in urbem rediit. exin Caesar cupidine formae aufert marito, incertum an invitam, adeo properus ut ne spatio quidem ad enitendum dato penatibus suis gravidam induxerit. nullam posthac subolem edidit sed sanguini Augusti per coniunctionem Agrippinae et Germanici adnexa communis pronepotes habuit. sanctitate domus priscum ad morem, comis ultra quam antiquis feminis probatum, mater impotens, uxor facilis et cum artibus mariti, simulatione filii bene composita. funus eius modicum, testamentum diu inritum fuit. laudata est pro rostris a C. Caesare pronepote qui mox rerum potitus est. At Tiberius, quod supremis in matrem officiis defuisset, nihil mutata amoenitate vitae, magnitudinem negotiorum per litteras excusavit honoresque memoriae eius ab senatu large decretos quasi per modestiam imminuit, paucis admodum receptis et addito, ne caelestis religio decerneretur: sic ipsam maluisse. (V.1-2.)

Voor ik wat meer over de tekst zelf zeg, bekijk ik eerst de plaatsing van deze passage. Tacitus

plaatst necrologieën in het merendeel van de gevallen aan het einde van een jaar, maar hij

begint er hier net mee (Ginsburg 1981:32). Dat komt omdat Tacitus ook die gebeurtenissen

vooraan in het jaar plaatst, die belangrijk zijn voor zijn verhaal. De dood van Livia is belangrijk,

omdat na haar dood Tiberius slechter gaat regeren. Bovendien is er geen zo’n uitgebreide

passage bij het overlijden van Agrippina de Oudere en Agrippina de Jongere. Mogelijks is dit

omdat Tacitus niets over de vroegere jaren van Livia heeft geschreven en hij dat hier nu

enigszins goedmaakt.

Hij verwijst naar haar via haar volledige titel, Iulia Augusta, en geeft een overzicht van

haar leven. Tacitus geeft amper uiterlijke beschrijvingen, maar hij kan er niet omheen om Livia

als forma te beschrijven. Tacitus karakteriseert haar direct als een dominante moeder,

meegaande echtgenote en een goede bezieler van het huishouden. Barrett (2002) stelt zich de

vraag wat die “mater impotens” nu eigenlijk echt inhield. Constitutioneel had Livia geen macht.

Na de dood van haar man, wordt haar positie heel onduidelijk. Barrett meent dat Augustus

misschien toch constitutionele macht voor Livia voor ogen had. Wat die precies was, moest de

senaat en Tiberius dan maar na zijn dood bepalen (2002:154-156). Bovendien kan je dit dubbel

interpreteren: een vrouw die haar zoon wil controleren of een moeder die oncontroleerbaar is

in haar daden om haar zoon aan de macht te helpen (2002:241). Globaal gezien is dit echter

een positieve beschrijving, wat verrassend is na alles wat we gelezen hebben. Nergens maakt

hij nog allusies op de moorden die Livia op haar geweten zou hebben. Tacitus blijft dicht bij de

feiten aan en gaat geen geruchten meer verspreiden. Dennison schrijft over de necrologie:

Page 26: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

23

Wellicht bevat Tacitus’ schampere necrologie van Livia een onbedoeld compliment. Met zijn typering (…) definieerde hij haar in haar dood, net zoals in het leven, via haar relatie tot mannen die het hoogste openbare ambt bekleedden. Dat ze haar gedrag aanpaste aan dat van hen was misschien cynisch; het was in elk geval bewijs van haar zelfverzekerde inzicht in de realiteit van de Romeinse politiek (2010:280, vertaling Posthuma 2015).

Dennison haalt hier aan wat tijdens de analyse besproken is: Tacitus verwijst altijd naar Livia’s

relatie met de mannen in haar leven. Ze is meestal “de vrouw van” of de “moeder van”, in plaats

van haar eigen persoon. Dit strookt met de visie van Swindle (2003) dat vrouwen steeds gelinkt

worden met de mannen uit hun leven. Wanneer ze wel alleenstaand beschreven wordt, is dat

echter in een mannelijke functie: inmenging in de rechtspraak, het afzetten van de straten…

De enige acties die Livia niet voor haar zoon onderneemt, is de inmenging in de rechtspraak,

maar ook dat is dan omwille van een persoon uit haar familie. Livia wil niet macht om de

macht, maar gebruikt haar macht om haar familie te beschermen. Agrippina de Oudere en haar

dochter zullen individueler worden beschreven dan Livia.

Tiberius is niet aangedaan door de dood van zijn moeder en kan zelfs niet aanwezig zijn

op haar begrafenis. Hij verhindert enkele eerbewijzen en zorgt ervoor dat ze niet opgenomen

wordt onder de goden. Vanaf de dood van Livia vergroot de machtswellust bij Tiberius en het

wordt duidelijk dat zij hem in toom hield. Opvallend is dat de lezer geen commentaar over Livia

zelf krijgt na haar dood. Tiberius gaat zijn moeder niet negatief afschilderen en ook zijn er geen

negatieve uitspraken door het volk. We zullen de verschillen hiervan zien bij Agrippina de

Oudere en Agrippina de Jongere. Dit doet samen met de neutrale necrologie vragen rijzen, die

echter niet door onderzoekers beantwoord worden. Het lijkt alsof Tacitus Livia toch niet

volledig negatief wil schetsen. Livia hield immers Tiberius in toom, wat voor Tacitus toch een

positief element was. Misschien is Tacitus daarom zo negatief over wat ze gedaan heeft om

Tiberius, die slechte keizer, aan de macht te krijgen.

Barrett (2002) geeft een uitgebreid overzicht van de belangrijkste woorden die Tacitus gebruikt

om Livia te beschrijven, waar ik ook in mijn analyse hebben op gewezen. Laat ik die hier kort

herhalen. We hebben enkele malen “potentia” kunnen zien, maar belangrijker is “impotentia”

volgens Barrett, omdat dit meer wijst op een lust voor macht. “muliebri impotentia” resulteert

in “serviendum feminae”, de mannen worden de slaaf van de vrouwen (2002:240-241). Tacitus

toont dat in zijn narratief: het is de vrouw die beslist wie de macht krijgt in Rome. In alles wat

ze doet, werkt ze via intriges en is haar drijvende kracht niet openlijk: heimelijk Gaius en Lucius

laten vermoorden of heimelijke gesprekken met Plancina. Dit contrasteert dus met wat we

lazen in I.3. Livia doet amper iets openlijks, maar doet alles achter de schermen. Een mogelijke

reden is dat Tacitus geen bewijzen heeft en dus wel moet schrijven dat alles heimelijk geregeld

werd. Het past echter ook bij zijn karakterisering. Livia is een slimme en sluwe vrouw, die weet

wat ze in het geniep moet doen en wat ze publiekelijk kan doen.

Page 27: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

24

Het belangrijkste woord waarmee hij haar direct karakteriseert is echter noverca, stelt

Barrett (2002). De Romeinen maakten een duidelijke link tussen stiefmoeders en vergif en

stiefmoeders als moordenaars van hun stiefzonen. Toch was Livia geen traditionele

stiefmoeder. Ze wordt enkel stiefmoeder van Gaius en Lucius doordat Augustus hen adopteert.

Bovendien schrijft Tacitus ook dat Livia stiefmoederlijke haat voelt voor Agrippina, maar Livia

is de stiefmoeder van haar moeder Julia, niet van Agrippina. Suetonius bijvoorbeeld noemt

Liva nooit noverca (2002:241-242). In een artikel geeft Barrett (2001) meer uitleg over het

stiefmoeder stereotype bij Livia. Hij wijst erop dat Livia zelden met noverca verbonden wordt,

maar het is ook niet Tacitus’ uitvinding. Dio schrijft immers dat Agrippa kwaadspreekt over

Livia “als stiefmoeder” (2001:173-174). Tacitus gebruikt dus de connotaties die verbonden

worden met noverca om Livia in een slecht daglicht te plaatsen. Bovendien kan het zijn dat hij

dit ook gedaan heeft om een grotere parallel met Agrippina de Jongere te maken. Een andere

associatie met noverca is de controle over taal, namelijk via bezweringen, schrijft Santoro

L’Hoir (2006:54). Net zoals devincere, kan noverca ook gelinkt worden met magie. Santoro

L’Hoir concludeert dus dat de concepten van vergif, magie en slechte vrouwelijke invloed

overlappen (2006:149).

Opvallend is dat de karakteriseringen verlopen via de verteller. Geen enkele ander

personage zegt iets over Livia. Er wordt wel verwezen door Tacitus naar de slechte relatie

tussen moeder en zoon, maar Tiberius zelf zegt niets negatiefs. De verteller karakteriseert haar

dus direct via de belangrijkste woorden die hierboven zijn opgesomd. Ook vermeldt hij haar

op verschillende wijzen: Livia, Augusta, mater en uxor. Augusta wordt specifiek gebruikt om

naar Livia’s macht te verwijzen. Mater is ook een belangrijk woord, omdat het de drijfveer is

voor haar acties. Nadat haar plan gelukt is, zien we dat Tacitus mater gebruikt om de invloed

op Tiberius aan te duiden. Ze smeekt immers tot haar zoon, wanneer hij in het voordeel van

een van haar vriendinnen moet spreken.

Indirecte karakterisering verloopt metaforisch via de verbanden die ik ook zal

bespreken bij de andere vrouwen. Doordat Livia de eerste vrouw is die vermeld wordt,

vergelijkt de lezer de andere vrouwen ook telkens eerst met haar. Bovendien zijn er indirecte

metonymische karakterisering door de acties die Livia onderneemt. Voor de zwaardere

accusaties, zoals de moorden, spreekt Tacitus wel niet in eigen naam, maar verwijst hij naar

geruchten, die hij later handig presenteert als feit.“Livia’s eigenlijke ‘misdaad’ was niet moord,

maar het uitoefenen van macht,” stelt Dennison (2010:15, vertaling Posthuma 2015). Tacitus

verwijst inderdaad vaak naar de macht en invloed die Livia heeft: op de rechtspraak en op wie

de opvolger van Augustus wordt. Het is ook opmerkelijk dat Livia enkel door acties wordt

gekarakteriseerd, niet door wat ze zegt. Na haar dood is het opvallend dat Livia in neutrale

termen beschreven wordt. Het lijkt alsof Tacitus de eindbalans toch niet helemaal negatief wou

maken. Ik analyseer nu of Tacitus hetzelfde doet bij Agrippina de Oudere.

Page 28: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

25

6. De karakterisering van Agrippina de Oudere

Agrippina de Oudere, geboren in 14 v.C., is de dochter van Julia, Augustus’ enige dochter.

Agrippina’s kindertijd en jeugd worden overschaduwd door het verlies van haar gezinsleden:

haar vader sterft wanneer ze twee jaar oud is, haar moeder wordt verbannen en wanneer ze 18

is, sterven haar broers Gaius en Lucius. Later wordt ook haar zus Julia verbannen en haar broer

Agrippa Postumus wordt vermoord, nadat Tiberius keizer geworden is. Rond 4 v.C. trouwt ze

met de populaire Germanicus en samen krijgen ze zes kinderen, waarvan de toekomstige keizer

Caligula en Agrippina de Jongere de bekendste zijn (Burns 2007:41-42). Germanicus werd

geadopteerd als zoon van Tiberius, waarschijnlijk onder druk van Augustus. Dit zou aantonen

dat Augustus Germanicus verkoos boven Tiberius’ zoon Drusus. Agrippina’s afkomst van de

Julische stam verzekerde immers Germanicus’ positie in de dynastie. Shotter (2000) zegt dan

ook dat Agrippina goed besefte hoe belangrijk haar afstamming was, wat bij Tacitus duidelijk

zal worden. Volgens Shotter zou Agrippina in haar jonge jaren beseft hebben dat Livia en

Tiberius haar familie hebben doen lijden, maar zouden haar ambities aangewakkerd zijn door

haar huwelijk met Augustus’ favoriete opvolger (2000:343-344). Germanicus was enorm

geliefd bij het volk en werd als een staatsheld gezien. Daarom schrijft Tacitus volgens Barrett

slechts amper over zijn militaire blunders, om zijn status niet te besmeuren (1999:23).

Barrett (1999) schrijft dat Agrippina een probleem vormde voor de antieke bronnen.

Als vrouw overschrijdt ze haar grenzen, maar ze verdient wel lof als individu die in opstand

komt tegen Tiberius en zijn prefect Sejanus. Dat verklaart volgens Barrett waarom Tacitus niet

openlijk Agrippina negatief karakteriseert (1999:22).

We ontmoeten Agrippina voor het eerst bij Tacitus in fragment I.33. Germanicus verneemt in

Gallië de dood van Augustus en Agrippina wordt hier geïntroduceerd als zijn vrouw. Tacitus

karakteriseert Agrippina eerst door te wijzen op haar afkomst: “neptem eius Agrippinam in

matrimonio”. Haar Julische afkomst zal een rode draad zijn in het vervolg van het verhaal. Dit

is dus een belangrijke metonymische karakterisering voor dit personage. Agrippina wordt pas

geïntroduceerd nadat haar grootvader gestorven is. Voorheen is er geen enkele verbintenis

tussen deze twee personages, maar Agrippina zal in de loop van haar verhaal meermaals naar

hem verwijzen. Agrippina wordt dus meteen verbonden met twee mannen in haar leven, zoals

dat ook gebeurde bij Livia. Agrippina’s introductie is hier ook niet vreemd. I.33. is het begin

van een verhaallijn over Germanicus en de moeite die hij heeft om zijn manschappen in toom

te houden. Agrippina zal hem hierbij tweemaal bijstaan.

Tacitus verbindt graag personages met elkaar en hij linkt dan ook meteen Agrippina

aan Livia in I.33.: “accedebant muliebres offensiones novercalibus Liviae in Agrippinam

stimulis”. Livia ergert er zich over dat Agrippina te “commotior”, “emotioneel” is en “indomitus

Page 29: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

26

animum”, “onbedwingbare gevoelens” heeft. De lezer krijgt dus mee dat er spanningen zijn

tussen de twee vrouwen. We hebben “muliebris” al gezien bij Livia in I.4. en hier worden beide

vrouwen met de bijhorende associaties van bedrog en emotie gekarakteriseerd. Germanicus

zou volgens Tacitus ook gehaat worden door Tiberius en Livia door zijn mogelijke

republikeinse opvattingen. Barrett wijst dit idee van de hand: er is hier geen bewijs voor

(1999:23). Agrippina’s ambities worden enkel in toom gehouden door haar kuisheid en haar

liefde voor haar man. Livia werd vaak voorgesteld als de ideale matrona door Augustus, maar

de opgesomde eigenschappen tonen Agrippina allesbehalve als een goede matrona, en dit zal

haar in de problemen brengen na de dood van Germanicus (Shotter 2000:345). Haar kuisheid

zal echter tot haar dood overeind blijven. In dat opzicht is ze wel een goede matrona. De

verteller karakteriseert Agrippina hier enkel zelf door naar haar familie te verwijzen, de

negatieve karakterisering verloopt indirect via Livia. Zoals gezegd doet Tacitus dit om deze

twee vrouwen te verbinden. We kunnen dus aannemen dat Agrippina ook geen positief

personage zal zijn. Bovendien verwacht de lezer nu nog verbanden tussen hen. Behalve deze

uitspraak van Livia is deze eerste kennismaking toch eerder neutraal.

Enkele paragrafen verder, in I.40., komt Agrippina opnieuw aan bod. Tiberius komt

aan de macht na de dood van Augustus, maar de soldaten aan de Rijn komen in opstand.

Germanicus moet de rebellen het hoofd bieden, maar spreekt de soldaten totaal verkeerd aan.

Hij spreekt over zelfmoord, waarop de manschappen hem lachend toeroepen om het te doen.

Hierop vervalst Germanicus een brief van Tiberius, waarin die zou tegemoetkomen aan de

eisen van de soldaten. Wanneer een delegatie van de senatoren aankomt in het kamp, vrezen

de soldaten dat de tegemoetkomingen zullen worden ingetrokken en er ontstaat opnieuw

chaos. Deze aanpak is dus een grote blunder van Germanicus. De rust zal terugkeren dankzij

Agrippina. De soldaten zijn beschermend tegenover vrouwen en kinderen en daarom verwijst

Germanicus naar zijn zwangere vrouw in zijn volgende speech. Germanicus gebruikt dus zijn

vrouw in de speech om de soldaten te kalmeren. Hier toont Germanicus dus toch enig politiek

inzicht. Hij reduceert hier zijn vrouw zelf tot een stereotype: de moeder. Op indirecte wijze

verwijst Germanicus hier naar de vruchtbaarheid van Agrippina, dat later nog expliciet zal

vermeld worden. Veel kinderen hebben was belangrijk in het Romeinse Rijk en Augustus stelde

Agrippina en haar man als een voorbeeld voor Romeinse aristocraten (Burns 2007:42). Deze

zwangerschap zal echter eindigen in een miskraam.

Germanicus maant uiteindelijk zijn tegenstribbelende vrouw aan om het kamp te

verlaten in de tweede helft van I.40. “aspernantem” is geen onschuldig gekozen woord. Het

toont hoe Agrippina zich niet zomaar neerlegt bij wat een man haar vraagt om te doen. Die

opstandigheid komt later ook aan bod tegenover Tiberius. Hierna volgt een indirecte rede van

Agrippina, waarbij ze zelf naar haar afkomst verwijst: “cum se divo Augusto ortam neque

Page 30: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

27

degenerem ad pericula testaretur”. Haar afkomst wordt gekoppeld aan hoe ze waardig de

gevaren in het kamp heeft getrotseerd.

In I.41. zien de soldaten de vrouwen vertrekken en voelen ze zich beschaamd om zo

Agrippina te zien. Opnieuw wordt naar haar afkomst verwezen: “patris Agrippae, Augusti avi

memoria, socer Drusus”. Daarnaast wordt ze ook positief voorgesteld door haar fecunditas,

wat voorheen al geïmpliceerd werd, en haar pudicitia. We krijgen opnieuw de impressie van

een goede matrona. Deze karakterisering verloopt volledig vanuit de focalisatie van de

soldaten. Cassius Dio stelt de soldaten echter niet zo vredelievend voor en stelt dat de soldaten

Agrippina en Caligula gevangennemen (Burns 2007:45). Barrett (1999) wijst ook op de

beschrijving van Caligula in deze passage. Hij draagt een kleine soldatenuitrusting en caligae,

“soldatenlaarzen”. Indien Agrippina niet zelf het idee had om Caligula als kleine soldaat voor

te stellen, moet ze toch zeker op voorhand geweten hebben dat dit zou gebeuren. Barrett stelt

dat dit overduidelijk een poging is om de sympathie te winnen van het leger. Dit zou het ideale

moment geweest zijn om kritiek te uiten op de ambities van Agrippina, maar Tacitus doet dat

echter niet (1999:24). Dit is dus een belangrijke aanwijzing dat Tacitus haar niet negatief wil

voorstellen. Wel toont deze passage de theatrale kant van Agrippina, die later nog groter zal

zijn bij de dood van haar man.

Voor Santoro L’Hoir (2006) is deze scene een voorafspiegeling van de Agrippina die de

lezer later ziet wanneer haar man gestorven is. De hele scene zit vol met woorden en clusters

die wijzen op verdriet: “fletu complexus”, “lamentantes”, “flebilis” en “mulebre et miserabile

agmen”, dat benadrukt wordt door alliteratie. Sommige onderzoekers vinden deze passage

historisch gezien vreemd, maar Santoro L’Hoir vindt het normaal in het narratief dat Tacitus

brengt. In III.1.1. beschrijft hij Agrippina met “violenta luctu”, dat Tacitus opgesteld heeft als

een leidmotief voor haar (2006:63).

In deze drie paragrafen maakt de lezer dus voor het eerst kennis met Agrippina de

Oudere. We zien dat er een grote nadruk ligt op haar afkomst: Tacitus, Germanicus, de soldaten

en Agrippina zelf verwijzen hiernaar. Deze metonymische karakterisering is dus belangrijk.

Haar vruchtbaarheid en kuisheid blijken ook naar voren te komen als haar belangrijkste

positieve eigenschappen. Daarnaast zijn er ook al elementen die in loop van het verhaal

nadrukkelijker aanwezig zullen zijn: haar theatrale en emotionele kant. De enige negatieve

uitlatingen over Agrippina komen van Livia, wat Tacitus enkel beschrijft als “vrouwelijke

krenkingen”. De duidelijkste link tussen deze twee vrouwen is hun verbondenheid met de

mannen in hun leven. Tot dusver ziet de lezer Agrippina dus als een goede matrona. Shotter

(2000) argumenteert dat deze gebeurtenissen in het buitenland tonen dat Agrippina zichtbaar

was voor het volk, wat contrasterend is met Livia. Livia’s inmenging wordt vaak voorgesteld

als een vermoeden. Livia opereert achter de schermen, maar Agrippina verstopt zichzelf niet,

waardoor Shotter zich zelfs afvraagt of Agrippina’s ambities enkel voor haar man en haar zoon

Page 31: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

28

zijn, of ook niet voor zichzelf (2000:345). Deze laatste bedenking merkte ik ook op bij Livia:

hoe ver reiken haar ambities eigenlijk?

Germanicus voert verder oorlog in het jaar 15 tegen de Germanen. Arminius leidt de troepen

van de Germanen en weet de Romeinen in de val te lokken. Romeinse soldaten willen de brug

aan de Rijn vernielen, zodat de Germanen hier niet meer over kunnen, maar Agrippina

verijdelt dat. Tacitus schrijft in I.69.1.:

sed femina ingens animi munia ducis per eos dies induit militibusque, ut quis inops aut saucius, vestem et fomenta dilargita est.

Ze krijgt hier enigszins lof voor haar buitengewoon inzicht, maar “ingens animi” is toch geen

vrouwelijke deugd. Belangrijk is hier “munia ducis”; Agrippina neemt de functies van een

veldheer over. Ze grijpt macht, die niet toebehoort aan een vrouw. Haar moed bij deze

gebeurtenis kan nog groter worden ingeschat, wanneer de lezer beseft dat Agrippina hier

zwanger was. Tacitus vermeldt ook de geschiedschrijver Plinius, die vermeldde dat Agrippina

bij de brug stond en lof en dank betuigde aan de troepen. Santoro L’Hoir (2006) stelt wel dat

ze hier ook wordt voorgesteld als een zorgzame moeder voor de soldaten. Maar door te

schrijven “munia induit” heeft Agrippina metaforisch de kleren van een dux aan. Visueel stelt

de lezer zich dus een vrouw in mannenkleren voor, die een vrouwelijke taak uitvoert. Deze

passage moet dus de ongebalanceerde verhouding tussen de genders aangeven (2006:137). Dit

is wel net de passage die hij uit Plinius haalt. Het typische vrouwelijke aan haar daad, vertelt

Tacitus dus niet zelf, maar laat hij vertellen door Plinius. Zo krijgen we de indruk dat Tacitus

zelf meer wil focussen op Agrippina als dux femina. Dit stereotype is een grote gelijkenis met

Livia, alleen gebruikt Agrippina haar macht om haar man te helpen. Livia daarentegen gebruikt

het om de situatie zo te manipuleren dat haar zoon keizer wordt. Dit toont opnieuw de

positievere visie op Agrippina.

Tacitus geeft in I.69.1 enkel de feiten mee, maar het oordeel over dit ingrijpen van

Agrippina wordt beschreven vanuit de focalisatie van Tiberius.

nihil relictum imperatoribus, ubi femina manipulos intervisat, signa adeat, largitionem temptet, tamquam parum ambitiose filium ducis gregali habitu circumferat Caesaremque Caligulam appellari velit. potiorem iam apud exercitus Agrippinam quam legatos, quam duces; conpressam a muliere seditionem, cui nomen principis obsistere non quiverit. (1.69.4.)

Tiberius meent dat er niets overblijft voor de imperators wanneer vrouwen zo’n (militaire)

populariteit krijgen. Agrippina is immers al populairder bij het leger dan de legaten en

commandanten. Het gevaar van een dux femina voor de mannelijke macht wordt hier dus door

Tiberius verwoord. Dit kan ironisch opgevat worden. Net dankzij het dux femina optreden van

zijn moeder zou hij keizer geworden zijn. Sejanus, die amper aan bod komt in de eerste drie

boeken, wordt in deze verhaallijn als manipulator geïntroduceerd. Sejanus zal gunstig gebruik

maken van de gebeurtenissen om Tiberius’ haat voor Agrippina aan te wakkeren. De verteller

Page 32: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

29

karakteriseert Agrippina in deze passage dus neutraal. Hoewel Tiberius geen voorstander is

voor vrouwen met veel macht, beschrijft hij Agrippina niet expliciet in negatieve termen, maar

is hij enkel gekant tegen het concept dat vrouwen politieke macht hebben. Dit zagen we ook bij

de eerbewijzen die hij afwees voor zijn moeder.

De lezer beseft wel dat Agrippina tweemaal haar man geholpen heeft: het onderdrukken

van een muiterij en het bewaken van de Rijnbrug. Hierdoor is Santoro L’Hoir geneigd om

Agrippina de Oudere als dux femina te zien, zeker door deze passage van Tiberius (2006:118).

McHugh (2012) spreekt dat tegen. Ten eerste vindt ze dat het stereotype van de dux femina

door moderne onderzoekers vaak te negatief wordt voorgesteld. Ten tweede wordt

geïmpliceerd dat Agrippina deelnam in militaire actie, maar dat is niet zo. Haar acties

ondermijnen niet het gezag van de bevelhebber, noch leiden haar acties tot een slechte

uitkomst. Ze toont zich net een goede matrona, door aan de zijde van haar man te blijven.

Tiberius haat enkel haar lovenswaardig gedrag en vreest de macht die Germanicus en

Agrippina krijgen (2012:75-78). Tacitus karakteriseert hier Agrippina volgens McHugh niet

negatief als dux femina, maar looft haar acties als een voorbeeld voor Romeinse vrouwen

(2012:81). McHugh gaat volgens mij toch wat te licht over de beschrijving “munia ducis”.

Bovendien linkt Tacitus vrouwen graag aan elkaar en het stereotype van de dux femina is een

ideaal motief voor Tacitus om de imperiale vrouwen met elkaar te verbinden. Literair gezien is

het personage van Agrippina een dux femina, al was maar dat Tacitus gewoon een link tussen

zijn vrouwen wou bewerkstelligen.

De volgende vermelding van Agrippina is in het tweede boek. Germanicus en zijn familie

trekken naar het oosten om daar rust te brengen. Ze trekken naar Syrië waar Piso met zijn

vrouw Plancina gouverneur is. Tacitus geeft aan in II.43. dat volgens enkelen Livia aan

Plancina heeft gevraagd om Agrippina in de gaten te houden en haar moet hekelen met alles

wat past onder “aemulatione muliebri”. Dit geeft indirect aan dat Livia Agrippina’s ambities

niet vertrouwt en zo kan de lezer ook beginnen twijfelen. In deze passage worden Germanicus

en Drusus tegenover elkaar geplaatst en worden Agrippina en Drusus’ vrouw Livia met elkaar

vergeleken. Hierover zegt de verteller: “coniunx Germanici Agrippina fecunditate ac fama

Liviam uxorem Drusi praecellebat”. De vruchtbaarheid van Agrippina komt opnieuw terug als

een positief kenmerk, maar nu is er ook sprake van “fama”. Agrippina heeft een goede naam

en ze is na haar militair optreden geliefd bij de soldaten.

Germanicus en Piso hebben hun geschillen, maar uiteindelijk trekken Germanicus en

Agrippina verder door. Wanneer Germanicus weg is, laat Piso zich neerbuigend uit over hem

en Plancina beledigt zowel Germanicus als Agrippina. Wanneer Germanicus terug in Syrië is,

ziet hij dat zijn verordeningen door Piso zijn ingetrokken. Germanicus is razend en Piso besluit

uit Syrië te zullen vertrekken. Germanicus wordt echter ziek en hij vermoedt dat Piso hem

Page 33: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

30

vergiftigd heeft. Agrippina vermoordt haar man niet zoals Livia en haar dochter, maar haar

man sterft toch ook geen natuurlijke dood. Op z’n sterfbed spreekt Germanicus zijn vrouw toe:

Tum ad uxorem versus per memoriam sui, per communes liberos oravit exueret ferociam, saevienti fortunae summitteret animum, neu regressa in urbem aemulatione potentiae validiores inritaret. haec palam et alia secreto per quae ostendere credebatur metum ex Tiberio. (II.72.)

Germanicus noemt zijn vrouw ferox. Ferox is allesbehalve een woord dat gebruikt wordt om

een vrouw positief te beschrijven. Wel kan het positief gebruikt worden om een man te

beschrijven, maar een respectvolle matrona zal nooit ferox zijn (McHugh 2012:73). In alles

wordt Agrippina hier voorgesteld als een ambitieuze vrouw, die moet leren om zich

onderdaniger op te stellen. Ze moet zich focussen op de ambities van haar zonen en niet haar

eigen ambities. Dit is de eerste, uitgebreide, negatieve karakterisering van Agrippina en dat

dan nog wel door haar man op zijn sterfbed. Tacitus maakt ook een onderscheid tussen wat

Germanicus haar openlijk zegt en wat hij haar privé vertelt. Dit doet terugdenken aan Livia,

waarbij er ook een verschil was in wat ze openlijk doet en wat ze heimelijk doet. Tacitus weet

enkel dat Germanicus haar onder vier ogen zegt dat ze iets te vrezen heeft voor Tiberius. Maar

hoe weet Tacitus dit? Misschien staat het in de memoires van Agrippina de Jongere. Of

misschien wil Tacitus zijn plotlijn in een bepaalde wending sturen en niemand kan toch de

waarheid van deze uitspraak verifiëren. Agrippina zal immers moeten opletten voor Tiberius,

die haar ondergang zal bewerkstelligen. Tacitus last hier dus handig een anticipatie in.

Piso en Plancina worden verdacht van moord. Agrippina trekt ondertussen met de

assen van haar man terug naar Rome. Ze wordt gekarakteriseerd door de verteller in II.75.:

At Agrippina, quamquam defessa luctu et corpore aegro, omnium tamen quae ultionem morarentur intolerans ascendit classem cum cineribus Germanici et liberis, miserantibus cunctis quod femina nobilitate princeps, pulcherrimo modo matrimonio inter venerantes gratantisque aspici solita, tunc feralis reliquias sinu ferret, incerta ultionis, anxia sui et infelici fecunditate fortunae totiens obnoxia.

Tweemaal wordt er in deze passage naar wraak verwezen. Er wordt zo een

verwachtingspatroon opgebouwd voor het vervolg van het verhaal, maar wraak zal Agrippina

toch niet nemen. We zullen wel een woedende Agrippina zien, die zich vooral afreageert op

Tiberius. Net zoals bij de eerste keren dat de lezer Agrippina ontmoette, wordt er verwezen

naar haar hoge afkomst en naar haar gelukkig huwelijk. Haar vruchtbaarheid wordt hier

beschreven als infelix en Agrippina wordt voornamelijk gekarakteriseerd als “anxia”. Waar

Germanicus eerder een ambitieuze, zelfzekere vrouw zag, toont de verteller een twijfelende

vrouw, voor wie de lezer sympathie voelt. Germanicus sterft in oktober, wat geen goede periode

is om te varen. Barrett stelt dat Agrippina beseft hoe belangrijk timing is. Ze moet in Rome

aankomen, wanneer de herinnering aan Germanicus nog levend is bij het Romeinse volk en

zijn heldenstatus nog aanwezig is (1999:30).

Het derde boek opent met de rouwende Agrippina en de hele scene zit vol pathos. Deze

plaatsing is opmerkelijk. In de traditie van annalesgeschriften begint ieder jaar normaal met

Page 34: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

31

de opmerking wie consul is. In het jaar 20 doet hij dat dus niet. De necrologie van Livia stond

ook aan het begin van het jaar, maar Tacitus noemde wel eerst de consuls. Ginsburg stelt dat

dit is om een formeel einde van de Germanicus-Piso verhaallijn aan te duiden (1981:61).

Ginsburg benadrukt echter niet genoeg de emfase die hierdoor op deze passage komt te liggen.

Agrippina en haar rouw zijn duidelijk belangrijk voor Tacitus. Na de dood van haar man is er

een totaal andere Agrippina. Dit is dus een kantelmoment in haar karakterisering. Door de

consuls niet te vernoemen, onderbreekt Tacitus bovendien de verhaallijn niet.

Bovendien schrijft Tacitus over de natuur “hiberni maris”. Tacitus’ natuurverwijzingen

zijn meestal functioneel en ook hier moet het verwijzen naar de gemoedstoestand van

Agrippina (Santoro L’Hoir 2006:65). Eenzelfde verwijzing is er bij de moordpoging op

Agrippina de Jongere. Dit wijst dus telkens op een cruciaal moment. Agrippina de Oudere

bereikt Corcyra en wordt beschreven als: “violenta luctu et nescia tolerandi”. Eerder werd

Agrippina al omschreven door “recens dolore” (I.41.) en “defessa luctu” (II.75.). Het gebruik

van de ablatief in deze gevallen is echter ongebruikelijk. Santoro L’Hoir verklaart dit door het

emfatisch effect dat het hierdoor krijgt. De Romeinse lezers associëren hierdoor deze drie

omschrijvingen (2006:66). Het is enkel Agrippina die zo emotioneel beschreven wordt. Livia

en Agrippina de Jongere uiten zich niet zo emotioneel. Dat doen ze zeker niet bij de dood van

hun man, want beiden zouden die hebben vermoord. Hoewel zowel Augustus en Livia als

Agrippina en Claudius goede politieke koppels vormden, blijkt hier dat de liefde van Agrippina

en Germanicus sterker was dan bij hen. Ze blijft hier enkele dagen om te rouwen en zichzelf in

de hand te krijgen. Barrett vermoedt dat de echte reden was dat het nieuws van haar nakende

aankomst Italië zou kunnen bereiken (1999:31). Opnieuw voelt de lezer toch sympathie bij deze

directe karakterisering van een rouwende vrouw, maar wat verderop schrijft Tacitus:

postquam duobus cum liberis, feralem urnam tenens, egressa navi defixit oculos, idem omnium gemitus, neque discerneres proximos alienos, virorum feminarumve planctus (III.1.).

Agrippina is een rouwende vrouw, maar haar acties tonen haar als ook een theatrale vrouw13:

hoe ze de reis naar Rome maakt, hoe ze de assen steeds bij zich draagt… Ze weet hoe ze het

volk moet bespelen en zo toont ze zich indirect als een vrouw die doorheeft hoe het politiek

spel werkt. Dit zullen we later ook bij haar dochter zien. Bovendien is dit een link met Livia en

Agrippina de Jongere die veinzen. De drie vrouwen kunnen dus een stukje toneel spelen

wanneer het hen goed uitkomt. Uiteindelijk worden de assen van Germanicus in het

mausoleum geplaatst en is er een plechtigheid.

Dat Agrippina inderdaad het volk op haar hand heeft, wordt door Tacitus beschreven

in III.4. Tiberius is immers gefrustreerd door de sympathie die het volk voelt voor Agrippina:

13 Een factor dat hiertoe bijdraagt is dat Tacitus deze scene opgebouwd heeft als een Griekse tragedie. Voor een uitgebreide beschrijving hiervan, verwijs ik de lezer door naar Santoro L’Hoir (2006:61-70).

Page 35: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

32

nihil tamen Tiberium magis penetravit quam studia hominum accensa in Agrippinam, cum decus patriae, solum Augusti sanguinem, unicum antiquitatis specimen appellarent.

De onderliggende boodschap is duidelijk voor de lezer: Agrippina is een vrouw voor wie

Tiberius op z’n hoede moet zijn. Tiberius is ook nergens aanwezig bij de plechtigheden ter ere

van Germanicus. Hij zegt zelfs dat de keizerlijke familie dit verlies privé en met waardigheid

moet opnemen. Dit is een ingedekte kritiek op het theatraal vertoon van Agrippina, maar zijn

woorden nemen noch haar populariteit af noch doen ze het volk sympathie voelen voor

Tiberius. Piso en Plancina worden terechtgesteld voor de moord. Piso pleegt uiteindelijk

zelfmoord, maar op aansporen van Livia wordt Plancina beschermd door Tiberius. Na de dood

van Livia zal Plancina alsnog zelfmoord plegen.

Wanneer Tiberius’ zoon, Drusus de Jongere, sterft in het jaar 23, komen Agrippina’s zonen,

Nero en Drusus, opnieuw op de voorgrond. Barrett gelooft dat, indien Agrippina hier

diplomatischer was geweest, zoals haar dochter later zou zijn, ze een netwerk had kunnen

opbouwen binnen de keizerlijke familie. Dat netwerk zou haar geholpen hebben wanneer

Sejanus zijn plannen in werking stelt (1999:33). Tacitus schrijft in IV.12. dat ze echter haar

verwachtingen rondbazuint: “mater Agrippina spem male”. Dit is de enige keer dat er naar

Agrippina verwezen wordt door “mater”. Ze wordt hier beschreven als moeder, om er toch op

te wijzen dat haar ambities gericht zijn op haar zonen en niet op zichzelf. Dit resulteert in haar

ondergang. Algauw ondervindt ze tegenwind van de rechterhand van Tiberius, Sejanus. Vanaf

het vierde boek, komt ook Sejanus meer op het voorplan. Shotter ziet dat Sejanus’ grotere rol

vooral te maken heeft met het zwart maken van Agrippina, die ondanks de waarschuwingen

van haar man, een publieke rol heeft blijven vervullen (2000:349). Hierdoor is Agrippina een

gemakkelijk slachtoffer voor Sejanus. Hij denkt erover na om met vergif de zonen van

Germanicus te doden, maar ziet van dat plan af, omdat de bewakers erg trouw zijn en omdat

“pudicitia Agrippinae impenetrabili”. Zelfs Sejanus kan niet om de kuisheid van Agrippina

heen.

Daarom gooit hij het over een andere boeg. Hij laat zich uit over haar “contumaciam

insectari” en laait de haat bij Livia opnieuw op. Dit doet hij “ut superbam fecunditate,

subnixam popularibus studiis inhiare dominationi apud Caesarem arguerent” (IV.12.). Haar

vruchtbaarheid, die voorheen steeds een positieve karaktereigenschap was, wordt hier door

Sejanus gebruikt om haar negatief voor te stellen. Bovendien zou ze dus de heerschappij

verlangen, hoewel de lezer hier nog geen duidelijke indicatie voor heeft gezien. Andere

personages hebben enkel verwezen naar de ambities van deze vrouw, maar hebben die ambities

niet geconcretiseerd, noch is er een duidelijke uitspraak van de verteller over welke macht

Agrippina wil. En welke lezer zou het Agrippina kwalijk nemen dat ze een van haar zonen als

Page 36: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

33

de volgende keizer wil zien, dat wou Livia immers ook. En in tegenstelling tot Livia, heeft

Agrippina nog geen misdaad begaan om dit te verwezenlijken.

Daarnaast worden ook haar vrienden door Sejanus opgezet om door praatjes haar

“tumidos spiritus” te prikkelen. Via welke woorden ze dit doen en hoe Agrippina hier op

reageert, wordt echter niet meegedeeld. In IV.12. wordt Agrippina dus heel negatief direct

gekarakteriseerd door haar vijand, Sejanus, maar de lezer heeft eigenlijk tot nu toe weinig

gemerkt van die slechte eigenschappen. McHugh (2012) stelt dat contumacia ook een positieve

betekenis kan hebben, met name “standvastigheid”. De context hier wijst echter op een

negatieve connotatie, dat hier gecontrasteerd wordt met haar pudicitia, wat normaal positief

is, maar hierdoor mee die negatieve kleuring krijgt. We moeten contumacia dan ook zien als

een retorische strategie van Sejanus en niet als een ware karakterisering van Agrippina door

Tacitus (2012:82-83).

Het plan van Sejanus blijkt wel te lukken. Tiberius verdenkt Agrippina ervan in IV.17.

dat ze de opperpriesters heeft bedreigd om aan Nero en Drusus dezelfde goden aan te bevelen

zoals aan de keizer. Sejanus stookt nog meer op door te zeggen dat er volgelingen van Agrippina

zijn en dat Tiberius haar beter zou vermoorden. Barrett geeft aan dat er inderdaad volgelingen

waren binnen de senaat en het is duidelijk dat ze geliefd was bij het volk, maar of er echt een

georganiseerde groep was, valt te betwijfelen (1999:33). Wanneer Sejanus echter vraagt om te

mogen trouwen met Livia in IV.40., antwoordt Tiberius dat hij de zaken niet op de spits wil

drijven met Agrippina. Shotter verklaart dat er hier waarschijnlijk meer aan de hand is. Indien

Tiberius toelaat dat Livia hertrouwt, zou Agrippina ook willen hertrouwen met

hoogstwaarschijnlijk Gallus, de rivaal van Tiberius (2000:351). Tiberius is niet positief over

Agrippina, maar een moord zit er nog niet meteen aan te komen.

Agrippina’s ondergang begint vanaf het jaar 26. Agrippina’s achternicht, Claudia Pulchra, moet

voor het gerecht verschijnen.

Agrippina semper atrox, tum et periculo propinquae accensa, pergit ad Tiberium ac forte sacrificantem patri repperit. quo initio invidiae non eiusdem ait mactare divo Augusto victimas et posteros eius insectari. non in effigies mutas divinum spiritum transfusum: se imaginem veram, caelesti sanguine ortam, intellegere discrimen, suscipere sordes. frustra Pulchram praescribi cui sola exitii causa sit quod Agrippinam stulte prorsus ad cultum delegerit oblita Sosiae ob eadem adflictae. audita haec raram occulti pectoris vocem elicuere, correptamque Graeco versu admonuit non ideo laedi quia non regnaret. Pulchra et Furnius damnantur. (IV.52.)

Agrippina wordt beschreven als “semper atrox” door de verteller, maar voor de lezer is het de

eerste keer dat we haar zo dreigend zien. Ze spreekt de keizer aan, vormgegeven door een

indirecte rede. Meermaals is door anderen gewezen op haar goede afkomst, maar nu verwijst

ze zelf naar haar afkomst. Tiberius moet niet de geest van Augustus zoeken in de beelden, maar

in haar, zijn levend evenbeeld. Als lezer begrijpen we nu waarom Germanicus vroeg aan zijn

vrouw om zich in te tomen. Via deze indirecte rede krijgen we een vrouw te zien die de keizer

Page 37: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

34

durft te verwijten en die er ook niet voor terugdeinst om zichzelf in de verf te zetten. De vorige

maal verwees ze naar haar afkomst, om Germanicus ervan te overtuigen om haar te laten

blijven in het kamp. Dit paste bij het beeld van een goede matrona. In het vierde boek is haar

verwijzing naar haar afkomst niet bedoeld als een positief iets, maar als een verwijt naar

Tiberius. Agrippina wijst hier immers op haar eigen plaats in de dynastieke opvolging en wil

aanspraak maken op een machtige positie, niet voor haar kinderen, maar voor zichzelf. Zij is

een ware afstammeling van Augustus, in tegenstelling tot Tiberius, die enkel geadopteerd is.

Tacitus speelt dus literair met deze metonymische karakterisering. McHugh (2012) bespreekt

Agrippina’s durf om openlijk te spreken, maar geeft aan dat dit gevaarlijk is bij iemand zoals

Tiberius. Toch kan dit op zich een positieve eigenschap zijn (2012:85). Atrox kan bij mannen

positief gebruikt worden. McHugh argumenteert dat atrox hier vooral wijst op haar manier

van spreken en we in dat opzicht atrox wel als positief kunnen beschouwen (2012:85-86).

Barrett stelt wel dat de waarheid van deze woorden er niet toe doet voor Tacitus. Het is enkel

belangrijk om de slechte relatie tussen Tiberius en Agrippina te tonen (1999:35). Bovendien

zie ik een antithese met Livia. Waar Livia wel invloed had op de rechtsspraak, heeft Agrippina

niet de macht om Pulchra’s terechtstelling te voorkomen. Dit is een groot verschil tussen de

twee vrouwen, maar ook enigszins logisch: Agrippina is immers geen Augusta.

De verhaallijn loopt verder in de volgende paragraaf:

At Agrippina pervicax irae et morbo corporis implicata, cum viseret eam Caesar, profusis diu ac per silentium lacrimis, mox invidiam et preces orditur: subveniret solitudini, daret maritum; habilem adhuc iuventam sibi neque aliud probis quam ex matrimonio solacium; esse in civitate, <qui> *** Germanici coniugem ac liberos eius recipere dignarentur. sed Caesar non ignarus quantum ex re publica peteretur, ne tamen offensionis aut metus manifestus foret sine responso quamquam instantem reliquit. id ego, a scriptoribus annalium non traditum, repperi in commentariis Agrippinae filiae quae Neronis principis mater vitam suam et casus suorum posteris memoravit. (IV.53.)

Opnieuw wordt Agrippina direct voorgesteld als koppig. Een typisch vrouwelijk emotioneel

motief komt hier ook in voor: ze weent en smeekt tot Tiberius. Dit is opnieuw een emotionele

kant die de lezer ziet van Agrippina. Livia toonde zich ook van een emotionelere kant door te

smeken, maar toont zich daarbij niet zo emotioneel. Noch Livia noch Agrippina de Jongere

wenen. Agrippina probeert Tiberius ervan te overtuigen om haar een man te gunnen en ze

karakteriseert zichzelf als habilis. Tiberius doorziet echter haar politieke vraag en laat haar

achter zonder antwoord. Indirect wordt Agrippina hier voorgesteld als een manipulerende

vrouw: ze weent om op het gemoed van Tiberius in te spelen, ze smeekt om zich zo onderdanig

voor te stellen, ze wijst op het feit dat ze een weduwe is. Tacitus karakteriseert hier dus

metonymisch. Agrippina wordt dus meer emotioneel voorgesteld dan de andere vrouwen,

maar ze gebruikt die emoties om te manipuleren. Op dat gebied verschilt ze dus niet van de

andere vrouwen. Het verschil tussen de vrouwen is dus hoe ze manipuleren. Livia manipuleert

Page 38: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

35

de opvolgingskwestie door moord, Agrippina de Jongere gebruikt vaak haar seksualiteit om te

manipuleren. Beide vrouwen gebruiken dus eerder acties, terwijl Agrippina de Oudere

gevoelens gebruikt om te proberen krijgen wat ze wil. Een verklaring hiervoor kan zijn dat

Agrippina de Oudere minder mannelijk beschreven wordt dan Livia en Agrippina de Jongere.

Ze kan dus emotioneler zijn dan de harde dux femina’s. Een gelijkenis tussen moeder en

dochter is wel dat beide redevoeringen gebruiken.

Opvallend is dat Tacitus een bronvermelding plaatst bij IV.53. Geen enkele

historiograaf heeft over dit voorval geschreven, maar hij heeft het gevonden in de memoires

van Agrippina de Jongere. Meer nog, Suetonius zei zelfs dat Agrippina en Tiberius niet meer

praatten na de rechtszaak tegen Claudia Pulchra (Barrett 1999:35). Bovendien zou Agrippina

toch zelf moeten hebben beseft dat haar vraag om te trouwen net na de ruzie geen goede zet

was. Barrett oppert dat deze conversatie weldegelijk opgetekend is door Agrippina de Jongere

in haar memoires, maar op een ander tijdstip. Zoals Tacitus meermaals doet, heeft hij hier de

chronologie gemanipuleerd om het in zijn verhaal te doen passen, namelijk een dramatisch

keerpunt (1999:35). Opmerkelijk is dat in de eerste zes boeken geen vrouw aan het woord

komt, maar het is Agrippina die hier en in IV.52. daar het dichtstbij komt. Daarom moeten we

volgens McHugh atrox en parvicax beschouwen als kenmerkend voor haar uitgesproken aard

tegenover Tiberius. Het karakteriseert haar spreekstijl, maar niet noodzakelijk haar karakter

(2012:85-86). Het is ook een voorbode voor haar dochter, die nog meer het woord zal nemen.

Hier verbindt McHugh (2012) ferox mee. Het leek raar dat Germanicus zo zijn vrouw

typeerde, maar McHugh linkt dit aan Agrippina’s openhartigheid. Afgeleid van het Grieks, zou

de basisbetekenis van ferocia “alles zeggen” zijn, wat noch goed, noch slecht impliceert. Tacitus

gebruikt ferox in de Annales ook voor mannen die de keizer durven tegen te spreken, wat

Agrippina hier duidelijk doet (2012:88-89). Germanicus’ woorden moeten dus niet

noodzakelijk geïnterpreteerd worden als Germanicus die vindt dat zijn vrouw een moeilijk

karakter heeft, maar wel als Germanicus die weet hoe Agrippina zich verbaal kan uiten en haar

tot voorzichtigheid aanmaant. Volgens McHugh is Agrippina’s uitgesproken karakter een van

de grootste oorzaken voor haar ondergang, maar Tacitus plaatst haar zo wel in de traditie van

haar voorouders, die moed tonen en hun familie en vrienden verdedigen, zelfs bij de keizer

(2012:90).

De verhaallijn loopt verder in IV.54.

Ceterum Seianus maerentem et improvidam altius perculit, immissis qui per speciem amicitiae monerent paratum ei venenum, vitandas soceri epulas.

Dit is niet de manipuleerster, maar wel een bedroefde en argeloze Agrippina, die er door

Sejanus wordt ingeluisd. Sejanus maakt haar argwanend tegenover Tiberius en wanneer die

haar fruit aanbiedt, weigert ze dit. Tiberius richt zich tot zijn moeder en zegt dat het niet te

verwonderen is dat hij streng was voor een vrouw die denkt dat hij in staat is om haar te

vermoorden. Na dit incident is de rumor dat Tiberius haar wil vermoorden, maar naar een

Page 39: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

36

heimelijke methode op zoek is. Agrippina, die toch zou moeten beseffen dat Sejanus geen

vriend is, is hier met open ogen in zijn val gelopen. Ze is wel waakzaam over het gevaar dat

Tiberius vormt, maar ziet het gevaar van Sejanus niet in. Voor de lezer komt dit erg naïef over.

Sejanus weet ook Drusus voor zich te winnen, omdat hij aanvoelt dat Agrippina meer

om Nero geeft (IV.60.). Zoals Barrett stelt is dit de enige keer dat Tacitus het heeft over

problemen binnen Agrippina’s familie, wat toont hoe terughoudend Tacitus was om slecht te

spreken over Germanicus’ familie (1999:36). Na de dood van Livia vallen de teugels van

Tiberius af en hij maakt aantijgingen aan het adres van Agrippina:

in nurum ne id quidem confingere ausus, adrogantiam oris et contumacem animum incusavit (V.3.).

McHugh (2012) toont aan dat, net zoals Sejanus, Tiberius haar deugden tegen haar gebruikt

en haar arrogant noemt. De parallel met Sejanus zien we duidelijk in het gebruik van

contumax. Sejanus heeft dit dus genoeg ingeblazen bij Tiberius, zodat Tiberius nu zelf dit

verwijt in de mond neemt (2012:84).

Jammer genoeg ontbreken grote stukken tekst uit de Annales en hebben we bij Tacitus geen

notie van het verdere verloop. In Suetonius’ Tiberius vinden we wel de ontbrekende passages:

Agrippina wordt verbannen en zelfs zo mishandeld door een soldaat, dat ze het zicht in een oog

kwijtraakt. Vele bronnen spreken elkaar tegen over het wanneer en waarom van haar

verbanning. Waarschijnlijk doet Sejanus een eerste poging in 27, maar vindt de eigenlijke

verbanning pas plaats na de dood van Livia in 29 (Barrett 1999:36-37). Wel lezen we in IV.71.

dat Agrippina gesteund werd door Livia. De vijandigheid tussen de vrouwen moet dus in deze

periode afgezwakt zijn. Haar verbanning was onder heel strikte condities. Agrippina zou

zelfmoord hebben willen plegen door eten te weigeren, maar haar bewakers forceren haar om

te eten. We hebben enkel nog VI.25. bij Tacitus waarin de dood van Agrippina in het jaar 33

vermeld wordt.

Nondum is dolor exoleverat, cum de Agrippina auditum, quam interfecto Seiano spe sustentatam provixisse reor et, postquam nihil de saevitia remittebatur, voluntate extinctam, nisi si negatis alimentis adsimulatus est finis qui videretur sponte sumptus. enimvero Tiberius foedissimis criminationibus exarsit, impudicitiam arguens et Asinium Gallum adulterum, eiusque morte ad taedium vitae compulsam. sed Agrippina aequi impatiens, dominandi avida, virilibus curis feminarum vitia exuerat. eodem die defunctam, quo biennio ante Seianus poenas luisset, memoriaeque id prodendum addidit Caesar iactavitque quod non laqueo strangulata neque in Gemonias proiecta foret. actae ob id grates decretumque ut quintum decimum kal. Novembris, utriusque necis die, per omnis annos donum Iovi sacraretur.

Tacitus geeft aan dat ze ofwel zelfmoord heeft gepleegd ofwel werd haar voedsel ontzegd.

Opvallend is de negatieve toon waarop Tiberius zich uitlaat. Voornamelijk “impudicitiam”

springt in het oog. Agrippina werd steeds voorgesteld als de kuisheid zelve, maar hier wordt ze

beticht van overspel door Tiberius en zou Asinius Gallus haar minnaar geweest zijn. Tacitus

stelt dit echter in vraag. Hij beschrijft haar als heerszuchtig en ze had haar vrouwelijke

Page 40: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

37

zwakheden afgelegd, waarmee Tacitus doelt op de vrouwelijke onkuisheid. Net zoals in I.69.

maakt Tacitus opnieuw gebruik van een kledingmetafoor, namelijk “exuerat”. Santoro L’Hoir

wijst erop dat zelfmoord een typisch mannelijke actie was. Hierdoor kon Tiberius haar ook niet

veel meer verwijten dan “impudicitia”, zonder verdere details (2006:138). Deze laatste passage

is dus een ronduit negatieve karakterisering door Tiberius.

Agrippina wordt dus voornamelijk direct gekarakteriseerd door Tacitus, andere personages en

zichzelf. Geen enkel ander personage uit zich echter positief over Agrippina. Tacitus wil

duidelijk Agrippina niet zo negatief voorstellen, maar hij kan ook de feiten niet negeren.

Daarom legt hij de beschuldigingen in de mond van Tiberius, zodat de lezer de uitspraken

anders evalueert. De positieve elementen die terugkeren zijn haar kuisheid en vruchtbaarheid,

die van haar een goede moeder maken. Foubert merkt op dat fecunditas en pudicitia doorheen

de Annales enkel gebruikt worden bij Agrippina en haar dochter (2010:352). Livia doorziet

haar ambities, Sejanus beschuldigt haar van machtswellust en Tiberius vreest haar populariteit

en hij kan bij haar dood enkel negatieve dingen over haar uiten. Shotter meent dat Agrippina

eigen ambities had (2000:345). Dit is een verschil met Livia. Er kunnen lichte vermoedens

geuit worden dat Livia misschien ook meer wil, maar in het narratief van Tacitus lijkt alles toch

gericht op haar zoon. Dit is bij Agrippina minder het geval. Toch blijven het voornamelijk de

personages die verwijzen naar haar eigen ambities, en zijn er slechts hier en daar, zoals in de

redevoeringen, echte glimpen daarvan. De eigen ambities van haar dochter zullen sterker zijn.

Er is dus een stijgende lijn. Hoe verder we in de tijd komen, hoe meer de vrouwen eigen macht

willen en dus mede de ondergang van het rijk veroorzaken.

Agrippina zelf wijst voornamelijk op haar afkomst. Ze wordt dan ook soms in termen

beschreven die de link met haar man tonen, zoals “uxor”, maar Tacitus gebruikt dit slechts op

het sterfbed van Germanicus. In de tekst die overgeleverd is, wordt er slechts éénmaal naar

Agrippina verwezen door “mater”. Agrippina’s acties worden veel minder gedreven door een

moederinstinct zoals Livia. Veel meer dan bij Livia, wordt er dus verwezen naar Agrippina via

haar naam. Dat toont ook enigszins dat Agrippina individueler is als personage dan Livia. De

lezer leert haar in het verhaal kennen als een vrouw die zegt waarop het staat. Haar acties: de

theatrale terugreis met de assen, het militair optreden en haar indirecte speeches, tonen een

zelfzekere vrouw, die weet hoe ze het volk moet manipuleren en hoe ze situaties naar haar hand

kan zetten. De eerste drie boeken voelt de lezer sympathie voor de vrouw die Germanicus

bijstaat en er zijn amper gegronde aanwijzingen om de negatieve karakteriseringen als waar

op te vatten. In het vierde boek, voornamelijk bij de indirecte redes, wordt er een andere

Agrippina opgevoerd en kan de lezer gaan twijfelen over het karakter van Agrippina en over

hoe trouw ze is aan haar keizer. Dit is een belangrijk verschil met Livia: Agrippina neemt zelf

het woord, maar dat laat geen sympathieke indruk na bij de lezer.

Page 41: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

38

Shotter (2000) geeft daarnaast aan hoe sommige onderzoekers menen dat Agrippina

wel degelijk een samenzwering tegen Tiberius aan het plannen was. Tacitus zou dit in zijn

verhaal verzwegen hebben, omdat dit niet past in zijn voorstelling van Agrippina als onschuldig

slachtoffer van Tiberius. Tacitus wou Tiberius neerzetten als een tiran, die mensen onschuldig

ten gronde richtte en dus moest Agrippina een onschuldige vrouw zijn in Tacitus’ verhaal. Dit

is eveneens ook de reden waarom de verteller zich amper negatief uitlaat over Agrippina, maar

de negatieve karakterisering voornamelijk gebeurt door Tiberius. Shotter meent dat deze

voorstelling van onschuldige vrouw een contradictie inhoudt. Tacitus stelt haar voor als een

vrouw met hoge ambities, die ze ook niet voor zich houdt, dus hoe zou iemand zoals zij ooit

toestaan dat ze het slachtoffer van een tiran wordt (2000:351). Ook Burns gaat ermee akkoord

dat Agrippina waarschijnlijk niet zo onschuldig is en een samenzwering plotte. Tiberius wist

dat populair Agrippina was, dus vindt Burns het hoogstwaarschijnlijk dat Tiberius enkel deze

maatregelen heeft genomen wanneer hij een gegronde reden had (2007:55).

Indien Tacitus Agrippina als onschuldig wil voorstellen, waarom dan de verschuiving

tussen boeken I.-III. en boek IV.? McHugh’s argumentatie dat haar uitlatingen tegen de keizer

ook positief kunnen worden beschouwd, bieden hier geen volledig antwoord op. Dit is volgens

Saavedra (1996) een literaire ingreep van Tacitus. Tacitus wil anticiperen op Agrippina de

Jongere en wil een thematische link hebben tussen moeder en dochter. Enkele adjectieven

zullen immers terugkomen bij Agrippina de Jongere, die net zoals haar moeder zal spreken in

het verhaal. De negatieve karakteriseringen aan het begin van de speeches door de verteller

hoeven dan ook niet opgevat te worden als de mening van de verteller, maar als een literair

spel tussen verschillende personages, stelt Saavedra. Ook al kunnen de negatieve

karakteriseringen een literair spel zijn, Agrippina maakt zich niet populair bij de lezer met haar

speeches en de negatieve woorden blijven wel hangen en verkleuren de perceptie van de lezer.

Hoe kan het dan ook anders dat Agrippina de Jongere dezelfde weg op gaat?

Page 42: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

39

7. De karakterisering van Agrippina de Jongere

Agrippina de Jongere kan als de belangrijke Julisch-Claudische vrouw beschouwd worden in

de Annales. Ze vormt bovendien een link tussen het keizerschap van Tiberius en van Nero. Ze

is de dochter van Germanicus en Agrippina de Oudere. Op de leeftijd van 13 moet Agrippina

huwen met Gnaeius Domitius Ahenobarbus, die niet gekend staat als een verfijnd man (Burns

2007:59). Haar broer volgt in 37 Tiberius op als keizer en de zussen hebben volgens de

overlevering een goede band met Caligula. Op 15 december 37 wordt Agrippina’s zoon geboren:

Nero. Agrippina zal zelf in de latere overlevering een slechte reputatie meegedeeld krijgen,

maar Burns vindt dat haar acties meer binnen hun context moeten bekeken worden. Haar

ouders hebben beide een noodlottig leven gekend en Agrippina moet beseft hebben dat de

enige manier om de veiligheid van haar familie te verzekeren, een familielid als keizer was.

Daarom was ze zo vastberaden om zo dicht mogelijk bij de macht te blijven en die ambitie zal

haar hele levensloop kleuren (2007:60). Caligula’s keizerperiode begint goed, maar na een

ziekte verliest hij alle controle. Suetonius pent neer dat Agrippina, Julia Livilla en Marcus

Aemilius Lepidus in 39 Caligula proberen uit te schakelen. Dat plan mislukt. Agrippina moet

de assen van Lepidus dragen, zoals ooit haar moeder de assen van Germanicus heeft gedragen,

en ze wordt daarna verbannen naar Ponza. In 41 wordt Caligula vermoord en komt Claudius

aan de macht. Hij heft de verbanning van Agrippina op. Op dat moment is Claudius getrouwd

met Valeria Messalina en Agrippina huwt haar tweede man, Passienus Crispus, die echter

enkele jaren later sterft (Burns 2007: 61-64).

Messalina gaat haar boekje te buiten en begint een affaire. Claudius is razend en

Messalina wordt ter dood gebracht. De keizer heeft echter nood aan een vrouw. Er zijn drie

vrouwen in de running: Aelia Paetina, Lollia Paulina en Agrippina. Uiteindelijk trouwt

Agrippina met haar oom, nadat de senaat zijn zegen geeft over dit ongewoon huwelijk.

Agrippina zou de volledig controle hebben in dit huwelijk en regeerde dus enigszins mee het

Romeinse Rijk, wat Tacitus uitgebreid beschrijft. In het jaar 50 adopteert Claudius Agrippina’s

zoon, Nero, die duidelijk als opvolger wordt geprofileerd, ten nadele van Messalina’s zoon,

Britannicus. In 54 sterft Claudius en komt Nero aan de macht. Velen verdenken Agrippina van

moord, omdat Claudius opnieuw meer Britannicus gunstig gestemd zou zijn (Burns 2007:65-

70).

Nero, als afstammeling van Germanicus, was aan het begin van zijn regeerperiode

enorm geliefd bij het volk. Zijn moeder blijft echter dominant aanwezig in het publieke en

politieke leven. Hij werd opgevoed door Seneca, die ook zijn raadgever zal zijn. Nero wil steeds

duidelijker van onder het juk van zijn moeder komen en de breuk vormt zich volledig wanneer

Agrippina haar ongenoegen uit over zijn minnares, Acte. Nero probeert de spanningen op te

lossen, maar Agrippina laat zich niet vermurwen. Ze uit zelfs dat Britannicus misschien een

Page 43: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

40

betere keizer zou zijn, waarop Nero hem laat vermoorden. Dit alles cumuleert in de moord van

Agrippina, die ik later uitgebreid zal bespreken (Burns 2007:71-76). Burns eindigt het

hoofdstuk met een goede eindbalans over het leven van Agrippina:

History has condemned Agrippina, probably the most famous of the empresses, for her excessive ambition to gain power and for the unscrupulous means she used to keep it. However, she believed that this was the only way for her to survive. Given the tragic history of her family – and her own horrible end – who could argue with her? (…) In the end, she was subject to the whims of the emperor, just like everyone else (Burns 2007:79).

Na dit kort feitenrelaas over haar leven overloop ik haar levensloop in de Annales. Een eerste

korte vermelding is er in IV.75. Tacitus geeft mee dat Tiberius zijn kleindochter als vrouw aan

Domitius geeft. Tacitus verwijst naar haar door: “Agrippinam Germanico ortam”. Net zoals bij

haar moeder wordt er bij de eerste vermelding gewezen op de afkomst. Er wordt er hier dus op

gewezen hoe belangrijk haar afkomst is. Op dit moment is Agrippina slechts 13 jaar, dus het

lijkt logisch dat de verteller niet langer stilstaat bij dit feit. De positie aan het einde van boek

IV. is echter wel emfatisch volgens Ginsburg (2006:10). Het toont hoe belangrijk Agrippina in

de volgende boeken zal worden.

Agrippina maakt dan pas weer haar opwachting in boek XII. en ze zal twee boeken lang

verhaallijnen mee bepalen. Door het ontbreken van enkele boeken hebben we geen

tekstfragmenten over de verbanning van Agrippina door Caligula. Aan het begin van het

twaalfde boek is Messalina verdwenen en wordt er een nieuwe vrouw gezocht voor Claudius.

Zoals bij haar moeder geeft Tacitus aan het begin haar familiestatus mee: “Germanico

genitam”, waarbij de lezer zich herinnert hoe populair Germanicus was. We zien Pallas’ mening

in XII.2.3.:

at Pallas id maxime in Agrippina laudare quod Germanici nepotem secum traheret, dignum prorsus imperatoria fortuna stirpem nobilem et familiae Iuliae Claudiaeque posteros coniungeret; et ne femina expertae fecunditatis, integra iuventa, claritudinem Caesarum aliam in domum ferret.

Het belangrijkste is dus dat ze Germanicus’ kleinzoon meebrengt. De populariteit van

Germanicus moet nog enorm geweest zijn. Dit geeft ook aan waarom het zo belangrijk was om

in IV.75. haar afkomst te vermelden. Ze heeft de juiste familieverbanden: ze is Julisch aan haar

moederszijde en Claudisch aan die van haar vader. Ze kan dus een brug vormen tussen de twee

takken van de familie. Dit zou dus iets heel positiefs kunnen zijn, maar het verval van de

Julisch-Claudische dynastie wordt door haar enkel maar groter. Impliciet wordt duidelijk dat

haar zoon de ideale opvolger is, in het hoofd van Pallas. Daarnaast heeft ze al veel kinderen op

de wereld gebracht. Haar moeder, Agrippina de Oudere, wordt hier niet expliciet vermeldt,

maar Tacitus herhaalt haar meest bekende kenmerk: fecunditas. Agrippina de Jongere lijkt

dus de ideale vrouw voor Claudius. Barrett (1999) merkt op dat deze hele scène een parodie is

op het consilium en de waarheid kan hiervan in vraag gesteld worden. Geen enkele andere bron

Page 44: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

41

vermeldt dit immers. Wel zal er achter de schermen inderdaad gelobbyd zijn door

verschillende mannen om een vrouw aan te prijzen (1999:95). Daarnaast merkt Ginsburg op

dat de andere twee vrouwen worden aangeprezen als goede moeders voor Claudius’ kinderen,

maar Pallas verwijst enkel naar politieke redenen om Agrippina te kiezen (2006:17). Dat zou

een voorafschaduwing kunnen zijn naar Agrippina die net Claudius’ zoon buiten spel zal zetten.

Agrippina wordt hier dus positief gekarakteriseerd door Pallas.

Claudius wordt echter niet alleen overtuigd door Pallas’ retorisch talent. In XII.3.

schrijft Tacitus dat Agrippina Claudius verleid heeft. Ze gaat vaak bij hem langs, zodat hij haar

begint te verkiezen boven de andere vrouwen en “nondum uxor potentia uxoria iam uteretur”.

Livia en Agrippina de Oudere werden ook beschreven als uxor, maar Agrippina de Jongere

heeft een stapje voor op hen: ze heeft al de macht van een uxor, nog voor ze daadwerkelijk

getrouwd is. Tacitus introduceert hier een belangrijk motief dat zal meespelen in de rest van

Agrippina’s verhaal: ze gebruikt haar seksualiteit om politieke macht te krijgen (Ginsburg

2006:18). Dit is haar middel om te manipuleren, wat een groot verschil is met de emotionele

manipulatietechnieken en de kuisheid van haar moeder. Bovendien gebruikt Tacitus “pellicit”

om de verleiding te beschrijven, wat volgens Santoro L’Hoir een magische connotatie heeft.

Een vrouw die magie gebruikt om een man te controleren, zagen we ook bij Livia (2006:149).

Vanaf het moment dat ze zeker is van het huwelijk wil Agrippina haar macht uitbreiden.

Agrippina bevindt zich immers in dezelfde positie als Livia. Ze heeft een zoon uit een ander

huwelijk en ze moet politieke manoeuvres uitvoeren om die aan de macht te krijgen. Barrett

stelt wel dat Agrippina een groot voordeel heeft tegenover Livia: Nero is geliefd en werd gezien

als een tweede Germanicus (1999:98). Om Nero’s positie veilig te stellen, wil ze dat haar zoon

trouwt met Octavia de dochter van Claudius, maar ze moet daarvoor Lucius Silanus uit de weg

ruimen. Agrippina is nog geen keizersvrouw en ze heeft al bloed aan haar handen. De positieve

directe karakterisering van Pallas wordt dus door de verteller meteen teniet gedaan door deze

indirecte karakterisering via acties. Ook wordt meteen aan het begin van dit boek Agrippina

verbonden met macht. Zo lazen we in XII.3. “potentia”, en in XII.4. is er de opmerking van

Vitellius “ingruentium dominationum provisor”. Dominatio is in deze context zeker niet

positief bedoeld. De lezer ziet hoe Pallas’ woorden geen inhoud hebben: het zijn de daden die

tellen. Meteen denken we opnieuw aan Livia, die ook verbonden werd met potentia, dominatio

en moord.

Wanneer Silanus geen probleem meer vormt, keert Tacitus terug naar het huwelijk. Dat

liep immers niet van een leien dakje. De wet liet niet toe dat neef en nicht huwen. Tacitus noemt

het dan ook “amore inlicto” in XII.5. Claudius kan niet actief dit proberen te veranderen en dus

spreekt Vitellius de senaat toe. In XII.6. karakteriseert hij Agrippina positief:

nec diu anquirendum quin Agrippina claritudine generis anteiret; datum ab ea fecunditatis experimentum et congruere artes honestas. id vero egregium, quod provisu deum vidua iungeretur principi sua tantum matrimonia experto.

Page 45: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

42

Hij doet net hetzelfde als Pallas. Hij wijst op haar goede afkomst en vruchtbaarheid. Het enige

nieuwe is “artes honestas”, dat Vitellius belangrijk achtte en het dus op de laatste plaats van de

zin had gezet. De lezer kan zich hier ernstig vragen bij stellen, wetende dat Agrippina de

drijvende kracht was bij de moord op Silanus. Agrippina wordt dus in een korte tijdspanne

tweemaal positief gekarakteriseerd door een andere man. Na de slechte karakterisering van de

verteller in XII.4. kan de lezer misschien opnieuw twijfelen wie hij nu moet geloven. Pallas en

Vitellius zijn echter twee mannen die zich actief inzetten voor Agrippina, mogelijk uit eigen

machtsopzicht. We moeten dus sceptisch zijn over hun positieve opmerkingen.

Uiteindelijk kunnen Claudius en Agrippina trouwen en meteen schrijft Tacitus in

XII.7.:

versa ex eo civitas et cuncta feminae oboediebant, non per lasciviam, ut Messalina, rebus Romanis inludenti. adductum et quasi virile servitium: palam severitas ac saepius superbia; nihil domi impudicum, nisi dominationi expediret. cupido auri immensa obtentum habebat, quasi subsidium regno pararetur.

Barrett geeft aan dat Tacitus hier meer verfijnd is dan Suetonius, die schrijft dat Agrippina

Claudius meteen controleerde (1999:102). Tacitus schrijft dat het huwelijk een transformatie

is in de ontwikkeling van Rome. Bovendien contrasteert hij haar met Messalina. Zij verlangde

naar macht om buitensporig te kunnen zijn. Agrippina leidt geen overdadig leven, maar ze

verlangt naar macht om de macht. Tacitus – en Dio – zijn echter verkeerd wanneer ze stellen

dat Agrippina de staat in handen heeft. Barrett meent dat Tacitus dit schrijft, omdat dit past in

zijn voorstelling van de sullige Claudius, niet omdat dit de waarheid is. In tegendeel, de

geschiedenis toont dat Claudius en Agrippina net een heel goed team vormden en

samenwerkten (1999:102-103). Bovendien past het in de stelselmatige opbouw die Tacitus in

zijn narratief inplant: vrouw per vrouw stijgt de macht en Agrippina zou het hoogtepunt zijn

die zelf regeert. Tacitus beschrijft dus opzettelijk Agrippina in negatieve termen, die

voornamelijk mannelijk zijn. Hoewel hij nog zegt “quasi virile” gebruikt hij typisch mannelijke

woorden: “servitium” en “regno”. Ginsburg (2006) ziet ook een parallel met I.4., dat opent met

“verso civitatis statu”. I.4. gaat over het begin van de regeerperiode van Augustus. Door deze

parallel zou Tacitus Agrippina op dezelfde hoogte plaatsen als Augustus (2006:19). Er is

volgens Santoro L’Hoir (2006) ook een link met haar moeder in deze passage. Agrippina de

Oudere hebben we leren kennen als een passionele vrouw, maar hier wordt door “nihil domi

impudicum, nisi dominationi expediret” gesteld dat Agrippina haar emoties wel kan beheersen

(2006:142). Dit zal veranderen in de loop van het verhaal.

Bovendien is het niet toevallig dat Tacitus hier enkel femina gebruikt. Tacitus wil er ten

eerste nog eens op wijzen dat Agrippina een vrouw is en dat het niet normaal is dat een vrouw

zoveel macht heeft. Expliciet schrijven dat ze een femina is, contrasteert natuurlijk met de

mannelijke termen. Een tweede belangrijke opmerking, die Ginsburg (2006) aanhaalt, is dat

Tacitus haar niet beschrijft als uxor of coniunx. De echte Agrippina, niet de Agrippina in Pallas’

Page 46: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

43

speech, voldoet niet aan de kwalificaties voor een goede getrouwde vrouw (2006:20). Dit is dus

een groot verschil met Livia, die herhaaldelijk uxor wordt genoemd. Een ander tekenend woord

is “impudicum”. Ze doet niets schandelijk, tenzij het haar politiek helpt. Dit verwijst naar de

seksuele daden die Agrippina stelde om haar macht te verzekeren, wat er toch een paar zijn.

Deze passage zet eigenlijk de toon voor al wat nog zal volgen. In het hoofd van de verteller

bestaat er geen twijfel: Agrippina oefent een negatieve invloed uit. Lezers die nog voorzichtig

waren na de speeches van Pallas en Vitellius kunnen door deze passage overtuigd worden van

het standpunt van de verteller.

We krijgen een voorbeeld van Agrippina’s macht in XII.8. Ze haalt Seneca terug uit zijn

verbanning. Dat doet ze niet zomaar; ze weet dat hij geliefd is bij het volk en hij kan haar zoon

opleiden. Dit heeft dus een politieke reden. Zo heeft haar zoon een goede opleiding tot keizer

door een van de slimste mensen uit die tijd (Barrett 1999:106). Het toont dat ze vooruitziend

is. Bovendien doet ze het ook voor haar eigen welzijn. Ze hoopt dat deze daad gunstiger

voorstelt. Dat toont aan dat ze beseft dat de perceptie niet goed is. Zonder dat ze het weet, heeft

deze daad een enorme impact op de loop van de geschiedenis. Deze eerste verhaallijn wordt

afgerond in XII.9. Nero en Octavia huwen. Nero is nu de schoonzoon van Claudius dankzij

“studiis matris”. Deze frase doet terugdenken aan “matris artibus” in I.3. waarin ook de positie

van Tiberius als opvolger versterkt werd.

In tegenstelling tot haar moeder wordt Agrippina de Jongere duidelijk negatief

gekarakteriseerd door de verteller zelf. Waar andere personages Agrippina de Oudere negatief

voorstelden, zijn het hier net twee mannen die Agrippina de Jongere positief voorstellen.

Indirect leren we echter een machtswellustige vrouw kennen, die voor niets terugdeinst om de

positie van haar zoon veilig te stellen. Ginsburg (2006) stelt dat na XII.7.-XII.9. er geen twijfel

meer kan bestaan: Agrippina wil dat haar potentia heel ver reikt. De ambitie voor eigen macht

komt dus vanaf het begin heel sterk naar voren, wat niet bij de andere vrouwen op te merken

is. Daarnaast is het opmerkelijk hoe snel Tacitus het plot laat bewegen. Agrippina is nog niet

getrouwd of ze denkt al verder dan dat huwelijk zelf (2006:20-21).

Na een korte onderbreking over de Parthen en Mithridates, ziet de lezer Agrippina terug in

XII.22.:

Isdem consulibus atrox odii Agrippina ac Lolliae infensa, quod secum de matrimonio principis certavisset.

Agrippina haat Lollia, omdat ze mee voor de hand van Claudius heeft gedongen. Barrett vindt

deze uitleg van Tacitus raar. Waarom zou Lollia na het huwelijk nog een gevaar vormen? En

waarom wil ze dan de derde mededingster, Aelia Paetina, ook niet dood (1999:107)? Tacitus

hoeft echter geen goede reden te geven, want voor hem is het belangrijk om een link met Livia

en Agrippina de Oudere te bewerkstelligen. Wat hen bindt is het uitschakelen van vrouwelijke

Page 47: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

44

rivalen.14 We zien hier hetzelfde woord opduiken zoals bij haar moeder in IV.52.: “atrox”. Atrox

wordt enkel gebruikt voor vrouwen die mannelijke macht nastreven. Agrippina deelt dus

dezelfde karaktereigenschappen met haar moeder en wordt net zoals in XII.7. in mannelijke

termen beschreven. Wat verder wordt ze ook beschreven door “irae Agrippinae” wat een link

is met IV.53.: “Agrippina pervicax irae”. Er wordt dus terugverwezen naar de twee momenten

waarop Agrippina tot keizer Tiberius spreekt. Haar moeder probeerde echter de moord op haar

nicht te voorkomen, maar Agrippina is hier zelf de instigator van een moord. Ze krijgt Claudius

zo ver om in het nadeel van Lollia voor de senaat te spreken en uiteindelijk zal ze zelfmoord

plegen. Barrett schrijft over het macaber detail dat Dio toevoegt: Agrippina wou het hoofd van

Lollia, om zeker te zijn dat ze echt dood was. Dit zou mogelijks een literaire ingreep kunnen

zijn om een parallel op te bouwen met Fulvia die Cicero’s hoofd wou (Barrett 1999:108). Dat

het enkel een literaire ingreep is in het verhaal van Dio, verklaart waarom Tacitus deze

anekdote, die haar opnieuw slecht zou voorstellen, niet opneemt. In XII.22. is er dus een

duidelijk voorbeeld van metaforische karakterisering. Tacitus vergelijkt Agrippina de Jongere

nadrukkelijk met Agrippina de Oudere en de lezer ziet ook hetzelfde patroon zoals bij Livia,

wat later nog duidelijker zal worden. XII.1-9. gaf een individuele, metonymische,

karakterisering van Agrippina, maar hier wordt ze dus geschetst in het ruimer kader van de

Annales.

Alles lijkt Agrippina voor de wind te gaan in het jaar 50. Pallas overtuigt Claudius om Nero te

adopteren als zijn zoon. “fesintatur” moet erop wijzen dat Claudius snel gedwongen wordt om

deze beslissing te maken voordat hij nog van mening kan veranderen (Ginsburg 2006:25). Dat

doet terugdenken aan “devinxerat” bij Livia. Barrett stelt ernstig in vraag of Claudius zich voor

zo’n belangrijke feiten zou laten beïnvloeden door Pallas. Het is dus aannemelijk dat Claudius

niet overtuigd moest worden en hij zelf het idee had om Nero te adopteren (1999:111). Tacitus

alludeert er wel op dat Agrippina en Pallas een verhouding hebben. Dat is geen onschuldige

opmerking. Zoals ik al aangegeven heb, verleent Agrippina soms seksuele gunsten. Dat zou bij

Pallas net hetzelfde zijn. In ruil steunt hij haar politieke agenda. Aan het einde van XII.25.

wordt de keizer eraan herinnerd dat er nog geen dergelijke adoptie is gebeurd in de Claudische

lijn. Barrett schrijft over de juridische problemen bij de adoptie, doordat Nero sui iuris was,

maar Tacitus gaat hier niet op in (1999:112). De lezer ziet wel een gelijkenis met de adoptie van

Tiberius door Augustus. Waar de vergelijking in XII.22. met Livia nog eerder vaag was, begint

Tacitus vanaf dit moment een sterkere vergelijking met Livia op te stellen. Tacitus is duidelijk

bezig met dit gestaag duidelijk te maken bij de lezer.

Het hoogtepunt van Agrippina’s macht wordt beschreven in XII.26. Agrippina wordt

geëerd met de titel van Augusta, wat haar status verhoogt. Ze is de eerste die dit krijgt terwijl

14 Zie bijvoorbeeld: I.33., II.43., IV.12., IV.40.

Page 48: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

45

haar man nog leeft. Livia kreeg pas deze titel nadat Augustus gestorven was, zodat er geen

afbreuk was aan de status van Augustus, stelt Barrett (1999:108). Britannicus doorziet echter

de vriendelijkheid van zijn stiefmoeder en spot er dan ook mee. Net zoals Livia kan Agrippina

dus veinzen. “Augustae” en “novercae” zijn een belangrijke tegenstelling in deze passage.

Tacitus geeft wel aan hoe machtig ze was in het bezitten van de titel Augusta, maar herinnert

zijn publiek er meteen aan dat Agrippina het stereotype van de stiefmoeder is, waar je niets

goeds van kan verwachten. En net deze twee termen worden ook gebruikt om Livia te

karakteriseren. Het wordt voor de lezer alsmaar meer duidelijk dat de plot dezelfde kant begint

op te gaan.

Deze verhaallijn wordt afgerond in XII.27. Ze wil haar “vim” tonen en sticht de kolonie

Ara Ubiorum, die haar naam krijgt. Haar macht reikt nu zelfs tot buiten Rome. De lezer zou

kunnen verwachten dat het hier gaat om politieke macht en Tacitus dus haar in die situatie,

zoals bij Livia, Augusta noemt, maar hij noemt haar enkel “Agrippina”. Er wordt naar haar

afkomst verwezen met “avus Agrippa” en Tacitus herinnert er de lezer aan dat dit haar

geboorteplaats was. In de regeerperiode van Claudius werden er veel kolonies gesticht, schrijft

Barrett (1999). Hoewel Tacitus dit feit als bijzonder wil schetsen, past het eigenlijk volledig

binnen de politiek van Claudius. Het duidt dus eerder op een goede samenwerking van man en

vrouw, dan van een machtscontrole van Agrippina (Barrett 1999:115). Bij het bespreken van de

macht van Agrippina is dit voor Kolb (2010) één van de sleutelmomenten. Volgens hem wou

Agrippina dat de kolonie, die haar geboortestad is, in positie steeg. Maar dat een vrouw dit kan

bewerkstelligen, is ongezien in de Romeinse geschiedenis. Agrippina’s macht komt op dit

gebied dus op dezelfde hoogte als dat van een man. Daarom is deze passage zo belangrijk bij

Tacitus, omdat het toont hoe groot de invloed van Agrippina is (2010:17-19). Dat hij haar dan

net in deze situatie niet Augusta noemt, zou ironisch kunnen opgevat worden.

Voordat de volgende grote verhaallijn begint, is er een vermelding van Agrippina in XII.37.

Voor Ginsburg komen in deze passage alle voorgaande verhaallijnen samen: Agrippina’s

ambitie en haar wil om haar macht ook publiekelijk te vertonen (2006:26). In deze verhaallijn

wordt de overwinning op de Britten gevierd. Agrippina zit vlakbij op een ander podium, bij

Claudius, en krijgt dezelfde lofprijzingen en dankbetuigingen als haar man door de Britten.

Tacitus zegt dat dit iets nieuws is en in strijd is met de regels van vroeger en voegt een moeilijk

te interpreteren zin toe: “ipsa semet parti a maioribus suis imperii sociam ferebat.” Barrett

(1999) stelt dat Tacitus waarschijnlijk bedoelt dat ze een autoriteit wil claimen tegenover de

praetorianen en zo wil hij haar voorstellen als een dux femina. Toch twijfelt Barrett of

Agrippina zo arrogant was. Waarschijnlijk leek het haar gepast dat de dochter van Germanicus

en de kleindochter van Drusus prominent aanwezig is bij de verovering van de Britten

(1999:124). Bovendien is dit ook totaal niet nieuw, zelfs Tacitus heeft al iets in dezelfde aard

Page 49: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

46

neergeschreven in de Annales over Plancina en ook Agrippina’s moeder ondernam militaire

acties (Ginsburg 2006:26). XII.37. heeft voor Tacitus het doel om haar voor te stellen als een

dux femina. Een ander doel van deze passage is de link met haar moeder. Agrippina de Oudere

gaf “laudes et grates” aan de terugkerende troepen in I.69. Haar dochter overstijgt haar echter

en ontvangt laudes en grates van buitenlandse koningen (Santoro L’Hoir 2006:131).

Vanaf XII.41. tot het einde van boek XII schrijft Tacitus de verhaallijn over de aanleidingen

voor de moord op Claudius door Agrippina. In XII.41. spreekt Britannicus verkeerdelijk Nero

aan met Domitius, de naam van voor de adoptie. Hier speelt Agrippina op in en ze meldt dit

aan Claudius. Bovendien wijst ze erop dat de tegenstanders van hun huwelijk in toom moeten

worden gehouden. Daarop verwijdert Claudius alle leerkrachten van Britannicus en Agrippina

mag aanwijzen wie zijn nieuwe leerkrachten worden. Tacitus verwijst hier naar Agrippina via

“noverca”. Door dit woord te laten vallen, verwacht de lezer hetzelfde plotpatroon zoals bij

Livia. Dat is indaard zo, maar het verschil is dat Tacitus veel uitgebreider over de moord schrijft

dan bij Livia. Dit komt doordat de moord op Augustus helemaal niet zeker was en hij dus amper

details kan schrijven. Daarnaast past het ook in het verhaal dat Tacitus opbouwt: iedere vrouw

wordt slechter. Een versie met meer details over de moord toont een meer duistere kant dan

enkel een kort en droog feitenrelaas.

Er wordt naar Agrippina’s hoge ambities verwezen in XII.42: “Nondum tamen summa

moliri Agrippina audebat”. Zolang er mannen in de praetoriaanse garde sympathie hebben

voor Britannicus, wacht ze af. Ze heeft genoeg inzicht om te beseffen dat ze voorlopig grenzen

moet kennen. Wel verleent ze zichzelf hoge gunsten. Zo laat ze zich in de staatsiekoets naar het

Capitool rijden, wat normaal enkel een privilege is van priesters en sacrale voorwerpen. Tacitus

schrijft dat dit haar veneratio, “aanzien”, verhoogt en dat dit strikt uniek blijft in het vervolg

van de geschiedenis. Barrett geeft echter aan dat ook Messalina hierin heeft plaatsgenomen,

bij de triomf op de Britten in 44, maar Agrippina mag er waarschijnlijk gebruik van maken

tijdens alle religieuze feesten (1999:124). Het doel van Tacitus is echter om erop te wijzen dat

Agrippina van alle vrouwen in de Annales de meeste macht krijgt. Haar positie is dan ook

uniek, schrijft Tacitus: de dochter van een opperbevelhebber, de zus van keizer Caligula, de

vrouw van keizer Claudius en de moeder van keizer Nero. Geen enkele vrouw heeft zo vaak, in

verschillende gedaanten, zo’n connecties met de machtigste man van het rijk gehad. Deze

metonymische karakterisering wijst dus op het belang en de positie die Agrippina had in het

Romeinse Rijk. Vitellius wordt aangeklaagd voor majesteitsschennis en blijkbaar zou Claudius

hem schuldig bevinden. Het is echter Agrippina die de veroordeling van Vitellius verijdelt door

op Claudius in te praten. XII.42. toont op verschillende facetten de slimheid en macht van

Agrippina.

Page 50: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

47

Agrippina’s grootste tegenstander is in alle bronnen Narcissus, behalve bij Dio. Dio schrijft dat

in 51 Agrippina totale controle heeft, Claudius domineert en zowel Pallas als Narcissus aan

haar zijde heeft. Barrett (1999) meent dat het natuurlijk altijd kan dat loyaliteiten verschuiven,

maar het zou raar zijn dat Tacitus dit niet vermeldt. Barrett stelt echter dat er bij Dio

hoogstwaarschijnlijk een naamverwarring is opgetreden met een andere Narcissus (1999:129).

Bij Tacitus is er geen verwarring mogelijk: Narcissus spreekt enkel in slechte termen over

Agrippina. Voor de lezer komt de eerste confrontatie tussen deze twee in de passages XII.56.

en XII.57. over het spektakel op het Fucinusmeer. Agrippina en Claudius wonen die samen bij.

Door opnieuw het gebruik van het werkwoord “praesidere”, alludeert Tacitus op XII.37. waar

Agrippina de grenzen van haar genderrol overschreed (Ginsburg 2006:29). Er wordt een

voorstelling gegeven van een zeeslag, maar na het schouwspel loopt het fout. De waterweg

wordt geopend, het water stroomt niet vlot weg en er ontstaat paniek. Tacitus schrijft:

simul Agrippina trepidatione principis usa ministrum operis Narcissum incusat cupidinis ac praedarum. nec ille reticet, impotentiam muliebrem nimiasque spes eius arguens. (XII.57.)

Barrett geeft aan hoe hol Narcissus’ klachten zijn. Narcissus heeft niets specifieks om haar te

verwijten en gebruikt dan maar typische vooroordelen, die we al in de hele Annales hebben

gezien (1999:130). Tacitus als verteller linkt de woorden van Narcissus met hoe hij zelf Livia

beschreef in I.4. “muliebri impotentia”. Hij varieert dus op deze frase zodat de parallellie niet

overdreven wordt, maar de lezer wel de kernidee begrijpt. De passages verwijzen ook naar het

theater. Santoro L’Hoir (1994) wijst op woorden die hiernaar verwijzen: “in modum theatri”,

“spectaculo”, en de chlamys die ze draagt. Een ander vrouw die de chlamys droeg, is Dido in de

Aeneïs. Haar keizerlijke arrogantie en het aspect van dux femina, wordt zo in een theatrale

context geplaatst. Santoro L’Hoir ziet hiermee de link naar het keizerschap van Nero, die

acteerde (1994:21-22). Dit is echter ook een link naar de theatrale Agrippina de Oudere. De

rouwende Agrippina wordt ook in een theatrale omgeving geschetst en in haar acties ziet de

lezer haar theatrale ingesteldheid. Tacitus legt hier dus opnieuw een link tussen moeder en

dochter. Ginsburg (2006) wijst ook op een ander woordspel in de plot van Tacitus. “nimiasque

spes” zijn enkele van de laatste woorden van het jaar 52. Het jaar 53 begint met het huwelijk

van Nero en Octavia. Duidelijk wijzen de woorden hierop: haar doel was dat huwelijk

(2006:30). De emfase, het eerste feit dat vermeld wordt uit dat jaar is het huwelijk, toont dat

Agrippina dus haar doelen weet te bereiken.

In het jaar 53 is er ook een vermelding van Agrippina’s intriges, waarnaar Tacitus

verwijst in XII.59. met “artibus”. Zij brengt immers Statilius Taurus ten val, omdat ze haar oog

heeft laten vallen op zijn tuin. Barrett geeft aan dat dit een literair topos is, dat we ook vinden

bij Messalina. Toch zou er enige waarheid in kunnen zitten, want zijn tuinen lagen in het hart

van de watertoevoer van Rome. Zo moeten ze Taurus niet onteigenen, want financieel zat men

in de problemen (1999:136).

Page 51: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

48

Het plot rond de moord op Claudius loopt vanaf XII.64. tot het einde van boek XII. Dit

belangrijk feit krijgt dus een grote nadruk. Nergens zal Tacitus naar Agrippina verwijzen als

uxor, maar hij noemt haar steeds bij haar naam. Iemand die haar man vermoordt, kan immers

geen goede matrona of uxor zijn. Eerst duikt Lepida, de moeder van Messalina, weer op in het

verhaal. Lepida beschouwt zichzelf als gelijke in rang en ze probeert invloed uit te oefenen op

Nero, wat Tacitus als “muliebribus causis” ziet. Barrett (1999) schrijft dat Tacitus de

spanningen hierdoor minimaliseert. De oorzaak van de spanningen lijkt Barrett

onwaarschijnlijk en hij stelt dat Tacitus hier vervalt in stereotypering en apathie voor de twee

vrouwen. Het is opmerkelijk dat Tacitus niet verwijst naar het feit dat Lepida de grootmoeder

is van Britannicus en dus misschien achter de schermen ijverde om hem als opvolger van

Claudius aan te duiden. Dat zou een logischere verklaring zijn voor de spanning tussen de twee

vrouwen (1999:137-138). Tacitus schrijft over beide vrouwen:

nec forma aetas opes multum distabant; et utraque impudica, infamis, violenta, haud minus vitiis aemulabantur quam si qua ex fortuna prospera acceperant. (XII.64.)

Agrippina noemt hij trux, “grimmig”, en minax, “bedreigend”. De verteller is dus opnieuw erg

negatief. Zo wordt de spanning hoger opgedreven naar de eigenlijke moord. Geen van de

andere vrouwen wordt door deze adjectieven beschreven. De verteller blijft immers vaag over

Livia’s mogelijke inmenging bij de dood van Augustus en Agrippina de Oudere heeft geen

moorden op haar geweten. Agrippina de Jongere is duidelijk de vrouw die wie men het meest

moet vrezen. Tacitus schrijft dat de grootste wedijver tussen de vrouwen gaat om wie de meeste

macht heeft over Nero: de tante of de moeder. Moeders, zoals Livia en Agrippina de Jongere,

verwachten dus dat hun zonen luisteren naar hun mening.

Lepida wordt veroordeeld tot de doodstraf, ondanks protesten van Narcissus. Dat was

dan ook de grootste reden om deze passages over Lepida in te voeren: Tacitus wil de

spanningen tussen Narcissus en Agrippina schetsen (Ginsburg 2006:31). Narcissus begint

Agrippina steeds meer en meer te wantrouwen en hij vreest zelfs voor zijn eigen leven. Hij geeft

allerlei opmerkingen waaronder:

at novercae insidiis domum omnem convelli, maiore flagitio quam si impudicitiam prioris coniugis reticuisset. quamquam ne impudicitiam quidem nunc abesse Pallante adultero, ne quis ambigat decus pudorem corpus, cuncta regno viliora habere. (XII.65.)

Narcissus’ woorden vormen een groot contrast met de lovende woorden van Pallas en Vitellius.

Nu hij de daden van Agrippina in boek XII. heeft kunnen lezen, is de lezer geneigd om meer

waarde te hechten aan Narcissus, dan aan de andere twee mannen. Er wordt opnieuw vermeld

dat Agrippina een stiefmoeder is. Ook wordt impudicitia, dat nog maar net in XII.64. werd

gebruikt, herhaald, maar het wordt nu verbonden aan haar affaire met Pallas. Ze geeft haar

eer, haar schaamte en zelfs haar lichaam op voor macht. Dat is een verschil met Livia, die nooit

in het verhaal haar lichaam gebruikte om iets te bereiken. XII.65. roept echter nogal wat vragen

op bij Barrett (1999). Ten eerste geeft Tacitus geen enkele vermelding van strubbelingen tussen

Page 52: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

49

Agrippina en Claudius die een aanleiding zouden kunnen zijn voor de moord. Dit doen

Suetonius en Dio wel. Tacitus daarentegen legt de aanleiding bij Narcissus, die echter naïef en

ook sentimenteel is. Hij zegt dat zijn lot bezegeld is, of nu Britannicus of Nero aan de macht

komt. Narcissus bazuint rond dat hij Agrippina wantrouwt en Agrippina zou beseffen dat ze

moet ingrijpen. Aan het einde van deze passage omarmt Narcissus Britannicus en hoopt hij op

de dag dat Britannicus volwassenen is en de vijanden ten valt brengt. Bij Suetonius en Dio is

het echter Claudius die zijn zoon omarmt en hoopt dat Britannicus hem zal opvolgen. Barrett

stelt dat Suetonius en Dio waarschijnlijke de originele, maar inaccurate versie hebben

neergepend terwijl Tacitus een grotere rol aan Narcissus gaf om zo Claudius als een passief

personage op te voeren (1999:138-139). Het maakt echter niet uit of deze passage nu wel of niet

gebeurd is. Het is voornamelijk een opstapje in het verhaal dat de schrijver wil brengen. Tacitus

wil tonen dat er nog hoop leeft dat Britannicus Claudius opvolgt en zo krijgt Agrippina een

motief voor moord. Bovendien is het niet zomaar een motief, maar hetzelfde motief zoals bij

Livia.

In XII.66. besluit Agrippina tot haar misdaad: de moord op haar man, terwijl Narcissus

naar een kuuroord is in Sinuessa. Agrippina wordt in de overlevering vaak gelinkt met moord

en deze moord is daar natuurlijk de belangrijkste reden voor. Alle bronnen geven aan dat het

Agrippina is die haar man vermoordt, maar het is Tacitus die er het uitgebreidst over schrijft.

Barrett stelt echter dat er amper bewijs is dat Agrippina haar man heeft vermoord en of hij

zelfs überhaupt vermoord is (1999:138). Tacitus bouwt op naar de moord door in XII.66. en

XII.68. te schrijven “valitudine adversa” en “valitudinem principis”. Hierbij denkt de lezer

terug aan “valitudo” bij Augustus (Santoro L’Hoir 2006:188). In het verhaal dat Tacitus

presenteert, vreest Agrippina echter dat Britannicus opnieuw in de gunst zal komen en ze wil

dit koste wat kost vermijden. Ze besluit om een gif te gebruiken en ze schakelt de hulp in van

Locusta. Het middel wordt toegediend door Halotus, die het eten altijd voorproefde.

We zien Agrippina in paniek, “exterrita”, wanneer Claudius enkel diarree blijkt de

hebben. Dit is de eerste keer dat Agrippina emotioneel is en het is een link met haar moeder.

De arts Xenophon dient Claudius extra vergif toe. Verschillende bronnen geven echter een

ander relaas van de feiten, wat Barrett kort vermeldt. Bij Dio wordt hij vergiftigd door iets in

zijn drinken. Suetonius schrijft wel net zoals Tacitus dat Claudius twee dosissen toegediend

krijgt (Barrett 1999:140).

XII.68. en XII.69. zijn parallel opgesteld met de plotlijn van Livia. Agrippina deelt niet

meteen mee dat de keizer is overleden, maar wacht het gunstig moment af. Haar gewiekstheid

en hypocrisie is te lezen in:

iam primum Agrippina, velut dolore victa et solacia conquirens, tenere amplexu Britannicum, veram paterni oris effigiem appellare ac variis artibus demorari ne cubiculo egrederetur. (XII.68.2.)

Page 53: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

50

Het woord “velut” is hier belangrijk: Agrippina doet alsof ze verdrietig is. Dit doen alsof doet

terugdenken aan Livia. Livia zou maar doen alsof ze verdrietig is om de dood van Germanicus,

zoals Agrippina hier maar doet alsof ze verdrietig is om de dood van haar man. De dux femina

wordt beschreven in: “cunctos aditus custodiis clauserat”. Doordat Agrippina ervoor gezorgd

heeft dat Britannicus op zijn kamer blijft, kan Nero in XII.69. zonder problemen zich

voorstellen als de nieuwe keizer. Ze heeft immers het nieuws uitgesteld om alles voor te

bereiden. Barrett vraagt zich wel af waarom ze nog tijd nodig hebben om dit voor te bereiden

als ze toch wisten op voorhand dat Claudius zou sterven die dag (1999:142). Een andere reden

waarom men afwacht, is zodat de dood van de keizer valt op een gunstig moment, bepaald door

de astrologen. Er wordt een letterlijke vergelijking gemaakt met Livia bij het beschrijven van

de uitvaart: “aemulante Agrippina proaviae Liviae magnificentiam”. Vrouwelijke rivaliteit

bestaat dus zelfs wanneer één vrouw al dood is. Opnieuw doet de waarheid er echter niet veel

toe. Het belangrijkste is de metaforische karakterisering: een parallellisme tussen Livia en

Agrippina de Jongere. Barrett wijst er wel op dat veel bronnen impliciete vergelijkingen maken

tussen Livia en Agrippina, maar Tacitus is de enige die het expliciet maakt (Barrett 2002:243).

De lezer weet dat de relatie tussen Livia en Tiberius verwaterde nadat hij keizer werd en dus is

er nu eenzelfde verwachtingspatroon. Door de vele parallellen tussen Livia en Agrippina was

de letterlijke vergelijking totaal niet nodig. Ten eerste toont het hoe belangrijk de parallel

tussen deze twee vrouwen is. Ten tweede is volgens mij voornamelijk “aemulante” hier

belangrijk. Tacitus wil dat we zien dat Agrippina wedijvert met de eerste keizersvrouw. Dat

gaat niet enkel om de begrafenis, maar bij bijna alle acties denken we terug aan Livia. Agrippina

gaat wel telkens dat stapje verder dan Livia: ze zet haar kuisheid opzij, haar moorden zouden

minder heimelijk zijn… Agrippina wint dus het denkbeeldig wedstrijdje, maar dat veroorzaakt

net de ondergang van de Julisch-Claudische dynastie.

Boek XIII. opent met moord en doet denken aan I.6. De regeerperiode van Nero begint op een

dramatische wijze met bloed vergieten. Iunius Silanus wordt vermoord “per dolum

Agrippinae”, zonder medeweten van haar zoon. Agrippina had zijn broer vermoord en ze vreest

wraak. Volgens Barrett is dit onwaarschijnlijk, want de dood dateert van vijf jaar eerder

(1999:154). Daarnaast zou Silanus ook aanspraak kunnen maken op de keizerstitel, want hij

was de zoon van een achterkleinzoon van Augustus. Zoals ook bij Livia, is de tweede reden de

meest plausibele. Daarnaast wijst Barrett (1999) op het probleem van de timing in Tacitus’

verhaal. Silanus was op dat moment gouverneur in Asia. Nooit kan deze moord helemaal aan

het begin van Nero’s regeerperiode plaatsgevonden hebben. Tacitus plaatst de moord echter

op dit moment om de literaire parallel met Livia te kunnen maken (1999:154). Een opvallend

verschil is dat Tiberius wel op de hoogte was van de moord, maar Nero niet volgens Tacitus.

Plinius de Oudere schrijft dat het echter Nero was die opdracht gaf tot de moord. Ginsburg

Page 54: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

51

(2006) vraagt zich af waarom Tacitus dit niet vermeldt. Waarschijnlijk is dit om de nadruk op

Agrippina te leggen. De moord op de broer van Silanus vond immers plaats nog voor ze de

vrouw van Claudius was. Tacitus schetst zo hoe Agrippina in al die jaren nog geen haar

veranderd is (2006:37).

Narcissus pleegt onder druk uiteindelijk zelfmoord. Tacitus laat uitschijnen dat ook

hier Agrippina de drijvende kracht is. De beginperiode van Nero als keizer waren de hoogdagen

voor Agrippina. Suetonius en Dio schrijven dat Nero zaken aan Agrippina overlaat, maar

Tacitus schrijft eigenlijk niet over de daadwerkelijke politieke macht die Agrippina heeft, enkel

maar hoe ze rivalen uitschakelt. Barrett stelt dat we Suetonius en Dio dan ook moeten lezen

met een grove korrel zout (1999:150). Rutland schrijft dat Agrippina’s gedrag verandert nadat

haar zoon keizer is geworden. Ze handelt risicovoller, inconsequent en niet altijd even logisch

(1978:24). Rutland merkt op dat dit niet het geval is bij Dio, omdat hij haar meer als een

slachtoffer wil voorstellen (1978:27).We zullen haar veel emotioneler zien in het vervolg van

Tacitus’ verhaal. Dit doet denken aan haar moeder. Agrippina de Oudere wist wel steeds haar

emoties te gebruiken voor manipulaties, bij Agrippina de Jongere wijst het enkel op haar

zwaktes. Tacitus gebruikt de metonymische karakterisering van emoties dus om metaforisch

te karakteriseren, namelijk een vergelijking tussen moeder en dochter.

De controle van Agrippina vermindert wanneer Burrus en Seneca de jonge keizer

bijstaan. Zij verhinderen dat er een bloedbad ontstaat: “ibaturque in caedes” (XIII.2.).

Agrippina wordt niet bij naam genoemd, maar de lezer weet naar wie gealludeerd wordt.

Ditzelfde principe werd ook gebruikt bij Livia: haar naam werd niet genoemd, maar iedereen

associeerde haar met de verbanning van Agrippa. Bovendien lijkt het normaal dat een jonge

man niet wil gecontroleerd worden door zijn moeder. Tacitus schrijft in XIII.2.:

certamen utrique unum erat contra ferociam Agrippinae, quae cunctis malae dominationis cupidinibus flagrans habebat in partibus Pallantem.

We zien dat Agrippina gekarakteriseerd wordt door ferox. Dit is duidelijk een metaforische

karakterisering met haar moeder. Agrippina is begerig naar dominatio, wat ook het geval is in

in XII.2. en XII.7. Aan het einde van XIII.2. wordt wel gezegd dat men naar buiten toe alle eer

aan Agrippina bewees en dat het wachtwoord voor de garde “de beste moeder” was.

Nero begint zijn eigen beslissingen te nemen, waarop zijn moeder geen invloed meer

heeft. Agrippina verzet zich in XIII.5. tegen het voorstel dat de quaestoren niet verplicht meer

waren om gladiatorenshows te organiseren. Dat zou immers in strijd zijn met de bepaling van

Claudius. Barrett (1999) stelt dat dit niet zomaar de bepalingen van Claudius zijn in het hoofd

van Agrippina, maar die van hen samen. Het is dus waarschijnlijk dat Agrippina dit zag als een

persoonlijke belediging (1999:160). We zien wel invloed op de plaats waar ze vergaderen. Dit

zou op de Palatium zijn, zodat Agrippina de vergaderingen kan bijwonen, achter een gordijn.

Zo werd ze niet gezien, maar kon ze wel alles horen. Tacitus gebruikt hier niet willekeurig het

imperfectum bij “vocabantur” volgens Barrett, maar het moet wijzen op hoe Agrippina

Page 55: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

52

herhaaldelijk vergaderingen bijwoonde. Toch is het volgens Barrett niet zo uitzonderlijk, zoals

Tacitus wil voorstellen. Bijeenkomsten op de Palatium waren heel gewoon tijdens de Julisch-

Claudische dynastie. Bovendien zouden er nog mensen geweest zijn die niet rechtstreeks

meededen in de vergadering, maar wel verdoken mochten meeluisteren (1999:150-152). Dat

Agrippina mocht meeluisteren was wel een grote eer, maar Tacitus presenteert het alsof

Agrippina dit persoonlijk regelde om te luisteren naar wat de senaat te zeggen had. Tacitus

vermeldt ook dat Agrippina twee lictors kreeg toegewezen, die volgens Barrett haar aanzien

moeten hebben verhoogd (1999:152). Net zoals in XII.42. is het doel van Tacitus om te tonen

dat Agrippina machtiger is dan de vorige vrouwen.

Tacitus vertelt in XIII.5. dat Agrippina aanstalten maakte om het podium van de

imperator te beklimmen en samen met hem de bijeenkomst van de Armeense gezanten voor

te zitten. Seneca spoort Nero aan om zijn moeder halverwege op te vangen en zo het schandaal

te vermijden. Deze actie toont hoe ver de ambities van Agrippina reiken, maar hoe ze ook op

grenzen botst bij haar zoon. In het eerste deel van XIII.5. werd naar Agrippina verwezen via

haar naam, hier gebruikt Tacitus “matri”.

Het volk begint te morren aan het einde van het jaar 54. De Parthen veroveren Armenië

en het volk vraagt zich af of Nero wel bekwaam genoeg is om de Parthen terug te drijven. Zo is

het gerucht onder het volk dat “in eo qui a femina regeretur” (XIII.6.). Agrippina zou na haar

man, nu ook haar zoon domineren. Dit is de enige keer in de Annales dat regere wordt gebruikt

voor een vrouw (Ginsburg 2006:40). Dit doet bovendien terugdenken aan hoe dit ook gezegd

werd van Tiberius en Livia. De parallellen tussen hen liggen er nu echt vingerdik op. Livia

oefende invloed uit op Augustus en Tiberius en Agrippina doet net hetzelfde. We kunnen dus

eenzelfde plot verwachten. Tiberius keerde zich uiteindelijk af van zijn moeder en dat zal Nero

ook doen. Alleen heeft dat ergere gevolgen voor Agrippina dan voor Livia. Zoals Agrippina ook

meer macht heeft dan Livia, is haar val ook zoveel dieper.

De slinkende macht van Agrippina wordt verteld in een lange verhaallijn lopende van

XIII.12 tot XIII.21. Nero wordt verliefd op een vrijgelatene, Acte, en dit luidt het begin in van

het slinken van de “potentia matris” (XIII.12.1.). Volgens Ginsburg moet dit doen denken aan

“potentia uxoria” uit XII.3. Beide kunnen dubbel geïnterpreteerd worden: de macht die

Agrippina heeft over haar zoon of man, of de macht die Agrippina heeft over het rijk in haar

positie als moeder of vrouw (2006:40). Dezelfde ambiguïteit is ook terug te vinden bij Livia in

I.4. Was Tiberius de slaaf van Livia of heel het rijk? Het idee is dus hetzelfde, maar wordt op

een andere manier gepresenteerd door Tacitus. De variatio helpt dus opnieuw om de

parallellie niet te veel te benadrukken, maar de aandachtige lezer beseft die wel.

Agrippina is hevig gekant tegen de affaire met Acte. Dat presenteert Tacitus aan de lezer

in XIII.13.

Sed Agrippina libertam aemulam, nurum ancillam aliaque eundem in modum muliebriter fremere, neque paenitentiam filii aut satietatem opperiri, quantoque

Page 56: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

53

foediora exprobrabat, acrius accendere, donec vi amoris subactus exueret obsequium in matrem seque Senecae permitteret (…) tum Agrippina versis artibus per blandimenta iuvenem adgredi, suum potius cubiculum ac sinum offerre contegendis quae prima aetas et summa fortuna expeterent. quin et fatebatur intempestivam severitatem et suarum opum, quae haud procul imperatoriis aberant, copias tradebat, ut nimia nuper coercendo filio, ita rursum intemperanter demissa. quae mutatio neque Neronem fefellit, et proximi amicorum metuebant orabantque cavere insidias mulieris semper atrocis, tum et falsae. forte illis diebus Caesar inspecto ornatu quo principum coniuges ac parentes effulserant, deligit vestem et gemmas misitque donum matri, nulla parsimonia, cum praecipua et cupita aliis prior deferret. sed Agrippina non his instrui cultus suos, sed ceteris arceri proclamat et dividere filium quae cuncta ex ipsa haberet.

Deze lange passage bevat veel elementen. Tacitus toont opnieuw zijn stereotypering van

vrouwen in “in modum muliebriter”. Agrippina gaat tekeer, zoals vrouwen dat wel eens doen.

Zoals Santoro L’Hoir (1992) opmerkt, is dit de eerste keer dat Tacitus een vorm van mulier

gebruikt om naar Agrippina te verwijzen, voordien gebruikte hij femina. Bij haar val in macht,

gedraagt Agrippina zich als een vrouw, met alle negatieve connotaties van mulier inbegrepen

(1992:138). Agrippina ziet Acte als haar rivale en daardoor reageert ze opvliegend. Wat niet

slim is, want zo wakkert ze enkel maar Nero’s gevoelens aan. Door haar blijvende verwijten,

luistert hij niet meer naar haar. Tacitus’ gebruikt hier “blandimenta”, vleierij, wat een band

heeft met seksuele magie (Santoro L’Hoir 2006:152). Dit is een vooruitwijzing naar de seksuele

avances van Agrippina tegenover haar zoon. Hier wordt Agrippina voor het eerst voorgesteld

als iemand die eigenlijk niet goed over de situatie nadenkt. Hoewel Barrett haar reactie

probeert te rechtvaardigen door te argumenteren dat Agrippina een gegronde reden had om

op haar hoede te zijn voor Acte (1999:168), lijkt het toch een overdreven stereotypering van

Tacitus. Santoro L’Hoir (2006) contrasteert deze passage met XII.7., waarin stond dat

Agrippina haar emoties kon beheersen. Zolang ze mannelijke macht heeft, heeft ze zichzelf

onder controle. Het moment echter dat haar macht begint te wankelen, wordt ze dezelfde

emotievolle vrouw zoals haar moeder (2006:142).

Uiteindelijk verandert ze toch van tactiek en ze probeert Nero te verleiden. Deze actie

roept natuurlijk bij het lezerspubliek afschuw op. Ook naaste vrienden waarschuwen Nero voor

Agrippina. Agrippina wordt door hen atrox en falsa genoemd. “semper atrocis” doet opnieuw

terugdenken aan Agrippina de Oudere. Uiteindelijk zendt Nero een gewaad als geschenk naar

zijn moeder, maar die is hier net verontwaardigd over. De strubbelingen over Acte zorgen voor

een eerste grote breuk tussen moeder en zoon. In deze passage is er dus een directe

karakterisering door vrienden van Nero, een karakterisering van de verteller die haar

uitbarsting als typisch vrouwelijk beschrijft en een karakterisering door een

weerzinopwekkende actie.

In XIII.14. schrijft Tacitus: “et Nero infensus iis quibus superbia muliebris innitebatur,

demovet Pallantem”. Hij gebruikt dus opnieuw superbia, wat nu als een kernwoord voor

Agrippina kan beschouwd worden. Natuurlijk valt dit niet in goede aarde bij Agrippina en ze

Page 57: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

54

begint te dreigen en laat hem weten dat Britannicus misschien wel een betere keizer zou zijn.

Hij is immers de echte nakomeling en niet geadopteerd “per iniurias matris”. Deze frase

hebben we al verscheidene keren in verschillende vormen zien terugkeren. De moeders

gebruiken intriges om de zonen aan de macht te helpen. We zien in XIII.14. een Agrippina die

haar mond niet kan houden en die zichzelf niet in de toom heeft. Haar woorden worden

weergegeven door de verteller:

non abnuere se quin cuncta infelicis domus mala patefierent, suae in primis nuptiae, suum veneficium: id solum diis et sibi provisum quod viveret privignus. ituram cum illo in castra; audiretur hinc Germanici filia, inde debilis rursus Burrus et exul Seneca, trunca scilicet manu et professoria lingua generis humani regimen expostulantes. simul intendere manus, aggerere probra, consecratum Claudium, infernos Silanorum manos invocare et tot inrita facinora. (XIII.14.3.)

Hierin geeft ze dus toe dat ze Claudius vermoord heeft. Barrett schrijft deze hele passage toe

aan de fantasie van de verteller. Het lijkt onmogelijk dat Agrippina haar donkere kanten prijs

zou geven, want zo zou haar eigen macht, die ze te graag heeft, verliezen (1999:169). Deze

woorden zijn een dramatische techniek van Tacitus om te tonen dat de machten gekeerd zijn

en Agrippina de controle kwijt is. De uitspraak dat ze samen naar de kazerne van de

praetorianen kunnen gaan, is niet onschuldig. Dit wijst op het dux femina principe. Deze

uitspraken doen denken aan Agrippina de Oudere die in opstand kwam tegen keizer Tiberius.

Dit stond ook symbolisch voor het keerpunt in het leven. Tiberius wordt na haar uitingen

bevattelijk voor de plannen van Sejanus en keert zich af van Agrippina de Oudere. Het loopt

dus slecht af met vrouwen die hun mening durven uiten.

Nero wordt verontrust door zijn moeders uitspraken en een gebeurtenis op de

Saturnaliën waarin Britannicus een provocerend lied zingt. Hij kan zijn broer echter nergens

van beschuldigen en hij besluit om hem te laten vermoorden onder de maaltijd. Agrippina kan

haar angst niet verbergen wanneer Britannicus sterft. Er wordt hiermee geïmpliceerd dat

Agrippina beseft dat haar leven aan een zijden draadje hangt. Deze implicatie wordt versterkt

door het woord “ignaram”. Dit wijst terug naar “ignarus” bij Agrippa Postumus, die een

slachtoffer was van Livia. Hier zijn de rollen dus omgekeerd (Santoro L’Hoir 2006:190).

In XIII.18. is Agrippina “ira”, “woedend”, zoals in XII.22. Ze wordt hier ook beschreven

via “matris”, wat ook in XIII.15. gebeurde: “matris violentiam”. Moederzijn wordt dus

tweemaal gelinkt aan heftige emoties. Agrippina is duidelijk op zoek naar een leider en een

eigen aanhang. Nero die hiervan op de hoogte is, doet zijn moeder verhuizen, en wanneer hij

bij haar op bezoek gaat, doet hij dit met centuria en hij geeft haar niet meer dan een vluchtige

zoen.

Agrippina’s eenzaamheid wordt beschreven in XII.19. “Statim relictum Agrippinae

limen” doet elegisch aan. Ginsburg ziet hier ironie. Tacitus gebruikt het beeld van een vrouw

die wordt verlaten door haar minnaar voor een vrouw die haar seksualiteit gebruikte voor

politieke doeleinden (2006:44). Er zijn geen letterlijke parallellen met haar moeder, maar de

Page 58: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

55

lezer voelt aan dat de situatie dezelfde is. Beide vrouwen worden geïsoleerd en bevinden zich

niet langer in het centrum van de macht (Barrett 1999:173). Barrett legt hier de link met haar

moeder, maar Livia bevond zich natuurlijk in dezelfde situatie. Niemand komt bij Agrippina

op bezoek, tenzij een paar vrouwen, uit genegenheid of uit haat. Zo bezoekt Iunia Silana haar.

Agrippina heeft het huwelijk tussen Silana en Sextius Africanus verhinderd, waardoor Silana

wraak wil. Ze zorgt ervoor dat Iturius en Calvisius Agrippina aanklagen voor het aansporen van

Rubellius Plautus tot een staatsgreep. Nero wil zijn moeder laten vermoorden, maar Burrus

overtuigt hem dat Agrippina een kans moet krijgen om zich te verdedigen. In XIII.21. gaat

Burrus dan ook bij Agrippina langs om haar de aanklacht voor te leggen. Hierop neemt

Agrippina het woord, maar eerst wordt ze nog eens beschreven door “ferociae”, zoals ook haar

moeder werd beschreven. Dit is dus een belangrijk kenmerk dat moeder en dochter met elkaar

verbindt. Beiden durven te zeggen waarop het staat en krijgen ook de ruimte in de Annales om

dat te doen. Onderzoekers proberen ferox positief te interpreteren bij Agrippina de Oudere,

maar dat doen ze niet bij Agrippina de Jongere. In mijn opinie mogen we ferox wel als een

negatief kenmerk zien bij Agrippina de Oudere. Zij vormt inderdaad een tegengewicht voor de

tiran Tiberius, maar haar woorden gaan toch een stap te ver. Laten we nu naar de woorden van

haar dochter kijken:

et Agrippina ferociae memor 'non miror' inquit 'Silanam, numquam edito partu matrum adfectus ignotos habere; neque enim proinde a parentibus liberi quam ab impudica adulteri mutantur. nec si Iturius et Calvisius adesis omnibus fortunis novissimam suscipiendae accusationis operam anui rependunt, ideo aut mihi infamia parricidii aut Caesari conscientia subeunda est. nam Domitiae inimicitiis gratias agerem, si benevolentia mecum in Neronem meum certaret: nunc per concubinum Atimetum et histrionem Paridem quasi scaenae fabulas componit. Baiarum suarum piscinas extollebat, cum meis consiliis adoptio et proconsulare ius et designatio consulatus et cetera apiscendo imperio praepararentur. aut existat qui cohortis in urbe temptatas, qui provinciarum fidem labefactatam, denique servos vel libertos ad scelus corruptos arguat. vivere ego Britannico potiente rerum poteram? ac si Plautus aut quis alius rem publicam iudicaturus obtinuerit, desunt scilicet mihi accusatores qui non verba impatientia caritatis aliquando incauta, sed ea crimina obiciant quibus nisi a filio absolvi non possim. (XIII.21.)

Agrippina is de enige in boek XIII. die in een directe rede spreekt. Bovendien zijn er minder

directe redes in de laatste hexade dan de eerste. Deze speech van Agrippina valt dus zeker op

in het verhaal. Santoro L’Hoir schrijft dat de Romeinen gekant waren tegen de mogelijkheid

dat vrouwen aan retoriek deden. Het is echter normaal dat vrouwen die hun genderrol

overschrijden, ook eloquent kunnen spreken (2006:139). Eerst valt Agrippina haar vrouwelijke

rivalen aan. Tacitus schrijft veel over vrouwelijke rivaliteit en dit past dus perfect in het plaatje.

Ze beschuldigt Silana ervan dat ze niet weet wat het is om een moeder te zijn, waarmee

Agrippina alludeert op haar eigen moederschap. Dit loopt parallel met de talloze keren dat

Agrippina “mater” wordt genoemd in de Annales. Ze laat zich ook neerbuigend uit over Iturius

en Calvisius en slingert verwijten naar het hoofd van Domitia. Deze persoonlijke aanvallen

passen in het narratief dat Tacitus brengt, waarin vrouwen elkaar wantrouwen en beschimpen.

Page 59: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

56

Het tweede deel van haar speech vindt Barrett (1999) opvallend. Ze daagt de luisteraars uit om

haar aan te klagen voor haar inmenging met de wachters of met de soldaten. Op deze manier

weerlegt ze zelf niet haar invloed, maar maakt ze hen bang voor haar invloed (1999:176).

Bovendien wordt het tweede deel gekenmerkt door de retorische vragen die ze oproept. Ze

eindigt door te zeggen dat haar toekomst bij Nero ligt. Na haar speech, mag ze op gesprek bij

Nero. Volgens Tacitus zou ze geen enkel argument gegeven hebben die haar onschuld moet

bewijzen, maar ze bekomt wel dat haar aanklagers gestraft worden en dat Silana wordt

verbannen.

De wending in het verhaal is verrassend: bijna wou Nero haar laten vermoorden, maar

nu heeft ze weer zo’n controle dat haar rivalen het onderspit delven. Ze lijkt dus haar zoon

terug in haar macht te hebben. Dit verschilt met haar moeder die totaal geen invloed had op

Tiberius en met Livia die de invloed op haar zoon alleen maar zag verminderen. Dit was

bovendien de laatste grote verhaallijn uit het jaar 55, waardoor deze gebeurtenissen net

benadrukt worden. Tacitus laat echter nu de rol van Agrippina in zijn verhaal uitdoven. We

zien geen enkele vermelding van Agrippina in het jaar 56, 57 en 58. Dat is niet wat de lezer

verwacht na deze nadrukkelijke plaatsing van Agrippina die opnieuw op goede voet staat met

Nero. Een mogelijke verklaring kan zijn dat zo de plot rond haar moord schokkender is voor

de lezer. Nadat Nero in het jaar 55 besluit om zijn moeder niet te vermoorden en er in de latere

jaren ook geen geschillen meer zijn, verwacht de lezer dat dit besluit definitief is. Toch toont

het ook de wispelturigheid van de keizer, die enkele jaren later toch weer dit idee heeft.

Vanaf XIV.1. tot XIV.13. loopt de verhaallijn over de moord op Agrippina in het jaar 59. Na de

vermelding van de consuls is dit het eerste verhaal van het jaar. Dit is een duidelijk belangrijk

moment in Tacitus’ verhaal. We kunnen dus opmerken hoe verschillende gebeurtenissen van

de vrouwen kantelmomenten vormen. Dat wijst erop hoe belangrijk de vrouwen zijn in de

Annales. Mambwini Kivuila-Kiaku geeft aan hoe de moord op Agrippina voor Tacitus geen

loutere opsomming van feiten is, zoals bij Sallustius, maar hij gaat actief op zoek naar de

gevoelens en motieven bij deze moord (2004:96). Suetonius vertelt slechts in één paraaf de

moord op Agrippina. Dudley (1968) verdedigt Tacitus tegen onderzoekers die deze passage

allesbehalve geschiedkundig vinden. Dat is misschien deels waar, maar een moedermoord

door een keizer verdient alle aandacht. Bovendien schetst Tacitus het wel geschiedkundig,

want dit is het keerpunt in Nero’s keizerschap. Hoewel Dudley toch moet toegeven dat deze

hele passage dicht aanleunt bij de tragedie (1968:97-98)15.

Mambwini Kivuila-Kiaku verdeelt de moordpassage in verschillende onderdelen,

waarvan het eerste natuurlijk de vraag naar het waarom is, waarop de lezer antwoord krijgt in

XIV.1-2. (2004:89). Nero heeft een nieuw liefde, Poppaea en zij meent dat Nero nooit kan

15 Lezers die hier interesse voor hebben, kunnen te rade bij Baltussen (2002) en Santoro L’Hoir (2006).

Page 60: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

57

scheiden van Octavia zolang Agrippina leeft. Opnieuw zouden dus de problemen tussen Nero

en zijn moeder ontstaan door een minnares van Nero. Het is dus een passionele moord

(2004:90). Dat dit de ware aanleiding is tot moord, lijkt erg onwaarschijnlijk volgens Barrett

(1999). Nero trouwt pas drie jaar na de moord met Poppaea, dus de moord heeft geen

rechtstreeks effect op hun relatie. Barrett denkt dat Tacitus Poppaea hier enkel in betrekt,

omdat hij geen betere reden weet waarom Nero nu beslist tot moord. Bovendien kan hij zo

tonen dat Nero net zo gedomineerd wordt door een vrouw, zoals Claudius (1999:182). Tacitus

schuift de schuld voor de moord niet volledig in de schoenen van Poppaea, want Nero “diu

meditatum scelus” (XIV.1.). Volgens Mambwini Kivuila-Kiaku is dit een teken voor de lezers

om de vorige passages van moeder en zoon in herinnering te brengen en zelf na te denken waar

Nero misschien dit idee kan opgevat hebben (2004:90). Poppaea zou er enkel voor zorgen dat

hij eindelijk besluit om zijn plannen waar te maken (Barrett 1999:181-182).

Het verhaal neemt een onverwachte wending in XIV.2.

Tradit Cluvius ardore retinendae Agrippinam potentiae eo usque provectam ut medio diei, cum id temporis Nero per vinum et epulas incalesceret, offerret se saepius temulento comptam et incesto paratam.

Agrippina is zo belust op potentia, dat ze zich verlaagt tot incest. Dit is de ultieme illustratie

van Agrippina die seks gebruikt om haar zin te krijgen. Seneca schakelt Acte in om Nero

duidelijk te maken hoe gevaarlijk deze situatie is; geen enkele soldaat zou nog bevelen

accepteren. Tacitus vermeldt hierna dat Fabius Rusticus beweert dat het net Nero is die

initiatief neemt, maar alle andere bronnen die Tacitus heeft geraadpleegd volgen de versie van

Cluvius. Tacitus stelt het wel zelf in vraag en denkt dat deze anekdote ontstaan is omdat

Agrippina in het verleden seks gebruikte voor politieke doeleinden. Ook Dio stelt de

incestaantijgingen in vraag, maar Suetonius accepteert ze wel. Barrett wijst erop dat de twijfels

van Tacitus, die geen vriendelijke bron is voor Agrippina, er waarschijnlijk toch op wijzen dat

er niets van waar is (1999:183).

Het tweede deel van de moordpassage volgens Mambwini Kivuila-Kiaku is wat meer

context over Nero. Wie is nu die man die zijn moeder wil vermoorden? Belangrijk voor de

onderzoeker is dat Tacitus hier veel meer Nero bij zijn naam noemt en niet naar hem verwijst

via imperator of princeps. Zo legt Tacitus meer de nadruk op het persoonlijke van deze moord

(2004:90-91). Ook wordt er zo’n vijftienmaal naar Agrippina verwezen via “mater”, die de

verschrikking van de moord nog meer in de verf zetten.

Vanaf dit deel begint het derde deel in de onderverdeling van Mambwini Kivuila-Kiaku:

welke verantwoordelijkheid draagt Nero in de misdaad (2004:91)? In XIV.3. vermijdt Nero om

alleen te zijn met zijn moeder. Hij blijft haar echter als een last zien en hij besluit om haar om

het leven te brengen. Het probleem was echter hoe. Vergif leek te opvallend en bovendien had

ze een afweersysteem opgebouwd. Anicetus stelt voor om een schip te construeren waarbij een

Page 61: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

58

deel kan losgemaakt worden. Als dat lukt, zou niemand Nero verdenken, want er gebeurden

veel rampen op zee.

Hierna is er het feitenrelaas als vierde onderdeel. In XIV.4. lokt Nero zijn moeder naar

Baiae om het gerucht de wereld in te sturen dat hij verzoening wil met Agrippina. Nero vleit

volop zijn moeder en bij het afscheid drukt hij haar inniger tegen zich aan dan normaal.

XIV.5. opent met een kleine natuurbeschrijving: het is rustig, de sterren stralen en de

zee is kalm. Dit moet het dramatische van de moord extra in de verf zetten en staat in contrast

met de chaos die er op het schip zal zijn. Wanneer het dak invalt, weten echter Agrippina en

Acerronia zich te redden. Het schip breekt ook niet in stukken zoals het had moeten doen. Er

heerst complete chaos, die eerder humoristisch overkomt bij de lezer. Agrippina en Acceronia

vallen op een onduidelijke manier toch in het water. Acerronia schreeuwt om hulp en doet zich

voor als Agrippina, maar wordt daardoor net vermoord. Agrippina is echter stil. Met een wonde

aan de schouder zwemt ze tot aan vissersbootjes die haar naar haar villa brengen. Deze hele

passage is vreemd. Was Nero nu van plan om Agrippina te vermoorden door het dak op haar

te laten vallen of door het schip in stukken te laten breken? Het lijkt alsof Tacitus het zelf niet

goed wist, stelt Barrett, en dan maar de beide heeft gecombineerd. Bovendien verspreiden de

manschappen zich over de boot om die in evenwicht te houden, wat niet past bij Tacitus’

beschrijving van chaos, want dat vergt immers orde en discipline (1999:187).

We zien de koelbloedigheid van Agrippina in XIV.6. Ze beseft dat haar zoon dit plan

bedacht heeft en ze verzorgt haar wonde. Haar sluwheid, maar ook realiteitszin wordt getoond

in: “solum insidiarum remedium esse, si non intellegerentur”. Ze stuurt de boodschap naar

haar zoon dat ze ontsnapt is aan een ongeluk en ze tot rust moet komen. Daarnaast geeft ze de

opdracht om het testament van Acerronia op te sporen en haar bezittingen te verzegelen. We

zien dat Nero in paniek is in XIV.7. Hij vreest voor de wraak van zijn moeder. Anicetus besluit

om Agrippina zelf te gaan vermoorden.

In XIV.8. is er de eigenlijke moord. Agrippina is “anxia”, een woord dat Tacitus nog

nooit eerder heeft gebruikt om Agrippina te karakteriseren. Wel heeft hij dit woord al gebruikt

bij haar moeder, toen Germanicus gestorven was. Wanneer ze echter Anicetus ziet, is oude

Agrippina terug:

ac, si ad visendum venisset, refotam nuntiaret, sin facinus patraturus, nihil se de filio credere; non imperatum parricidium. circumsistunt lectum percussores et prior trierarchus fusti caput eius adflixit. iam in mortem centurioni ferrum destringenti protendens uterum 'ventrem feri' exclamavit multisque vulneribus confecta est.

Ze weigert te geloven dat haar zoon deze moord gepland heeft, maar ze roept hen wel toe haar

neer te steken in haar buik. Santoro L’Hoir beschrijft dat deze scène geënt is op de anagnorisis

uit het theater. Eerst wil ze het niet geloven, maar haar woorden doen denken aan Jocasta uit

Seneca’s Oedipus (2006:91). Dit verhoogt het dramatische van deze passage.

Page 62: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

59

Dat Agrippina dit misschien voorzien had, wordt aangehaald in de anekdote in XIV.9.3.:

nam consulenti super Nerone responderunt Chaldaei fore ut imperaret matremque occideret; atque illa 'occidat' inquit, 'dum imperet.'

Koste wat kost zou ze haar zoon aan de macht krijgen. Of dit verhaal waar is, weten we niet,

maar het past wel uitstekend bij de karakterisering die Tacitus van haar gebracht heeft.

We zien hoe de meesten blij zijn met haar dood in XIV.10. Burrus, de centuria en

stafofficieren komen Nero hulde brengen en: “prensantium manum gratantiumque quod

discrimen improvisum et matris facinus evasisset.”

Agrippina wordt een laatste keer uitgebreid negatief gekarakteriseerd in XIV.11. door

haar zoon:

Adiciebat crimina longius repetita, quod consortium imperii iuraturasque in feminae verba praetorias cohortes idemque dedecus senatus et populi speravisset, ac postquam frustra habita sit, infensa militi patribusque et plebi dissuasisset donativum et congiarium periculaque viris inlustribus struxisset. quanto suo labore perpetratum ne inrumperet curiam, ne gentibus externis responsa dare! temporum quoque Claudianorum obliqua insectatione cuncta eius dominationis flagitia in matrem transtulit, publica fortuna extinctam referens.

Na al haar wangedrag is haar dood een zegen voor de staat. We zien hier opnieuw dominatio

opduiken, maar ook nieuwe karaktereigenschappen zoals “frustra” en “infensa”. Bovendien

schuift hij het wangedrag tijdens de keizerperiode van Claudius in de schoenen van zijn

moeder. In XIV.13. betoont het volk eer aan Nero, nu zijn moeder dood is. Baltussen ziet echter

hoe de moord van Agrippina een “point of no return” is: het Julisch-Claudische huis is uiteen

aan het vallen (2002:31).

Ginburg stelt dat Agrippina, net zoals de andere vrouwen, een narratief middel is om de man

in een slecht daglicht te stellen. Het doel van Tacitus was om te tonen dat een keizer zoals

Claudius, die onbeduidend leek, een tiran kan worden wanneer hij gedomineerd wordt door

anderen. Agrippina is zonder twijfel een dux femina en ze doet alles om dominatio te

verkrijgen. Ginsburg schrijft:

the Agrippina figured here is a literary and rhetorical construct, one designed to suggest the weakness of an emperor and a political system that could not control its women (2006:22-23).

Agrippina is hier inderdaad het literair product van Tacitus, die haar personage goed weet op

te bouwen. Ze is echter meer dan enkel een narratief middel om de mannen slecht te

portretteren. Zelfs met de ontbrekende boeken krijgen we een duidelijk beeld van hoe Tacitus

haar zelfstandig levensverhaal brengt. We leren een vrouw kennen, die seks gebruikt om

politieke macht te verwerven, die mensen uit de weg ruimt en die de keizer, haar zoon, durft

tegen te spreken. De voornaamste terugkerende woorden zijn dominatio en impudicum. Het

eerste woord linkt haar aan de andere vrouwen, maar klinkt nog sterker dan (im)potentia wat

bij de andere vrouwen gebruikt wordt. Naar Livia werd slechts éénmaal verwezen met

Page 63: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

60

dominatio en die zin werd ingeleid met “traditur”. Impudicum staat dan weer in schril contrast

met hen. Er wordt amper verwezen naar Livia’s kuisheid, maar in de algemene perceptie was

ze de ideale matrona, en dus kuis. Bij Agrippina de Oudere is haar kuisheid net haar

voornaamste karaktertrek.

Agrippina de Jongere werd direct gekarakteriseerd door Tacitus en andere mannen

zoals Pallas en Narcissus. Waar niemand een lovend woord uitte over haar moeder, zijn er wel

aan het begin van boek XII. lovende woorden. Agrippina toont echter dat die lovende woorden

maar schijn zijn en ze laat snel haar ware gelaat zien door haar wrede daden. De negatieve

karakterisering door Nero is echter de meest pijnlijke. Tiberius heeft Livia na haar dood nooit

zo afgeschilderd. Tiberius liet zich wel negatief uit over Agrippina de Oudere na haar dood. Zo

is er opnieuw een parallel tussen moeder en dochter. Daarnaast wordt ze ook indirect

gekarakteriseerd door haar acties, voornamelijk de moorden en de daden die op een dux

femina motief wijzen. Ook wanneer ze aan het woord komt, wordt ze gekarakteriseerd: net

zoals haar moeder kan ze zich niet in toom houden. Metaforische karakterisering is natuurlijk

ook belangrijk. We hebben gezien dat alles wat cumuleert bij haar. Er zijn veel verwijzingen

naar Livia en Agrippina de Oudere, maar Agrippina gaat net telkens dat stapje verder dan hen.

De eerste link die ik zelf zag tussen de vrouwen, was dat ze alle drie moeder zijn van

keizers. Die link wordt eigenlijk opvallend weinig door Tacitus uitgespeeld. Livia wordt toch

vaak beschreven als mater, maar vaak is dat in een negatieve context: moorden als moeder om

haar zoon aan de macht te krijgen en smeken tot Tiberius om zo invloed over de rechtsspraak

te hebben. Bij Agrippina de Jongere wordt mater ook vaak verbonden met macht, maar ook

met de negatieve gevoelens die Nero voelde voor haar. Hierin zijn er wel gelijkenissen met

Livia: moeder zijn van een zoon, die de macht kan grijpen, zet hen aan tot gruwelijke daden.

Opvallend is het veelvuldig gebruik van mater tijdens de verhaallijn van de moord op

Agripipna de Jongere. Tacitus speelt in op de gevoelens van de lezer door extra te benadrukken

dat Nero zijn moeder vermoordt. Bij Agrippina de Oudere vinden we slechts één vermelding

van mater, maar door de ontbrekende stukken tekst, kan hier geen conclusie aan verbonden

worden. Sommige vermeldingen van mater kunnen ook gewoon als een functionele variatie

worden gezien. Toch gebruikt hij wel handig de karakterisering als moeder binnen het plot van

een vrouw en als een link tussen Livia en Agrippina de Jongere.

Een tweede logische link is tussen moeder en dochter. Het meest opvallende is echter

het verschil tussen beide. Agrippina de Oudere wordt gekarakteriseerd door haar kuisheid,

maar haar dochter gebruikt net seks om situaties naar haar hand te zetten. Toch zijn er veel

gelijkenissen. Beide laat Tacitus aan het woord komen en hij karakteriseert hen daarbij telkens

als ferox. Daarnaast zien we ook dat Agrippina de Jongere bij haar val emotioneel wordt, net

als haar moeder en ook een theatraal kantje krijgt. We leren de ware aard van beiden ook pas

na enige tijd kennen. Agrippina de Oudere toont pas echt haar ware brutaliteit wanneer ze aan

Page 64: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

61

het woord komt. Haar dochter wordt eerst positief beschreven door enkele personages, maar

haar daden tonen haar ware gelaat. Agrippina de Oudere dient als moeder vooral als anticipatie

op haar dochter.

Er zijn opvallend veel linken tussen Agrippina de Jongere en Livia. De meest opvallende

link is de moord op hun man. Rutland stelt dat de bronnen daar veel zekerder over zijn in

Agrippina’s geval (1978:24). Een andere gelijkenis tussen de twee is dat ze hun zonen in toom

hielden. We zien dus duidelijke linken met Livia, maar volgens Dudley zijn de insinuaties op

Livia overgebracht door Tacitus om haar te kunnen vergelijking met Agrippina. Tacitus schetst

Livia in Agrippina’s rol, zodat de geruchten een hoger waarheidsgehalte krijgen (1968:88).

Daarnaast gebruikt Tacitus ook veel stereotypes om de vrouwen te beschrijven.

Terugkerende stereotypes zijn: de stiefmoeder, dux femina, de emotionele vrouw. Hoewel

Tacitus voornamelijk Agrippina de Jongere individueler beschrijft, vervalt hij toch in

stereotypes. Die zijn eerder nietszeggend, maar passen wel in het verhaal dat Tacitus brengt.

Zeker het stereotype van de stiefmoeder doet dat. Zowel Livia als Agrippina de Jongere zijn

een noverca. Ginsburg (2006) schrijft dat dit stereotype dominant wordt in de literatuur en

retoriek vanaf het einde van de republiek. Altijd zijn er negatieve connotaties: intrige, moord,

vergif worden standaard aan de stiefmoeder gelinkt. In de sociale context ziet Ginsburg dat het

woord noverca amper voorkomt op grafstenen, wat wijst op hoe er geen affectieve band met

stiefmoeders was (2006:107). Bovendien werd er in de elitefamilies vaak hertrouwd, wat

problemen kon opleveren bij de erfopvolging. Stiefmoeders gebruikten dus waarschijnlijk

intriges om hun zonen meer te laten erven dan hun stiefzonen. Wanneer het echter over de

keizerlijke familie gaat, is de erfenis het Romeinse Rijk. In de literatuur is de stiefmoeder steeds

de zondebok en staat ze symbool voor de disfunctie van de Romeinse familie. Daarom gebruikt

Tacitus hen als symbool voor de neergang van het keizerrijk (2006:112). Santoro L’Hoir wees

erop dat noverca ook een link heeft met taal en magie (2006:54). Dat komt nog sterker tot

uiting bij Agrippina de Jongere, die vergif gebruikt, wat verbonden wordt met magie. Ook

gebruikt Agrippina de Jongere haar taal om te proberen haar zin te krijgen. Beide vrouwen zijn

een noverca, maar zelfs binnen dit stereotype gaat Agrippina de Jongere een stap verder dan

Livia.

Hoe kan dan de neutralere karakterisering van de verteller bij Agrippina de Oudere

verklaard worden? Zij vormt toch ook een bedreiging voor de structuur? Barrett verklaart dit

door de lef die Agrippina toont bij het tegenspreken van de keizer (1999:22). Bovendien stelt

Agrippina geen daden zoals Livia en haar dochter: er kleeft geen bloed aan haar handen.

Agrippina de Oudere wordt bij de historiografen nergens verbonden met wrede acties,

waardoor Tacitus er misschien ook geen durft te insinueren. Bovendien wil hij Tiberius

inderdaad heel slecht afschilderen en de speeches van Agrippina helpen bij deze negatieve

schets van hem. Natuurlijk laat de verteller ook de personages aan het woord, die wel verwijzen

Page 65: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

62

naar de ambities van Agrippina. Hierdoor krijgt de lezer toch ook dit perspectief van een

machtswellustige vrouw en past ze dus bij de andere keizersvrouwen. Bovendien is ze de

moeder van de meest vreselijke vrouw, dus hoe kan het anders dat ze ook negatief is.

De gelijkenissen tussen Livia en Agrippina de Jongere springen meteen in het oog, maar

geen enkele onderzoeker verklaart dit. Waarom wil Tacitus nu net deze twee vrouwen met

elkaar verbinden? Livia is de eerste keizersvrouw die vermeld wordt en Agrippina is één van

de laatste vrouwen die vermeld wordt en ze is zeker de laatste vrouw die in die mate beschreven

wordt. Tacitus heeft dus voor een cyclisch einde gezorgd bij de vrouwenpersonages. Hij begint

met een moordende, machtslustige vrouw en hij eindigt er ook mee. Beide vrouwen werden

expliciet door de verteller negatief gekarakteriseerd. Het verschil in karakterisering is dat bij

Agrippina ook personages haar negatief karakteriseren. Hierdoor wordt het negatief aspect van

Agrippina versterkt, maar krijgt het ook een hoger waarheidsgehalte: niet enkel Tacitus de

verteller vindt dit, maar ook de anderen. Waarom Tacitus nu zo negatief tegenover vrouwen

staat, heeft misschien te maken met zijn visie op de geschiedenis. Ginsburg schrijft: “the

rhetorical constructs form part of a larger critique of the Julio-Claudian system” (2006:8).

Niets in de Annales is rooskleurig en zorgt voor hoop bij de lezer. De ene slechte keizer na de

andere regeert. Een reden voor deze teleurgang van het rijk, zijn de vrouwen. Literaire teksten

staan niet los van de maatschappelijke context. In Julisch-Claudische periode zijn er heel wat

veranderingen. Centlivers Challet wijst op de verschuivingen van de gendereigenschappen. De

mannen zouden gevreest hebben dat de vrouwen hun dominante positie over zouden nemen.

Daarom willen de mannen dat de vrouwen strikt binnen hun genderrollen blijven (2013:93-

96). Fischler wijst erop hoe de vrouwen van de Julisch-Claudische dynastie hun genderrol

overschrijden. Dat is te zien in het principe van de dux femina. Sinds het keizerrijk krijgen de

vrouwen inderdaad meer macht. De keizersvrouwen kunnen invloed uitoefenen op hun man

en het huishouden evolueert ook naar een politieke institutie. Dat blijkt voor veel antieke

auteurs problematisch en is zelfs een rechtstreekse bedreiging voor de orde van het rijk

(1994:120-125). De keizersvrouwen zorgen dus voor heel wat onzekerheid in de politiek, maar

ook argwaan. De literatuur moet gezien worden volgens Fischler als een reactie op de

spanningen in Rome omtrent genderrollen en machtige vrouwen (1994:130). Volgens Santoro

L’Hoir is het doel van Tacitus dan ook:

Since the princeps was supposed to be the guarantor of libertas, what hope was there for the nation if he himself were subjugated by a woman? (…) Tacitus insinuates that Rome, under the Julio-Claudians, had been chronically suffering from an aggravated gynarchy, from which it very nearly expired. (…) the continuous female ascent and usurpation of male authority-a reversal of the natural order of the universe has predicted the inevitable descent and destruction of the Julio-Claudian dynasty (Santoro L’Hoir 1994:25).

Dit kan een mogelijke verklaring zijn voor de negatieve karakterisering van deze twee machtige

vrouwen. Ginsburg schrijft ook:

Page 66: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

63

Tacitus could thus use the image of the conniving stepmother and the familial dysfunction it entailed to argue that a dysfunction of the state had begun with Livia and bloomed again under Agrippina (2006:131).

Tacitus wil tonen dat het nieuwe politieke systeem nadelig is voor de senatoren en de equites

en voor het hele rijk en hij past dus zijn karakterisering van de vrouwen aan, zodat dit in zijn

narratief past (2006:132). Vanaf het begin raakt het rijk in verval, omdat Livia bepaalt wie de

volgende keizer wordt. Dit verval is definitief bij Agrippina, zoals Baltussen aangeeft (2002:31).

Daarom wordt zij ook nadrukkelijker negatief beschreven via verschillende manieren. De

eindbalans is dan ook ronduit negatief voor Agrippina de Jongere. Livia werd na haar dood

door Tacitus redelijk neutraal beschreven. Livia werd negatief voorgesteld, maar echt

vernietigend is hij niet. Agrippina de Oudere wordt door de verteller zelf amper negatief

voorgesteld en de lezer voelt ook enige sympathie voor haar. Bij Agrippina de Jongere voelt de

lezer echter geen sympathie, maar afschuw voor haar gedrag. Door de verfijnde

karakteriseringstechnieken gaat de lezer mee in het verhaal van Tacitus en hij gelooft dat

Agrippina inderdaad een factor is bij de teloorgang van de Julisch-Claudische dynastie.

Page 67: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

64

8. Conclusie

Deze masterproef heeft eerst een algemeen overzicht geboden van de Annales van Tacitus.

Daarna heb ik kort de positie van Tacitus in de Annales tegenover vrouwen besproken. Hoewel

Tacitus meer ruimte geeft aan de keizersvrouwen in zijn werk, is hij enkel negatief over hen.

Onderzoekers gaan de vrouwen steeds in relatie tot ofwel elkaar ofwel met een man

bestuderen. Het wordt duidelijk dat vrouwen invloed uitoefenen op de man, maar die invloed

is niet gunstig. De keizersvrouwen worden bovendien vaak in stereotypes beschreven, waarbij

dux femina een belangrijk stereotype is. Een vrouw die macht uitoefent blijkt in de Annales

problematisch. Andere personages leveren hier immers commentaar op en ook de verteller

gaat vrouwen in machtsposities negatief afschilderen. In het volgend hoofdstuk ben ik dieper

ingegaan op de methodes die Tacitus gebruikt om deze vrouwen zo negatief te karakteriseren.

Een eerste middel is natuurlijk de directe karakterisering. Subtieler is de indirecte

karakterisering. Bij de besproken vrouwen werd duidelijk dat de metaforische karakterisering

belangrijk was: er zijn veel terugkerende woorden en concepten die de vrouwen met elkaar

verbinden. Tacitus gebruikt ook verschillende metonymische karakteriseringen. Bij de

keizersvrouwen laat Tacitus vaak hun daden voor zich spreken. Maar ook deel zijn van een

groep, emoties en speech zijn belangrijke elementen voor Tacitus. Bovendien speelt hij ook

met de manier waarop deze karakterisering verloopt. Soms doet hij als verteller dat zelf, soms

laat hij andere personages aan het woord of hij laat de vrouw in kwestie zelf spreken.

De eerste vrouw die ik besproken heb, is tevens ook de eerste keizersvrouw die vermeld

wordt in de Annales. Haar karakteriseringen verlopen uitsluitend via de verteller. Haar

belangrijkste directe kenmerken zijn noverca en impotentia. De indirecte metonymische

karakterisering verloopt enkel via acties. Aan het begin wordt Livia enkel verbonden met

moord. Hier durft de verteller echter niet in eigen naam te spreken, maar hij heeft het van

horen zeggen. Bij de moord op Augustus zien we Livia als een echte dux femina. Bovendien

zien we hoe Livia juridische macht wil uitoefenen en hoe ze invloed wil hebben op haar zoon,

nadat hij keizer geworden is via haar intriges. Livia wordt dus voortdurend verbonden met

haar zoon Tiberius, omdat ze haar meeste acties uitvoert voor hem. Haar karakterisering is dus

eigenlijk vrij simpel en rechtlijnig. De eindbalans minder negatief door de opvallend neutrale

necrologie. Toch lezen we te veel negatieve daden om echt sympathie voor haar te voelen. De

karakterisering van Livia zet meteen de negatieve toon voor alle vrouwen die volgen.

De tweede vrouw die ik geanalyseerd heb, is Agrippina de Oudere. Zij wordt

gekarakteriseerd door de verteller, de personages en door haar eigen uitspraken. Haar

belangrijkste directe kenmerken zijn: fecunditas en pudicitia. Heel belangrijk is ook de

metonymische karakterisering over deel van een groep. Heel vaak wordt naar haar goede

afkomst verwezen, wat erop moet wijzen dat Agrippina ook goed is. Na alles wat we gelezen

Page 68: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

65

hebben over Livia, lijken deze kenmerken heel positief. De verteller is dan ook eerder positief

over Agrippina. Via de ander personages en haar eigen acties leren we echter een andere kant

van Agrippina kennen. Zeker Tiberius uit zich negatief over Agrippina, maar ook haar eigen

man is negatief over haar. In haar daden toont ze zich een dux femina, maar ze heeft ook een

typische vrouwelijk kenmerk: emotionaliteit. Agrippina wordt heel emotioneel bij de dood van

haar man, maar ook in haar woorden gericht aan Tiberius is ze emotioneel. Bovendien durft ze

Tiberius vaak tegen te spreken. Via haar woorden leren we dus haar ware aard kennen.

Agrippina de Oudere is misschien de eerste vrouw die zelf macht wil. Livia was veel meer op

haar zoon gericht dan Agrippina de Oudere. De karakteriseringstechnieken zijn ook al wat

complexer dan bij Livia en tonen een meer individuelere vrouw. Helemaal negatief wordt ze

toch niet beschreven, maar het vormt een ideale opstap naar haar dochter.

Haar dochter is Agrippina de Jongere, die ik als laatste vrouw besproken heb. Ze is ook

de laatste vrouw die Tacitus uitgebreid beschrijft. De directe karakterisering is meteen heel

negatief: dominatio, impudicum en superbia. Net zoals bij haar moeder wordt ze

gekarakteriseerd door de verteller, personages en wat ze zelf zegt en doet. Enkele personages

zijn positief over haar, maar al snel wordt duidelijk dat dit niet klopt. De ene na de andere

slechte daad volgt zich op: manipulatie al dan niet via seks, complotten tegen Britannicus,

moord, openlijk vertoon van haar macht… Hierdoor worden we al overtuigd dat Agrippina

slecht is. Dat gevoel wordt enkel nog maar versterkt, wanneer andere personages, voornamelijk

haar zoon, zo slecht over haar spreken. De eindbalans is dus ronduit negatief.

Alle drie de vrouwen worden dus negatief voorgesteld in de Annales. Tacitus’

karakteriseringstechniek wordt telkens wat complexer en de laatste vrouw is duidelijk slechter

dan de eerste. Er zit een duidelijke neergang in de beschrijving van de vrouwen die samengaat

met de neergang van de Julisch-Claudische dynastie in het verhaal. Deze link zit dus zeker in

het literair werk, maar de vraag is of we dit ook naar de realiteit kunnen overdragen. Aan het

einde van mijn masterproef heb ik hier kort op gewezen. Er moet voorzichtig omgesprongen

worden met op basis van literaire teksten uitspraken te doen over de realiteit, maar in mijn

opinie toont zo’n uitgebreide negatieve karakterisering van de keizersvrouwen daadwerkelijk

dat Tacitus gekant was tegen vrouwen in machtsposities. Er is onderzoek dat bevestigt dat de

genderrollen in deze periode aan het verschuiven waren en dit zou een neerslag vinden in de

literaire werken. Vrouwen in machtige posities worden in literaire werken in heel negatieve

termen beschreven, omdat mannen zoals Tacitus hier problemen mee hadden. Op dit gebied

kan er dus nog heel wat extra onderzoek gebeuren. Er kunnen nog veel meer verbanden tussen

vrouwen onderling en tussen vrouwen en macht in de Annales geanalyseerd worden. Extra

narratologisch onderzoek kan nog meer nuances in Tacitus’ karakteriseringen naar boven

brengen. Bovendien kunnen er bij dit tekstueel onderzoek maatschappelijke fenomenen

betrokken worden, zoals gender, om een nieuw licht te laten schijnen op Tacitus’ Annales.

Page 69: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

66

Referentielijst

Primaire literatuur

Pinkster, H. (2003). Woordenboek Latijn-Nederlands. 5de herziene druk. Amsterdam:

Amsterdam University Press.

Tacitus, P. Cornelius, & Koestermann, E. (1963). Annalen. Heidelberg: Winter.

Tacitus, P. Cornelius, & Wes, M. A. (1999). De jaren van Tiberius: Annalen boek I-VI. 's-

Hertogenbosch: Voltaire.

Tacitus, P. Cornelius, & Wes, M. A. (2000). Claudius en Nero: Annalen boek XI-XVI. 's-

Hertogenbosch: Voltaire.

Secundaire literatuur

Baldwin, B. (1972). ‘Women in Tacitus’. Prudentia 4 (2), 83-101.

Balsdon, J. Percy Vyvian Dacre. (1962). Roman women: their history and habits. London:

Bodley Head.

Baltussen, H. (2002). ‘Matricide Revisited: Dramatic and Rhetorical Allusion in Tacitus,

Suetonius and Cassius Dio’. Antichthon 36, 30-40.

Barrett, A. A. (1999). Agrippina: sex, power, and politics in the early empire. London:

Routledge.

Barrett, A. A. (2001). ‘Tacitus, Livia and the Evil Stepmother’. Rheinisches Museum Für

Philologie 144 (2), 171–175.

Barrett, A. (2002). Livia: first lady of Imperial Rome. New Haven (Conn.): Yale university

press.

Burns, J. (2007). Great women of imperial Rome: mothers and wives of the Caesars. London:

Routledge.

Centlivres Challet, C. (2013). Like man, like woman: Roman women, gender qualities and

conjugal relationships at the turn of the first century. Oxford: Peter Lang.

Page 70: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

67

Daitz, G. S. (1960). ‘Tacitus’ Technique of Character Portrayal’. The American Journal of

Philology 81 (1), 30-52.

Dennison, M. (2010). Livia Augusta. (Vertaald door R. Posthuma, 2015). Utrecht/Antwerpen:

Kosmos Uitgevers.

De Temmerman, K. (2010). ‘Ancient Rhetoric as a Hermeneutical Tool for the Analysis of

Characterization in Narrative Literature’. Rhetorica 28, 23-51.

Dudley, D. Reynolds. (1968). The world of Tacitus. London: Secker und Warburg.

Fischler, S., & Archer, L. J. (1994). Women in ancient societies: an illusion of the night.

Basingstoke: Macmillan.

Foubert, L. (2010). ‘Literary constructions of female identities: the parallel lives of Julio-

Claudian women in Tacitus' Annals’. Studies in Latin Literature and Roman History 15, 344-

365.

Ginsburg, J. (1981). Tradition and theme in the Annals of Tacitus. New York: Arno Press.

Ginsburg, J. (2006). Representing Agrippina: constructions of female power in the early

Roman Empire. New York (N.Y.): Oxford university press.

Hillard, T. (2013). ‘Livia Drusilla’. Stichting Groniek 198, 5-22.

Kolb, A. (2010). Augustae: machtbewusste Frauen am römischen Kaiserhof?. Berlin:

Akademie-Verlag.

Mambwini Kivuila-Kiaku, J. (2004). ‘Histoire et Rhétorique dans la textualité de la mort

d’Agrippine (Tacite, Annales XIV, 1-13)’. Revista de Estudios Latinos 4, 87-101.

Mchugh, R. M. (2012). ‘Ferox Femina: Agrippina Maior In Tacitus’s Annales’. Helios 39 (1),

73-96.

Rutland, L. W. (1978). ‘Women as Makers of Kings in Tacitus’ Annals’. The Classical World 72

(1), 15-29.

Page 71: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

68

Ryberg, S.I. (1942). ‘Tacitus’ Art of Innuendo’. Transactions and Proceedings of the American

Philological Association 73, 383-404.

Saavendra, T. (1996). ‘Agrippina the Elder: Vixen or Victim?’. Geraadpleegd op 5 april 2017 via

http://www.stoa.org/diotima/essays/saavedra.shtml

Santoro L'Hoir, F. (1992). The rhetoric of gender terms: man, woman, and the portrayal of

character in Latin prose. Leiden: Brill.

Santoro L’Hoir, F.(1994). ‘Tacitus and Women’s Usurpation of Power’. The Classical World 88

(1), 5-25.

Santoro L'Hoir, F. (2006). Tragedy, rhetoric, and the historiography of Tacitus' Annales. Ann

Arbor (Mich.): University of Michigan press.

Shotter, C. A. D. (2000). ‘Agrippina the Elder: A Woman in a Man’s World’. Historia:

Zeitschrift für Alte Geschichte 49 (3), 341-357.

Syme, R. (1967). Tacitus. Repr. Oxford: Clarendon press.

Swindle, J. M. (2003). ‘A Rhetorical Use of Women in Tacitus’ Annales’. Studia Antiqua 3 (1),

105-115.

Utard, R. (2004). ‘The rhetoric of actio and affect in Tacitean indirect discourse - Rhétorique

de actio et del'affect dans le discours indirect chez Tacite’. Rhetorica: A Journal of the History

of Rhetoric 22 (1), 1-23.

Page 72: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

69

Bijlage: vertalingen

1. De karakterisering van Livia

I.3.3. Nadat Agrippa was overleden en Lucius Caesar en Gaius een vroegtijdige dood waren

gestorven dan wel ten prooi waren gevallen aan de kwade opzet van hun stiefmoeder Livia (de

een was net vertrokken naar de troepen in Spanje, de ander was op de terugweg uit Armenië,

waar hij gewond was geraakt), bleef, aangezien Drusus al eerder was overleden, Nero als enige

van de stiefzoons over. Dus ging alles zijn kant op: hij werd als zoon geadopteerd, mocht delen

in het opperbevel en in de bevoegdheid van volkstribuun en hij werd aan alle legerkorpsen

gepresenteerd. Anders dan daarvóór gebeurde dat niet via duistere manipulaties van zijn

moeder, maar openlijk op haar instigatie.

I.3.4. Ze had de bejaarde Augustus namelijk dermate in haar macht, dat hij zijn enige

kleinzoon, Agrippa Postumus, had laten afvoeren naar het eiland Planasia. Die Agrippa was

weliswaar een figuur zonder enig gevoel voor beschaving, een bruut die zich graag liet

voorstaan op zijn botte lichaamskracht, maar feitelijk had hij niets misdaan.

I.4. Daar kwam nog eens bij dat hij een moeder had die als een echte vrouw voor niets

terugdeinsde als het om macht ging: hij zou aan de leiband moeten lopen van een vrouw plus

nog twee jonge knapen die voorlopig een zware stempel zouden drukken op de politiek en

vervolgens op een dag voor een diepe verdeeldheid zouden zorgen.

I.5. Terwijl deze en dergelijke overwegingen de mensen bezighielden, verslechterde de

gezondheid van Augustus. Er waren er zelfs die zijn vrouw verdachten van kwade opzet. Het

gerucht had zich namelijk verspreid dat Augustus een paar maanden eerder met medeweten

van enkele vertrouwelingen en alleen vergezeld door Fabius Maximus naar Planasia was

gevaren om een bezoek te brengen aan Agrippa. Daar zouden over en weer veel tranen vergoten

zijn en zouden ze elkaar hun genegenheid hebben betoond, en daardoor zou er goede hoop

bestaan dat de jongen weer bij zijn grootvader thuis zou komen. Maximus zou dat verteld

hebben aan zijn vrouw Marcia, en Marcia zou het weer aan Livia hebben verteld. Dat zou

Caesar ter ore zijn gekomen. Kort daarna was Maximus gestorven, mogelijk had hij zelfmoord

gepleegd. Bij zijn begrafenis had men gehoord hoe Marcia zichzelf in haar rouwbeklag het

verwijt had gemaakt dat zij schuldig was aan de dood van haar man. Hoe dit ook zij, Tiberius

was nog maar net in Illyricum aangekomen, of hij werd per expressebrief door zijn moeder

ontboden. Het is niet helemaal duidelijk of Augustus nog leefde toen hij hem in Nola aantrof,

Page 73: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

70

of dat hij al dood was. Livia had het huis en de wegen namelijk hermetisch afgezet en onder

scherpe bewaking gesteld, en van tijd tot tijd had men positieve rapporten de wereld

ingestuurd, totdat alle maatregelen waren getroffen waartoe de omstandigheden noopten en

in een en dezelfde tijding werd meegedeeld dat Augustus was heengegaan en dat Nero de

nieuwe machthebber was.

I.6. Tiberius was bang voor hem en wantrouwde hem, Livia haatte hem vanwege haar

stiefmoederlijke relatie met hem.

I.7. (…) via de intriges van een vrouw en de adoptie door een oude man

I.8. Livia werd in de familie van de Juliërs opgenomen en kreeg de titel Augusta.

I.10. Livia tenslotte had als moeder zwaar haar stempel gedrukt op de politiek en als

stiefmoeder op het huis van de Caesars.

II.34. Haar vriendschap met Augusta had haar boven de wet geplaatst.

II.34. (…) hoewel Augusta zich erover beklaagde dat hij haar daarmee beledigde en kleineerde.

II.34. Tiberius overweeg dat het niet in strijd was met zijn pretentie een gewoon burger te zijn

wanneer hij zijn moeder in zoverre tegemoet kwam dat hij zich bereid verklaarde zelf voor de

rechter te verschijnen en Urgulania bijstand te verlenen.

III.3. Ze waren van mening dat het niet paste bij hun majesteit en plein public uiting te geven

aan hun verdriet. Of ze waren bang dat als de ogen van iedereen op hen gericht waren men aan

hun gezicht zou kunnen aflezen dat ze maar deden alsof.

III.3. Ik ben eerder geneigd aan te nemen dat ze door Tiberius en Augusta, die het paleis niet

verlieten, is tegengehouden om daardoor de indruk te wekken dat ze alle drie in gelijke mate

door verdriet overmand waren – de grootmoeder en de oom van de overledene naar het

voorbeeld van zijn moeder.

III.17. Inzake Plancina stak hij een betoog af vol schaamte en schande: hij verstopte zich achter

de smeekbeden van zijn moeder, tegen wie dan ook steeds meer de geheime kritiek van alle

eerbare burgers opvlamde.

IV.57. Ook wordt bericht dat hij verjaagd is door de mateloze heerszucht van zijn moeder: hij

kon haar als partner in de heerschappij niet uitstaan, maar hij kon haar ook niet opzijschuiven

aangezien hij zijn machtspositie aan haar de danken had. Augustus had er namelijk lang over

gedacht Germanicus, de kleinzoon van zijn zuster en een man die door iedereen geprezen werd,

Page 74: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

71

te belasten met de leiding over het Romeinse rijk, maar hij was bezweken voor de smeekbeden

van zijn vrouw en had Germanicus door adoptie aan Tiberius gelieerd en Tiberius aan zichzelf.

Dat was iets waarmee Augusta hem voortdurend achtervolgde en waaraan ze voortdurend

rechten probeerde te ontlenen.

V.1. Tijdens het consulaat van Rubellius en Fufius, die allebei de toegevoegde naam Geminus

hadden, overleed Julia Augusta op zeer hoge leeftijd. Door haar geboorte in de familie van de

Claudiërs en door haar adoptie lid geworden van de familie van de Liviërs en de Juliërs was ze

een vrouw van zeer hoge adel. Eerst was ze getrouwd met Tiberius Nero, die tijdens de oorlog

van Perusia was gevlucht maar naar Rome was teruggekeerd nadat Sex. Pompeius en het

Driemanschap vrede hadden gesloten. Haar kinderen stamden uit dat huwelijk. Vervolgens

had Caesar, onder de indruk van haar schoonheid, haar bij haar man weggekaapt, vermoedelijk

niet helemaal tegen haar wil. Daar had hij dermate veel haast mee gemaakt dat hij haar

zwanger en wel – hij had niet kunnen wachten totdat ze bevallen was – in zijn huis nam. Nadien

heeft ze geen kinderen meer gebaard, maar via de verbintenis tussen Agrippina en Germanicus

was ze door banden van bloed verbonden geraakt met Augustus en hadden ze

gemeenschappelijke achterkleinkinderen. De familie was haar heilig: op dat punt was ze

iemand van de oude stempel. In de omgang was ze echter gemakkelijker dan vrouwen van

vroeger aanvaardbaar vonden. Als moeder was ze er dominant, als echtgenote was ze

meegaand en paste ze goed bij haar man met zijn kunstgrepen en bij haar zoon met zijn

gewoonte om altijd net te doen alsof. Haar uitvaart was sober, haar testament bleef lange tijd

onuitgevoerd. De lijkrede werd door de Rostra uitgesproken door C. Caesar, haar

achterkleinzoon die korte tijd later aan de macht is gekomen.

V.2. Tiberius ging gewoon door met van zijn leven te genieten. Per brief liet hij weten dat hij

niet aanwezig kon zijn om zijn moeder de laatste eer te bewijzen, zijn excuus was dat hij het

erg druk had met belangrijke zaken. De eerbewijzen aan haar nagedachtenis, waartoe de senaat

in ruime mate had besloten, bracht hij, quasi-bescheiden, tot een minimum terug: er waren er

maar een paar waar hij mee akkoord ging, en hij voegde er nog aan toe dat men haar niet onder

de goden mocht opnemen. Zo zou zij het, volgens hem, zelf het liefst gewild hebben.

Page 75: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

72

2. De karakterisering van Agrippina de Oudere

I.33. Diens kleindochter Agrippina was zijn vrouw (…) Animositeit tussen de vrouwen speelde

ook een rol: Livia liet zich met haar stekeligheden tegenover Agrippina gelden als een echte

stiefmoeder.

I.40. Ze beriep zich erop dat ze een kleindochter was van de vergoddelijkte Augustus en niet

van zo lage geboorte dat ze bang was voor gevaar.

I.41. De herinnering aan haar vader Agrippa en aan haar grootvader Augustus kwam boven.

Drusus, haar schoonvader.

I.69. Maar ze was een geweldige vrouw, en zij nam in die dagen de plichten van de aanvoerder

op haar schouders en deelde onder de soldaten kleding en medicamenten uit al naar gelang

men berooid of gewond was. (…) Commandanten hadden niets meer in te brengen als een

vrouw de gelederen inspecteerde, zich tot de veldtekens wendde en het over de boeg gooide

van uitdelingen; alsof het nog niet genoeg was dat ze probeerde zich populair te maken door

de zoon van de opperbevelhebber in een soldatenpakje te laten rondlopen en dat ze wilde dat

hij Caesar Caligula werd genoemd. Agrippina had meer invloed in het leger dan de generaals,

dan de aanvoerders: de muiterij, die de naam van de princeps niet tot staan had kunnen

brengen, was bedwongen door een vrouw!

II.43. Ook de vrouw van Germanicus, Agrippina, stelde op het punt van kinderrijkdom en

reputatie Drusus’ vrouw Livia in de schaduw.

II.72. Daarop wendde hij zich tot zijn vrouw. Hij bezwoer haar, bij de herinnering aan hemzelf

en bij de kinderen die ze samen hadden, om afstand te nemen van haar trots, om het hoofd te

buigen voor de slagen van het noodlot, en niet na haar terugkeer in Rome in een strijd om de

macht mensen die sterker waren uit te dagen. Dat zei hij in bijzin van iedereen, andere dingen

zei hij haar onder vier ogen, aanwijzingen, naar men vermoedde, dat ze iets te vrezen had van

Tiberius.

II.75. Agrippina was totaal gebroken door haar verdriet. Ook fysiek was ze er slecht aan toe.

Desondanks was ze niet bereid om ook maar iets te accepteren dat zou kunnen leiden tot uitstel

van haar wraakexpeditie: ze ging aan boord van de vloot met de as van Germanicus en met

haar kinderen, terwijl iedereen uitging gaf aan zijn gevoelens van compassie over het feit dat

zij, een vrouw van de hoogste adel, die nog maar zo kort geleden zo volmaakt gelukkig was in

Page 76: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

73

haar huwelijk en eraan gewend was dagelijks gezien te worden te midden van een grote schare

vereerders en bewonderaars, nu de stoffelijke resten tegen zich aanklemde, zonder te weten of

zij zich zou kunnen wreken, vervuld van angst over zichzelf: ze had veel kinderen gebaard, maar

dat dreigde haar nu noodlottig te worden want het betekende dat ze evenzovele malen door

rampspoed getroffen kon worden.

III.1. Toen ze in gezelschap van twee kinderen met de asurn in haar handen van boord ging, de

ogen strak op de grond gericht, barste iedereen in jammerklachten uit, naasten en vreemden,

mannen en vrouwen, het maakte geen verschil.

IV.12. Ze moesten Agrippina er bij Caesar van beschuldigen dat ze zich wel erg zelfingenomen

liet voorstaan op haar kinderrijkdom, dat ze vertrouwde op haar populariteit en dat ze met een

begerig ook uitkeek naar de heerschappij.

IV.52. Agrippina, die altijd al fel reageerde maar toen nog meer in vuur en vlam stond vanwege

het feit dat iemand van haar familie in gevaar verkeerde, ging meteen naar Tiberius. Ze trof

hem aan terwijl hij net bezig was een offer te brengen aan zijn vader. Dat was voor haar

aanleiding om hem verwijten te maken: het paste niet, zo zei ze, dat iemand offerdieren liet

slachten voor de vergoddelijkte Augustus en tegelijk diens nakomelingen aan vervolging

blootstelde. Niet beelden die niets konden zeggen belichaamden zijn goddelijke geest, zij was

zijn ware beeld, zij had zijn hemelse bloed in de aderen, zij begreep het gevaar en zou zich in

rouwkleding hullen. Er bestond geen enkele aanleiding om Pulchra naar voren te schuiven: de

enige reden om haar uit de weg te ruimen was dat ze zo dom was geweest haar, Agrippina uit

te kiezen als voorwerp van haar toewijding zonder daarbij aan Sosia te denken, die om dezelfde

reden in het ongeluk was gestort. Het was een van de weinige keren dat Tiberius, gesloten als

hij altijd was, reageerde: hij pakte haar hand en vermaande haar met een Griekse versregel dat

ze zich er niet door gekwetst moest voelen dat zij geen koningin was. Pulchra en Furnius

werden veroordeeld.

IV.53. Agrippina volhardde intussen koppig in haar verbittering, en toen Caesar haar tijdens

een ziekte opzocht, liet ze eerst langdurig en zonder een woord te zeggen haar tranen de vrije

loop en vervolgens begon ze hem verwijten te maken en hem te bidden en te smeken: hij moest

haar helpen, ze was alleen, hij moest haar een man geven. Ze was jong genoeg en voor een

goede vrouw was het huwelijk de enige troost. Er waren nog wel mannen in Rome die het niet

beneden hun stonden vonden zich te ontfermen over de vrouw van Germanicus en diens

kinderen. Maar Caesar realiseerde zich wel hoe verstrekkend de politieke implicaties van haar

verzoek waren. Om zijn ergernis, of zijn angst, niet te laten merken verliet hij haar zonder haar

Page 77: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

74

geantwoord te hebben, hoezeer ze daar ook op had aangedrongen. Dit feit wordt door de

historici niet vermeld. Ik heb het gevonden in de notities van haar dochter Agrippina, de

moeder van de princeps Nero, die haar leven en de lotgevallen van haar familie voor het

nageslacht heeft beschreven.

IV.54. Overigens bracht Seianus haar in haar neerslachtige stemming en haar argeloosheid nog

meer van haar stuk door mensen op haar af te sturen die zich voordeden als haar vrienden en

haar waarschuwden dat men haar wilde vergiftigen: ze moest maaltijden bij haar schoonvader

vermijden.

V.3. Tegenover zijn schoondochter waagde hij het niet met zulke verzinsels aan te komen: haar

beschuldigde hij ervan dat ze arrogantie aan de dag legde in haar uitlatingen en eigenzinnig

gedrag toonde.

VI.25. Nog was de pijn daarover niet uitgewoed, toen men hoorde van Agrippina. Ik vermoed

dat ze uit de terechtstelling van Seianus hoop had geput om verder te leven en vervolgens, toen

er geen enkele verbetering optrad in haar situatie, vrijwillig een einde heeft gemaakt aan haar

leven. Tenzij men, door haar voedsel te onthouden, de indruk heeft willen wekken dat ze zelf

haar einde had bewerkstelligd. Een feit is in ieder geval dat Tiberius losbarstte in de meest

afschuwelijke beschuldigingen: hij betichtte haar van onzedelijk gedrag en overspel met

Asinius Gallus, door wiens dood ze van een onherroepelijke weerzin tegen het leven vervuld

was geraakt. In werkelijkheid echter had Agrippina, die geen genoegen kon nemen met een

plaats op de tweede rang maar uit was op macht, har vrouwelijke gebreken ingeruild voor

ambities die meer bij mannen pasten. Caesar merkte bovendien nog op dat ze op dezelfde dag

was overleden als waarop twee jaar eerder Seianus voor zijn misdaden had geboet en vond dat

dat voor het nageslacht vastgelegd moest worden, en hij liet zich erop voorstaan dat ze niet

door wurging om het leven was gebracht en niet op de Gemonische Trap was gegooid. Dat was

aanleiding om hem dank te betuigen en te besluiten jaarlijks op de achttiende oktober, hun

beider sterfdag, een offer te brengen aan Jupiter.

Page 78: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

75

3. De karakterisering van Agrippina de Jongere

XII.2.3. Pallas daarentegen vond het juist een zeer belangrijk punt in het voordeel van

Agrippina dat zij een kleinzoon van Germanicus inbracht, iemand die er ten volle aanspraak

op kon maken toe te treden tot de familie van de imperator. Claudius moest de hooggeboren

zoon uit het huis van de Juliërs en de nakomelingen van de Claudiërs bij elkaar brengen en

voorkomen dat een vrouw die haar vruchtbaarheid al bewezen had en die nog in de bloei van

haar jeugd verkeerde, de roemruchte naam van de Caesars zou verbinden aan een andere

familie.

XII.3. (…) en al de machtpositie van een echtgenote had hoewel ze dat nog niet eens was.

XII.4. (…) hij zag aankomen hoe de machtsverhoudingen zich zouden ontwikkelen.

XII.6. Men hoefde niet lang na te denken om tot de conclusie te komen dat Agrippina op het

op het punt van haar afkomst op de eerste plaats kwam, dat ze daadwerkelijk bewezen had

vruchtbaar te zijn en dat haar onberispelijke levenswandel inderdaad in overeenstemming was

met haar karakter. Het zou waarlijk een uitstekende zaak zijn wanneer de vrouw die dankzij de

voorzienigheid van de goden weduwe was, in de echt verenigd zou worden met een princeps

die zich nooit had ingelaten met getrouwde vrouwen.

XII.7.3. Vanaf dat moment stonden de verhoudingen in de samenleving op hun kop: alles en

iedereen betoonde gehoorzaamheid aan een vrouw, niet bepaald een vrouw die, zoals

Messalina, moedwillig de spot dreef met alles wat Romeins was. De teugels van de slavernij

werden strak aangehaald, alsof er een echte man heer en meester was. In het openbare leven

was er sprake van strengheid, en vaker nog arrogantie. In de privé-sfeer was er niets dat door

de beugel kon, tenzij het ging om iets dat in het belang was van haar machtspositie. Als

denkmantel voor haar grenzeloze hebzucht diende het argument dat er geld bijeengebracht

moest worden ten behoeve van de regering.

XII.22. Tijdens hetzelfde consulaat bracht Agrippina, grimmig in haar haat en gebeten als ze

was op Lollia omdat deze zich in de kwestie van het huwelijk van de princeps als haar rivale

had opgeworpen, beschuldigingen tegen haar naar voren.

XII.37. Het was haar manier om zich te presenteren als iemand die deelde in de hoogste macht

die haar voorvaderen voor zich hadden verworven.

Page 79: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

76

XII.42. Toch durfde Agrippina het nog niet aan naar de hoogste macht te grijpen.

XII.57. Agrippina maakte nog op hetzelfde moment gebruik van de gealarmeerdheid van de

princeps om Narcissus, die de opzichter van het project was, te beschuldigen van hebzucht en

malversaties. Het antwoord bleef niet uit: hij had felle kritiek op haar vrouwelijke bemoeizucht

en haar overdreven aspiraties.

XII.64. Ook op het punt van schoonheid, leeftijd en rijkdom ontliepen ze elkaar niet veel.

Bovendien kenden ze geen van beiden enige schaamte en hadden ze allebei een slechte naam

en deinsden ze geen van beiden terug voor geweld.

XII.65. Het hele hof raakte door het geïntrigeer van de stiefmoeder ontwricht, en de schande

zou nog groter zijn dan deze geweest zou zijn als hij niets had gezegd over het onbeschaamde

gedrag van zijn vroegere echtgenote. Ook nu was er sprake van schaamteloos gedrag: Agrippina

had een intieme relatie met Pallas. Er was geen twijfel mogelijk: ze had er alles voor over, haar

eer, haar schaamte, haar lichaam, werkelijk alles, om de macht in handen te krijgen.

XII.68.2. Het eerste wat Agrippina deed was dat ze, zogenaamd door verdriet overmand, troost

zocht bij Britannicus: ze sloot hem in haar armen, zei tegen hem dat hij sprekend op zijn vader

leek en probeerde op allerlei manieren te voorkomen dat hij zijn kamer zou verlaten.

XII.69. Agrippina wilde op het punt van de pracht en praal van die plechtigheid niet

achterblijven bij haar overgrootmoeder Livia.

XIII.2. Allebei voerden ze een en dezelfde strijd tegen het agressieve optreden van Agrippina,

die helemaal verteerd werd door haar begeerte om als een boosaardige tiran macht te kunnen

uitoefenen. Ze genoot daarbij de steun van Pallas.

XIII.13. Maar Agrippina ging hevig tekeer, zoals vrouwen dat doen: een gewezen slavin wierp

zich op als haar rivale, ze had een dienstbode als schoondochter, en meer van dat soort

opmerkingen. Ze weigerde rustig af te wachten tot haar zoon er spijt van zou krijgen of er

genoeg van had, en hoe heviger haar verwijten aan zijn adres, des te meer raakte hij in vuur en

vlam, totdat hij tenslotte helemaal in de ban was van zijn verliefdheid, zijn gehoorzaamheid

aan zijn moeder opzegde en zich toevertrouwde aan Seneca. (…) Daarop veranderde Agrippina

van tactiek: ze probeerde zelf de jongeman in verleiding te brengen, ze stelde liever haar eigen

slaapkamer en haar eigen intimiteit ter beschikking om de behoeften die zijn leeftijd en zijn

hoge positie met zich meebrachten met de mantel der liefde te bedekken. Ze gaf zelfs toe dat

haar strenge houding misplaat was geweest en ze stelde hem uit haar eigen vermogen, dat niet

Page 80: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

77

veel kleiner was dan dat van een imperator, aanzienlijke middelen ter beschikking. Zoals ze

haar zoon eerst op een overdreven manier aan banden had proberen te leggen, zo toonde ze

zich nu mateloos toeschietelijk. Nero liet zich echter door deze koerswijziging niet om de tuin

leiden, terwijl zijn naaste vrienden zich er ernstig zorgen over maakten en er bij hem op

aandrongen op zijn hoede te zijn voor de machinaties van de vrouw: ze was altijd al een figuur

geweest die niet met zich lieten spotten, maar bovendien was nu ook nog onoprecht. Net in die

dagen had Caesar de verzameling kleding en juwelen bezichtigd waarin de echtgenotes en

moeders van eerdere principes hadden geschitterd. Hij koos een gewaad en een set edelstenen

uit en stuurde die als geschenk naar zijn moeder. Het was een absoluut royaal gebaar, hij bood

haar spontaan iets heel kostbaars aan, iets waarmee anderen heel blij zouden zijn geweest.

Maar Agrippina liet zich voor iedereen hoorbaar ontvallen dat het geen aanwinst was voor haar

garderobe en dat ze niets kreeg van de rest en dat haar zoon bezig was alles uit delen wat hij

dankzij haar had gekregen.

XIII.14. In zijn woede over de lieden die haar in haar vrouwelijke arrogantie sterkten, onthief

hij Pallas.

Ze had er geen bezwaar tegen de heel geschiedenis van haar ongelukkige familie aan

het licht te laten komen, om te beginnen haar eigen huwelijk en haar eigen gifmengerij. Maar

gelukkig hadden de goden, en zijzelf, ervoor gezorgd dat haar stiefzoon nog niet dood was! Ze

zou samen met hem naar de kazerne gaan. Daar zou men dan beide partijen kunnen aanhoren:

haar, de dochter van Germanicus, tegenover Burrus, die invalide met zijn geamputeerde hand,

en Seneca, die balling met zijn gladde professorentong, die twee die zich verbeeldden samen

de wereld te kunnen regeren. Tegelijk strekte ze haar handen bezwerend naar hem uit,

overlaadde ze hem met scheldwoorden, riep ze de tot god uitgeroepen Claudius aan en de

schimmen van de gebroeders Silanus in de onderwereld, en somde ze al haar vergeefse

misdaden op.

XIII.19. Van de ene dag op de andere zette niemand meer bij Agrippina een voet over de

drempel.

XIII.21. Agrippina had nog niets aan strijdlust ingeboet. “Het verbaast me niets,” zei ze. “Silana

heeft nog nooit een kind ter wereld gebracht, ze weet helemaal niet hoe het voelt om moeder

te zijn. Moeders wisselen niet zo gemakkelijk van kinderen als een vrouw die geen enkel

schaamtegevoel kent van minnaars wisselt. Iturius en Calvisius hebben hun hele vermogen

erdoor gejaagd. Ze kunnen nu niets anders meer verzinnen om het oude mens terug te betalen

dan voor haar de rol van aanklager spelen. Maar dat is toch geen reden om mij dan maar in

een kwaad daglicht te plaatsen met die aantijging dat ik mijn zoon zou willen vermoorden? En

Page 81: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

78

dat is toch ook geen reden om Caesar dan maar op te zadelen met schuldgevoelens als hij mij

op grond daarvan ter dood zou brengen? Ik zou Domitia dankbaar zijn voor haar vijandige

houding als ze zich met mij zou meten in genegenheid voor mijn Nero. In plaats daarvan zet ze

nu met behulp van haar bedgenoot Atimetus en die acteur Paris een hele komedie op touw. In

de tijd toen ik bezig was de adoptie te regelen en zijn proconsulaire bevoegdheden en zijn

benoeming tot consul en wat er verder nodig was om hem aan de hoogste macht te helpen, was

zij alleen maar bezig met de verfraaiing van haar zwembaden in haar geliefde Baiae. Of laat er

anders eens iemand opstaan om te bewijzen dat ik pogingen heb ondernomen om de

regimenten van de stad tot een staatsgreep te verleiden, dat ik de loyaliteit van de legioenen in

de provincies heb ondermijnd, zelfs dat ik slaven of gewezen slaven heb aangezet tot misdaad.

Stel nu eens dat Britannicus aan de macht zou zijn gekomen. Zou ik dan nog in leven zijn? Of

stel nu eens dat Plautus of iemand anders de macht in handen zou hebben gekregen en de kans

zou krijgen om mij te berechten. Alsof er dan geen figuren zullen zijn die mij zullen willen

aanklagen! En die hoeven het niet te hebben van wat ik mij in een moment van

onbedachtzaamheid wel eens heb laten ontvallen – ik laat mij wel eens een keer gaan in mijn

genegenheid voor hem. Zij zullen mij dingen ten laste leggen waarvan niemand anders dan

alleen mijn eigen zoon mij kan vrijpleiten.”

XIV.2. Cluvius beweert dat Agrippina in haar vurige verlangen om haar machtspositie te

behouden er zelfs niet voor teruggedeinsd is om zich bij herhaling midden op de dag, tegen de

tijd dat Nero verhit begon te raken van de wijn en het eten, volledig opgemaakt en tot incest

bereid aan hem in zijn beschonken toestand aan te bieden.

XIV.6. Ze begreep dat er maar één manier was om de aanslag het hoofd te bieden: net doen

alsof ze het niet door had gehad.

XIV.8. Als hij op ziekenbezoek kwam, zo liet ze hem weten, dan kon hij rapporteren dat ze

hersteld was; als hij van plan was om een misdaad te plegen: ze weigerde te geloven dat haar

zoon daar de hand in had, hij zou nooit bevel hebben gegeven om zijn moeder te vermoorden.

De moordenaars kwamen om haar bed staan. Als eerste sloeg de kapitein haar met een knuppel

op haar hoofd. Al toen de centurio zijn zwaard trok om haar de doodsteek te geven, had ze hem

haar moederschoot aangeboden: “in mijn baarmoeder, ga je gang!” riep ze. Ze bezweek onder

haar vele verwondingen.

XIV.9.3. Toen ze namelijk de Chaldeeërs raadpleegde over Nero, hadden dezen haar voorspeld

dat hij imperator zou worden en zijn moeder zou vermoorden. Waarop zij had gezegd: “Laat

hij mij maar vermoorden, mits hij maar imperator wordt.”

Page 82: DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN … · 2017-08-03 · DE KARAKTERISERING VAN LIVIA, AGRIPPINA DE OUDERE EN AGRIPPINA DE JONGERE IN DE ANNALES VAN TACITUS Emma

79

XIV.10. Ze drukten hem de hand en feliciteerden hem met het feit dat hij aan het onvoorziene

gevaar en de boosaardige aanslag van zijn moeder was ontsnapt.

XIV.11. Hij voegde er nog andere beschuldigingen aan toe, zaken die zich in een verder verleden

hadden afgespeeld: ze had erop gehoopt in de hoogste macht te kunnen delen, ze had erop

gehoopt dat de praetoriaanse garde de eed van trouw zou afleggen aan een vrouw en dat de

senaat en het volk tot dezelfde schande vernederd zouden worden. En dat ze, toen die hoop op

niets was uitgelopen, tegenover het leger en de senaat en het volk een vijandige houding had

aangenomen en had geadviseerd geen premies en gratificaties uit te delen, en dat ze processen

op touw had gezet tegen de burgers uit de hoogste kringen. Hoeveel moeite had het hem niet

gekost om te verhinderen dat ze zich toegang had verschaft tot de senaat en buitenlandse

gezanten te woord had gestaan! In een zijdelingse kritiek op de tijd van Claudius schreef hij

ook alle wandaden van diens bewind toe aan zijn moeder, waarbij hij haar dood een zegen voor

de staat noemde.